Versie 1.2 d.d. 21 oktober 2014 Bijlage II bij Registratiereglement Stichting Kwaliteitsregister Jeugd specifieke regels voor de kamer pedagogen Preambule: In artikel 2, eerste lid onder b van het registratiereglement van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) staat dat professionals in het kwaliteitsregister jeugd worden geregistreerd als zij voldoen aan de eisen opgenomen in het reglement en de daaraan verbonden bijlagen. In deze bijlage bij het registratiereglement SKJ treft u de specifieke aanvullende eisen aan waaraan een beroepsbeoefenaar moet voldoen voordat hij in een van de registers van de kamer pedagogen kan worden ingeschreven op een bepaald vakbekwaamheidsniveau. De Kamer pedagogen binnen SKJ kent registraties op de volgende vakbekwaamheidsniveaus: a. Pedagoog op universitair masterniveau b. Orthopedagoog op universitair masterniveau c. Orthopedagoog op postmasterniveau Daarnaast kent de Kamer pedagogen de mogelijkheid voor (ortho)pedagogen om: d. zich aan te melden voor een opleidingstraject, dat na afronding toegang geeft tot de registratie op postmasterniveau e. zich in te schrijven op masterniveau, ook al kan men niet aan de herregistratievereisten voldoen omdat men niet beschikt over een werkplek waarop relevante werkervaring opgedaan kan worden.
1
Hoofdstuk 1
Algemeen
Artikel 1.1: Definities Accreditatie:
Het afgeven van een verklaring, inhoudende dat een (bij- en na)scholingsactiviteit aan de eisen voldoet zoals vastgelegd in het Accreditatiereglement behorende bij de (her)registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ en de (her)registratieregeling postmaster psycholoog SKJ.
Accreditatiecommissie:
Commissie bestaande uit personen die zijn belast met de uitvoering van de accreditatie van (bij- en na)scholingsactiviteiten, zoals vastgelegd in het Accreditatiereglement behorende bij de (her)registratieregeling postmaster(ortho)pedagoog SKJ en de (her)registratieregeling postmaster-psycholoog SKJ en als zodanig door het bestuur zijn benoemd.
Cliëntgebonden werkzaamheden:
Hieronder vallen alle uren die zijn te herleiden tot individuele cliëntdossiers. Hieronder vallen zowel de directe contacturen met kinderen en jongeren als de daaruit voortvloeiende contacten met de voor hen relevante volwassenen, zoals met ouders en scholen, alsmede de daarmee samenhangende dossiervorming.
Geaccrediteerde postmaster opleiding:
Een opleiding op postmasterniveau waarvan het opleidingscurriculum door het bestuur SKJ is getoetst aan de opleidingsvereisten voor registratie als postmaster orthopedagoog SKJ.
Intervisie:
Een vorm van intercollegiale toetsing op basis van gelijkwaardigheid, waarin sprake is van geregelde samenkomsten en systematische reflectie op eigen en andermans handelen, met als doel meer inzicht in eigen en andermans professioneel functioneren te verkrijgen.
2
NVO:
Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen
Niet-cliëntgebonden werkzaamheden:
Hieronder vallen: Coördinatie/teambegeleiding/interdisciplinai re samenwerking; Empirisch onderzoek; Beleid; Onderwijs op het gebied van de kinder en jeugdpsychologie; Ontwikkelingsstimulering; Preventieve werkzaamheden die niet zijn te herleiden tot individuele cliënten.
(Ortho)pedagoog:
Een persoon die: Aan een universiteit binnen het Koninkrijk het doctoraalexamen pedagogische wetenschappen (met afstudeerrichting orthopedagogiek) met goed gevolg heeft afgelegd Het universitaire masterdiploma in de pedagogische wetenschappen (met afstudeerrichting orthopedagogiek) heeft behaald, dan wel een daaraan naar het oordeel van het bestuur van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd gelijkwaardig examen aan een buitenlandse universiteit met goed gevolg heeft afgelegd
(Bij- en na)scholings-activiteiten:
Activiteiten die betrekking hebben op de eisen zoals deze geformuleerd zijn in het Accreditatiereglement SKJ.
Supervisie:
Een persoonlijk leerproces van de supervisant onder begeleiding van een supervisor. De supervisant wordt tijdens supervisiebijeenkomsten gestimuleerd tot reflectie op eigen leerproces en op eigen professioneel handelen, waarbij persoonlijke ontwikkeling en werkervaring elkaar direct en wederzijds beïnvloeden.
Supervisor:
Een persoon die de supervisiebijeenkomsten begeleidt en is ingeschreven in het supervisorenbestand behorende bij de 3
registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. Werkbegeleiding:
De begeleiding van en het toezicht op het werk van diegene die in opleiding is.
4
Hoofdstuk 2:
Voorwaarden en eisen voor registratie universitair masterniveau orthopedagogen PM
Hoofdstuk 3:
Voorwaarden en eisen voor (her)registratie universitair masterniveau orthopedagogen PM
Hoofdstuk 4:
Voorwaarden en eisen voor registratie als postmasterorthopedagoog SKJ
Artikel 4.1: Registratieprocedure Een aanvrager kan op vier manieren voldoen aan de eisen voor registratie, te weten: 1. Door het indienen van een aanvraag tot registratie op basis van zijn registratie als orthopedagoog-generalist. Zie artikel 4.2 voor de voorwaarden. 2. Door het indienen van een aanvraag tot registratie op basis van zijn registratie als gezondheidszorgpsycholoog (Wet BIG). Zie artikel 4.3 voor de voorwaarden. 3. Door het indienen van een aanvraag tot registratie op basis van een met goed gevolg afgeronde (deels) geaccrediteerde postmasteropleiding. Zie artikel 4.4 en 4.5 voor de voorwaarden. 4. Door het indienen van een aanvraag na het afronden van een individueel opleidingstraject. Zie artikel 4.6 tot en met 4.12 voor de voorwaarden. Artikel 4.2: Registratie op basis van registratie NVO orthopedagoog-generalist 1. De aanvraag tot registratie van een orthopedagoog-generalist als postmasterorthopedagoog SKJ wordt door het bestuur ingewilligd indien is voldaan aan de volgende eisen: a. De aanvrager voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4 van het registratiereglement SKJ. b. De aanvrager overlegt zijn certificaat NVO orthopedagoog-generalist. c. De verzoeker is minimaal 12 uur per week werkzaam in het werkveld van de orthopedagogiek. 2. Het bestuur beslist op een wijze zoals is voorzien in artikel 5 van het Registratiereglement SKJ. Artikel 4.3: Registratie van gezondheidszorgpsychologen (Wet BIG) 1. Een aanvraag tot registratie van een gezondheidszorgpsycholoog als postmasterorthopedagoog SKJ wordt door het bestuur ingewilligd indien is voldaan aan de volgende eisen: a. De aanvrager voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4 van het algemene deel van het registratiereglement van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. b. De aanvrager overlegt zijn bewijs van inschrijving in het BIG-register als gezondheidszorgpsycholoog. c. De aanvrager heeft een universitaire master pedagogische wetenschappen met afstudeerrichting orthopedagogiek afgerond. d. De aanvrager is minimaal 12 uur per week werkzaam in het werkveld van de orthopedagogiek. 5
2.
Het bestuur beslist op een wijze zoals is voorzien in artikel 5 van het registratiereglement SKJ.
Artikel 4.4: Toelating tot opleidingstraject o.b.v. (deels) geaccrediteerde postmasteropleiding 1. Een aanvraag tot toelating tot het opleidingstraject wordt door het bestuur in behandeling genomen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De aanvrager is geregistreerd als master-orthopedagoog SKJ. b. De aanvrager heeft voorafgaand aan het opleidingstraject een werkgeversverklaring en een verklaring omtrent de eisen aan de werkplek ter beoordeling voorgelegd aan het bestuur en deze zijn goedgekeurd door het bestuur. Zie artikel 4.8 voor de vereisten. c. De aanvrager kan een bewijs van inschrijving van de geaccrediteerde postmasteropleiding overleggen. 2. Het bestuur beslist op een wijze zoals is voorzien in artikel 5 van het registratiereglement SKJ. Artikel 4.5: Registratie na afronding van een (deels) geaccrediteerde postmasteropleiding 1. Een verzoek tot registratie van een aanvrager die met goed gevolg een (deels) geaccrediteerde postmasteropleiding1 heeft afgerond wordt door het bestuur ingewilligd indien is voldaan aan de volgende eisen: a. De aanvrager voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4 van het registratiereglement SKJ. b. De aanvrager is in het bezit van een diploma van de geaccrediteerde postmasteropleiding. c. De aanvrager is sinds het voltooien van de opleiding minimaal 12 uur per week werkzaam in het werkveld van de orthopedagogiek. 2. Het bestuur beslist op een wijze zoals is voorzien in artikel 5 van het registratiereglement SKJ. Artikel 4.6: Toelating tot een individueel opleidingstraject tot postmaster-orthopedagoog SKJ 1. Een aanvraag tot toelating tot het opleidingstraject wordt door het bestuur in behandeling genomen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De aanvrager voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4 van het registratiereglement SKJ. b. De aanvrager staat geregistreerd in het kwaliteitsregister jeugd op masterniveau en voldoet aan de eisen die gelden voor registratie op dat niveau. c. De aanvrager werkt minimaal 12 uur per week in het werkveld van de orthopedagogiek. d. De aanvraag bevat een werkgeversverklaring en een verklaring omtrent de eisen aan de werkplek en deze zijn goedgekeurd door het bestuur.
1
Op de website van SKJ vindt u een overzicht van (deels) geaccrediteerde postmasteropleidingen.
6
e. 2.
Het verzoek bevat een opleidingsplan met geaccrediteerde scholingen en literatuurstudie en dit is goedgekeurd door het bestuur. De aanvrager wordt door het bestuur toegelaten tot het opleidingstraject indien aan de voorwaarden in lid 1 is voldaan.
Artikel 4.7: Registratie na afronding van een individueel opleidingstraject tot postmasterorthopedagoog SKJ 1. Een aanvraag tot registratie wordt door het bestuur ingewilligd indien aan de volgende eisen is voldaan: a. De aanvrager voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4 van het registratiereglement SKJ. b. De aanvrager voldoet aan de toelatingsvoorwaarden zoals vermeld in artikel 4.5. c. De aanvrager heeft voldaan aan de eisen zoals bepaald in de artikelen 4.7 tot en met 4.12 van deze bijlage bij het registratiereglement SKJ. Deze eisen betreffen werkervaring, casuïstiek en reflectieverslagen, scholing, supervisie, literatuurstudie en /of praktijkopdrachten. d. De aanvrager heeft het opleidingstraject in een periode tussen de twee en zes jaar voltooid. e. Binnen 1 jaar na afronden van het opleidingstraject zijn alle bewijsstukken zoals geformuleerd in de artikelen 4.8 tot en met 4.12 ingeleverd. 2. Het bestuur beslist op een wijze zoals is voorzien in artikel 5 van het registratiereglement SKJ. 3. Wijzigingen, waardoor de aanvrager niet kan voldoen aan de eisen en voorwaarden zoals genoemd in lid 1, moeten direct gemeld worden aan het bestuur. a. Bij onderbreking van het opleidingstraject door andere omstandigheden dan genoemd onder lid 4a kan het bestuur besluiten de registratietermijn te verlengen. De verzoeker stelt het bestuur in kennis van de onderbreking en dient een onderbouwd verzoek tot verlenging in. 4. De onderdelen scholing, literatuurstudie en praktijkopdrachten, werkervaring en supervisie dienen voor 75 procent parallel te lopen. Artikel 4.8: eisen met betrekking tot werkervaring Met betrekking tot de werkervaring zoals bedoeld in artikel 4.7 lid 1 onder c gelden de volgende eisen: 1. De aanvrager dient binnen het opleidingstraject in totaal ten minste 2790 uur werkervaring op te hebben gedaan binnen het werkveld van de orthopedagogiek. De omvang van de aanstelling is minimaal 12 uur per week. Het betreft postacademische orthopedagogische werkervaring. 2. Van de uren vermeld in lid 1 is minimaal 930 uur besteed aan diagnostiek en minimaal 930 uur besteed aan behandeling. 3. De overige uren op het gebied van onderwijs, onderzoek en/of beleid moeten direct of indirect gerelateerd zijn aan diagnostiek of behandeling. 4. De werkplek van de verzoeker dient te voldoen aan de ‘eisen omtrent de werkplek’: a. De praktijkinstelling is een instelling op het gebied van de orthopedagogiek in het jeugddomein. 7
b.
c.
d.
e.
f. g.
h. i.
Binnen de praktijkinstelling is minimaal ruimte voor 2 fte academisch geschoolde gedragswetenschappers met een dito gewaardeerde functie. Ten minste één van de gedragswetenschappers is in het bezit van een klinische registratie: postmaster registratie SKJ, NVO Orthopedagoog-Generalist, GZpsycholoog, Kinder– en Jeugdpsycholoog NIP. De praktijkinstelling stelt de cursist in staat ervaring op te doen met voldoende gedifferentieerde en evenwichtig gespreide orthopedagogische werkzaamheden op de taakgebieden diagnostiek en behandeling. Daaraan wordt minimaal 1/3 deel per taakgebied van de werktijd besteed. Deze ervaring dient te leiden tot de beheersing van zowel het diagnostisch proces en behandelingsproces als de beheersing van klinische vaardigheden alsmede reflectie hierop en te resulteren in het zelfstandig verrichten van ten minste 2 geïntegreerde gevalsbeschrijvingen en 2 integrale reflectieverslagen, volgens de door SKJ gehanteerde richtlijnen. Daarnaast wordt ervaring opgedaan met werkzaamheden op minimaal één van de volgende taakgebieden: onderwijs, onderzoek, beleid. De instelling biedt de cursist de mogelijkheid tot het uitvoeren van praktijkopdrachten die in het kader van het opleidingsonderdeel ‘Literatuurstudie en praktijkopdrachten’ worden verstrekt. De praktijkinstelling wijst een interne werkbegeleider aan, onder wiens verantwoordelijkheid de cursist arbeid verricht. De werkbegeleider is opgeleid op academisch niveau en bekleedt een orthopedagogische functie op academisch niveau. Daarnaast heeft de werkbegeleider minimaal 5 jaar werkervaring op het terrein van de orthopedagogiek of als gedragswetenschapper. De instelling voert een herkenbaar kwaliteitsbeleid, waarin in elk geval de volgende zaken zijn gerealiseerd: er wordt een methodische werkwijze en een adequaat systeem van verslaglegging/dossiervorming en archivering gehanteerd; er is een functionele bibliotheek, testotheek en voorziening van behandelmateriaal op het door de instelling bestreken gebied; de cursist beschikt over werkruimten (bijvoorbeeld ook observatieruimten) die voldoende zijn geoutilleerd om op professioneel verantwoorde wijze te kunnen werken. In de taakstelling van de cursist worden de hulpverleningstaken, de opleidingstaken en eventueel andere taken in uren gekwantificeerd. Wanneer een instelling door de aard van de werkzaamheden en/of de omvang van de teamsamenstelling niet aan de gestelde eisen kan voldoen, kan door de inhoudelijke en kwalitatieve samenwerking met een andere instelling een opleidingsplaats/-traject worden verkregen. Dat kan worden bereikt door samenwerking met een instelling die wél aan de eisen voldoet, dan wel met een instelling die de eigen lacunes aanvult, zodat beide instellingen samen aan de eisen voldoen. Omvang van de aanstelling is minimaal 0,33 fte ofwel 12 uur per week. Duur van de aanstelling is ten minste 12 maanden. 8
5.
Voor de berekening van het aantal gewerkte uren gelden de volgende nadere bepalingen: a. Voor werkzaamheden verricht in dienstverband geldt als uitgangspunt het aantal contractueel vastgelegde arbeidsuren per week. b. Voor werkzaamheden niet verricht in dienstverband geldt als uitgangspunt het aantal uur dat men werkzaam is binnen het jeugddomein volgens de bepalingen onder lid 2 en 3 van dit artikel. 6. Voor het aantonen van het aantal gewerkte uren gelden de volgende bepalingen: a. Voor werkzaamheden verricht in dienstverband geldt dat de verzoeker met een werkgeversverklaring aantoont dat hij in de genoemde periode als orthopedagoog werkzaam is geweest in het jeugddomein. Op de werkgeversverklaring worden de werkzaamheden per taakgebied vermeld. b. Voor werkzaamheden niet verricht in dienstverband geldt dat met behulp van een eigen verklaring en/of een verklaring van een boekhouder of accountant wordt aangetoond dat hij in de genoemde periode als orthopedagoog werkzaam is geweest in het jeugddomein en dat hij voldoet aan de werkervaringsuren. c. De verzoeker is voor de werkzaamheden onder b. verplicht desgevraagd aan het bestuur inzage te geven in de eigen administratie.
Artikel 4.9: eisen met betrekking tot casuïstiek en reflectieverslagen Met betrekking tot de casuïstiek en reflectieverslagen artikel 4.7 lid 1 onder c gelden de volgende eisen: 1. De verzoeker dient binnen het opleidingstraject 2 geïntegreerde casussen en 2 integrale reflectieverslagen te hebben afgerond. 2. De begeleiding bij het schrijven van de voor de registratie vereiste casus en reflectieverslagen en het beoordelen ervan wordt verzorgd door een supervisor die voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in artikel 4.11 van dit reglement. 3. De goedkeuring van de geïntegreerde casuïstiek en integrale reflectieverslagen wordt gedaan door de supervisoren. a. De opbouw en inhoud van de casusverslagen zijn van voldoende niveau, waarbij als richtlijnen gelden de Richtlijnen voor de gevalsbeschrijvingen behorende bij de (her)registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. b. De opbouw en inhoud van de integrale reflectieverslagen voldoet aan de eisen zoals beschreven in de richtlijn reflectieverslagen behorende bij de (her)registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. Artikel 4.10: eisen met betrekking tot scholingsactiviteiten Met betrekking tot de scholingsactiviteiten artikel 4.7 lid 1 onder c gelden de volgende eisen: 1. De verzoeker dient te kunnen aantonen dat hij binnen het opleidingstraject voor minimaal 480 punten geaccrediteerde scholingsactiviteiten heeft gevolgd. 2. Ten aanzien van de geaccrediteerde scholingsactiviteiten zoals vermeld onder lid 1 gelden de volgende bepalingen: a. De opgevoerde scholingsactiviteiten zijn geaccrediteerd op basis van het Accreditatiereglement SKJ. 9
b.
3. 4.
5.
De scholingsactiviteiten dienen voor tenminste 232 punten betrekking te hebben op het taakgebied Diagnostiek, tenminste 200 punten op het taakgebied Behandeling en tenminste 48 punten op het taakgebied Overige taken. Wijzigingen in het opleidingsplan dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bestuur. De gevolgde bij- en nascholingsactiviteiten dienen aangetoond te kunnen worden middels een bewijs van deelname (certificaten) met daarop het accreditatienummer en het aantal accreditatiepunten. Uitwerking van de accreditatie-eisen en de beoordeling van een accreditatieaanvraag zijn vastgelegd in het Accreditatiereglement behorende bij de (her)registratieregeling postmaster-orthopedagoog SKJ en de (her)registratieregeling postmaster-psycholoog SKJ.
Artikel 4.11: eisen met betrekking tot supervisie Met betrekking tot de supervisie zoals bedoeld in artikel 4.7 lid 1 onder c gelden de volgende eisen: 1. De verzoeker dient te kunnen aantonen dat hij binnen het opleidingstraject minimaal 90 uur supervisie heeft behaald bij ten minste twee supervisoren ingeschreven in het supervisorenbestand behorende bij de registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. 2. De supervisant heeft binnen de kaders van de registratieregeling de mogelijkheid om te kiezen uit de voor hem/haar passende supervisievorm, te weten: a. individuele supervisie. b. groepssupervisie. 3. Met betrekking tot groepssupervisie gelden de volgende nadere bepalingen: a. het maximum aantal supervisanten bij groepssupervisie is drie. b. bij twee supervisanten dient de supervisie minimaal 100 supervisie-uren te omvatten per supervisant. Bij voorkeur dient de tijdsduur per zitting 2 à 2½ uur te zijn. c. bij drie supervisanten dient de omvang minimaal 110 supervisie-uren te zijn per supervisant. Bij voorkeur dient iedere zitting ongeveer 2½ uur te duren. d. evenals bij individuele supervisie dient de totale supervisieomvang bij groepssupervisie liefst gespreid te zijn over minimaal 40 zittingen. 4. Met betrekking tot de vereiste supervisie gelden de volgende nadere bepalingen: a. de vereiste supervisie-uren worden gevolgd bij tenminste twee supervisoren. Aangeraden wordt een verdeling in twee keer 45 uur met een marge van 10 uur. Bij meer dan twee supervisoren wordt minimaal 10 uur supervisie per supervisor vereist. b. De supervisie wordt vormgegeven volgens eisen behorende bij de registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. c. Alleen face-to-face contacturen tellen mee. Voorbereidingstijd/verslaglegging telt niet mee. 5. Met betrekking tot de supervisor geldt het volgende: a. de supervisor is opgenomen in het supervisorenbestand behorende bij de registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ. 10
b.
6.
7.
Het is niet toegestaan als supervisor op te treden wanneer: tussen de supervisor en supervisant een familierechtelijke betrekking, een daarmee gelijkstaande relatie, dan wel een economisch samenwerkingsverband bestaat. de supervisor werkgever of leidinggevende van de supervisant is. Er mag geen directe werkrelatie bestaan tussen supervisor en supervisant. Met betrekking tot de procedure rond supervisie gelden de volgende nadere bepalingen: a. De supervisant stelt met de supervisor bij de start van de supervisie een supervisieplan op waarin de leerdoelen worden geformuleerd. b. De supervisant legt het supervisieplan ter goedkeuring voor aan het bestuur. c. De supervisant legt tussentijdse belangrijke wijzigingen in het supervisietraject voor aan het bestuur. Belangrijke wijzigingen betreffen in ieder geval: het voortijdig afbreken van een supervisietraject bij een supervisor. d. Aan het eind van de supervisie ontvangt de supervisant van de supervisor een supervisieverklaring. e. De supervisant legt de supervisieverklaring ter beoordeling voor aan het bestuur. De supervisor ziet mede toe op wat bepaald is in dit artikel.
Artikel 4.12: eisen met betrekking tot literatuurstudie en/of praktijkopdrachten 1. De verzoeker dient te kunnen aantonen dat hij binnen het opleidingstraject minimaal 240 punten/uren aan geaccrediteerde literatuurstudie en/of praktijkopdrachten zijn besteed: a. De verzoeker mag zelf bepalen hoe deze punten/uren worden verdeeld (literatuurstudie en/of praktijkopdracht(en). 2. Met betrekking tot de literatuurstudie gelden de volgende nadere bepalingen: a. De literatuur moet zijn geaccrediteerd op basis van het Accreditatiereglement SKJ. De praktijkopdracht is een activiteit die niet onder de reguliere werkzaamheden (art. 16) valt. De verzoeker legt vooraf de praktijkopdracht voor aan het bestuur ter beoordeling. Na afloop overlegt de verzoeker een door de opdrachtgever getekende verklaring met betrekking tot het aantal uren dat aan de praktijkopdracht is besteed.
11
Hoofdstuk 5:
Voorwaarden en eisen voor herregistratie als postmaster orthopedagoog SKJ
Artikel 5.1: Herregistratietermijn 1. In artikel 15 van het registratiereglement SKJ is de herregistratietermijn beschreven. Artikel 5.2: De aanvraag tot herregistratie als orthopedagoog op postmasterniveau 1. Artikel 11 van het registratiereglement regelt de wijze waarop een aanvraag tot herregistratie kan worden ingediend. 2. Onderbreking van het herregistratietraject: a. Bij onderbreking van het herregistratietraject door andere omstandigheden dan genoemd onder lid 2a. van dit artikel kan het bestuur besluiten de herregistratietermijn te verlengen. De verzoeker stelt het bestuur in kennis van de onderbreking en dient een onderbouwd verzoek tot verlenging in. Artikel 5.3.: Herregistratie eisen Herregistratie vindt plaats indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. De geregistreerde heeft binnen de herregistratietermijn voldaan aan de eisen genoemd in artikel 11, tweede lid van het registratiereglement SKJ. 2. Uit het dossier van de geregistreerde blijkt dat aan de eisen is voldaan met betrekking tot werkervaring, en deskundigheidsbevordering, die gelden voor herregistratie als postmaster-orthopedagoog SKJ, zoals bepaald is in de artikelen 5.4 tot en met 5.8 van deze bijlage bij het registratiereglement. Artikel 5.4: eisen met betrekking tot werkervaring Met betrekking tot de werkervaring zoals bedoeld in artikel 5.3.onder b gelden de volgende bepalingen: 1. De geregistreerde dient binnen de herregistratietermijn in totaal minimaal 2500 uur orthopedagogische werkzaamheden te hebben verricht op postacademisch niveau, met een maximale onderbreking van 2 jaar aaneengesloten. 2. Er is sprake van een minimale werkweek van (gemiddeld) 12 uur 3. De aard en de inhoud van de werkervaring heeft conform hetgeen daarover is vastgelegd in de registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ, betrekking op: a. Orthopedagogische diagnostiek en/of; b. Orthopedagogische interventies (zowel behandeling als begeleiding) en/of; c. Onderwijs en/of; d. Onderzoek en/of; e. Beleid. 4. Minimaal 1000 uur van de verplichte werkervaring betreft werkzaamheden op een van de twee taakgebieden zoals bedoeld in lid 3 onder a en b. (orthopedagogische diagnostiek en interventies) betreft werkzaamheden die gericht zijn op systematische behandelingsplanning en het actief ontwerpen, uitvoeren, volgen en bijstellen van een plan. Het uitsluitend bespreken van handelingsplannen is niet toereikend. 5. In het geval de werkzaamheden betreffende de taakgebieden zoals bedoeld in lid 4 worden verricht vanuit een niet direct op het primair proces gerichte functie geldt: werkzaamheden zijn gericht op de uitoefening van het beroep orthopedagoog 12
6. 7.
8.
9.
waarvoor herregistranten kennis, inzicht en vaardigheden nodig hebben op het centrale vakgebied. Onder vermelding van artikel 5.2 lid 2 van dit reglement mogen de werkzaamheden maximaal twee jaar aaneengesloten worden onderbroken. Voor het aantonen van de werkervaring gelden de volgende bepalingen: a. Werkzaamheden verricht in dienstverband worden aangetoond met een werkgeversverklaring. b. Werkzaamheden verricht als vrijgevestigde dan wel freelancer worden aangetoond door een eigen verklaring, en door een accountantsverklaring waaruit de totale omvang van de uren werkervaring blijkt. In plaats van een accountantsverklaring kan ook een verklaring van een onafhankelijke administratie-, belastingdeskundige of financieel adviseur worden gebruikt. Voor de berekening van het aantal gewerkte uren gelden de volgende bepalingen: a. Voor werkzaamheden verricht in dienstverband geldt als uitgangspunt het aantal contractueel vastgelegde arbeidsuren per week. b. Voor werkzaamheden niet verricht in dienstverband geldt als uitgangspunt het aantal uur dat men werkzaam is binnen het jeugddomein als orthopedagoog. Voor het aantonen van het aantal gewerkte uren gelden de volgende bepalingen: a. Voor werkzaamheden verricht in dienstverband geldt dat de verzoeker met een werkgeversverklaring aantoont dat hij in de genoemde periode werkzaam is geweest in het jeugddomein als orthopedagoog. b. Voor werkzaamheden niet verricht in dienstverband geldt dat de verzoeker met behulp van een eigen verklaring en/of een verklaring van een boekhouder of accountant aantoont dat hij in de genoemde periode als orthopedagoog werkzaam is geweest in het jeugddomein en dat hij voldoet aan de werkervaringsuren. c. De verzoeker is voor de werkzaamheden onder b. verplicht desgevraagd aan de registratiecommissie inzage te geven in de eigen administratie.
Artikel 5.5: eisen met betrekking tot deskundigheidsbevordering De geregistreerde die voor herregistratie in aanmerking wil komen, dient binnen de herregistratietermijn tenminste 120 punten aan deskundigheidsbevordering te behalen op de volgende gebieden: a. Deelname aan bij- en nascholingsactiviteiten (verplicht, minimaal 40 punten) b. Intervisie (verplicht, minimaal 40 punten) c. Overige activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering Artikel 5.6: bij- en nascholingsactiviteiten Met betrekking tot de bij- en nascholingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 5.5. onder a gelden de volgende bepalingen: 1. De geregistreerde dient binnen de herregistratietermijn minimaal voor 40 punten bijen nascholing te hebben gevolgd. Hiervan moet minimaal 20 punten geaccrediteerd zijn voor de herregistratie als postmaster orthopedagoog SKJ. Niet geaccrediteerde bij- en nascholing moet op postmaster niveau zijn en inhoudelijk aansluiten bij de 13
2.
3.
werkzaamheden van orthopedagogen. Voor de niet-geaccrediteerde scholing geldt: één contactuur is 1 punt. De uitwerking van de accreditatie-eisen en de beoordeling van een accreditatieaanvraag zijn vastgelegd in het Accreditatiereglement behorende bij de (her)registratieregeling postmaster-orthopedagoog SKJ en de (her)registratieregeling postmaster-psycholoog SKJ. De geregistreerde dient de gevolgde bij- en nascholingsactiviteiten aan te tonen middels een bewijs van deelname (certificaten) met daarop het aantal accreditatiepunten.
Artikel 5.7: Intervisie Er geldt een verplichte minimale omvang van 40 punten (1 punt = 1 uur) intervisie, mits dit onderdeel voldoet aan hetgeen in de bijlage ‘intervisie’ is opgenomen. Artikel 5.8: Overige activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering Tot overige activiteiten zoals bedoeld in artikel 5.5. onder c. kunnen behoren: 1. Het geven van cursussen, niet zijnde reguliere onderwijstaak. Dit onderdeel is binnen de herregistratieregeling optioneel en kan meetellen indien: a. De scholing van postacademisch niveau is en relevant is voor het verrichten van orthopedagogische werkzaamheden. b. Een scholingsactiviteit kan slechts eenmaal per herregistratietermijn opgevoerd worden, ongeacht het vaker aanbieden daarvan. c. Het aantal contacturen van de volledige scholingsactiviteit kan worden meegeteld, vermeerderd met maximaal 25% daarvan als voorbereidingstijd. 2. Supervisie/leertherapie volgen/geven. Supervisie/leertherapie in deze regeling is bedoeld als een leer- en onderwijsmethode die erop gericht is het zelfstandig en problematiserend reflecteren van de professional op zichzelf als beroepsbeoefenaar zowel wat betreft het methodisch handelen als op zijn professionele zelfbewustzijn -, op basis van praktijkervaringen, te stimuleren dan wel te ontwikkelen. Dit onderdeel is binnen de herregistratieregeling optioneel en kan meetellen indien: a. De supervisie/leertherapie van postacademisch niveau is. b. Voor dit onderdeel kunnen individuele alsmede groepssessies worden gevolgd dan wel worden gegeven. De voor de registratieregeling postmaster orthopedagoog SKJ geldende vereisten voor supervisie zijn eveneens van toepassing bij deze herregistratieregeling. Een contactuur geldt daarbij als één punt. c. Het volgen van supervisie kan eveneens bij een op vergelijkbaar niveau als de NVO-supervisor gekwalificeerd supervisor plaatsvinden. d. Het geven van supervisie, kan naast aan academisch opgeleide orthopedagogen dan wel op academisch niveau in opleiding zijnde orthopedagogen, eveneens worden gegeven aan minimaal op academisch niveau opgeleide dan wel daartoe in opleiding zijnde andere gedragswetenschappelijke disciplines met een relevantie voor het terrein van kinderen en jeugdigen. 3. Actieve deelname aan organen binnen de beroepsvereniging. Dit onderdeel is optioneel binnen de herregistratieregeling optioneel en kan meetellen vanaf een 14
4.
omvang van minimaal 10 punten, met een maximum van 50 punten (1 punt = 1 uur). Het betreft: a. Het vervullen van een kaderfunctie, - zoals bestuurslidmaatschap. b. Deelname aan een advies-, uitvoerende commissie en/of een netwerk - , binnen een aanpalende relevante wetenschappelijke beroepsvereniging. Vakpublicaties. Dit onderdeel is binnen de herregistratieregeling optioneel en kan meetellen indien: a. Er sprake is van een publicatie in een door de orthopedagogische discipline aangemerkt Nederlands of internationaal wetenschappelijk vakblad/tijdschrift. b. De publicatie voldoet aan de binnen de wetenschappelijke discipline breed gedragen voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek en publicatie. c. Het betreffende onderzoek en de publicatie daarover aantoonbaar een relevantie heeft voor de orthopedagogiek dan wel voor een daaraan nauw verwant wetenschappelijk domein en/of de beroepsgroep van orthopedagogen dan wel daaraan verwante beroepsgroepen. d. Een publicatie geldt voor de respectievelijke punten: eerste auteur 10 punten, tweede auteur 5 punten, derde en verdere auteurs 2 punten.
15
Hoofdstuk 6:
Herintreding
Artikel 6.1: Eisen aan herintreding 1. Een orthopedagoog, die in het verleden was ingeschreven in het Kwaliteitsregister Jeugd komt conform artikel 16 van het Registratiereglement SKJ voor hernieuwde inschrijving in aanmerking indien hij aantoont aan de geldende herregistratie-eisen te voldoen en hij op het moment van hernieuwde inschrijving tenminste 12 uur werkzaam is binnen het werkveld van de orthopedagogiek. 2. Indien de orthopedagoog niet (volledig) aan de voor hem geldende eisen tot herregistratie voldoet, dan stelt het bestuur een individueel herintredersprogramma vast. Daarnaast kan het bestuur besluiten tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van specifieke herregistratie-eisen. 3. In het individueel herintredersprogramma is in elk geval opgenomen: a. De minimale omvang van het programma, gespecificeerd naar het aantal uren ofwel punten per herregistratie-eis. b. De termijn waarbinnen het programma afgerond moet zijn. c. Of er vrijstelling is verleend en waarvoor. 4. Bij afronding van het programma dient de aanvrager de bewijsstukken in bij het bestuur. Indien het bestuur van oordeel is dat het gevolgde programma overeenkomt met het programma dat door haar is vastgesteld wordt de herintredende orthopedagoog opnieuw ingeschreven in het register. Indien aan een van beide voorwaarden niet is voldaan, kan het bestuur eenmalig een aanvullend scholingsprogramma vaststellen. Artikel 6.2: Koppelingsbepaling De artikelen van hoofdstuk III van het Registratiereglement SKJ en hoofdstuk 5 van deze bijlage zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvraagprocedure en inhoudelijke beoordeling van het verzoek tot herintreding. Hoofdstuk 7:
Voorwaarden en eisen voor registratie universitair masterniveau pedagogen PM
Hoofdstuk 8:
Voorwaarden en eisen voor (her)registratie universitair masterniveau pedagogen PM
16