Versneld naar een nog veiliger en efficiënter betalingsverkeer Vierjarenplan 2009 – 2012
Leidschendam, 27 mei 2009
INHOUD
Inleiding
3
Doelstellingen
5
De huidige status
6
Activiteiten 2009-2012
8
EMV-programma
8
Op meer plekken automaten
10
Optimalisatie elektronisch betalen
11
Meer pinnen
13
Evaluatieonderzoek
14
Organisatie, afstemming en communicatie
2
15
Inleiding Verdere groei van het aantal pintransacties maakt het betalingsverkeer in Nederland aanmerkelijk veiliger, efficiënter, effectiever en gemakkelijker. Door het gebruik van de EMV-chiptechnologie zal pinnen nog veiliger worden. Daarover is iedereen die betrokken is in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) het eens. Pinnen moet daarom gestimuleerd worden, net als het gebruik van de EMV-chiptechnologie. De komende tijd heeft een ingrijpende marktverandering plaats: van een puur Nederlandse markt, waarbinnen slechts één zogenaamd scheme (PIN) actief is, naar een Europese markt, waarbinnen diverse schemes en nog meer aanbieders actief zullen worden. Het gebruik van EMV is cruciaal in deze marktbeweging: overal in Europa worden betaalautomaten en passen met de EMV-chiptechnologie uitgerust. Dat biedt op termijn vele voordelen, zoals verdergaande internationale standaardisatie, een internationale marktwerking en gezamenlijke investeringen in veiligheid en innovatie. We zitten momenteel in een overgangssituatie en staan voor flinke uitdagingen: • hoe zo snel mogelijk te komen tot die nieuwe markt, gebaseerd op de nieuwe technologie zonder de verworvenheden van het verleden te verliezen; • hoe – gegeven de nieuwe omstandigheden - te komen tot een zodanig robuuste pinketen dat deze de verwachte groei aan kan; • hoe te zorgen voor de beoogde veiligheid en efficiëntie; • hoe klanten snel te laten wennen aan de nieuwe methode van betalen; • hoe klanten te stimuleren om nog vaker hun pas te trekken en om ook kleine bedragen elektronisch af te rekenen? Om onder andere deze uitdagingen het hoofd te bieden trekken banken en vertegenwoordigers van toonbankinstellingen samen op in de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen. De Stichting beheert een fonds dat projecten ondersteunt die de veiligheid en efficiency van het betalingsverkeer vergroten. Het fonds is opgericht als uitvloeisel van het Convenant Betalingsverkeer 2005 dat via een Nadere Overeenkomst bij het Convenant Betalingsverkeer 2005 is aangescherpt en geactualiseerd. Aanvankelijk was tussen banken en toonbankinstellingen afgesproken om in de Stichting samen te werken tot en met eind 2010. In de Nadere Overeenkomst is een verlenging tot en met in ieder geval eind 2012 vastgelegd. Bovendien is afgesproken om een aantal activiteiten te intensiveren. Deze extra inspanning moet er onder andere toe leiden dat alle betaalautomaten in Nederland eind 2011, indien dat in alle redelijkheid in de praktijk mogelijk is, alleen nog maar transacties op basis van EMV-technologie doen in plaats van het tot dusver afgesproken tijdstip van eind 2013. Dat is nodig in het belang van de veiligheid van het elektronisch betalingsverkeer. Daarnaast zullen de extra inspanningen worden gericht op een nog steviger groei van het aantal pintransacties en betaalautomaten waarmee het aantal transacties met contant geld verder wordt teruggedrongen. In dit Vierjarenplan worden de doelstellingen en activiteiten van de Stichting voor de periode 2009-2012 op hoofdlijnen beschreven. Per jaar zullen meer gedetailleerde werkplannen worden opgesteld, die door het Bestuur van de Stichting worden
3
goedgekeurd. Dit houdt ook in dat, mochten de omstandigheden in de komende jaren wijzigen, dit zijn weerslag kan hebben op de werkplannen. Voor meer informatie over de afgeronde en lopende projecten van de Stichting wordt verwezen naar de diverse websites van de Stichting: de corporate website www.efficientbetalen.nl en twee projectwebsites, www.slimmepinpakketten.nl en www.slimpinverkeer.nl.
4
Doelstellingen Pinnen (een debetbetaaltransactie) is een snelle, veilige en eenvoudige manier van betalen voor consumenten en toonbankinstellingen. Wisselgeld is bijvoorbeeld niet meer nodig, je hoeft niet iedere keer geld uit de muur te trekken of bang te zijn dat je geld verliest. Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat pinnen voor acceptanten, net als voor banken, een uiterst efficiënt betaalmiddel is. Efficiënter dan betalen met contant geld, bijvoorbeeld. Het oogmerk van de Stichting is in algemene zin het stimuleren van maatregelen die de juiste prikkels geven om het betaalgedrag van alle partijen in het Nederlandse betalingsverkeer te sturen naar een zo efficiënt en veilig mogelijk betaalgedrag. De maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer kunnen omlaag, rekening houdend met de belangen van alle partijen en de veiligheid van het betalingsverkeer. Meer concreet gaat het om: • het stimuleren van toonbankinstellingen om pinnen (met welk(e) merk(en) dan ook) als betaalmiddel te accepteren en daarvoor EMV-geschikte betaalautomaten in combinatie met toekomstbestendige datacomoplossingen aan te schaffen; de Stichting streeft naar 270.000 betaalautomaten eind 2012; • het stimuleren van ondernemers die pinnen al accepteren om – voor zover dat nog niet is gebeurd – hun infrastructuur (betaalautomaten en datacom) geschikt te maken voor de acceptatie van EMV-pinbetalingen; de Stichting streeft naar 100% werkende EMV-betaalautomaten eind 2011, zodat alle transacties via de EMV-technologie verlopen en de magneetstrip op passen die Nederlandse banken uitgeven, niet meer gebruikt wordt; • het via toonbankinstellingen en hun medewerkers stimuleren van consumenten om met hun pinpas te betalen in plaats van met contant geld; de Stichting streeft naar het ambitieuze aantal van 2,7 miljard elektronische (debet)betaaltransacties eind 2012. Om bovenvermelde doelstellingen te bereiken kan niet altijd worden uitgegaan van de huidige oplossingen. In een aantal gevallen moeten bepaalde belemmeringen worden weggenomen. Het stimuleren van oplossingen rekent de Stichting ook tot haar takenpakket. Zo moeten bijvoorbeeld oplossingen worden gezocht voor kwetsbare groepen consumenten voor wie pinnen moeilijk is vanwege een functiebeperking. Ook moet gekeken worden naar oplossingen voor mensen die op dit moment gewoon zijn hun uitgaven onder controle te houden door met contant geld af te rekenen. Daarnaast moeten oplossingen worden gezocht voor betaalsituaties waar het lijkt dat contant geld niet weg te denken is. Van belang is ten slotte dat de pinketen robuust genoeg is om de verwachte groei en het grotere belang van pinnen aan te kunnen. Ook daaraan wil de Stichting bijdragen.
5
De huidige status Sinds 1987 kunnen in Nederland aankopen afgerekend worden met de bankpas met pincode. In Nederland zijn meer dan 25 miljoen betaalpassen in omloop waarmee kan worden gepind. Vrijwel iedere volwassen Nederlander boven de 18 jaar heeft één of meer bankpassen. Het aantal pin-transacties groeit sinds 1987 van jaar op jaar. In 2005, waarin het Convenant Betalingsverkeer is afgesloten werden, 1,334 miljard transacties verwerkt. Omdat de groei aan het begin van dit millennium stagneerde, is tussen Convenantpartijen in 2005 afgesproken dat de activiteiten van de Stichting ertoe zouden moeten bijdragen dat het jaarlijkse aantal pinbetaaltransacties - sneller dan op grond van autonome groeiprognoses mag worden verwacht – met een miljard toeneemt. Het streefgetal werd vastgesteld op 2,334 miljard transacties eind 2010. Eind 2008 konden 1.756 miljard transacties genoteerd worden. In 2005 werd ook afgesproken om het aantal betaalautomaten waarbij consumenten terecht kunnen mede dankzij de stichtingsactiviteiten fors zouden toenemen. Dat aantal was in 2005 206.392. Eind 2008 werden 234.393 geteld.
6
We kunnen constateren dat het tij aan het keren is. Het groeicijfer voor pinnen over 2008 is boven de tien procent gekomen. Vooral in de laatste maanden van 2008 was de kentering goed zichtbaar. Dit kwam met name door de Klein bedrag? Pinnen mag!-actie in de supermarktbranche die gezamenlijk door het CBL, Currence en de Stichting werd uitgevoerd. Deze had niet alleen voor de supermarktbranche hogere groeicijfers van pinnen tot gevolg, maar ook een uitstralingseffect naar andere branches. Daar zien we ook steeds vaker de bordjes verdwijnen waarop de toonbankinstelling aangeeft dat hij een toeslag rekent bij kleine transacties. Op deze manier krijgen consumenten steeds vaker het signaal dat zij voor kleine bedragen met hun pasje mogen betalen. Sterker nog, dat dit zelfs gewenst is. De groei van het aantal transacties zette zich in de eerste maanden van 2009 voort.
7
Activiteiten 2009-2012 Alle activiteiten in dit Vierjarenplan hebben als doel het bevorderen van een maatschappelijk efficiënt, betrouwbaar, veilig en goedkoop betalingsverkeer. De meeste activiteiten hebben een looptijd die langer is dan één jaar. Het jaar 2009 wordt vooral gezien als aanloop- en ontwikkeljaar voor de diverse acties die de Stichting wil uitvoeren. Het grootste deel van de uitgaven zal vallen na 2009.
EMV-programma Met EMV wordt bewerkstelligd dat in heel Europa dezelfde technologische standaard voor pinnen wordt gebruikt en dat consumenten met hun pasje en pincode op alle Europese betaalautomaten op gelijke wijze een betaling kunnen doen. De EMVchiptechnologie is daarnaast van belang in de strijd tegen het skimmen. De belangrijkste uitdaging voor de komende jaren is een soepele en snelle overschakeling van betalen via de magneetstrip naar betalen via de EMV-chip. Daar heeft iedereen die betrokken is bij het toonbankbetalingsverkeer mee te maken. Zo moeten banken consumenten passen verschaffen met (naast de magneetstrip) een EMV-chip. Ook moeten banken met de bij hen bankierende ondernemers zogenoemde acquiring contracten afsluiten voor de acceptatie van op EMV-technologie gebaseerde betaaltransacties van verschillende merken. Schemes moeten hun specificaties en certificatie geschikt maken voor EMV en consumenten informeren, betaalautomaatleveranciers moeten betaalautomaten leveren die deze pasjes kunnen verwerken, processors en banken moeten hun systemen aanpassen, ondernemers moeten betaalautomaten upgraden of vervangen en consumenten moeten overschakelen van ‘swipen’ naar ‘dippen’. Bovenstaande partijen zullen over dit alles gezamenlijk moeten communiceren. Ieder heeft zijn eigen rol als het gaat om de overschakeling naar EMV. De Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen zal haar activiteiten in dit kader richten op: 1. Het realiseren van 100% werkende en actieve EMV-betaakautomaten eind 2011 2. Het begeleiden en equiperen van toonbankinstellingen (ondernemers en medewerkers) om hun klanten op (een) nog vast te stellen moment(en) zo vlot mogelijk te laten wennen aan het daadwerkelijk uitvoeren van EMV-transacties. Hierna volgt de opsplitsing van het automatenbestand per 31 december 2008 (op dat moment 233.718 automaten groot) in relatie tot hun vermogen EMV-kaarten te verwerken.
8
Opbouw terminalbestand per ultimo 2008 65.041; 28% 86.527; 37% EMV EMV voorbereid Non-EMV
82.150; 35% Concreet is voor de realisatie van doelstelling 1 nodig: • Dat de (65.041) betaalautomaten die EMV geschikt zijn op het moment dat ze EMV-transacties moeten verwerken dit ook echt kunnen. Hiervoor is noodzakelijk dat deze betaalautomaten geladen zijn met de juiste softwareversie. • Dat (82.150) betaalautomaten die hardwarematig geschikt zijn voor EMV een upgrade naar EMV krijgen zodat ze op het moment dat ze EMV-transacties moeten verwerken dit ook echt kunnen. Bekend is dat een deel van deze categorie betaalautomaten (ruim 40%) op afstand kan worden geüpgraded. Van belang is om tegelijk met deze migratie progressie te maken op het gebied van breedbandpinnen: hoe meer ondernemers meteen naar TCP/IP worden gemigreerd, hoe beter. • Dat (86.527) betaalautomaten die nog niet EMV-geschikt zijn en ook niet kunnen worden geüpgraded uiterlijk eind 2011 zijn vervangen door EMV-geschikte automaten. Een deel van deze automaten heeft een (economische) levensduur die daarmee strookt. Voor andere automaten geldt dat deze vervroegd moet worden afgeschreven. Speciale aandacht binnen deze categorie automaten vergen de automaten in de benzinebranche. Bekend is dat deze automaten deels zijn ingebouwd in zogenoemde buitenpalen op benzinestations en vervanging van de automaten zal kunnen leiden tot daarmee samenhangende wijzigingen. • Dat betaalautomaten die nieuw verkocht worden meteen EMV-geschikt zijn en dat geen oude betaalautomaten zonder EMV meer worden verkocht. Leveranciers hebben hun eigen verantwoordelijkheid om betaalautomaten te upgraden en vervangende betaalautomaten voor de markt beschikbaar te hebben. Zo hebben zij EMV-voorbereide terminals verkocht met upgrade-garantie. Het is nu zaak dat zij hun beloftes tijdig waar maken en ervoor zorgen dat de terminals bij hun klanten snel geschikt zijn om EMV-debettransacties te accepteren. Ook banken en toonbankinstellingen zullen zich er actief voor inspannen om de migratie snel en succesvol te laten verlopen. Dit uitgaande van het principe dat migraties in alle redelijkheid in de praktijk mogelijk zijn. Er zal intensief overleg moeten worden gevoerd met de diverse stakeholders, in het bijzonder met de Nederlandse leveranciers van betaalsystemen, resellers en
9
leveranciers van kassasystemen. We noemen deze laatste groep hier expliciet, omdat deze leveranciers kassakoppelingen (koppelingen tussen betaalautomaten en kassasystemen) leveren die bij eerdere vervangingstrajecten tot problemen leidden. Specifieke aandacht daarvoor is noodzakelijk. Ondernemers zullen door partijen gezamenlijk moeten worden gestimuleerd om hun betaalautomaten (voor)tijdig te vervangen of te upgraden. Voor ondernemers die worden benadeeld doordat ze korter dan de afgesproken vijf jaar gebruik kunnen maken van hun betaalautomaten, wordt een oplossing gezocht. Specifieke aandacht zal in het EMV-programma worden besteed aan bijzondere gebieden, zoals de benzinebranche in het algemeen en onbemande betaalautomaten in bijvoorbeeld de benzinebranche en bij de Nederlandse Spoorwegen Concrete uitwerking van dit onderdeel zal nog in 2009 plaatsvinden. Daarbij worden de inspanningen en resultaten in de komende jaren uitgewerkt. De activiteiten in het kader van de eerste doelstelling (100% EMV-betaalautomaten per 31 december 2011) en de communicatieactiviteiten passend binnen de tweede doelstelling (het begeleiden en ondersteunen van toonbankinstellingen) vergen zorgvuldige afstemming met andere partijen die zich met de EMV-migratie bezighouden. Deze afstemming kan plaatsvinden in de nog op te zetten EMV-afstemgroep die aan het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer verslag zal uitbrengen. Hierop gaan we nader in onder het kopje ‘Organisatie en afstemming’.
Op meer plekken automaten Consumenten moeten zonder contant geld op pad kunnen en in principe op alle denkbare plaatsen met elektronisch geld kunnen betalen. De penetratie van betaalautomaten is in Nederland al behoorlijk hoog. Maar nog altijd kunnen consumenten niet met hun bankpas terecht bij 14% van de detailhandel (met name ambulante handel en MKB-detailhandel food), bij de helft van de horeca (met name de café- en snackbarbranche) en tal van andere ambachtelijke en dienstverlenende sectoren. De Stichting zal de komende jaren doorgaan met het stimuleren van toonbankinstellingen om pinnen als betaalmiddel te accepteren en daarvoor EMVgeschikte betaalautomaten in combinatie met toekomstbestendige datacomoplossingen aan te schaffen. De Stichting streeft naar 270.000 betaalautomaten eind 2012. De Stichting richt zich daarbij op potentiële instappers in achterblijvende branches en sectoren. Hiervoor wordt zowel een branchegerichte als een geografische aanpak gevolgd. Hulpmiddel daarbij vormt een subsidieregeling voor instappers. Deze zal actiematig worden ingezet. Daarnaast heeft de Stichting het voornemen om winkelgebieden te “creëren” waar overal gepind kan worden. Zij zal ‘pinadviseurs’ inzetten om in de betreffende gebieden te helpen om een 100% pindekkingsgraad te realiseren en zo nodig een optimalisatie en upgrading van de pininfrastructuur. Subsidie kan daarbij een hulpmiddel zijn. De plannen
10
hiervoor moeten nog worden uitgewerkt. Denkbaar is dat winkelgebieden die de gewenste dekkingsgraad hebben een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld.
Optimalisatie elektronisch betalen De Stichting streeft naar een zo veilig, efficiënt en gemakkelijk mogelijk betalingsverkeer. Pinnen heeft deze kenmerken zeker in zich, maar er zijn uiteraard altijd verbeteringen mogelijk. Soms zijn dat verbeteringen voor problemen die nu al bekend zijn, maar de Stichting weet uit ervaring dat er de komende jaren ongetwijfeld nog grote of kleine knelpunten naar voren komen die opgelost moeten worden. Hieronder een overzicht van punten die al bekend zijn: Naar een robuustere pinketen In de periode december 2008 – februari 2009 heeft McKinsey in opdracht van de Stichting een procesanalyse van de pinketen in Nederland uitgevoerd en verbetervoorstellen gedaan. Alle stakeholders die bij het pinnen betrokken zijn onderschrijven de analyse en de oplossingsrichtingen. Geconcludeerd werd dat pinnen in Nederland goed functioneert, maar dat een aantal (technische en organisatorische) knelpunten verdere groei belemmeren. De knelpunten hebben te maken met het identificeren en oplossen van storingen en het communiceren daarover. Ook is geconstateerd dat bij installatie van pinapparatuur in combinatie met een telecomaansluiting de levertijd variabel en in algemene zin te lang is, de installatie van breedband en betaalautomaat niet altijd in een keer goed gaat en weinig gecoördineerd wordt. McKinsey concludeerde dat de grote complexiteit van de keten door een groot aantal productcombinaties en het ontbreken van één eindverantwoordelijke partij de grondoorzaken zijn. De oplossingsrichtingen zijn drieledig: • de aanbiederstructuur zou vereenvoudigd moeten worden (met een helder en toegankelijk standaardaanbod gericht op het MKB en maatwerkoplossingen gericht op het grootwinkelbedrijf); • een bij voorkeur neutrale partij zou het incidentmanagement op zich moeten nemen; • de certificering van de keten zou verder versterkt (en strenger) moeten worden. De Stichting wil er in samenwerking met de relevante stakeholders toe bijdragen dat deze oplossingen op korte termijn in gang gezet worden. Ze zal initiatieven stimuleren en aanjagen. Inmiddels is duidelijk dat stakeholders voortvarend met de aanbevelingen aan de slag zijn gegaan. De Stichting verwacht medio 2009 de verbeteringen te kunnen presenteren. Pinnen toegankelijker maken voor alle doelgroepen De Stichting heeft in 2008 met DNB een project van Viziris gesubsidieerd. In dat project werd de toegankelijkheid van pinapparaten voor mensen met een beperking proefondervindelijk vastgesteld. Er is zeer gedegen onderzocht in zowel een laboratoriumsituatie als in praktijksituaties waar de proefpersonen tegenaan lopen als ze willen pinnen. Dit leidde tot praktische verbeteradviezen voor betaalautomaatproducenten met betrekking tot de ergonomie van de betaalautomaten en de leesbaarheid van de display. Ook leidde het tot adviezen voor acceptanten over de keuze van een pinautomaat en de plaatsing van het apparaat in hun onderneming.
11
Eén van de adviezen is om de betaalautomaat op een stabiele zwenkarm te plaatsen, zodat consumenten de betaalautomaat dichterbij kunnen brengen en de lichtinval kunnen manipuleren. Een dergelijke zwenkarm zou kunnen worden geplaatst bij de brede doorgangrijen van supermarkten en mogelijk ook bij andere retailers. Een dergelijke zwenkarm voor betaalautomaten is nog niet op de markt. Vandaar het initiatief om nadrukkelijk te stimuleren een dergelijke arm te ontwikkelen en op de markt te brengen. De Stichting verwacht dat industrieelontwerpers in samenwerking met betaalautomaatleveranciers en/of kassaleveranciers op een dergelijke vraag of op vragen in dezelfde context zouden willen inspelen. De Stichting wil hiervoor een Innovatie-Award in het leven roepen, die eventueel jaarlijks zou kunnen worden uitgereikt aan dit soort initiatieven. Taskforce cashloze supermarktbranche De laatste twee jaar is het aantal overvallen op supermarkten toegenomen. De overvallen richten zich in toenemende mate op de kassa waar voorheen vooral de kluis het doelwit was. Voor supermarkten vormen de overvallen een groot probleem. Daarbij gaat het niet alleen maar om het materiële verlies, maar vooral om het waarborgen van een aantrekkelijke en veilige winkelomgeving voor de klant en medewerkers. De problematiek speelt in alle regio’s en bij alle formules. De supermarkten verenigd in het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) trekken daarom op het gebied van criminaliteitsbestrijding al jaren gezamenlijk op. Zo is er uitwisseling van informatie over daders en werkwijzen en over effectieve preventiemaatregelen en wordt er in opleidingen en instructies van medewerkers volop aandacht besteed aan de overvalproblematiek. Dit resulteerde in een daling van het aantal overvallen tot medio 2007. De recente toename vraagt om nieuwe en ingrijpendere maatregelen: zonder cash in de supermarkt zouden de winkels een aanzienlijk minder aantrekkelijk doelwit zijn. Daarom heeft het CBL een taskforce geformeerd en de Stichting gevraagd dit initiatief te ondersteunen. De taskforce heeft als specifieke opdracht te onderzoeken wat er nodig is om de contante geldstromen binnen vijf jaar uit de branche te bannen en daarvoor oplossingen te zoeken en uit te testen. De Stichting levert binnen haar doelstellingen aan dit bijzondere initiatief graag een bijdrage. Het bevorderen van standaardisatie Op dit moment moeten vaak aan de betaalautomaat gekoppelde systemen worden vervangen als er een nieuwe betaalautomaat of een nieuw kassasysteem wordt aangeschaft. Of heeft de ondernemer slechts een zeer beperkte keuze uit betaalautomaten die wel kunnen communiceren met de rest van de backoffice in de winkel. Dit komt door een gebrek aan standaardisatie en het kan de innovatie en snelle invoeringen van nieuwe betaalautomaten in combinatie met kassasystemen frustreren. Deze problematiek doet zich voor in de detailhandel en de benzinebranche, waarbij voor laatstgenoemde branche geldt dat internationaal werkende maatschappijen al jaren streven naar wereldwijde standaardisatie.
12
De Stichting wil ertoe bijdragen standaardisatie op dit gebied te bevorderen. Dat dit een complexe taak is is evident, temeer daar standaardisatie bij voorkeur Europees wordt aangepakt. Een goede afstemming met de vertegenwoordigers van banken in de EPC is noodzakelijk. Daar staat de standaardisatie van debetbetaalkaarten en transactieverwerking immers al op de agenda. Stimuleren gebruik Low Value Payment-oplossingen Pinnen is in het algemeen het goedkoopste betaalmiddel. Er zijn echter situaties waar ondernemers vanwege de kosten toch de voorkeur geven aan contant betalen. Dit is vooral het geval als ondernemers relatief veel kleine transacties en lage marges op de producten of diensten hebben. Voor die situatie was ooit de chipknip als oplossing bedacht, maar dit betaalmiddel heeft nooit de schaalgrootte en dus het succes gekregen dat nodig was om het doel te bereiken. En vermoedelijk zal dit product als gevolg van SEPA niet blijven bestaan. Banken en toonbankinstellingen hebben afgesproken dat banken tussen nu en april 2010 uitvoerig onderzoek zullen doen naar de technische mogelijkheden om een significante vervanging van laagwaardige (contante) betaaltransacties door elektronische (betaalpas)betaaltransacties te bewerkstelligen. De banken zullen in 2009 de eerste resultaten en denkrichtingen met de toonbankinstellingen bespreken en uiterlijk in april 2010 een concreet voorstel doen. Dit alternatief (of meerdere, indien dit van toepassing is) zal onder de aandacht moeten worden gebracht van ondernemers. De Stichting zal met name met betrekking tot het laatste vermoedelijk een rol kunnen vervullen. Bevorderen van breedbandpinnen Pinnen via breedband is voor de meeste ondernemers gunstiger dan voor iedere betaaltransactie moeten inbellen via een PSTN- of ISDN-verbinding. Om die reden promoot de Stichting al een aantal jaren het breedbandpinnen. Inmiddels zijn nagenoeg alle grootwinkelbedrijven en al meer dan de helft van de ondernemers aangesloten bij franchiseformules overgeschakeld op breedband. In het MKB valt echter nog een behoorlijke slag te slaan: 100.000 betaalautomaten zijn nog aangesloten op PSTN of ISDN, terwijl KPN de levering van beide typen dataverbinding over een aantal jaren zal staken. De Stichting gaat dan ook door met het promoten van breedband. Daarbij zal de migratie naar EMV worden gebruikt als een goed moment voor een overstap naar breedband. Ook is te verwachten dat er - als vervolg op het hierboven vermelde project “Naar een robuustere pinketen’ – handige breedbandpakketten op de markt komen. Ook die zullen door de Stichting onder de aandacht worden gebracht.
Meer pinnen De Stichting voert sinds 2008 promotionele activiteiten uit om de groei van het pinnen verder te stimuleren. Dit vergt een zorgvuldige coördinatie met andere partijen (denk aan banken en ‘schemes’) die ook elektronisch betalen bevorderen. Daarbij neemt de Stichting het voortouw bij activiteiten die via toonbankinstellingen, hun medewerkers en brancheorganisaties lopen. Maar ook bij het wegnemen van de nog resterende
13
belemmeringen. De schemes en de banken nemen de communicatie richting consumenten en rechtstreekse publieksbenadering voor hun rekening. Als op het verkooppunt publieksgerichte acties plaatsvinden kan maximale synergie plaatsvinden. Dit is in 2008 voor het eerst bereikt door een gezamenlijk initiatief in de supermarktbranche. In 2009 zijn er gezamenlijke initiatieven met opnieuw de supermarktbranche en daarnaast met de drogisterijbranche en een aantal landelijke winkelformules. Nog meer dan in 2008 zullen gezamenlijke marketingacties worden ondersteund. De Stichting heeft als ambitieuze doelstelling dat er in Nederland jaarlijks 2,7 miljard keer wordt gepind. Dit doel zou in 2012 bereikt moeten worden, waarbij het de bedoeling is dat het grootste deel van de groei ten koste is gegaan van contante betaaltransacties. Om de doelstelling te bereiken is een jaarlijkse groei van ruim 11% van het pinnen nodig.
Evaluatieonderzoek Tussen banken en toonbankinstellingen is in de Nadere Overeenkomst bij het Convenant afgesproken om uiterlijk per 1 september 2013 een evaluatie gereed te hebben van de resultaten die voortvloeien uit de afspraken die zijn gemaakt in de Nadere Overeenkomst. Het onderzoek valt uiteen in twee onderdelen. Op de eerste plaats moet worden vastgesteld hoe het (toonbank)betalingsverkeer zich tussen 2009 en eind 2012 met betrekking tot de effectiviteit, efficiëntie, veiligheid, betrouwbaarheid en het kostenniveau heeft ontwikkeld. Een tweede onderzoek heeft betrekking op de vraag of de doelstellingen zoals genoemd in dit Vierjarenplan ook daadwerkelijk zijn behaald.
14
Organisatie, afstemming en communicatie Bestuur Het Bestuur van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen telt vier leden. Twee van hen zijn aangewezen door de NVB, twee door het Platform Detailhandel. Het Bestuur komt ongeveer vier keer per jaar bijeen. De fondsmanager is secretaris van het Bestuur. Het Bestuur stelt in november het jaarlijkse werkplan voor het jaar daarop vast en de bijbehorende begroting. Daarnaast besluit het Bestuur over projecten van boven een bepaald bedrag. Voorts stelt het Bestuur aan het begin van het kalenderjaar vast of de vastgestelde doelen over het voorgaande jaar zijn behaald en of activiteitenlijnen moeten worden aangepast om de einddoelen te bereiken.
Convenantteam Namens de ondertekenaars van het Convenant Betalingsverkeer hebben vertegenwoordigers zitting in het Convenantteam. Het Convenantteam komt zes tot acht maal per jaar bijeen. Het Convenantteam wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van bancaire zijde en een vertegenwoordiger van de toonbankinstellingen. Het secretariaat van het Convenantteam wordt verzorgd door het secretariaat van de Stichting. Het Convenantteam stelt de jaarlijkse werkplannen met bijbehorende begrotingen op ten behoeve van het Bestuur. De jaarplannen worden gebaseerd op plannen per activiteit en doelgroep. Voor de belangrijkste doelgroepen en activiteiten worden werkgroepen opgericht die hun plannen ter goedkeuring aan het Convenantteam voorleggen. De voorzitters en secretarissen van de werkgroepen zorgen voor een goede afstemming met het Convenantteam en het Vierjarenplan. Aan het einde van een kalenderjaar maakt het Convenantteam een verslag over het voltooide jaar in het licht van gestelde doelstellingen. Het Convenantteam kijkt meer in detail naar de inhoud van projecten en mobiliseert waar nodig de eigen achterban. Soms wordt de Stichting met een verzoek tot ondersteuning benaderd door derde partijen. Het Convenantteam neemt deze aanvragen in behandeling. Het Convenantteam kan zelfstandig beslissen over projecten tot een bepaald bedrag.
Secretariaat Om bovenvermeld activiteitenplan uit te voeren is een daarop afgestemde bezetting van het secretariaat van de Stichting nodig. De bezetting bestaat de komende jaren uit ongeveer 4 fte vast, naast de fondsmanager. In piekperiodes kan deze bezetting worden uitgebreid. Het secretariaat is gehuisvest op Overgoo 15 in Leidschendam.
Afstemming EMV-programma Stichting met het nationale EMV-programma De nadruk van de activiteiten van de Stichting op het terrein van EMV ligt op het terrein van stimuleringsactiviteiten voor een vermelde EMV-transactie enerzijds en communicatie met ondernemers en medewerkers van toonbankinstellingen en hun
15
intermediairs over de EMV-migratie anderzijds. Wat dit programma betreft zal goed moeten worden samengewerkt met andere partijen en overlegstructuren.
Communicatie De doelstellingen die in dit Vierjarenplan zijn geformuleerd kunnen alleen bereikt worden als stakeholders dezelfde doelstellingen nastreven, als zoveel mogelijk mensen uit de diverse achterbannen worden gemobiliseerd en als op gecoördineerde wijze wordt gecommuniceerd richting acceptanten en eindgebruikers. De doelstellingen en activiteiten moeten daarom actief worden uitgedragen. De Stichting zet daartoe diverse middelen in, zoals websites, nieuwsbrieven, persberichten en bijeenkomsten. Concreet zal actief worden gecommuniceerd dat met EMV de veiligheid in het toonbankbetalingsverkeer toeneemt, dat EMV-standaarden voor debetkaartbetaaltransacties moeten worden gebruikt, dat op EMV-technologie gebaseerde betaaltransacties worden geaccepteerd en pinnen, mede gelet op de verwachte concurrentie, aan de maatschappelijke efficiëntie blijft bijdragen. Om eenduidigheid richting alle betrokkenen te bevorderen, zal alle communicatie in dit kader worden afgestemd tussen banken en toonbankinstellingen.
16
Uitgave Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen Postbus 262 2260 AG Leidschendam www.efficientbetalen.nl www.slimmepinpakketten.nl www.slimpinverkeer.nl 27 mei 2009 Dit is het Vierjarenplan van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen. De Stichting is opgericht als uitvloeisel van het Convenant Betalingsverkeer 2005 dat tussen banken en vertegenwoordigers van toonbankinstellingen werd afgesloten. In mei 2009 werd tussen genoemde partijen een Nadere Overeenkomst afgesloten. Dit plan geeft aan welke activiteiten de Stichting tussen 2009 en 2012 zal uitvoeren. De belangrijkste uitdaging is een soepele en snelle overschakeling van betalen via de magneetstrip naar betalen via de EMV-chip. De Stichting houdt zich in dat kader bezig met het realiseren van 100% werkende en actieve EMV-terminals eind 2011 en het begeleiden van toonbankinstellingen om hun klanten zo vlot mogelijk te laten wennen aan het daadwerkelijk uitvoeren van EMV-transacties. Daarnaast wil de Stichting dat consumenten in principe op alle denkbare plaatsen met elektronisch geld kunnen betalen. Concreet streeft de Stichting naar een uitbreiding van het aantal betaalautomaten naar 270.000 eind 2012. Pinnen moet in de ogen van de Stichting groeien van 1,7 miljard transacties in 2008 naar 2,7 miljard transacties in 2012. Dit vergt een jaarlijkse groei van 11%. Met haar activiteiten wil de Stichting tot deze groei bijdragen. Ten slotte houdt de Stichting zich bezig met diverse projecten gericht op de optimalisatie van het elektronisch betalen. De Stichting rekent op constructieve en creatieve bijdragen van iedereen die bij het betalingsverkeer betrokken is om het betalingsverkeer nog efficiënter te maken.
17