Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
Vergelijking Sun certificering voor Java en het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur van de Open Universiteit Nederland Inleiding Het Kort Hoger Onderwijsprogramma (KHO) Gecertificeerd Javaprogrammeur is een opleiding van de Open Universiteit Nederland. Dit KHO wordt door ons getoetst en gecertificeerd en levert 12 studiepunten op binnen ons reguliere studieprogramma. De Java-certificeringen van Sun fungeren als de belangrijkste internationale standaard. Daarom heeft de OpenUniversiteit, op eigen gezag, deze vergelijking gemaakt met de certificering door Sun. Aan deze vergelijking kunnen geen formele rechten worden ontleend. Korte samenvatting van de vergelijking Uit de vergelijkingt blijkt enerzijds dat de exameneisen van het Sun Certified Programmer for Java 2 Platform (SCPJ) en van het Sun Certified Developer for Java 2 Platform (SCDJ) voor ongeveer 90-95% afgedekt worden door het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur. Bovendien bestaat er een zekere overlap met het examen Sun Certified Web Component Developer for Java 2 Platform, Enterprise Edition (J2EE[tm]). Anderzijds blijkt dat het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur een aantal zaken biedt, die uitstijgen boven de exameneisen van de Sun-certificering SCPJ en SCDJ, de eisen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur worden voor zo'n 75-85% afgedekt door SCPJ en SCDJ. Qua beroepskwalificaties zullen er geen grote verschillen zijn tussen een cursist die het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur met goed gevolg gedaan heeft of een cursist die beide Sun examens behaald heeft. Sun certificering Sun kent vier examens die met elkaar samenhangen: • Sun Certified Programmer for Java 2 Platform • Sun Certified Developer for Java 2 Platform • Sun Certified Web Component Developer for Java 2 Platform, Enterprise Edition (J2EE[tm]) • Sun Certified Enterprise Architect for J2EE Technology Figuur 1 toont de verschillende examens in hun onderlinge samenhang.1
FIGUUR 1
De verschillende examens van SUN
Met ingang van oktober 2002 kan dit examen gedaan worden voor zowel Java 1.2 als Java 1.4. In deze vergelijking gebruiken we de beschrijving voor versie 1.2 1
1
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
Onderdelen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur De inhoud van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur is gebaseerd op (delen van) de volgende cursussen van de Open Universiteit Nederland: T29121 Beginselen van modelleren (alleen de leereenheden over UML; dit komt neer op circa 25% van de cursus) T25131 Visueel programmeren met Java (VpmJ) T42221 Objectgeoriënteerd programmeren met Java (OpmJ) T21311 Gedistribueerd programmeren met Java (GpmJ) T26231 Datastructuren en algoritmen (D&A) (een aantal onderwerpen overeenkomend met 25% van de cursus) T50211 Programmeerpracticum De onderdelen van Java die in het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur behandeld en getoetst worden, komen grofweg overeen met de onderdelen van Java die in de eerste twee examens van Sun getoetst worden. Het onderdeel Gedistribueerd programmeren met Java heeft weliswaar een behoorlijke overeenkomst met de onderwerpen van het derde examen van Sun maar de eisen van dat examen zijn beduidend ruimer. Daarom beperken we ons in deze vergelijking tot de eerste twee examens van Sun: • Sun Certified Programmer for Java 2 Platform • Sun Certified Developer for Java 2 Platform Generieke verschillen in vorm en inhoud van de examinering Alvorens in te gaan op een vergelijking van Java-onderdelen die in beide te vergelijken examenprogramma's voorkomen, staan we eerst even stil bij de manier van toetsen. Sun Certified Programmer for Java 2 Platform wordt geëxamineerd in de vorm van een meerkeuzetoets van 59 vragen die in 120 minuten beantwoord moeten worden. De toets is een geslotenboek toets, dat wil zeggen dat de cursist tijdens de toets geen hulpbronnen mag raadplegen. De toetsing van de onderdelen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur geschiedt in de regel door middel van programmeeropdrachten en een schriftelijke toets van 60 minuten. Deze toets is een openboek toets. Sun Certified Developer for Java 2 Platform wordt geëxamineerd in twee delen. In deel 1 maakt de cursist een programmeeropdracht. In deel 2 schrijft de cursist in een zitting van 120 minuten een essay over de opdracht. Het onderdeel programmeerpr acticum van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur komt hier voor een groot deel mee overeen. De grote verschillen betreffen dus het eerste Sun examen. Na het bestuderen van een aantal voorbeeldexamens van Sun kunnen de volgende generieke verschillen vastgesteld worden tussen het examen Sun Certified Programmer for Java 2 Platform (hier verder SCPJ te noemen) en de toetsing van het Java-KHO (hier verder OU te noemen): • • •
2
Bij SCPJ moet de cursist beschikken over parate kennis, bij de OU mag de cursist hulpbronnen raadplegen. SCPJ is theoretisch van aard, de OU is zowel praktisch als (voor de helft van de onderdelen) theoretisch. Het accent van SCPJ ligt voor een belangrijk deel op kennis van de syntaxis van Java met inbegrip van allerlei bijzondere gevallen. Bij de Ou ligt het accent op inzicht in concepten en het oplossen van programmeerproblemen.
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
•
Toetsing van SCPJ is in multiple choice vorm, bij de OU bestaat de toetsing uit open vragen en practicumopdrachten.
Vergelijking van de eisen van Sun Certified Programmer for Java 2 Platform (SCPJ) en Sun Certified Developer for Java 2 Platform (SCDJ) en de eisen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur In bijlage 1 staat een gedetailleerde vergelijking van de exameneisen van SCPJ en die van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur. Omdat Het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur uit diverse onderdelen (cursussen) bestaat, wordt binnen het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur ook gerefereerd aan de specifieke cursus waar een bepaald onderwerp aan de orde komt. In de gedetailleerde vergelijking zijn de exameneisen van Sun als uitgangspunt genomen. Er wordt bekeken of en zo ja waar die onderwerpen in het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur aan de orde komen. Onderwerpen van SCPJ die geen onderdeel zijn van het KHO Gecertifi ceerd Javaprogrammeur worden aangegeven. Op basis van deze gedetailleerde vergelijking is tabel 1 gemaakt met daarin de onderdelen van SCPJ die niet door het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur afgedekt worden. Daarnaast is een tabel 2 gemaakt van onderdelen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur die niet door SCPJ en SCDJ afgedekt worden. Probleem bij de vergelijking is wel dat er geen expliciete (Java-)eisen voor het SCDJ beschikbaar zijn.
Onderdelen SCJP en SCDJ die niet volledig afgedekt worden declarations and access control flow control and exception handling garbage collection Language fundamentals Operators and assignments overloading, overriding, runtime type, and object orientation Threads the java.awt package the java.lang package the java.util package the java.io package
Delen die niet afgedekt worden
Native, transient en volatile worden niet behandeld Break en continue Niet alle ranges van primitieve typen Equals niet in combinatie met Boolean & en | niet Statische binnenklassen
Wait, notify en notifyAll Cos , tan en sqrt
randomaccesfiles
TABEL 1 Onderdelen van SCPJ die niet afgedekt worden door het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur
3
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
Onderdeel Inleiding OO
Opmerkingen Inleiding oo; UML-diagrammen: use case model met use case beschrijvingen, klassediagrammen sequencediagrammen en state diagrams komen aan de orde In de overige onderdelen worden meerdere malen gebruik gemaakt van klassediagrammen en sequencediagrammen VpmJ Bouwen van een grafische user interface. Werken met applets. Toestandsdiagrammen waarmee het gedrag van objecten begrepen kan worden ook bij constructie en uitvoering van methoden. Algoritmiek in de vorm van zoekalgoritmes en combineeralgoritmes waarbij een reeks doorlopen moet worden.Tweedimensionale array’s. Gregorian Calendar. Vaardigheid om de API van een onbekende klasse te kunnen lezen en de klasse te kunnen gebruiken. In staat zijn zelf klassen te specificeren , te implementeren en te voorzien van Javadoc commentaar. Gebruik applets op Webpagina’s OpmJ Toepassing klassediagrammen en sequence diagrammen. Designpatterns: Composite pattern, MVC, Decorator. Dynamische binding met daarbij abstracte klassen en interfaces. Tekenen van componenten (paintComponent). Voorbeeld van een wat groter ontwerp waarin allerlei concepten als dynamische binding, event handling, exceptions en MVC worden toegepast. GpmJ Ongeveer de helft gaat over networking inclusief sockets, servlets, rmi etc. Deze stof vormt een deel van Sun Certified Web Component Developer for Java 2 Platform, Enterprise Edition (J2EE[tm] Extra uit D&A Een aantal datastructuren uit het Java Collection Framework. recursie , bomen, algoritmen. Programmeerpracticum TABEL 2 Onderdelen van het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur die niet afgedekt worden door de eisen van SCJP en SCDJ
4
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
BIJLAGE 1
Eisen SUN Certifeid Programmer for Java 2 Platform in relatie tot de behandelde stof in het KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur
SUN eisen
KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur onderdelen waarin de eisen afgedekt worden
Opmerkingen
SECTION 1: DECLARATIONS AND ACCESS CONTROL Write code that declares, constructs, and initializes arrays of any base type using any of the permitted forms both for declaration and for initialization. Declare classes, inner classes, methods, instance variables, static variables, and automatic (method local) variables making appropriate use of all permitted modifiers (such as public, final, static, abstract, and so forth). State the significance of each of these modifiers both singly and in combination, and state the effect of package relationships on declared items qualified by these modifiers. For a given class, determine if a default constructor will be created, and if so, state the prototype of that constructor. State the legal return types for any method given the declarations of all related methods in this or parent classes.
Vpmj: Le 11. Declaratie en initialisatie zowel d.m.v. een herhalingsstructuur en ook met een array initializer VpmJ: Le 6 Het functionele gebruik komt aan de orde; niet alle Opmj: le 2, 3 en 8 mogelijkheden
VpmJ: Le 6
Native, transient en volatile worden niet behandeld
VpmJ: Le 6 OpmJ: Le 2 bij overerving VpmJ: Le 8 (casting) OpmJ: Le 2 (casting bij objecten)
SECTION 2: FLOW CONTROL AND EXCEPTION HANDLING Write code using if and switch statements and VpmJ: le 9 identify legal argument types for these statements. Write code using all forms of loops including VpmJ: le 10 labeled and unlabeled use of break and continue, and state the values taken by loop control variables during and after loop execution.
5
Wordt uitgelegd aan de hand van het begrip control-flow. Break wordt in het kader van loops niet behandeld; evenzo continue Loops worden behandeld in het kader van algoritmiek: zoeken en combineren. Algoritmes voor zoeken met en zonder vindgarantie worden behandeld.
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
Write code that makes proper use of exceptions OpmJ: le 10 and exception handling clauses (try, catch, finally) and declares methods and overriding methods that throw exceptions.
SECTION 3: GARBAGE COLLECTION State the behavior that is guaranteed by the garbage collection system, and write code that explicitly makes objects eligible for collection SECTION 4: LANGUAGE FUNDAMENTALS Identify correctly constructed source files, package declarations, import statements, class declarations (of all forms including inner classes), interface declarations and implementations (for java.lang.Runnable or other interface described in the test), method declarations (including the main method that is used to start execution of a class), variable declarations and identifiers. State the correspondence between index values in the argument array passed to a main method and command line arguments. Identify all Java programming language keywords and correctly constructed identifiers.
VpmJ; Le 7
Komt in geheel VpmJ en OpmJ aan de orde
Het accent ligt op het maken van applets. Applicaties komen kort in OpmJ (le 9) aan de orde. Door het werken met JBuilder wordt een deel van de eisen automatisch gerealiseerd
OpmJ: le 9
VpmJ: le 6 en bijlage 1
State the effect of using a variable or array element of any kind when no explicit assignment has been made to it.
VpmJ: le 7 en 11
State the range of all primitive data types and declare literal values for String and all primitive types using all permitted formats, bases, and representations.
VpmJ: le 6, 8 en 11
6
Wordt uitgebreid behandeld; ook hoe zelf Exception klassen te maken
Wordt uitgebreid toegelicht aan de hand van zogenaamde object diagrammen. Hierin komt duidelijk aan de orde het gebruik van attributen, parameters en locale variabelen. Ranges komen niet expliciet aan de orde
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
SECTION 5: OPERATORS AND ASSIGNMENTS Determine the result of applying any operator, including assignment operators, instance of, and casts to operands of any type, class, scope, or accessibility, or any combination of these. Determine the result of applying the boolean equals (Object) method to objects of any combination of the classes java.lang.String, java.lang.Boolean, and java.lang.Object.
VpmJ: le 8; OpmJ le 1,2 en 3
VpmJ: le 7
Alleen in combinatie met String
In an expression involving the operators &, |, &&, ||, and variables of known values, state which operands are evaluated and the value of the expression.
VpmJ: le 8
Alleen && en ||
Determine the effect upon objects and primitive values of passing variables into methods and performing assignments or other modifying operations in that method. SECTION 6: OVERLOADING, OVERRIDING, RUNTIME TYPE, AND OBJECT ORIENTATION State the benefits of encapsulation in object oriented design and write code that implements tightly encapsulated classes and the relationships "is a" and "has a". Write code to invoke overridden or overloaded methods and parental or overloaded constructors, and describe the effect of invoking these methods. Write code to construct instances of any concrete class including normal top level classes, inner classes, static inner classes, and anonymous inner classes.
VpmJ: le 7
Komt zeer uitgebreid aan de orde in de vorm van object diagrammen. Het begrip aliasing wordt uitgebreid behandeld
7
Opmj: le 1,2 en 3
Opmj: le 1,2 en 3
Komt aan de orde in het kader van dynamische binding
VpmJ en OpmJ
Statische binnenklassen komen niet expliciet aan de orde
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
SECTION 7: THREADS Write code to define, instantiate, and start new threads using both java.lang.Thread and java.lang.Runnable. Recognize conditions that might prevent a thread from executing. Write code using synchronized, wait, notify, or notifyAll, to protect against concurrent access problems and to communicate between threads.
OpmJ: le 11
Komt uitgebreid aan de orde. Begrip control-flow w ordt ter verduidelijking gebruikt.
GpmJ: le 4
Wait, notify en notifyAll worden niet behandeld
Define the interaction between threads and between threads and object locks when executing synchronized, wait, notify, or notifyAll.
GpmJ: le 4
Wait, notify en notifyAll worden niet behandeld
8
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
SECTION 8: THE JAVA.AWT PACKAGE Write code using component, container, and LayoutManager classes of the java.awt package to present a Graphical User Interface with specified appearance and resize behavior, and distinguish the responsibilities of layout managers from those of containers. Write code to implement listener classes and methods, and in listener methods, extract information from the event to determine the affected component, mouse position, nature, and time of the event. State the event classname for any specified event listener interface in the java.awt.event package. SECTION 9: THE JAVA.LANG PACKAGE Write code using the following methods of the java.lang.Math class: abs, ceil, floor, max, min, random, round, sin, cos, tan, and sqrt. Describe the significance of the immutability of string objects. SECTION 10: THE JAVA.UTIL PACKAGE Make appropriate selection of collection classes/interfaces to suit specified behavior requirements. SECTION 11: THE JAVA.IO PACKAGE Write code that uses objects of the file class to navigate a file system. Write code that uses objects of the classes InputStreamReader and outputStreamWriter to translate between Unicode and either platform default or ISO 8859-1 character encoding and Distinguish between conditions under which
9
Vpmj en OpmJ. OpmJ le 4 behandelt layoutmanagers
De cursist leert de gui-elementen te gebruiken vanuit JBuilder die de achterliggende code generereert.
OpmJ le 8
OpmJ le 8
VpmJ: le 3,6;
VpmJ:Le 7, le10
Extra D&W: Collection framework. Dit borduurt verder op de bedoelde klassen uit java.util
GpmJ: hfdst 6 GpmJ: hfdst 5 t/m 10
Sin, cos en tan worden niet expliciet behandeld
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
platform default encoding conversion should be used and conditions under which a specific conversion should be used. Select valid constructor arguments for FilterInputStream and FilterOutputStream subclasses from a list of classes in the java.io.package.
OpmJ: 12; GpmJ 5 t/m 10
Write appropriate code to read, write and update OpmJ: 12; GpmJ 5 t/m 10 files using FileInputStream, FileOutputStream, and RandomAccessFile objects. Describe the permanent effects on the file system of OpmJ: 12; GpmJ 5 t/m 10 constructing and using FileInputStream, FileOutputStream, and RandomAccessFile objects.
10
Randomaccessfiles worden niet behandeld
Vergelijking KHO Gecertificeerd Javaprogrammeur en Sun certificering, versie maart 2003
11