www.gob-sg.nl
VERKIEZINGSPROGRAMMA GOB
2006 - 2010
Sittard-Geleen-Born, 13 januari 2006 GOB 2006-2010 versie 3
1
INHOUD: 1.
INLEIDING.
blad 3
2.
DE INDIVIDUELE DIENSTVERLENING AAN DE INWONERS. 2.1 Algemeen. 2.2 Geen ergernis maar service. 2.2.1 Telefonische bereikbaarheid 2.2.2 Postafwikkeling 2.2.3 Electronische dienstverlening 2.2.4 Handhaving lokaties stadswinkels 2.3 Vergroten van leefbaarheid 2.3.1 Wijkserviceteams 2.3.2 Zwerfvuil 2.3.3 Milieuparken 2.3.4 Verenigingen en instellingen, het cement van de samenleving 2.3.5 Communicatie met de inwoners
blad 4 t/m 6
3.
VISIE OP WIJKGERICHT WERKEN. 3.1 Bundeling van krachten in de wijken 3.2 Voorzieningenniveau in de wijken 3.3 Vertaling wijkgericht werken naar beleidsterreinen 3.4 Multifunctionele accommodaties 3.5 Woningbouw 3.6 Speelvoorzieningen 3.7 Onderhoud en subjectief onveiligheidgevoel
blad 7 t/m 8
4.
STEDELIJKE ONTWIKKELING . 4.1 Stadscentra 4.2 Mobiliteitsbeleid 4.3 Evenementenbeleid 4.4 Visie op onderwijs 4.5 Veiligheid 4.5.1 Algemeen 4.5.2 Gebruiksvergunningen en handhaving 4.5.3 Brandweer 4.5.4 Misdaadbestrijding, zware criminaliteit en drugsoverlast 4.5.5 Openbare veiligheid 4.5.6 Subjectieve of beleefde onveiligheid 4.6 Middengebied tussen Sittard en Geleen 4.7 Werkgelegenheid 4.8 Auto-industrie en logistiek 4.9 Graetheide 4.10 Natuur en landschap 4.11 Grensmaas
blad 9 t/m 12
5
SOCIAAL BELEID. 5.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 5.2 Mensen met een functiebeperking 5.3 Senioren 5.4 Armoedebeleid 5.5 Maatschappelijke opvang 5.6 Prestatieafspraken woningcorporaties 5.7 Gezondheidszorg
blad 13 t/m 14
6.
SAMENWERKING OP (EU)REGIONAAL EN ZUID-LIMBURGS NIVEAU.
blad 15
7.
FINANCIEEL PERSPECTIEF. 7.1 Financiële situatie verre van rooskleurig 7.2 Moeilijke keuzes voor het ambitieniveau van de stad 7.3 Terughoudend belastingbeleid
blad 16
GOB 2006-2010 versie 3
2
1.
INLEIDING.
De politieke groepering GOB functioneert vanuit de kernbegrippen Geloofwaardig, Open en Betrouwbaar ten behoeve van de belangen van de inwoners van de gehele stad. Leidend daarbij is een integere en transparante overheid, waar de inwoners vertrouwen in hebben. De kandidaten van het GOB zullen hun handelen baseren op de principes van Eenheid, Balans en Kwaliteit. Daarmee aangevende dat het GOB gaat voor de gehele stad met daarbinnen de eigen identiteit van de diverse kernen, buurten en dorpen. Uitgangspunt daarbij is een deskundige inbreng, die voldoet aan de maat van de tweede stad van Limburg. Het verkiezingsprogramma van het GOB is gebaseerd op deze belangrijke principes en gaat dan ook uit van een viertal niveaus waarop de gemeente Sittard-Geleen moet functioneren. Dit zijn de individuele dienstverlening aan de inwoners, een nieuwe visie op wijkgericht werken, de stedelijke ontwikkelingen en tenslotte de samenwerking op (eu)regionaal en Zuid Limburgse schaal. Hierbij hanteert het GOB het uitgangspunt dat de dienstverlening en de wijken op orde dienen te zijn, alvorens draagvlak ontstaat voor ontwikkelingen op stedelijk en bovenstedelijk niveau. Met name onze inwoners hechten groot belang aan het op orde zijn van de dagelijkse leefomgeving en de adequate afhandeling van verzoeken en klachten. De stedelijke en bovenstedelijke ontwikkelingen vinden hun oorsprong in de regionale functie die onze stad heeft. Hierbij wordt gedacht aan woningbouw, mobiliteit en werkgelegenheid. Het GOB is van mening dat deze laatste opgaven de laatste jaren niet in evenwicht zijn met de ontwikkelingen op wijk en individueel niveau.
GOB 2006-2010 versie 3
3
2.
DE INDIVIDUELE DIENSTVERLENING AAN DE INWONERS.
2.1
ALGEMEEN.
Het gezicht van de gemeente voor de burger, vereniging of instelling wordt in belangrijke mate bepaald door de dienstverlening van de gemeente aan die burger, vereniging of instelling. Vooral voor de burger dient de dienstverlening een hoge tevredenheidfactor te hebben. Immers hij betaalt hiervoor via de belastingen. Als de dienstverlening niet in orde is zal bij de burgers ook minder draagvlak zijn voor stedelijke of bovenstedelijke ontwikkelingen. Het is duidelijk dat de gemeente Sittard-Geleen er niet in is geslaagd voor haar inwoners van Sittard, Geleen en Born een voldoende te halen voor dienstverlening. Integendeel, de inwoners ervaren de dienstverlening van de gemeente als een afkalvende taak. Bovendien wordt de vermindering van het niveau niet of onvoldoende uitgelegd. Er zal in de komende raadsperiode zwaar moeten worden ingezet op de relatie burger-gemeente, ofwel cliëntdienstverlener. Service geven en service krijgen geeft een goed gevoel naar beide zijden. Het GOB wil zowel burgers als overheid dat goede gevoel geven.
2.2
GEEN ERGERNIS MAAR SERVICE.
2.2.1 Telefonische bereikbaarheid. De telefonische bereikbaarheid van de gemeente is onder de maat. Ondanks vele maatregelen, technische aanpassingen, callcenter, cursussen voor ambtenaren is het vaak een crime om telefonisch ambtenaren dan wel afdelingen te bereiken. Ons inziens heeft dit probleem niet alleen te maken met techniek maar ook met attitude. Het gemis aan betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de service aan de burger speelt hier een rol. Het GOB is er voorstander van de telefoonlijst met de doorkiesnummers van alle ambtenaren op de website te plaatsen. Ook op ontvangstbevestigingen van brieven dient voortaan het telefoonnummer van de behandelende ambtenaar te worden vermeld. Hierbij kan worden vermeld dat de ambtenaren tussen 9.00 en 12.00 uur rechtstreeks bereikbaar zijn. Na 12.00 uur kan dan het callcenter weer worden ingeschakeld. Hierdoor kan men rechtstreeks de betreffende ambtenaar bellen en draagt de gemeente een open houding uit. De inwoners zijn immers de klanten ! 2.2.2
Postafwikkeling.
Hetzelfde kan gezegd worden van de postafwikkeling. Ook hier blijven zich problemen voordoen. Het signaal van de inwoners dat zo vaak brieven zoek zijn, geeft een berusting weer. Dit is onacceptabel. Er horen op een overheidsinstelling geen brieven zoek te zijn. En uit betrokkenheid met haar burgers dient de gemeente een betrouwbaar intern postsysteem te hebben. Het GOB is van mening dat brieven van inwoners uiterlijk binnen 4 weken afgehandeld moeten zijn. Als de afhandeling langer duurt, dient een tussenbericht gestuurd te worden. 2.2.3 Elektronische dienstverlening. Extra aandacht dient uit te gaan naar de elektronische dienstverlening aan de inwoners. Ongeveer 60 % van de inwoners is in het bezit van een computer met internetverbinding. Door meer diensten elektronisch aan te bieden kan de dienstverlening versneld worden.
GOB 2006-2010 versie 3
4
2.2.4 Handhaving locaties stadswinkels. De stadswinkels dienen in alle drie de stadsdelen te worden gehandhaafd. Korte afstanden naar de dienstverlenende balie zijn voor de burger een serviceverlening die telt. Men zal dat ook ervaren als het volwaardig meetellen als stadsdeel. Een verdere aantasting van het serviceniveau van de stadswinkels is voor het GOB onbespreekbaar.
2.3
VERGROTEN VAN DE LEEFBAARHEID.
2.3.1
Wijkserviceteams.
In de wijken dienen serviceteams te komen. Dit kan in de vorm van vaste onderhoudsploegen. De inwoners stellen een aanspreekpunt kort bij huis op prijs. Als men vaste teams in de wijken heeft, dan zijn de onderhoudsmedewerkers makkelijk en laagdrempelig aanspreekbaar. Door middel van een bonnensysteem kunnen de inwoners klachten snel doorgeven en oplossen. Bovendien kennen de leden van zo’n team de buurt goed waar zij werken. Zodoende kunnen zij ook misstanden snel vaststellen en signaleren. Het GOB is ervan overtuigd dat de betrokkenheid van zowel de burgers als de ambtenaren bij hun wijk hierdoor sterk zal worden vergroot. Het dagelijks onderhoudsniveau van trottoirs, groen en speelvoorzieningen kan hierdoor worden verhoogd. Ook de verspreid liggende uitwerpselen van honden zijn een bron van overlast. De gemeente dient daarom het hondenbeleid nader vorm te geven middels gedragsregels en voorzieningen. Elkaar aanspreken op ongewenst gedrag is de doelstelling van deze aanpak. Voorts wordt verwezen naar de visie op wijkgericht werken. 2.3.2
Zwerfvuil.
Een van de grote ergernissen bij veel burgers de laatste jaren is de enorme toename van zwerfafval. Door de inzet van wijkteams kunnen dumpplaatsen snel worden gelokaliseerd. Een ander middel om het zwerfafval terug te dringen ziet het GOB in de uitbreiding van de service om gratis grof tuinafval aan te bieden. De ophaalrondes dienen met 2 te worden uitgebreid of de mogelijkheid moet worden geboden 2 weken per jaar gratis grof tuinafval aan te bieden op de milieuparken. 2.3.3
Milieuparken.
De milieuparken zijn ook een servicepunt van de gemeente. Het GOB wil absoluut drie milieuparken in stand houden. Alle 3 de stadsdelen dienen een eigen milieupark te hebben met een gelijke weeginrichting. Bij het aanbieden van afval horen geen frustraties, maar een service waardoor men er zelfs niet over peinst het afval te dumpen. 2.3.4
Verenigingen en instellingen, het cement van de samenleving.
Een ander aandachtspunt bij de dienstverlening is de service aan de verenigingen en instellingen. Het is onvoorstelbaar met hoeveel vergunningen verenigingen en instellingen worden geconfronteerd bij het organiseren van een evenement. Men raakt snel het spoor bijster. Het GOB wil voorkomen dat de papieren rompslomp het organiseren van activiteiten in de weg staat. Daarom dient de lijst van benodigde vergunningen voor allerlei activiteiten goed onder de loep worden gehouden. Het aanvragen van een gebruiksvergunning voor een activiteit die gehouden wordt in een locatie die al een gebruiksvergunning heeft lijkt het GOB overbodig. Het GOB wil dat er één aanspreekpunt komt voor de verenigingen en instellingen. Het GOB vindt de verenigingen en instellingen met al hun vrijwilligers en leden zo GOB 2006-2010 versie 3
5
belangrijk, dat zij een apart servicepunt verdienen, waarbij ondersteuning maar zeker instandhouding hoog in het vaandel dient te staan. De verenigingen en instellingen bieden immers de mogelijkheid tot de door de inwoners gekozen, al dan niet gezamenlijke, vorm van ontspanning. Hier maakt men het cement voor de maatschappij, verdraagzaamheid, respect voor elkaar en samenwerking kan hier als basis voor de samenleving, door iedereen worden ervaren. Het GOB steunt alle verenigingen en instellingen binnen onze stad die hieraan bijdragen en zal zich bijzonder inzetten voor het instandhouden van deze verenigingen en instellingen, alsmede voor de noodzakelijke en betaalbare voorzieningen. 2.3.5
Communicatie met de inwoners.
Uitermate belangrijk volgens het GOB is de communicatie met de inwoners. Communicatie is een tweezijdig begrip. Dat betekent niet alleen de inwoners informeren, maar ook iets doen met de signalen die de inwoners geven. Het is belangrijk om maatschappelijke ontwikkelingen vroegtijdig te onderkennen, zodat daar tijdig op ingespeeld kan worden. Daarnaast zullen de instrumenten zoals raadplegend referendum, burgerinitiatieven op wijkniveau en enquêtes ingezet moeten worden om vast te stellen wat er leeft in de stad. Meer aandacht dient te zijn voor een adequate bezorging van de weekbladen, waarin het nieuws van de gemeente staat. En tenslotte is het belangrijk het instrument inspraak in een volwaardige procedure te brengen, op een dusdanige manier dat het college of de gemeenteraad kennis hiervan kan nemen en de juiste afweging kan maken. Bij dit alles is het GOB van mening dat voldoende waarborgen gecreëerd moeten worden ten behoeve van de levensvatbaarheid van de publieke omroep START.
GOB 2006-2010 versie 3
6
3.
VISIE OP WIJKGERICHT WERKEN.
3.1
BUNDELING VAN KRACHTEN IN DE WIJKEN.
Behalve de verbetering van de dienstverlening aan de inwoners, is de visie op wijkgericht werken ook toe aan een volgende stap van ontwikkeling. Het GOB constateert dat de maatschappelijke ontwikkelingen ten aanzien van het thema gemeenschapszin het noodzakelijk maken om alle instanties en instellingen die in de wijken werkzaam zijn, te bundelen met de bedoeling de individuele en collectieve problematiek in de wijk op te lossen. Hierbij denkt het GOB aan een fysieke en een functionele bundeling van krachten in het belang van de inwoners van onze stad. 3.2
VOORZIENINGENNIVEAU IN DE WIJKEN.
Het voorzieningenniveau in de diverse wijken, kernen en dorpen daalt zienderogen. Daarom is het GOB voorstander van een fysiek ontmoetingspunt voor de inwoners in elke wijk of voor meerdere wijken samen. Daarbij wordt gedacht aan een gemeenschapshuis, een school, een huisarts en dergelijke. Dit ontmoetingspunt voor de inwoners vervult een centrale rol voor het aanbod en de samenwerking tussen de verschillende actoren in de wijk. Bij voorkeur dient een concept van de brede school te worden uitgewerkt, bijvoorbeeld een basisschool met peuterspeelzaal, voor-, tussen- en naschoolse opvang en jeugdzorg. Een verdere uitbreiding tot multifunctionele accommodatie behoort eveneens tot de mogelijkheden. Hierbij wordt gedacht aan een servicepunt van de stadsdeelmanager, een bankloket of pinautomaat en een bibliotheekvoorziening. Door middel van het bundelen van fysieke voorzieningen neemt automatisch de mogelijkheid toe van afstemming en vroegtijdig opsporen van functionele problemen van de inwoners. Door een breed aanbod en goede samenwerking kunnen preventieve acties worden uitgevoerd op het gebied van opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg, jeugd- en jongerenwerk, maatschappelijke ondersteuning, thuiszorg en verdere ondersteuning van ouderen. Maar ook advisering over gemeentelijke zaken, zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, armoedebestrijding en werk en inkomen. Op die manier kan een netwerk ontstaan waar aandacht is voor de samenwerking tussen instanties en instellingen die zich bezig houden met het totale welzijn van de gehele gemeenschap. 3.3
VERTALING WIJKGERICHT WERKEN NAAR BELEIDSTERREINEN.
De volgende stap in deze ontwikkeling is dat vanuit deze wijkbenadering ook de vertaling plaatsvindt naar andere beleidsterreinen, zoals wijkeconomie, verbetering van de veiligheid en natuurlijk de bevordering van een leefbare woonomgeving. Het idee van het GOB om mensen zonder werk in te zetten als toezichthouder in de openbare ruimte bevordert in elk geval de veiligheid en leefbaarheid enerzijds en het gevoel van eigenwaarde bij de mensen die geen werk hebben anderzijds. Vanuit de redenering dat mensen in de wijk zich ook voor de wijk inzetten, zal de gemeenschapszin toenemen en zullen nog meer initiatieven ontstaan die de waardering voor het verenigingsleven vergroten.
GOB 2006-2010 versie 3
7
3.4
MULTIFUNCIONELE ACCOMMODATIES.
Naast de hiervoor geformuleerde visie op wijkgericht werken, is het noodzakelijk om te zorgen voor een adequaat voorzieningenniveau in de diverse wijken, kernen en dorpen van onze stad. In het op te stellen masterplan accommodatiebeleid zal hiermee rekening gehouden moeten worden. Het is belangrijk dat voldoende faciliteiten beschikbaar zijn ten behoeve van het verenigingsleven, zoals gemeenschapsaccommodaties en sportvoorzieningen. Hierbij heeft de gemeente een directe verantwoordelijkheid. Het provinciaal bestuur wil de gemeenten financieel ondersteunen bij het beleid om te komen tot vitale kernen. 3.5
WONINGBOUW.
Uitermate belangrijk is de mogelijkheid van doorstroming van jonge starters in de eigen kern. Dit betekent dat uitbreiding van woningbouw voor starters enerzijds en senioren anderzijds hoofdpunt van beleid moet zijn. Het GOB heeft aangegeven bereid te zijn om de grenzen van de kernen op te rekken, in die gevallen waar binnen de kernen geen ruimte voor woningbouw aanwezig is. 3.6
VOORZIENINGEN VOOR JEUGD EN JONGEREN.
Meer aandacht dient uit te gaan naar adequate speelvoorzieningen in de wijken. Deze dienen niet alleen veilig te zijn, maar ook afgestemd op de leeftijdsopbouw van de wijk. Dit geldt eveneens voor de locaties, waar dergelijke voorzieningen worden gesitueerd. Het GOB is voorstander van een gevarieerd aanbod van ontmoetingsplekken voor onze jeugd in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Daarnaast dient extra aandacht te zijn voor het oplossen van de lange wachtlijsten bij onder meer het bureau Jeugdzorg. 3.7
ONDERHOUD EN SUBJECTIEF ONVEILIGHEIDGEVOEL.
Voor wat betreft het dagelijks onderhoud en de beleefde onveiligheid in de dagelijkse leefomgeving wordt verwezen naar het onderdeel dienstverlening aan de inwoners en het onderdeel de stedelijke ontwikkeling.
GOB 2006-2010 versie 3
8
4.
STEDELIJKE ONTWIKKELING.
4.1
STADSCENTRA.
De raad van de gemeente Sittard-Geleen heeft raadsbreed de ontwikkelde stadsvisie goedgekeurd. In de stadsvisie is de keuze vastgelegd dat Sittard tot een stedelijk ontmoetingscentrum zal worden ontwikkeld en Geleen tot een stedelijk servicecentrum. Het GOB is van mening dat uit deze keuze voortvloeit dat de bijbehorende functies zoals beschreven in het Kolpronrapport ook daadwerkelijk in de betreffende stadsdelen worden gerealiseerd. Voor Sittard betekent dit versterking van de rol van het MKB, het verbreden van het aanbod van de detailhandel en horeca, de ontwikkeling van de Dobbelsteen ( zoals de Hogeschool Zuyd en culturele functies) en versterking van de cultuurhistorische elementen. De functie van Sittard als onderwijsstad dient gestimuleerd te worden. Dit betekent tevens dat naast de aandacht voor woningbouw voor ouderen en starters, aandacht dient te zijn voor studentenhuisvesting. Voor beide stadscentra geldt dat er aandacht dient te zijn voor het realiseren van betaalbare woningen. Het stadscentrum van Geleen dient kwalitatief versterkt te worden door een klein compact centrum te realiseren en winkels midden in het centrum te concentreren. Ook hier dient de rol van het MKB versterkt te worden. Voorts dient het centrum van Geleen te worden gepromoot als stedelijk servicecentrum. De levendigheid in het centrum van Geleen kan bevorderd worden door het vestigen van dienstverlenende bedrijven en organisaties in het centrum van Geleen. Dit betekent nadrukkelijk dat de gemeentelijke diensten overwegend in het centrum van Geleen gevestigd dienen te worden, waarbij er voor gekozen zou kunnen worden om het bestuurscentrum in de Dobbelsteen te Sittard te vestigen en de overige gemeentelijke diensten in het centrum van Geleen. Daarnaast denken wij onder andere aan de vestiging van CWI, PIW en het hoofdbureau van politie in het centrum van Geleen. 4.2
MOBILITEITSBELEID.
Met name voor het stadscentrum van Sittard dient de bereikbaarheid verbeterd te worden. In de eerste plaats moet het openbaar vervoer geoptimaliseerd worden, voorts dient het langzaam verkeer gestimuleerd en het autoverkeer gereguleerd te worden. Voor beide stadscentra dient het parkeerbeleid afgestemd te worden op de voor het betreffende stadscentrum gekozen functies. Naast de verbetering van de verbindingen tussen de kleine kernen, door bijvoorbeeld een ringverbinding, dient het openbaar vervoerbeleid gericht te zijn op de betere bereikbaarheid van de beide stadscentra. Hierbij kan de autoluwe Rijkswegboulevard een belangrijke rol spelen. Tenslotte lijkt een evaluatie van de aanleg van de 30 km-zones en de effecten daarvan, op zijn plaats. 4.3
EVENEMENTENBELEID.
Het evenementenbeleid dient nog meer gericht te zijn op het afbouwen van de uitvoerende gemeentelijke rol naar een meer stimulerende en subsidiërende rol.
GOB 2006-2010 versie 3
9
4.4
VISIE OP ONDERWIJS.
Sittard-Geleen noemt zich op dit moment nog steeds “onderwijsstad” maar wel zonder visie en ambities. Hoge ambities en randvoorwaardelijke optimalisering van schoolgebouwen is nodig om het onderwijs van het Primair Onderwijs tot en met het Hoger Beroeps Onderwijs in deze grote stad te behouden en te ontwikkelen. Het GOB is van mening dat daartoe een integrale onderwijsvisie zal moeten worden geformuleerd waarbij aanbod, huisvesting, ontwikkeling tot verbrede scholen en evenwichtige spreiding kernwoorden dienen te zijn. 4.5
VEILIGHEID.
4.5.1 Algemeen. Landelijk heeft een aantal gebeurtenissen er toe geleid dat veiligheid een nadrukkelijke rol heeft gekregen bij de inwoners en daarmee ook bij de politiek. Wij zijn ons in Nederland gaan realiseren dat we gemiddeld genomen te weinig maatregelen hebben getroffen om rampen, zware ongevallen en wellicht ook brand te voorkomen. Ook de misdaadbestrijding, met name de bestrijding van de zware criminaliteit, maar ook de drugsoverlast is steeds nadrukkelijker in de publieke en politieke belangstelling komen te staan. 4.5.2 Gebruiksvergunningen en handhaving. Inmiddels is door de gemeente Sittard-Geleen sterk ingezet op het proces dat moet leiden tot de afgifte van de vereiste gebruiksvergunningen en het op een aanvaardbaar niveau brengen van de handhavinginspanning. Het GOB is van mening dat zowel voor wat betreft de criteria voor de afgifte van gebruiksvergunningen, als de criteria voor het handhavingniveau het landelijk beleid gevolgd dient te worden. 4.5.3 Brandweer. Onderzoek heeft uitgewezen dat, gelet op het risicoprofiel van Sittard-Geleen, de repressieve slagkracht vergroot dient te worden. E.e.a. heeft geleid tot het voornemen de beroepsbrandweer uit te breiden. Het GOB is van mening dat er sterker dient te worden ingezet op het uitbreiden van de vrijwillige brandweer en zeker niet overgegaan moet worden tot inkrimping van de vrijwillige brandweer. De keuze voor het zeven kazerne model in de Westelijke Mijnstreek is voor het GOB slechts richtinggevend, omdat bij deze keuze nog niet de financiële afweging betrokken is. Met andere woorden de keuze voor het bouwen van een nieuwe brandweerkazerne dient geplaatst te worden in het totale financiële perspectief van de gemeente Sittard-Geleen. 4.5.4 Misdaadbestrijding, zware criminaliteit en drugsoverlast. Het wordt steeds belangrijker om aangaande de misdaadbestrijding, zware criminaliteit en drugsoverlast te komen tot samenwerking op regionaal, boven regionaal en internationaal niveau. Met name denken we hier aan de gedigitaliseerde informatie uitwisseling en afstemming tussen alle betrokken partijen. Het GOB is van mening dat de misdaadbestrijding, bestrijding van zware criminaliteit en drugsbestrijding een gezamenlijke taak is van gemeente, politie en justitie. Het coffeeshopbeleid dient nader onder de loep genomen te worden. De gemeente is vooral aanspreekbaar op haar coördinerende taak.
GOB 2006-2010 versie 3
10
4.5.5 Openbare veiligheid. Natuurlijk heeft de gemeente, daar waar het gaat om het voorkomen van verstoring van de openbare orde en het waarborgen van de openbare veiligheid een belangrijke rol. De veiligheid dient geoptimaliseerd te worden, waarbij cameratoezicht geen doel op zich dient te zijn, maar in bepaalde situaties een prima middel kan zijn. 4.5.6 Subjectieve of beleefde onveiligheid. Middels de inzet van meer toezichthouders in de openbare ruimte kan een einde worden gemaakt aan de gevoelens van onveiligheid. Belangrijk is ook om meer openbare verlichting in te zetten ter bestrijding van zogenaamde enge plekken.
4.6
MIDDENGEBIED TUSSEN SITTARD EN GELEEN.
Zoals in de stadsvisie is vastgelegd dient het Middengebied tot een centrum voor zorg, sport en ontspanning te worden ontwikkeld. Verder is hier van belang de aan het ziekenhuis gerelateerde gezondheidsboulevard en de koppeling met concentratie van zorgaanbieders. Tevens maakt de concentratie van aanbieders van sport en ontspanning deel uit van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Fortuna. Hier dient sterkte aan zwakte gekoppeld te worden, door bij deze ontwikkeling de relatie te leggen tussen het te ontwikkelen Middengebied en verdere socialisering van de wijk Sanderbout. Het GOB is tegen ontwikkeling van detailhandel op bedrijventerrein Fortuna, gelet op het belang van de ontwikkeling van de beide stadscentra Geleen en Sittard. 4.7
WERKGELEGENHEID.
Naast de grote bedrijven als DSM, Sabic, Chemelot (als beheerder van het bedrijfscomplex) en NedCar, zijn in Sittard-Geleen diverse middelgrote bedrijven gevestigd die een belangrijke rol spelen in het kader van de werkgelegenheid in de gemeente Sittard-Geleen en omgeving. De stimulering van de werkgelegenheid in deze bedrijven, maar zeker ook in het midden- en kleinbedrijf, is zeer belangrijk voor de verdere ontwikkeling van onze stad. Een belangrijk rol van de gemeente is om voorwaardenscheppend bezig te zijn. Bij de economische ontwikkeling is het van groot belang aandacht te houden voor het aantrekken van bedrijven met werkgelegenheid in diverse bedrijfstakken. Daarnaast blijkt dat diverse bedrijven bij hun kerntakendiscussie zich steeds meer concentreren op vermindering van de arbeidsintensiviteit. De scholing dient afgestemd te worden op de toenemende vraag naar technisch hoog gekwalificeerd personeel. Het project “Beta in de techniek” dient een brede aanpak in het Limburgse te krijgen. Dit project richt zich dus op gekwalificeerde technische beroepsopleidingen. In algemene zin dient meer aandacht te zijn voor onze bedrijven middels een extra accent op het bedrijvencontactpunt, als dienstverlening voor de bedrijven. Dit geldt ook voor andere deelterreinen, zoals de horeca. 4.8
AUTO-INDUSTRIE EN LOGISTIEK.
Op het industrieterrein Holtum-Noord en rondom NedCar vinden belangrijke logistieke ontwikkelingen plaats. In Holtum-Noord maakt PLC I en II een sterke ontwikkeling door en op het Industrie Park Swentibold is een groot aantal toeleveringsbedrijven voor NedCar gepland. De werkgelegenheid bij NedCar dient een stevige verankering te krijgen. De gemeente Sittard-Geleen dient tezamen met het Provinciaal Bestuur alles in het werk te stellen om de werkgelegenheid bij NedCar te behouden.
GOB 2006-2010 versie 3
11
4.9
GRAETHEIDE.
De politieke groepering GOB is nog steeds van mening dat de overeengekomen ecologische verbindingszone op het Graetheide-gebied als minimumvariant gehanteerd dient te worden. De leefbaarheid van de kern Graetheide verdient hierbij grote aandacht. De 50dBA geluidscontour dient bij een eventuele ontwikkeling als uitgangspunt te worden genomen. Het GOB is van mening dat er op dit moment nog voldoende inbreidingsmogelijkheden zijn op het Chemelot-terrein. Het thans lopende onderzoek naar de functie van het Graetheidegebied in de toekomst dient er in ieder geval toe te leiden dat de positie van de gemeente SittardGeleen ten opzichte van de provincie en Chemelot/DSM/Sabic duidelijk wordt verankerd. Op grond van de huidige omstandigheden kiest het GOB voor het uitgangspunt Graetheide Groen.
4.10
NATUUR EN LANDSCHAP.
In het kader van het behoud van natuur en landschap hecht het GOB grote waarde aan de verdere ontwikkeling van landschapspark De Graven, welk middels de hiervoor bedoelde ecologische verbindingszone op het Graetheide-gebied verbonden wordt met de Grensmaas. Daarnaast zal ook de aandacht gericht moeten blijven op de ontwikkeling van het landschapspark Susteren, gelegen in het noordelijk deel van het grondgebied van onze gemeente. Het GOB hecht ook grote waarde aan het behoud van de buitengebieden en zal zeer kritisch zijn daar waar het gaat om het opofferen van delen van het buitengebied aan woningbouw of andere natuur- en landschapaantastende activiteiten. Uitsluitend in het belang van de leefbaarheid van de kleine kernen is het oprekken van de grenzen voor woningbouw bespreekbaar. Ook het schaarse groen in het stedelijk gebied dienen we te koesteren en waar mogelijk dient nieuwe groenaanleg te worden gerealiseerd. 4.11
GRENSMAASPLANNEN.
Het GOB is van mening dat in de huidige Grensmaasplannen onvoldoende rekening is gehouden met de opvatting van de inwoners ten aanzien van de leefbaarheid, zoals lawaaioverlast ( 6 dagen per week, 12 uur per dag ), een afdoende schaderegeling etc. Daarom is het GOB er geen voorstander van om in dit stadium medewerking te verlenen aan de wijziging van het bestemmingsplan.
GOB 2006-2010 versie 3
12
5.
SOCIAAL BELEID.
5.1
WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING.
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning kent een negental prestatievelden t.w. : 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9.
Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen van ouders Het geven van informatie en advies Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Bieden van maatschappelijke opvang Bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg Bieden van ambulante verslavingszorg.
Over deze wet bestaat nog steeds veel onduidelijkheid. De invoering van deze wet is tenminste uitgesteld tot 1 juli 2006. De uitvoering van de wet baart het GOB grote zorgen. In afwachting van de nadere uitwerking van deze wet, hanteren wij de volgende uitgangspunten.
5.2.
MENSEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING.
Gemeentelijk dienen optimale omstandigheden gecreëerd te worden, om de belemmeringen tot deelname van gehandicapten en chronisch zieken aan het maatschappelijke verkeer zoveel mogelijk weg te nemen middels voorzieningen, toegankelijkheidsbevordering en dergelijke. Voor deze doelgroep dienen, door extra inspanning van gemeentewege, extra kansen gecreëerd te worden, waarbij “Agenda 22” van de Verenigde Naties leidraad is.
5.3
SENIOREN.
De aandacht voor de senioren dient niet alleen beperkt te blijven tot op de doelgroep gericht woningbeleid. Zeker zo belangrijk is het bieden van mogelijkheden tot recreatie, ontspanning en beweging. Wij denken voorts aan het realiseren van trefcentra waar ouderen mogelijkheden worden geboden tot het ontmoeten van leeftijdgenoten. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de visie op wijkgericht werken, waarbij uitgangspunt is de bundeling van krachten.
5.4
ARMOEDEBELEID.
Nog steeds wordt door inwoners onvoldoende gebruik gemaakt van de financiële vergoedingen voor de laagste inkomens. Mogelijkheden voor bijzondere bijstand worden onvoldoende benut. Het GOB vindt dat niet alleen de voorlichting geïntensiveerd dient te worden, maar dat tevens concrete ondersteuning bij de aanvraag noodzakelijk is. Dit geldt eveneens voor de aanvragen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
GOB 2006-2010 versie 3
13
5.5
MAATSCHAPPELIJKE OPVANG.
Het GOB is van mening dat de gemeenschap de sociaal-maatschappelijke verplichting heeft om uitgeprocedeerde vluchtelingen een maatschappelijk aanvaardbare opvang te geven tot het moment dat daadwerkelijke uitzetting aan de orde is. Ook dient er een sociaal maatschappelijk aanvaardbare opvang te zijn voor dak- en thuislozen. Echter deze dient niet beperkt te blijven tot symptoombestrijding. Het GOB is van mening dat het beleid gericht dient te zijn op een structurele oplossing van de diverse individuele gevallen. Ook voor de verslaafdenzorg geldt dat deze zich niet dient te beperken tot de eerste opvang, maar dat er naar structurele oplossingen gezocht dient te worden. Gedwongen afkickprogramma’s wijzen wij niet op voorhand af.
5.6
PRESTATIEAFSPRAKEN WONINGBOUWCORPORATIES.
Het GOB is van mening dat er prestatieafspraken moeten worden gemaakt met woningbouwcorporaties over kwalitatieve en kwantitatieve woningbouwopgaves, aspecten als woningtoewijzing, belangenorganisaties, overheveling van beheer van woonwagenlocaties en over aspecten als leefbaarheid e.d. Corporaties en gemeente hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de leefbaarheid in de wijken, kernen en dorpen in onze stad.
5.7
GEZONDHEIDSZORG.
Het GOB wil de komende raadsperiode het gezondheidsbeleid prominent op de agenda zetten. Aspecten die daarbij aan de orde komen zijn onder meer: de betrokkenheid van de huisartsen bij het gemeentelijk sociaal en gezondheidsbeleid, de verdere functionele vormgeving van de gezondheidsboulevard, de verfijning van de opdrachtgeverrol van de gemeente aan de GGD, de fijnstofproblematiek etc. Ook directe verwijzing van huisartsen naar gemeentelijke programma’s zoals meer bewegen voor jongeren en ouderen e.d. zijn daarbij aan de orde. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een structureel overleg van de grond komt tussen gemeente en vertegenwoordigers van huisartsen in onze gemeente.
GOB 2006-2010 versie 3
14
6.
SAMENWERKING OP (EU)REGIONAAL EN ZUID-LIMBURGS NIVEAU.
De gemeente Sittard-Geleen is ontstaan als gevolg van een gebrek aan bestuurskracht. Zowel de provincie als het rijk hebben gemeend dat de bestuurskracht kon worden versterkt door het samenvoegen van de voormalige gemeenten Born, Geleen en Sittard. Een bestuurskracht die de moeilijke (eu)regionale opgaven zou kunnen brengen tot goede oplossingen. Helaas is dit voornemen niet bewaarheid, doordat de politici meer oog hadden voor persoonlijke belangen, dan voor de opgaven waar de stad voor staat. Het GOB heeft zich steeds sterk gemaakt voor een krachtige stad, die bij haar ontwikkeling rekening houdt met de belangen van de inwoners. Overigens is de problematiek van het gebrek aan bestuurskracht in meerdere gemeenten en regio’s in Zuid Limburg aan de orde. Op dit moment zijn alle gemeenten en regio’s dan ook bezig om zich te bezinnen over de samenwerkingsmodellen voor de toekomst. Het GOB onderscheidt bij die samenwerkingsdiscussie drie niveaus t.w. strategische, tactische en operationele samenwerking. De drie grote steden in Zuid Limburg, Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen hebben een drietal thema’s benoemd waarop zij willen samenwerken t.w. economie, mobiliteit en sociale veiligheid. De landelijke gemeenten werken samen in een zogenaamd Elsloo-overleg ter bevordering van de leefbaarheid in die gemeenten. Samen vormen deze thema’s de strategische agenda voor Zuid Limburg. Op tactisch niveau wordt gekeken naar grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling, zoals de zogenaamde Maasdal-zône, landschapsparkontwikkeling e.d. En tenslotte op operationeel niveau werken gemeenten samen op allerlei gebied, zoals brandweerzorg, bestuurlijke handhaving van zware criminaliteit e.d. Het GOB is van mening dat de inhoud leidend moet zijn bij elke vorm van samenwerking en de samenwerkingsvorm van ondergeschikt belang is. Voorwaarde daarbij is het behoud van de democratische controle door de individuele gemeenteraden. De laatste jaren is bovendien een grote druk ontstaan om alle taken zo efficiënt mogelijk te organiseren. Met minder geld meer doen is daarbij het adagium. Daarvoor vindt vaker een organisatie op een grotere schaal plaats, zoals de Omnibuzz, samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg (GGD), HALT, sociale dienstactiviteiten e.d. Het GOB is daarbij van mening dat weliswaar sprake kan zijn van een uitvoeringsorganisatie op de schaal van Zuid Limburg, maar dat de opdrachtgeverrol van de individuele gemeenten beter uit de verf moet komen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de gemeenten exact weten welke problemen er spelen, zodat deze kennis kan worden omgezet in opdrachten voor oplossingen. Met andere woorden geen algemene opdracht, maar een maatwerk opdracht. In onze visie op wijkgericht werken wordt hier de basis voor gelegd.
GOB 2006-2010 versie 3
15
7.
FINANCIEEL PERSPECTIEF.
7.1
FINANCIËLE SITUATIE VERRE VAN ROOSKLEURIG.
De financiële situatie van de gemeente Sittard-Geleen is verre van rooskleurig. Het financieel meerjaren perspectief vertoont een oplopend tekort van ongeveer 13 miljoen euro per jaar. Neem daarbij nog het hoge risico-profiel, zoals te weinig geld voor onderhoud en vervangingsinvesteringen, geld voor stedelijke ontwikkeling, niet voldoende financiële ruimte voor jaarlijkse investeringen ten behoeve van leefbaarheid e.d., dan ontstaat een somber financieel beeld van deze gemeente.
7.2
MOEILIJKE KEUZES VOOR HET AMBITIENIVEAU VAN DE STAD.
Daarom heeft het GOB voorgesteld om een externe commissie in te stellen, die een basis moet leggen voor een discussie in de gemeenteraad, waarop de komende jaren moet worden bezuinigd. Inmiddels hebben mevr. van de Vondervoort en professor Korsten toegezegd in deze commissie zitting te nemen. Hun opgave is een overdrachtsdocument te maken voor de nieuwe gemeenteraad. De nieuwe gemeenteraad staat voor moeilijke keuzes. Keuzes die niet alleen het ambitieniveau van de stad raken, maar ook de inwoners direct kunnen raken. Het GOB zal daarbij primair de belangen van de inwoners behartigen. Wij zijn van mening dat ten behoeve van een adequate bestuurskracht de provinciale en rijksoverheid mede verantwoordelijk zijn voor het invullen van de financiële randvoorwaarden. Het overdrachtsdocument van de externe commissie zal ook die ingrediënten moeten bevatten om de andere overheden aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Het GOB is van mening dat er een gespecialiseerd subsidie werfbureau bij de gemeente moet worden opgericht, dat tot doel heeft ook Europese subsidies te verkrijgen.
7.3.
TERUGHOUDEND BELASTINGBELEID.
Daarnaast blijft het GOB van mening dat de gemeente Sittard-Geleen een terughoudend belastingbeleid dient te voeren. Het minder teruggeven van belasting als gevolg van het afschaffen van de gebruikersheffing van de OZB is op de korte termijn acceptabel. Het beleid zal erop gericht moeten zijn om het niveau van de OZB zo laag mogelijk te houden. Ten aanzien van de belasting op dienstverlening, zoals rioolrechten, afvalstoffenheffing en leges, is het GOB van mening dat het kostenniveau omlaag moet middels het efficiënter werken van de gemeentelijke organisatie. Dan is het mogelijk om de stijgende tarieven een halt toe te roepen.
GOB 2006-2010 versie 3
16