Gers!
#4 Rotterdam op z’n best
Verslaafd
De worsteling van Jack Wouterse Raemon Sluiter Over liefde, verdriet en leven na proftennis
Delfshaven
Parels poetsen met de stadsmariniers
Omgevormd
Van leeg kantoor naar creatief broeinest
Interview
‘Toen ik dertig was, kon ik veel meer neuken. Nu loop ik als een oude man. Maar ik lééf weer’
Interview
Mateloos TEKST: SERGA VAN ROON
BEELD: FRANK HANSWIJK
Er staat geen maat op Jack Wouterse. Leven, liefhebben, eten en acteren: hij doet het met overgave. Zijn film Slaaf, over een verslaafde man, gaat binnenkort in première. De film is hem op het lijf geschreven. Want coke en drank zijn weliswaar verbannen, met eten blijft hij worstelen. “Het allerergste van verslaving is de eenzaamheid.”
negentien
Interview
Interview
het gezond is, is het vooral ook dat je even niet nadenkt. En als je goed voor jezelf zorgt, geeft dat een goed gevoel.”
‘Ik heb zo lang niet toegegeven dat ik een probleem had’ ack Wouterse woont in het Nieuwe Westen. Een vriendelijke multiculti-straat met groene voortuintjes. Het interview vindt plaats in zijn werkkamer op de derde etage. Hier legt hij de laatste hand aan Slaaf: de verfilming van de gelauwerde theatermonoloog, die hij voor het Ro Theater opvoerde. Het scenario is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van Wouterse en van Oscar van Woensel, die het script schreef. Van Woensel kickte succesvol af van heroïne, cocaïne en XTC, Wouterse kampte decennialang met een coke- en drankverslaving. In 2010 bezocht hij een afkickkliniek in Schotland en volgde een tijd lang vijf therapieën per week. Waarom wilde je deze film maken? “Om het taboe op verslaving te doorbreken. Verslavingen zijn all over the place, op een veel grotere schaal dan je denkt. Het heeft met ieders leven te maken en het kan ook iedereen overkomen. Dat is de reden waarom ik de film heb gemaakt en dat is ook de reden dat ik er openlijk over vertel. Toevallig weet ik hier iets van af.”
drugs meer. Dat is allemaal voorbij. Met de aanpak van mijn laatste verslaving ben ik gisteren begonnen. Mijn diepste verslaving is eten. Dat gaat heel moeilijk. Het is niet dat ik wat te zwaar ben, ik heb morbide obesitas. Dan denk je: eten? Je bent toch verslaafd aan cocaïne of zo? Maar in wezen is deze verslaving niet anders dan die andere verslavingen.” In de zin dat je het heel serieus moet nemen? “Ja. En dat het dodelijk is.” Hoe pak je het aan? “Je moet er serieus mee bezig zijn, het probleem op één zetten. Bij mij zijn er altijd honderdduizend redenen om niet te gaan lijnen. Als ik moe en gestrest ben en er staat allemaal eten klaar op de set, dan zeg ik: ‘Nou effe niet hoor, ik begin in januari wel.’ Of: ‘Eerst even deze serie voorstellingen afmaken.’ Het was altijd morgen, morgen, morgen. Soms ging het goed, hield ik het even vol. Maar dan kreeg ik weer stress. Hoe los je dat op? Door buitenproportioneel te eten. Dan maak je weer fouten, val je weer terug. En daar word je dan ook weer flauw en ziek van. Ik jojode mezelf helemaal suf. Ik heb zo lang niet toegegeven dat ik een probleem had. Ook met de drank en de drugs. Ach, vier drankjes, zo erg is dat niet. Maar dat was het dus wel. Je helpt je leven naar de klote. Zien hoe ver het met je is, is de eerste en moeilijkste stap. Die heb ik genomen. Nu moet ik dit echt op nummer één zetten, al het andere uitzetten.”
‘Het is niet dat ik wat te zwaar ben, ik heb morbide obesitas’
Je speelt de hoofdrol en het is tevens je regiedebuut. Ben je tevreden? “Ja, tot op zekere hoogte wel. Het is een monoloog, dus het blijft een hoop geouwehoer en het speelt zich bovendien af in één ruimte. Ik heb al mijn ervaring, kunde en passie gebruikt en de film precies gemaakt zoals ik hem wilde maken. Dat vind ik belangrijker dan dat het een hit wordt. Als je vraagt: ‘Zou je er zelf naartoe gaan?’ Dan zeg ik: ‘Geef mij maar een film met een bankoverval.’ Slaaf is niet voor iedereen. Er wordt heel erg intens in gespeeld, het is zo zwart als de neten. Wat je ziet, is een bezeten, geobsedeerd iemand die op een gegeven moment helemaal de weg kwijt is. Heel af en toe kun je lachen, maar verder is het echt de hel. De hel van verslaving. Mijn advies: ga niet. Behalve als je wat van verslavingen wilt snappen.” Je bent ervaringsdeskundige. Hoe gaat het nu? “Heel goed eigenlijk. Ik rook niet meer, drink niet meer en gebruik geen
twintig
Ben je nu zover of ben je er nog naartoe aan het werken? “Ik heb hier dus heel lang naartoe gewerkt. Maar het laat me nu niet meer los, ík laat het niet meer los. Ik moet hetgeen ik geleerd heb, gaan toepassen in de praktijk. In dit boekje (wijst op een schriftje op zijn bureau) schrijf ik op wat ik eet. Ik grijp nu bijtijds in, als ik merk dat ik ongelukkig word. Want ik voel het aankomen. Een slecht gevoel geeft je slechte impulsen. Het is een bepaalde onvrede die je weg moet toveren. Sporten, al dat wellness-geouwehoer, het helpt wel. Buiten dat
Je andere verslavingen zijn weggevallen. Als je nu stress hebt, kun je alleen nog naar het eten grijpen. “Je kunt ook nog gaan gokken of gaan rukken. Je hebt mensen die verslaafd zijn aan tv-kijken of aan facebooken. Je kunt van alles bedenken. Ik geloof dat zeer veel mensen die aan de coke verslaafd zijn, eigenlijk aan de seks verslaafd zijn.” Hoe dat zo? “Met coke houd je het langer vol. Die mannen zitten alleen maar te rukken achter de computer, op een gegeven moment word je daar ook zo impotent van als de neten. Zij zijn seksueel geobsedeerd. Maar met eten is dat precies hetzelfde. Als ik daarover praat, dan weet ik nu al wat ik wil eten. Overigens: een verslaving blijf je altijd houden. Je kunt er mee om leren gaan, maar die afwijking heb je nu eenmaal. Er zijn mensen die een drankje kunnen drinken, of één bitterbal kunnen nemen, ik kan dat echt niet. Ik ben mateloos.” Ben je er niet klaar mee te praten over je verslaving? “Natuurlijk heb ik dat weleens. Maar ik zit hier nu toch over te praten met jou. Dat is een keus die ik heb gemaakt. We hadden een totaal ander interview kunnen hebben. Ik had kunnen zeggen dat het heel goed gaat, dat ik alles achter me heb gelaten. Ik kan wel mooi weer gaan spelen, maar dat doet iedereen al. Het is heel belangrijk om erover te praten. Enerzijds gaat het ook heel goed hoor. Ik ben heel gelukkig, word opa, heb leuk werk, speel beter dan ooit. Ik ben er goed vanaf gekomen. Ik leef nog, daar begint het mee. En ik voel me honderdduizend keer beter. Mijn leven is veel leuker nu. Maar qua eten ben ik er nog niet. En als je zo zwaar bent, kan er van alles gebeuren.” Je gezondheid loopt serieus gevaar door je overgewicht. Is dat niet voldoende motivatie om direct die koelkast leeg te gooien? “Je zou het zeggen, hè? Maar dat is het rare van die ziekte, zo eenvoudig ligt dat dus niet. Maar ik ben nu wel vrij ver hoor. Ik denk dat ik er wel uit kom.”
‘Er zijn mensen die één bitterbal kunnen nemen, ik kan dat echt niet.’
Je hebt allerlei therapieën gevolgd. “Wat ik mensen adviseer: ga hulp halen, je kunt het niet alleen. Het is belangrijk om met mensen te praten, die het probleem snappen. Dat verzacht de pijn. Want het allerergste van verslaving is de eenzaamheid. Het is goed om te zien dat je niet alleen bent. Een diëtist? Prima hoor, maar voor mij werkt dat niet zo. Diëtisten zijn niet verslaafd aan eten. Mijn diëtist weegt vijftig kilo. Het is haar vak om die laatste bitterbal te laten liggen. Ik weet heus wel dat er vet in patat zit, dat is mijn probleem niet. Andere dikke mensen snappen je probleem wel.”
eenentwintig
Interview
‘Ik ben iemand met een hoog aaibaarheidsgehalte, sjans soms met het publiek’ Je voerde de monoloog Slaaf eerder al in het Ro Theater op. Was dat niet ontzettend confronterend? “Nee, valt mee. De theatervoorstelling was om kwart voor tien afgelopen. Ik liet een zaal compleet in verwarring achter, en dan lag ik hier om tien uur ‘s avonds de Rijdende Rechter te kijken. Ik schud het na afloop meteen van me af.” De wand achter het bureau in Wouterses werkkamer is behangen met foto’s. Op de hoge kast tegen de andere wand zijn twee Gouden Kalveren zichtbaar. Ze kunnen hem gestolen worden. “Het lijkt een beetje egotripperij, deze kamer. Maar de woonkamer wordt verbouwd, dus het kon even niet anders.” Ben je niet trots op die kalveren? “Die prijzen, het is echt complete onzin. Je kunt toch geen wedstrijdje filmspelen houden? Acteerprestaties zijn totaal niet objectief te meten.”
Moet je verdedigen voor die commercials dan? “Ik verdedig me sowieso nergens voor. Maar wat ik bedoel: met die commercials bereik ik een ander soort publiek en dat vind ik leuk. In het theater komt toch vooral Kralingen, de atheneumpikkies.” Wat heb je toch tegen Kralingen? Toen ik net bij je aankwam, op de fiets uit Kralingen, begon je er ook al over. Quasi serieus: “Ik heb niets tegen Kralingen, maar tegen de mensen die er wonen. Ze zijn veel te blank. Het is iets minder erg dan Amsterdam-Zuid, maar men heeft wel dezelfde wereldvreemdheid. In Kralingen… daar wonen echt mensen die fout zijn na de oorlog. Dat kun je gewoon zien, die mensen deugen niet. Geldwolven allemaal. Maar begrijp me goed: ik heb het theaterpubliek zeer lief. Het is heel beschaafd. Naar het theater gaan is een vorm van beschaving. We leven in een land waar weinig gelezen wordt, niemand naar het theater gaat en iedereen een mening heeft over Zwarte Piet. Dus zo beschaafd zijn we niet.”
‘Ik heb niets tegen Kralingen, maar tegen de mensen die er wonen’
Vind je het belangrijk dat het publiek je goed vindt? “Nee. Ik vind het leuk als mensen genieten van wat ik doe, maar ik hoef me niet meer te bewijzen. Ik vind wel dat ik altijd mijn uiterste best moet doen. Ik moet beter willen worden. Maar de zeven acteurs van het Ro Theater zijn bijna allemaal beter dan ik. Vooral technisch. Zij leven voor hun vak, doen er meer voor, kennen hun tekst beter. Ik ken de tekst op de première altijd nèt. Soms denk ik: ik ben helemaal geen serieuze acteur. Ik ben niet zo’n perfectionist. Maar ik kan me wel overal mee bemoeien, en ik erger me als mensen zich er makkelijk vanaf maken. Ik ben vooral verslaafd aan spelen. Acteren is mijn tweede manier van ademhalen.”
tweeëntwintig
aaibaarheidsgehalte, sjans soms met het publiek. Dat is mijn marktwaarde, daar maak ik soms gebruik van. Die C1000-reclame waarin ik nu speel, ik zie dat als kleine filmpjes. Mensen vinden het te gek! Op straat krijg ik allemaal complimenten, mensen worden er vrolijk van en dan denk ik: top!”
Word je een beter mens van naar het theater gaan? “Ja. Een rijker mens. En dus beter.”
Waar droom je nog van op acteergebied? “Ik wil meer kleine, onafhankelijke films maken. Maar mijn werk voor het Ro Theater is het belangrijkste. Daar ben ik helemaal vol van. Alice Zandwijk is mijn muze en goeroe. De bron. Ik zit hier omdat zij hier zit. Het Ro Theater begint nu echt goed vorm te krijgen. Steeds meer mensen zien dat het stelletje mafkezen daar toch buitengewoon getalenteerd is. Het is rauw, tegendraads en betrokken theater.”
Jouw drive, komt die voort uit liefde voor je vak of zit dat in jou? “Dat zit in mij. Als ik een ander vak had gehad, had ik ook die drive gehad. Mijn vrouw zit in het onderwijs en daar kan ik me af en toe flink mee bemoeien. Als ik denk: hier klopt iets niet, dat kan beter, dan raak ik geobsedeerd. Onderwijs heeft met gedrag te maken. Kinderen die zich leren gedragen, die willen ook leren. Die zien dan dat leren leuk is. Soms moet je iemand uit de klas zetten, omdat zijn gedrag niet goed is. En als iemand hier een vuilniszak omstoot, dan pik ik dat niet, want ik woon hier. Het gaat om gedrag.”
Wanneer ben jij geslaagd als acteur? “Geslaagd? Het is een vrij vak. Ik ben heel blij dat ik bij het Ro zit, een club die echt iets wil vertellen. Maar als ik niks te doen heb, ga ik zo in GTST spelen. Dat maakt me geen reet uit. Het is allemaal poppenkast. Je moet gewoon je brood verdienen. Ik ben iemand met een hoog
Maar je hebt ook dat incident met die stadswacht gehad. (Stadswachten wilden Wouterse aanhouden, nadat hij de poep van zijn hond weigerde op te ruimen. Wouterse ergerde zich, liep door en maakte de stadwachten uit voor Gestapo.) “Ja, dat ben ik ook. Die ene stadswacht was een heel vervelende
drieëntwintig
Interview
Over Jack Wouterse Jack Wouterse (1957) speelde in tientallen films en televisieseries, zoals De Noorderlingen, All Stars, Dokter Tinus en Grijpstra & De Gier. Hij won een Gouden Kalf voor zijn rol in En Route en voor die in Suzy Q. Sinds 2008 is hij verbonden aan het Ro Theater en woont hij ook in Rotterdam. Voor TV Rijnmond presenteert Jack het cultuurprogramma Moois en maakt hij het kinderprogramma Ik ben Rotterdammer! In september start hij met de herneming van de theatermonoloog Slaaf. De film Slaaf gaat binnenkort in première. Voor meer info zie www.slaaf-defilm.nl.
man, die mij op mijn zondag een lesje kwam leren. Dat kon ik even niet hebben. Ik heb zijn huid vol gescholden, dat was mijn fout. Ik had meer fatsoen moeten hebben. Verder is er niks gebeurd. Wat in de Telegraaf stond, dat ik op die man ben ingereden, is echt onzin. Ik heb de volgende dag meteen mijn excuses aangeboden. Maar dat die man een ongelofelijke eikel was, dat neem ik niet terug, want dat was hij. Er zijn genoeg leuke stadswachten, maar dit was gewoon een heel vervelende.” Je bent aanwezig, duidelijk, gepassioneerd. Tegelijkertijd kom je ook kwetsbaar en verlegen over. “Ik heb al die kanten. Ik ben vaak een kluizenaar op feestjes. Al die mensen, ik kan dat niet. Ik ben absoluut verlegen. En dan ben ik kwetsbaar. Laat mij maar op het toneel staan, dan heb ik een rol. Als acteur durf ik alles te laten zien, durf ik dik en lelijk te zijn.”
‘Ik ben vaak een kluizenaar op feestjes. Al die mensen, ik kan dat niet’ Hoe sta je in het leven? “Ik ben zeer levenslustig, maar ik kan ook heel depressief zijn. Dat is het punt. Er is geen tussengebied. Mijn vader zei altijd: ‘Jij bent een zessenmannetje.’ Maar als het om dit soort dingen gaat, ben ik een drie of een tien. Ik moet leren om dat middenpad te bewandelen. Ook met eten. Niet tien bitterballen, maar één.” Wat geeft je de meeste voldoening? “Mijn vrouw en mijn zoon. Ik heb 35 jaar dezelfde vrouw. Zij is mijn grootste liefde. Ik ben verliefder dan ooit. Liefde, daar moet je ook aan werken. We hebben samen veel meegemaakt, kennen elkaar door en door. Die gelaagdheid, dat levert zo’n rijkdom op. De opvoeding van onze zoon is ook goed gelukt. Hij is geweldig. Er zit geen enkel kwaad in hem. Dat zal deels met hem zelf te maken hebben, maar deels ook met de liefdevolle, intuïtieve opvoeding.” Je zoon zei ooit dat jij hem vooral wilde behoeden voor de fouten die jij hebt gemaakt in je leven. Welke zijn dat? “Vooropgesteld: ik heb nergens spijt van. Zelfs niet dat ik nu te dik ben. Dat is me overkomen. Ik had een aantal dingen beter niet kunnen doen, maar dat heb ik wel gedaan. Het is mijn leven. En ik ben blij dat ik weer leef. Maar ik vind wel dat ik er nu uit moet komen, want ik wil de laatste 15 jaar nog meemaken. Kijk, toen ik dertig was kon ik veel meer neuken. Tegenwoordig loop ik als een oude man. Maar ik lééf weer. Ik ben nu zo ontzettend helder. Dit is het hoogtepunt van mijn leven.”
vierentwintig
Scan deze pagina met je smartphone prijs! met je smartphone een gerse deze pagina en winScan en win een gerse prijs!
Met één druk op de knop van je smartphone opent zich een nieuwe, digitale wereld. Een wereld die verborgen zit Met één druk op de knop van achter drukwerk. Met filmpjes, een zichop je smartphone de knop van één druk Metopent foto’s, 3D-animaties, games, wereld. nieuwe, digitale je smartphone opent zich een
Papier met perspectief met Papier met Papier perspectief perspectief die verborgen Een wereld nieuwe, digitalezitwereld.
Met filmpjes, achter drukwerk. die verborgen zit Een wereld
games, Met filmpjes, foto’s, 3D-animaties, achter drukwerk. foto’s, 3D-animaties, games,
links en allerlei andere leuke
buttons worden alle artikelen tot leven gebracht. Zo is ook deze
pagina met Layar voorzien. links en allerlei andere leuke Scan deze afbeelding met je tot leuke artikelen buttons worden andere en allerlei links alle smartphone en ontdek wat je ook deze Zo is leven gebracht. alle artikelen tot worden buttons winnen kunt! voorzien. Zo is ook deze Layargebracht. pagina met leven
je voorzien. Scan deze afbeelding Layar pagina metmet wat je en ontdek smartphoneScan met je deze afbeelding winnen kunt! smartphone en ontdek wat je winnen kunt!
Regisseur van grafische producties
Regisseur van grafische producties Regisseur van media
Het uitzicht van...
Joost en Klaartje in het kort
Joost en Klaartje
TEKST: SERGA VAN ROON
beeld: Rob de Voogd
Wie: Joost van Rijswijk (41) en Klaartje van Eijk (40) Wat: Joost is eigenaar van een softwarebedrijf, Klaartje is freelance grafisch vormgever Waar: het oude veerhuis in Overschie, een rijksmonument uit 1767
Op een onbewoond eiland
en pakje boter vergeten? Niet handig, zeker niet als je woont waar Joost en Klaartje wonen: het oude veerhuis aan de Schie. Wát een plaatje van een plekje. Aan de voorkant de Schie, aan de achterkant weiland, koeien en knotwilgen. In de verte de contouren van de oude dorpskern.
zijn veerhuis, in de herfst en winter zakt de wagen tot zijn velgen in het zompige grasland van het dijkje. En dan is het koppel aangewezen op hun roeiboot. Net zoals de veerman honderden jaren geleden passanten over en weer roeide, zo roeit Joost zichzelf en zijn Klaartje nu naar de bewoonde wereld. Hoe romantisch wil je het hebben?
Maar ja, dat pakje boter moet je dus echt niet vergeten. Weliswaar kan Joost in de zomer met zijn auto nog enigszins in de buurt komen van
Een lot uit de loterij, zo noemt Joost zijn woning. Dicht bij de natuur, maar toch in de stad. Twee jaar woont hij hier nu. Wat vroeger de
achtentwintig
wachtkamer van de veerdienst was, is nu woonkamer. En het smalle paadje voor hun huis, het jaagpad, daar liepen vroeger de paarden die de schepen voorttrokken. De binnenschepen varen nog steeds voorbij, op een metertje of vier. Een surrealistisch schouwspel. Voor de Amsterdamse Klaartje - die pas onlangs haar intrek nam - is het nog even wennen. De overgang van Amsterdam naar Rotterdam was al pittig (‘Vroeger dacht ik op Rotterdam Centraal al: o god, ik moet hier weg’), de overgang van binnenstad naar vrije natuur is zo mogelijk nog groter. Maar ja, de liefde hè? En de man en het plekje zijn meer dan leuk. Het inburgeren voorloopt ook voorspoedig. Klaartje weet nu wat ‘gers’ betekent, waardeert de ‘oerelementen’ (koeien achter
het huis en het lawaai van langsvarende binnenschepen) en vindt de Rotterdammers zo… zo… zo niet-arrogant. Is er dan niets wat deze Overschiese idylle bedreigt? Nou, de gemoederen in dit dorpse stukje Rotterdam zijn wel wat verhitter dan gewoonlijk. De vaarroute van de Schie dreigt namelijk verlegd te worden, zodat de schippers een minder scherpe bocht hoeven te nemen. Ook is er sprake van een nieuwe brug. Lang niet iedereen is het hier mee eens en het eindoordeel is nog niet geveld, maar Joost ziet het stiekem wel zitten, die nieuwe vaarroute. Het betekent namelijk dat zijn huis en het achterliggende weiland een eiland worden. Een onbewoond eiland. Op hemzelf en zijn Klaartje na.
negenentwintig
Interview
Interview
Raemon Sluiter
Over verdriet,
liefde en leven na proftennis Vier jaar geleden stopte Raemon Sluiter als proftennisser. Zijn lichaam wilde niet meer en de ziekte en het overlijden van zijn nichtje hakten er te diep in. Een openhartig verhaal over verdriet, liefde, tennis en roddelbladen. “Er staat een dimmer op mijn leven. Ik probeer hem terug te draaien en wil dat het licht weer volop gaat schijnen. Dat lukt steeds beter.”
‘De tennisbaan was de enige plek waar ik me toen goed voelde’
Interview
Over Raemon Sluiter Raemon Sluiter (1978) was proftenniser vanaf 1996. Na zijn afscheid in 2008 maakte hij een rentree in 2009 om daarna definitief te stoppen. Hij won belangrijke wedstrijden in de Davis Cup en bereikte op Wimbledon de derde ronde. Raemon is tegenwoordig privétrainer en werkt twee dagen als coach voor de tennisbond. Hij woont in Hillegersberg samen met pokeraarster en voormalig tophockeyster Fatima Moreira de Melo.
‘Ik heb er lang over gedaan om deze klap te boven te komen’ TEKST: SERGA VAN ROON
BEELD: PETRA VAN DER VEER
et uitzicht van het loftachtige appartement van Raemon Sluiter en zijn vriendin Fatima Moreira de Melo is fabelachtig. Op vier hoog in Hillegersberg kijken ze uit over de Bergse Achterplas. De kolossale flatscreen tv toont een tenniswedstrijd, zachtjes. Raemon - in trainingsbroek - heeft een verzoek. “Ik wil de laptop er graag bij houden. Fatima speelt een belangrijke pokerwedstrijd. Ze is net doorgedrongen tot de laatste acht.” En dus belanden Fatima en haar mede-pokeraars via een livestream op de grote eettafel. Rustpunt “We wonen hier nu vijf jaar. Superleuk, zo’n loft, zolang je geen kinderen hebt. Ik ben hier vlakbij opgegroeid en erg gehecht aan dit buurtje. Deze stad en deze buurt zijn altijd mijn thuis geweest, mijn rustpunt na het reizen. In het centrum kom ik niet vaak meer. Zeker nu ik met Fatima ben, zal ik de drukte niet snel opzoeken. Maar dit is wel mijn stad, ik vind de mensen prettig, lekker recht door zee. In Rotterdam bestaan grote cultuurverschillen. Maar het is belangrijk om open te blijven staan, niet verbitterd te raken door een enkele slechte ervaring. Ik ben een keer in het Oude Noorden een portiek ingetrokken door vier Marokkanen. Moest ik mijn Nikes afgeven. Dan is het heel makkelijk om te zeggen: kut-Marokkanen. Ja,
vierenveertig
er zijn wel eens incidenten en soms denk ik ook: godverdomme. Maar je kunt niet iedereen over een kam scheren.” Op zoek “Ik ben in 2009 gestopt als proftennisser. Daarna heb ik wat clinics gegeven. Tot twee jaar geleden trainde ik Thiemo de Bakker, die als prof de wereld rondreist. Maar ik wil niet langer 35 weken per jaar weg van huis zijn. Als het nou in deeltijd kon, samen met een andere trainer. Ik ben nu coach bij de tennisbond en geef privé-training aan getalenteerde kinderen. Het is een proefperiode om ervaring op te doen en uit te vinden wat ik het leukst vind. Ja, ik heb ook even gepokerd. Heel leuk, maar er gaat ongelofelijk veel tijd in zitten. Dat boek is nu gesloten. Als je ‘s nachts tot vijf uur zit te kaarten, ben je niet helemaal fris als je om acht uur de baan op moet. Tennis blijft dus mijn rode draad. Een tennisschool lijkt me ook wel wat. Wel met een partner, want organisatorisch ben ik slecht. Administratie, post, dat heb ik nooit geleerd.
Het werd voor me geregeld. De afgelopen vier jaar heb ik daar ook geen stappen in gemaakt. Fatima regelt alles. Ik kan heel hard werken, maar als de interesse er niet is…” Tennishoogtepunten “Heel af en toe mis ik het tennis. Vooral die mooie momenten: de wedstrijden die ik won op Wimbledon en in de Davis Cup, mijn ranking als nummer 46 van de wereld. En natuurlijk het ABN AMRO-toernooi in Ahoy. Dat ik daar als voormalige ballenjongen de finale haalde, was een hoogtepunt. Als ik die hal nu binnenloop, wil ik nog steeds liever rechtsaf gaan. Een balletje slaan. Thiemo de Bakker of Robin Haase kan ik nog aardig bijbenen, althans: voor anderhalf uur. De volgende ochtend heb ik een takelwagen nodig om uit bed te komen. Ik had een heel zware, dubbelhandige speelstijl. Technisch was ik geen mooie speler. Het moest bij mij op kracht, inzet en energie. Ik moest altijd extra stappen zetten om bij de bal te komen.”
‘Er is zoveel onzin over ons verschenen in de roddelbladen’
Ah! Fatima heeft azen! De kans dat ze deze hand wint is 83 procent. Dat is heel gunstig. Eerst mens, dan tennisser “Ik stopte op het moment dat het al een tijdje minder goed ging met tennis. De ziekte van mijn nichtje gaf de doorslag (Luna, het vierjarige dochtertje van Raemons broer, had een tumor in haar hersenstam, red.). We kregen te horen dat ze nog maar een jaar zou leven. Mijn reactie als er iets ergs gebeurt in de familie is: fuck de rest. Meteen. Toen heb ik de optelsom gemaakt. Stoppen. Op mijn leeftijd had het ook geen zin om na een jaar weer terug te komen, dan heb je zo’n achterstand. Ja, van sporters zeggen ze dat ze alles om zich heen uit moeten schakelen, egoïstisch moeten zijn om te presteren. Maar ik was altijd eerst mens, dan tennisser. Sjeng Schalken zei eens: ‘Alle tennissers zijn egoïsten, behalve Raemon.’ Fatima zegt altijd dat ik een betere teamsporter was geweest. Andersom geldt dat zij ook een goede solosporter zou zijn geweest.” Vlucht “In februari stopte ik met tennis, in juli overleed mijn nichtje. Ik heb in die tijd heel veel bij mijn broer gezeten. Voor hem moest het leven ook doorgaan en daar heb ik een grote rol in gespeeld. Maar gaandeweg kreeg ik steeds sterker het gevoel dat ik toch nog wilde ten-
nissen. Misschien had ik heimwee naar de tijd dat alles nog goed was. Misschien wilde ik echt tennissen. Dat weet ik nog steeds niet. De tennisbaan was de enige plek waar ik me goed voelde na het overlijden van mijn nichtje. Tennissen op zo’n hoog niveau geeft je geen tijd om over andere dingen na te denken. Misschien was het een vlucht, dat kan. Ik heb nog de finale gespeeld in Rosmalen, wat een vrij uitzonderlijke prestatie was. Maar mijn lichaam redde het niet meer. Ik was na februari ook niet goed met mijn lijf bezig geweest. Dagen achtereen ging ik naar de Mac. Dat hakte erin, ik was twaalf kilo aangekomen.” Hé! Er is er weer eentje uit! Levensgenieter “Ik ben een levensgenieter, maar niet in de zin van feesten of drank. Ik houd van gezelligheid. Dat miste ik het meest in het buitenland. Gelukkig heb ik ook wel met jongens uit Nederland gereisd. Dan ga je met z’n vijven naar Miami, hard werken. Als je er vervolgens uit ligt, dan zit je wel nog steeds in Miami met vier aardige gasten! Maar in je eentje is het anders. Ik trok wel op met buitenlandse collega’s, maar even een hapje eten samen was er niet bij. Van doorzakken houd ik helemaal niet. Toen het uit was met mijn eerste vriendinnetje en ik een blessure had, is er een heel
korte periode geweest dat ik elk weekend in de stad was. Ik vond er geen reet aan. Ik ben niet gewend om te drinken, dus ik was na drie bier van de kaart. Met alcohol is er maar een heel kleine fase waarin het leuk is. Als ik daarover heen ga, ben ik vier dagen ziek. Wat me ook tegenstond, waren die dronken gasten die om je heen gaan hangen. Ik ben redelijk benaderbaar, maar als mensen lazarus zijn en blijven plakken, dat is niet heel relaxed. Ik voel me dan ongemakkelijk.” Bekende Nederlander “Ja, de ogen zijn op ons gericht, vooral die van de roddelbladen. Sinds ik met Fatima ben, is dat veel erger geworden. Ik heb me er altijd over verbaasd dat dit soort bladen bestaansrecht heeft, maar dat komt omdat ik zelf totaal niet nieuwsgierig ben. Als het puur om mijn spel ging, vond ik de aandacht heerlijk. De eerste keer dat ik op straat werd herkend, vond ik nog wel leuk. Maar heel snel erna had ik iets van: nee. Ik zoek het ook niet op. Mijn ex-vriendinnetje vond die aandacht wel leuk, ik kreeg ook uitnodigingen voor premières en zo. Er is door de jaren heen aardig wat onzin over Fatima en mij verschenen. Een redacteur van de Telegraaf confronteerde me ooit met de roddel dat Fatima en ik uit elkaar gingen. Voor één keer ben ik daar op ingegaan. Ik vertelde dat het prima ging tussen ons en dat we de
vijfenveertig
over de consequenties. Stel dat ik toch weer een topspeler wil coachen en ik twee weken naar Amerika moet. Dat is heftig. Ik ben gewend om veel weg te zijn van de mensen van wie ik houd, maar met kinderen is dat toch anders. En Fatima heeft ook een carrière. Misschien zitten wij wel iets teveel aan de andere kant van het spectrum hoor, dat we téveel nadenken. Op zich goed, want je ziet zo vaak ongelukjes, mensen die niet goed over de consequenties nadenken of geen stabiele relatie hebben.“
Interview
Interview
Ja, weer een weg. Ik stuur even een smsje.
‘Als je alles onbelangrijk vindt, ben je er niet goed aan toe’
Naar de klote “Sinds het overlijden van mijn nichtje sta ik anders in het leven. Het heeft mij voorgoed veranderd. Er zit een dimmer op. In het begin stond die heel zwaar. Ik probeer hem terug te draaien, wil dat het licht weer volop gaat schijnen. Dat lukt steeds beter, met behulp van Fatima en mijn familie. De eerste periode interesseerde niets me. Als je alles onbelangrijk vindt, ben je er niet goed aan toe. Ik heb er lang over gedaan om deze klap te boven te komen. Eigenlijk ben ik er nog steeds mee bezig. Dat klinkt zwaar, maar zo is het. Ik functioneer vrij behoorlijk, maar het is zaak om niet weer zo af te glijden. Ik heb ook professionele hulp gehad. Ik dacht lang: ik kan het zelf wel aan. Om mij hoef je je niet druk te maken. Totdat Faat zei: ‘Dit kan niet langer, je gaat naar de klote. Jij zegt dat je tijd nodig hebt, maar je glijdt alleen verder af.’ Ik ben naar een psycholoog gegaan. Veel sessies waren er niet nodig. Dat hele losse, dat waanzinnig blij kunnen worden van dingen, dat heb ik nog niet helemaal terug. Maar ik krabbel op, kan weer genieten van kleine dingetjes. Soms zitten we samen op de bank naar een fout tvprogramma te kijken, met iets slechts van de snackbar erbij. Net twee oude lullen. Maar dan ben ik blij.” Er is er weer een uit! Ze heeft even pauze nu. Ik leg even mijn telefoon hier neer, want misschien belt ze zo. Ik heb een goede invloed op haar als ze gestrest is.
week erna naar Las Vegas zouden gaan. Staat een kwartier later op de Telegraaf-site: Fatima en Raemon: trouwen in Las Vegas? Het boeit ze niet. Zo verdienen ze hun geld.” Dat is weer een stapje. Ze staat tweede in chips. De vaart zit er nu redelijk in. Zeldzaam slechte reclame “Soms doet het echt pijn. Een half jaar geleden schreef de Privé ook dat we op het punt stonden om uit elkaar te gaan. Daar werd het overlijden van mijn nichtje bij getrokken. Dat is vijf jaar geleden. Destijds ging het inderdaad slecht met mij en daardoor ook met ons samen. Nog steeds heb ik af en toe last van haar overlijden, maar dat heeft allang geen weerslag meer op onze relatie. Het verhaal klopte dus niet, en als je er dan ook nog zoiets per-
zesenveertig
soonlijks bij trekt, dan ga je een grens over. Ik moest me inhouden om die man niet te bellen of hem een sneer te geven via mijn column in het AD. Over mij kun je alles schrijven. Ik heb in een zeldzaam slechte shampooreclame gespeeld, puur voor het geld. Dan kun je kritiek verwachten. Niet leuk, maar het hoort erbij. Maar als je onwaarheden over Fatima schrijft, ga je veel te ver en dan gaat het mij ook pijn doen.” Kinderen “Ik ben gek op kinderen. Op mijn 25e dacht ik dat ik er wel klaar voor was. Nu ben ik blij dat het anders is gelopen, ook omdat ik nu met Fatima ben natuurlijk. Bovendien: sinds het overlijden van mijn nichtje, denk ik er niet meer zo licht over. Fatima en ik realiseren ons dat niets vanzelfsprekend is. We denken goed na
Fatima “Zij is de liefde van mijn leven. Dat is gewoon zo, zij is echt heel speciaal. Dat klinkt een beetje slijmerig, maar ik houd heel veel van haar en heb veel respect voor haar. Wat zij heeft bereikt… Fatima is een winnaar. Met het hockey, met poker, ook met Expeditie Robinson. Ik ken Rafaël Nadal. Op het moment dat hij een wedstrijd in gaat, wordt hij een totaal ander persoon. Op de baan wil hij maar één ding: jou kapot maken. Op een bepaalde manier heeft Fatima dat ook. Ze zal alles doen om te slagen. Ze kan heel lief zijn, maar met een spelletje moet er gewonnen worden. Dat we beide topsporters geweest zijn, helpt natuurlijk ook wel. Het is fijn om iemand te hebben, die weet wat topsport inhoudt en wat je daar allemaal voor moet doen.” Feyenoord “Dat is mijn club. Ik ga niet naar elke wedstrijd hoor. Als ik hard heb gewerkt, kies ik er voor om de drukte te vermijden en op de bank te blijven liggen. Maar Feyenoord gaat me wel aan het hart. Als het niet goed gaat, kan ik emotioneel worden, bij een gemiste kans sta ik te schreeuwen. Als ze ’s middags verliezen, ben ik tot een uurtje of zeven zuur. Studio Sport kijk ik dan niet meer. Ik vind dat best triest van mezelf. Maar ik probeer wel snel weer om te schakelen, want Fatima moet hier niet met een chagrijnige man zitten omdat zijn voetbalclub verloren heeft.”
‘Fatima is een winnaar. Ze kan heel lief zijn, maar zal alles doen om te slagen’
Fatima wint. Althans: ze wordt tweede, maar gaat met 60.000 pond naar huis.
zevenenveertig
Mijn stad, jouw stad, onze stad
Mijn stad, jouw stad, onze stad
Ontspoord Wat is er toch aan de hand met de Hofboogjes? Acht jaar geleden werden de plannen met veel tamtam gepresenteerd. Rijksmonument de Hofbogen, voormalig traject van de Hofpleinlijn, zou een transformatie ondergaan. De 189 onderliggende boogjes zouden volgens het projectbureau ‘een magic mix worden van creatieve, ambachtelijke en culturele bedrijfjes’. En het oude spoor zelf zou een bijna twee kilometer lange wandelpromenade worden.
Zelfs in het gerenoveerde deel hebben de eerste ondernemers alweer hun biezen gepakt. Het zal de crisis zijn. Het projectbureau betreurt de gang van zaken, maar benadrukt dat er veel belangstelling is vanuit de markt. Eerlijk is eerlijk: de eerste zeven boogjes zijn best aardig uitgepakt. BIRD is absoluut een aanwinst, net als Restaurant De Jong. Een magische mix is het nog niet, eerder een aarzelend miniatuur hotspotje. Dus graag nog een beetje meer van dat. 182 keer om precies te zijn.
TEKST: SERGA VAN ROON
Maar dan? Afgelopen zomer lieten woningcorporaties Vestia en Havensteder - die de boogjes in 2006 kochten - weten geen brood meer zien in het project. De crisis gooit roet in het eten en men zoekt nu naar ‘interventiemogelijkheden’. Negen boogjes worden nog opgeknapt. Hoe het verder moet met die andere 173 boogjes is volstrekt onduidelijk. Ondertussen gaat de verloedering voort. Na BIRD verstommen de jazzklanken. Hier geen café latte maar dichte deuren en bordjes ‘te huur’. Het dak, nog steeds eigendom van ProRail, lekt. Huurders klagen over onveiligheid en hoge huren. Een magic mix indeed.
BEELD: CHRIS BONIS
Anno 2014 is hier nog niet bijster veel van te merken. Zeker, de eerste zeven boogjes zijn gerenoveerd en bieden onderdak aan zaken als jazzpodium BIRD en Restaurant De Jong. In december opende tweesterren-chef François Geurds er een foodlab. En eind 2014 zal het dak van het oude Bergwegstation worden ingericht als ‘groene verblijfsruimte’. Dan ‘landt’ ook de Luchtsingel.
‘Denk groot, Balkenende over Rotterdam
doe klein’
TEKST: SERGA VAN ROON
BEELD: andreas terlaak
a de val van zijn vierde kabinet, verdween Jan-Peter Balkenende uit de politiek en uit de spotlights. Interviews zijn niet langer regel, maar hoge uitzondering. Voor Rotterdam maakt hij die. Dit is zijn thuis, de stad die hem - al rijdend over de Van Brienenoordbrug - een warm gevoel geeft. Een stad die hij verder wil helpen. Zijn boodschap aan de gemeente: “Geef ruimte aan kleinschalige initiatieven van de bevolking. Heroverweeg bestaande regels en processen. We moeten veel scherper aan de wind gaan zeilen.” Het gesprek vindt plaats in een Hofboogje, rond lunchtijd. Het is herfst, maar bloedheet (interviews met de oud-premier moeten lang van tevoren worden aangevraagd). Anderhalf uur krijgen we, inclusief fotoshoot. Geen nood. Achtenvijftig minuten tape levert dertien dichtbetikte A4’tjes op. Balkenende is ontspannen, open en gedreven. Het is stil geweest rondom u. “De laatste tijd ben ik bewust uit de media gebleven. Ik leid nu een totaal ander bestaan. Ik ben hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en zit in het bedrijfsleven als partner Corporate Responsibility bij EY (Ernst & Young, red.). Daar geniet ik erg van. Ik heb daarom ook niet veel behoefte om me met politiek of publiciteit bezig te houden. Die tijd heb ik wel gehad.” Mist u de politiek helemaal niet? “Nee. Ik kijk met veel voldoening terug op die tijd. Het vraagt veel, maar het is fantastisch dat je je land mag ondersteunen. Er zijn ook wel raakvlakken met wat ik nu doe. Waarom was ik actief in de politiek? Omdat ik idealen had voor de Nederlandse samenleving. Nu zit ik in het
negentig
bedrijfsleven en ben ik bezig met de vraag hoe bedrijven kunnen bijdragen aan duurzaamheid en een betere maatschappij. Eigenlijk ben ik al mijn leven lang bezig met mijn passie. Alleen speelt het spel zich niet langer af in Den Haag. Wat er in Den Haag gebeurt, verneem ik nu op dezelfde manier als u. Rustiger? Ik ben nog elke avond met mijn werk bezig en ben het afgelopen jaar negentien keer in het buitenland geweest. Maar in de weekenden ben ik meer vrij dan vroeger.” U heeft na het premierschap ongetwijfeld uit veel functies kunnen kiezen. “Bij mijn secretaresse zijn 2600 verzoeken ingediend. Dat is de stand tot deze zomer. Het gaat om interviewverzoeken, bestuursfuncties, lezingen: noem maar op. Ik wilde sowieso hoogleraar worden, omdat ik het belangrijk vind om met studenten en jonge mensen om te gaan. Mijn hoofdfunctie is echter bij Ernst & Young. Ik heb heel bewust plaatsgenomen in de raad van advies van het CHIO Rotterdam. Omdat ik het CHIO een geweldig evenement vind en omdat Bianca en Amelie beiden paardrijden. Toen kwam de vraag van de IAB
‘Een stad is geen verzameling stenen. Mensen maken de stad’
(International Advisory Board, red.). Ik heb ja gezegd, omdat ik me verbonden voel met de stad en ook omdat ik het een intellectuele uitdaging vond.” Wat is de IAB voor club en wat willen jullie bereiken? “Rotterdam is een wereldstad met een geweldige haven en veel economisch potentieel, maar ook met sociale problematiek. Alles wat een stad tot een stad maakt, vind je hier. Je moet altijd blijven nadenken over de toekomst van een stad, strategieën ontwikkelen. Dat doet het EDBR (Economic Development Board Rotterdam, red.). De IAB is de internationale tak van het EDBR. Van tijd tot tijd halen we specialisten op het gebied van stadsontwikkeling naar Rotterdam om te reflecteren op die toekomst. Zij brengen ervaring en nieuwe perspectieven. Iemand uit Washington zei bijvoorbeeld over onze sociale problematiek: ‘Wat is hier eigenlijk het probleem?’ Want het was niet vergelijkbaar met wat je in de VS ziet. Natuurlijk moet je oppassen met vergelijken, maar het is ook wel eens goed om zaken in een ander perspectief te zien.”
Rotterdammers kunnen anders ook een aardig potje zwartkijken. “Dat is meer een algemene eigenschap van Nederlanders. We zijn kritisch. Blijf maar jezelf, doe niet te gek. Maar ik vind het essentieel dat je groot denkt, dat je grote idealen en grote projecten hebt. De Erasmusbrug, daar werd eerst kritisch tegenaan gekeken. Nu is de brug hét symbool van de stad. Ook het Centraal Station en de Maasvlakte zijn prachtige voorbeelden van groot denken.” Hoe verhoudt dat grote denken zich tot die kleinschalige initiatieven? “Groot denken betekent ook dat je oog hebt voor de kleine initiatieven. De IAB wil een boeiende stad waar iedereen zich thuis kan voelen, ongeacht zijn achtergrond. Dat is groot denken. Je bereikt dat juist door decentraal aan de slag te gaan. Een stad is geen verzameling stenen. Mensen maken de stad. Vooral Rotterdamse jongeren nemen heel mooie culturele en sociale initiatieven.” Is dat in Rotterdam anders dan in andere steden? “De schaal die zich aftekent in Rotterdam is heel opvallend. Dat komt door die doementaliteit hier. Mensen weten dat je niet voor alles meer kunt aankloppen bij de overheid. Een jongere zegt: ‘Ik wil niet meer wachten. Ik ga zelf iets doen. Handen uit de mouwen!’ Jullie blad is een prachtig voorbeeld van die ondernemende spirit. Denk ook aan die bibliotheek die door burgers is opgericht, de schaatsbaan, de loopbrug; geweldige ideeën van mensen die Rotterdam mooier en beter willen krijgen. Ik bezocht vorig jaar een Rotterdamse basisschool, waar in de zomervakantie de hele school was verduurzaamd met zonnepanelen en dergelijke. De school maakte hier ook een educatief project van en de kinderen konden mij precies uitleggen wat duurzaamheid was en verbanden leggen tussen hun eigen gedrag en de gevolgen voor anderen. Zoiets kun je uitrollen naar andere scholen. Stimuleer dat als gemeente, toon waardering, creëer publiciteit.”
‘Alles wat een stad tot een stad maakt, vind je hier’
Wat doen jullie? “Wij denken na over de vraag hoe je een sterke, aantrekkelijke stad krijgt. Voor een sterk Rotterdam is duurzame groei belangrijk, regionale samenwerking en vooral: het bouwen aan een attractieve stad. Nu is de vraag: hoe gaan we dat bereiken? In Rotterdam zie je heel veel initiatieven ontstaan vanuit de bevolking. Wij zeggen tegen de gemeente: gebruik die! Geef ruimte, ondersteun en stimuleer deze projecten.”
Noem eens een voorbeeld van zo’n initiatief. “Ik sprak in Spangen met een ex-crimineel. Hij zet zijn ervaringen in om te voorkomen dat jongeren ook die kant opgaan, motiveert ze om een opleiding te volgen. Ik vond dat zoiets moois, echt schitterend! Buitengewoon effectief ook. Je merkt dat dit soort mensen tot het hart en de verbeelding spreken van mensen in de wijk. Geef daar de ruimte aan. Ik las afgelopen zomer een prachtig boek: Why nations fail. Wat blijkt: landen die het goed doen, zijn landen waar ruimte is voor vernieuwing. Dat proef ik zó in Rotterdam. Als je kleine projecten de ruimte geeft, leidt dat tot een kleurrijke samenleving en nieuwe vitaliteit.”
tweeënnegentig
Wat kan er beter in Rotterdam? “Ik houd van positief denken. Je moet je nooit neerleggen bij een bestaande situatie. Toen ik premier was, sprak ik een Rotterdamse vrouw, die boos was over de onveiligheid op straat ’s avonds. Ze is met de woningcorporatie en politie gaan praten. Samen hebben ze actie ondernomen. Het bleek mogelijk om dat stukje
van Rotterdam te verbeteren. Dát is de mindset.”
Jan Peter Balkenende Jan Peter Balkenende (1956) is sinds zijn vertrek uit de politiek hoogleraar ‘Governance, Institutions & Internationalisation’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en partner bij Ernst & Young, waar hij zich bezighoudt met corporate responsibility. Daarnaast is hij voorzitter van de International Advisory Board (IAB), de internationale tak van Economic Development Board Rotterdam (EDBR). De dertien leden (prominente bestuurders, wetenschappers en zakenlui uit binnen- en buitenland) voorzien de gemeente Rotterdam van gevraagd en ongevraagd advies op sociaal-economisch gebied. Twee initiatieven uit de koker van de IAB zijn het Rotterdam Climate Initiative en Rotterdamse Nieuwe.
Maar de vraag was wat in Rotterdam beter kan. “Rotterdam is getransformeerd van een stad die verwoest was naar een stad met een nieuw hart. Maar alles kan altijd beter. Je kunt niet zomaar zeggen: we zijn nu klaar. Maak gebruik van de vitaliteit in de stad en houd niet vast aan bestaande gewoonten. Wat ik wil, is dat processen enorm worden versneld. Heroverweeg bestaande regels en processen. We moeten veel scherper aan de wind zeilen, zodat er meer gebeurt.” Moet de gemeente scherper aan de wind zeilen? “Iedereen: de politiek, de gemeente, de burgers. Wat we nodig hebben is spirit, dynamiek, tempo. In de politiek werkt het vaak zo: als je wilt dat er niks bereikt wordt, dan moet je om nieuw onderzoek vragen. Dat is vaak een alibi om niks te doen. En ik vind dat die alibi’s wegmoeten, want er is zoveel te doen. Wat ik wil is een vitale Rotterdamse samenleving, waarin de problemen onder ogen worden gezien en praktisch worden opgelost. Dat betekent soms dat je de waarheid moet zeggen, maar dat geeft niet als je het doet met hart voor de zaak. Het hart van de zaak is Rotterdam sterker krijgen.” Wat heeft u persoonlijk met de stad? “Veel, al van jongs af aan. Ik kom uit Zeeland. Met het gezin maakten we vaak uitjes naar Rotterdam. Als kind zag ik oude foto’s van de gebombardeerde stad, die hebben diepe indruk gemaakt. In 1999 ben ik hier gaan wonen, althans: in Capelle. Als ik ‘s avonds over de Van Brienenoordbrug rijd en die skyline zie, krijg ik een ontzettend goed gevoel. Het voelt warm, ik ben hier thuis. In veel Amerikaanse steden is het druk en gezellig tot zes uur. Dan is er niks meer. New York is een uitzondering. Daar bruist het. Ik ben echt in love met New York. Maar Rotterdam leeft ook! Ga eens wandelen. Ik geniet ervan om lekker te slenteren door de stad, onbekende plekjes te zien. De pleinen, de gebouwen, de architectuur: er is zoveel moois. Je moet eens zien wat er op de terrassen gebeurt in de stad. Dat bruist!” Kunt u rustig slenteren door de stad of wordt u dan constant aangesproken? “Ik hoef me er voorlopig nog geen zorgen om te maken dat ik onzichtbaar word.” (Waarvan akte. Tijdens de fotoshoot, even verderop, klonteren giechelende tienermeisjes samen en wijzen. Automobilisten minderen vaart, een enkeling keert zelfs om. Een oudere dame groet Balkenende hartelijk, andere
Naschrift: Per 1 januari 2014 zijn EDBR, Rotterdam Investment Agency en Rotterdam Marketing opgegaan in Rotterdam Partners. De IAB blijft voortbestaan met Jan Peter Balkenende als voorzitter.
voorbijgangers zwijgen en staren. Balkenende merkt het niet. Of doet alsof.) U komt over als een humoristische en gedreven man. Dat beeld kreeg ik op tv nooit zo van u. “Je bent vaak op tv als er moeilijkheden zijn, als er gedoe is. En dat moest dan ook nog samengevat worden in dertig seconden, als je die al had. Zo wordt slechts één kant belicht. Je moet als bekende Nederlander en politicus echt uitkijken met het maken van grappen. Een voorbeeld. Ik was in Malta, een leuk eiland met een hippe cultuur waar ik graag op vakantie ga. Wat gebeurde er: op een dag sloten we ons aan in een wachtende rij auto’s voor de veerboot. De boot was bijna vol. Opeens rijdt een auto langs, direct de boot op. Deze auto kon nog net mee, wij moesten een uur wachten. Het bleek de minister van cultuur te zijn. Toen ik grappend zei dat ik minister-president was van Nederland, begon de man van de veerboot hard te lachen en zei: ‘Alle mensen zijn gelijk’. Ik vertelde deze anekdote bij een ceremonie. Iedereen lachen, maar wat stond er in een weekblad? Balkenende niet herkend op Gozo.” Was het niet frustrerend vooral het nieuws te halen met zaken die niet goed gingen? “Als je gefrustreerd raakt in de politiek, kun je er beter mee stoppen. Ik heb het nooit gedaan voor mijn eigen glorie. Mijn drive was inhoudelijk. Ik was niet tevreden in 2002, de bevolking ook niet. Ik vond dat er dingen gedaan
moesten worden. Het was tijd om de WAO, de pensioenen en de bijstand te hervormen. De vakbeweging was buitengewoon kritisch, maar uiteindelijk is het hervormingsbeleid gerealiseerd. Liefst vier keer sloten we een akkoord met de sociale partners. Niemand heeft het daar over, maar dat is wel de realiteit. Al die jaren… er gebeurde ontzettend veel. Het was een buitengewoon turbulente tijd met politieke moorden, verdriet, een economie die wegzakte, het hield nooit op. We hebben de economie behoorlijk overeind kunnen houden. Uiteindelijk zal de geschiedenis uitwijzen wat de waarde van die kabinetten is geweest.” Waar bent u als voormalig premier het meest trots op? “Het hervormingsbeleid van mijn tweede kabinet, de aanpak van de buitengewoon heftige financiele crisis in 2008 en de aanbevelingen van het Innovatieplatform. Er werd vaak lacherig gedaan over dat platform, maar het heeft enorm veel bereikt. Daar ben trots op. En ik heb natuurlijk veel aandacht gevraagd voor waarden en normen, respect in de samenleving. Dat was hoe dan ook een onderwerp waar veel over gesproken werd.” We sluiten klassiek af. Wilt u nog iets kwijt? “Haal het maximale uit jezelf. Ieder mens heeft talent. Benut dat talent. En: je leeft niet voor jezelf. Draag jouw steentje bij aan een vitale Rotterdamse samenleving. Tot slot: geniet van deze stad.”
‘Je leeft niet voor jezelf. Draag jouw steentje bij aan Rotterdam’ drieënnegentig
www.gersmagazine.nl