PERSBERICHT Brussel/Utrecht, 18 mei 2011 07:30 CET Gereglementeerde informatie - Resultaten eerste kwartaal 2011 Verbeterde financiële resultaten in alle verzekeringssegmenten
Nettowinst verzekeringsbedrijf EUR 134 miljoen, +44%
Combined ratio op 102,6%, t.o.v. 110,5%
Bruto premie-inkomen EUR 4,8 miljard, -3%
Vermogen onder beheer EUR 78,5 miljard, +1% t.o.v. eind 2010
Netto groepsverlies van EUR 154 miljoen
Nettoverlies Algemene Rekening van EUR 288 miljoen, RPN(I)-verplichting EUR 257 miljoen hoger
Totale solvabiliteitsratio op 201%1, eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders gedaald van EUR 8,2 miljard tot EUR 7,4 miljard
Voornamelijk negatieve ontwikkeling van de niet-gerealiseerde meer- en minwaarden op de vastrentende portefeuille
CEO Bart De Smet: “Wij zijn het jaar begonnen met aanzienlijk betere financiële en operationele resultaten dan vorig jaar in alle verzekeringssegmenten, met verdere ruimte voor verbetering op een aantal terreinen. Het eerste kwartaal wordt traditioneel beschouwd als een zeer uitdagend kwartaal. Desondanks toonden de combined ratio’s van onze Britse en Belgische Niet-levenactiviteiten, vooral in Auto, een positieve ontwikkeling, in lijn met onze objectieven. Dit weerspiegelt de corrigerende maatregelen die in de afgelopen kwartalen zijn genomen. Het herstel in Brand verliep enigszins trager door de strenge winteromstandigheden. De winstgevendheid van onze Levenactiviteiten hield goed stand gedreven door de resultaten in Azië en Continentaal Europa, terwijl België de voornaamste bijdrage blijft leveren. De commerciële resultaten waren globaal in lijn met de verwachtingen: de verdere ontplooiing van Tesco Underwriting in het Verenigd Koninkrijk resulteerde in een hoger premie-inkomen in Niet-Leven. Het premie-inkomen Leven in Azië bleef vrijwel stabiel en consolideerde zich op het recordniveau van vorig jaar. Continentaal Europa noteerde een premiedaling. De Algemene Rekening wordt gekenmerkt door een fors hogere reële waarde van de RPN(I)-verplichting ten gevolge van de hogere waardering van de CASHES, waardoor het groepsresultaat negatief uitkwam. Op basis van deze resultaten kunnen wij onze verwachtingen voor het volledige jaar herbevestigen met een premie-inkomen dat ten minste gelijk moet zijn aan dat van 2010 en een verwacht verbeterd financieel resultaat van onze verzekeringsactiviteiten, onder voorbehoud van belangrijke gebeurtenissen buiten onze controle. Het resultaat van de Algemene Rekening blijft naar verwachting volatiel, zoals in het afgelopen kwartaal opnieuw is gebleken. Samenvattend is dit eerste kwartaal een bemoedigend begin van het jaar, met nog veel werk voor de boeg en het engagement van het management om het nog beter te doen in de komende kwartalen.”
1
Volgens Ageas’s benadering van beschikbaar kapitaal
Your partner in Insurance PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
1
in miljoenen EUR Q1 11
Q1 10**
FY 10
Premie-inkomen (incl. niet-geconsolideerde partnerships)
4.832,0
5.002,0
17.943,0
- waarvan premie-inkomen van niet-geconsolideerde partnerships
1.665,0
1.741,0
5.758,0
Nettowinst verzekeringen voor minderheidsbelangen
179,6
129,4
533,5
- België
110,5
85,7
355,0
- Verenigd Koninkrijk
3,2
- 2,6
- 23,4
- Europa
35,7
25,8
108,4
- Azië
30,2
20,5
93,5
134,5
93,6
391,3
Nettowinst verzekeringen toewijsbaar aan de aandeelhouders - België
81,6
63,8
263,5
4,9
- 2,0
- 16,8
- Europa
17,8
11,3
51,1
- Azië
30,2
20,5
93,5
Nettowinst Algemeen (incl. eliminaties)
- 288,1
- 294,7
- 168,2
- Nettowinst Algemeen excl. waarde calloptie
- 290,1
- 74,7
102,8
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
- 153,6
- 201,1
223,1
- Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders excl. waarde calloptie
- 155,6
18,9
494,1
- Verenigd Koninkrijk
Beheerd vermogen (in miljarden EUR) Operationele kosten Leven/beheerd vermogen Leven Combined ratio Totale solvabiliteitsratio Verzekeringen
78,5
75,4
78,1
0,48%
0,51%
0,53%
102,6%
110,5%
107,3%
201%
227%
227%
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (in miljoenen)
2.583
2.475
2.482
Winst per aandeel (in EUR)
- 0,06
- 0,08
0,09
- Winst per aandeel excl. waarde calloptie (in EUR)
- 0,06
- 0,02
0,20
Eigen vermogen
7.446
8.641
8.247
- Eigen vermogen excl. waarde calloptie
6.835
8.206
7.638
Netto eigen vermogen per aandeel (in EUR)
2,88
3,49
3,19
- Netto eigen vermogen per aandeel excl. waarde calloptie (in EUR)
2,65
3,32
2,96
-
-
0,08
Rendement op eigen vermogen *)
3,1%
11,9%
2,5%
- Rendement op eigen vermogen excl. waarde calloptie
4,9%
6,7%
2,7%
Dividend per aandeel (in EUR)
* Het rendement op het eigen vermogen is berekend op basis van twaalfmaandswinsten en een voortschrijdend gemiddeld nettovermogen van vier kwartalen. Eerdere zesmaandsperiodes berekend als voortschrijdend gemiddelde op basis van nettowinst over zes maanden - ** Resultaten eerste kwartaal 2011 herzien voor de introductie van de nieuwe boekhoudkundige principes in China midden 2010.
PERSBERICHT 18 mei 2011 Resultaten eerste kwartaal 2011 Meer informatie: INVESTOR RELATIONS Frank Vandenborre +32 (0)2 557 57 33
[email protected] Koen Devos +32 (0)2 557 57 35
[email protected] MEDIA Kathleen Steel +32 (0)2 557 57 37
[email protected]
Inhoud Hoofdpunten .............................................................................................................................................. 3 Verzekeringen ........................................................................................................................................... 3 Algemene Rekening .................................................................................................................................. 5 Groep......................................................................................................................................................... 6 Beschrijving van de bedrijfssegmenten ..................................................................................................... 7 België .................................................................................................................................................. 7 Verenigd Koninkrijk ........................................................................................................................... 10 Continentaal Europa ......................................................................................................................... 13 Azië ................................................................................................................................................... 16 Algemene Rekening.......................................................................................................................... 19 Beleggingsportefeuille en vermogenspositie..................................................................................... 24 Disclaimer................................................................................................................................................ 26 Bijlagen.................................................................................................................................................... 27 Bijlage 1 : Geconsolideerde balans op 31 maart 2011............................................................................ 27 Bijlage 2 : Resultatenrekening................................................................................................................. 28 Bijlage 3 : Vergelijkbare premiegegevens ............................................................................................... 29 Bijlage 5 : Solvabiliteit per regio .............................................................................................................. 32 Bijlage 6 : Overheidsobligatieportefeuille op 31 maart 2011................................................................... 33
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
2
Hoofdpunten De resultaten van Ageas over het eerste kwartaal van 2011 tonen een verbetering van de financiële resultaten in alle verzekeringssegmenten. Zoals verwacht vertoonde het premie-inkomen een lichte daling tot EUR 4,8 miljard (-3%). Een positieve factor was de sterke groei in het Verenigd Koninkrijk dankzij de verdere uitbouw van Tesco Underwriting. Deze kon de lagere volumes, voornamelijk van koopsompolissen in Portugal, Luxemburg en China echter niet volledig compenseren. Het netto groepsresultaat over het eerste kwartaal bedraagt EUR 154 miljoen negatief, bestaande uit een nettowinst van EUR 134 miljoen in het verzekeringsbedrijf en een nettoverlies van EUR 288 miljoen in de Algemene Rekening. In het verzekeringsbedrijf zijn de financiële resultaten van zowel Leven als Niet-Leven verbeterd ten opzichte van vorig jaar, vooral dankzij de verbetering van het operationele resultaat in Niet-Leven, in het bijzonder Auto. Brandverzekeringen kregen af te rekenen met de uitlopers van het strenge winterweer aan het eind van 2010. Het Levenbedrijf toonde een degelijk resultaat in alle segmenten, voornamelijk in Portugal en de Aziatische landen. Het resultaat van de Algemene Rekening werd gekenmerkt door een forse toename van de reële waarde van de RPN(I)-verplichting, die hoofdzakelijk voortvloeide uit de gestegen marktwaarde van de CASHES en de lagere spreads op schuldinstrumenten zonder vaste einddatum. Het totale eigen vermogen is gedaald van EUR 8,2 miljard eind 2010 tot EUR 7,4 miljard eind maart, ofwel EUR 2,88 per aandeel. Dit was voornamelijk het gevolg van een stijging van de niet-gerealiseerde minwaarden op de vastrentende beleggingen, het negatieve groepsresultaat van het kwartaal en de negatieve ontwikkeling van de wisselkoersreserve. Hierdoor daalde ook de totale solvabiliteitsratio van 227% eind 2010 tot 201%, al bleef deze nog steeds ruim boven de minimum kapitaalvereisten.
Verzekeringen Solide resultaten Leven, sterk verbeterd resultaat Niet-Leven in een traditioneel moeilijk eerste kwartaal De nettowinst na minderheidsbelangen van het verzekeringsbedrijf van Ageas bedroeg EUR 134 miljoen, vergeleken met EUR 94 miljoen vorig jaar. Dit laatste bedrag omvat een positieve effect van EUR 8 miljoen in Azië door de invoering van nieuwe boekhoudkundige principes in China. De resultaatverbetering wordt gedragen door een goed Levenresultaat en een aanzienlijk beter Niet-Levenresultaat in België en het Verenigd Koninkrijk ondanks de stijgende kosten van schades van voorgaande jaren in Brandverzekeringen. Het nettoresultaat kan worden uitgesplitst in een nettowinst van EUR 82 miljoen in België, EUR 5 miljoen in het Verenigd Koninkrijk, EUR 18 miljoen in Continentaal Europa en EUR 30 miljoen in Azië. Het Levenbedrijf behaalde een solide nettowinst van EUR 106 miljoen, ten opzichte van EUR 100 miljoen in 2010. De sterke bijdrage van alle Aziatische Levenactiviteiten en van Portugal, dat profiteerde van hogere marges op beleggingen, boden ruimschoots compensatie voor de lagere resultaten in
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
België. Een lager netto beleggingsrendement en de nieuwe heffing die de overheid met ingang van 1 januari 2011 oplegt aan de verzekeringssector hebben de nettowinst in België doen dalen. Het Niet-Levenbedrijf behaalde een positief nettoresultaat van EUR 25 miljoen, ten opzichte van een nettoverlies van EUR 10 miljoen vorig jaar waarbij dit laatste deels te wijten was aan weergerelateerde gebeurtenissen in België. Alle segmenten droegen bij aan dit resultaat, maar vooral België en Azië. De operationele resultaten verbeterden sterk in alle segmenten dankzij de corrigerende maatregelen, getroffen in 2009 en 2010 en zijn vooral zichtbaar in Autoverzekeringen. Bij Brandzekeringen werd het resultaat helaas gedrukt door schadekosten uit voorgaande jaren, voor een bedrag na belasting van EUR 11,6 miljoen. Dit was het gevolg van stijgende kosten voor waterschade, verbonden aan de zware weersomstandigheden van eind 2010. In Azië droeg Maleisië sterk bij aan het positieve resultaat dankzij goede beleggingsinkomsten en EUR 3 miljoen eenmalige belastingteruggaven.
3
De combined ratio van de groep verbeterde van 110,5% in het eerste kwartaal van vorig jaar tot 102,6% dit jaar. In België ging de combined ratio van 113,7% naar 100,9%, vooral dankzij een zeer sterke combined ratio van 94.9% in Auto. In het Verenigd Koninkrijk verbeterde de combined ratio van 110,2% tot 106,0%. Evenals in België deden Autoverzekeringen het goed, met een combined ratio van 100,3%, maar Brandverzekeringen hadden te lijden van hoge schadeclaims uit voorgaande jaren, die de combined ratio met 17,9% deden stijgen tot 121,9%. Exclusief arbeidsongevallen bedroeg de combined ratio van de groep in het eerste kwartaal 102,3%, tegen 108,9% in het eerste kwartaal van 2010. Het segment Overige verzekeringen, de distributieactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk, droeg EUR 4,0 miljoen bij, een lichte stijging vergeleken met vorig jaar (EUR 3,6 miljoen). Dit omvat een nettowinst van EUR 1,5 miljoen van de in juli 2010 overgenomen Kwik Fit Insurance Services (KFIS), na aftrek van EUR 1,2 miljoen afschrijvingen op immateriële activa. Eind maart 2011 maakte Ageas de overname bekend van Castle Cover, een Britse tussenpersoon die zich heeft gespecialiseerd in verzekeringen voor 50-plussers, waarmee de tweede plaats van Ageas in dit snelgroeiende marktsegment wordt geconsolideerd. Eenmalige overnamekosten van EUR 1,0 miljoen hiervoor zitten in het nettoresultaat begrepen. Premie-inkomen gedaald in Leven, gestegen in Niet-Leven Het totale bruto premie-inkomen bedroeg in het eerste kwartaal EUR 4,8 miljard, een daling van 3% ten opzichte van vorig jaar (EUR 5,0 miljard). Dit is met inbegrip van EUR 1,7 miljard uit de niet-geconsolideerde partnerships in Azië op basis van 100%, een daling van 4% vergeleken met vorig jaar. Tegen constante wisselkoersen zou het premie-inkomen met 9% zijn afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het premie-inkomen Leven, met inbegrip van de nietgeconsolideerde partnerships op basis van 100%, kwam uit op EUR 3,6 miljard, 11% lager dan vorig jaar. Behalve in België, waar de verkoop stabiel bleef dankzij een succesvolle verkoopcampagne via het bankkanaal, liepen de markten in Continentaal Europa en Azië enigszins terug. In lijn met de trend die zich reeds in de tweede helft van 2010 aftekende, beïnvloed de moeilijke macro-economische omgeving nog steeds het premie-inkomen in Portugal (-34%), vooral bij de spaarproducten. In Luxemburg is het premie-inkomen eveneens fors gedaald (-38%), maar ten opzichte van een recordinkomen in het eerste kwartaal van 2010 en gedreven door de Europese Spaarrichtlijn. In Azië liep het premie-
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
inkomen met 5% terug, maar bleef het afgelopen kwartaal het op één na beste kwartaal. De vorig jaar gehouden verkoopcampagnes van koopsompolissen hadden een bijzonder hoog premie-inkomen opgeleverd. Dit jaar is de aandacht gericht op inkomen uit periodieke premieproducten. Het premie-inkomen bij de geconsolideerde entiteiten lag 3% lager dan vorig jaar (EUR 3,1 miljard in het eerste kwartaal van 2011 tegenover EUR 3,2 miljard in 2010). In Niet-Leven namen de brutopremies toe met 27% tot EUR 1,2 miljard (tegen EUR 971 miljoen vorig jaar), gestuurd door de activiteiten in het Verenigd Koninkrijk. Het Britse premieinkomen bedroeg EUR 471 miljoen, +81%, dankzij de consolidatie van Tesco Underwriting, dat midden oktober van start ging en de premie-groei van 21% bij Ageas Insurance Limited. Het inkomen van Tesco Underwriting in het eerste kwartaal bedroeg EUR 156 miljoen, ofwel EUR 257 miljoen sinds de opstart. In België ging het premie-inkomen met 6% omhoog, mede dankzij de combinatie van hogere volumes (4%) en gestegen tarieven (2%). In Continentaal Europa, en met name in Portugal, versterkte Médis haar marktpositie in ziekteverzekeringen verder in een stagnerende markt. Het premie-inkomen in Italië bleef stabiel ondanks de forse maatregelen die waren genomen om de winstgevendheid bij Autoverzekeringen te verbeteren. In Azië deden de Nietlevenactiviteiten in zowel Maleisië als Thailand het goed, met een totale groei van 17%. Het totale vermogen onder beheer van de geconsolideerde entiteiten en met inbegrip van Niet-Leven bedroeg EUR 78,5 miljard, ten opzichte van EUR 78,1 miljard eind 2010. Het vermogen onder beheer Leven van de geconsolideerde activiteiten steeg in alle segmenten naar EUR 73,0 miljard, vrijwel stabiel ten opzichte van eind 2010 en 4% hoger dan eind maart 2010. Het vermogen onder beheer Leven van de niet-geconsolideerde partnerships (Azië) bedroeg EUR 15,0 miljard. Het vermogen onder beheer Niet-Leven steeg met 12%, van EUR 5,0 miljard eind maart 2010 tot EUR 5,6 miljard eind maart 2011.
4
Stabiele samenstelling beleggingsportefeuille, nietgerealiseerde meerwaarden op vastrentende waarden lijden onder toenemende spreads De onder IFRS als ‘voor verkoop beschikbaar’ gerapporteerde beleggingsportefeuille van Ageas, inclusief het tegen reële waarde gewaardeerd vastgoed, daalde van EUR 59,8 miljard eind 2010 tot EUR 58,7 miljard per 31 maart 2011. De waardedaling van de vastrentende waarden, met inbegrip van zowel overheids- als bedrijfsobligaties werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd door nieuwe productie. De samenstelling per vermogenscategorie bleef stabiel ten opzichte van eind 2010. Bijna 90% blijft belegd in vastrentende waarden, 4% in aandelen en de rest in vastgoed. Van de totale obligatieportefeuille valt 97% in de categorie ‘investment grade’ en heeft bijna 90% van de portefeuille een rating van A of hoger. De bruto niet-gerealiseerde meer- en minwaarden op de totale beleggingsportefeuille ontwikkelden zich van een nietgerealiseerde meerwaarde van EUR 1,1 miljard eind 2010 tot een nagenoeg nulresultaat eind maart 2011. Dit is volledig toe te schrijven aan een niet-gerealiseerde minwaarde op vastrentende waarden van EUR 1,2 miljard eind maart tegenover een niet-gerealiseerde minwaarde van EUR 49 miljoen eind 2010, een verslechtering die zich bij zowel bedrijfs- als overheidsobligaties voordeed. Deze negatieve ontwikkeling is een gevolg van wijder wordende spreads en gestegen rentetarieven, met grote invloed op de waarde van de beleggingen in overheidspapier in België, Portugal, Duitsland en Frankrijk. De totale brutopositie in Zuid-Europese overheidsobligaties bleef in vergelijking tot eind 2010 redelijk stabiel op EUR 8,7 miljard (tegen de geamortiseerde kostprijs gewaardeerd). Rekening houdend met de minderheidsbelangen in België en Portugal, komt dit overeen met een nettopositie van EUR 6 miljard. De brutopositie in Ierse overheidsobligaties bleef eveneens stabiel op EUR 0,6 miljard tegen geamortiseerde kostprijs.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
Algemene Rekening Het nettoresultaat van de Algemene Rekening bedroeg in het eerste kwartaal EUR 288 miljoen negatief, als gevolg van een stijging van EUR 257 miljoen van de reële waarde van de RPN(I)-verplichting ten opzichte van eind 2010. De voornaamste reden is een stijging van de marktwaarde van de CASHES van 50% eind 2010 tot 63% eind maart. De reële waarde van de RPN(I)-verplichting bedroeg eind maart 2011 EUR 722 miljoen. De periodieke herwaardering van de calloptie op aandelen BNP Paribas leverde een waarde op van EUR 611 miljoen, vrijwel stabiel ten opzichte van eind 2010. Een hogere koers van het aandeel BNP Paribas werd gecompenseerd door een lagere volatiliteit en een hogere marktconsensus met betrekking tot het dividendrendement van BNP Paribas. Het nettoresultaat onder IFRS van Royal Park Investments (RPI) bedroeg in het eerste kwartaal EUR 12 miljoen negatief, vooral te wijten aan een negatieve impact van wisselkoersen. De waarde van de deelneming, met inbegrip van de wijzigingen in de reële waarde van de renteswaps, vertoonde een lichte daling van EUR 933 miljoen tot EUR 913 miljoen. 0verige posten van de Algemene Rekening betreffen een meerwaarde van EUR 5 miljoen die deels werd tenietgedaan door een netto rentelast van EUR 2 miljoen. De totale operationele lasten bedroegen EUR 12 miljoen, een daling van 12% vergeleken met vorig jaar. Voorwaardelijke verplichtingen Voor het volledige overzicht van de ‘Voorwaardelijke verplichtingen’ wordt verwezen naar noot 28 van het Geconsolideerd Tussentijds Financieel Verslag per 31 maart 2011. Sinds de publicatie van Ageas’s Jaarverslag op 17 maart 2011 zijn er geen nieuwe elementen van materiële betekenis te vermelden.
5
Groep Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders gedaald naar EUR 2,88 per aandeel Het eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders bedroeg op 31 maart 2011 EUR 7,4 miljard (EUR 2,88 per aandeel) in vergelijking met EUR 8,2 miljard (EUR 3,19 per aandeel) eind 2010. De daling van het eigen vermogen is het gevolg van de verslechtering van de netto niet-gerealiseerde min- en meerwaarden met EUR 0,5 miljard ten opzichte van einde 2010, van het negatieve kwartaalresultaat en van de lagere wisselkoersreserve. Solvabiliteit blijft solide Het totaal beschikbare kapitaal van Ageas bedroeg eind
De netto kaspositie van de Algemene Rekening op 31 maart 2011, uitgaande van een volledige aflossing van het European Medium Term Notes (EMTN) programma en inclusief kortlopende deposito’s bij banken, bedroeg EUR 2,1 miljard (EUR 2,2 miljard eind 2010). Het niveau van het discretionair kapitaal daalde van EUR 0,5 miljard eind 2010 tot EUR 0,2 miljard aan het eind van het eerste kwartaal. Deze daling was hoofdzakelijk te wijten aan de toegenomen reële waarde van de RPN(I)-verplichting en de overname van het Britse Castle Cover eind maart 2011 .
maart 2011 EUR 7,8 miljard in vergelijking met EUR 8,6 miljard eind 2010. Dit bedrag ligt EUR 4,7 miljard hoger dan het totale wettelijk vereiste minimum voor de verzekeringsactiviteiten, inclusief het beschikbare kapitaal binnen de Algemene Rekening (EUR 1,6 miljard). Het totale beschikbare kapitaal van de verzekeringsactiviteiten bedroeg EUR 6,1 miljard; het wettelijk vereiste minimum bleef stabiel op EUR 3,1 miljard met een solvabiliteitsratio voor de wereldwijde verzekeringsactiviteiten van 201% tot gevolg, in vergelijking met 227% eind vorig jaar. De daling van de solvabiliteit vloeit voort uit de lagere solvabiliteit in België (177%) en Continentaal Europa (198%) als gevolg van de beduidend hogere niet-gerealiseerde minwaarden op vastrentende waarden. In het Verenigd Koninkrijk nam de solvabiliteitsratio af tot 247% onder invloed van de toevoeging van de activiteiten van Tesco.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
6
Beschrijving van de bedrijfssegmenten België Resultatenrekening - Leven België – Leven - in miljoenen EUR Brutopremies Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling Bruto premie-inkomen Leven Operationele kosten
Q1 11
Q1 10
1.222,1
1.109,2
Mutatie 10%
88,4
206,3
- 57%
1.310,5
1.315,5
- 0%
- 45,5
- 43,8
4% - 29%
Technisch resultaat
65,0
91,7
Toegerekende meerwaarden
15,9
12,3
29%
Operationele marge
80,9
104,0
- 22%
Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten
37,5
24,8
52%
Winst voor belastingen
118,4
128,8
- 8%
Winstbelastingen
- 15%
- 28,1
- 33,0
Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen
23,7
23,8
- 1%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
66,6
72,0
- 8%
België – Niet-leven - in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen Niet-leven
511,1
483,0
6%
Operationele kosten
- 68,8
- 66,1
4%
23,2
- 22,8
*
1,3
3,1
- 57%
24,5
- 19,7
*
4,6
3,1
48%
Winst voor belastingen
29,1
- 16,6
*
Winstbelastingen
- 8,9
6,5
*
Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen
5,2
- 1,9
*
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
15,0
- 8,2
*
Resultatenrekening - Niet-leven
Technisch resultaat Toegerekende meerwaarden Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten
Resultatenrekening Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen
1.821,6
1.798,5
1%
Operationele kosten
- 114,3
- 109,9
4%
81,6
63,8
28%
België – in miljoenen EUR
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
7
Premie-inkomen stabiel op EUR 1.8 miljard
Premie-inkomen Leven stabiel op EUR 1,3 miljard; Hogere verkoop van spaarproducten tenietgedaan door een lagere vraag naar unit-linked producten
Brutopremies Niet-Leven 6% omhoog naar EUR 0,5 miljard ingevolge tariefverhogingen en volumegroei
Nettowinst na minderheidsbelangen van EUR 82 miljoen (EUR 64 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Nettoresultaat Leven gedaald door lager netto beleggingsrendement, maar nog steeds solide Niet-Leven hersteld ondanks aanzienlijk aantal schadeclaims gerelateerd aan het winterweer in Brand
Vermogen onder beheer Leven EUR 48,5 miljard (EUR 48.2 miljard eind 2010)
Stijging door nieuwe productie bij spaarproducten en Leven Groep
Totale combined ratio 100.9% (113,7% in eerste kwartaal 2010)
Verbeterde schaderatio, vooral toe te schrijven aan sterke resultaten in Auto Combined ratio Brandverzekeringen 116,7%, in nasleep van de winteromstandigheden eind 2010 Combined ratio exclusief arbeidsongevallen 100,1% (110,8% in eerste kwartaal 2010)
Het totale bruto premie-inkomen kwam uit op EUR 1,8
In totaal zijn de operationele kosten met circa 4% gestegen
miljard, 1% hoger dan vorig jaar. Op commercieel gebied werd het eerste kwartaal gekenmerkt door stevige resultaten in zowel Leven als Niet-Leven. Het premie-inkomen Leven werd gevoed door succesvolle spaarcampagnes via het bankkanaal, terwijl de verkoop van unit-linked producten een daling vertoonde. Het premie-inkomen Niet-Leven steeg door een combinatie van volumegroei en tariefverhogingen.
tot EUR 114 miljoen. Deze stijging is deels toe te schrijven aan kosten die verband houden met het ‘Solvency-II’ project en aan geïndexeerde personeelskosten. De kostenratio in Leven als percentage van het vermogen onder beheer bleef stabiel op 0,38%, waarbij het gestegen vermogen onder beheer de hogere kosten compenseerde. De kostenratio in Niet-Leven verbeterde van 17% tot 16,8%.
De nettowinst na minderheidsbelangen steeg met 28% tot
Leven
EUR 82 miljoen (tegen EUR 64 miljoen in het eerste kwartaal van 2010). Met een verbetering van EUR 23 miljoen komt Niet-Leven weer op winst uit (EUR 15 miljoen), terwijl het Levenresultaat met 8% afnam tot EUR 67 miljoen. Niet-Leven profiteerde van een beter technisch resultaat in Auto en een positieve afloop van de schades van voorgaande jaren bij Arbeidsongevallen. Bij Brandverzekeringen werd een verbetering in de zware schadegevallen deels tenietgedaan door de kosten van schadeclaims in verband met de strenge winteromstandigheden eind 2010 en begin 2011. Leven boekte een solide resultaat, al werd dit gedrukt door een lager beleggingsrendement ingevolge de herstructurering van de beleggingsportefeuille die in 2010 werd doorgevoerd. De nieuwe heffing op spaarproducten door de overheid bedroeg bruto EUR 10 miljoen (EUR 5 miljoen na belastingen en minderheidsbelangen). Deze negatieve factoren werden deels gecompenseerd door gerealiseerde meerwaarden op aandelen en obligaties.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
Het premie-inkomen Leven kwam uit op EUR 1,3 miljard, vrijwel stabiel ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het premie-inkomen Individueel Leven bedroeg EUR 1,1 miljard. Dit kwam neer op een lichte stijging (ten opzichte van EUR 1,0 miljard in het eerste kwartaal van 2010), waarbij de hogere verkoop van spaarproducten deels werd tenietgedaan door een verminderde vraag naar unit-linked producten. Het premie-inkomen via het bankkanaal bedroeg EUR 836 miljoen dankzij de spaarproducten die profiteerden van een verhoging van de gegarandeerde rentevoet van 2,25% tot 2,75% met ingang van 1 januari 2011. Het premie-inkomen via het makelaarskanaal steeg met 3% naar EUR 216 miljoen, ook voornamelijk door de verkoop van spaarproducten met rentegarantie. Groepsverzekeringen Leven noteerden EUR 258 miljoen, ten opzichte van EUR 271 miljoen vorig jaar (-5%) door tijdsverschillen bij de betaling van kwartaalpremies voor een aantal bedrijfs- en sectoriële plannen.
8
Het vermogen onder beheer Leven steeg naar EUR 48,5
Het technische resultaat steeg van EUR 23 miljoen negatief
miljard (+1%), vergeleken met EUR 48,2 miljard eind vorig jaar. Het vermogen onder beheer uit niet unit-linked activiteiten gaf een lichte stijging te zien tot EUR 42,0 miljard. Unit-linked vermogen onder beheer daalde met 2% tot EUR 6,5 miljard ten gevolge van een lagere verkoop, meer afkopen in open-ended fondsen en een ongunstige waardering van obligatiefondsen als gevolg van de stijgende rente.
rendement als gevolg van verschuivingen in de beleggingsportefeuille in 2010 en de nieuwe overheidsheffing op spaarproducten. Solide risicomarges en stijgende volumes zorgden voor enige compensatie.
vorig jaar naar EUR 23 miljoen positief. Het resultaat van vorig jaar omvatte de kosten van de winterstorm Xynthia. Auto- en arbeidsongevallenverzekeringen lieten in het eerste kwartaal een forse verbetering zien. De gevolgen van de strenge winter aan het eind van 2010 en het begin van 2011 beïnvloedden de Brandverzekeringen; ingestorte daken als gevolg van sneeuwdruk en waterschade drukten het nettoresultaat met EUR 9 miljoen. De sterke resultaten bij Autoverzekeringen zijn het resultaat van tariefverhogingen en aanpassingen aan de productkenmerken in de afgelopen kwartalen, alsmede van een verbetering van de schadefrequentie. Arbeidsongevallen profiteerde van een positief schaderesultaat uit voorgaande jaren.
De nettowinst bedroeg EUR 67 miljoen, een daling ten
De combined ratio bedroeg 100,9%, vergeleken met 113,6%
opzichte van EUR 72 miljoen in 2010 (-8%). Dit negatieve verschil komt voort uit een lager beleggingsrendement als gevolg van de herstructurering van de beleggingsportefeuille
vorig jaar. Exclusief arbeidsongevallen bedroeg de combined ratio 100,1%, tegen 110,8% vorig jaar. Aanhoudende tariefverhogingen in alle segmenten leidden tot een resultaatverbetering, vooral bij Autoverzekeringen, die echter deels werd overschaduwd door hogere kosten van schadeclaims bij Brandverzekeringen. De tarieven voor arbeidsongevallenverzekeringen zijn met ingang van 1 januari 2011 verhoogd. De operationele resultaten zijn verbeterd dankzij een positieve afwikkeling van schades uit voorgaande jaren, maar deze business heeft nog steeds te lijden van een hoog aantal schadeclaims voor blijvende arbeidsongeschiktheid. Het positieve resultaat in Auto vertaalde zich ook in een verbetering van de combined ratio van 112,6% tot 94,9%. Bij Brandverzekeringen bedroeg de combined ratio 116,7%, ten opzichte van 123,1% vorig jaar, terwijl de combined ratio bij Arbeidsongevallenverzekeringen op 106,8% uitkwam, tegen 134,3% in 2010.
Het technische resultaat werd beïnvloed door een lager
in 2010, dat deels werd gecompenseerd door de meerwaarden op aandelen en obligaties. Daarnaast werd de overheidsheffing van 0,15% op het vermogen onder beheer Leven (behalve de tweede pijler) op 1 januari 2011 van kracht; deze had een bruto effect van EUR 10 miljoen (EUR 5 miljoen na belastingen en minderheidsbelangen).
Niet-Leven De brutopremies bedroegen EUR 511 miljoen, een toename van 6% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Vooral bij Auto (+8%) en Brand (+9%) deed zich een sterke groei van het premie-inkomen voor, zowel via het bank- als het makelaarskanaal. Het premie-inkomen via het makelaars- en bankkanaal bedroeg respectievelijk EUR 372 miljoen (+7%) en EUR 70 miljoen (+11%). Het premie-inkomen uit ziekteverzekeringen bedroeg EUR 69 miljoen, een daling met EUR 4 miljoen ofwel 3% vergeleken met vorig jaar. Dit is toe te schrijven aan bijzonder hoge premies in arbeidsongeschiktheid vorig jaar. De totale stijging is het resultaat van een combinatie van tariefverhogingen en volumegroei. De premies bij Autoverzekeringen stegen met 8%, waarvan 4,5% ingevolge tariefverhogingen. Inclusief een tariefverhoging van 4% nam het premie-inkomen in Brandverzekeringen toe met 9%.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
De nettowinst bedroeg EUR 15 miljoen, een sterke verbetering ten opzichte van vorig jaar (EUR 8 miljoen negatief ).
9
Verenigd Koninkrijk Resultatenrekening - Leven Q1 11
Q1 10
Mutatie
10,3
4,9
*
Bruto premie-inkomen Leven
10,3
4,9
*
Operationele kosten
- 6,9
- 5,3
28%
Technisch resultaat
- 1,4
- 1,3
9%
- 1,4
- 1,3
9% - 0%
Verenigd Koninkrijk – Leven - in miljoenen EUR Brutopremies Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
*
Toegerekende meerwaarden Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten
* 0,4
0,4
- 1,0
- 0,9
2%
0,3
0,3
- 3%
- 0,7
- 0,6
4%
Verenigd Koninkrijk – Niet-leven - in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen Niet-leven
471,1
259,8
81%
Operationele kosten
- 30,9
- 20,8
49%
Technisch resultaat
- 3,5
- 9,7
- 63%
0,9
0,7
30%
- 2,6
- 9,0
- 71%
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
*
Resultatenrekening - Niet-leven
Toegerekende meerwaarden Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
2,5
1,4
79%
- 0,1
- 7,6
- 99%
-
2,1
*
- 1,7
- 0,6
*
1,6
- 4,9
*
Resultatenrekening - Overige verzekeringen Q1 11
Q1 10
Mutatie
Commissiebaten
39,8
29,0
37%
Andere baten
22,9
0,5
*
Personeelslasten
- 22,5
- 11,7
92%
Overige lasten
- 34,6
- 12,9
*
5,6
4,9
11%
- 1,6
- 1,4
9%
4,0
3,5
12%
Verenigd Koninkrijk – in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen
481,4
264,7
82%
Operationele kosten
- 37,8
- 26,1
45%
4,9
- 2,0
*
Verenigd Koninkrijk – Overige verzekeringen - in miljoenen EUR
Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
*
Resultatenrekening
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
10
Premie-inkomen EUR 481 miljoen (EUR 265 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Recordkwartaal groei Niet-Leven dankzij stijging brutopremies van 82% Premie-inkomen Leven verdubbeld Inkomen distributieactiviteiten fors gestegen dankzij de consolidatie van Kwik Fit Insurance Services
Nettowinst EUR 5 miljoen (EUR 2 miljoen negatief in eerste kwartaal 2010)
Nettowinst Niet-Leven EUR 2 miljoen; steeds sterkere resultaten bij Autoverzekeringen Goed rendement in distributieactiviteiten, nettowinst 12% gestegen naar EUR 4 miljoen
Combined ratio 106,0% (110,2% in eerste kwartaal 2010)
Aanhoudende verbetering in Auto, combined ratio van 100,3% (111,8% in eerste kwartaal 2010) Combined ratio Brand 121,9% met een schaderatio uit voorgaande jaren van 17,9% als gevolg van het slechte weer eind 2010
Distributieactiviteiten verder versterkt door de overname van Castle Cover
Overname plaatst Ageas als de 2de tussenpersoon op de markt voor 50-plussers en consolideert haar 4de positie als verdeler van particuliere verzekeringen Het premie-inkomen bedroeg in het eerste kwartaal van
De operationele kosten zijn met bijna 50% gestegen,
2011 EUR 481 miljoen, een stijging van 82% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Dit omvat de productie van Tesco Underwriting, die in het vierde kwartaal van 2010 van start ging, en de sterke groei van Ageas Insurance in particuliere en bedrijfsverzekeringen. Exclusief Tesco steeg het premie-inkomen in Niet-Leven met 21%. Het inkomen uit de distributieactiviteiten toonde eveneens een forse groei dankzij de consolidatie van Kwik Fit Insurance Services (KFIS), terwijl het levensverzekeringsbedrijf haar premieinkomen zag verdubbelen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vergeleken met 2010 was er een polistief valutaeffect op het premie-inkomen van EUR 18 miljoen.
voornamelijk als gevolg van het opstarten van Tesco Underwriting midden oktober 2010.
De operationele en financiële resultaten verbeterden met een nettowinst van EUR 5 miljoen (tegen een verlies van EUR 2 miljoen in 2010). Het resultaat van de Autoverzekeringen van Ageas UK verbeterde dankzij de vorig jaar getroffen beleidsmaatregelen. De combined ratio bij Autoverzekeringen is met 11,5% verbeterd in vergelijking met het eerste kwartaal van 2010. De zware weersomstandigheden van eind 2010 brachten hogere kosten van schades uit voorgaande jaren bij woningverzekeringen met zich mee op de hele Britse markt. De ongekend hoge claims voor waterschade drukten het resultaat na belasting met EUR 11,6 miljoen. In totaal droegen de Niet-Levenactiviteiten EUR 2 miljoen bij aan het nettoresultaat na minderheidsbelangen. Overige verzekeringen leverden een nettowinst op van EUR 4 miljoen, na aftrek van overnamekosten van EUR 1,0 miljoen. Het levensverzekeringsbedrijf vertoonde een klein verlies.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
Leven Het bruto premie-inkomen over het eerste kwartaal bedroeg EUR 10 miljoen, een stijging van 110% jaar-op-jaar. Eind 2010 had Ageas een marktaandeel van 6,4% op de markt van onafhankelijke financiële adviseurs (IFA’s). De onderneming biedt thans dekking aan ruim 135.000 klanten, een stijging van 68% vergeleken met het eerste kwartaal van 2010. Het nettoresultaat kwam in het eerste kwartaal uit op een verlies van EUR 0,7 miljoen.
Niet-Leven De totale brutopremies lieten in het eerste kwartaal van 2011 een recordgroei zien van 81% tot EUR 471 miljoen. Dit was toe te schrijven aan een sterke groei bij particuliere en bedrijfsverzekeringen en aan de consolidatie van Tesco Underwriting, het samenwerkingsverband van Ageas met Tesco Bank dat midden oktober 2010 van start ging.
11
De totale groei in Niet-Leven, met inbegrip van Tesco Underwriting, bedroeg 92% voor woningverzekeringen (tot EUR 125 miljoen, tegen EUR 65 miljoen), en 98% voor Autoverzekeringen (tot EUR 287 miljoen, tegen EUR 145 miljoen). Binnen het segment particuliere verzekeringen van Ageas Insurance en exclusief Tesco Underwriting, is de woningverzekeringsportefeuille met 48% gegroeid naar EUR 97 miljoen als gevolg van een aanhoudend sterke productie in het makelaarssegment. Het premie-inkomen uit particuliere Auto- en reisverzekeringen bleef met respectievelijk EUR 137 miljoen en EUR 16 miljoen in lijn met vorig jaar. Het premie-inkomen uit de bedrijfsverzekeringen van Ageas Insurance nam met 29% toe tot EUR 57 miljoen, vooral dankzij de sterke groei in Bestelwagens. Groei in bedrijfsverzekeringen maakt deel uit van Ageas UK’s doelbewust beleid om haar productaanbod op de markt voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) te vergroten, met een hoog niveau van dienstverlening en productaanbod tegen lage kosten, die tegemoetkomen aan de behoeften van de verzekeringsmakelaar. In het eerste kwartaal van 2011 kwam het premie-inkomen vanTesco Underwriting uit op EUR 156 miljoen. Tesco Underwriting biedt thans dekking aan zowat 575.000 klanten en is sinds haar oprichting in midden oktober 2010 goed voor een cumulatief premie-inkomen van EUR 257 miljoen. In een kwartaal dat traditioneel negatief beïnvloed wordt door seizoenfactoren, was over het algemeen sprake van goede intrinsieke resultaten bij de Niet-Levenactiviteiten; het nettoresultaat na minderheidsbelangen steeg met EUR 6.5 miljoen tot EUR 1.6 miljoen. Binnen Ageas Insurance en exclusief Tesco Underwriting, boekt de Autoverzekeringsportefeuille elk kwartaal vooruitgang. De woningverzekeringen ontvingen meer schadeclaims dan verwacht als gevolg van het strenge weer eind 2010 dat de volledige verzekeringssector trof. De kosten van waterschade bedroegen in het eerste kwartaal EUR 11,6 miljoen na belasting met een cumulatief totaal sinds het laatste kwartaal van 2010 van EUR 50 miljoen. Over het eerste kwartaal
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
kwam het nettoresultaat van Tesco Underwriting, dat zich nog steeds in de opstartfase bevindt, uit op EUR 1.7 miljoen negatief. De combined ratio, inclusief Tesco Underwriting, bedroeg dit kwartaal 106.0% (110,2% vorig jaar). De sterke vooruitgang bij Autoverzekeringen hield aan en de combined ratio verbeterde met 11,6 punten tot 100,3%. De combined ratio van Brandverzekeringen (121,9%) weerspiegelt de stijging van een verslechtering in de ratio voor schades uit voorgaande jaren met 17,9% in het eerste kwartaal als gevolg van het slechte weer van eind 2010.
Overige verzekeringen Het segment Overige verzekeringen in het Verenigd Koninkrijk, bestaande uit de distributieactiviteiten – RIAS, Kwik Fit Insurance Services (KFIS), Ageas Insurance Solutions (UKAIS) en sinds 24 maart 2011, Castle Cover – presteerde goed in het eerste kwartaal, met een stijging van het totale inkomen uit vergoedingen en provisies tot EUR 62,7 miljoen (+113%). De groei kan worden toegeschreven aan de consolidatie van Kwik Fit Insurance Services (KFIS), de goede resultaten van affinity-partnerships, een sterke klantenbinding en nieuwe productie. De distributieactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk hebben de laatste 12 maanden een belangrijke ontwikkeling vertoond, met de toevoeging van KFIS en, meer recent, Castle Cover. Dit heeft de totale distributie- en productiemix van Ageas UK versterkt met bijna 1 miljoen extra klanten in verschillende marktsegmenten. Castle Cover is overgenomen voor een totaalbedrag van GBP 54,6 miljoen (EUR 62,5 miljoen). De goodwill bij overname bedroeg EUR 52,2 miljoen en de immateriële activa EUR 8,8 miljoen. De nettowinst bedroeg EUR 4 miljoen, ten opzichte van EUR 3,5 miljoen vorig jaar. In dit resultaat zijn de overnamekosten van EUR 1,0 miljoen voor Castle Cover begrepen. KFIS droeg EUR 1,5 miljoen bij aan het nettoresultaat, inclusief de afschrijving van immateriële activa van EUR 1,2 miljoen.
12
Continentaal Europa Resultatenrekening - Leven Continentaal Europa – Leven - in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Brutopremies
232,5
537,5
- 57%
Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
436,8
472,3
- 8%
Bruto premie-inkomen Leven
669,3
1.009,8
- 34%
Operationele kosten
- 27,1
- 30,7
- 12%
42,1
29,8
41%
1,0
- 98%
Technisch resultaat Toegerekende meerwaarden Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten Winst voor belastingen
42,1
30,8
37%
3,3
3,9
- 13% 31%
45,4
34,7
- 11,5
- 10,5
9%
Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen
16,8
13,5
25%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
17,1
10,7
60%
Continentaal Europa – Niet-leven - in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen Niet-leven
119,5
119,4
0%
Operationele kosten
- 18,7
- 17,8
5%
3,0
1,2
*
-
0,9
*
3,0
2,1
39%
0,6
- 95%
3,0
2,7
10%
- 1,2
- 1,1
8%
Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen
1,1
1,0
11%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
0,7
0,6
13%
Winstbelastingen
Resultatenrekening - Niet-leven
Technisch resultaat Toegerekende meerwaarden Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten Winst voor belastingen Winstbelastingen
Resultatenrekening Continentaal Europa - in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen
788,8
1.129,2
- 30%
Operationele kosten
- 45,8
- 48,5
- 6%
17,8
11,3
58%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
13
Premie-inkomen EUR 789 miljoen (EUR 1.129 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Lager premie-inkomen in Portugal en Luxemburg in lijn met de trend van tweede helft 2010 Premie-inkomen Leven EUR 669 miljoen, -34% ten opzichte van vorig jaar Premie-inkomen Niet-Leven EUR 120 miljoen, stabiel ten opzichte van vorig jaar
Nettowinst na minderheidsbelangen fors omhoog naar EUR 18 miljoen (EUR 11 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Sterke financiële resultaten in Portugal Combined ratio Niet-Leven 99,4%
Vermogen onder beheer Leven EUR 23,0 miljard, vrijwel stabiel t.o.v. eind 2010
Het totale bruto premie-inkomen kwam uit op EUR 789 miljoen, 30% lager dan vorig jaar maar vrij stabiel vergeleken met het vierde kwartaal van 2010 (-3%). De Levenactiviteiten in Portugal lijden zoals verwacht nog steeds onder de moeilijke economische omstandigheden, wat zich uit in een aanzienlijk lager premie-inkomen. Daarnaast is het premieinkomen in Luxemburg met zo’n 38% gedaald vergeleken met een zeer sterk eerste kwartaal van 2010, toen geprofiteerd werd van de Europese Spaarrichtlijn. De operationele kosten zakten tot EUR 46 miljoen (-6%) onder invloed van de gewijzigde perimeter na het afstoten van de Turkse en Oekraiënse Levenactiviteiten in 2010. Zonder deze desinvesteringen stegen de operationele kosten met 3%. De nettowinst na minderheidsbelangen kwam uit op EUR 18 miljoen, een stijging van 58% vergeleken met EUR 11 miljoen vorig jaar. Dit is vooral toe te schrijven aan hogere beleggingsmarges in de Portugese Levenactiviteiten en het positieve effect van de bovengenoemde desinvesteringen.
Leven Het bruto premie-inkomen Leven bedroeg EUR 669 miljoen, een daling van 34% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De moeilijke economische omstandigheden in Portugal bleven wegen op de verkoop, een trend die we sinds de tweede helft van 2010 waarnemen. Het premie-inkomen bedroeg in het eerste kwartaal EUR 368 miljoen, ten opzichte van EUR 554 miljoen in hetzelfde kwartaal van vorig jaar (34%). In Luxemburg bedroeg het premie-inkomen EUR 202 miljoen, 38% minder dan vorig jaar maar ten opzichte van een kwartaal waarin werd geprofiteerd van de positieve invloed van de Europese Spaarrichtlijn op de verkoop van FOS unit-
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
linked producten (FOS staat voor Freedom of Services). In Frankrijk daalde het premie-inkomen met 11% tot EUR 90 miljoen, volledig op het conto van de beëindiging van de distributieovereenkomst met Fortis Banque France vanaf het tweede kwartaal van 2010. Een uitstekend resultaat via het makelaarskanaal met een stijging van 13% van het premieinkomen kon dit verlies niet geheel goedmaken. De spaarproducten hebben in het algemeen belangrijke invloed ondervonden van de economische situatie maar ook van concurrentie door onder meer banken, die aantrekkelijke returns boden op deposito’s. De nieuwe productie in spaarproducten daalde met 74% tot EUR 101 miljoen. Het Unit-linked bedrijf, nog steeds het grootste segment, heeft de moeilijke marktomstandigheden zeer goed doorstaan en behaalde een premie-inkomen van EUR 466 miljoen, slechts 5% lager dan vorig jaar. Het vermogen onder beheer Leven bleef ten opzichte van eind 2010 vrijwel stabiel op EUR 23,0 miljard, waarvan EUR 14 miljard betrekking heeft op Unit-linked producten. Het gemiddelde vermogen onder beheer is met 5% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De operationele marge in Leven vertoonde een forse verbetering tot EUR 42 miljoen, tegenover EUR 31 miljoen vorig jaar. Portugal was de voornaamste motor achter deze margeverbetering dankzij hogere beleggingsmarges, een gevolg van betere obligatierendementen in spaarproducten en een hoger gemiddeld vermogen onder beheer ondanks het lager premie-inkomen. De operationele kosten daalden met 12% tot EUR 27 miljoen als gevolg van de gewijzigde perimeter na het afstoten van de activiteiten in Oekraïne en Turkije. Op vergelijkbare basis stegen de operationele kosten met 1,5%, in lijn met de inflatie.
14
De nettowinst na minderheidsbelangen steeg tot EUR 17 miljoen, een stijging met 60% vergeleken met vorig jaar. Dit kan worden toegeschreven aan de goede resultaten in Portugal en de herstructurering van Oekraïne en Turkije in 2010.
Niet-Leven De brutopremies in Niet-Leven bedroegen in het eerste kwartaal EUR 120 miljoen en bleven daarmee in lijn met vorig jaar. Portugal droeg EUR 68 miljoen bij, een stijging van 3% dankzij de sterke resultaten van Médis ondanks een stagnerende markt gekenmerkt door economische onzekerheid. De activiteiten in Italië deden het goed: een vrijwel stabiel premie-inkomen (EUR 52 miljoen ten opzichte van EUR 54 miljoen vorig jaar) in een periode dat strikte maatregelen werden getroffen om de winstgevendheid bij Autoverzekeringen te verbeteren. Ongevallen- en ziekteverzekeringen vormen nog steeds het grootste segment, met een groei van 7% tot EUR 70 miljoen.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
Dit compenseert een lager premie-inkomen bij Autoverzekeringen (EUR 24 miljoen, een daling van 15%), als gevolg van een grotere focus op winstgevendheid in de Italiaanse markt. Brandverzekeringen en Overige activiteiten nemen het resterende deel van het premie-inkomen voor hun rekening. De operationele marge bedroeg EUR 3 miljoen (EUR 2 miljoen vorig jaar). Zowel Portugal als Italië droegen bij aan een resultaatverbetering, gedragen door de ongevallen- en ziekteverzekeringen. De combined ratio van 99,4% is licht gestegen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar (97,6%), maar is substantieel beter dan de combined ratio in 2010 (101,5%) dankzij de getroffen maatregelen in het Autoverzekeringsbedrijf, voornamelijk in Italië. De operationele kosten vertoonden zoals verwacht een stijging van 5%. De nettowinst na minderheidsbelangen steeg licht tot EUR 0,7 miljoen (EUR 0,6 miljoen vorig jaar); de weerspiegeling van een beter technisch resultaat in alle activiteiten.
15
Azië Resultatenrekening - Leven Q1 11
Q1 10
Brutopremies
51,2
47,5
8%
Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
23,7
20,7
15%
Bruto premie-inkomen Leven
74,9
68,2
10%
Operationele kosten
- 8,2
- 7,7
6%
Technisch resultaat
8,3
4,8
72%
Toegerekende meerwaarden
0,4
0,7
- 40%
Azië – Leven - in miljoenen EUR
Operationele marge Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten Winst voor belastingen, geconsolideerde entiteiten
Mutatie
8,7
5,5
57%
- 3,1
- 2,7
14%
5,6
2,8
*
Winst voor belastingen, geassocieerde deelnemingen
17,7
15,6
13%
Winstbelastingen
- 0,5
- 0,5
7%
22,8
17,9
27%
Azië – Niet-leven -in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen Niet-leven
-
-
*
Operationele kosten
-
-
*
Technisch resultaat
-
-
*
Toegerekende meerwaarden
-
-
*
Operationele marge
-
-
*
Niet-toegerekende overige inkomsten en lasten
-
-
*
Winst voor belastingen, geconsolideerde entiteiten
-
-
*
7,4
2,6
*
-
-
*
Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
*
Resultatenrekening - Niet-leven
Winst voor belastingen, geassocieerde deelnemingen Winstbelastingen Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen
-
-
*
7,4
2,6
*
Azië – in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
Mutatie
Bruto premie-inkomen
74,9
68,2
10%
Operationele kosten
- 8,2
- 7,7
6%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
30,2
20,5
47%
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
Resultatenrekening
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
16
Premie-inkomen EUR 1,7 miljard, in lijn met recordresultaat (EUR 1,8 miljard) in eerste kwartaal 2010
Bruto premie-inkomen Leven EUR 1,6 miljard, een daling van 5%, met een accentverschuiving van koopsompolissen naar periodieke premieproducten
Brutopremies Niet-Leven EUR 0,1 miljard, een stijging van 17%
Nettowinst EUR 30 miljoen, +47% (EUR 21 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Nettowinst na minderheidsbelangen Leven EUR 23 miljoen, een stijging van 27% Nettowinst na minderheidsbelangen Niet-Leven omhoog naar EUR 7 miljoen (EUR 3 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Het totale bruto premie-inkomen in het eerste kwartaal van 2011, inclusief de niet-geconsolideerde partnerships op basis
Het bruto premie-inkomen van de geconsolideerde activiteiten in Hong Kong kwam uit op EUR 75 miljoen, een forse 10%
van 100%, kwam uit op EUR 1,7 miljard, 4% lager dan vorig jaar. Rekening houdend met de bijzondere premie-inkomsten uit de verkoopcampagnes voor koopsompolissen vorig jaar, is dit een sterk commerciële prestatie. Het voorbije kwartaal was het op één na beste op het vlak van premiegroei en een bevestiging van het sterke premie-inkomen van vorig jaar.
meer dan vorig jaar. De nieuwe productie (APE) toonde een sterke stijging van 45% naar EUR 14 miljoen dankzij het groeiende agentennetwerk en – belangrijker nog – een hogere productiviteit binnen dit kanaal mede dankzij toenemende volumes via het opkomende IFA-kanaal. In China daalde het bruto premie-inkomen met 9% tot EUR
De nettowinst na minderheidsbelangen is aanzienlijk gestegen naar EUR 30,2 miljoen, tegenover EUR 20,5 miljoen vorig jaar (+47%). De nettowinst van 2010 ondervond de positieve impact van de invoering van de nieuwe Chinese boekhoudkundige principes voor EUR 8,3 miljoen, zoals vorig jaar reeds is aangegeven. Het technische resultaat vertoonde in alle entiteiten een bevredigende groei. De nettowinst, vooral in Niet-Leven, profiteerde van een uitzonderlijke belastingteruggave in Maleisië.
Leven Het totale bruto premie-inkomen Leven, inclusief de nietgeconsolideerde partnerships op basis van 100%, bedroeg EUR 1,6 miljard, 5% minder dan vorig jaar. Het premieinkomen in het eerste kwartaal van vorig jaar werd in hoge mate gevoed door zeer succesvolle verkoopcampagnes voor koopsompolissen via het bankkanaal in China en Maleisië, terwijl het verkoopaccent dit kwartaal lag op periodieke premieproducten. Het totale inkomen uit periodieke premieproducten steeg tot EUR 1,1 miljard (een stijging van 34%). Contractverlengingen zijn steeds meer de motor van duurzame groei geworden en waren goed voor een stijging van het premie-inkomen van 56% tot EUR 789 miljoen; een combinatie van de uitstekende productieniveaus van vorig jaar en de hoge persistentieratio in de gehele regio.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
1,14 miljard. Vorig jaar realiseerde het samenwerkingsverbangd met Ageas een buitengewone inkomstengroei als gevolg van een verkoopcampagne voor koopsompolissen via het bankkanaal en een nieuw periodiek premieproduct via het makelaarskanaal. Nieuwe regelgeving op de bankensector eind vorig jaar, waardoor het bancaire landschap sterk veranderde heeft de productie via het bankkanaal doen afnemen. Bovendien heeft de monetaire verkrapping voortvloeiend uit de inflatoire druk ertoe geleid dat vele banken zich concentreren op het beheer van hun liquiditeit en balans. De productie van koopsompolissen is hierdoor met 45% gezakt naar EUR 399 miljoen. Voor het agentenkanaal is het eerste kwartaal wederom sterk geweest, met een premie-inkomen uit nieuwe productie in lijn met dat van vorig jaar. Het premie-inkomen uit nieuwe productie is in totaal met 35% gedaald vergeleken met vorig jaar, hetgeen geheel te wijten is aan de daling bij koopsompolissen. Dit werd echter voor een groot deel gecompenseerd door de toename van het premie-inkomen uit contractverlengingen tot EUR 523 miljoen (+76%), een direct resultaat van de hoge productie van vorig jaar en de uitstekende persistentieratio in alle kanalen.
17
In Thailand blijft het premie-inkomen sterk groeien, + 36% tot
Het vermogen onder beheer van de geconsolideerde
EUR 212 miljoen, waarbij het inkomen uit zowel nieuwe productie als contractverlengingen fors steeg. Het bankkanaal via Ageas’s partner KASIKORNBANK heeft na de buitengewone groei van vorig jaar opnieuw zijn nieuwe productie sterk verhoogd, + 17% tot EUR 60 miljoen, vooral via koopsompolissen verbonden aan hypotheekleningen en consumentenkredieten. Het premie-inkomen uit nieuwe productie via het agentenkanaal is eveneens sterk toegenomen tot EUR 15 miljoen, een stijging van 49%, beter dan alle belangrijke concurrenten. Contractverlengingen stegen tot EUR 134 miljoen, ofwel bijna 50%.
activiteiten bleef stabiel op EUR 1,4 miljard vergeleken met eind 2010. Inclusief de niet-geconsolideerde partnerships ging het vermogen onder beheer omlaag van EUR 16,9 miljard eind 2010 tot EUR 16,4 miljard, als gevolg van de stijging van de euro ten opzichte van de Aziatische valuta’s.
Het premie-inkomen uit eTiQa, het samenwerkingsverband met Maybank in Maleisië, daalde met 24% tot EUR 140 miljoen. Het premie-inkomen vorig jaar werd aanzienlijk ondersteund door de productie van koopsompolissen via het bankkanaal waar, net als in China, dit jaar meer aandacht werd besteed aan de groei van de bankendeposito’s. Koopsompolissen daalden met 40% tot EUR 76 miljoen; zij namen 54% van het totale premie-inkomen voor hun rekening, ten opzichte van 69% vorig jaar. De nieuwe productie van periodieke premieproducten steeg met 40% tot EUR 11 miljoen.
De nettowinst na minderheidsbelangen bedroeg EUR 22,7 miljoen, ten opzichte van EUR 17,9 miljoen vorig jaar (+27%). De drie belangrijkste componenten: De geconsolideerde activiteiten in Hongkong boekten een nettowinst van EUR 7,9 miljoen, tegenover EUR 4,8 miljoen vorig jaar. De stijging volgt uit een verbeterd technisch resultaat en een zeer geringe toename van de operationele kosten. De niet-geconsolideerde partnerships boekten een zeer bevredigende winstgroei jaar-op-jaar met een netttowinst van EUR 17,7 miljoen ten opzichte van EUR 15,6 miljoen vorig jaar (+13%). Overige kosten en inkomsten in de regio, EUR 2,9 miljoen negatief ten opzichte van EUR 2,6 miljoen negatief vorig jaar.
Niet-Leven De brutopremies Niet-Leven (op basis van 100% en volledig
IDBI Federal Life Insurance Company in India noteerde een bruto premie-inkomen van EUR 45 miljoen, 10% meer dan vorig jaar. De groei kwam volledig voor rekening van een hoger premie-inkomen uit contractverlengingen (+73% tot EUR 22 miljoen). Het premie-inkomen uit nieuwe productie is met 19% gedaald tot EUR 23 miljoen als gevolg van de gewijzigde regelgeving op unit-linked en pensioenproducten. Desondanks wist IDBI Federal, vergeleken met concurrenten uit de particuliere sector, wat marktaandeel te winnen dankzij de snelle aanpassing van haar productaanbod aan het nieuwe regime.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
toewijsbaar aan de niet-geconsolideerde partnerships in Maleisië en Thailand) stegen met 17% tot EUR 128 miljoen. Beide partnerships presteerden goed in alle segmenten. De brutopremies in Maleisië en Thailand bedroegen respectievelijk EUR 96 miljoen (+16%) en EUR 32 miljoen (+21%). De nettowinst na minderheidsbelangen bedroeg EUR 7,4 miljoen, ten opzichte van EUR 2,6 miljoen vorig jaar. De intrinsieke operationele resultaten en het technische resultaat bleven zeer sterk met een combined ratio van 89,6% en kregen nog een extra impuls van buitengewone winsten (EUR 3 miljoen).
18
Algemene Rekening Resultatenrekening Q1 11
Q1 10
Mutatie
Netto rentebaten
- 2,3
- 3,7
- 37%
Netto commissiebaten
- 0,4
-
*
Netto verdiende premies
- 0,7 0,2
50%
Algemeen - in miljoenen EUR
Dividenden uit beleggingen
0,3
Gerealiseerde winsten (verliezen) op beleggingen Overige meerwaarden Aandeel in resultaat van geassocieerde deelnemingen Overige baten Totale baten Wijzigingen in waardeverminderingen Nettobaten Personeelslasten Schadelasten en uitkeringen, netto
*
5,3
12,5
- 57%
- 264,6
- 344,5
- 23%
- 11,9
- 0,1
*
- 3,0
- 5,4
- 45%
- 277,3
- 341,0
- 19%
- 0,4
0,1
*
- 277,7
- 340,9
- 19%
- 4,0
- 4,8
- 16%
1,5
*
Afschrijvingen, amortisatie en overige lasten
- 0,2
- 0,1
*
Overige operationele en administratieve lasten
- 8,0
- 8,9
- 10%
Totale lasten Winst voor belastingen Winstbelastingen Nettowinst over de periode Nettowinst toewijsbaar aan minderheidsbelangen Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders
- 10,7
- 13,8
- 22%
- 288,4
- 354,7
- 19%
- 0,1
58,9
*
- 288,5
- 295,8
- 2%
- 0,4
- 1,1
- 62%
- 288,1
- 294,7
- 2%
Nettoverlies van EUR 288 miljoen (tegen een verlies van EUR 295 miljoen in eerste kwartaal 2010)
Waarde calloptie op aandelen BNP Paribas stabiel op EUR 611 miljoen, EUR 2 miljoen hoger dan eind 2010
Reële waarde van RPN(I)-verplichting EUR 722 miljoen, EUR 257 miljoen meer dan eind 2010
Nettoresultaat Royal Park Investments EUR 12 miljoen negatief
Waarde deelneming licht gedaald tot 913 miljoen Het nettoresultaat van de Algemene Rekening over het eerste kwartaal bedroeg EUR 288 miljoen negatief ten gevolge van een stijging van EUR 257 miljoen in de reële waarde van de RPN(I)-verplichting ten opzichte van eind 2010. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan een stijging van de marktwaarde van de CASHES van 50% eind 2010 tot 63% eind maart. De reële waarde van de RPN(I)-verplichting bedroeg eind maart 2011 EUR 722 miljoen. De periodieke herwaardering van de calloptie op aandelen BNP Paribas resulteerde in een waarde van EUR 611 miljoen, dat daarmee stabiel bleef ten opzichte van EUR 609 miljoen eind 2010. De 8% hogere koers van het aandeel BNP Paribas werd gecompenseerd door een daling van de volatiliteit (van
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
33% tot 30%) en een hogere marktconsensus met betrekking tot het dividendrendement van BNP Paribas (van 5,29% naar 5,53%). Royal Park Investments (RPI) leed onder IFRS een nettoverlies van EUR 12 miljoen. De waarde van de deelneming, met inbegrip van de wijzigingen in de reële waarde van de renteswaps, toonde een lichte daling tot EUR 913 miljoen. De overige posten van de Algemene Rekening omvatten een gerealiseerde meerwaarde van EUR 5 miljoen op de beleggingsportefeuille die deels werd tenietgedaan door een netto rentelast van EUR 2 miljoen. De personeelskosten en overige operationele en beheerskosten lagen met EUR 12 miljoen 12% lager dan vorig jaar.
19
Reële waarde RPN(I) Mechanisme De RPN(I) is een financieel instrument dat leidt tot kwartaalbetalingen gedaan door of ontvangen van Fortis Bank SA/NV. De omvang van elke betaling wordt bepaald als het gemiddelde van de rentebetalingen tegen een rente op jaarbasis van 3-maands EURIBOR plus 20 basispunten, te betalen op een referentiebedrag (de zogenoemde RPN) dat op iedere handelsdag wordt berekend. Het referentiebedrag is gebaseerd op de ontwikkeling van de marktwaarde van de CASHES, een hybride schuldinstrument uitgegeven door Fortis Bank SA/NV met Ageas SA/NV en Ageas N.V. als medeschuldenaar, en de aandelenkoers van Ageas. Als het referentiebedrag positief is, betaalt Fortis Bank SA/NV rente over het referentiebedrag aan Ageas. Is dat referentiebedrag negatief, dan betaalt Ageas rente over het referentiebedrag aan Fortis Bank SA/NV. De RPN(I) komt derhalve in beginsel overeen met een variabele nominale lening tussen Ageas en Fortis Bank tegen een variabele rente. De rentebetalingen die Ageas verricht op deze lening worden door de Belgische Staat gegarandeerd in ruil voor een driemaandelijkse betaling door Ageas aan de Staat van een vaste spread van 70 basispunten op het referentiebedrag van de RPN. Ageas neemt de waarde van deze toekomstige garantiebetalingen op in de reële waarde van de RPN(I).
De toename van de reële waarde sinds het begin van het jaar was het gevolg van (i) een forse toename van het referentiebedrag tussen eind 2010 en 31 maart 2011 (+ EUR 207 miljoen), (ii) lagere spreads (-55 basispunten) op schuldinstrumenten zonder vaste einddatum (+ EUR 48 miljoen) en (iii) marktomstandigheden, zoals een hogere rente (+ EUR 2 miljoen). Referentiewaarden Op 31 maart 2011 sloten de CASHES op 62,8% en bedroeg de koers van het aandeel Ageas EUR 2,01. Dit resulteerde in een stijging van de absolute waarde van het referentiebedrag (de zogeheten Relative Performance Note, ofwel RPN, vastgesteld door Fortis Bank) naar EUR 983 miljoen negatief, ten opzichte van EUR 642 miljoen negatief op 31 december 2010 (+53%). Op 31 maart 2011 stond de 3-maands EURIBOR op 1,24%. De totale rentebetaling aan Fortis Bank over het eerste kwartaal bedroeg EUR 2,5 miljoen. Het totale bedrag dat uit hoofde van de garantieovereenkomst tussen beide partijen aan de Belgische Staat is betaald, bedroeg EUR 1,4 miljoen. Assumpties en gevoeligheden Zie noot 19 van het Geconsolideerd Tussentijds Financieel Verslag over het eerste kwartaal van 2011.
Reële waarde van RPN(I) Voor de berekening van de reële waarde van de RPN(I) hanteert Ageas een ‘niveau 3’ waarderingsmodel voor financiële derivaten, dat eind 2009 is geïntroduceerd. Op 31 maart 2011 bedroegen de totale kosten voor RPN(I) EUR 722 miljoen, waarvan EUR 621 miljoen gerelateerd aan de RPN(I)-verplichting zelf en EUR 101 miljoen aan de garantieovereenkomst tussen Ageas, de Belgische Staat en Fortis Bank. Eind december 2010 bedroeg de RPN(I) EUR 465 miljoen en de impact op het nettoresultaat van het eerste kwartaal is derhalve negatief (EUR 257 miljoen). Het resultaat van RPN(I) wordt geboekt onder ‘Overige meerwaarden’.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
20
Waarde van de calloptie op aandelen BNP Paribas zoals toegekend door de SFPI/FPIM Ageas past consequent een waarderingsmethode toe die is gebaseerd op een Black Scholes-model. Per 31 maart 2011 was de geschatte waarde van de 121,2 miljoen opties op aandelen BNP Paribas EUR 611 miljoen, ten opzichte van EUR 609 miljoen ultimo 2010.
De waarde bleef vrijwel stabiel onder invloed van een 8% hogere koers van het aandeel BNP Paribas alsmede een daling van de volatiliteit (van 33% tot 30%) en een hogere marktconsensus met betrekking tot het dividendrendement van BNP Paribas (van 5,29% naar 5,53%).
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste gehanteerde parameters bij de waardering van de optie, waaronder ook een vergelijking van de gebruikte assumpties op 31 december 2010.
Koers BNP Paribas Uitoefenprijs Volatiliteit Dividendrendement Koers per optie tot en met 10 oktober 2016 Theoretische waarde 121,2 miljoen opties Geschatte waarde, gecorrigeerd voor niet-standaardkenmerken (30%)
31 maart 2011
31 december 2010
EUR 51,61
EUR 47,685
EUR 66,672
EUR 66,672
30%
33%
5,53%
5,29%
EUR 7,199
EUR 7,180
EUR 873 miljoen
EUR 870 miljoen
EUR 611 miljoen
EUR 609 miljoen
Gevoeligheden Assumpties aangaande de volatiliteit en het dividendrendement hebben grote invloed op de waarde van de opties. Een verandering in de volatiliteit van 5% veroorzaakt een wijziging van 28% in de theoretische waarde van de optie. Daalt het dividendrendement naar 5% (en blijven alle andere factoren gelijk), dan groeit de theoretische waarde van de opties met 7%; een toename van het dividendrendement naar 6% zorgt voor een afname met 7% van de theoretische waarde van de opties (als alle andere factoren gelijk blijven).
Royal Park Investments (RPI) De nettowinst van Royal Park Investments (RPI) op basis van 100% en vóór de toetsing op waardevermindering van de goodwill bedroeg over het eerste kwartaal EUR 493 miljoen. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan de positieve ontwikkeling van de naar marktwaarde gewaardeerde effectenportefeuille als gevolg van de dalende spreads op deze effecten. Aan het einde van ieder kwartaal toetst RPI de bijzondere waardevermindering van de onder IFRS geboekte goodwill. Omdat alle opbrengsten voor de aflossing van de financiering worden gebruikt en er geen nieuwe business wordt gegenereerd, dient over de verwachte looptijd van de portefeuille een bijzondere waardevermindering van de goodwill te worden geboekt. Volgens de periodieke toetsing van de toekomstige resultaatontwikkeling van de portefeuille zijn de verwachte kasstromen min of meer stabiel gebleven, al werden zij beïnvloed door een lagere dollarkoers. Dit leidde tot een enigszins lagere gehanteerde waarde voor RPI
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
vergeleken met 2010 en de beslissing om EUR 520 miljoen als bijzondere waardevermindering van de goodwill te boeken. Hierdoor kwam het nettoresultaat van RPI onder IFRS op basis van 100%, inclusief de bijzondere waardevermindering van de goodwill, uit op EUR 26 miljoen negatief, waarvan het aandeel van Ageas EUR 12 miljoen negatief bedroeg. Bovendien heeft RPI begin 2010 een aantal renteswaps afgesloten, waarbij variabele rente-inkomsten zijn omgezet in vaste rente-inkomsten. Ageas heeft besloten deze swaps boekhoudkundig te verwerken als kasstroomhedge. Alle wijzigingen in de reële waarde worden direct in het eigen vermogen opgenomen; dit resulteerde in een lichte daling van het eigen vermogen met EUR 18 miljoen per 31 maart (op basis van 100%). Het aandeel van Ageas hierin bedroeg EUR 8 miljoen. Als gevolg van beide factoren is de deelneming van Ageas in RPI gedaald van EUR 933 miljoen eind 2010 tot EUR 913 miljoen.
21
Hieronder volgt een balansoverzicht van RPI onder IFRS :
in EUR miljoen
IFRS
IFRS
31-03-11
31-12-10
7.051
7.005
Activa Beleggingen Uitgestelde belastingactiva
450
681
Goodwill
847
1.367
Overige Activa
244
264
Totale Activa
8.591
9.317
Verplichtingen en eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders Verplichtingen Overige verplichtingen
24
86
Commercieel papier
4.387
4.585
Financiering, super senior
1.619
2.040
Financiering, senior
519
519
6.549
7.230
Aandelenkapitaal
850
850
Share premium (additional paid in capital)
850
850
Totale Verlichtingen Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
Kasstroomhedge reserve
75
94
267
294
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
2.042
2.087
Totale verplichtingen en eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
8.591
9.317
Ingehouden winst
Eind maart 2011 was de reële waarde van de leningenportefeuille stabiel op EUR 7 miljard vergeleken met eind 2010, terwijl de totale schuldpositie was gedaald van EUR 7,2 miljard naar EUR 6,5 miljard.
programma dat geleidelijk wordt afgelost. Het uitstaande nominale bedrag van de EMTN daalde van EUR 549 miljoen ultimo 2010 tot EUR 484 miljoen aan het einde van het eerste kwartaal.
De totale nettorentebetalingen en hoofdsomontvangsten bedroegen in het eerste kwartaal van 2011 respectievelijk EUR 37 miljoen en EUR 308 miljoen.
De gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) op beleggingen zijn gedaald van EUR 12 miljoen vorig jaar tot
Voor meer informatie over RPI en haar activa wordt verwezen naar www.royalparkinvestments.com.
EUR 5 miljoen. In het eerste kwartaal van 2010 werd een meerwaarde van EUR 12 miljoen geboekt op de verkoop van de Luxemburgse Niet-Levenactiviteiten aan La Bâloise. De totale kosten daalden met 12% van EUR 14 miljoen tot
Overige posten Algemene Rekening Het renteresultaat bedroeg EUR 2 miljoen negatief, een verbetering van EUR 1 miljoen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Het renteresultaat is het verschil tussen enerzijds de rente-opbrengsten die op de deposito’s, de bankrekeningen en de intragroepsleningen worden ontvangen en anderzijds de rentebetalingen op de RPN(I), het EMTN programma en de FRESH. De lagere rentelast is het gevolg van de gedaalde financieringskosten voor het EMTN
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
EUR 12 miljoen als gevolg van de afslanking van het Corporate Centre. Voorwaardelijke verplichtingen Voor het volledige overzicht van de ‘Voorwaardelijke verplichtingen’ wordt verwezen naar noot 28 van het Geconsolideerd Tussentijds Financieel Verslag per 31 maart 2011. Sinds de publicatie van het jaarverslag op 17 maart 2011 hebben zich geen nieuwe elementen van materiële betekenis voorgedaan.
22
Netto kaspositie De belangrijkste elementen van de balans voor de Algemene Rekening worden in onderstaande tabel samengevat:
in miljoenen EUR Geldmiddelen en kasequivalenten Vorderingen op banken (kortlopend)
31 maart 11
31 dec 10
999
2.259
1.600
500
Schulden aan banken (kortlopend) Schuldbewijzen
- 483
- 549
Netto kaspositie
2.116
2.210
Vorderingen op klanten
1.251
1.228
908
942
- 2.928
- 2.961
Vorderingen op banken (langlopend) Schulden aan banken (langlopend) Achtergestelde schulden Overige financieringen Saldo van de vorderingen Overlopende rente en overige verplichtingen Eigen vermogen Algemeen
De nettokaspositie van de Algemene Rekening op 31 maart 2011, uitgaande van een volledige aflossing van het European Medium Term Notes (EMTN) programma, daalde van EUR 2,2 miljard eind 2010 tot EUR 2,1 miljard, inclusief EUR 1,6 miljard in kortlopende deposito’s bij banken. De daling van de nettokaspositie houdt voornamelijk verband met de extra financiering die aan het Verenigd Koninkrijk is verstrekt voor de overname van Castle Cover.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
- 95
- 100
- 864
- 891
917
1.174
2.169
2.493
Het eigen vermogen van de Algemene Rekening daalde van EUR 2,5 miljard tot EUR 2,2 miljard, voornamelijk als gevolg van de scherpe toename van de RPN(I)-verplichting en het daaruit voortvloeiende negatieve groepsresultaat. Het discretionair kapitaal is gedaald van EUR 0,5 miljard eind december 2010 tot EUR 0,2 miljard eind maart, voornamelijk als gevolg van de toegenomen reële waarde van de RPN(I)-verplichting.
23
Beleggingsportefeuille en vermogenspositie Beleggingsportefeuille De onder IFRS als ‘voor verkoop beschikbaar’ gewaardeerde beleggingsportefeuille van Ageas bedroeg tegen de reële waarde eind maart EUR 58,7 miljard, ten opzichte van EUR 59,8 miljard eind 2010. Nieuwe beleggingen boden slechts gedeeltelijk compensatie voor de daling van de reële waarde van de vastrentende waarden. De beleggingsmix bleef nagenoeg stabiel vergeleken met eind 2010: bijna 90% is belegd in vastrentende waarden, 4% in aandelen en de rest in vastgoed. 97% van de obligatieportefeuille is ‘investment grade’ en bijna 90% heeft een rating A of hoger.
De niet-gerealiseerde min- en meerwaarden bedroegen eind maart 2011 ongeveer nul, vergeleken met een nietgerealiseerde meerwaarde van EUR 1,1 miljard eind 2010. De rentestijgingen in alle Europese landen beïnvloedden de waarde van zowel overheids- als bedrijfsobligaties. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de ‘voor verkoop beschikbare’ beleggingsportefeuille en de vastgoedpositie van Ageas, beide tegen reële waarde.
in miljarden EUR Voor verkoop beschikbaar plus vastgoed tegen reële waarde
in %
31-03-2011
31-12-2010
31-03-2011
31-12-2010
Vastrentende waarden
52,4
53,6
89%
90%
- Overheidsobligaties
31,8
32,3
54%
54%
- Bedrijfsobligaties
20,2
20,9
34%
35%
- Gestructureerde kredietinstrumenten
0,4
0,4
1%
1%
Aandelen
2,4
2,3
4%
4%
Vastgoed beleggingen
2,5
2,5
4%
4%
Vastgoed eigen gebruik
1,4
1,4
3%
2%
58,7
59,8
100%
100%
Totaal
Vastrentende portefeuille De samenstelling van de vastrentende portefeuille is dit kwartaal niet noemenswaardig gewijzigd.
van EUR 8,9 miljard tot EUR 8,7 miljard. Rekening houdend met de minderheidsbelangen in België en Portugal, bedraagt de Ageas’s positie EUR 6 miljard.
Eind maart vertoonden de overheidsobligaties een nietgerealiseerde minwaarde van EUR 1,3 miljard, vergeleken met een niet-gerealiseerde minwaarde van EUR 0,5 miljard eind 2010, een daling vooral toe te schrijven aan de evolutie van de waarde van de Belgische, Franse, Portugese en Duitse obligaties. De netto niet-gerealiseerde meerwaarden op bedrijfsobligaties daalden van EUR 0,5 miljard tot EUR 0,1 miljard.
De waarde van de beleggingen in bedrijfsobligaties daalde zowel tegen geamortiseerde kostprijs als tegen reële waarde, als gevolg van lagere niet-gerealiseerde meerwaarden en een lichte daling van de totale beleggingen in bedrijfsobligaties. De kwaliteit van de bedrijfsobligatieportefeuille blijft zeer hoog: ruim 98% van de portefeuille is nog steeds investment grade, 86% heeft een rating A of hoger en 65% een rating AA of AAA.
De waarde van de overheidsobligaties tegen de geamortiseerde kostprijs is licht gestegen, van EUR 32,8 miljard eind 2010 tot EUR 33,1 miljard eind maart. De beleggingen in België, Oostenrijk en Frankrijk stegen, terwijl die in Portugal, Nederland en Finland daalden. De totale bruto positie in Zuid-Europese overheidsobligaties tegen de geamortiseerde kostprijs toonde eind maart een lichte daling,
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
24
Aandelenportefeuille De waarde van de aandelenbeleggingen is enigszins toegenomen tot EUR 2,4 miljard eind maart, ondanks de natuurrampen in Japan die bijdroegen tot verhoogde volatiliteit op de financiële markten en zo het CPPI beschermingsmechanisme activeerden dat leidde tot desinvesteringen in België. Ook na realisatie van meerwaarden, stegen de bruto niet-gerealiseerde meerwaarden lichtjes tot EUR 149 miljoen. Vastgoedportefeuille De vastgoedportefeuille van Ageas tegen marktwaarde bleef stabiel op EUR 3,9 miljard, waarvan EUR 2,5 miljard beleggingen en EUR 1,4 miljard gebouwen voor eigen gebruik. De bruto niet-gerealiseerde meerwaarden zijn gestegen tot EUR 1,0 miljard eind maart. Aangezien vastgoed wordt geboekt tegen de geamortiseerde kostprijs, zijn deze
Het totale beschikbare kapitaal in de Algemene Rekening bedraagt EUR 1,6 miljard, vergeleken met EUR 1,8 miljard eind 2010. De daling is toe te schrijven aan het negatieve nettoresultaat over het eerste kwartaal van 2011. Voor meer bijzonderheden over de belangrijkste kapitaalratio’s per segment wordt verwezen naar Bijlage 5 (blz. 32) Reconciliatie tussen eigen vermogen en totaal kapitaal Voor de aansluiting tussen het eigen vermogen en het totale kapitaal, alsook voor de solvabiliteitsberekening volgens de regels van de Nationale Bank van België, wordt verwezen naar noot 4 van de Geconsolideerd Tussentijds Financieel Verslag.
niet zichtbaar in het netto eigen vermogen.
Vermogenspositie Het totale beschikbare kapitaal van Ageas (inclusief de Algemene Rekening) op 31 maart 2011 bedroeg EUR 7,8 miljard en overtrof het geconsolideerde wettelijk vereiste minimum voor de verzekeringsactiviteiten met EUR 4,7 miljard. Het totale beschikbare kapitaal van het verzekeringsbedrijf bedroeg EUR 6,2 miljard; het wettelijk vereiste minimum bleef stabiel op EUR 3,1 miljard. Dit komt neer op een solvabiliteitsratio voor de verzekeringsactiviteiten van 201% in vergelijking met 227% eind vorig jaar. De solvabiliteitsratio in België (177%) en Continentaal Europa (198%) daalde als gevolg van de beduidend hogere nietgerealiseerde minwaarden op vastrentende waarden. In het Verenigd Koninkrijk nam de solvabiliteitsratio af van 389% tot 247% omwille van de activiteiten van Tesco.
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
25
Conference call voor analisten en beleggers
Disclaimer
18 mei 2011 om 09.30 CET
Audiocast: www.ageas.com Inbelnummers (toegangscode 160624#): + 44 207 750 9926 (Verenigd Koninkrijk) + 32 2 400 25 25 (België) + 1 703 621 9123 (Verenigde Staten)
Opnieuw afspelen: beschikbaar tot 18 juni 2011 (toegangscode: 363153#) + 32 2 401 89 89 (België)
Graag vijf à tien minuten van tevoren bellen: de lijnen gaan tien minuten voor de conferentie open.
Er is geen persconferentie voorzien
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
De informatie op basis waarvan de verklaringen in dit persbericht zijn opgesteld, is onderhevig aan veranderingen en dit persbericht bevat mogelijk ook schattingen en andere toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot Ageas. Deze verklaringen zijn gebaseerd op de huidige verwachtingen van de directie van Ageas en zijn vanzelfsprekend onderhevig aan onzekerheden, veronderstellingen en eventuele wijzigingen in de omstandigheden. De financiële informatie in dit bericht is niet door een accountant gecontroleerd. De verklaringen met betrekking tot de toekomst zijn geen garantie voor toekomstige prestaties en brengen risico’s en onzekerheden met zich mee die tot gevolg kunnen hebben dat de eigenlijke resultaten aanzienlijk verschillen van deze uitgedrukt in de verklaringen met betrekking tot de toekomst. Veel van deze risico’s en onzekerheden hebben te maken met factoren die buiten de controle van Ageas liggen of die Ageas niet precies kan inschatten, zoals toekomstige marktomstandigheden en het gedrag van andere marktpartijen. Andere niet bekende of onvoorspelbare factoren buiten de controle van Ageas kunnen eveneens voor een aanzienlijk verschil zorgen tussen de eigenlijke resultaten en deze in de verklaringen en zijn bijvoorbeeld (maar niet beperkt tot) het verkrijgen van toestemming van regelgevende of toezichthoudende Autoriteiten en de uitkomst van de hangende en toekomstige rechtszaken waarbij Ageas betrokken is. Om die reden is het niet aanbevolen deze verklaringen blindelings te volgen. Ageas is niet verplicht of van plan deze verklaring bij te werken, al dan niet als gevolg van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderzijds, behalve wanneer de wet dit vereist.
26
Bijlagen Gelieve te noteren dat historische informatie en de belangrijkste indicatoren per segment uit het persbericht zijn weggelaten. Deze zijn opgenomen in het Excel-werkboek met kwartaalresultaten dat kan worden gedownload via http://www.ageas.com/nl/Pages/kwartaalcijfers.aspx.
Bijlage 1 : Geconsolideerde balans op 31 maart 2011 31 maart 2011
31 december 2010
Activa Geldmiddelen en kasequivalenten
2.410,3
3.258,3
55.128,9
56.232,5
Vastgoedbeleggingen
1.924,4
1.900,3
Leningen
5.580,0
4.528,2
21.610,2
21.747,3
Beleggingen in geassocieerde deelnemingen
1.739,6
1.732,5
Herverzekering en overige vorderingen
4.209,6
3.828,5
Financiële beleggingen
Beleggingen inzake unit-linked contracten
Actuele belastingvorderingen Uitgestelde belastingvorderingen
74,4
71,5
774,6
465,1
Call optie op BNP Paribas aandelen
611,0
609,0
Overlopende rente en overige activa
2.022,9
2.042,5
Materiële vaste activa
1.088,9
1.065,0
Goodwill en overige immateriële vaste activa
1.701,4
1.686,0
Activa aangehouden voor verkoop Totaal activa
310,1 99.186,3
99.166,7
Verplichtingen inzake verzekeringscontracten Leven
24.028,4
23.938,4
Verplichtingen inzake beleggingscontracten Leven
27.194,1
26.913,8
Verplichtingen inzake unit-linked contracten
21.694,0
21.830,9
5.602,2
5.448,6
Verplichtingen
Verplichtingen inzake verzekeringscontracten Niet-leven Schuldbewijzen
483,5
548,9
Achtergestelde schulden
2.888,9
2.926,9
Leningen
2.085,2
2.141,7
Actuele belastingschulden Uitgestelde belastingschulden RPN(I)
73,4
46,4
673,5
682,3
722,0
465,0
Overlopende rente en overige verplichtingen
2.252,4
1.947,0
Voorzieningen
2.407,2
2.407,6
Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop Totaal verplichtingen
169,7 90.274,5
89.297,5
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders
7.446,2
8.247,1
Minderheidsbelangen
1.465,6
1.622,1
Totaal eigen vermogen
8.911,8
9.869,2
99.186,3
99.166,7
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
* 2009 accounts have been restated following new reporting segmentation and changed accounting rules in China
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
27
Bijlage 2 : Resultatenrekening Eerste kwartaal 2011
Eerste kwartaal 2010
Baten - Bruto premie-inkomen 1)
2.617,0
2.561,3
- Wijziging in niet-verdiende premies
- 267,1
- 142,1
- Afgestane herverzekeringspremies
- 80,2
Netto verdiende premies
- 68,1 2.269,7
Rentebaten, dividenden en overige beleggingsbaten Niet-gerealiseerde winsten(verliezen) op calloptie BNP Paribas aandelen Niet-gerealiseerde winsten(verliezen) op RPN(I) Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen Baten uit beleggingen inzake unit-linked contracten Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen Commissiebaten Overige baten Totale baten
2.351,1
750,6
736,9
2,0
- 220,0
- 257,0
- 126,0
60,6
74,6
118,6
562,7
16,0
19,1
113,6
99,2
50,3
41,3
3.124,4
3.538,9
Lasten - Schadelasten en uitkeringen, bruto - Schadelasten en uitkeringen, aandeel herverzekeraars Schadelasten en uitkeringen, netto Lasten inzake unit-linked contracten Financiële lasten Wijzigingen in de waardeverminderingen Wijzigingen in voorzieningen
- 2.355,0
- 2.529,9
50,1
33,9 - 2.304,9
- 2.496,0
- 117,2
- 545,4
- 78,8
- 70,1
- 6,2
- 3,3
0,4
1,9
Commissielasten
- 302,7
- 264,0
Personeelslasten
- 180,0
- 168,0
Overige lasten
- 192,3
- 181,7
- 3.181,7
- 3.726,6
Winst voor belastingen
- 57,3
- 187,7
Belastingen op de winst
- 51,6
21,3
- 108,9
- 166,4
Totale lasten
Nettowinst over de periode Toewijsbaar aan de minderheidsbelangen
44,7
34,7
- 153,6
- 201,1
Gewone winst per aandeel
- 0,06
- 0,08
Verwaterde winst per aandeel
- 0,06
- 0,08
Nettowinst toewijsbaar aan de aandeelhouders Gegevens per aandeel (EUR)
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
28
Bijlage 3 : Vergelijkbare premiegegevens Per segment %
FY 10
FY 09
%
1.109
10%
4.529
4.769
- 5%
206
- 57%
589
583
1%
1.311
1.316
- 0%
5.118
5.352
- 4%
511
483
6%
1.591
1.515
5%
1.822
1.799
1%
6.709
6.867
- 2%
10
5
*
28
10
*
-
-
*
-
-
*
10
5
*
28
10
*
Brutopremies Niet-leven
471
260
81%
1.179
903
31%
Totaal premie-inkomen Verenigd Koninkrijk
481
265
82%
1.207
913
32%
232
538
- 57%
1.749
1.601
9%
in miljoenen EUR
Q1 11
Q1 10
1.222 88
België Brutopremies Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling Bruto premie-inkomen Leven Brutopremies Niet-leven Totaal premie-inkomen België Verenigd Koninkrijk Brutopremies Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling Bruto premie-inkomen Leven
Contintaal Europa Brutopremies Beleggingscontracten zonder 437
472
- 8%
1.741
2.104
- 17%
Bruto premie-inkomen Leven
discretionaire winstdeling
669
1.010
- 34%
3.490
3.705
- 6%
Brutopremies Niet-leven
120
119
0%
443
236
87%
Totaal premie-inkomen Continentaal Europa
789
1.129
- 30%
3.933
3.941
- 0%
Brutopremies
51
47
8%
233
215
8%
Beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling
24
21
15%
102
82
24%
Bruto premie-inkomen Leven
75
68
10%
335
297
13%
-
-
*
-
-
*
75
68
10%
335
297
13%
Niet-geconsolideerde JV's tegen 100%
1.665
1.741
- 4%
5.759
3.774
53%
Totaal premie-inkomen Azië
1.740
1.809
- 4%
6.094
4.071
50%
Totaal premie-inkomen
4.832
5.002
- 3%
17.943
15.792
14%
Azië
Brutopremies Niet-leven Totaal premie-inkomen geconsolideerde entiteiten
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
29
Per type Q1 11
Q1 10
%
FY 10
FY 09
%
1.311
1.316
- 0%
5.118
5.352
- 4%
Verenigd Koninkrijk
10
5
*
28
10
*
Continentaal Europa
669
1.010
- 34%
3.490
3.705
- 6%
1.612
1.700
- 5%
5.578
3.689
51%
75
68
10%
335
297
13%
Niet-geconsolideerde JV's tegen 100%
1.537
1.632
- 6%
5.243
3.392
55%
Totaal premie-inkomen Leven
3.602
4.031
- 11%
14.214
12.756
11%
België
511
483
6%
1.591
1.515
5%
Verenigd Koninkrijk
471
260
81%
1.179
903
31%
Continentaal Europa
120
119
1%
443
236
88%
Azië
128
109
17%
516
382
35%
-
-
*
-
-
*
128
109
17%
516
382
35%
Totaal bruto-premies Niet-Leven
1.230
971
27%
3.729
3.036
23%
Totaal premie-inkomen
4.832
5.002
- 3%
17.943
15.792
14%
in miljoenen EUR Leven België
Azië Volledig geconsolideerd
Niet-leven
Volledig geconsolideerd Niet-geconsolideerde JV's tegen 100%
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
30
Bijlage 4 : Premie-inkomen per regio Belangrijkste cijfers per regio Bruto-premie-inkomen Leven
in miljoenen EUR % eigendom België Verenigd Koninkrijk
Bruto-premies Niet-leven
Totaal
Q1 11 Q1 10
FY 10
FY 09
Q1 11
Q1 10
FY 10
FY 09
Q1 11 Q1 10
FY 10
FY 09
75%
1.311
1.316
5.118
5.352
511
483
1.591
1.515
1.822
1.799
6.709
6.867
100%
10
5
28
10
471
260
1.179
903
481
265
1.207
913
Continentaal Europa
669
1.010
3.490
3.705
120
119
443
236
789
1.129
3.934
3.941
Portugal
51%
368
554
1.724
2.163
68
66
230
214
436
620
1.955
2.377
Frankrijk
100%
89
100
375
335
-
-
-
-
89
100
375
335
50%
202
327
1.293
1.102
-
-
-
22
202
327
1.293
1.124
Luxemburg Oekraïne
100%
-
0
2
2
-
-
-
-
-
-
2
2
Duitsland
100%
10
12
45
41
-
-
-
-
10
12
45
41
Turkije
100%
-
16
51
62
-
-
-
-
-
16
51
62
25%
-
-
-
-
52
54
213
-
52
54
213
-
100%
-
--
-
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1.612
1.700
5.578
3.689
128
109
516
382
1.740
1.809
6.093
4.071
100%
75
68
335
297
-
-
-
-
75
68
335
297
Maleisië
31%
140
185
717
498
96
83
405
293
236
268
1.121
791
Thailand
31%/15%
212
156
714
456
32
26
111
89
244
182
825
545
China
25%
1.140
1.250
3.681
2.371
-
-
-
-
1.140
1.250
3.681
2.371
India
26%
Italië Rusland Azië Geconsolideerde entiteiten Hongkong Niet-geconsolideerde JV's tegen 100%
Totaal
45
41
131
67
-
-
-
-
45
41
131
67
3.602
4.031
14.214
12.756
1.230
971
3.729
3.036
4.832
5.002
17.943
15.792
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
31
Bijlage 5 : Solvabiliteit per regio Belangrijkste kapitaalindicatoren
31-03-2011
31-12-2010
Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
2.282
2.632
Totaal beschikbaar kapitaal
3.880
4.276
Minimale solvabiliteitseisen
2.188
2.163
Totaal kapitaal boven minimale solvabiliteitseisen
1.692
2.113
Totale solvabiliteitsratio
177%
198%
Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
751
776
Totaal beschikbaar kapitaal
667
745
Minimale solvabiliteitseisen
270
192
Totaal kapitaal boven minimale solvabiliteitseisen
397
553
247%
389%
852
893
Totaal beschikbaar kapitaal
1.111
1.189
Minimale solvabiliteitseisen
562
562
Totaal kapitaal boven minimale solvabiliteitseisen
549
627
198%
211%
1.378
1.440
Totaal beschikbaar kapitaal
521
547
Minimale solvabiliteitseisen
53
56
468
491
984%
978%
Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
5.263
5.741
Totaal beschikbaar kapitaal
6.179
6.757
Minimale solvabiliteitseisen
3.073
2.973
Totaal kapitaal boven minimale solvabiliteitseisen
3.106
3.784
Totale solvabiliteitsratio
201%
227%
Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
2.183
2.506
Totaal beschikbaar kapitaal
1.596
1.794
België
Verenigd Koninkrijk
Totale solvabiliteitsratio Continentaal Europa Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
Totale solvabiliteitsratio Azië Eigen vermogen toewijsbaar aan aandeelhouders
Totaal kapitaal boven minimale solvabiliteitseisen Totale solvabiliteitsratio Totaal Verzekeringen
Algemeen (na eliminaties)
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
32
Bijlage 6 :
Overheidsobligatieportefeuille op 31 maart 2011 (geboekt als ‘beschikbaar voor verkoop’)
(EUR mio)
Historische kostprijs/
Bruto ongerealiseerde
Amortisatiewaarde
België
winst (verlies)
31-03-2011
31-12-2010
31-03-2011
31-12-2010 128,0
10.410,0
9.948,1
- 33,0
Nederland
1.212,9
1.288,2
7,3
48,0
Duitsland
2.567,6
2.628,8
43,7
149,9
Italie
3.701,3
3.683,4
- 148,2
- 110,3
Frankrijk
4.271,6
4.069,6
- 35,3
92,4
538,4
600,4
4,9
12,8
Griekenland
1.830,0
1.832,0
- 626,0
- 624,1
Spanje
1.712,0
1.730,0
- 115,8
- 129,0
Portugal
1.477,8
1.654,2
- 266,6
- 142,4
Oostenrijk
2.593,4
2.543,2
2,3
81,4
665,9
740,5
- 10,0
14,8 - 109,7
Verenigd Koninkrijk
Finland Ierland
599,3
599,1
- 154,4
Overige
1.502,9
1.524,4
17,2
48,4
Totaal
33.083,1
32.841,9
- 1.313,9
- 539,8
PERSBERICHT | resultaten eerste kwartaal 2011
33