Verborgen geloof in de muziek Psalm 98 en The Lady of the Lake
Bijbellezing: Psalm 98 Zing voor de EEUWIGE een nieuw lied: wonderen heeft hij verricht. Zijn rechterhand heeft overwonnen, zijn heilige arm heeft redding gebracht. 2 De EEUWIGE heeft zijn overwinning bekendgemaakt, voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld. 3 Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw voor het volk van Israël. De einden der aarde hebben het gezien: de overwinning van onze God. 1
26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
4 Juich de EEUWIGE toe, heel de aarde, juich en jubel, zing het uit. 5 Zing voor de EEUWIGE bij de lier, laat bij de lier uw lied weerklinken. 6 Blaas op de ramshoorn en de trompetten, juich als de EEUWIGE , uw koning, verschijnt. 7 Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft, laat juichen de wereld met haar bewoners. 8 Laten de rivieren in de handen klappen en samen met de bergen jubelen 9 voor de EEUWIGE , want hij is in aantocht als rechter van de aarde. Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen naar recht en wet. Preek Verborgen geloof in de muziek ... Met zo een thema kun je alle kanten uit. Ten eerste omdat het geloof (zeker bij Remonstranten) alle kanten op kan gaan en ten tweede omdat de muziek daar niet onder doet. In deze dienst komt de gewijde muziek aan de orde, straks, na de lunch, de profane muziek. Muziek die, in beide gevallen, iets van een verborgen geloof verklankt. En deze muziek is zo gevarieerd dat het een kwestie van leven … of dood kan zijn. Psalm 98 Eerst leven. Psalm 98 heft ‘een nieuw lied’ aan voor de Eeuwige die wonderen heeft verricht. Daar is niets verborgen aan. Mensen die volledig klem zaten, zijn door de Eeuwige bevrijd. Hij heeft gerechtigheid doen overwinnen. Willekeur en onrecht zijn verjaagd. Daarom juichen de mensen, in een explosie van vreugde. Met behulp van allerlei muziekinstrumenten: laat bij de lier uw lied weerklinken. 6 Blaas op de ramshoorn en de trompetten, juich als de EEUWIGE , uw koning, verschijnt. Lier, ramshoorn, trompetten, menselijke stem: dat zijn bestaande instrumenten die je kunt aanwenden om God vanuit een dankbaar geloof te bejubelen. 2 26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Maar dan blijkt alles in de kosmos mee te willen jubelen. Met name de natuur. Zee, rivieren, bergen: zijn die dan ook dankbaar gelovig??? In deze psalm hoor je een echo van de vroegere natuurgodsdiensten, waarin elk element van de natuur een eigen, vaak goddelijke identiteit had. Hier zou je kunnen spreken van een verborgen geloof in de natuur. Een geloof dat soms ontroerende uitingen kent: 7 Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft, 8 Laten de rivieren in de handen klappen en samen met de bergen jubelen Vooral die rivieren die in de handen klappen hebben me altijd verheugd. Ik zie ze voor me, rivieren die in hun handen klappen! Deze vreugde, dit gejubel, is niet gratuit. Het heeft een uitstekende reden. 8 Laten de rivieren in de handen klappen en samen met de bergen jubelen 9 voor de EEUWIGE , want hij is in aantocht als rechter van de aarde. Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen naar recht en wet. Het enthousiasme geldt de komst van de gerechtigheid, voor mensen én voor de natuur. Dit is een van de mooiste ecologische teksten uit de Bijbel. Daarom klappen de rivieren in de handen en jubelen de bergen. Voor het LEVEN dat komen gaat. Een leven van vrede en gerechtigheid. Ellen’s erste gesang Ik neem u nu mee aan het hof van koning Arthur. Rond dit hof zijn talloze verhalen verteld. Een van die verhalen heet the lady of the Lake. En dat verhaal is zó schitterend dat latere kunstenaars die voortdurend opnieuw gebruiken. Walter Scott, de Engelse schrijver, geeft Ellen in 1810 het woord in drie gedichten. Het succes is ongekend. Binnen een paar maanden worden 8000 exemplaren van verkocht. Weldra bereikt het werk heel Europa. Amper vijftien jaar later zet Franz Schubert de drie gedichten van Walter Scott op muziek. We gaan zo meteen het eerste gedicht van Ellen horen. Wat vertellen deze gedichten, gebaseerd op de Arthur legende? Koning James reist incognito door het land. Hij verdwaalt. Zijn paard struikelt en sterft. Hij roept om hulp, en wordt gehoord door de beeldschone Ellen, de lady of the lake, in haar bootje op het 3
26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
meer. De koning is onmiddellijk verliefd op de jonge vrouw. Ze neemt hem mee naar haar huis, een luxueus verblijf, met mooi houten meubilair en dierenvachten. Na een rijke dis, wordt er verder de hele avond gepraat. In de aanwezigheid van een soort gouvernante. Wat de twee met elkaar bespreken is niet duidelijk. Wel blijkt dat Ellen intuïtief aanvoelt waar de koning naar verlangt: rust, warmte, liefde. Toch voelt de koning (nog steeds incognito) een soort 'onraad'. Zoveel luxe op een afgelegen eilandje, dat moet wel te maken hebben met een van de vijandige clan-hoofden die hem naar het leven staan. Van haar kant voelt Ellen dat de gast niet zomaar iemand is. Als de avond vordert, vertelt Ellen dat het wel een beetje saai is op het eiland, ver van steden en paleizen. Maar ze leidt een leven dicht bij de natuur, en vermaakt zich verder door te zingen op de begeleiding van een blinde harpist die daar ook in huis woont. En haar 'hobby' is …. rond dolende ridders betoveren met haar zang. In die sferen zingt ze haar 'eerste gezang' voor haar gast die moe, verdwaald en verward is. Ze zingt over uitrusten, stoppen met bang zijn, ophouden met vechten. Ze zingt over kalmte en vrede, met een erotische ondertoon. Ze zingt over een verborgen verlangen naar vrede. Later, in het tweede gedicht, komt er een einde aan die rust. Oorlog blijkt onvermijdelijk te zijn. Met andere woorden: die rust was maar schijn. Het verborgen verlangen naar vrede en rust zal altijd een verlangen blijven die door de harde werkelijkheid wordt ingehaald. In het derde gedicht heft Ellen uiteindelijk een intense bede om vrede aan. Een aantal mannen die haar dierbaar zijn, onder anderen haar vader, verlaten het eiland op weg naar het slagveld. Zal ze hen ooit terugzien? Canto drie kennen we nu als de Ave Maria van Schubert. Hier komt het verborgen verlangen uit canto 1 volledig aan het licht. Als een gebed om vrede. Alles speelt zich af in de Toverhal. Hier vinden het diner en het gesprek plaats. Hier zingt Ellen haar liederen die switchen van rust naar onrust, van ontmoediging naar hoop. Daarom heet deze plaats een toverplaats. Dezelfde mensen ervaren dezelfde werkelijkheid dan met een rustig dan met een onrustig gemoed. Hun perspectief op de werkelijkheid wisselt steeds, de sfeer waarin ze elkaar tegemoet treden verandert voortdurend. Als bij toverkracht. I Met andere woorden, dat ideale plaats waar vrede heerst, waar alle acteurs van het verhaal in het verborgene naar verlangen, is geen utopische, geheimzinnige plek in het hiernamaals. Het is hier, in de toverhal, daar waar de mensen elkaar ontmoeten. Daar worden perspectieven geopend die leiden tot een plaats van vrede en rust. In christelijke termen, heet die plaats het Koninkrijk Gods.
4 26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Om met Lucas te spreken: En men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het”, of “Daar is het!”. Maar weet wel: het Koninkrijk Gods ligt binnen uw bereik. (Lucas 17: 21) De rust en de vrede die Ellen de vermoeide koning aanbiedt, lijkt inderdaad onder handbereik. Voor wie zich er naar richten wil. Ik lees u de Nederlandse vertaling voor: Ellens gezang I Franz Schubert: Ellen’s erster Gesang D. 837 Op. 52 nr. 1 (op tekst van Adam Storck, gebaseerd op Walter Scott, The lady of the Lake) Rust nu, krijger! 't Is voorbij. Niets zal hier je rust verbreken, Droom niet meer van woeste strijd, Niet van angst en slaan en wreken. In betoverende zalen Zal een lieflijk slaapgezang Om je moede hoofd heen dwalen Je bedwelmen, zoet en lang. Feeën gaan mooie bloemen halen Uit een wereld vol magie, Laten z' op jouw rustbed dalen Als een sluimerliturgie. Rust nu, krijger! 't Is voorbij. Niets zal hier je rust verbreken, Droom niet meer van woeste strijd, Niet van angst en slaan en wreken. Trommels zullen hier niet razen, Geen geschreeuw meer en geweld, En geen doodshoorns zal men blazen, Niemand die je slapend kwelt. Geen gestamp van wilde paarden, Niet de angstschreeuw van de wacht, Krijgsgetier noch klank van zwaarden Storen hier jouw stille nacht. 5
26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam
Maar de leeuw'rik treft je oren, Sjirpend boven 't brake land, En de roerdomp zul je horen Bonkend aan de waterkant. Rust nu, krijger! 't Is voorbij. Niets zal hier je rust verbreken, Droom niet meer van woeste strijd, Niet van angst en slaan en wreken. Muziek: Franz Schubert, Ellen’s Gesand I (Raste Krieger). Gezongen door Elly Ameling. http://www.youtube.com/watch?v=XNuoTSphW-Y
6 26 januari 2014 C.M.G. Berkvens-Stevelinck, predikant Remonstrantse Gemeente Rotterdam