Vleermuizen in onze omgeving De meeste mensen komen nooit in aanraking met vleermuizen
Toch kan het gebeuren dat een vleermuis uw huis als tijdelijke verblijfplaats kiest of per ongeluk in uw kamer terechtkomt. Ook als slachtoffer van uw kat of het verkeer kunt u te maken krijgen met deze mysterieuze dieren.
Onbekend maakt onbemind en er doen allerlei enge verhalen de ronde over hondsdolheid en vampiers, waardoor veel mensen deze dieren eng vinden. Is die angst terecht? Is hondsdolheid bij vleermuizen een gevaar voor ons of onze huisdieren? Wat moet u doen als u een vleermuis of zelfs een hele kolonie aantreft in uw huis? Met deze folder hopen wij uw vragen te beantwoorden.
vleermuizenfolder2 jw.indd 1
23-9-2005 0:12:54
foto: Marièle van Haren
2
vleermuizenfolder2 jw.indd 2
23-9-2005 0:12:55
Wat zijn vleermuizen? Vleermuizen zijn zoogdieren. Ze hebben een vacht en de vrouwtjes voeden hun jongen met melk. Met muizen hebben ze niets te maken. Hun officiële naam is Chiroptera of ‘handvleugeligen’. Ze vliegen namelijk met hun tot vleugels omgevormde handen. Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die kunnen vliegen. En ze hebben nòg een unieke eigenschap: echolocatie. Ze zenden terwijl ze vliegen hele hoge, voor ons onhoorbare tonen uit. Die geluiden weerkaatsen op alles wat ze tegenkomen. Zo kunnen ze zonder iets te raken in het donker vliegen en insecten vangen.
Koloniedieren
Vleermuizen zijn sociale, hoog ontwikkelde dieren, die in groepsverband leven. Zo’n hechte groep noemen we een kolonie. ’s Zomers leven de mannetjes en vrouwtjes gescheiden van elkaar. De vrouwtjes brengen in kraamkolonies hun jongen ter wereld. De mannetjes, onvolwassen dieren en onbevruchte vrouwtjes zoeken vaak alleen of in kleine groepjes hun verblijfplaats.
Vleermuiskalender
Na hun winterslaap, in de loop van april en mei, vormen zich de kraamkolonies. De moeders gaan ’s nachts op insectenjacht en laten de jongen in de kraamkamer achter. In vier tot zes weken groeien de jongen op om van begin tot eind juli zelfstandig uit te vliegen. Daarna vallen de kolonies uit elkaar en gaat elk dier zijn eigen weg. In de nazomer begint de paartijd. Bij veel soorten bezetten de mannetjes een territorium en proberen met uitgebreid baltsgedrag zoveel mogelijk vrouwtjes te lokken. Ze hebben dan een echte harem. Afhankelijk van de temperatuur gaan de vleermuizen in de loop van oktober tot in december in winterslaap. Sommige soorten overwinteren vlak 3
vleermuizenfolder2 jw.indd 3
23-9-2005 0:12:55
bij hun zomergebied, andere trekken honderden of duizenden kilometers daarvandaan. De winterslaap duurt tot in het voorjaar. De zaadcellen van de mannetjes blijven in het lichaam van het vrouwtje leven. Pas als ze in het voorjaar ontwaakt en voldoende insecten heeft kunnen eten, komt er een eicel vrij en vindt de bevruchting plaats. Na een zwangerschap van één tot anderhalve maand wordt het jong geboren. Sommige soorten krijgen twee jongen: meer kan niet, want ze hebben maar twee tepels die melk geven. De voortplantingssnelheid van vleermuizen is erg traag, maar daar staat weer tegenover dat ze erg oud kunnen worden. Veel soorten kunnen wel 20 jaar of ouder worden!
Voedsel zoeken
Even na zonsondergang vliegen de dieren uit op zoek naar voedsel. Vanuit hun verblijfplaats vliegen ze ieder naar hun eigen jachtgebied. Elke vleermuis heeft verschillende plekken, die achter elkaar bezocht worden. Zo kan een Dwergvleermuis wel twee tot drie kilometer van de kolonie vliegen en de Meervleermuis tot tien kilometer. De jachttijd varieert met hun honger en het aantal insecten dat rondvliegt. In het vroege voorjaar en late najaar jagen ze vooral aan het begin van de nacht. Als de vrouwtjes jongen hebben jagen ze de hele nacht. Ze keren dan halverwege terug om hun jongen te zogen en blijven wat dichter bij huis. De verschillende soorten beginnen op verschillende tijden met uitvliegen. Het aantal vliegende insecten is afhankelijk van de nachttemperatuur. Bij sterke wind en regen wordt niet gevlogen.
Vleermuizen als medebewoners
Sommige vleermuizen vestigen hun kolonies in holle bomen, bijvoorbeeld de Rosse vleermuis en de Watervleermuis. Andere soorten zoeken hun kolonies in gebouwen. Ze zitten daar vooral op plekken waar mensen niet bij kunnen komen, zoals in de spouw, onder de dakbedekking, achter betimmeringen of daklijsten of in dubbelwandige schoorstenen, De temperatuur in het verblijf is van belang voor de groei en ontwikkeling van de jongen. Afhankelijk van de buitentemperatuur zoeken vleermuizen warme, heel warme of juist iets koelere plekken op. Ze kunnen dan ook van de ene plek in een gebouw naar een andere verhuizen en vaak wordt er ook van gebouw gewisseld.
Veroorzaken kolonies overlast?
Vleermuizen worden pas ’s avonds actief. Ze worden enkele uren voor het uitvliegen wakker, waarbij enig gekwetter gehoord kan worden. In 4
vleermuizenfolder2 jw.indd 4
23-9-2005 0:12:56
foto: Marièle van Haren
Ruige dwergvleermuis 1995 Stadionkade
kraamkolonies kan men midden in de nacht soms geluid horen, omdat de vrouwtjes dan terugkeren om te zogen. Zij moeten bij het binnenkomen hun eigen jong zien te vinden, wat ook met gekwetter gepaard kan gaan. Een kolonie vleermuizen kan zich lange tijd in een huis bevinden, zonder dat er sprake is van overlast. Mocht u bang zijn voor overlast bedenk dan dat: • Vleermuizen hangen in bestaande ruimten en maken daar gebruik van de beschutting, rust en warmte; • Vleermuizen maken geen nest, slepen dus geen nestmateriaal naar binnen; • Vleermuizen zijn insecteneters en knagen dus niet; • Ze brengen geen parasieten over op mensen of huisdieren; • De kolonie maakt slechts korte tijd gebruik van uw huis; Vleermuizen zijn het meest kwetsbaar wanneer ze in groepen bij elkaar zitten op een kleine oppervlakte. Een ongeluk op zo’n kolonieplek kan rampzalige gevolgen hebben voor het vleermuizenbestand in een groot gebied! De kolonie is van levensbelang voor het voortbestaan van de soort. Gelukkig reageren steeds meer mensen positief op deze interessante dieren en zijn trots op hun vleermuiskolonie. Bedenk daarbij dat vleermuizen een beschermde diersoort zijn. Daarbij hoort ook de bescherming van de verblijfplaatsen. Mocht u bij sloop, verbouwingen of renovaties van gebouwen een kolonie aantreffen of weten dat er een zit, waarschuw dan een deskundige of vleermuizenwerkgroep in uw buurt. Zij zijn bereid u hulp of advies te geven. 5
vleermuizenfolder2 jw.indd 5
23-9-2005 0:12:56
Een vleermuis in huis! Wat nu? Zomer
Heeft u een kolonie in huis, laat deze dan zoveel mogelijk met rust, maar neem wel contact op met een deskundige. De kolonies worden namelijk geregistreerd en geteld. Vindt u een volwassen vleermuis in huis, wacht dan tot hij rustig tegen de muur zit. Zet voorzichtig een doos of pot over de vleermuis heen en schuif er een karton achter. Laat het dier ’s avonds buiten los. Jonge niet-vliegvlugge vleermuis: deze kunt u vlak voor zonsondergang hoog aan de buitenmuur bij de uitvliegopening ophangen, Weet u niet waar die is, zet de jonge vleermuis dan ’s avonds op een stukje boomstronk o.i.d. in een emmer of teil. De moeder vindt het diertje terug op het gehoor. Is het diertje de volgende dag nog aanwezig, overleg dan met een deskundige of bel de Dierenambulance (Tel. 020 626 21 21).
Winter
Vleermuizen houden een winterslaap en verkeren dan in ‘lethargie’. Ze hebben een hele lage lichaamstemperatuur en een trage hartslag. waardoor ze nauwelijks energie verbruiken. Zo kunnen ze tijden van voedselschaarste, zoals de winter, overleven. Vindt u in de winter een vleermuis die ziek of dood lijkt zet hem dan in een ruimte die warmer is dan 20°C. Hij zal dan in ongeveer een uur wakker worden. Zet daarna - als het niet vriest - tegen het vallen van de avond een raam open, zodat het dier naar buiten kan vliegen en een andere overwinteringsplek kan zoeken. Wil hij niet vliegen. Zit hij er de dag daarna nog, neem dan contact op met een deskundige. Het laatste geldt ook bij een actieve vleermuis.
Niet oppakken met blote handen!
Vleermuizen hebben een roofdierachtig gebit met flinke snijtanden en kunnen dus behoorlijk bijten. Dit kan niet alleen pijnlijk zijn, maar ook gevaarlijk. Onder Laatvliegers komt namelijk – hoewel zelden – hondsdolheid voor. Deze virusziekte kan overgebracht worden door een beet of als zijn urine in een open huidwondje komt. Als u een kat heeft die regelmatig met vleermuizen thuiskomt, dan is het verstandig hem tegen hondsdolheid te laten inenten. (Probeer in dat geval ook te achterhalen waar de kat de vleermuizen vandaan haalt. Wellicht is er een kolonie in de buurt. In dat geval zou u de kat gedurende de tijd dat de kolonie aanwezig is binnen kunnen houden.) 6
vleermuizenfolder2 jw.indd 6
23-9-2005 0:12:56
Een vleermuis kunt u dus het beste met een blik of pot en een kartonnen kaartje vangen. Lukt dit niet, gebruik dan altijd handschoenen of een doek om het diertje op te pakken.
Wat kunt u zelf doen om vleermuizen te beschermen? • Behoud zoveel mogelijk in- en uitvliegmogelijkheden, zoals stootvoegen, ruimten achter daklijsten, kieren langs kozijnen, spleten langs gevelranden enz. • Bij moderne woningen kun je aan de buitenkant van de gevel betimmeringen aanbrengen met ongeveer 2 cm. tussenruimte. Vleermuizen kruipen daar graag achter. • Heeft u een kolonie in uw huis stel renovaties dan uit tot in het najaar. Is dit onmogelijk, haal er dan een vleermuisdeskundige bij. • Probeer zoveel mogelijk in kaart te brengen waar bij u in de buurt vleermuizen zitten. Bij renovaties of sloop kan dan rekening gehouden worden met de aanwezige vleermuispopulaties.
De meest voorkomende soorten: Dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus).
Spanwijdte: 18-24 cm. Gewicht 3,5 – 8 gram De dwergvleermuis is een kleine, bruine vleermuis met zwarte oren en snuit. Hij is zo klein dat hij in een lucifersdoosje past. ’s Zomers kan men ze vaak in tuinen, parken, vijvers en bij lantaarnpalen zien jagen. De Dwergvleermuis is de algemeenste soort in steden en dorpen. Gebouwbewoner.
Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii).
Spanwijdte: 22-25 cm. Gewicht 6-15 gram De Ruige dwergvleermuis lijkt sprekend op de Dwergvleermuis. Hij is alleen iets groter. Ruige dwergvleermuizen zijn ’s winters in huizen te vinden; ’s zomers hebben ze hun kraamkolonies in Oost-Europa. Zij leggen dus ieder jaar lange afstanden af. Veel mannetjes nemen die moeite niet: zij blijven ’s zomers in ons land.
Laatvlieger (Eptesicus serotinus).
Spanwijdte 32-38 cm. Gewicht 15-35 gram. De Laatvlieger is een grote, robuuste vleermuis, met een bruine vacht en donkere kop en oren. Hij komt vrij algemeen voor in het polderlandschap in het westen van ons land en wordt ’s zomers vooral in dorpen aangetroffen. ’s Winters vinden we hem ook regelmatig in steden.
Meervleermuis (Myotis dasycneme).
Spanwijdte: 25-32 cm. Gewicht 11-20 gram De Meervleermuis is een middelgrote soort, met een bruine tot grijze rugvacht en lichte buik. De Meervleermuis leeft in gebouwen in grote zomerkolonies en wordt minder vaak aangetroffen dan de andere genoemde soorten. Zij bevolken het open, waterrijke landschap in Noord- en Zuid-Holland en Friesland. 7
vleermuizenfolder2 jw.indd 7
23-9-2005 0:12:56
In Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid is sinds 2003 een vleermuizenwerkgroep actief. Met behulp van een batdetector, een cd-rom met vleermuisgeluiden en voorlichtingsmateriaal zijn de werkgroepleden begonnen met het inventariseren van de vleermuizen in Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid. Wilt u in uw eigen omgeving op pad, dan kunt u deze spullen lenen. Neem daarvoor contact op met de werkgroep.
Meer informatie:
Natuur- en milieuteam De Pijp, Werkgroep Vleermuizen Gerard Doustraat 133 1073 VT Amsterdam Tel. 020 400 4503
Voor meldingen van vleermuizen en hun kolonies kunt u zich wenden tot: Provincie Noord Holland, Dienst Ruimte en Groen Postbus 6090 2001 HB Haarlem
Tel. 023 514 31 54
Buiten Noord Holland: Zoogdiermonitoring/bureau Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ) Emmalaan 41 3581 HP Utrecht Tel. 030 254 46 42
© Wijkcentrum Ceintuur Thea Dammen september 2005 / Ontwerp en opmaak Lilian Voshaar
8
vleermuizenfolder2 jw.indd 8
23-9-2005 0:12:57