Vlaanderen in Actie
Vlaams Materialenprogramma
Vlaanderen in Actie (ViA) is het toekomstproject voor Vlaanderen. Vlaanderen wil tegen 2020 uitmunten als een economisch innovatieve, duurzame en sociaal warme samenleving. Duurzaam Materialenbeheer is één van de Grote Maatschappelijke Uitdagingen die dit helpt waarmaken.
Integrator: Henny De Baets, Administrateur-Generaal OVAM Programmaleiders: Helen Versluys & Jorn Verbeeck, OVAM, transitiemanagers Duurzaam Materialenbeheer
Voorwoord De conceptnota ‘Versterken en Verdiepen van ViA’ van 8 juli 2011 stelde voor om 13 grote maatschappelijke thema’s uit te werken volgens de transitiemethode. Dat betekent dat de Vlaamse overheid voor die thema’s over de grenzen van de beleidsdomeinen heen zal samenwerken , en in partnerschap met ondernemers, onderzoekers, verenigingen en burgers. Ze engageren zich om door gezamenlijke actie duurzame en innovatieve oplossingen te realiseren voor elk van deze thema’s, waaronder ook Duurzaam Materialenbeheer. De Vlaamse Regering benoemde op 23 december 2011 de ‘integratoren’ en ‘transitiemanagers’ voor Vlaanderen in Actie (ViA). Zij moeten de transities uit de ViA-nota van 8 juli 2011 in goede banen leiden. De integrator zorgt ervoor dat de transitiemanager de juiste mensen en middelen krijgt om rond het thema aan de slag te gaan met andere relevante beleidsdomeinen, stakeholders en vernieuwers. De transitiemanager staat in voor het uitbouwen van het thema. Het is duidelijk dat elke Grote Maatschappelijke Uitdaging een eigen omgeving, stakeholders en geplogenheden kent. Een transitie vertrekt nooit vanuit één plan of methodiek die voor de uitwerking van alle thema’s bruikbaar is. Het is maatwerk. Daarnaast is het meer dan een programma van pijlers, hefbomen of acties. Het is hoofdzakelijk een programma van mensen. Het gaat om samen prioriteiten bepalen, om vanuit een gedeeld engagement op vlak van Duurzaam Materialenbeheer een koplopersrol op te nemen. Een open dialoog is daarbij essentieel. Wij kijken uit naar die constructieve dialoog en samenwerking om tegen 2020 / 2050 het verschil te maken, en vanuit co-eigenaarschap en co-creatie Vlaanderen te positioneren als Europese topregio.
Namens de integrator, Henny De Baets,
Helen Versluys en Jorn Verbeeck, Programmaleiders
2
Inleiding De Vlaamse regering is zich scherp bewust van het strategisch belang van materialen voor Vlaanderen. Willen we een duurzame, toekomstbestendige economie, dan moeten we materialen in gesloten kringlopen brengen. Het Vlaams Gewest plaatste in 2010, tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie Duurzaam Materialenbeheer op de Europese politieke agenda. 'Resource efficiency' is ondertussen één van de vlaggenschipinitiatieven binnen de EU 2020 strategie. Op Vlaams niveau is Duurzaam Materialenbeheer één van de dertien Grote Maatschappelijke Uitdagingen van Vlaanderen in Actie (ViA). ViA is het toekomstproject van de Vlaamse regering, met als ambitie Vlaanderen tegen 2020 te doen uitmunten als een economisch innovatieve, duurzame en sociaal warme samenleving. We willen Vlaanderen positioneren als Europese topregio op vlak van duurzaam materialenbeheer via een Vlaams Materialenprogramma. In het Vlaams Materialenprogramma bundelen de bedrijfswereld, de overheid, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld de krachten en combineren we ambitieuze langetermijn visie-vorming, beleidsrelevant onderzoek en concrete acties. In dit document leest u meer over: de lange termijn doelstelling van het Vlaams Materialenprogramma, de organisatorische structuur van het Vlaams Materialenprogramma, een voorstel voor een gedeeld en breed gedragen actieplan voor duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen.
3
Wat willen we bereiken op lange termijn? In 2050 past ons economisch productie- en consumptiepatroon binnen de draagkracht van de aarde. We hebben een mondiaal sociaal rechtvaardig economisch model dat maximaal draait op slim gesloten materialenkringlopen en hernieuwbare grondstoffen. We evolueren naar een groene kringloopeconomie met een zo laag mogelijk grondstof-, energie- en ruimtegebruik en een zo beperkt mogelijke impact op milieu en gezondheid in Vlaanderen en de rest van de wereld. Hiertoe verruimen we afvalbeheer tot duurzaam materialenbeheer. Duurzaam Materialenbeheer richt zich niet langer op het einde van de keten, maar bekijkt de volledige levenscyclus – van grondstofontginning, over productie en consumptie, tot de afvalfase. Het productiesysteem wordt omgevormd van een lineair model tot een kringloopeconomie, door het stimuleren van hergebruik en recyclage en van productontwerp dat hergebruik en recyclage centraal stelt. Om onze maatschappelijke behoeften in te vullen, vertrekken we bij voorkeur van innovatieve diensten, zodat de behoefte aan materialen lager ligt. De producten die nog nodig zijn, bevatten geen schadelijke stoffen. Ze zijn volledig gerecycleerd en recycleerbaar, en worden geproduceerd in gesloten materiaalkringlopen met minimale energiebehoefte. Doorgedreven sorteer- en recyclage maatregelen, talrijke bodemsanerinsgprojecten, heffingen op storten en verbranden, milieubeleidsovereenkomsten, ‘de vervuiler betaalt systemen’ systemen, etc. hebben hun vruchten afgeworpen en het Vlaamse afvalbeheer aan de Europese top gezet. Afvalstoffen vertegenwoordigen – rekening houdend met groeiende grondstoffenschaarste, internationale bevolkingstoename en economische groei en stijgende grondstofprijzen – een steeds belangrijker potentieel aan secundaire grondstoffen. Een goed inzicht in materiaalstromen en de werking van materiaalketens laat ons toe deze secundaire materialen economisch uit te spelen als stabilisator in een volatiele geopolitieke en macro-economische context. Door samen met overtuiging deze kaart te trekken, binnen de geïntegreerde aanpak van het Vlaams Materialenprogramma, consolideren we onze huidige voortrekkersrol en positioneren we Vlaanderen tegen 2020 in de top 5 van de Europese regio's op het vlak van duurzaam beheer van materialen. Kennisuitbouw in Vlaanderen over materialen en hun kringlopen zorgt ervoor dat we het Europees beleid (EU Resource Efficiency flagship & roadmap) hierover mee in de richting van Duurzaam Materialenbeheer sturen.
4
Hoe zijn we georganiseerd? Meerwaarde van een transitie-aanpak om de omslag naar Duurzaam Materialenbeheer te maken De omslag naar Duurzaam Materialenbeheer kan er alleen komen via een interactief en participatief zoek- en leerproces, waarbij meerdere maatschappelijke actoren een rol spelen. Binnen een transitie- aanpak vormen we een partnerschap om samen te denken en over te gaan tot actie. Iedere actor zal vanuit zijn eigen kennis het veranderingsproces mee vorm geven en uitvoeren. Cruciaal hierbij is dat het niet bij een denkoefening blijft, maar ook dat vanaf het begin al gefocust wordt op realisaties in de praktijk. Stakeholders over de grenzen van sectoren en beleidsdomeinen heen worden in een netwerk opgenomen, worden mede-eigenaar van het thema Duurzaam Materialenbeheer en participeren op gelijkwaardige basis. Gedeelde verantwoordelijkheid en transparante besluitvorming zijn sleutelwoorden in de transversale manier van werken. Het Vlaams Materialenprogramma is complementair aan het huidige materialenbeleid en legt verbanden tussen groepen, ideeën en bewegingen die al in gang zijn gezet. Drie complementaire pijlers Het Vlaams Materialenprogramma wordt ingevuld door drie complementaire pijlers: ACTIE: Een breed gedragen actieplan geeft aan welke concrete stappen we vandaag zetten om tegen 2020/2050 onze langetermijnambitie waar te maken. VISIE: Plan C, het Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Materialenbeheer, werkt gedurfde langetermijnvisies en experimenten uit over de wereld anno 2050 op vlak van materialen. ONDERZOEK: SuMMa, het Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer, doet de komende vier jaar beleidsrelevant onderzoek naar hoe materiaalstromen bewegen door onze economie, hoe we Duurzaam Materialenbeheer kunnen meten en hoe taksen, subsidies en wetgeving kunnen sturen richting een duurzamer gebruik van materialen. De uitdaging voor het actieplan is duidelijk: niemand wacht op een zoveelste visietekst, wel op concrete, praktijkgerichte projecten met actieve partners en een duidelijke timing. De bedoeling is de initiatieven van verschillende spelers beter op elkaar af te stemmen. Door het bundelen van expertise en middelen, komen we sneller tot resultaat. Het actieplan wordt gevoed door visievorming vanuit Plan C en onderzoek door het SuMMa. Plan C is het Transitienetwerk voor Duurzaam Materialenbeheer dat voorlopers samenbrengt en functioneert als: -
lerend netwerk voor het aanleveren van nieuwe contacten uit verschillende geledingen van de samenleving en voor het smeden van nieuwe vormen van samenwerking
-
leverancier van innovatieve ideeën en visies op het vlak van Duurzaam Materialenbeheer
-
laboratorium om vernieuwende ideeën om te zetten in experimenten, die op hun beurt verder kunnen vertaald worden in de operationele pijler
5
Het SuMMa vormt de derde en wetenschappelijke pijler van het Vlaams Materialenprogramma en wordt gevormd door een interdisciplinair consortium met onderzoekers uit alle Vlaamse universiteiten en VITO. De komende 4 jaar zal het SuMMa fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek doen naar Duurzaam Materialenbeheer in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor de rol die beleid hierin kan en moet spelen. Onderzoek binnen het SuMMa biedt zicht op wat de economische, beleidsmatige en maatschappelijke randvoorwaarden zijn om de transitie naar een materiaalzuinige kringloopeconomie te realiseren. Maximale inspraak en betrokkenheid via stuur- en klankbordgroepen Zoals hierboven werd aangegeven krijgt het Vlaams Materialenprogramma vorm via een drieledige structuur: een langetermijnpijler waarin de langetermijnvisie en (systeem)innovatieve experimenten worden uitgewerkt, een kortetermijnpijler waaronder een operationele aanpak met concrete acties ressorteert, en ten slotte een onderzoekspijler voor beleidsrelevant onderzoek inzake Duurzaam Materialenbeheer. We zoeken naar een zo licht mogelijke structuur voor de aansturing van de drie pijlers met alle betrokken publieke en private stakeholders. Elke pijler wordt wel aangestuurd door een eigen stuurgroep of Raad van Bestuur . De stuurgroepleden bepalen mee de inhoud en hebben inspraak in het proces van hoe elk van de drie pijlers van het Vlaams Materialenprogramma vorm worden gegeven. De programmaleiders, Helen Versluys en Jorn Verbeeck (OVAM), waken over de inhoudelijke complementariteit tussen de drie pijlers van het Vlaams Materialenprogramma. Stuurgroep Vlaams Materialenprogramma: Jan Turf (voorzitter), Patrick Van den Bossche (Agoria), Marc Dillen (VCB), Werner Annaert (Febem), Frans Dieryck (essenscia), Dirk Van Melkebeke (EWI), Brigitte Mouligneau (DAR), Dirk Fransaer (VITO), Henny De Baets (OVAM), Karel Van Acker (KU L euven), Hans Bruyninckx (HIVA), Lieze Cloots (BBL), Hugo Geerts (Kabinet minister Schauvliege). Stuurgroep SuMMa: KU Leuven, Materials Research Centre (coördinator – Karel Van Acker); KU Leuven, HIVA, Sustainable Development Research Group; Universiteit Antwerpen, Research Group Society and Environment; Universiteit Gent, ENVOC (Environmental Organic Chemistry and Analysis); UHasselt, Centre for Environemental Sciences – Environmental Economics; HUB, Center for Economics and Corporate Sustainability; VITO; Kabinet minister Schauvliege. Raad van Bestuur Plan C: Karel Van Acker (voorzitter, KU Leuven), Frans Dieryck (ondervoorzitter, essenscia ), Hilde Carens-Van Gils (Colruyt ), Paul De Bruycker (Indaver ), Jo Dewulf (Universiteit Gent), Danny Jacobs (Bond Beter Leefmilieu), Dirk Le Roy (Sustenuto ), Walter Tempst (OVAM), Karl Vrancken (VITO). Ook de andere ondertekenaars van de engagementsverklaring van 6/6/2011 werden gericht betrokken om mee na te denken over het proces en de inhoud van hefbomen en acties.
6
Synergie met andere Grote Maatschappelijke Uitdagingen binnen ViA De verruiming van afvalbeheer naar Duurzaam Materialenbeheer in Vlaanderen is één van de dertien transities binnen ViA. Deze dertien transities zijn onderling verweven. Zo sluit de omslag naar Duurzaam Materialenbeheer in meerdere of mindere mate aan bij de opzet van het Nieuw Industrieel Beleid, Innovatiebeleid, DuWoBo (transitie-arena duurzaam bouwen en wonen), Ruimte, Duurzame en creatieve stad, de Gazellesprong/Internationaal ondernemen. Duurzaam Materialenbeheer moet maximaal gelinkt worden aan andere beleidsthema's en in de diverse andere grote ViA thema's haar doorvertaling vinden. De DAR richt een leerplatform op waar de integratoren en transitiemanagers van de 13 Grote Maatschappelijke Uitdagingen zoals geïdentificeerd binnen ViA ervaringen kunnen delen. Daarnaast moet bilateraal overleg ervoor zorgen dat de synergie tussen de verschillende thema's optimaal benut wordt.
7
Waar gaan we samen voor op korte termijn? Samen naar een gedeeld en breed gedragen actieplan De Ronde Tafel van 6 juni 2011 was een startmoment, dat resulteerde in de ondertekening door 33 organisaties uit de overheid, de industrie, de wetenschap en het maatschappelijke middenveld van een engagementsverklaring. Het engagement bestaat erin om een gemeenschappelijk en gedragen actieplan op te stellen, met daarin die hefbomen en acties die Vlaanderen tegen 2020/2050 aan de top 5 van Europese regio's kunnen brengen inzake Duurzaam Materialenbeheer. Borgen van bestaand beleid en ruimte creëren voor innovatieve pistes Dit plan is een combinatie van lopend beleid en van nieuwe initiatieven. Door slimmere beleidsdomein- en sectoroverschrijdende samenwerking worden bestaande initiatieven beter gestroomlijnd . Veelbelovende projecten worden opgeschaald. Daarnaast worden, waar nog lacunes zijn, nieuwe pistes opgezet samen met frontrunners uit diverse maatschappelijke geledingen. Co-creatie en co-eigenaarschap Door een actieplan uit te werken vanuit een publiek-privaat participatief proces delen we de verantwoordelijkheid tussen de overheid, de industrie, de wetenschap en het maatschappelijk middenveld. Zo creëren we maximaal draagvlak, vergroten we de slaagkans en werken we aan een meer structurele verankering op middellange termijn van het duurzaam beheer van materialen. 'Work in progress' Dit actieplan is een dynamisch document, dat de ruimte moet laten om in te spelen op nieuwe uitdagingen en opportuniteiten met betrekking tot Duurzaam Materialenbeheer. In een transitie zijn ‘learning by doing’ en opties openhouden van essentieel belang. Het actieplan wordt in de loop van 2012/2013 verder verfijnd en geïmplementeerd en daarbij meteen ook getoetst naar blijvende relevantie. Waar aangewezen worden ook nieuwe partners betrokken. Totstandkoming, implementatie en monitoring actielan We werken in 4 fases: panorama in kaart brengen, prioriteiten stellen, gaan naar implementatie, monitoren Panorama Een 'mapping' van het speelveld laat toe om stakeholders in kaart te brengen: wie is actief in op het vlak van Duurzaam Materialenbeheer en wat is hun impact in het speelveld? Daarnaast krijgen we zicht op waar vandaag al sterke samenwerkingsverbanden bestaan of waar nog ongeconsolideerde opportuniteiten liggen. Overleg met de ondertekenaars van de engagementsverklaring werpt licht op wat volgens de sleutelactoren in Vlaanderen op het vlak van Duurzaam Materialenbeheer inhoudelijke prioriteiten moeten zijn in een gedeeld plan en welke concrete acties daaraan moeten gekoppeld worden.
8
Prioriteitsstelling Uit dit panorama kristalliseren we 9 hefbomen die Vlaanderen tegen 2020 op de kaart zetten. Deze hefbomen worden vertaald in concrete acties waarvoor we volgens lead partners en participanten aanduiden. Op het niveau van de Vlaamse overheid voorzien we de nodige middelen voor deze prioriteiten. Budgetten worden vrijgemaakt of maximaal geheroriënteerd in de richting van die acties die het meest bijdragen tot de opstap naar een Duurzaam Materialenbeheer. De prioriteitsstelling gebeurt in functie van volgende afwegingen: Waar staan we op vlak van materialenbeheer als Vlaamse regio economisch sterk binnen een Europees kader? Waar hebben we – voortbouwend op die sterke positie en ervaring – nog groeimarge en moeten we in de toekomst dus op inzetten? Waar hebben we de mogelijkheid om ecologische uitdagingen om te zetten in socio-economische kansen en een significante verlaging van de milieu-impact? Waar is het grootste gedeelde draagvlak om vooruit te gaan? Waar wordt onze aanpak versterkt door synergie met andere transities binnen ViA? Implementatie In de tweede helft van 2012 ligt de focus op de daadwerkelijke implementatie van het actieplan. Bi- of multilaterale projecten gaan van start. Voor acties waarvoor de krijtlijnen nog verder moeten uitgezet worden, organiseren we gerichte overlegmomenten waarin relevante spelers samen rond de tafel zitten om te komen tot een plan van aanpak, inclusief het bepalen van een timing en het aanduiden van een lead partner. Deze overlegmomenten worden in de mate van het mogelijke gekoppeld aan geplande events van de betrokken partnes. Daarnaast kunnen in Plan C visie-ateliers actoren gekoppeld worden om vervolgens gezamenlijke projecten op te nemen die passen binnen het actieplan van het Vlaams Materialenprogramma. Deze vorm van matchmaking is moeilijker te realiseren binnen de operationele werking van het actieplan. Ook in de schoot van het SuMMa kunnen dergelijke workshops plaatsvinden. Monitoring Om het duurzaam materialenbeleid te onderbouwen, op te volgen, te monitoren, prioriteiten te stellen en opportuniteiten te detecteren, zullen data en indicatoren nodig zijn. Monitoring is belangrijk in het besef dat men in dit transitieproces ook kan falen en zal moeten bijsturen. In het kader van het Vlaams Materialenprogramma gaan we op zoek naar een zinvolle set van indicatoren voor Duurzaam Materialenbeheer. Enerzijds zijn er indicatoren nodig om op te volgen of we in Vlaanderen materialen daadwerkelijk duurzamer gaan beheren en ons positioneren in de Europese top (impactindicatoren). Vlaanderen sluit zich daarmee aan bij de Europese agenda die tegen 2013 in overleg met de EU lidstaten indicatoren voor Resource Efficiency wil vastleggen. Anderzijds moeten outputindicatoren ons toelaten om op te volgen of de acties in het actieplan uitgevoerd worden volgens de afgesproken timing.
9
Het moet ook het doel zijn om geïntegreerde doelen te formuleren over de verschillende ViA thema's heen, zoals bijvoorbeeld: x % van de Vlaamse groeibedrijven werkt uitsluitend met gesloten materiaalkringlopen, of x % van de innovatiesteun wordt besteed aan het onderzoek naar het sluiten van materiaalkringlopen, enz. Deze zoektocht naar geschikte monitoringinstrumenten om het duurzaam beheer van materialen te meten gebeurt via de studiedienst van de Vlaamse regering en via het SuMMa. Daarnaast zal in de tweede helft van 2012 binnen de stuurgroep van het Vlaams Materialenprogramma gewerkt worden aan mogelijke outputindicatoren om specifieke acties uit het actieplan Duurzaam Materialenbeheer op te volgen en te evalueren.
10
Actieplan Vlaams Materialenprogramma Negen hefbomen We hebben een aantal processen geïdentificeerd die binnen onze economie breed ingang moeten vinden om de transitie naar Duurzaam Materialenbeheer in te zetten. We hebben samen ook een aantal sleutelsectoren vooropgezet, die in Vlaanderen het verschil kunnen maken bij de omslag naar Duurzaam Materialenbeheer. Vanuit deze sleutelsectoren met hefboompotentieel kan op termijn een spill-over ontstaan naar de rest van Vlaamse economie. Hierbij is het van belang voldoende aandacht te hebben voor het feit dat louter technologische oplossingen op zich de transitie naar Duurzaam Materialenbeheer niet zullen waarmaken. Innovatieve technologieën moeten inbedding vinden in de maatschappij. Daarnaast moeten ook opportuniteiten op vlak van sociale innovatie maximaal geconsolideerd worden. De gedefinieerde hefbomen zijn vaak sterk met elkaar verweven en acties situeren zich op het kruispunt van verschillende hefbomen. Gezien het actieplan in de eerste plaats een werkdocument is, worden de hefbomen toch op een ééndimensionaal vlak onder elkaar opgelijst in de plaats van in een multidimensionale matrix. Om tegen 2020 de basis te leggen voor een vergroening van de economie waarin materialen draaien in slim gesloten kringlopen, zijn de vastgelegde hefbomen hieronder opgesomd: Duurzaam design (trekker OVAM) Slim samenwerken (trekker BBL) Slim investeren (trekker OVAM / EWI) Betere regelgeving (trekker FEBEM) Duurzaam materialenbeheer in de bouw (trekker VCB / werkgroep materialen DuWoBo) Duurzame chemie en kunststoffen in een continue kringloop (trekker essenscia) Biogebaseerde economie (trekker OVAM / EWI) (Kritische) metalen in een continue kringloop (trekker Agoria) Nieuwe materialen en materiaaltechnologieën (trekker VITO) Voor elk van de 9 hefbomen werden binnen de stuurgroep van het Vlaams Materialenprogramma trekkers aangeduid. Zij hebben in de eerste plaats een coördinerende functie, om binnen hun hefboom die acties te selecteren die de grootst toegevoegde waarde bieden voor Vlaanderen binnen Europese context. Vanaf het najaar van 2012, zullen voor de implementatie van het actieplan rollen en verantwoordelijkheden binnen de stuurgroep verder vorm gegeven worden.
11
45 acties Per hefboom werden 5 prioritaire acties geselecteerd. Deze zijn een mix van lopende en geplande initiatieven. Daarnaast worden nieuwe acties geformuleerd daar waar nog hiaten zijn. Elk van deze acties streeft via een domeinoverschrijdende, multi-actorsamenwerking naar een versnelling en grotere toegevoegde waarde. In de implementatiefase, die vanaf de tweede helft van 2012 ingaat, willen we conform de ambitie van de Vlaamse regering knelpunten wegwerken en die verbreding en versnelling ook daadwerkelijk consolideren. Vanaf de tweede helft van 2012 zorgen gerichte overlegmomenten per actie voor een verdere implementatie. Om deze momenten nu al maximaal voor te bereiden werd er getracht om in het document ook indicatieve timings op te nemen en ook al mogelijke partners op te lijsten. De richttimings zijn data van opstart. Voor acties, waarvoor al een planning is opgemaakt , werd wel een meer gedetailleerd overzicht opgenomen. De momenteel opgesomde mogelijke partners zijn stakeholders die we vanaf medio 2012 zullen samenbrengen om de acties verder vorm te geven. Deze lijst met mogelijke partners is niet exhaustief. Het actieplan wil in dat opzicht ook een warme oproep doen naar alle stakeholders om zich mee in te schrijven voor één of meerdere acties. Link met Plan C & SuMMa In het actieplan zijn ook al mogelijke links met Plan C en SuMMa opgenomen. Ook deze dienen vanaf de tweede helft van 2012 verder uitgewerkt te worden. Zo kunnen visie/experimenten en beleidsrelevant onderzoek ook helpen om de acties te implementeren binnen een gericht kader en geënt op een degelijke wetenschappelijke basis.
12
Meer info Graag komen wij het Vlaams Materialenprogramma en onze aanpak toelichten, en vertellen we meer over hoe u kan bijdragen tot het Vlaams Materialenprogramma. Helen Versluys
[email protected] (0496) 47 81 39 Jorn Verbeeck
[email protected] (0474) 84 06 62
13
Vlaams Materialenprogramma Voorstel van 9 hefbomen, 45 acties ter invulling van de Grote Maatschappelijke Uitdaging Duurzaam Materialenbeheer in het kader van Vlaanderen in Actie.
Hefbomen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Duurzaam design Slim samenwerken Slim investeren Betere regelgeving Duurzaam materialenbeheer in de bouw Duurzame chemie en kunststoffen in een continue kringloop Biogebaseerde economie (BBE) (Kritische) metalen in een continue kringloop Nieuwe materialen en materiaaltechnologieën
14
HEFBOOM 1: Duurzaam design Hefboomverantwoordelijke: OVAM Duurzaam design ligt aan de basis van het goed beheer van materialen. Keuzes in de ontwerpfase zijn bepalend voor hoe materialen zich bewegen over de levenscyclus heen en wat hun impact is. Innovatieve ontwerpers en ontwerpprocessen houden rekening met het realiseren van economische, sociale en ecologische meerwaarde. Producten, diensten, systemen en kringlopen worden ontworpen om optimaal tegemoet te komen aan de behoeften van iedereen, nu en later, zonder de ecologische draagkracht te overschrijden. Duurzaam design gaat daarom uit van het gebruik van sociaal verantwoorde, niet-schadelijke, hernieuwbare en gerecycleerde materialen; streeft naar productieprocessen en producten die minder energie en materialen vereisen; zet in op producten met een langere levensduur die gemakkelijk herbruikbaar, herstelbaar of recycleerbaar zijn; of gaat waar mogelijk ook uit van het vervangen van producten door diensten. Naast een aanpak op productniveau, richt duurzaam design zich ook op systeemniveau, waarbij bekeken wordt hoe hele systemen op vlak van productie, consumptie, logistiek, bedrijfsvoering, etc. kunnen hertekend worden om materiaalkringlopen te sluiten.
1. Duurzaam design breed ingang doen vinden in de productie-industrie. 2. Design tools meer oriënteren op duurzaam / universal design, beter op elkaar afstemmen en het gebruik ervan breed promoten. 3. Kennisverspreiding over duurzaam design via onderwijs. 4. Formuleren van en gezamenlijk lobbyen voor minimumnormen met betrekking tot Duurzaam Materialenbeheer in het kader van de Ecodesign Richtlijn en andere relevante Europese productnormering. 5. Haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke criteria met betrekking tot recycled content op Vlaams niveau.
15
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal / jaar)
Mogelijke partners
Actie 1: Duurzaam design breed ingang doen vinden in de productieindustrie.
Q 4, 2012 organisatie Ronde Tafel duurzaam design in de productieindustrie
Agoria, Sirris, Design Vlaanderen, Flanders in Shape, OVAM, AO Design Platform, vakbonden, ...
Q 3, 2012 OVAM SIS toolkit is beschikbaar op de markt en actieve campagne met ambassadeursbedrijven is opgestart
OVAM, Flanders DC, Flanders in Shape, Design Vlaanderen, AO, Plan C, KU Leuven, Sirris, VITO, Artesis, Lessius, WVG, WSE, EWI, ...
Er zal geen omslag op grote schaal zijn als er geen aandacht komt voor duurzaam design in industrieel ontwerp en massaproductie. Deliverables: Organisatie van Ronde Tafel over duurzaam design in de productie-industrie met representatieve deelname (met voorlopers én regimespelers) en als bedoeling: o Informatie-doorstroming rond duurzaam design & aanreiken tools o ‘Business case' duurzaam design duidelijk maken o In kaart brengen barrières/drivers o Focus op domeinen die zowel op vlak van ontwerp als productie nog in Vlaanderen zitten Actie 2: Design tools (OVAM SIS Toolkit; Ecolizer; tools en initiatieven Flanders DC, Flanders in Shape, AO etc) meer richten op duurzaam/universal design , beter op elkaar afstemmen en het gebruik ervan breed promoten. Deliverables: Op de markt brengen van de OVAM SIS Toolkit en promotie van gebruik OVAM SIS Toolkit via ambassadeurbedrijven Nagaan mogelijkheden tot het verlenen van een subsidie voor
16
gespecialiseerd advies binnen de kmo-portefeuille, mits gebruik van de OVAM SIS toolkit als eerstelijnsaudit Communicatie over bestaande tools die (direct of indirect) kunnen bijdragen tot duurzaam design en uitwerken methode om ze gericht in te zetten Organisatie van teach-the-teacher programma’s en in-house training bij bedrijven Actie 3: Kennisverspreiding over duurzaam design via onderwijs. Kennisverspreiding over duurzaam design is cruciaal om vaardigheden aan te leren of om gedrag te laten veranderen. Om duurzaam design meer ingang te doen vinden, moeten naast productontwerpers, ook procesingenieurs, bedrijfsmanagers, economen, reclame-makers, marketeers etc. oog krijgen voor de basisprincipes ervan in hun opleiding.
Q3, 2012 Screening van diverse onderwijsrichtingen op hun potentieel om duurzaam design in de praktijk te realiseren
OVAM, Ecocampus/LNE, Artesis, Flanders DC, relevante onderwijsinstellingen en associaties, HOWEST, Ministerie van onderwijs, KU Leuven, PHL, Artesis, ...
Doorlopend, timing bepaald door EU
FOD Leefmilieu , BIM, Agoria, FEBEM, OVAM, BBL, OWD, SuMMa, ...
Deliverable: Zicht op potentieel om duurzaam design standaard op te nemen in specifieke onderwijstakken: ontwerpers, architecten, ingenieurs, economen, reclame-makers. (zie ook actie 9 Slim samenwerken) Actie 4: Formuleren van en gezamenlijk lobbyen voor minimumnormen met betrekking tot duurzaam materialenbeheer (bv. rond materiaalefficiëntie, demonteerbaarheid, herbruikbaarheid, recycleerbaarheid, 'recycled content') in het kader van de Ecodesign Richtlijn en andere relevante Europese productnormering. Er is een focus nodig op prioritaire productgroepen en een aanpak op
17
maat waarbij per productgroep nagegaan wordt wat relevante criteria kunnen zijn. Deliverables: Onderzoek ter uitwerking van welbepaalde materiaalcriteria voor specifieke productgroepen als input voor EU Ecodesign Richtlijn (met aandacht voor juiste balans materialen – energie) en andere relevante richtlijnen Voorstellen formuleren en gezamenlijke publiek-private lobbying voor de invoering van concrete productcriteria met betrekking tot duurzaam materialenbeheer (naast energieefficiëntienormen) in de uitvoeringsmaatregelen van de EU Ecodesign Richtlijn en andere relevante Europese richtlijnen Actie 5: Haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke criteria met betrekking tot recycled content op Vlaams niveau.
Af te spreken met partners
OVAM, SuMMa, beheersorganismen, FEBEM, Agoria, ...
Deliverables: Inventarisatie van producten waarvoor momenteel al recyclaten (kunnen) worden ingezet (voorbeelden uit binnen-en buitenland) Screening om na te gaan voor welke productgroepen recycled content (verder) kan gestimuleerd worden Overleg met betrokken partijen over met welke instrumenten inzet recycled content voor bepaalde productgroepen kan gestimuleerd worden (al dan niet met wettelijk criterium)
18
Mogelijke link met Plan C Verkennen van mogelijkheden om Plan C experimenten te faciliteren met de SIS toolkit en de SIS toolkit te versterken met de ervaringen van Plan C. Mogelijke link met SuMMa Formuleren mogelijke criteria met betrekking tot recycled content.
19
HEFBOOM 2: Slim samenwerken Hefboomverantwoordelijke: BBL Om materialen duurzaam te beheren en het verbruik ervan te laten dalen, moeten alle actoren in de keten over de juiste informatie beschikken. Daarnaast moeten de juiste condities gecreëerd worden voor samenwerking tussen de verschillende schakels in de keten en voor systeeminnovaties om materiaalkringlopen te sluiten. Om draagvlak hiervoor bij alle actoren in materiaalkringlopen te bevorderen, moet ingezet worden op: het vergroten van de kennis binnen alle maatschappelijke geledingen over de huidige wijze waarop materiaalstromen lopen en welke economische, ecologisch en sociale impacts hieraan verbonden zijn bewustmaking van de voordelen van nieuwe duurzame businessmodellen of manieren van samenwerken het faciliteren en ondersteunen van deze nieuwe duurzame businessmodellen of manieren van samenwerken In deze hefboom ligt de focus niet op technologische innovaties op zich om kringlopen te sluiten. Wel op de manieren waarop we innovatieve oplossingen beter ingang kunnen doen vinden in alle schakels van de keten. Technologische oplossingen voor het sluiten van kringlopen komen aan bod in de hefbomen nieuwe materialen en metalen in een continue kringloop.
6. Bevorderen van de uitwisseling van reststromen. 7. Duurzaam beheer van materialen op bedrijventerreinen optimaliseren. 8. Via onderwijs en koepelorganisaties professionelen/burgers de nodige bagage meegeven omtrent duurzaam beheer van materialen. 9. Opschalen van innovatieve businessmodellen die gericht zijn op hergebruik en gedeeld gebruik van producten, zodat de materiaalintensiteit daalt. 10. Sensibiliseren en activeren rond 'urban mining' en correct sorteren.
20
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal / jaar)
Mogelijke partners
Actie 6: Bevorderen van de uitwisseling van reststromen tussen bedrijven om te besparen op de inzet van primaire grondstoffen en kosten te drukken.
Q4, 2012 opstart piloot chemie Q4, 2014 sectoroverschrijdend reststromenplatform operationeel
essenscia, FEBEM, OVAM, Komosie, Fedustria, op termijn (2015) andere sectororganisaties, Plan C, NISP, KU Leuven en andere kennisinstellingen, ...
Deliverables: Pilootplatform voor de uitwisseling van reststromen binnen de chemische sector (Symbiose-project) Voortbouwend op piloot in de chemie, operationaliseren van een sectoroverschrijdend platform voor uitwisseling van reststromen in Vlaanderen en koppelen platform aan proactieve ‘matchmaking’ tussen bedrijven Actie 7: Duurzaam beheer van materialen op bedrijventerreinen optimaliseren (gaande van collectieve selectieve inzameling van afval tot uitwisseling van reststromen op schaal van één of meer bedrijventerreinen).
AO, OVAM, POMs, publieke ontwikkelaars bedrijventerreinen (POM’s , intercommunales en lokale besturen), selectie van privéontwikkelaars en aanbieders van bedrijventerreinmanagementdiensten, Voka en de bedrijvenverenigingen, UNIZO, UGent, Groep T, WSE, …
We bouwen hierbij verder op eerdere ervaring in Vlaanderen en buurlanden. Deliverables: Platformwerking opstarten rond bedrijventerreinmanagementprojecten o In kaart brengen van bedrijventerreinen waarop een vorm van interbedrijfssamenwerking of samenwerking tussen de ontwikkelaar / beheerder en de bedrijven
Q4, 2012 identificatie relevante initiatieven uit verleden (bv. Materialendatabank) en actuele projecten in functie van de opstart van een platform
21
bestaat op vlak van afvalophaling, materialenbeheer en uitwisseling reststromen o Organiseren van platformwerking tussen de relevante bedrijventerreinmanagementprojecten met de bedoeling om in een eerste fase info uit te wisselen over best practices en indien aangewezen de beleidsmatige evaluatie van initiatieven en projecten te organiseren o Organiseren van vrijwillige veralgemening van bedrijventerreinmanagement met duurzaam materialenbeheer als focus, indien aangewezen te stimuleren via een steunregeling voor bedrijven In kaart brengen bestaande bedrijventerreinen met potentieel voor verbeteringen op vlak van materialenbeheer en opstarten proefprojecten rond bijvoorbeeld (gedeelde) infrastructuur voor selectieve inzameling en versterkte rol parkmanagers in organisatie van collectieve selectieve inzameling (met indien aangewezen focus op specifieke stromen). Richtsnoeren met betrekking tot het duurzaam beheer van materialen in het charter van nieuwe bedrijventerreinen: o ontwikkeling van een voorstel van richtsnoeren op basis van GRI-indicatoren (cfr MVO) o selectie van nieuwe bedrijventerreinen waar de richtsnoeren proefondervindelijk kunnen getest worden en die kunnen dienen als opstap naar een meer algemene vrijwillige toepassing (koppeling brownfieldconvenant)
Actie 8: Via onderwijs en koepelorganisaties professionelen/burgers de nodige bagage meegeven omtrent
Q1, 2013 evaluatie van de verschillende initiatieven en selectie van de best practices in het kader van de platformwerking en nagaan of scan om in-en uitgaande stromen in kaart te brengen op bedrijventerreinen kan bijdragen tot meer en betere vormen van bedrijfssamenwerking of samenwerking tussen de beheerder van een terrein en de bedrijven Q4, 2014 veralgemening van relevante bedrijventerreinmanagementproject en op vlak van duurzaam materialenbeheer naar andere bedrijventerreinen Q2, 2013 opstart proefprojecten bestaande bedrijventerreinen met potentieel voor verbeteringen op vlak van materialenbeheer Q1, 2014 resultaten proefprojecten communiceren en opschalen Q4, 2014 voorstel voor richtsnoeren nieuwe bedrijventerreinen is uitgewerkt op basis van GRIindicatoren (cfr MVO) en de link naar bronwfieldconventanten is uitgewerkt Q1, 2013 opstart lerend netwerk binnen Ecocampus
LNE/Ecocampus, essenscia, Agoria, OVAM, VDAB, vakbonden, BBL,
22
duurzaam beheer van materialen. Het hoger onderwijs en koepelorganisaties spelen potentieel een sleutelrol bij de transitie naar een materiaalzuinige samenleving. Ze kunnen de burgers en werknemers van morgen de skills bijbrengen die nodig zijn om efficiënter om te gaan met de beschikbare materialen. (Binnen de chemische sector zijn er bijvoorbeeld de volgende jaren 16.000 nieuwe vacatures die moeten ingevuld worden, bij voorkeur met mensen die vertrouwd zijn met de principes van duurzame /groene chemie).
Q3, 2013 opstart ontwikkeling kennismakingspakketten duurzaam materialenbeheer voor de verschillende onderwijsniveaus en voor werkvloer
VLOR/VLORA, binnen de onderwijsinstellingen zelf, voortgezette opleiding milieucoördinatoren, KU Leuven, UHasselt, UGent, koepel vrij onderwijs, ...
Q4, 2012: mapping bestaande initiatieven Mapping gebruikerbehoefte en consumentengedrag
BBL, Komosie, Gezinsbond, NBV, Testaankoop, AO (NIB-leerplatform), kennisinstellingen, Plan C, OVAM, ...
Deliverables: Interdisciplinair lerend netwerk opgezet door Ecocampus rond duurzaam materialenbeheer dat docenten en praktijkwerkers samen brengt en zo kennisdeling bevordert. Verhogen aandacht voor duurzaam materialenbeheer bij de inrichtende machten/onderwijsnetten/SYNTRA. Ontwikkeling van een aangepast kennismakingspakket rond duurzaam materialenbeheer op maat van de verschillende onderwijsniveaus (gaande van lager tot voortgezet onderwijs). Ontwikkeling van een aangepast kennismakingspakket rond duurzaam materialenbeheer op maat van werknemers in verschillende schakels van de kringloop.
Actie 9: Opschalen van innovatieve businessmodellen die gericht zijn op hergebruik en gedeeld gebruik van producten, zodat de materiaalintensiteit daalt. Deliverables:
Q1, 2013: opstart lerend netwerk
23
Een lerend netwerk opzetten waarin een systeemanalyse wordt gemaakt: o Het huidige aanbod van initiatieven in Vlaanderen gericht op delen en hergebruik in kaart wordt gebracht en wordt geanalyseerd (sociale economie, KMO, webbased, VZW, vrijwillig, publieke dienst,..) o De huidige consumentenbehoeften en consumentengedrag ten aanzien van delen en hergebruik in kaart wordt gebracht o (eventueel) identificeren van een case o In kaart brengen van knelpunten, barrières en opportuniteiten o Scenario’s voor innovatieve oplossingen formuleren om de opschaling te bevorderen o Systeeminnovatieve aanbevelingen formuleren om tot opschaling van de deel - en hergebruiksector te komen Proeftuinen opzetten voor welgekozen opschalingsscenario’s rond bestaande of in ontwikkeling zijnde diensten Formats ontwikkelen waarbij actoren betrokken in de deel- en hergebruik sector elkaar kunnen ontmoeten en van elkaar kunnen leren Opzetten van geïntegreerde communicatie naar consumenten rond mogelijkheden voor hergebruik (“portaal” waar men terecht kan voor delen, uitlenen, verkopen van verschillende types producten) Actie 10: Sensibiliseren en activeren rond 'urban mining' en correct sorteren De burger (zowel in zijn rol van gebruiker, als werknemer die met materialen werkt) en bedrijven als spil in de materiaalkringloop dienen beter geïnformeerd en betrokken te worden bij duurzaam
Q1, 2013: format klaar om ontmoeting en kennisdeling tussen actoren in de deel- en hergebruiksector klaar Q3, 2013: communicatieplatform naar consumenten operationeel
Q2, 2013 sensibilisatie 'urban mining' Q4, 2013 transparante sorteerboodschappen opgemaakt Q4, 2013 communicatiecampagne selectieve inzameling bedrijfsafval
FOST+ , Recupel, beheersorganismen, FEBEM, OVAM, BBL, Interafval/VVSG, Limburg.net, KU Leuven, ...
24
materialenbeheer. Deliverables: Intensifiëren van en uitwisselen van ‘best practices’ over sensibilisering rond de recuperatie van 'gestockeerde' materialen uit producten opgeslagen in de private sfeer (bv. elektronica, kleding, speelgoed, meubels) Verbeterde sorteerboodschappen (door onder andere logo's op producten / verpakkingen met informatie over juist sorteren) Evaluatie van het groene punt-logo Communicatiecampagne om bedrijven aan te zetten tot meer sorteren aan de bron Nagaan mogelijkheden breed invoeren transparante afvalfactuur op basis van de ervaring van Limburg.net
Q4, 2013 werking groene punt-logo geëvalueerd Q4, 2013 nagaan mogelijkheden voor lokale besturen om transparante afvalfactuur te gebruiken en zo afvalverwerking en kosten ervan te communiceren naar burgers
25
Mogelijke link met Plan C Diensten voor hergebruik en gedeeld gebruik is een van de actiedomeinen binnen Plan C dit najaar. Mogelijke link met SuMMa Grondstoffenpaspoort Onderzoek naar de werkelijke kost en opbrengst van verwerking huishoudelijk afval? Burgers laten betalen versus burgers betalen voor afval? Voor welke producten / stromen kan dat ?
26
HEFBOOM 3: Slim investeren Hefboomverantwoordelijke: OVAM / EWI Slim investeren in materialen vertaalt zich in een afstemming van de economische instrumenten (overheidssubsidies voor innovatie, taksen) op de nieuwe noden van duurzaam materialenbeheer; in duurzaam privaat aankoopbeleid en duurzame overheidsopdrachten met aandacht voor materialen. We verzilveren in Vlaanderen deze investering in DMB zowel op economisch vlak (door de internationale valorisatie van nieuwe technologieën, de creatie van nieuwe markten en jobs, een hogere productiviteit, een stabieler economisch klimaat en een verminderde afhankelijkheid van grondstoffenimport) als op ecologisch vlak (door het vermijden van milieu-impacts via verlaagd grondstoffenverbruik, minder afvalproductie en gezonde productiekringlopen).
11. Realisatie van duurzame overheidsopdrachten die de materialencomponent maximaal meenemen in de vooropgestelde criteria en zo de voorbeeldrol van de overheid versterken. 12. Het duurzaam aankoopbeleid bij bedrijven stimuleren door de materialencomponent in te bouwen binnen het MVO-beleid, bestaande tools die MVO stimuleren uit te bouwen met materiaalcriteria en afstemming met bv. Global Reporting Initiative (GRI) te verzekeren. 13. Bestaande economische instrumenten (heffingen/belastingen/subsidies) heroriënteren richting groene kringloopeconomie en nieuwe economische instrumenten onderzoeken. 14. Bestaande onderzoekssubsidies heroriënteren richting de grote maatschappelijke uitdagingen, incl. duurzaam materialenbeheer . 15. Stimuleren bij KMO’s van materiaalefficiënte en -effectieve productie en ondersteunen van opstart/opschaling van activiteiten in niches op vlak van duurzaam materialenbeheer.
27
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal / jaar)
Mogelijke partners
Actie 11: Realisatie van duurzame overheidsopdrachten die de materialencomponent maximaal meenemen in de vooropgestelde criteria en zo de voorbeeldrol van de overheid versterken.
Doorlopend
DAR, OVAM, FOD, VVSG, VITO, steden en gemeenten, ...
Deliverables: Opbouw kennis omtrent duurzame overheidsopdrachten als hefboom voor het duurzamer beheer van materialen Ontwikkeling van materiaalcriteria (bv. gebruik gerecycleerd materiaal, aandacht voor duurzaam design) in het kader van Vlaams actieplan Duurzame Overheidsopdrachten Bij grote overheidsopdrachten met belangrijke materiaalimpact afstemming tussen de diverse betrokken overheidspartners zoeken en nagaan wat de mogelijkheden zijn om beter rekening te houden met materiaalcriteria Aandacht voor nieuwe vormen van overheidsopdrachten waarbij door juiste behoefteformulering een dienst kan aangekocht worden ipv een product (bv leasen van kantoormeubilair ipv de aankoop ervan) Onderzoeken in welke mate het in rekening brengen van de totale levenscycluskost van producten in plaats van enkel de aankoopkost het toepassen van Product-DienstCombinaties bij de Vlaamse overheid kan stimuleren Actie 12: Het duurzaam aankoopbeleid bij bedrijven stimuleren door materialencomponent in te bouwen binnen het MVO-beleid, bestaande tools die MVO stimuleren uit te bouwen met materiaalcriteria en afstemming met bv Global Reporting Initiative (GRI) te verzekeren.
VITO gaat het gebruik van levenscycluskost onderzoeken in opdracht van DAR en in het kader van TRADO WSE, DAR, AO, LNE, OVAM, ...
28
Deliverables: Integratie van materiaalcriteria in bestaande tools, hierbij voortbouwend op de expertise opgebouwd voor overheidsbestekken (zie actie 11) en op ervaring met tools als de SIS toolkit, eco-efficiëntiescans, etc. Link verzekeren tussen gebruikte tools en GRI Actie 13: Bestaande economische instrumenten (heffingen/belastingen, subsidies) heroriënteren richting groene kringloopeconomie en nieuwe economische instrumenten onderzoeken
Q 4, 2014
EWI, OVAM, LNE, AO, VITO, SuMMa, TRADO, DAR, ...
Deliverables: Implementatie conclusies EWI en LNE studies omtrent 'vergroening van de economie', met aandacht voor duurzaam materialenbeheer als één van de hoekstenen van een groene economie Implementatie conclusies OVAM studies over (i) heffingen ter bevordering van selectieve inzameling en recyclage van bedrijfsafval en over (ii) het potentieel van recyclagecertificaten om de recyclage van input in shredder (ondermeer afgedankte voertuigen) en harde plastics te bevorderen In kaart brengen subsidies met negatieve impact op duurzaam materialenbeheer Opmaak inventaris bestaande subsidiekanalen en toewijzingsvoorwaarden en -criteria en op basis van de inventaris nagaan uitbreidings- / aanpassingsmogelijkheid van bestaande subsidie-instrumenten om ze meer in te zetten ter ondersteuning van het materialenbeleid:
29
o Nagaan uitbreidings- / aanpassingsmogelijkheid van bestaande subsidie-instrumenten om ze meer in te zetten ter ondersteuning van het materialenbeleid. o Technologieën ter bevordering van materiaalefficiëntie invoegen op LTL lijst van de Ecologiepremie en binnen BBT materialenluik uitwerken o Nagaan in welke mate duurzaam materialenbeheer één van de speerpunten kan zijn binnen aantal AO instrumenten in herziening, ontwikkeling of opstart, zoals de kmo-portefeuille (pijler adviesdomein milieu), strategische Ecologiepremie, SIOS en AO steun voor ecologische demonstratieprojecten o Nagaan in welke mate binnen de Groene Waarborgregeling ook een waarborg kan gegeven worden bij leningen voor investeringen ter verhoging van materiaalefficiëntie Opstellen communicatieplan om subsidiekanalen die duurzaam materialenbeheer ondersteunen meer bekend te maken bij de doelgroep Actie 14: Bestaande onderzoekssubsidies heroriënteren richting de grote maatschappelijke uitdagingen, incl. duurzaam materialenbeheer . Deliverables:
Q 4, 2014
EWI, DAR, RVW, IWT, universiteiten, onderzoeksinstellingen, bedrijven, TRADO (studie rond financiering transities), ...
Opmaak inventaris bestaande onderzoekssubsidies en toewijzingsvoorwaarden en –criteria Studie rond het financieren van transities in Vlaanderen Overleg met politieke en ambtelijke verantwoordelijken om te kijken of en hoe een heroriëntering van onderzoeksmiddelen kan gebeuren in functie van de horizontale agenda's ontwikkeld binnen de ViA transversale thema's
30
Actie 15: Stimuleren bij KMO’s van materiaalefficiënte en -effectieve productie en ondersteunen van opstart en opschaling van activiteiten in niches op het vlak van duurzaam materialenbeheer.
Q 4, 2014
AO, OVAM, MIP, industrie, Open Raam consortium (KU Leuven, Sirris, VITO, UA), WSE, ...
Deliverables: Onderzoek naar mogelijk scan om in-en uitgaande materiaalstromen in kaart te brengen o Inventarisatie, evaluatie van ‘lessons learned’ uit de verschillende bestaande materiaalgerelateerde scans o In kaart brengen specifieke noden bedrijven o Onderzoek naar relevante sectoren Op basis van dit voorafgaand onderzoek, ontwikkelen van en uitvoeren van een scan die bedrijven screent op in-en uitgaande stromen en gerichte aanbevelingen doet voor duurzamer beheer van materialen Koppeling scan aan reststromenplatform (actie 6) Nagaan in welke mate scans ter bevordering van duurzaam materialenbeheer kunnen gekoppeld worden aan steun voor opvolginvesteringen via kmo-portefeuille, Ecologiepremie, Prodem werking etc (zie ook actie 13)
31
Mogelijke link met Plan C
Mogelijke link met SuMMa Onderzoek naar mogelijke verschuiving lasten arbeid naar milieu
32
HEFBOOM 4: Betere regelgeving Hefboomverantwoordelijke: FEBEM De omvorming van een afvalstoffendecreet naar een materialendecreet (en een nieuw uitvoeringsbesluit) vormt een belangrijke stap in de ontwikkeling van een aangepast regelgevend kader voor duurzaam materialenbeheer. Het materialendecreet biedt een wettelijke houvast voor belangrijke principes van duurzaam materialenbeheer: uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, end of waste regeling, levenscyclusdenken, etc. We streven naar de verdere optimalisatie van de regelgeving. Bestaande en nieuwe regelgeving wordt eenvoudiger, beter, doeltreffender en wordt nageleefd.
16. Via regelgeving afval- en materiaalstromen sturen naar de meest optimale toepassing/verwerking. 17. Doorlichting van rubriek 60 van Vlarem (I en II) om te voorkomen dat gerecycleerde materialen ingezet worden voor laagwaardige toepassingen of toegepast in niet-functionele hoeveelheden. 18. Breder toepassen en optimaliseren van het systeem Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid. 19. Vergroten van de aandacht voor duurzaam materialenbeheer in het adviseren over en verlenen van vergunningen. 20. Meer gerichte handhaving waarbij ingezet wordt op de grootste pijnpunten.
33
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal / jaar)
Mogelijke partners
Actie 16: Via regelgeving afval- en materiaalstromen sturen naar de meest optimale toepassing/verwerking.
Q1, 2013
FEBEM, OVAM, SuMMa, ...
Q4, 2013
LNE, OVAM, FEBEM, ...
De complexiteit van de regelgeving uitklaren (Vlarema, Vlarebo, Vlareop, etc.) en, waar nodig, het wetgevend kader verder verfijnen zodat de afzet van teruggewonnen materialen eenvoudiger wordt en het gebruik ervan waar mogelijk zelfs als norm vooropgesteld wordt. Deliverables: Voor inerte materialen eventuele tegenstrijdigheden tussen Vlarema, Vlarebo en Vlareop oplijsten en wegwerken Voor organische materialen eventuele tegenstrijdigheden tussen regelgevende kaders oplijsten Actie 17: Doorlichting van rubriek 60 van Vlarem (I en II) om te voorkomen dat gerecycleerde materialen ingezet worden voor laagwaardige toepassingen of toegepast in niet-functionele hoeveelheden. Deliverables: Evaluatie / analyse maken voor zowel overheid als industrie: wat zijn de volumes die verloren gaan, volumes met gemiste kans die hoogwaardiger hadden kunnen toegepast worden Op basis van deze evaluatie indien nodig het regelgevend kader aanpassen
34
Actie 18: Breder toepassen en optimaliseren van het systeem Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV), zodat een producent verantwoordelijk blijft voor zijn product over de hele levenscyclus, inclusief na het nuttig commercieel leven. Belangrijk hierbij is vooral dat UPV daadwerkelijk aanzetten tot het op de markt brengen van producten die én bestaan uit gerecycleerde materialen én kunnen gerecycleerd worden. Deliverables: We onderzoeken nieuwe instrumenten, naast de aanvaardingsplicht, om op maat van de specifieke stromen de producentenverantwoordelijkheid verder in te vullen. We onderzoeken ondermeer: o o o o o o
Q1, 2013: concrete pistes rond inzetten nieuwe instrumenten en invoeren van UPV voor nieuwe, specifieke productgroepen zijn onderzocht en uitgeklaard
OVAM, beheersorganismen, FEBEM, SuMMa, relevante sectorfederaties, ...
Q1-Q4, 2013: onderhandeling en uitdieping met relevante actoren Q4, 2013: voorstelling aanpassing Vlarema is klaar 2015: Implementatie
Voor welke stromen afgifteplicht aangewezen is Of de producentenverantwoordelijkheid voor alle op de markt gebrachte producten moet gelden In welke mate de eigenlijke milieu-impact kan weerspiegeld worden in de financiële bijdrage Hoe er betere afstemming gerealiseerd wordt met federaal niveau rond UPV Of het nuttig is om te evolueren van collectieve systemen naar individuele producentenverantwoordelijkheid Of we via UPV duurzaam design verder kunnen stimuleren?
Actie 19: Vergroten van de aandacht voor duurzaam materialenbeheer in het adviseren over en verlenen van vergunningen.
Q1, 2013: opstart overleg met AMV Q4, 2014 voorstel van aanpassing omgevingsvergunning
AMV, OVAM, RO, adviesverlenende en vergunningsverlenende instanties, ...
35
Hierbij wordt steeds gewaakt over E&E bij toekennen van vergunningen (administratieve lasten, tijdsduur) . Deliverables: Nagaan of we scans gericht op het verhogen van materiaalefficiëntie en -effectiviteit kunnen koppelen aan het toekennen van de omgevingsvergunning Nagaan mogelijkheid koppelen sloopinventaris aan stedenbouwkundige vergunning Nagaan mogelijkheid koppelen stedenbouwkundige vergunning aan de ruimte voorzien voor selectieve inzameling bij oa. horeca, bedrijven, flatgebouwen Stimuleren Afdeling Milieuvergunningen (AMV) en kennisuitwisseling, opdat materialenoverwegingen meer meegenomen worden in hun advisering Actie 20: Meer gerichte handhaving waarbij ingezet wordt op de grootste pijnpunten. Deliverables:
Q2, 2013: eerste versie convenant
Milieu-inspectie, OVAM, controleorganisaties zoals COPRO, QUAREA, federale politie, gemeentelijke politiediensten, ...
Risicoanalyse die uitwijst op welke stromen bijkomende of meer gerichte controles nodig zijn Convenant waarin afspraken tussen de controlediensten zijn opgenomen over minimumvoorwaarden rond controle (minimum zuiverheid fracties, aantal steekproeven, aanpassing declaratieformulier, etc.) en waarin prioritaire stromen en producten zijn vastgelegd en waarop gericht wordt gecontroleerd
36
Mogelijke link met Plan C
Mogelijke link met SuMMa Benchmark EU ?
37
HEFBOOM 5: Duurzaam materialenbeheer in de bouw Hefboomverantwoordelijke: VCB / werkgroep materialen DuWoBo De bouwsector is in Vlaanderen de grootste verbruiker van materialen en ook de grootste bron van afvalstoffen. De norm wordt een duurzame woning die minder energie en materialen gebruikt, makkelijk te verbouwen is om tegemoet te komen aan nieuwe noden en waarvan de materialen uiteindelijk goed te recycleren zijn. De bouwheer verzilvert de lange termijn winsten die dit oplevert. Zo wordt kiezen voor de beste duurzame bouw- en woonoplossing ook een financieel evidente keuze. In het Vlaams Materialenprogramma ligt de focus op duurzaam materialengebruik in de bouw. De transitie naar duurzaam wonen en bouwen als dusdanig (met aandacht voor aspecten als energie, ruimtegebruik, etc.) wordt opgenomen binnen DuWoBo.
21. Sluiten van de vlakglasketen. 22. Systematisch invoeren van een materialentoets voor overheidsgebouwen en door de overheid gesubsidieerde gebouwen. 23. Onderzoek naar het potentieel van dynamisch (ver)bouwen voor meer duurzaam materiaalgebruik . 24. Inzet gerecycleerde granulaten bevorderen via standaardbestekken (voornamelijk standaardbestek 250). 25. Oprichting van een samenwerkingsverband (publiek-privaat) voor de verdere verfijning, uitbreiding, digitalisering en vermarkting van de materialenmethodiek voor gebouwelementen.
38
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal/jaar)
Mogelijke partners
Actie 21: Sluiten van de vlakglasketen.
Q3, 2012 opstart ketenoverleg
OVAM , FEBEM, VCB, Bouwunie, VGI, SuMMa, ...
Q3, 2013 studie materialentoets in wedstrijdreglementen of bestekken
Vlaamse bouwmeester, AFM, DAR, OVAM, VCB, LNE, lokale besturen, VITO, VUB, WTCB, bouwmateriaalproducenten, ...
De inzet van selectief ingezamelde glasscherven levert in de glasindustrie significante energiebesparing op in vergelijking met glasproductie uit zand. In de komende jaren moeten in 10% van de Vlaamse woningen de glaspartijen worden vervangen om te voldoen aan de 2020energiedoelstellingen. De uitdaging bestaat erin de bij het slopen vrijkomende glaspartijen selectief in te zamelen voor hoogwaardige recyclage. Samenwerking tussen de relevante partijen in de keten is cruciaal om vlakglas in een gesloten circuit te brengen. Huidige obstakels op het vlak van financiële stimuli en op het vlak van logistiek voor slopers en schrijnwerkers moeten opgelost worden. Deliverables: Er is via continu overleg nagegaan wat de grootste knelpunten zijn bij de selectieve inzameling van vlakglas. Einddoel is een goed draaiend systeem voor selectieve inzameling van vlakglas, rekening houdend met milieu- en economische aspecten Actie 22: Systematisch invoeren van een materialentoets voor overheidsgebouwen en door de overheid gesubsidieerde gebouwen. De Vlaamse overheid is eigenaar of huurder van een uitgebreid gebouwenpark. Criteria met betrekking tot duurzaam materiaalgebruik
39
moeten systematisch opgenomen worden in aanbestedingstrajecten, bestekken en wedstrijdreglementen voor overheidsgebouwen (in eigendom of gehuurd) en in bestaande afwegingskaders (maatstaf, afwegingskader toeristische jeugdinfrastructuur, kantoorgebouwen, VIPA, scholen etc). Deze criteria zijn niet enkel kwalitatief ingevuld, maar in de mate van het mogelijke objectief meetbaar. Daarnaast is het belangrijk om na te gaan wat de implicaties zijn van vereisten met betrekking tot luchtkwaliteit, energie-efficiëntie, esthetiek, etc. op materiaalgebruik (hoeveelheid materiaal nodig, soort materiaal, herbruikbaarheid bouwmaterialen en gebouwelementen, recycleerbaarheid bouwmaterialen). Deliverables: Verdere ontwikkeling van materiaalcriteria (oa. op basis van de materialenmethodiek – zie actie 25) rekening houdend met volledige levensduur gebouwen Concrete aanbevelingen voor integratie van materiaalcriteria in prestatiebestekken, aanbestedingen, wedstrijdreglementen, maatstaven Actie 23: Onderzoek naar het potentieel van dynamisch (ver)bouwen voor meer duurzaam materiaalgebruik Door dynamisch te bouwen met gemakkelijk herbruikbare gebouwelementen/modules verlagen we de levenscycluskost van gebouwen. De prestatie van een gebouw hangt niet alleen af van het toegepaste materiaal maar van de interactie tussen materialen. Het antwoord op duurzaam bouwen ligt dus niet enkel in het gebruik van duurzame materialen, maar ook in flexibele bouwconstructies die zich kunnen aanpassen aan de toekomstige sociaal-maatschappelijke noden. Een gebouw kan zo ook een (voorraad)bron voor toekomstige
Q2, 2012 opstart voortraject onderzoek
KU Leuven, VITO, WTCB, VUB, OVAM, sociale huisvestingsmaatschappijen, RWO, VCB, GO, grote architectenbureaus/unie van architecten, ...
40
bouwconstructies betekenen. Deliverable: Door de Vlaamse overheid ondersteund traject van onderzoek met betrekking tot sociale, technische en economische aspecten van dynamisch (ver)bouwen vanaf 2013. Actie 24: Inzet gerecycleerde granulaten bevorderen via standaardbestekken (voornamelijk standaardbestek 250).
Q4, 2012 samenwerkingsprotocol
AWV, OVAM, DAR, VCB, Certipro, COPRO, WTCB, ...
Door maximaal gerecycleerde granulaten te gebruiken vervult de overheid een voorbeeldfunctie en draagt ze substantieel bij tot het uitbreiden van de afzetmogelijkheden voor gerecycleerde materialen. De voorschriften van de standaardbestekken (voornamelijk standaardbestek 250 voor de wegenbouw) zouden kunnen geoptimaliseerd worden zodat ze toelaten gerecycleerde granulaten meer en beter in te zetten als alternatief voor primaire delfstoffen. Deliverables: Aantonen van de functionaliteit van gerecycleerde granulaten in specifieke toepassingen volgens een aangepaste methodologie. Aanpassing standaardbestekken zodat: o Het gebruik van betongranulaat enkel voorzien wordt in hoogwaardigere toepassingen (bv. als grindvervanger in beton) en niet langer voor laagwaardige toepassingen (onderfundering) o De toepassingsmogelijkheden verruimen voor o.a. metselwerkgranulaat, (sorteer)zeefzanden en gewassen zanden en granulaten
41
Actie 25: Oprichting van een samenwerkingsverband (bij voorkeur publiek-privaat) voor de verdere verfijning, uitbreiding, digitalisering en vermarkting van de materialenmethodiek voor gebouwelementen. De materialenmethodiek is een LCA-gebaseerd meetinstrument (in ontwikkeling) dat toelaat de milieu-impact van gebouwelementen te bepalen. Op basis van de bouwmaterialenmethodiek kan een tool ontwikkeld worden om architecten, aannemers, ingenieurs, etc. gemakkelijker in staat te stellen materiaalbewuste keuzes te maken. Daarnaast kan de materialenmethodiek een belangrijke rol spelen bij het objectief invullen van materiaalvereisten in bestaande en nieuwe bouwmaatstaven, standaardbestekken, wedstrijdreglementen (zie actie 22).
Q3, 2012 opstart verkennende gesprekken rond samenwerkingsverband materialenmethodiek Q4, 2013 samenwerkingsverband operationeel
OVAM, WTCB, KU Leuven , VITO, VCB, DAR, Waals gewest, Brussels gewest, FOD, Belgian Sustainable Building Council, ...
Deliverable: Oprichting van een samenwerkingsverband (bij voorkeur publiekprivaat) voor de verdere verfijning, uitbreiding, digitalisering en vermarkting van de materialenmethodiek voor gebouwelementen Innovatieve bouwprojecten met focus op scholenbouw, sociale huisvesting en brownfieldontwikkeling waarin de materialenmethodiek proefondervindelijk wordt getest en die kunnen dienen als opstap naar een meer algemene toepassing
42
Mogelijke link met Plan C
Mogelijke link met SuMMa Case bouw in meerjarenprogramma SuMMa
43
HEFBOOM 6: Duurzame chemie en kunststoffen in een continue kringloop Hefboomverantwoordelijke: essenscia Er zal zeer veel nieuwe chemie(technologie) nodig zijn om materialenkringlopen (definitie materiaal = een chemisch product met een functie, dus niet noodzakelijk een vast voorwerp) duurzaam te kunnen sluiten. Vanzelfsprekend moeten ook de chemische processen die daarvoor ontwikkeld worden ook steeds schoner worden, minder energie en grondstoffen consumeren en zuiverder en minder zeer zorgwekkende stoffen gebruiken. De Vlaamse chemiegebruikende industrie is toonaangevend in Europa en in de wereld. Deze sector kiest resoluut voor een verduurzaming van al haar activiteiten. Binnen het domein van de duurzame chemie & kunststoffen gaat in toenemende mate aandacht naar materialen- en energie-efficiëntie en dus o.m. naar kringloopprocessen in het algemeen en in het bijzonder naar het gebruik van biomassa en organische reststromen als 'groene' grondstof voor productieprocessen. Duurzame chemieproducten dragen bovendien in hun eigenschappen en toepassingen bij tot het verbeteren van milieuprestaties, zoals o.m. het gebruik van (versterkte) kunststoffen bijdraagt tot o.m. verminderen van transportkosten, materiaaluitsparing en energiebesparing. Kunststoffenkringlopen – van grondstof over afvalstof tot nieuwe grondstof – proberen we beter te sluiten door knelpunten op het vlak van inzameling of hoogwaardige opwerking van afvalstromen, afzet van recyclaten, een aangepast productdesign etc. aan te pakken. Om deze hefboom in Vlaanderen te ontwikkelen en te internationaliseren voor materialenkringlopen moeten we in Vlaanderen a. kennis ontwikkelen over materialenkringlopen en resource en energie-efficiëntie, b.v. nieuwe (kringloop)materiaal waardeketens detecteren en ontwikkelen, en c. een Vlaamse innovatieagenda voor materialen(kringlopen) ontwikkelen die complementair is met de internationale evoluties. Andere belangrijke acties in het kader van ‘duurzame chemie en kunststoffen in een continue kringloop’ zijn actie 6 en 9 in de hefboom slim samenwerken, respectievelijk het Symbiose platform voor de uitwisseling van reststromen en via onderwijs en vorming professionelen/burgers bagage meegeven over duurzaam materialenbeheer.
26. Samenstellen, coördineren en realiseren van Vlaamse innovatieprogramma’s voor materialen(kringlopen) met internationale ambitie en relevantie. 27. In kaart brengen en wegwerken van de chemie-gerelateerde hinderpalen van de kringloopsluiting (o.m. kringloopvervuiling in relatie met productveiligheidswetgevingen) . 28. Implementeren, verbeteren en ontwikkelen van (chemische en mechanische) technieken voor scheiding van materialen aan de bron (kringloopwinkels,
44
containerparken). 29. Ontwikkeling van Vlaamse, internationaal geaccepteerde, materiaaltoepassings-indicatoren. 30. Ontwikkeling van een internationaal geaccepteerd materiaal toepassings-label.
45
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal/jaar)
Mogelijke partners
Actie 26: Samenstellen, coördineren en realiseren van Vlaamse innovatieprogramma’s voor materialen(kringlopen) met internationale ambitie en relevantie.
FISCH, SIM, PlasticVision-VKC, Imec, VIB, ILVO, VITO, alle universiteiten, Centexbel, Sirris, WTCB, ...
Vele Vlaamse R&D&I-organisaties hebben activiteiten in verband met materialen en/of materialenkringlopen, maar deze zijn momenteel niet gecoördineerd. De gecoördineerde samenwerking van al deze organisaties aan gemeenschappelijke innovatieprogramma’s in verband met materialenkringlopen zal een grote hefboom zijn voor het ontstaan van nieuwe Vlaamse waardeketens rond materialen- en energiekringlopen.
KU Leuven dienst ECOOM (economische analyse van waardeketens), ...
Deliverables :
TINA, ...
Inventaris van alle lopende Vlaamse materialen innovatieprogramma’s Identificatie van nieuwe Vlaamse waardeketens met groot potentieel naar materialenkringlopen Opstart en realisatie van nieuwe Vlaamse innovatieprogramma’s (en hun roadmaps) rond de meest belovende van deze nieuwe waardeketens Realisatie van collectieve innovatie-infrastructuren (kenniscentra, pilootinstallaties, demonstratoren, proeftuinen, businessincubatoren, business-acceleratoren, innovaties studio’s) voor de Vlaamse materialenkringloopeconomie Actie 27: In kaart brengen en wegwerken van de chemie-gerelateerde hinderpalen van de kringloopsluiting (o.m. kringloopvervuiling in
Plan C, ... IWT, MIP, Agentschap Ondernemen, ...
Q2, 2013 Q3, 2013
Q1, 2014
Q4, 2014
OVAM, essenscia, FEBEM, Federplast, Fedustria, KU L euven, Centexbel, VKC
46
relatie met wetgevingen mbt productveiligheid, gezondheid, milieu). SuMMa, ... Uit praktijkervaring blijkt dat het sluiten van materialenkringlopen bemoeilijkt wordt door vervuiling van deze kringlopen met samengestelde complexe materialen, bovendien geïnitieerd door productwetgevingen die kringloopsluiting bemoeilijken door daar geen rekening mee te houden. Door kennis van de kringloopsluitproblematieken op materiaalniveau kunnen slimmere wetgevingen ontworpen worden die kringloopsluiting in de hand werken. Hierbij moeten risico-overwegingen meegenomen worden in de gekozen oplossingen (vb. PVC weekgemaakt met phtalaten of gestabiliseerd met Pb is zeer gemakkelijk recycleerbaar = gecontroleerde recyclage van Pb). Deliverables : In kaart brengen van mogelijke hinderpalen (op materiaalniveau in relatie met het wetgevend niveau) voor kringloopsluiting in Vlaanderen Keuze van de meetmethode(n) o.a. LCA-gebaseerde (via SUSCHEM-kompas) en risico-analysen die toelaten de optimale kringloopsluitoplossingen te kiezen in een verruimde kringlooplifecycle Nagaan hoe specifieke wetgeving (productveiligheid, milieu, …) optimaal kan afgestemd worden op het streven naar meer kringloopsluiten Actie 28: Implementeren, verbeteren en ontwikkelen van (chemische en mechanische) technieken voor scheiding en/of zuivering van materialen. Om hogere recyclage percentages te halen is een doorgedreven scheiding en eventueel zuiveren van materialen aan de bron of na inzameling ( boeren, wegen, bosbeheer, containerparken, kringloopwinkels, …)
Q1, 2013
Q3, 2013
Q1, 2014
LNE, LV, ... VITO, VKC, KU Leuven, alle universiteiten en hogescholen, Centexbel, ... Boerenbond, sociale economie,
47
cruciaal. Meer gebruik maken van bestaande chemische en mechanische (meet)technieken (voor identificatie, analyse, slimme karakterisatie, sortering, …), en het ontwikkelen van ontbrekende of het verbeteren van bestaande chemische en mechanische technieken voor specifieke doeleinden (vb. uitsorteren van PLA uit Post Consumer, vb. PET, afval) zal een hefboom zijn voor materialen-recyclage. De sociale economie zal een grote rol toebedeeld krijgen in deze activiteit.
essenscia, FEBEM, kringloopwinkels, containerparken, VVSG/Interafval, ...
Deliverables : Inventarisatie van de bestaande (chemische en mechanische) meettechnieken voor het bepalen van de zuiverheid en /of scheiding van materialen na inzameling Onderzoek naar de optimalisatie van de inzameling van postconsumer harde kunststoffen (kwaliteit & kwantiteit) Europese EoW criteria kunststoffen Identificatie van de sorterings-opportuniteiten en -problemen Ontwikkeling en uitbouw van (chemische en mechanische) recyclagetechnieken Implementatie ter plaatse van beschikbare en beheersbare chemische en mechanische methoden (inclusief kostenbatenanalyse) Onderzoek naar nieuwe chemische en mechanische detectie- en meetmethoden voor specifieke scheidingsproblematieken Link leggen met financieringskanalen voor o Demonstratie van nieuwe technieken o Investeringssteun voor bewezen technieken (ecologiepremie)
Actie 29: Ontwikkeling van Vlaamse, internationaal geaccepteerde,
Q1, 2013
Q1, 2013
Q2, 2013 Q3, 2013 Q1, 2014
Q1, 2014
doorlopend
essenscia, Plan C, Sirris, VITO,
48
materiaal/toepassingsindicatoren. Om open en correct te communiceren over de duurzaamheid van materialen en/of toepassingen en de vooruitgang van het materialenbeleid in het algemeen is het belangrijk om afgestemde indicatoren te ontwikkelen die internationaal aanvaard zijn. Hierbij moet de focus liggen op de toepassing van een materiaal en niet op de aard van het materiaal.
Centexbel, KU Leuven en andere universiteiten, BBL, SuMMa , FOD leefmilieu, Federplast, OVAM, ...
Deliverables In kaart brengen (omliggende landen / EU niveau / internationaal) van reeds ontwikkelde en toegepaste indicatoren en communicatiemiddelen Nagaan welke indicatoren dienen ontwikkeld te worden van materialen en/of toepassingen Aanzet geven tot het opstellen van correcte indicatoren, toepassen en opvolgen/aanpassen aan internationale evoluties op dit vlak. Actieve lobby, uitbouw EU-netwerk én tegelijk (informeel) overleg met omliggende regio's om samen te werken rond (nieuwe) indicatoren inzake materiaalefficiëntie (ikv Horizon 2020 Roadmap Resource Efficiency).
Actie 30: Ontwikkeling van een internationaal geaccepteerd materiaaltoepassings label Door de vele, ook regionale, materialen- , product- en systeemlabels ziet een onderneming door het bos de bomen niet meer.
essenscia, Plan C, Sirris, PlasticVisionVKC, Centexbel, FPV, CKZ, VITO, universiteiten, BBL, SuMMa, Federplast, FOD Leefmilieu, ... Belac, Benor, Certibel, ...
Deliverables Info:
49
In kaart brengen (omliggende landen / EU niveau / internationaal) van reeds ontwikkelde en toegepaste materiaal-, product en systeemlabels Nagaan welk type label op welk toepassingsniveau nodig is? Afstemmen met en meewerken aan de ontwikkelingen van internationale materiaal en systeemlabels
- QACER (CKZ en Centexbel) recyclage bijlage bij ISO9001 en ISO14001) - Normering CEN TC 249 WG 11 Plastics recycling
50
Mogelijke link met Plan C Opvolgen bedrijfsmodellen die leiden tot efficiënter gebruik van chemicaliën (chemical leasing) Mogelijke link met SuMMa Case ‘kunststoffen’
51
HEFBOOM 7: Biogebaseerde economie Hefboomverantwoordelijke: OVAM / EWI Een biogebaseerde economie (BBE) is een economie waarin de bouwstenen voor materialen, chemische en andere stoffen en energie afkomstig zijn van hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele (niet-hernieuwbare) grondstoffen zoals aardolie of afgeleide producten. Een BBE bevat de hele waardeketen van de productie van hernieuwbare biologische grondstoffen (biomassa uit land-, bos- en natuurbouw, mariene bronnen en visserij, organisch afval (bv. beheerresten van (water)wegen), nevenstromen van de industriële toepassingen, bioraffinage, …), hun voorbereiding en industriële omzetting (enzymatisch, microbiologisch, chemisch maar ook mechanisch) tot duurzame producten (voedsel en veevoeder, materialen, fijne en bulkchemie, brandstoffen, energie), en het vermarkten/de consumptie ervan. Essentieel daarbij is dat er een coherent beleid wordt gevoerd over de verschillende betrokken sectoren heen. Dit moet bijdragen aan één van de belangrijkste uitdagingen waar we voor staan, namelijk dat er voldoende toegang is tot duurzaam geproduceerde biomassa om in al onze behoeften te voldoen. In een duurzame BBE slagen we er immers in voedselproductie, het behoud van een goede bodemkwaliteit, materiaalvalorisatie en energiewinning uit biomassa te verzoenen. De overheid werkt in nauw overleg met de betrokken sectoren aan een duurzame BBE voor Vlaanderen. De betrokken sectoren zijn onder meer de land- en bosbouw, visserij, voedingsindustrie, veevoederindustrie, houtverwerkende sector, bouwsector, transportsector, papierindustrie, textielindustrie, farmaceutische/chemische industrie en de hernieuwbare energiesector.
31. Afstemmen tussen overlegorganen voeding/landbouw/BBE en oprichten van een overkoepelend overleg BBE tussen overheid en sector. 32. Valorisatie van nutriënten uit reststromen en vermarkting van gerecupereerde nutriënten en organische koolstof faciliteren. 33. Inventarisatie van biomassastromen in Vlaanderen uitbreiden door verbreding toepassingsgebied reststromen, en aanduiden van de optimale bestemming van biomassa reststromen, met name uit de agro-voedingsindustrie. 34. In kaart brengen en stimuleren van de vraag naar BBE-gebaseerde producten en materialen. 35. Aandacht voor het geheel van de BBE en voor het spanningsveld tussen de verschillende toepassingsdomeinen bij actualisatie van het actieplan
52
Hernieuwbare Energie en bij het uitstippelen van het landbouwbeleid.
53
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal/jaar)
Mogelijke partners
Q4 2012
Interdepartementale werkgroep BBE, Externe stakeholders BBE: FEBEM, Innovatiesteunpunt Boerenbond, FEVIA, BEMEFA, Fedustria, FlandersBio, Cinbios, essenscia, ODE Vlaanderen, VLACO, VCM, Cobelpa, BBL, ...
Actie 31: Afstemmen tussen overlegorganen voeding/landbouw/BBE en oprichten van een overkoepelend overleg BBE tussen overheid en sector. Deliverables: Inventarisatie van alle BBE-projecten met oog op verspreiding en kennisdeling Oprichting van een overkoepelend overleg BBE tussen overheid en de BBE-sector Opstellen van een overzicht van de visies op BBE van de verschillende sectoren en het middenveld Op basis van een overleg tussen de overheid en de betrokken sectoren stellen we een visiedocument op dat de basis vormt om een duurzame biogebaseerde economie te realiseren, rekening houdend met de Vlaamse context De betrokken stakeholders en de overheid stellen per BBE-sector doelstellingen vast Streven naar een koploperspositie van Vlaanderen in de BBE, waarbij rekening wordt gehouden met de internationale context van de BBE Actie 32: Valorisatie van nutriënten uit reststromen en vermarkting van gerecupereerde nutriënten en organische koolstof faciliteren. Deliverables:
Q3 2012 Q1 2013
Q2 2013
Q3 2013 Doorlopend
Kerngroep Vlaams Nutriëntenplatform, Stuurgroep Vlaams Nutriëntenplatform en andere relevante stakeholders.
54
In kaart brengen van de vraagzijde voor gerecupereerde nutriënten Opstellen van een actieplan voor de betere vermarkting van gerecupereerde nutriënten en organische koolstof Realiseren van demonstratieprojecten inzake nutriëntenrecuperatie
Q4, 2012 Q4, 2013
Q4, 2014
Actie 33: Inventarisatie van biomassastromen in Vlaanderen uitbreiden door verbreding toepassingsgebied reststromen, en aanduiden van de optimale bestemming van biomassareststromen (met name uit de agro-voedingsindustrie).
Interdepartementale werkgroep BBE, externe stakeholders BBE, ...
Cinbios, VITO, Centexbel, Biobased Europe, VIS-traject, FEVIA, ...
Deliverables: Uitbreiden van de biomassa-inventaris inzake reststromen naar het volledige biomassavolume en afstemmen van de inventaris met andere inventarisaties. Daarnaast werken de leveranciers van de data een monitoringsysteem uit dat er opgericht is tweejaarlijks data aan te leveren Informatievergaring en communicatie rond de verschillende toepassingsmogelijkheden van verschillende biomassastromen, rekening houdend met de verschillende aspecten van duurzaamheid Innovatief onderzoek uitvoeren naar nieuwe toepassingsmogelijkheden van reststromen op basis van nieuwe technieken en technologieën Actie 34: In kaart brengen en stimuleren van de vraag naar BBEgebaseerde producten en materialen.
Q4 2013
Q1 2014 KU Leuven Doorlopend essenscia, Fedustria, OVAM, LV, Cinbios, FEVIA, BEMEFA, Federplast, Vlaams
55
Kunststofcentrum, Cobelpa, Centexbel, Innovatiesteunpunt, Boerenbond, ...
Deliverables: In kaart brengen van de vraag en benodigde karakteristieken van bio-gebaseerde producten Opschalen good practices (demonstratie-) voorbeelden vanuit Vlaanderen naar een Europese context Aanbevelingen opmaken voor het stimuleren van de vraag naar bio-gebaseerde producten
Q4 2012 Q4 2013
Q4 2013
Actie 35: Aandacht voor het geheel van de BBE en voor het spanningsveld tussen de verschillende toepassingsdomeinen bij actualisatie van het actieplan Hernieuwbare Energie en bij het uitstippelen van het landbouwbeleid.
Interdepartementale werkgroep BBE + LV, externe stakeholders BBE, ...
Deliverable: Vanuit de interdepartementale werkgroep BBE en de betrokken sectoren binnen BBE wordt een gezamenlijk advies naar het VEA geformuleerd waarbij gepleit wordt voor een gelijke behandeling van biomassa rekening houdend met de duurzaamheidsprincipes Bij het vastleggen van het Vlaams landbouwbeleid wordt rekening gehouden met het geheel van de BBE en met het spanningsveld tussen de verschillende toepassingsdomeinen
Q1 2013
56
Mogelijke link met Plan C
Mogelijke link met SuMMa
57
HEFBOOM 8: (Kritische) metalen in een continue kringloop Hefboomverantwoordelijke: AGORIA Vlaanderen behoort tot de topregio’s met betrekking tot het sluiten van metaalkringlopen. Door metalen maximaal in te zamelen en in gesloten kringlopen te brengen, zorgen we voor grondstoffen voor de metaal- en de high-tech sector. Producten worden zo ontworpen dat metalen er gemakkelijk uit recupereerbaar zijn. We verzekeren dat producten en toestellen in de eindelevensfase daadwerkelijk ingezameld worden voor hergebruik en hoogwaardige recyclage. De illegale inzameling en export van metaalhoudend afval wordt ingedijkt. Om (kritische) metalen in gesloten kringlopen te brengen, is er nood aan initiatieven van alle actoren over de ganse kringloop.
36. Verhogen van potentieel in Vlaanderen van metalen voor recyclage. 37. Beperking van 'zwarte' circuits en monitoring van 'grijze' circuits. 38. Ter beschikking stellen van kwalitatief tweedehands EEA in ontwikkelingslanden + het creëren van lokale inzamelings- en verwerkingsfaciliteiten voor AEEA. 39. Garanderen van traceerbaarheid en uniformiteit, en verhoging van de efficiëntie in de recyclage. 40. Verzekeren van nodige valorisatie / koppeling van O&O rond sluiten van kringlopen voor metalen op Europees vlak.
58
Actie + deliverables
Indicatieve timing (kwartaal/jaar)
Mogelijke partners
2012
Recupel, Bebat, Agoria, FEE, OVAM, ...
Q3, 2012
Recupel, ...
2012
OVAM en LNE (AMV), ...
Q1, 2013
Recupel, Bebat, ...
Actie 36: Verhogen van potentieel in Vlaanderen van metalen voor recyclage. Deliverables: Verhogen van de inzameling van beschikbaar AEEA, en dan vooral van klein AEEA en ICT materiaal, die heel wat waardevolle metalen bevatten. o In kaart brengen van het potentieel aan in te zamelen AEEA versus het werkelijk ingezamelde volume (studie FFACT) o Aanpassen van het vergunningskader (VLAREM) zodat er meer ruimte is voor nieuwe en innovatieve inzamelinitiatieven voor klein AEEA. o Ontwikkeling van innovatieve inzamelmodellen voor klein AEEA Verhogen van ingezamelde volume aan afgedankte batterijen uit o.a. AEEA o Recupel en Bebat voeren studie uit Verhoging van ingezamelde volume aan afgedankte voertuigen o Het federale project Mobivis werkt een regeling uit zodat voertuigen in hun hele levenscyclus, van bij de productie of invoer tot en met de afdanking, opgevolgd kunnen worden. Eén van de doelstellingen van dit project is het beheer van afgedankte voertuigen te bevorderen. Door de traceerbaarheid van voertuigen te realiseren is het immers mogelijk de eigenaar van het voertuig bij afdanking te identificeren. Hierdoor
Bebat, ...
Febelauto, OVAM, ...
lopend
Febelauto, OVAM, ...
59
kunnen maatregelen genomen worden om de inzameling van afgedankte voertuigen te bevorderen. Mobivis werkt hiervoor aan een nieuw systeem: de kruispuntbank van voertuigen waarbij alle gegevens van voertuigen van zowel privédiensten als openbare diensten centraal beheerd worden. o Voertuigen die een technisch totaal verlies hebben zijn volgens de afvalstoffenwetgeving te beschouwen als afgedankte voertuigen. In de praktijk zijn de verzekerings- en leasingmaatschappijen niet altijd op de hoogte van deze regelgeving en verkoopt men de voertuigen per opbod zonder beperkingen. Dit is in strijd met de afvalstoffenwetgeving. De OVAM verkiest om met de verzekerings- en leasingmaatschappijen (Assuralia & Renta) te onderhandelen zodat ze een samenwerking met de verwerkingssector van afgedankte voertuigen kunnen opbouwen en ook voor de sectoren voordelen te halen zijn. De onderhandelingen lopen samen met de andere gewesten.
2012
Actie 37: Beperking van 'zwarte' circuits en monitoring van 'grijze' circuits.
OVAM, ...
Agoria, milieu-inspectie, OVAM, Recupel, COBEREC, ...
Deliverables: 2012 In kaart brengen van de beschikbare AEEA-stromen (studie FFACT) o Ontwikkeling van tools om geïdentificeerde grijze/zwarte circuits aan te pakken.
Recupel, OVAM, ... 2013 Recupel , ...
60
Hergebruikscriteria voor huishoudelijke toestellen o Ontwikkeling van hergebruikscriteria en een code van goede praktijk inzake hergebruik van (A)EEA o Opstellen van een checklist die gebruikt dient te worden door ISO17020-geaccrediteerde keuringsinstellingen bij controles van hergebruikcentra o Implementatie van de hergebruikscriteria in wetgeving (in respect van de bijlage van de WEEE re-cast) o Ruimere verspreiding (EU, PACE, BASEL, ...) van de hergebruikscriteria o Identificatie van mogelijke aandachtspunten rond tweedehandsvoertuigen Handhaving o Uitwerken van gecoördineerde inspectiestrategie waarin verschillende bevoegde inspectiediensten maximaal samenwerken en waar gericht wordt gecontroleerd in functie van risico-stromen en risicotransporten o Uitwerken van een alliantie tussen de havens van Antwerpen, Rotterdam en Hamburg tegen illegale uitvoer. Het is belangrijk dat samengewerkt wordt tussen de drie havens. Eerdere ervaringen leren dat verscherpte controles in één van de drie, leiden tot een verschuiving van illegale activiteiten naar de andere havens. Transparante en uniforme opvolging voor de drie havens van uit- en ingevoerde stromen voor recyclage: legale (afval, 2de hands, schroot versus EOW) zowel als illegale stromen. Een convenant waarin afspraken tussen de controlediensten in de verschillende havens
2012 OVAM, ... Q1, 2012
OVAM, ...
Q3, 2012 OVAM, ... Q2, 2014 OVAM, in overleg met betrokkenen, ... 2013 OVAM, ...
Q4, 2012: Ronde Tafel 3 havens Agoria, FEE, milieu-inspectie, OVAM, Recupel, LNE-AMI, FOD, ...
Q2, 2013: eerste versie convenant Agoria, FEE, OVAM, stad Antwerpen, GHA, IMPEL, LNE-AMI, havenpolitie, douane, FOD, ...
61
zijn opgenomen over minimumvoorwaarden rond controle (minimumzuiverheid fracties, aantal steekproeven, aanpassing declaratieformulieren etc) en waarin prioritaire stromen en producten zijn vastgelegd waarop gericht wordt gecontroleerd o Verbreden van alliantie tussen havens op Europees vlak o Volledig verbod op bijlading in voertuigen Rapporteringsverplichting o Invoering van een rapporteringsverplichting voor iedereen die AEEA inzamelt en verwerkt Actie 38: Ter beschikking stellen van kwalitatief tweedehands EEA in ontwikkelingslanden + het creëren van lokale inzamelings- en verwerkingsfaciliteiten voor AEEA.
Q4, 2013
OVAM in overleg met betrokkenen, ...
2012-2014
World PC/Close the gap, Recupel, ...
Deliverables: World PC/Close the gap, Recupel, ... Componenten die lokaal niet optimaal verwerkt kunnen worden (zoals hoogwaardige printplaten), worden opgebulkt, en verscheept naar Europese bedrijven die wel over een goede verwerkingstechnologie beschikken Uitbreiding netwerk, regionale uitrol van het project, uitbreiding naar andere stromen, fundraising
Q1, 2012 World PC/Close the gap, Recupel, ...
Q4, 2013
Actie 39: Garanderen van traceerbaarheid en uniformiteit, en verhoging van de efficiëntie in de recyclage. Deliverables: WEEELABEX o Implementatie van de WEEELABEX-standaarden in de
Q4, 2013
Recupel, WEEE-FORUM, ...
62
'oude' EU landen : WEEE-systemen (die lid zijn van het WEEE-forum) in de 'oude' EU landen moeten tegen 31/12/2013 WEEELABEX-compliant zijn o Implementatie van de WEEELABEX-standaarden in alle EU landen: WEEE-systemen in alle EU landen moeten tegen 31/12/2014 WEEELABEX-compliant zijn o Keuring van alle Recupel-contractanten door ISO17020geaccrediteerde keuringsinstellingen. Zowel de rapporteringscijfers als de wettelijke bepalingen en doelstellingen inzake de aanvaardingsplicht AEEA zullen worden gecontroleerd Certificeringssysteem recyclageketen o Opvolgen van een Europese studie, uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie, die handelt over de eventuele invoering van een certificatie-systeem van de recyclageketen (incl. transport). Doelstelling is om met dit certificatie-systeem een concrete invulling te geven aan het ESM principe (environmentally sound management) binnen de conventie van Basel
Q4, 2014
Recupel, WEEE-FORUM, ...
Q2, 2013
Recupel, OVAM, ...
2012-2014
Agoria, ...
Q1, 2013: overzicht koppeling EU initiatieven
Agoria/Sirris, SIM, KU Leuven, IWT, EWI, ...
Actie 40: Verzekeren van nodige valorisatie / koppeling van O&O rond sluiten van kringlopen voor metalen op Europees vlak. Deliverables: In kaart brengen van de stromen waarvoor verdere optimalisatie van de scheidings- en recyclagetechnieken mogelijk is Richten onderzoeksbudgetten (Vlaamse en Europese) op deze stromen waar er nog marge is om de efficiëntie van scheiding en recyclage te verhogen
Agoria/Sirris, SIM, KU Leuven, IWT, EWI, ...
63
Oplijsten mogelijke koppelingen van VMP aan diverse Europese initiatieven zoals RARE/EIP, ERA-MIN, met inbegrip van focus op stromen waarvoor scheiding en recyclage nog kunnen verbeterd worden Onderzoeken of het opportuun is om een kenniscentrum rond batterijen op te richten. In Vlaanderen is er veel kennis aanwezig, maar is er een tekort aan recyclagecapaciteit voor batterijen. Binnen het kenniscentrum, als partnership tussen overheid, industrie en kennisinstellingen, zouden nieuwe recyclagetechnologieën onderzocht kunnen worden
Q3, 2012
BEBAT, Agoria, onderzoeksinstellingen (KU Leuven, UGENT, VITO, ...), ...
64
Mogelijke link met Plan C business modellen/logistieke modellen/wettelijke kader voor sluiten van metaalkringlopen Mogelijke link met SuMMa Case ‘kritische metalen’ binnen SuMMa
65
HEFBOOM 9: Nieuwe materialen en materiaaltechnologieën Hefboomverantwoordelijke: VITO Nieuwe hoogtechnologische en composietmaterialen (al dan niet met nanopartikels) en gerelateerde materiaaltechnologieën, dikwijls in combinatie met vernieuwende business modellen, dragen bij tot het verbeteren van de milieuprestaties van de producten waarin ze worden toegepast. Bij de ontwikkeling van nieuwe materialen wordt steeds uitgegaan van een 'reduce – reuse – recycle – replace' model. Nieuwe materialen worden zo gemaakt dat ze kunnen blijven draaien in gesloten kringlopen en aan het einde van hun commerciële leven gemakkelijk terug in het productieproces kunnen ingezet worden. Parallel aan het onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe materialen en materiaaltechnologieën, wordt nagegaan wat de impact is van de gebruikte nanopartikels op mens en milieu doorheen de kringloop.
41.Onderzoek & ontwikkeling rond nieuwe materialen in een 'lean' gesloten kringloop. 42. Ontwikkeling nieuwe technologieën om materiaalkringlopen te sluiten. 43. In kaart brengen impact van nanomaterialen over de volledige levenscyclus. 44. Onderzoek en Ontwikkeling rond verwerking van biogebaseerde materialen in industriële producten. 45. Prominente rol van Vlaanderen in de nieuwe materialengerelateerde KICs van het EIT.
66
Actie + deliverables Actie 41: O&O projecten rond nieuwe materialen in een 'lean' gesloten kringloop.
Indicatieve timing (kwartaal / jaar)
Mogelijke partners KU Leuven, VITO, Sirris, Plan C, SIM, ...
Via nanotechnologie, oppervlaktetechnologie, additieve vorming, etc. kunnen gewenste functionaliteiten bereikt worden met een minimum gebruik van (kritische) materialen. Deze nieuwe technologieën leiden echter dikwijls tot complexe materiaalstructuren die recyclage kunnen bemoeilijken. Daarom dient de technologieontwikkeling gepaard te gaan met een duurzaamheidsanalyse over de volledige levenscyclus om uit te maken welke aanpak in een reduce - reuse – recycle – replace model optimaal bijdraagt tot een duurzaam materialenbeheer. Bovendien kunnen vernieuwende bedrijfsmodellen bijdragen tot effectieve duurzaamheid bij de implementatie van dergelijke nieuwe materialen en materiaaltechnologieën. (Zo kan additieve vormgeving in combinatie met product-dienst modellen de herstelling en het hergebruik van producten vergemakkelijken). Deliverables: Inventariseren van relevante lopende projecten Beïnvloeden en opstarten van regionale en internationale onderzoeksprogramma’s die onderzoek en demonstratieprojecten in het veld stimuleren, bijvoorbeeld
67
door het inbouwen van selectie-criteria met betrekking tot de einde levensfase van materialen Opzetten van relevante O&O en demonstratorprojecten o iMade: Lokale productie op maat via additive manufacturing/3D printing. Lokale materiaalkringlopen kunnen zich sterker richten op de behoefte van de consument aan meer gepersonaliseerde producten ('just in time for consumption'). Daarin kunnen allerlei dienstverleners aan de slag en ontstaan nieuwe kansen voor lokale (sociale) werkgelegenheid en herstelarbeid (met 3D-printtechnologie en andere technologie) Beter delen van projectresultaten om kennisopbouw in Vlaanderen te versnellen Actie 42: Ontwikkeling van nieuwe technologieën om materiaalkringlopen te sluiten.
KU Leuven, VITO, Sirris, SIM, ...
Heel wat (kritische) materialen zijn gestockeerd in onze maatschappij: in huishoudens (gsm’s, elektronica, etc.), industriële stockageplaatsen, en afvalstorten. Nieuwe materiaaltechnologieën (vb. nieuwe technieken voor het conditioneren van poeders) bieden de mogelijkheid om deze materialen te ontginnen uit deze ‘urban mines’ en om te vormen tot waardevolle grondstoffen voor nieuwe producten. Deze nieuwe technologieën laten ook toe producten die nu in omloop zijn, zoals zonnecellen en LED's, aan het einde van hun levensduur beter te recycleren of te 'upcyclen' naar een product met hogere toegevoegde waarde.
68
Deliverables: Inventariseren van relevante lopende projecten Beïnvloeden en opstarten van regionale en internationale onderzoeksprogramma’s die onderzoek en demonstratieprojecten in het veld stimuleren Opzetten van relevante O&O en demonstratorprojecten Beter delen van projectresultaten om kennisopbouw in Vlaanderen te versnellen Actie 43: O&O rond verwerking van biogebaseerde materialen in industriële producten.
Plastic Vision, FISCH, SIM, KU Leuven, UGent, ...
De verwerking van biogebaseerde materialen in industriële producten moet verder worden bestudeerd. We willen hierbij aantonen dat producten met dezelfde of zelfs betere eigenschappen kunnen worden gemaakt als degene die momenteel vanuit minerale bouwstenen worden geproduceerd. Ook hier dient een duurzaamheidsanalyse over de volledige levenscyclus uit te maken welke aanpak in een reduce - reuse – recycle – replace model optimaal bijdraagt tot een duurzaam materialenbeheer. Deliverables: Inventariseren van relevante lopende projecten Beïnvloeden en opstarten van regionale en internationale
69
onderzoeksprogramma’s die onderzoek demonstratieprojectee in het veld stimuleren Opzetten van relevante O&O en demonstratorprojecten Beter delen van projectresultaten om kennisopbouw in Vlaanderen te versnellen Actie 44: In kaart brengen van de impact van nanomaterialen over de volledige levenscyclus.
FOD Leefmilieu, VITO, essenscia, KU Leuven, Agoria, SIM, ...
Nanomaterialen maken het mogelijk de performantie van o.a. composietmaterialen, katalysatoren, electrodes enz. op te drijven met een minimum aan materiaalgebruik. Tegelijkertijd is er voor nanomaterialen de vraag naar de impact op milieu en gezondheid. Een systematische aanpak is nodig om op een proactieve manier de mogelijke EHS (environment, health, safety) impacten van nanogestructureerde materialen te kunnen inschatten. Er moet in kaart gebracht worden via waar nanodeeltjes mogelijkerwijs in contact komen met mens en milieu over de hele levenscyclus van een product, alsook de wijze waarop dergelijke nanodeeltjes in contact kunnen komen met mens (vb. inademing, contact met huid) en met milieu. Het ontwikkelde model om EHS impacten van nanomaterialen in kaart te brengen moet materiaalonderzoekers toelaten in het vroegste stadium van het onderzoek rekening te houden met mogelijke risico’s. Deliverables:
70
Opmaak impactnota met betrokken stakeholders, gebruik makende van oa. OECD, ISO referenties Doorvertaling impactnota naar overzichtelijk model, bruikbaar voor materiaalonderzoekers Hanteren van impactnota/model als selectie-criteria voor innovatie-investeringen Indien nodig, voorstel Actie 45: Prominente rol van Vlaanderen en van de partners van het Vlaams Materialenprogramma in de nieuwe materialengerelateerde KICs van het EIT.
KU Leuven, VITO, SIM, ...
Het EIT (European Institute of Innovation and Technology) voorziet de oprichting van nieuwe Knowledge and Innovation Communities (KIC's) waarin onderzoekers en de bedrijfswereld samengebracht worden om innovatietrajecten te versnellen. In 2014 wordt de opzet van een KIC Raw Materials beoogd, gericht op duurzame exploratie, extractie, verwerking, recycling en vervanging van schaarse grondstoffen. In 2018 mikt men op een KIC rond Added Value Manufacturing, gericht op de ontwikkeling van meer competitieve, duurzame en milieuvriendelijke productieprocessen. Beide KICs sluiten goed aan bij de doelstellingen van het Vlaams Materialenprogramma, waarmee we in Vlaanderen het verschil willen maken ook op internationaal vlak. Deze ambitie wordt dus best bekrachtigd met een prominente rol van Vlaanderen in beide KICs Raw Materials and Added Value Manufacturing, de laatste in samenwerking met VIA thema Nieuw Industrieel Beleid.
71
Deliverables: Vlaamse sterkmakers dienen voorstel in voor beide op te zetten KICs (indien aangewezen in meerdere, gerichte consortia) Beleidssteun voor Vlaamse inbreng in de DMB gerelateerde EIT KICs Actieve deelname in beide KICs met versterkend effect op doelstellingen van het VMP, incl. visibiliteit op internationaal niveau
72
Mogelijke link met Plan C
Mogelijke link met SuMMa
73