Jaarbeeld 2009
Vernieuwing en marktwerking: voor nóg betere revalidatiezorg Voorwoord
Revalidatie Nederland is de brancheorganisatie van revalidatie-instellingen in Nederland. Deze instellingen richten zich op het herstel of de verbetering van de mogelijkheden van mensen met een (blijvende) lichamelijke handicap. In de revalidatiezorg staat centraal wat mensen nog wél kunnen. Doel is dat een revalidant weer kan meedoen in de samenleving. Dat hij zo goed mogelijk voor zichzelf kan zorgen, weer in zijn eigen omgeving is en, als het even kan, ook weer aan het werk kan gaan. Investeringen in de revalidatie werpen hun vruchten af: het maatschappelijk rendement is groot, zoals het SEO Economisch Onderzoek al in 2008 becijferde. Het jaar 2009 stond vooral in het teken van de verdere ontwikkeling van de marktwerking in de zorg. De focus verschuift langzaam maar zeker van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde markt. Ook de financiering van de zorg is veranderd. In plaats van bekostiging aan de hand van vooraf vastgestelde budgetten, komt er nu een bekostiging die is gebaseerd op duidelijke producten tegen een transparante prijs. Verzekeraars krijgen contracteervrijheid en klanten krijgen keuzevrijheid. Voor zorgverleners betekent dit dat zij duidelijk moeten maken waarom de klant voor hen moet kiezen, en niet voor de concurrent. Onderscheidend vermogen, kwaliteit en transparantie zijn belangrijke kernbegrippen. Revalidatiecentra gooien hoge ogen in patiëntentevredenheid in vergelijking met de totale gezondheidszorg. Niet zo gek als je bedenkt wat het uitgangspunt voor revalidatie is: wat kan de revalidant, waar wil hij naar toe, wat wil hij bereiken? De klant
staat centraal en dát bepaalt de behandeling. Daarom is juist de behandeling, en niet de diagnose, het vertrekpunt voor de Revalidatie DBC die in 2009 is geïntroduceerd. Ook de ontwikkeling van het Revalidatie EPD, het elektronische patiëntendossier, geeft aan waartoe de revalidatiesector met vereende krachten in staat is. De benodigde investeringen in het driejarige project zijn met name door de leden van Revalidatie Nederland opgebracht. Revalidatie Nederland lanceerde het Revalidatie EPD in april 2009 in aanwezigheid van minister Klink, die de sector complimenteerde met het bereikte resultaat. In de jaren 2010, 2011 en 2012 gaan de revalidatie-instellingen aan de slag met de implementatie van het Revalidatie EPD. Nieuwe technologie wordt toegepast. Revalidatie-instellingen werken nauw samen met universiteiten om met de wetenschappelijke kennis de revalidatiezorg verder te verbeteren. Uit onderzoek is gebleken dat innovaties in de revalidatie nóg meer toegevoegde waarde leveren. Vooral wanneer is aangetoond dat de baten van de innovaties hoger zijn dan de kosten. Verbeteren van revalidatie kan niet zonder innovatie. Net als alle andere zorgverleners ziet de revalidatie zich geconfronteerd met een strak toezicht op de financiën, wat dwingt tot een nog grotere doelmatigheid om ook innovaties te kunnen bekostigen. Het is van groot belang dat revalidatie-instellingen kunnen blijven investeren in innovatie. Gelukkig is er nu geld toegekend voor een innovatieprogramma waarmee de revalidatiezorg nog verder verbeterd kan worden. Innovaties die op kleine schaal al hun nut hebben bewezen, krijgen een landelijke uitrol zodat meer mensen ervan kunnen profiteren. De foto’s in dit Jaarbeeld laten zien wat vooruitgang voor revalidanten kan betekenen. Nu moeten innovaties alleen nog structureel worden opgenomen in de bekostigingssystematiek.
Mr. P. (Paula) Swenker Voorzitter Utrecht, mei 2010
Drs. J.A. (Jannie) Riteco Directeur
Inhoud Revalidatiezorg voor een afgewogen prijs
6
Vormen van samenwerking
24
Revalidatie levert meer op dan het kost Verder met de Revalidatie DBC Medisch specialisme op hoog niveau Op weg naar transparantie Vrije prijsvorming en prestatiebekostiging Somatische revalidatiezorg ook in Zorgverzekeringswet Spoorboekje voor de overheveling
6 6 7 7 8 9 9
Intensieve samenwerking in kinderrevalidatie Samenwerkingsverbanden in de revalidatie Ziekenhuisrevalidatie Samenwerking en communicatie Samenwerking of mededinging?
24 24 25 25 25
Profilering van revalidatie
26 26 26 26 27
De Lokomat
10
Vernieuwing: voor nóg betere revalidatiezorg
14
Meer aandacht voor marketing Informatievoorziening over de revalidatiesector Duidelijkheid over toegevoegde waarde Werkbezoeken maken waarde tastbaar
Meer toegevoegde waarde met innovatie Revalidatie in Beweging: verbetering in logistiek proces Wetenschappelijk bewezen: Betere en evidence based behandelmethoden
14 14
De Wii
28
15
Revalidatie in cijfers
32
Marktwerking: laat zien wat je doet
15
Revalidatie Nederland
33
Revalidatie benchmark biedt inzicht in de markt HKZ certificaat voor de revalidatie Onderzoek naar decubitus Nieuw meetinstrument: CQ-Index Revalidatie Zichtbare zorg: nóg transparanter Revalidatie EPD gelanceerd
15 15 16 17 18 19
Leden en lidmaatschapscriteria Bestuur Medewerkers landelijk bureau (bezetting mei 2010)
33 34 34
Leden en geassocieerde leden van Revalidatie Nederland
35
Colofon
36
De Dampace
20
Revalidatiezorg voor een afgewogen prijs Revalidatie levert meer op dan het kost Revalidatie biedt de maatschappij een grote toegevoegde waarde, zo blijkt uit onderzoek. In november 2008 verscheen het rapport Kosten en baten van revalidatie naar aanleiding van een wetenschappelijke macro-economische analyse. De analyse is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek in opdracht van Revalidatie Nederland en het Revalidatiefonds. Het onderzoek wijst uit dat de medisch-specialistische revalidatiezorg de samenleving jaarlijks 2,1 miljard euro oplevert. Dit betekent, afgezet tegen de jaarlijkse kosten van 395 miljoen euro op het moment van onderzoek, een rendement van meer dan 400%. De opbrengst is met een rekenmodel gekwantificeerd. Daarbij is gekeken naar de toename in kwaliteit van leven van revalidanten en hun partners, de afname van kosten voor overige gezondheidszorg en de toename van arbeidsproductiviteit doordat mensen eerder, of weer, aan het werk gaan. Uit het onderzoek blijkt ook dat de toegevoegde waarde van revalidatie verder vergroot kan worden door innovatie te stimuleren. Er kan veel voordeel worden behaald als innovaties waarvan is aangetoond dat de baten hoger zijn dan de kosten, snel ook elders worden ingevoerd. Het SEO-rapport is op te vragen bij Revalidatie Nederland.
!
Medisch specialisme op hoog niveau
Revalidatie richt zich op het herstel of de verbetering van mogelijkheden van mensen met blijvend lichamelijk letsel of een functionele beperking. Het gaat om complexe problematiek als gevolg van ziekte, ongeval of een aangeboren aandoening. Een medisch specialist, meestal een revalidatiearts, stelt de indicatie. Revalidatie kent de functies diagnostiek, advisering, medebehandeling en behandeling, waaronder nazorg. Behandeling gebeurt in een multidisciplinair team, onder leiding van een revalidatiearts. Revalidatie is onderdeel van ketenzorg: de zorg vindt plaats in afstemming met andere specialismen in ziekenhuizen, verpleeghuizen, thuiszorg, huisartsen en andere eerstelijnsvoorzieningen. Bij kinderen en jongeren wordt nauw samengewerkt met scholen voor speciaal onderwijs, met name mytyl- en tyltylscholen. Revalidatiegeneeskunde is een erkend medisch specialisme sinds 1955. Het recht op medisch specialistische revalidatie is onderdeel van het basispakket in de zorgverzekeringswet. Revalidatie vindt plaats in revalidatiecentra en op revalidatieafdelingen van algemene en academische ziekenhuizen. Nederland telt 23 revalidatiecentra, die alle lid zijn van de branchevereniging Revalidatie Nederland. Verder heeft Revalidatie Nederland op dit moment zes geassocieerde leden. Dit zijn revalidatieafdelingen van ziekenhuizen. Een overzicht van de aangesloten leden vindt u op pagina 35.
(NVZ), gekozen voor het ontwikkelen van een productstructuur die is gebaseerd op behandelinzet. De Revalidatie DBC’s moeten nog worden doorontwikkeld. Hiervoor moet eerst een goede analyse worden gemaakt van de productstructuur en prijzen van de DBC’s. Een belangrijk ontwikkelpunt in de DBC’s zijn de kosten voor innovatie: die maken nog geen deel uit van de DBC’s. Meer hierover op pagina 14.
Verder met de Revalidatie DBC
Op weg naar transparantie
Transparantie, doelmatigheid en zorgvernieuwing spelen een belangrijke rol in de revalidatie. Daarbij horen duidelijk omschreven zorgproducten tegen een afgewogen prijs. Vanaf 1 januari 2009 declareert de revalidatiesector dan ook, net als de ziekenhuizen, aan de hand van Diagnose Behandeling Combinaties, de DBC’s. De revalidatie werkt echter aan de hand van een unieke Revalidatie DBC.
Een landelijke ontwikkeling op het gebied van DBC’s is de overgang naar DOT: DBC’s op weg naar Transparantie. Een van de belangrijkste aspecten van DOT is dat de zorgproducten door een landelijk systeem (de zogenaamde ‘grouper’) worden afgeleid uit de zorgactiviteiten. Het grote voordeel van de nieuwe productstructuur is dat deze alle specialismen overstijgt en aansluit bij de internationale standaarden, zoals de ICD-10, de meest recente internationale diagnoseclassificatie.
Uniek, omdat de behandeling hierin centraal staat, en niet de diagnose, zoals bij andere medische specialismen in ziekenhuizen het geval is. In de revalidatie is de behandeling namelijk afgestemd op de behandeldoelen van de individuele revalidant, en niet op de diagnose. De patiënt en zijn omgeving spelen hierbij een grote rol. Kan een patiënt met een CVA veilig thuis blijven? Het antwoord op deze vraag is bepalend voor de keuze tussen een poliklinische of klinische behandeling. Binnen de revalidatie is het doel dat de patiënt wil bereiken een bepalende factor voor de vorm en de duur van de behandeling. Wie vanuit zijn stoel actief wil zijn, vraagt om een andere behandelduur dan degene die weer aan (top)sport wil doen en aan het werk wil. Daarom heeft de revalidatiesector in samenspraak met alle betrokken partijen, namelijk het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), DBC-Onderhoud, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de NVZ Vereniging van ziekenhuizen
6
Voor de revalidatiecentra lijken de gevolgen van de invoering van de DOT mee te vallen. Al binnen de huidige revalidatie DBC-typering zijn eenduidig gedefinieerde DBC-producten opgeleverd die volledig worden afgeleid uit de zorgactiviteiten. Ook binnen DOT is sprake van het afleiden van DBC’s uit de zorgactiviteiten. Verder is de bepaling van de actuele kostprijs van belang, omdat de kostprijs van de huidige DBC’s is gebaseerd op gegevens uit 2007. In 2009 is DBC Onderhoud in samenwerking met Revalidatie Nederland een traject gestart om de kostprijzen van 2008 te bepalen, die vervolgens in 2011 in gebruik kunnen worden genomen. Eind 2009 werd echter bekend dat deze kostprijsbepaling vanwege andere prioriteiten bij DBC Onderhoud werd stopgezet. Besloten is om in 2010 de kostprijzen van 2009 te bepalen. Deze worden in 2012 ingevoerd.
7
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Somatische revalidatiezorg ook in Zorgverzekeringswet De NZa heeft goedkeuring verleend aan de invoering van het huidige DBC-systeem. Zij deed dit echter onder de voorwaarde dat de productstructuur wordt doorontwikkeld naar meer medisch herkenbare producten, zodat de zorgproducten (meer) aansluiten bij andere specialismen. Om onder andere hieraan uitvoering te geven, is met betrokken partijen de ‘Doorontwikkelagenda revalidatie DBC’s’ afgesproken.
Revalidatiecentra leveren medisch specialistische revalidatie, die wordt gefinancierd uit de Zorgverzekeringswet. In verpleeghuizen wordt somatische revalidatiezorg geleverd. Op initiatief van het ministerie van VWS is in 2009 een landelijk project gestart om ook de somatische revalidatiezorg, die nu onder de AWBZ valt, over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet.
Begin 2010 zijn voor het eerst DBC-gegevens over een heel jaar bekend. Deze gegevens worden dan ook geanalyseerd. Naar aanleiding van de resultaten van de analyse kunnen mogelijke knelpunten in de productstructuur worden opgelost. Zo kan er een betere DBC-systematiek ontstaan die aansluit bij de werkelijkheid.
Beide vormen van revalidatiezorg leveren verschillende zorg aan diverse patiëntgroepen. De somatische revalidatiezorg die plaatsvindt in verpleeghuizen, is over het algemeen minder intensief dan medisch specialistische revalidatie. Patiënten die somatische revalidatiezorg krijgen, hebben vaak meer aandoeningen waardoor zij minder belastbaar zijn en dus minder intensief behandeld kunnen worden.
Vrije prijsvorming en prestatiebekostiging Marktwerking betekent dat de revalidatiezorg niet langer wordt bekostigd aan de hand van vooraf vastgestelde budgetten, maar aan de hand van geleverde prestaties. Bekostiging van de patiëntenzorg in de revalidatiesector moet zo snel mogelijk en in één keer overgaan naar vrije prijsvorming. Dit standpunt heeft Revalidatie Nederland al in 2008 ingenomen. De transitie naar de prestatiebekostiging en de afschaffing van de bestaande budgetten per 2011 staan centraal in de uitvoeringstoets Van budget naar prestatie: prestatiebekostiging binnen de medisch specialistische zorg, die de NZa op 2 november 2009 heeft uitgebracht. De NZa adviseert om via een overgangsmodel te komen tot een vast, een semi-vast en een vrij segment. Ook adviseert de NZa om revalidatie volledig mee te laten doen in de planning van de ziekenhuizen.
Van budget naar prestatie
Revalidatie Nederland kan zich vinden in het eindmodel dat wordt beschreven in deze uitvoeringstoets van de NZa, namelijk vrije prijzen. De revalidatiesector is echter nog niet klaar om in 2011 in het voorgestelde overgangstraject naar prestatiebekostiging te stappen. De huidige productstructuur is niet stabiel en de kostprijzen zijn nog niet representatief. Revalidatie Nederland heeft in de laatste maanden van 2009 gesprekken gevoerd met VWS en de NZa om hen hiervan te overtuigen. Eind 2009 was nog niet duidelijk welke beslissing over de invoering van prestatiebekostiging zou worden genomen. In 2010 staat dit onderwerp dus weer prominent op de agenda en neemt de minister een beslissing over de invoering van prestatiebekostiging. Inmiddels is echter bekend dat door de val van het kabinet in februari 2010, de invoering van prestatiebekostiging controversieel is verklaard.
€
€
8
Revalidatie moet gewaarborgd blijven in de basisverzekering. Daarom stelt Revalidatie Nederland drie randvoorwaarden aan de overheveling: medisch specialistische revalidatiezorg en somatische revalidatiezorg moeten apart gedefinieerd worden, een zorgvuldige overheveling gaat boven snelheid en het juiste bedrag moet overgeheveld worden. In april 2009 was er een eerste bestuurlijk overleg met alle betrokken partijen over de overheveling van de somatische revalidatiezorg van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. In dit overleg is de somatische revalidatiezorg gedefinieerd en is besloten deze in 2012 over te hevelen. Bekostiging en financiering van de somatische revalidatiezorg binnen de Zorgverzekeringswet vraagt om nieuwe zorgproducten. Het uitgangspunt is om deze producten zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de Revalidatie DBC’s. Uit onderzoek van DBC Onderhoud blijkt dat dit grotendeels mogelijk is.
!
Spoorboekje voor de overheveling
Na de zomer heeft het ministerie van VWS een spoorboekje ‘overheveling somatische revalidatiezorg’ uitgewerkt. Per onderwerp is een stappenplan tot aan de overheveling in 2012 beschreven. Het gaat hierbij onder meer om de ontwikkeling van zorgproducten, zorgpaden en proeftuinen en om de bepaling van het over te hevelen bedrag. Het spoorboekje is eind september besproken in een bijeenkomst van alle betrokken partijen en is in het bestuurlijk overleg in oktober vastgesteld. In 2010 wordt dit project verder uitgewerkt.
9
€
In de serie nieuwe revalidatietechnieken, deel 1:
De Lokomat
➜
■ Algemene informatie Patiënten die weer leren lopen na een beroerte of patiënten met een gedeeltelijke dwarslaesie kunnen in een aantal centra gebruikmaken van de Lokomat. Met deze innovatieve looprobot worden de loopmogelijkheden optimaal getraind. Het programma is op maat: de patiënt die nog niet goed kan lopen, krijgt meer hulp van de looprobot dan de patiënt die verder gevorderd is. Hierdoor kan de patiënt intensiever en langer trainen. Uit onderzoek blijkt dat ook de bloedsomloop gestimuleerd wordt, rug- en beenspieren sterker worden en de conditie verbetert. Patiënten geven aan dat zij zich veel beter voelen omdat ze hun lichaam trainen.
1
Het harnas tilt de patiënt gedeeltelijk op, zodat het gewicht op de voeten vermindert. Een patiënt met weinig spierkracht kan hierdoor een loopbeweging maken, zonder veel op de armen te hoeven steunen.
2
Op de monitor zijn de prestaties van de patiënt zichtbaar. Zo kan de patiënt direct zien of en op welke manier zijn prestaties verbeteren. Op basis van de prestaties kan de therapeut de instellingen van de Lokomat aanpassen aan de mogelijkheden van de patiënt.
3
De ‘benen’ van de looprobot worden op maat ingesteld en met manchetten bevestigd aan de benen van de patiënt. Ze ondersteunen de loopbeweging. De mate van hulp die de benen bieden, wordt afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt.
4
De snelheid van de loopband wordt automatisch afgestemd op de snelheid die de looprobot maakt. De band kan op een zeer lage snelheid starten, zodat de patiënt zelf kan ontdekken welke snelheid bij hem past. Vervolgens kan de patiënt op zijn niveau trainen.
voor vervolg zie volgende pagina 10
11
Vernieuwing: voor nóg betere revalidatiezorg Meer toegevoegde waarde met innovatie In het SEO-rapport Kosten en baten van revalidatie is vastgesteld, dat innovaties een belangrijke rol vervullen. De toegevoegde waarde van revalidatie kan verder vergroot worden door innovatie te stimuleren. Innovaties waarvan is aangetoond dat de baten hoger zijn dan de kosten, moeten zelfs zo snel mogelijk worden ingevoerd. Alle revalidatie-instellingen houden zich bezig met innovatie. Zij doen dat ieder op hun eigen manier, afhankelijk van de grootte en de reikwijdte van de instelling. Steeds vaker werken instellingen nauw samen, waardoor innovaties zich kunnen verspreiden over het land. Tot 31 december 2008 kreeg een aantal revalidatiecentra financiering voor innovatie in de sector via de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV). Erkenning van de noodzaak voor innovatiegelden in de revalidatiesector door de Tweede Kamer heeft geleid tot het Innovatieprogramma Revalidatie (2009-2011). In opdracht van het ministerie van VWS heeft ZonMw het Innovatieprogramma Revalidatie in samenwerking met Revalidatie Nederland uitgewerkt. Het programma heeft als doel het innovatievermogen van de revalidatiesector te vergroten en het delen van kennis te bevorderen. Het ministerie van VWS stelt voor dit programma € 2 miljoen per jaar beschikbaar, gedurende 3 jaar (2009 - 2011). Het programma is primair gericht op brede, landelijke implementatie van klinisch effectief gebleken innovaties en ontwikkeling van nieuwe innovaties. De Stuurgroep Innovatie van Revalidatie Nederland is verantwoordelijk voor de uitvoering en coördinatie van twee doelstellingen binnen het innovatieprogramma: de brede, landelijke implementatieprojecten en het ontwikkelen van een kennisportal voor de sector. Aandacht voor structurele bekostiging van innovatie blijft van belang. Vanaf 2012 moet de financiering van innovaties structureel geregeld zijn.
Revalidatie in Beweging: verbetering in logistiek proces Innovatie gebeurt niet alleen op het vlak van technologie, maar ook op andere vlakken binnen de revalidatie, zoals de logistiek. Om de logistieke processen in de revalidatiezorg te verbeteren, startte in 2008 het logistieke verbeterprogramma Revalidatie in Beweging. Dit gebeurde in opdracht van Revalidatie Nederland en het ministerie van VWS.
14
Het programma kent twee tranches. In tranche 1 behaalden De Hoogstraat, Heliomare, het Jan van Breemen Instituut en Rijndam revalidatiecentrum goede zorglogistieke resultaten. Zo bleek het mogelijk voor poliklinische pijnpatiënten de wachttijd voor het eerste consult en de eerste behandeling aanzienlijk te verkorten. Ook nam de duur van de behandeling af. Patiënten met een CVA konden een stuk sneller opgenomen worden in het revalidatiecentrum. Verder bleek de verkeerde bedproblematiek bij patiënten met een dwarslaesie geheel oplosbaar. Ook hier was het weer mogelijk de behandelduur te verkorten. De geleerde lessen uit tranche 1 zijn opgenomen in het plan van aanpak in tranche 2. Tranche twee startte in juni 2009. De doelstellingen zijn hetzelfde als die van Tranche 1. Aan Tranche 2, die in 2010 wordt afgesloten, nemen 13 revalidatiecentra deel.
!
Wetenschappelijk bewezen: Betere en evidence based behandelmethoden
Wetenschappelijk onderzoek is nodig om tot betere en evidence based behandelmethoden te komen. Daarom investeert de revalidatiesector zelf sinds 1998 onafgebroken in wetenschappelijk onderzoek. In het samen met de overheid en fondsen gefinancierde Stimuleringsprogramma Revalidatieonderzoek (1998-2005) werd onderzoek uitgevoerd binnen acht verschillende thema’s. De resultaten van dat programma staan kort en bondig beschreven in het boek Voorspellen van herstellen. Vanaf 2005 viel de overheidssteun weg maar stimuleert de sector samen met vijf fondsen (Revalidatiefonds, Prinses Beatrix Fonds, Johanna Kinderfonds, Kinderfonds Adriaanstichting, VSBfonds en Fonds NutsOhra) vervolgonderzoek in het IIe Programma Revalidatieonderzoek. In de tweede ronde van dit tweede programma zijn eind 2009 en begin 2010 twee grote geclusterde onderzoeksprojecten gehonoreerd. Het gaat om: RESTORE: a comprehensive rehabilitation research program on successful social reintegration and improved quality of life of stroke patients and their informal caregivers, en: Disabling fatigue in multiple sclerosis occurs frequently. How should it be treated?
15
Marktwerking: laat zien wat je doet Revalidatie benchmark biedt inzicht in de markt Inzicht in de markt voor revalidatiezorg is van wezenlijk belang voor alle betrokken partijen. Voor de patiënt die weet waar hij terecht kan, voor de instellingen zelf en voor artsen die hun patiënten willen verwijzen. Maar zeker ook voor zorgverzekeraars. Jaarlijks wordt er een landelijke benchmark van revalidatiecentra uitgevoerd. Revalidatie Nederland heeft dit eind 2008 met Zorgverzekeraars Nederland afgesproken. De benchmark komt in de plaats van de machtigingen die vóór 2009 voor iedere revalidant bij de zorgverzekeraars moesten worden aangevraagd. Zorgverzekeraars ontvangen met de benchmark gegevens van alle revalidatieinstellingen over alle uitgevoerde behandelingen in de vorm van aantallen DBC’s. Daardoor toetsen zij niet meer per afzonderlijke behandeling, maar kijken zij naar landelijke trends. Dit is een verbetering waarbij alle partijen baat hebben. In de eerste plaats de revalidant die niet meer hoeft te wachten tot een machtigingsaanvraag is goedgekeurd. Maar ook de revalidatie-instelling, die geen machtigingen meer hoeft aan te vragen en de zorgverzekeraars, die inzicht hebben in de gehele sector. In de eerste helft van 2009 is het voorstel voor de inhoud van de benchmark uitgewerkt. Dit voorstel houdt in dat in de benchmark per DBC diagnosegroep de aantallen patiënten en gesloten DBC’s worden weergegeven. Om dit te kunnen vergelijken met de historische gegevens, wordt eenmalig een overzicht gegeven over het jaar 2008 waarin per DBC-diagnosegroep de aantallen patiënten en RBU’s (Revalidatie Behandel Uren) worden weergegeven. Zorgverzekeraars Nederland kon zich goed vinden in dit voorstel. Afgesproken is dat de benchmark verder volgens deze lijn wordt uitgewerkt.
HKZ certificaat voor de revalidatie Kwaliteit is een belangrijk element waarmee een instelling zich kan onderscheiden in de markt. De revalidatiesector beschikt sinds maart 2009 over een eigen HKZ certificatieschema Medisch Specialistische Revalidatiezorg. Met dit schema kunnen revalidatiecentra zich door een certificerende instelling laten toetsen en een kwaliteitscertificaat behalen. Aan de hand van een online informatiesysteem kunnen centra een directe koppeling maken met relevante wet- en regelgeving. Daarnaast is er een zelfdiagnose instrument waarmee zij kunnen onderzoeken hoe zij er voor staan. HKZ vervangt de Externe Toetsing Revalidatiezorg. Bij de externe toetsing werden
16
de centra intercollegiaal getoetst aan de hand van kwaliteitscriteria. HKZ stelt eisen aan de kwaliteit van het zorgproces: aan de indicatie en intake, aan de uitvoering van de zorg, aan evaluatie en nazorg en aan de kwaliteit van organisatorische processen. In januari 2010 ontvingen Revalidatiecentrum Leijpark en Revalidatiecentrum Blixembosch van Libra Zorggroep als eerste revalidatiecentra het HKZ certificaat Medisch Specialistische Revalidatiezorg. Naar verwachting zullen in 2010 meer revalidatiecentra worden voorgedragen voor het HKZ-certificaat. Het HKZ certificatieschema is niet alleen voor de centra ontwikkeld, maar ook voor de ziekenhuizen. Uit twee proefaudits kwam naar voren dat HKZ zeker ook voor de ziekenhuisafdelingen meerwaarde heeft, maar dat het wel een flinke investering voor ziekenhuisafdelingen zal zijn om het certificaat te behalen. Daarom wordt in 2010 de toelichting van het HKZ certificatieschema voor ziekenhuizen op enkele onderdelen aangepast.
Onderzoek naar decubitus In 2009 deed Revalidatie Nederland voor de vierde keer onderzoek naar de preventie van decubitus bij klinische patiënten. In november 2009 is bij alle klinische patiënten gemeten of ze decubitus hadden. Van de 1.398 mensen die werden onderzocht, liepen slechts 16 revalidanten decubitus (graad 2, 3, of 4) op in het revalidatiecentrum. Dat is 1,1%. Een zeer goede score ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Hoe tevreden zijn je klanten? Decubitus ontstaat als te lang druk wordt uitgeoefend op één stukje huid. Dit gebeurt snel bij mensen die bedlegerig of verlamd zijn. Decubitus geneest heel moeilijk en kan levensbedreigend zijn als het niet goed wordt behandeld. Daarom besteden de revalidatiecentra veel aandacht aan preventie, bijvoorbeeld door een regelmatige inspectie van de huid.
Nieuw meetinstrument: CQ-Index Revalidatie In de revalidatie is ‘de klant centraal stellen’ geen loze kreet. Revalidatiecentra willen optimale zorg leveren. Ook willen zij graag weten, hoe de revalidanten zelf denken over de kwaliteit van revalidatiezorg. Om hier een antwoord op te krijgen, is de CQIndex ontwikkeld. Dit is een meetinstrument dat de kwaliteit van revalidatiezorg meet vanuit het perspectief van mensen die aan het revalideren zijn of onlangs in revalidatie zijn geweest. Met de CQ-Index krijgen instellingen veel informatie aangereikt over gemaakte keuzes, belangenbehartiging, inkoop, monitoring, toezicht en kwaliteit. Eind 2008 was de eerste versie van de CQ-Index revalidatie gereed. Er is zowel een CQ-Index ontwikkeld voor volwassenen die zelf revalidatiezorg (hebben) ontvangen, als voor ouders van wie een kind revalidatiezorg heeft ontvangen of nog ontvangt. In het najaar van 2009 is in de revalidatiebranche een pilotmeting patiënttevredenheid uitgevoerd met de CQ-Index. Allereerst was het doel om zicht te krijgen op
17
patiënttevredenheid in de revalidatiecentra, maar ook om de eerste versie van de vragenlijst CQ-Index te evalueren, zodat er een definitieve vragenlijst CQI Revalidatie kan worden gemaakt. Voordat de pilotmeting van start ging, is er een uitgebreide juridische controle uitgevoerd in het licht van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). In mei 2010 zijn de resultaten van de pilot beschikbaar gesteld aan de revalidatiecentra. Een definitieve versie van de vragenlijst CQI Revalidatie volgt nog.
Zichtbare zorg: nóg transparanter De revalidatiesector werkt sinds 2004 met prestatie-indicatoren. Hiermee krijgt de sector inzicht in de prestaties die revalidatiecentra leveren op een aantal belangrijke punten. Ook kunnen revalidatiecentra zichzelf vergelijken met collega-instellingen en de ervaringen van anderen gebruiken om de eigen kwaliteit te verbeteren. Maar hoe kan de revalidatiesector de eigen kwaliteit voor met name revalidanten nóg transparanter maken? Het traject Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit voor de Revalidatie stond centraal in de gesprekken die Revalidatie Nederland in 2009 hierover voerde met het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Revalidatie Nederland stelt daarbij een meerjarenplan voor om na te gaan hoe de revalidatiesector de eigen kwaliteit voor met name revalidanten nog transparanter kan maken. Het plan richt zich op vier onderdelen: het doorontwikkelen van de al bestaande prestatieindicatoren vanuit organisatieperspectief, het ontwikkelen van indicatoren vanuit patiëntenperspectief, het doorontwikkelen van een meetinstrument voor patiëntervaring (CQ-Index) en het verder ontwikkelen van consumenteninformatie ten behoeve van sites als kiesbeter.nl en independer.nl. In 2010 verwacht Revalidatie Nederland de definitieve toezegging het project in samenwerking met het projectbureau Zorgbrede Transparantie van Kwaliteit te kunnen uitvoeren met subsidie van het ministerie van VWS.
Revalidatie EPD gelanceerd Dossiers zijn nooit meer zoek, een patiënt hoeft maar één keer zijn verhaal te vertellen en zorgverleners hebben altijd de meest actuele informatie over de revalidant. Zorgverleners kunnen veilig digitaal werken. Patiënten hebben bovendien toegang tot het eigen dossier via een patiëntenportal. En dat alles is mogelijk met het elektronische patiëntendossier, het Revalidatie EPD. Revalidatie Nederland heeft van 2006 tot 2009 het Revalidatie EPD ontwikkeld. Een groot project met betrokkenheid van alle leden en grote inspanningen door drie pilot-instellingen. Samen met de behandelaren is nauwkeurig gekeken naar wat het Revalidatie EPD moet kunnen en op welke wijze het behandelproces hiermee goed kan worden ondersteund. Vervolgens is beoordeeld hoe deze eisen van de toekomstige gebruikers gerealiseerd kunnen worden en welke techniek daarvoor nodig is. Tenslotte is het Revalidatie EPD door programmeurs gebouwd en zodanig doorontwikkeld in afstemming met de behandelaren, dat in april 2009 de eerste versie van het Revalidatie EPD kon worden geïntroduceerd. Een prachtig resultaat waar de gehele sector trots op mag zijn. Het Revalidatie EPD biedt voor alle behandelaren een goede basis om het eigen behandelproces te ondersteunen en heeft de potentie om te faciliteren in de beslissingen die tijdens het behandelproces moeten worden genomen en de acties die moeten worden uitgevoerd.
Compliment van de minister
Minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport complimenteerde de revalidatiesector met het Revalidatie EPD, dat op 22 april 2009 feestelijk in Den Haag werd gelanceerd. Tijdens deze bijeenkomst zegde hij toe een werkbezoek te brengen aan het revalidatiecentrum dat als eerste met het Revalidatie EPD gaat werken. Over de totstandkoming van het Revalidatie EPD heeft Revalidatie Nederland een website bijgehouden (www.revalidatie-epd.nl) . De introductiefilm en de screencast op deze site geven een duidelijk beeld van het werken met het Revalidatie EPD. Revalidatie Nederland heeft subsidie gekregen om de implementatie van het Revalidatie EPD te begeleiden. Revalidatie Nederland heeft hiervoor een toolbox ontwikkeld met daarin onder andere een methode voor het uitvoeren van een impactanalyse. Ook zal een blauwdruk van een implementatieplan worden ontwikkeld voor de lidinstellingen. Naar verwachting zijn de leden in de periode 2010-2012 volop bezig met het implementeren van het Revalidatie EPD op de werkvloer. Revalidatie Nederland heeft de verdere ontwikkeling en het beheer van het Revalidatie EPD overgedragen aan VIR e-Care Solutions, van oorsprong de ICT-organisatie van de revalidatiesector en gespecialiseerd in automatisering in de zorg. In het overdrachtsdocument zijn de condities van de overdracht en de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Vanaf juni 2009 is Vir e-Care Solutions de formele eigenaar van het Revalidatie EPD en zal zij zorg dragen voor de doorontwikkeling en het beheer ervan, conform de wensen van de leden van Revalidatie Nederland.
18
19
In de serie nieuwe revalidatietechnieken, deel 2:
De Dampace
➜
■ Algemene informatie De dampace is een robotsysteem dat gebruikt wordt bij revalidatie na een beroerte. Het bestaat uit een exoskelet dat aan de arm van de patiënt bevestigd wordt. In dit exoskelet zitten sensoren die de gewrichtshoeken van de schouder en elleboog meten. Door middel van geïntegreerde schijfremmen kunnen bewegingen die afwijken van de gewenste uitvoering afgeremd worden, zodat de patiënt gestimuleerd wordt om de beweging anders uit te voeren. Door middel van een veerconstructie wordt de arm ondersteund tegen de zwaartekracht, zodat het voor de patiënt makkelijker wordt om de arm te bewegen. Op deze manier kan de patiënt reikbewegingen trainen en mogelijk zijn armfunctie verbeteren.
1
De dampace heeft geïntegreerde hoeksensoren om bewegingen van de schouder en de elleboog te meten.
2
Door middel van een kabel en een veerconstructie kan de arm ondersteund worden tegen de zwaartekracht. Deze zwaartekracht compensatie is instelbaar.
3
Met behulp van schijfremmen kunnen bewegingen van de schouder en elleboog die afwijken van de gewenste uitvoering, afgeremd worden. Daarnaast is het mogelijk om de weerstand tegen de beweging te verhogen, zodat de spieren sterker kunnen worden.
voor vervolg zie volgende pagina 20
21
Vormen van samenwerking Intensieve samenwerking in kinderrevalidatie Revalidatie kan niet zonder intensieve samenwerking in multidisciplinaire teams. Zeker wanneer het gaat om kinderen en jongeren met een handicap, die nog volop in ontwikkeling zijn en ondersteuning nodig hebben om te zorgen dat die ontwikkeling zo normaal mogelijk verloopt. Daarom is niet alleen de samenwerking tussen verschillende disciplines in de kinderrevalidatie van belang, maar ook de samenwerking met het (speciaal) onderwijs en het gezin. Hoog op de agenda van kinderrevalidatie in 2009 stonden de onderwerpen passend onderwijs, gezinsgericht werken en transitie (jongeren die overgaan van de kinderrevalidatie naar de volwassenenrevalidatie). Een aantal revalidatiecentra en ziekenhuizen richtten speciale transitiepoli’s in waar jongeren die niet klinisch revalideren, terechtkunnen met hun bij de leeftijdsgroep horende problemen. Ook is er in 2009 een begin gemaakt met de invoering van de ICF-CY, de internationale rapportage systematiek voor kinderrevalidatie van de World Health Organization. Vanaf 2009 wordt deze ingevoerd bij revalidatiecentra en de ziekenhuizen met een grotere kinderafdeling. Informatie over alle activiteiten, projecten en innovaties in de kinderrevalidatie is in 2006 samengebracht bij het Landelijk Innovatiepunt Kinderrevalidatie (LINK) en het Landelijk Servicepunt Kinderrevalidatie, dat de organisatorische zaken voor haar rekening neemt en is ondergebracht bij Revalidatie Nederland. De website www.kinderrevalidatie.info is een belangrijk medium voor informatiedeling. In LINK participeren de volgende organisaties: oudervereniging BOSK, de vereniging voor speciaal onderwijs LVC3, ondersteuningsorganisatie MEE Nederland, Revalidatie Nederland en drie beroepsverenigingen: de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO). In 2010 wordt het programma LINK afgesloten. De activiteiten worden voortgezet in een andere organisatievorm.
Samenwerkingsverbanden in de revalidatie In de zorgsector gebeurt het steeds vaker dat instellingen onderling een samenwerking aangaan. Ook in de revalidatiesector is er in 2009 een aantal samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. - Stichting Revalidatiecentrum Breda en Stichting Revalidatiegeneeskunde Zeeland hebben, na de bestuurlijke fusie per eind 2007, in 2009 het management en de ondersteunende diensten geïntegreerd. Vanaf voorjaar 2010 treedt de organisatie naar buiten onder de nieuwe naam Stichting Revant. - Per 31 december 2009 hebben Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en het Jan van Breemen Instituut (JBI) hun krachten gebundeld in de Stichting Holding RCA/
24
JBI. Najaar 2010 zal de nieuwe naam van de organisatie worden onthuld. - Per 1 januari 2010 is Revalidatiecentrum De Waarden uit Dordrecht gefuseerd met Rijndam revalidatiecentrum uit Rotterdam.
Ziekenhuisrevalidatie Ook revalidatiecentra en revalidatieafdelingen van ziekenhuizen weten elkaar steeds beter te vinden en werken intensief samen. Om inzicht te krijgen in de omvang van de revalidatiezorg die in alle instellingen wordt verleend, verstuurt Revalidatie Nederland jaarlijks een enquête naar de ziekenhuizen. Op deze manier kan een zo volledig mogelijk beeld ontstaan van de totale omvang van de productie binnen de revalidatie. De volledigheid van deze gegevens is belangrijk omdat externe partijen van deze gegevens gebruikmaken, bijvoorbeeld bij de bepaling van de opleidingscapaciteit van revalidatieartsen.
Samenwerking en communicatie Samenwerking en communicatie zijn van groot belang om goede zorg te kunnen leveren en de efficiëntie en expertise te vergroten. Dat betekent samenwerking met alle belanghebbenden en met andere instellingen. Ook is het van belang om op de hoogte te blijven van alle relevante ontwikkelingen en, omgekeerd, andere organisaties op de hoogte te houden van ontwikkelingen in de revalidatiesector. Revalidatie Nederland onderhoudt dan ook contact met diverse stakeholders die invloed hebben op de revalidatiesector. Op bestuurlijk niveau is er geregeld overleg over onderwerpen die voor de revalidatie van belang zijn. Zo sprak Revalidatie Nederland in 2009 onder andere met het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Op regelmatige basis voert Revalidatie Nederland gesprekken met andere brancheorganisaties, zoals de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA), de NVZ Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de organisatie voor zorgondernemers Actiz.
! Samenwerking of mededinging? De veranderde samenstelling van de zorgmarkt zorgt voor meer samenwerking tussen zorgondernemingen. Ook biedt de zorgsector steeds meer plaats voor concurrentie. Maar wanneer is er sprake van samenwerking en wanneer van mededinging? Wanneer prijs- of marktverdelingsafspraken mogelijk zijn, is de Mededingingswet van toepassing. Zorgaanbieders, leveranciers van hulpmiddelen, geneesmiddelengroothandels en zorgverzekeraars mogen geen afspraken maken die de concurrentie beperken en zij mogen ook geen misbruik maken van hun machtspositie. Deze onderwerpen zijn besproken tijdens de lunchbijeenkomst over mededinging die Revalidatie Nederland in december 2009 voor haar leden organiseerde. Al snel werd duidelijk dat de Mededingingswet niet in één middag kan worden uitgelegd en dat de toepassing van deze wet per situatie moet worden geïnterpreteerd. De bijeenkomst gaf het startsein voor een discussie over dit onderwerp binnen Revalidatie Nederland, dat op veel belangstelling van de leden kan rekenen. In 2010 worden de toepassing en consequenties van de Mededingingswet voor zowel de revalidatie-instellingen als voor de branchevereniging verder uitgewerkt.
25
In 2009 gebeurde dit onder meer door de resultaten van het onderzoek Kosten en baten van revalidatie, dat eind 2008 in opdracht van Revalidatie Nederland en het Revalidatiefonds door SEO Economisch Onderzoek is opgesteld, wijd te verspreiden. In maart verscheen een speciale krant over dit onderwerp. Ook de reizende foto-expositie Perspectief en het gelijknamige boek laten aan de hand van de foto’s en de verhalen van verschillende revalidanten duidelijk zien hoe groot de toegevoegde waarde van revalidatie is.
Profilering van revalidatie
De expositie was gedurende het jaar bij verschillende organisaties te zien, zoals bij het ministerie van VWS, ZN, ziekenhuizen en revalidatie-instellingen. De reacties zijn lovend. Voor het boek Perspectief dat aan diverse relaties is uitgereikt was zoveel belangstelling, dat het in 2009 een herdruk kreeg. In 2010 doet de expositie weer een aantal locaties aan. Ook is het boek nog verkrijgbaar.
Meer aandacht voor marketing Marktwerking in de gezondheidszorg verlegt de aandacht van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde markt. Verzekeraars krijgen contracteervrijheid en klanten krijgen keuzevrijheid. Zorgverleners moeten dus duidelijk maken waarom de klant voor hen moet kiezen, en niet voor de concurrent. Marketing wordt hiermee een steeds belangrijker aandachtsgebied, ook in de revalidatiesector. Medio 2009 heeft Revalidatie Nederland een marketingplatform opgericht. In dit platform, bestaande uit bestuurders en marketing managers uit de instellingen, wordt het landelijke marketingbeleid verder ontwikkeld. Activiteiten in 2009 waren met name gericht op het vergroten van de bewustwording bij de instellingen van het belang van marketing. In 2010 zullen deze activiteiten worden gecontinueerd. Daarnaast worden concrete marketinginstrumenten ontwikkeld, waarmee de instellingen invulling kunnen geven aan hun eigen marketingbeleid en -strategie.
Informatievoorziening over de revalidatiesector Een van de belangrijke taken van Revalidatie Nederland is informatievoorziening over de sector. In 2009 is het proces van informatievoorziening (verzamelen, analyseren, rapporteren en beheren van gegevens) van Revalidatie Nederland overgegaan naar een externe leverancier, Prismant te Utrecht. Revalidatie Nederland treedt op als opdrachtgever en blijft uiteraard eindverantwoordelijk voor de informatievoorziening. Daarnaast zijn voor de sector belangrijke rapporten uitgebracht, zoals de managementrapporten per instelling, benchmarkrapporten en het Brancherapport Revalidatie 2008.
Werkbezoeken maken waarde tastbaar Revalidatie Nederland kan rekenen op de interesse van diverse politici, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden. Daarom organiseert Revalidatie Nederland met enige regelmaat werkbezoeken aan de revalidatiecentra. Deze werkbezoeken zijn verhelderend voor alle partijen en maken de toegevoegde waarde van revalidatie tastbaar gedurende rondleidingen, gesprekken en presentaties. In 2009 zijn er zestien werkbezoeken georganiseerd voor diverse politieke partijen, organisaties en koepels, waaronder Zorgverzekeraars Nederland, de koepel voor patiëntenorganisaties NPCF, het ministerie van VWS, de NZa en de NVZ. Onder de politici waren Tweede Kamerlid Esmé Wiegman (Christen Unie), Henk van Gerven (SP), Fons Luijben (SP) en Richard Klerks (Provinciale Staten Friesland namens de SP), Tweede Kamerlid Janneke Schermers (CDA) en Tweede Kamerlid Rita Verdonk (TON). De beleidspersonen en politici brachten een bezoek aan instellingen verspreid over het land: Revalidatie Friesland, Revant Stichting Revalidatiecentrum Breda, De Vogellanden, centrum voor revalidatie in Zwolle, Stichting Revalidatiegeneeskunde Zeeland, Revalidatiecentrum Tolbrug locatie Oss, Groot Klimmendaal in Arnhem, Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht, Stichting Heliomare in Wijk aan Zee, Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en het Jan van Breemeninstituut (JBI) in Amsterdam, Revalidatiecentrum De Trappenberg in Huizen, Rijndam revalidatiecentrum in Rotterdam, Centrum voor Revalidatie UMCG, locatie Beatrixoord in Groningen en Rijnlands Revalidatie Centrum in Leiden.
In 2010 zal het proces van informatievoorziening verder worden geoptimaliseerd, en worden de eerste stappen gezet op weg naar een meer innovatieve vorm van informatievoorziening. Hierbij wordt met name gedacht aan online informatievoorziening, die de revalidatie-instellingen meer ruimte biedt voor eigen analyses.
Duidelijkheid over toegevoegde waarde In de diverse activiteiten op het gebied van communicatie en public affairs brengt Revalidatie Nederland de toegevoegde waarde van revalidatie onder de aandacht.
26
27
In de serie nieuwe revalidatietechnieken, deel 3:
De Wii
➜
■ Algemene informatie In de revalidatiesector wordt de Wii gebruikt voor diverse trainingen, zoals verbetering van balans en stabiliteit. Ook kunnen patiënten die hun arm-handfunctie willen verbeteren, trainen met de Wii. Deze vorm van training blijkt beter vol te houden te zijn en is voor velen uitdagender dan de ‘klassieke’ arm-handfunctietraining, waarbij er aan tafel spelletjes gespeeld worden. De patiënt probeert zijn handelen aan te passen aan de resultaten van zijn eerdere bewegingen. Dank zij dit feedbacksysteem traint de patiënt zijn grove of fijnere motoriek, of leert hij deze te verbeteren. Er wordt individueel getraind maar ook in groepen.
1
Boven het scherm is een sensor geplaatst, die het mogelijk maakt om met de controller naar het scherm te wijzen.
2
Op de tv ziet de patiënt ‘zichzelf’, oftewel zijn Wii-karakter (Mii), en zijn interactie met de virtuele omgeving.
3
Met de bewegingsgevoelige controller stuurt de patiënt zijn Mii aan. De Mii reageert nauwkeurig op de instructies van de patiënt. In feite doet de Mii de bewegingen van de patiënt na.
voor vervolg zie volgende pagina 28
29
Revalidatie in cijfers
Revalidatie Nederland
- In 2009 is circa 410 miljoen euro uitgegeven aan revalidatiezorg. De totale omvang van de revalidatiezorg stijgt in 2009 met circa 2,5% ten opzichte van 2008.
Revalidatie Nederland is de branchevereniging voor de revalidatie. Alle 23 revalidatiecentra in Nederland zijn lid. Ook is een aantal afdelingen van ziekenhuizen geassocieerd lid. Revalidatie Nederland zet zich in voor de belangen van haar leden, gericht op het aanbieden van optimale revalidatiegeneeskundige zorg. Het hoogste orgaan van Revalidatie Nederland is de algemene ledenvergadering.
- De opbrengst in de vorm van kwaliteit van leven en besparing op zorgkosten door revalidatie bedraagt 2,2 miljard euro. Elke geïnvesteerde euro in revalidatiezorg levert dus circa 5,3 euro op. - In 2009 hebben 72.001 poliklinische patiënten, waarvan 15.665 jeugdigen (jonger dan 17 jaar) en 8.166 klinische patiënten, waarvan 422 jeugdigen, gebruikgemaakt van revalidatie. - In de revalidatie is 90% van de zorg verleend aan poliklinische patiënten. - Van alle patiënten is 44% behandeld voor neurologische aandoeningen zoals beroerte, spasticiteit en dwarslaesie. - Binnen de kinderrevalidatie is 64% van de kinderen in behandeling voor een neurologische aandoening. - 426 revalidatieartsen zijn eind 2009 werkzaam in ziekenhuizen en revalidatiecentra. - 135 assistenten (aio’s) zijn eind 2009 in opleiding tot revalidatiearts. - Komend jaar zullen naar verwachting circa 34.000 nieuwe patiënten – van wie het grootste deel nu nog kerngezond is – bij een revalidatie-instelling of op een revalidatieafdeling in een ziekenhuis revalideren.
Revalidatie Nederland heeft als belangrijkste taak de belangen van de leden te behartigen en het beleid voor de sector te ontwikkelen. Daartoe behandelt Revalidatie Nederland een aantal voor de sector relevante dossiers en voert projecten uit. De dossiers en projecten hebben een plaats gekregen in verschillende bestuurscommissies, waarin naast een beleidsmedewerker van Revalidatie Nederland ook een vertegenwoordiging van de leden van Revalidatie Nederland zitting heeft. De Bestuurscommissie Onderzoek, Innovatie en Kwaliteit (BOlK) behandelt onderwerpen als HKZ, lange termijn kwaliteitsbeleid, prestatie-indicatoren en wetenschappelijk onderzoek. Onder deze commissie ressorteren nog twee andere commissies: de Commissie Prestatie Indicatoren en de Commissie Kinderrevalidatie. De Bestuurscommissie Sturing & Financiering (S&F) houdt zich onder meer bezig met de DBC’s, innovatiebekostiging en kapitaallasten. De Bestuurscommissie Informatiebeleid en Marketing (BIM) ontwikkelt en beheert het gewenste informatie- en marketingbeleid. Onder deze commissie ressorteren de Stuurgroep en de Adviescommissie Revalidatie EPD, de Commissie Informatievoorziening, de Commissie Ecarisbeheer en het Marketingplatform. Daarnaast is er een Permanente Commissie Ziekenhuisrevalidatie (PCZ) voor het ziekenhuisspecifieke belang van de ontwikkelingen in de revalidatiesector. Voorzitter van Revalidatie Nederland is Paula Swenker, lid van de VVD-fractie in de Eerste Kamer en woordvoerder voor sociale zaken en werkgelegenheid, volksgezondheid, welzijn en sport.
Leden en lidmaatschapscriteria In het kader van alle ontwikkelingen in de zorg zijn in 2009 de lidmaatschapscriteria van Revalidatie Nederland opnieuw tegen het licht gehouden. Om heldere afspraken te maken over het lidmaatschap van Revalidatie Nederland en de rechten die hieraan verbonden zijn, heeft het bestuur in 2009 nieuwe kaders voor de lidmaatschapscriteria vastgesteld. Deze worden in 2010 formeel bekrachtigd.
32
33
Bestuur - Mr. P. (Paula) Swenker, voorzitter - Dr. M.P. (Michael) Bergen, vice-voorzitter en voorzitter Permanente Commissie Ziekenhuizen - V.O.M. (Vincent) Buitendijk, penningmeester en voorzitter Bestuurscommissie Sturing & Financiering - J.G.M. (Jos) Buijs MHA, voorzitter Bestuurscommissie Informatiebeleid en Marketing (tot 1 januari 2010) - Drs. R.J. (Rob) Beuse, voorzitter Bestuurscommissie Informatiebeleid en Marketing (vanaf 1 januari 2010) - Drs. C.M. (Marc) van Gestel, voorzitter Bestuurscommissie Onderzoek, Innovatie en Kwaliteit
Medewerkers landelijk bureau (bezetting mei 2010) -
Drs. Jannie Riteco, directeur Marianne Blom, officemanager Rienk Harkema, projectmedewerker Esther Hulst, directiesecretaresse Samantha de Jong, secretaresse Michel Leenders, beleidsmedewerker Drs. Karin van Londen, senior communicatieadviseur Marieke Renting, projectsecretaris Drs. Jeroen Smale, beleidsmedewerker Drs. Laura van Steenveldt, beleidsmedewerker Drs. Marjet Veenstra, beleidsmedewerker Bianca van Wesep, programma coördinator Innovatie
Leden en geassocieerde leden van Revalidatie Nederland Friesland Revalidatie Friesland Beetsterzwaag T 0512 - 389494 www.revalidatie-friesland.nl
UMC St. Radboud (geassocieerd lid) Nijmegen T 024 - 3611111 www.umcn.nl
Zuid-Holland Sophia Revalidatie Den Haag T 070 - 3593593 www.sophiarevalidatie.nl
Revant St. Revalidatiecentrum Breda Breda T 076 - 5331700 www.rcbreda.nl
Groningen Centrum voor Revalidatie UMCG (locatie Beatrixoord) Haren T 050 - 5338911 www.centrumvoorrevalidatie.umcg.nl
Utrecht Militair Revalidatie Centrum Aardenburg Doorn T 0343 - 598445 www.mrc.nl
Rijnlands Revalidatie Centrum Leiden T 071 - 5195195 www.rrc.nl
Libra Zorggroep Revalidatiecentrum Blixembosch Eindhoven T 040 - 2642742 www.blixembosch.nl
Rijndam revalidatiecentrum Rotterdam T 010 - 2412412 www.rijndam.nl
Revalidatiecentrum Tolbrug ’s-Hertogenbosch T 073 - 6992028 www.tolbrug.nl
Capri Hartrevalidatie Rotterdam Rotterdam T 010 - 2435335 www.caprihr.nl
Lievensberg Ziekenhuis (geassocieerd lid) Bergen op Zoom T 0164 - 278000 www.lievensberg.nl
Maasstadziekenhuis (geassocieerd lid) Rotterdam T 010 - 291 1911 www.maasstadziekenhuis.nl
Limburg Zorggroep Adelante Hoensbroek T 045 - 5282828 www.adelante-zorggroep.nl
Zeeland Revant St. Revalidatiegeneeskunde Zeeland Goes T 0113 - 236236 www.rgz.nl
VieCuri Medisch centrum voor Noord Limburg (geassocieerd lid) Venlo T 077 - 320 5555 www.viecuri.nl
Noord-Brabant Libra Zorggroep Revalidatiecentrum Leijpark Tilburg T 013 - 5398539 www.rcleijpark.nl
Kijk voor meer informatie over revalidatie en de revalidatiecentra op www.revalidatie.nl.
Drenthe Ziekenhuis Bethesda (geassocieerd lid) Hoogeveen T 0528 - 286222 www.bethesda.nl Overijssel De Vogellanden, centrum voor revalidatie Zwolle T 038 - 4981111 www.vogellanden.nl Het Roessingh, Centrum voor revalidatie Enschede T 053 - 4875875 www.roessingh.nl Gelderland ViaReva Apeldoorn T 055 - 5382700 www.viareva.nl Groot Klimmendaal Arnhem T 026 - 3526100 www.grootklimmendaal.nl Revalidatiecentrum van de St. Maartenskliniek Nijmegen T 024 - 3659911 www.maartenskliniek.nl
34
Revalidatiecentrum De Hoogstraat Utrecht T 030 - 2561211 www.dehoogstraat.nl Noord-Holland Revalidatiecentrum De Trappenberg Huizen T 035 - 6929600 www.trappenberg.nl Stichting Heliomare Wijk aan Zee T 0251 - 288888 www.heliomare.nl Revalidatiecentrum Amsterdam Amsterdam T 020 - 6071607 www.rcamsterdam.nl Jan van Breemen Instituut Amsterdam T 020 - 5896589 www.janvanbreemen.nl Gemini Ziekenhuis (geassocieerd lid) Den Helder T 0223 - 696969 www.gemini-ziekenhuis.nl
35
Colofon Uitgave van Revalidatie Nederland Oudlaan 4, Postbus 9696, 3506 GR Utrecht T 030 - 2739384, F 030 - 2739406
[email protected], www.revalidatienederland.nl Teksten:
Revalidatie Nederland
Eindredactie:
Marianne ten Hoedt, Ten Hoedt Communicatie
Fotografie:
Inge Hondebrink
Vormgeving:
Jet Westbroek, Westbroek en Ter Haar
Drukwerk:
Roto Smeets GrafiServices
Met dank aan:
Joyce Overgaag, Klaas Jan van Haastrecht, dhr. J. op der Heijde, Yannick van ‘t Leven, Sophia Revalidatie, Den Haag; Astrid van de Laar, Hennie Rijken, dhr. J. van Gemert, Tamara Egbers, Maartenskliniek, Nijmegen; Hélène van der Veur, Bart Freriks, Gerdienke Prange, Birgit Molier, Thijs Krabben, Het Roessingh, Enschede
36