1 Vlaams Actieplan Kinderrechten
Vlaams Actieplan Kinderrechten Bronnen Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø
Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 20 november 1989, zoals aangevuld door de facultatieve protocollen A world fit for children – Een wereld geschikt voor kinderen Slotbeschouwingen van het Comité voor de rechten van het kind Jaarverslagen van de Kinderrechtencommissaris Jaarverslagen van de Vlaamse regering inzake de rechten van het kind Alternatief rapport van de NGO’s (Kinderrechtencoalitie Vlaanderen - CODE) Advisering Centrum voor de Rechten van het Kind – Universiteit Gent Rapport van kinderen en jongeren (Belgisch Comité voor Unicef – What do you think?)
Situering Het voorliggend Vlaams Actieplan Kinderrechten geeft uitvoering aan de internationale afspraken door Vlaanderen en België aangegaan. In het wereldactieplan ‘A world fit children’ (§ 59), zoals door de Verenigde Naties aangenomen op 10 mei 2002, hebben de verdragsstaten er zich toe verbonden om ‘zo mogelijk tegen eind 2003 Nationale, en waar nodig, regionale actieplannen met een serie van specifieke, meetbare en tijdsgebonden doelstellingen’ op te stellen. In haar ‘concluding observations’ (§9, c) raadt het Comité voor de Rechten van het Kind aan België aan om een ‘omvattend nationaal actieplan voor de implementatie van het Verdrag voor te bereiden en te implementeren, met speciale aandacht voor kinderen die behoren tot de meest kwetsbare groepen (arme gezinnen, asielzoekers), uitgevoerd in een open, consultatief en participatief proces’. Overeenkomstig § 61 zal de opvolging en evaluatie van de uitvoering van het wereldactieplan op drie manieren gebeuren: Ø Ø Ø
in het kader van de rapportage aan het Comité voor de Rechten van het Kind en door Unicef en de gespecialiseerde instellingen van de VN die via de Economische en Sociale Raad de Algemene Vergadering zullen informeren over de geboekte vooruitgang en de bijkomende maatregelen die genomen moeten worden in de loop van het komende decennium door de Secretaris-generaal in de Algemene Vergadering.
Vertaald naar de Belgische en Vlaamse situatie betekent dit dat: Ø
Ø Ø
België en Vlaanderen een eigen actieplan moeten opmaken. De opmaak van het Vlaams Actieplan gebeurt onder begeleiding van een interdisciplinaire werkgroep waarin zowel de Overheid/ aanspreekpunten Kinderrechten en kabinetten Welzijn, belast met de coördinatie kinderrechten en Jeugd, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld als het Vlaams Parlement en de Kinderrechtencommissaris aanwezig zijn. De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen is als coördinerend minister Kinderrechten belast met de opvolging. Zij zal op basis van het advies van de werkgroep aan de Vlaamse regering voorstellen een beslissing terzake te nemen; België en dus ook Vlaanderen zich een eerste keer zullen moeten verantwoorden, naar aanleiding van het eerstvolgende periodiek rapport over de toepassing van het IVRK dat bij het Comité voor de Rechten van het Kind uiterlijk tegen 1 januari 2007 moet ingediend worden; België en Vlaanderen, wellicht in 2012, door Unicef zullen gevraagd worden naar de geboekte vooruitgang in het voorbije decennium, wat niet wegneemt dat Unicef en de Secretaris-generaal heden ten dage reeds de Algemene Vergadering kunnen inlichten over de voortgang van de Verdragsstaten bij de opmaak (en uitvoering) van een nationaal actieplan.
2 Vlaams Actieplan Kinderrechten
Structuur Afgesproken werd dat het Nationaal Actieplan Kinderrechten als structuur de 10 ‘Strategische’ doelstellingen volgt van de verklaring aangenomen te New York (A world fit for children – Een wereld geschikt voor kinderen: §7): 1. Voorrang geven aan kinderen. In alle acties die kinderen aangaan, zal het belang van het kind centraal staan. 2. Armoede bestrijden; investeren in kinderen. We herbevestigen onze belofte om de armoedecyclus in één generatie te doorbreken, in de overtuiging dat investeringen ten voordele van kinderen en het respect voor hun rechten deel uitmaken van de meest efficiënte maatregelen om de armoede uit te roeien. Er moeten onmiddellijk maatregelen genomen worden om de ergste vormen van kinderarbeid te elimineren. 3. Geen enkel kind uitsluiten. Elke jongen en elk meisje wordt vrij geboren met gelijke waardigheid en gelijke rechten, bijgevolg moet er een einde komen aan alle vormen van discriminatie ten aanzien van kinderen. 4. Zorgen voor elk kind. Het is belangrijk alle kinderen een goede start in het leven te beiden. Hun overlevingskansen, hun bescherming, hun groei en ontwikkeling in goede gezondheid en met een goede voeding vormen de essentiële basis waarop de menselijke ontwikkeling steunt. We zullen gezamenlijke acties ondernemen om besmettelijke ziekten te bestrijden, om de hoofdoorzaken van ondervoeding aan te pakken en om kinderen op te voeden in een veilige omgeving, die hen toestaat te leven in een goede lichamelijke en mentale gezondheid, zonder zorgen op emotioneel gebied, sociaal vaardig en met de mogelijkheid om te leren. 5. Onderwijs voor elk kind. Alle kinderen, meisjes evenzeer als jongens, moeten toegang hebben tot gratis en verplicht basisonderwijs van goede kwaliteit als essentieel deel van een volledig basisonderricht. Ongelijkheden tussen de geslachten in het lager en secundair onderwijs moeten verdwijnen. 6. Kinderen beschermen tegen mishandeling en uitbuiting. Kinderen moeten beschermd worden tegen elke daad van geweld, misbruik, uitbuiting en discriminatie en alle vormen van terrorisme en gijzeling. 7. Kinderen beschermen tegen oorlog. Kinderen moeten beschermd worden tegen de gruweldaden van gewapende conflicten. Kinderen die leven in gebieden onder vreemde bezetting moeten eveneens beschermd worden, in overeenstemming met de voorschriften van het internationaal humanitair recht. 8. Bestrijden van HIV/aids. Kinderen en hun familie moeten beschermd worden tegen de vernietigende effecten van HIV/aids. 9. Luisteren naar kinderen en hun participatie verzekeren. Kinderen en adolescenten zijn burgers met veel capaciteiten, in staat om te helpen bij de opbouw van een betere toekomst voor iedereen. We moeten hun recht op meningsuiting en hun participatierecht in alle zaken die hen aanbelangen respecteren, rekening houdend met hun leeftijd en maturiteit. 10. De planeet beschermen voor de kinderen. We moeten onze natuurlijke omgeving beschermen, die met haar diversiteit, haar schoonheid en natuurlijke rijkdommen bijdraagt aan de kwaliteit van het leven voor de huidige en toekomstige generaties. We zullen geen enkele inspanning sparen om de kinderen te beschermen en om de impact op kinderen van natuurrampen en milieuvervuiling te beperken.
Opvolging In principe heeft het Vlaams/ Nationaal actieplan betrekking op de periode 2004-2012. Het Vlaams actieplan is, in tegenstelling tot het federale luik van het Nationale actieplan, tot stand gekomen op het einde van de legislatuur van een regering. Het zal erop aan komen het actieplan blijvend te actualiseren en de uitvoering ervan op te volgen. De opvolging van de uitvoering op Vlaams niveau kan door de aanspreekpunten Kinderrechten gebeuren in het kader van de jaarlijkse verslaggeving alsook door de Vlaamse werkgroep Kinderrechten die met de voorbereiding van het Vlaams actieplan een platform van overleg tussen de Vlaamse overheid en het maatschappelijk middenveld geworden is.
Bij wijze van verklaring IVRK: het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 20 november 1989 [Kind = minderjarige, nl. iedere persoon jonger dan 18jaar, zoals gedefinieerd door artikel 1 IVRK] KER: kindeffectrapport(age) NBM: niet-begeleide minderjarige vreemdeling
3 Vlaams Actieplan Kinderrechten
Voorstel van Vlaams Actieplan Kinderrechten 1. Strategische doelstelling: Voorrang geven aan kinderen ‘In alle acties die kinderen aangaan, zal het belang van het kind centraal staan.’
1.1. Operationele doelstelling: het voeren van een transversaal Vlaams kinderrechtenbeleid 1.1.1.
Actie: In uitvoering van het decreet van 15 juli 1997 houdende instelling van het kindeffectrapport en de toetsing van het regeringsbeleid aan de naleving van de rechten van het kind: Ø Ø Ø
voegt de Vlaamse regering aan elk ontwerp van decreet een kindeffectrapport toe, voorzover de voorgenomen beslissing kennelijk het belang van het kind rechtstreeks raakt (zie verder) brengt de Vlaamse regering jaarlijks, vóór 30 september, aan het Vlaams Parlement en aan de Kinderrechtencommissaris verslag uit over de implementatie van het IVRK brengt de Vlaamse regering jaarlijks, vóór 31 maart, aan het Vlaams Parlement verslag uit omtrent de eerbiediging van de rechten zoals omschreven in het Verdrag, in die landen of regio's waarmee de Vlaamse Gemeenschap een decretaal goedgekeurd exclusief en algemeen samenwerkingsakkoord heeft gesloten
1.1.2. Actie: De Vlaamse regering zal de decretaal voorziene KER/ kindeffectrapportage versterken en uitbreiden: Ø Ø Ø Ø
vereenvoudiging van de uitvoeringsbesluiten tegen 31 maart 2004 ontwikkelen van initiatieven om de effectieve toepassing van de KER te verhogen: regelmatige kwalitatieve bijwerking van de methodiek op de basis van een analyse van de opgedane ervaring, eerste keer tegen 31 mei 2004 & jaarlijkse rapportering tegen uiterlijk 30 september uitbreiden van het toepassingsgebied van de KER naar voorstellen van decreet onderzoek naar de toepasbaarheid ervan op uitvoeringsbesluiten in een geïntegreerde aanpak van reguleringsimpactanalyse
1.1.3. Actie: De Vlaamse regering duidt bij het begin van de legislatuur in haar midden een coördinerend minister die belast is met de coördinatie van het Vlaams kinderrechtenbeleid. De coördinatieopdracht wordt dusdanig geformuleerd dat recht wordt gedaan aan het horizontale en transversale karakter van het IVRK.
Vlaamse regering 2 april 2004
4 Vlaams Actieplan Kinderrechten
1.1.4.
Actie: De Vlaamse regering voert een subsidiebeleid waarbij initiatieven die bijdragen tot de implementatie van het IVRK ondersteund worden. Coalitie- en expertisevorming m.b.t. kinderrechten en het betrekken van kinderen bij het toezicht op de naleving van hun rechten staan daarbij centraal.
1.1.5. Actie: De Vlaamse overheid staat, uitgaande van haar bevoegdheden, in voor structurele gegevensverzameling over de leefsituatie van kinderen, bij voorkeur met het kind als analyse-eenheid.
1.1.6. Actie: De Vlaamse regering bouwt een laagdrempelig en comprehensief informatiebeleid voor minderjarigen uit. Ze voorziet in laagdrempelige hulp- en dienstverlening voor kinderen vanuit een kinderrechtenvisie: maximale bereikbaarheid - gratis en anoniem, via nieuwe media - voor kinderen voor zowel dagdagelijkse vragen als vragen m.b.t. juridische positie van kinderen en het terugkoppelen van de aldus verkregen informatie over de beleving van kinderen naar de overheid. 1.1.7.
Actie: De Vlaamse regering zal tegen eind mei 2004 het samenwerkingsakkoord ‘Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind’ goedkeuren. De Vlaamse regering zal tegen eind 2004 het ontwerp van decreet terzake aan het Vlaams Parlement ter goedkeuring voorleggen. De Nationale Commissie zal als coördinatieorgaan tussen de Federale overheid en de deelstaten enerzijds en tussen de deelstaten onderling volgende opdrachten hebben. Deze opdrachten moeten steeds worden uitgevoerd rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de verschillende betrokken overheden en met respect voor de autonomie van deze overheden. Ø Ø Ø Ø Ø
rapportage aan het Comité voor de Rechten van het Kind, maken van afspraken met de bevoegde overheden met het oog op de door het Comité vereiste gegevensverzameling, afstemming en informatie-uitwisseling tussen de verschillende overheden toezicht op de uitvoering van de suggesties en aanbevelingen van het Comité. De NC kan daartoe niet-bindende adviezen verstrekken aan de bevoegde overheden advisering over internationale verdragen en protocollen die de rechten van kinderen raken
In de Nationale Commissie zullen naast de bevoegde overheden het Kinderrechtencommissariaat, de NGO’s verenigd in de Kinderrechtencoalitie Vlaanderen en de kinderen, via de Vlaamse Jeugdraad en de Vlaamse Scholierenkoepel, op een structurele wijze participeren.
Vlaamse regering 2 april 2004
5 Vlaams Actieplan Kinderrechten
1.1.8.
Actie: De Vlaamse regering en in het bijzonder de coördinerend minister Kinderrechten zal, zowel in het kader van de voorbereiding als in het kader van de uitvoering van het voorliggend actieplan, de andere overheden (federaal, de gemeenschappen en gewesten) uitnodigen om volledig uitvoering te geven aan de slotbeschouwingen van het Comité voor de Rechten van het Kind. Het betreft o.m. de volgende punten: Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø
1.1.9.
Bij wet opgericht federaal Kinderrechtencommissariaat voor de toetsing van de federale bevoegdheden aan het IVRK & platformfunctie, maar zonder rechtstreekse aanspreekbaarheid die voorbehouden blijft voor de Gemeenschappen Federale coördinerend minister Kinderrechten Oprichting Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind (zie boven) Invoering KER op alle bevoegdheidsniveaus (federaal, gemeenschappen en gewesten) Participatie van het kind in administratieve en rechtsprocedures: wetsvoorstellen inzake toegang tot de rechtbank, juridische bijstand en spreekrecht Verbod op lijfstraffen en vernederende handelingen Structureel overleg/ samenwerkingsakkoord NBM (zie verder) Prioritaire behandeling in de Werkgroep Gemengde Verdragen van die verdragen die verband houden met mensenrechten en kinderrechten, vb. facultatief protocol Kinderhandel, Verdrag adoptie Den Haag (zie boven) Het ontwikkelen van een vernieuwd jeugdrecht, in overeenstemming met de aanbevelingen van het Comité voor de Rechten van het Kind artt. 37-40 IVRK (zie verder) Interpretatieve verklaring en voorbehoud bij het IVRK herzien (in het bijzonder artikel 2 en 40) Adoptie (zie verder) Filmkeuring en e-safety (“) samenwerkingsakkoord Kindersekstoerisme (“)
Actie: De Vlaamse regering staat in voor een structurele verankering van de coördinatie Kinderrechten binnen de Vlaamse overheid en een versterking van de positie van de aanspreekpunten Kinderrechten: Ø Ø Ø Ø
de coördinatie kinderrechten zal binnen de Vlaamse overheid dermate gepositioneerd worden dat recht wordt gedaan aan het horizontale en transversale karakter van het IVRK de positie van de aanspreekpunten Kinderrechten zal verstrekt en aangepast worden aan de wijzigende structuur van de Vlaamse overheid de link en samenhang met andere coördinerende invalshoeken (Gelijke Kansen, Jeugd, Minderheden, Armoede, …) zal bewaakt worden een mechanisme van regelmatig en structureel overleg met het maatschappelijk middenveld zal deel uitmaken van de opvolging van het IVRK, zoals gewaarborgd door de coördinatie Kinderrechten.
Vlaamse regering 2 april 2004
6 Vlaams Actieplan Kinderrechten
1.2. Operationele doelstelling: Afstemming van de wet-, decreet- en regelgeving op de internationale mensenrechteninstrumenten die betrekking hebben op de rechtspositie van kinderen 1.2.1.
Actie: Binnen de Werkgroep Gemengde Verdragen zal de Vlaamse regering voor die verdragen die verband houden met mensenrechten, inclusief kinderrechten, een prioritaire behandeling vragen. Heel in het bijzonder wordt hierbij gedacht aan Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, ondertekend te Den Haag op 29 mei 1993 en het Facultatief Protocol over kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
1.2.2.
Actie: De samenwerking van Vlaanderen met een nieuw land of regio wordt voorafgegaan door een omgevingsanalyse waarin onder meer aandacht besteed wordt aan de situatie in dit land of deze regio op het vlak van mensenrechten, inclusief kinderrechten, met aandacht voor, onder andere, de slotbeschouwingen van het Comité voor de Rechten van het Kind
1.2.3.
Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal uitvoering geven aan het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, ondertekend te Den Haag op 29 mei 1993 en bij decreet van 8 mei 2002 goedgekeurd, door: Ø Ø
het geven van een decretale basis aan de regeling van de binnenlandse en de interlandelijke adoptie van kinderen tegen april 2004, waarbij de Vlaamse regelgeving afgestemd worden op de federale wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie en het Verdrag van Den Haag het afsluiten van een samenwerkingsakkoord met de federale overheid.
2. Strategische doelstelling: Armoede bestrijden; investeren in kinderen. ‘We herbevestigen onze belofte om de armoedecyclus in één generatie te doorbreken, in de overtuiging dat investeringen ten voordele van kinderen en het respect voor hun rechten deel uitmaken van de meest efficiënte maatregelen om de armoede uit te roeien. Er moeten onmiddellijk maatregelen genomen worden om de ergste vormen van kinderarbeid te elimineren.‘
2.1. Operationele doelstelling: Het voeren van een Vlaams armoedebeleid dat aandacht heeft voor kinderen en hun rechten 2.1.1.
Actie: De Vlaamse regering maakt, zoals voorzien bij decreet van 21 maart 2003, binnen de negen maanden na haar aantreden en jaarlijks een Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAP) op. Dit plan moet tot stand komen met participatie
Vlaamse regering 2 april 2004
7 Vlaams Actieplan Kinderrechten van de doelgroepen (het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen). Het actieplan bevat onder meer de beschrijving van de algemene visie en de situering van het Vlaamse armoedebeleid, de doelstellingen op lange en op korte termijn binnen elk beleidsdomein en een beschrijving van de concrete activiteiten. 2.1.2.
Actie: De Vlaamse regering bouwt het Vlaams Actieplan op rond de tien basisrechten waarrond ook het Algemeen Verslag over de Armoede (1994) is opgebouwd. Het gaat om de volgende rechten: participatie, maatschappelijke dienstverlening, gezin, rechtsbedeling, cultuur, inkomen, onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheidszorg. De implementatie van deze rechten voor iedereen, in het bijzonder voor mensen die in armoede leven is de verantwoordelijkheid van iedere minister op zijn bevoegdheidsdomein. Deze rechten toegankelijk maken voor kinderen en jongeren uit arme gezinnen vindt vooral toepassing Ø Ø Ø Ø
in het jeugdwerk via de principes van toegankelijkheid die thans niet alleen voor het jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren gelden maar eveneens zoveel mogelijk ingang moeten vinden in het reguliere jeugdwerk, in de bijzondere jeugdbijstand en de integrale jeugdhulpverlening, kinderopvang en gezinsondersteuning (zie 3.) gelijke onderwijskansen in het onderwijs (zie 3.).
2.1.3.
Actie: De Vlaamse regering ondersteunt de opleiding en tewerkstelling van “ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting”. Aansluitend bij dit nieuw beroepsprofiel ‘ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting’ zal binnen de jeugdbijstand de ervaringsdeskundige ingeschakeld worden in de provinciale multidisciplinaire teams.
2.1.4.
Actie: De Vlaamse regering betrekt de verenigingen waar armen het woord nemen en etnisch-culturele minderheden bij de uitbouw van de integrale jeugdhulp. Integrale Jeugdhulp omvat minimaal de volgende sectoren: algemeen welzijnswerk, bijzondere jeugdbijstand, centra voor integrale gezinszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, Kind en Gezin en onderwijs/ centra leerlingenbegeleiding.
2.1.5.
Verder zie 3.
3. Strategische doelstelling: Geen enkel kind uitsluiten. ‘Elke jongen en elk meisje wordt vrij geboren met gelijke waardigheid en gelijke rechten, bijgevolg moet er een einde komen aan alle vormen van discriminatie ten aanzien van kinderen.’
3.1. Operationele doelstelling: Het voeren van een preventief beleid vanuit het recht op welzijn met het oog op het creëren van kansen voor kinderen en jongeren en/ of het voorkomen van uitsluitingsmechanismen
Vlaamse regering 2 april 2004
8 Vlaams Actieplan Kinderrechten
3.1.1. Actie: Een kader scheppen voor een intersectoraal en integraal preventiebeleid waarbij het accent ligt op het uitbouwen van de signaalfunctie van de welzijnssectoren, het bevorderen van de betrokkenheid van kinderen en jongeren bij de beleidsvorming en aandacht voor lange termijn effecten van preventieprojecten via een versterking van het reguliere aanbod. 3.1.2. Actie: De budgetten algemene preventie in de bijzondere jeugdbijstand worden door de comités bijzondere jeugdzorg aangewend uitgaande van het IVRK voor projecten die uitvoering geven aan de doelstellingen: Ø Ø Ø Ø
vanuit een risico- en kansenanalyse bijdragen aan de levenskwaliteit van kinderen en jongeren; opdat systematisch hun algemene ontplooiing kan worden bevorderd; door de factoren te bestrijden of te neutraliseren die deze ontplooiing systematisch hinderen.
3.1.3.
Actie: De invulling van de lokale preventieprojecten vertrekt vanuit een omgevingsanalyse op grond waarvan verder gezocht wordt om op een structurele wijze het welzijn van de maatschappelijk meest kwetsbare kinderen en hun leefsituatie te verhogen en hun fundamentele rechten te realiseren. Hiertoe worden samenwerkingsverbanden aangegaan met partners uit de diverse sectoren afhankelijk van de kwetsingsdynamieken die men wil voorkomen of bestrijden. Streefdoel is ook om de inbreng van kinderen in alle processtappen te waarborgen.
3.1.4.
Actie: De signaalfunctie wordt in die zin verder uitgebouwd dat via geijkte processen en beslissingsstructuren alle signalen in een rapport worden gebundeld om deze aan de beleidsverantwoordelijken over te maken.
3.2. Operationele doelstelling: Ontwikkelen, in overleg met de verschillende bevoegde overheden en op basis van de aanbevelingen van het Comité voor de Rechten van het Kind, van een vernieuwende aanpak t.a.v. jeugddelinquentie waarbij aandacht gaat naar hulpverlening en herstelbemiddeling en waarbij sancties slechts een laatste redmiddel kunnen zijn op voorwaarde dat ze gepaard gaan met een aan de minderjarige aangepaste opvang en begeleiding en met de artikelen 37-40 van het IVRK als richtsnoer. 3.2.1. Actie: De Vlaamse regering zal de uitvoering van de afspraken uit het federaal regeerakkoord m.b.t. tot een vernieuwde aanpak t.a.v. de jeugddelinquentie van nabij opvolgen en de voorgestelde aanpak en de daaruit voortvloeiende voorstellen van wetswijziging aftoetsen aan het Vlaams beleid inzake Bijzondere Jeugdbijstand en de toepassing van het IVRK 3.2.2. Actie: In het kader van de bijzondere jeugdbijstand investeert de Vlaamse overheid in projecten herstelbemiddeling voor minderjarige plegers van een als misdrijf omschreven feit. De evolutie om zowel binnen een werkvorm als over de projecten heen flexibilisering na te streven zal verder gezet worden d.m.v.:
Vlaamse regering 2 april 2004
9 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø Ø Ø
de Centra Actieve Netwerk Ondersteuning (volgens de CANO-methodiek of intensieve contextbegeleiding) voor de actieve netwerk- en omgevingsondersteuning van jongeren als alternatief voor residentiële plaatsing de GIT-projecten met aanbod van Gestructureerde Intensieve Trajectbegeleiding richten zich op bijzondere doelgroepen gekoppeld aan de mogelijkheid van psychiatrische expertise de time-out projecten uit de voorzieningen werden uitgewerkt uitgaande van het concept time-out begeleiding en crisisontheemding voor minderjarigen met een complex multiproblem gedrag van fugues, agressie, drugsmisbruik.
De regelgeving zal aangepast worden opdat verschillende hulpverleningsvormen, indien aangewezen, combineerbaar zouden zijn. De subsidiëring van een ondersteuningsstructuur bijzondere jeugdbijstand maakt de sturing/ begeleiding van al die nieuwe werkvormen mogelijk naast de implementatie van de rechten van het kind.
3.3. Operationele doelstelling: Het recht op onderwijs waarborgen in hoofde van alle kinderen 3.3.1. Actie: Recht op onderwijs verder uitbouwen en verbeteren vooral voor de maatschappelijk meest kwetsbare kinderen (gelijkekansendecreet, zie 5.) 3.3.2. Actie: Recht op onderwijs van alle kinderen overeenkomstig hun onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften (zie 5.) 3.3.3. Actie: Het waarborgen en versterken van de rechten van leerlingen in alternerende leervormen, zoals in de ‘deeltijdse vorming’ en in de ‘leertijd’: Ø Ø
opwaardering van de leertijd, zowel van het getuigschrift ‘leertijd’ als van de titel van beroepsbekwaamheid bij de federale overheid aandringen op het wegwerken van de hiaten op het vlak van de sociale zekerheid tussen de verschillende leertijdsystemen
3.3.4. Actie: Wetenschappelijk onderzoek ‘Inclusief onderwijs in Vlaanderen’ in het kader van de ondersteuning van experimentele projecten rond gelijke kansen vanuit ‘Gelijke Kansen in Vlaanderen, tot 30 juni 2004 3.3.5. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal decretale waarborgen voorzien in het kader van de jeugdhulp voor minderjarigen, m.i.v. niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, minderjarigen met een handicap en minderjarigen geplaatst in Gemeenschapsinstellingen (zie 4.).
Vlaamse regering 2 april 2004
10 Vlaams Actieplan Kinderrechten
3.4. Operationele doelstelling: Kinderopvang toegankelijk maken voor alle kinderen 3.4.1. Actie: verspreiding video met good practices over omgaan met diversiteit in de kinderopvang op basis van DECET (Diversity in Early Childhood Education and Training)-principes 3.4.2. Actie: ondersteuning en informatie aan kinderopvangvoorzieningen m.b.t. de geldende voorrangsregels (o.m. kinderen van ouders met het laagste inkomen)
3.5. Operationele doelstelling: Kind en Gezin zal de gezinsondersteuning voor gezinnen met jonge kinderen toegankelijk maken voor alle kinderen 3.5.1. Actie: versterken van de dienstverlening op het vlak van opvoedingsondersteuning ten aanzien van kansarme aanstaande moeders en hun gezin en ten aanzien van kansarme gezinnen met jonge kinderen door bijsturing en uitbreiding van de inloopteams 3.5.2. Actie: opmaak van een actieplan kansarmoede provincie Limburg met gerichte acties naar kansarme autochtone en allochtone gezinnen met jonge kinderen en aanstaande moeders en hun gezin 3.5.3. Actie: evaluatie van de ouderbijdrageregeling bij de Centra voor Kinder- en Gezinsondersteuning 3.5.4. Actie: ontwikkeling, bijsturing en uitbreiding van het materiaal (pictografisch materiaal, vertaalde folders) ter informatie van anderstalige gezinnen
3.6. Operationele doelstelling: Het voeren van een beleid inzake vrijetijdsbesteding naar alle kinderen 3.6.1. Actie: Continueren van het toegankelijkheids- en diversiteitsbeleid binnen het jeugdwerk 3.6.2. Actie: Het waarborgen van het recht op een kwalitatieve vakantie door: Ø
Vlaamse regering 2 april 2004
het concretiseren van de doelstellingen uit het decreet Toerisme voor Allen’: Kwalitatieve en betaalbare verblijfscentra garanderen via subsidiemechanisme, voorzien van een voldoende groot aanbod en diversiteit van verblijfscentra en
11 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø
financiële ondersteuning van vakantie via Steunpunt Vakantieparticipatie; ruimere aandacht voor het aspect kindvriendelijkheid
3.6.3. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal in het kader van de integrale jeugdhulp het recht op vrijetijdsbesteding decretaal waarborgen in hoofde van de minderjarige, en dat m.i.v. de niet-begeleide minderjarige vreemdeling en de minderjarigen met een handicap.
3.7. Operationele doelstelling: Het waarborgen van het recht op hulp en de rechten in en door de hulpverlening voor alle kinderen 3.7.1. Actie: De Vlaamse Gemeenschap hanteert bij de decretale verankering van de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp een inclusief denkkader. Dit wil zeggen dat de rechten in de integrale jeugdhulp gewaarborgd worden voor alle minderjarigen. Daarbij zal met name aandacht besteed worden aan de preferentiële rechten van bepaalde doelgroepen, zoals kinderen met een handicap en vluchtelingenkinderen. 3.7.2. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal het recht op hulp binnen de integrale jeugdhulp decretaal waarborgen voor alle kinderen zonder onderscheid. 3.7.3. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal waarborgen dat de geboden jeugdhulp geen afbreuk doet aan de andere fundamentele rechten van de minderjarige, zoals het recht onderwijs en vrijetijdsbesteding.
3.8. Het voeren van een Vlaams minderhedenbeleid dat minderjarigen als doelgroep insluit 3.8.1. Actie: De Vlaamse regering bereidt een strategisch plan Minderheden voor. Zij zal daarbij vanuit haar respectieve bevoegdheden ook naar de doelgroep minderjarigen acties formuleren die getoetst zullen worden aan het IVRK. 3.8.2. Actie: Vanaf 1 april 2004 voorziet de Vlaamse overheid, in uitvoering van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het inburgeringsbeleid, via de onthaalbureaus in een toeleiding naar het onthaalonderwijs voor de minderjarige anderstalige nieuwkomers. 3.8.3. Actie: In uitvoering van het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid t.a.v. etnisch-culturele minderheden, sluit de Vlaamse overheid convenanten af met lokale integratiediensten, integratiecentra en het Vlaams Minderhedencentrum (VMC). Daarbij zal zij, ook in de toekomst, acties naar minderjarige allochtonen stimuleren:
Vlaamse regering 2 april 2004
12 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø Ø Ø
Ø
Meer allochtone kinderen laten doorstromen naar sterkere richtingen (ASO en TSO) Via het VMC de uitvoering van het gelijke onderwijskansendecreet kritisch opvolgen Een impulsbeleid voeren dat gemeentes aanmoedigt om enerzijds zelforganisaties van allochtone kinderen en jongeren ten volle te erkennen en te ondersteunen en anderzijds het 'reguliere' jeugdwerk te ondersteunen in het toegankelijk maken van hun werking voor allochtone jongeren en het samenwerken met de voornoemde zelforganisaties. Speciale aandacht moet hierbij uitgaan naar de organisaties met of voor allochtone meisjes. Drempels i.v.m. het reguliere vrijetijdsaanbod verlagen voor allochtone kinderen en jongeren, zodat ze een groot aanbod aan ontspanningsmogelijkheden hebben.
3.8.4. Actie: De Vlaamse Gemeenschap ontwikkelt specifieke initiatieven, projecten en acties om de rechten van kinderen van woonwagenbewoners te waarborgen op het vlak van onderwijs, jeugdhulp en vrije tijd (jeugdwerk, sport, jeugdtoerisme, cultuur, …).
3.9. Operationele doelstelling: In overleg met de Federale overheid en de andere Gemeenschappen komen tot een kwaliteitsvolle opvang-, terugkeer- (naar het thuismilieu) en uitwijspolitiek voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBM) 3.9.1. Actie: De Vlaamse regering zal haar medewerking verlenen aan een samenwerkingsakkoord terzake af te sluiten tussen de Gemeenschappen en de federale overheid 3.9.2. Actie: De Vlaamse regering zal tegemoetkomen aan de nood aan de specifieke opvang van NBM die rekening houdt met hun gediversifieerde noden – slachtoffer van mensenhandel, ontbrekend sociaal netwerk, administratieve regeling, repatriëring – door de subsidiëring van gespecialiseerde opvangdiensten en projecten voor deze specifieke probleemgroep, nl. begeleidingstehuizen, het initiëren van specifieke ambulante begeleidingsvormen en projecten, zoals de formules kamers met aandacht, ambulant pleeggezin en begeleid zelfstandig wonen. 3.9.3. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal de rechten van NBM decretaal waarborgen in het kader van de integrale jeugdhulp.
Vlaamse regering 2 april 2004
13 Vlaams Actieplan Kinderrechten
4. Strategische doelstelling: Zorgen voor elk kind. ‘Het is belangrijk alle kinderen een goede start in het leven te bieden. Hun overlevingskansen, hun bescherming, hun groei en ontwikkeling in goede gezondheid en met een goede voeding vormen de essentiële basis waarop de menselijke ontwikkeling steunt. We zullen gezamenlijke acties ondernemen om besmettelijke ziekten te bestrijden, om de hoofdoorzaken van ondervoeding aan te pakken en om kinderen op te voeden in een veilige omgeving, die hen toestaat te leven in een goede lichamelijke en mentale gezondheid, zonder zorgen op emotioneel gebied, sociaal vaardig en met de mogelijkheid om te leren.’
4.1. Operationele doelstelling: Het waarborgen van het recht op hulp en de rechten in en door de jeugdhulpverlening met het IVRK als referentiekader 4.1.1. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal de vraaggerichtheid van het bestaande jeugdhulpaanbod verhogen door voor juni 2004 de integrale jeugdhulp te verankeren met als hoofddoelstellingen: Ø
Ø Ø
de afstemming en samenwerking tussen de betrokken sectoren via: het inbouwen van het instrument ‘modulering’, de verplichting voor de voorzieningen om voor rechtstreeks toegankelijke hulp en crisishulp samen te werken in een netwerk en het invoeren van een intersectorale toegangspoort voor ingrijpende en gespecialiseerde jeugdhulp en van trajectbegeleiding het recht op hulp in hoofde van de minderjarige en zijn ouders of zijn opvoedingsverantwoordelijken de effectieve participatie van minderjarigen en hun ouders aan en in de jeugdhulp
4.1.2. Actie: De Vlaamse Gemeenschap streeft in het kader van de ‘Integrale jeugdhulp’, naar een decretale verankering, nog voor juni 2004, van de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp. De rechtspositie zal transparant, comprehensief en intersectoraal geregeld worden voor elke minderjarige en dat ongeacht de toepasselijke hulpverleningsvorm of –sector. 4.1.3. Actie: De Vlaamse regering zal de decreten Integrale Jeugdhulp vervolgens verder uitvoeren en operationaliseren in uitvoeringsbesluiten. 4.1.4. Actie: De Vlaamse overheid zal over de inhoud van de decreten Integrale Jeugdhulp en de uitvoering ervan communiceren naar voorzieningen, ouders en minderjarigen. 4.1.5. Actie: De Autonome Centra voor Algemeen Welzijnswerk staan in voor: Ø
een laagdrempelig basisaanbod van informatie- en adviesverstrekking met het oog op een maximale toegankelijkheid voor jongeren van 12 tot 25 jaar (laagdrempelig onthaal, vindplaatsgerichte werking, informatieverstrekking, advisering en oriëntering) .
Vlaamse regering 2 april 2004
14 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø Ø Ø
continu een aanbod partiële ambulante begeleiding voor jongeren van 12 tot 25 jaar (“hulp op maat”) crisishulpverlening voor minderjarigen verdere netwerking en samenwerking met relevante sectoren.
4.1.6. Actie: De centra voor leerlingenbegeleiding zullen hun eerstelijns hulp- en draaischijffunctie optimaliseren.
4.1.7. Actie: De Vlaamse Gemeenschap streeft ernaar een correct beeld te krijgen van de niet gelenigde behoeften van minderjarige personen met een handicap om er vervolgens te kunnen op inspelen met een gepast aanbod. 4.1.8. Actie: Binnen de Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere jeugdbijstand zal aandacht besteed worden aan de verdere implementatie van de vernieuwde processen inzake onderwijs en pedagogische begeleiding van de geplaatste minderjarigen. 4.1.9. Actie: De Vlaamse overheid zal binnen de bijzondere jeugdbijstand het elektronisch dossier ‘DOMINO’, dat ontwikkeld werd om het hulpverleningsproces te optimaliseren en als instrument voor cliëntopvolging, verder implementeren waarbij de nadruk zal liggen op een gestandaardiseerde en eenmalige invoer van gegevens (case-onderzoek en casemanagement) met respect voor de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 4.1.10. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal nog in 2004 de gecoördineerde decreten bijzondere jeugdbijstand d.d. 4 april 1990 in aanpassen met het oog op het voorzien in maximale garanties voor de privacy van cliënten waarbij ook de rechtspositie van kinderen wordt geregeld o.m. wat betreft het vereiste van zijn/ haar instemming bij het uitwisselen van gegevens, het recht op informatie en het recht op toegang tot zijn/ haar dossiergegevens.
4.2. Operationele doelstelling: Kinderen een volwaardige plaats geven in de openbare ruimte alsook het waarborgen voor kinderen van de toegang tot openbare gebouwen 4.2.1. Acties: Ø Ø Ø Ø
jeugdruimteplanning met aandacht voor zowel formele als informele jeugdruimtes Toename van het aantal speelruimten door het ontsluiten van zoveel mogelijk stedelijke infrastructuur Toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden van sport-, school- en culturele infrastructuur stimuleren In adviesverlening over uitvoeringsplannen (BPA’s, verkavelingsplannen, sociale woon-projecten, inrichtings-plannen,…) wordt
Vlaamse regering 2 april 2004
15 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø
gewaakt over het evenwicht tussen bebouwde en open ruimte, afhankelijk van de densiteit van de omgeving Wanneer nieuwe sociale woonprojecten worden gerealiseerd kan een subsidie worden toegekend voor omgevingswerken waaronder groene ruimten, verhardingen voor recreatief gebruik, vaste constructies voor speelvakken en speeltuigen.
4.3. Operationele doelstelling: Kwantitatief en kwalitatief versterken van de verschillende vormen van opvang voor kinderen (tot 12 jaar) met een bijzondere aandacht voor de beleving, het perspectief en de participatie van het kind 4.3.1.
Actie: Investeren in de uitbreiding van de opvangplaatsen
4.3.2.
Actie: Opvangvoorzieningen begeleiden en hulpmiddelen aanbieden om de opvang te evalueren vanuit het perspectief van het kind
4.3.3.
Actie: Methodieken van kinderparticipatie promoten
4.3.4.
Actie: Belevingsschaal voor kinderen van 0 tot 12 jaar ter beschikking stellen van alle opvanginitiatieven om hun betrokkenheid en welbevinden te meten en te verhogen
4.4. Operationele doelstelling: Het voeren van een algemeen gezondheidsbeleid met specifieke aandacht voor kinderen en hun rechten 4.4.1.
Actie: Bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van elke minderjarige, waarbij in overleg met Federale overheid gewaakt over voldoende aanbod in de kinderpsychiatrie Ø Ø Ø
4.4.2.
Voorbereiden van een akkoord terzake af te sluiten tussen de Gemeenschappen en de federale overheid Zo hoog mogelijk aantal kinderen vaccineren tegen infectieziekten Risico’s voor een optimale ontwikkeling van het jonge kind vroegtijdig onderkennen, opvolgen en doorverwijzen
Actie: Promotie van gezonde voeding en preventie van middelenmisbruik (alcohol, tabak en drugs), depressie en zelfmoord, ongevallen in de privé-sfeer Ø Ø
Het voeren van campagnes met als doel de Vlaamse bevolking aan te moedigen tot een gezond voedingspatroon Acties met als doel jongeren te ondersteunen om niet te roken en hen aanmoedigen om rookvrij te blijven
Vlaamse regering 2 april 2004
16 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø Ø 4.4.3.
Actie: Het uitwerken, verspreiden en verstrekken van volwaardige voedingsinformatie en –advies naar ouders van jonge kinderen, met bijzondere aandacht voor het bereiken van maatschappelijk achtergestelde doelgroepen Ø Ø Ø Ø Ø
4.4.4.
Campagnes die sensibiliseren over de risico’s van alcoholgebruik en uitgaansdrugs Bevorderen van een veilige slaapomgeving en leefomgevingvoor jonge kinderen in het bijzonder via ontwikkelen van een checklist veilige kinderartikelen in samenwerking met de Federatie Belgische Fabrikanten en Invoerders van babyartikelen.
Acties met het oog op de ontwikkeling van risicoperceptie bij jonge kinderen i.v.m. gevaarlijke stoffen thuis Verder uitwerken, aanvullen en bijsturen van informatie via verschillende communicatiekanalen (website, contactcenter, elektronische nieuwsbrieven) Voedingsonderzoek voor kansarmen en allochtonen Inhoudelijk dossier opstellen rond alternatieve voeding Verhogen van de borstvoedingsgraad in Vlaanderen via promotie en gerichte ondersteuning
Actie: Recht op toegang waarborgen tot informatie en middelen inzake seksuele gezondheid en voorlichting Ø Ø
Projecten die jongeren sensibiliseren rond seksuele gezondheid en relaties Ontwikkeling van allerlei informatiemateriaal (websites, zakboekje, video, enz.)
4.4. Operationele doelstelling: Realiseren van het recht op contact in problematische scheidingssituaties tussen het kind en de beide ouders 4.4.1.
Actie: integratie tegen 2005 van de 13 neutrale bezoekruimtes in het Vlaams welzijnsbeleid en afstemming op de principes van het IVRK en het sluiten van een sectorprotocol met het algemeen welzijnswerk m.b.t. de bijkomende taak ‘begeleiding bij het onderbroken of conflictueuze ouder-kindcontact’ met bijzondere aandacht voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ouders voor hun kind, overeenkomstig het IVRK
4.4.2.
Actie: het organiseren via het justitieel welzijnswerk van kinderbezoeken in de gevangenissen
4.4.3.
Actie: het uitwerken van een Vlaamse regeling voor echtscheidings- en ouderschapsbemiddeling waarbij tegemoetgekomen wordt aan de rechten en belangen van kinderen
Vlaamse regering 2 april 2004
17 Vlaams Actieplan Kinderrechten
4.6. Operationele doelstelling: Het voeren van een mobiliteitsbeleid met naar kinderen twee doelstellingen, het verminderen van het aantal minderjarige verkeersslachtoffers en het verhogen van mobiliteit van kinderen en zo ook hun participatie aan de samenleving 4.6.1. Actie: Sensibilisatie van volwassenen, en kinderen, m.b.t. kwetsbare positie van kinderen in het verkeer via het project Verkeersacademie, tot in 2005. 4.6.2. Actie: Het verlagen van de snelheid door het plaatsen van roodlichtcamera’s en het verlagen van de toegelaten snelheid op gewestwegen en, in overleg met de gemeenten via lokale mobiliteitsplannen, op gemeentewegen. Waar aangewezen wordt de toegelaten snelheid op deze wegen verlaagd van 90 naar 70 km/u en van 50 naar 30 km/u (in het bijzonder in schoolomgevingen). 4.6.3. Actie: Het wegwerken van de "zwarte punten" 4.6.4. Actie: Het ontwikkelen van projecten met het oog op het sensibiliseren van kinderen en/ of het sensibiliseren van volwassen m.b.t. de (zwakke) positie van kinderen in het verkeer
5. Strategische doelstelling: Onderwijs voor elk kind. ‘Alle kinderen, meisjes evenzeer als jongens, moeten toegang hebben tot gratis en verplicht basisonderwijs van goede kwaliteit als essentieel deel van een volledig basisonderricht. Ongelijkheden tussen de geslachten in het lager en secundair onderwijs moeten verdwijnen.‘
5.1. Operationele doelstelling: Het waarborgen van het recht op onderwijs en de rechten in en door het onderwijs 5.1.1.
Actie: Het verstrekken van kosteloos leerplichtonderwijs via nieuw te onderzoeken pistes
5.1.2.
Actie: Recht op onderwijs verder uitbouwen en verbeteren vooral voor de maatschappelijk meest kwetsbare kinderen: (gelijkekansendecreet) Ø Ø Ø
verdere implementatie evaluatie van het inschrijvingsbeleid en de lokale overlegplatformwerking in het afgelopen werkjaar onderzoek naar het zelfevaluerend en beleidsvoerend vermogen van scholen en het ondersteunend aanbod
Vlaamse regering 2 april 2004
18 Vlaams Actieplan Kinderrechten 5.1.3.
Actie: Bevorderen van leerlingenparticipatie als duurzaam element van onderwijs- en schoolontwikkeling en van een participatieve schoolcultuur: Ø Ø Ø Ø
ontwikkelen van werkbare en effectieve modellen om formele en informele leerlingenparticipatie in het onderwijs te implementeren structureel ondersteunen van een vormingsaanbod inzake leerlingenparticipatie hetzij via het steunpunt leerlingenparticipatie hetzij via een expertisecentrum ondersteunen van de participatie van kwetsbare doelgroepen op school door middel van samenwerking tussen onderwijs en welzijn de ontwikkeling van een participatiebarometer om het participatiegebeuren op schoolniveau in kaart te kunnen brengen.
5.1.4.
Actie: De rechtspositie van de leerling verduidelijken en zoeken naar herstelgerichte antwoorden op tuchtproblemen in de school
5.1.5.
Actie: Een continuüm van zorg (van gewoon, inclusief, geïntegreerd tot en met buitengewoon onderwijs) aanbieden, mogelijkheden onderzoeken en uitbouwen voor de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van alle kinderen
5.1.6.
Actie: Herpositioneren van de school in het lokale -, maatschappelijk weefsel
5.1.7.
Actie: Mensenrechten- en kinderrechteneducatie in de curricula van de verschillende onderwijsniveaus (inclusief lerarenopleidingen) zichtbaarder maken, o.m. aan de hand van de periodieke rapporten van België en de daarbij aansluitende slotbeschouwingen van het Comité voor de Rechten van het Kind (Decennium voor de Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor Kinderen in de wereld 2001-2010).
5.1.8.
Actie: Opzetten van time out-projecten in samenwerking met de preventie georganiseerd in het kader van de bijzondere jeugdbijstand om definitieve schooluitval van kinderen met een problematische schoolcarrière te vermijden door hen tijdelijk de schoolcontext te halen.
5.1.9.
Actie: De Vlaamse regering zal nieuwe financieringstrajecten onderzoeken en uitbouwen om de schoolinfrastructuur aan te passen aan de nieuwe uitdagingen van de multimediale, flexibile en genetwerkte samenleving en beter toegankelijk te maken voor leerlingen met een handicap.
6. Strategische doelstelling: Kinderen beschermen tegen mishandeling en uitbuiting. ‘Kinderen moeten beschermd worden tegen elke daad van geweld, misbruik, uitbuiting en discriminatie en alle vormen van terrorisme en gijzeling.‘
6.1. Operationele doelstelling: In haar beleid t.a.v. kindermishandeling zal de Vlaamse overheid prioriteit geven aan sensibilisatie, preventie en versterking van de kwaliteit van de hulpverlening via de Vertrouwenscentra Vlaamse regering 2 april 2004
19 Vlaams Actieplan Kinderrechten
Kindermishandeling en kennisopbouw. 6.1.1.
Acties : Kind en Gezin zal op permanente basis en in samenwerking met partners professionele sensibilisatiecampagnes ter voorkoming van kindermishandeling lanceren: Ø Ø Ø
Globale communicatiestrategie uitwerken voor sensibilisatie van kindermishandeling Systeem voor permanente bewaking van domeinen en onderwerpen inzake kindermishandeling waar sensibilisatie rond nodig is ontwikkelen. Voeren van campagnes ter preventie van kindermishandeling
6.1.2. Actie: Kind en Gezin zal een duidelijk beleid voeren inzake preventie van (risico op) kindermishandeling: Ø Ø
Ondersteuning van heel wat ouders met jonge kinderen in hun opvoedingstaak Uitwerking van een plan van aanpak voor betere detectie en preventie van (risico op) kindermishandeling in de eigen dienstverlening van Kind en Gezin.
6.1.3. Actie: Kind en Gezin zal vorming rond preventie en aanpak van (risico op) kindermishandeling faciliteren of zelf
gestalte geven: Ø Onderzoeken hoe een Vlaams “vormingscentrum kindermishandeling” kan opgericht worden Ø
Ø
Ondersteunen van diensten of organisaties die een intern stappenplan voor de aanpak van (vermoedens van) kindermishandeling willen ontwikkelen Vorming aanbieden aan andere sectoren die actief zijn in het aanpakken van kindermishandeling rond een registratiemodel voor kindermishandeling
6.1.4. Actie: De Vlaamse overheid voert een beleid ter preventie van misbruik en geweld t.a.v. personen en kinderen met een handicap: Ø
Ø
De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen van toepassing op de voorzieningen voor personen met een handicap worden in 2004 aangevuld in die zin dat expliciet wordt voorzien dat voorzieningen maatregelen dienen te nemen tegen misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers. Bovendien wordt de lijst van procedures aangevuld met een procedure inzake " Het detecteren van en gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers". Er zal in 2004 opdracht wordt gegeven aan een externe deskundige om een gestructureerd rapport inzake misbruik en geweld t.a.v. personen met een handicap waaronder kinderen op te maken.
Vlaamse regering 2 april 2004
20 Vlaams Actieplan Kinderrechten
6.1.5. Actie: Kind en Gezin zal de kwaliteit van de hulpverlening bij kindermishandeling bevorderen door: Ø Ø Ø Ø Ø 6.1.6.
het erkennen en subsidiëren van de vertrouwenscentra kindermishandeling het bestendigen en faciliteren van het forum van de vertrouwenscentra (onderling overleg tussen de 6 centra) het ondersteunen van de vertrouwenscentra bij het opzetten van een systeem van kwaliteitszorg de deelname aan de stuur- en werkgroepen Integrale Jeugdhulpverlening het coördineren van en deelnemen aan overleg tussen de verschillende actoren die actief zijn op het terrein van kindermishandeling (zowel hulpverlening als justitie)
Actie: zie 4.1. Operationele doelstelling: Het waarborgen van het recht op hulp en de rechten in en door de jeugdhulpverlening met het IVRK als referentiekader
6.1.7. Acties: Kind en Gezin zal het verzamelen van kennis over kindermishandeling stimuleren en er zelf een bijdrage toe
leveren: Ø Ø Ø
Onderzoeken of een fonds kan opgericht worden voor het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek inzake kindermishandeling Samen met partners een (Europees) netwerk van experts opzetten om de kennis inzake kindermishandeling te bundelen, makkelijker uit te wisselen, enz. aanmaken van een jaarlijks rapport over de cliëntenregistratie bij de vertrouwenscentra kindermishandeling. In dit rapport is info opgenomen over de meldingen en de gevolggeving aan deze meldingen (aanpak van kindermishandeling door de Vlaamse Vertrouwenscentra). Kind en Gezin communiceert jaarlijks de resultaten van dit rapport en verspreidt dit actief.
6.2. Operationele doelstelling: Beschermende maatregelen inzake media, inzonderheid inzake nodeloos geweld en pornografische scènes 6.2.1.
Actie: Gelet op de technologische evoluties en de daaraan gekoppelde convergentie zal de Vlaamse Gemeenschap de definitie van ‘omroep’ verruimen. Dit zal zo ook een bijkomende bescherming bieden aan minderjarigen.
6.2.2.
Actie: Het waarborgen van ‘e-safety’ (veilig ICT gebruik), in overleg tussen de bevoegde overheden, met aandacht binnen het kader van de informatiemaatschappij voor de bescherming tegen de aanwezigheid van schadelijke inhouden zoals racistische boodschappen, pornografie en haatmail op het internet.
6.2.3.
Actie: De Vlaamse Mediaraad volgt de bescherming van minderjarigen in het mediabeleid verder op. Onder het mediabeleid wordt verstaan: de radio-omroep en de televisie, de schrijvende pers en alle andere communicatie- en informatiemedia.
Vlaamse regering 2 april 2004
21 Vlaams Actieplan Kinderrechten 6.2.4.
Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal in 2004 tot een samenwerkingsakkoord met de andere Gemeenschappen komen om het verouderde systeem van filmkeuring aan te passen aan de huidige maatschappelijke en technologische evoluties. Op termijn zal er een co-reguleringssysteem uitgewerkt worden met advies voor ouders en opvoeders zoals het Nederlandse systeem ‘Kijkwijzer’. Dit systeem moet ruimer toegepast kunnen worden; niet enkel voor bioscoopfilms, maar voor alle gegevensdragers.
6.3. Operationele doelstelling: Uitvoering geven aan het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie, door de Vlaamse Gemeenschap bij decreet van 7 februari 2003 goedgekeurd 6.3.1.
Actie: Samenwerkingsakkoord tussen de bevoegde overheden ter bestrijding van het kindersekstoerisme
6.3.2.
Actie: De begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik en in het kader van Begeleidingscommissie bij het samenwerkingsakkoord voor daders van seksueel misbruik de verbintenissen die voortvloeien uit het facultatief protocol, implementeren
7. Strategische doelstelling: Kinderen beschermen tegen oorlog. ‘Kinderen moeten beschermd worden tegen de gruweldaden van gewapende conflicten. Kinderen die leven in gebieden onder vreemde bezetting moeten eveneens beschermd worden, in overeenstemming met de voorschriften van het internationaal humanitair recht.’
8. Strategische doelstelling: Bestrijden van HIV / AIDS. ‘Kinderen en hun familie moeten beschermd worden tegen de vernietigende effecten van HIV / aids.’
8.1. Operationele doelstelling: Meewerken aan het in kaart brengen en bestrijden van HIV / AIDS in het kader van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, gezien de enorme sociale, economische en institutionele effecten op de samenleving, en dat in alle sectoren waarin men in de partnerlanden actief is. 8.1.1.
Actie: De Vlaamse overheid financiert projecten / programma's gericht op de strijd tegen HIV / AIDS in ontwikkelingslanden.
Vlaamse regering 2 april 2004
22 Vlaams Actieplan Kinderrechten
8.2. Operationele doelstelling: Informeren van minderjarigen 8.2.1. Actie: De Vlaamse overheid waarborgt in het kader van haar gezondheidsbeleid het recht op toegang tot informatie en middelen inzake seksuele gezondheid en voorlichting voor minderjarigen : (zie 4.) 8.2.2. Actie: Kind en Gezin informeert en vormt het eigen en gesubsidieerd personeel. 8.2.3. Actie: Overeenkomstig het decreet Vlaams Jeugdbeleid kunnen organisaties die jongeren op eigentijdse wijze informeren over jeugd en seksualiteit gesubsidieerd worden.
8.3. Operationele doelstelling: Kind en Gezin ondersteunt de gezinnen met minderjarige Hiv- of aidspatiënten. 8.3.1. Acties: Meer middelen toekennen aan initiatieven die opvang verzekeren aan deze doelgroep. 8.3.2. Acties: Organisaties die in contact komen met minderjarige aidspatiënten ondersteunen zodat ze de mogelijkheden hebben deze minderjarigen te adequaat te helpen, rekening houdende met de specificiteit van de doelgroep.
9. Strategische doelstelling: Luisteren naar kinderen en hun participatie verzekeren. ‘Kinderen en adolescenten zijn burgers met veel capaciteiten, in staat om te helpen bij de opbouw van een betere toekomst voor iedereen. We moeten hun recht op meningsuiting en hun participatierecht in alle zaken die hen aanbelangen respecteren, rekening houdend met hun leeftijd en maturiteit.’
9.1. Operationele doelstelling: Stimuleren van objectieve beeldvorming over kinderen en hun recht op participatie en gepaste informatie in de verschillende media 9.1.1. Actie: De Vlaamse overheid stelt vast dat de beeldvorming van kinderen bij volwassenen vaak vrij negatief is. Er is, in overleg met de verschillende betrokkenen, de kinderen zelf, kinderrechten- en jeugdorganisaties alsook de media, publieke en private, verder onderzoek nodig naar de objectiviteit van beeldvorming over de kinderen in de media met daaraan gekoppeld conclusies.
Vlaamse regering 2 april 2004
23 Vlaams Actieplan Kinderrechten 9.1.2. Actie: In het kader van haar jeugdbeleid subsidieert de Vlaamse overheid verenigingen en projecten die tot doel hebben de participatie van de jeugd ter voorbereiding of uitvoering van het Vlaams jeugdbeleidplan te bevorderen, alsook de informatie aan of communicatie over de jeugd te verbeteren. 9.1.3. Actie: De VRT zal, zoals bepaald in de beheersovereenkomst, haar initiatieven die het recht van de minderjarige op participatie en gepaste informatie invulling geven via Ketnet verderzetten. Tegen 2005 zal de VRT de participatiegedachte met ‘interactieve ketnet’ verder uitbouwen. Voor de particuliere omroepen gelden geen verplichtingen inzake het aanbieden van kinderprogramma's, doch is het wenselijk dat deze omroepen die zich richten tot de gehele Vlaamse Gemeenschap een aanbod aan programma's verzorgen, gericht op minderjarigen.
9.2. Operationele doelstelling: Verder stimuleren en uitvoeren van onderzoek naar de leefsituatie en de beleving ervan door kinderen. Dit dient te gebeuren via geëigende methodieken en met bijzondere aandacht voor het perspectief van kinderen. 9.2.1. Actie: Onderzoek naar de maatschappelijke participatie van jongeren aan de samenleving 9.2.2. Actie: Jeugdonderzoeksplatform: jeugdonderzoek inventariseren, synthetiseren en ontsluiten met specifieke aandacht voor diversiteit en uitsluitingsmechanismen, tevens als doel indicatoren aan te maken en te integreren in jeugdmonitor om globaal zicht te bekomen op situatie jeugdigen en tot betere interactie te komen tussen beleid, praktijk en onderzoek 9.2.3. Actie: Onderzoek mogelijk maken naar de leefsituatie, de beleving en het welbevinden van kinderen (zie ook 1.1.5. Gegevensverzameling)
9.3. Operationele doelstelling: Kinderen betrekken bij het besluitvormingsproces en bij de implementatie van en het toezicht op de naleving van hun rechten lokaal en nationaal 9.3.1. Actie: Elke nieuwe Vlaamse regering maakt een jeugdbeleidsplan op en rapporteert vervolgens jaarlijks over de voortgang. 9.3.2. Actie: In het kader van het Vlaams decreet Jeugdbeleid worden subsidies toegekend voor de communicatie- en participatieprojecten en initiatieven. 9.3.3. Actie: In het kader van het Vlaams decreet Jeugdbeleid wordt de Vlaamse Jeugdraad erkend en gesubsidieerd. Een strategische raad Cultuur, Jeugd, Sport en Media zal opgericht worden.
Vlaamse regering 2 april 2004
24 Vlaams Actieplan Kinderrechten
9.3.4. Actie: In uitvoering van het decreet houdende ondersteuning en stimulering van het gemeentelijk, intergemeentelijk en provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid moeten de gemeentes en provincies aan het betrekken van kinderen en jongeren in het besluitvormingsproces aandacht besteden. 9.3.5. Actie: De Vlaamse overheid neemt het initiatief om de methodiek van de jeugdparagraaf (verder) te verspreiden. 9.3.6. Actie: Subsidiëring van en samenwerking met organisaties en projecten die kinderparticipatie op Vlaams en lokaal niveau realiseren (vb.: ‘What do you think?’) 9.3.7. Actie: De Vlaamse overheid zal de participatie van de minderjarigen aan de uitbouw van de integrale jeugdhulp verder waarborgen.
9.4. Operationele doelstelling: Minderjarigen vanaf 16 jaar op gemeentelijk vlak politieke rechten geven 9.4.1. Actie: De Vlaamse regering zal, in het kader van het gemeentekiesdecreet, op gemeentelijk vlak het stemrecht vanaf 16 jaar kan introduceren. 9.4.2. Actie: De Vlaamse Gemeenschap voorziet, in het kader van de gemeentewet, in de mogelijkheid voor 16-jarigen om deel te nemen aan referenda.
9.5. Operationele doelstelling: Participatie in onderwijs: zie 5. 9.6. Operationele doelstelling: Rechten op participatie en informatie in en door de jeugdhulpverlening 9.6.1. Actie: De Vlaamse Gemeenschap werkt verder aan een decretale verankering van de participatierechten van de minderjarige aan en in de jeugdhulpverlening. Ze creëert randvoorwaarden voor een effectieve participatie van minderjarigen en hun ouders aan en in de jeugdhulp door: Ø
het inbouwen van structurele garanties voor participatie van minderjarigen en ouders aan de uitbouw van de jeugdhulp door hun vertegenwoordiging in de regionale stuurgroepen en de adviesraad die hen zal toelaten mee te denken en mee te beslissen over de
Vlaamse regering 2 april 2004
25 Vlaams Actieplan Kinderrechten Ø Ø Ø
regionale en Vlaamse beleidslijnen inzake jeugdhulpverlening het inbouwen van de verplichting om bij de regioplanning te werken vanuit een omgevingsanalyse die inspeelt op systematisch verzamelde objectieve en subjectieve gegevens over de leefsituatie van minderjarigen en van gezinnen. Hierdoor worden garanties uitgetekend voor de aansturing van de jeugdhulp op basis van fluctuerende kenmerken en noden van minderjarigen en van gezinnen. het inbouwen van participatiegaranties van de minderjarige bij het indiceren en toewijzen van hulp participatie op te nemen als één van de werkingsprincipes van integrale jeugdhulp.
De Vlaamse Gemeenschap werkt aan de decretale regeling van de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp met het IVRK als referentiekader: Het betreft: Ø Ø Ø Ø Ø
het recht op instemming met en vrije keuze van de buitengerechtelijke jeugdhulp; het recht op informatie en duidelijke communicatie; het recht op respect voor het gezinsleven het recht op inspraak en participatie; de toegang tot het dossier; het recht op privacy; het recht op een menswaardige behandeling, het recht op bijstand en het klachtrecht.
9.6.2. Actie: De Vlaamse Gemeenschap zal de inspraak van minderjarigen in de hulpverlening, verstrekt in het kader van de bijzondere jeugdbijstand, in problematische opvoedingssituaties nog versterken. Dat zal gebeuren door de registratie van de participatie van de minderjarige via het elektronisch dossier enerzijds en door een wijziging van de decreten bijzondere jeugdbijstand door de minderjarige: Ø Ø Ø
reeds vanaf 12 jaar, i.p.v. 14 jaar, om instemming te verzoeken met betrekking tot het voorgestelde hulpverleningsaanbod vooraf instemming te vragen wanneer gevoelige en/ of vertrouwelijke gegevens worden uitgewisseld desgevraagd toegang te geven tot de eigen persoonlijke gegevens.
10. Strategische doelstelling: De planeet beschermen voor de kinderen. ‘We moeten onze natuurlijke omgeving beschermen, die met haar diversiteit, haar schoonheid en natuurlijke rijkdommen bijdraagt aan de kwaliteit van het leven voor de huidige en toekomstige generaties. We zullen geen enkele inspanning sparen om de kinderen te beschermen en om de impact op kinderen van natuurrampen en milieuvervuiling te beperken.’
10.1.
Operationele doelstelling: het onderzoeken van de effecten van milieuvervuiling op de gezondheid van pasgeborenen en adolescenten
10.1.1. Actie: Het steunpunt Milieu en Gezondheid voert, minstens tot 2006, een Biomonitoringsproject uit in opdracht van en met Vlaamse regering 2 april 2004
26 Vlaams Actieplan Kinderrechten subsidie van de Vlaamse overheid, nl. een algemene screening van individuen uit 3 leeftijdsgroepen: pasgeborenen, adolescenten en volwassenen
10.2.
Operationele doelstelling: Maatregelen inzake energie, milieu en gezondheid treffen om de aarde voor de kinderen te vrijwaren
10.2.1. Actie: Het Vlaams klimaatbeleidsplan, goedgekeurd op 28 februari 2003 en geactualiseerd in het Voortgangsrapport 2003, bundelt als strategisch beleidsplan de Vlaamse beleidsmaatregelen die streven naar het stabiliseren van de uitstoot van broeikasgassen in 2005 op het niveau van 1990, als eerste aanzet tot het realiseren van de Vlaamse Kyoto-doelstellingen (2008-2012) 10.2.2. Actie: Bij het vastleggen van de milieunormen, o.a. voor het afleveren van milieuvergunningen, en in de milieueffectrapportage en de veiligheidsrapportering, ziet Vlaanderen toe op de mogelijke schadelijke effecten op het kind, m.i.v. de foetus. 10.2.3. Actie: De Vlaamse overheid werkt aan de verhoging van het milieubewustzijn bij kinderen via natuur- en milieueducatie, zowel in de vrije tijd als in het kader van eindtermen van het onderwijs. 10.2.4. Actie: Integratie van de biomonitoring in het Vlaams beleid inzake preventieve gezondheidszorg en de ontwikkeling van een medische milieukundig netwerk in een drietrapsorganisatie: Ø Ø Ø
Medisch milieukundigen kort bij de bevolking binnen het lokaal gezondheidsoverleg De uitbouw van een netwerk van medisch milieukundigen op het terrein Een medisch milieukundig expertisecentrum binnen de gezondheidsinspectie Academische input en feedback door het Steunpunt Milieu en Gezondheid
Vlaamse regering 2 april 2004