Handleiding
“Veterinaire controle bij invoer uit derde landen van levende dieren en dierlijke producten” Dr. Vet. Van Diest Alfons Luchthaven Brussel-Zaventem
Inhoud Inleiding 5 1. Te controleren producten / documentatiebundels 2. Grensinspectieposten 3. Voorafgaande kennisgeving en invoermachtiging 3.1. Voorafgaande kennisgeving: onderwerp en uitzonderingen 3.2. Invoermachtiging 3.2.1 Producten bestemd voor menselijke consumptie 3.2.2 geharmoniseerde dieren en dierlijke bijproducten 3.2.3 Niet geharmoniseerde dieren en producten 3.2.4 Speciale gevallen 3.2.4.1 Invoer van voor diagnose bestemde monsters, voor handelsmonsters en demonstratiemateriaal 3.2.4.2 Wederinvoer 3.2.4.3 Aanvraag van een (weder)invoermachtiging 4. Veterinaire invoercontrole 4.1 Documentencontrole 4.1.1 Levende dieren 4.1.2 Producten van dierlijke oorsprong 4.2 Overeenstemmingscontrole 4.2.1 Levende dieren 4.2.2 Producten van dierlijke oorsprong, humane consumptie 4.2.3 Dierlijke bijproducten 4.3 Materiële/fysieke controle 4.3.1 Levende dieren 4.3.2 Producten van dierlijke oorsprong, humane consumptie 4.3.3 Dierlijke bijproducten 4.4 Beslissing 4.4.1 Aanhouding 4.4.1.1 Producten van dierlijke oorsprong 4.4.1.2 Levende dieren 4.4.2 Vrijgave 4.4.3 Voorlopige weigering 4.4.4 Definitieve weigering 4.4.5 Maatregelen na weigering 4.4.5.1 Behandeling in geval van producten van dierlijke oorsprong 4.4.5.1.1 Producten van dierlijke oorsprong 4.4.5.1.2 Levende dieren 4.4.5.2 Vernietiging 4.4.5.2.1 Producten van dierlijke oorsprong 4.4.5.2.2 Levende dieren 4.4.5.3 Terugzending 4.4.5.3.1 Producten van dierlijke oorsprong 4.4.5.3.2 Levende dieren 4.4.6 Kanalisatie
4.4.6.1 Overzicht van de producten / gevallen waarvoor de kanalisatieprocedure van art.8, lid 4 dient toegepast 4.4.6.2 Grensinspectiepost 5. Veterinaire invoercontrole op samengestelde producten 5.1 Definities 5.2 Veterinaire controles 5.3 Herkomst van de producten 5.4 Certificaten 6. Overlading van dieren en producten van dierlijke oorsprong 6.1 Overlading van dierlijke producten afkomstig uit derde landen en bestemd voor invoer in de EU/EER 6.1.1. Kennisgeving 6.1.2 Controle 6.1.3 Beslissing 6.1.4 Communicatie 6.2 Overlading van dierlijke producten afkomstig uit derde landen en bestemd voor derde landen 35 6.2.1 Kennisgeving 6.2.2 Controle 6.2.3 Beslissing 6.2.4 Communicatie 6.3. Overjading van dieren afkomstig uit derde landen en bestemd voor invoer in de EU/EER of voor derde landen 6.3.1 Kennisgeving 6.3.2 Controle 6.3.3 Beslissing 6.3.4 Communicatie 7. Doorvoer van dieren en doorvoer en opslag van dierlijke producten 7.1 Algemeen 7.1.1. Dierlijke producten 7.1.2. Levende dieren 7.2 Binnenkomende partijen voor doorvoer of opslag 7.2.1 Kennisgeving 7.2.2 Controle 7.2.2.1 Dierlijke producten 7.2.2.2 Levende dieren 7.3 Beslissing 7.3.1 Dierlijke producten 7.3.2 Levende dieren 7.4 Onregelmatigheden 7.4.1 GIP van binnenkomst 7.4.2 GIP van uitgang 7.5 Speciale gevallen 7.5.1 Zwitserland 7.5.2 US Army /Navo bases
8.
9. 10. 11.
7.5.3 Scheepsbevoorraders 7.5 Lijst van erkende opslagplaatsen Wederinvoer 8.1 Algemeen 8.2 Opmerkingen 8.3 Procedure 8.3.1. Belanghebbende bij de lading 8.3.2 Hoofdbestuur FAVV – DiectieGeneraal Controle – Dienst ICE (Import-export) 8.3.3. GIP 8.3.3.1 Documentencontrole 8.3.3.2 Overeenstemmingscontrole 8.3.3.3. Materiële controle 8.3.3.4. Beslissing 8.3.3.5. Administratie Retributies Handelsmonsters en tentoonstellingsmateriaal Enkele definities
Bijlagen 1. Beschikking 2007/275/EG van 17 april 2007 betreffende de lijsten van dieren en producten die krachtens de Richtlijnen 91/496/EEG en 97/78/EG van de Raad in grensinspectieposten controles moeten ondergaan; 2. Beschikking 2001/881/EG van de Commissie van 7 december 2001 tot vaststelling van een lijst van grensinspectieposten die zijn erkend voor de veterinaire controles van dieren en dierlijke producten uit derde landen,…; 3. Lijst van geharmoniseerde dieren en dierlijke bijproducten; 4. Aanvraagformulier invoermachtiging; 5. Aanvraag voor invoermachtiging voor levende dieren; 6. Aanvraag voor invoermachtiging voor producten van dierlijke oorsprong; 7. Opzoeken van het model van een gezondheidscertificaat (invoer) in Traces; 8. Formulier ‘Aanhouding van een partij’ 9. Formulier ‘Voornemen tot weigering van een partij’ 10. Formulier ‘Definitieve weigering van een partij’ 11. Overzicht van de te kanaliseren dierlijke bijproducten (DBP) 12. Meldingsformulier voor ontvangst van dierlijke producten gekanaliseerd overeenkomstig art. 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG 13. Informatie Cites 14. Cerificaat ‘Samengestelde producten’ volgens Verordening 28/2012, bijlage I 15. Formulier voor de aanmelding van partijen bestemd voor overlading binnen de minimumtermijn’ 16. GDB dieren 17. GDB producten Addenda
1. Documentiebundel ‘Producten van dierlijke oorsprong’ 2. Documentatiebundel ‘Levende dieren
Inleiding Sinds jaren is er nood aan een handboek aangaande de invoer uit derde landen van veterinair in een grensinspectiepost te controleren producten, nl. levende dieren en producten van dierlijke oorsprong. Ik heb getracht hieraan tegemoet te treden, in het kader van de opleidingen voorzien bij ‘KGH Douaneopleidingen België” Het hoofddoel van dit handboek is de lezer in staat te stellen zelf te kunnen nagaan of een dier of product van dierlijke oorsprong mag worden ingevoerd, en indien ja onder welke voorwaarden. Te dien einde werd een uitgebreide documentatie samengebracht dat het mogelijk moet maken te voldoen aan het gestelde doel. Naast de kennis van de in te voeren producten is het nuttig te weten hoe de dieren en producten van dierlijke oorsprong door de veterinaire dienst dienen vooraangemeld en aangeboden. Is een invoermachtiging voor het dier of het product vereist? Hoe worden de veterinaire controles uitgevoerd?... Ik hoop dat deze vragen (en meerdere vragen) een bevredigend antwoord kennen in hetgeen volgt. Dr. Vet. Van Diest Alfons Federaal Agentschap voor Veiligheid aan de Voederketen Technisch Manager grensinspectiepost Brussel-Zaventem
Hoofdstuk 1. Te controleren dieren en producten van dierlijke oorsprong /documentatiebundels Alle dieren, planten en producten die volgens het KB van 22/02/2001 onder de bevoegdheid van het FAVV vallen, moeten bij invoer door het FAVV gecontroleerd worden, voor zover dergelijke invoercontrole door de wetgeving wordt voorgeschreven. Bij beschikking 2007/275/EG worden de voorschriften vastgesteld betreffende de dieren en producten die, wanneer ze in de Gemeenschap worden binnengebracht, veterinaire invoercontroles moeten ondergaan (bijlage 1) De initiële selectie in de dieren en producten gebeurt op basis van de gecombineerde nomenclatuur in kolom 1 wordt gekwalificeerd dor verwijzing naar de specifieke tekst of veterinaire wetgeving in kolom 3. Kolom 1 wordt beperkt tot de viercijferige code. Indien slechts bepaalde onder deze code vallende producten veterinaire controles dienen te ondergaan en er in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor deze code bestaat, is de code aangegeven met Ex (bv EX 3002: veterinaire controle alleen vereist voor van dieren afkomstig materiaal en niet voor de hele post). Kolom 2: omschrijving van de goederen zoals vastgesteld in bijlage I bij verordening (EEG) 2685/87. Kolom 3: verschaft nadere gegevens over de bedoelde producten. De volgende hoofdstukken bevatten levende dieren of producten van dierlijke oorsprong onderhevig aan veterinaire invoercontrole: Hoofdstuk
Omschrijving
1
Levende dieren
2
Vlees en eetbare slachtafvallen
3
Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde schaaldieren
4
Melk en zuivelproducten, vogeleieren, natuurhoning, eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen
5
Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen
12
Stro en voeder
15
Vetten en oliën (dierlijk en plantaardig) en dissociatieproducten ervan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong
16
Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren
17
Suiker en suikerwerk
19
Bereidingen van graan, van meel, van zetmeel of van melk; gebak
20
Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen
21
Diverse producten voor menselijke consumptie
22
Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn
23
Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren
28
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen
29
Organische chemische producten
30
Farmaceutische producten
31
Meststoffen
35
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen
38
Diverse producten van de chemische industrie
39
Kunststof en werken daarvan
41
Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder
42
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen
43
Pelterijen en bontwerk; namaakbont
51
Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin)
67
Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar
95
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan
97
Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
99
Bijzondere codes van de gecombineerde nomenclatuur
In deze beschikking zijn reeds uitzonderingen voorzien: 1) De dierlijke bijproducten niet expliciet vernoemd zoals volledig afgewerkte jachttrofeeën (volledige taxidermische behandeling) en onafgewerkte jachttrofeeën andere dan van hoefdieren en vogels; 2) Samengestelde producten; zie verder 3) Koekjes en biscuits Brood Cakes Chocolade Suikerwerk (met inbegrip van snoepgoed) Niet gevulde gelatinecapsules Voor de eindgebruiker verpakte voedingssupplementen die kleine hoeveelheden dierlijke producten of glucosamine, chondroïtine of chitosan bevatten Vleesextracten en vleesconcentraten Met vis gevulde olijven Niet met vleesproducten gemengde of gevulde deegwaren en noedels Voor de eindgebruiker verpakte bouillons en aroma’s die vleesextracten, vleesconcentraten, dierlijke vetten, of visolie, -poeder of extracten bevatten
Documentatiebundels Addendum 1. Producten van dierlijke oorsprong Inhoud
Producten HC: Product – GN-code – Derde landen – Certificaten Dierlijke bijproducten: Product – GN-code – Derde landen – Certificaten Documentencontrole Beschikking 2007/777/EG (vleesproducten) Besluit 2011/163/EU (residuplannen) Verordening (EG) 206/2010 (vers vlees) Beschikking 2006/766/EG (visserijproducten, tweekleppige weekdieren,..) Verordening (EU) 605/2010 (melk en zuivelproducten) Verordening (EG) 798/2008 (vlees van pluimvee, eieren, eiproducten) Verordening (EG) 119/2009/ (vlees van wilde leporidae, wilde landzoogdieren) Beschikking 2007/453/EG (BSE-status) Beschikking 2004/211/EG (levende paardachtigen) Addendum 2. Levende dieren Inhoud
GN-code / omschrijving / landenlijsten Vrijwaringsmaatregelen – bijzonderheden Certificaten/modeldocumenten Verordening (EG) 206/2010 (hoefdieren) Verordening (EG) 119/2009 (pluimvee) Verordening (EG) 1251/2008 (Aquacultuurdieren) Verordening (EG) 119/2009 (wilde leporidae, landzoogdieren,…) Verordening (EG) 998/2003 (gezelschapsdieren) Beschikking 2004/211/EG (paardachtigen) Uitvoeringsverordening (EU) 139/2013 (vogels) Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU (rundersperma) Beschikking 2006/168/EU (runderembryo’s) Besluit 2010/472/EU (sperma, eicellen, embryo’s van schapen en geiten) Uitvoeringsbesluit 2012/137/EU (varkenssperma)
Hoofdstuk 2. Grensinspectieposten Dieren en producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen in de Europese Gemeenschap worden binnengebracht moeten in een grensinspectiepost aan een veterinaire controle worden onderworpen. De grensinspectiepost voor levende dieren dient wat betreft de infrastructuur te voldoen aan de voorwaarden vervat in bijlage A bij Richtlijn 91/496/EEG (minimumeisen). In beschikking 2001/881/EG wordt bepaald dat de veterinaire controles (levende dieren en dierlijke producten) alleen mogen verricht worden in de erkende grensinspectieposten die in de lijst in de bijlage I bij die beschikking zijn opgenomen (bijlage 2) De erkenning kan beperkt worden tot bepaalde categorieën. De voorwaarden betreffende de ligging, de lokalen, de uitrustingsgoederen en de infrastructuur zijn bepaald in bijlage II en III bij het KB van 10 januari 2010 tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels inzake de erkenning en uitbating van grensinspectieposten. Bv Zweden Naam Göteborg
Traces code SE GOT 1
Type P
Göteborg-Landvetter
SE GOT 4
A
Helsingborg
SE HEL 1
P
Norrköping Stockholm Stockholm-Arlanda
SE NRK 4 SE STO 1 SE STO 4
A P A
Inspectiecentrum Producten HC(2), NHC(2)NT IC 1 HC(2), NHC(2) IC 2 HC(2), NHC-T(FR)(2) NHC-NT(2)
Levende dieren
O E
E HC(2) HC(2), NHC(2)
O
A: Luchthaven P: Zeehaven HC : Producten voor menselijke consumptie NHC: Andere producten NT: Geen temperaturen vereist T(FR): Bevroren producten E: Geregistreerde paardachtigen als omschreven in Richtlijn 90/426/EEG van de Raad O: Andere dieren (met inbegrip van dierentuindieren) dan geregisteerde paardachtigen en hoefdieren (runderen, varkens, schapen, geiten, wilde en gedomesticeerde eenhoevigen) (2) Uitsluitend verpakte producten Zo mogen dus bv. in de zeehaven Stockholm uitsluitend verpakte producten voor menselijke consumptie worden ingevoerd. Geen levende dieren, geen dierlijke bijproducten, geen onverpakte producten voor menselijke consumptie
België Naam Antwerpen
Traces code BE ANR 1
Type P
Brussel-Zaventem
BE BRU 4
A
Gent
BE GNE 1
P
Luik
BE LGG 4
A
Oostende
BE OST 4
A
Zeebrugge
BE ZEE 1
P
Inspectiecentrum GIP LO Afrulog Flightcare Flightcare 2 Avia Partner WFS Swiss Port
IC-1 IC-2
Producten HC(2), NHC HC(2), NHC HC-T(2) NHC(2) HC(2) HC-T(2) HC(2) HC-NT(6), NHC-NT(6) HC, NHC-NT(2), NHC-T(FR) HC(2)
Levende dieren
U,E,O
U,E,O
E HC(2), NHC(2)
A: Luchthaven P: Zeehaven HC : Producten voor menselijke consumptie NHC: Andere producten NT: Geen temperaturen vereist T: Bevroren/gekoelde producten T(FR): Bevroren producten U: Hoefdieren (runderen, varkens, schapen, geiten, wilde en gedomesticeerde eenhoevigen) E: Geregistreerde paardachtigen als omschreven in Richtlijn 90/426/EEG van de Raad O: Andere dieren (met inbegrip van dierentuindieren) dan geregistreerde paardachtigen en hoefdieren (runderen, varkens, schapen, geiten, wilde en gedomesticeerde eenhoevigen) (2) Uitsluitend verpakte producten (6) Uitsluitend vloeibare vetten, oliën en visolie Contactgegevens GIP Antwerpen port
Gent port
Technisch manager Camille Callens
Oostende Airport Zaventem airport
Wouter Thienpont William Luwaert Lieven Vandewiele Alfons Van Diest
Zeebrugge port
Lieven Vandewiele
Liège port
Adres
Tel
Fax
E-mail
Afrulog: Kruipin Haven 1145, 9130 Kallo GIP LO: St Antoniusweg kaai 1795, 9130 Kallo Skaldenstraat 56, 9000 Gent Flying Farm Bat 48, 4460 Grace-Hollogne Nieuwpoortsesteenweg 889-bus 6, 8400 Oostende Bedrijvenzone Machelen Cargo 706, 3e verd, PB 36, 1830 Machelen Minister Beernaertstraat 1 8380 Zeebrugge
03/570 29 29
03/570 29 20
[email protected]
09/210 13 47
09/210 13 31
042/34 87 17
042/34 85 44
[email protected] [email protected]
050/303710
050/303712
HC:02/7535645 NHC/LA:02/7535647
02/7535646
050/36 74 40
050/36 74 41
[email protected] [email protected] [email protected]
Hoofdstuk 3. Voorafgaande kennisgeving en invoermachtiging 3.1. Voorafgaande kennisgeving: onderwerp en uitzonderingen. Een voorafgaande kennisgeving van levende dieren en producten verzonden uit derde landen naar het Belgisch grondgebied dient te gebeuren aan de hand van een Gemeenschappelijk Document van Binnenkomst. Dit is ook het geval voor de voedingsmiddelen van oorsprong of van afkomst uit Japan. Uitzonderingen: geen voorafgaande kennisgeving is vereist voor: a) gezelschapsdieren die hun eigenaar of een natuurlijke persoon die er namens de eigenaar tijdens het verkeer voor verantwoordelijk is, begeleiden en die niet voor verkoop of eigendomsoverdracht bestemd zijn b) postpakketten en colliverkeer Overzicht van de voorafgaande kennisgeving Betreft
Wanneer vooraanmelding?
Producten van dierlijke oorsprong Levende dieren
Vóór de fysieke aankomst op het grondgebied Minstens 1 werkdag vóór de fysieke aankomst op het grondgebied Voor de fysieke aankomst
Levensmiddensmid-delen van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan
GDB: gemeenschappelijk document van binnenkomst X X
TRACES
Niet veterinair GDB
X X
(X)
X
Links Dieren en producten onderworpen aan een voorafgaande kennisgeving: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2007:116:0009:0033:NL:PDF http://www.favv.be/levensmiddelen/nucleaireincidentjapan/default.asp Gemeenschappelijk document van binnenkomst TRACES en geïntegreerd veterinair GDB: http://www.favv.be/dierlijkeproductie/dieren/traces/default.asp Niet veterinair GDB http://www.favv.be/levensmiddelen/invoer/_documents/GDB66906042011desP.pdf
3.2 . Invoermachtiging Een invoermachtiging is een schriftelijke toelating om dieren of producten van dierlijke oorsprong in te voeren op het Belgische grondgebied.
Een invoermachtiging is vereist voor bepaalde levende dieren en producten van dierlijke oorsprong verzonden uit derde landen naar het Belgische grondgebied, doch niet voor persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong en/of postpakketten en colliverkeer.
3.2.1. Producten bestemd voor menselijke consumptie Producten bestemd voor menselijke consumptie zijn niet onderworpen aan een voorafgaande invoermachtiging zelfs indien het niet-geharmoniseerde producten betreft.
3.2.2 Geharmoniseerde dieren en dierlijke bijproducten Tijdens de documentaire controle wordt nagegaan of aan de definitie van geharmoniseerde dieren en producten is voldaan. De lijst van geharmoniseerde dieren en dierlijke bijproducten zijn vervat in bijlage 3. Voor deze dieren/producten dient geen machtiging aangevraagd.
3.2.3. Niet-geharmoniseerde dieren en producten Uit de voorafgaande kennisgeving blijkt dat aan de definitie van geharmoniseerde dieren en producten niet is voldaan. In dit geval zullen Belgische voorschriften gelden om de dieren en producten op de Belgische markt te brengen. De dieren mogen evenwel het Belgische grondgebied verlaten naar een andere lidstaat mits de invoervoorwaarden van de betrokken lidstaat bekend en gerespecteerd zijn. Indien deze voorwaarden niet ter beschikking zijn in de GIP, worden de Belgische voorwaarden van toepassing. De producten mogen het Belgische grondgebied verlaten naar een andere lidstaat mits de invoervoorwaarden van de betrokken lidstaat bekend en gerespecteerd zijn. De gunstige uitkomst van de controles van de nationale voorwaarden leidt ook hier tot de aflevering van een GDB. De voorschriften voor invoer worden samengevat in een invoermachtiging. Om eventuele weigering of andere problemen te vermijden wordt de invoermachtiging best aangevraagd vóór het vertrek van de zending uit het derde land.
3.2.4. Speciale gevallen 3.2.4.1. Invoer van voor onderzoek en diagnose bestemde monsters, van handelsmonsters en demonstratiemateriaal De regelgeving voorziet dat de bevoegde overheid van de lidstaat van bestemming een toelating geeft voor invoer. In dit geval dient voorafgaand een invoermachtiging te worden aangevraagd.
Bijlage 4: ‘Aanvraagformulier voor het bekomen van een machtiging voor de invoer uit 3de landen van tentoonstellingsmateriaal (demonstratiemateriaal)(1) of handelsmonsters(2) van dierlijke oorsprong 3.2.4.2. Wederinvoer De regelgeving voorziet uitdrukkelijk een voorafgaande toelating vanwege de bevoegde overheid vooraleer producten na weigering in een derde land mogen terugkeren naar het bedrijf van oorsprong in de lidstaat waar het certificaat is afgegeven. In dit geval dient voorafgaand een wederinvoermachtiging te worden aangevraagd. 3.2.4.3 Aanvraag van een (weder)invoermachtiging Het aanvraagformulier voor de invoermachtiging is toegevoegd in bijlage 5 (levende dieren) en 6 (niet geharmoniseerde dierlijke bijproducten) en is tevens beschikbaar op de website van het FAVV. De instructie en de aanvraagformulieren zijn te vinden via http://www.favv.be/dierlijkebijproducten/documentatie/
Hoofdstuk 4. Veterinaire invoercontrole 4.1. Documentencontrole 4.1.1. Levende dieren Voor aquacultuurdieren, bepaalde soorten bijen en hommels, broedeieren, hoefdieren, hond, kat, fret, in gevangenschap gefokte vogels, paarden, paardachtigen, pluimvee, sperma van paardachtigen, runderen, schapen, geiten en varkens, eicellen van paardachtigen, schapen en geiten en embryo’s van paarden, paardachtigen, runderen, schapen en geiten worden de landenlijsten en de modelcertificaten geverifieerd . De geharmoniseerde modelcertificaten zijn consulteerbaar in TRACES (handelswijze zie bijlage 7) Voor niet-geharmoniseerde diersoorten worden de invoervoorwaarden (incl. de benodigde documenten) beschreven in de invoermachtiging. Belgische inspectiecentra waar de controles dienen te gebeuren: Grensinspectiepost Brussel-Zaventem (BE BRU 4) Luik (BE LGG 4) Oostende (BE OST 4)
Inspectiecentrum Flightcare 2 IC-2
Erkenning Alle levende dieren Alle levende dieren Geregistreerde paarden
Hoe controleren: Naast een algemene controle voor de vereisten van certificaten: a) Bij in gevangenschap gefokte vogels wordt nagegaan of - de vogels afkomstig zijn uit een erkend derde land (zie punt I) en uit een erkend vermeerderingsbedrijf; - de vogels onderworpen werden 7 à 14 dagen vóór de verzending aan een virusdetectietest met negatieve resultaten voor virussen van aviaire influenza en de ziekte van Newcastle; - de vogels niet ingeënt zijn tegen aviaire influenza; - het identificatienummer diergezondheidscertificaat;
van
de
pootring
of
de
microchip
aanwezig
is
op
het
- de verklaring van de importeurs (of hun vertegenwoordigers) aanwezig waarin ze een schriftelijke verklaring verstrekken in een officiële taal van de lidstaat van binnenkomst, die is ondertekend door de voor de quarantainevoorziening of het quarantainestation verantwoordelijke persoon, waarin wordt verklaard dat de vogels daar in quarantaine zullen worden genomen. Deze verklaring moet duidelijk de naam, het adres en het erkenningsnummer van de quarantainevoorziening of het quarantainestation vermelden.
b) Bij paarden en paardachtigen moet het gezondheidscertificaat zijn afgegeven op de dag van inlading van de paardachtigen met het oog op verzending naar de lidstaat van bestemming of, wanneer het geregistreerde paarden betreft, op de laatste werkdag vóór de inlading. c) In geval van pluimvee zijn de documenten tien dagen geldig, tenzij anders vermeld. In geval van vervoer per schip wordt de geldigheidstermijn verlengd met de duur van de reis. Daartoe wordt het origineel van de verklaring van de kapitein aan het veterinair certificaat toegevoegd. d) Voor de overige (niet-geharmoniseerde dieren en levende producten): zie invoermachtiging e) Bij runderen de verklaring in verband met BSE bij invoer van runderen nagaan. CITES-documenten: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 757/2012 en Verordening (EG) nr. 338/97. Frequentie: 100%
4.1.2 Producten van dierlijke oorsprong Controle van de certificaten en documenten zoals voorgeschreven door de desbetreffende EUregelgeving . De geharmoniseerde modellen zijn consulteerbaar in TRACES (zie bijlage 7). In geval van een wederinvoer wordt in de machtiging gespecificeerd welke documenten nog voorgelegd moeten worden. Belgische inspectiecentra waar de controles dienen te gebeuren: Grensinspectiepost Brussel-Zaventem (BE BRU 4)
Antwerpen (BE ANR 1) Gent (BE GNE 1) Zeebrugge (BE ZEE 1) Liège (BE LGG 4)
Inspectiecentrum Flightcare Avia Partner WFS Swiss Port GIP LO Afrulog
Erkenning
Uitsluitend verpakte producten Uitsluitend verpakte producten Geen temperaturen vereist Uitsluitend vloeibare vetten, oliën en visolie Uitsluitend verpakte producten Alle dierlijke producten HC
Controle: voorgeschreven model, volledig en correct ingevuld en afgeleverd, in originele versie tenzij de regelgeving het anders voorziet. Deze controles worden uitgevoerd worden door officiële dierenartsen, onder algemeen toezicht van de technisch manager (TM) van de betrokken grenscontrolepost. Bij uitzondering, voorzien in de beschikking van de Commissie 93/352/EG mogen de invoercontroles op visserijproducten uitgevoerd worden door anders gekwalificeerde medewerkers.
4.2. Overeenstemmingscontrole 4.2.1. Levende dieren Visuele worden een representatief aantal verpakkingen geïnspecteerd om na te gaan of de begeleidende documenten overeenstemmen met de inhoud van de partij en om welke diersoort(en) het gaat. Bij aquacultuurdieren, bepaalde soorten bijen en hommels, broedeieren, pluimvee worden tenminste een representatief aantal verpakkingen en/of containers het daarop aangebrachte merkteken gecontroleerd. Wanneer de partij uit een groot aantal dieren bestaat mag de overeenstemmingscontrole beperkt worden tot 10% van de dieren van een partij, met per partij een minimum van tien dieren die representatief zijn voor de partij. Bij paarden en paardachtigen, hoefdieren, honden, katten, fretten wordt de overeenstemmingscontrole voor ieder dier van een partij uitgevoerd. Wanneer bij de eerste controles geen bevredigende resultaten zijn verkregen, wordt het aantal gecontroleerde dieren verhoogd, en worden eventueel alle dieren in de partij gecontroleerd. Identiteitscontrole: controle op het chipnummer, het oormerknummer, het ringnummer of het tatoeagenummer en of het overeenstemt met de vermelding(en) op de documenten. Identiteitscontrole van vogels: controle van de aanwezigheid van een naadloze, gesloten pootring of een microchip met een uniek nummer, alsook controle of de vogels vervoerd worden in nieuwe containers die aan de buitenkant individueel zijn geïdentificeerd met een identificatienummer dat overeenstemt met het op het diergezondheidscertificaat vermelde identificatienummer. In geval van sperma, eicellen, embryo’s beperkt de overeenstemmingscontrole zich tot de controle van de verzegeling van de partij om beschadiging van de producten te vermijden.
4.2.2. Producten van dierlijke oorsprong, humane consumptie Wanneer de producten in containers aankomen en verzegeld zijn, een controle of deze verzegeling intact is en of de daarop vermelde gegevens overeenstemmen met de gegevens van het begeleidend document of certificaat. In de overige gevallen: - Voor alle soorten producten een controle op de aanwezigheid van officiële stempels of merktekens of keuringsmerktekens voor identificatie van het land en de inrichting van oorsprong en op de overeenstemming van een en ander met de stempels en merktekens vermeld op het certificaat of document; - Voor producten in onmiddellijke verpakking of eindverpakking, bovendien controle van de in de veterinaire regelgeving voorgeschreven specifieke etikettering.
Etikettering van voorverpakte levensmiddelen. De strikte definitie van een voorverpakt voedingsmiddel volgens het KB van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte levensmiddelen vermeldt het volgende: “de verkoopeenheid, bestaande uit een voedingsmiddel en het verpakkingsmiddel waarin dit alvorens te koop te worden aangeboden is verpakt, waarbij dit verpakkingsmiddel het voedingsmiddel geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast.” M.a.w. elk product dat verpakt is op een zodanige wijze dat de verpakking dient gescheurd, geknipt, verwijderd of opgelicht te worden, waarbij de inhoud niet kan gewijzigd worden zonder aan een verpakkingsmateriaal te raken, dient als voorverpakt te worden beschouwd en valt bijgevolg onder het KB van 13/09/1999. Dit houdt concreet in dat volgende vermeldingen steeds op de etikettering dienen aanwezig te zijn:
29/12/2013
Veterinaire invoercontrole
69
De verkoopsbenaming die aangeeft om welk product het gaat; De lijst met ingrediënten. Het ingrediënt waarvan het meest gebruikt is in het product, moet het eerst vermeld staan, enz. Ook de additieven moeten op de ingrediëntenlijst staan; De inhoud: hoeveelheid ml, liter, gram of kg zit er in de verpakking = netto-productinhoud!
De datum van minimale houdbaarheid of, bij uit microbiologisch oogpunt zeer bederfelijke voedingsmiddelen de uiterste verbruiksdatum; 29/12/2013
Veterinaire invoercontrole
70
De bijzondere bewaar- en gebruiksvoorwaarden;, bv. “bewaren in de koelkast” of “bewaren op een koele droge plaats”; De naam (of handelsnaam) en het adres van de fabrikant, verpakker, invoerder of verkoper; Het erkenningsnummer in geval van dierlijke producten De plaats van oorsprong of herkomst indien het weglaten ervan de verbruiker zou kunnen misleiden De aanwijzing of de producten afkomstig zijn van genetisch gemodificeerde organismen. 29/12/2013
Veterinaire invoercontrole
71
De lijst met ingrediënten
De verkoopsbenaming die aangeeft om welk product het gaat
De plaats van oorsprong of herkomst indien het weglaten ervan de verbruiker zou kunnen misleiden
De bijzondere bewaar- en gebruiksvoorw aarden
Het erkennings nummer in geval van dierlijke producten
29/12/2013
De datum van minimale houdbaarheid
De inhoud De naam (of handelsnaam) en het adres van de fabrikant Veterinaire invoercontrole
72
Deze controles worden uitgevoerd door officiële dierenartsen, onder algemeen toezicht van de technisch manager (TM) van de betrokken grenscontrolepost. Bij uitzondering, voorzien in Beschikking 93/352/EG, mogen de invoercontroles op visserijproducten uitgevoerd worden door anders gekwalificeerde medewerkers.
4.2.3. Dierlijke bijproducten Wanneer de producten in containers aankomen en verzegeld zijn, volgt een controle om na te gaan of deze verzegeling intact is en of de daarop vermelde gegevens overeenstemmen met de gegevens van het begeleidend document of certificaat. In de overige gevallen: a) Voor alle soorten producten een controle op de aanwezigheid van officiële stempels of merktekens of keuringsmerktekens voor identificatie van het land en de inrichting van oorsprong en op de overeenstemming van een en ander met de stempels en merktekens op het certificaat of document; b) Controle van de in de veterinaire wetgeving voorgeschreven specifieke etikettering volgens Verordening 142/2011, bijlage VIII, hoofdstuk II.
4.3. Materiële /fysieke controle 4.3.1. Levende dieren Bij bepaalde soorten bijen, hommels en andere insecten, honden, katten, fretten, vogels, pluimvee, knaagdieren, haasachtigen, reptielen en amfibieën, ongewervelde dieren, bepaalde als gevaarlijk beschouwd dierentuindieren en circusdieren en pelsdieren omvat het klinisch onderzoek een observatie van de gezondheidstoestand en het gedrag van het dier, de gehele groep of een representatief aantal dieren. Wanneer bij de eerste controles geen bevredigende resultaten zijn verkregen, wordt het aantal gecontroleerde dieren verhoogd. Wanneer uit de hierboven bedoelde controles enige anomalie blijkt, is grondiger onderzoek vereist, eventueel met inbegrip van bemonstering. Bij voor het laboratorium bestemde dieren met SPF-status (specifiek pathogeenvrij), die onder gecontroleerde omstandigheden in verzegelde containers worden vervoerd, worden het klinisch onderzoek en de bemonstering alleen uitgevoerd wanneer wordt vermoed dat er een specifiek risico bestaat in verband met de betrokken soort of de herkomst ervan of wanneer andere onregelmatigheden worden vastgesteld. Voor het uitvoeren van de fysieke controle bij tweehoevigen en paardachtigen dienen de dieren in de aanwezigheid van de officiële dierenarts te worden uitgeladen. De dieren worden: - onderzocht om na te gaan of zij geschikt zijn om te worden vervoerd; - onderworpen aan een klinisch (i.e. visueel) onderzoek, met eventueel monsterneming om na te gaan of de in het veterinaire certificaat vastgestelde eisen wordt voldaan. Alleen in geval van een verdenking van ziekte mag een partij dieren in de GIP vastgehouden in afwachting van de uitkomsten van de laboratoriumtesten. Het klinisch onderzoek omvat ten minste: - een visueel onderzoek van het dier, inclusief een algemene beoordeling van de gezondheidsstatus, de mogelijkheid om vrij te bewegen, de staat van de huid en eventuele tekenen van abnormale ontlasting; - controle van het ademhalings- en het spijsverteringsstelsel; - willekeurige controle van de lichaamstemperatuur. Deze controle is niet nodig bij dieren waarbij geen anomalieën bij de visuele controle zijn vastgesteld;
- palpatie is ook alleen vereist wanneer anomalieën zijn geconstateerd. Broedeieren: het onderzoek omvat een schouwing van een representatief aantal eieren op afwijkende schalen, breuken. Sperma, eicellen, embryo’s: controle van de verzegeling van de partij. Het onderzoek van levende dieren behelst bovendien de verificatie van de vervoerseisen inzake dierenwelzijn, volgens Verordening (EG) nr. 1/2005. In geval van luchtvervoer dienen de IATA-voorschriften gerespecteerd te zijn.
4.3.2. Producten van dierlijke oorsprong, humane consumptie De materiële controle van dierlijke producten heeft tot doel te garanderen dat de producten nog steeds beantwoorden aan de bestemming die is aangegeven in het veterinair certificaat of document, namelijk de geschiktheid voor menselijke consumptie, door: - Organoleptisch onderzoek: bv. geur, kleur, smaak; - Eenvoudige fysische of chemische tests: in plakken snijden, ontdooien, koken; - Laboratoriumtests voor de opsporing van residuen, pathogenen, contaminanten en/of bederf of andere vormen van aantasting. De volgende handelingen worden steeds verricht: a) Verificatie van de vervoersomstandigheden en van de gebruikte vervoermiddelen, met name om eventuele gebreken aan de hygiëne of onderbrekingen van de koudeketen aan het licht te brengen; b) Verificatie van het werkelijke gewicht van de partij eventueel vergeleken met het in het veterinair certificaat of document aangegeven gewicht, desgevallend moet de hele partij worden gewogen; c) Verificatie van het gebruikte verpakkingsmateriaal, evenals de daarop aangebrachte vermeldingen (stempels, etikettering) om na te gaan of zij aan de communautaire regelgeving voldoen; d) Verificatie van de naleving tijdens het vervoer van de in de communautaire regelgeving vastgestelde temperatuursvoorschriften; e) Een aantal verpakkingseenheden of, voor onverpakte producten, verschillende monsters moeten apart worden genomen voor organoleptisch onderzoek, chemisch-fysische tests en laboratoriumonderzoek. Bij het onderzoek worden monsters gebruikt uit de gehele partij. Indien nodig wordt een deel van de partij gelost om de volledige partij te kunnen bemonsteren. Het onderzoek wordt verricht op 1% van het totale aantal stuks of verpakkingseenheden waaruit de partij bestaat, met een minimum van twee en een maximum van tien. Naar gelang het product, en de daarvoor geldende voorschriften, en de omstandigheden mag de officiële dierenarts evenwel omvangrijker controles toepassen. Voor onverpakte producten worden representatieve monsters uit de gehele partij genomen. In de volgende gevallen kan opdracht worden gegeven om het vervoermiddel volledig te lossen:
- De partij is zodanig geladen dat zij niet helemaal bereikbaar is bij een gedeeltelijke lossing; - Bij de steekproefcontrole zijn onregelmatigheden aan het licht gekomen; - Bij de vorige partij zijn onregelmatigheden geconstateerd; - De officiële dierenarts vermoedt dat er sprake is van onregelmatigheden; - Indien de wederinvoertoelating deze voorwaarde bevat. Deze controles worden uitgevoerd door officiële dierenartsen, onder algemeen toezicht van de technisch manager (TM) van de betrokken grenscontrolepost. Bij uitzondering, voorzien in Beschikking 93/352/EG mogen de invoercontroles op visserijproducten uitgevoerd worden door anders gekwalificeerde medewerkers.
4.3.3. Dierlijke bijproducten De volgende handelingen worden steeds verricht: a) Verificatie van de vervoersomstandigheden (hygiëne) en van de gebruikte vervoermiddelen, met name om eventuele gebreken of , desgevallend, onderbrekingen van de koudeketen aan het licht te brengen. b) Het werkelijke gewicht van de partij wordt vergeleken met het in het veterinair certificaat of document aangegeven gewicht en eventueel wordt de hele partij gewogen. c) Het gebruikte verpakkingsmateriaal wordt gecontroleerd, evenals de daarop aangebrachte vermeldingen (stempels, etikettering) om na te gaan of zij aan de communautaire wetgeving voldoen. d) De naleving tijdens het vervoer van de in de communautaire wetgeving vastgestelde temperatuursvoorschriften wordt steeds gecontroleerd. e) Verschillende verpakkingseenheden of, voor onverpakte producten, verschillende monsters worden apart gehouden voor organoleptisch onderzoek, chemisch-fysische tests en laboratoriumonderzoek. Bij het onderzoek worden monsters gebruikt uit de gehele partij en indien nodig moet een deel van de partij worden gelost om de volledige partij te kunnen bemonsteren. Het onderzoek wordt verricht op 1% van het totale aantal stuks of verpakkingseenheden waaruit de partij bestaat, met een minimum van twee en een maximum van tien. Naar gelang het product en de omstandigheden mogen de veterinaire diensten evenwel omvangrijker controles eisen. Voor onverpakte producten worden representatieve monsters uit de gehele partij genomen. Slechts in de volgende gevallen moet het vervoermiddel volledig worden gelost: - De partij is zo geladen dat zij niet helemaal bereikbaar is bij een gedeeltelijke lossing; - Bij de steekproefcontrole zijn onregelmatigheden aan het licht gekomen; - Bij de vorige partij zijn onregelmatigheden geconstateerd; - De officiële dierenarts vermoedt dat er sprake is van onregelmatigheden.
4.4. Beslissing 4.4.1 Aanhouding 4.4.1.1. Producten van dierlijke oorsprong Wanneer bij de veterinaire invoercontrole regulariseerbare non-conformiteiten worden vastgesteld, wordt de partij aangehouden in afwachting van een uiteindelijke beslissing. (In geval geoordeeld wordt dat geen regularisatie kan doorgevoerd worden, wordt de invoer/doorvoer van de producten onmiddellijk geweigerd). Gedurende de aanhouding blijft de partij onder toezicht van de GIP. De officiële dierenarts welke de aanhouding uitvoert ziet er op toe dat de goederen onder de gepaste omstandigheden zijn ondergebracht: nl. hygiënisch, aan de vereiste temperatuur en onvervreemdbaar. Indien hij het nodig acht, voegt hij een detailbeschrijving van de aangehouden partij aan het dossier toe, desgevallend vraagt hij een ondertekening door de belanghebbende bij de lading. De aanhouding wordt aan de belanghebbende bij de lading door de officiële dierenarts van de grensinspectiepost die het dossier beheert gemeld met het formulier “Aanhouding van een partij” (bijlage 8). Na gebeurlijke regularisatie wordt het G(V)DB afgewerkt (invoer/doorvoer toegelaten). In geval geen regularisatie kan worden bekomen, worden de producten voor invoer/doorvoer geweigerd.
4.4.1.2.. Levende dieren Een partij levende dieren wordt aangehouden In het kader van een vrijwaringsmaatregel, een instructie voor een laboratoriumanalyse of wanneer de controledierenarts enige verdenking van non-conformiteit heeft; Bij ontoereikende veterinaire certificaten of documenten; Bij gebrekkige identificatie: onleesbare chip, onleesbare tatoeage, ontbrekend paspoort,… In geval van ziekte, zichtbare letsels,… In dat geval wordt een behandeling door een praktijkdierenarts ingesteld. De kosten hiervan zijn ten laste van de belanghebbende bij de lading, die het keuzerecht van behandelde dierenarts behoudt; Wanneer er inbreuken op het dierenwelzijn tijdens het vervoer worden vastgesteld, om de dieren tot rust te laten komen en betere vervoersomstandigheden te laten voorzien door de belanghebbende bij de lading. Ook hier wordt de aanhouding aan de belanghebbende bij de lading gemeld met het formulier “Aanhouding van een partij” (bijlage 8), wordt na gebeurlijke regularisatie het G(V)DB verder afgewerkt en worden in geval van geen regularisatie de dieren geweigerd.
4.4.2 Vrijgave In geval van een gunstige veterinaire beslissing en na instemming van de douaneautoriteiten vergezelt het originele G(V)DB de producten tot de op het document aangeven eindbestemming. De officiële dierenarts van de GIP bewaart een kopie van het G(V)DB. Hij bewaart ook het originele veterinaire certificaat of de documenten die de producten vergezellen, alsook een kopie van het G(V)DB. Voor partijen producten die worden doorgevoerd of overgeladen en waarvan de uiteindelijke bestemming buiten de Gemeenschap ligt, blijven de originele veterinaire documenten van de producten bij aankomst, de partij evenwel verder vergezellen en worden in de GIP slechts kopieën ervan bewaard.
4.4.3 Voorlopige weigering Een definitieve weigering wordt altijd voorafgegaan door de voorlopige weigering, om de belanghebbende bij de lading de mogelijkheid te bieden een tegencontrole te laten uitvoeren. De belanghebbende van de lading wordt op de hoogte gebracht van de voorlopige weigering door middel van het formulier ”Voornemen tot weigering van een partij” (bijlage 9). De aanvraag voor tegencontrole moet binnen de 24 uur ingediend worden bij het PCE-hoofd, die de TM van de GIP belast met de organisatie van de uitvoering ervan. De tegencontrole wordt uitgevoerd door een officiële dierenarts, die op onpartijdige en onbevooroordeelde wijze deze controle uitvoert. De tegencontrole omvat de 3 elementen van de gewone controle, met bijzondere aandacht voor de elementen die geleid hebben tot de voorlopige weigering. De officiële dierenarts die de tegencontrole uitvoert, kan bijkomende documenten opvragen, bijkomende controle activiteiten uitvoeren, inclusief laboratoriumonderzoeken. De beslissing van de tegencontrole is bindend.
4.4.4 Definitieve weigering Een definitieve weigering volgt bij ontbreken van een aanvraag van tegencontrole binnen de 24 uur na betekenen van de voorlopige weigering aan de belanghebbende bij de lading, of indien de belanghebbende afziet van zijn recht op tegencontrole of een bevestiging van de nonconformiteit bij de tegencontrole. De belanghebbende van de lading wordt op de hoogte gebracht van de definitieve weigering door middel van het formulier ”Definitieve weigering van een partij” (bijlage 10), alsook door het volledig ingevuld deel II van het G(V)DB.
4.4.5 Maatregelen na weigering 4.4.5.1. Behandeling in geval van producten van dierlijke oorsprong. Producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de regelgeving, worden in beslag genomen en kunnen – buiten het vernietigen of het terugzenden – aan andere passende
maatregelen worden onderworpen (indien mogelijk), zoals het aanwenden voor andere doeleinden dan die waarvoor zij oorspronkelijk waren bedoeld, zijnde - een behandeling of verwerking om de producten in overeenstemming te brengen met de eisen van de communautaire regelgeving, met inbegrip van ontsmetting, indien noodzakelijk, maar met uitsluiting van verdunning; - verwerking op enige andere passende manier voor andere doeleinden dan dierlijke consumptie. Deze beslissing kan enkel genomen worden na overleg met en toestemming van de dienst import-export van het FAVV. In het G(V)DB wordt vak 35, punt 3 (verwerking) en vak 36 (reden van weigering) aangevuld. De behandeling wordt - indien zij wordt toegepast op een plaats buiten de grenscontrolepost opgevolgd door de officiële dierenarts, onder de T5-procedure van de douane (kanalisatie), daaronder begrepen effectiviteitstesten, indien voorgeschreven.
4.4.5.2. Vernietiging 4.4.5.2.1.Producten van dierlijke oorsprong Wanneer terugzending of enige andere oplossing uitgesloten is of de non-conformiteit hiertoe verplicht in geval van gevaar voor de gezondheid van mens, dier of plant of wanneer de belanghebbende daartoe beslist. In het G(V)DB wordt vak 35 ‘NIET TOEGELATEN’ aangekruist in 2. Vernietiging, vak 36 “REDEN VAN WEIGERING”, wordt aangekruist met van één of meerdere van de aangegeven mogelijkheden en vak 37 ‘Details gecontroleerde bestemming (33-35) wordt aangevuld.
4.4.5.2.2. Levende dieren ‘Vernietiging’ wanneer terugzending niet mogelijk is. Het slachten kan enkel voor nutsdieren en wanneer zij niet uitgesloten moeten worden van de voedselketen. Zo niet volgt euthanasie en vernietiging. Het G(V)DB wordt in vak 38 “Niet toegelaten” aangekruist met “2. Slacht” of “3. Euthanasie”, en vak 37 “Reden voor weigering”, aangekruist met één of meerdere van de aangegeven mogelijkheden.
4.4.5.3. Terugzending. 4.4.5.3.1. Producten van dierlijke oorsprong Terugzending is alleen toegestaan wanneer er geen imminent gevaar is voor de gezondheid van mens, dier of plant en indien a) de bestemming is overeengekomen met de belanghebbende, b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de bevoegde autoriteit van het derde land van oorsprong, of het derde land van bestemming, indien verschillend, in kennis heeft gesteld van de
redenen en omstandigheden waarom de betrokken producten niet in de Gemeenschap in de handel kunnen worden gebracht, en c) het derde land van bestemming niet het derde land van oorsprong is, de bevoegde autoriteit van het derde land van bestemming heeft meegedeeld bereid te zijn de partij te aanvaarden, in het besef van de weigering tot invoer in de Gemeenschap. De terugzending moet binnen de 60 dagen gebeuren, zo niet moet de partij worden vernietigd (tenzij vertraging met een geldige reden). In het G(V)DB wordt vak 35 “NIET TOEGELATEN”, 1. Wederuitvoer aangekruist en in vak 36 “REDEN VAN WEIGERING” één of meerdere van de aangegeven mogelijkheden aangegeven. Een bewijs (bv. vrachtbrief van export, AWB of B/L) dient voorgelegd te worden door belanghebbende dat deze terugzending werkelijk heeft plaatsgegrepen.
de
4.4.5.3.2. Levende dieren Terugzending is mogelijk indien geen gevaar voor de volks- en/of diergezondheid en op voorwaarde dat het dierenwelzijn niet geschaad wordt. De belanghebbende bij de lading bevestigt schriftelijk zijn akkoord evenals de maatregelen die hij genomen heeft om de terugzending binnen de door de TM-GIP vastgestelde termijn uit te voeren. In het GVBD wordt , vak 38 “Niet toegelaten” ,aangekruist met “1. Terugzending”, en in vak 37 “Reden voor weigering”, kruist men een van de gegeven mogelijkheden aan. De belanghebbende bij de lading neemt alle maatregelen om de terugzending te realiseren. Nadien moet een bewijs (bv. kopie luchtvrachtbrief van export) voorgelegd worden aan de officiële dierenarts. Dit document wordt bewaard in het dossier van de partij, bij de andere te bewaren documenten.
4.4.6 Kanalisatie (art. 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG) (douaneprocedure T5). Richtlijn 97/78/EG tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (voor wat betreft producten niet bestemd voor menselijke consumptie omgezet in het KB van 28/09/2000 betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd), stelt dat in bepaalde gevallen en voor bepaalde producten die geacht worden een hoger risico in te houden, na de veterinaire controles in de grensinspectiepost (GIP), de producten vanaf de GIP van binnenkomst tot aan de inrichting op de plaats van bestemming onder toezicht moeten staan. In deze gevallen en/of voor deze producten dient na de veterinaire controle de kanalisatieprocedure van art. 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG (douaneprocedure T5) worden toegepast.
4.4.6.1 Overzicht van producten/gevallen waarvoor de kanalisatieprocedure van art. 8, lid 4 dient te worden toegepast De kanalisatieprocedure van art. 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG dient te worden toegepast in volgende gevallen:
Vlees van ingevoerd niet onthuid vrij haarwild, omwille van de hygiënische controle en de opsporing van residuen die in de inrichting van bestemming moeten gebeuren. Producten bestemd voor een andere lidstaat die of een gebied dat specifieke eisen heeft gekregen in het kader van de communautaire wetgeving. Voor specifieke doeleinden toegestane invoer en in de communautaire wetgeving voorgeschreven gevallen.
Bijlage 11 geeft een overzicht van de dierlijke bijproducten (DBP) niet bestemd voor menselijke consumptie die in overeenstemming met de eisen van art. 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG rechtstreeks naar de plaats van bestemming dienen te worden vervoerd, alsook de toegestane bestemming van deze producten. Art. 15 van richtlijn 97/78/EG legt de kanalisatieprocedure van art. 8, lid 4 ook op bij wederinvoer van een door een derde land geweigerde partij van uit de Gemeenschap afkomstige producten. Volgens de kanalisatieprocedure van art 8, lid 4 van richtlijn 97/78/EG dient de officiële dierenarts van de plaats van bestemming, die in kennis is gesteld door de voor de inrichting van bestemming verantwoordelijke persoon, binnen 15 dagen de officiële dierenarts van de GIP van binnenkomst, ter kennis te brengen dat het product ter bestemming is aangekomen. De officiële dierenarts van de plaats van bestemming verricht regelmatig controles om, met name door een controle van het aankomstregister, na te gaan of de producten in de inrichting van bestemming zijn aangekomen.
4.3.6.2 Grensinspectiepost De officiële dierenarts in de GIP van binnenkomst voert de in richtlijn 97/78/EG bedoelde veterinaire controles uit. Op deel 2 van het “Gemeenschappelijk veterinair document van Binnenkomst “ (GDB) dient in vak 33 afhankelijk van het geval “procedure artikel 8” of “wederinvoer van EU-producten (artikel 15)” worden aangekruist. In vak 37 van het GDB dient het adres en het erkennings/toelatingsnummer van de toegestane bestemming worden ingevuld. De officiële dierenarts in de GIP verzegelt de zending en ziet erop toe dat de dierlijke producten worden verzonden in lekvrije voertuigen of containers. Voor zendingen met bestemming België voegt hij een kopie van het meldingsformulier (zie aanverwant document) toe aan het GDB (bijlage 12) Op het meldingsformulier wordt door de GIP aangeduid aan welke dienst de ontvangst van de zending dient gemeld te worden door de verantwoordelijke van de inrichting op de plaats van bestemming. De officiële dierenarts in de GIP van binnenkomst ziet erop toe dat de betrokken dierlijke producten van de GIP van binnenkomst naar de inrichting op de plaats van bestemming worden verzonden onder T5 douane toezicht. Het nummer van het T5 document wordt door de douane in vak 42 van het GDB ingevuld en in vak 40 van het T5 formulier wordt het GDB nummer vermeld (op deze wijze zijn beide documenten aan elkaar gelinkt).
Hoofdstuk 5 Veterinaire invoercontrole op samengestelde producten 5.1 Definities. Samengestelde producten: voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen die zowel verwerkte producten van dierlijke oorsprong als producten van plantaardige oorsprong bevatten, met inbegrip van levensmiddelen waarbij de verwerking van het primaire product een integrerend deel van de productie van het eindproduct vormt. Verwerking: handeling die het oorspronkelijke product ingrijpend wijzigt, onder meer door middel van verhitten, roken, zouten, rijpen, drogen, marineren, extraheren of extruderen, of een combinatie van dergelijke behandelingen. Verwerkte producten: levensmiddelen die zijn ontstaan door de verwerking van onverwerkte producten; deze producten kunnen ingrediënten bevatten die nodig zijn voor de vervaardiging ervan of om ze specifieke kenmerken te geven. Bovenstaande houdt in dat de gelijktijdige aanwezigheid van dierlijke producten en plantaardige producten niet automatisch betekent dat het samengestelde producten betreft. Levensmiddelen - die producten van plantaardige oorsprong en onverwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten, of - waarbij het product van plantaardige oorsprong nodig is voor de productie van het verwerkte product van dierlijke oorsprong of dient om dit specifieke eigenschappen te geven vallen niet onder de samengestelde producten.
5.2 Veterinaire controles In bijlage 1 is een schema bijgevoegd waarin voor de verschillende typen samengestelde producten wordt aangeduid of ze onderworpen zijn aan een veterinaire invoercontrole en van welke documenten de partij vergezeld moet zijn.
7.2 Samengestelde producten
Dierlijke producten in samengestelde producten voor menselijke consumptie Vlees
Zuivel
Ei Vis
29/12/2013
Aandeel
Veterinaire controle
0 < x < 100%
Ja
0<x<50%
Stabiel bij omgevingst°
Nee
Niet stabiel bij omgevingst°
Ja
0 < x < 50%
Nee
50 < x < 100%
Ja
0 < x < 50%
Nee
50 < x < 100%
Ja
Veterinaire invoercontrole
113
Samengestelde producten
Samengestelde producten die a) vleesproducten bevatten, b) meer dan 50% verwerkte producten van dierlijke oorsprong (anders dan vleesproducten) bevatten, c) geen vleesproducten en minder dan 50% andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten en waarbij de eindproducten niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 van Beschikking 2007/275/EG (zie hieronder), moeten altijd aan een veterinaire invoercontrole worden onderworpen. Wanneer een samengesteld product verschillende producten van dierlijke oorsprong bevat, moeten de aandelen van de afzonderlijke dierlijke producten opgeteld worden om te bepalen of het eindproduct al dan niet aan controle moet worden onderworpen. De voorwaarden van artikel 6 hebben betrekking op samengestelde producten (eindproducten) die voor minder dan 50% bestaan uit andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong dan vleesproducten: a) stabiel bij omgevingstemperatuur of tijdens de vervaardiging door en door verhit; b) duidelijk aangegeven als bestemd voor menselijke consumptie; c) stevig verpakt of in schone gesloten recipiënten bewaard; d) vergezeld van een handelsdocument en voorzien zijn van een etiket die samen informatie verstrekken over de aard, de hoeveelheid en het aantal verpakkingen, het land van oorsprong, de fabrikant en de ingrediënten.
De douane bepaalt op basis van het certificaat, handelsdocument en/of etiket welke samengestelde producten gecontroleerd moeten worden in de GIP. De belanghebbende moet de nodige informatie leveren. Wanneer de precieze samenstelling niet duidelijk is (percentage dierlijke producten), dan dienen de producten zeker in de GIP gecontroleerd te worden.
5.3 Herkomst van de producten Samengestelde producten, die a) vleesproducten b) zuivelproducten (>50% of <50% en niet voldoend aan de voorwaarden van art. 6) c) eiproducten of verwerkte visserijproducten (>50%) bevatten, moeten afkomstig zijn uit een derde land erkend voor export naar de EU van de dierlijke producten verwerkt in die samengestelde producten. De dierlijke producten, gebruikt voor de productie van deze samengestelde producten, moeten afkomstig zijn van bedrijven erkend voor de export naar de EU van de betreffende producten. Vleesproducten in samengestelde producten kunnen afkomstig zijn uit a) het land van uitvoer (mits erkend), of b) een lidstaat van de EU, of c) een derde land erkend voor behandeling A indien het land van productie van het samengesteld product ook erkend is voor behandeling A (Beschikking 2007/777/EG4). Zuivelproducten in samengestelde producten kunnen afkomstig zijn uit a) het land van uitvoer (mits erkend), of b) een lidstaat van de EU, of c) een derde land erkend voor de uitvoer van melk en zuivelproducten in kolom A of B van bijlage I van Verordening 605/20105 indien het land van productie van het samengesteld product beschikt over dezelfde erkenning. Samengestelde producten die voor >50% bestaan uit andere dierlijke producten dan vleesproducten, zuivelproducten (>50% of <50% en niet voldoend aan de voorwaarden van art. 6) of eiproducten of verwerkte visserijproducten (>50%) moeten afkomstig zijn uit een derde land erkend voor export naar de EU van de dierlijke producten verwerkt in die samengestelde producten. Zuivelproducten in samengestelde producten mogen alleen komen uit de in bijlage I bij Verordening 605/2010 vermelde landen en moeten conform de voorschriften zijn behandeld, ongeacht het percentage en ongeacht de voorwaarden van artikel 6.
5.4. Certificaten Samengestelde producten met: - vleesproducten - zuivelproducten indien >50% of <50% en niet voldoend aan de voorwaarden van art. 6 - eiproducten of verwerkte visserijproducten indien >50% dienen vergezeld te gaan van een certificaat volgens het model van Verordening 28/2012 bijlage I indien bestemd voor invoer in de EU. Echter, een partij samengestelde producten mag ook vergezeld gaan van het certificaat dat voor de betreffende verwerkte dierlijke producten is opgelegd in plaats van het certificaat voor samengestelde producten.
Samengestelde producten die voor >50% bestaan uit andere dierlijke producten dan - vleesproducten - zuivelproducten (>50% of <50% en niet voldoend aan de voorwaarden van art. 6) - eiproducten of verwerkte visserijproducten (>50%) dienen vergezeld te gaan van een certificaat volgens het model van certificaat van de betreffende dierlijke producten indien bestemd voor invoer in de EU. Samengestelde producten met: - vleesproducten - zuivelproducten indien >50% of <50% en niet voldoend aan de voorwaarden van art. 6 - eiproducten dienen vergezeld te gaan van een certificaat volgens het model van Verordening 28/2012 bijlage II indien bestemd voor opslag en/of doorvoer. Voor andere samengestelde producten in opslag en/of doorvoer is er geen modelcertificaat vastgelegd. Samengestelde producten die - geen vleesproducten en - minder dan 50% andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten en - voldoen aan de voorwaarden van art. 6 dienen vergezeld te gaan van een handelsdocument.
Vleesproducten?
Ja
Veterinaire invoercontrole!
nee nee
Melkproducten ?
INVOER VERBODEN !!!
Ja
Ja nee
Uit landenlijst?
> 50% visserijproducten of eiproducten?
Ja
Hoeveelheid PPOAO > 50% ?
Ja
nee > 50% andere PPOAO (honing, gelatine, slakken,..) nee Is product: -stabiel bij omgevingstemperatuur of behandeling met denaturatie van het rauwe product? -Geïdentificeerd voor HC? -Stevig verpakt/verzegelde containers? Commercieel document aanwezig?
Veterinaire invoercontrole!
nee Ja
Ja
nee
Geen veterinaire invoercontrole!
Veterinaire invoercontrole!
Hoofdstuk 6. Overlading van dieren en producten van dierlijke oorsprong 6.1 Overlading van dierlijke producten afkomstig uit derde landen en bestemd voor invoer in de EU/EER Producten van dierlijke oorsprong afkomstig uit derde landen en bestemd voor invoer in de EU/EER mogen in één GIP binnenkomen om na overlading door de lucht of over zee verder te worden vervoerd naar een andere GIP alwaar de (resterende) controles uitgevoerd worden. De overlading moet plaatshebben binnen het douanegebied van dezelfde (lucht)haven en de GIP’s moeten erkend zijn voor de betreffende categorie producten. Partijen die over de weg van een luchthaven naar een andere worden vervoerd (road feeder services) moeten in de GIP van de luchthaven van binnenkomst aan een volledige invoercontrole worden onderworpen. Deze partijen kunnen voor wat betreft de veterinaire wetgeving niet onder het regime van overlading vallen; voor de douanewetgeving kan dit wel. Hetzelfde geldt voor containers die in een haven aankomen en per spoor naar een andere haven worden verzonden: de volledige invoercontrole moet worden uitgevoerd in de haven van binnenkomst. Voor alle duidelijkheid: partijen dierlijke producten afkomstig uit derde landen die aankomen in een EU/EER (lucht)haven en vandaar verder getransporteerd worden in hetzelfde schip/vliegtuig (die dus niet uitgeladen worden), zijn niet onderworpen aan veterinaire controle in de GIP van de (lucht)haven van binnenkomst.
6.1.1. Kennisgeving Bij de GIP van binnenkomst dienen - partijen bestemd voor overlading binnen de minimumtermijn aangemeld te worden met behulp van het ‘Formulier voor de aanmelding van partijen bestemd voor overlading binnen de minimumtermijn” (zie bijlage 13); - partijen bestemd voor overlading na de minimumtermijn aangemeld te worden met behulp van TRACES. De termijnen hiervoor zijn dezelfde als voor partijen bestemd voor invoer (voor de fysieke aankomst). Bij de GIP van bestemming dienen aangemeld te worden met behulp van TRACES - partijen die binnen de minimumtermijn en - partijen die na de minimum- en voor de maximumtermijn zijn overgeladen in de (lucht)haven van binnenkomst. De GIP van bestemming ontvangt via TRACES weliswaar een automatisch bericht van partijen die na de minimumtermijn zijn overgeladen in de (lucht)haven van binnenkomst en die reeds een deel van de veterinaire invoercontroles hebben ondergaan in de GIP van binnenkomst, maar de belanghebbende moet desalniettemin de partij aanmelden voor de verdere controles.
6.1.2 Controle De GIP van binnenkomst en de GIP van bestemming voeren afhankelijk van de termijn van overlading geen, een deel of alle veterinaire invoercontroles uit op partijen bestemd voor overlading:
Periode tussen aankomst en vertrek in douanegebied van binnenkomst < minimumperiode Minimumperiode< periode < maximumperiode Maximumperiode
Controle D O M GIP van bestemming GIP van GIP van bestemming binnenkomst GIP van binnenkomst
Als de GIP van bestemming niet erkend is voor de betrokken categorie producten, doet de GIP van binnenkomst de volledige veterinaire invoercontrole. Wanneer de partij onvoorzien langer in de (lucht)haven van binnenkomst blijft, dient de belanghebbende de partij aan te melden en aan te bieden voor de controles zoals in het schema voorzien.
6.1.3 Beslissing In geval van een gunstig resultaat van de D-controle wordt dit in vak 26 van het GVDB-P aangeduid. Het (nog niet volledige) GVDB-P en het originele gezondheidscertificaat bestemd voor de EU/EER vergezellen de partij naar de GIP van bestemming. Als de D-controle een ongunstig resultaat oplevert en er een potentieel risico is voor de gezondheid van mens of dier, wordt de partij in de GIP van binnenkomst onderworpen aan een O- en M-controle, ook al is de overlading voorzien binnen de maximumtermijn. Wanneer de volledige invoercontrole een conform resultaat geeft (eventueel na regularisatie), wordt de partij toegelaten voor invoer in de EU/EER. In geval van een ongunstig resultaat van de invoercontrole wordt de partij voor invoer geweigerd. Dit wordt op het GVDB-P aangeduid.
6.1.4 Communicatie De verschillende onderdelen van de invoercontrole worden in TRACES aangeduid op de betreffende GVDB-P. De GVDB-P(1) waarop de GIP van binnenkomst de resultaten van D-controle heeft aangeduid, wordt via TRACES automatisch naar de GIP van bestemming gestuurd. De GIP van bestemming creëert een volgend GVDB-P(2) dat gelinkt is aan het GVDB-P(1) van de GIP van binnenkomst en waarin bepaalde gegevens aangepast en de verdere controles aangevuld kunnen worden. De GIP van binnenkomst ontvangt een automatische melding van zodra de GIP van bestemming de GVDB-P(2) valideert met een toelating of afwijzing. De GIP van bestemming bevestigt de conformiteit van de verzending (of niet) in vak 41 van GVDB-P(1). Wanneer de volledige invoercontrole een conform resultaat geeft, wordt de partij toegelaten voor invoer in de EU/EER. In geval van een ongunstig resultaat van de invoercontrole wordt de partij voor invoer geweigerd. Dit wordt op het GVDB-P aangeduid.
6.2 Overlading van dierlijke producten afkomstig uit derde landen en bestemd voor derde landen Producten van dierlijke oorsprong afkomstig uit en bestemd voor derde landen mogen in een EU/EER (lucht)haven overgeladen worden voor verder transport door de lucht of over zee naar het derde land van bestemming op voorwaarde dat
- de overlading plaats heeft binnen het douanegebied van dezelfde (lucht)haven - de producten afkomstig zijn van een derde land vanwaar de invoer in de EU/EER van deze producten toegelaten is. Van deze laatste eis kan afgeweken worden wanneer de overlading binnen de minimumtermijn plaats vindt. Voor alle duidelijkheid: partijen producten van dierlijke oorsprong afkomstig uit derde landen die aankomen in een EU/EER (lucht)haven en vandaar verder getransporteerd worden in hetzelfde schip/vliegtuig (die dus niet uitgeladen worden), zijn niet onderworpen aan veterinaire controle in de GIP van de (lucht)haven van binnenkomst. Door middel van een controle van de boordmanifesten gaat de GIP evenwel of alle partijen van producten onderhevig aan een veterinaire controle die zonder overlading de reis naar het derde land van bestemming voortzetten, daadwerkelijk vertrokken zijn.
6.2.1. Kennisgeving Bij de GIP van binnenkomst dienen - partijen bestemd voor overlading binnen de minimumtermijn aangemeld te worden met behulp van het ‘Formulier voor de aanmelding van partijen bestemd voor overlading binnen de minimumtermijn” (zie bijlage); - partijen bestemd voor overlading na de minimumtermijn aangemeld te worden met behulp van TRACES. De termijnen hiervoor zijn dezelfde als voor partijen bestemd voor invoer (voor de fysieke aankomst).
6.2.2. Controle De GIP van binnenkomst voert afhankelijk van de termijn van overlading geen of een D- en O-controle uit: Periode tussen aankomst en vertrek in Controle douanegebied van binnenkomst D O < minimumperiode Derde land > Maximumperiode GIP van binnenkomst
M derde land
Wanneer de partij onvoorzien langer dan de minimumperiode in de (lucht)haven van binnenkomst blijft, dient de belanghebbende de partij aan te melden en aan te bieden voor de controles zoals in het schema voorzien. De D-controle gebeurt op basis van de originele veterinaire documenten waarvan de partij vergezeld gaat, of van gewaarmerkte kopieën daarvan. Om redenen van gevaar voor de gezondheid van mens of dier kan de GIP van binnenkomst een Dcontrole uitvoeren op partijen die binnen de minimumperiode overgeladen worden, op basis van originele of gewaarmerkte kopieën van de veterinaire documenten waarvan de partij vergezeld gaat.
6.2.3. Beslissing In geval van een gunstig resultaat van de D- en O-controle wordt deel II van het GVDB-P aangevuld. Het GVDB-P en het originele gezondheidscertificaat bestemd voor het derde land vergezellen de partij naar het derde land van bestemming. Als de D- en/of O-controle een ongunstig resultaat oplevert, kan de GIP van binnenkomst om redenen van gevaar voor de gezondheid van mens of dier beslissen om een M-controle uit te voeren. Wanneer uit de controles blijkt dat de partij niet aan de voorwaarden voor overlading (met bestemming een derde land) voldoet (bijvoorbeeld als de partij afkomstig is uit een land vanwaar de invoer van de betreffende producten niet toegelaten is en de minimumperiode overschreden wordt), wordt de partij geweigerd. Dit wordt op het GVDB-P aangeduid in vak 35. De producten worden doorgezonden naar het derde land van bestemming als de goederen voldoen aan de voorwaarden van dit derde land. Wanneer echter de producten niet meer voldoen (bijvoorbeeld door onderbreking van de koudeketen) wordt de partij geweigerd en teruggezonden of vernietigd.
6.2.4. Communicatie De verschillende onderdelen van de veterinaire controle worden in TRACES aangeduid op het GVDB-P dat de partij verder vergezelt naar de volgende GIP of naar het derde land.
6.3. Overlading van dieren afkomstig uit derde landen en bestemd voor invoer in de EU/EER of voor derde landen 6.3.1. Kennisgeving Bij de GIP van binnenkomst dienen partijen levende dieren bestemd voor overlading aangemeld te worden met behulp van TRACES. De termijnen hiervoor zijn dezelfde als voor partijen bestemd voor invoer (ten laatste één werkdag voor de fysieke aankomst). De GIP van bestemming ontvangt een automatisch bericht van partijen die zijn overgeladen in de (lucht)haven van binnenkomst en die de D-controle hebben ondergaan in de GIP van binnenkomst.
6.3.2. Controle Wanneer een partij levende dieren bestemd voor invoer in de EU/EER (of voor doorvoer over het EU/EER grondgebied naar een derde land) niet wordt uitgeladen in de GIP van binnenkomst en in hetzelfde vlieg/vaartuig verder vervoerd wordt naar de GIP van bestemming, wordt in de GIP van binnenkomst enkel een D-controle uitgevoerd. Levende dieren bestemd voor overlading van een derde land naar een derde land die niet uitgeladen worden in de (lucht)haven van binnenkomst, zijn niet onderworpen aan een veterinaire controle. Een partij levende dieren die wel uitgeladen wordt met het oog op overlading, wordt aan een volledige DOM-controle onderworpenin de GIP van binnenkomst, onafhankelijk van de bestemming van de dieren (EU/EER of derde land). Deze dieren moeten voldoen aan de Europese invoervoorwaarden (of de nationale, in geval van niet-geharmoniseerde diersoorten).
Bestemming Invoer in EU/EER
Derde land
Uitladen/Niet uitladen Zonder uitladen Met uitladen Zonder uitladen Met uitladen
Controle D O M GIP van GIP van bestemming binnenkomst GIP van binnenkomst Derde land GIP van binnenkomst
6.3.3. Beslissing In geval van een gunstig resultaat van de D-controle wordt dit in vak 26 van het GVDB-D aangeduid. Het (nog niet volledige) GVDB-D en het originele gezondheidscertificaat bestemd voor de EU/EER vergezellen de partij naar de GIP van bestemming. Als de D-controle een ongunstig resultaat oplevert, wordt de GIP van bestemming hiervan onmiddellijk verwittigd. Levende dieren bestemd voor een derde land na overlading in een EU/EER luchthaven moeten voldoen aan de EU/EER of nationale invoervoorwaarden. Wanneer bij de controle vastgesteld wordt dat ze hier niet aan voldoen, worden de dieren zo snel mogelijk buiten de EU/EER verzonden tenzij dit om redenen van dierenwelzijn of de gezondheid van mens of dier niet verantwoord zou zijn. In dat laatste geval dienen de dieren geeuthanaseerd te worden. Wanneer de volledige invoercontrole een conform resultaat geeft, wordt de partij toegelaten voor invoer in de EU/EER. In geval van een ongunstig resultaat van de invoercontrole wordt de partij geweigerd. Dit wordt op het GVDB-D aangeduid.
6.3.4. Communicatie De verschillende onderdelen van de invoercontrole worden in TRACES aangeduid op de betreffende GVDB-D. De GVDB-D wordt via TRACES automatisch naar de GIP van bestemming gestuurd. De GIP van bestemming vult de GVDB-D aan waarop de GIP van binnenkomst de resultaten van D-controle heeft aangeduid..
Overlading levende dieren
Bestemming
Uitladen
EU
Dieren voor overlading 3e
land
D-controle
O-controle
M-controle
Nee
GIP-in
GIP best
GIP best
Ja
GIP-in
GIP-in
GIP-in
3e
3e
3e land
Nee Ja
land
GIP-in
Nee
Bestemd invoer EU?
land
GIP-in
GIP-in
Bestemd 3e land?
Ja
Ja Nee
Nee
Uitgeladen?
Uitgeladen?
Ja
Ja
D-controle= GIP IN OM-controle = GIP best
Volledige controle GIP-IN
Volledige controle GIP-IN
Geen controle in EU
Overlading producten van dierlijke oorsprong met bestemming EU - zeehaven Overlading < 7 dagen of geen uitlading
Nee
Overlading < 20 dagen Nee
Ja
GIP best Erkend?
Ja
Melding en geen controle in GIP in
Ja
Nee
GIP GIPbest best Erkend? Erkend?
Ja
GIP-in = D-controle GIP best = OM-controle
Nee
Invoercontrole GIP- in
Periode tussen aankomst en vertrek in douanegebied van binnenkomst
Controle Documenten
Zeehaven: < 7 dagen Luchthaven: < 12 uur Zeehaven: 7 dagen < periode < 20 dagen Luchthaven: 12 uur < periode < 48 uur Zeehaven: > 20 dagen Luchthaven: > 48 uur
Overeenstemming
Materieel
Grensinspectiepost van bestemming Grensinspectiepost van binnenkomst
Grensinspectiepost van bestemming
Grensinspectiepost van binnenkomst
Opgemerkt moet worden dat de controledierenarts steeds een volledige invoercontrole mag uitvoeren bij vermoeden van gevaar voor de volks- en/of diergezondheid! Belangrijk: de GIP van bestemming moet erkend zijn om de overgeladen dieren/producten te mogen controleren!!!
Overlading in zeehaven van producten van dierlijke oorsprong met bestemmingderde land
Overlading < 7 dagen of geen uitlading
Ja
Geen controle in GIP
Nee
DO-controle in GIP
Hoofdstuk 7 Doorvoer van dieren en doorvoer en opslag van dierlijke producten Doorvoer/opslag dieren en dierlijke producten Exporterend GC voor EU Verzenderde land een voor 3 ding van e
land
Belanghebbende bij de lading
partij
Aanmelding via Traces
GIP van binnenkomst
DO-controle LA ook Fcontrole
Aanbieding voor controle in GIP-in
GIP IN
Aanbieding voor controle in GIP-uit
GIP UIT
Orig.GC-3”L, GVDB en kopie GC-EU vergezellen partij
Validatie GVDB voor doorvoer + notificatie voor GIP-uit (Traces)
GIP van uitgang Ontvangst kennisgeving via Traces
Importerend derde land
D/O-contr. LA = ook F-controle
Ontvangst van de partij
Bevestiging contrôle in vak 41/45 GVDB
Orig.GC-3”L, GVDB en kopie GC-EU vergezellen partij
7.1 Algemeen 7.1.1 Dierlijke producten Producten van dierlijke oorsprong afkomstig uit en bestemd voor derde landen moeten in geval van doorvoer over het grondgebied van de EU/EER (over de weg, per spoor of via het binnenwater) en/of opslag voldoen aan de diergezondheidvoorwaarden. Dit betekent dat doorvoer of opslag alleen mag worden toegestaan voor partijen uit derde landen vanwaar deze producten in de EU/EER ingevoerd mogen worden: het land van herkomst / oorsprong moet op de betreffende landenlijst staan en er mogen geen beschermende maatregelen zijn die de invoer van de producten verbieden (Richtlijn 2002/99/EG / KB 13/05/2005 (HC-producten), Verordening 1069/2009 (NHC-producten)). Voor HC-producten heeft doorvoer en/of opslag enkel en alleen betrekking op partijen die niet voldoen aan de invoervoorwaarden die betrekking hebben op de volksgezondheid. Partijen afkomstig uit en bestemd voor derde landen (eventueel na opslag) die wel voldoen aan de Europese invoervoorwaarden (dierengezondheid èn volksgezondheid), moeten worden aangeboden voor een reguliere invoercontrole waarna zij, bij gunstig resultaat, uit veterinair oogpunt geschikt worden verklaard om in het vrije verkeer te worden gebracht.
Voor NHC-producten gelden dezelfde voorwaarden voor invoer als voor opslag en/of doorvoer; opslag en/of doorvoer van NHC-producten die niet voldoen aan de Europese invoervoorwaarden is niet toegelaten.
7.1.2 Levende dieren Geharmoniseerde dieren afkomstig uit en bestemd voor derde landen moeten in geval van doorvoer over het grondgebied van de EU/EER (over de weg, per spoor of via het binnenwater) voldoen aan zowel de dierengezondheid- als de volksgezondheidvoorwaarden die gelden voor invoer in de EU/EER. Dit betekent dat doorvoer alleen mag worden toegestaan voor partijen uit derde landen vanwaar deze dieren in de EU/EER ingevoerd mogen worden: het land van herkomst / oorsprong moet op de betreffende landenlijst staan en er mogen geen beschermende maatregelen zijn die de invoer van de dieren verbieden (Richtlijn 91/496/EEG / KB 31/12/1992). De dieren dienen vergezeld te gaan van het door de EU-wetgeving vereiste invoercertificaat of een gelijkwaardig officieel veterinair document. In geval van doorvoer van niet-geharmoniseerde dieren dient de belanghebbende hiervoor op voorhand toestemming te vragen bij de GIP van binnenkomst en bij de bevoegde autoriteiten van de lidsta(a)t(en)van doorvoer. Dergelijke toelatingen moeten voorgelegd worden bij de controle in de GIP van binnenkomst. België heeft hiervoor het systeem van invoermachtigingen ontwikkeld: voor nietgeharmoniseerde dieren dient de belanghebbende bij IEC een invoermachtiging aan te vragen wanneer de partij bestemd is voor invoer in of voor doorvoer door België. Voor alle duidelijkheid: opslag van levende dieren bestaat niet en tijdelijke toelating van levende dieren (paarden) is een type invoer.
7.2. Binnenkomende partijen voor doorvoer of opslag 7.2.1. Kennisgeving De aankomst van een voor doorvoer en/of opslag bestemde partij op het grondgebied van de EU/EER moet door de belanghebbende bij de lading worden gemeld aan de GIP van binnenkomst met behulp van TRACES (deel I). Uitleg over hoe een GVDB-P of GVDB-D ingevuld moet worden in geval van doorvoer en/of opslag is opgenomen in de Gebruikershandleiding voor TRACES (zie hoofdstuk ….). Voor producten van dierlijke oorsprong moet deze kennisgeving gedaan worden vóór de fysieke aankomst van de partij op het grondgebied van de EU/EER; voor levende dieren moet deze kennisgeving gedaan worden uiterlijk één werkdag voor de verwachte aankomst van de dieren op het grondgebied van de EU/EER. 7.2.2. Controle De GIP van binnenkomst dient erkend te zijn voor de betrokken categorie producten of dieren. Gewaarmerkte vertalingen van veterinaire certificaten, veterinaire documenten of andere documenten moeten worden voorgelegd waar nodig. 7.2.2.1. Dierlijke producten: De partij wordt in de GIP van binnenkomst aangeboden voor een documenten- en overeenstemmingscontrole.
In geval van partijen bestemd voor doorvoer dient te worden nagegaan of de GIP van uitgang erkend is voor de betrokken categorie producten. In geval van doorvoer over de weg van producten van dierlijke oorsprong gelden enkele bijzondere regels (Beschikking 2000/208/EG): - visserijproducten mogen langs alle erkende GIP’s vermeld op de lijst van Beschikking 2009/821/EG buiten gaan; - andere producten van dierlijke oorsprong dan visserijproducten mogen buiten gaan langs alle erkende GIP’s vermeld op de lijst van Beschikking 2009/821/EG behalve de GIP’s die enkel erkend zijn voor de controle van visserijproducten. In geval van partijen bestemd voor opslag dient te worden nagegaan of de opslagplaats van bestemming erkend is voor de opslag van dergelijke niet-EU-waardige goederen. Lijsten van opslagplaatsen erkend volgens artikel 12 of 13 van Richtlijn 97/78/EG worden gepubliceerd door de Commissie : … website citeren Tijdens de documentencontrole worden de originele gezondheidscertificaten afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van het derde land van herkomst nagekeken conform de richtlijnen voor documentencontrole opgenomen in bijlage I van Verordening 136/2004. Partijen producten bestemd voor doorvoer en/of opslag gaan vergezeld van een doorvoercertificaat en eventueel een gezondheidscertificaat bestemd voor het derde land van bestemming (indien vereist door het land van bestemming). De Europese wetgeving heeft specifieke modellen van doorvoercertificaten vastgelegd (bijlage 2) voor producten waarvoor bij invoer dierengezondheidvoorwaarden zijn opgelegd. Voor NHC-producten is het modelcertificaat voor doorvoer hetzelfde als dit voor invoer (Verordening 142/2011); in de titel van deze certificaten is voorzien dat (dmv schrapping) wordt aangegeven of de partij bestemd is voor invoer dan wel doorvoer. Indien er geen model van doorvoercertificaat is vastgesteld, wordt de controle uitgevoerd aan de hand van de (originele) documenten die de partij vergezellen. De overeenstemmingscontrole wordt uitgevoerd conform de bepalingen van Richtlijn 97/78/EG. Op partijen bestemd voor doorvoer en/of opslag wordt geen materiële controle uitgevoerd. Echter wanneer uit de documenten- en overeenstemmingscontrole blijkt dat producten voldoen aan de Europese invoervoorwaarden (dierengezondheid èn volksgezondheid), de partij wordt de partij onderworpen aan een reguliere invoercontrole die ook een materiële controle omvat. Bij gunstig resultaat, kunnen de producten worden vrijgegeven voor de interne markt. Bovendien wordt, ook in geval van partijen bestemd voor doorvoer en/of opslag, een materiële controle uitgevoerd bij vermoeden van onregelmatigheden of een risico voor de gezondheid van mens of dier. Partijen NHC-producten bestemd voor doorvoer worden aan een reguliere invoercontrole onderworpen. Bij gunstig resultaat worden deze partijen toegelaten voor doorvoer (cf de definitie van doorvoer voor NHC-producten). 7.2.2.2. Levende dieren: De partij wordt in de GIP van binnenkomst aangeboden voor een documenten-, een overeenstemmings- en een fysieke controle. In geval van partijen bestemd voor doorvoer wordt nagegaan of de GIP van uitgang erkend is voor de betrokken categorie dieren. Tijdens de documentencontrole worden de originele gezondheidscertificaten afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van het derde land van herkomst nagekeken conform de richtlijnen voor documentencontrole opgenomen in Richtlijn 91/496/EEG / KB 31/12/1992. Voor geharmoniseerde diersoorten is voor doorvoer over het grondgebied van de EU/EER een invoercertificaat vereist volgens het model opgelegd door de Europese wetgeving. Wanneer het gaat om niet-geharmoniseerde
diersoorten bestemd voor een derde land moet voldaan worden aan de voorschriften van de lidstaat langs waar de dieren binnenkomen. Voor de doorvoer van niet-geharmoniseerd levende dieren moet de belanghebbende de toelating voor doorvoer van de lidsta(a)t(en) van doorvoer voorleggen in de GIP van binnenkomst. De belanghebbende moet aantonen dat het eerste derde land na doorvoer door de EU/EER zich ertoe verbindt de dieren, waarvan het de in- of doorvoer toestaat, niet te weigeren of terug te zenden over het grondgebied van de EU/EER. Paardachtigen bestemd voor doorvoer moeten vergezeld gaan van een doorvoercertificaat (Besluit 2010/57/EU). Dit is de enige categorie levende dieren waarvoor een specifiek doorvoercertificaat is voorzien. De overeenstemmingscontrole wordt uitgevoerd conform de bepalingen van Richtlijn 91/496/EEG. Dieren bestemd voor doorvoer moeten, net zoals dieren bestemd voor invoer, worden onderworpen aan een fysieke controle (cf Richtlijn 91/496/EEG art. 4.2). Het dierenwelzijn moet tijdens de gehele reis gewaarborgd worden: tijdens de controle in de GIP van binnenkomst wordt nodige aandacht besteed aan de vervoersomstandigheden gedurende het vervoer over het grondgebied van de EU/EER. De duur van het transport in het kader van de dierenwelzijnwetgeving begint te tellen vanaf het vertrek uit de GIP van binnenkomst. 7.3. Beslissing Op basis van de uitkomst van de controle wordt de partij al dan niet toegelaten voor doorvoer of opslag. 7.3.1. Dierlijke producten: In geval van een gunstig resultaat wordt deel II van het GVDB-P aangevuld. Het GVDB-P, een gewaarmerkte kopie van het doorvoer/opslagcertificaat bestemd voor de EU en het originele gezondheidscertificaat bestemd voor het derde land vergezellen de partij naar de GIP van uitgang (doorvoer) / de erkende opslagplaats (opslag). De GIP van binnenkomst bewaart het origineel van het doorvoer/opslagcertificaat en kopieën van de andere documenten. Na controle in de GIP van binnenkomst wordt het vervoermiddel verzegeld waarin de partij wordt getransporteerd en wordt de partij onder dekking van een T1 naar de GIP van uitgang (doorvoer) / de opslagplaats (opslag) gestuurd. Partijen bestemd voor doorvoer en/of opslag mogen tijdens het vervoer niet worden gelost, gesplitst of anderszins gehanteerd en moeten binnen de 30 dagen na vertrek uit de GIP van binnenkomst de EU/EER verlaten hebben via de aangeduide GIP van uitgang (doorvoer) / zijn aangekomen in de opslagplaats (opslag). In geval van een ongunstig resultaat wordt de partij voor doorvoer geweigerd. Dit wordt op het GVDBP aangeduid. De producten moeten teruggezonden of vernietigd worden. De terugzending mag in geen geval over het grondgebied van de EU/EER gebeuren. 7.3.2. Levende dieren: In geval van een gunstig resultaat wordt deel II van het GVDB-D aangevuld. Het GVDB-D, een gewaarmerkte kopie van het gezondheidscertificaat bestemd voor de EU en het originele gezondheidscertificaat bestemd voor het derde land vergezellen de partij naar de GIP van uitgang. De GIP van binnenkomst bewaart het origineel van het gezondheidscertificaat bestemd voor de EU en kopieën van de andere documenten.
Tijdens het vervoer (onder douanetoezicht) over het grondgebied van de EU/EER zijn enkel handelingen ten behoeve van het dierenwelzijn toegestaan. Met het oog op het dierenwelzijn, dient de reistijd zo kort mogelijk te zijn. In geval van een ongunstig resultaat wordt de partij voor doorvoer geweigerd. Dit wordt op het GVDBD aangeduid. De dieren moeten teruggezonden of gedood worden. De terugzending mag in geen geval over het grondgebied van de EU/EER gebeuren. 7.4. Onregelmatigheden 7.4.1. GIP van binnenkomst Indien in de GIP van binnenkomst onregelmatigheden worden vastgesteld waardoor de partij niet voldoet aan de voorwaarden die gelden voor doorvoer en/of opslag en die niet geregulariseerd kunnen worden, wordt de doorvoer/opslag van de betreffende partij geweigerd. De terugzending van een voor doorvoer en /of opslag geweigerde partij mag in geen geval over het grondgebied van de EU gebeuren. 7.4.2. GIP van uitgang Indien in de GIP van uitgang onregelmatigheden worden vastgesteld waardoor de integriteit van de partij niet meer gegarandeerd kan worden, moet de partij vernietigd / gedood worden, op kosten van de belanghebbende bij de lading. Dierlijke producten: Na doorvoer moeten partijen producten die door het derde land van bestemming worden geweigerd, door de belanghebbende bij de lading weer in bezit worden genomen om in omgekeerde richting over het grondgebied van de EU/EER te worden gevoerd (volgens procedure doorvoer) voor terugzending naar het derde land van oorsprong of naar een ander derde land dat bereid is de partij te aanvaarden. De GIP van uitgang wordt dan de GIP van binnenkomst (en andersom), voert de voorziene controles uit op basis van de beschikbare documenten en maakt een nieuw GVDB-P waarin wordt gerefereerd naar de vorige. Indien terugzending niet mogelijk is, moet de partij vernietigd worden. Levende dieren: het eerste derde land na doorvoer door de EU/EER de dieren, waarvan het de in- of doorvoer toestaat, mag de zendingin geen geval weigeren of terugzenden naar of over het grondgebied van de EU/EER (Richtlijn 91/496/EEG art. 9.1.b). 7.5. Speciale gevallen 7.5.1. Zwitserland Zwitserland is geen EER-staat maar er bestaat wel een equivalentieakkoord tussen Zwitserland en de EU. Volgens dit akkoord moeten partijen uit andere derde landen die via één of meerdere EU-lidstaten naar Zwitserland worden doorgevoerd, behandeld worden als partijen die bestemd zijn voor invoer in de EU (dus alle controles gebeuren in de GIP van binnenkomst tenzij er sprake is van transhipment in welk geval de desbetreffende regels moeten worden aangehouden). De invoervoorwaarden van Zwitserland zijn in principe gelijkgeschakeld met die van de EU. Voor niet-geharmoniseerde producten moeten dezelfde procedures gehanteerd worden als voor partijen die voor andere lidstaten bestemd zijn.
Partijen uit Zwitserland die via één of meerdere EU-lidstaten naar een ander derde land worden vervoerd worden niet beschouwd als doorvoerzendingen tenzij ze bestemd zijn voor de Russische federatie of tenzij ze bestaan uit goederen die niet vanuit Zwitserland in de EU ingevoerd mogen worden. 7.5.2. US army / NAVO bases Partijen bestemd voor entrepots van de US army of NAVO bases met een erkenning of toelating volgens artikel 12 van Richtlijn 97/78/EG moeten voldoen aan de voorwaarden die gelden voor deze entrepots. Partijen bestemd voor entrepots van de US army of NAVO bases gelegen op de terreinen van deze bases moeten in de GIP van binnenkomst behandeld worden als partijen bestemd voor doorvoer. Voor bases gelegen binnen de EU is een punt van uitgang aangewezen dat dezelfde taken heeft als een GIP van uitgang bij doorvoer. Het punt van uitgang ontvangt de TRACES melding van de GIP van binnenkomst en meldt de aankomst van de partij terug naar de GIP van binnenkomst. 7.5.3. Scheepsbevoorraders Scheepsbevoorraders mogen niet-EU-waardige goederen ontvangen rechtstreeks vanuit derde landen of vanuit een vrije zone, vrij entrepot of douane-entrepot. Scheepsbevoorraders mogen enkel leveren aan schepen die zich buiten de Europese kustwateren begeven. Niet-EU-waardige goederen mogen niet verzonden worden van één scheepsbevoorrader naar een andere, noch naar een vrije zone, vrij entrepot of douane-entrepot, noch naar enige andere plaats in de EU anders dan rechtstreeks aan boord van zeevaartuigen of speciale hiervoor erkende entrepots in de havens.
7.6. Lijsten erkende opslagplaatsen: http://ec.europa.eu/food/animal/bips/warehouses_en.htm
Hoofdstuk 8 Wederinvoer 8.1. Algemeen Dierlijke producten vanuit de EU uitgevoerd naar een derde land, mogen bij weigering door het derde land van bestemming wederingevoerd worden indien aan de volgende voorwaarden is voldaan (art. 15 van Richtlijn 97/78/EG): 1) de producten gaan vergezeld van - het originele certificaat, of een gewaarmerkt afschrift van de bevoegde autoriteit die het certificaat heeft afgegeven dat de producten begeleidt, onder vermelding van de redenen van de weigering en van de garantie dat aan de voorwaarden inzake opslag en vervoer van de producten voldaan is en waarop gepreciseerd wordt dat de betrokken producten geen bewerking hebben ondergaan - in het geval van verzegelde containers, een attest van de vervoerder waarin wordt verklaard dat de inhoud niet bewerkt of uitgeladen werd 2) de betrokken producten ondergaan in de grensinspectiepost (GIP) een documentencontrole (D), een overeenstemmingscontrole (O) en, in bepaalde gevallen, een materiële controle (M) 3) wanneer de DOM-controles bij wederinvoer met goed gevolg zijn doorlopen, vervolledigt de dierenarts van de GIP de CVED en gaat de partij onder douanetoezicht (T5-procedure) rechtstreeks terug naar de inrichting van oorsprong in de lidstaat waar het certificaat is afgegeven.
8.2. Opmerkingen Een zending kan geweigerd worden door de autoriteiten van het derde land of door de invoerder. In het laatste geval kan het moeilijk zijn om de benodigde verklaringen (ivm nonmanipulatie) van de autoriteiten te bekomen, waardoor een wederinvoer mogelijkerwijs niet toegelaten kan worden. Een zending kan gedeeltelijk geweigerd worden. Het geweigerde deel van de zending mag worden wederingevoerd voorzover aan de voorwaarden voor wederinvoer is voldaan. Een zending op weg naar een derde land kan teruggehaald worden naar de lidstaat van oorsprong wanneer er bijvoorbeeld door het derde land van bestemming een plotseling invoerverbod is ingesteld voor de betroffen producten. Dergelijke zendingen kunnen wederingevoerd worden onder voorwaarden die geval per geval bepaald zullen worden. Producten met een Belgische oorsprong mogen ook via een GIP in een andere lidstaat wederingevoerd worden. Vice versa mogen goederen herkomstig uit een andere lidstaat via een Belgische GIP wederingevoerd worden. De wederinvoermachtiging moet altijd worden aangevraagd bij de veterinaire autoriteit van de lidstaat van bestemming en worden voorgelegd aan de GIP van binnenkomst. Indien producten herkomstig uit een andere lidstaat via een Belgische GIP wederingevoerd worden, is er geen Belgische doorvoermachtiging vereist.
8.3. Procedure 8.3.1. Belanghebbende bij de lading: De belanghebbende bij de lading die een zending wil wederinvoeren, moet een aanvraag voor wederinvoer indienen bij de dienst import – export. Deze aanvraag moet de volgende zaken bevatten: - een beschrijving van de reden van weigering; - een verklaring van het bedrijf van herkomst dat het de goederen terugneemt; - een kopie van het originele gezondheidscertificaat; - de bill of lading van vertrek uit de EU - een verklaring van de bevoegde autoriteit van het derde land in verband met de identiteit en de opslag van de goederen (zie onder GIP – documentencontrole) - de naam van de GIP van binnenkomst. 8.3.2. Hoofdbestuur FAVV – DirectieGeneraal Controle – Dienst IEC (Import-export): De Dienst IEC evalueert in samenspraak met de PCE de aanvraag voor wederinvoer van producten herkomstig uit België en de bijgaande documenten en oordeelt of de zending in aanmerking komt voor wederinvoer. Na een gunstige beoordeling wordt een machtiging voor wederinvoer opgesteld door de dienst IEC (zie model in bijlage 1), ondertekend door de directeur-generaal van DG Controle of de ambtenaar die hij daartoe volmachtigt en gericht aan de aanvrager. Deze machtiging beschrijft de zending en bepaalt de voorwaarden voor wederinvoer. Een kopie van de machtiging gaat naar de GIP waar de zending binnenkomt en naar de PCE verantwoordelijk voor het bedrijf van herkomst (en bestemming). Een wederinvoermachtiging wordt in het kader van het retributiebesluit aanzien als een certificaat en als zodanig aangerekend aan de aanvrager. Na een ongunstige beoordeling wordt een brief opgesteld gericht aan de aanvrager waarin de wederinvoer wordt geweigerd. 8.3.3 GIP. Een wederinvoer moet, net als een reguliere invoer, vóór de fysieke aankomst van de partij op het grondgebied van de EU worden aangemeld bij de GIP. In de GIP wordt de zending gecontroleerd. De normale keuringsprocedure wordt gevolgd met extra aandacht voor een aantal specifieke zaken: 8.3.3.1. documentencontrole - CVED blad 1 - gezondheidscertificaat - bill of lading heen- en terugreis (kopie) - beschrijving van de reden van terugzending - verklaring opgesteld door de bevoegde autoriteit van het derde land waarin staan vermeld: - de identiteit van de zending (aard, hoeveelheid / aantal, containernummer, afzender) - de herkomst (plaats en land van weigering) en de bestemming (naam, adres en land) - de garantie dat de producten deugdelijk werden opgeslagen, niet werden bewerkt en niet in contact zijn geweest met dieren of met producten die geen deel uitmaken van dezelfde zending
- zegelnummer - wederinvoermachtiging - bedrijf van bestemming moet het bedrijf van certificering zijn 8.3.3.2 overeenstemmingscontrole - containernummer - zegelnummer - aantal verpakkingen - identificatiemerktekens - verzegeling verpakkingen geopend voor controle door autoriteiten derde land 8.3.3.3. materiële controle - enkel indien nodig (vermoeden van niet naleving van de veterinaire wetgeving of bij twijfel over de overeenstemming of de werkelijke bestemming van de goederen, over de overeenstemming van het product met de garanties waarin de wetgeving voor dit soort producten voorziet, over de naleving van de door de communautaire wetgeving voorgeschreven garanties inzake dier- of volksgezondheid) 8.3.3.4 beslissing Wanneer uit de controles in de GIP blijkt dat een zending niet voor wederinvoer toegelaten kan worden, dan wordt de zending vernietigd of uitgevoerd naar een derde land. Uitvoer naar een derde land wordt enkel toegestaan indien de belanghebbende bij de lading een document kan voorleggen waarin de autoriteiten van het derde land van bestemming verklaren dat ze bereid zijn de goederen te ontvangen en dat ze op de hoogte zijn van de reden van weigering. 8.3.3.5 administratie Een wederinvoer moet in TRACES worden ingebracht; het eerste blad door de operator: - vak 6 (land van oorsprong) en 10 (veterinaire documenten) moeten leeg blijven; - vak 20 (voor wederinvoer) moet worden aangekruist; - in vak 21 (voor de interne markt) moet worden aangevinkt voor welk gebruik de goederen oorspronkelijk (bij uitvoer) bedoeld waren; en het tweede blad door de officiële dierenarts van de GIP: - in vak 33 (toegelaten voor vervoer onder toezicht) moet “wederinvoer van EUproducten (artikel 15)” worden aangekruist; - vak 37 (details gecontroleerde bestemmingen) moet worden ingevuld; - vak 42 moet door de douane worden ingevuld. Een wederingevoerde zending moet gekanaliseerd worden naar de plaats van bestemming.
Hoofdstuk 9 Retributies De retributies vereist voor de praktische uitvoering van de invoercontrole (van o.a. veterinair gecontroleerde producten en levende dieren) werden vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 10 november 2005 betreffende de retributies. Invoer van levende dieren
Dierlijke producten NHC Dierlijke producten HC
Tarief Bijlage 1.II
Opmerkingen - per zending - vermeerderd cfr. Art.3 - inclusief administratieve behandeling - van toepassing op levende vissen, schaaldieren of weekdieren voor andere doeleinden dan onmiddellijke menselijke consumptie. Bijlage 1.II - per zending - vermeerderd cfr. Art.3 - inclusief administratieve behandeling Bijlage 2.II - voor vis en vlees (inclusief slakken en kikkerbillen, levende ‘Invoer’ vissen, schaaldieren en weekdieren voor menselijke consumptie - vermeerdering cfr. art. 3 - vermeerdering voor residucontrole cfr. bijlage 2.III Bijlage 1.II - per zending - voor andere dierlijke producten HC (o.a. melk, ei, honing, visolie, …) - vermeerderd art. 3 - vermeerdering voor residucontrole (ei en honing) nog te bepalen (MB)
De bedragen opgenomen in de bijlagen van het KB van 10/11/2005 worden jaarlijks geïndexeerd. De inning van de bedragen voor de veterinaire controle gebeurt door de Administratie der Douane en Accijnzen van de FOD Financiën. Daartoe wordt de aangepaste kostennota bijlage 14 gebruikt. Bijzonderheden: - Een tegenexpertise wordt gefactureerd volgens het tarief van artikel 3. Desgevallend zijn de verhogingen volgens tijdstip van controle van toepassing. - Voor kleine zendingen (< 12,3 ton) vis en vlees HC geldt een minimumtarief van 68,90 EUR (*) per zending. Dit dekt een prestatie van één uur. - Het nettogewicht van zendingen diepgevroren visserijproducten vermeld op het certificaat dient gebruikt te worden voor de berekening van de retributies. Het ijs moet beschouwd worden als onmiddellijke verpakking. - Wanneer verschillende zendingen van eenzelfde soort producten of dieren (zelfde GN-code) die gefactureerd worden aan het tarief van bijlage 1.II van het KB van 10/11/2005, op hetzelfde moment door dezelfde aangever voor controle worden aangeboden, wordt het eerste certificaat aangerekend aan het vol tarief (44,13 EUR)(*) en de volgende certificaten aan het verminderd tarief (29,42 EUR)(*).
Voor de berekening van de retributies dekt ieder afgeleverd certificaat een prestatie van een half uur. Een supplement per begonnen bijkomend half uur wordt enkel aangerekend in geval de totale controletijd van alle zendingen samen hoger is dan de uren gedekt door de afgeleverde certificaten. - Wanneer meerdere zendingen (zie hierboven) met eenzelfde vervoermiddel (vb. zeeschip, vliegtuig) aangevoerd worden, moet de belanghebbende, zoals gedefinieerd in het communautair douanewetboek, beslissen in welke volgorde de verschillende zendingen ter controle aangeboden worden. De controle van één zending moet volledig afgewerkt worden alvorens aan de controle van een andere zending te beginnen. Voor iedere controle moet een afzonderlijke prestatiebon opgemaakt worden, dus per zending. - Wanneer een controle zich uitspreidt over tijdsperiodes met een verschillende berekening van de retributies, wordt de controle (documenten, identiteit, fysiek) verrekend volgens het tarief van de tijdszone van aanvang. Voor de fysieke controle houdt men rekening met de totale duur van de fysieke controle en het belang van iedere tijdszone in de totale duur. Indien meer dan de helft van de tijd van de fysieke controle in een andere tijdszone dan de tijdszone van aanvang valt, wordt voor de fysieke controle het tarief van die tijdszone waarin de controle zich voornamelijk afspeelt, gehanteerd. Per tijdszone wordt een prestatiebon opgesteld. Voorbeeld: De fysieke controle van een zending vangt aan op vrijdagavond om 23u30 en duurt tot: a) 00u15: basistarief wordt verhoogd met 50% b) 00u45: basistarief wordt verdrievoudigd - Wanneer een agent ter plaatse gaat voor een controle met het oog op een certificering, doch deze controle kan niet plaatsvinden (vb. de zending is niet (meer) aanwezig), wordt er geen certificaat afgeleverd. Er wordt echter wel een prestatie van een halfuur, volgens artikel 3, gefactureerd aan de operator. -- Voor de veterinaire controle op producten uit Nieuw-Zeeland, blijven de tarieven vastgesteld bij het Besluit van de Raad 1999/837/EG tot wijziging van Besluit 97/132/EG, betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland van toepassing. Deze tarieven worden niet geïndexeerd.
Tarieven 2014 Tarieven bij INVOER van levende dieren en dierlijke producten 2014 IN TOEPASSING VAN DIENSTNOTA CONT/2006/42/123528 Levende dieren Bedrag Opmerkingen Tarief 1.II Per zending / vermeerderd cfr. Art. 3 / inclusief administratieve behandeling. Dierlijke producten NHC Tarief 1.II Per zending / vermeerderd cfr. Art. 3 / inclusief administratieve behandeling. Dierlijke producten HC Bijlage 2.II Voor vis en vlees / vermeerdering cfr. Art. 3 / vermeerdering voor residucontrole cfr. “Invoer” Bijlage 2.III. Bijlage 1.II Per zending / voor andere dierlijke producten HC (oa melk, ei, honing,…) / vermeerder art. 3 / vermeerdering voor residucontrole (ei/honing) nog te bepalen (MB)
Vlees/vis
< 12.303 kg
Normaal (€) 69.34
Minimumtarieven. Nacht Weeken (€) ddag (€) 104.01 138.68
Weekendnacht (€) 208.02
Extra
34.67
52.01
69.34
104.01
> 12 303 kg, per kg Doorvoer Standaard
0,0057
0.0086
0.0114
0,00171
34.46 44.41
51.68 66.62
68.91 88.82
103.37 133.23
Extra
29.60
44.40
59.20
88.80
Volgende 29.71 44.57 59.42 zending zelfde moment, zelfde bestemming RETRIBUTIES VERBONDEN AAN HET OPSPOREN VAN RESIDUEN Levende en voor de slachte bestemde dieren en vlees vallende onder Richtlijn 85/73/EEG, bijlage A, hoofdstuk I Aquacultuurdieren vallend onder Richtlijn 85/73/EEG, bijlage A, hoofdstuk III Melk en zuivelproducten
89.13
Andere producten HC / Producten NHC / Levende dieren
Bedrag/ton geslacht gewicht Bedrag/ton verhandeld product Bedrag/1.000 l als grondstof gebruikte rauwe melk
Opmerkingen Per zending (≈ 1 uur) Per bijkomend ½ uur
Per zending Per certificaat (≈ ½ uur) Per bijkomend ½ uur Per certificaat (≈ ½ uur)
1.60 0.1184 0.0237
Hoofdstuk 10 Invoer uit 3de landen van handelsmonsters en tentoonstellingsmateriaal (demonstratiemateriaal) Handelsmonsters zijn dierlijke bijproducten of afgeleide producten die bestemd zijn voor bijzondere onderzoeken of analyses met het oog op de uitvoering van een productieprocédé of de ontwikkeling van diervoeders of andere afgeleide producten, met inbegrip van het testen van machines, voor gebruik in een inrichting of bedrijf waar: a) diervoeders of producten voor andere gebruiksdoelen dan voeding of voeder worden geproduceerd, of b) dierlijke bijproducten of afgeleide producten worden verwerkt.
Handelsmonsters van producten bestemd voor menselijke consumptie, in het KB van 19 maart 2004 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde producten bestemd voor menselijke consumptie gedefinieerd als “monster zonder handelswaarde dat genomen is in opdracht van de eigenaar van of de verantwoordelijke voor een inrichting, dat representatief is voor een bepaalde productie van producten van dierlijke oorsprong van die inrichting of dat een model vormt van een product van dierlijke oorsprong waarvan de productie wordt overwogen, en dat, voor het verdere onderzoek, een opgave behelst van het type product, de samenstelling daarvan en de diersoort waarvan het verkregen is” vallen niet onder deze definitie. Tentoonstellingsmateriaal (demonstratiemateriaal) zijn dierlijke bijproducten of afgeleide producten die bestemd zijn voor tentoonstelling of artistieke activiteiten Bevoegdheidsverdeling en wetgeving:. Onder artikel 16 §1 e van het KB van 28 september 2000 betreffende de veterinaire controle voor producten die uit derde landen worden ingevoerd (art. 16 (1) e van Richtlijn 97/78/EG) kunnen voor de organisatie en de gevolgen van de officiële controle bij invoer uit derde landen uitzonderingen toegestaan worden voor producten van dierlijke oorsprong die als commerciële monsters worden verzonden of bestemd zijn voor tentoonstellingen, voor zover: 1) zij niet voor de afzet bestemd zijn, 2) hiervoor vooraf machtiging werd verleend , 3) de stalen na beëindiging van de tentoonstellingen worden vernietigd of teruggezonden. De uitvoeringsbepalingen van deze afwijking m.b.t. de veterinaire controle zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 142/2011. Onder artikel 28 van Verordening (EG) nr. 142/2011 mag de bevoegde autoriteit toestemming geven voor de invoer en de doorvoer van handelsmonsters en demonstratiemateriaal onder de in bijlage XIV hoofdstuk III van de verordening opgenomen bijzondere voorschriften (zie bijlage).
Invoermachtiging: De aanvraag voor het bekomen van een invoermachtiging dient te gebeuren met behulp van het standaard aanvraagformulier zoals vastgelegd in aanverwant document 1 en 2. Het Hoofdbestuur- DG controle-dienst IEC evalueert de aanvraag waarbij wordt nagegaan: 1) of de dierlijke bijproducten of afgeleide producten afkomstig zijn uit een derde land dat opgenomen is in de lijst van derde landen van waaruit de invoer is toegestaan 2) of het bedrijf, de inrichting of de gebruiker beschikt over een toelating van de FOD overeenkomstig art. 12 van verordening (EG) nr. 142/2011. 3) Na een gunstige evaluatie van de aanvraag wordt een invoermachtiging opgesteld overeenkomstig het model in aanverwant document 3 of 4. 4) Na een ongunstige beoordeling wordt een brief gericht aan de aanvrager waarin de invoer wordt geweigerd met vermelding van de reden tot weigering. 5) De invoermachtigingen en eventuele weigering tot invoer worden in kopie verstuurd naar de grensinspectiepost, de voor de plaats van bestemming bevoegde PCE en de FOD. Veterinaire controle in de GIP: De dierlijke bijproducten worden in de grensinpectiepost onderworpen aan een documenten- en overeenstemmingscontrole. De normale controleprocedure wordt toegepast waarbij wordt nagegaan of aan de bijzondere voorschriften zoals opgenomen in verordening (EG) nr. 142/2011 en de voorwaarden vermeld in de invoermachtiging is voldaan. Aanverwante documenten: 1) Aanvraagformulier voor het bekomen van een machtiging voor de invoer uit derde landen van handelsmonsters of tentoonstellingsmateriaal (demonstratiemateriaal) van dierlijke oorsprong 2) Model van machtiging voor de invoer uit derde landen van handelsmonsters van dierlijke oorsprong 3) Model van machtiging voor de invoer uit derde landen van tentoonstellingsmateriaal (demonstratiemateriaal) van dierlijke oorsprong
Bijlage Overzicht van de bijzondere voorschriften voor de invoer en doorvoer van handelsmonsters en demonstratiemateriaal zoals vastgelegd in verordening (EG) nr. 142/2011.
Tentoonstellingsmateriaal (Demonstratiemateriaal) Landenlijst
Begeleidend document
Derde landen als bedoeld in de kolom “lijst van derde landen” van tabel 2, rij 14, in hoofdstuk II, afdeling 1 van bijlage XIV van verordening (EG) nr. 142/2011. (gezien verordening (EG) nr. 142/2011 niet preciseert of de landenlijst van tabel 2 rij 14 a, b of c van toepassing is, geldt als voorwaarde dat het materiaal/de monsters afkomstig dienen te zijn uit derde landen zoals bedoeld in tabel 2 rij 14 a, b of c) Handelsdocument met volgende gegevens: a) de omschrijving van het materiaal en de diersoort van oorsprong b) de categorie waartoe het materiaal behoort c) de hoeveelheid materiaal d) de plaats van verzending van het materiaal e) de naam en het adres van de afzender f) de naam en het adres van de geadresseerde g) informatie of basis waarvan het mogelijk is om de toestemming van de bevoegde autoriteit van bestemming te identificeren
Bestemming Verpakking Bestemming na afloop van de tentoonstelling of het opgegeven doel van de handelsmonsters
Bijkomende voorschriften
Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde veterinaire controle moet het demonstratiemateriaal rechtstreeks naar de geautoriseerde gebruiker gezonden worden. Lekvrije verpakking + vermelding “demonstratiemateriaal niet voor menselijke consumptie” Na afloop van de tentoonstelling of artistieke activiteit wordt het demonstratiemateriaal: - verwijderd overeenkomstig art 12, 13 en 14 van verordening (EG) nr.1069/2009, of - teruggezonden naar het derde land van herkomst, of - naar een andere lidstaat of een ander derde land gezonden indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat of het derde land van bestemming daartoe vooraf toestemming heeft gegeven. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het demonstratiemateriaal gebruikt zal worden heeft vooraf toestemming gegeven om het materiaal binnen te brengen. (Indien de zending binnenkomt via België maar bestemd is voor een andere lidstaat is naast deze toestemming van de lidstaat van bestemming eveneens een Belgische invoermachtiging vereist zoals opgelegd door art. 16 §1 e van het KB van 28 september 2000. Indien de zending binnenkomt via een andere lidstaat en bestemd is voor België, wordt deze toestemming voor het binnenbrengen afgeleverd door het FAVV waarbij het model van invoermachtiging en overige bepalingen van deze nota worden toegepast.)
Handelsmonsters Landenlijst
Begeleidend document Bestemming
Verpakking Bestemming na afloop van de tentoonstelling of het opgegeven doel van de handelsmonsters Bijkomende voorschriften
Derde landen als bedoeld in de kolom “lijst van derde landen” van tabel 2, rij 14, in hoofdstuk II, afdeling 1 van bijlage XIV van verordening (EG) nr. 142/2011. (gezien verordening (EG) nr. 142/2011 niet preciseert of de landenlijst van tabel 2 rij 14 a, b of c van toepassing is, geldt als voorwaarde dat het materiaal/de monsters afkomstig dienen te zijn uit derde landen zoals bedoeld in tabel 2 rij 14 a, b of c) Als het gaat om handelsmonsters bestaande uit melk, melkproducten of melkderivaten: geautoriseerde derde landen in de lijst in bijlage I bij verordening (EG) nr. 605/2010. Een gezondheidcertificaat als bedoeld in bijlage XV hoofdstuk 8 van verordening (EG) nr. 142/2011 Na de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde veterinaire controle dienen de handelsmonsters overeenkomstig artikel 8 lid 4 van die richtlijn (T5 kanalisatie) rechtstreeks naar de geregistreerde inrichting of het geregistreerde bedrijf van bestemming, als vermeld in de toestemming van de bevoegde autoriteit, worden vervoerd. Lekvrije recipiënten + vermelding “”handelsmonster niet voor menselijke consumptie” Tenzij de handelsmonsters bewaard worden voor referentiedoeleinden worden zij: verwijderd of gebruikt overeenkomstig art 12, 13 en 14 van verordening (EG) nr.1069/2009, of teruggezonden naar het derde land van herkomst Indien de handelsmonsters worden gebruikt voor het testen van machines worden de testen uitgevoerd : a) met speciaal daarvoor bestemde apparatuur, of b) met apparatuur die gereinigd en ontsmet is voordat zij voor andere doeleinden dan het testen wordt gebruikt.
Definities: Geharmoniseerde voorschriften voor invoer: voorschriften vastgelegd door de Europese Unie die gelden voor dieren en producten die binnengebracht worden in de Europese Unie. Geharmoniseerde dieren: dieren waarvoor de Europese Unie voorschriften vastlegt betreffende het gezondheidscertificaat dat verwijst naar een derde land of een deel van een derde land dat gemachtigd is tot uitvoer naar de Europese Unie. Geharmoniseerde producten: producten van dierlijke oorsprong waarvoor de Europese Unie voorschriften vastlegt betreffende het gezondheidscertificaat dat verwijst naar een derde land of een deel van een derde land dat gemachtigd is tot uitvoer naar de Europese Unie. Het certificaat heeft eveneens betrekking op een bedrijf of vaartuig dat gemachtigd of geregistreerd is voor uitvoer naar de Unie, voor zover de communautaire wetgeving zulks verplicht. Ten slotte kan ook de goedkeuring van een door het derde land ingediend residuplan een voorwaarde zijn voor het kwestieus product. GIP van bestemming: GIP van de lidstaat waarlangs de partij wordt ingevoerd in de EU/EER. GIP van binnenkomst: GIP waar de partij voor het eerst op het grondgebied van de EU/EER komt. Overlading (transhipment) a. van partijen bestemd voor invoer in de EU/EER : partijen die per schip of vliegtuig aankomen in een haven of luchthaven en van daaruit per schip of vliegtuig de reis voortzetten naar een andere EU/EER-haven of luchthaven alwaar de (resterende) invoercontroles plaatsvinden. Derde land
Lidstaat – GIP van binnenkomst
Lidstaat – GIP van bestemming
Lidstaat EU/EER
VERVOER OVER ZEE OF DOOR DE LUCHT !!!!
b. van partijen bestemd voor derde landen: partijen die aankomen in een haven of luchthaven en van daaruit per schip of vliegtuig de reis voortzetten naar een derde land. Derde land
Lidstaat GIP van binnenkomst = GIP van uitgang
Derde land
VERVOER OVER ZEE OF DOOR DE LUCHT !!!!
Partij: een hoeveelheid producten van dezelfde aard / een aantal dieren van dezelfde soort, waarvoor dezelfde veterinaire certificaten of veterinaire documenten of dezelfde andere door de veterinaire wetgeving voorgeschreven documenten gelden, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en die afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land.
Termijnen voor overlading Termijnen van overlading Minimumtermijn Maximumtermijn
Luchthavens 12 uur 48 uur
Aanbieden voor controle
Het fysiek aanbrengen in de GIP van een partij en de bijbehorende documenten zodat de GIP de voorgeschreven controles kan uitvoeren. Het aanbieden voor controle is de verantwoordelijkheid van de belanghebbende bij de lading. Voorafgaande kennisgeving betreffende de aankomst van een partij, opgesteld door de belanghebbende bij de lading en gericht aan de GIP van binnenkomst onder gebruikmaking van het GVDBD of GVDB-P (TRACES) Levende dieren van alle diersoorten. Levende dieren bestemd voor menselijke consumptie (bijv. kreeften) en de zogenaamde levende producten (broedeieren, sperma, eicellen en embryo’s) vallen in deze procedure onder de dierlijke producten. Documenten-, Overeenstemmings- en Materiële/Fysieke controle Verificatie van de veterinaire certificaten of documenten die de partij vergezellen. Verificatie door een visuele controle van de overeenstemming tussen de documenten of certificaten en de producten/dieren, alsmede van de aanwezigheid en overeenstemming van de merktekens die op de dieren moeten zijn aangebracht. Controle van het product zelf, die controles van de verpakking en de temperatuur, alsmede bemonstering en laboratoriumonderzoek kan omvatten. Controle van de dieren zelf, die monsterneming en een onderzoek van de monsters in een laboratorium kan omvatten, met in voorkomend geval aanvullende controles tijdens de quarantaine. De fysieke controle omvat eveneens de controle van het dierenwelzijn. Verplaatsing van partijen van dierlijke producten of dieren komende uit een derde land en, via het grondgebied van de EU/EER, gaande naar een derde land, over de weg, per spoor en via het binnenwater. In VO 1069/2009 wordt doorvoer gedefinieerd als: “verplaatsing via de Gemeenschap van het grondgebied van een derde land naar het grondgebied van een ander derde land, die niet over zee of door de lucht plaatsvindt.” In de General guidance for consignments of live animals and animal products from third countries in transit or transhipment (SANCO/10844/2011, 08/04/2011) wordt doorvoer gedefinieerd als: "The movement of non-conforming consignments or, the movement of live animals conforming to EU requirements across Union/EEA territory by road, rail, or waterway transport from one third country to another.”
Aanmelding van partijen
Dieren
DOM - Documentencontrole - Overeenstemmingscontrole
- Materiële controle
- Fysieke controle
Doorvoer
Zeehavens 7 dagen 20 dagen
Derde land
Lidstaat GIP van binnenkomst
Derde land
EU/EER
Lidstaat GIP van uitgang
Vervoer via weg, spoor of binnenwater EER
Europese Economische Ruimte (lidstaten EU + IJsland, Liechtenstein, Noorwegen) EU Europese Unie GC Gezondheidscertificaat Geharmoniseerde dieren Dieren waarvoor de EU voorschriften vastlegt betreffende het gezondheidscertificaat dat verwijst naar (een deel van) een derde land dat gemachtigd is tot uitvoer naar of doorvoer door de EU/EER. GIP Grensinspectiepost GIP van binnenkomst GIP waar de partij voor het eerst op het grondgebied van de EU/EER komt GIP van uitgang GIP waar de partij het grondgebied van de EU/EER verlaat GVDB-D Gemeenschappelijk Veterinair Document van Binnenkomst – levende dieren (zoals vastgelegd in Verordening 282/2004) GVDB-P Gemeenschappelijk Veterinair Document van Binnenkomst – producten (zoals vastgelegd in Verodening 136/2004) HC-producten Producten van dierlijke oorsprong bestemd voor humane consumptie LA Levende dieren ‘”Live Animals” LVE Lokale Veterinaire Eenheid NHC-producten Producten van dierlijke oorsprong niet geschikt voor humane consumptie Niet EU-waardige goederen Dierlijke producten voor menselijke consumptie die niet voldoen aan de door de Europese wetgeving opgelegde volksgezondheidvoorwaarden Niet geharmoniseerde dieren Dieren waarvoor de EU geen specifieke invoervoorwaarden heeft vastgelegd middels een landenlijst en een modelcertificaat. Deze dieren moeten in geval van invoer voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald door Richtlijn 92/65/EEG en de nationale voorschriften. Niet geharmoniseerde dieren Dieren waarvoor de EU geen specifieke invoervoorwaarden heeft vastgelegd middels een landenlijst en een modelcertificaat. Deze dieren moeten in geval van invoer voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald door Richtlijn 92/65/EEG en de nationale voorschriften. Niet geharmoniseerde Producten waarvoor de EU geen specifieke invoervoorwaarden producten heeft vastgelegd (landenlijst, bedrijvenlijst, modelcertificaat).
Opslag
Partij
T1 procedure
Opslag van producten van dierlijke oorsprong bestemd voor menselijke consumptie die niet aan de door de Europese wetgeving opgelegde volksgezondheidvoorwaarden voldoen in een vrije zone, vrij entrepot of douane-entrepot of bij een scheepsbevoorrader (zoals beschreven in Richtlijn 97/78/EG art. 12-13). De producten zijn afkomstig van en bestemd voor een derde land. Een hoeveelheid producten van dezelfde aard / een aantal dieren van dezelfde soort, waarvoor dezelfde veterinaire certificaten of veterinaire documenten of dezelfde andere door de veterinaire wetgeving voorgeschreven documenten gelden, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en die afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land. Extern communautair douanevervoer.