Verslag van de vergadering van de Gemeenteraad Plaats:
Gemeentehuis
Doc. naam: rd100518.doc
Datum:
18 mei 2010
Tijd:
20:00 uur
Aanwezig: J. Daandels, voorzitter; R. Rutten, griffier; M. Dankers, P. van der Horst, H. van den Eijnden-Aarts, H. van Dijk, M. Biemans, W. de Louw, P. Strijbosch, E. van Kampen. L. Cuijpers, J. van der Zwaan, T. Aarts, I. van Laarhoven, W. Verhees, W. Tielemans, T. van der Kant, J. van Lierop, J. van Someren, W. van Rooij, R. Berkers, J. Adriaans, P. de Vries, W. Sengers, leden; Verder zijn aanwezig: H. Kerkers, N. Lemlijn, J. Ragetlie (vanaf 20:05 u), wethouders; G. Kusters, secretaris; C. Hendriks, notulist Afwezig m.k.: J. Gijsbers
1.
Opening en trekking lijstnummer
Getrokken wordt lijstnummer 2 (fractie DeurneNU).. 2.
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter deelt mee een verzoek van de heer Van Lierop te hebben ontvangen om gebruik te mogen maken van het vragenrecht. Hij is echter van mening dat geen sprake is van een spoedeisend karakter en dat het verzoek daarom niet moet worden gehonoreerd. De heer Van Lierop zegt van mening te zijn dat er wel een spoedeisend karakter is. In een artikel in de NRC wordt de heer Kerkers geciteerd en daar is sprake van een radicale koerswijziging. De heer Dankers zegt het met de voorzitter eens te zijn. Hoewel het aardig is een keer over de materie van gedachten te wisselen, is er geen spoedeisend karakter, hiervoor is het vragenrecht niet bedoeld. De heer Cuijpers zegt het ook met de voorzitter eens te zijn. De heer Tielemans zegt de materie nu aan de orde te willen stellen omdat men graag zou weten of de wethouder in de gelegenheid is gesteld het artikel voor publicatie te lezen. Dat maakt een verschil. Hij heeft begrepen dat een aantal ondernemers het artikel wel hebben gelezen. Men is ervan geschrokken – en daar gaat de raadsinformatiebrief waaraan wordt gerefereerd niet op in – dat steeds meer mensen voedselpakketten krijgen bij de voedselbank. Dat is en alarmerend signaal. De heer Adriaans zegt het ermee eens te zijn dat geen sprake is van een spoedeisend karakter. Daarnaast moet men ervoor waken dat men op elk krantenbericht reageert. Overigens viel het op dat hetgeen werd gesteld men eerder verwacht had van een portefeuillehouder sociale zaken dan van de portefeuillehouder economische zaken. De heer Sengers zegt dat er wat hem betreft wel sprake is van een spoedeisend karakter omdat hij zich ook afvraagt waarom de wethouder economische zaken ineens wethouder sociale zaken is geworden. Hetgeen hij zegt is niet in lijn met wat de in de interne memo staat. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad het ermee eens is dat geen sprake is van een spoedeisend karkater en dat de vragen dus niet aan de orde worden gesteld. Wel wil hij de heer Kerkers de gelegenheid geven aan te geven of hij het artikel voor publicatie heeft kunnen lezen. Gemeenteraad 18 mei 2010
1
De heer Kerkers zegt dat het artikel hem tevoren niet is voorgelegd. De heer Van Lierop zegt in dat geval schriftelijke vragen te zullen stellen. 3.
Spreekrecht burgers
De heer Van Oosterhout zegt namens het bestuur van het Hofke van Marijke bezwaar te maken tegen de voorgenomen vaststelling van het subsidiebeleid. De harmonisatie van verenigingssubsidies is, ook al valt die voor het Hofke negatief uit, op zich te billijken. Wel vreest men dat niet alle verenigingen een hogere huur kunnen betalen. Bij de aanpassing van de exploitatie wordt de gemakkelijkste weg gekozen, namelijk het bedrag delen door negen. Dat is niet evenwichtig. Voor het Hofke betekent dit bijna een halvering. Er wordt geen rekening gehouden met het verschil in de werkelijke exploitatiekosten in het verleden. De vierkante meters die boven de voorzieningentrap aanwezig zijn, zijn vaak zeer onrendabel en kosten wel geld. Een en ander is temeer teleurstellend omdat bij het aan de maat brengen van de accommodatie eigen middelen zijn geïnvesteerd voor de langere termijn waarbij destijds de toezegging is gedaan – in elk geval de verwachting is gewekt – dat de variabele exploitatiesubsidie in de toekomst zou blijven. De bezetting van het Hofke ‟s avonds is goed en het bestuur zal proberen die te verbeteren. De capaciteit is overdag echter moeilijk in te vullen, met name omdat met de komst van De Hoeksteen meer ruimte beschikbaar is. Men heeft geen behoefte aan een concurrentieslag. Daar waar samenwerking mogelijk is, zal die niet uit de weg worden gegaan. Overigens vreest men dat nog meer ruimte vrijkomt, gelet op de geruchten over het vertrek van het vluchtelingenwerk. Daarom zou men graag ruimere commerciële mogelijkheden krijgen om de te verwachten tekorten op den duur te kunnen compenseren. Het op korte termijn bezuinigen door medewerkers te laten afvloeien is een kostbare zaak en gaat, zeker in het begin, ten koste van gebruikers. Men blijft, de doelstelling indachtig, streven naar een rendabele exploitatie en een goede service voor alle gebruikers. De gemeente gaat uit van het principe „gelijke monniken, gelijke kappen‟. Dat lijkt alleszins rechtvaardig. Alle monniken – lees gemeenschapsaccommodaties – zijn echter niet gelijk. De kappen kunnen dan ook niet gelijk zijn. Men vertrouwt op een handreiking van de raad. De heer Geurts wijst er namens de gezamenlijke KBO‟s in de gemeente op dat het voorstel tot vaststelling van het huisvestingssubsidiebeleid, voor zover bekend, nog niet met de belanghebbende vrijwilligersorganisaties is besproken, laat staan dat ze zijn geïnformeerd over de diverse wijzigingen. Op ambtelijk niveau is kennelijk wel gesproken met besturen van de gemeenschapsaccommodaties. Men kan het uitgangspunt dat er een eenduidige en eerlijker regeling dient te komen onderschrijven. Het voorstel komt er echter op neer dat het totale huisvestingsbedrag voor de KBO-organisaties met 30% wordt verminderd. Daar ontbreekt een eerlijke verdeling en lijkt het ineens erg veel op een bezuinigingsoperatie. De gemeenschapsaccommodaties zullen de KBO‟s een hogere rekening presenteren. Het ontgaat hem waar de eerlijke verdeling in tot uitdrukking komt bij de vastgestelde bedragen tussen het cluster belangenorganisaties en de clusters kunst en cultuur. In het voorstel wordt op twee gedachten gehinkt. Aan de ene kant gaat men ervan uit dat de vrijwilligersorganisatie verantwoordelijk is voor huurafspraken, aan de andere kant stelt men dat vrijwilligersorganisaties niet meer geheel verantwoordelijk zijn omdat sprake is van een rechtstreekse rentmeesterssubsidie aan de gemeenschapsaccommodatie. Dit zou een bron van conflicten kunnen worden. Het voorstel gaat ervan uit dat het totaal beschikbare bedrag uitgangspunt is bij het toekennen van subsidies. Er valt niet uit op te maken of huidige of nog te ontwikkelen activiteiten of ledenaantallen van invloed zijn op het toekennen van huisvestingssubsidies. Het is bekend dat de ledenaantallen bij de KBO‟s en ook hun activiteiten toenemen. In het Weekblad voor Deurne is aangekondigd dat er in juni een informatieavond wordt georganiseerd voor de vrijwilligersorganisaties. Waar wordt aangegeven dat na de inspraakprocedure een definitief voorstel wordt voorgelegd in de raadsvergadering van oktober, is de vraag hoe het werkelijk zit. Een informatieavond is iets anders dan een inspraakavond. In hoeverre zijn de kaarten al geschud en kan er niets meer gewijzigd worden?
Gemeenteraad 18 mei 2010
2
Men verzoekt nu geen besluit te nemen over het financiële aspect en eerst de betrokken vrijwilligersorganisaties te raadplegen. Daarna zou de raad na kennisneming van alle argumenten een afgewogen besluit kunnen nemen. De heer Van Dijnen zegt namens Stichting Den Draai bezwaar te maken tegen het subsidiebeleidsvoorstel gemeenschapsaccommodaties. Het voorstel voldoet niet aan de norm van zorgvuldigheid. Er is geen overleg en hoor en wederhoor geweest met belanghebbende accommodaties. De wethouder heeft de stichting herhaaldelijk laten weten dat inhoudelijke opmerkingen, correcties en zienswijzen niet worden opgenomen in de ambtelijke stukken. Het bestuur is medegedeeld dat men zijn visie maar op papier moet zetten en toesturen aan de gemeenteraad. Het raadsvoorstel roept veel vragen op en laat veel onvermeld, het is onvolledig en deels onjuist waar het de financiële gegevens betreft. Het inzicht in de financiële uitkomsten van het nieuw subsidiebeleid voor Den Draai is niet juist. Het voorstel zal leiden tot een structureel verlies van € 26.446 per jaar. In combinatie met de huidige schuldenlast van € 226.584 betekent dit dat binnen enkele jaren een faillissement aan de orde is. De eigenaar/verhuurder is wettelijk verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de verhuurde gebouwen. Het onttrekken van de huidige subsidie voor groot onderhoud heeft dan ook niet de instemming van de stichting, men heeft ernstige bezwaren tegen een eenzijdige opzegging van dit onderdeel van de huisvestingsovereenkomst. De in het raadsvoorstel opgenomen cijfers van het meerjarenonderhoudsplan voor Den Draai zijn als zodanig niet bruikbaar volgens de opsteller, de heer Panen. Hij schrijft in zijn inleiding: “Onjuistheden dan wel onvolkomenheden zijn niet uit te sluiten. In het bijzonder geldt dit voor de meerjaren onderhoudsrapportage. De aangeleverde gegevens van de gemeente zijn matig tot niet-bruikbaar”. Vervolgens komen ze wel terug i het raadsvoorstel. Men vertrouwt erop dat de in december ingediende zienswijze is getoetst aan het huidige raadsvoorstel en dat de raad het bestaansrecht en de benodigde financiële zekerheden behorende bij het accommodatiebeleid juist weet in te schatten. 4.
Voorstel tot het vaststellen van de namen van de raadscommissies en tot benoeming van commissieleden
De voorzitter wijst erop dat in het besluit tot de benoeming van commissieleden de voorletters van mevr. Van der Burgt onjuist zijn vermeld: „S.H.M.G‟ moet zijn „S.M.H.G‟. De heer Tielemans constateert dat zijn naam ontbreekt als plaatsvervangend voorzitter van de commissie Wonen & Economie en verzoekt deze alsnog toe te voegen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het conform bovenstaande aangepaste besluit concept-besluit. 5.
Voorstel tot vaststelling van de profielschets voor de nieuwe burgemeester
De heer Dankers zegt dat bekend is dat Hare Majesteit met ingang van 1 november 2009 de burgemeester eervol ontslag heeft verleend. Dat betekent dat de raad op zoek moet naar een nieuwe burgemeester. De raad heeft echter een wat passieve rol, het werk wordt gedaan door de vertrouwenscommissie, die in de afgelopen vergadering is benoemd. Daaraan voorafgaand heeft overleg plaatsgevonden en heeft men het een goede zaak gevonden de Deurnese burger daar ook bij te betrekken. Daarom is een advertentie in het Weekblad voor Deurne geplaatst en zijn instellingen gevraagd hun zienswijze kenbaar te maken. Een behoorlijk aantal mensen heeft daar gebruik van gemaakt. Het beeld daaruit is dat het moet gaan om iemand die benaderbaar en daadkrachtig is. De vertrouwenscommissie heeft daar kennis van genomen en ook besproken wat men zelf belangrijk vindt voor de nieuwe burgemeester. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de profielschets zoals die voorligt. Als het goed is wordt de profielschets nu vastgesteld en kan deze op 31 mei in een extra vergadering aangeboden worden aan de Commissaris van de Koningin. Vervolgens wordt de vacature in juni opengesteld en kunnen mensen reageren. Het zal waarschijnlijk niet zo zijn dat er meteen na het afscheid van de huidige burgemeester een nieuwe kan worden verwelkomd. De vertrouwens-
Gemeenteraad 18 mei 2010
3
commissie zal namens de raad en namens de inwoners van Deurne proberen een geschikte burgemeester voor Deurne te vinden. Mevrouw De Vries wijst op de slogan van tien jaar geleden „De burgemeester van Deurne is een vrouw‟. Dat was een succesvolle actie, men kreeg veel aardige en stimulerende reacties en veel handtekeningen. Inmiddels is men een procedure verder. Uiteraard zou zij graag zien dat dit keer een vrouw benoemd wordt. Zij is echter niet voornemens de straat op te gaan om handtekeningen daarvoor te verzamelen. Wel wil zij een kort signaal afgeven. De benoemingscommissie bestaat uit zes mannen, alle fractievoorzitters, het beste wat men in huis heeft, op zich democratisch. Het is echter geen echte afspiegeling van de raad en al helemaal niet van de bevolking. Het zou de zes mannen enorm sieren als zij de beste vrouw selecteren. De voorzitter stelt voor de notulen na te lezen van de vergadering van 28 juni 2000, toen hij op de toenmalige actie van mevrouw De Vries heeft gereageerd. Hij is van mening dat er een goede vertrouwenscommissie is en een goede profielschets. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit. 6.
Voorstel tot vaststelling van de bestuurlijke gedragscode
De heer Adriaans constateert dat de gedragscode maar weinig verandert ten opzichte van de vorige, al wordt wel tweemal aangegeven – echter niet in de verordening – dat er bepaalde regels zijn voor burgercommissieleden. Hij wil verder gaan. Politiek doet ertoe en politici doen er ook toe. Politici nemen beslissingen die positief of negatief kunnen uitpakken voor mensen. Dat kan alleen als er geen enkele twijfel is over integriteit. Dat is méér dan zich houden aan wet- en regelgeving of verordening. De geloofwaardigheid is in het geding als volksvertegenwoordigers handelen in strijd met beginselen. Ui peilingen blijkt wat burgers volkvertegenwoordigers toedichten. In de gedragscode zijn een aantal concrete zaken uitgewerkt. De werkelijkheid is echter niet in een gedragscode te vangen. Als volksvertegenwoordiger kan men in veel situaties terecht komen waar men zich moet afvragen of men zijn gedrag kan uitleggen aan kiezers en collega‟s. De eigen morele opvattingen zijn niet de enige waar men rekening mee moet houden. Politici doen er alles aan – ook in Deurne – om te voorkomen dat hun gedrag ertoe leidt dat hun integriteit in een verkeerd daglicht komt te staan. De voorliggende gedragscode geeft in een aantal veelvoorkomende zaken regels voor politici. Waar de gedragscode geen uitkomst biedt, dient men zich altijd te realiseren dat een individu imagoschade kan toebrengen aan het geheel. Men is namelijk ook in de vrije tijd politicus, men is dat 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Waar men ook komt in Deurne, men wordt er altijd op aangesproken. Men dient er zich altijd van bewust te zijn dat men in de spotlights staat. Een politicus behoeft zeer zeker geen modelburger te zijn, men heeft wel een voorbeeldfunctie. Voor de geloofwaardigheid van de democratie is het vereist dat de integriteit van politici niet ter discussie staat of komt te staan, zeker niet in Deurne. De voorzitter zegt dat deze woorden hem uit het hart gegrepen zijn. Het is zoals gezegd: houding en gedrag zijn iets innerlijks, dat kan men niet opschrijven. Hij ondersteunt het pleidooi van harte. Het gaat niet zozeer om de regels maar meer om wie men is en wat men vertegenwoordigt. De heer Van Lierop zegt bij wijze van stemverklaring dat de VVD afgelopen jaren veel met de bestuurlijke gedragscode te maken heeft gehad. Men is blij dat de discussie goed gevoerd is en men is tevreden met wat voorligt. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit.
Gemeenteraad 18 mei 2010
4
7.
Voorstel tot vaststelling van de APV
De voorzitter wijst erop dat in artikel 4:12 van de APV verwezen wordt naar artikel 4:10. Dat is onjuist. Er moet verwezen worden naar artikel 4:11. In het definitieve besluit zal dit worden aangepast. De heer Strijbosch zegt dat zijn fractie kan instemmen met de APV. Na inwerkingtreding mogen er geen reclameborden meer langs de weg staan of hangen, behalve op door het college aangewezen plaatsen. Is er al zicht op vanaf wanneer en op welke plaatsen? De voorzitter deelt mee dat het college de regels daarvoor nog moet vaststellen. Nadat het besluit genomen is, wordt de APV gepubliceerd en treedt deze in werking op 1 juli. Daar omheen zal nog communicatie plaatsvinden. Op dit moment is sprake van wildgroei van reclamborden. De heer Strijbosch zegt dat het zaak is daar zo snel mogelijk aandacht aan te besteden omdat er veel evenementen van allerlei verenigingen en organisaties aan zitten te komen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit. 8.
Voorstel tot vaststelling van het huisvestingssubsidiebeleid vrijwilligersorganisaties
Mevrouw Van Laarhoven zegt in de commissie al te hebben aangegeven dat haar fractie worstelt met het voorstel. De insprekers hebben de redenen daarvan duidelijk aangegeven. De gemeenschapsaccommodaties zij het sociale gezicht van Deurne. Er ligt een moeilijk probleem en ogenschijnlijk is gekozen voor een gemakkelijke oplossing waarbij een verdeelsleutel wordt losgelaten op de verdeling van de subsidies. Uitgangspunt voor DeurneNU is dat elke accommodatie bestaansrecht heeft en moet houden. In de toekomst worden ze alleen maar belangrijker. De KBO geeft een voorbeeld daarvan. Tijdens verkiezingsavonden is meerdere keren gewezen op het belang van activiteiten die in het kader van de Wmo op andere plaatsen gehouden zullen worden. De meeste KBO‟s dreigen er nu fors op achteruit te gaan. Dat is zorgelijk. Men is in principe voor een duidelijk en transparant beleid. De uitgangspunten onderschrijft men dan ook. Dat vraagt om een aantal ombuigingen die vervolgens pijnpunten opleveren. Die accepteert men ook. Er zijn voor een aantal accommodaties echter grote veranderingen. De aanpassingen die de eerste keer in de commissie zijn voorgesteld zijn meegenomen (Walhalla, GeJeJong, de gilden). Daarnaast hebben meerdere fracties aangegeven dat de paracommercie een keer afzonderlijk op de agenda moet komen. Daarvoor vernam men in deze vergadering graag een datum. Het is immer belangrijk dat gemeenschapshuizen dezelfde mogelijkheden krijgen. Door het Hofke is daar ook al op gewezen. De splitsing tussen groot en klein onderhoud is helder. Daar moet echter gewaakt worden voor bureaucratie, het geld moet aan de uitvoering worden besteed. Het gelijk verdelen van de subsidies tussen de negen accommodaties is simpel en lijkt eerlijk. De effecten zijn echter niet voor alle accommodaties hetzelfde. De ontstaansgeschiedenis, het functioneren en de exploitatie zijn immers niet voor alle accommodaties gelijk. Een aantal accommodaties wordt met een moeilijke opgave geconfronteerd waarvoor men mogelijk nog niet klaar is. Daarom pleit men ervoor de overgangsregeling, waarvan sprake was in de raadsinformatiebrief en die uitging van een termijn van drie jaar. Daartoe heeft men een amendement geformuleerd. Amendement huisvestingssubsidiebeleid De raad van de gemeente Deurne, in vergadering bijeen op 18 mei 2010, gehoord de beraadslagingen; overwegende dat: de raad wordt gevraagd om in te stemmen met het subsidiebeleid huisvesting vrijwilligersorganisaties; men de doelstelling van het voorstel om te komen tot eenduidigheid en een eerlijker regeling volledig onderschrijft; Gemeenteraad 18 mei 2010
5
-
-
een aantal gemeenschapsaccommodaties in de nieuwe situatie er echter betrekkelijk veel op vooruit en andere er op achteruit gaan; in de raadscommissie Verkeer & Dienstverlening van 13 april jl. deze problematiek ook is onderkend; het college daarom in de raadsinformatiebrief van 7 mei jl. de suggestie doet te komen tot een overgangsregeling waarin de herverdeling van de exploitatiesubsidie gefaseerd (in drie jaar) budgettair neutraal wordt doorgevoerd; de gemeenschapsaccommodaties zodoende de gelegenheid krijgen zich beter voor te bereiden op de nieuwe situatie; deze suggestie niet in het voorliggende voorstel is opgenomen;
van mening zijn dat: het een goede zaak is als de gemeenschapsaccommodaties gedurende enkele jaren in de gelegenheid worden gesteld zich voor te bereiden op de herverdeling van exploitatiesubsidie; Besluit punt vier van het voorliggend besluit als volgt te wijzigen: de exploitatiesubsidie te verdelen over de negen gemeenschapsaccommodaties en dit budgettair neutraal gefaseerd in drie jaar door te voeren. en gaat over tot de orde van de dag. w.g. De fractie DeurneNU T.J.M. van der Kant, I.M.H. van Laarhoven, W.A.M. Tielemans, W.A. Verhees
DeurneNU denkt dat dit amendement de accommodaties meer ruimte geeft zich op de nieuwe situatie te richten. Het is belangrijk dat men de komende jaren in contact blijft met besturen en hen vanuit het gemeentehuis steunt om naar de nieuwe situatie toe te werken. Er zullen effecten zijn en het zou jammer zijn als men achteraf moet constateren dat men die niet heeft zien aankomen en het te laat is te reageren. Het is belangrijk dat de raad op de hoogte blijft van het verloop en de effecten voor de accommodaties en verenigingen. DeurneNU wil en kan niet uitsluiten dat uiteindelijk onder de streep maatwerk nodig is, gelet op het uitgangspunt dat elke gemeenschapsaccommodatie bestaansrecht heeft. Men is benieuwd naar de reacties van de andere fracties op het amendement. De heer Van Someren zegt dat de VVD kan instemmen met de uitgangspunten van beleid: flexibel, eenduidig, eenvoudig en vooral een eerlijker verdeling. Men is zich er zeer bewust van dat het erg moeilijk is de verdeling voor alle gelijk te trekken. „Gelijke monniken, gelijke kappen‟ gaat niet op als de monniken niet gelijk zijn. De wethouder is er toch in geslaagd een eerlijker verdeling in het voorstel aan te brengen. Dat betekent voor de ene accommodatie een plus, voor de andere een min. Belangrijker is het financiële effect door te rekenen in de cijfers van de stichtingen en deze te verwerken. In een memo aan de raad schrijft de wethouder dat “de liquiditeitsontwikkeling bij de Gouden Helm het slechtst is van alle accommodaties met een bedrag van € 1.855 negatief.”. Dat is jammer, maar het gaat om een bedrag dat te overbruggen valt. Dit is onlosmakelijk verbonden aan een eerlijker verdeling en iedereen is het erover eens dat die er moet komen. Men ging ervan uit dat in het overleg met de besturen en bij het beoordelen van de cijfers rekening is gehouden met de verplichtingen die de besturen zijn aangegaan en dus met wat de verandering voor hen inhoudt. Dat is erg belangrijk. Toch hebben zich drie insprekers gemeld, twee ervan namens besturen van accommodaties, één namens gebruikers. De besturen geven aan door deze veranderingen in problemen te komen. Dat verrast hem, na bestudering van de stukken was men in de veronderstelling dat dit was doorgerekend. Blijkbaar is het erger dan het lijkt. Vraag is dan of de stukken wel kloppen. De KBO vindt het vreemd dat niet gesproken is met gebruikers. In de commissie heeft de VVD daar al opmerkingen over gemaakt. Men vond daar echter geen gehoor, dat werd nog niet nodig gevonden. Blijkbaar toch een gemiste kans. Gemeenteraad 18 mei 2010
6
Als het effect zo groot is als nu blijkt, moet men de besturen iets aanbieden zodat men zich kan aanpassen aan de nieuwe situatie. Daarom lijkt het hem een goede zaak na te denken over het amendement. Men wil ook graag horen van de andere fracties wat zij ervan vinden. Mevrouw De Vries zegt dat de PvdA, gelet op de discussie in de commissie, kan instemmen met het voorstel en de uitgangspunten daarbij. In de volgende commissievergadering wordt de voorzieningentrap besproken. Zij steunt het verzoek van DeurneNU om snel te gaan discussiëren over paracommercie zodat duidelijk wordt waar de grenzen liggen voor de gemeenschapsaccommodaties. Het voorliggende wordt pas een totaalplaatje als plannen gemaakt worden voor het onderhoud van de accommodaties. Al deze zaken kan men niet los zien van elkaar. Men hoopt dat het voorliggende leidt tot kansen voor de accommodaties. Wel behoudt men zich het recht voor om, als ongewenste situaties ontstaan, terug te komen op het besluit. Men is zich er terdege van bewust dat de nieuwe situatie voor de een beter uitpakt dan voor de ander. Elke organisatie kan heel goed bedenken waarom men meer geld nodig heeft. Daarom is het goed dat, kijkend naar alle organisaties, een besluit wordt genomen. Vooralsnog heeft men geen argumenten gehoord die aanpassing van het voorstel nodig maken. Zij is benieuwd wat de wethouder vindt van het amendement van DeurneNU om de invoering uit te smeren over drie jaar. In tweede termijn zal men dan nader ingaan op het amendement. Verder zou men graag van de wethouder vernemen of het zo is dat in het verleden zaken zijn beloofd of gesuggereerd die haaks staan op wat nu besloten wordt en waardoor straks weer anders moet worden beslist. Als men als raad gaat schrappen in de uitgaven, heeft dat gevolgen voor de accommodaties. In dat kader moet bekeken worden of maatregelen genomen worden zodat de accommodaties niet de dupe worden. De heer Sengers constateert dat in de dorpen en wijken de activiteiten aangejaagd worden door de dorpsen wijkraden en dat de vrijwilligersorganisaties ze ten uitvoer brengen, vaak in de gemeenschapsaccommodaties. Die sociale infrastructuur is nodig om „kleefkracht‟ te krijgen in wijken en dorpen en daarmee solidariteit tussen mensen, hetgeen belangrijk is voor de leefbaarheid, nu en in de toekomst. Vanuit deze visie zijn de gemeenschapsaccommodaties de sociale centra in dorpen en wijken. Men kan niet zonder en men wil niet zonder omdat de leefbaarheid anders negatief beïnvloed wordt met alle schade van dien. De financiële problematiek had eigenlijk vanuit een visie opgelost moeten worden en niet vanuit de constatering dat er een ongelijkheid zit in de financiering. Nu worden maatregelen genomen om het financieringsprobleem op te lossen, in een later stadium komt de visievorming en vervolgens worden de accommodaties waarschijnlijk geconfronteerd met weer een andere vorm van financiering. Daarmee worden de zaken twee keer op zijn kop gezet. Dat had ook in één keer gekund in een wat uitgebreidere exercitie. Men zit echter vast aan het raadsprogramma en dit geeft aan dat deze kwestie aan de orde moet komen. Natuurlijk moeten accommodaties betaalbaar blijven en de wijze van subsidiëring moet rechtvaardig en inzichtelijk zijn. Daarmee zijn de financiële problemen niet opgelost. Als men het groot onderhoud van de accommodaties niet overneemt, kunnen vier van de acht accommodaties in financiële problemen komen. Gelet op de komende bezuinigingen, is niet te verwachten dat de situatie zal verbeteren. Men zal wel moeten instemmen met het voorstel, eventueel aangevuld met het amendement van DeurneNU. De keuzes die men in uitersten heeft zijn door de insprekers al aangegeven. Gaat men de gemeenschapshuizen die in financiële problemen komen op den duur dan maar afstoten en daarmee een belangrijk onderdeel van de sociale infrastructuur? Of breidt men de mogelijkheden voor de voorzieningen uit zodat het voor hen mogelijk wordt ook commerciële activiteiten te ontplooien? Wat vindt de wethouder? Het amendement van DeurneNU is op zich sympathiek. Naast accommodaties die erop achteruit gaan, zijn er echter accommodaties die er met het voorliggende op vooruit gaan. Is er niet het risico dat andere accommodaties in de problemen komen als de invoering uitgesmeerd wordt over drie jaar? De heer Van der Horst wijst erop dat in de commissie, toen voorlag of extra eisen rond de subsidieverstrekking geformuleerd moesten worden, zijn fractie heeft aangegeven geen voorstander daarvan te zijn omdat het vrijwilligers zijn die de accommodaties overeind houden. Het is het goed recht van de besturen hier het woord te komen voeren. Met name de partijen die gekort worden laten zich horen. In de commissie heeft iedereen aangegeven in te stemmen met een harmonisatie.
Gemeenteraad 18 mei 2010
7
Niemand spreekt er nog van, al noemt DeurneNU het maatwerk. Je kunt het voorstel ook oneerlijk noemen, het is maar van welke kant men het bekijkt. De heer Sengers slaat de spijker op zijn kop. Een overgangsregeling is een sympathiek idee. Wel benadeelt men daarmee de anderen die door het voorstel erop vooruit gaan. Die zijn u niet aanwezig. Men moet beseffen dat er twee kanten aan het voorstel zitten. Het gaat om een moeilijk probleem en het is niet zo dat er voor een gemakkelijke oplossing gekozen wordt. Het probleem wordt wel in stukken gesneden, later komt het onderhoud aan de orde, waar min of meer hetzelfde probleem speelt. Ook daar is een tekort. Feit is dat het probleem er al lang ligt en dat het nu eindelijk eens aangepakt wordt. Het is belangrijk dat te constateren en ook dat er draagvlak is bij de partijen, zoals bleek in de commissie. De geluiden die men nu hoort, heeft men daar overigens niet zo nadrukkelijk gehoord. Wel is belangrijk dat men, als een besluit genomen is, in de gaten houdt wat er in de toekomst gebeurt en dat daarover afspraken worden gemaakt. Niemand wil dat de gemeenschapsaccommodaties kopje onder gaan. Er moeten afspraken zijn dat de helpende hand wordt toegestoken als men echt in de problemen komt. Daarnaast heeft men als bestuur van een accommodatie een eigen verantwoordelijkheid en daarbij is het wel wrang dat er in feite andersom wordt gewerkt. In feite heeft men nog geen visie, maar men gaat al wel zaken veranderen. Anderzijds is het moeilijk uit te leggen dat men in het verleden groter gebouwd heeft dan nodig was volgens de nadien vastgestelde voorzieningentrap. Partijen die daarbij toen actief waren, gaan nu echter mee in dit verhaal en tonen voortschrijdend inzicht. Als men accommodaties bouwt, moet men rekening houden met de latere exploitatielasten. DOE! steekt daar altijd al op in, ook al zitten er pijnlijke kanten aan. Zaken die men realiseert moet men trachten te behouden voor de toekomst. De heer Sengers vraagt of DOE! gemeenschapshuizen wil afbreken als de voorzieningentrap dat zou voorschrijven. De heer Van der Horst zegt dat dat per se niet de bedoeling is. Die discussie wil hij nu niet voeren, dat gebeurt later. Feit is dat destijds een voorzieningentrap is vastgesteld nadat alle accommodaties zowat gebouwd waren. Dat is de verkeerde volgorde en daarvoor krijgt men nu de rekening. Waar de meeste fracties aangeven het een fair voorstel te vinden, zij het met pijnlijke kanten, wordt dat ook door hen erkend. In beginsel staat men sympathiek ten opzichte van het amendement. Wel wil men graag de mening van de wethouder horen voordat men een definitief standpunt inneemt. De heer Cuijpers constateert dat er de nodige tijd in geïnvesteerd is om te komen tot een goed voorstel. Het blijkt een moeilijke materie. De aanleiding is helder. Als de ene toneelgroep € 300 krijgt en de andere € 700, klopt er iets niet. Dat moet dus anders en dat gebeurt met dit voorstel. Men staat achter de uitgangspunten. Waar in het voorstel wordt aangegeven dat in het derde kwartaal een voorstel voor het meerjarenonderhoud wordt voorgelegd, is duidelijk dat dat een hele kluif wordt. Natuurlijk is er een relatie. Er is echter nadrukkelijk gekozen voor deze opdeling en men moet door met het harmoniseren van het subsidiebeleid. In het voorstel wordt de exploitatiesubsidie opgehangen aan OZB en exploitatiekosten. Die zijn afhankelijk van de grootte van de accommodatie en de tijd dat die er staat. Daar kan men niet omheen. De inventarisatie welke verenigingen nog wel en welke niet meer gehuisvest zijn in de accommodaties levert een aantal plussen en minnen op. Daar is, zoals men ook aangeeft, mee te leven. De voorgestelde verdeling van de exploitatiebudget over de negen accommodaties heeft echter nogal wat gevolgen. In de commissie is door het CDA daarop geattendeerd en heeft men een andere invulling bepleit, die meer recht doet aan de werkelijkheid door uit te gaan van de grootte van de accommodatie. De effecten daarvan heeft hij doorgerekend. Als men in plaats van te delen door negen, deelt door 8883 m2 en dat vermenigvuldigt met de vierkante meters per accommodatie, levert dat een aantal positieve wijzigingen op. Daar zou men het liefst voor kiezen. In de commissie heeft men aangegeven dat men, als dat niet mogelijk is, het liefste een overgangsregeling van bijvoorbeeld drie jaar zou zien waardoor besturen kunnen wennen aan de veranderde omstandigheden en daarop kunnen inspelen om hun financiën op orde te krijgen. Dat sluit aan bij het amendement van DeurneNU. Men gaat echter liever uit van het werkelijke aantal vierkante meters, dat los van de forse discussie die er nog zal komen over het groot onderhoud. Het is onterecht om nu argumenten mee te nemen dat de kosten van groot onderhoud ten koste gaan van het financiële plaatje van diverse accommodaties. Daarover moet de discussie nog gevoerd worden. Het is voorbarig daar nu al feiten aan op te hangen.
Gemeenteraad 18 mei 2010
8
Men heeft er alle vertrouwen in dat men er in die discussie uitkomt. Men stelt het immers op prijs dat er accommodaties zijn in de diverse dorpen en wijken en dat die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid. Niemand staat erop te wachten dat straks accommodaties gesloten moeten worden. Mevrouw Lemlijn wijst erop, dit in reactie op de stelling in de commissie dat er geen visie zou zijn, dat er een heel duidelijke en eenvoudige visie is: Komen tot een eerlijk beleid, dat aan iedereen is uit te leggen. Dat is een breuk met het verleden. Men heeft met de gildes gesproken, waar het ene € 700 kreeg en het andere niets. Gevraagd hoe dat was ontstaan, gaf men aan dat men in het verleden werd gebeld met de mededeling dat er ergens nog een potje was waar men uitkon putten als men er maar met niemand anders over praatte. Zo zijn in het verleden veel zaken ontstaan. Het devies was: ga maar praten met de wethouder dan komt het wel goed. In de dossiers is niet terug te vinden hoe het allemaal ontstaan is. Er is absoluut geen lijn. Daar wil men vanaf, men wil naar een eerlijk beleid dat aan iedereen uit te leggen is. Dan nog is het zo dat vele wegen naar Rome leiden. Voor veel zaken is wat te zeggen, alles heeft zo zijn voor- en nadelen. Het voorliggende is in elk geval eerlijk en kan worden uitgelegd. Inderdaad hebben sommigen daar nadeel van. Het is begrijpelijk dat men dan spreekrecht vraagt. Degenen die voordeel hebben zijn blij en stellen zich bescheiden op. Het is de rol van de raad daar goed mee om te gaan. Hoewel de raadsopdracht was te subsidiëren via de vrijwilligersorganisaties – dat had overigens ook haar voorkeur – hebben de gemeenschapshuizen dringend verzocht te subsidiëren via rentmeesterssubsidies omdat het anders erg veel onrust zou geven. Dat is aan de commissie voorgelegd met alle voor en nadelen. Zij kan het standpunt van de gemeenschapshuizen begrijpen. Het is niet zo dat de vrijwilligersorganisaties er minder bij betrokken zijn. Het voorliggende gaat voor de gemeenschapsaccommodaties echter over een substantieel deel van hun inkomsten. Bij de eerste commissievergadering zijn alle vrijwilligersorganisaties uitgenodigd en daarbij is aangegeven waar men de stukken kon raadplegen. Kennelijk heeft de KBO die niet ontvangen. Daarnaast is de vergadering in het weekblad aangekondigd. In de commissie waren slechts weinig organisaties aanwezig. Voor de tweede bijeenkomst is daarom niet iedereen meer uitgenodigd en heeft wel publicatie in het weekblad plaatsgevonden. Er was vervolgens één persoon van de gemeenschapsaccommodaties aanwezig. Zij hoopt dat der raad nu het goede besluit neemt. Vervolgens komen er twee informatieavonden om de vrijwilligersorganisaties te informeren wat er gaat veranderen. Daarbij zal aangegeven worden dat men, als men het er niet mee eens is, bezwaar kan maken op zodanige wijze dat het bij „de politiek‟ terecht komt. Dat is ook gebeurd bij de basissubsidies voor de vrijwilligersorganisaties. Die zijn betrokken bij de besluitvorming en dat heeft destijds ook tot aanpassingen geleid. Dat wordt zeker serieus genomen. Er is een zorgvuldig traject doorlopen. Van alle gemeenschapshuizen zijn rapporten opgesteld. Dat is door eigen mensen gebeurd. Als een rapport door externen wordt opgesteld gaat het niet leven en dat is nu nadrukkelijk wel het geval. Met de gemeenschapshuizen is gesproken over fouten en alle opmerkingen zijn overgenomen. Als men alles goed doorrekent, blijkt dat niemand in betalingsproblemen komt. Dat was een belangrijke opdracht. Men wilde een eerlijker beleid dat men aan iedereen kon uitleggen, echter zonder dat dat zou leiden tot faillissementen. Zij is ervan overtuigd dat daarvan geen sprake zal zijn. Een overgangsregeling is dan ook niet nodig. Wel blijft dat de een erop vooruit gaat en de ander erop achteruit. Als men dat geleidelijker wil laten verlopen is een overgangsregeling prima. Degenen die het altijd al goed hebben gehad, blijven dan nog enkele jaren voordeel hebben. Zij heeft daar dubbele gevoelens bij, zij laat het echter aan de raad over. De ene accommodatie heeft een commerciële exploitatie, de ander niet. Als men met verpachtingen werkt, kan commerciële exploitatie plaatsvinden. Het gaat nadrukkelijk niet om een bezuiniging maar om een herverdeling van budgetten, ook bij de KBO‟s. Op dit moment zijn er KBO‟s die geen huisvestingssubsidie krijgen, andere krijgen € 2.000. Over die groep wordt het breder verdeeld. Een en ander is goed uit te leggen. Bij Den Draai gaat het voornamelijk om onderhoud. Dat is nu niet aan de orde. Bij de voorliggende berekeningen zijn grote verschillen tussen afschrijvingen in voorzieningen groot onderhoud. Een afschrijving is echter een berekende kostenpost, nog geen uitgavenpost. Het onderhoud gebouwen is ook doorgerekend. Daar komt nog een regeling voor. De onderhoudsbijdrage loopt door totdat de discussie over het onderhoud is gevoerd. Overigens was het in het verleden zo dat de
Gemeenteraad 18 mei 2010
9
accommodaties die een onderhoudssubsidie kregen, ook voor groot onderhoud als dat nodig was, echter zonder dat eerst in mindering werd gebracht wat men al aan subsidies had gehad. Een probleem door het eventuele vertrek van vluchtelingenwerk moet niet te snel worden opgelost. De stichting is zelf verantwoordelijk. Als men over het totaal genomen in de problemen komt, moet men om tafel gaan en kijken of men de helpende hand kan bieden. Men moet anderen het vertrouwen durven geven dat men het zelf kan. Er is nagetrokken of door een overgangsregeling anderen in de problemen kunnen komen. Dat blijkt niet zo te zijn, zodat een overgangsregeling mogelijk is. Eigenlijk is die niet nodig, wel maakt die het geheel acceptabeler en zodoende is het een sympathieke handreiking. De heer Van der Horst zegt dat nog niet is ingegaan op het verzoek om monitoring. Mevrouw De Vries wijst op haar vraag over een brief van het Hofke van Marijke over van concrete toezeggingen in het verleden. Mevrouw Lemlijn zegt dat men als gemeente aan relatiebeheer moet doen en zaken dus moet volgen, zowel vanuit de afdeling Leefbaarheid als vanuit de afdeling Vastgoedbeheer. Vanwege bezuinigingen moeten echter enorme slagen gemaakt worden en vacatures worden eigenlijk per definitie niet ingevuld. In die zin ontstaat een spanningsveld. Wat het Hofke van Marijke betreft zijn er wel verwachtingen gewekt, er zijn veel gesprekken geweest en er hebben contracten gecirculeerd. Die zijn echter nooit ondertekend. Uit het dossier valt af te leiden dat men er uiteindelijk niet uit is gekomen, maar ook dat er vanaf 2002 al behoefte was aan nieuw beleid en dat alles steeds is opgeschort in afwachting daarvan. Mevrouw Van Laarhoven zegt in een reactie op de fractie DOE! dat ze eerder bang was in herhaling te vallen. Men heeft geen nieuw geluid laten horen behalve dan dat men de overgangsregeling heeft toegevoegd, die eerder al besproken is en waar de wethouder in een raadsinformatiebrief op is ingegaan. Men heeft dat aangegrepen om die toe te voegen. Men is voor een harmonisatie. Men ziet echter ook dat aan het eind mogelijk maatwerk nodig is. Hetzelfde, maar dan in andere bewoordingen hoort men bij de wethouder en bij de PvdA. Het is er niemand om te doen de vrijwillige besturen in moeilijkheden te brengen. Men heeft ook aangegeven daar bovenop te blijven zitten – DOE! noemt dat monitoren – en volgen wat de effecten van het beleid zijn om zo te voorkomen dat men aan het eind te laat is om bij te sturen. Het is belangrijk dat daar capaciteit aan besteed wordt. Het zijn immers vrijwilligers die de accommodaties draaiende houden. Men houdt vast aan het amendement. De heer Van der Horst constateert dat het amendement inhoudt dat de exploitatiesubsidie in stand blijft maar geleidelijker anders wordt verdeeld. Mevrouw Van Laarhoven bevestigt dat. Door een meer glijdende schaal toe te passen gaan sommige accommodaties er langzamer op vooruit en andere er langzamer op achteruit. Toen de besturen destijds in de commissie aanwezig waren, bleek dat er een grote solidariteit naar elkaar toe. Daarom verwacht zij dat daarvan ook sprake is bij deze overgangsregeling en daarom ook houdt men het amendement in stand. De heer Van Someren zegt dat het betoog van de wethouder helder was. In feite was de conclusie van de commissie: er is een visie die uitgaat van een eerlijker verdeling. De organisaties zijn blijkbaar wel geïnformeerd en er worden inspraakavonden georganiseerd. Overigens hebben besturen van accommodaties ook de verantwoordelijkheid om met hun gebruikers te overleggen over de nieuwe situatie. De memo over de liquiditeitsontwikkeling blijkt dus juist te zijn. De verschillen zijn niet erg groot. Blijkbaar is daarover verschil van mening. Monitoring is niet meteen noodzakelijk. Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, ook de besturen. Men moet elkaar kunnen vinden als het nodig is. Als meer tijd gegeven wordt om zich op de nieuwe situatie in te stellen, schaadt dat niemand. Men gaat er minder snel op achteruit en bij anderen duurt het wat langer voordat ze erop vooruit gaan. Daarom stemt men in met het amendement. Mevrouw De Vries constateert dat het amendement overeind blijft. In principe is het budgettair neutraal. Het gaat om een sympathiek voorstel omdat het besturen de ruimte biedt aan de nieuwe situatie wennen. Men is blij met het gegeven dat er verder geen toezeggingen zijn. Het spreekt met name aan dat de wet-
Gemeenteraad 18 mei 2010
10
houder wijst dat op de eigen verantwoordelijkheid van besturen. Die moet men nemen, hoe meer men zelf verantwoordelijk is, hoe meer betrokken mensen men om zich heen kan verzamelen. Men moet het geld niet alleen maar bij de gemeente zoeken. De heer Sengers constateert dat met deze harmonisatie voldaan wordt aan de vraag. Men moet de wethouder daarbij dan ook niet in de weg gaan zitten. Hiermee is het probleem van de financiering van de gemeenschapshuizen nog niet voorbij. Er komen nog bezuinigingen en een discussie over de voorzieningentrap. Door dit voorstel is er tijdelijk iets geregeld en is op goede manier helderheid gekomen hoe de subsidies verdeeld gaan worden. De wethouder geeft aan dat er geen andere partijen door het amendement in de problemen komen. Met het amendement bewandelt men de weg der geleidelijkheid. Dat is sympathiek. Voor de accommodaties die nadeel ondervinden worden de lasten wat verlicht. Hij zal dan ook instemmen met het amendement. De heer Van der Horst zegt geen nieuwe zaken gehoord te hebben in tweede termijn. Men kan ook instemmen met het amendement. De heer Cuijpers constateert dat met het voorliggende voorstel een aantal belangrijke stappen worden gezet. Het CDA heeft ervoor gepleit de exploitatiesubsidie te verdelen naar rato van omvang van de accommodaties. Dat zou de besturen het meeste tegemoet komen. Met de overgangsperiode krijgen de besturen de kans om in te spelen op de veranderende omstandigheden. Daarnaast is er nog een forse klus als het gaat om het onderhoud. Die discussie gaat men straks graag aan. Men kan het amendement steunen. Mevrouw Van Laarhoven wijst op het pleidooi om de paracommercie aan de orde stellen. Zij verzoekt in de lijst van toezeggingen de toezegging daarover te voorzien van een afdoeningstermijn. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit. aangevuld met het amendement van DeurneNU, inhoudende dat de exploitatiesubsidie verdeeld wordt over de negen accommodaties en dat dit budgettair neutraal gefaseerd wordt ingevoerd in drie jaar. 9.
Voorstel: a. tot vaststelling van het milieujaarverslag 2008-2009 b. om kennis te nemen van het jaarverslag van De Ossenbeemd 2008-2009
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit. 10.
Voorstel tot vaststelling van het plan van aanpak huiselijk geweld
Mevrouw De Vries zegt dat het plan niet genoeg vermeld kan worden, het staat ook op de site van de gemeente. Dat is een compliment waard. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en concept-besluit. 11.
Ingekomen stukken en mededelingen a. vaststelling van het verslag van de vergadering van 20 april 2010
Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van het onderstaande: Op de 8e regel van onderen op blz. 5 dient ‘20’ te worden vervangen door ‘22’. De laatste zin van de derde alinea van punt 17 op blz. 15 ‘Verder … informeren’ dient te worden vervangen door ‘Op een vraag van de heer Sengers hoe de bonus over de medewerkers wordt verdeeld, antwoordt de heer Ragetlie dat hij die informatie niet bij de hand heeft maar de raad daarover zal informeren.’.
Gemeenteraad 18 mei 2010
11
b.
kennis te nemen van de lijst van toezeggingen 2010, nr. 4
Op verzoek van de heer Sengers wordt afgesproken de toezegging op te voeren dat de raad wordt geïnformeerd over de verdeling van de bonus bij Atlant. c.
vaststelling van de lijst van aan de raad gerichte brieven 2010, nr. 4
De heer Dankers vraagt een toelichting op de transacties Wilgenhof („klassieke reststrook‟) en Berkenstraat (strook naast woning, in feite dus ook een reststrook). In het ene geval is sprake van een grondprijs van € 333 per m2 en in het andere geval van € 25 per m2. De heer Kerkers zegt de vraag schriftelijk te zullen beantwoorden. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming: het stuk onder 9 in handen te stellen van de raadscommissie; de stukken onder 1, 12 en 13 in handen te stellen van burgemeester en wethouders ter opmaking van een raadsvoorstel; het stuk onder 7 in handen te stellen van burgemeester en wethouders ter verdere afdoening, en de stukken onder 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 14 en 15 voor kennisgeving aan te nemen. 12.
Vragenrecht raadsleden
Van het vragenrecht wordt geen gebruik gemaakt. Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli 2010. De griffier,
De voorzitter,
R.J.C.M. Rutten
J.G.M. Daandels
Gemeenteraad 18 mei 2010
12