Een eerste verkenning naar vrijwillige inzet in de verschillende sectoren De focus op vrijwillige inzet groeit. Niet alleen bij overheden, maar juist ook bij bedrijven en burgers. Naast de van oudsher aanwezige civil society en gemeenschapszin zijn bij grote groepen in de samenleving trends waarneembaar. Bedrijven zien het als een kans te werken aan teambuilding, integratie, de ontwikkeling van medewerkers en aan de beeldvorming van de organisatie als betrokken ondernemer. Maar ook voor de burger zijn er belangen. Zo kan vrijwillige inzet leiden tot meer kennis en vaardigheden en het opbouwen van een netwerk. Dat is belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling, maar ook voor de kansen op de arbeidsmarkt. En door vrijwillige inzet ontstaat er meer sociale verbondenheid. Door bezuinigingen en reorganisaties is vrijwillige inzet van burgers steeds harder nodig om het huidige niveau van zorg en dienstverlening te behouden. Er zijn een aantal algemene trends op het gebied van vrijwilligerswerk waarneembaar. Zo is er onder meer sprake van de ‘hedendaagse vrijwilliger’. Mensen krijgen het steeds drukker waardoor korte, flexibele en concrete klussen beter in de volle agenda passen. En ook vragen mensen zich steeds meer af of ze er zelf beter van worden. Andere trends zijn dat taken van professionals verschuiven naar vrijwilligers en er is een toename van vrijwillige inzet met een verplicht karakter zichtbaar, zoals inburgering, re-integratie en de bijstandsgerechtigde die naar vermogen iets terug moet doet. Ook worden steeds vaker de eigen ideeën van burgers door henzelf omgezet in daadwerkelijke initiatieven. Volgens de Stadsenquête 2013 blijft sport de belangrijkste sector waarin mensen vrijwilligerswerk verrichten (30%), op enige afstand gevolgd door onderwijs (17%), en vervolgens in gelijk mate (alle 15%) door kerk/levensbeschouwelijk, maatschappelijke dienstverlening, sociaal cultureel werk en gezondheidszorg. De kleinere sectoren zijn bewonersorganisatie, kunst en cultuur, natuur/dieren/milieu, politiek en hobby/club. Bij kunst en cultuur is een lichte stijging waar te nemen van 6% naar 8%. Wij lichten de vijf belangrijkste sectoren er voor u uit, waarbij maatschappelijke dienstverlening en sociaal cultureel werk samengevoegd is tot de sector ‘Welzijn’.
Verdeling over sectoren 21%
22%
sport onderwijs
11%
13%
kerk welzijn
22%
11%
zorg overig
1
Onderwijs Beschrijving sector In deze sector vallen alle onderwijsinstellingen en het bredere educatieve domein (zoals kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, voorscholen, volwasseneducatie, taalonderwijs aan anderstaligen). Vrijwilligers worden ingezet voor hand- en spandiensten binnen of buiten de school, zoals helpen bij activiteiten, schoolreisjes, sportdagen of inzet als overblijfouder. Zonder vrijwilligerswerk kunnen sommige activiteiten niet plaatsvinden. Maar ook om zitting te hebben in een ouderpanel, de ouderraad, medezeggenschapsraad of het schoolbestuur. Ontwikkelingen De vrijwillige inzet is gestegen van 11% in 2012 naar 17% in 2013. Het onderwijs heeft te maken met een verbreding van de maatschappelijke functie in de vorm van brede buurtscholen. Hier werken organisaties zoals kinderopvang, welzijn, peuterspeelzaal, sport, cultuur, bibliotheken of andere instellingen samen. De brede buurtschool brengt de verbinding tussen school en buurt tot stand en in deze school is een rol weggelegd voor buurtbewoners. School en buurt zorgen samen voor een goede leefomgeving. De buurt gebruikt faciliteiten van de school (gebouw, plein) voor activiteiten. Er is aandacht voor meer betrokkenheid van ouders bij de school, omdat dit bijdraagt aan leerprestaties en ontwikkeling van het kind. In Den Haag hebben 61 basisscholen (40%) en ook 10 locaties (van de 61) van het voortgezet onderwijs meegedaan met het project ‘Meer Kansen Met Ouders’ (ontwikkeld door de Haagse Hogeschool). Deze scholen hebben nu allemaal een ouderbeleidsplan en een oudercoördinator. Binnen het ouderbeleidsplan is aandacht voor ouderparticipatie, dit is het vrijwilligerswerk dat een ouder voor school uitvoert. Ook zijn vrijwilligers uit het eigen netwerk van scholen of hun partners bij de welzijnsorganisaties welkom op scholen, bijvoorbeeld in het kader van loopbaanoriëntatie. Trends Het merendeel van de basisscholen ervaart momenteel geen tekort aan extra handen. Deze scholen verwachten geen vraag- en aanbodproblemen met vrijwillige inzet, omdat het contact met de ouders er immers altijd zal zijn. Door de brede maatschappelijke functie van de school zijn meer vrijwilligers nodig. Nu wordt het beheer vaak nog gedaan door betaalde krachten, maar het is de bedoeling dat dit overgenomen wordt door buurtbewoners. Steeds meer Haagse scholen hebben een ouderbeleidsplan, maar nog niet allemaal.
2
Sport Beschrijving sector Verenigingen, bedrijven, instellingen en organisaties die zich bezighouden met het bevorderen en/of de uitoefening van sport en recreatieve activiteiten. Vrijwilligers werken in deze sector als bestuurders, trainers, begeleiders en coaches bij de organisatie van evenementen, wedstrijden en toernooien, arbitrage en jurering, website en clubblad, bar- en kantinediensten en beheer en onderhoud van materiaal. Den Haag telt een landschap van zo’n 300 Haagse sportverenigingen, die heel divers zijn. Naast veel kleine verenigingen zijn er ook een aantal zeer grote clubs met meer dan 1.000 leden. Ongeveer een derde van de grote clubs heeft een eigen accommodatie. Ontwikkelingen De vrijwillige inzet is, net als in 2012, het hoogst van alle sectoren en bedraagt 30%. Twee derde van de Haagse verenigingen geven aan (soms) moeite te hebben met het vinden van vrijwilligers. Voor een kwart van de verenigingen is het aantal vrijwilligers echt onvoldoende en/of levert dit tekort problemen op. De klassieke verenigingen hebben vaak een ouder kader en zullen door de vergrijzing op zoek moeten naar verjonging. Sportverenigingen worden steeds vaker uitgedaagd om meer initiatieven te ontplooien om hun maatschappelijke rol en functie te vervullen of te vergroten. Invulling hiervan kan door activiteiten aan te bieden voor zowel leden als niet-leden en door samenwerking met andere organisaties. In Den Haag heeft circa 30 procent van de sportverenigingen op dit moment een brede maatschappelijke functie. Deze trend wordt onder de naam ‘Open Club’ ook gestimuleerd door de grote koepelorganisatie in de sport, het NOC*NSF. Een andere mogelijkheid voor invulling van de brede maatschappelijke functie is de sportaccommodatie tot een ontmoetingsplaats van de buurt te maken. In Den Haag wordt dit het ‘Buurthuis van de Toekomst’ genoemd. Inmiddels zijn 27 sportverenigingen actief bezig met de ontwikkeling van het Buurthuis van de Toekomst. 13 verenigingen hebben dit label al gekregen (het welbekende bordje ‘Buurthuis van de Toekomst’). Landelijk gezien is de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers 44,3 jaar, 62% blijft langer dan 5 jaar aan de organisatie verbonden, 35% tussen de 2 en 5 jaar. De vrijwilligers zijn veelal man (65%) en autochtoon. Trends De brede maatschappelijke functie van de vereniging vraagt om extra vrijwilligers, maar vooral ook andere taken en meer en andere capaciteiten van het kader van een vereniging. 18% van de verenigingen heeft een tekort aan bestuursleden. De huidige bestuurders zijn vaak op leeftijd. Naar verwachting zal, onder andere door vergrijzing, het tekort aan bestuurders de komende jaren toenemen. Landelijk gezien is de sportsector het minst bekend met handreikingen en methodieken om vrijwilligers te vinden en te binden. Ook past deze sector ze het minst toe in de praktijk. Bij slechts 8% vinden handreikingen in voldoende mate hun weg naar de praktijk. De overgrote meerderheid (82%) geeft aan geen moeite te hebben met het behoud van vrijwilligers. Slechts 9% heeft een actueel plan voor behoud van vrijwilligers. Veelal is niemand verantwoordelijk voor de werving en het behoud. Doordat sportverenigingen leden-voor-leden organisaties zijn worden vrijwilligers binnen de eigen vereniging geworven en vaak op persoonlijke titel. Er liggen echter ook kansen buiten de verenigingen. Om dit beter te benutten is een goed vrijwilligersbeleid belangrijk. 18% van de Haagse sportverenigingen heeft vrijwilligersbeleid en bij 22% van de verenigingen wordt hieraan gewerkt. 3
Welzijn Beschrijving sector In deze sector bevinden zich alle organisaties die zich richten op het welzijn van de burger. Zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties. De vrijwilligersorganisaties richten zich actief op specifieke doelgroepen zoals de zelforganisaties (bijvoorbeeld voor migranten, bewonersorganisaties of sociëteiten voor mensen met een bepaalde beperking) of op het bieden van specifieke diensten (hulpverlening zoals bureau slachtofferhulp, telefonische hulpverlening). Vrijwilligers in deze organisaties zetten zich in omdat zij zich persoonlijk solidair voelen met de doelgroep waarvoor het werk bedoeld is. De professionele organisaties richten zich met name op de kwetsbare burgers (eenzame mensen, mensen met een achterstand, mensen met een lage opleiding, laag inkomen, jongeren met weinig maatschappelijke kansen enz.). De sectoren welzijn en zorg gaan steeds dichter naar elkaar toe. In deze verkenning zijn de sectoren maatschappelijke dienstverlening en het sociaal cultureel werk samengevoegd tot ‘ sector welzijn’. Ontwikkelingen Er is een lichte stijging van vrijwillige inzet waar te nemen tot 15%. Vrijwilligers zijn vooral werkzaam als gastheer/gastvrouw en voor de begeleiding en het vervoer van klanten, bewoners, enz. Ze verrichten ook algemenere werkzaamheden als klusjes, bestuur en management. Coördinatietaken komen ook veel voor. In de sector welzijn wordt al veel gewerkt met vrijwilligers, de verhouding vrijwilligers tot professionals is ca. 90: 1. In de gehele sector ervaart 47% een tekort aan vrijwilligers. Dit betreft met name de traditionele vrijwilliger, die zich jarenlang bindt aan een organisatie. Bij professionele welzijnsorganisaties is de werving en het behoud van vrijwilligers vaak in handen van een beroepskracht. Landelijk gezien ervaart 83% geen probleem met het behoud van vrijwilligers, waarbij waardering de meeste gebruikte aanpak is. Trends Binnen de Haagse sector wordt een verschuiving waargenomen van de vraag om hulp, zoals boodschappen doen of de hond uitlaten, naar meer zorg. Het gaat hierbij vooral om lichte zorg en respijtzorg, om mantelzorgers even te ontlasten. Er is een beweging gaande van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. De professionals zorgen niet meer voor dat zaken voor mensen geregeld worden, maar dat de mensen die het zelf kunnen ook de ruimte krijgen om het zelfstandig te doen. Handreikingen en methodieken om vrijwilligers te vinden en te binden zijn in deze sector beter bekend dan in andere sectoren, maar de meerderheid kent ze nog niet. In het Haagse werkveld zijn goede resultaten behaald met de combinatie van professionals en kernvrijwilligers. En door in te spelen op de hedendaagse vrijwilliger door incidentele klussen of tijdelijke projecten aan te bieden. De Burenhulpcentrale is bijvoorbeeld erg succesvol met meer dan 3.000 aangesloten vrijwilligers. In Den Haag zijn meerdere goede ervaringen om burgers te motiveren zich vrijwillig in te zetten door ze te tijdig te betrekken bij interventies en projecten in de wijk. Ook werkt het erg mee als mensen elkaar kennen en er capabele voortrekkers zijn.
4
Gezondheidszorg Omschrijving Onder de sector Gezondheidszorg vallen instellingen en organisaties die zich bezig houden met de zorg voor de gezondheid van mensen in het algemeen en met ouderenzorg en de zorg voor zeer kwetsbare en hulpbehoevende mensen in het bijzonder. Daarnaast bestaat er de informele zorg, de zorg die niet door professionals worden verricht maar door vrijwilligers, zoals maatjesprojecten. Ontwikkelingen De vrijwillige inzet in de zorgsector is gestegen van 11% in 2012 naar 15% in 2013. Landelijk gezien is in de sector zorg de verhouding vrijwilligers tot professionals naar schatting rond de 50 op 50. Meer dan de helft van de organisaties (58%) ervaart een tekort aan vrijwilligers. De gemeente staat aan de vooravond van grote transities in 2015: de decentralisatie van wettelijke taken op het gebied van Jeugdzorg, transitie van de AWBZ naar de WMO en de introductie van de Participatiewet. Er wordt hiermee een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid en zelfsturing van de burger. Landelijk is de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers 54,7 jaar. 74% blijft langer dan 5 jaar aan de organisatie verbonden, 23% tussen de 2 en 5 jaar. De vrijwilligers zijn veelal vrouw (81%), autochtoon (85%) en worden vooral ingezet op welzijnsbevorderende activiteiten als dagbesteding, begeleiding van klanten, bezoekers, bewoners, vriendschappelijk huisbezoek, gastheer/gastvrouw en hulpverlener. De zorg geeft landelijk in grote meerderheid aan de handreikingen en methodieken voor werving en behoud van vrijwilligers niet te kennen, dan wel ze niet in de praktijk te (kunnen) brengen. Vrijwilligersorganisaties hebben een nog grotere achterstand dan de professionele organisaties. Landelijk is de werving deels bij beroepskrachten en deels bij vrijwilligers belegd. Ruim de helft (56%) heeft geen actueel wervingsplan. De werving van nieuwe vrijwilligers gebeurt vaak door huidige vrijwilligers te vragen of zij geschikte mensen kennen. Trends De inzet van professionals en vrijwilligers is aan het veranderen. Zorginstellingen willen in toenemende mate vrijwilligers inzetten om het welzijn van de cliënten te blijven versterken en om professionals te ontlasten zodat die zich kunnen focussen op de benodigde zorgtaken. Er is een duidelijke toename in de behoefte en vraag aan vrijwilligers in deze sector, de verwachting is dat deze vraag alleen maar groter wordt door de transitie en bezuinigingen. Er is aandacht voor een goede aansluiting tussen vrijwilliger en werk, door middel van sollicitatiegesprekken, profielen, mentoren en een introductieprogramma. Buiten de instellingen (extramuraal) kennen vrijwilligers en professionals elkaar vaak niet, waardoor vaak werk dubbel wordt gedaan. De grenzen van het vrijwilligerswerk in de formele zorg staan ter discussie: kunnen vrijwilligers ook zorgtaken verrichten en mag dit ook gezien de wettelijke regelingen? Er is ook een trend rondom betaalde dienstverlening. Familieleden zijn soms best bereid om te betalen voor iemand die bijvoorbeeld elke week met moeder gaat wandelen. In Den Haag werken zorginstellingen samen rondom vrijwilligers in de zorg (project ‘Vrijwilligersacademie’). Hier is onder meer aandacht voor professioneel vrijwilligersbeleid: de positie van de vrijwilliger, introductie, begeleiding, scholing en waardering, methodieken en handreikingen voor werving en behoud, bereiken van nieuwe doelgroepen, e.d..
5
Kerk en levensbeschouwelijke organisaties Omschrijving Onder deze sector vallen christelijke kerken, moskeeën en tempels en andere geloofsinstituten maar ook levensbeschouwelijke organisaties zoals het Humanistisch verbond of andere humanistische organisaties. Naast het belijden van het geloof zijn deze instellingen vanuit overtuiging veelal ook gericht op dienstverlening voor anderen. Dit kunnen de eigen leden zijn maar ook anderen, zoals de zwakkeren in de samenleving (denk daarbij aan armoedebestrijding, ondersteuning aan dak- en thuislozen, bezoek aan zieken enz.). Voorts worden er tal van activiteiten voor de leden verricht om sociale cohesie tussen de leden en de band met het geloofsinstituut te versterken (bijbel- of koranlessen, zingen in een koor, begeleiden van een kinderclub, activiteiten voor vrouwen, enzovoorts). Ontwikkelingen De vrijwillige inzet in deze sector is gedaald van 18% in 2012 naar 15% in 2013, en zit hiermee op het niveau van de voorgaande jaren. In deze sector is van oudsher veel vrijwillige inzet. Het aanbod van vrijwilligerswerk is over het algemeen diverser dan in de overige sectoren. Er zijn mensen nodig met verschillende kwaliteiten voor allerlei functies, variërend van bestuurder tot schoonmaker. Er zijn relatief veel ouderen actief. De leeftijd van vrijwilligers in de migrantenkerken ligt gemiddeld lager dan in de ‘ gevestigde Nederlandse kerken’. Doordat vaak een beroep wordt gedaan op de expertise binnen de eigen gemeenschap, wordt relatief veel werk door weinig personen gedaan. Actieve vrijwilligers binnen de kerken classificeren hun inzet niet altijd als vrijwilligerswerk. Zij zien het meer als iets vanzelfsprekends. Met elkaar vormt men een gemeente, en als lid van de gemeente draag je je steentje bij. Bij sommige kerken is een tekort aan vrijwilligers, door afnemende ledenaantallen. Andere (migranten) kerken groeien juist en het aantal actieve vrijwilligers groeit mee. De meest actieve kerkgangers zijn vaak ook het actiefst bij het vrijwilligerswerk in de kerk. Trends De inkomsten uit giften en collecten binnen de kerken lopen terug, maar de hulpvragen nemen toe. Hierdoor moeten de kerken ook meer verbinding zoeken met andere organisaties en aandacht geven aan goed vrijwilligersbeleid. Door samenwerking staan zij sterker en krijgen ze meer begrip voor elkaars achtergronden. Grofweg hebben internationale en migrantenkerken een grote opkomst en achterban en weten gevestigde kerken goed de weg richting overheden en fondsen. Kerken die meer naar de buurt richten, laagdrempeliger worden en nieuwe activiteiten ontwikkelen, zijn aantrekkelijker voor vrijwilligers. Kerken richten momenteel hun aandacht op het aantrekken en activeren van jongeren. Binnen kerken die onderdeel zijn van een internationaal netwerk is sprake van een goed lopend vrijwilligersprogramma.
6
Colofon Dit is een eerste verkenning naar de vrijwillige inzet in de diverse sectoren. Gebruikte bronnen zijn: stadsenquête 2012/2013; vitaliteitsscan sportverenigingen; Trendrapport 2011; Vrijwillige inzet 2.0. Movisie 2011; Leren van elkaar in sport, welzijn en zorg - juni 2011 -Verwey Jonker instituut; website www.denhaag.nl. En daarnaast zijn diverse mensen uit de betreffende sector bevraagd. Kennis- en expertisecentrum PEP is opgericht om in Den Haag het ontstaan en de groei van een civil society mogelijk te maken: een samenleving waarin betrokken burgers er zijn voor elkaar, voor de stad en voor de leefomgeving. In die samenleving kan iedereen die dat wil – ongeacht geslacht, herkomst of leeftijd – zijn of haar betrokkenheid uiten en talenten inzetten. PEP is er uiteindelijk voor de Haagse burgers, maar in directe zin komen onze diensten en producten ten goede van diegenen die met die burgers (willen) werken. Onze relaties en cliënten zijn professionele functionarissen, organisaties, instellingen en bedrijven.
Stichting PEP Den Haag, Participatie Emancipatie Professionals Riviervismarkt 2, 2513 AM DEN HAAG Telefoon (070) 302 44 44 www.pepdenhaag.nl e-mail:
[email protected]
© PEP Den Haag, september 2013
7