Verplichte identificatie van paardachtigen 1

Verplichte identificatie van paardachtigen

1

VERPLICHTE IDENTIFICATIE VAN ALLE PAARDACHTIGEN

1. Algemene informatie: Wat houdt de verplichte identificatie in?.................................................................................3 1.1. Verplichte identificatie van alle paardachtigen.......................................................... 3 1.2. Wijzigingen aan de procedure identificatie met ingang vanaf 1.7.2009 .......... 3 1.3. In het kader van de voedselveiligheid ........................................................................... 4 1.4. Uitsluiten voor menselijke consumptie of niet........................................................... 4 1.5. Identificatie .............................................................................................................................. 5 1.6. Encodering................................................................................................................................ 5 1.7. Sanitair verantwoordelijke - houder .............................................................................. 6 1.8. Het mutatiedocument........................................................................................................... 6 1.9. Beheer van de gegevensbank ............................................................................................ 6

2. Timing: Wanneer moeten veulens en paarden in orde zijn?.............................................................................................7 3. Procedures. Wat moet U doen om uw paard te laten identificeren?.......................................................................8 3.1. Vereenvoudigde procedure voor oudere stamboekpaarden ................................ 8 3.2. Procedure Belgische stamboekpaarden........................................................................ 8 3.3. Procedure niet-stamboekpaarden .................................................................................. 9 3.4. Procedure paarden van buitenlandse stamboeken .............................................. 10 3.5. Procedure slachtveulens ................................................................................................. 10 3.6. Wat wordt verstaan onder een paspoort conform het Koninklijk Besluit.... 11 3.7. Equipas of stamboekpaspoort? ..................................................................................... 12

4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Tarieven: Wat kost dit en hoe wordt het aangerekend?..................................................................................................13 Mutaties: Wat moet ik doen als mijn paard verkocht wordt....................................................................................14 Sancties..................................................................................................................................................................................................................................15 Hermerking: Wat moet ik doen als de microchip niet meer leesbaar is?.......................................................16 Help: ik ben mijn paspoort kwijt!...............................................................................................................................................................17 De identificatie ...............................................................................................................................................................................................................18 Uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten.........................................................................................................................20


2

1. ALGEMENE INFORMATIE: WAT HOUDT DE VERPLICHTE IDENTIFICATIE IN?

1.1. Verplichte identificatie van alle paardachtigen Het Koninklijk Besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank voorziet in een verplichte identificatie van alle paardachtigen verblijvend op het Belgisch grondgebied door middel van : 1. 2. 3. 4.

een paspoort een microchip een mutatiedocument encodering in de centrale gegevensbank beheerd door de Belgische Confederatie van het Paard.

Het volstaat dus NIET dat uw paard beschikt over een paspoort en gechipt is. De gegevens van het paard moeten ook geëncodeerd zijn in de centrale gegevensbank. Paarden die volledig correct geïdentificeerd zijn, beschikken bovendien over een MUTATIEDOCUMENT. Indien u dit niet heeft, is uw paard niet geïdentificeerd zoals voorgeschreven. Dan riskeert u bij controle dat er een PV wordt opgemaakt met alle mogelijke gevolgen van dien.

1.2. Wijzigingen aan de procedure identificatie met ingang vanaf 1.7.2009 Vanaf 1.7.2009 werd de procedure voor de identificatie en registratie van de paardachtigen in een centrale gegevensbank door middel van een nieuw KB aangepast aan de Europese Verordening (EG) nr. 504/2008. De wijzigingen ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB worden van kracht vanaf 1.7.2009. De verplichte identificatie van alle paardachtigen in België blijft onverkort van kracht en ook de tarieven blijven wat ze zijn. Toch wordt er één en ander gewijzigd, met name - de vervanging van het begrip sanitair verantwoordelijke door het begrip houder - de verlenging van de termijn om veulens te identificeren en te registreren - paardachtigen die niet uitdrukkelijk uitgesloten zijn voor de voedselketen blijven bestemd voor de voedselketen - grafisch en geschreven signalement zijn niet langer verplicht voor de stamboekpaarden tenzij het betreffende erkende stamboek beslist toch een grafisch en/of geschreven signalement op te leggen - volgens de nieuwe procedure moeten ook de slachtveulens gechipt worden, waarna ze tot hun 12 maand in België geslacht kunnen worden met een verminderd tarief voor registratie in de gegevensbank en zonder dat ze een paspoort moeten hebben - bij verlies paspoort wordt het paard in principe uitgesloten van de voedselketen - er dienen een aantal bijkomende gegevens geregistreerd te worden - de kosten verbonden aan de registratie in de centrale gegevensbank worden rechtstreeks aan de eigenaar gefactureerd en niet meer via de dierenarts - de identificatieattesten worden ook rechtstreeks naar de eigenaar verstuurd en niet meer naar de dierenarts.


3

Verordening (EG) 504/2008 voorziet wel in overgangsbepalingen: -

-

paardachtigen die uiterlijk o p 30 juni 2009 zijn geboren en uiterlijk op die datum volgens de oude regelgeving zijn geïdentificeerd, worden beschouwd als geïdentificeerd overeenkomstig deze verordening; uiterlijk 31 december 2009 moeten de identificatiedocumenten voor deze paardachtigen zijn geregistreerd in de database. Dit betekent dat voor de voor 30 juni 2009 geboren en geïdentificeerde paardachtigen men de tijd heeft tot 31.12.2009 om deze paardachtigen in de gegevensbank te registreren. paardachtigen die uiterlijk op 30 juni 2009 zijn geboren, maar op die datum nog niet overeenkomstig de oude procedure zijn geïdentificeerd worden uiterlijk tegen 31.12.2009 overeenkomstig de nieuwe reglementering geïdentificeerd.

In praktijk zal dit erop neerkomen dat al de identificatieaanvragen die voor 1 juli 2009 geregistreerd werden, verwerkt worden volgens de oude procedure. Voor deze dossiers zullen de identificatiedossiers toegestuurd worden naar de dierenartsidentificeerder. De inning van de forfaitaire bedragen zal ook nog gebeuren via de identificeerder. De volgens de vereenvoudigde procedure verwerkte dossiers, worden uiteraard rechtstreeks aan de eigenaar gefactureerd, gezien er geen dierenarts voor tussenkomt (de paarden beschikken reeds over een EG-conform paspoort en zijn al voorzien van een microchip). Al de vanaf 1 juli 2009 geregistreerde identificatieaanvragen worden verwerkt volgens de nieuwe procedure. Voor deze aanvragen wordt het identificatiedossier verstuurd naar de eigenaar en wordt er ook gefactureerd aan de eigenaar.

1.3. In het kader van de voedselveiligheid Het K.B. van 16 juni 2005 moet gezien worden in het kader van de veiligheid van de voedselketen. Elk paard wordt vanaf zijn geboorte beschouwd als een voedselproducerend dier dat op elk ogenblik in de voedselketen terecht kan komen. Teneinde de bescherming van de volksgezondheid te garanderen, werd het onontbeerlijk geacht de traceerbaarheid van het paard te kunnen garanderen om, in het geval van mogelijke aanwezigheid van residu’s van geneesmiddelen, het uit te sluiten voor menselijke consumptie.

1.4. Uitsluiten voormenselijke consumptie of niet Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB blijft elke paardachtige die niet uitdrukkelijk uitgesloten is bestemd voor de voedselketen. De keuze van de eindbestemming van de paardachtige wordt geëncodeerd in de gegevensbank en is duidelijk zichtbaar op het paspoort. Zonder enige vermelding in het paspoort wordt de paardachtige per definitie beschouwd als zijnde bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie.


4

De eigenaar kan bij de identificatie de keuze maken om zijn paard uit te sluiten voor menselijke consumptie. Bij de identificatie van het paard wordt de keuze meegedeeld aan de identificeerder, geëncodeerd en duidelijk vermeld op het paspoort. De keuze tot uitsluiting voor menselijke consumptie is definitief en onomkeerbaar en is het gevolg hetzij van een beslissing van de eigenaar, hetzij van de toediening van bepaalde medische behandelingen. Elke behandeling met substanties vermeld in een lijst van onontbeerlijke geneesmiddelen die niet voorzien zijn in Verordening 2377/90/EG zal door de behandelende dierenarts in het paspoort onder de rubriek medische behandelingen moeten vermeld worden en zal een wachttijd van minimum 6 maanden vóór de slachting als gevolg hebben. Door middel van de identificatie, de encodering en de controle die mogelijk is met de microchip, kan de voedselveiligheid voor de consument gegarandeerd worden. Wanneer er iets fout gegaan is, laat het systeem bovendien toe om ontegensprekelijk de verantwoordelijke aan te duiden. Voor de paarden en pony's die ingevoerd worden om hier geslacht te worden gelden andere regels. Indien het om paardachtigen gaat die uit een EG lidstaat komen, dan is slachten alleen mogelijk als er een geldig paspoort is waaruit blijkt dat er geen uitsluiting van de slacht is. Dat bewijs moet voor paarden van derde landen (buiten de EG) geleverd worden aan de hand van de invoercertificaten.

1.5. Identificatie Het KB bepaalt dat de identificatie van de paardachtigen zal bestaan uit drie elementen: - het inbrengen van de microchip - de opstelling van een identificatieattest naast een mutatiedocument en - de aflevering van een paspoort waarvan de inhoud op Europees niveau is vastgesteld en dat het grafisch signalement van het paard bevat Enkel steriele microchips, beantwoordend aan de ISO-normen 11784 et 11785 mogen geplaatst worden in de linkerhalsstreek van de paarden. De paarden voorzien met een microchip niet beantwoordend aan de ISO-normen mogen deze behouden op voorwaarde dat de verantwoordelijke een gepast afleesapparaat ter beschikking kan stellen in geval van controle, o.a. op het slachthuis. Voor de veulens die bestemd zijn om geslacht te worden is er een vereenvoudigde identificatie voorzien door middel van het identificatie-attest opgesteld door de identificeerder en het mutatiedocument. Overgangsmaatregelen worden voorzien voor de paarden die reeds gedeeltelijk geïdentificeerd zijn door middel van een paspoort en/of een microchip. Een bijlage voor de notatie van de “medische behandelingen” zal afgeleverd worden om desnoods de paspoorten met dit hoofdstuk te vervolledigen.

1.6. Encodering Het begrip encodering slaat op de gegevens die in de centrale gegevensbank opgenomen en regelmatig bijgehouden worden zodat de bevoegde diensten daar steeds de actuele, voor hen noodzakelijke informatie kunnen vinden.


5

De geëncodeerde gegevens betreffen: - het geslacht, de haarkleur en de geboortedatum van het paard - het microchipnummer - de al dan niet uitsluiting voor de menselijke consumptie - de gegevens van de eigenaar - de gegevens van de houder Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB vanaf 1.7.2009 dient men bovenop de gegevens die reeds geregistreerd werden (uniek levensnummer, soort, geslacht, kleur, geboortedatum, de laatste 15 tekens van de code van de microchip, datum van aflevering en van eventuele wijzigingen, naam en adres van de persoon aan wie het identificatiedocument werd afgeleverd, status “geregistreerde paardachtige” of “als fok of gebruiksdier gehouden paardachtige”, naam van het dier, status “niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie”), nu ook het land van geboorte en informatie betreffende duplicaten en vervangende identificatiedocumenten op te slaan.

1.7. Sanitair verantwoordelijke - houder Het begrip van sanitair verantwoordelijke was nieuw voor de paardensector. Het K.B. van 16 juni 2005 omschreef de sanitair verantwoordelijke als de persoon, eigenaar of houder van een paard die er, permanent of tijdelijk, een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent, tijdens het vervoer of op een verzamelplaats of in het slachthuis inbegrepen. Intussen is het begrip sanitair verantwoordelijke dus vervangen door het begrip houder: Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB wordt vanaf 1.7.2009 het begrip “sanitair verantwoordelijke” vervangen door het begrip “houder”. De definitie van een “houder” is zeer ruim: het is “elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft over of in het bezit is van een paardachtige of belast is met het onderhouden ervan, al dan niet tegen financiële vergoeding, zowel permanent als tijdelijk, ook tijdens het permanent vervoer, op markten of tijdens wedstrijden, races of culturele evenementen”.

1.8. Het mutatiedocument Met het mutatiedocument wordt aangesloten bij de praktijk die in enkele belangrijke buitenlandse paardenlanden reeds bestond. Daar hanteert men naast het paspoort een apart formulier voor het melden van de eigenaarswijziging. Het paspoort kan dan bij het paard blijven. In de Belgische regelgeving krijgt dit document een belangrijke status. Binnen de 8 werkdagen moeten de eigenaarswijzigingen, de wijziging van sanitair verantwoordelijke - houder, het definitieve vertrek naar het buitenland, de dood en de wijziging van het statuut van het paard er mee doorgegeven worden. Handelaars die een paardachtige minder dan 15 dagen in bezit houden worden niet verplicht om de wijziging van sanitaire verantwoordelijke – houder aan de gegevensbank door te geven. Telkens er een mutatie wordt uitgevoerd wordt door de beheerder een nieuw mutatiedocument opgemaakt en verzonden naar de eigenaar.

1.9. Beheer van de gegevensbank Het beheer van de centrale gegevensbank werd bij Ministerieel Besluit van 23 mei 2006 toevertrouwd aan de Belgische Confederatie van het Paard, met zetel te 1020 Brussel, Houba de Strooperlaan 156.


6

2. TIMING: WANNEER MOETEN VEULENS EN PAARDEN IN ORDE ZIJN?

De verplichte identificatie bestaat sinds: -

1 juli 2006 voor paarden die naar de slachtbank gaan of geëxporteerd worden 1 juli 2007 voor veulens geboren in 2006, de paarden die aan verzamelingen deelnemen en de dieren die van eigenaar veranderen 1 juli 2008 voor alle andere paarden die op het Belgisch grondgebied verblijven

Er worden door de overheid controles uitgevoerd, op de openbare weg, in paardenpensions, maneges, weides en uiteraard ook in de slachthuizen. U doet er dan ook goed aan zich ten spoedigste in regel te stellen voor zover dat nog niet het geval zou zijn. Vanaf 2007 diende de identificatie volgens de initiële procedure gedaan te zijn, uiterlijk vier maand na de geboorte van het veulen en zeker voordat ze gespeend worden of van houder veranderen. De aflevering van een paspoort en een mutatiedocument gelden als bewijs van identificatie en encodering. Een termijn van ca 3 weken is nodig tussen de aanvraag tot identificatie en de ontvangst van de identificatiedocumenten. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB wordt vanaf 1.7.2009 een langere termijn voorzien om veulens te identificeren en registreren. De termijn om een veulen te identificeren en te registreren in de centrale gegevensbank wordt verlengd tot 31 december van het jaar waarin de paardachtige is geboren, of binnen zes maanden na de geboorte, indien dit later is. Een veulen dat geboren wordt op 1 oktober 2009 moet dus tegen 1 april 2010 geïdentificeerd en geregistreerd zijn. Een veulen dat geboren wordt op 10 februari heeft de tijd tot 31 december. Elk paard dat definitief op het Belgisch grondgebied binnengebracht wordt, wordt binnen de 30 dagen na aankomst geïdentificeerd. Elk paard dat langer dan 90 dagen op het Belgisch grondgebied verblijft, wordt beschouwd als zijnde definitief binnengebracht. Een uitzondering is voorzien voor dekhengsten, tijdens het dekseizoen en voor paarden die om medische redenen in een kliniek verblijven. Zij mogen langer dan 90 dagen op het grondgebied verblijven zonder dat zij als definitief ingevoerd beschouwd worden.


7

3. PROCEDURES. WAT MOET U DOEN OM UW PAARD TE LATEN IDENTIFICEREN?

Het initiatief tot de identificatie van een paard wordt genomen door de eigenaar of zijn mandataris. De eerste stap is het indienen van een aanvraag tot identificatie. De te volgen procedure verschilt naargelang het geval:

3.1. Vereenvoudigde procedure voor oudere stamboekpaarden met een microchip en een conform paspoort Deze procedure bestaat als overgangsmaatregel. De vereenvoudigde procedure is voorbehouden voor paarden die tegelijkertijd voldoen aan de drie volgende voorwaarden: - het gaat om een paard dat ingeschreven is bij een in België erkend stamboek - het paard is gechipt - het paard beschikt over een paspoort met een grafisch en tekstueel signalement U vult een identificatieaanvraag - vereenvoudigde procedure (document beschikbaar via de stamboeken of de beheerder van de gegevensbank) volledig in en stuurt het op naar het stamboek. Daarbij duidt u o.a. aan of het paard al dan niet uitgesloten wordt van de voedselketen. Opgelet: een paard dat uitgesloten wordt van de voedselketen zal nooit geslacht kunnen worden. Deze keuze is definitief. Indien het paard niet uitgesloten wordt van de voedselketen kan men daar achteraf wel nog op terugkomen. Op het aanvraagdocument duidt u ook de houder aan. Opgelet: de houder moet de aanvraag mee ondertekenen! Op de aanvraag moet ook het chipnummer ingevuld worden. Samen met deze aanvraag stuurt de eigenaar ook het paspoort op naar de instantie waar de paardachtige werd ingeschreven of geregistreerd, zodat deze kan nagaan of het paspoort effectief conform is en er de nodige attesteringen op kan aanbrengen (o.a. status: al dan niet uitgesloten voor menselijke consumptie). Eens de gegevens geregistreerd zijn wordt een factuur verstuurd naar de eigenaar. Na ontvangst van betaling van deze factuur wordt de registratie in de centrale gegevensbank definitief afgewerkt met het verzenden van het mutatiedocument naar de eigenaar.

3.2. Procedure Belgische stamboekpaarden De eigenaar maakt de identificatieaanvraag over aan het secretariaat van het in België erkende stamboek. In bijlage vindt u dergelijk “aanvraagformulier identificatie”. Voor veulens geldt het geboortebericht- dekbewijs als aanvraag tot identificatie. Op de Belgische dekbewijzen zijn alle vereiste gegevens opgenomen. Beschikt u over een buitenlands dekbewijs dan moet u een aanvraagformulier identificatie invullen en bijvoegen. Op de identificatieaanvraag duidt u o.a. de houder aan en verklaart u of het paard al dan niet wordt uitgesloten uit de voedselketen Zoals hierboven reeds aangehaald moet de houder de aanvraag mee


8

ondertekenen en is de uitsluiting uit de voedselketen definitief en onomkeerbaar. Belangrijk is ook dat de eigenaar op de aanvraag aanduidt welke dierenarts zijn paard zal mogen identificeren. Die keuze is wel beperkt tot de hiertoe door de overheid erkende dierenartsen. Het stamboek gaat na of het betreffende paard in aanmerking komt voor inschrijving in het stamboek en maakt vervolgens de identificatieaanvraag over aan de beheerder van de centrale gegevensbank, zijnde de Belgische Confederatie van het Paard vzw. Na ontvangst van de identificatieaanvraag encodeert de beheerder die eerste gegevens en wordt er een factuur overgemaakt aan de eigenaar voor de kosten verbonden aan de registratie in de centrale gegevensbank. Na ontvangst van betaling van deze factuur maakt de beheerder van de centrale gegevensbank het identificatiedossier over aan de eigenaar. Bij ontvangst hiervan maakt de eigenaar een afspraak met de dierenarts-identificeerder om het paard te identificeren. U doet er goed aan zo spoedig mogelijk de dierenarts-identificeerder te contacteren zodat het dossier geen nodeloze vertraging zou oplopen. Binnen de 5 werkdagen na de identificatie moet de dierenarts-identificeerder het identificatieattest opsturen naar het terugzendadres dat werd opgegeven op het identificatieattest. Binnen de 10 werkdagen na ontvangst van het identificatieattest worden de gegevens geëncodeerd in de centrale gegevensbank en levert de beheerder van de gegevensbank een mutatiedocument af aan de eigenaar. Het paspoort wordt binnen de 60 werkdagen afgeleverd door het stamboek.

3.3. Procedure niet-stamboekpaarden De eigenaar maakt de identificatieaanvraag over aan de beheerder van de centrale gegevensbank. Als beheerder van de gegevensbank werd De Belgische Confederatie van het Paard vzw aangesteld: -

Aanmeldpunt voor Vlaanderen: Dienst Identificatie Paarden - Nieuwstraat 28 - 3360 Korbeek-Lo Aanmeldpunt voor Wallonië: Service Identification des Equidés - Rue des Champs Elysées 4 5590 Ciney

Na ontvangst van de identificatieaanvraag encodeert de beheerder die eerste gegevens en wordt er een factuur overgemaakt aan de eigenaar voor de kosten verbonden aan de registratie in de centrale gegevensbank. Na ontvangst van betaling van deze factuur maakt de beheerder van de centrale gegevensbank het identificatiedossier over aan de eigenaar. Bij ontvangst hiervan maakt de eigenaar een afspraak met de dierenarts-identificeerder om het paard te identificeren. Binnen de 5 werkdagen na de identificatie moet de identificeerder het identificatieattest opsturen aan de beheerder van de gegevensbank. Binnen de 10 werkdagen na ontvangst van het identificatieattest worden de gegevens door de beheerder van de gegevensbank geëncodeerd en levert hij een mutatiedocument en een paspoort af aan de eigenaar.


9

3.4. Procedure paarden vanbuitenlandse stamboeken Voor paarden van buitenlandse stamboeken stuurt de eigenaar de identificatieaanvraag, voor de veulens samen met een kopie van het dekbewijs-geboortemelding, naar de beheerder van de gegevensbank (De Belgische Confederatie van het Paard) -

Aanmeldpunt voor Vlaanderen: Dienst Identificatie Paarden - Nieuwstraat 28 - 3360 Korbeek-Lo Aanmeldpunt voor Wallonië: Service Identification des Equidés - Rue des Champs Elysées 4 5590 Ciney

Na ontvangst van de identificatieaanvraag encodeert de beheerder de eerste gegevens en wordt er een factuur overgemaakt aan de eigenaar voor de kosten verbonden aan de registratie in de centrale gegevensbank. Na ontvangst van betaling van deze factuur maakt de beheerder van de centrale gegevensbank het identificatiedossier over aan de eigenaar. Bij ontvangst hiervan maakt de eigenaar een afspraak met de dierenarts-identificeerder om het paard te identificeren. Binnen de 5 werkdagen na de identificatie moet de identificeerder het identificatieattest opsturen aan de beheerder van de gegevensbank. Binnen de 10 werkdagen na ontvangst van het identificatieattest worden de gegevens door de beheerder van de gegevensbank geëncodeerd en levert hij een mutatiedocument. De inschrijving van het paard in het buitenlandse stamboek verloopt volgens de modaliteiten van dat buitenlands stamboek. Dit stamboek levert een paspoort af aan de eigenaar. Ook deze paarden moeten beschikken over een conform paspoort zoals hieronder omschreven. Indien het buitenlands stamboek geen conform paspoort aflevert kan de eigenaar zich wenden tot de in België erkende fokvereniging van het betreffende ras. Indien er in België geen voor dat ras erkende fokvereniging voorhanden is of de in België erkende fokvereniging is niet in staat in te gaan op dat verzoek, dan wendt de eigenaar zich tot de beheerder van de gegevensbank, dewelke een equipas zal afleveren die losstaat van het bestaande afstammingsbewijs.

3.5. Procedure slachtveulens Voor veulens die bestemd zijn om in hun geboortejaar (kalenderjaar) geslacht te worden was er een vereenvoudigde identificatie voorzien (dmv het identificatie-attest opgesteld door de identificeerder en het mutatiedocument). Volgens de oorspronkelijke procedure dienden deze veulens niet gechipt te worden en werden ze geïdentificeerd aan de hand van het identificatienummer van de moeder dat op het identificatiedocument van het veulen hernomen werd. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB wordt de procedure voor slachtveulens vanaf 1.7.2009 gewijzigd. Nieuw is dat de Europese reglementering oplegt dat ook slachtveulens gechipt moeten worden. Slachtveulens van minder dan 12 maanden die rechtstreeks vervoerd worden van hun geboortebedrijf naar een slachthuis (gelegen op het Belgisch grondgebied), moeten niet geëncodeerd worden in de gegevensbank en moeten ook geen paspoort


10

of mutatiedocument krijgen. Voor de wijziging van het KB gold de procedure voor slachtveulens enkel voor zover zij geslacht werden in hetzelfde kalenderjaar van hun geboorte. Tijdens hun verplaatsing naar het slachthuis moeten die paarden alleen in het bezit zijn van een identificatieattest waarop de identificatiecode (het chipnummer) van het veulen wordt vermeld. Indien u deze procedure wenst te gebruiken dan moet u dat aanduiden op de identificatieaanvraag. Voor deze veulens wordt dus enkel een identificatieattest afgeleverd en geen paspoort. Opgelet: 1. Met dit identificatieattest kan het veulen niet geëxporteerd worden 2. Indien het veulen niet op tijd1 geslacht is, zal het toch nog geïdentificeerd moeten worden volgens de normale procedure, met dubbele kosten tot gevolg

3.6. Wat wordt verstaan ondereen paspoort conform het KoninklijkBesluit van 16 juni 2005? Een paspoort voldoet aan de Belgische wetgeving indien het voldoet aan twee voorwaarden: 1. uitgegeven zijn door een orgaan dat erkend is voor de uitgave van paspoorten: erkend stamboek, FEI of Confederatie van het Paard. De erkende organen vindt u terug op onderstaande website: http://circa.europa.eu/irc/sanco/vets/info/data/breeding/br-eq.html. 2. verplichtte secties - sectie I: details betreffende het eigendomsrecht (wijzigingen van eigenaar) - sectie II et III: identificatie (bevattende een grafisch en een geschreven signalement) - sectie IV: identiteitscontrole - sectie V et VI: vaccinaties - sectie VII: gezondheidsonderzoeken uitgevoerd in laboratoria - sectie IX: keuze van de eindbestemming (al dan niet uitgesloten voor menselijke consumptie) en medische behandelingen In praktijk zullen de controles voornamelijk betrekking hebben op de secties II, III et IX. Het stamboek zal nagaan of het paspoort waarover U beschikt volledig conform is. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB is het grafisch en geschreven signalement vanaf 1.7.2009 niet langer verplicht voor de stamboekpaarden, tenzij het betreffende erkende stamboek beslist toch een grafisch en/of geschreven signalement op te leggen. Het wordt dus voor de erkende stamboeken mogelijk paspoorten af te leveren zonder grafisch of geschreven signalement voor de paarden die in hun stamboek geregistreerd worden. Alle erkende stamboeken zijn evenwel vrij te beslissen dat zij alsnog een grafisch en/of geschreven signalement in het paspoort blijven vereisen, niettegenstaande de Europese reglementering dit voor hen niet langer verplicht stelt.

31 december van zijn geboortejaar voor de veulens die via de oude procedure geïdentificeerd worden en binnen de 12 maand na hun geboorte voor de veulens die geïdentificeerd worden volgens de procedure die van kracht wordt vanaf 1.7.2009 1


11

Wat de beslissing van de erkende fokvereniging ook is, het blijft mogelijk achteraf het paspoort met een grafisch en/of geschreven signalement te vervolledigen. Hiertoe wordt in het paspoort een tekening voorzien waarop de identificeerder in ieder geval met een zwarte letter “c” de plaats waar de chip geplaatst werd zal aanduiden. Het grafisch en geschreven signalement blijft verplicht voor de paardachtigen waarvoor: - het paspoort niet door een erkend stamboek afgeleverd wordt of, - het paspoort wordt afgeleverd door een erkend stamboek, dat in zijn reglementering de verplichting van een grafisch en/of geschreven signalement oplegt.

3.7. Equipas of stamboekpaspoort? Zoals hierboven beschreven is de regel dat voor een stamboekpaard een stamboekpaspoort wordt aangevraagd en afgeleverd. Voor een niet-stamboekpaard gaat het om een equipas. Een stamboekpaard waarvoor een equipas wordt afgeleverd verliest zijn statuut van stamboekpaard, hetgeen een aanzienlijk waardeverlies dreigt mee te brengen. De eigenaar heeft er dus alle belang bij op de identificatieaanvraag aan te duiden dat het om een stamboekpaard gaat en dat hij een stamboekpaspoort wil. Bij de meeste stamboeken wordt hiervoor geen of slechts een zeer beperkte meerkost aangerekend. Ook het stamboekpaspoort wordt binnen de gestelde termijnen afgeleverd. Eigenaars van stamboekpaarden hebben er dus geen enkel belang bij voor die stamboekpaarden een equipas aan te vragen, wel integendeel!


12

4. TARIEVEN: WAT KOST DIT EN HOE WORDT HET AANGEREKEND?

De kosten voor het werk van de dierenarts (chippen, signalement opnemen of controleren, adminstratief werk) staan los van de kosten verbonden aan het beheer van de centrale gegevensbank. De dierenarts is vrij hiervoor zijn honorarium te berekenen. U kan dit best op voorhand met uw dierenarts overleggen. Daarnaast staan de kosten voor het beheer van de centrale gegevensbank. Deze werden vastgelegd bij Ministerieel Besluit: -

-

48,11 €, exclusief BTW, met inbegrip van de kost voor de aflevering van het paspoort, de kost van het encoderen van de gegevens, het bijhouden van de gegevensbank en het bijhouden van de mutaties alsmede het afleveren van de mutatiedocumenten. Voor de stamboekpaarden blijft het afleveren van het paspoort een bevoegdheid van de fokvereniging. 35,53 €, exlusief BTW, voor de paarden die reeds van een geldig paspoort voorzien zijn. Hiervoor is er immers een reductie op de kostprijs van 12,58 €, exclusief BTW. 11,38 €, exclusief BTW voor de veulens die geïdentificeerd worden volgens de procedure “slachtveulen”.

Bij de vereenvoudigde procedure komt er geen dierenarts tussen. In dat geval krijgt u de factuur thuis toegestuurd. Pas na ontvangst van betaling van deze factuur zal u een mutatiedocument toegestuurd worden. In alle andere gevallen werden volgens de oorspronkelijke procedure vermelde bedragen geïnd door dierenarts-identificeerder. Deze diende die bedragen door te storten aan de beheerder van de gegevensbank. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB gebeurt voor de vanaf 1.7.2009 geregistreerde identificatieaanvragende facturatie van de kosten verbonden aan het beheer van de gegevensbank (forfaitair bedrag bedoeld in artikel 31 van het KB van 16 juni 2005) rechtstreeks aan de eigenaar. In de nieuwe procedure wordt het forfaitair bedrag gefactureerd aan de eigenaar en niet meer aan de dierenarts-identificeerder. Nadat de eigenaar of zijn gemandateerde een aanvraag tot identificatie zal hebben ingediend worden de eerste gegevens geregistreerd. Daarna wordt de forfaitaire kost verbonden aan het beheer van de gegevensbank gefactureerd aan de eigenaar door de vzw Belgische Confederatie van het Paard. Na ontvangst van betaling van deze factuur wordt het identificatieattest opgestuurd zodat de identificatieprocedure vervolgd kan worden.


13

5. MUTATIES: WAT MOET IK DOEN ALS MIJN PAARD VERKOCHT WORDT, ALS ER EEN NIEUWE HOUDER KOMT OF ALS IK HET PAARD WENS UIT TE SLUITEN VOOR DE VOEDSELCONSUMPTIE?

U vult het mutatiedocument in en stuurt het op aan de beheerder van de gegevensbank, zijnde de Belgische Confederatie van het Paard vzw: - Aanmeldpunt voor Vlaanderen: Dienst Identificatie Paarden - Nieuwstraat 28 - 3360 Korbeek-Lo - Aanmeldpunt voor Wallonië: Service Identification des Equidés - Rue des Champs Elysées 4 5590 Ciney Binnen de 8 werkdagen moeten de eigenaarswijzigingen, de verandering van houder, het definitieve vertrek naar het buitenland, de dood en de wijziging van het statuut van het paard aan de hand van het mutatiedocument doorgegeven worden. Handelaars die een paardachtige minder dan 15 dagen in bezit houden worden niet verplicht om de wijziging van houder aan de gegevensbank door te geven. Bij elke mutatie wordt door de beheerder een nieuw mutatiedocument opgemaakt en verzonden naar de eigenaar. Hiervoor worden er geen extra kosten aangerekend.


14

6. SANCTIES

Voor paarden waarvoor de aanvraag niet tijdig is ingediend riskeert de eigenaar zware straffen: De verantwoordelijke die voor zijn dieren de registratie en de identificatie niet uitvoert of handhaaft en de voorgeschreven documenten niet voorlegt, wordt gestraft met een geldboete van minimaal 500 € tot maximaal 25.000 € (art. 23§1, 2°, b van de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987). Bij herhaling binnen de drie jaar na een vorige veroordeling wordt de straf verdubbeld. De administratie kan administratieve geldboetes voorstellen. Die mogen niet lager zijn dan de helft van de minimumboete en niet hoger dan het vijfvoud van de minimumboete. Indien de administratieve geldboete niet wordt voldaan kan de administratie de veroordeling tot de geldboete vorderen voor de bevoegde rechtbank. Dieren die het voorwerp uitmaken van een inbreuk kunnen in beslag worden genomen. Controles kunnen uitgevoerd worden door zowel het FAVV (Federaal Agentschap Voor de Voedselveiligheid), de FOD Volkgezondheid als de gewone politiediensten Hoe langer u wacht, hoe langer u het risico loopt op voormelde straffen. Reden te over dus om uw paarden zo vlug mogelijk zoals voorgeschreven te laten identificeren …


15

7. HERMERKING: WAT MOET IK DOEN ALS DE MICROCHIP NIET MEER LEESBAAR IS?

Elk geïdentificeerd paard waarvan de microchip niet meer leesbaar is moet hermerkt worden binnen de 15 dagen volgend op de vaststelling van de onleesbaarheid van de elektronische code. Hermerken door inplanting van een nieuwe microchip mag slechts gebeuren in drie gevallen: 1. 2. 3.

de houder is in het bezit van het paspoort en de gegevens in het paspoort stemmen overeen met het dier en met deze die geëncodeerd zijn in de gegevensbank de houder bezit het mutatiedocument of het identificatieattest en de erin vervatte gegegevens stemmen overeen met het dier en met deze die geëncodeerd zijn in de gegevensbank de houder kan de identiteit van het paard bewijzen aan de hand van biologische testen en kan het verband leggen met de gegevens geëncodeerd in de gegevensbank.

In alle andere gevallen is het verboden tot hermerking over te gaan zonder voorafgaande toestemming van de FOD of het FAVV. In deze gevallen wordt het paard uitgesloten van de voedselketen. De identificeerder identificeert het te hermerken dier volgens de normale procedure: signalement verifiëren, werking afleesmateriaal checken, zoeken naar vroegere inplanting van een microchip, lezen in te planten microchip, inplanten microchip, lezen ingeplante microchip, invullen identificatieattest. Vervolgens stelt de identificeerder de beheerder in kennis van het nieuwe identificatienummer van het paard en maakt hem het paspoort en het mutatiedocument over teneinde de gegevens aan te passen. De beheerder vermeldt de nieuwe code van de microchip, voorafgegaan door het begrip Hermerking, naast de oude identificatiecode in het paspoort. Hij vermeldt in diezelfde rubriek de validatiedatum en plaatst er zijn stempel. De eigenaar ontvangt een nieuw mutatiedocument.


16

8. HELP: IK BEN MIJN PASPOORT KWIJT!

Bij verlies van het paspoort ontvangt de eigenaar een nieuw paspoort dat de vermelding tweede identificatie draagt en een nieuw mutatiedocument. In dit geval mocht het dier volgens de oorspronkelijke reglementering slechts 6 maanden na de datum van afgifte van het nieuw paspoort geslacht worden voor de menselijke consumptie. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB wordt het paard vanaf 1.7.2009 bij verlies van het paspoort in principe uitgesloten van de voedselketen. Belangrijk is dat ingeval van verlies van het identificatiedocument (paspoort), mits de identiteit van het dier kan worden vastgesteld door de code van de microchip, weliswaar een duplicaat van het paspoort kan worden afgeleverd maar dat deze dieren geklasseerd worden als zijnde niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie. Hiervan kan enkel afgeweken worden mits het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid er mee instemt dat het paard enkel gedurende zes maanden geschorst wordt. Hiertoe moet de houder binnen de dertig dagen na de datum waarop het identificatiedocument als verloren werd opgegeven afdoende aantonen dat aan de status van de paardachtige als bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie niet geraakt werd door een behandeling met geneesmiddelen. Indien de identiteit van het dier waarvan het paspoort verloren werd niet meer kan worden vastgesteld wordt een vervangend paspoort afgeleverd maar dan wordt de paardachtige in ieder geval uitgesloten voor de slacht voor menselijke consumptie.


17

9. DE IDENTIFICATIE

Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB worden voor de vanaf 1.7.2009 geregistreerde identificatieaanvragen de identificatieattesten verstuurd naar de eigenaar. Waar de identificatieattesten voorheen verstuurd werden aan de dierenarts-identificeerder worden deze volgens de nieuwe procedure verstuurd aan de eigenaar van de paardachtige. Deze zal zelf de door hem aangeduide dierenarts-identificeerder moeten contacteren om de identificatie uit te voeren. Het blijft zoals voorheen de dierenarts-identificeerder die de ingevulde dossiers moet doorsturen naar de Confederatie, dan wel naar de stamboeken. Deze registreren de gegevens en leveren het paspoort af. Het inplanten van microchips mag uitsluitend gebeuren door erkende dierenartsen die bovendien een opleiding hebben gevolgd betreffende de identificatie van paarden. De FOD Volksgezondheid houdt een lijst bij van de erkende dierenartsen, dewelke consulteerbaar is op de website van de vzw Belgische Confederatie van het Paard (www.cbc-bcp.be). De identificatie bestaat uit: 1. 2. 3.

het inbrengen van een microchip, diep in de linker halszijde van het paard, tussen de middelste en het onderste derde, 2 tot 3 cm onder de manenkam; De opstelling van een identificatieattest en een mutatiedocument; De aflevering van een paspoort.

Er mogen enkel microchips gebruik worden die steriel zijn en beantwoorden aan de ISO-normen 11784 en 11785. Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB volstaan microchips die eerder geplaatst werden doch niet conform zijn aan de voorschriften van het KB mits de houder tijdens een identificatiecontrole de nodige middelen verschaft om de microchip te lezen. In de oude reglementering zoals voorzien in het KB van 16.6.2005 was een tijdsbeperking voorzien tot 1.1.2015. Deze tijdsbeperking wordt geschrapt. De Belgische Confederatie van het Paard vzw, werd aangesteld als beheerder van de gegevensbank: - Aanmeldpunt voor Vlaanderen: Dienst Identificatie Paarden - Nieuwstraat 28 - 3360 Korbeek-Lo - Aanmeldpunt voor Wallonië: Service Identification des Equidés - Rue des Champs Elysées 4 5590 Ciney Het initatief tot de identificatie gaat uit van de eigenaar van het paard of zijn gemandateerde door het indienen van een aanvraag tot identificatie. De documenten voor identificatieaanvraag zijn beschikbaar bij de beheerder van de gegevensbank en ook op de website www.cbc-bcp.be. Voor niet-stamboekpaarden dient de eigenaar van het paard of zijn gemandateerde de aanvraag voor identificatie in bij de beheerder van de centrale gegevensbank. Voor stamboekpaarden wordt de aanvraag voor identificatie ingediend bij de beheerder van de centrale gegevensbank via de bevoegde fokverenigingen.


18

Op de identificatieaanvraag duidt de eigenaar of zijn gemandateerde de identificeerder van zijn keuze aan uit voormelde lijst van erkende dierenartsen. De beheerder van de gegevensbank opent een dossier en maakt het identificatiedossier over aan de eigenaar van het paard. De eigenaar van het paard of zijn gemandateerde maakt van zodra hij het identificatiedossier ontvangt een afspraak met de dierenarts-identificeerder om het paard te identificeren. De identificeerder identificeert het dier volgens de volgende procedure: 1. Hij verifieert het opgestelde signalement of stelt zelf het signalement van het paard op 2. Hij gaat de goede werking van het afleesmateriaal na aan de hand van een afleesproef van de elektronische code van de microchip 3. Hij zoekt eerst naar een eventuele vroegere inplanting van een microchip bij het paard 4. Binnen de 5 dagen na de identificatie stuurt hij het identificatieattest naar het op dat attest aangeduide terugzendadres


19

10. UITWISSELING VAN GEGEVENS TUSSEN DE LIDSTATEN

Ingevolge Verordening (EG) 504/2008 en het wijzigend KB wordt uitwisseling van gegevens voorzien via een op te richten website, dewelke door de Europese Commissie ter beschikking gesteld zal worden. Vooralsnog is dit niet operationeel en blijft het toekomstmuziek.

Tekst: Jan De Boitselier,Manager vzw Vlaams Paardenloket

Ruimtelijke ordening en vergunningen in de paardenhouderij

20

Verplichte identificatie van paardachtigen 1

Recommend Documents