Burn out
Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige. Ik was al een tijd druk met mijn werk en mijn gezin. Het viel mij zwaar, maar ik moest dit van mezelf doen om aan de omgeving te laten zien dat ik het kon. Dat ik niet zwak was. Dat ik iets kan wat een ander minder kan. Soms was ik zo moe dat ik op wilde geven. Maar dat doe je toch niet? Zo ging dat in de periode voor mijn burn out. Later gebruikte iemand de term vitale uitputting. Een term die beter aansloot bij wat ik voelde. Het combineerde het gevoel van leegheid, mentale vermoeidheid, lusteloosheid. Angst voor wat ging komen. Onrust in mijn hoofd. Het bleef maar doorgaan. Wat was er gebeurd? Hoe kan dat nou? Wat heb ik verkeerd gedaan? Allemaal vragen over hoe is het gekomen. Maar ook vragen over de toekomst spookte door het hoofd. Wat zou er nou gebeuren? Hoe moet het verder? Als ‘ze’ nu zeggen dat ik weer aan het werk moet, dan zeg ik ...... Maar als ze dan ....., dan doe ik ...? Wat zou (.?.) er van denken? Ik ga me er niet onder laten krijgen! Dat doe ik niet, kom nou! Al dat denken over de toekomst maakte me ongelooflijk onzeker. Want het ene scenario was nog niet opgelost of het volgende diende zich alweer aan. Ik twijfelde sterk aan mijn eigen kunnen en was min of meer overgeleverd aan de gebeurtenissen die van buitenaf kwamen en waar tegen ik me weer moest wapenen. Soms kon ik weer even beschouwen waar ik nu mee bezig was. Dat resulteerde in het besef dat het zo niet verder kon en dat ik iets moest doen. Maar wat dan en wat was het meest geschikte? Hup daar ging ie weer.
Opeens knapte er iets Een leven tussen verleden (hoe is het zover gekomen) en toekomst (hoe moet het nu verder). Honderden vragen. Honderden fantasiegedachten uitmondend in ‘angst’ in het heden. Een zoemend geluid, achter in mijn hoofd. Het heden is weg, er is geen keuze omdat er geen keuze is. Daar kwam ik niet aan toe. Ik zou niet eens weten wat, waaruit, of hoe ik moet kiezen. Ook kiezen is een moetopdracht geworden. Een besluit is snel genomen, maar verdwijnt weer als sneeuw voor de zon. Het zoemende geluid overheerst alles. Onbegrepen angstgevoelens. Er is geen reden voor angstgevoelens. Er is geen reden voor angst, maar het blijft om mij heen. Hoe zou ik willen zijn. Wat een onzin. Ik wordt door mezelf geleefd in de veronderstelling dat anderen dat van mij verwachten. Er is geen ruimte meer voor mij in deze wereld.
Het kostte heel veel energie, frustratie en ergernis om mijn werk te kunnen doen. Ik dacht dat het wel over zou gaan, dat het normaal was en mijn collega’s vonden dat kennelijk ook. Meedoen omdat je vindt dat het moet. Stoppen was geen optie, want wellicht kreeg ik dan een slechte beoordeling. Opeens ontplofte ik zomaar om een kleinigheid of viel uit naar iemand als het zo uitkwam. Uiteindelijk werd ik zo moe van het heen en weer slingeren tussen verleden en toekomst dat ik ‘ineens thuis zat’. Nou ja, ineens is niet helemaal waar. Al een hele tijd voelde ik dat ik niet goed in mijn vel zat. Op weg naar kantoor bedacht ik, als ik nou eens niet ga,.....? Ik heb er zo geen zin meer in! Last van mijn maag, mijn keel, droge mond; fysieke verschijnselen van ……... .Ik wist het niet en de gedachte was weer weg, want ik stond voor de ingang en ging
weer naar binnen. Immers vandaag moet dit nog af, of was het gisteren al dat ‘het’ af moest zijn. Mijn burn out was werk gerelateerd. Thuis ging het best goed, hoewel ik achteraf hoor dat ik behoorlijk humeurig was. Hulp vragen; hulp organiseren. Afstand nemen. Ik weet inmiddels dat hulp vragen geen vorm van falen is. Als je ziek bent ga je naar de dokter, als je auto stuk is naar de garage. Herman was de hulp die ik na een tijd zoeken (via, via) vond. Zijn boekje “Gedachtemanagement” raakte mij toen ik het las. Het ging over de onrust in je hoofd. Het eindeloos denken over verklaringen (over het verleden) en oplossingen (voor in de toekomst). Mijn GAP in een notendop Het speelveld van mijn denken. Ik kan de toekomst niet voorspellen, ik kan niet weten wat een ander denkt. Vaak probeer ik aan het eind van de dag te overdenken wat ik aanvankelijk dacht dat er zou gebeuren die dag. En het is altijd anders. Wanneer ik mij zorgen maak over de toekomst, geeft dit besef al een beetje rust. Ik kan het niet weten, maar dat blijft erg vervelend en lastig. De kunst van het weten dat ik het niet kan weten en daar dan vanuit verder handelen in het nu. Binnen de bandbreedte blijven denken. Zes kerngedachten. Het adresseren van je gedachten naar één van deze categorieën is een geweldig hulpmiddel om het piekeren te stoppen. Lukt natuurlijk niet altijd gelijk, maar wel steeds beter. Hoe zou je willen zijn (...en waarom ben je dat niet) Vaak wordt gevraagd wat zou je willen zijn. Wat zou je willen worden. Dat zijn vragen met antwoorden die in de toekomst liggen. Dat maakte
voor mij de vraag onbeantwoordbaar. De vraag hoe zou ik willen zijn bracht mij in het nu. Het was voor mij een “bevrijding” om eens stil te staan bij hoe ik was, wie ik was en wat daar nou zo bijzonder aan is. Het had iets van tevreden zijn met wat je hebt en dat verder uitbouwen naar ……? Het verleden is voorbij de toekomst kennen wij niet Van het verleden leerde ik te leren en kon het een plaats geven. De toekomst, leerde ik, heeft allerlei mogelijkheden, maar welke dat wordt kan ik niet weten. Het stemmetje in je hoofd Iedereen heeft een stemmetje in het hoofd. Het lijkt erop dat dat mijn denken is. Als ik het stemmetje eventjes tot zwijgen breng stopt het denken in mijn hoofd en ben ik me bewust van “het nu”. Simpelweg tegen het stemmetje in mijn hoofd hardop zeggen “bedankt, maar nu even rust” geeft een fractie van een seconde “rust”. Bij yoga en de meditatie leer je met het stopzetten van het denken om te gaan. Het komt op hetzelfde neer.; je wordt je bewust van je zijn. Je wordt er beter van? Dat is wat er vaak gezegd wordt als men spreekt over burn out of overspannenheid. Het klinkt als een geruststelling voor degene die het zegt. Het is niet voor niets en het brengt je verder. Dat is een toekomstgerichte overtuiging, weet ik nu. Als ik terug kijk merk ik dat het er niet toe doet of je er beter van wordt. Als er een les is die ik geleerd heb is dat je het niet kan weten en die les blijft terugkomen. Het niet weten geeft me rust. Situaties zijn niet te sturen of te stoppen. Elke dag komen er situaties voor waarbij ik mij meer of minder prettig bij voel. Daar komen allemaal
gedachten in mijn hoofd uit voort. Het GAP stelt mij in staat om het uit de bocht vliegen van de gedachtestroom te herkennen, te weten hoe ik ben en alert te zijn op de kerngedachten. Dat zijn mijn houvasten. Terugkijken en leren Ik had voortdurend de behoefte te bewijzen dat ik er was, maar niet wie ik ben, wat ik ben en hoe ik ben. Dat bewijzen gaf heel veel opdrachten. Nu durf ik de eigen regie te nemen en te erkennen wie, wat en vooral hoe ik ben. Van een overlevingsstrategie naar een levensstrategie Toevoeging Een belangrijk onderdeel is, naast het leren denken binnen de bandbreedte van de mogelijkheden die je met je denken hebt, is het vaststellen van de identiteit. Het antwoord op de vraag HOE iemand is, los van situaties. Het is immers de mens achter de functie die bepalend is hoe deze met het werk en de werkomgeving omgaat. De positie in persoon, identiteit, en de positie in tijd, nu, geeft de basis van waaruit je kunt gaan denken. Burn out en identiteit bleken een relatie met elkaar te hebben. Mensen omschreven het als ver van zichzelf afstaan. Van de kerngedachten speelden alle kerngedachten een rol. De mate waarin verschilde van persoon tot persoon. De opdrachten speelden bijna altijd een rol. Bij het binnen de brandbreedte, het speelveld van het denken, leren denken betrof het de niet te beantwoorden vragen, de toekomstgerichte overtuigingen en de niet herkende fantasiegedachten. Bij de identiteit speelde, naast de opdrachten, de mensen in je denken en de besluiten een rol.
© School voor praktische menskunde