C 1 2 7 3 1 RWS BIJL
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). Resultaten van de inventarisatie in opdracht van de Bestuursraad. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie Kennis.
11. Bijlage
Auteurs: Versie:
J. Poot, programma-management R. Vrugt, innovatie & kennismanagement Eindversie 3.0
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998).
18-02 99
Eindversie 3.0
Bijlage blz.l
11.1 Samenstelling project- en klankbordgroep: De projectgroep kent de volgende samenstelling: G.G. Limborgh; directie Kennis, programma-management J. Poot; directie Kennis, programma-management R. Vrugt, directieKenn/s, Innovatie & kennismanagement De klankbordgroep is samengesteld uit de volgend personen: R. Cadeé H. J.C.M. Dirkx J, Flipse J. J.T Sistermans P. B.M Stortelder P.N.M. Pilgram Mevr. T. C.M. Weijers Mevr. E.M. Klein-Schiphorst/ mevr. E.A.G Bos
DG-RLD DG-RWS; directie Kennis, DG-G AW RIZA DG-P DG-TP Hoofdkantoor Rijkswaterstaat, stafdienst control & informatie
Directorsni-GeneMd! Rijkswaterstaat Infonn -.tic •••:! Documentatie PP<'..-.U- I ."';'•, 2'V
r-1
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
. '- '- ••-.
.'ri,i!r
' ioU(.4/Fax. 0/0-3518003
Eindversie 3.0 Bijlageblz.il
11.2 Detailoverzichten aangeleverd materiaal. In het hoofdrapporten worden met het oog op hanteerbaarheid en compactheid de resultaten van de inventarisatie alleen op hoofdlijnen weergegeven. In deze bijlage wordt het aangeleverde materiaal tot detailniveau uitgewerkt. In de overzichten in de bijlagen worden de volgende coderingen gebruikt: HDTP DGRWS-A DGRWS-K DGRWS
staat voor DG-Telecommunicatie & Post, staat voor directie Water staat voor directie Kennis staat voor de centrale stafdiensten van het Hoofdkantoor RWS.
11.2.1 Thema's per directie. Het bijgevoegde overzicht geeft per directie de thema's weer. Van de thema wordt aangegeven onder welke categorie werkzaamheden worden opgedragen en welk budget hiermee is gemoeid. Tevens worden de totaalbedragen per directie vermeld. Het resultaat wordt voor de grootste directies ook grafisch weergegeven.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.ll!
Programma-management directie Kennis
D2TOTAAL xls:Thema's Der directie
3
0 18687 0 0 0 0 0
b
0 6257 0 0 0 0 0 0 0 2665 0 0 0 0 1970
o
1800 0 0 0 0 810 0 0 0 0 0 0 0 0 0 32189 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 168 0 0 168
47777 0 0
0 0 0 0 0
47777 0 0
0 0 0 0 0
Paaina 1
4 0 0 0 0
0
0 0 0
0 0 0 0 0
o"
ö
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
ö""
b
o'
o'
0 0 0 733 0 0 729 0 0 0 0 0 0 69 1531 10500 10288 7955 2200 2210 5600 4139 320 2500 2845 1430 1690 563
1010 810
58310 0 1556 1696 2866 945 480 160 114
7816 1351 0
5000 3041 """1600 1795
b
Eindtotaal 28059 18687 12026 11988 11139 10340 9454 88Ï8 8279 6257 4924 4687 4645 4270 3291 2871 2761 0 2665 2571 2571 2415 2415 2401 2401 2000 0 1970 0 Ï963" ö" 0 1800 0 1610 1451 1451 1201 " Ï2Ö1 152 1086 810 0 757 757 729 0 701 701 453 453 431 431 300 0 241 241 0 194 100 0 180345 125716 0 10500 10288 0 15300 0 9250 0 8935 58Ö0 5600 0 0 4789 0 4440 3600 o 0 2845 1850 0 1690 0 0 1069 0 1010 5
0
0 0 0 0
0
0 0
0 201 0 0 0 0 0 0 300 0 194 31 725 0 0 7345 7050 6725 155Ö 0 650 4120
ïföö
0 420 0 338 0 0 29298 0 561 824 0 983 0 181 95 2644 0 0 0 ... . . . _0
28059 0 12026 11988 11139 0 9454 8818" 8279 0 4924 4687 4645 0 3291 2871 2761
oio
2
oio
Categorie | Som van Kasuitgaven 1998(kf) | Directie |Thema L__JL___ DGRWS-K Bl-Water;infrastructuur en facil. 0 0 investeren in kennisinfra 0 Bl-droog;veiligheid Bl-Water;ontw.hu]pmiddelen 0 Bl-Water;kwalititeit 0 10340 AO-Verkeer & vervoer Bl-droqg;yerkeersgegeyens 0 BÏ-Water;geometrische infra ö Bl-droog;netwerken droog 0 0 bijdrage LWI Bl-droog;vervoersgegevens 0 Bl-droog:modellen 0 0 Bl-Water;standaard rapportages 4270 AO-waterbeheren 0 Bl-droog;basisinformatie 0 BI-droog;HK-K Bl-Water;voorbereiding beleid 0 0 TNO doelfinanciering verkeer &vervoe 0 Bl-Water;morfologie 0 Bl-droog;geometrische infra 0 BI-droog; informeren AO-Bouwspeurwerk 2000 TNO doelfinananciering watersysteme 0 AO-infrastructuur 1963 0 Projectbureau I W S 1610 AO-waterkeren 0 Bl-scheepyaar:ye.[keersgegeyens BÏ-Water;kwantiteit 6"" programmamanagement 0 0 TNO doelfinanciering Bouw 0 Bl-droog;wegkenmerken 0 buitenland 0 Bl-droog;netwerken 0 Bl-scheepvaart; veiligheid Bl-droog;vaarwegkemerken 0 0 (leeg} 0 BÏ-Water;bijzondere rapportages Wegen naar de Toekomst 0 0 kennismanagement 20183 Totaal DGRWS-K 0 DGRWS-A waterkeren 0 kust 0 waterbodems 0 waterberïeer-prevenfie 0 Water-Inrichting Toxicologie o" 0 waterkeren-veiligheid waterbeheer-Modellen 0 0 rivieren watersysteemverkenningen ó"" 0 Eutrofiëring 0 verdroging 0 klimaatontwikkeling 0 nota waterhuishouding 0 organisatie & instrumentatie 0 Oog- oor- en Mondfunctie 0 Totaal DGRWS-A 0 RLD t.b.v. alle thema's 5365 Veiligheid en Aircraft & Operations 270 Milieu en Aircraft & Operations 72 Economie & Infrastructuur 379 Milieu & Infrastructuur 484 Economie & Vervoer 49 Veiligheid & Infrastructuur 0 Economie en Aircraft & Operations 6619 Totaal RLD 0 DGP (|eegj_ 0 correctie 0 taakstelling verkeersveiligheid 0 marktwerking voertuigbeieid """" ö'" 0 keten, chip, reisinformatie ba'ïsïprodüctën door RWS-AW uit gev b
0 0
810
0 484 3155 82 0 472 117 18
4328 0 0 0
b" "o"
0 Ï500'
"
87776 47777 7966 5945 3021 2307 1436 506 226 69184 1351 0 5000 •3Ö4T 2495 1795 Ï5Ö0
17-1-99:18:40
Programma-management directie Kennis
ö"
1060 0 0 0 0 0 146 0 0 0 0 99 0 0 0 0 0 0 0 0 0
D2TOTAAL.xls;Thema's per directie
oio
Totaal DGP DGG (leeg) Techn.samenwerking Maritieme kennisinfrastructuur correctie Telematica Veiligheid jBeleidsJkennis Kennis en onderzoek veiligheid en vlotheid scheegyaartverk Intermodaal vervoer: shuttles Verb.concurr.positie Spoor Verb.concurr.positie Wegvv. R.O. Verb.concurr.positie Zeescheepv. Verkenningen^ Human element, mens en bedrijfsvoer duurzame scheepvaart Vervoermiddelen Zeevaart Faciliterend beleid Internationale samenwerking infovoorziening^ telematica/veiligheid scheepvaart Onderwijs & arbeidsmarkt Duurzaam^.yeryoer: efficiency milieu kuststaat Maritiem clusterbeleid Implementatie en handhaving, aansch Intermodaal vervoer Logistieke ketens Totaal DGG DGRWS investeren in kennisinfra programmamanagement (leeg) Wegen naar de Toekomst nota waterhuishouding personeelsontwikkeling ontwikkelen interactieve planvorming juridische advies audit Totaal DGRWS KNMI Klimaatonderzoek en -advies. Algemeen meteo onderzoek Seismoloaische adviezen
0 0 0
ö ö'
oo
o
ö* 0 0 0 0 200 369 10674 6261 0 850 0 100 510 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
0 0
o
o
0 0 0
ö 245 0 0 562 0 0 0 0 0 0 562 4790 1754 1720
0 0 0
4" '
Pagina 2
0 0 0 0 0 0
ö
ö
100 0 0 275 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50
o 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0
ö
ö
20964 2545 0 0 939 0 472 555 108 498 468 184 344 285 118 190 0 0 84 128 0 ............
1320 0 0 0 0 0 43 0 0 0 0 0 0 0 0 0 180 149 52 0 118
1500 0 0 0 0 0 155 0 32 100 0 159 41 0 138 0 0 0 0 0 0
"" "ö
107" 37
37 55
ö" '
45 20
o
0 0 0
7185 0 40 0 0 0 0 0 108 74 221 614 0 0
686 160 204 530 41 0 5070 1681 100 0 7785 0 0 0
ö" 18764 3012 0 275 0 0 0 0 0 0 3287 0 0 0
0 0 0 0 0 0
oio
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 185 0 0 0 0
1100 1000 0 715 600 540 500 300 400 400 100 300 300 267 250 240 210 200 200 0 0 175 150 100 55 0 43 12 11 6
oio
integraal beleid prijsbeleid alg beleid vraagbeinvloeding infra spoor vraagsubsidiering consumenten parkeren infrastructuur spoor en light rail kosten baten exploitatie infra convenant Verdi visie OV flexibilisering telewerken verdi kennisplatform anticiperend onderzoek door RWS-AV infrastrastructuur wegen vervoersmodellen B/W; beslisondersteunend instrument commentaar experts Questa infra wegen TNO causaal diagram workshop Questa questa; carlton beach sessie verplaatsen in de toekomst (questa)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 200 0 0 0 0 0 0
oio
deelauto
0 0 875 0 0 0
o
onderzoeksplan door RWS-AW uitge< uitkeringssystemen gvb anticperend onderzoek stedelijke gebieden toegankelijkheid yervoermanagement carpool
'6 ' '
ö' ö '
0 0 49 0 0 0
ö 674 0 0 0 0 135 58 0 383 0 576 0 0 0
1100 1000 875 715 600 540 500 400 400 400 375 300 300 267 250 240 210 200 200 200 185 175 150 100 55 50 ""43" 12 11 6 4 25044 2914 10674 6261 939 850 816 655 650 598 468 442 385 285 256 190 180 149 136 128 118
ïïö
ï 07
74 55 49 45 20 0 Ö 27554 3172 243 1367 41 135 5128 1681 591 74 12432 5404 1754 1720
17-1-99;18:40
Programma-management
Totaal KNMI HDTP Telematica effectieve concurrentie dynamiek in technologie&markt TNO doelfinanciering Telecom kwaliteit infrastructuur maatschappelijke gevolgen internation. beleidsconcurrentie Totaal HDTP S&C correctie
8264
8878
614
"1225 525 0 180 450 0 1155 0 500
1038 0 0 0 2263 0
1225 1150 50 0 713 0 30 1943 0
150 480 0 100 0 45 775 0
Schrijven, ontwikkelen 2e generalie Qi Inzicht geven in ontwikkeling vraag na Totaal S&C
525 KNMI-ontvlechting ICT
DOI Totaal DOI
0 121 121
82 29 112
directie Kennis
400 285 684
mobiliteitsbeheersing Totaal WAÏ" PCP (leeg) Totaal PCP BOI P-moduJe _ _ int. Arbeidsmarktcomm. Reiskostenforfait
0 0 0
0 0 25 25
1300 1055 1038 993 450 75 6136 0 500 25 25 550
0 0 0
482 435 917
0 0 0 0 0 0
500 500 350
500 500 350
140
350 J.40
"lip.. 50
Arbo Man. Groep Diversiteit Plan van aanpak CAO Totaal BOI DVO
310 Water V&W brede communicatie Verkeersveiligheid Binnenvaart
Totaal DVO Ondersteuning Phoenix Studie HSL Duitsland - Scandinavië Visievorming binnenlands gebruik Nadere uitwerking CLIP Economische effecten Nut en noodzaak iyiaatschap£elijke ontw. BRD !..Ë®.9.[?.?!M®'!!9.!Ï.?!^.?.P!ar]. Subsitutiestudie Inventarisatie Doelen & Dilemma's HS Inpassing Infrastructuur Toekomstscenario's Totaal DGP-HSL-0 QGP-HSL-Z Projectplan. werkstrorneri PyJ t.b.y. het Personenvervoersystee Onderzoek Europese Regelgeving
105 33"
15 T
14 152 0 0 0 0 0 0 0 0
37
116 __84_
75 69 65 58 "57
65" 57 "48
"45"
~45 28 18 14559
115 ÏÏ2 83" 71
68 68' 0 0 0 0 0
55 40 38 34 29 26
14 288
13774 T2T
Jf
^ËSJLSfüD-^iSuëëy
D2TOTAAL.xls;Thema's per directie
82
116 84 75
Tripasslngsstudie HSL/A4 nabij Hoogrr Rejatiebe'héer pakket A C T ; MS scheel 'AanbesteiïilngsprocedufB advies JotÖ5ljDt3P~HSL-Z Eindtotaar
18
28 18 14559 115 "1J2"
0 0 0 0 0
T15 JJL
13774 12'F
P ,_ __ 0 0
310 120 22
IL o
""""" ' ' ^ ^ L i l ! 7
~82"
22
Risicoanalyse^ model brand jn tunnel Techn. Ondersteuning Bedreigingen-analyse AO en projectprocedures ontwikkeling Formatieonderzoek, BBU Advisering i.v.m. onderzoeksprogramr Informatiseringsplan HSL-Zuid
o
6? 68' 0 0 0 0 0
0 0 0 O 0 0 0 0 0
55 40 38 34 29 26 25 19 17 15
38887
Pagina 3
17-1-99;18:40
thema's (kennis) Grafiek 1
Thema's directie kennis
kennismanagement Wegen naar de Toekomst Bl-Water:bijzondere rapportages
(leeg) Bl-droog;vaarwegkemerken 6 l-scheepvaart; veiligheid BI-droog: netwerken buitenland Bl-droog;wegkenmerken TNO doelfinanciering Bouw programmamanagement BI-Water; kwantiteit B l-scheepvaa r; verkeersgegevens AO-waterkeren Projectbureau I W S AO- Infrastructuur
urn
TNO doelfinananciering watersystemen AO-Bouwspeurwerfc BI-droog; informeren Bl-droog;geometrische infra Bt-Water;morfologie TNO doelfinanciering verkeer & vervoer Bl-Water;voorbereiding beleid B I-droog ;H K-K Bt-droog; basisinformatie AO-waterbeheren BI-Watenstandaard rapportages BI-droog :modellen BI-droog; vervoersgegevens ICES-LWI BI-droog;netwerken droog 81-Waler;geometrische infra ICES-Ondergronds Bouwen Bl-droog;verkeersgegevens investeren in kenmslnfra AO-Verkeer & vervoer BI-Water; kwalitileit Bl-Water;on1w.hulpmiddelen BI-droog :veihgheid Bl-Water;infrastaictuur en facil.
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
budget (kf)
• Categorie 1 ü Categorie 2 • Categorie 3 • Categorie 4 • Categorie 5
Pagina 1
thema's (water) Grafiek 1
Oog- oor- en Mondfunctie
organisatie & instrumentatie
nota waterhuishouding
klimaatontwikkeling
verdroging
Eutrofiëring
watersysteemverkenningen
waterüeheer-Modelten
waterkeren-vetligheid
Toxicologie
Water-Inrichting
waterbeheer-preventie
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
ü Categorie 1 0 Categorie 2 D Categorie 3 • Categorie 4 • Categorie 5
Pagina
thema's RLD Grafiek 1
Economie en Aircrafl & Operations
Veiligheid & Infrastructuur
Economie & Vervoer
Milieu & Infrastructuur
Economie & Infrastructuur
Milieu en Aircraft & Operations
Veiligheid en Aircraft & Operations
t.bv. alle thema's
0
5000
10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000 45000 50000
El Categorie 1 0 Categorie 2 D Categorie 3 • Categorie 4 B Categorie 5
Pagina 1
thema's DGP Grafiek 1
verplaatsen in de toekomst (questa) questa; carllon beach sessie
workshop Questa causaal diagram TNO infra wegen commentaar experts Questa BIW: beslisondersteunend instrumentarium vervoersmodellen infrastrastructuur wegen anticiperend onderzoek door RWS-AW uitgevoerd verdi kennisplatform
flexibilisering telewerken
H Zl H ZI Zl
visie OV
convenant Verdi
kosten baten exploitatie infra
infrastructuur spoor en light rail
parkeren
consumenten
vraagsubsidiering
infra spoor
alg beleid vraagbeinvtoeding
prijsbeleid
integraal beleid
deelauto
vervoermanagement carpool
toegankelijkheid
stedelijke gebieden
anticperend onderzoek
uitkeringssystemen gvb onderzoeksplan door RWS-AW uitgevoerd
(leeg) baisiproducten door RWS-AW uit gevoerd keten, chip, reisinformatie
voertuigbeteid
marktwerking
taakstelling verkeersveiligheid
500
1000
1500 2000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
0 Categorie 1 0 Categorie 2 D Categorie 3 • Categorie 4 B Categorie 5
Pagina 1
thema's DGG Grafiek 1
Logistieke ketens
Intermodaal vervoer
implementatie en handhaving, aanscherping regionale maatregelen
Maritiem clusterbeleid
milieu kuststaat
Duurzaam vervoer: efficiency
Onderwijs & arbeidsmarkt
telemattca/veiligheid scheepvaart
Infovoorzienlng
Internationale samenwerking
Faciliterend beleid
Vervoermiddelen Zeevaart
duurzame scheepvaart
Human element, mens en bedrijfsvoering
Verkenningen
Verb.concurr. positie Zeescheepv.
verb.concurr. positie Wegvv.
Verb.concurr, positie Spoor
Intermodaal vervoer: shuttles
veiligheid en vlotheid scheepvaartverkeer
Kennis en onderzoek
|Beleids}kennis
Veiligheid
Telematica
correctie
(leeg)
Maritieme kennisinfrastructuur
Techn.samenwerking
0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
El Categorie 1 • Categorie 2 • Categorie 3 • Categorie 4 • Categorie 5
Pagina 1
thema's KNMI Grafiek 1
Seismologische adviezen
Algemeen meteo onderzoek
•
•
• .'-.*.'."
Klimaatonderzoek en -advies
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
H Categorie 1 0 Categorie 2 D Categorie 3 • Categorie 4 M Categorie 5
Pagina 1
thema's HDTP Grafiek 1
mtemadon. beleidsconcurrentie
•»*•
;H
-
tf'
maatschappelijke gevolgen
I
kwaliteit infrastructuur
TNO doelfinanciering Telecom
dynamiek in technologie&markt
effectieve concurrentie
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
Ei Categorie 1 • Categorie 2 D Categorie 3 • Categorie 4 • Categorie 5
Pagina 1
11.2.2 Budget per categorie per directie (grafisch). Voor de 5 categorieën worden de budgetten voor alle organisatie-onderdelen grafisch gepresenteerd.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.IV
Programma-management Directie Kennis
uitgaven per directie en categorie
centrale diensten
pi
0 Categorie 1
•
• • < » .
:
*
:
•
•
-
.
•
.
v
-
5.000
•
'
•
'
•
"
T " 15.000
10.000
uitgave in kf.
Pagina 1
20.000
! 25.000
Programma-management Directie Kennis
uitgaven per directie en categorie
centrale diensten
•
5.000
" r '
10.000
15.000
20.000
25.000
uitgave in kf.
Pagina 1
30.000
35.000
40 000
50.000
Programma-management Directie Kennis
uitgaven per directie en categorie
centrale diensten
r*ji
0 Categorie 3
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
uitgave in kf.
Pagina 1
35.000
40.000
45.000
50.000
55.000
60.000
Programma-management Directie Kennis
uitgaven per directie en categorie
*
(3
H Categorie 4
centrale diensten
5.000
10.000
15.000
uitgave in kf.
Pagina 1
20.000
25.000
30.000
Programma-management Directie Kennis
uitgaven per directie en categorie
0
cenlrale diensten
•'
20.000
"r "
r
40.000
60.000
80.000
uitgave in kf.
Pagina 1
•
100.000
120.000
l
140.000
11.2.3 inhoudelijke beschrijving van de thema's voor Basisinformatie. De thema's voor basisinformatie zijn uitgewerkt in de Offerte Productbegroting 2000-2004 aan de Bestuurskern van 30 oktober 1998. De betreffende passages over basisinformatie uit de offerte zijn hierna opgenomen.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.V
Kerntaak Kennis INFRAFONDS Deelprogramma basisinformatie rijkswegen en veiligheid (IF 01.01.06) Context Basisinformatie is in IBO-kader gedefinieerd als het vastleggen en beschrijven van de waterstaatkundige toestand van het land, van het verkeer te water, van het wegverkeer en van het railverkeer en het gebruikerstoegankelijk beschikbaar stellen hiervan. Het betreft het opbouwen van langjarige meetreeksen, het ontwikkelen van trends daaruit, het onderkennen van trendbreuken en het als informatie beschikbaar stellen daarvan. Het omwerken van kale meetgegevens tot presentabele informatie wordt als één product gezien en niet afzonderlijk benoemd. De uitgaven voor meten, verwerken en presenteren worden dus integraal weergegeven. Het criterium voor basisinformatie is beleidsrelevantie, waarbij echter niet alleen gekeken wordt naar de actuele situatie. De gegevens worden door RWS zelf ingewonnen of verkregen via derden, door middel van uitbesteding van metingen en aankoop van datasets. Basisinformatie wordt in principe gebruikt bij alle IBO-werksoorten, binnen het ministerie en buiten RWS. Het programma Basisinformatie Rijkswegen en Veiligheid (artikelonderdeel IF 01.01.06) bevat de totale uitgaven die nodig zijn om de basisgegevens te verzamelen, te bewerken en te presenteren. Het betreft het vastleggen en beschrijven van het verkeer en vervoer te water, van het wegverkeer en het vervoer over de weg alsmede van het railverkeer en het gebruikerstoegankelijk beschikbaar stellen van deze informatie. De te verkrijgen informatie is nodig zowel voor de voorbereiding als de uitvoering van het beleid voor rijksfland- en vaar-)wegen en verkeersveiligheid en betreft vooral het tijdig onderkennen van trends en trendbreuken in voor het beleid relevante factoren, ter onderbouwing van beslissingen. Het gaat om registratie van verkeersongevallen, verplaatsingsgedrag, informatiesystemen voor wegontwerp, constructie en beheer en onderhoud van weginfrastructuur, alsmede voor verkeersgeleiding en beheersing. Bij het beschrijven van het verkeer speelt de systematiek van het Nationaal Wegen Bestand (NWB) een belangrijke rol. Naast genoemd wegen bestand worden ook kenmerken van rijkswegen verzameld en beschikbaar gesteld. Een belangrijk product betreft de verkeersongevalleninformatie. Het streven is er op gericht informatie gebruiks- en resultaatgericht beschikbaar te stellen. Inhoud offerte. Producten zijn ingedeeld in zg. thema's:
Thema's. Netwerken (verplaatsingsgedrag). Het NWB, Basisnetwerk en Vgplus zijn nu nog drie verschillende digitale representaties van het Nederlandse wegennet, die nu separaat worden onderhouden en beheerd. In 1998 wordt een start gemaakt om de laatste twee uit het NWB te genereren. Naast het NWB-wegen wordt ook een digitaal spoorwegen- en vaarwegen netwerk onderhouden en geleverd.
Wegkenmerken. Naast bovengenoemde wegbestanden worden ook de diverse kenmerken, zoals wegbreedten, doorrijhoogten, etc, van de Rijkswegen verzameld, beheerd en gedistribueerd. Verkeersgegevens. Het betreft hier de gegevens met betrekking tot congestie, snelheid en benutting van Rijkswegen. Vervoersgegevens. Deze gegevensgroep is onder te verdelen in goederen- en personenvervoer, waarbij wordt opgemerkt dat goederenvervoer zowel de droge als de natte gegevens bevat. Naast eigen gegevens worden ook verwijzingen naar andere bronnen onderhouden. Informeren. Activiteiten die verricht worden met als doel klant- en resultaatgericht te kunnen opereren. Hieronder wordt verstaan: marketing, relatie- en accountmanagement, servicedesk.
Offerte BSK Deel III Datum 30 oktober 1998
Pagina 50 van 106
Modellen. Betreft de modellen: VEV, TEM-modelontwikkeling, BIS-B: update bestanden, Silence, EVV, BER-M, BIS-M, EEB, BIS-V, update FACTS, TIGRIS KAN, internationale filemonitor, monitoring mobiliteit, kostenbarometer, vrachtautomatrix, Smile, Attack, NRM, B&O, BASMAT, LMS, Backasting. Veiligheid (verkeersongevallengegevens). De producten uit dit thema, gebaseerd op verkeersongevallen die door AVV worden ingewonnen en verwerkt, zijn toegesneden op de diverse gebruikersbehoeften. Basisgegevens geometrische infrastructuur. Betreft het implementeren van ontwikkelde hulpmiddelen en systemen, het uitwerken van de informatiebehoeften tot eisen aan meetprogramma's, het ontwerp en evaluatie van meetnetten, het inwinnen en valideren van gegevens, het beschikbaarstellen van de gegevens. Te noemen is het Actuele Hoogtebestand Nederland. De volgende thema's zijn momenteel onder gebracht bij het programma Basisinformatie Vaarwegen en Waterbeheren. Voorgesteld wordt deze onder dit programma te brengen. Netwerken verkeer en vervoer te water. Het digitale vaarwegen netwerk dat thans een representatie op een schaal van 1:250.000 is, wordt vanaf 1998 opgewaardeerd naar een schaal van 1:10.000 en onderdeel uitmaken van het NWB-bestand. Vaarwegkenmerken. Een uitgebreide gegevensverzameling met betrekking tot de Nederlandse vaarwegen, waarbij ook is opgenomen de openingstijden van (spoorbruggen en sluizen. Verkeersgegevens (te water). De gegevens met betrekking tot de Nederlandse en Europese binnenvaartschepen, alsmede de intensiteiten op de Nederlandse vaarwegen. E.e.a. voor zowel de beroeps- als de recreatievaart.
Veiligheid (te water). De gegevens over de ongevallen die plaatsvinden op de Nederlandse binnenwateren, alsmede andere incidenten zoals vastlopen en watermaken. Financiën per thema.
Netwerken droog Wegkenmerken Verk. Gegevens Verv. gegevens Informeren Modellen Veiligheid basisinformatie HK-K Geom. Infrastr. Netwerken nat Vaarwegkenm. Verk. Geg. nat Veiligh. Nat Offerte
2000 8.279
2001
2002
2003
54.117
54.117
54.117
Bedragen in k/. 2004
757 9.454 4.924 2.401 4.687 12.026 3.291 2.871 2.415 701 431 1.451
453 54.141
54.117
Financiën programma. De voor het programma benodigde financiële middelen zijn er op gericht in de aangegeven jaren de kwaliteit en kwantiteit van de producten op het niveau van 1998 te houden.
Offerte BSK Deel III Datum 30 oktober 1998
Pagina 51 van 106
I Bedragen in kf. Offerte Beschikbaar Verschil
54.141 49.641 4.500
54.177 49.677 4.500
54.177 49.677 4.500
54.177 49.677 4.500
54.177 49.677 4.500
Toelichting Binnen het programma worden bij A W en MD jaarlijks ca. 175 fte's ingezet. Ontwikkelingen Er zijn een drietal ontwikkelingen te noemen. • Naar aanleiding van de invoering van IBO is het streven naar het beter definiëren van de basisinformatieproducten, het vergroten van het kostenbewustzijn, het beter afstemmen op de informatiebehoeften en het vergroten van het draagvlak. Een project hiervoor is in het programma van 1999 voorzien. In het programma van het jaar 2000, e.v. zullen de resultaten hiervan zichtbaar worden. • Daarbij is het de bedoeling een V&W-brede adviesgroep in het leven te roepen wat rin vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Deze adviesgroep adviseert Directeur Kennis bij het vaststellen van het programma. • Het programma zal in samenhang worden bezien met de andere programma's van IBO. Opname in het beheerplan Kennis is voorzien. Voorstellen voor verschuivingen in de begroting. Er zijn vier voorstellen voor verschuiving voortkomend uit het principe "taak over, budget over". • Sinds de begrotingsconversie van 1998 komt een klein deel van het programma ten onrechte ten laste van artikelonderdeel IF 02.02.06. Het betreft basisinformatie m.b.t. verkeer en vervoer te water. Het gaat om een bedrag groot k/ 3.000 dat ingezet wordt voor basisinformatie Rijkswegen en veiligheid. Voorgesteld wordt producten en bedragen te muteren naar artikelonderdeel IF 01.01.06 (zie ook het programma Basisinformatie Vaarwegen en Waterbeheren). • Jaarlijks draagt DGP bij aan het programma door basisproducten af te nemen die ondermeer de basis vormen voor beleidseffectenrapportages en daarvoor een bedrag van k/ 1.500 beschikbaar te stellen op artikel XII 3.02. Voorgesteld wordt dat bedrag structureel te muteren naar artikelonderdeel IF 01.01.06. Bedragen in k/.
Verschil Overboeking van IF 02.02.06 Overboeking van XII 03.02 Claim
4.500 3.000
4.500 3.000
4.500 3.000
4.500 3.000
4.500 3.000
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
0
0
0
0
0
Punten ter bespreking met BSK vanuit RWS. Er wordt hier één punt genoemd. • De mutatie van k/ 1.500 van artikel XII 3.02 naar artikelonderdeel IF 1.01.06, te weten de structurele bijdrage van DGP aan het programma Basisinformatie Rijkswegen en Veiligheid.
Deelprogramma basisinformatie waterkeren, beheren en vaarwegen (IF 02.02.06) Context. Basisinformatie is in IBO-kader gedefinieerd als het vastleggen en beschrijven van de waterstaatkundige toestand van het land, van het verkeer te water, van het wegverkeer en van het railverkeer en het gebruikerstoegankelijk beschikbaar stellen hiervan. Het betreft het opbouwen van langjarige meetreeksen, het ontwikkelen van trends daaruit, het onderkennen van trendbreuken en het als informatie beschikbaar stellen daarvan. Het omwerken van kale meetgegevens tot presentabele informatie wordt als één product gezien en niet afzonderlijk benoemd. De uitgaven voor meten, verwerken en presenteren worden dus integraal weergegeven. Het criterium voor basisinformatie is beleidsrelevantie, waarbij echter niet alleen gekeken wordt naar de actuele situatie. Ook informatie waarvan mag verwacht worden dat deze in de toekomst beleidsrelevant kan worden Offerte BSK Deel III Datum 30 oktober 1998
Pagina 52 van 106
I
dient te worden verzameld. De gegevens worden door RWS zelf ingewonnen of verkregen via derden, door middel van uitbesteding van metingen en aankoop van datasets. Basisinformatie wordt in principe gebruikt bij alle IBO-werksoorten, binnen het ministerie en buiten RWS. Het programma Basisinformatie Vaarwegen en Waterbeheren (artikelonderdeel IF 02.02.06) vindt haar basis in het Organiek besluit Rijkswaterstaat. Het programma betreft het inwinnen, bewerken en presenteren van langjarige reeksen van basisgegevens waarmee de toestand van de rijkswateren en de kust integraal wordt vastgelegd. De te verkrijgen informatie betreft vooral het tijdig onderkennen van trends en trendbreuken in voor het beleid relevante factoren, ter onderbouwing van beslissingen. Het programma behelst het met behulp van al of niet geautomatiseerde meetnetten inwinnen van chemische, fysische en biologische parameters alsmede de investeringen voor de aanleg en het verbeteren van informatiesystemen met betrekking tot de waterhuishouding. Het streven is er op gericht informatie gebruiks- en resultaatgericht beschikbaar te stellen. Inhoud offerte. In het overleg dat de directies Uitvoering en Kennis hadden met directie Water op 31 maart jl. is een knelpunt van 9,25 M / , dat ten gevolge van de begrotingsconversie is ontstaan, opgelost, waarmee het budget voor dit programma op ca. 80 N\f per jaar werd gebracht. Dit bedrag werd toen als minimaal noodzakelijk geacht voor het onderhavige programma. Producten zijn ingedeeld in zg. thema's: Thema's. Voorbereiding bepalen beleid en randvoorwaarden. Het opstellen van het programma en het in kaart brengen van de behoefte aan basisinformatie; het evalueren van basisinformatieproducten en de afstemming tussen opdrachtgever, gebruikers en opdrachtnemers. Ontwikkelen hulpmiddelen en systemen. Ontwikkelen van meet-, inwin- en opslagsystemen, methodenontwikkeling, kwaliteitsborging en evaluatie van meetnetten. Uitvoering infrastructuur en faciliteiten. Dit thema omvat activiteiten die leiden tot interne halfproducten, nodig voor het tot stand komen van de eindproducten, alsmede de daarvoor te realiseren vervangingsinvesteringen, afschrijvingen en exploitatie van meetsystemen, laboratoria, datatransmissie- en opslagsystemen en het Landelijk Instrumenten Bestand. Basisgegevens kwaliteit. Betreft het implementeren van ontwikkelde hulpmiddelen en systemen, het uitwerken van de informatiebehoeften tot eisen aan meetprogramma's, het ontwerp en evaluatie van meetnetten, het inwinnen en valideren van gegevens, het beschikbaarstellen van de gegevens. De inwinning heeft betrekking op het Monitoringsysteem Waterhoogten, het geohydrologisch meetnet en het debiet- en temperatuur meetnet. Beschikbaarstelling heeft betrekking op o.a. getijvoorspellingen en getijanalyses Basisgegevens kwantiteit. Betreft het implementeren van ontwikkelde hulpmiddelen en systemen, het uitwerken van de informatiebehoeften tot eisen aan meetprogramma's, het ontwerp en evaluatie van meetnetten, het inwinnen (plannen en monsters nemen en analyseren) en valideren van gegevens, het beschikbaarstellen van de gegevens. De inwinning heeft betrekking op het chemisch en biologisch meetnet. Basisgegevens morfologie. Betreft het implementeren van ontwikkelde hulpmiddelen en systemen, het uitwerken van de informatiebehoeften tot eisen aan meetprogramma's, het ontwerp en evaluatie van meetnetten, het inwinnen en valideren van gegevens, het beschikbaarstellen van de gegevens, zoals kust- en vaklodingen. Basisgegevens geometrische infrastructuur. Betreft het implementeren van ontwikkelde hulpmiddelen en systemen, het uitwerken van de informatiebehoeften tot eisen aan meetprogramma's, het ontwerp en evaluatie van meetnetten, het inwinnen en valideren van gegevens, het beschikbaarstellen van de gegevens. Te noemen zijn: het net van 55.000 peilmerken, 250 ondergrondse hoogtemerken, het NAP-net, zwaartekracht en geoïde, het Actuele Hoogtebestand Nederland en het Waterstaatkundig Informatiesysteem (WIS). Standaard rapportages.
Offerte BSK Deel III Datum 30 oktober 1998
Pagina 53 van 106
Het verwerken en analyseren van gegevens en verstrekken van informatie middels regelmatig uit te brengen rapportages, berichtgevingen, beoordelingen, adviezen en waarschuwingen, w.o. de dagelijkse berichten aan de scheepvaart, de jaarboeken monitoring, grondwaterkaarten, ecotopenkaarten, internet (Waterland).
Bijzondere rapportages.
Het verwerken en analyseren van gegevens en verstrekken van informatie in overige (niet standaard) rapportages, berichtgevingen, beoordelingen, adviezen en waarschuwingen, zoals de watersysteemrapportages Rijn, Maas, IJsselmeer en Markermeer, Zoete Delta. Financiën per thema.
Voorber. beleid Ontw. hulpm. Infrastr. en fac. Kwaliteit Kwantiteit Morfologie Geom. infrastr. Stand. rapp. Bijz. Rapp. Offerte
2000 3.500 11.000 28.700 12.500 1.500 3.000 10.600 5.325 800 76.925
2001
2002
77.228
77.228
Bedragen in kfl. 2003 2004
77.228
77.228
Financiën programma. Het programma basisinformatie was er op gericht de kwaliteit en kwantiteit van de producten constant te houden. Aangezien besloten is de financiële middelen op het niveau van 1998 te houden zal dit helaas niet lukken. Vermeld wordt dat er vanaf 1999 ten opzichte van 1998 een aantal factoren zijn die de kosten van de producten beïnvloeden. Te noemen zijn bijvoorbeeld de bijstelling van de tarieven door herdefiniëring van de Indirecte Uitvoeringsuitgaven, waardoor ondermeer de kosten van overhead en V&W-net binnen het tarief zijn gebracht, en de Stelselherziening. Deze bijstelling van het tarief komt neer op een verhoging van gemiddeld ca. 25 k/ per fte per jaar. Bovendien zijn er financiële gevolgen van de ten gevolge van het millennium probleem ingestelde verplichtingenstop voor IT-producten. Het niet ophogen van het budget betekent dat minder producten geleverd zullen kunnen worden en dat de kwaliteit door bijvoorbeeld veroudering van IT zal verslechteren.
Bedragen in kfl.
Offerte Beschikbaar Verschil
76.925 79.925 •3.000
77.228 80.228 -3.000
77.428 80.428 -3.000
77.428 80.428 -3.000
77.428 80.428 -3.000
Toelichting. Binnen het programma worden bij RIKZ, RIZA en MD ca. 200 fte's ingezet. Dit vertegenwoordigt een financieel equivalent van k/ 25.000. De door tariefst gingen veroorzaakte bijstelling is derhalve ca. k/ 5.000. De kosten voor de inhaalslag ten behoeve van investeringen in de IT en millenniumproblematiek wordt geschat op ca. k/ 2.000 in elk van de jaren 2001 en 2002. Deze kosten zullen ingepast moeten worden waardoor minder producten of producten met een mindere kwaliteit zullen worden geleverd. De kosten voor opdrachten aan de meetdiensten van RWS zijn integraal (dus ook de fte's) in het programma opgenomen. Ontwikkelingen. Er zijn een drietal ontwikkelingen te noemen. • Na het gereedkomen van de vierde nota Waterhuishouding is een project gestart met het doel te onderzoeken welke nieuwe basisinformatieproducten moeten worden opgenomen in het programma. Tevens leidt het onderzoek tot producten die niet langer noodzakelijk zijn. Deze producten zullen dan worden afgebouwd.
Offerte BSK Deel III Datum 30 oktober 1998
Pagina 54 van 106
•
•
Naar aanleiding van de invoering van IBO is het streven naar het beter definiëren van de basisinformatieproducten, het vergroten van het kostenbewustzijn, het beter afstemmen op de informatiebehoeften en het vergroten van het draagvlak. In het programma van het jaar 1999 zal hiervoor een project worden opgenomen. De resultaten hiervan zullen in het programma 2000 zichtbaar worden. Het programma zal in samenhang worden bezien met de andere programma's van IBO. Opname in het beheerplan Kennis is voorzien.
Voorstellen voor verschuivingen in de begroting. Er is één voorstel voor verschuiving vanuit het principe "te J< over, budget over" (zie ook programma Basisinformatie Rijkswegen en Veiligheid). • Sinds de begrotingsconversie van 1998 komt een deel van het programma Basisinformatie Rijkswegen en Veiligheid ten onrechte ten laste van artikelonderdeel IF 02.02.06. Het betreft basisinformatie m.b.t. verkeer en vervoer te water. Het gaat om een bedrag groot k/ 3.000. Voorgesteld wordt producten en bedragen te muteren naar artikelonderdeel IF 01.01.06. Bedragen in kfl. Verschil Overboeking naar IF 01.01.06 Claim
-3.000 -3.000
-3.000 -3.000
-3.000 -3.000
-3.000 -3.000
-3.000 -3.000
0
0
0
0
0
11.3 Informatie over opdrachtnemers. 11.3.1 Opdrachtnemers per opdrachtgevende directie. De opdrachtnemers zijn hierna aflopend geordend op de kolom "Eindtotaal"
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.VI
geldstroom
Som van Kasuitgaven 1998(kf)
|dienst2 |dienst DC-RWS RLD
|Opgedragen aan NLR wT-WAflRLÖÖPKUNDIG LABORATORIUM NS-RIB COB CTT TNO SWOV
J.WI KOAC"
CROW EDS^ Goudaggel/Coffeng GEODAN G E O D E S I Ë T A M S T E R D A M
CUR, Stichting, GOUDA EUROSENSE Grondmechanica Delft
DGC
DCP.
CD
DCRWS-A
S&C
Eindtotaal
58778 18305 0 11405
0 0
0 0
0 0
12899 0
0 0
0 0
0 0
10668 8923 7249 6397 5630
355
70
7249
6397 5630 5517 5352 3800 3777
3800
• 5352 '
3652 3777 3536 3456
3652 3536 3456 2858 2693 2641 2620 2495
2858
2426
Min. van EZ DELTA PROJECTMANAGEMENT BV, CULEME GEODELTA CMG COMPUTER MANAGEMENT GROUP, C HKV LIJN IN WATER B.V., LELYSTAD IQUIP Informatica B.V.,DIEMEN TM PW TNO GRONDWATER EN GEO-ENERGIE, DELI COMB. AAC marktpartijen Coopers^&t Lybrand AQUASENSE, AMSTERDAM " ' bureau DTS Resource Analysis, DELFT logisterion TAUW HCG Venko B.V. Cap Gemini Nederland B.V., UTRECHT MVA (London) eigen beheer DG-P LANDBOUWUNIVERSITEIT WAGENINGEN VROM MINISTERIE, LEIDSCHENDAM STOWA STICHT.TOEGEPAST ONDERZ., UTRII Alkyon Emmeloord PBNA Railned consultantsjïrov ADL/stratix Mu-Consult HOEK ENGINEERING BV, HAARLEM KPMG TU DELFT RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT NAM NEA DaVinci Groep beleidsonderzoek en advies consultants NIOO Nederl. Inst. v.Oecologis Informatica Centrum voor overig, sitichtinj_ Grontmi) Adviesbureau B.V. Arcadis Heidemi) Advies BV, DEVENTER Raet Systems & Services B.V., VEENENDAAL HASKONING B.V., NIJMEGEN nog niet GETRONICS SOFTWARE BV, AMSTERDAM Aero Medisch Instituut Chemielinco AKZO AJT advies PERKIN-ELMER NEDERLAND BV Leunissen B.V.,
0 2620 2495 2261 2361 2090 1909 1858 1738 136. 1620 Ö 1600 173 1500 1380 831 1342 1307 0 0 1223 1184 1149 1110 1063 0 0 0 819 932 294 823 881 857 738 820 800 0 794 783 0 380 316 711 205 0 663 0 620 610 600 599 595
58778 18305 12899 11405 10668
10632
43
Hfl?
"DHV~"
opdracht_tot.xls;geldstroom
HDTP
160 0 0 0 0 0 0 0 0
2641
0 0 0 0
_ 0 0 1399 0 0 254 0 0 1290 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 74 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 378 419 0 495 0 0 625 0 0 0 0 0
11500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 445 0 0 257 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 680 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 1
0 0 0 0
146 0 0 0 0
0 0 120 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0 0 277 0 0 0 1250 0 0 0 0 0 875 1000 76 127 0 0 0 0 0 0 0 0 800 0 0 772 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 173 29 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
106 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1714 277 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 141 0 468 0 0 111 38 0 0 117 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2407 2361 2090 2029 1858 1738 1714
1669 1620 1600 1572 1500 1380 1362 1342 1307 1290 1250 1223 1184 1149 1110 1063 1016 1000 989 946 932 910 891 881 857 855 820 800 800 794 783 772 759 735 711 700 680 663 625 620 610 600 599 595
20-1-99:21:40
geldstroom
opdracht_tot.xls;geldstroom
505 572 572 568 553 224 349 541 538
83
588 572 572 568 553 552 542 541 538 534 533 533
328 123
534 204 533 507
80
105
119
25
507 500 457
500 457 453 442 435 428 400 398 388 348 383 380 379 375 372 371 368 367 364 360 172 0 335 0 0 319 307 0 314 0 308 0 303 0 300 0 0 299 299 253 290 286 285 283 276 276 273 272 0 0 0 0 239 237 235 235 235 200 234 232 78 0 219 219
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 320 0 0 317 0 0 0 305 0 0 0 0 0 0 0 40 0 0 0 0 0 0 0 0 0 250 247 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 314 0 0 0 300 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 2
0 0 0 0 0 0 0 40 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 330 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 184 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 256 0 0 239 0 0 0 0 0 34 0 0 128 230 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 115 0 0 0 0 0 12 0 0 0 0 0 0 0 0 116 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 65 350 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 o
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MOC RANDSTAD CONTRACTING BV, AMSTERDA/ TNO-IGG ORIGIN Berenschot Nederlands Economisch Instituut KOEMAN EN BIJKERK BV, HAREN Nederlands Instituut voor (leeg) B&A Groep Oranjewoud WITTEVEEN EN BOS, DEVENTER OOA_ VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Provincie Zeeland bridgecraft FLORON STICHTING FLORISTISCH, LEIDEN Varian Nederland BV., HOUTEN Kragten, Fa DRUKKERIJ BELSER, LELYSTAD STARING CENTRUM, WAGENINGEN RIVO Arthur Andersen consulting START DIENSTEN, GOUDA Technische Universiteit Delft BBenC OMEGAM/ONDEDEEL GEM. AMSTERDAM kroone consultants Podium Offerteaanvraag MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR-, W STRACK CONSULTING INC., LEIDERDORP Twijnstra & Gudde Nog onbekend Waters Chromotography b.v., ETTEN-LEUR Senter (EZ) Peutz Smeekes, Van de Wiel & Partners, LEIDSCHEN KU Nijmegen Buck Consultants, NEI, AAS, KLM TNO-Bouw medefinanciering proj Sabimos (gem.Almelo), i ARENDS &SAMHOUD ADECS BUREAU WAARDENBURG BV, CULEMBORG Stratix+Coqpers Lybrand GEMEENTE UTRECHT Railforum Master Communications NIEUWLAND, LELYSTAD UNIQUE B.V. PROJECT MANAGEMENT, ALM SOVON SAMENWERKENDE ORGANISATIES, Vedior ASB Uitzendbureau B.V., AMSTERDAM LIMS SUPPORT GROUP V.O.F., ZEEWOLDE Hoek v/d Bijnsdorp Communicatie Projecten, HlLVERSUi OVB ORG.VERBETERING BINNENVISSE-, NIEI educore Traffic Test BV WATERBEDRIJF EUROPOORT, UTRECHT RIL Amsterdam Airport Schiphol (AAS) H+N+S MSCN/ Resource Analysis MERKX INSTALLATIETECHNIEK, BUSSUM Interscience bv, BREDA Waterschap Meppelerdiep Van Roon Air Products Nederland BV, WADINXVEEN TRAIL KLV Loopbaancentrum, WAGENINGEN Maison van den Boer, ROTTERDAM TNO-INRO RAND/MSCN RIVM Rijksinstituut voor volks-, UTRECHT CSO Adviesbureau voor Milieu. DEN DOLDER
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 300 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 0 0 0
453 442 435 428 400 398 388 388 383 380 379 375 372 371 368 367 364 360 352 350 335 330 320 319 319 317 314 314 308 305 303 300 300 300 300 299 299 292 290 286 285 283 276 276 273 272 256 250 247 239 239 237 235 235 235 234 234 232 231 230 219 219
20-1-99;21:40
geldstroom
0_ "217 ... _ .
HEC Dvjavision_
j CORNEUS LELY STICHTING, LELYSTAD NNI NEDERLANDS NORMALISATIE, DELFT MULTEC Project Ondersteuning, AMSTERDAA NPC NETH.PAV. NIB Consult coopers EBOD beveiliging IBAS PRC BOUWCENTRUM B.V. Vis/Wust en partners ?!i!?SLJ_N!.yERSITEIT LEIDEN _ jntercai citee kennisplatform participatie in project Distinct vasn Provincie Z; CEA Bureau voor Spanjersberg Waterschap Hunze en AA Awareness BV Scheepswerk De Hoop jlobith, LOBÏTH
0 "214
_132_ 0
213 212 21Ö"
218 82
_o o"
210 210 209 208 204 204
293
o""
200"
200 200 200 200 197 196 85_
190
110
""o"
ÏËL "!§?." Canberra Packard Benelux n.v., TILBURG Go infra "ARGOSS BROKKE, JOURE NIM OVUM St. Media Plaza Wetlands International Nederland, WAGENINC IWACO B.V.ADVIESBUREAU VOOR, ROTTER TNO BOUW SBW Advies & Onderzoek, WAGENINGEN Bakkenist ?j[ AlisterHardy - Pound. for MËDIALAB B.V. " 1*D Instruments TASK ENGINEERING EN DETACHERIN CREM Consultancy and research Simtéchjoftware BV 'VAN'DERIANS Adviesbureau van Roon Hogeschool Zeeland ADSÉ""" Stallen en Smit Nieuw Amsterdam IT groep UNIVERSITEIT TWENTE BCC De Brauw Blackstone DTC, Rijksvoorlichtingsdienst, World Dab, Cati New Business search TME/Wagenborg Beekman Instruments B.V., MIJDRECHT De Doelen Concert- & Congres-, ROTTERDAM. VBWAsfalt__ inst. voor Psychotrauma Deloitte & Touche Marine safety international R'dam PERKIN-ELMER NEDERLAND BV, NIEUWEKEF AVIV Adviesbureau, ENSCHEDE vergouwen/overd. Columbi TCC Technologie Consultancy, GRONJNGEN___ DTO Duurzame Technologische __ _
AERODATA NJEJ/MERC__™„
I"~ZZZH_Z_ ~ ""~ ZI__I
Waterschap wöïd én Wieden™
'
_ "~
RWS-M'D
~Ï88~ 183 183 0 0 176 175 174 173 172 0 169 165 164 163
162 162_
0 _0
J61_'
JL __
"0
"159" "Ï53""
ö" i52_ "i50 ~Ï50~ 0 0 0 0 148 147
35 143 141 68
IJL b 18CT
180_
o"
' "ö
170
HL
150__ "Ï50
o"" jö~
149
~JL o
o" 'ó~ 9_ ö
108
73 140
~Ï4Ó _J3_9 _J?H
138 2-i— 138 Ï38
_ _0_ J?
0~ L
138
0 Ö
137_
J37
opdracht_totxls;geldstroom
0 0 0 0 0 0
146_ "145
CPB/NLR_ CONGRESS OFFICE ASD Waterschap ' f Suydervelt TRIPLE P OPEN SYSTEMS BV, AMSTERDAM" Marine Safety Rotterdam
0 0 0 0 0 0 0 0 0
135"
218 217 214 214 213 212 210 210 210 209 208 204 204 203 200 200 200 200 200 197 196 195 190 189 189 188 184 183 183 180 180 176 175 174 173 172 170 169 165 164 163 162 162 161 161 160
JL "o
~152 150 150 150 150 150 149 148 147 146 145 143 143 141 141 140 140 139 138 138 138 138 138 137 137 135 135 "135
Pagina 3
20-1-99)21:40
geldstroom
134
FUCRO CPRO-DLO Stichting Centrum voor, LELYSTAI
^ö''
™ "i
KNMI, DE BILT .STORK _ _ _ .PRODUCT
izzzzz , DEN
SAVE
B O B Bureau voor AGV Nieuwegein CSC Samson Technex NACO BrandmarC BV/TAmsterdaTti prö^ncteNbord-HollandHAARLË/y> T"~ SERVIAT PROJECTEN B.V., Stellingwerff Beintema B.V. AVV/Decisio NEDERLANDS CENTRUM VOOR ONDERM. Zuijderhoudt AIDEnvironment, AMSTERDAM
IWAY TECHNOLOGIES CLM CENTRUM V LANDBOUW EN MILIEU, l CO.T. Den Haag Barael bestuurskundig adviesburo MULTEC ZWOLLE ITI CREATIVE SYSTEMS AIMING BETTER RAAP Amsterdam, AMSTERDAM Price Waterhouse Katholieke Universiteit Nijmeg VanNamin"&Westerlake"ri7NIJMEGEN
van_dejkjntj J 2 Z " Z
~
133_
ui
131
130 12J3 "J28 " 0 127 127 126 126 126
123 123 122 0 120 119
V
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 121 0 0
115
114 114 0 113 112 0 111 0 110 110
~
Meesters Transcare DACTYLO UITZENDBURO BV, HEEMSTEDE Ver. v. Zoogdierk. Waterschap Vechtlanden KDI Beuk de ICATT Rebel Horeca Exploitatie b.v., LELYSTAD IHE, DELFT IMI F. Harris NS/NSTO TNO Technische Physische Dienst TU Delft URBIDATA COMMISSION INTERNATIONALE DE, KOBLE
0 0 0 0 126
Uk
0 Ö
1_14 """ 0 0 0 0 0
0 1Ï2~ 110
107 106
"SH&Ê jOSS ESN-Nederland ADVIN Zuid BV Schoep v/d toorn OVERHEAD DIENSTEN BV, ALMELO Intomart BV PROVINCIE UTRECHT OND-DWW RDW RWS-Zuid-holland TNO Milieu, Energie en Proc_esinovatie,
128
J05 105 105 103 101 52 ICC 100 0 0 ___IO0_
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
49 0 0 0 0
ïöö
ö
0 98 97 96 96 96 95 94 94 94 93 0 0 92 91
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
100
100_
ö 0_ 99"
97. 96 96' 96. 95 94. 94. 94 0 0 0 0 0
?I: N
0 93 0 0 0
0 0 93 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
90
Alons en Partners ARIS adviesburo voor ruimtelijke, UTRECHT
88
93_ 93 93 93_ 93_ 93 92 91
21 21 21 21 21
88 87 86
~ Z ZZ
RIJKSINSTITUUT VOOR NATUÜRBEHEËR V[ST_Aaüviesbureau,AMSfËRDAM "CAOS
opdracht_tot.xls;geldstroom
0 0 0 0 0
88 J38. 88
Triimention rampenmanagemenf
GëöpTarT
134 133 132 131 130 129 128 128 127 127 127 126 126 126 126 126 126 126 123 123 123 122 121 120 119 118 118 116 115 114 114 114 113 112 112 111 110 110 110 107 106 105 105 105 105 105 103 103 101 101 100 100 100 J00 100 100 100 99
85
85
Pagina 4
20-1-99;21:40
geldstroom
Nyfer/Bomhof i.s.m. AAS NEURALTECH mr. H. van der Sluijs Aluminium Centrum ADVIN Adviesbureau BV BECO Haijema Consulting inc, BLOOMINGTON Provincie Zeeland, Politie RVOZ en omliggendi Groene Ruimte De, WAGENINGEN St.Wetensch.techn Centrum Niderlandzkie Sp. Z o.o. Lab. Wegenbouw Nijenrode Waterschap Rijn en Ijssel, DOETINCHEM Waterschap Gr. Salland v Mechelen VEK ADVIESGROEP BV, S'GRAVENZANDE NACO Holland Railconsult KUB Coenecoop BV Kerrebijn BIJKERK EN KOEMAN/ VOORHEEN RDD, HA Infocus RAND Europe BV FICTION FILM AUDIO-VISUELE PROD., AMS Schokland Dennis TNO Milieu, Energieën Procesinn. Maurits en^roen N.V. Waterwinningsbedrijf brabantse Biesboscl BB+H Consultancy OpdenKamp Adviesgroep BV, DEN HAAG VGM milieumanagement, ROTTERDAM Turnkiek BV Lub Oceanographic Company of the Van 't Hoff bv, Ingenieursbureau, ZEIST K+V Organisatieadviesbureau, ZOETERMEER Arjan van Dijk Groep_B.V., GEERTRUIDENBERc DAP Bisschop & Partners BV, UTRECHT 1V.0 Stichting, LELYSTAD MTA nederland Waterschap Vallei en Eem, AMERSFOORT Uselland Transfer, DEVENTER Krijger raadg. ing.b. Ruijter / Roelvink STICHTING VOOR DE TECHNISCHE LWI DGP COMI Holland Railconsult svasek b.v., ing. buro Bundesanstalt fur Gewasserkunde, KOBLENZ EIM SC-DLO, WAGENINGEN CE TTCI Meijers Research Rotterdam RIVO-DLO RJIksrr^ti^LHJtj^iOT^^^ SEO Novio Consult, NIJMEGEN TNO Technisch Menskunde VAN WEES QUADRANT Holland Railconsult:..AW Tuijn Van J. Uitgeverij, 'S HERTOGENBOSCH Hydrest Inc. Common Wadden Sea Secretariat(CWSC) Wilt ETIL Maastricht landsadvocaat MH Nederland ROSTRA STICHTING RIONED, EDE Ingenieursbureau SEPRA IBN CHR, LELYSTAD Erasmus Univ.
opdracht_tot.xls;geldstroom
0 82 0 82 82 0 81 81 81 80 80 79 75 75 74 74 73 0 0 72 72 71 71 0 69 0 69 0 0 67 67 66 65 65 65 64 62 62 61 0 60 60 60 59 59 59 59 59 0 0 58 0 57 57 0 55 0 0 0 54 0 54 0 0 0 51 50 50 50 50 50 50 50 49 0 45 0
82 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 73 0 0 0 0 0 71 0 69 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 59 59 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 54 0 53 0 52 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 60 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 5
0 0 0 0 0 82 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 55 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 49 0 45
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 68 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 57 0 0 0 0 0 55 0 0 0 0 0 53 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ~~0 " " 0 0
0 0 82 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 72 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 56 0 0 0 55 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 68 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
82 82 82 82 82 82 81 81 81 80 80 79 75 75 74 74 73 73 72 72 72 71 71 71 69 69 69 68 68 67 67 66 65 65 65 64 62 62 61 60 60 60 60 59 59 59 59 59 59 59 58 57 57 57 56 55 55 55 55 54 54 54 53 53 52 51 50 50 50 50 50 50 50 49 49 45 45
20-1-99,21:40
geldstroom
45
45_
45
van Sluis Communicatie
45
il
45
VÓRtech Computing CSR Consultants Interfurn IOO B v J
45 43 0 "42"" . _
Cartago Consultancy M M G environment
45
0
43 42_
42
il
42_ 41 41
41
A'damcons Landview Stnatuur en milieu RCC INFORMATIESERVICES BV, AMSTERDAf Zanten Jut
Amkreuz
41 41 40 39 39 0 38 38 0 37 0 36 36 0
St.Reinwater Research voor Beleid BV. ENSACO
35 0
IME Donnenberg UFKES B.V., DORDRECHT Inspraakpunt V & W Mars De Horst Onderzoek, Planning .. ., GILZE Euromarket HoekLOOS B.V., DIEREN St. Recreatie WAARDENBURG BV BUREAU Bolesian BV, HELMOND
il 0 0 0 0 0 0 0 0 0 37 0 0 36
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 37 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 38 0 0 0 0 0 0 0 0 36
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
il il il
35
35
Gemeente Borsele PatKfuger Van der Baars, de Vetten , Stikkeïqrum
IL o
Endress+Hauser BV, NAARDEN
34
35
JL. JL
_35_
41 41 40_ 40 39 22. 39 12. 38 38_ 38 38_ 38 38_ 37 37_ 37 37_ 37 37_ 3£ 36 36_ 36 36_ 36 36
34
34 34
33
BOLLENTEELT na 2000
..„..
Luttikfiuis Paui van Beek Landschapsarchitecten
32
_
VITUKI WATER RESOURCES, BUDAPEST
32
WATER QUALITY MANAGEMENT, RENKUM
30 30 0 0 30
ÜL 11
PROVINCIE NOORD-BRABANT, DEN BOSCH TNO-STB Verdonk, Klooster en Ass. BKH Adviesbureau Esveld Consulting Service BV N U O N Water, VÉLP AEA Technology/Safetec/MSCN Maastrichts Europees instituut voor Transnatioi Technolution Gemeente Tholen IG&H INFRAM T N O - TU Delft
BOF VOGELAAR ELCTRONICS, BUNSCHOTEN
0 0 0
0 30 30
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
29 29 0 0 28 28 0 28 0 27 27 27
29
0 28 0 0 0 0 28 0 0
22. 28 28 28
28
28 28 27 27 27
21 Jl
Kennis & Informatie-centrum Recreatie
25
waddenvereniging St. kinderen lezen techniek
25
21
Cafïas M g t . Cons.
i^ïZZZZZII Waterschap Peel en Maasvallei, VEN L p SETAC Europe, AMSTERDAM Ned. Distributieland ecomare
Zemoko ALTENBURG WIJMENGA, VEENWOUDEN
JL o
25 25 25 24 22
NIPO
DTC+Gateway Roderland bv Installatie Bedrijf, KERKRADE Hogeschool van Amsterdam, AMSTERDAM_
SÏMTËCHJ"
20
_2£
o""
""
Mees en Zonen Pineapple Yellow RAND Europe BV iStratagem __ Stratagem
_0_
_
FLEVOLAND V.O.F., LELYSTAD Via Verkeersadvisering BV
opdracht_tot.xls;geldstroom
30 30 30 30 30 30 30 30 29 29
"Ï7
18
0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 19 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 22 0 0 0 0 0 18 18 0 0 0 0
0 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
"25 25 25 25 24 24 22 22 21 20 20 20 19 18 18 18 18 17 17
20-1-99)21:40
geldstroom
17 17 0 17 0
TOEGEPASTE MILIEU-ECONOMIE, DEN HAA LANDBOUWSCHAP, DEN HAAG Wouters Advocaten Innovision NIEUWE GRACHT
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 17
0 0 17 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
ovR RWS-ZH
16
0
J RÓSNIIVH, P R O F 7 D R . A M C H E R N Y A £ V
,^i? R ? ad J''M;" "Ocëan98
7 _ L ZT
ROVZ ~ '".". Rijksvoorlichtingsdienst/DTC B[ZZO_ _
TBT/M'arkton'deTzoëk""".
15
"' _
"
"
"'
~'°
^^...^..^.^^..^...^^^^^
0 0 O_
14 14 _0
0 O 0
o °~
'"Ö~"~ £ _ ~~0
0__ 0__ 0_
15 0
0
""ü.
"
Ö
""
0 0 0
^
1_2 0 O 0 12 0 11 io O 10 _0
~
""" 8' Ë
DINAF
""'
De Vries Arens en Partners 'p_sw ™' " DEC Dierenexperimentencommissi HouthóWAdvocaten & Notarissen^
"T
5_ 5 0 0 3^ 0
_
1
yejderi V~/C£GÏJ^[ÖTA^. " "
1
opdracht_tot.xls;geldstroom
' — ~ ~
0 _0 0 " 0
ï76364
Ö" 0 0 0 0 0 2 Q
0 0__ 0 ~ 0
68627
15 14
"o
O O_ 14 0_ 12 0_ O_ 0_ 0_ 0_ oj 10 0_ 10_
°.
14 14 14 13 12 12 12 12 12 11 11 10 10 10 10
12
11
9-
" ' O"" __cT
0_ o_
"0
0_
9. TZ..LJL 9__ o_ 0 Ö_
.SSIIIZZArj "" 0 0_ "'""'o 0 "o
9___Z" ". ° ' ~
15
^ 'ZZZ 2_
9___- . . £ o ' " o"" 0 0 Ö 0
" """¥ "
'ËLSËvlER SCIENCEJ" ' '"""Zl LT1Z_._L_.Z iiïtemattonale Rijn Kom"mi"s"sieri<"OSLENZ jVA Koers AMG ' ~ ~ ~" DNV Eindtotaal
0_
" 7Z°.
0 o 6 0
KÖn7nklijk7ÏÏe"derra"nd7eT"AMSfÉ"RDAM International Centre of Water AVECO BV, ROTTERDAM THRijSWijk/RVI _faz ~ MEINEMA St. Ornithol Voor_ne_
" ' "O 0
7
£^DÊ^FTOARË1HOUS|,^^ RÖffERDAWT
~
0 0 0 "' "o 0 0 12 " "" (T 0 _0 0 0 0 0 o "cf 0 ""'" 0 0 _Ö _0__ Ó
'___ ~ '__1_H. "_Z.""_~r~ JT" "__"£.„"
MCER L__I_II Delta Uitzendorg, 2
0_
.9 .?Z7
" 0 """
„—-_...
Toeristisch Bureau ZeeuwscTi-Vlaanderen PTC van Hasselt Adeco """ ~~ 2 De LandbouwvoorlichtingDLV, PRONTEN Flevo Agri Project Services Provincie Gelderland, ARNHEM DTLTA CONSULT BVTKAPELLE'""' GBJ HOOGHEEMR.UiTWATERENPE SLUIZEN, WC N. Groot, scheepsbouwkundig expert _ _
Ö
_£ 5.
15 0 15
John Bukman Management HILVERSUM ~ " "~ interim management Scheepsbouwkundig Advies en Reken Centrun _
"ECO JOB
0
"-'~- — - l 5 I " 5
17 17 17 17 17 16 16 16 15 15 15 15 15
o_ 0 4_ 0_ 0_ 0_
°
5
g^
0 ~~0 0 O' 0
0__ 0_ 0 0
6136
Pagina 7
24399
0 0
0 0
0 0
19790
2306
1069
0 0 50
0 0
298740
20-1-99:21:40
11.3.2 Opdrachtnemers per categorie. De opdrachtnemers zijn hierna aflopend geordend op de kolom "Eindtotaal"
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz. VII
Programma-management directie Kennis
Categorie_| Som van Kasuitgaven 1998(kf) 1 | Opgedragen aan 5054 NLR 2535 WL-WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM, D 0 NS-RIB 0 COB 0 CTT 295 TNO 0 SWOV 140 LWI 971 KOAC 0 CROW 0 EDS 0 MARIN 200 Goudappel/Coffeng 0 GEODAN GEODESIE, AMSTERDAM 505 CUR, Stichting, GOUDA 0 EUROSENSE 30 Grondmechanica Delft 0 DHV 0 Min. van EZ 0 DELTA PROJECTMANAGEMENT BV, CULEMBO 0 GEODELTA 477 CMG COMPUTER MANAGEMENT GROUP, DEr 0 HKV LIJN IN WATER B.V., LELYSTAD 0 IQUIP Informatica B.V..DIEMEN 0 TMPW 0 TNO GRONDWATER EN GEO-ENERGIE, DELFT 1738 COMB. AAC 0 marktpartijen 0 Coopers & Lybrand 0 AQUASENSE, AMSTERDAM 0 bureau DTS 3 Resource Analysis, DELFT 0 logisterion 0 TAUW 600 HCG 0 Venko B.V. 0 Cap Gemini Nederland B.V., UTRECHT 0 MVA (London) 0 eigen beheer DG-P 0 LANDBOUWUNIVERSITEIT WAGENINGEN 0 VROM MINISTERIE, LEIDSCHENDAM 0 STOWA STICHT.TOEGEPAST ONDERZ., UTREC 0 Alkyon Emmeloord 0 PBNA 0 Railned 0 consultants, prov 0 ADL/stratix Mu-Consult 300 0 HOEK ENGINEERING BV, HAARLEM 185 KPMG TU DELFT 215 0 RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT 0 NAM 100 NEA 0 Da Vinci Groep 500 beleidsonderzoek en advies 0 consultants 0 NIOO Nederl. Inst. v.Oecologis 0 Informatica Centrum voor 0 overig, sitichting 0 Grontmjj Adviesbureau B.V. 0 Arcadis Heidemij Advies BV, DEVENTER 0 Raet Systems & Services B.V., VEENENDAAL 0 HASKONING B.V., NIJMEGEN GETRONICS SOFTWARE BV, AMSTERDAM
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 1
2 47777 5240 0 11405 10668 7127 3800 6556 946 2613 0 3620 0 0 1818 0 1872 107 2641 0 0 0 0 0 0 0 0 991 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 300 1133 1100 0 0 0 0 0 0
0 257 329 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3 5475 10035 12899 0 0 3089 3449 0 3713 2904 4571 180 3469 257 1212 0 956 2495 0 1908 0 1295 2361 1742 1909 658 0 723 1669 1250 1600 1569 1500 1231 762 0 908 1201 1250 923 51 0 778 1063 875 1000 989 646 753 418 346 414 0 737
820 300 800
260 419 772 477 735 676 700
4
Eindtotaal 58778 18305 12899 11405 10668 10632 0 7249 0 6696 0 5630 5517 0 781 5352 0 3800 0 3669 3395 3652 0 3536 3456 3456 0 2858 0 2602 0 2641 712 2620 2495 2495 2407 635 0 2361 348 2090 0 2029 1200 1858 0 1738 0 1714 0 1669 370 1620 0 1600 0 1572 0 1500 150 1380 0 1362 1342 1342 1307 399 89 1290 0 1250 0 1223 0 1184 49 1149 1110 0 0 1063 1016 141 0 1000 0 989 0 946 179 932 0 910 0 891 0 881 857 857 18 855
5 0 406 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 120 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
332 0 0 0 0 0 0 50 0 467
0 0 0 0 0 267 300 0 0 0
0 0
473 89 0 0 0 121
0 0 0
820 800
266 65 0 0 0 35 0
800 794 783 772 477 735 711 700
663
663
20-1-99;21:27
Programma-management directe Kennis
Aero Medisch Instituut Chemielinco AKZO AJT advies PERKIN-ELMER NEDERLAND BV Leunissen B.V., UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MOC RANDSTAD CONTRACTING BV, AMSTERDAM TNO-IGG ORIGIN Berenschot Nederlands Economisch Instituut KOEMAN EN BIJKERK BV, HAREN Nederlands instituut voor B&A Groep Oranjewoud WITTEVEEN EN BOS, DEVENTER RWS-BD OOA VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Provincie Zeeland bridgecraft FLORON STICHTING FLORISTISCH, LEIDEN Varian Nederland B.V., HOUTEN Kragten, Fa DRUKKERIJ BELSER, LELYSTAD STARING CENTRUM, WAGENINGEN RIVO Arthur Andersen consulting START DIENSTEN, GOUDA Technische Universiteit Delft BBenC OMEGAM/ONDEDEEL GEM. AMSTERDAM kroone consultants Podium Offerteaanvraag MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR-, WAC STRACK CONSULTING INC., LEIDERDORP Twijnstra & Gudde Waters Chromotography b.v., ETTEN-LEUR Senter ( EZ ) Peutz Smeekes, Van de Wiel & Partners, LEIDSCHEND/ KU Nijmegen Buck Consultants, NEI, AAS, KLM medefinanciering proj Sabimos (gem.Almelo), me TNO-Bouw ARENDS &SAMHOUD ADECS BUREAU WAARDENBURG BV, CULEMBORG Railforum Stratix+Coopers Lybrand Master Communications NIEUWLAND, LELYSTAD UNIQUE B.V. PROJECT MANAGEMENT, ALMER SOVON SAMENWERKENDE ORGANISATIES, UF Vedior ASB Uitzendbureau B.V., AMSTERDAM LIMS SUPPORT GROUP V.O.F., ZEEWOLDE Hoek v/d Bijnsdorp Communicatie Projecten, HILVERSUM OVB ORG.VERBETERING BINNENVISSE-, NIEUV educore Traffic Test BV WATERBEDRIJF EUROPOORT, UTRECHT RIL Amsterdam Airport Schiphol (AAS)
opdracht_tot.xls;top_down
200 0 96 0 0 0 75 0 0 568 0 0 100 0 0 130 79 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 160 0 0 0 0 0 0 0 141 0 307 0 0 314 0 0 0 0 300 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 2
0 620 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 70 0 0 0 0 0 0 0 0 453 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 330 0 0 0 0 314 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 47 0 0 0 0 0 0 0 256 0
300 0 514 600 0 595 513 572 549 0 553 552 301 304 71 403 454 507 505 0 457 0 442 205 428 400 0 298 40 0 342 201 375 42 212 358 367 364 360 352 0 0 179 319 12 317 0 0 308 305 303 300 0 300 299 285 0 184 0 285 283 276 276 273 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 177 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
125 0 0 0 599 0 0 0 23 0 0 0 22 236 467 0 0 0 0 0 0 0 0 230 0 0 398 90 348 383 38 0 0 330 0 0 0 0 0 0 335 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14 292 59 286 0 0 0 0 0 272 0 250
625 620 610 600 599 595 588 572 572 568 553 552 493 541 538 533 533 507 505 500 457 453 442 435 428 400 398 388 388 383 380 379 375 372 371 368 367 364 360 352 335 330 320 319 319 317 314 314 308 305 303 300 300 300 299 299 292 290 286 285 283 276 276 273 272 256 250
20-1-99;21:27
Programma-management directie Kennis
H+N+S MSCN/ Resource Analysis MERKX INSTALLATIETECHNIEK, BUSSUM Interscience bv, BREDA Van Roon Waterschap Meppelerdiep Air Products Nederland BV, WADINXVEEN TRAIL KLV Loopbaancentrum, WAGENINGEN Maison van den Boer, ROTTERDAM TNO-INRO RAND/MSCN RIVM Rijksinstituut voor volks-, UTRECHT CSO Adviesbureau voor Milieu, DEN DOLDER HEC Dynavision Buck Consultants CORNELIS LELY STICHTING, LELYSTAD NNI NEDERLANDS NORMALISATIE, DELFT MULTEC Project Ondersteuning, AMSTERDAM NPC NETH.PAV. NIB Consult coopers EBOD beveiliging IBAS PRC BOUWCENTRUM B.V. Vis/Wust en partners RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN CEA Bureau voor citee Intercai kennisplatform participatie in project Distinct vasn Provincie Zeel, Spanjersberg Waterschap Hunze en AA Awareness BV Scheepswerk De Hoop Lobith, LOBITH HEWLETT PACKARD NEDERLAND BV, AMSTEL' KIWA Onderzoek en Advies, NIEUWEGEIN Canberra Packard Benelux n.v., TILBURG Go infra ARGOSS BROKKE, JOURE NIM OVUM St. Media Plaza Wetlands International Nederland, WAGENINGE IWACO B.V.ADVIESBUREAU VOOR, ROTTERD/ TNO BOUW SBW Advies & Onderzoek, WAGENINGEN Bakkenist Sir Alister Hardy - Found. for MEDIALAB B.V. RD Instruments TASK ENGINEERING EN DETACHERIN CREM Consultancy and research Simtech Software BV VAN DER LANS Adviesbureau van Roon Hogeschool Zeeland ADSE Stallen en Smit Nieuw Amsterdam IT groep BCC De Brauw Blackstone DTC, Rijksvoorlichtingsdienst, World Dab, Catew New Business search
opdracht_tot.xls;top_down
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 78 0 0 0 49 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 67 0 200 200 0 0 129 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 159 153 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 200 0 0 0 0 0 0 0 217 44 173 213 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 200 200 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 180 0 176 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
247 239 0 0 235 0 235 34 234 232 128 230 219 219 169 0 170 41 0 212 210 210 210 0 208 0 204 136 200 0 0 0 0 0 0 195 0 189 189 0 184 183 183 0 180 0 175 119 173 172 170 53 165 0 0 162 88 161 161 160 0 0 152 150 150 150
150
Pagina 3
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 204 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 73 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 239 237 0 235 0 0 0 0 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 209 0 0 0 0 0 0 0 0 0 67 196 0 190 0 0 188 0 0 0 0 0 0 0 55 0 0 0 116 0 164 163 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
247 239 239 237 235 235 235 234 234 232 231 230 219 219 218 217 214 214 213 212 210 210 210 209 208 204 204 203 200 200 200 200 200 197 196 195 190 189 189 188 184 183 183 180 180 176 175 174 173 172 170 169 165 164 163 162 162 161 161 160 159 153 152 150 150 150 150
20-1-99;21:27
Programma-management directie Kennis
UNIVERSITEIT TWENTE TME/Wagenborg Beekman Instruments B.V., MIJDRECHT De Doelen Concert- & Congres-, ROTTERDAM VBW Asfalt Inst. voor Psychotrauma Deloitte & Touche Marine safety international R'dam PERKIN-ELMER NEDERLAND BV, NIEUWEKERK AVIV Adviesbureau, ENSCHEDE Columbi vergouwen/overd. TCC Technologie Consultancy, GRONINGEN DTO Duurzame Technologische AERODATA NEI/MERC Waterschap Wold en Wieden RWS-MD CPB/NLR DEPOTEC v.o.f. CONGRESS OFFICE ASD Waterschap 'T Suydervelt TRIPLE P OPEN SYSTEMS BV, AMSTERDAM Marine Safety Rotterdam FUGRO CPRO-DLO Stichting Centrum voor, LELYSTAD DUFEC Tilburg TEBODIN RAADGEVENDE INGENIEURS, DEN H/ KNMI, DE BILT STORK PRODUCT Infomart SAVE BOB Bureau voor AGV Nieuwegein CSC Samson Technex NACO BrandmarC BV, Amsterdam Provincie Noord-Holland, HAARLEM SERVIAT PROJECTEN B.V., Stellingwerff Beintema B.V. AVV/Decisio NEDERLANDS CENTRUM VOOR ONDERM. Zuijderhoudt AID Environment, AMSTERDAM CTN TEMPO TEAM PROJECTEN, AMSTERDAM Z-O IWAY TECHNOLOGIES CLM CENTRUM V LANDBOUW EN MILIEU, UTI C.O.T, Den Haag Barael bestuurskundig adviesburo MULTEC ZWOLLE ITI CREATIVE SYSTEMS AIMING BETTER RAAP Amsterdam, AMSTERDAM Price Waterhouse Katholieke Universiteit Nijmeg Van Namen & Westerlaken, NIJMEGEN van de Bunt SH&E MOSMANS MINERAAL TECHNIEK BV, OSS ADVIN Zuid BV ESN-Nederland Schoep v/d toorn OVERHEAD DIENSTEN BV, ALMELO Intomart BV
opdracht_tot.xls;top_down
80 0 0 0 0 0 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 129 128 0 0 0 126 0 0 0 123 0 0 0 121 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 105 0 0 49
Pagina 4
0 0 0 0 146 0 0 0 0 0 0 0 0 138 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
70 149 0 147 0 145 108 143 141 141 140 0 139 0 0 0 0 3 137 137 135 0 135 135 134 133 132 131 130 0 0 128 127 127 0 126 126 126 0 123 0 122 0 120 119 118 118 116 115 114 114 114 113 97 112 111 110 110 110 107 106 105 105 0 103 0 52
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 140 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 148 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 138 138 138 135 0 0 0 135 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 123 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 101
150 149 148 147 146 145 143 143 141 141 140 140 139 138 138 138 138 138 137 137 135 135 135 135 134 133 132 131 130 129 128 128 127 127 126 126 126 126 123 123 123 122 121 120 119 118 118 116 115 114 114 114 113 112 112 111 110 110 110 107 106 105 105 105 103 101 101
20-1-99;21:27
Pro gram ma- management directie Kennis
OND-DWW RDW RWS-Zuid-holland TNO Milieu, Energie en Procesinovatie, alQbv Meesters Transcare DACTYLO UITZENDBURO BV, HEEMSTEDE Ver. v. Zoogdierk. KDI Waterschap Vechtlanden Beuk de ICATT Rebel Horeca Exploitatie b.v., LELYSTAD IHE, DELFT IMI NS/NSTO TNO Technische Physische Dienst TU Delft URBIDATA COMMISSION INTERNATIONALE DE, KOBLEN2 Waterschap Regge Dinkel VAN DE KERK + VAN VENROOY Alons en Partners ARIS adviesburo voor ruimtelijke, UTRECHT RWS-Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) Triimention rampenmanagement Resources Factory RIJKSINSTITUUT VOOR NATUURBEHEER VISTA adviesbureau, AMSTERDAM CAOS PPM Ceoplan NEURALTECH Nyfer/Bomhof i.s.m. AAS mr. H. van der Sluijs ADVIN Adviesbureau BV Aluminium Centrum BECO Haitjema Consulting inc, BLOOMINGTON Provincie Zeeland, Politie RVOZ en omliggende f Groene Ruimte De, WAGENINGEN Centrum Niderlandzkie Sp. Z o.o. St.Wetensch.techn Lab. Wegenbouw Nijenrode Waterschap Rijn en Ijssel, DOETINCHEM v Mechelen Waterschap Gr. Salland VEK ADVIESGROEP BV, S'GRAVENZANDE NACOOHolland Railconsult KUB
Coenecoop BV Kerrebijn BIJKERK EN KOEMAN/ VOORHEEN RDD, HARE Infocus RAND Europe BV FICTION FILM AUDIO-VISUELE PROD., AMSTEI Schokland Dennis TNO Milieu, Energie en Procesinn. Maurits en groen N.V. Waterwinningsbedrijf brabantse Biesbosch, BB+H Consultancy OpdenKamp Adviesgroep BV, DEN HAAG VGM milieumanagement, ROTTERDAM Turnkiek BV Lub
opdracht_tot.xls;top_down
0 0 0 0
0 0 99 0 0 0 0
96 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0
82
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 82 0 0
0 0 0 0 0
0 0 81
0 0
80
0 0 0 0 0 73
0
75 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 68 0 0 0 0 0 0
72 72 0 0 0 71
Pagina 5
0 0 0
100 100 100 100 100 100 0 98 97
96 0 0 95
94 94 94 93 93 92 71 0 90 90 88 88 88
88 87 86 85 85 85 82 0 0 82 0 82 81 0
81 80 0 79 0 75 74 0 73 0 0 0 72 71 71 0 69 69 69 68 0 0 67 66 65 0 65
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 82 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0
0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 96 0 0 0 0 0 0 0 0 0 91 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 74 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 67 0 0 0
65 0
100 100 100 100 100 100 99 98 97
96 96 96 95 94 94 94 93 93 92 91 91 90 90 88 88 88 88 87 86 85 85 85 82 82 82 82 82 82 81 81
81 80 80 79 75 75 74 74 73 73 72 72 72 71 71 71 69 69 69 68 68 67 67 66 65 65 65
20-1-99:21:27
Programma-management directie Kennis
Oceanographic Company of the Van 'tHoff bv, Ingenieursbureau, ZEIST K+V Organisatieadviesbureau, ZOETERMEER Arjan van Dijk Groep B.V., GEERTRUIDÊNBERG Bisschop & Partners BV, UTRECHT DAP IVIO Stichting, LELYSTAD MTA nederland Waterschap Vallei en Eem, AMERSFOORT Uselland Transfer, DEVENTER Krijger raadg. ing.b. Ruijter / Roelvink LWI STICHTING VOOR DE TECHNISCHE DGP COMI Holland Railconsult svasek b.v., ing. buro Bundesanstalt fur Gewasserkunde, KOBLENZ EIM CE SC-DLO, WAGENINGEN TTCI Meijers Research Rotterdam RIVO-DLO Rijksinstituut voor SEO Novio Consult, NIJMEGEN TNO Technisch Menskunde VAN WEES QUADRANT Holland RailconsultDAVV RWS-Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ)DBou Tuijn Van J. Uitgeverij, 'S HERTOGENBOSCH Hydrest Inc. Common Wadden Sea Secretariat(CWSC) Wilhel ETIL Maastricht landsadvocaat MH Nederland ROSTRA STICHTING RIONED, EDE Ingenieursbureau SEPRA IBN CHR, LELYSTAD ? Erasmus Univ. van Sluis Communicatie VORtech Computing CSR Consultants Interfurn Cartago Consultancy IOO BV MMG environment A'damcons Landview St.natuur en milieu RCC INFORMATIESERVICES BV, AMSTERDAM Zanten Jut IME Donnenberg UFKES B.V., DORDRECHT Inspraakpunt V&W Mars De Horst Onderzoek, Planning ..., GILZE Euromarket HoekLoos B.V., DIEREN St. Recreatie WAARDENBURG BV BUREAU Bolesian BV. HELMOND
opdracht_tot.xls;top_down
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 59 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 33 0 0 0 0 0 0 52 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 42 0 0
41 0 0 0 0 0 0 0 38 0 0 0 0 0 0
Pagina 6
0 0 0 0 0 60 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 0 0 45 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 62 62 61 60 0 60 60 59 59 59 59 0 0 0 0 57 57 57 56 55 25 55 22 0 54 54 53 53 52 0 51 0 0 50 50 50 50 50 0 0 0 45 15 45 0 0 0 42 0 42 41 0 41 0 41 40 39 14 38 0 0 37 0 37 0 36
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 0 49 0 0 0 0 0 45 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
64 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 59 59 58 0 0 0 0 0 0 0 0 54 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 49 0 0 30 0 0 45 43 0 0 0 0 0 0 41 0 0 0 25 0 0 38 0 37 0 36 0
64 62 62 61 60 60 60 60 59 59 59 59 59 59 59 58 57 57 57 56 55 55 55 55 54 54 54 53 53 52 52 51 50 50 50 50 50 50 50 49 49 45 45 45 45 45 45 43 42 42 42 41 41 41 41 41 40 39 39 38 38 38 37 37 37 36 36
20-1-99;21:27
Program ma-management directie Kennis
Amkreuz St. Rein water Research voor Beleid BV. ENSACO Gemeente Borsele Pat Kruger ALLART MAIJERS Van der Baars, de Vetten , Stikkelorum Endress+Hauser BV, NAARDEN BOLLENTEELTna2000 Luttikhuis Paul van Beek Landschapsarchitecten VITUKI WATER RESOURCES, BUDAPEST WATER QUALITY MANAGEMENT, RENKUM PROVINCIE NOORD-BRABANT, DEN BOSCH TNO-STB Verdonk, Klooster en Ass. BKH Adviesbureau Esveld Consulting Service BV NUON Water, VELP AEA Technology/Safetec/MSCN Maastrichts Europees instituut voor Transnationa Gemeente Tholen IG&H Technolution INFRAM TNO - TU Delft BOF VOGELAAR ELCTRONICS, BUNSCHOTEN COHEN STUART Kennis & Informatie-centrum Recreatie waddenvereniging Callas M g t Cons. IPM St.kinderen lezen techniek Waterschap Peel en Maasvallei, VENLO SETAC Europe, AMSTERDAM Ned. Distributieland ecomare Zemoko ALTENBURG WIJMENGA, VEENWOUDEN NIPO Broads Authority, NORWICH NR. 1BQ DTC+Gateway Roderland bv Installatie Bedrijf, KERKRADE Hogeschool van Amsterdam, AMSTERDAM SIMTECH Mees en Zonen Pineapple Yellow RAND Europe BVDStratagem Stratagem FLEVOLAND V.O.F., LELYSTAD Via Verkeersadvisering BV TOEGEPASTE MILIEU-ECONOMIE, DEN HAAG LANDBOUWSCHAP, DEN HAAG Wouters Advocaten Innovision NIEUWE GRACHT OVR RWS-ZH BUREAU NATU ROSNIIVH, PROF.DR.A.M.CHERNYAEV M+P Raadg. ing. Ocean 98 ROVZ Rijksvoorlichtingsdienst/DTC BIZZO
opdracht_tot.xls;top_down
0 0 0 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 28 0 0 28 0 28 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina 7
0 36 0 0 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 28 28 0 0 0 0 0 0 0 25 0 0 25 0 0 0 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 15 9 0 0
0 0 35 0 0 35 35 34 0 33 33 32 32 30 30 30 30 30 29 29 29 0 0 0 0 28 0 27 27 27 25 0 25 25 0 25 25 0 0 0 22 0 21 20 0 20 19 18 18 0 0 17 17 17 17 17 17 17 16 16 16 15 0 0 6 15 15
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
36 0 0 0 0 0 0 0 34 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 22 0 0 20 0 0 0 0 0 18 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
36 36 35 35 35 35 35 34 34 33 33 32 32 30 30 30 30 30 29 29 29 28 28 28 28 28 28 27 27 27 25 25 25 25 25 25 25 25 24 24 22 22 21 20 20 20 19 18 18 18 18 17 17 17 17 17 17 17 16 16 16 15 15 15 15 15 15
20-1-99;21:27
Programma-management directie Kennis
IBT/Marktonderzoek John Bukman Management, HILVERSUM Interim management Scheepsbouwkundig Advies en Reken Centrum STICHTING REINWATER, AMSTERDAM DTC Toeristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaanderen van Hasselt Adeco De Landbouw voorlichting DLV, DRONTEN Flevo Agri Project Services Provincie Gelderland, ARNHEM DELTA CONSULT BV, KAPELLE CBS HOOGHEEMR.UITWATERENDE SLUIZEN, WOL N. Groot, scheepsbouwkundig expert ECO JOB MCER Delta Uitzendorg. DINAF GUIDE SOFTWARE HOUSE, ROTTERDAM De Vries Arens en Partners PSW DEC Dierenexperimentencommissi Houthoff Advocaten & Notarissen Koninklijke Nederlandse, AMSTERDAM International Centre of Water AVECO BV, ROTTERDAM THRijswijk/RVI faz MEINEMA St. Omithol Voorne ELSEVIER SCIENCE velden v/d Guido b.v. Internationale Rijn Kommissie, KOBLENZ AMG DNV IVA Koers EindiotaaJ '
opdracht_tot.xls;top_down
14 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 19260
0 0 0 0 0 0 12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 115122
Pagina 8
0 14 14 14 13 12 0 12 12 12 11 11 10 0 10 10 9 8 0 7 0 7 6 6 5 5 5 5 0 4 3 2 0 1 0 0 0 0 0 131878
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3206
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0 7 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 27543
14 14 14 14 13 12 12 12 12 12 11 11 10 10 10 10 9 8 8 7 7 7 6 6 5 5 5 5 4 4 3 2 1 1 0 0 0 0 0 297009
20-1-99;21:27
11.3.3 Top opdrachtnemers per categorie. Per categorie verschilt de omvang de opdrachten per opdrachtnemer. Voor elke categorie wordt aangegeven hoe de relatieve rangorde in opdrachtnemers is. Alleen de top van de lijst is weergegeven.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.VIII
Programma-management directie Kennis
1
| Categorie Som van kasuitgaven 1998(kf) | Opgedragen aan NLR WL-WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM, DELFT COMB. AAC KOAC HCG TNO-IGG CUR, Stichting, GOUDA beleidsonderzoek en advies CMG COMPUTER MANAGEMENT GROUP, DEN HAAG TNO-Bouw KU Nijmegen Mu-Consult Stratix+Coopers Lybrand
TNO TU DELFT Goudappel/Coffeng Aero Medisch Instituut citee Intercai KPMG
Totaal 5054 2535 1738 971 600 568 505 500 477 314 307 300 300 295 215 200 200 200 200 185
ADSE Stallen en Smit Peutz LWI B&A Groep Spanjersberg STORK PRODUCT Infomart CSC BrandmarC BV, Amsterdam AW/Decisio
159 153 141 140 130 129 129 128 126 123 121
Nederlands Economisch Instituut NEA Transcare
100 100 99 96 82
Beuk de Aluminium Centrum Oranjewoud TNO-INRO UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM NACODHolland Railconsult KUB Coenecoop BV RAND Europe BV RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN LWI RWS-Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ)OBouwdienst HEC Intomart BV IOOBV Landview Mars
|| ? S" J ° H ""-"
Meijers Research Rotterdam Grondmechanica Delft Maastrichts Europees instituut voor Transnationaal Rechtswetens chappelijk Onderzoek (Metro) Technolution
•§• 78 75 73 72 72 71 67
59 52 49 49 42 41 38 35 33 30 28 28
TNÖ-TUpuft Ned.
25
Distributieland
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 1
20-1-99:22:42
Programma-management directie Kennis
RAND Europe BVOStratagem IBT/Marktonderzoek Delta Uitzendorg. Resource Analysis, Analysis, DELFT Kesource u Einatotaal
opdracht_tot.xls;top_down
18 14_ 8_ 3
19260
Pagina 2
20-1-99;22:42
Program ma-management directie Kennis
VAN DER LANS Adviesbureau van Roon Hogeschool Zeeland Nieuw Amsterdam IT groep BCC De Brauw Blackstone DTC, Rijksvoorlichtingsdienst, World Dab, Catewaij New Business search TME/Wagenborg De Doelen Concert- & Congres-, ROTTERDAM Inst. voor Psychotrauma Marine safety international R'dam PERKIN-ELMER NEDERLAND BV, NIEUWEKERK A/D IJSSEL AVIV Adviesbureau, ENSCHEDE Columbi TCC Technologie Consultancy, GRONINGEN CPB/NLR DEPOTEC v.o.f. RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN CONGRESS OFFICE ASD TRIPLE P OPEN SYSTEMS BV, AMSTERDAM Marine Safety Rotterdam FUGRO CPRO-DLO Stichting Centrum voor, LELYSTAD DUFEC Tilburg TEBODIN RAADGEVENDE INGENIEURS, DEN HAAG KNMI, DE BILT TNO-INRO SAVE BOB Bureau voor AGV Nieuwegein Samson Technex NACO Provincie Noord-Holland, HAARLEM Stellingwerff Beintema B.V. NEDERLANDS CENTRUM VOOR ONDERIWACO B.V.ADVIESBUREAU VOOR, ROTTERDAM M. Zuijderhoudt AIDEnvironment, AMSTERDAM CTN TEMPO TEAM PROJECTEN, AMSTERDAM Z-O IWAY TECHNOLOGIES CLM CENTRUM V LANDBOUW EN MILIEU, UTRECHT C.O.T. Den Haag Barael bestuurskundig adviesburo MULTEC ZWOLLE AIMING BETTER RAAP Amsterdam, AMSTERDAM Price Waterhouse Katholieke Universiteit Nijmeg Van Namen & Westerlaken, NIJMEGEN Deloitte & Touche van de Bunt SH&E MOSMANS MINERAAL TECHNIEK BV, OSS ADVIN Zuid BV Schoep v/d toorn OND-DWW RDW RWS-Zuid-holland TNO Milieu, Energie en Procesinovatie, alQbv Meesters DACTYLO UITZENDBURO BV, HEEMSTEDE ITI CREATIVE SYSTEMS Ver. v. Zoogdierk.
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 3
161 161 160 152 150 150 150 150 149 147 145 143 141 141 140 139 137 137 136 135 135 135 134 133 132 131 130 128 128 127 127 126 126 126 123 122 120 119 119 118 118 116 115 114 114 114 113 112 111 110 110 110 108 107 106 105 105 103 100 100 100 100 100 100 98 97 97
20-1-99;22:41
Programma-management directie Kennis
| Categorie
|2
\
Som van Kasuitgaven 1998(kf) | Opgedragen aan NLR
I Totaal 47777
COB
11405
CTT TNO
10668 7127 •
.
.
.
.
.
•
.
.
.
WL-WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM, DELFT svyoy MARIN
y
Z
Z
Z
Z
Z
Z
5240 3800 3620
Z
Z
J
f
f
i
CROW Grondmechanica Delft CUR, Stichting, GOUDA
2613 1872 <|818
'""".'."'.".".".'.
VROMTV^^^^
""'""''T.T™.'.".'.'.^"^'.
STOWA STICHT.TOEGEPAST ONDERZ., UTRECHT marktpartijen KOAC Ch'ernieiinco Provincie Zeeland Senter(EZ) TU DELFT medefinanciering proj Sabimos (gem.Almelo), medefinanc.proj.v'oertuigvolgsyrtemen (JoanKnecht) LANDBOUWUNIVERSITEIT WAGENINGEN KPMG RIL Dynavision NNI NEDERLANDS NORMALISATIE, DELFT TRAIL kennisplatform participatie in project Distinct vasn Provincie Zeeland NIM St, Media Plaza CORNELIS LELY STICHTING, LELYSTAD
^^'ZZ7rZZ"'"'"""
""' 7""
DTO Duurzame Technologische DHV mr. H. van der Sjuijs Provincie Zeeland, Politie RVOZ en omliggende gemeenten St.Wetensch.techn Nijenrode Nederlands Eco.nornisch Instituut Maurtts en groen PAP Common Waddeni Sea Secretariat(Cvysc) yVilhelmshaven Vedior ASB Uiteendbureau B.V., AMSTERDAM
'C^TÉIYSTAD
ZZ.ZZZZ.ZZZ
Buck Consultants St.Reinwater Gemeente Borsele
^ ^ Z Z Z Z Z Z Z Z Z
107 82 81 80_ 75_ 70 68 60_ 50_ 47
"Z7.'"ZZZZZZ'ZZZZZZZZZZ'^ 44^ 36_ 35
ZZZZZZZZZZZZ.Z
9^W...................ZZZZZZZZZZZ1..Z1ZZZZZZZZ Toeristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaanderen ROVZ Ëindtotaal -«-~»~-~«~~«-«»«» »»—
......Z.Z.ZZZ -»
Pagina 1
1100 991 946 620 453 33O_ 329 314 300 257_ 256 2Ï7 213_ 200 200 2ÓÖ 180 T76_ 173
"" "7^7""™'^7^^'^' 138
Gemeente Tholen IG&H waddenyereniging St.kinderen lezen techniek ecomare COMMISSION INTERNATIONALE DE, KOBLENZ jg.
opdracht_tot.xls;top_down
.
^ ^ ^ ^ ^ ^ ^
28_ 28_ 25 25^ 24 2£ 15
12. 9 ÏÏ5Ï22"
20-1-99;22:41
Programma-management directie Kennis
| Categorie
"'"""""""n"-—
^^
| Opgedragen aan NS-RIB WL-WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM, DELFT NLR EDS
Z Z Z Z Z . . ..•
|3
L alj
| Totaal 12899 10035 5475 4571
. • . . . . . . . . • . • . f f i T
Goudappel/Coffeng SyVOV TNO
3469 3449 3089
CROW"" "' '
ZZZZZZZZ."
ZZ'""ZZ". '""2904'_
DHV
2495_
HKV LIJN IN WATER B.V., LELYSTAD
2361
TMPW "PILTATRO^
1909
IQUIP Informatica B.V.,DIEMEN Coopers & Lybrand bureau DTS Resource Analysis, DELFT ' logisterion CMG COMPUTER MANAGEMENT GROUP, DEN HAAG eigen beheer DG-P
1742 1669 1600 1569 1500 1295 1250
TQ.üKsmsi]TfEfmöm"""""""'"'
'1250'
'
'"'""' "'"'""
TAUVy CUR, Stichting, GOUDA MVA(London)
1231 1212 1201
'^rz7"r*"''T"7r""'"
"^
consultants, prov ADL/stratix Grondmechanica Delft
1000 989 956
^
Z.7.....?iK
Cap Gernini Nederland B.V., UTRECHT Railned Da Vinci Groep consuitants Alkyon Emmeloord overig, sitichting HCG
908 875 820 800 778 772 762
'HOÉÏÏÏNÏÏINÉ'ÉWG^
'"""*
~^"
"Z""
_NEA Arcadis Heidemij Advies BV, DEVENTER marktpartijen
HASKöNfo^
'*".'."."•' 7rzT"zzTr""."z?p'.
Raet Systems & Services B.V., VEENENDAAL TNO GRONDWATER EN GEO-ENERGIE, DELFT Mu-Consult
'AJf advies'
"
676 658 646
ZZZZZIZZ"'."'^?.'
Leunissen B.V., MOC ORIGIN
595 572. 553
Berenschot"
"
.'.*Z'......".Z'"
RANDSTAD CONTRACTING BV, AMSTERDAM A K Z O 5 J RWS-BD Grqntmij Adviesbureau B.y. Oranjewoud bridgecraft Varian Nederland B.V., HOUTEN Informatica Centrum voor
opdracht_tot.xls;top_down
M?'. 549
I
4 505 477
y.?j^..y.jyi.!?.?iT.^!.T....?.iÊ?.p...
I
'^7^. 737^ 735 723
i?... 454 442 428 419
Z..Z.ZZZ" '".".'."Z
ZZZZZZ'"Z3.T?'
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
41£
B&A Groep
403
Pagina 1
20-1-99;22:41
Programma-management directie Kennis
Kragten, Fa BB en C Podium Offerteaan vraag MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR-, WAGENINGEN STRACK CONSULTING INC., LEIDERDORP Twijnstra & Gudde TU DELFT START DIENSTEN, GOUDA Smeekes, Van de Wiel & Partners, LEIDSCHENDAM Buck Consultants, NEI, AAS, KLM ARENDS &SAMHOUD ADECS KOEMAN EN BIJKERK BV, HAREN BUREAU WAARDENBURG BV, CULEMBORG Nederlands Economisch Instituut Aero Medisch Instituut beleidsonderzoek en advies Railforum Master Communications NIEUWLAND, LELYSTAD STARING CENTRUM, WAGENINGEN UNIQUE B.V. PROJECTMANAGEMENT, ALMERE Hoek v/d Bijnsdorp Communicatie Projecten, HILVERSUM OVB ORG.VERBETERING BINNENVISSE-, NIEUWEGEIN educore Traffic Test BV NIOO Nederl. Inst. v.Oecologis GEODAN GEODESIE, AMSTERDAM H+N+S MSCN/ Resource Analysis Van Roon Air Products Nederland BV, WADINXVEEN KLV Loopbaancentrum, WAGENINGEN Maison van den Boer, ROTTERDAM RAND/MSCN RIVM Rijksinstituut voor volks-, UTRECHT CSO Adviesbureau voor Milieu, DEN DOLDER MULTEC Project Ondersteuning, AMSTERDAM kroone consultants NPC NETH.PAV. NIB Consult coopers IBAS FLORON STICHTING FLORISTISCH, LEIDEN Vis/Wust en partners Technische Universiteit Delft CEA Bureau voor Awareness BV HEWLETT PACKARD NEDERLAND BV, AMSTELVEEN KIWA Onderzoek en Advies, NIEUWEGEIN Vedior ASB Uitzendbureau B.V., AMSTERDAM Go infra ARGOSS BROKKE, JOURE MARIN OVUM Peutz Wetlands International Nederland, WAGENINGEN TNO BOUW SBW Advies & Onderzoek, WAGENINGEN Buck Consultants Bakkenist HEC MEDIALAB B.V. CREM Consultancy and research
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 2
400 375 368 367 364 360 352 346 342 319 317 308 305 304 303 301 300 300 300 300 299 298 285 285 283 276 276 273 260 257 247 239 235 235 234 232 230 219 219 212 212 210 210 210 208 205 204 201 200 195 189 189 184 184 183 183 180 180 179 175 173 172 170 170 169 165 162
20-1-99:22:41
Programma-management directie Kennis
14
| Categorie
I
Som van kasuitgaven Ï998(kO | Opgedragen aan ~) Totaal OOA 500 RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT 467 WL-WATERLOOPKUNDIC LABORATORIUM, DELFT 406 Alkyon Emmeloord 332 Informatica Centrum voor 300 267 NIOO Nederl. Inst. v.Oecologis PRC BOUWCENTRUM B.V. 204 177 Technische Universiteit Delft 140 vergou wen/overd. TMPW 120 Simtech Software BV 73 Hydrest Inc. 50 KPMC 50 Ingenieursbureau SEPRA 49 VORtech Computing 45 Zemoko 24 IVA 0 Nijenrode 0 AMC 0 Koers 0 EÏncftotaal 3206
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 1
20-1-99;22:40
Prograinma-management directie Kennis
| Categorie
[5
'somJva''riu'touïtgavenl998(i
""""""
|
'•»"»»»«- .i*™»"—»™,»» I Totaal 3456 3395 2495 1342
Z ZZZZ'^ö
T'ÏÏ"ÏÏË"''ÏÖ'^ NAM EPS PROJECTMANAGEMENT BV, CULEMBORG
^
857_ 781_ 712
"ZZ ZZZZ ^ r
CMG COMPUTER MANAGEMENT GROUP, DEN HAAG PERKIN-ELMER NEDERLAND BV NLR Nederlands instituut voor Cap Gemini Nederland B,V„ UTRECHT PRUKKERIJBELSER, LELYSTAD Arthur Andersen consulting
635 599_ 473 467 399 398_ 383
''"'"""
'""""' 'ZZZZ'"'jffi?.'
RiyO IQUIP Informatica B.V.,DIEMEN Waters Chromotography b.v., ETTEN-LEUR
348 348_ 335
'AQUASËJ^S'È7A'M^T'E1[DA'M"'"
SOVON SAMENWERKENDE ORGANISATIES, UBBERGEN 292 ZWWöWÏéc"fé ""'Z"''Z"'J^ LIMS SUPPORT GROUP V.O.F., ZEEWOLDE 286_ WATERBEDRIJF EUROPOORT, UTRECHT
272
Amsterdam Airport Schiphol (AAS) MERKX INSTALLATIETECHNIEK, BUSSUM jnterscience _by, BREDA
250 239_ 237
ftoEffiA'ffi
"""""
'""""
Waterschap Meppelerdiep FLORON STICHTING FLORISTISCH, LEIDEN EBOD beveiliging Waterschap Hunze en AA Scheepswerk De Hoop Lobith, LOBITH Canberra Packard Benelux n,v„ TILBURG HOEK ENGINEERING BV^HAARLEM RD Instrumente TASK ENGINEERING EN DETACHERIN TAUW Beekman Inrtrurnents B.ViVi_MUDRECHT
"'" "236'
235 230_ 209 196 190 1^8_ 179 Ï64 163 150. 148
•M^rZT'TT"ZZT"T"7"'" M ^ . ? j r Z T T T Z r Z T T . 7' .". . . . . . . . . • • .""^ AEROPATA NEI/MERC Waterschap Wold en Wieden
138 138_ 138
.'•^Ï:'^'PZ'"'''.'ZZZZ'""'."""""Z'.
ZZZ .'.'ZZZZZZZZ'Z' .P.'.
Waterschap 'T Suydervelt Aero Medisch Instituut SERVJAT PROJECTEN B.V.,_
T^?ZZZZ"'"ZZZZZ"".'.
135 125 123
'"•
ZZZ" "•"'• ZZZZ'^T
Sir Alister Hardy - Found. for OVERHEAD DIENSTEN BV, ALMELO Waterschap Vechtlanden Waterschap Regge Pinkel STARING CEIMTRUM, WAGENINGEN .^}y...(.r!?.n.?.?.n.. WL-WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM, PELFT Nyfer/Bomhof i.s.m, AAS ' Waterschap Gr. Salland Spanjersberg
116 101_ 96 91 90_ ?..?.. 89 82 74_ 67_
T"mkiëi<''Bv""""'""""' I. ZZZ ZZZZZZ Z.ZZZZZZZZZZ W.. Informatica Centrum voor Oceanographic Company of the
opdracht_tot.xls;top_down
Pagina 1
65_ 64
20-1-99;22:39
Program ma-management directe Kennis
Vedior ASB Uitzendbureau B.V., AMSTERDAM STICHTING VOOR DE TECHNISCHE DGP COMI IWACO B.V.ADVIESBUREAU VOOR, ROTTERDAM RIVO-DLO Rijksinstituut voor STOWA STICHT.TOEGEPAST ONDERZ., UTRECHT IBN CSR Consultants Interfum RCC INFORMATIESERVICES BV, AMSTERDAM START DIENSTEN, GOUDA De Horst Onderzoek, Planning ..., GILZE HoekLoos B.V., DIEREN WAARDENBURG BV BUREAU Amkreuz Raet Systems & Services B.V., VEENENDAAL Endress+Hauser BV, NAARDEN Erasmus Univ. UFKES B.V., DORDRECHT TNO-INRO RANDSTAD CONTRACTING BV, AMSTERDAM NIPO Nederlands Economisch Instituut Roderland bv Installatie Bedrijf, KERKRADE NEA Stratagem ITI CREATIVE SYSTEMS UNIQUE B.V. PROJECTMANAGEMENT, ALMERE CBS GUIDE SOFTWARE HOUSE, ROTTERDAM THRijswijk/RVI ELSEVIER SCIENCE
ErnmotaaT
opdracht_totxls;top_down
Pagina 2
59 59 59 58 55 54 49 49 45 43 41 38 38 37 36 36 35 34 30 25 25 23 22 22 20 18 18 15 14 10 7 4 1 27543
20-1-99;22:39
11.4 informatie in relatie met de Rijksbegroting. 11.4.1 Begrotingsstaat 1998. Als referentie is gebruik gemaakt van de cijfers over het jaar 1998 uit de Rijksbegroting De begrotingsstaat geeft een overzicht van de totaal.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.lX
Begrotingsstaat behorende bij de Wet van
19.., Stb
Begroting 1998 Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1000) (1) Art.
Omschrijving
Oorspronkelijk vastgestelde begroting verplichtingen
TOTAAL 01
18
Algemene departementale aangelegenheden Algemeen Personeel en materieel Centrale Diensten Post-aktieven Algemene beleidsaangelegenheden Personeelsbeleid Onderzoek en ontwikkeling algemeen Functionele kosten Koninklijk Huis Crisisbeheersing Raden en commissies Ruimtevaartactiviteiten Onvoorziene uitgaven Loonbijstelling Prijsbijstelling Bijdragen aan het Infrastructuurfonds Bijdragen aan het buitenland i.v.m. Eurovignet Internationale betrekkingen
01 02 10 20
Rijkswaterstaatsaangelegenheden Algemeen Indirecte uitvoeringsuitgaven Exploitatiebijdragen Droge infrastructuur Natte infrastructuur
01 02 03 04 05 07 08 09 10 11 12 13 14 16
02
03 01 02 03 04
10 11
12 14 15 16 18 19
31 32 04 01
Personenvervoer Algemeen Personeel en materieel DirectoraatGeneraal Personenvervoer Onderzoek en ontwikkeling Specifieke uitgaven Voorlichtingsuitgaven en draagvlakvergroting Mobiliteit Bijdragen Openbaar Vervoer Garanties voor de aflossingen en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van het openbaar vervoer Kapitaalstorting vervoersbedrijven Stimulering openbaar vervoer Stiller, schoner en zuiniger Bedrijfsvervoer Bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen Bijdragen aan de Nederlandse Spoorwegen Veiligheid in verkeer en vervoer Taakstelling verkeersveiligheidsbeleid Stimulering van en bijdragen aan derden Luchtvaartaangelegenheden Algemeen Personeel en materieel Rijksluchtvaartdienst
uitgaven 10 826 633
6 628 600
116 286 44 511 39 084 48 076 271 6 237 2 920 4 565 856 80 143
116 286 44 511 42 939 48 076 1 044 6 237 2 920 5 265 36 869 856 80143
6 211 513
6 211 513
27 758 4183
27 758 4183 505 417
313 748 17 809 28 765 72 690
315 615 79 361 36 321 74 120 3 029 984
43 338 21 826 4 214
43 338 24 190 4 214
4 041
4 086
2 302 541
2 352 169
11 713 7 667 15 078
Memorie 0 18 548 10119 21 828
48 804
51 595
156 811
447 931
13 006 22 063
13 006 38 960 256 151
43 804
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 600 hoofdstuk XII, nr. 1
51 604
(1) Art.
Omschrijving
03
10 11 12
20 21
30 31 95 01 02 03 04 10 11 12
20 21 22 30 31 32 34 06 01
10 07 01 04 05
Onderhoud en exploitatie van een vliegtuig ten behoeve van de regering en van de leden van het Koninklijk Huis Mobiliteit Beheer en ontwikkeling luchthavens Zonering in het kader van de Luchtvaartwet Garanties voor de aflossing en rentebetalingen op aangegane geldleningen ten behoeve van luchtvaart Veiligheid in verkeer en vervoer Veiligheid en toezicht op het gebied van de luchtvaart Bijdrage aan de ZBO Luchtverkeersbeveiliging Voorwaarden scheppen Bijdragen aan internationale organisaties Onderzoek en ontwikkeling Goederenvervoer Algemeen Personeel en materieel DirectoraatGeneraal Goederenvervoer Informatievoorziening Onderzoek en ontwikkeling Voorlichtingsuitgaven Mobiliteit Verkeersregeling zeescheepvaart Vaarwegmarkeringsdienst Bereikbaarheidsbevorderende en mobiliteitsgeleidende maatregelen Veiligheid in verkeer en vervoer Veiligheid en milieu Scheepvaartinspectie Rijksverkeersinspectie Voorwaarden scheppen Maritieme politiek Stimulering goederenvervoer Zeehavenontwikkeling Uitkeringen herstructurering binnenvaart Telecommunicatie en postzaken Algemeen Personeel en materieel Hoofddirectie Telecommunicatie en Post Voorwaarden scheppen Telecommunicatie en Post Meteorologische aangelegenheden Algemeen Personeel en materieel Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut Bijdragen internationale organisaties Bijdragen aan het agentschap KNMI
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
%
verplichtingen
uitgaven
'|
4 677
4 677
|
80 190
12 578
f
83 450
83 450
i
_
Memorie
8 500
8 500
29 836
30 442
2 149 58 851
2 149 62 751 306 702
116 533 8 554 7 028 225
116 533 8 577 7 401 350
17 996 13 530
18 890 15 540
34 156
35 726
4 254 1 719 1 944
4 436 1 719 1 944
2 963 31 300 27 925 11 958
3 163 40 465 40 000 11 958 37 796
27 545
27 545
10 251
10 251 61983
12 752 134 47 653
Mij bekend, De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 600 hoofdstuk XII, nr. 1
12 752 1 578 47 653
\ \
Begrotingsstaat behorende bij de Wet van
1998, Stb
Begroting 1998 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Infrastructuurfonds Onderdeel verplichtingen en uitgaven (bedragen x f 1000) (1) Omschrijving
Art.
Oorspronkelijk vastgestelde begroting Verplichtingen
TOTAAL
Uitgaven 9 220 314
01 02 03
Droge Infrastructuur Rijkswegen Railwegen Regionale/Lokale Infrastructuur
2 145 356 3 648 507 495 858
5 747280 2 847 669 1 898 900 1 000 711
01 02
Natte Infrastructuur Waterkeren Waterbeheren en vaarwegen
222 046 1 168 887
1 546 353 228 854 1 317 499
01 02 03 04
Mega projecten Westerschelde tunnel Betuweroute Hogesnelheidslijn Deltaplan grote rivieren
160 000 2 270 010 102 038 282 242
1742 881 331 000 822 227 314 516 275 138
01
02
03
04 01 02 03 04 05
Algemene uitgaven Nadeling saldo van de afgesloten rekeningen Bodemsanering Intermodaal vervoer Overige uitgaven Garanties
183 800
79 400 11 500 362
Mij bekend, De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 600 hoofdstuk A, nr. 1
memorie 107 900 75 500 400 memorie
11.4.2 Budgetverdeling over de begrotingsartikel(-onderdelen). De aard van de geïnventariseerde opdrachten varieert qua aard van anticiperende kennisontwikkeling tot kennistoepassing in de uitvoeringspraktijk. De begrotingsbelasting vindt dan ook op verschillende artikelen van Hoofdstuk XII en Infrafonds plaats. De verdeling over de verschillende artikelonderdelen is in deze bijlage weergegeven.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.X
begroting
Categorie |
Som van Kasuitgaven 1998(kf) Begrotings artikel 99.01.01 personeel centr. diensten 99.01.03 Algem. Beleidsaangelegenheden
| Begrotings artikel -(onde 99.01.01.03 99.01.03.01 _ 99.01.03.04 _ _ _ _
1
3
2 0 47
646
0 0 112
4
5 150 18
181 0 504
Eindtotaal 0 82
331 147
25
1287
441
4327 "•"25624" 11803 "298ÖÖ 12992 500 18244 1800 5022 69 2197 5240
88
99.01.08 Crisisbeheersing 99.02.01.00 99Ö2.Ï0Ö3 99.02.20.01 "997Ö2Ï2Ö"b2"" 99.02.20.03 99.03.01 99.03.01 Personeel DG-P 99.03.02.01 99.03.02 Onderzoek & ontwikkeling DG-P 99.03.18 99.03.18 B&M maatregelen Personenvervoer 99.03.31.00 99.03.31 Taakstelling verkeersveiligheid-beleid 99,03.32 Stim. van en bijdr. derden Verkeersveiligh. 99.03.32.00 99.04.10.03 99.04.10 Beheer en ontw. luchthavens 99.04.10.06 99.04.20.01 99.04.20 Veiligheid en toezicht luchtvaart 99.04.31.01 99.04.31 Onderzoek & ontw. luchtvaart 99.04.31.02 99.04.31.03 99,04.31.04 99.05.01 99.05.01 Personeel DG-G 99.05.03 Onderzoek & Ontw. Goederenvervoer 99.05.03 ""9a05.ÏÏ3.0"Ö" 99.05.10 yerkeersregelirig Zeescheepvaart ?§•__.•? 9 99.05.12 B&M maatregelen Goederenvervoer 99.05. ï 2 139.05.20 yefTighëid en milieu gqederenyeryoer 99.05.20 99.b5"!3Ö Maritieme politiek" 99.Ö5!3Ö.01 99.05.31.01 99.05.31
0 14303
99.02. ïö Droge infrastructuur 99.02.20 Natte Infrastructuur
.
_
.
.
.
_
_
.
•
5880 0 1060 0 0 0 423 410 0 5030 0 0
756 0
134
1839
.
111 0 "8264"
99.06.10.05 99.07.05 56.01.01.01 —
—
•
11803 29415 0 0 14364 1600 5022 69 782 4224 0 1526 0 0 1284 367 3892
300 0 500 1320 0 0 0 925 345 75 1180 0 0 119 0 232
"11F 107 '43~ 149
o 321 302"
"Ï155"
-
0 "85"" 7112 0 0 200 0 0 0 0 0 0 36187 11590 0 0 41
0
99.05,31.03
—
303? 3ÖÖ"
847
ö""
'
99.06.10 Telecommunicatie & Post 99.07.05 Bijdrage aan agentschap KNMI 56.01.01 |nfrafonds Rijkswegen
0
•
56.01.01.03
562
ö"
"së'öibi'öï"
6261 10195
b"
1225
b"
280
ö""
169
0 0 1500 0 0 0 67 261 0 242 0 0 3758 0 320
75 7978 36187 11590 5916
367 4619
o" 0
107 '~2ÏÏ5 705
235
ö"
37
32
2188
0
69
10544 3873 1225 "8878"
"775 0
b"
"~ ö"
2581 ""350" 75 "2788"
2581 "2885
2535 1946
197
o"
2781
"""•305"
0
56.01.01.06
54141 „,.....
54141
56.02.01 Infrafonds Waterkeren 0
56.02.01.02 56.02.01.03 56.02.02.Infrafonds^Wjterteheren & Vaarwegen
56.02.02 56"Ö2."Ö2."Ö3
0 Ö
56.02.02.04 ""56"Ö2"b2"Ö6"" 56.03.03! Infrafonds Hggesnelheids.ljin
.§.§.:.P.3...-..PJ;5?....., 56.03.03.01
56.03.04 Infrafonds Deltaplan Grote Rivieren
56.03.04
Overig Begroting OCW Eindtotaal
D2totaal;begroting
6257 ~ ""Ö" 68
ö" 0
onderzoeksbudget p g B ""(ieegj
g o"~'~
OCW 38887
Pagina 1
17405
38
208
"6430 18451
6257
..._„.
ö"
""" "ö"
q
_3770
14559 829""
0 ïï5 6483
128 119
104760
114693
ö"
"
0 "7Ï423"'
0 766
0 135
44411
132902
18726 "7Ï423"
3770 12Ö" 128 "Tl35 6483
435652
9-2-99:22:10
begroting
Som van Kasuitqaven 1998(kf) Begrotingsartikel 99.01.01 personeel centr. diensten 99.01.03 Algem. Beleidsaangelegenheden
|Begrotings artikel -(onderdeel)
.M;Sl:i^.!!MÈ!S!!SS!?M8. 99.Ö2.ÖÏ indirecte uitv. uitg. RWS 99.02.10 Droge~ jnjrastrutf u ü F "
Categorie | 1 0 693
2
14303
10869 7Ï97
0 5786 0 134 0 0 0 0 111 1155 8264 562
0 47777 0 41 0 328 0 0 18295 1225 0 5794 0 6325 0 0 115 6483 104760
?T ? 9" ff i ë l f l t i J 99.03"oJ'pêïsonêërDG-P'
4
3 0 112
181 504 0
150 18 88 3Ö39"
5
Eindtotaal 331 1433 88 441 4327 0 107
99.03.02 Onderzoek & onhvikkeling_pG-P 99.03,18 |&iyi maatregeien Personenyervoer 99.0l'3ffaa"ksteii|ngyerkëërsve^ 99.Ö4.ÏÖ Beheer en ontw.juchthaveni 99.04.20 Veiligheid en toezicht luchtvaart 99.04.31 Onderzoek & ontw. luchtvaart 99.05.01 Personeel DG-G 99.05.03 Onderzoek & Ontw. Goederenvervoer 99.05.10 yerkeersregeling 2eesc.heep.yiSS ïï:9.§: I ? B&M maatregelen Goederenvervoer
Ji'
i
!!
99.05,3Ï Stimuïering floederenyeryoer éó'éri'b telecommunicatie & Post
i
56.01,01 infrafonds Rijkswegen 56.02.01Infrafonds.Waterkwen 56.Ö2.Ö2 infrafonds Waterbeheren S Vaarwegen
0 105 0 0 38887
Jë.03^04 Infrafonds Deltaplan Grote Rivieren Overig Begroting OCW Eindtotaal
D2totaal;begroting
Pagina 1
0 2810 367 3892 0 1726 321 302 449 1943 614 197 17405 208 15388 15 247 0 114693
75 1299 0 350 107 43 149 0 37 775 0 4786 388 24881 0 3770 766 0 44411
0 4000 0 320 0 18 235 0 101 0 0 54141 0 71423 0 0 135 0 132902
75 61671 367 4737 107 2115 705 302 18993 5098 8878 65481 17793 102836 15388 3890 1263 6483 435652
9-2-99;22:07
11.5 Doelfinanciering TNO op V&W werkterrein. De doelfinanciering van TNO voor de werkvelden die voor de V&W-organisatie van belang zijn worden belast op de begroting van OCW. De programmering geschiedt in nauw overleg met V&W-onderdelen. Het programma wordt jaarlijks vastgesteld. Het programma voor 1998 is bijgevoegd.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.XI
Doelfinanciering Verkeer en Waterstaat 3 van ö 1
Programma 1998
1.
Inleiding
1.1
Zorg voor kennis
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt zich op het standpunt dat 'goed beleid niet zonder kennis kan (Rijksbegroting 1997 Verkeer en Waterstaat). Het ministerie vindt dan ook een hoogwaardige kennisinfrastructuur noodzakelijk, gezien de complexe maatschappelijke vraagstukken nu en in de komende decennia. Recent ontwikkelde impulsen in de kennisinfrastructuur, zoals de ICES-projecten, worden door het ministerie opgepakt om het innovatieve kennisarsenaal in Nederland op het gebied van Verkeer en Waterstaat verder te vergroten. Ook de TNO doelfinanciering ziet het ministerie als een belangrijk instrument om een adequaat kennisniveau te waarborgen, mede met het oog op de uitvoering van de V&Wkerntaken. De structurele verhoging van het V&W budget met f 2 min. in de TNO doelfinanciering met ingang van 1996 moet dan ook in dat licht worden bezien. Het ministerie voelt zich sterk betrokken bij de opzet van het programma en de 4 onderscheiden deelprogramma's worden dan ook in nauw overleg met de desbetreffende diensten/directie ingevuld: I.
Verkeer en vervoer:
II. III.
Watersystemen: Bouw:
IV.
Telecommunicatie:
Adviesdienst Verkeer en Vervoer (in samenspraak met de Klankbordgroep, waarin zitting hebben DGG en DGP); RIZA en RKZ; Bouwdienst RWS en Dienst Weg- en Waterbouwkunde; Hoofddirectie Telecommunicatie en Post.
Binnen TNO zijn 9 instituten betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het doelfmancieringsprogramma V&W, die deels op projectniveau nauw samenwerken (de onderstreepte instituten treden op als deelprogrammacoördinator): Verkeer en Vervoer: Watersystemen: Bouw: Telecommunicatie:
Inm, FEL, TPD, TM en WT; NITG. MEP en TPD; Bouw S I S , FEL, TPD en TM.
De doelfinanciering V&W moet als een onderdeel worden gezien van het totale Speurwerkprogramma van voornoemde instituten, die op de onderscheiden thema's van vernieuwend onderzoek ook andere financieringsbronnen zullen en/of kunnen inzetten.
1.2
Doelfinancieringsprogramma 1998
Voor de resterende duur van de werking van de huidige Strategienota TNO (1995-1999) is in 1996 door het ministerie V&W het Meerjarenprogramma Doelfinanciering Verkeer en Waterstaat 1997 -1999 vastgesteld. Dit in het kader van de in 1996 door het ministerie van
Doelfinanciering Verkeer en Waterstaat
4 van 51
Programma 1998
OCenW vastgestelde nieuwe procedure overheidsfinanciering TNO. Hierin is ondermeer vastgelegd, dat met een nieuwe Strategienota TNO (te verschijnen in 1998) tevens een nieuw meerjarenprogramma doelfinanciering wordt vastgelegd en dat jaarlijks TNO een voortgangsrapportage opstelt met een invullingsvoorstel voor het komend jaar. In het onderhavige doelfinancieringsprogramma V&W 1998 zijn de hoofdlijnen van het voornoemde meerjarenprogramma overgenomen. Dit betreft de vier (4) deelprogramma's Verkeer en Vervoer, Watersystemen, Bouw en Telecommunicatie. Daarbinnen worden in totaal 14 thema's onderscheiden. De rapportage met betrekking de voortgang van het onderzoek (met name over 1996) wordt nog in een afzonderlijk verslag gedaan (Jaarverslag Doelfinanciering Verkeer en Waterstaat 1996). In het onderhavige programma wordt per deelprogramma de thema's nader omschreven. De uitwerking op projectnivo vindt plaats, nadat het programma 1998 formeel is goedgekeurd door het ministerie. Deze uitwerking en de projectuitvoering is een instituutsverantwoordelijkheid. Tussen het ministerie V&W en de betrokken instituten kunnen desgewenst op projectnivo afspraken worden gemaakt over de invulling, aansturing en de voortgangsbewaking. De thema's van onderzoek zijn: Deelprogramma's
I.
Verkeer en Vervoer
Thema's van onderzoek 1. 3.
Innovatieve vervoersystemen en concepten Intelligente transportsystemen Duurzame voertuig- en infrastructuurtechnologie
1.
Oppervlaktewater-instrumentatie
2.
Eco(toxico)logie oppervlaktewater
3.
Schone technologie
4.
Grondwatersystemen
1.
Informatica en kennissystemen
2.
II.
III.
IV.
Watersystemen
Bouw
Telecommunicatie
2.
Computing and design
3.
Duurzaam beheer
1. 2. 3. 4.
Verkenning technologie en markt Kennisopbouw applicaties Nieuwe netwerktechnologie Beveiliging en veiligheid
Doelfinanciering Verkeer en Waterstaat 5 van 51
Programma 1998
1.3
Verdeling doelfinanciering 1998
Voor 1998 is een budget beschikbaar van f6.483.000,-.. In vergelijking met 1997 worden geen substantiële veranderingen inzake de financiële verdeling over de 4 deelprogramma's voorgesteld. Deelprogramma's/thema's
Doelfinanciering V&W (kf) 1997
I.
1998 2.598
2.665
Verkeer en Vervoer 1. Innovatieve vervoerssytemen
724
745
2. Intelligente transportsystemen
1.314
1.345
3. Duurzame voertuig- en infrastructuurtechnologie
Watersystemen 1. Oppervlakte-instrumentatie 2. Eco(toxico)logie oppervlaktewater 3. Schone technologie 4. Grond watersystemen
560
575
375 350 600 600
WXTM 1.970
390 360 610 610 790
III. Bouw 1. Informatica en Kennissytemen 2. Computing and design
Inro. FEL,TPD, WT TM. Inro, FEL, TPD,
WT
1.925 II.
TNO instituten
255
TPD. MEP
MEE MEE NITG
810 255
345
345
Bouw Bouw
190
210
Bouw
3. Duurzaam beheer 1.038
1.013 IV. Telecommunicatie 1. Verkenning markt en technologie 2. Kennisopbouw applicaties 3. Nieuwe netwerktechnologie
263 250 250 250
STB. TM
288 200 250 300
IED, FEL FEL FEL.TPD
S. Beveiliging en veiligheid Totaal
6.326
6.483
11.6 Beschrijving programmeringsproces binnen het beheerplan Kennis. De Bestuursraad heeft besloten om het traject voor de begrotingsvoorbereiding te laten verlopen volgens een beheersplan-systematiek. Naast de bestaande beheerplannen BPN en Wegbeheer2000 is voor de programmaring van de kenniswerksoorten het Beheerplan Kennis ontwikkeld. De essentie van het programmeringproces wordt hier weergegeven.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.XII
BPKennis: Procesdeel
4. Programmering 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe en binnen welke gremia de programmering voor de verschillende deelprogramma's binnen de kenniswerksoorten tot stand komt c.q. tot stand zou kunnen komen. Programmavelden, adviesgroepen en programmagroepen Binnen de kenniswerksoorten kunnen programmavelden worden onderscheidenden programmaveld bestaat uit één of meerdere deelprogramma's waarvoor geldt dat een integrale afweging/ prioriteitsstelling tussen de deelprogramma's zinvol en mogelijk is. leder programmaveld heeft een eigen functie en kent zijn eigen type producten en netwerk van opdrachtgevers, opdrachtnemers en klanten.Daarom kent het BPKennis-circuit geen integraal programmerend gremium zoals de stuurgroepen Nat en Droog7, maar wordt per programmaveld een adviesgroep als programmerend gremium ingesteld. De programmering van de deelprogramma's komt onder regie van deze adviesgroepen tot stand. Opdrachtgever voor de adviesgroepen is de directeur Kennis. De feitelijke programmering wordt uitbesteeds aan één of meerdere programmagroepen, e.e.a. door de adviesgroepen zelf in te vullen. In de programmagroepen zitten vertegenwoordigers van de aanbieders (de D3-diensten: specialistische diensten en regionale directies) en klanten/afnemers (de D2-directies: Uitvoering, Kennis en beleid). Op dit niveau wordt 'vraag en aanbod' op elkaar afgestemd. De HID-en van de D3-diensten zorgen ervoor dat in de programmagroepen vertegenwoordigers zitting hebben met voldoende mandaat om product- c.q. programma-afspraken te maken. Die vertegenwoordigers brengen hun de HID en zijn managementteam op de hoogte van tussentijdse programmeringen. Op deze wijze heeft de HID een totaaloverzicht van de diverse programmeringen en kan hij zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van (het realiserenvan) de programmeringen invullen. De programmeringen per programmaveld vormen de bouwstenen van het (programmadeel van het) BPKennis. In juni brengen de adviesgroepen hieromtrent een advies uit hun opdrachtgever, de
7
De programmering binnen het BPNat en BPDroog komt (uiteindelijk) tot stand op basis van een integrale afweging/
prioriteitsstelling tussen alle binnen deze beheerplannen vallende deelprogramma's door de stuurgroep Nat respectievelijk Droog. Zich daarbij baserend op onderliggende regionale natte en droge beheerplannen. Deze systematiek is vooral ingegeven vanuit de beheerverantwoordelijkheid van de regionale directies voor een 'hun' regio. Het BPKennis heeft betrekking op niet gebiedsgebonden kennisontwikkeling en -gebruik. Het BPKennis kent dus geen onderliggende regionale integrale plannen, maar programmeringen per programmaveld.
Status Eindconcept
Datum:
22-10-98
Hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Kennis
Pagina:
14 van 25
BPKennis: Procesdeel
directeur Kennis. Op dit moment worden zes programmavelden en evenzovele adviesgroepen onderscheiden, zoals weergegeven in onderstaande figuur8. VenW-brede kennisontwikkeling en -toepassing Het (programmadeel van het) BPKennis heeft ook de functie de VenW-brede kennisinvesteringen in kaart te brengen. Door de programmering van het landelijk beleidsuitvoerend advies en onderzoek binnen de werksoorten aanleg, beheer&onderhoud en bediening en van het onderzoek dat in opdracht van de beleids-DG's wordt uitgevoerd, zonder 'tussenkomst' van Rijkswaterstaat, ook in het
programmeringen voor ] . totaalbeeld ( kennisinvesteringen VenW I
/
7
Programmadeel BPKennis
s programmeringen voor begrotingsvoorbereiding |
/
Adviesgroep Adviesgroep Adviesgroep BeleidsBeleidsBeleidsvoorbereiding «jorbereidinj (oorbereldinf personengoederennat vervoer vervoer
Adviesgroep Anticiperend onderzoek
Beleidsvoorbereiding en -evaluatie
Anticiperend onderzoek
Adviesgroep Adviesgroep BasisBasisinformatie informatie droog nat
programmadeel op te nemen ontstaat het totaaloverzicht over de kennisontwikkeling en -toepassing binnen VenW. In de volgende paragrafen worden per programmaveid de huidige en de gewenste situatie beschreven, inclusief voorstellen voor de benodigde implementatietrajecten. Uitgangspunt is steeds zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande procedures en gremia, voor zover die naar tevredenheid functioneren. Alvorens e.e.a. per programmaveid uit te werken wordt hieronder het proces van de programmering van de kennisprogramma's in het kader van de begrotingsvoorbereiding op hoofdlijnen samengevat.
8
Het beleidsterrein van de RLD, HDTP en S&C is vooralsnog buiten beschouwing gelaten.
Status Eindconcept
Datum:
22-10-98
Hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Kennis
Pagina:
15 van 25
BPKennis: Procesdeel
De weg naar de begroting Februari - juni In deze periode stellen de diverse programmagroepen onder de diverse adviesgroepen een conceptprogrammering op. Als kaders hiervoor worden gebruikt: product- of programma-evaluaties/audits, beleidsinhoudelijke kaders van de beleidsdirecties zoals uiteindelijk verwoord in de offerte-aanvraag van de bestuurskern en de indicatieve taakcijfers. De adviesgroepen kunnen deze kaders eventueel inhoudelijk en financieel doorvertalen naar de programmagroepen. De programmagroepen brengen hun conceptprogrammering in bij hun adviesgroep. De adviesgroepen beoordelen en Offerte
BegrottigsWjdtage
toetsten de concepten en geven gewenste
:nnlsjj
Dkectle Kennis
Programma-overleg metSO-en
Programmering landefyk beleidsuitvoerend o&a stuurgroep Nat / Droog
Programmadeel BPKennis
aanpassingen aan. De programmagroepen passen hun programmering hierop aan. In juni brengen de
Concept programmeringen
adviesgroepen op basis
Landelijke programmeringen
hiervan een advies uit de feb-juni
juni
sept
okt-dec
jan-f eb
directeur Kennis. Hierbij wordt aangegeven hoe het programma is opgebouwd, volgens welke systematiek en afwegingen de output tot stand is gekomen, eventuele knelpunten worden toegelicht, inclusief een advies hoe daarmee om te gaan. De programmering sluit op de financiële randvoorwaarden. Met varianten conform de offerteaanvraag, bijvoorbeeld een +20%- en een -20%-variant, wordt aangegeven wat de consequenties en de mogelijkheden zijn bij budgettaire verruiming c.q. beperking. De adviezen gaan in afschrift naar de betrokken HID-en. Juni - september In deze periode wordt binnen de directie Kennis het eerste concept van het (programmadeel van) het BPKennis opgesteld. Daarbij wordt ook het overzicht aan het landelijk beleidsuitvoerend advies en onderzoek, zoals afgetapt uit de stuurgroepen Nat en Droog, meegenomen. Directie Kennis beoordeelt de adviezen van de adviesgroepen in het licht van de offerte-aanvraagen toetst de programma's op de beleidsuitgangspunten ten aanzien van zaken als verhouding zelf doen/ uitbesteden, SPM, strategische koers van de specialistische diensten en bespreekt relevante punten voor met de
Status Endconcept
Datum:
22-10-98
Hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Kennis
Pagina:
16 van 25
f BPKennis: Procesdeel
beleidsdirecties en de directie Uitvoering. September De directeur Kennis voert programma-overleg met de individuele diensten. Hij wordt hierin ondersteunt door de programma-managers. Oktober Mede op basis van de aldus verkregen informatie stelt de directeur Kennis de offerte voor kenniswerksoorten op. November-januari De daarop volgende begrotingsindiening voor beleidsvoorbereiding en -evaluatie geschiedt door de diverse daarvoor verantwoordelijke beleidsdirecties, de directeur Kennis zelf is verantwoordelijk voor de indiening voor de deelprogramma's anticiperend onderzoek en basisinformatie. Januari - februari In deze periode stelt de directie Kennis het definitieve (programmadeel van het) BPKennis op, met naast de programmering van de kenniswerksoorten het totaaloverzicht aan kennisinvesteringen. De daarvoor benodigde informatie wordt bij de directie Uitvoering en de beleidsdirecties afgetapt. Het geheel wordt getoetst aan het beleidsdeel van het BPKennis, hetgeen kan leiden tot aanbevelingen voor bijstelling van het kennisbeleid. Deze nieuwe kaders worden meegenomen in de nieuwe programmeringsronde die dan weer begint. Indien e.e.a. conform wordt georganiseerd kan de begrotingsbijdrage van de individuele D3's komen te vervallen. Het aldus vastgestelde programmadeel is de basis voor de managementcontracten tussen de DG Rijkswaterstaat en de HID-en. 4.2 Beleidsvoorbereiding
en -evaluatie droog
Huidige situatie Momenteel wordt vanuit de directie Kennis veel geïnvesteerd om in overleg met DGP en DGG 'hun' deelprogramma's9, de daarbinnen gewenste producten en de hiervoor beschikbare randvoorwaarden helder te krijgen en om afspraken te maken over de invulling van de komende begrotings- en contractvoorbereiding. Daarmee wordt van beide kanten invulling gegeven aan de nieuwe posities binnen de driehoek kennis, beleid en uitvoering. Het betreft de volgende deelprogramma's:
9
De RLD-, HDTP- en S&C-deelprogramma's, evenals de 'megaprojecten' zoals opgenomen in HAPLAN-tabel 26 zijn
vooralsnog buiten beschouwing gelaten.
Status Eindconcept
Datum:
22-10-98
Hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Kennis
Pagina:
Uvan 25
11.7 Correspondentie. De diensten zijn geïnformeerd over de inventarisatie door een tweetal brieven van respectievelijk de SG en de directeur Kennis.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02-99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.XIII
Afschrift Ministerie van verkeer en waterstaat
^sgg^p-
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Hoofdkantoor van de Waterstaat
Aan
de Hoofdingenieur-directeuren van de Rijkswaterstaat diensten
Contactpersoon
Doorlciesnummer
drs. R. Vrugt
070-3518034
Datum
Bijlage(n)
29 oktober 1998
Brief SG d.d. 28 oktober 1998
Ons kenmerk
Uw kenmerk
"
04N0V.1998
Inventarisatie onderzoek V&W 1998 en 1999
Geachte collega's, Een van de thema's op de V&W Agenda van de Toekomst, zoals besproken door de Bestuursraad op 8 en 9 oktober jl., is Kennis. De Bestuursraad heeft in dat kader de behoefte geuit om te discussiëren over de interne en externe kennisinfrastructuur op het werkveld van V&W. Afgesproken is om daartoe een inventarisatie uit te voeren van het onderzoek dat in 1998 door V&W (Bestuurskern als Rijkswaterstaat) is opgedragen en van het onderzoek dat voor 1999 is voorgenomen. Daarbij wordt in kaart gebracht aan wie het onderzoek is opgedragen en in welk beleidskader het past. Wat betreft de Rijkswaterstaat wordt verzocht na te gaan voor wie in 1998 onderzoek is gedaan. Bijgevoegd treft u de brief aan van de SG, zoals die op 28 oktober jl. aan de hoofden van diensten is verzonden. Beoogd wordt de inventarisatie voor 1 december a.s. uit te voeren, waarna de Bestuursraad op 16 december a.s. zich over een eerste rapportage zal buigen. Het voornemen is om in het voorjaar van 1999 een meer strategische discussie in de Bestuursraad te voeren over de kennisinfrastructuur. De directie Kennis coördineert het proces van inventarisatie en draagt zorg voor de verzamelen van het RWS-materiaal. Vertrekpunt daarbij is dat veel materiaal reeds op het hoofdkantoor beschikbaar is in het kader van de bestaande contracten voor dit jaar en de concept-contracten voor volgend jaar. Er zal zo min mogelijk om aanvullende informatie worden verzocht. Op één onderdeel zal dat naar verwachting echter wel moeten, namelijk waar het de uitbesteding aan derden betreft. Daartoe zullen de contractadministraties bij de diensten in het proces betrokken moeten worden. Hierover zal contact met u worden opgenomen.
Postadres: Postbus 20906, 2500 EX Den Haag Bezoekadres: Johan de Wittlaan 3
Bereikbaar met tramlijn 7 (Station CS) of tramlijn 8 öüüon HS)
Telefoon (070) 351 80 80 Telefax (070) 351 83 35
Rijkswaterstaat 1 2 0 0 jaar
HW/
Tijdens het proces is een projectteam actief onder de leiding van mijn medewerkers René Vrugt en Jaap Poot, met vertegenwoordigers van diverse diensten (zowel Rijkswaterstaat als Bestuurskem). Uiteraard wordt ook rechtstreeks contact gehouden met de verschillende onderdelen van het departement. Mocht u vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de directie Kennis, dhr. René Vrugt (tel: 070-3518034). Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vrianp ;lijke groet,
EUR KENNIS e Jong
Rijkswaterstaat V200 jaar
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Aan
de hoofden van dienst van Verkeer en Waterstaat
Persoonlijk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
prof.dr. J. de Jong
070 - 351 80 34
Datum
Bijlage(n)
28 oktober 1998
2
Ons kenmerk
Uw kenmerk
BSG/1998/6072 Onderwerp
Inventarisatie onderzoek 1998 en 1999.
Geachte mevrouw, mijnheer, In onze conferentie van 8 en 9 oktober 1998 is gesproken over het thema Kennis. Afgesproken is dat voor 1 december 1998 door de DG'en (inclusief HDTP, S&C, Centrale Diensten en KNMI) het volgende wordt geïnventariseerd: * wat er in 1998 aan onderzoek is opgedragen; * of de opdracht intern dan wel extern is uitgevoerd; en * welk beleidskader van toepassing is. Verder wordt aan de DG Rijkswaterstaat gevraagd welk onderzoek in 1998 is uitgevoerd en in wiens opdracht. Tevens zal onderdeel van deze actie uitmaken het doorlichten van de begrotingsplannen voor 1999 van de diensten/directoraten op onderzoeksvoornemens en deze te toetsen op de beleidsprioriteiten. Door de directie Kennis is een stramien opgesteld dat bij de inventarisatie kan worden gebruikt. Hierbij ontvangt u dat stramien (bijlage 1), zowel op papier als op floppydisk (excel). Het stramien voorziet in een model dat kan worden ingevuld, voorzien van een toelichting. Gekozen is voor een aanpak op basis van de organisatie- en begrotingsindeling alsmede aanwezige directie- en begrotingsplannen. Dit bevordert een snelle beantwoording van de gestelde vragen zodat de tijdshorizon van 1 december kan worden gerealiseerd. Ook wordt aansluiting gehouden met bestaand referentiemateriaal. De directie Kennis zal in de periode tot 1 december 1998 beschikbaar zijn voor nadere informatie, onderlinge afstemming, voortgangsbewaking, tussentijdse rapportage en dergelijke. Daartoe is een projectteam in het leven geroepen. Contactpersoon is drs. R. Vrugt (070-3518034). Hij zal binnenkort met u contact opnemen om eventuele onduidelijkheden weg te nemen. De directie Kennis zal daarbij intensief samenwerken met contactpersonen bij de verschillende diensten/directoraten, zowel in de Bestuurskern als bij Rijkswaterstaat.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
Telefoon (070) 3516171
8ezoekadres Plesmanweg 1 -6
Telefax (070) 3517895
Bereikbaar via tramlijn 1 (station es), tramlijn 9(station h< en es) en buslijn 22 (station es)
BSG/1998/6072
Beoogd wordt de Bestuursraad op 16 december 1998 een eerste rapportage voor te leggen met daarin de voorlopige resultaten van de uitgevoerde inventarisatie en een uitgewerkt voorstel met vervolgstappen. Dat voorstel voorziet in het opstellen van een analyse en het formuleren van strategische bouwstenen voor een begin 1999 te voeren discussie in de Bestuursraad ten aanzien van de meest effectieve inzet van kennis binnen het ministerie. Deze discussie moet worden gezien in het licht van een aantal, reeds eerder afgesproken acties waaronder met name de hernieuwing van het V&WKennisbeleid. In bijlage 2 vindt u ter informatie een notitie waarin de samenhang met deze acties kort wordt beschreven. De vraag aan u is om binnen het eigen directoraat/dienst de inventarisatie uit te doen voeren, daarbij gebruik te laten maken van het aangeleverde stramien en daarvoor een centrale contactpersoon aan te wijzen en deze door te geven aan de Directie Kennis. Met deze persoon zullen nadere afspraken worden gemaakt. Met vriendelijke groet, DE SECRETARIS-GENERAAL,
mr. R.J.J.M. Pans
BULAGE 1 : STRAMIEN INVENTARISATIE ONDERZOEK 1998 EN 1999 1. Toelichting 1.1 Waarom deze inventarisatie? De Bestuursraad heeft in haar conferentie van 8 en 9 oktober gesproken over het thema Kennis. Benadrukt is het belang van continue kennisontwikkeling en versterking van de kennisrijkdom van beleid (inclusief facts & figures). Kennis is een essentiële voorwaarde bij de opbouw en uitvoering van nieuwe rollen en taken van het departement. Er is echter nog geen eenduidige koers geformuleerd ten aanzien van de meest effectieve inzet van kennis binnen het ministerie. De Bestuursraad wenst beter inzicht te krijgen in de rol van kennis en de kennisdiensten ten behoeve van de V&W-kerrttaken op dit moment. 1.2 Afspraak In de Bestuursraad is afgesproken dat voor 1 december 1998 door de DG'en (inclusief HDTP, S&C, Centrale Diensten en KNMI) het volgende wordt geïnventariseerd: - wat er in 1998 aan onderzoek is opgedragen; - of de opdracht intern dan wel extern is uitgevoerd; en - welk beleidskader van toepassing is. Verder wordt aan de DG Rijkswaterstaat gevraagd welk onderzoek in 1998 is uitgevoerd en in wiens opdracht. Tevens zal onderdeel van deze actie uitmaken het doorlichten van de begrotingsplannen voor 1999 van de diensten/directoraten op onderzoeksvoornemens en deze te toetsen op de beleidsprioriteiten. 1.3 Welke categorieën inventariseren we? De inventarisatie is gericht op onderzoek dat in 1998 is opgedragen en onderzoek dat voor 1999 is voorgenomen. Gevraagd wordt dit op thema-niveau (zie huidige directieen begrotingsplannen respectievelijk beleidsspeerpunten) aan te geven. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën: 1. onderzoek dat is gericht op het ontwikkelen en in stand houden van kennis in en buiten de V&W voor lange termijn ontwikkelingen en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden (kennisvergroting en technologie-ontwikkeling). 2. (financiële) bijdragen aan externe kennisinstituten, samenwerkingsverbanden met als oogmerk kennisontwikkeling, publiek private samenwerkingsverbanden (voorbeelden: missiesubsidies, bijdragen aan Centrum Transporttechnologie, SWOV, NILR, Telematica-instituut, onderzoeksscholen, externe kenniscentra, etc.) 3. onderzoek - uitgevoerd door RWS of externe partijen - voor ondersteuning bij de beleidsvoorbereiding, de voorbereiding van strategische beleidskeuzen, beleidsevaluatie, beleidsnota's en het ontwikkelen van beleidsinstrumenten 4. kennisinzet voor landelijke beleidsuitvoering en pilots/proefprojecten 5. basisinformatie: het opbouwen van langjarige meetreeksen, het onderkennen van trends en trendbreuken, en het als informatie presenteren daarvan
1.4 Hoe wordt het aangepakt? De inventarisatie geschiedt conform de organisatie- en begrotingsindeling: 1. Personenvervoer
1.1 Innovatie en Omgeving 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Infrastructuurbeleid Verkeersveiligheid en Voertuig Mobiliteitsmarkt Project HSL-Zuid Project HST-Oost
2. Goederenvervoer 2.1 Algemeen Beleid 2.2 Vervoersectoren 2.3 Transportveiligheid 2.4 Scheepvaartinspectie 2.5 Rijksverkeersinspectie 2.6 Vaarwegmarkeringsdienst
2.7 Project Betuweroute 3. Rijkswaterstaat 3.1 Water 3.2 Uitvoering 3.3 Kennis 4. Rijksluchtvaartdienst 4.1 Vervoeren Infrastructuur 4.2 luchtvaartinspectie 5. Telecommunicatie en Post 5.1 Beleidszaken 5.2 Toezicht Netwerken en Diensten 5.3 Rijksdienst voor radiocommunicatie 6. KNMI 7. Centrale Diensten 7.1 FEZ 7.2 DOI 7.3 CDJZ 7.4 DPO 7.5 DVO 7.6 FAZ
8. Strategie & Coördinatie
1.5 Welke informatie wordt geïnventariseerd? De inventarisatie is gericht op de volgende elementen: 1.5.1 Beschrijving op themaniveau Gevraagd wordt het in 1998 opgedragen onderzoek (contracten) aan te geven op thema-niveau. Het gaat dan om de thema's zoals die in directieplannen en beleidsspeerpunten zijn aangegeven. Gedacht (niet uitputtend!) kan worden aan: a. Voorbeelden bij DGP zijn: gebiedsgerichte verkenningen, flankerend beleid, aanbesteding regionaal spoorvervoer b. Bij DGG kan het gaan om: efficiënte logistieke netwerken, bevorderen intermodaliteit, knooppunten en modal shift, concurrentiepositie mainportfunctie Nederland c. Wat betreft Water kan het gaan om watersysteemverkenningen, emissies, waterkwaliteit, waterkeren, bouwgrondstoffenvoorziening d. Met betrekking tot Luchtvaart kan worden gedacht aan: veiligheid burgerluchtvaart, geluidhinder, mainportontwikkeling De vraag is hierbij aan te geven binnen welk beleidskader dit onderzoek past (strategische nota, beleidsdocument). 1.5.2 Aan wie uitbesteed? Het gaat hier om de vraag aan wie een onderzoek is uitbesteed (vermelding opdrachtnemer). Daarbij wordt onderscheid gemaakt in: • Rijkswaterstaat • externe kennisinstituten (zoals GTI's, universiteiten, overige instituten); • de markt (diverse bureaus). 1.5.3 Beschrijving budget Aan de orde zijn de gerealiseerde kasuitgaven voor 1998. Hierbij wordt het betreffende begrotingsartikel aangegeven. 1.5.4 Indicatie personele inzet Gevraagd wordt een beschrijving te geven van de personele inzet die bij het eigen dienstonderdeel met het onderzoek is gemoeid. Het gaat dan om de capaciteit voor: • onderzoekscoördinatie; • begeleiding van uitbesteding; • integratie van onderzoeksresultaten. 1.5.5 Wijze van vraagbepaling Dit heeft betrekking op de programmering van het onderzoek. De vraag is of dat meerjarig, jaarlijks of ad hoc gebeurt.
1.6 Relevante documentatie Gevraagd wordt om met het inzenden van de inventarisatie (uiterlijk per 1 januari a.s.) tevens inzicht te verschaffen in relevante documentatie. Gedacht kan worden aan: samenvattingen van beschrijvingen van onderzoeksprogramma's, beleidsstukken (managementsamenvattingen), bedrijfsvoeringsinformatie en dergelijke. 1.7 Instructie bij invullen stramien Vul eerst de volgende algemene gegevens in: directoraat-generaal organisatie-onderdeel verantwoordelijk directeur naam contactpersoon postadres contactpersoon telefoon contactpersoon telefax contactpersoon e-maiiadres contactpersoon wijze waarop de vraag wordt omgezet in onderzoeksopdrachten; - meerjarige programmering - jaarlijkse programma's - ad hoc - anders 1. Noem (in kolom 1) de onderzoeksopdrachten (contracten) (1 per regel) die in 1998 tot kaseffecten hebben geleid. 2. Maak duidelijk binnen welk beleidsthema het onderzoek moet worden geplaatst. Uiteraard zullen er meerdere onderzoeksopdrachten (kunnen) zijn die met hetzelfde thema te maken hebben. Vermeld echter nooit meer dan 1 thema per onderzoek en geef dat aan in kolom 2. Kies bij een onderzoeksopdracht die meerdere thema's bedient, voor toedeling aan het meest passende thema. 3. Deel de onderzoeken in naar een van de volgende categorieën en geef het bijbehorende nummer aan in kolom 3. Er zijn 5 categorieën omschreven (zie begeleidend schrijven) (alles moet daarbinnen passen!): Nummer 1. Nummer 2. Nummer 3. Nummer 4. Nummer 5.
Strategische kennisopbouw Bijdragen extern Beleidsgericht Uitvoeringsgericht Basisinformatie
Als een onderzoeksopdracht een divers karakter heeft, kies dan voor de categorie die het beste de aard weergeeft. 4. Geef in kolom 4 de wijze weer waarop de vraag wordt vertaald. Hoe is de onderzoeksopdracht tot stand gekomen. Hierbij zijn mogelijke antwoorden: • meerjarige programmering • jaarlijkse programmering (vb. onderzoeksjaarpian) • per project • ad hoc, politieke vraag, anderszins
5. Vermeld in kolom 5 aan wie het onderzoek is opgedragen. Gedacht kan worden aan: Rijkswaterstaat, externe kennisinstituten (TNO, GD, WL, NLR, SWOV, CROW en dergelijke) of particuliere bureaus op de vrije markt. Het gaat hier om de naam van een organisatie/bedrijf. 6. Geef in kolom 6 weer hoeveel kasuitgaven er in 1998 met het onderzoek zijn gemoeid (eenheid = kiloflorijnen). 7. Vermeld in kolom 7 het begrotingsartikel (onderdeel) waar het onderzoek vanuit wordt gefinancierd. Zijn er meer artikelen respectievelijk artikelonderdelen, dan dienen deze apart (dat wil zeggen op een andere regel) te worden weergegeven. 8. Vermeld in de laatste kolom aanduidingen van relevante beleidsdocumenten, achterliggende strategienota's en dergelijke.
MOCHT U VRAGEN OF OPMERKINGEN HEBBEN, NEEM DAN CONTACT OP MET:
PROJECTTEAM INVENTARISATIE ONDERZOEKSOPDRACHTEN V&W GERBEN LIMBORG TEL: 070-3518497 FAX:070-3519344 E-MAIL:
[email protected]
STUUR DE INVENTARISATIE LIEFST ZO SNEL MOGELIJK MAAR UITERLIJK 30 NOVEMBER A.S. NAAR: DIRECTIE KENNIS T.A.V. PROJECTTEAM INVENTARISATIE JOHAN DE WITTLAAN3 POSTBUS 20906 2500 EX DEN HAAG
BULAGE 2 : SAMENHANG MET ANDERE ACTIES 1. Inleiding De inventarisatie van het onderzoek dat binnen V&W wordt opgedragen en uitgevoerd, en de analyse van de resultaten van die inventarisatie zijn bedoeld als basis voor een discussie in de Bestuursraad over de huidige en gewenste inrichting, besturing en benutting van de kennisinfrastructuur. Deze discussie kan niet los worden gezien van een aantal andere, reeds in gang gezette acties die betrekking hebben op het V&WKennisbeleid en de invulling van het programmamanagement voor kennis binnen de Rijkswaterstaat. Deze notitie geeft de samenhang aan. 2. Project hernieuwing kennisbeleid V&W Er is behoefte aan actualisering van het kennisbeleid. Sinds april van dit jaar is een breed samengesteld projectteam (S&C, TWD'en, hoofdkantoor) aan de slag om via een open aanpak deze actualisering gestalte te geven. In augustus jl. is een bloemlezing gereed gekomen met daarin de meningen van ruim 100 geïnterviewden (intern/extern). In dit traject is voorzien in een analyse van de bloemlezing medio december. Naar verwachting zal deze analyse zich mede richten op problemen, kansen, bedreigingen zoals die worden ervaren met betrekking tot de kwaliteit van de kennisinfrastructuur (overheid - markt, de positie en rol van de TWD'en, de internationale dimensie en dergelijke). 3. Programmamanagement kennis (Beheerpian Kennis) Ten behoeve van een gestructureerd en samenhangend programmamanagement binnen RWS met betrekking tot de IBO-werksoorten op het gebied van de kennis (basisinformatie, beleidsvoorbereiding en -evaluatie en anticiperend onderzoek) wordt gewerkt aan een Beheerpian Kennis (analoog aan Wegbeheer 2000 en Beheerpian Nat). Dit Beheerpian voorziet in de behoefte aan een coherente doorvertaling en afweging van de kennisbehoeften binnen de Bestuurskern naar de uit te voeren werkzaamheden binnen RWS. Het beschrijft het proces van programmeren en legt het resultaat daarvan vast in het programmadeef. Het programmadeel beschrijft de inspanningen die door de interne en externe kennisinfrastructuur voor de V&W-kerntaken worden geleverd. 4. Samenhang Uit • • •
het voorgaande komt als beeld naar voren dat sprake is van samenhang tussen: Uitwerking actie kennis BSR Herziening kennisbeleid V&W Operationalisering Beheerpian Kennis
Deze samenhang krijgt als volgt vorm: a. De effecten van de andere trajecten worden meegenomen in de rapportages aan de Bestuursraad. b. Gebaseerd op de BSR-discussie in december/januari wordt in de maanden februari/maart gewerkt aan een conceptstrategie annex beleidsvoornemen dat eind maart in de BSR kan worden vastgesteld. c. Op grond van de besluitvorming in de BSR wordt een actietraject opgezet. In het kader van het traject Hernieuwing Kennisbeleid is op dat moment voorzien in een nota naar_de Tweede Kamer.
d. Tussentijds wordt intensief contact gehouden en periodiek overlegd met onder meer de betrokken departementsonderdelen. Dit gebeurt vanuit het hiertoe opgerichte projectteam inventarisatie onderzoeksopdrachten V&W.
11.8 Korte beschrijving van opdrachtnemers voor onderzoek. De inventarisatie levert meer dan 500 verschillende opdrachtnemers op. Om inzicht te geven in de aard van de instituten en bedrijven is in deze bijlage referentiemateriaal over de grote opdrachtnemers opgenomen. Het materiaal bestaat uit ongewijzigde tekstpassages uit business-plannen, programma's, internet en Intranetpagina's, strategische plannen, etc.
Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998). 18-02 -99
Eindversie 3.0 Bijlage blz.11.8-XIV
1. Overzicht van de kennisinstituten en opdrachtnemers.
1. OVERZICHT VAN DE KENNISINSTITUTEN EN OPDRACHTNEMERS
1
1.1 NATIONAAL LUCHT- EN RUIMTEVAARTLABORATORIUM(NLR)
2
1.2 WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM/DELFT HYDRAUUCS (WL)
5
1.3 NS RAILINFRABEHEER/PROJECTORGANISATIE HSL-ZUID
7
1.4 CENTRUM ONDERGRONDS BOUWEN (COB)
8
1.5 TRANSPORTTECHNOLOGIE CENTRUM(CTT) 1.6 NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR TOEGEPAST NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (TNO)
9 10
1.7 STICHTING WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VERKEERSVEILIGHEID (SWOV)
12
1.8 LAND WATER MILIEU EN INFORMATIE TECHNOLOGIE (LWI)
13
1.9KAOC
14
1.10 CENTRUM VOOR REGELGEVING EN ONDERZOEK VOOR DE GROND- W E G - EN WATERBOUW EN DE VERKEERSTECHNIEK (CROW).... 14
1.11 EDS 1.12 MARITIEM RESEARCH INSTITUUT NEDERLAND (MARIN) 1.13 GOUDAPPEL COFFENG
1.14GEODAN 1.15 CIVIELTECHNISCH CENTRUM UITVOERING RESEARCH EN REGELGEVING (CUR)
1.16EUROSENSEBELFOTOPN.V
15 15 17
18 20
20
1.17 GRONDMECHANICA DELFT (GD)
21
1.18DHV-GROEP
21
1.19 DELTA PROJECT MANAGEMENT B.V
23
1.20 INGENIEURSBUREAU GEODELTA B.V
1.21 CMG 1.22 H K V UJNINWATS»
1.23 IQUIP INFORMATICA B.V 1.24TMPW 1 . 2 5 C O O P E R S & LYBRANDS =>PRICEWATERHOUCE COOPERS
1.26AQUASENSE 1.27 LOGISTERION/ESRI 1.28TAUWB.V 1.29 HAGUE CONSULTING GROUP 1.30 CAPGEMINI
1.31 MVA 1.32 STICHTING TOEGEPAST ONDERZOEK WATERBEHEER(STOWA)
1.33ALKYON 1.34 PBNA 1.35 RAILNED B.V 1.36 ADL
23
24 27
28 31 31
33 36 37 38 40
41 42
42 43 45 45
1.37 HOEK ENGENEERING
47
1.38 NEA
48
1.39 NIOO THE NETHERLANDS INSTITUTE OF ECOLOGY
49
1.40 GRONTMIJ GROEP
51
1.41 ARCADIS
51
1.42HASKONING
53
1.43 AEROMEDICAL INSTITUTE
53
1.44 BERENSCHOT GROEP B.V
1.45 NEI
58
59
1.46 B&A GROEP
60
1.47 ARTHUR ANDERSEN
61
1.48 BUREAU WAARDENBURG BV
62
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
•ï.rï < N a f t 6 n S ! ; L u é h t : ^
Mission NLR The mission of the Foundation NLR is to provide expert contributions to activities in aerospace and related fields. NLR independently renders services to government departments and international agencies, aerospace industries and aircraft and spacecraft operators. Customers include various organizations based in the Netherlands, in Europe and elsewhere. Type of organization NLR is a non-profit organization, one of the Large Technological Institutes of the Netherlands. NLR's staff of about 900 currently includes about 400 university graduates, and about 250 graduates from advanced technical colleges. The Foundation NLR NLR is a non-profit organization, a foundation under Dutch law. The Foundation NLR is governed by a Board, of which the chairman and some of the members are appointed by the Netherlands Ministers of Transport, of Defence, of Economie Affairs and of Education, Culture and Science. Other members of the Board are appointed by: Netherlands Agency for Aerospace Programmes, Air Traffic Control The Netherlands, KLM Royal Dutch Airlines, Amsterdam Airport Schiphol, Netherlands Organization for Applied Scientific Research, Delft University of Technology. Virtually all organizations in the Netherlands with an interest in aerospace developments are represented in the Board, which appoints the Board of Directors of the laboratory.
Funding About 70 per cent of NLR's activities consists of research and development under contract. For its basic research programme and for the development of specialized research equipment, NLR receives government subsidies. Working procedures The work is carried out by project groups, often composed of specialists in various technological disciplines. NLR has implemented security regulations that safeguard its customers' and its own interests. Access to the facilities is limited, and research results remain confidential as is agreed. Quality assurance, Certification, Accreditation NLR has implemented a quality system based on the ISO 9001 and AQAP-110 standards. KEMA Registered Quality has granted NLR three quality assurance certificates: the Fluid Dynamics, Space and Informaties Divisions hold Certificates No 45154, No 36091 and No 35298, respectively. In addition, the Dutch Council for Accreditation has granted NLR four Accreditation Certificates: calibration certificate K039 for pressures, K042 for forces and K038 for electronic quantities, and test certificate L220 for EMC measurements. The organization of the laboratory Board of Directors Support Staff Fluid Dynamics Division Electronics and Instrumentation Division Flight Division Engineering and Technical Services Structures and Materials Division General Services Space Division Administrative Services Informaties Division
Fluid Dynamics Division
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
Departments: • • • •
Transonic and Supersonic Wind Tunnels Aerodynamic Engineering and Aeroelasticity Theoretical Aerodynamics Aeroacoustics
To support the development, certification and operation of aircraft and spacecraft, the division carries out research in such areas as aerodynamics, computational fluid dynamics, aeroacoustics, aeroelasticity and fluid dynamics engineering. The division has a great deal of expertise in the development and use of both experimental and computational methods. The equipment and expertise are also applied to support wind engineering and surface transport. Areas of work: experimental aerodynamics and wind tunnel test techniques computational fluid dynamics for analysis and design computational and experimental unsteady aerodynamics and aeroelasticity hypersonic aerodynamics aeroacoustics; heat transfer studies development of computational fluid dynamics systems engine-airframe integration computational electromagnetics supersonic transport store carriage and release
Flight Division Departments: Flight Testing and Safety Helicopters Flight Simulation Flight Mechanics Operations Research Airports Air Traffic Management Man Machine Integration Transport and Environmental Studies The division carries out a wide variety of activities related to the operation of aircraft, including helicopters, to support aircraft operations, air traffic management and aircraft development and certification. Areas of work: flight testing flight simulation air traffic safety, accident investigations aircraft, helicopter handling qualities aircraft, gas turbine engine performance analysis aircraft systems and related ground equipment operational research air traffic management man-machine integration aircraft noise, pollution policy analysis
Structures and Materials Division Departments: • Loads and Fatigue • Structures • Testing Facilities • The division investigates aircraft loads, design methods and structural concepts. It carries out tests on materials and components, both metal and composites. The work supports the design, operation and maintenance of aircraft, in addition to accident investigations. Areas of work:
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
aircraft loads, load spectra, usage monitoring fatigue and damage tolerance, durability engine materials, coatings advanced structural concepts, composites structural stability and collapse, dynamic response advanced airframe alloys testing techniques, nondestructive inspection
Space Division • • • •
Departments: Remote Sensing Systems Laboratories and Thermal Control
The work of the division concerns the deveiopment of systems, subsystems and instrumentation, ground test and simulation equipment, robotics, earth observation and user support. In the area of earth observation, methods for dedicated data acquisition and information distribution are developed. Areas of work: testing of satellite attitude and orbit control subsystems two-phase heat transport micro-gravity research and instrumentation teleoperations, telescience, user support space automation and robotics deveiopment and operation of remote sensing data infrastructure remote sensing data distribution deveiopment of remote sensing applications airborne remote sensing deveiopment of operational information systems
Informaties Division Departments: Mathematicai Models and Methods Software Applications Data and Knowledge Systems Computing Services Embedded Systems The division carries out work in the area of Information Technology (IT) to support research and deveiopment in aerospace and related fields. Mathematicai models and methods, working environments, appiication software and information systems are developed. Areas of work: information systems for physics simuiation command, control, communication and intelligence systems information subsystems for air traffic management dynamics of multi-body systems control engineering knowledge engineering and computer-based training computer networking and co-operative environments end-to-end data processing systems software for spacecraft deveiopment and operations
Electronics and Instrumentation Division Departments: • Avionics • Electronics • Instrumentation The division develops and installs instrumentation, electronics and avionics to be used in aerospace research and deveiopment. The division operates flight test equipment, and processes test data.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
Areas of work: instrumentation for measurement and control instrumentation for flight testing, wind tunnel testing operation of flight test instrumentation sensors and sensor data processing avionics electronics for aerospace applications environmental testing calibration of sensors, transducers and instrumentation
Engineering and Technical Services Departments: Technical Projects Technical Design Production Workshops Production Control Service Workshops
The services develop wind tunnel models and other test equipment used in aerospace research and development, both for internal and external customers. Equipped with state-of-the-art manufacturing facilities including a CAE/CAD/CAM system, the Services produce a variety of metal and composite components that meet demanding specifications. Areas of work: wind tunnel models of fixed-wing aircraft, spacecraft wind tunnel models of helicopters Carbon fibre reinforced blades for model propellers, helicopters and fans wind tunnel test equipment strain-gauge balances for wind tunnel models equipment for testing aircraft components for strength and fatigue mechanica! precision instruments complex non-aerospace products
1.2 Waterloopkundig Laboratorium/Delft Hydraulics (WL)
Werkgebied WL|Delft Hydraulics is een onafhankelijk, internationaal opererend advies- en onderzoeksinstituut. Wij leveren onze opdrachtgevers gespecialiseerd advies en technische assistentie op het gebied van alle aan water gerelateerde vraagstukken. Projecten varieren van toegepast onderzoek en advisering tot multidisciplinaire beleidsstudies. WL|Delft hydraulics is een onafhankelijk instituut voor gespecialiseerd advies en toegepast onderzoek, opgericht in 1927. Al meer dan 70 jaar adviseren we onze Nederlandse en buitenlandse opdrachtgevers over alle aan water gerelateerde vraagstukken: van beleidsondersteuning tot ontwerp en technische assistentie. Projecten variëren van toegepast onderzoek en advisering tot multidisciplinaire beleidsstudies. Onze staf bestaat uit zo'n 400 gekwalificeerde medewerkers (van wie 40% academici) die specialistische kennis met veelzijdigheid combineren. opdrachtgevers Tot onze binnen-en buitenlandse opdrachtgevers rekenen wij nationale en regionale overheidsinstanties, waterschappen, multilaterale financiers en het bedrijfsleven waaronder ingenieursbureaus, aannemers en industrie. Zij hebben allemaal één ding gemeen: de behoefte aan degelijk en praktisch advies. Zij raadplegen ons vanwege onze jarenlange reputatie: goed ingevoerd in de problematiek en in staat om vraagstukken onafhankelijk te benaderen.
dienstverlening WL | delft hydraulics neemt een vooraanstaande positie in op het gebied van hydrologie, vloeistofdynamica, morfologie, waterkwaliteit en ecologie. Technische haalbaarheids- en ontwerpstudies worden uitgevoerd op het gebied van offshore, kusten, havens, estuaria, rivieren en kanalen, en industrie. Bovendien is WL | delft hydraulics op deze werkgebieden actief door het analyseren van beheers- en beleidsvraagstukken, door middel van beleidsondersteunende adviezen en het uitvoeren van Milieu-Effect Rapportages (MER's). Dit alles in nauwe samenwerking met deopdrachtgever.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
5
Ter ondersteuning van de advisering beschikt WL | delft hydraulics over grote, unieke onderzoeksfaciliteiten en over computerprogramma's, die voor het grootste deel ontwikkeld en gevalideerd zijn door onze eigen deskundigen. Op basis van een gedegen inzicht in de processen kunnen alle aan water gerelateerde vraagstukken numeriek, experimenteel, of in combinatie, gesimuleerd worden. Overdracht van kennis en technieken staat centraal in onze aanpak, door middel van onder meer trainingen en seminars, desgewenst ter plaatse.
duurzame ontwikkeling De eis van verhoogde produktie en economische groei komt regelmatig, en publiekelijk, in conflict met het milieu. Het in balans houden van beide belangen, niet alleen nu maar ook in de toekomst, wordt 'duurzame ontwikkeling' genoemd. Dit is geen eenvoudige zaak; het vraagt veel van onze opdrachtgevers. Op hun beurt vragen onze opdrachtgevers veel van ons. Wij zijn ons hiervan terdege bewust bij de uitvoering van onze technische haalbaarheids- en ontwerpstudies, alsmede bij het analyseren van beheers- en beleidsvraagstukken. Onze opdrachtgevers verwachten en krijgen van ons een optimale dienstverlening: kostenbewust, multidisciplinair, wetenschappelijk verantwoord, zakelijk. WL | delft hydraulics is verdeeld in onderstaande marktgroepen:
AWT-advies Het WL is van oorsprong een waterloopkundig laboratorium waarvan de missie in de loop van de tijd is verbreed tot een instituut voor waterbeheers- en waterkwaliteitsonderzoek. Als het WL op deze gebieden de commerciële markt opgaat, zal het concurreren met TNO en met private partijen, zoals ingenieursbureaus. Een uitdijende missie-opvatting met een noodzakelijkerwijs bredere opbouw van expertise, acht de Adviesraad voor het Wetenschaps- en technologiebeleid(AWT) om die reden dan ook onwenselijk. De Raad bepleit voor het WL een positie als taakorganisatie met als taak het doen van onderzoek op waterloopkundig gebied. Het WL moet zich in de ogen van de Raad dan ook onthouden van marktactiviteiten ontwikkel- en advieswerk - waar private partijen een goed alternatief kunnen bieden. Weliswaar is de marktvraag in toenemende mate multidisciplinair van aard, maar daarin kan worden voorzien door anderen, waaronder het bedrijfsleven, die vervolgens het WL kunnen inschakelen voor waterloopkundig onderzoek. De weg is die van samenwerking, niet die van concurrentie.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
De Raad meent dat de Minister van V&W meer duidelijkheid moet verschaffen over de overheidsbehoefte aan externe onderzoekcapaciteit en expertise. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de taakverdeling tussen Rijkswaterstaat en het WL. Met een helderder taakverdeling is belangrijke efficiencywinst te behalen. Na die afbakening kan de vraag worden beantwoord naar de rol van de fysieke onderzoekfaciliteiten bij het WL. Daarbij zal ook gelet moeten worden op de samenwerkingsmogelijkheden c.q. taakverdeling met vergelijkbare instituten in Europa. Binnen het zogenaamde Delftse cluster worden momenteel aanzetten gegeven tot een nauwere samenwerking van een aantal Delftse onderzoeksinstituten die actief zijn in de GWW-sector (Grond-, Weg- en Waterbouw). Volgens de Raad zijn er goede mogelijkheden tot structurele samenwerking c.q. fusie tussen het WL, waarvan de omvang en de aard van de werkzaamheden moet zijn aangepast aan die van bedoelde taakorganisatie, en de faculteit civiele techniek van de TU Delft. De overheid moet het voortouw nemen om die mogelijkheden nader te exploreren en in te vullen.
1.3
NSjRailinfrabeheer/Pröjectorganisatie HSL-Zuid.
Positie NS Railinfrabeheer binnen NS. NS Reizigers, NS Cargo, NS Stations en NS Vastgoed vormen het hart van het bedrijf. Zij worden ondersteund door NS Materieel, NS Beveiliging Services en NS Facilitaire Bedrijven. Deze bedrijfsonderdelen werken ook voor opdrachtgevers buiten NS. De NS-onderdelen Railned, NS Railinfrabeheer en NS Verkeersleiding houden zich in opdracht en voor rekening van de overheid bezig met het gebruik en beheer van de railinfrastructuur in Nederland. Verder is NS (mede)eigenaar van een aantal bedrijven dat actief is op andere markten dan de vervoersmarkt, zoals Telfort, Strukton en Holland Railconsult. NS Railinfrabeheer zorgt in opdracht en voor rekening van de overheid voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van de railinfrastructuur in Nederland. Onder supervisie van NS Railinfrabeheer worden grote projecten als de Hogesnelheidslijn, de Betuweroute en de Havenspoorlijn uitgevoerd. Opzet projectorganisatie HSL-Zuid De projectorganisatie HSL-Zuid is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het honderd kilometer lange tracé van de Hogesnelheidslijn. Hierin werken NS Railinfrabeheer, Holland Railconsult en DHV Milieu en Infrastructuur samen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De projecorganisatie past zich met haar organisatiestructuur aan bij de voortgang van het proces. Tot 2005 wordt met man en macht gewerkt aan de realisatie van het 100 kilometer lange tracé van de Hogesnelheidslijn-Zuid. Bij de Projectorganisatie HSL-Zuid werken op dit moment ruim 400 mensen. Samenwerking met Rijkswaterstaat In de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland werkt de Projectorganisatie HSL-Zuid nauw samen met Rijkswaterstaat in verband met de verbreding en verlegging van de autosnelwegen A16 en A4. Het gedeelte van de A16 tussen Prinsenbeek-Noord tot het knooppunt Galder is formeel onderdeel van het Tracébesluit van de Hogesnelheidslijn-Zuid. Hier heeft het kabinet gekozen voor een zo strak mogelijke bundeling van autosnelweg en spoorlijn. In Zuid-Holland wordt de verbreding van de autosnelweg A4 tussen Leiden en Burgerveen geïntegreerd met de aanleg van de Hogesnelheidslijn-Zuid. De A4 maakt formeel geen onderdeel uit van het HSL project. Werkwijze Zorgvuldigheid en openheid zijn kenmerken van de manier waarop de projectorganisatie HSL-Zuid te werk gaat. Daarbij streeft ze er naar om in goed overleg met provincies, gemeenten, burgers en belangenorganisaties tot een optimaal resultaat te komen. Aan gemeenten wordt planologische medewerking gevraagd. Voor burgers organiseerde de Projectorganisatie HSL-Zuid in het voorjaar van 1997 werkbijeenkomsten. Zo konden burgers tijdens deze werkbijeenkomsten meedenken over de inpassing van het tracé. Hier was het, naast de formele inspraakprocedures, mogelijk om mee te denken over en ideeën aan te dragen voor de inpassing van het tracé. De werkbijeenkomsten zijn geëvalueerd. De uitkomsten hiervan zijn vervolgens op een aantal informatiemarkten in het najaar van 1997 gepresenteerd. Communicatie Bij een zo omvangrijk en langlopend project als HSL-Zuid is goede communicatie enorm belangrijk. Er zijn immers grote groepen mensen die direct of indirect met het bouwproces en eindresultaat te maken krijgen. De projectorganisatie staat voor eerlijke en actieve communicatie. Sleutelwoorden in haar filosofie zijn: openheid, luisteren, feedback, duidelijkheid en vriendelijkheid. De instelling van één loket waar burgers hun schadeverzoeken voor verdere afhandeling kunnen indienen, past ook binnen deze filosofie.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
Ministère V«nW/V
Bestuur HSL.&iid
•„;'• Bedrijfsbureau >:,"• H5L«Zuid
1
ut Ontg Gttndagn Deelproject '. Infrastructuur
Deelproject en Expio
NS Railinfrabeheer HolUnd Rii ^onsuit, DHV milieu en infrastructuur -Holland Rijkswaterstaat Noord-Brabant
1.4 Centrum Ondergronds Bouwen (CÖB) Op de lange termijn zal de behoefte aan ondergrondse constructies voor diverse functies aanzienlijk toenemen. Dit vraagt op een aantal gebieden om een flinke sprong voorwaarts in de verdere ontwikkeling van ondergronds bouwen. Om deze sprong te kunnen maken, is voor het COB-2 een multidisciplinair, innovatief programma ontwikkeld. Het COB-2 programma (1999-2003) Het programma bestaat uit vier onderdelen: 1. een praktijkprogramma, dat zich richt op het initiëren en stimuleren van • onderzoek bij reeds geplande praktijkprojecten • pilots voor nieuwe toepassingen van het ondergrond bouwen • piloten voor het opdoen van ervaring met nieuwe machines 2. een technologieprogramma, dat moet leiden tot een verbreding en verdieping van de kennis over ondergronds bouwen door: • aansluiting te zoeken bij nieuwe kennisbehoeftes bij de overheid • onderzoeken die vooralsnog niet dor COB-1 zijn opgepakt, maar waar wel behoefte aan blijkt te bestaan • innovatieve onderzoeken, die niet zelfstandig door de markt worden ontwikkeld • de ontwikkeling van geheel nieuwe technologische concepten op multidisciplinaire basis 3. een onderwijsprogramma, bestaande uit: • nauwe samenwering met de eerstoel ondergronds bouwen • onderzoek en onderwijs bij de Technische Universiteiten • onderwijs en onderzoek bij HBO's en MBO's • postacademisch onderwijs 4. een kennisuitwisselings-/ communicatieprogramma opgebouwd rond: • distributie van de resultaten van de drie programmaonderdelen van COB-2 naar in- en externe doelgroepen • het creëren van draagvlak voor ondergronds bouwen bij externe doelgroepen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
Het COB-2 programma heeft tot doel: de ervaringen met bouwen in de Nederlandse slappe grond te vergroten diverse nieuwe bouw- en boortechnieken te ontwikkelen, te valideren en te optimaliseren te komen tot verdere risicobeheersing bij ondergronds bouwen de belevingswaarde en veiligheid van ondergrondse ruimen te vergoten te stimuleren dat hetjuridisch-planologisch instrumentarium in relatie tot ondergronds bouwen wordt verbeterd de maatschappelijke discussie te stimuleren over de bijdrage van ondergrondse oplossingsrichtingen aan de ruimtelijke kwaliteit van Nederland. Bijstellingen t.o.v. het COB-1 programma De • • • • •
voornaamste bijstellingen t.o.v. het COB-programma 1995-1998 zijn: een meer multidisciplinair programma gericht op innovatie aandacht voor allerlei vormen van ondergronds ruimte gebruik, waaronder meervoudig ruimtegebruik meer samenwerking met praktijkprojecten (in navolging van de Tweede Heinenoordtunnel), die tevens de dragers vormen van het programma meer initiëren van (samenwerking) pilots meer aandacht voor communicatie en kennisuitwisseling
Transport
Verblijf
Overig
onderwerp transportsystemen grote diameter-tunnels IT-toepassingen Integraal afwegen risico-faalkosten maatschappelijk economisch rendement COB-bureau
1.5 Transporttechnqlogie Centrum(CTT).
Doelstellingen CTT De Mainport Nederland is een begrip als het gaat om personen- en goederenstromen van en naar Europa. De Mainport komt steeds vaker in het nieuws waarbij begrippen als groeiende congestie in personen- en goederenvervoer, toenemende groei van goederenstromen, Betuwelijn, HSL, knooppunten en intermodaal het onderwerp vormen. Deze onderwerpen lenen zich bij uitstek voor een geïntegreerde en multi-disciplinaire aanpak: ofwel om een logistiek concept. Het Centrum Transporttechnologie (CTT) in Rotterdam is in 1994 opgericht om de uitdaging aan te gaan die logistieke concepten aan groeiende goederenstromen en congestie in goederenvervoer stellen. De oprichting van het CTT is geïnitieerd vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Met het FES worden ondermeer de initiatieven van de Interdepartementale Commissie voor de Economische Structuurversterking (ICES) gefinancierd. Eén van de ICES-programma's betreft Transporttechnologie. De gelden zijn gebruikt als 'startmotor' voor het CTT en een aantal CTT-projecten. Het CTT is opgericht als een publiek-privaatrechtelijke samenwerkingsverband. Door samenwerking van zowel bedrijfsleven, overheid als kennisinstituten wordt beoogd het CTT als kenniscentrum voor logistieke concepten in transport en distributie een permanent karakter te geven. Het CTT initieert en coördineert projecten en activiteiten gericht op verbetering en vernieuwing 'van logistieke concepten. De accenten liggen daarbij op externe logistiek en op het vervoer van goederen, waarvoor gebruik van standaardlaadeenheden in aanmerking komt. Andere goederenstromen zijn echter niet uitgesloten. De problemen en uitdagingen, waarvoor het CTT kennis wil mobiliseren en vernieuwing bevorderen, hebben zowel maatschappelijke als bedrijfseconomische dimensies. Het goederenvervoer zal in de komende decennia sterk groeien. Er is behoefte om een substantieel deel van deze groei inter-modaal en via andere modaliteiten dan die van het wegvervoer af te wikkelen. De vraag van opdrachtgevers aan de logistieke dienstverleners (wat een verdergaande vorm van dienstverlening dan sec transport is) tendeert steeds meer naar outsourcing van logistieke en toegevoegde waarde activiteiten. Waarbij zwaardere eisen aan betrouwbaarheid en flexibiliteit worden gesteld, terwijl er een blijvende neerwaartse druk op kosten en tarieven is. De transport- en distributie-processen "herorganiseren" zich onder deze omstandigheden enerzijds door schaalvergroting in dikke stromen (grote schepen, shuttles en toenemend gebruik van standaard laadeenheden), anderzijds door op maat gesneden fijnmazige distributieconcepten. Dit herorganiseren zal alleen lukken als zij gepaard gaat met een vernieuwing van de voor transport en logistiek gebruikte informatiesystemen door toepassing van gegevensstandaards, EDI, tracking en tracing e.d.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
9
Hierdoor kan onder meer bereikt dat fysieke stromen en informatiestromen niet meer zijn gekoppeld en er meer anticiperend kan worden gewerkt. Groei en vernieuwing in goederenvervoer tenslotte is ondenkbaar zonder een daarmee gepaard gaande vernieuwing en uitbreiding van infrastructuur en van transportmiddelen. Meer wegvervoer is daarbij maatschappelijk steeds minder aanvaardbaar. Hierop wordt ingespeeld door uitbreiding en verbetering van binnenvaart, short-sea en railvervoer. Maar ook wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van informatietechnologie in vervoersstromen (infrastructuur), gebruik van automatisch gestuurde voertuigen (AGVs), ondergronds vervoer e.d. Dit alles resulteert in toename van intermodaal verkeer, die op haar beurt weer druk legt op uitbreiding, vernieuwing en verbetering van de efficiency van de voor het vervoersnetwerk benodigde knooppunten (havens, inland terminals en wisselplaatsen).
1.6 Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO).
Kerngebieden TNO richt zijn werkzaamheden op maar liefst 14 kerngebieden, waardoor het aanbod van producten en diensten naadloos op de markt en de samenleving aansluit. Hieronder volgt een overzicht van de kerngebieden. Productontwikkeling en nieuwe productietechnieken Nieuwe materialen Duurzame processen, energie en materiaalgebruik Defensie Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Elektronische en fysische systemen Voeding en voedingsmiddelen Preventie en gezondheid Arbeid en arbeidsomstandigheden Transport en logistiek Bouw en infrastructuur Ondergrond en ondergrondse natuurlijke bestaansbronnen Innovatiemanagement Maatschappelijke veiligheid Instituten, bedrijven en kenniscentra Hieronder vindt u een overzicht van de instituten, bedrijven en kenniscentra die deel uitmaken van TNO. MKB TNO Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO TNO Bodem- en Waterbodemsanering TNO Bouw TNO Fysisch en Elektronisch Laboratorium TNO Industrie TNO Inro TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie TNO Multimedia en Telecommunicatie TNO Pharma TNO Preventie en Gezondheid TNO Prins Maurits Laboratorium TNO Strategie, Technologie en Beleid TNO Technische Menskunde TNO Technisch Physische Dienst TU Delft TNO Verkeer en Vervoer TNO Verouderingsonderzoek TNO Voeding TNO Wegtransportmiddelen Daarnaast kent TNO nog: Bedrijven TNO participeert in de volgende bedrijven: • •
Aerospace Propulsion Products B.V. Bouwregelgeving Informatiesystemen B.V.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
10
Bris B.V. Buro Gort B.V. De Groot-Bril Earth Sciences BV Diana Analysis BV DGB Earth Sciences Energie Partners Nederland B.V.
Food Competence Center B.V. IGT Reprotest BV IPL-TNO b.v. Management and Information Consultants Introgene B.V. ISIS Kennismanagement TNO B.V. KLG-TNO Safety Technology P. Ltd NIATNOB.V. OGLE TNO Safety Products Ltd Patents and Licensing TNO Projectgroep Bedrijfskunde TNO B.V. Ternoot Beheer B.V. TNO Beheer B.V. TNO Biomass Technology Group B.V.
TNO Certification B.V. TNO Citech International B.V. TNO Citech Israël Ltd TNO Citech Ukraine B.V. TNO Crash Dummies B.V. TNO International Agencies B.V. TNO International Management B.V. TNO Management B.V. TNO Madymo Japan K.K. TNO Madymo International B.V. TNO Madymo North America Inc. TNO USA Holding XTO Membrane Technology BV Kenniscentra Kenniscentra zijn samenwerkingsverbanden tussen TNO instituten en Universiteiten. Hieronder vindt u een overzicht van Kenniscentra per kerngebied: Kerngebied Productontwikkeling en nieuwe productietechnieken Nieuwe materialen Duurzame processen, energie en materiaalgebruik Voeding en voedingsmiddelen
Preventie en gezondheid
Bouw en infrastructuur Innovatiemanagement
Kenniscentrum Centrum voor Lichtgewicht Constructies Duurzame Industriële Productinnovatie Materiaaltechnologie Centrum voor Bodembeheer en Saneringstechnologie Scheidingstechnologie Centrum voor Fytotechnologie Centrum voor Eiwittechnologie Centrum voor Veterinaire Volksgezondheid en Milieuhygiëne Koolhydraat Bio-engineering (i.o.) Micronutriënten en Voedselveiligheid (i.o.) Child Health and Pediatrics Multiple Sclerose (i.o.) Vasculair onderzoek (i.o.) Stralingshygiëne en Dosimetrie (i.o.) Transgenese (i.o.) Centrum Binnenmilieu (i.o.) Centrum Bouwonderzoek Laboratorium voor interactieve beleidsontwikkeling (i.o.)
Instituut Industrie
Universiteit TUDelft
Industrie Industrie, TPD
TUDelft
MEP MEP
TUE LUW
Voeding Voeding Voeding
UT RUL LUW RUU
Voeding Voeding
RUG LUW
PG PG PG PG PG
RUL VU VU RUL
Bouw Bouw
STB
TUDelft
TUE TUE KUB
Doelfinanciering TNO In het strategisch plan heeft TNO de hoofdlijnen van de doelfinancieringsprogramma's vastgelegd in de vorm van prioriteiten
binnen het zorgterrein per departement. Per thema formuleert TNO de doelstelling, de inhoud en het beoogd resultaat van het meerjarenprogramma, het beoogd resultaat wordt geformuleerd in termen van opgebouwde kennis en relevantie hiervan voor de gebruikers; TNO doet een voorstel voor de allocatie van de voor het betreffende beleidsterreinen beschikbare doelfinanciering over de thema's voor het eerste jaar van het programma en geeft een indicatie voor de gehele periode van het meerjarenprogramma.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
11
Naast de inzet van de doelfinanciering van het betrokken departement geeft TNO inzicht in de inzet van de basisfinanciering en doelfinanciering van de andere departementen. Het meerjarenprogramma is opgebouwd uit de volgende thema's en subthema's
Verkeers- en vervoersystemen en -beleid
duurzaam gebruik en beheer van bodem/ondergrond en water ontwerp en uitvoering
telecommunicatie en telematica
subthema strategische vervoerbeleid: ontwikkeling en implementatie intelligente transportsystemen duurzame voertuig- en infrastructuurtechnologie oppervlaktewateren en grondwater beheer ondiepe bodem/ondergrond bouwinformatica numerieke mechanica onderhoud en beheer veiligheid markt, vraag en gebruikers dynamiek van internetworking technisch-maatschappelijke issues de impact van convergentie
Naast doelfinanciering Verkeer en Waterstaat worden in voornoemde vier thema's ook andere financieringsbronnen binnen TNO ingezet. Hierbij vindt inhoudelijke afstemming plaats met de desbetreffende doelfinancieringsprogramma's EZ, VROM, LNV en OCenW. Daarnaast wordt door de betrokken instituten basisfinanciering ingezet voor risicovolle kennisontwikkeling op de vier thema's
1.7 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)
Missie De SWOV wil op basis van kennis uit wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan de bevordering van de verkeersveiligheid (SWOV-statuten). Onlangs heeft de SWOV een nieuwe missie geformuleerd. Daarin staat onderzoek (daar en dan, en niet hier en nu) en kennisverspreiding centraal. De SWOV doet dit werk gesubsidieerd door de rijksoverheid. Daarnaast heeft de SWOV de mogelijkheid in opdrachten van derden onderzoek- en kennisverspreidingswerkzaamheden uit te voeren (nationaal en internationaal). De SWOV wil het totale veld van de verkeersveiligheid dekken en richt zich daarbinnen op een aantal themagebieden (infrastructuur, menselijk gedrag, voertuigen, telematica en bestuurlijke en economische vraagstukken rondom verkeersveiligheid. De SWOV beheert een kennissysteem op het gebied van de verkeersveiligheid (BIS-V), heeft uitgebreide documentatie- en literatuurvoorzieningen. SWOV-kennis is laagdrempelig beschikbaar voor verkeersveiligheids professionals.
Programma Onlangs is de missie en de positie van de SWOV in het vernieuwde kennisveld verkeersveiligheid. Daarbij is onderzocht onder welke financiële en personele condities de SWOV hieraan invulling zou kunnen gaan geven. De beoogde intensivering van de kennisverspreiding door de SWOV, zoals overeengekomen in de missie en de positie, wordt gecompenseerd door afname van het uitbestedingsbudget voor beleidsonderzoek. Dit onderzoek wordt momenteel door de A W in de markt gezet. Daarnaast zal het gehele budget voor anticiperend onderzoek verkeersveiligheid uitgevoerd door de A W voor de SWOV worden ingezet.
Producten SWOV. Hieronder zijn ter illustartie recente producten van de SWOV opgnomen. • • • • •
Rijden onder invloed in Nederland 1996-1997 (SWOV, !998). Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten. Haalbaarheid kencijfers voor lagere-orde-wegen en langzaam verkeer deel 1 en 2 (SWOV, 1998) Een inventarisatie van kosten en baten en een beschrijving van de aard van de kencijfers. Normen en eisen voor fietsverlichting, fietszitjes en voor-reflectoren (SWOV, 1998) Een voorstel voor verbetering van kwaliteitseisen voor fietsverlichting en -accessoires. Inventarisatie projecten "duurzaam veilig" (SWOV, 1998) De demonstratie- en voorbeeldprojecten nader beschouwd op ontwikkelingsstadia van kennis. Spookrijders op autosnelwegen, deel 1 en 2 (SWOV, 1998) Omvang en ontwikkeling van het aantal spookrijders en de verkeersongevallen en -slachtoffers als gevolg van spookrijders t/m 1996.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
12
•
• • • • • • • •
Telematica en "duurzaam veilig" I en II (SWOV, 1998). Toepassingsmogelijkheden en een discussienota voor uitwerking van maatregelen die voor realisatie in aanmerking komen. Vervolgonderzoek ongevallen met motorrijders (SWOV, 1998). Een stapsgewijs uitgevoerde dieptestudie. Het effect van de inzet van helikopter-traumateam bij ongevallen (CGBR & SWOV, 1998) Samenvatting, conclusies en aanbevelingen voor nader onderzoek. Gebruik van beveiligingsmiddelen in 1998 (SWOV, 1998) Gordels, kinderzitjes en hoofdsteunen in personenauto's en gordels in bestelauto's. Verkeersveiligheidsaudits in Nederland (SWOV, 1998). Achtergronden bij de ontwikkeling van een voorlopig protocol en aanbevelingen voor implementatie, beheer en evaluatie. Nader onderzoek uitritconstructies en voorrangskruisingen (SWOV, 1998) Verschillen in geschiktheid voor de aansluiting van erftoegangswegen op gebiedsontsluitende wegen. Verkeersonveiligheid bijwerk in uitvoering (SWOV, 1998). Een oriënterend onderzoek naar verkeersongevallen en gedrag van wegwerkers en verkeersdeelnemers. Risicobenaderingen in het wegverkeer (SWOV, 1998). Een verkenning. Rotondes en voorrangsregelingen (SWOV, 1998). Uniformering voorrangsregeling op oudere pleinen, veiligheid fietsvoorzieningen en tweestrooksrotondes.
1.8 Land Water Milieu en Informatie Technologie (LWI).
LWI is een onafhankelijk platform dat multidisciplinair is en in staat is antwoord te geven dat toegesneden is op vragen die betrekking hebben op de infrastructuur. Bij LWI is een groot aantal organisaties aangesloten, die stuk voor stuk beschikken over veel kennis en ervaring op dit gebied. LWI fungeert als intermediair die deze kennis en ervaring inzet om de consequenties van de uitvoering van grote infrastructurele projecten inzichtelijk te maken. Projecten voor wonen en werken,
voor transport en bedrijven. LWI richt zicht op Research & Development, met als voorwaarde dat het precompetitief is. Met doel is om gebruikers te ondersteunen in hun activiteiten. LWI biedt private en publieke organisaties hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden bij zowel de voorbereiding van beleid en de uitvoering van projecten, als bij het beheer van infrastructurele objecten. Het werkterrein betreft de civiele techniek, het milieu en de informatietechnologie. LWI is in het kader van de kennisimpuls van de Interdepartementale Commissie Economische Structuur (ICES) geformuleerd. In LWI-verband werken zo'n vijftig tot zeventig bedrijven en organisaties samen. Zij brengen ieder de benodigde kennis en ervaring in. Bij de uitvoering van projecten vormen zij consortia die ervoor zorgen dat de ontwikkelde producten worden uitgewerkt. In de projecten, die bestaan uit een wisselende samenstelling van bedrijven en organisaties, kunnen diverse
product- en dienstcombinaties worden uitgevoerd.
Werkterrein Met haar activiteiten beslaat LWI een breed gebied. Er zijn verschillende werkgroepen, te weten: Estuaria en Kusten Rivieren en Zoetwaterbeheer Mainports Grootschalige Lijninfrastructuur Informatie- en Communicatietechnologie
Relaties LWI startte in 1996 het samenwerkingsproject met de Stichting Het Metropolitane Debat. In 1997 volgden het samenwerkingsproject Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur (TNLI) en het project Interactieve planvorming.
Vervolg LWI De ICES-KIS bijdrage aan LWI loopt 1998 af. Een eigen concept-evaluatie van de Stichting LWI geeft als mening dat LWI heeft bewezen een goed hulpmiddel te zijn voor de groeiende vraag naar meer maatschappij-georiënteerde rolvervulling van de betrokken participanten. Enerzijds doordat via het LWI-platform met meer betrokkenen uit economisch/maatschappelijke verkeer wordt gecommuniceerd. Anderzijds doordat bedrijven en instellingen nauwer betrokken raken in projecten waarin LWIkennis wordt ingebracht. Rijkswaterstaat heeft voor een eventueel vervolg van LWI een eigen evaluatie-traject gestart. Hierbij ligt de vraag op tafel hoe binnen Rijkswaterstaat het wordt gewaardeerd en welke ideeën leven rondom het mogelijke vervolg van LWI. De resultaten van de evaluatie worden gebruikt bij de standpuntbepaling over een vervolgtraject. Uit de eerste resultaten van de evaluatie komen als voorlopige 3 scenario's voor een vervolg van LWI naar voren: 1. nul-optie LWI in 1999 afwikkelen en niet voortzetten. Uiteraard kunnen de afzonderlijke projecten buiten LWI-kader worden gecontinueerd. 2. ICES-2 optie het LWI-aandachtsveld incorporeren in nieuwe impulsen zoals die in het kader van ICES-2 thans worden opgetuigd. Met name EMS en KCW. Ook kunnen afzonderlijke LWI-projecten nog apart doorlopen 3. platform optie Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
13
LWI omvormen tot een platform dat zich richt op samenwerking, innovatie en kennismanagement. Dit platform kan ondergebracht worden bij een bestaande organisatie als de CU, of nieuw worden opgetuigd. Na afronden van evaluatie worden verder standpunten bepaald en ontstaat duidelijkheid over de financieringsaspecten.
19 KAÓC
'
KOAC-WMD opteert voor rol als branchebreed onderzoeksinstituut In 1992 worden de drie regionale wegenbouwlaboratoria samengevoegd tot een organisatie: de stichting Keuring, Onderzoek en Advies in de Civiele Techniek (KOAC). Vier jaar later wordt het plaatje compleet, als ook de Stichting Wegmeetdienst in Apeldoorn eraan wordt toegevoegd. KOAC-WMD manifesteert zich als een zelfstandige organisatie, waarin de vroegere band met de NVWB formeel alleen nog tot uitdrukking komt in het feit dat de Raad van Commissarissen wordt benoemd door het bestuur van de aannemersorganisatie.
1.10
Centrum voor Regelgeving en Onderzoek voor de Grond- Weg- en Waterbouw en de Verkeerstechniek (CROW).
In de stichting CROW werken overheid en bedrijfsleven samen vanuit hun gemeenschappelijke belangen bij het ontwerp, de aanleg en het beheer van vooral wegen en verkeers- en vervoersvoorzieningen. Deze samenwerking krijgt gestalte in de drie hoofddoelstellingen van CROW: • Onderzoek in de grond- en wegenbouw en de verkeerstechniek; • Regelgeving in de grond-, water- en wegenbouw (RAW-systematiek); • Kennisoverdracht: publikaties, documentatiecentrum, cursussen, congressen/seminars, magazine 'Wegen'.
Onderzoek Het sleutelwoord in de onderzoeksactiviteiten van CROW is: optimalisering. Het vergroten en verbeteren van bestaande kennis in de genoemde vakgebieden gebeurt steeds meer in samenhang met andere, veelal maatschappelijke, belangen. Binnen het traject van ontwerp tot en met beheer en onderhoud is het wegbouwkundig onderzoek gericht op ontwerpmethoden, materialen, meet- en beproevingsmethoden, uitvoeringstechnieken en beheerssystemen. Veel aandacht wordt daarbij besteed aan kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering. Voorop staat het creëren van duurzame en milieuhygiënisch verantwoorde constructies. In dat verband nemen secundaire grondstoffen een bijzondere plaats in. Het verkeerskundig onderzoek is gericht op praktische en duurzame oplossingen voor de groeiende behoefte aan mobiliteit en verkeersbeheersing. De complexiteit van de materie vraagt daarbij om een integrale benadering van de verkeers- en vervoersinfrastructuur met inbegrip van openbaar vervoer, goederen- en gecombineerd vervoer. In CROW-studies ligt het accent dan vooral op de vormgeving en het gebruik van die infrastructuur in al haar facetten, ook in relatie tot ruimtelijke ordening en verkeersveiligheid. Zaken als ontwerprichtlijnen, verkeersvoorzieningen, parkeerbeleid, verkeersvoorzieningen voor openbaar vervoer en voor categorieën weggebruikers als fietsers, voetgangers en gehandicapten worden dan ook niet alleen vanuit het puur verkeerstechnische oogpunt bezien.
Kennisoverdracht Het functioneren als kenniscentrum betekent dat de overdracht van kennis en ervaring een wezenlijk onderdeel vormt van het CROW-takenpakket. Vaste elementen daarin zijn: • de vijfjaarlijkse Standaard RAW-Bepalingen met bijbehorende resultaatsbeschrijvingen; • publikatie van onderzoeksresultaten, aanbevelingen en richtlijnen; • studie- en informatiebijeenkomsten, congressen en symposia; • cursussen RAW-systematiek; • schriftelijke cursussen Verkeerskunde en Verkeerstechniek.
Regelgeving De werkzaamheden op het gebied van de regelgeving zijn toegespitst op het GWW-standaardbestek en de verdere uitbouw daarvan. Dat is het pakket (besteks-)afspraken die de partners in het bouwproces op landelijk niveau maken voor de keuze, voorbereiding, uitgifte en begeleiding van werken in de grond-, water- en wegenbouw. De afspraken komen in paritair overleg tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers tot stand in de Raad voor de Regelgeving en vinden hun weerslag in de Standaard RAW-Bepalingen, kortweg de 'Standaard'. Zowel de administratieve en technische bepalingen als de resultaatsbeschrijvingen die inherent zijn aan de RAW-systematiek, sluiten naadloos aan op het Uniform Aanbestedingsreglement (U.A.R. 1986) en de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken (U.A.V. 1989). Werken met RAW-bestekken betekent voor de GWW-sector dat opdrachtgevers en opdrachtnemers beschikken over een gestandaardiseerd en dus eenduidig en uniform informatie- en contractdocument en dat ze zich gewaarborgd weten voor de actualiteit daarvan.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
14
Bundeling van krachten in een nationaal platform In CROW participeren rijk, provincies, gemeenten, aannemersorganisaties, adviesbureaus en onderwijsinstellingen. De bundeling van krachten maakt CROW tot een nationaal platform, dat garant staat voor een collectieve aanpak van regelgeving en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Een aanpak die het noodzakelijke draagvlak creëert voor de acceptatie van de resultaten. De collectiviteit komt binnen CROW in alle geledingen tot uiting: in de dagelijkse praktijk, in de samenstelling van het bestuur, in de financiering.
Bestuur In het CROW-bestuur worden statutair de zetels bezet door: •
•
•
voor de overheid: Rijkswaterstaat, Vergadering van Hoofden van Provinciale Waterstaats- en Milieudiensten en Vereniging van Nederlandse Gemeenten; voor het bedrijfsleven: Nederlandse Vereniging van Wegenbouwers, Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust-, en Oeverwerken/Vereniging Grootbedrijf Bouwnijverheid; voor de adviesbureaus: Organisatie van Nederlandse Raadgevende Ingenieursbureaus (ONRI); Mobis
Financiering De collectieve benadering van regelgeving en onderzoek vindt zijn weerslag niet alleen in de activiteiten, maar ook in de geldstromen. De voornaamste financieringsbronnen van CROW zijn: • (basis)bijdragen van een groot aantal participanten; • projectfinanciering voor tevoren afgebakende projecten; • bijdragen uit bestekken volgens de RAW-systematiek. CROW heeft geen winstoogmerk. Toch voorziet het ook in eigen inkomsten, zij het dat die dienen ter dekking van de produktiekosten van bijvoorbeeld publicaties en cursussen.
1.11
EDS.
EDS is world-wide market leader in the application of information technology: management consultancy, systems development, systems integration, systems management and process management. We use these services to increase the value of IT activities in professional organisations. Our headquarters are located in the United States (Piano, Texas). In addition, we have branches in 45 countries, each reflecting the local culture. Worldwide, EDS employs a total of 110,000 people. In 1997, we realized a turnover of US $15.2 billion. At present, the workforce in Europe numbers 23,000, with a tumover of US $3.4 billion. Over 1,600 people work at EDS Nederland, and EDS Belux employs about 1,200 people. One of our core activities is CoSourcing. In a long-term partnership, EDS and its cliënt share the investments and risks involved in optimising the utilisation of information technology. EDS' profitability depends in part on the practical improvement of the client's business processes. EDS is also very active in the field of outsourcing: an organisation contracts out the entire management and use of its information technology, such that the staff in the departments involved come under the auspices of EDS. About seventy percent of the current workforce in the EDS organisation is involved in outsourcing. EDS works for numerous multinationals and top businesses, such as: Nederlandse Spoorwegen (Dutch Railways), Nuon, Nedlloyd, Rijkswaterstaat (Dutch Department of Public Works), AVRO, KRO and NCRV, KLM Catering Services, Postbank, General Motors, KBC, BACOB, Cedel, NATO, Group S, D W Verzekeringen, European Parliament, European Commission, De Rijkswacht, ASLK, Xerox, Saint-Jude Medical, SAIT Radio-Molland, Atlas Copco, Carlsson Wagon-Lits and Royale Beige.
1.12 Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN).
Profiel MARIN Het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) is één van de vijf Grote Technologische Instituten (GTI's) in Nederland. Als stichting zonder winstoogmerk maakt het deel uit van de publieke kennisinfrastructuur in Nederland. Het MARIN streeft
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
15
naar opbouw, toepassing en verspreiding van hoogwaardige technologische kennis ter versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme sector. MARIN heeft zich gespecialiseerd in het ontwikkelen en toepassen van hydromechanische technologie ten behoeve van de maritieme sector, waardoor het instituut direct bijdraagt tot het optimaal en veilig functioneren van schepen en constructies op zee. In de loop der jaren heeft MARIN daarmee zo'n sterke reputatie opgebouwd, dat het is uitgegroeid tot een van de grootste instituten op zijn terrein in de wereld en ook internationaal als 'Centre of Excellence' erkend wordt. Missie MARIN In de Nederlandse maritieme markt die gekenmerkt wordt door een steeds verdergaande specialisatie naar hoogwaardige producten en diensten, speelt MARIN een essentiële rol met zijn technologische en wetenschappelijke ondersteuning van bedrijfsleven en overheid. De overheid onderschrijft deze centrale rol in het maritieme onderzoek en heeft in 1996 een bedrag van 100 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor de modernisering van de onderzoeksfaciliteiten van het MARIN. In het regeringsstandpunt vergelijkt de overheid de rol van MARIN binnen de maritieme onderzoekswereld als een spin in clusterwebben. Naast MARIN speelt de onlangs opgerichte stichting Nederland Maritiem Land (NML) een belangrijke rol in de clustervorming van de maritieme sector. Oeze stichting heeft als belangrijkste taak het succesvolle nieuwe zeescheepvaartbeleid te verdiepen en te verbreden tot de gehele maritieme cluster, dus inclusief de scheepsbouw, offshore, binnenvaart, bagger, havens en dienstverlening. Regeringsstandpunt: MARIN als Groot Technologisch Instituut Het MARIN speelt een centrale rol in het maritieme onderzoek en moet volgens de hierboven gegeven argumenten en volgens de commissie Zandbergen blijvend van belang worden geacht voor de maritieme sector. De kennis en expertise van MARIN op het terrein van de hydromechanica hebben ertoe geleid dat dit instituut -; nationaal en internationaal gezien - kan worden beschouwd als een voortrekker op het gebied van maritiem onderzoek in het algemeen en hydromechanica in het bijzonder. MARIN is te beschouwen als een onmisbaar 'Centre of Excellence'. Geraadpleegde adviseurs geven aan dat MARIN binnen de maritieme onderzoekwereld als een spin in clusterwebben ten dienste moet staan van de gehele maritieme sector en op die wijze de maritieme kennisinfrastructuur, met behoud van haar zelfstandigheid, moet versterken. De overige genoemde kennisinstituten zijn, anders dan MARIN, slechts partieel bij het maritiem onderzoek betrokken en zijn derhalve minder geschikt deze integrale rol te vervullen. De betekenis van MARIN voor de maritieme sector wordt belangrijker naarmate: 1. MARIN de banden met grote en kleine Nederlandse marktpartijen intensiveert; 2. MARIN zich nog verder ontwikkelt tot een uiterst kosteneffectief en hoogwaardig marktgericht kennisinstituut; 3. MARIN voor de Nederlandse kennisinfrastructuur meer en meer de betekenis krijgt van integrator ten behoeve van de maritieme sector. Het vervullen van deze integrator-functie houdt in dat MARIN het aanbod van multidisciplinaire kenniscombinatie faciiiteert en daarvoor een makelaarsfunctie vervult tussen binnen- en buitenlandse onderzoekinstellingen en bedrijven. Het vervullen van een dergelijke functie is een karakteristieke rol voor een Groot Technologisch Instituut. De ontwikkeling van de integratorfunctie blijft daarbij scharnieren om de primaire eigen kennissterkte op het gebied van de scheepshydromechanica.
Overheidsstandpunten Overwegingen betreffende de benodigde investeringen Op grond van alle achtergronden en uitgangspunten waarbij de bij de verzelfstandiging van MARIN in 1987 gedane toezegging van de overheid een belangrijke rol speelt en gelet op alle ontvangen adviezen en reacties uit de maritieme sector, concludeert het Kabinet dat: 1.
De betekenis van de maritieme sector voor de Nederlandse economie en voor de rol van ons land in het internationale goederenvervoer en handelsverkeer groot is; 2. Brede erkenning in de markt en bij de overheid bestaat van de betekenis van MARIN in het bijzonder en van een sterke en marktgerichte kennisinfrastructuur meer in het algemeen voor het innoverend en concurrerend vermogen van de Nederlandse maritiem sector en voor de Nederlands positie in de internationale defensie-arena; 3. De zware beleidsconcurrentie uit het buitenland in combinatie met de financieel-economische en markt-strategische noodzaak voor MARIN om op de wereldmarkt met vele andere nationale onderzoeksinstellingen te concurreren, nationale ondersteuning behoeft; 4. Geraadpleegde adviseurs allen bevestigen dat MARIN als GTI de afschrijvingen van omvangrijke investeringen, overigens evenmin als andere GTI's niet uit zijn opdrachtenstroom kan financieren. Naar het oordeel van het Kabinet dient de rol van een GTI in de internationale kennisinfrastructuur gekenmerkt te worden door de potentie van het instituut voor ontwikkeling en overdracht van nieuwe toepassingsgerichte kennis en techniek, voor aanpak van vraagstukken, die op langere termijn zullen spelen. Vervullen van die functie vereist voortdurende vernieuwing van onderzoeksfaciliteiten en aanpassing van de eigen uitrusting aan de ontwikkelingen in wetenschap, technologie en markt. Onderzoek MARIN
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
16
MARIN verricht hoogwaardig onderzoek ten behoeve van de Nederlandse maritieme sector. Opdrachten worden uitgevoerd in opdracht van individuele bedrijven en samenwerkingsverbanden, overheid en de marine. • SMO-projecten Veel onderzoek wordt uitgevoerd onder de vlag van het Nederlands Instituut voor Maritiem Onderzoek (NIM). Deze organisatie formuleert het maritieme onderzoeksprogramma, en het legt verbindingen tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen. Hiervoor heeft het NIM een tiental branche-gerichte denktanks opgericht, waar regelmatig onderzoeksvragen uit naar voren komen. Dit leidt vervolgens tot collectieve projecten, die vanuit de Subsidieregeling Maritiem Onderzoek worden gesubsidieerd. Het MARIN is een belangrijke uitvoerder van dergelijke projecten. • Projecten Koninklijke Marine Een andere belangrijke opdrachtgever is de Koninklijke Marine. Deze organisatie is voortdurend bezig met de ontwikkeling van nieuwe generaties marineschepen. Hiertoe wordt, al dan niet in samenwerking met buitenlandse marines, achtergrondonderzoek verricht naar thema's als het cavitatiegedrag van schroeven om tot stillere en dus moeilijker opspoorbare schepen te komen. • Projecten Verkeer & Waterstaat Ook voert MARIN veel onderzoek uit voor het Ministerie van Verkeer & Waterstaat en haar diverse diensten. Veiligheid is een van de voornaamste onderzoeksthema's. De afdeling MSCN beheert voor het ministerie een aantal simulatie-modellen waarmee beleidsstudies worden uitgevoerd naar de veiligheid van specifieke vervoersstromen en verkeerssituaties. • Onderzoek Brancheorganisaties: De Nederlandse industrie is georganiseerd in verscheidene branche-organisaties, waarbinnen regelmatig gezamenlijke onderzoeksprojecten worden uitgevoerd. MARIN werkt met vrijwel alle maritieme branche-organisaties actief samen, waaronder d e : -
Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken (VBKO); Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie (VNSI); Association of Dutch suppliers in the Oil and Gas Industry (IRO).
• Onderzoek met GTI's en Universiteiten MARIN doet veel onderzoek in samenwerking met collega-GTI's of universiteiten, met name rondom onderzoeksthema's van een fundamenteel karakter. De collega-GTI's zijn: -
Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN); Grondmechanica Delft; Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR); TNO; Waterloopkundig Laboratorium.
Ook werkt MARIN nauw samen met de faculteit Maritieme Techniek van de Technische Universiteit Delft en diverse onderzoeksscholen zoals het J.M. Burgerscentrum op het gebied van de stromingsleer. Tevens nemen tal van MARIN ingenieurs deel aan Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (afd. Maritieme Techniek) Een actueel project in samenwerking met GTI's is: Netherlands Initiative for CFD in Engineering with HPCN (NICE
1.13 Goudappel Coffeng
Het werkterrein Goudappel Coffeng adviseurs verkeer en vervoer bestaat uit: •
verkeersbeleid: verkeers- vervoerplannen, bijdragen in streek- en bestemmingsplannen, ontwikkeling van woon- en werkgebieden, communicatie en draagvlakwerving;
•
verkeersveiligheid: fundamenteel onderzoek, integrale plannen voor duurzame verkeersveiligheid, analyse van ongevallenconcentraties, prognoses van de effecten van maatregelen;
•
fietsverkeer: gemeentelijke en regionale fietsplannen, ontwerp van fietsnetwerken, kruispunten en verkeerslichten, kosten en baten van fietsbeleid, prognosemodellen;
•
openbaar vervoer: haalbaarheidsstudies, netwerkstructuren, doorstroomassen, kosten en opbrengsten, efficiency, prioriteitsstelling, kwaliteitsmonitoring;
•
parkeren: behoefteraming, lokatie parkeeraanbod, parkeerregime, begeleiding van de uitvoering (technisch, organisatorisch, administratief, financieel);
•
milieu: milieu-effectrapportages, akoestisch onderzoek, berekeningen luchtverontreiniging, onderzoek energiegebruik;
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
17
•
verkeerstechniek: tracéstudies, ontwerp van wegen, straten, verblijfsgebieden, parkeervoorzieningen, (bedrijfs)terreinen en knooppunten van openbaar vervoer;
•
verkeersbeheersing: verkeersregelinstallaties, doorstroming van het openbaar vervoer, benuttingsmaatregelen hoofdwegennet;
•
onderzoek en ontwikkeling: strategisch en beleidsvoorbereidend onderzoek, evaluatiestudies, markt- en communicatieonderzoek, ontwikkeling technieken voor modeltoepassingen;
•
verkeersmodellen: prognoses van verkeersstromen met unimodale en multimodale modellen, simulaties van verkeersafwikkeling met dynamische modellen;
•
gegevensverzameling: verzameling, verwerking en analyse van gegevens in eigen beheer, bewerking en levering van databestanden;
•
software: ontwikkeling, levering en ondersteuning van vakgeoriënteerde software, programmeren in opdracht;
•
GIS: samenstellen van thematische kaarten, GIS-helpdesk, levering van geografische- en attribuutbestanden en GISsoftware, opleiding in gebruik en onderhoud van GIS.
1.14
GEODAN
What Geodan does •
Consultancy and project support Implementation strategies Research and analysis Provision and maintenance of geographic information Project management
•
Systems and software Design, creation and implementation Maintenence and support Standard GIS products Meta Information systems
•
Education and training GIS concepts Management training Application and datamanagement Product training
•
Geo-information products Digital spatial information Remote Sensing products Altitude data with airborne laser scanning Planning and logistics products
•
Geographic data processing
Geodan activities can be characterised by two keywords: integration and innovation. The integration of the spatial component within information systems is central to work of Geodan. It is only when all these information is brought together as a coherent whole that well thought out decisions can be made. This is true regardless wether the application is local, regional or international. Geodan also follows and encourages the latest developments in the field of Geo-information management. Geodan concetrates not only on the methods and techniques of GIS, but also on new developments in information technology. A good example of this commitment is the use of Internet- and Intranet application for both our clients and ourselves. "All Geodan's activities are related to the provision of geographic information. Our buisiness covers a wide range of activities: organisational consultancy, management of projects, design of products and other specialised GIS activities. In addition we also supply standard and customised applications along with the necessery spatial data
The Geodan organisation
Geodan b.v.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
18
Since its establishment in Amsterdam in 1985, Geodan has grown into a group of four independently operating companies which together deal with all different aspects of geo-information provision. The size of the individual companies makes it possible for the Geodan group to operate as a team, acting quickly, flexibly and decisively, in various market areas. The Geodan companies form a solid combination of knowledge and experience covering an extensive range of products and sevices.
Geodan IT b.v. The cornerstones of Geodant IT are: the development of the companies own Geo-C++ library, the management of a geodatawarehouse, the development of spatial analysis and presentation tools and finally the methods wich facilitate the implementation. The international target group is comprised of goverments, companies and semi-private organisations.
Geodan Geodesie b.v. Geodan Geodesie concentrates on providing consultancy, support and products in the field of geo-information management. The company's areas of expertise include integrated water management, traffic and transport and coastel zone management. Geodan Geodesie applies and encourages the latest development in the field of geo-information technology. Geodan Geodesie concentrates on both the methods and techniques of geographic information systems and on modern information acquisition techniques such as airborne laser scanning.
Geodan EDT b.v. Geodan EDT, wich was founded in 1993, offers Iogistics and geographic appiications and soiutions for companies dealing with service and distribution. In practice this involves the analysis of Iogistics used within an organisation as they relate to geography such as road networks. Logistical planning involves the use of several systems and sources of information. Geodan EDT has expertise to integrate both custom and standard planning appiications within an existing IT environment. The organisational structure reflects the needs of these mission critical appiications including a dedicated helpdesk.
Geodan Oost-Europa b.v. the activities of Geodan Oost-Europa (Eastern Europe) are concentrated in Poland, at the Geodan Polska Sp. zo.o office in Warsaw. This company operates in the Polisch market, providing geo-information for both govemment and industry. Working in close corporation with the other Geodan companies, Geodan Polska is able to carry out geographic conversion activities at competitive rates.
|
The Geodan approach Geodan's clients come from both govemment and industry in the Netherlands, Europe and far beyond. Within organisations geographic information is often used in a number of locations, using different methods and accessed by a variety of appiications. Geo-information users can be found at all levels within an organisation from production staff, researches and policy makers to management personnel. These wide ranges of customers, users and appiications have resulted in Geodan developing a specific method of working. Geodan aims to listen to the wishes, demands and ideas of the cliënt and combine them with Geodan's expertise to produce the appropriate solution. Geodan works closely with researchers and companies within an international network. lts strategie partners include suppliers of large database management systems, hardware manufactures and wellestablished software houses. This enables Geodan to provide customised products and services. "The demands of our customers are largely what determines our direction. We in turn add our expertise and vision, making the relationship we enjoy with our customers particularly dynamic. The fulfilment of our customer's objectives is the focal point of our approach, which is both flexible and targeted. The objectives are reached by working together, often in an informal way." interesting projects Here you can find a selection of interesting projects of Geodan. •> GIS projects Netcoast: a guide to intergrated coastal zone management Billboards and Computer aided reservation. Camping guide of France: Space Explorer ESMI European Spatial Metadata Infrastructure PRDV Software for computerized data collection on pesticide sales in (Lombardia) Italy •» Dutch: • SimEuro: Scenario for European landuse • Ruimtescanner
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
19
j
AMOR Applicatie voor het bewerken van lodingsgegevens HIS Hoogwater Informatie Systeem INIS Informatiesysteem Natte Infrastructuur IVR GIS ondersteuning bij Integrale Verkenning inrichting Rijntakken SOBEK Modelschematisaties met behulp van GIS Vliegtuiglaserscanning
1.15 Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR).
De CUR is een kenniscentrum voor Civiele Techniek. CUR richt zich op ontwikkeling, vergaring, overdracht en implementatie van kennis en ervaring op het brede gebied van de civiele techniek. De kennis is van belang voor de bouw, zowel voor het bedrijfsleven als voor de bij de bouw betrokken overheden, alsook voor onderwijs, onderzoek en wetenschap. Voorts is karakteristiek voor CUR: • aansturing door publieke en private marktpartijen die om kennis vragen, • financiering door belanghebbenden (kennisvragers, ontwikkelaars èn eindgebruikers), pre-competitief, gezamenlijke uitvoering van projecten, begeleiding door commissies, breed draagvlak voor resultaten; • koppeling tussen onderzoek, bouwvoorschriften, normering en certificering voor effectieve en efficiënte toepassing van onderzoekresultaten; • netwerk van ruim 1500 deskundigen op het gebied van materialen en constructies, betonbouw, • metselwerk, woning- en utiliteitsbouw, waterbouw, geotechniek, funderingstechniek, baggeren, milieu, natuurbouw, informatietechnologie, enzovoort; • inhoudelijke en organisatorische ondersteuning van grootschalige programma's, zoals bijvoorbeeld het Plan Bodembeschermende Voorzieningen (PBV) en de ICES-investeringsprogramma's Centrum Ondergronds Bouwen (COB), Land Water Milieu Informatietechnologie (LWI) en Nederlands Onderzoeksprogramma Biotechnologische In-situ Sanering (NOBIS). Karakteristieke producten van de CUR zijn technische grondslagen. Deze grondslagen worden gebruikt door anderen, die deze toepassen voor hun eigen taakvervulling. Voorbeelden van inzet van CUR-producten zijn onder meer: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
bouwregelgeving en voorschriften basis voor kwaliteits- en conformiteitsverklaringen afsprakenstelsels voor informatie-overdracht basis voor (verdere) productontwikkeling en -vernieuwing argumentatie voor beleid instrumenten voor scenario-ontwikkeling en integrale afweging (hulp bij) onderwijs en training
Het brede werkveld bestrijkt momenteel de volgende clusters van onderwerpen: • •
•
Woning- en Utiliteitsbouw (B&U) constructies, primaire en secundaire grondstoffen, beton, baksteen en andere steenachtige materialen, milieu, informatica, ontwerpbenaderingen, uitvoeringstechnieken, onderhoud en beheer Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) geotechniek, grond- en bodemonderzoek, funderingstechniek, risico-analyse, aardobservatie, rivier- en kustwaterbouw, waterbouwkundige constructies, hergebruik, bodembeschermende voorzieningen, baggeren, natuurbouw, milieutechniek, onderhoud en beheer ICES-investeringsprtogramma's 1. Centrum Ondergronds Bouwen COB) 2. LandWater Mlieu-informatietechnologie (LWI) 3. Nederlands Onderzoeksprogramma Biotechnologische In-siut Sanering (NOBIS) 4.
1.16
EUROSENSE BÉLFOTOP N.V.
Field(s) of application: LAND Topography Geology Agriculture Nature management/ecology Cartography Land use/Land cover
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
20
WATER • •
Water quality Intertidal zones
ATMOSPHERE •
Atmospheric chemistry
1.17. Grondmechanica Delft (GD).
Missie GD Grondmechanica Delft vertaalt nieuwe en specialistische kennis naar maatschappelijk relevante praktijktoepassingen op een zodanige wijze dat de praktijk van de geotechniek en de milieugeotechniek in Nederland op een internationaal aanvaardbaar niveau gehandhaafd blijft binnen zodanige bedrijfseconomische context dat de continuïteit van het bedrijf op lange termijn wordt zekergesteld. Voor Grondmechanica Delft is het haar missie met de beschikbare kennis en kunde de haalbaarheid van nieuwe (bouw)concepten te beoordelen, het proces en het functioneren doeltreffend te meten en te voorspellen, en pro-actief, strategisch en tijdig in het (beleids- en bouw)proces de besluitvorming te ondersteunen, alsmede deze vaardigheden actief over te dragen. Daarvoor is vooral betrokkenheid vereist in de eerste stadia van conceptvorming. Hierbij wordt ook versterking gezocht via inhoudelijke samenwerking met collega kennisinstituten, nationaal en internationaal. AWT-advies GD staat voor de strategische beslissing om ofwel de breedte in te gaan, om op die wijze in te spelen op de multidisciplinaire behoeften vanuit de markt, ofwel om de diepte in te gaan en te investeren in nieuwe kennis, methoden en technieken. Realisatie van beide opties gaat de huidige spankracht van het instituut verre te boven. De overheid is een belangrijke commerciële klant op de 'bouwmarkt' en uit dien hoofde is subsidie voor het funderende onderzoek goed te verdedigen. Het is in eerste instantie de Minister van V&W die de behoefte aan kennis bepaalt en de financiële ruimte daarbij vaststelt. De Adviesraad voor wetenschap en technologiebeleid (AWT) adviseert de Minister van V&W om GD te positioneren als taakorganisatie die onderzoek doet op het gebied van de grondmechanica. Hierbij past geen opdracht aan GD om de continuïteit te bevechten op de commerciële markt. Bij deze taakstelling komt het zwaartepunt bij het onderzoek te liggen en niet bij het ontwerp- en advieswerk. Dat laatste kan in toenemende mate gebeuren door de private sector, in het bijzonder de ingenieursbureaus. De private sector kan de voeding vanuit de fundamenteel-strategische hoek (onder andere) bij GD halen en GD kan de voeding vanuit de praktijk halen door samenwerkingsverbanden met ingenieursbureaus aan te gaan. Dus geen concurrentie maar samen- werking. De positionering van GD als taakorganisatie geeft ook een goede basis voor samenwerking binnen het zogenoemde Delftse cluster. Zoals de Raad ook ten aanzien van het WL heeft bepleit, adviseert hij voor GD te komen tot structurele samenwerking c.q. fusering met de TU Delft.
1.18
DHV-groep.
Opdrachtgevers schakelen DHV in om die toegevoegde waarde te krijgen die vereist is bij het oplossen van problemen. Enerzijds door lokaal aanwezig te zijn via een sterke geografische spreiding, anderzijds door expertise toe te voegen vanuit de centrale kenniscentra Transport & Infrastructuur, Water & Milieu, Huisvesting & Vastgoed en International Development. Gateway to solutions is de slogan waaronder de groep alle activiteiten en diensten uitdraagt. Professionaliteit Het internationale netwerk stelt DHV in staat direct en flexibel in te spelen op veranderende markten en tegemoet te komen aan de specifieke wensen van opdrachtgevers. In haar dienstverlening streeft DHV permanent naar de hoogste eisen van professionaliteit, waarin bewust ruimte wordt gecreëerd voor creativiteit om zo, met de opdrachtgever als partner, tot innoverende oplossingen te kunnen komen. De DHV Groep is een van de grotere internationale adviesbureaus. Wereldwijd behoort de groep tot de top 20 op haar gebied. De DHV-aanpak Opdrachtgevers verwachten steeds vaker dat een adviesbureau een breed pakket aan diensten op elke gewenste plek aanbiedt. Ook neemt de complexiteit van problemen toe, waardoor ze niet direct te herleiden zijn tot een specifiek vakgebied. Daarmee groeit de vraag naar integratie van advies en realisatie.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
21
Integrale oplossingen Transportproblemen en huisvestingsproblemen in dichtbevolkte gebieden los je niet op door maar wegen aan te leggen of hoger te bouwen. Efficiënt gebruik maken van bestaande infrastructuren is dan een veel betere invalshoek. De vraag naar integrale oplossingen voor water, milieu, transport, infrastructuur, ruimtelijke ordening en huisvesting en vastgoed is dan ook groeiende. DHV is bij veel van dit soort projecten betrokken en toont zich zowel inhoudelijk als organisatorisch flexibel. Beleidsadvies in het voortraject In vaak complexe besluitvormingsprocessen speelt DHV een rol. DHV combineert strategisch advies en planontwikkeling met technisch inhoudelijke kennis en heeft daarmee een belangrijke meerwaarde. Het aandragen van keuzemogelijkheden en beleidsalternatieven, gericht op realistische en innovatieve oplossingen, is belangrijk. Onze brede en diepgaande deskundigheid op diverse vakgebieden is bij dit soort advisering zonder meer een pré. DHV zorgt ervoor dat strategische adviezen vertaald kunnen worden in praktisch uitvoerbare projecten. Regionale aanwezigheid en centrale kenniscentra DHV kiest voor een tweesporenaanpak. Aan de ene kant worden kennis en expertise gecentraliseerd om zo innovatie en kennisontwikkeling te stimuleren. Aan de andere kant biedt het DHV-netwerk, door de geografische spreiding van vestigingen, opdrachtgevers lokale toegang tot die kennis. Deze combinatie is één van de onderscheidende kenmerken van DHV. Zodoende kunnen opdrachtgevers voor vraagstukken die een multidisciplinaire aanpak vragen bij één adviesbureau terecht. Vele diensten De activiteiten van DHV zijn gericht op de terreinen van transport, infrastructuur, water, milieu, ruimtelijke ordening, landbouw, industriële huisvesting en vastgoed. Op deze werkvelden biedt DHV vele diensten aan die variëren van strategische advisering, beleidsanalyse, onderzoek en haalbaarheidsstudies tot ontwerp en engineering, project- en operationeel management, general contracting en organisatie-ontwikkeling. Sinds 1917 werkt DHV voor grote en kleine bedrijven, internationale financiers, overheidsorganisaties en non-profit instellingen. De groep telt 2.900 medewerkers verdeeld over meer dan 55 locaties in de wereld. Kernactiviteiten •
•
•
•
Transport en Infrastructuur De evolutie van de transport- en infrastructuurmarkt vraagt om innovatieve en creatieve oplossingen. Voor DHV is dat bij uitstek een uitdaging. Water en Milieu De investeringen in watervoorzieningen nemen toe en de milieueisen worden steeds strenger. DHV benadert de milieu- en watervraagstukken vanuit een integrale visie op water en milieu. Huisvesting en Vastgoed Publieke, private, bedrijfsmatige en industriële huisvesting is onderhevig aan belangrijke technische, maatschappelijke en geografische ontwikkelingen. DHV is in staat hier doelmatig op in te spelen. International Development Overal ter wereld worden inspanningen gedaan om de leefsituatie te verbeteren. DHV levert internationale en lokale deskundigheid voor projecten gericht op het stimuleren van de vooruitgang.
Klantengroepen •
•
•
•
•
•
•
Bedrijfsleven Op alle terreinen waar DHV actief is, worden opdrachten uitgevoerd voor het bedrijfsleven. Variërend van multinationals, grote nationale bedrijven, zakelijke dienstverlening, midden- en kleinbedrijf en de recreatie- en vrijetijdsindustrie. Vervoers- en transportsector De vervoers- en transportsector is een aandachtsgebied waarin DHV al decennia lang een toonaangevende rol speelt. De inpassing van infrastructurele werken in de omgeving speelt een belangrijke rol. DHV draagt oplossingen aan voor inpassingen vanuit een integrale visie op natuur en landschap, milieu, ruimtelijke ordening en geluidsbelasting. Centrale overheden (Rijk en provincie) De centrale overheden treden veelal op als initiator om de duurzame leefomgeving te waarborgen. DHV ondersteunt ministeries en provincies bij beleidsbepaling, waarbij het aandragen van beleidsalternatieven steeds belangrijker wordt. Lokale en regionale overheden De ontwikkeling van wonen, verkeer en transport en andere noodzakelijke functies, vragen om ruimte, voorzieningen en spelregels. DHV beschikt over de kennis, ervaring en middelen om in dit krachtenveld effectief tot antwoord en oplossingen te komen. Nutsbedrijven Nutsbedrijven verzorgen essentiële voorzieningen als productie en distributie van water en energie. DHV draagt op verschillende wijzen bij aan deze taken, vanuit een integrale visie op duurzame inrichting. Onderwijs DHV helpt onderwijsinstellingen in alle fasen van het huisvestingsproces. Van het afstoten en slopen van gebouwen, beheer en onderhoud tot en met projectmanagement en facility management. DHV staat onderwijsinstellingen ook bij door het ontwikkelen, opzetten en verzorgen van trainingsprogramma's in het kader van human resources management. Internationale financiers
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
22
De internationale financiers maken veelvuldig en intensief gebruik van de uitgebreide internationale kennis en ervaring van consultants zoals DMV. Via DHV Consultants is DHV en een aantal van haar lokale dochterbedrijven geregistreerd bij de internationale financiers en hulpinstellingen.
1.19
Delta Project Management b.v.
Uitvoering van milieuprojecten Delta Project Management bv draagt bij aan een optimale uitvoering van milieuprojecten. Op basis van uw doelstelling vinden wij de juiste mensen met de vereiste expertise om projecten zelfstandig of in teamverband te begeleiden en uit te voeren. Dit kan een detachering voor korte dan wel lange duur zijn. Ook onderdelen van projecten kunnen door onze specialisten worden uitgevoerd. Uw voordelen van het werken met Delta •
Wij onderhouden een breed netwerk van specialisten in alle belangrijke milieudisciplines, voor zowel de uitvoering als de begeleiding van projecten. Wij bieden snelle oplossingen tijdens noodsituaties. U hoeft niet zelf te zoeken naar geschikt personeel. Wij zorgen voor de gehele loonadministratie van onze cliënten. U bespaart tijd en geld. Alle kosten worden overzichtelijk gepresenteerd. Er komen dus geen onverwachte kosten bij; een belangrijke factor bij de kostenbeheersing van een project.
• • •
Onze cliënten Wij voeren opdrachten uit voor zowel het bedrijfsleven als voor de overheid. Onze cliënten zijn onder meer: Ingenieurs- en adviesbureaus Produktie- en bouwbedrijven Onderzoeksinstellingen Ministeries Provincies Gemeenten Waterschappen Waterwinbedrijven
Werkterreinen en disciplines Milieutechniek Milieuwetgeving Milieuhygiëne Bedrijfsinterne milieuzorg Afval Procestechniek Chemische technologie Ruimtelijke ordening Milieubeleid Natuur en landschap Landbouw Bosbouw Visserij Milieu-educatie
1.20
Ingenieursbureau Geodelta b.v.
Grenzen verleggen als het om meten gaat Ontstaan in 1984, met wortels in de Delftse geodetische school, is Geodelta in korte tijd uitgegroeid tot een internationaal gereputeerde technisch wetenschappelijke onderneming. Geodelta beweegt zich op het terrein van : • •
drie-dimensionale maatvoering fotogrammetrie
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
23
• • •
remote sensing geodesie alsmede het opzetten van kwaliteitssystemen voor de verwerking en analyse van metingen.
De grensverleggende activiteiten van Geodelta maken geodetische en fotogrammetrische technieken toepasbaar in vroeger ondenkbaar gewaande vakgebieden. Zo heeft Geodelta bijvoorbeeld opdrachtgevers in de automobielindustrie, de ruimtevaartindustrie, de scheepsbouw en de medische wereld. Deze brede oriëntatie van Geodelta staat garant voor een doelgerichte oplossing van elk meetprobleem
Kennis benutten voor ontwikkeling nieuwe technologieën Geodelta maakt intensief gebruik van de fotogrammetrie, een zeer nauwkeurige drie-dimensionale meettechniek, daarmee de vorm, grootte en ligging van objecten bepaald kan worden. Metingen worden verricht in analoge of digitale fotobeelden, in plaats van direct aan het object zelf. Dankzij de in eigen beheer vervaardigde fotogrammetrische softwaresystemen kan Geodelta producten leveren, die toegespitst zijn op het eisenpakket van de opdrachtgever. Voorbeelden hiervan zijn vormbepaling van scheepshuiden ten behoeve van scheepsreparaties, deformatie-analyse van voertuigen bij botsingen, aerotriangulaties en blokvereffeningen in de luchtkaartering, patroonherkenning in digitale beelden, drie-dimensionale maatvoering van pipinginstallaties in de procesindustrie en medische groeianalyses van patiënten.
Deskundige adviezen Voor de geodetische en landmeetkundige branche adviseert Geodelta regelmatig over de opzet, berekening en analyse van geodetische grondslagen. Uiteraard wordt hierbij gebruik gemaakt van de modernste inzichten en technieken op puntsbepalingsgebied zoals een gecombineerde verwerking en kwaliteitsanalyse van GPS-grondslagen met klassieke grondslagen. Onze netwerk vereffenings programmatuur Delfy wordt dagelijks reeds door vele bedrijven gebruikt bij het doorrekenen en analyseren van geodetische grondslagen. In opdracht van het Nederlandse Kadaster voert Geodelta controle werkzaamheden uit voor bijna alle lucht fotogrammetrische projecten in Nederland. Hierbij wordt niet alleen de voortgang van de projecten in de gaten gehouden, maar wordt ook het geleverde materiaal getoetst aan de voor dat project geldende voorwaarden waarbij de trangulatie-blokvereffenings resultaten aan een nauwkeurige inspectie worden onderworpen. Als gevolg van de ontwikkeling van fotogrammetrische en geodetische softwaresystemen kan Geodelta bogen op een ruime expertise in het ontwerpen, vervaardigen en testen van mathematisch statistische rekensystemen. Deze expertise heeft onder meer geleid tot het uitvoeren van consultancy opdrachten in het opzetten van kwaliteitssystemen voor het verwerken en analyseren van metingen. Zo heeft Geodelta bijvoorbeeld maatsoftware geleverd voor het kalibreren en analyseren van meetinstrumenten (waaronder het op een fisheye lens gebaseerde FRANK systeem) en het geometrisch corrigeren van digitale beelden
Klantgerichte maat oplossingen
Cursussen en opteidinflefi
De activiteiten van Geodelta zijn in vijf groepen onder te verdelen. Grensverleggende ontwikkelingen vormen de basis van de onderneming. Doorgaans bestaan deze ontwikkelingen uit research en development projecten. De bij Geodelta aanwezige kennis wordt gebruikt voor het kwaliteitsbewust en klantgericht ontwerpen en vervaardigen van specifieke toepassingen op meettechnisch gebied. Consultants kunnen u deskundig advies geven hoe een meting opgezet, uitgevoerd en geanalyseerd moet worden. Geodelta voert tevens productieactiviteiten uit op het gebied van fotogrammetrie en geodetische berekeningen. Ook verzorgt Geodelta trainingen in deze vakdisciplines. De unieke combinatie van toepassingsontwikkelingen met productiewerkzaamheden zorgt ervoor dat Geodelta's diensten optimaal afgestemd zijn op de behoeften van de beroepspraktijk. Dankzij de synergie tussen theorie en praktijk heeft Geodelta zich een eigen plaats verworven in de geodetische en fotogrammetrische wereld.
1.21 CMG CMG is in 1964 opgericht om computerservice te verlenen en voor derden software te ontwikkelen. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot een toonaangevend, onafhankelijk Europees adviesbureau op het gebied van organisatie, informatievoorziening en automatisering. CMG richt zich op de informatievoorziening binnen een bedrijf met als doel de totale organisatie zo goed mogelijk te laten functioneren. We houden ons dus bezig met systeemontwerp, systeembouw, advies en serviceverwerking.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
24
CMG is een internationale onderneming met afzonderlijke vestigingen in Nederland, Groot Brittannië, Duitsland en de Verenigde Staten, die ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben. Elke vestiging richt zich op een specifiek marktgebied of verleent een specifieke dienst. Op dit moment zijn er zo'n 45 vestigingen met in totaal meer dan 4.000 medewerkers, waarvan 3.000 in Nederland. De totale omzet bedraagt 645 miljoen gulden. CMG heeft een platte organisatie met veel kleine werkmaatschappijen. CMG. ü 'tit*;id
CMC FctecomnuimcattoiK CUC hmnce CMG Trade Tiansport S. Imluslry -Ui '
AdwweiJTedinotaiiv
t
£ 1 ___ - . . • '
CMG loiSSmstson Processing
diensten
Computeroantruin'
Mission statement Onze ambitie is om succes te creëren in alles wat we doen. Met dienstverlening van hoge kwaliteit maken we onze klanten, hun medewerkers en die van ons, succesvoller. Profiel CMG is een toonaangevende Europese informatietechnologiegroep. CMG levert IT-diensten, consultancy en softwaresystemen aan cliënten over de gehele wereld. CMG is opgericht in 1964 en is nu actief in meer dan 40 landen vanuit vestigingen in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland, Frankrijk en België. CMG is genoteerd aan de effectenbeurzen van Londen en Amsterdam. CMG levert diensten en producten aan de financiële wereld, transport, handel, industrie, energie, telecommunicatie en overheid. Verder is de Groep actief op het gebied van informatieverwerking met onder meer netwerken, salarisverwerking en personeelsinformatiesystemen. CMG stelt zich ten doel bij te dragen aan het succes van haar cliënten middels de kwaliteit van haar dienstverlening en van haar medewerkers. CMG'ers voelen zich sterk bij hun werk betrokken en dat is een verdere garantie voor het lange termijn succes van CMG en haar opdrachtgevers.
Wortels Dienstverlening in de automatisering is een relatief jonge bedrijfstak. Toch is CMG in Nederland al 30 jaar oud en bestaat de CMG Groep, die is opgericht in het Verenigd Koninkrijk, zelfs al 35 jaar. Inmiddels telt de Groep ruim 5600 medewerkers en opereert zij vanuit vijf thuislanden. CMG werd eind 1964 opgericht in Croydon (Zuid Londen) door drie Engelse vrienden, Collins, Mills en Gorman met als doel de verkoop van een zelfgeschreven softwareprogramma. Dat programma was een tijdsverantwoordingssysteem voor mensen die werken op uurbasis. Het kleine bedrijf had programmeurs in dienst die weieens werden uitgeleend als klanten daar om vroegen. Zo startte de dienstverlening. De eerste grote klanten waren de Midland Bank en Readers Digest. Readers Digest had behoefte aan ondersteuning in Nederland op het gebied van direct mailing en dus kwamen twee Engelsen, Clive Paul en Nick Scholfield naar dit land en ontstond hier eind 1968 CMG Nederland. Binnen korte tijd waren Philips, de NMB Bank en Heineken klant. Chairman Cor Stutterheim, die in Amsterdam betrokken was bij de eerste automatiseringsinspanningen van de Spaarbank voor de Stad Amsterdam, kwam het inmiddels acht man tellende bedrijf versterken. In die tijd deed CMG al portfolio-management op basis van de informatie van Reuter. In de daarop volgende jaren groeide de Nederlandse tak van het bedrijf uit tot grootste van de Groep qua omvang, omzet en winstgevendheid. In 1974 opende CMG een kantoor in Frankfurt om zich daar bezig te houden met Swift, het systeem voor internationaal betalingsverkeer. Daarmee begonnen de activiteiten in wat CMG haar derde thuisland noemt.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
25
Hoewel CMG organische groei hoog in haar vaandel heeft staan, zijn begin 1998 een aantal acquisities gedaan in België en Frankrijk. Daarmee telt de Groep nu vijf thuislanden. In meer dan 40 landen in de hele wereld voert CMG projecten uit.
De CMG cultuur De organisatiestructuur van CMG is gebaseerd op kleine, overzichtelijke vestigingen. In een minder massale omgeving komen de individuele talenten en verantwoordelijkheden van de medewerkers beter tot hun recht. Een dergelijke structuur doet recht aan de basisprincipes die de oprichters van CMG in 1964 voor ogen hadden. Principes die vandaag de dag onverkort overeind staan en waarbij alles draait om openheid, eerlijkheid en betrokkenheid. Dergelijke principes zouden in een massale omgeving snel verwateren en zeker niet bijdragen aan productiviteit en continuïteit.
'... openheid, eerlijkheid, gelijkheid ...' Openheid De belangen van de onderneming en die van de medewerkers lopen parallel. Op en tussen elk denkbaar niveau vindt dan ook directe, open communicatie plaats. Alle informatie over het reilen en zeilen van een vestiging is voor iedere medewerker toegankelijk. In de maandelijkse company meetings kan iedereen z'n mening uiten. Informatie is open: het laatste nieuws over het verloop van projecten, aanwas van nieuwe klanten, wie er bonussen hebben verdiend. CMG'ers hebben geen geheimen voor elkaar. Daardoor is het vertrouwen onderling en in de onderneming groot. In zo'n sfeer is het niet zo verwonderlijk dat veel medewerkers en hun verwanten aandelen van CMG bezitten. Fairness en gelijkheid Fairness is het best te omschrijven als een mengeling van eerlijkheid en redelijkheid. Een voorbeeld: als CMG voor een klant voor de volle honderd procent prestaties heeft geleverd, dan ontvangt die klant daarvoor een rekening. Heeft CMG echter een essentiële fout gemaakt, dan ontvangt de klant geen rekening. Dat is fair. Zo zit het ook met salarissen. Bij CMG vindt verhoging van salarissen plaats op basis van geleverde prestaties en niet op basis van functie of leeftijd. Structuur De gebundelde kracht van de branchegerichte sectoren, wordt gevormd door zelfstandige vestigingen, bestaande uit vier a vijf teams onder leiding van de Managing Director (MD). Zo'n team is de kleinste eenheid die CMG kent. Het aantal teams blijft beperkt. Dit om de slagkracht (en het overzicht) zo groot mogelijk te houden. Een team wordt geleid door een Associate Director (AD) die een grote mate van zelfstandigheid heeft en als het ware een eigen B.V. runt. De 20 a 25 medewerkers van een team opereren volgens het 'van-onder-naar-boven-principe'. Dat wil zeggen dat niet wordt afgewacht tot de klant met een opdracht komt, maar dat zelf gekeken wordt wat interessant is voor de klant en dat medewerkers dienovereenkomstig initiatieven nemen. In dit verband mogen de Special Interest Groups (SIG's) niet onvermeld blijven. Met collega's uit heel CMG wordt een bepaald probleem in de markt 'behandeld' en als het even kan opgelost. Senior staff meeting Twee keer per jaar initieert de Board een bijeenkomst waarop een terugkoppelslag plaats kan vinden. Een vertegenwoordiger van een vestiging (vaak een medewerker die al een paar jaar in dienst is) is daarbij de spreekbuis van wat er leeft in een vestiging of van wat medewerkers kunnen dwarszitten. Op deze manier weet de Board wat er leeft en doet er ook wat mee. Een duidelijk voorbeeld van de directe communicatielijnen bij CMG. Iedereen spreekt met iedereen, wat voor functie of positie men ook heeft. Klantgerichtheid en succes ledere CMG'er is doordrongen van het besef dat de klant voorop staat. Dat uiteindelijk voor de klant wordt gekozen. Dat leidt tot succes. En als CMG goed draait, is het handhaven van onze unieke werksfeer vanzelfsprekend. Openheid en eerlijkheid zijn principes die CMG ook naar de klant toe hoog houdt. CMG behandelt de klant eerlijk en verwacht ook het omgekeerde. CMG loopt nooit weg voor problemen en komt afspraken na. Aan professionaliteit mag het nooit ontbreken, dat verwacht CMG van alle medewerkers. '... waarde voor de klant en winst voor CMG ...' Hoogwaardige dienstverlening en professionaliteit Service verlenen van hoog niveau valt of staat met professionaliteit. Vrij vertaald: goede medewerkers betekenen goede klanten. Dat begint bij het zakelijke commitment: het besef en de erkenning dat de klant voor alles gaat. Alleen zakelijke professionals zijn in staat om dat wat ze moeten doen richting klant, ook goed te doen. En daarvoor een passende honorering te krijgen in de vorm van een factuur die betaald wordt. Profs zijn niet alleen zakelijk, ze gaan ook zakelijk gekleed. Het onderstreept het zakelijk handelen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
26
Be straight Een logisch uitvloeisel van professionele zakelijkheid is het open vizier waarmee medewerkers elkaar en de klant tegemoet treden. Maar ook de leveranciers. Die worden op tijd betaald. Speciaal de kleinere leveranciers. Een snelle betaling beschermt niet alleen hun onderneming maar versterkt ook de zakelijke reputatie van CMG. Efficiëntie Het streven naar efficiëntie getuigt van meer zakelijk inzicht dan te gaan voor een zogenaamde elegante oplossing. CMG'ers richten zich te allen tijde op de oplossing voor de klant. Is die oplossing eenmaal daar, dan is de job done. Zijn er twee mogelijke oplossingen, dan wordt de goedkoopste gekozen. Keep it simple. CMG draait om effectiviteit en efficiëntie, niet om perfectie. '... De CMG cultuur is een belangrijk deel van ons succes ...' Conclusie De unieke CMG cultuur is de kern van het succes en onderscheidt CMG van andere ondernemingen. Openheid, eerlijkheid en gelijkheid zijn principes die zowel binnen het bedrijf als naar de klanten toe worden gehanteerd. Zij hebben zich in de loop der jaren bewezen en hebben nog niets aan waarde ingeboet. Daarom wil CMG die principes behouden; de CMG cultuur draagt bij aan het succes van de medewerkers en de klanten.
1.22
HKV
De medewerkers van HKV/lijn in water zijn hooggekwalificeerde en internationaal erkende deskundigen, vaak met een lange ervaring op hun vakgebied en uitgebreide kennis van de complexe wereld van het waterbeheer. Vanuit hun werkterrein wordt gewerkt vanuit een idee van gezamenlijkheid en onderlinge versterking, daarbij zijn vier adviesvelden te onderscheiden:
Operationeel Waterbeheer
Rivieren en kanalen
•
real-time sturing van watersystemen
•
hydrologie
•
overstromingswaarschuwing
•
hydraulica
•
calamiteiten-alarmering
•
morfologie
•
meetnetinrichting
•
sedimenttransport
•
hydrometrie
•
waterbeheer
Veiligheid en risico
Informatie-technologie
•
veiligheids- en risico
•
informatie-analyse
•
onzekerheidsanalyse
•
Gis toepassingen
•
schademodellering
•
systeemanalyse
•
onderhoud kunstwerken
•
automatisering
•
beleidsvoorbereiding
•
programmering
Rivieren & kanalen Vormt het adviesveld met de kennis van de "klassieke" waterbouwkunde: de fysica van waterbeweging en morfologie in rivieren en kanalen. Operationeel waterbeheer Richt zich op het ontwerp, de engineering en realisatie van meet- en besturings-systemen voor de beheersing van watersystemen: kanalen, rivieren, boezemnetwerken, polders en stedelijke (afval-) watersystemen. Veiligheid & risico Kwantificeert de effecten van onzekerheden in toegepaste methoden (bijvoorbeeld hoogwatervoorspellingen) en de veiligheid van watersystemen met als doel een betere onderbouwing van het te voeren beleid. Informatie-technologie Heeft naast een toeleverende rol aan de andere drie adviesvelden ook een eigen rol op het gebied van software ontwikkeling, bijvoorbeeld ten behoeve van data-management, gis en hydrologische informatievoorziening.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
27
Sinds de oprichting van HKV Njninwater in september 1995, hebben wij meer dan 100 projecten uitgevoerd. Het grootste deel van deze projecten is uitgevoerd voor onze Nederlandse opdrachtgevers, met name de Rijkswaterstaatsdiensten, de waterschappen en de gemeentelijke overheid. Daarnaast voerden wij opdrachten uit in Zwitserland, Pakistan, Bangladesh, Indonesië en Korea alsmede in alle Donaustaten: Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Kroatië, BosniëHerzegovina, Bulgarije, Roemenië, Moldavië en de Oekraïne. Onderstaande tabel toont een alfabetisch overzicht van de verschillende disciplines waarin medewerkers van HKVLIJN IN WATER zich hebben gespecialiseerd. Door een van de disciplines te selecteren krijgt u een overzicht van projecten van het werkveld waartoe de discipline hoort. Automatisering Beleidsvoorbereiding Calamiteiten-alarmering GIS-toepassingen Hydraulica Hydrologie Hydrometrie Informatie-analyse Meetnetinrichting Morfologie Onderhoud kunstwerken Onzekerheidsanalyse Overstromingswaarschuwing Programmering Real-time sturing van watersystemen Schademodellering Sedimenttransport Systeemanalyse Veiligheids- en risicoanalyse Waterbeheer
1.23
IQUIP Informatica B.V
IQUIP Informatica B.V. is in 1972 opgericht als Interprogram B.V. en heeft als werkgebied Nederland en incidenteel het buitenland. Het aantal medewerkers op 1 september 1998 is 1260. Onze klanten behoren tot de top 300 van de zakelijke markt, non-profit organisaties en het middenbedrijf. IQUIP richt zich specifiek op de afgestemde dienstverlening van de klant, en heeft haar diensten en expertise ingericht vanuit de functie van IT in de organisatie. De dienstverlening van IQUIP is ondergebracht in vier divisies die zijn gerelateerd aan de verschillende facetten van het automatiseringsproces. •
Advies en Implementatie (AIM). Richt zich op de optimalisatie van de integratie van IT-toepassingen binnen de organisatie, waardoor een hogere effectiviteit van de toepassingen gerealiseerd wordt.
•
Bedrijfsinformatietechnologie (Bit). Richt zich met name op IT-toepassingen die de primaire en ondersteunende processen binnen de organisatie ondersteunen.
•
Componenten & Testen (C&T). Helpt organisaties de informatievoorziening snel en flexibel in te richten door de inzet van herbruikbare software en een grondige verificatie of de gekozen oplossing de bedrijfsdoelstelling in de gewenste mate ondersteunt.
•
Integratie (Int). Deze divisie bestaat uit specifiek op de individuele klant gerichte teams die zorg dragen voor de communicatie tussen en de coördinatie van de integrale dienstverlening van IQUIP en de klant.
• •
Marktinformatietechnologie (Mit). Specialiseert zich in IT-toepassingen die gebruikt worden bij de interactie tussen organisatie en klant en organisatie en medewerker.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
28
De missie van IQUIP leder bedrijf heeft ideeën over de wijze waarop het zijn dienstverlening gestalte geeft. Zo ook IQUIP. IQUIP heeft haar doelstellingen geformuleerd in de missie. De missie van IQUIP luidt als volgt: •
• • • •
De missie van IQUIP is het helpen ondersteunen van organisaties bij het uitvoeren van het kernproces van die organisatie en het inspireren van die organisatie bij het toepassen van informatietechnologie. IQUIP helpt ondersteunen door het bouwen, onderhouden en implementeren van informatiesystemen IQUIP doet dit voor de klant steeds opmerkelijk beter. IQUIP kan dit alleen door de kennis en vaardigheden van haar eigen medewerkers. IQUIP erkent daarbij de superioriteit van de kennis van die organisaties over hun eigen kernproces.
Achter deze vijf zinnen gaat een filosofie schuil die hieronder nader wordt verklaard. Als er gesproken wordt van het 'helpen ondersteunen' van het kernproces, dan lijkt deze formulering dubbelop. 'Helpen' is al een vorm van ondersteuning, zou men zeggen. Toch is voor deze formulering gekozen, omdat IQUIP niet de illusie heeft dat zij volledig op de hoogte kan zijn van het kernproces van de opdrachtgever en daardoor volledige ondersteuning kan bieden. IQUIP helpt bij het ondersteunen, maar gaat hierbij uit van de superieure kennis van de opdrachtgever van zijn eigen proces. Om tot een vruchtbare samenwerking te kunnen komen, verschaft de opdrachtgever ons de kennis over zijn kernproces en past IQUIP haar kennis van automatisering daarop toe. IQUIP wil daarnaast met haar kennis haar klanten inspireren. Het vak van IQUIP is informatietechnologie. Het is daarom onze verantwoordelijkheid om voor de klant de inspiratiebron te zijn vanuit de IT, zodat de klant geen kans mist op een beter systeem en een succesvoller proces. IQUIP staat met beide benen op de grond en vindt het bouwen van applicatiesystemen de kern van het automatiseringsvak. Daarnaast draagt het implementeren en onderhouden van systemen even sterk bij aan het gebruik van systemen. Implementatie zorgt ervoor dat de gebruiker het maximale uit het systeem haalt. Wil een systeem ook op de lange duur zijn bijdrage aan het functioneren van de organisatie leveren, dan moet dit systeem onderhouden worden. IQUIP doet dit alles steeds opmerkelijk beter. Dit is eigenlijk de kern van de missie van IQUIP. IQUIP is een klantgerichte organisatie, wat wil zeggen dat zij de klant centraal stelt in haar dienstverlening. IQUIP streeft ernaar een langdurige relatie met haar klanten op te bouwen, waarbij IQUIP zich realiseert dat deze relatie alleen in stand blijft als de klant zeer tevreden is. IQUIP bouwt deze relatie op door alert en attent te zijn en te weten wat de klant van ons verwacht. De betekenis van 'opmerkelijk' is tweeledig. Aan de ene kant vindt IQUIP het belangrijk dat de klant opmerkt dat wij het steeds beter doen en aan de andere kant zit het opmerkelijke in de mate van verbetering. Soms zijn dat kleine zaken, andere keren zijn de verbeteringen zeer essentieel, maar IQUIP blijft in ieder geval een stijgende lijn in haar dienstverlening
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
29
realiseren. Daarnaast blijven we werken aan het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van onze organisatie, want alleen dan kunnen we het steeds opmerkelijk beter blijven doen. In het vierde element van de missie staan de kennis en vaardigheden van de medewerker centraal. Met de kennis en de vaardigheden van haar medewerkers kan IQUIP systemen bouwen, implementeren en onderhouden. Deze kennis en vaardigheden hebben echter niet alleen betrekking op de vakkennis van de medewerker. Dankzij de communicatieve vaardigheden van de medewerker kan deze vakkennis in samenwerking met de klant zo optimaal mogelijk worden benut. Boven is al aan de orde gekomen dat IQUIP de superioriteit erkent van de kennis van de organisatie over haar eigen kernproces. Alleen de klant zelf kan ons hierin inzicht verschaffen. Vervolgens kijkt IQUIP hoe daarvoor software kan worden ontwikkeld. Dit houdt ook in dat wij ons bewust moeten zijn van ons eigen kernproces. Alleen dan kan tot succesvolle samenwerking worden gekomen. IQUIP-academie Kennis is kracht is een slogan van IQUIP. Wij onderscheiden ons door meer kennis. Om dat mogelijk te maken hebben wij een eigen Academie. Deze Academie verzorgt de opleidingen en kennisvoorziening van elke medewerker van IQUIP. Er zijn programma's voor starters, ervaren medewerkers, staf, management en directie. Bovendien hebben we een eigen Management Academie om ons toekomstig management klaar te stomen voor hun job. Naast het opleiden is ook de bredere kennisvoorziening toevertrouwd aan de Academie (zie Einstein). Kennismanagement is een sleutelbegrip de komende jaren. Elke IQUIP-er heeft toegang tot die bron van kennis. De groei van IQUIP wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd door de wekelijkse instroom van starters (HBO-ers/academici), die binnen de Academie in een intensief programma in het informatica-vak worden opgeleid en begeleid. De IQUIP Academie organiseert en ondersteunt tevens de vervolgopleidingen en trainingen voor professionals, management, directie, secretariaten en ondersteunende staf. Daarbij gaan we voor de totale ontwikkeling van elk individu. Niet alleen het vakmanschap, maar ook de persoonlijke ontwikkeling krijgen sterk de nadruk. Alles is gericht op de optimale ontplooiing van elke IQUIP medewerker. In de opleidingen en trainingen van de Academie wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de kennis en vaardigheden die bij de medewerkers van IQUIP aanwezig zijn. Documentatie en materiaal voor zelfstudie beschikbaar. Er worden trainingen, workshops, seminars en technische meetings georganiseerd en gehouden. Binnen de Academie worden die opleidingen en trainingen ontwikkeld c.q. aangeschaft en voortdurend geëvalueerd en onderhouden, die bijdragen aan de competentie-ontwikkeling van alle medewerkers: • • •
ontwikkeling van vakinhoudelijke competenties door verhoging van kennis en vaardigheden op het vakgebied informatica en daaraan gerelateerde materiekennis ontwikkeling van gedragscompetenties door het verder ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden en managementvaardigheden. ontwikkeling van markt- en bedrijfskennis door technische meetings, klantseminars en producten diensttrainingen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
30
1.24
TMPW
TMPW is actief op de volgende gebieden: Employee communication Campus communication Interactive education & communication Gezondheidszorgdesk Recruitment strategy Response handling Mediabuying & handling Recruitment market research Search & Selection Consultancy
Employee communication We leven in de omgekeerde wereld. Nog maar een paar jaar geleden hoefde je als werkgever maar 'te kikken' en de sollicitanten stonden in de rij. Tegenwoordig moet je je echter in alle mogelijke bochten wringen om aan personeel te komen, 'nieuwe media', 'employability' en 'benchmarking' zijn tegenwoordig wapens in de strijd om de 'arbeidsconsument'. Dat vraagt om een compleet andere visie op werving. Om andere benaderingen en andere middelen. TMPW (spreek uit: ti-em-pi-dubbeljoe) is gespecialiseerd in arbeidsmarktcommunicatie. Dat wil zeggen dat we u met raad en daad terzijde kunnen staan bij alle mogelijke facetten in de communicatie met uw huidige en eventueel toekomstige werknemers. Daar hebben we een unieke organisatie voor, met de beste specialisten en de meest uitgebreide faciliteiten. We hebben alles in huis wat u van een solide communicatie-adviesbureau mag verwachten. Bewezen talent op het terrein van strategisch advies, creatie en account handling. Talent dat als klantgerichte units in de frontlinie staat opgesteld, dus direct voor u aanspreekbaar en bereikbaar is. Maar er is meer. Een speciale afdeling response-handling en pre-selectie. Een afdeling recruitment market research en strategy. Een media-buying center. Een eigen club voor campus communication. Een zusteronderneming met consultants voor werving en selectie. En, last but not least:, onze experts op het gebied van educatieve producties voor interactieve media. TMPW is zo compleet als u maar wilt. Want u kunt onze creativiteit inschakelen op de wijze die u het beste uitkomt. Dus in de volle breedte of gedeeltelijk. Voor een eenmalige wervingsactie of voor een meerjarig strategisch traject. En zelfs als er internationale aspecten bij komen kijken, is tmpw voor u de aangewezen partner. We maken immers deel uit van TMP worldwide, met vestigingen over de gehele wereld en alle kennis op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie.
1.25 Coopers & Lybrands =>PriceWaterhouce Coopers
Pricewaterhousecoopers koppelt mensen, kennis en werelden. Voor nederland betekent dit dat 5.000 professionals kennis en ervaring kunnen delen met 140.000 collega's in 152 landen. We adviseren en ondersteunen grote nationale ondernemingen, maar ook kleinere en middelgrote bedrijven, overheidsinstellingen en non-profit organisaties. Aangenaam kennis te maken! Vrijwel alle ministeries en aanverwante instellingen hebben advieswerk- en accountancyopdrachten aan pricewaterhousecoopers toevertrouwd. Deze vraagstukken kennen een grote onderlinge variatie. Het soort vragen waarvoor u op ons een beroep kunt doen: Kunnen we tot betere systemen van sturing en bekostiging komen? Hoe kunnen we tot doelmatigheidsverbetering van onze werkprocessen komen? Hoe krijgen wij de beste, onafhankelijke ict-advisering, pakketimplementatie en technologie-adviezen? Hoe kunnen we bij invoering van projectmatig werken ervoor zorgen dat dit direct 'beklijft'? Waar kunnen wij terecht voor onze personeelsvraagstukken? Wie kan voor ons op het terrein van internationaal beleidsonderzoek als partner optreden? Wie kan ons ondersteunen met het millennium vraagstuk en de euro? Wie is voor ons een betrouwbare partij bij accountantscontrole en edp-audit opdrachten? Wie kan met ons meedenken over een fiscaal instrumentarium om beleidsdoelen te bereiken? Welk bureau betekent iets op het terrein van technologie-advisering?
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
31
•
Kunnen we tot betere systemen van sturing en bekostiging komen?
Veel ministeries (en uitvoeringsorganisaties die in belangrijke mate door het rijk bekostigd worden) zien zich thans gesteld voor de vraag hoe de bekostiging meer op de prestaties kunnen worden gericht. Wij hebben reeds veel cliënten geholpen bij het ontwikkelen van nieuwe werkrelaties. Daarbij letten wij met name op de samenhang tussen het besturingsmodel, het bekostigingsmodel dat aansluit bij de primaire werkprocessen en prestaties, en een kwaliteitszorgsysteem. Tevens begeleiden wij de invoering van kwaliteitszorgmodellen die (indien gewenst) iso-certificeerbaarzijn en waarbij tevens aan de kwaliteitshouding van de medewerkers zelf wordt gewerkt is een belangrijke vorm van dienstverlening. De kwalitatieve dimensie van de voortgebrachte (beleids-)producten kan immers niet los gezien worden van de bekostigingssystematiek. •
Hoe kunnen we tot doelmatigheidsverbetering van onze werkprocessen komen?
PWC staat bekend om de focus op de werkprocessen van organisaties. Deze staan immers ten dienste van de produkten en diensten die worden voortgebracht en waaraan organisaties hun bestaansrecht ontlenen. Deze werkprocesverbeteringen worden mede op basis van 'benchmarking' (prestatievergelijking met de eigen groep organisaties of die van anderen) gerealiseerd; hierbij wordt altijd nauw samengewerkt met teams uit de organisatie zelf opdat de 'eigen' kennis zoveel mogelijk wordt benut, het draagvlak voor invoering zo groot mogelijk wordt gemaakt, en de kennis van de door ons gebruikte methoden en instrumenten zoveel mogelijk aan hen wordt overgedragen. •
Hoe krijgen wij de beste, onafhankelijke ict-advisering, pakketimplementatie en technologieadviezen?
PWC beschikt over een groot aantal specialisten op het terrein van ict-advisering en pakketimplementatie. Onze mensen weten in vaak simpele bewoordingen de meest complexe zaken te doorgronden en tot hun essenties terug te brengen. Wij geven adviezen over toepassingen op het gebied van informatietechnologie die zowel tot efficiencyverbeteringen kunnen leiden als nieuwe wijzen van werken mogelijk maken; de onafhankelijkheid van onze adviezen staat borg voor een zorgvuldige afweging voordat investeringen worden gedaan. bij de selectie en implementatie van standaard softwarepakketten/erp-pakketten kunnen wij vanwege onze sectorkennis vaak uitstekend werk verrichten met betrekking tot de specificatie van functionele eisen. Ook leveren wij het projectmanagement waarbij expliciet aandacht wordt besteed aan de veranderkundige kant ervan. Desgewenst kunnen wij ook de implementatie verzorgen en de procedures aanpassen aan de nieuwe wijze van werken. Verder beschikken we over geavanceerde methoden voor kwaliteitszorg en kwaliteitsbewaking tijdens ontwikkeltraject en voeren we second opinions uit op in ontwikkeling zijnde en bestaande systemen •
Hoe kunnen we bij invoering van projectmatig werken ervoor zorgen dat dit direct 'beklijft'?
het aanleren van projectmatig werken in de vorm van 'coaching' en 'werkplek gebonden leren', als nieuwe vormen van leren, wordt door onze klanten als zeer effectief ervaren. Daarbij wordt ook uitdrukkelijk aandacht besteed aan de verschillen typologieën van (beleids-)projecten. Deze werkvorm leent zich er bij uitstek voor om nieuwe kennis en vaardigheden in de organisatie achter te laten als de consultants zijn verdwenen. •
Waar kunnen wij terecht voor onze personeelsvraagstukken?
PWC heeft voor overheidsorganisaties veel opdrachten uitgevoerd aangaande advisering op het gebied van personeelsvraagstukken, management development en functiewaardering. Ook op dit terrein beschikken wij over een omvangrijke database met personeelskengetallen. Met betrekking tot opleiding op diverse terreinen beschikken wij over een eigen opleidingsgroep. •
Wie kan voor ons op het terrein van internationaal beleidsonderzoek als partner optreden?
als een 'global player' kan PWC bij uitstek voor u beleidsonderzoek verrichten, met name op internationaal niveau. Het kennismanagement in onze organisatie is zodanig ingericht dat wij snel en efficiënt beleidsrelevante informatie weten te vinden. Ook de specialisatie in branche en sectoren leidt ertoe dat wij van veel 'businesses' kennen. Ook hier kan de aanpak van 'benchmarking' snel tot zeer bruikbare resultaten leiden, zowel op het terrein van sectoren als de inrichting van de rijksdienst en wet- en regelgeving •
Wie kan ons ondersteunen met de millennium- en europroblematiek?
millennium en euro vragen nu en de komende jaren de aandacht van het management in de rijksoverheid. De combinatie van kennis van de overheid en de ervaring van millennium- en europrojecten elders vormen het uitstekende uitgangspunt voor ondersteuning van u. •
Wie is voor ons een betrouwbare partij bij accountantscontrole en edp-audit opdrachten?
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
32
het uitvoeren van controle-opdrachten en het adviseren bij controle behoort van oudsher tot onze kernkwaliteiten. Wij beschikken over accountants die zich gespecialiseerd hebben in de rijksoverheid. Zij zijn uitstekend in staat snel en efficiënt controlewerk te verrichten. Bovendien kunnen ze interne accountantsdiensten en het management adviseren bij het uitvoeren van risico-analyses en het verbeteren van beheersingsmaatregelen. Hetzelfde geldt voor onze edp-auditers, die onder meer gespecialiseerd zijn in computerbeveiligingsvraagstukken. Zij beschikken over kennis van het voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst en zijn ervaren in het praktisch implementeren van dit voorschrift. •
Wie kan met ons meedenken over een fiscaal instrumentarium om beleidsdoelen te bereiken?
wij adviseren bij het ontwikkelen van nieuwe fiscale instrumenten alsmede flankerend fiscaal beleid bij nieuwe beleidsmaatregelen; daarbij kunnen consequenties worden doorgerekend van voorgenomen maatregeien en kunnen fiscale alternatieven tegen elkaar worden afgewogen •
Welk bureau betekent iets op het terrein van technologie-advisering?
de technologie-adviseurs van PWC beschikken over een 'track record' op het gebied van uiteenlopende technologieën. Dit betreft onder meer energie en milieuvraagstukken, technologieinstituten en kenniscentra. Ook voor de europese gemeenschap worden veel opdrachten verricht. Hierdoor beschikken zij over een overzicht van de 'best practices' op vele terreinen. •
PWC dienstverlening voor de rijksoverheid
Pricewaterhousecoopers heeft de expertise op de uiteenlopende diensten gebundeld in de sectorgroep rijksoverheid omdat de combinatie van sectorexpertise (weten hoe de rijskoverheid werkt) en functionele expertise het beste product voor de klant oplevert. Ruim 150 in de rijksoverheid gespecialiseerde adviseurs, accountants, it-auditors, technologie-adviseurs en fiscalisten zorgen ervoor dat hun kennis voor u 'up to date' blijft door middel van een intern doorgevoerd kwaliteitszorgsysteem en de internationale kennisuitwisseling binnen de grootste zakelijke dienstverlener van de wereld.
1.26
AQUASENSE
We welcome you at the AquaSense Organization which consists of a group of companies, and activities which are described here. Our headquarters is in the Amsterdam Science Park, next to this office we and our subsidaries have offices in Wageningen, Alkmaar (both in the Netherlands) and Germany. AquaSense is working for governmental organizations as well as industry. For our sponsors we work in wide variety of consultancy projects in the field of environment, toxicology, water and nature. In our laboratory we perform ecotoxicological tests, chemical and taxonomical analyses as well as biological experiments. A considerable amount of our efforts is put in research and development. AquaSense received an ISO 9001 certification in June 1997. We expecte a sterlab accreditation in October. At this time some 60 people are working for
AquaSense.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
33
We formeel a Taxortomical Expert Center for the monitoring of bio-diversity, ecology and taxonomy. The inclination of this Taxonomie Expert Center is to join people, research groups and companies dealing with taxonomical aspects of the ecology. During the last decade the knowledge in the academie world vaporized due to budget cuts and the lack of inflow of fresh blood. The Taxonomie Expert Center will try to save the practical knowledge that is invaluable, specially now the protection of the bio-diversity is high on the agendas. At this time the center consists of AquaSense TEC, Klink Hydrobiological Consultants, Tripos. In our laboratory we use EcoLIMS, which is a database for the laboratory registration and analysis of biological, ecological and chemical data. This product is made by EcoSys bv which is partly owned by the AquaSense group. EcoSys is making technical and environmental software. AquaSense and the Center for Limnology at the Dutch Institute for Ecological Research CL-NIOO) of the Royal Dutch Academy of Sciences are founding the Center for Flow Cytometry, a newly planned research group in the Netherlands. At our Amsterdam office we are direotly connected to the internet fibre-optics backbone at a speed of 100Mb (Full Duplex). We have ample possibilities for other organization to use our internet structure. WebNet Internet services, which is exploiting this infrastructure, is partly owned by the AquaSense group. Together with other scientists some of our staff are working for TAO. This is a foundation for the enhancement of the application of the aquatic ecology. Several practice oriented courses for water managers are held. The foundation has a small budget to subsidize students and researchers. AquaSense is hosting some of its activities.
Aquasense laboratory Aquasense has a well equipped laboratory where biological, ecological, flowcytometrical, chemical and toxicological analyses are carried out which are, for example applied in the determination of the effects of chemical substances, effluents, sediments and soils on organisms. These results can be used to procure discharge licences for industrial clients, to set priorities for remedial and gathering of information on the toxicity of Chemicals for humans and the environment. In the laboratory research standard toxicity tests are executed with freshwater and marine water samples, effluents and soil samples, in accordance to national or international protocols. Examples are tests with algae, bacteria, microtox®, chironomus, daphnia, various types of fish, oyster larvae, amphipodes, sea urchins, springtails, plant seeds and many microbiotests. In addition to research on the effects of Chemicals on organisms, research is carried out on the behaviour of Chemicals. Moreover research is done on the transport of Chemicals in the environment, bioaccumulation and biodegradation, and the classical water analyses are executed. Furthermore research of an experimental, not standardised character is carried out. For example analyses of the interaction between phytoplankton and zoöplankton for water management projects. Recently a large amount of research has been focused on the application of inexpensive micro-biotests in dutch environmental research. Auasense is the exclusive distributor of various micro-biotests for ecotoxicological and industrial use in a number of territories. Aquasense is intensely involved in the development and introduction of new techniques and tests. Amongst others this has resulted in the development of a new biomonitoring system in which insect larvae are applied as test organisms and many bioassays for ecotoxicological purpose. Aquasense is also involved in ec research projects, i.e.; On the application possibilities of flowcytometers for measuring various phytoplankton parameters rapidly and at low cost; biomarkers research in the european coastal zone. Hplc techniques are used to measure bluegreen algae toxins. Together with our taxonomical specialists we are able to determine the nature of many different organism groups, and to monitor for toxic algae being a threat for aquaculture and our health.
Quality assurance/quality control Aquasense employs thoroughly trained and skilled personnel and works according to nationally and internationally accepted protocols. Specific projects may be performed under glp requirements. Aquasense offers answers and solutions for companies and institutions, which are confronted with environmental questions and problems. Aquasense tec
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
34
Aquasense taxonomical expertise centre is a resource for identifying and quantifying the organisms in our environment and for providing management advice on this basis. Remaining biodiversity has been acknowledged to be an important issue in the modern world for both economical and ecological purposes. measurements of the numbers and kinds of organisms provide the foundation for biological quality assessment, inventories, monitoring programs, environmental effect assessments and environmental management. The recognition of species being a threat for our health or economical values has become more important. Red tides can have costly impacts on aquaculture and toxic bluegreens and ciliates are a problem in our drinking water sources. In many cases early recognition of these pests can reduce the danger. Our taxonomie specialist together with modern techniques as electron microscopes, hplc-analyses, monoclonal labelling and flow-cytometry are able to monitor for such species. Species can be valuable in forensic research. Many cases have been solved by the presence of seeds, bugs or algae. Countless different organisms exist and their occurrence can offer insight into the quality of water and nature. Moreover, the historical quality of water in lakes and pools can be traced through the fossil remains of, forexample, diatoms, pollen and invertebrates. The occurrence of specifie indicator species is often the ultimate test for the successful outcome of management measures. The following group of organisms are often used to assess the quality of water and other environmental compartments: Planktonic organisms, diatoms Macro-invertebrates (water mites, beetles, caddis flies, etc.) Fish, amphibians, reptiles Carabids, ants, hover-flies, butterflies Plants Birds The identification of each plant or animal group requires extensive and specialised knowledge. Our specialists combine this taxonomie knowledge with ecological and statistical skills. IN 1994 we obtained 50% shares in tripos bv. In 1996 we integrated klink hydrobiological consults bv in to our organisation.
Quality assurance/quality control Aquasense employs thoroughly trained and skilied personnel. The identifications and tests are made under the requirements of a special qa/qc program. Through the combination of identifications by specialists and a quality control system our company can offer consistent and rellable results. Aquasense offers answers and solutions for companies and institutions, which are confronted with biological or environmental questions and problems.
Projects We teil you a bit about the wide variety of projects we do. Our sponsors are found in governmental organizations, research institutes, environmental organizations, fellow consultants, industry, cities and EC •
•
•
Monitoring Plankton in the Nortri Sea and Dutch Coastal zone In commission of RIKZ, the Dutch Institute for Research on Coast and Sea, Tripos and AquaSense are monitoring the development of plankton in the Dutch part of the North Sea and the Wadden Sea. This project runs through the year 2000. Part of the project is an early recognition of toxic algae. BIOMAR In commission of the, AquaSense is running a research project to establish the use of biomarkers as a tooi to monitor environmental stress. For this projects cytochrome P450 is measured in seastars from the North Sea, Atlantic Ocean and Mediteranean Sea. Living Rivers is a very nice example of a report we co-produced (Stroming bv., Klink Hydrobiological Consultants, Delft Hydraulics and Buro Meet) in commission of the World Wide Fund for Nature. This plan integrates nature development with the many other functions of the river and its flood plain
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
35
1Ï27
ESRI USA en Sanderink hebben een overeenstemming bereikt over de overname van alle GIS activiteiten van Logisterion B.V. Deze activiteiten worden vervolgens voortgezet in de nieuw te vormen zelfstandige onderneming ESRI Nederland B.V. Hierin zullen alle medewerkers en alle rechten en plichten van de "GIS-onderneming" van Logisterion worden ondergebracht. In totaal betreft dit ruim 70 medewerkers, die allen zeer enthousiast zijn om nu deel te kunnen uitmaken van de ESRI organisatie, wereldwijd marktleider op het gebied van GIStechnologie. Met de oprichting van ESRI Nederland wordt de toonaangevende positie van ESRI-GIS in Nederland bevestigd. Het is de verwachting dat door de concentratie van ESRI Nederland op alleen GISproducten en diensten, de organisatie u nog beter van dienst kan zijn bij het ondersteunen van uw GIS-automatiseringsprojecten. Nog meer dan voorheen zijn de medewerkers betrokken bij wat er binnen de ESRI software-ontwikkelingsorganisatie gebeurt. Zo zuilen zij als eerste de nieuwste technologische ontwikkelingen op het GIS-gebied kennen en u daarover kunnen adviseren. Door de directe betrokkenheid van ESRI Inc. in de ESRI Nederland organisatie bent u ook optimaal verzekerd van continuïteit van ESRI-producten en diensten in Nederland. Alle ESRI Nederland medewerkers zijn blij met deze organisatiewijziging en hebben veel vertrouwen in de nieuwe kansen die hierdoor geboden worden. ESRI Nederland verwacht dat ook u dat zal ondervinden als zij met u en uw collega's in uw GIS-project zullen samenwerken.
Producten: •
•
•
•
•
•
•
•
ArcView is een krachtig Desktop GIS voor het maken, bewerken, tonen, bevragen en analyseren van geografische gegevens. ArcView is een combinatie van GIS, desktop mapping, multimedia, databasemanagement en business graphics in een hoogwaardige Windows omgeving. ArcView is een uiterst gebruiksvriendelijk desktoppakket en biedt ruimtelijke perspectieven bij het nemen van beslissingen. ArcView is uitermate geschikt voor diegene die zijn eerste stappen zet in de boeiende GIS wereld. Voor gevorderde gebruikers maakt de eigen macrotaai Avenue ook het ontwikkelen van complexe toepassingen mogelijk. ARC/INFO, beschikbaar voor Unix en Windows NT is hèt vlaggeschip van ESRI. ARC/INFO biedt professionele GIS-tools voor gevorderde geografische analyse, databeheer en cartografie. De topologische vector-datastructuur van ARC/INFO is zeer geavanceerd en ondersteunt complexe vormelementen zoals overlappende polygonen en lijnsegmentaties. ARC/INFO biedt ook andere datamodellen, zoals TIN en GRID, voor specifieke geografische gegevens. AML (ARC Macro Langua is de programmeertaal van ARC/INFO. Het is een commandotaal waarmee eigen applicaties en toepassingen kunnen worden ontwikkeld. FormEdit is een grafische omgeving waardoor op een snelle en gebruiksvriendelijke manier een eigen User Interface, met buttons, sliders en menu's, gecreëerd kan worden. ArcTools is de in AML ontwikkelde User Interface voor algemeen gebruik, waarin de belangrijkste commando's in menu's staan. ArcTools is ontwikkeld om nieuwe gebruikers snel van start te laten gaan en om alle gebruikers productiever te laten werken. SDE (Spatial Database Engine) biedt een revolutionaire technologie voor het beheren en raadplegen van immense hoeveelheden gereferenceerde gegevens. Kaarten en attributen worden met een object-georiënteerde datastructuur opgeslagen in een standaard relationele database (Oracle, Informix). De analyses gebeuren bliksemsnel volgens cliënt-server architectuur met gedistibueerde verwerking via cliëntserver applicaties op PC of Unix platformen. MapObjects is een zg. 'embeddable GIS'; een nieuwe, open technologie om snel en eenvoudig allerlei specifieke applicaties te bouwen. Een verzameling van 35 programmeerbare 'OLE automation objects' maakt het mogelijk om eigen kaarttoepassingen te ontwikkelen of om kaartmogelijkheden toe te voegen aan bestaande applicaties. Met de MapObjects Internet Map Server Extension is het zelfs mogelijk om dergelijke applicaties te ontwikkelen voor Web-sites. Hierdoor kunnen Internet gebruikers geografisch gestuurde opzoekingen verrichten. MapObjects kan worden gebruikt met o.a. programmeerstandaarden als Visual Basic, Delphi, Powerbuilder en Visual C++. ArcCAD kan beschouwd worden als GIS-extensie van AutoCAD. ArcCAD biedt AutoCAD gebruikers de mogelijkheid om van hun tekeningen en ontwerpen een intelligent GIS-datamodel op te bouwen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
36
Hierdoor kunnen GIS analyses worden uitgevoerd binnen de vertrouwde AutoCAD omgeving, maar volgens de ARC/INFO standaarden. 10 jaar ESRI gis bij Rijkswaterstaat Esri nederland (voorheen Logisterion) levert sinds 1986 geografische informatie systemen (gis) van esri inc. (environmental system research institute). Deze organisatie uit de USA is al sinds 1969 de toonaangevende leverancier en wereldwijd marktleider op het gebied van gis software. Rijkswaterstaat pastal sinds 1988 deze techniek toe voor onder andere monitoring, rapportage, kaartvervaardiging en analyses. Rijkwaterstaat één van de eerste. Anno 1998 is het functioneren van Rijkswaterstaat zonder gebruik te maken van gis bijna niet voor te stellen.ln de beginperiode werd gis vooral toegepast voor het opbouwen van een digitale kaartendatabase en integratie met bestaande administratieve databases. Mede door het beschikbaar komen van deze databases, heeft gis de afgelopen jaren een vogelvlucht genomen. Nu wordt gis voornamelijk ingezet voor beheer en onderhoud, aanleg infrastructuur, basisinformatie en beleidsvoorbereiding. Rijkswaterstaat was samen met provincies en diverse ministeries een van de eerste gebruikers. Daarna volgden in rap tempo onder andere: advies- en ingenieursbureaus, hogescholen en universiteiten, gemeenten, waterschappen, transport-,logistiek- en verkeersorganisaties en defensie. Momenteel maken in nederland zo'n 500 organisaties gebruik van esri producten met in totaal meer dan 10.000 licenties (sde, are/info, ARCVIEW en mapobjects en internet producten). Grootste in gis gespecialiseerde it bedrijf Esri Nederland is het grootste in gis gespecialiseerde it bedrijf in Nederland. Met ruim 80 gis specialisten wordt de markt bediend op het gebied van advisering, consultancy, projectleiding, applicatiebouw, opleidingen en technische ondersteuning. In projecten waar meer specialistische kennis op andere it terreinen dan gis gewenst is, wordt samengewerkt met partners. Voorbeelden van applicaties die esri Nederland samen met rijkswaterstaat heeft ontwikkeld, zijn onder andere WADGIS, GMIS+, IVONPRES, wegbeheer2000, VOIR, NAPGIS, baseline, onderhoud nwb, MTR en GMS. In samenwerking met partners zijn ook algemene toepassingen ontwikkeld zoals INTWIS (integraal waterschaps informatiesysteem) en NAZCA (bodeminformatiesysteem) die operationeel zijn in diverse marktgebieden. Gis onderdeel van informatievoorziening Veranderingen in de IT gaan steeds sneller. Interactieve kaarten op het internet zijn inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Het gebruik van gis en internet technieken als distributiemedium van geografische data binnen en tussen organisaties staat (vlak) voor de deur. De opkomst van zg. Componenten zorgt ervoor dat softwarebouwers kleine stukjes gis kunnen inbedden in hun specifieke toepassingen. Naast de technologischeontwikkelingen wordt ook de invloed van gis op de primaire processen van organisaties steeds groter.geografie wordt een normaal onderdeel van de dagelijkse informatievoorziening. Sneller en correcter kunnenwerken met gis bepaalt het succes van bijvoorbeeld een nieuwe marketingstrategie of de doorstroming op het Rijkswegennet.
1.28
Tauwb.v.
Tauw bv is een onafhankelijk, internationaal opererend advies- en ingenieursbureau, gespecialiseerd in de inrichting, verbetering en instandhouding van de fysieke omgeving, het milieu en de infrastructuur. Vanuit een breed scala aan disciplines werken ruim 900 goed opgeleide medewerkers aan projecten voor overheid en bedrijfsleven. Tauw is toonaangevend op het gebied van studies, advies, ontwerp en metingen en beschikt over een eigen, hoogwaardig milieulaboratorium. Doelgerichte integratie van milieu- en civieltechnisch advies leidt tot kosteneffectieve oplossingen voor infrastructuur, bouwprojecten en ruimtelijke ontwikkeling. In de uitvoering van projecten staat tevredenheid van onze klanten ten aanzien van kwaliteit, prijs en service voorop. Inzet en professionele betrokkenheid kenmerken de projectteams. In ieder project is de projectleider het eenduidige aanspreekpunt voor de klant, verantwoordelijk voor alle aspecten van het project: kwaliteit, tijd, geld, communicatie en organisatie. Missie Tauw adviseert, meet en ontwerpt voor duurzame omgevingskwaliteit. De organisatie hecht aan haar verantwoordelijkheid als onderdeel van de samenleving en aan haar onafhankelijkheid als adviesbureau. Wij richten ons erop om duurzaamheid en kwaliteit een integraal element in de beslissingen van onze opdrachtgevers te laten zijn. Vanuit onze planologische, milieutechnische en civieltechnische deskundigheid dragen wij bij aan beleidsvoorbereiding, planvorming, ontwerp en technische en technologische vernieuwing, gericht op duurzame omgevingskwaliteit.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
37
Organisatie Tauw bv De Tauw groep bestaat uit de houdstermaatschappij Tauw beheer bv. En de werkmaatschappijen Tauw bv. En intron bv., Elk met hun deelnemingen. De organisatie van Tauw kent zeven regionale kantoren die hun kennis van de regio inzetten voor snelle, doelgerichte dienstverlening. Daarnaast kent Tauw centrale, gespecialiseerde afdelingen die landelijk inzetbaar zijn voor rechtstreeks advies aan de opdrachtgevers maar ook op maat specialistische kennis leveren voor projecten van regionale vestigingen.Tauw is internationaal actief en heeft vestigingen in België, Frankrijk en Duitsland. Een pragmatische en oplossingsgerichte instelling kenmerkt de werkwijze van de regiokantoren van Tauw. De expertise van de regiokantoren reikt van bouw- en woonrijp maken, stads- en dorpsvernieuwing en het ontwerpen van rioleringen en wegen, tot bodemkundig onderzoek, saneringen van toekomstige woongebieden en bedrijfsterreinen, waterbodemsanering en preventie van toekomstige verontreinigingen. Met al uw vragen op het gebied van het ontwerp, de realisatie en de sanering van de droge en natte infrastructuur kunt u terecht bij de vestigingen in de regio. Specialistische afdelingen ondersteunen de regiokantoren en brengen zelfstandig advies uit aan een breed spectrum van opdrachtgevers. In deventer kunt u terecht voor de specialistische afdelingen bodemkwaliteitsbeheer, technologie, lucht, geluid en arbo, milieumanagement, water en ruimtelijke ordening, afvalstoffenmanagement, werktuigbouwkunde en elektrotechniek, waterbehandeling en omgevingsontwikkeling. De specialistische afdelingen riolering en constructie zijn u graag vanuit Utrecht van dienst. Bij het laboratorium van Tauw kunt u terecht voor al uw milieu-analyses. Voor een eenvoudige zuurgraadbepaling in water, voor pak in bouwstoffen en voor dioxines in lucht. Wilt u alleen standaardanalyses? Zijn er speciale condities? Welk analysevraagstuk u ook heeft, het laboratorium van Tauw biedt uitkomst.
1.29 Hague Consulting Group
Expertise Hague Consulting Group is an independent consultancy specialising in transport research and modelling based in the Netherlands, France and the United Kingdom. Projects are undertaken for clients in Europe and across the world, drawing on the capabilities of staff from all three offices. Clients obtain access to HCG's expertise in transport planning, mathematics, statistics, civil engineering, geography, economics, psychology, systems analysis and computing. The company specialises in the application of econometrie methods to the analysis and prediction of individual consumer choice. Computer-based simulation techniques have been developed to allow these methods to be applied to predict the behaviour of entire consumer markets, at both national and international levels. In particular, this approach has been developed to aid decision making in the planning and operation of transportation systems, and in transport policy evaluation. Hague Consulting Group provides advice to regional, national and international planning agencies worldwide. In addition, research is undertaken for airlines, public transport operators and commercial transport ventures. Staff are also made available for more general marketing studies. Hague Consulting Group offers professional capabilities in the following fields: • Study Design Statistical aspects of survey planning, overall study design, computer-aided data collection, data processing and validation. Monitoring levels of demand, and policy evaluation. • Transport Planning Data analysis, model development, short-run and long-term forecasting and economie evaluation. International, national, regional and urban studies. Specialised travel demand forecasts, e.g. for new infrastructure. Network design and service planning. Motorway control software. • Market Research Stated preference methods, evaluation of attributes, market share analysis and forecasting, and market segmentation. New product development and testing. • Software development Specialist software for data processing and presentation, network processing, statistical analysis, online data retrieval systems, both within and outside the transport sector. Design and testing of experimental designs for SP research. Microcomputer-based data collection.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
38
Projects The following projects illustrate the scope of the areas of expertise of Hague Consulting Group: •
DYNA (European Community) HCG led a team of consultants, universities and government agencies to develop a predictive model system for inter-urban motorway control. The system provides short-term forecasts of traffic flows, travel times and congestion in real-time using on-line information from inductive loops together with specially constructed databases. The system was developed, implemented and tested in a pilot study in the Rotterdam area.
•
The Integrated Airport Competition Model (Netherlands) HCG developed a strategie model system to predict the demand for air services to/from the Benelux and parts of Germany for the medium and long term. The model explicitiy simulates the competition between different airports (mainports as well as regional airports) and different long distance transport modes (including TGV and car).
•
The Paris Transport Model (France) HCG developed a comprehensive forecasting model system for travel in lle-de-France. Using the model system, the impact of changes in demography, economy, networks, transport policies and tarifications can be assessed. The main focus of the system is to determine public transport demand, which can be analysed in all its details.
•
Value of Time Studies (UK, Netherlands, Scandinavia) HCG has carried out the studies into the value of travel time saving which have set official standards in The Netherlands, the UK and Germany. Studies have been carried out for private clients in France, Sweden, Norway, Denmark and Australia.
•
Yield Management System Design (France) HCG has designed and analysed surveys to establish a new pricing system on TGV services. A market simulation and optimisation system was created to determine optimal pricing regimes for maximisation of revenue and demand using existing capacity.
•
Models of Demand for the Channel Tunnel (UK, France) HCG has constructed a series of comprehensive models of demand for travel through the Channel Tunnel, working in separate studies for Eurotunnel, British Railways and SNCF. The models have been transferred to the dient organisations to give them the opportunity to investigate alternative scenarios of pricing, operations, etc.
•
Models of Demand for Major Infrastructure (Denmark, Germany, Australia, France) In addition to the Channel Tunnel work, HCG has conducted demand modelling studies for infrastructure investments in Denmark, between Denmark and Germany, in Australia and in France. In each case the revenue likely to be generated by the infrastructure was estimated for varying assumptions about both price levels and exogeneous developments.
•
National, Urban and Regional Multi-Modal Travel Demand Modelling HCG has participated in numerous studies of national, regional and urban travel demand in Benelux, Scandinavia, the British Isles, France, Spain, Italy and countries outside Europe. An important component of these studies is the development and application of analytical models to assess mode and purposespecific impacts on travel demand of alternative transport supply policies.
•
New Urban Railway For a major European city, HCG was commissioned to develop a forecasting system that would predict the usage of a new urban light railway system. The model, based partly on stated preference data, was handed over for use by the dient.
•
Highway Management (Netherlands) Using the capabilities of the Netherlands National Model System, HCG forecast the changes that would occur in highway congestion and the impact that could be made by national programmes of highway management. Special attention was paid to the impact of traffic congestion in influencing traffic flows.
•
Road User Charging (Netherlands) HCG has been asked to study a wide range of road user charging systems, such as 'road pricing', which were studied in connection with the implementation of the Structure Plan. Special surveys were undertaken to assess the impact of these policies on road users and employers.
•
Urban Transportation Studies (Sweden/France/Netherlands/Chile) HCG provides Consulting advice on economie forecasting to planning teams; studies have been carried out in Stockholm, Paris, Grenoble, Nantes, Amsterdam and Santiago.
•
Monitoring Studies (Netherlands) HCG has designed and carried out numerous before-and-after studies, often using panels, to assess the impact of various transport policy measures on the demand for public and private transport. These include the Amsterdam Ring Road, the (free)
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
39
Public Transport Pass for Students, the Schiphol-Amsterdam rail link, and many rail service changes. •
Public Transport Evaluation (Netherlands) HCG has been commissioned to design a framework for evaluating alternative public transport projects, ranging from ordinary bus to light rail. A multicriteria analysis approach was adopted, merging quantitative indicators obtained in a cost-benefit analysis with more qualitative indicators associated with image and quality of life.
•
Large-Scale Trip Matrix Estimation (Netherlands, Spain, France) HCG has been retained by national and regional authorities to build matrices of trips (by mode, purpose and time of day) for systems of up to 1,200 zones. Using statistical techniques implemented in HCG software, data from different sources are optimally merged with any available synthetic models.
•
Induced Traffic (Netherlands, European Community) HCG has undertaken a number of studies investigating the occurrence of induced traffic, and the modelling of this phenomenon. Overview studies have been carried out for the Netherlands Ministry of Transport and for the European Commission. With the completion of the Amsterdam Ring Road HCG designed and implemented the traffic forecasting models and carried out detailed before and after analyses.
1.30
CapGemïni.
Divisies Cap gemini bestrijkt het totale terrein van business en information services. Wij adviseren zowel op strategisch, organisatorisch als uitvoerend niveau, ontwikkelen en bouwen systemen en zorgen ervoor dat de mensen die ermee moeten werken deze optimaal kunnen benutten. Daarvoor verzorgen wij bijvoorbeeld trainingen en opleidingen en onderhouden en beheren zowel systemen als software. Cap gemini heeft het totale dienstenpakket in een vijftal clusters verdeeld: Consulting, Project services, Information systems Management, Education & training en software Products. Deze diensten worden aangeboden vanuit een zestal marktgerichte divisies: Finance; Handel, distributie & transport; Industrie; Overheid; Insurance & social security ; Telecom, Utilities & services. De zevende divisie professional development richt zich op opleidingen en training voor opdrachtgevers, op opleidings- en businessconsulting, op de ontwikkeling van methoden, technieken en tools, op kwaliteitsbeheer en een aantal eigen softwareproducten. Advanced technology services tenslotte fungeert als het innovatiecentrum van cap gemini.
Divisie advanced technology services Advanced technology services (ats) is de proeftuin binnen cap gemini. Deze divisie verkent en ontwikkelt nieuwe speerpunttechnologieën voor de overige divisies. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de eigen expertise gecombineerd Met de materiekennis die in andere divisies aanwezig is. Dit resulteert in oplossingen die onder de naam early applications op de markt worden gebracht. ATS houdt zich onder meer bezig met business intelligence, language technology en web technology. Business intelligence richt zich op datamining en predictive modelling, waarvoor ats in samenwerking met kiq het systeem 'omega' heeft ontwikkeld. Bij language technology houdt men zich onder andere bezig met gecontroleerd taalgebruik, waarvoor een auteursondersteunend systeem is ontwikkeld, cap gemini clarity. Verder wordt er gebruik gemaakt van standaarden als sgml en xml om advanced publishing in praktijk te brengen. Web technology houdt zich voornamelijk bezig met de ontwikkelingen op het gebied van electronic commerce, kennismanagement, cards, infrastructuren, security & interactieve televisie. Met behulp van deze vaak innovatieve technologieën probeert ats nieuwe business opportunities te genereren, om deze dan samen met onze klanten in de praktijk te brengen. Verder speelt ats een belangrijke rol in het stimuleren en verspreiden van kennis binnen cap gemini. Hiervoor is een apart
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
40
kenniscentrum opgericht. Ten slotte voert ats het management van één van de modernste demonstratiecentra van speerpunttechnologie in nederland, het systems transformation center (stc).
1.31
MVA
The MVA group is a multi-disciplinary international consultancy specialising in transport planning, social and market research and related information services. Óur clients are drawn from both private and public sector organisations around the world. Our wide range of services is supported by our diverse expertise and substantial resources. We also offer a number of software products which are leaders in their fields. Mva's success is based on providing practical solutions, the result of technical excellence,imagination and creativity, supported by careful project management. We have the skills, the commitment and the enthusiasm to help you succeed. MVA offers a wealth of experience in competition models, airport related studies, traffic forecasts and surface access studies worldwide. In addition we provide services in research studies and investment appraisals to commercial airlines. • •
•
•
Aviation Models Surface Access Studies One result of the worldwide growth in the number of air passengers is the need to provide adequate surface access to airports, while at the same time reducing reliance on private, road based transport. Within the UK, the Strategie Rail Authoriry will be considering schemes which improve rail access to airports. Since the late 1980s, MVA has conducted a wide range of studies into possible improvements in surface access, both in Europe and in the Far East. Our work includes a new study of the effect of high speed rail links per se, as well as studies of access to London, Manchester and Glasgow airports and the new Chek Lap Kok site in Hong Kong. Business Planning MVA's expertise is in the development of air transport forecasting studies. We have created a model which forecasts future worldwide growth in air passenger and freight demand based on the movement of scheduled, charter, general and military aircraft between all major city pairs. Our work includes studies of capacity at several European airports and at Chek Lap Kok in Hong Kong. Environmental Studies The need for environmental measures has increased with the steady growth in passenger demand around the world. MVA has produced models to predict the impact of high altitude emissions by aircraft, provide noise and air quality management for airports and evaluate benefits to local communities.
Dereguiation of european air services April 1997 saw full dereguiation of the european community's internal market for air services.from this date, community registered airlines will be able to operate without restriction on all services in and between member states. In addition to forecasting the effect of this legislation on air traffic growth over the next ten years, MVA's european air transport forecasting model assesses its implications for the capacity provided at european airports. The database contains the full route structure between the airports of 88 of europe's major cities. Passenger demand is analysed by class of ticket and cargo demand by volume carried. Mva is predicting the use of larger aircraft as route length and passenger demand increase. Schiphol airport - Amsterdam We recently developed a model of demand economics of amsterdam schiphol airport for forecasting passengers, cargo and aircraft movements for Amsterdam schiphol airport on behalf of the Dutch civil aviation authority. The model predicts the impact of different policy measures on schiphol and major dutch airlines as well as the broader environmental and economie impacts for the Netherlands as a whole.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
41
1.32
Stichting toegepast onderzoek waterbeheer(Stowa)
Doelstellingen De Stowa stelt zich ten doel het (doen) verrichten van toegepast onderzoek ten dienste van instellingen in nederland, belast met het beheer van water. Zij tracht dit doel ondermeer te bereiken door: 1.
Het doen verrichten en, bij gebreke van mogelijkheden hiertoe, het zelf verrichten van onderzoek aangaande: • Oppervlakte water; • Inzameling, transport en zuivering van afvalwater; • Grondwater; • Waterkeringen (vanaf 1996) 2. Centrale dienstverlening op de gebieden, genoemd onder 1. 3. Het inzamelen, verspreiden en kosteloos ter beschikking stellen aan haar deelnemers van kennis en informatie die voor hen van belang is of kan zijn, op gebieden genoemd onder 1. Wat hebben die waterbeheerders aan Stowa Voordelen van de Stowa-constructie voor de Nederlandse waterbeheerders zijn: Ingebouwde afstemming op onderzoeksplannen van andere waterbeheerders; Minder ad hoe-onderzoekplannen door noodzaak tot bezinning op de behoefte over langere termijn (meerjarenprogram!); Grotere slagvaardigheid (financiering vooraf geregeld); Meer communicatie tussen de technici van de waterbeheerders via de begeleidingscommissies; Besparing op managementkosten van onderzoek (personeel kan daarmee 100% van zijn tijd bezig zijn); Besparing op de kosten voor de uitvoering van onderzoek. Stowa heeft als collectiviteit korting van onri(15%)entno(btw); Verhoging van het algemene kennisiveau (Stowa-publikaties zijn veel geciteerd en spin-off van kennis naar adviesbureaus).hiervan profiteren de waterbeheerders bij hun individuele opdrachten.
1.33
Alkyon
Alkyon hydraulic consultancy & research. We are a new independent Dutch company founded on may 3rd, 1996, by a group of experts and consultants with an extensive record in coastal and offshore hydraulic engineering and research, aiming to bring fit-for-purpose advice and services of a high quality onto the market at competitive prices. The following cliënt categories of Alkyon hydraulic consultancy & research are distinguished: •
Authorities
Some of our clients within this sector:: • • • • • • • • • • • • • • •
Directorate general for international cooperation; Directorate general of public works and water management / Rijkswaterstaat - rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling (rws/riza): Freie und hansestadt hamburg, germany; Municipality of dronten; Hoogheemraadschap delfland; Road and hydraulic engineering division of the directorate general of public works and water management / rijkswaterstaat - dienst weg- en waterbouwkunde (rws/dww); National institute for coastal and marine management /rijkswaterstaat - rijksinstituut voor kust en zee (rws/rikz); Niedersachsische hafenamt wilhelmshaven, germany; Novem; Office of naval research, usa; Project organisation maasvlakte 2; Rws/directorate flevoland; Rws/directorate ijsselmeer gebied; Rws/directorate limburg;
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
42
Rws/directorate noord holland; Rws/directorate zuid holland.
New projects Recently some new projects have been added to our expanding project list. In our home country new contracts have been awarded to us: •
•
• • • • • • • •
Determination of design wave conditions by wave propagationmodelling for various design alternatives for the planned expansion of rotterdam europort: the maasvlakte 2. In co-operation with dhi denmark. For projectorganisation mv2 (a337); Prediction of the medium and long term morphology changes in the outer delta region of the haringvliet as a result of large-scale land reclamation plans for the port of rotterdam in combination with a modified discharge regime through the haringvlietsluices (a336); Determination of design wave climate at specific dike sections along the western scheldt estuary, for the assessment of the required maintenance (a329); Construction and calibration of a 3d- flow model for the open beerdam, to evaluate the nautical consequences of this new connection between the hartelcanal and the beercanal (a320); Design and implementation of methodology to determine design wave conditions in sheltered and shallow areas along the coasts of the ijsselmeer (a314); Design and construction of interfaces for the visualisation of kalman assimilation procedures (a307); Construction of a flow model for the grevelingen (a300); Sensitivity analyses of the durosta-model and definition of an approach for a new guideline on dunesafety (a116); Evaluation of seabed stability and potential sandwaves for the planned d 15-110 pipeline (a304); Preparation of a test bank for future development, testing and calibration of the swan wave propagation model (a285).
Abroad we are very recently involved in: • • • • • • • • •
A sedimentation study of the approach channel to the lake of Maracaibo, Venezuela (a315); Second opinion regarding the planned coastal protection measures of little bay, st. Maarten island, in the Netherlands Antilles (a272); Water recirculation and associated water quality study of a planned holiday resort marsa alam on the red sea coast in Egypt (a249); Wave propagation study to optimize the layout of a harbour on Fregat Island on the Seychelles (a316); Design of remedial scour protection works around a ssiv (a305), and a review of proposed coastal protection schemes for the Tankerton sea defense (a124) both in the united kingdom; Feasibility study of the future development and improvement of the harbour of poti in georgia as link in the transport connection between China and Europe (a257); Study on coastal erosion and protection of the coast near Beira in Mozambique (a287); Hindcast study of currents and waves in the Andaman sea to provide design conditions for the yadana pipeline project in Myanmar (a293); Nautical study with the manoeuvering simulator to design and optimize the entrance to the harbour of Guiria in Venezuela (a235).
1.34
PBNA
PBNA is specialist in kennisoverdracht voor de mens in zijn werkomgeving. Al meer dan tachtig jaar. Ontstaan als instituut voor zelfstudie, heeft de organisatie de mogelijkheden op het gebied van opleiden geleidelijk aan uitgebreid met een scala aan opleidingsmethoden, hulpmiddelen en ondersteunende faciliteiten. PBNA is wettelijk erkend door de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen en is opgenomen in het bestand van erkende opleidingsinstituten van de stichting CEDEO. PBNA maakt samen met nog zes gerenommeerde opleidingsinstituten deel uit van de Elsevier opleidingen groep. Elk instituut opereert vanuit zijn eigen specialisme. Gezamenlijk bieden ze een compleet en veelzijdig dienstenpakket en maken waar nodig, gebruik van eikaars expertise. Wat kunnen wij voor u doen ?
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
43
Individueel onderwijs De cursist bepaalt zelf inhoud, tijd, plaats, tempo èn de manier van begeleiding. Studiedagen & trainingen Kort, snel en actueel. Met gerenommeerde sprekers en veel ruimte voor eigen inbreng. Examens Voor een groot aantal vakgebieden. Onafhankelijk opererend en erkend door de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen. In company- trainingen Een oplossing op maat voor bedrijven: analyse, ontwikkelen van lesmateriaal en uitvoering van het opleidingsprogramma. Professionele informatie Achtergrondinformatie in de vorm van (losbladige) naslagwerken en elektronische media zoals cdrom.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
44
1.35 Railned b.v. De organisatie Railned b.v. is opgericht om het gebruik van de Nederlandse railinfrastructuur te optimaliseren, nu en in de toekomst. Bovendien bewaakt Railned de spoorwegveiligheid in Nederland. Railned is een juridisch zelfstandige organisatie. Ze werkt in opdracht van het ministerie van verkeer & waterstaat objectief en onafhankelijk voor alle vervoerders op het nederlandse spoorwegnet, inclusief nieuwe railgebruikers.
Directeur
Directiestaf
Capaciteitstoedeling
Capaciteitsplanning
Innovatie
Spocr.vegvsiüghsid
Organisatie voor capaciteitsmanagement De spoorweginfrastructuur kan worden gebruikt door verschillende partijen. Vervoerders van reizigers en van goederen vragen capaciteit op het railnet. Bovendien moet ook voor onderhoud capaciteit worden vrijgemaakt. Dat kan tot onverenigbare wensen leiden. Capaciteitsmanagement treedt dan niet alleen op als scheidsrechter, maar dient deze conflicten ook te kunnen beheersen. Dat doen Railned enerzijds door haar rol in de toedeling van capaciteit, anderzijds door beïnvloeding van de beschikbare capaciteit. Zonodig doet Railned aan het ministerie van verkeer en waterstaat voorstellen om de Nederlandse railinfrastructuur aan te passen door fysieke uitbreiding of door innovatieve maatregelen. Het capaciteitsmanagement wordt door twee organisaties uitgevoerd. Railned is verantwoordelijk tot en met 24 uur voor het vertrek van een trein. Daarna neemt NS verkeersleiding deze taak over. Organisatie voor spoorwegveiligheid Sinds jaar en dag staat veiligheid hoog in het vaandel bij de wetgever er bij het spoorwegbedrijf. Namens de overheid fungeert Railned als een onafhankelijke veiligheidsinstantie. Elementen van die taak zijn regelgeving, doorlichting en onderzoek van ongevallen. Innovatie Dè capaciteit van het het spoorwegnet bestaat niet. De capaciteit is afhankelijk van de wijze van benutting. Hoeveel treinsoorten moeten met elkaar worden verweven, aan welke kwaliteitseisen moeten ze voldoen en hoe hangen ze met elkaar samen? Verbeterde methodieken en systemen voor planning en verkeersregeling maken het mogelijk om de benutting van het net te vergroten. De ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie spelen hierbij een belangrijke rol. Ook (verkeers-)technische ingrepen kunnen de benuttingsmogelijkheden verbeteren. Bijvoorbeeld door treinen korter, of sneller achter elkaar te laten rijden. Het is zaak de ontwikkeling van nieuwe technische systemen op het gebied van sporen, wissels, beveiliging, energievoorziening en materieeltechniek, vanuit de gebruikersbehoeften goed aan te sturen.
i.36 ADL
For more than a century, Arthur D. Little has been a leader in the consulting industry. Founded in 1886 by Arthur Dehon Little, it was the world's first consulting firm. Today, it is one of the world's premier consulting firms, with staff members based in 51 offices and laboratories around the globe.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
45
We are distinguished from our competitors by the caliber of our people and the breadth and depth of our experience. We are also unique in our commitment to helping our clients reinvent their organizations, enhance their capacity for learning and change, and create lasting value for their customers, employees and owners. Design and development Building portable laboratories to support munitions reduction Commercializing innovative technology in the medical device industry Compressing the development stage of innovative medical products Creating a credit process for the 21 st century Developing new products to provide competitive advantage Developing products to meet specific needs Electronic commerce Electronic product data transfer Healthcare information systems development Object technology applications Redesigning products to improve competitive advantage Using new tools to evaluate new choices in the coatings industry Environmental, health, and safety management Leveraging the environment for competitive advantage Environmental science and technology Obtaining development rights and environmental knowledge Information management Audit of corporate-wide year 2000 compliance program Defining business and product strategy for internet/online services Developing a market-focused procurement card Strategie inter-company is collaboration yields major cost saving Operations management Minimalist manufacturing for systemic improvements Logistics improvement integration Shaping post-merger efficiency Optimizing logistics for capital efficiency Organization Managing organizational learning and change to improve business We helped a global cement company to become a learning organization One of the largest united nations agencies asked us to help develop a new organizational structure Adl's program management case studies Activity-based cost management Consolidating financial services Flexible manufacturing Integrated product development team Mail distribution Managing healthcare it programs Virtual enterprise
Safety and risk Improving safety performance Strategy Reengineering a brand leader to create value Strategie visioning for growth and value Adl evaluated alternative partners for a regional strategie alliance A leading British chemical company wanted to triple in size A European telecommunications operator asked us to analyse markets Combining management and technical skilis to focus a commercialization strategy Technology and innovation management Compressing the development stage of innovative medical products A call to action for leading Japanese companies
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
46
Technology creation and exploitation (case studies to come)
i.37 ;HÖÈICÊngenëering
Voor ondersteuning van uw projecten Hoek engineering, onderdeel van de Vedior Groep, is een fullservice bureau in de techniek. Hoek Engineering bestrijkt bij projecten het totale traject. Van ontwerp tot en met uitvoering. Hoek Engineering beschikt over medewerkers op MBO-, HBO- en universitair niveau. In de dienstverlening ligt een sterk accent op: teken-, ontwerp- en berekenwerk bestekschrijven calculatie werkvoorbereiding, planning en kostenberekening projectbegeleiding, opzichterswerk en directievoering programmeren engineering/design Onze professionaliteit en veelzijdigheid staan tot uw beschikking Hoek Engineering is in staat haar medewerkers snel, flexibel en doelmatig in te zetten op uw projecten. Door onze jarenlange ervaring met opdrachtgevers en onze gerichte werving en selectie komen wij optimaal aan uw wensen tegemoet. Wij leveren u de juiste man of vrouw op de juiste plaats. Onze kwaliteit is een waarborg voor uw continuïteit. Wij zijn gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9002. Opdrachtgevers van Hoek Engineering: Overheidsdiensten Ingenieursbureaus Aannemingsbedrijven Architectenbureaus Constructiebureaus Installatiebedrijven Productiebedrijven
Kosten De kosten zijn afhankelijk van de omvang en het niveau van het werk. Vooraf wordt op regiebasis een uurtarief overeengekomen plus een schatting van het aantal benodigde uren. Door deze calculatie bent u in staat de kostenplanning per project te sturen en te controleren. De oprichters Hoek Engineering heeft een gevestigde reputatie in de wereld van de professionele diensteverlening. Hoek Engineering is in 1988 opgericht door drie ingenieurs die elk hun sporen hadden verdiend bij grote project-/ingenieursbureaus. Door de hoge kwaliteit van de dienstverlening, de veelzijdigheid en de professionaliteit groeide Hoek Engineering snel uit naar een bedrijf met zes vestigingen. In april 1998 is Hoek Engineering overgenomen door Vedior Nederland bv. Dit concern speelt een vooraanstaande rol op de Europese uitzendmarkt. Het levert een breed scala aan gespecialiseerde flexibele diensten. Hoek Engineering blijft zich concentreren op de technische dienstverlening. Hierbij opereert het bedrijf vanuit een landelijk netwerk van vestigingen. De filosofie van de oprichters blijft onverminderd van kracht: 'Lever altijd kwaliteit en zorg voor hoogwaardig opgeleide medewerkers, zodat je te allen tijde aan de wensen van je klanten kunt voldoen'. Ook Hoek Engineering maakt werk van talent. Actief in: weg- en waterbouw/civiele techniek beton- en staalbouw bouwkunde en architectuur cultuurtechniek milieutechnologie stedenbouw/planologie verkeerstechnologie algemene werktuigbouw, machinebouw, piping en apparatenbouw elektrotechniek en elektronica meet-, regel- en instrumentatietechniek industriële automatisering installatietechniek
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
47
scheepsbouw informatica
1M NEA NEA Transportonderzoek en -opleiding, een onafhankelijk kennisinstituut op het gebied van verkeer en vervoer. De activiteiten van NEA zijn gericht op onderzoek, advisering, onderwijs en training in binnen- en buitenland.
Signatuur: NEA is een onafhankelijk bureau, werkzaam op het gebied van verkeer en vervoer. De activiteiten zijn gericht op onderzoek, advisering en onderwijs in binnen- en buitenland. NEA is ontstaan uit een fusie van drie samenwerkende onderzoeksinstituten op het gebied van verkeer en vervoer, elk met hun eigen specialisaties. De historie van deze instituten gaat terug tot 1946.
Werkterrein Het werkterrein van NEA is breed. Alle economische facetten van zowel het personen- als het goederenvervoer komen daarbij aan de orde. NEA verricht onder meer beleidsondersteunende onderzoeken, waaronder verkeer- en vervoeranalyses en -prognoses, kosten- en batenanalyses. Daarnaast worden infrastructuur-projecten uitgevoerd, managementinformatiesystemen ontwikkeld en vindt onderzoek plaats naarde ontwikkeling van moderne communicatietechnieken. Tevens houdt NEA zich bezig met nationale en internationale onderwijsactiviteiten: de NEA Transport Hogeschool :NTH. Logistiek speelt in het gehele werkterrein een belangrijke rol.
Expertise NEA is een middelgrote organisatie. Bij NEA werken economen, econometristen, computerdeskundigen, trainingsexperts, etc. De organisatie van NEA is onderverdeeld in drie hoofdafdelingen: • Algemeen vervoereconomisch onderzoek en advisering • Bedrijfseconomisch onderzoek en advisering • Onderwijs en training: nationaal en internationaal onderwijs en advisering NEA beschikt voor intern gebruik en gebruik door derden over de volgende faciliteiten: • een IT centrum • een transportdatabank
Opdrachtgevers De kring van opdrachtgevers bestaat uit bedrijven, organisaties en (overheidsinstellingen in binnenen buitenland. NEA maakt deel uit van diverse internationale samenwerkingsverbanden zoals: CORDIS Transport Research Federation of Institutes for International Education in the Netherlands (FION) International Road Federation (IRF) International Road Transport Union (IRU) Isotope Liberalised and interoperable Railways (LIBERAIL) Nethconsult NVWB Bouwers van Infrastuctuur Quattro Railforum Rotterdam Maritime Group TVM Verzekeringen Union International des Chemins de Fer (UIC) Union International des Transports Public (UITP)
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
48
Dienstverlening Dienstverlening voor de transportondernemer: • Onderzoek Boordcomputers • Haalbaarheidsonderzoek invoering informatietechnologie voor transportbedrijven • Activity Based Costing (ABC) in het transportbedrijf • De NEA Bedrijfsvergelijking Wegtransport • NEA Transportonderzoek en -opleiding
1.39
NIOO The Netherlands institute of ecology
The Netherlands institute of ecology (NIOO) focuses on fundamental, strategie research into individual organisms, populations, ecological communities and ecosystems. Then ioo employs more than 200 staff at three different centres as well as its head office. Research at the centre for estuarine and coastal ecology (CEMO) in yerseke concentrates on ecosytems in brackish and salt water, while that at the centre forlimnology (Cl) in nieuwersluis focuses on freshwater ecology, and the work at the centre for terrestrial ecology (CTO) in heteren emphasises land-based ecology. Originally, the three centres we re founded in the fifties asindependent institutes, but since 1992 theyhave joined forces to form the NIOO the NIOO comes under the auspices of the royal Netherlands academy of arts and sciences (KNAW), an umbrella organization covering scientific research institutes financed by the ministry of education, culture, & science. One of the KNAWs tasks is the management of thirteen institutes, divided into the board for life sciences institutes (under which the NIOO falls), the board for humanities & social sciences institutes and the Netherlands institute for scientific information services. With an annual budget of approximately nlg 20 million, the NIOO is the largest research institute within the KNAW. The NIOO's core task is to carry out fundamental ecological research to the highest international standards, which are safeguarded by the KNAW board. Thus, once every five years, the NIOO's performance is evaluated by experts from various countries; during these reviews, explicit performance criteria are applied in order to determine whether or not the institute's activities should continue.
The NIOO's mission In the course of the evolution, there have been substantial changes in the numbers of species. Some periods, such as the present one, have seen a sudden and dramatic decline in the numbers of individual species. However, this is the first time that man has been responsible for mass extinction, with water, air and food supplies under threat by worldwide ecological changes resulting from human activity. These large-scale ecological changes pose a formidable scientific challenge: insight is needed into how exactly they take place. The NIOO has taken up that challenge: to investigate the role of man in ecology. lts research focuses on how organisms adapt to changing environments and particularly on the flexibility of organisms and populations under changing circumstances. In addition, the NIOO studies how ecological communities and ecosystems function at macro-level, where, again, research centres around the question of adaptation to a changing environment. These two research areas constitute the NIOO's core task, the final objective of which is to improve our understanding of how ecosystems and organisms function under changing conditions. The more we know about how plants, animals and micro-organisms adapt naturally, the better we can assess their ability to keep pace with the rate of man-induced change in their environment. For example, how are organisms and ecosystems affected by the changes in temperature caused by the rising levels of gases, which have led to the greenhouse effect? What are the mechanisms activated by falling groundwater levels, and by the effects of fertilizers on rivers, lakes, wetlands and coastal waters? Likewise, the NIOO also studies the ecological risks related to the introduction of genetically modified organisms in nature. The institute aims to serve as a continuing source of innovative scientific insight, which, in the long term, is of crucial importance both to the conservation and sustainable management of the ecosystem, earth
Centre for terrestrial ecology The centre for terrestrial ecology (cto) is located at heteren in the province of gelderland; it began as the institute for ecological research, founded in 1954. The cto studies the performance of terrestrial plant and animal populations, with a special emphasis on the genetic strategies that help organisms adapt to changing environments. Three departments implement the centre's research programme, which is based on evolutionary and population-biological principles. Thus, the the plant population biology department investigates the importance of sexual reproduction in plants since this is how the genome of plants is recombined. In particular, the role this phenomenon plays in the plants' ability to adapt to a changing environment is being investigated. In addition, the group focuses on the significance of plasticity, - i.e. The ability of individual organisms to
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
49
adapt to changing conditions during their lifetime by means of metamorphosis or by adopting a different survival strategy- thus, it is examining how plants regulate their plasticity genetically and what the advantages and disadvantages of plasticity are. Studies on how pathogens act as a selective factor for plants, and vice versa, are also underway because it is suspected that pathogens influence the evolutionary dynamics of plants more than direct changes in biotic environmental factors, such as temperature, light, humidity or nutrients. The animal population biology department studies the influence of individual animals on the performance of populations, in order to offer an explanation for the variation in characteristics of individual organisms. Using the great tit as its model organism, the causes of variation in, for example, breeding behaviour, are being examined as well as how variation in the great tit is maintained. The great tit's major food source, the winter moth, is becoming an increasingly important object of study for the department. Finally, the plant micro-organism interaction department focuses on the role of micro-organisms in the distribution of plants. It is hypothesised that pathogens and 'positive' micro-organisms (symbionts) influence the distribution of plants in space and time and it is assumed that this influence results in what is known as 'succession1: the natural development of the species composition of a vegetation over time. Most attention is being given to investigating how fungi and nematodes interact with plants in the natural vegetation that occurs in dunes, semi-natural grassland and disused farmland.
Centre for estuarine and coastal ecology The centre for estuarine and coastal ecology (cemo) is situated in the town of yerseke on the oosterschelde estuary in the province of zeeland. The centre originally started as the delta institute for hydro biological research in 1957. The cemo carries out research in estuaries and coastal waters in europe, the east coast of africa, south-east asia and the antarctic. lts research focuses on the role of biological processes in material cycles: these processes are described, quantified and modelled in order to find out how they influence each other and how they affect the biological diversity of ecosystems. The ecosystem studies department Examines material cycles in river deltas andcoastal waters, investigating the interactionbetween physical transport processes andchemical-biological conversion processes inbrackish-salt waters. The influence of soilorganisms, such as bivalves, worms, algaeand bacteria, on nitrogen and carbon levels isof particular interest. The key processes arestudied at the molenplaat in thewesterschelde estuary, while experimentsrelating to subprocesses are carried out inthe laboratory. It is expected that the datagenerated by these studies will help createmore reliable forecasts about the behaviourof the ecosystem in the future. The littoral vegetation department studies marine plant communities in thetransitional area between land and water, such as salt marsh vegetation and seagrass meadows. lts research concentrates on the role of plants in the material cycles. Plants are usually quite productive and fix large amounts of carbon and nutrients as they grow, thus exerting considerable influence on the communities of bacteria and small animals that live in the root zone. A case in point is how plants influence the production of greenhouse gases, such as methane and nitrous oxide, by soil bacteria; processes such as these are studied in detail both in the field and under laboratory conditions. Much attention is also paid to the consequences of current environmental changes for the vitality of plants. The estuary ecophysiology department studies how organisms adapt physiologically and genetically in order to survive under the extreme conditions of the estuarine environment. Special attention is devoted to adaptations to the huge fluctuations both in oxygen and nitrogen levels, and in light intensity - important factors related to the overfertilization of many coastal waters The centre for limnology The centre for limnology (CL) is located in nieuwersluis in the province of utrecht, in an 19th century estate on the river Vecht: its origins go back to the limnological institute, founded in 1957. The cl studies ecological communities in the shallow freshwater areas so characteristic of the Netherlands. The centre's three departments research not only the nature and method of interaction between populations of various species, but also the influence of those populations on nutriënt cycles. Thus, the microbial ecology department studies how micro-organisms affect carbon and nitrogen cycles in shallow lakes and pools and uses advanced and highly accurate molecular-biological technologies in order to identify the types of bacteria that occur in the environment studied. This approach has already generated insight into the remarkable variety of species present in microbial communities. One important focus is on how the structure of these communities is determined by the primary producers on the site and by the supply of allochthonous carbon compounds from rivers and land. For this purpose, the centre uses extremely sensitive equipment for isotope-ratio analyses, and studies the niche differentiation and the survival of ammonia-oxidizing bacteria in freshwater sediments with low levels of ammonium and oxygen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
50
The plant-animal interactions department looks at the relationships between herbivorous water birds and water plants. The shallow waters of the netherlands play a significant role in the migration of many herbivorous water birds. It is hypothesised that herbivorous water birds increase the biological diversity in shallow waters, and that both the birds and the vegetation profit from this interaction. The relationship between bewick's swan and pondweed is a good example: the swan migrates annually from its breeding grounds on the russian tundra to western europe, where it spends the winter. The interaction between the plants and the swans is being studied in detail at different locations along the migration route. The food chain research department studies the food web in the pelagic zone of surface waters in the netherlands: from alga and microbe via zoöplankton to fish, it is a case of eating or being eaten. The research focuses especially on both the interaction between zoöplankton populations and their biological and physico-chemical environment, and the incorporation of its findings on this subject into models which assign a major role to variation in individual features as a factor in the prediction of population behaviour. By continued elaboration of these models, it is hoped to be able to integrate the population research with the ecosystem-oriented investigations at the centre.
1.40 Grontmij Groep
Bedrijfsprofiel Grontmij, advies- en ingenieursbureau, werkt in Nederland en daarbuiten aan de verbetering van het woon-, werk- en leefklimaat. De onderneming beschikt over veelzijdige expertise en is in staat multidisciplinaire, complexe plannen en projecten te regisseren en te realiseren. Binnen elke gewenste contractvorm en veelal in partnership. Dienstverlening van ontwerp tot en met beheer. We zijn sterk in het bedenken van integrale en duurzame oplossingen: techniek en technologie geplaatst in het perspectief van de maatschappelijke, juridische, bestuurlijke, financieel-economische en organisatorische haalbaarheid. We hebben overheid en bedrijfsleven als klant, zijn beursgenoteerd en werken resultaatgericht.De organisatie van Grontmij is marktgeoriënteerd. In de naamgeving van de divisies is kort samengevat welke velden van dienstverlening we bestrijken: Advies & Techniek, Verkeer & Infrastructuur, Water & Reststoffen, Bouw & Vastgoed. Advies & Techniek 'Advies & Techniek' is het synoniem voor een zeer uitgebreid en gevarieerd pakket van diensten op het gebied van milieu, mobiliteit, ruimte, natuur, recreatie in het landelijke en stedelijke gebied. Alle 'basis' advies- en ingenieursdiensten zijn in deze divisie verenigd. In 'Advies & Techniek' participeren de provinciale vestigingen van Grontmij Nederland, en enkele specialistische afdelingen, die hun dienstverlening via adviesgroepen aanbieden aan overheid, bedrijfsleven en industrie Verkeer & Infrastructuur De sterke uitbouw en vernieuwing van de infrastructuur voor weg, water en rail, ook internationaal, waren redenen te meer rond dit werkveld een speciale divisie te vormen, die zich richt op alle projectfasen van grote infrastructurele werken: ontwerp, engineering en directievoering. Het project Betuweroute is eveneens ondergebracht bij 'Verkeer & Infrastructuur'. Water & Reststoffen Grontmij richt zich nationaal en internationaal op de technologie en implementatie van projecten op het gebied van drinkwater, proceswater en afvalwater. Bovendien is kennis en ervaring opgebouwd rond reststoffen. Beide activiteitenvelden zijn gebundeld in de divisie 'Water & Reststoffen', die zich richt op bedrijfsmatige aanpak van projecten, waarbij naast de inbreng van technische en technologische expertise, exploitatie en investeringsparticipatie een belangrijke rol spelen. Bouw & Vastgoed De groeiende betrokkenheid bij de realisatie van woningbouwprojecten en de te verwachten uitbreiding van specifieke bedrijfsgebouwen, distributiecentra en parkeergarages waren aanleiding alle tot het bouwproces behorende disciplines te structureren en waar nodig te bundelen in één divisie. 'Bouw & Vastgoed' richt zich op bouwadvies, projectmanagement, bouwengineering, contractmanagement en projectontwikkeling. 1.41 Arcadis
Arcadis is an engineering company that specializes in consulting and implementation services for environment, infrastructure and construction engineering. Wherever the company operates in the
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
51
world, it aims to improve the physical quality of the living and working environment. Arcadis is currently engaged in providing integrated project solutions in more than 100 countries. Set up in 1888 and employing currently over 7,000 people, arcadis is one of the world's largest engineering firms. We tackle projects on an international scale, but always with a profound understanding of local circumstances. Our strength and added value are based on the collective knowledge and experience of all of our staff. Working for nationai and international clients in both the public and private sectors has taught us that an integrated and multi-disciplinary approach generally leads to the best results. Clients get answers tailored specifically to their needs. Our phiiosophy is based on the conviction that every project undertaken must be tackled within the wider context of society and the environment. This is what determines the quality of our work. All solutions are seen as part of a larger whole. Part of a bigger picture. As a multi-disciplinary engineering organization, arcadis is active in many areas, including: Buildings and production facilities Public Utilities Infrastructure Urban development Rural development Soil and groundwater Air quality services Waste management Real estate information Geotechnical information
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
52
1.42 Haskoning
De koninklijke haskoning groep is een groep van onafhankelijke raadgevende ingenieurs- en adviesbureaus, met in totaal 1900 werknemers. De groep voert opdrachten uit op het gebied van:
Bouw Havens Milieu Architectuur Infrastructuur Transport Waterbouw Ruimtelijke ordening Het advieswerk omvat onder andere: beleidsvoorbereiding, studies, projectmanagement, ontwerp, directievoering, advies beheer en onderhoud en training.
Algemeen De koninklijke Haskoning groep, met het hoofdkantoor in Nijmegen, is een groep van onafhankelijke multidisciplinaire adviesbureaus, met ongeveer 1900 werknemers. De groep is betrokken bij projecten met betrekking tot: gebouwen en utiliteitsbouw infrastructuur water havens en transport distributie en logistiek milieu en afvalverwerking De leden van de koninklijke Haskoning groep hebben vestigingen en belangen in vergelijkbare bedrijven over de hele wereld. Door middel van permanente vestigingen en projectkantoren overzee en in Europa heeft de groep toegang tot alle internationale markten en kan een geïntegreerd dienstenpakket voor planning, ontwerp en implementatie voor projecten en programma's aanbieden. De groep voegt waarde toe aan de onderneming van de klant door juiste oplossingen aan te dragen, waarbij de hele breedte van professionele vaardigheden in management, techniek en ervaring worden ingezet, rekening houdende met de relevante milieutechnische, sociale, institutionele, financiële en economische aspecten. De klanten van de groep bestaan uit internationale financiële instituten, overheden en het bedrijfsleven. diensten technisch, milieu, operationeel, financieel/economisch, marketing, institutionele en organisatorische haalbaarheidsstudies project management technisch ontwerp, tender documenten, aanbesteding, directievoering ontwikkeling en implementatie van it systemen training en ondersteuning institutionele ontwikkeling
1.43
Aeromedical Institute
The Foundation National Aeromedical Institute (formerly known as the Foundation Netherlands Aerospace Medical Centre, NAMC) is the Netherland's centre of excellence for aerospace medical and psychological screening, civil and defence research in human performance and protection. The Aeromedical Institute's mission is to ensure flight safety by means of medical and psychological screening and to enhance human performance by means of applied research and to provide operational training. The Aeromedical Institute is an integrated civilian/military aeromedical and human factors research institute with world-class training and research facilities, that simulates a wide variety of operational environments. The departments of the Aeromedical Institute are: Directer and Board of Trustees Aeromedical Screening Department Psychological Screening Department Education and Training Department Research and Development Department
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
53
Board of Trustees of the Foundation National Aeromedical Institute •
•
•
•
•
•
•
•
Chairman W.C. Louwerse Lieutenant General of the Royal Netherlands Air Force (retired), repesentative of the Ministry of Defence and the Ministry of Transport, Public Works and Water Management Vice Chairman Dr. J.M. Schröder Former President and CEO Martinair Treasurer W.D. van Mourik, MD Senior Vice President Health, Safety and Environment Services, KLM Royal Dutch Airlines Secretary W.C.M. Tielemans, MD Col. Flight Surgeon, Dep. Head of Medical Services of the Royal Netherlands Air Force, representative of the Ministry of Defence Member Prof. Dr. P.J.D. Drenth Professor Psychometrics and Organisation-psychology, Free University Amsterdam Member E. Hofstee, MSc Director of the Aeronautical Inspectorate, Civil Aviation Authority, representative of the Ministry of Transport, Public Works and Water Management Member C.G.J. Hilderink General Major, Director of Personnel of the Royal Netherlands Air Force, representative of the Ministry of Defence Director Prof. Dr. D. van Norren
Aeromedical Screening Department All Dutch military and civil pilots are screened at the Aeromedical Institute, according to the ICAO medical requirements for civil pilots and according to the military medical standards for fighter pilots (VS55-5000-074). From 1 july 1999 onwards civil pilots will be screened by the new JAA medical requirements. Medical screening according to several countries' requirements - in and outside Europe - and in agreement with the authorities of those countries, are also performed. For example Australia, United States, and Japan. Background High standards in the medical screening of aircrew (candidates) ensure the physical suitability and medical fitness. The Aeromedical Institute is responsible for the medical screening and selecting of all candidate pilots for the Royal Netherlands Air Force and of all the Dutch civil pilots. This process involves a detailed review of medical history and physical reports as well as medical and laboratory tests. Testing and evaluation Pilot and air navigator: Candidates undergo a physical examination by a medical doctor with specialty training in aerospace medicine. Tests include electroencephalography (EEG), electro-cardiography (ECG), pulmonary function testing, echocardiography, and anthropometry. Detailed tests of vision and hearing are also conducted. Cardiovascular stress testing and ambulatory blood pressure and arrhythmia detection techniques are also available. Several consultants provide specialized consultative services when required. Standards: Every year the Aeromedical Institute evaluates 10.000 (candidate) pilots for military and civil functions. The rejection rate for the initial medical evaluation for civil pilots is at the average 5% and for the military candidate pilots 7%. The most significant factors leading to rejection are vision and cardiac problems. Availability Aeromedical Institute medical consultation services are available to other civilian and commercial organizations by contacting the Head of the Medical Section.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
54
Psychological Screening Department The core business of the Department of Psychology is the assessment of the suitability of (aspirant) pilots. The department assesses the suitability of (aspirant) pilots for a number of flight schools and airline companies. Suitability is assessed for pilots in the Netherlands and several other countries. Since january 1998 the department also assesses the suitability of (aspirant) pilots for the Royal Netherlands Air Force (RNLAF) and for the Royal Netherlands Navy Aviation department In addition we perform the selection of air traffic controllers and ground- and flight engineers. Road users are in individual cases also subjected to psychological testing. The selection consists of three components: the assessment of capacities, personality and cognitive abilities. Additionally a simulator or flight test may be requested through the Aeromedical Institute. The simulator-test and the flight-test are both a part of the selection procedure for the (aspirant) military- pilots. Capacity Assessment The aim of the assessment of capacities is to gain a clear view of the aptitude for flying. In order to diminish the distance between the practical environment and the test setting the assessment is completely computer based. This enables us to offer multiple tasking and different sources of information. Furthermore objectivity is optimal by the use of the computer system. The capacity assessment takes 3V2 hours. The basic capacity assessment consists of twelve tests. All tests are non-verbal. Instructions are offered in Dutch, English, Cerman or French. The following capacities are assessed: Logical Reasoning Concentration and attention Visual structuring Perceptual speed Vigilance Working memory Multiple tasking Peripheral vision and coordination Spatial orientation Reactive stress tolerance Procedural stress tolerance Selective attention Personality Assessment The aim of personality assessment is to get a clear view of the personality of the candidate with a strong emphasis on flightsafety and cooperation. Because personality has quite some influence on performance it is preferably conducted in combination with the capacity-assessment. The standard procedure takes about 2Vi hours. The personality assessment for Dutch candidates is conducted by means of questionnaires, a criterium based interview and observation. For candidates of other countries personality questionnaires are available in English, German, French and Finnish. Among others the following personality characteristics are assessed: Presentation Communication Emotional stability Extroversion Interpersonal relations Self-assurance Fear of failure Ambition Respect Fellowship Need for support Need for change Perseverance Leadership Cognitive Abilities Insight in the intellectual abilities of candidates is the purpose of these tests. The test battery is available in Dutch and French. The exact content of the test battery depends upon the position and level that has to be fulfilled. The following capacities may be included in the assessment. • • •
Numerical skills Numerical ability Verbal skills
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
55
Verbal ability Technical skills Administrative skills Non-verbal abstraction Analytical abilities Speed of work and accuracy Simulator Following the capacity and personality assessment a simulator-test may be performed. It gives additional information about the candidate's ability to integrate basic capacities or even compensate for those that were not too strong. The simulator-test is not performed by the Aeromedical Institute but may be requested through the Aeromedical Institute. The test will be conducted by the RNLAF instructors and will take place in the building of the Aeromedical Institute. After the completion of the simulator test one total report is sent out. This procedure is most advisable to those candidates who received the advice 'doubtful'. For the simulator-test the Aeromedical Institute has 3 Frasca-141 simulators available. Prior to the investigation information is sent to the candidates. They will have to study this information in order to be able to perform well. The full programm consists of five sessions of approximately one hour, but a shortened grading of three hours may be possible as well. The sessions are held within the range of 10 days. The dimensions that are judged are: Coordination Speed of information processing Dividing of attention Anticipation Instructability Accuracy Initiative Automated Pilot Selection System Additionally the possibility of an extended, standardised computer based simulator-test is available. Candidates receive information ahead of the test in order to préparé themselves. The test starts with a theoretical test concerning the information sent to the candidate. Instructions are given by video. The actual 'flight' consists of 6 sessions, spread over 31/2 days. Flight Test The flight test is conducted in order to assess whether candidates are able to make use of their capacities once they are in the air during real flight. Flight sickness or fear of flying are easily assessed. The flight test is mainly for candidates who received the advise 'positive', 'moderately positive' or 'doubtful' during the capacity assessment. The flight-test will be conducted by specially trained former-Airforce pilots and will take place on Seppe Airport near Roosendaal in the Netherlands. The test is organised in collaboration with the Test and Training Centre Seppe (TTC). The actual flights will take place in a Slingsby Firefly T67M200. The flight test contains a brief introduction, three hours flight time over six sessions and a debriefing. Dyslexia and dyscalculia Numbers and abbreviations are important in aviation. Candidates may encounter problems in identifying certain letters, or they may switch the sequence of letters or numbers. If a candidate has been diagnosed as such or may be suspect to dysiexia or dyscalculia, a more thorough investigation may be requested through the Aeromedical Institute. The severity of the problem and the chances of success of a treatment can be assessed. Norms and Advice The norms are the result of experience with thousands of candidates. Norms for ab-initio candidates differ from those used for experienced pilots. The advice is given in the following terms: 'positive', 'moderately positive', 'doubtful', 'moderately negative' or 'negative'. If a simulator- or flight test is conducted the advise 'doubtful' will not be issued.
Quality The Psychological department performs permanent quality control. An evaluation form is added to the report so that the validity and reliability of the assessment can be evaluated. Furthermore the department is engaged in scientific research, mainly in cooperation with the University of Utrecht. Psychologists of the department are members of several national and international societies that work in the field of aviation. The department keeps up with recent developments.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
56
Education and Training Department The Education & Training Department serves as the Physiological Training Section of the Royal Netherlands Air Force. lts main objectives are: Providing courses in flight physiology / psychology Performing practical training in the hypobaric chamber. Performing practical training in the human centrifuge. Assisting in medical and physiological evaluations. Advising in the use of life support equipment. The education and training programs are recognised by the United States Air Force Office Of The Surgeon General. The instructors are all trained at the USAF School of Aerospace Medicine, Brooks AFB, San Antonio Tx. For specific topics highly qualified guest teacher will assist. Education and training are given to:
•
Civil aviators (private and professional pilots)
•
Military aviators
Education Depending on the course the following topics are given: Altitude physiology Oxygen systems Spatial desorientation Situational awareness Vision "G" forces Physical fitness Human factors Training Practical training consists of: • •
Simulated altitude flights in the hypobaric chamber with demonstrations of hypoxia, rapid vision at altitude. Training under high sustained " G " forces in the human centrifuge.
decompression and night
Research and Development Department The department is engaged in scientific research in the fields of health and human performance, with a view to advancing safety in aviation. The expertise which has been built up is also used in related fields such as hypobaric medicine and the effects of rapid acceleration on the human body. Important research facilities are the human centrifuge, the hypobaric chambers and the Lower Body Negative Pressure Box. In addition, there is a set of instruments for taking in-flight measurements of physiological and psychological parameters.
• Defence In conjunction with the Office for Physical Measurements and Evaluation of the Royal Netherlands Air Force, protocols have been drawn up for determining physical capacity. The standards for the different physiological tests of effort were incorporated in these protocols. There is an ongoing investigation into the usefulness of physiological parameters for training feedback during centrifuge training. Within that framework, experimental studies have been conducted into the relationship between blood pressure levels in the ear and the G force. These studies led to the development of a prototype which has been tested over six months under normal training conditions. A prototype for monitoring the ECG was also tested. • Civil Aviation Authority At the Third ICAO Global Flight Safety and Human Factors Symposium, a discussion paper was presented on methods for examining older pilots. A working party set up by the Civil Aviation Authority was given advice on tracing alcohol and drug use among pilots. Record- keeping on occupational illness among flight personnel is still in its infancy but the illnesses to be recorded have now been defined and put on the table. In connection with the prevention of serious fatigue among pilots, a report was published on the effects of early reporting on duty on pilot alertness. Pilots sleep badly and are less alert if they have to depart very early. An extensive study among pilots on North Atlantic routes revealed that a short, controlled rest period during the crossing is a useful measure to prevent serious fatigue. However, some pilots who were meant to be keeping watch while their colleague slept, turned out not to be sufficiently alert. We need to develop a method to prevent this. •
Other research
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
57
In collaboration with the medical physics research group at the Vrije Universiteit, research was carried out in the Lower Body Negative Pressure (LBNP) Box. The subject of the study was cardiovascular regulation under conditions of varying blood pressure. One of the condusions was that blood pressure regulation is less able to cope with serious disorders during exposure to the conditions in the LBNP. It also demonstrated that the LBNP Box enables research to be carried out into a wide range of blood pressure disorders. projects Client Description of project Royal Netherlands Air Force • • • • • • •
Evaluation of ear pulse during straining Design ECG monitoring system Objectify and optimise straining manoeuvre Medical examinations and physical training of pilots Optimalization and evaluation of equipment and deployment Aeromedical consultancy Strategie research
• • • • • • •
Occupational illness: make inventory, set up database Age 60 rule: consequences of increasing maximum age limit for civil pilots Early duty: effects on performance and health Low workload: effects on performance Human Factors Consultancy Strategie Research Representation
Civil Aviation Authority
Military Medical Policy Department Medical examination requirements and methods Multifocal spectades and contact lenses Effects of Loratadine on performance Validation of medical screening methods Central Military Hospital Development of a retinal bloodflow system for measurement Effects of Loratadine on alertness and vigilance TNO-TM Space sickness simulation Leiden Academie Hospital Cardiovascular reactions during hypoxia NOC/NSF Altitude training in hypobaric chambers
1.44
BerenschotGroepBiV
De Berenschot Groep B.V. is een groot onafhankelijk management-adviesbureau. Onze adviseurs opereren op een breed terrein in zowel de profit- als de non-profitsector. De Berenschot Groep bestaat uit verschillende onderdelen. Elk onderdeel bestrijkt een specifiek gebied en beschikt over adviseurs die hun sporen op dat gebied hebben verdiend. Berenschot Groep B.V. is een groot Nederlands onafhankelijk management-adviesbureau met zowel nationaal als internationaal meer dan 60 jaar advieservaring. Berenschot Groep B.V. opereert via dochters en deelnemingen op een breed werkterrein. Elk van de eenheden bedient een eigen markt, nationaal en internationaal. Berenschot Groep B.V. telt in totaal circa 400 medewerkers, die vanuit verschillende disciplines een bijdrage leveren aan het functioneren van ondernemingen, bedrijven en instellingen.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
58
Berenschot Groep B.V. is lid van de Raad van Organisatie-adviesbureaus (ROA) en lid van de Association of Management Consulting Firms (ACME Inc., USA)
1.45
NEI
Algemeen Het NEI is een particuliere en onafhankelijke organisatie voor economisch onderzoek en beleidsadvies. Het NEI bestaat sinds 1929 en heeft ruim 180 medewerkers in dienst. Kerngebieden Macro- & sectorbeleid Arbeid & onderwijs Transport Regionale & stedelijke ontwikkeling Marktstrategie & bedrijfstakanalyse Landbouw & rurale ontwikkeling Beleids Ondersteunende Systemen
Kernactiviteiten Toegepast economisch onderzoek Economisch advies Monitoring en evaluatie Technische assistentie Institutionele ontwikkeling Economische modellenbouw en systeemontwikkeling Training Organisatie van conferenties en workshops Kwaliteit De aanpak van het NEI is gericht op het leveren van hoogwaardige diensten en producten van constante topkwaliteit. Creativiteit en resultaat-gericht werken staan voorop, waarbij gebruik wordt gemaakt van geavanceerde onderzoeks- en analysetechnieken, die veelal in-house zijn ontwikkeld. De uitvoering vindt plaats in nauw overleg met de klant. Niettemin staat volstrekte onafhankelijkheid centraal. Cliënten Het bedrijfsleven Nationale overheden Regionale overheden Lokale overheden
Belangenorganisaties I nternationale fi nancieringsorgan isaties Afrikaanse ontwikkelingsbank Aziatische ontwikkelingsbank Europese bank voor wederopbouw en ontwikkeling Europese Commissie Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken Bureaus van de Verenigde Naties Wereldbank Samenwerking ERECO European Economie Research and Advisory Consortium NEDECO (Netherlands Engineering Consultants) Nethconsult (Multi-disciplinaire groep van Nederlandse consultancy organisaties en ingenieursbureaus) Diverse Universiteiten VBO (Vereniging voor Beleidsonderzoek) De samenwerking met de Erasmusuniversiteit Rotterdam werd stevig verankerd dankzij Nobelprijswinnaar Professor J Tinbergen, die tussen 1934 en 1968 directeur was van het NEI. Publicaties • • •
'Economisch Statistische Berichten' (ESB), het onafhankelijke vaktijdschrift voor economen en beleidmakers Jaarverslag NEI Nieuws
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
59
NEI onderzoeksrapporten kunnen op verzoek worden toegezonden. Reprint Series, working papers over diverse economische onderzoekstrajecten binnen het NEI. European Regional Prospects, analysis and forecasts to 2002. Europe in 2002, economie analysis and forecast prospects.
1.46 'B&A Groep.
B&A Groep voor hoogwaardige beleidsondersteuning B&A Groep is een middelgroot bureau voor beleidsondersteuning. Ons bureau bestaat uit een aantal functionele bureauonderdelen, die ieder vanuit de eigen discipline een bijdrage leveren aan onze gezamenlijke bureaufilosofie: het optimaliseren van het maatschappelijk rendement van onze opdrachtgevers. Onze professie is beleidsondersteuning. Deze is interdisciplinair en bestrijkt alle beleidssectoren. Wij zijn partner in beleid, denken mee in het oplossen van beleidsopgaven in het gehele beleidsproces. De basis voor onze dienstverlening is beleidsonderzoek & -advies. Verbreding zochten en zoeken wij in disciplines als beleidscommunicatie, beleidsmanagement, veranderkunde en organisatieadvisering. Missie In het complexe maatschappelijk verkeer staan beleidmakende organisaties voortdurend onder druk. Zij worden aangesproken en uiteindelijk beoordeeld op de wijze waarop zij in hun omgeving functioneren. B&A Groep ondersteunt organisaties bij het optimaliseren van hun maatschappelijk rendement. • Onze professie is beleidsondersteuning. Deze is interdisciplinair en bestrijkt alle beleidssectoren. Wij zijn partner in beleid, denken mee in het oplossen van beleidsopgaven in het gehele beleidsproces. • Onze beleidsondersteuning zetten wij in vanuit onze creërende organisatie. Onze ambitie is vernieuwend te zijn, in onze professie en in onze dienstverlening. Vanuit onze maatschappelijke betrokkenheid ontwikkelen wij visies met rendement. • Onze organisatie is horizontaal, en biedt ruimte voor de persoonlijke ontwikkeling van professionals. Collegialiteit, die uitmondt in een interdisciplinaire samenwerking en onderlinge kennisuitwisseling is de basis van waaruit wij werken. • In onze professie willen wij tot de besten behoren. Dat stelt eisen aan onze organisatie en aan onze mensen. Wij werken op basis van een gezond zakelijk rendement, hetgeen de mogelijkheid geeft te blijven investeren in de ontwikkeling van ons onafhankelijk bureau. Werkwijze Onze beleidsondersteuning is gericht op: • Effectief realiseren van de doelstellingen van de opdrachtgever • Heldere diagnose voor de te volgen strategie • Beleidsgerichte informatie • Advies over de vormgeving en implementatie van toekomstig beleid • Ondersteuning van de communicatieprocessen • Ondersteuning en begeleiding van het beleidsproces • Management van de beleidseenheid Beleidsterreinen: B&A Groep is actief op de volgende beleidsterreinen: Arbeidsmarkt Gezondheidzorg Bedrijfshuisvesting Intercultureel Management Milieu Communicatie Onderwijs en Scholing Economie Openbaar Bestuur Emancipatie Openbare orde & Energie Veiligheid Gemeentelijke Dienstverlening
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
Recreatie & Toerisme Ruimtelijke Ordening Technologie Verkeer en Vervoer Volkshuisvesting Welzijn
60
Beleidsonderzoek & Advies
B&A Groep Beleidsonderzoek & Advies Beleidscommunicatie Beleidsroanagement
Onze beleidsondersteuning is gericht op het effectief realiseren van de doelstellingen van de opdrachtgever. Een heldere diagnose voor de te beleidsgerichte informatie en te adviseren over de vormgeving en implementatie van toekomstig beleid. Beleidscommunicatie Het rendement van onderzoek en advies wordt vergroot door een gerichte communicatie van de verworven inzichten. B&A Groep Beleidscommunicatie ondersteunt bij de functiebepaling van communicatieprocessen en bij de uitwerking ervan in werkvormen. Onze adviezen betreffen zowel communicatie in beleid als communicatie over beleid. Beleidsmanagement
Organisatieadvies (Contain BV) Verandermanagement
Beleid komt tot stand in een omgeving waarin verschillende partijen opereren die vanuit verschillende belangen soms zeer tegenstrijdige eisen stellen aan beleid. Het realiseren vanbeleid, met respect voor deze belangen is een kunst op zich. Ondersteuning en begeleiding van het beleidsproces en van het management van de beleidseenheid die voor de taak staat beleid tot stand te brengen wordt vanuit ons bureau aangeboden door B&A Groep Beleidsmanagement.
Organisatie advies (Contain BV) In onze visie is de inrichting van de organisatie ondersteunend aan de strategie. Contain Organisatie Advies werkt vanuit deze visie door in het advieswerk een zorgvuldige afstemming te bewerkstelligen tussen strategische advisering, begeleiding van veranderingsprocessen en management-ondersteuning.
1.47
Arthur Andersen
Who We Are Is What We Do Arthur Andersen is a global, multidisciplinary professional services organization that provides clients, large and small, all over the world, the thing they need most to succeed: knowledge. Our work is to acquire knowledge and to share knowledge -knowledge of how to improve performance in management, business processes, operations, information technology, finance, and change navigation -- so that our clients can grow and profit. This knowledge comes from three sources: experience, education, and research. In all three, Arthur Andersen excels. Who We Are Is How We Work Arthur Andersen is a global organization, with 382 offices in 81 countries. But for us, global is more than a worldwide presence; it's also an attitude. With a unique organizational structure, common methods, and shared values, Arthur Andersen is able to serve its clients, wherever they are located, as "one firm." Our team of over 61,000 people work together -- across boundaries of competenties, functions, and geographies - to deliver to each dient a multidisciplinary, complete solution. Who We Are Is Where We Came From When Mr. Arthur Andersen founded the firm in 1913, he said, "We want to measure our contribution more by the quality of the service rendered than by whether we are making a good living out of it." Today, quality is still our number one focus, as we strive continuously to understand, accept, meet, and exceed our clients' needs and expectations. Our Practice Concentrations
Assurance and Business Advisory Services Beyond the conventional audit - that's where this practices goes, as we work to assure the integrity and reliability of a client's information; assess the effectiveness of underlying processes; and help identify, measure, and control a wide range of risks. Business Consulting Our solutions help companies achieve measurable performance improvement and lasting change.
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
61
Global Corporate Finance Applying business and industry knowledge, we help clients conceive and execute financial strategies that are aligned with corporate objectives -- strategies that enable them to improve performance, shape competitive advantage, and create shareholder value. Tax, Legal and Business Advisory Services Multinational companies, closely held businesses, individuals -- we have the resources and skills to help them all address the complex issues of taxation, regulation, and expansion. In many of the countries where we are present, this indudes a wide array of legal services as well.
1.48 Bureau Waardenburg bv Bureau Waardenburg bv verricht onderzoek en adviseert op het gebied van ecologie en milieu; een breed terrein van relaties tussen mensen, dieren, planten en hun omgeving. Onze werkzaamheden bestrijken het gehele traject van inventarisatie, onderzoek, visie- en planvorming, inrichting en beheer, monitoring. Inventarisatie Bureau Waardenburg verricht inventarisaties van uiteenlopende aard, zoals vegetatiekarteringen, vogeltellingen, vissen- en macrofaunabemonstering, marien onderzoek en herpetofauna-inventarisaties. Inventarisaties van flora en fauna leveren de noodzakelijke basisgegevens voor het maken van keuzen over de inrichting en het beheer van de buitenruimte. Wij voeren uit vegetatiekarteringen groeninventarisaties vogelinventarisaties/-tellingen onderwateronderzoek macrofauna- en plankton inventarisatie visbemonsteringen/bestandsopnamen herpetofauna-inventarisaties vlindertellingen zoogdierinventarisaties recreatietellingen Onderzoek Voor het oplossen van praktische beheers- en inrichtingsproblemen voert Bureau Waardenburg onderzoek uit in verschillende disciplines. Zowel het opzetten als het uitvoeren van gerichte onderzoeksprogramma's behoort tot het werkveld. Het analyseren van inventarisatiegegevens en het toetsen van onderzoekshypothesen leidt tot nieuwe inzichten, die vervolgens toegepast kunnen worden in beleids- of planvorming. Wij voeren o.a. onderzoek uit op het gebied van landschapsecologie ecosysteem -analyse
ecotoxicologie modelontwikkeling vogelonderzoek bermbeheer geografische informatie systemen (GIS) ontsnippering/compensatie natuurvriendelijke oevers visecologisch onderzoek actief biologisch beheer milieu-effectrapportage (m.e.r.) omgevingsanalyses Visie- en planvorming In nauwe samenspraak met opdrachtgevers en andere betrokkenen worden inrichtings- en beheersplannen opgesteld voor natuur en landschap. Dit varieert van beleidsplannen en grootschalige natuurontwikkelingsvisies tot gedetailleerde inrichtings- en beheersadviezen. De ervaringen van het bureau met inventarisatie en onderzoek staan borg voor een gedegen ecologische onderbouwing van de plannen. Wij stellen visies en plannen op waaronder natuurvisies natuurontwikkelingsplannen soortbeschermingsplannen landschapsplannen groenstructuurplannen inrichtingsplannen beheersplannen integraal waterbeheer ecologie in projectontwikkeling Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
62
Inrichting en beheer Bureau Waardenburg is ook betrokken bij de concrete uitvoering van inrichtingsplannen en beheersmaatregelen. Er worden besteksgerede plannen opgesteld en in voorkomende gevallen wordt de uitvoering in het veld begeleid. In de praktijk blijkt dat door een goede werkuitvoering nog veel ecologische winst geboekt kan worden. Trefwoorden natuurontwikkeling scenariostudies faunavoorzieningen ecologisch toezicht GROBIS besteksvoorbereiding RAW-bestekken Monitoring Monitoring van flora en fauna is van belang om de effecten van uitgevoerde maatregelen in beeld te brengen en om te toetsen of de nagestreefde doelstellingen ook worden bereikt. Bureau Waardenburg is actief met het opstellen en uitvoeren van monitoringsprogramma's. Op basis daarvan worden ook adviezen gegeven over eventuele aanvullende maatregelen of bijstellingen van het beheer. Wij registreren ontwikkelingen in vogelstand vegetatie-ontwikkeling faunaverkeersslachtoffers gebruik faunapassages waterkwaliteit macrofauna visstand onderwateronderzoek
Bijlage bij Verkenning Kennisinvesteringen V&W (1998) Programma-management directie Kennis
63