WWW.KEGRO.NL
VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Deuren geleverd volgens: Concept I (traditioneel aan de kozijnenfabriek)
Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Inleiding Transport naar en bij de kozijnenfabriek en de bouwplaats Opslag bij de kozijnenfabrikant Afhangen van buitendeuren bij de kozijnenfabrikant Beschermen tijdens de bouwfase Houtreparaties Herstellen grondverfsysteem Beglazen Aflakken Aanbrengen hang- en sluitwerk en accessoires op de bouwplaats Het voorkomen van bloeden van massieve deuren Voorbereiding oplevering
2 2 2 3 3 4 4 4 6 6 8 8
1
WWW.KEGRO.NL
Hoofdstuk 1 Inleiding Algemeen De deur(en) die u heeft ontvangen, is met de grootst mogelijke zorg geproduceerd en afgewerkt. Om de kwaliteit en functionaliteit van deze deur te waarborgen vragen wij u een aantal werkzaamheden die nog moeten plaatsvinden aan de door u ontvangen deur(en) volgens onderstaande voorschriften en tips uit te voeren. De inhoud van de verwerkingsvoorschriften is onderdeel van de onafhankelijke toetsing door de certificerende instelling (SKH) in het kader van het attest met productcertificaat. In de BRL-0803 wordt onderscheid gemaakt tussen concept I, II en III. Deze 3 concepten staan voor 3 vormen van compleetheid waarin buitendeuren kunnen worden afgeleverd. Ieder concept beschrijft duidelijk wat de taken en verantwoordelijkheden van zowel de deurenfabriek als de aannemer of timmerfabriek zijn. In concept I worden de deuren voorzien van een grondverfsysteem door de deurenfabrikant en als halfproduct geleverd naar de bouwplaats of aan de timmerfabrikant (zonder GND garantie). De deuren zijn gekenmerkt door het ovale KOMO merkplaatje voorzien van het KOMOcertificaatnummer. In concept II levert de deurenfabriek de buitendeuren meer compleet en voorzien van een voorlak- systeem. De deuren zijn gekenmerkt door de GND stift “GND II “. In concept III is de deurenfabriek geheel verantwoordelijk voor het plaatsen en beglazen van de buitendeuren. De deuren zijn gekenmerkt door de GND stift “GND III “. Hoofdstuk 2 Transport naar en bij de kozijnenfabriek en de bouwplaats De buitendeuren moeten op zodanige wijze worden geladen dat zich tijdens het transport geen schadelijke vervormingen van het deurblad kunnen voordoen of beschadigingen kunnen ontstaan. Bewegingen tijdens het transport moeten zoveel mogelijk worden beperkt. Buitendeuren moeten daarom zorgvuldig worden vervoerd. Een pakket deuren dat horizontaal (liggend) wordt getransporteerd dient voorzien te zijn van een ondersteuning op minimaal 3 skids. (gelijkmatig verdeeld) Deze tijdelijke voorzieningen dienen, vóór het laden van de vrachtauto, te zijn aangebracht en moeten gedurende de verdere verwerking bij de kozijnenfabrikant kunnen worden gehandhaafd. Ten behoeve van het transport worden soms meerdere pakketten op elkaar geplaatst. Dit mag alleen tijdelijk tijdens het transport. Deze pakketten dienen direct nadat ze gelost zijn weer naast elkaar te worden geplaatst. Verder is het pakket omsnoerd met spanbanden, deze banden dienen direct na binnenkomst doorgeknipt te worden. Deze maatregelen zijn noodzakelijk, om onnodige belasting op de verse verf te voorkomen en druk op de deuren te vermijden. Indien het kozijn incl. de deuren voor transport naar de bouwplaats wordt ingepakt dan is het van belang dit met witte folie te doen. E.e.a. omdat transparante folie veel meer temperatuur stijging geeft dan de witte folie. Tussen de folie en het kozijn inclusief deuren dient voldoende ruimte aangebracht te worden om voldoende te ventileren en er dient voor gezorgd te worden dat de onderzijde ontwaterd. Hoofdstuk 3 Opslag bij de kozijnenfabrikant Om ervoor te zorgen dat de verkregen eigenschappen van het geleverde product behouden blijven dienen een aantal maatregelen genomen te worden. De opslag van de buitendeuren moet zorgvuldig geschieden. Opslag van deuren met de onderdorpel omhoog is daarom nooit toegestaan. Indien deuren op hun zijkant worden opgeslagen, dan moet dit gebeuren met de slotgaten omlaag!!!! Dit om inwateren te voorkomen. De opslag binnen of ten minste overdekt plaats vinden in een ruimte die zodanig is geconditioneerd dat het houtvochtgehalte gehandhaafd blijft (onder de 80% RV). Indien alleen opslag buiten mogelijk is, dan moet dit plaatsvinden op een verharde ondergrond met een goede waterafvoer, waarbij de onderkanten van de deuren minimaal 30 cm vrij moeten zijn van de ondergrond, zodanig dat geen contact met het water mogelijk is.
2
WWW.KEGRO.NL
De buitendeuren moeten verder tegen zon, regen of sneeuwval worden beschermd. Indien de buitendeuren onder zeilen worden opgeslagen, geld als aanvullende voorwaarde dat tussen de zeilen en de buitendeuren een zodanige ruimte aanwezig is, dat natuurlijke droging van de deuren mogelijk is. Buitenopslag en afdekken met dekzeil is geen goede oplossing. Zogenaamde onderwater situaties (b.v. water dat in sponningen e.d. blijft staan dient te allen tijde te worden voorkomen). Bij een permanente vochtbelasting zal het houtvochtgehalte extreem toenemen en zal het hout evenredig gaan zwellen. Een en ander kan resulteren in gevolgschade en afbreuk doen aan de functionaliteit van de buitendeuren. Hoofdstuk 4 Afhangen van buitendeuren bij de kozijnenfabrikant Voordat de buitendeuren afgehangen kunnen worden in de kozijnen is het bij dit concept mogelijk dat het pasmaken en alle frees- en boorbewerkingen t.b.v. het hang en sluitwerk en de accessoires worden aangebracht door de kozijnenfabrikant. Het aantal en de plaats van de scharnieren en sluitpunten moet voldoen aan de BRL-0803. De pasgemaakte zijkanten, infrezingen en boringen dienen nadat ze zijn aangebracht te worden voorzien van een grondverflaag met een laagdikte zoals aangegeven in de praktijkrichtlijn bijlage 7 van de BRL0803 voor dekkend werk. Om prestaties zoals inbraakwerendheid, geluidwerendheid, brandwerendheid, luchtdoorlatendheid, waterdichtheid etc. te kunnen realiseren moeten de deuren in houten gevelelementen afgehangen worden overeenkomstig de eisen zoals vermeld in de BRL-808 en de publicatie 98-08 van SKH. Het toepassen van vulplaatjes achter het scharnier is hierbij toegestaan. Hoofdstuk 5 Beschermen tijdens de bouwfase Na het afhangen van deuren moet worden gezorgd voor een goede bescherming van de deuren. Tot beschermingsmaatregelen behoren: • • • • • • •
Het voorkomen van een ruwe behandeling, beschadiging en vervuiling van onderdelen, zoals bovenzijden van onder of tussendorpels (valspecie) en deurstijlen.(beschadigingen door transporthandelingen) hiervoor dienen passende maatregelen genomen te worden. Het voorkomen van een continue vochtbelasting op de deuren. Het zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 1 maand na aanlevering op de bouw aanbrengen van glas in alle deuren. Het voorkomen van vervuiling van het hang en sluitwerk. Het zo snel mogelijk herstellen van beschadigingen aan het grondlaksysteem. (de originele laagdikte herstellen) Het zorgvuldig uitnemen van tijdelijk aangebrachte materialen of halfproducten (zoals bijvoorbeeld ventilatieroosters) en deze op en juiste wijze monteren. Voorkom bij beglaasde deuren dat ze in een situatie worden geplaatst waarbij de binnenzijde regelmatig benat wordt. Dit om te voorkomen dat water via de (capillaire) naad van de glaslatten in het beglazingssysteem kan lopen. Via de schroefgaten in het beglazingssysteem kan de constructie aangetast worden. (of er ontstaat bloeden bij Merbau deuren)
De door de deurenfabrikant in de fabriek aangebrachte beschermingsmiddelen dienen op een correcte wijze gehandhaafd te blijven. Het verwijderen van deze tijdelijke voorzieningen vindt pas plaats vlak voor de vervolghandeling door de aannemer.
3
WWW.KEGRO.NL
Hoofdstuk 6 Houtreparaties Kleine beschadigingen in de deuren kunnen worden gerepareerd met een daartoe geschikt vulmiddel dat voldoet aan de eisen zoals vermeld in de SKH beoordelingsgrondslag voor vulmiddelen 02-03. Veelal zijn deze vulmiddelen gebaseerd op een epoxyhars. Vulmiddelen op basis van polyesterhars zijn vrijwel nooit toegestaan. Een vulmiddel moet de volgende eigenschappen bezitten: • • • • • • • •
Geen agressieve stoffen bevatten Goed verwerkbaar zijn met eenvoudige gereedschappen Goed hechten aan het omringende hout, zowel aan de langse als aan de kopse kant Goed egaal af te smeren, zonder dat het materiaal trekt Bij verharding niet krimpen Een snelle door en door droging hebben Na uitharding goed schuurbaar zijn Goed af te werken zijn
Indien de verwerkingvoorschriften van de leverancier van het vulmiddel aanvullende informatie bevat, dan moeten deze verwerkingsvoorschriften worden gehanteerd. Van gerepareerde oppervlakken moet het grondverfsysteem tot de oorspronkelijke laagdikte worden hersteld. Hoofdstuk 7 Herstellen grondverfsysteem Het grondlaksysteem en het houtvochtgehalte moeten worden gecontroleerd. Het vochtgehalte dient overeen te komen met de percentages genoemd in de BRL-0803. In geval van verwering, slijtage of beschadiging of vervuiling, moet het grondlaksysteem tot de oorspronkelijke laagdikte worden hersteld. Hoofdstuk 8 Beglazen De houten buitendeuren dienen overeenkomstig dit hoofdstuk en de technische documentatie van Kegro Deuren beglaasd te worden. Houten buitendeuren die moeten voldoen aan inbraakwerendheidsklasse 2 worden beglaasd overeenkomstig paragraaf 4.3.1 van de SKH publicatie 98-08 (zie www.skh.org). Het glas dient te worden geplaatst volgens de NPR-3577 en de hieronder genoemde specifieke beglazingswijze. De toepassing van droge beglazing is niet toegestaan.
4
WWW.KEGRO.NL
Figuur 8.1
Figuur 8.2
Algemeen Beglazen cq glas plaatsen is een secuur werkje. Kitafdichting en goede ventilatie tussen en onder het glas bepalen in hoge mate de uiteindelijke totale kwaliteit van de deur. Van alle schades en tekortkomingen die we tegen komen is het overgrote merendeel te wijten aan beglazingsfouten. Advies: het verdient aanbeveling om deuren af fabriek beglaasd te bestellen. Beglazing Buitendeuren worden altijd in binnenbeglazing uitgevoerd. Na plaatsing mag de ruit het hout niet raken, daartoe dienen de kunststof stel en steunblokjes, zie figuur 8.1. Geadviseerd wordt tunnelblokjes aan de onderzijde te gebruiken zodat een optimale ventilatie wordt verkregen. De binnen en buitenvoegen tussen glas en glaslat worden afgekit met een elastische beglazingskit G25 volgens NEN-ISO 11600, met en minimale afmeting van de kitnaad van 4 mm breed x 6 mm hoog. Hierbij dient het glaspakket centraal tussen sponningaanslag en glaslat geplaatst te worden. Tevens moet bij het plaatsen van de glaslat een kitril in de sponning worden aangebracht, in verband met de luchtdichting volgens NPR 3577. Bij glaslatten van vlakke deuren dient in de groef bij de bevestigingsgaten een kitril aangebracht te worden, zie figuur 8.2.
5
WWW.KEGRO.NL
Volgorde van beglazing Maak de sponningen van de raamopening goed schoon, vuil en cementresten belemmeren een goede ventilatie en kithechting. Controleer of de verflaag in de sponningen onbeschadigd is. Eventuele beschadigingen van de verflaag herstellen conform hoofdstuk 7. Bepaal de netto ruimte tussen sponningaanslag/glaslat en glaspakket voor de keuze van band en kit, minimaal 4mm per kant bij het centraal plaatsen van het glaspakket tussen sponningaanslag en glaslat. In de sponningen en op de glaslatten wordt tegen de zijkant celband aangebracht, 6 mm onder de rand. Deze celband vormt de onderkant (de bodem) van de kitvoeg. Het glas in draaiende delen moet altijd diagonaal worden ondersteund door stel- en steunblokjes, het zogenaamde opklossen, schorend beglazen, zie tekening 8.1 Deze wijze van beglazen geeft extra steun aan de deur en brengt het glasgewicht over naar het hoekpunt. Bij binnenbeglazing zijn gefreesde beluchtingsleuven aangebracht. Deze sleuven mogen beslist niet dicht gekit worden. Plaatsen van een hielafdichting Bij ruiten welke in een binnen beglazingsysteem worden geplaatst is het aanbrengen van een zgn. hielafdichting of waterslot absoluut noodzakelijk. De belangrijkste functie van deze kitril, die onder de binnenruit en de onderhoeken van het isolatieglas wordt aangebracht, is namelijk waterdichting, zie figuur 8.1. De hieldichting in de bovenhoeken, in sommige situaties langs de gehele ruitomtrek, is noodzakelijk bij toepassing van de deur op grotere hoogtes. Hoofdstuk 9 Aflakken Check eerst of het grondlaksysteem nog in orde is, bij beschadiging herstellen conform hoofdstuk 7. Controleer vervolgens middels “vooraf testen”of de door u aan te brengen verf een goede hechting heeft op de toegepaste beglazingskit (vanaf 1 januari 2010 mag er geen oplosmiddelenhoudende verf meer geproduceerd worden en zal de nieuwe generatie watergedragen (2010) verven versneld zijn intrede doen). Daarna de herstelde stukken schoonmaken, schuren en strak maken. De eindafwerking op het grondlaksysteem moet binnen 6 maanden na aflevering op de bouwplaats worden aangebracht. Deze eindafwerking bestaat uit minimaal 2 lagen met een totale minimale droge laagdikte van 50 micron. De lagen dienen aangebracht te worden overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften van de verffabrikant / leverancier. Het is mogelijk dat bij sterk afwijkende kleur meerdere keren afgelakt moet worden om een goede kleurdekking te realiseren. Bescherm de eventueel aangebrachte tochtafdichtingen en kaderprofielen van de deur tegen verfvervuiling. Hoofdstuk 10 Aanbrengen van hang- en sluitwerk en accessoires op de bouwplaats Hang- en sluitwerk en accessoires op de bouw zoals scharnieren, sloten, veiligheidsbeslag cq garnituren, een briefplaat, een spionoog, een deurdranger, een deurrooster, een valdorpel of een windhaak, dienen in eerste instantie aangebracht te worden volgens de verwerkingsvoorschriften van de hang- en sluitwerk fabrikanten / leveranciers. Indien er echter inbraakwerendheid wordt vereist dan dienen hang- en sluitwerk en accessoires aangebracht te worden volgens de SKH publicatie 98-08. Het veiligheidsbeslag is overeenkomstig bijlage 3a01 van SKH publicatie 98-08. De schroefgaten en de gaten voor de (patent) bouten moeten worden voorgeboord, gatdiameter is de diameter van de bout + 2,0 mm of conform goedgekeurd verwerkingsvoorschrift van de fabrikant / leverancier. De aangebrachte gaten en uitsparingen moeten altijd weer goed worden behandeld met een afdichtende verf in voldoende laagdikte. Het is mogelijk dat bij ongunstige weersituering er water tussen de cilinder en het beslag dringt en in de slotkast terecht komt. Als dit het geval is dient de naad met kit afgedicht te worden.
6
WWW.KEGRO.NL
Het plaatsen van deurroosters wordt in figuur 10.1 weergegeven. De meeste toegepaste roosters zijn muurroosters, dus geen specifieke deurroosters. Daardoor is waterdoorslag door het rooster mogelijk en zal lekwater naar de binnenzijde van de deur lopen. Alle accessoires die door regen belast kunnen worden dienen afwaterend en waterdicht aangebracht te worden. Capillaire naden kunnen voor langdurige vochtbelasting zorgen en dit kan veel schade aan het verfwerk en in latere instantie aan de constructie toebrengen.
Figuur 10.1
7
WWW.KEGRO.NL
Hoofdstuk 11 Het voorkomen van bloeden van massieve deuren Houtsoorten als Merbau en Sapupira kunnen bij onvoldoende verfbehandeling bloeden onder invloed van vocht. Je voorkomt bloeden van de deur door deze goed af te lakken, waardoor alle houtporiën gesloten zijn met verf. De aannemer dient zorg te dragen voor: • een goede opslagmethode, bloeden uit stapeldorpels en uit meerpuntsluitingen is het gevolg van foutieve opslag • tijdige en volledige beglazing, de glassponning is niet afwaterend, er kan water in de sponning blijven staan • het voorkomen van onderwater situaties Opgetreden klachten van bloedende deuren zijn als volgt te behandelen: • • • •
verwijder de uitgeloogde inhoudsstoffen gaat dit moeizaam, gebruik dan een iets zuriger schoonmaak product repareer de beschadigingen aan het grondverfsysteem breng voldoende aflak aan op de schoongemaakte delen
Hoofdstuk 12 Voorbereiding oplevering Deuren die een bouwfase doorgemaakt hebben dienen gecontroleerd te worden op goed functioneren. Indien bij de controle op hang en sluitnaden blijkt dat deze niet voldoen aan de gestelde eisen, dan is correctie van deze naden d.m.v. vulplaten achter de scharnieren toegestaan. Controleer de dag en nachtschoot van de meerpuntsluiting op een goede werking. Controleer of de sluitkommen op de juiste manier zijn geplaatst en afgesteld. Door de sluitkommen op de juiste manier af te stellen is een goed sluitende deur te verkrijgen. Na een lange en vochtige bouwperiode is het mogelijk dat de sluitkommen opnieuw afgesteld moeten worden. Bij deuren die inclusief valdorpel worden geleverd, is de valdorpel fabrieksmatig in de hoogste stand afgesteld en moet deze daarom na reiniging op juiste werking worden gecontroleerd en worden afgesteld. Controleer of kaderprofielen en tochtstrippen juist zijn aangebracht en of de beschermfolie is verwijderd. Deze verwerkingsvoorschriften dienen strikt en aantoonbaar te worden nageleefd. Bij het niet naleven van deze voorschriften kan het recht op aanspraak vervallen. Het naleven van deze voorschriften valt onder de verantwoordelijkheid van de aannemer.
8