VENTILATIESYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het ventilatiesysteem in gebruik neemt en bewaar deze handleiding voor later. TYPE: VENTILATIESYSTEEM

www.lg.com

NEDERLANDS

VENTILATIESYSTEEM

Gebruikershandleiding voor het ventilatiesysteem

INHOUDSOPGAVE Veiligheidsmaatregelen .................3

BELANGRIJKE GEGEVENS

Inbedrijfstelling voorbereiden.......6

Noteer hier de naam en het nummer van het model en de serie: Model nr. Serie nr.

Inleiding ..........................................7

Deze gegevens staan op een label aan de zijkant van elke unit. Naam van de dealer

Elektrische veiligheid ....................8

Eigenschappen...............................9

Datum van aankoop n Niet uw ontvangstbewijs en/of de aankoopnota op deze pagina vast voor het geval u deze in verband met een aanspraak op garantie moet overleggen.

Gebruiksaanwijzing .....................10

LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG

Extra functies ...............................14

In deze handleiding vindt u allerlei nuttige wenken voor een goed gebruik en het onderhoud van uw ventilatorsysteem. Een beetje aandacht en zorg kunnen u tijdens de levensduur van uw ventilatorsysteem veel tijd en geld besparen.

Onderhoud en service .................17

In het overzicht van controlepunten (zie Problemen oplossen) dat u moet nalopen voordat u een storing aan de servicecentrale rapporteert, vindt u praktische antwoorden op veelvoorkomende problemen.

Onderhoud luchtbevochtigingssysteem........21

Dit overzicht helpt u de oorzaak van storingen zelf snel op te sporen en op te lossen waardoor u geen beroep hoeft te doen op service van buiten.

Problemen oplossen....................23

LET OP • Neem contact op met een erkende servicetechnicus voor een reparatie of onderhoud van dit apparaat. • Neem contact op met een erkende installateur voor het installeren van dit apparaat. • Het ventilatiesysteem mag zonder toezicht van een volwassene niet door kinderen en minder valide personen worden bediend. • Voorkom dat kinderen met het ventilatiesysteem spelen. • De netvoedingskabel van het ventilatiesysteem mag alleen met gebruikmaking van originele vervangingsonderdelen door een vakkundige elektromonteur worden vervangen. • De installatiewerkzaamheden mogen alleen door erkende, vaktechnisch goed geschoolde monteurs worden uitgevoerd volgens de officiële KEMAvoorschriften.

2 Ventilatiesysteem

Veiligheidsmaatregelen

Veiligheidsmaatregelen Houd u aan de volgende aanwijzingen om persoonlijk letsel van u of anderen en beschadiging van de apparatuur te voorkomen. n Besturingsfouten door het negeren van de aanwijzingen kunnen de apparatuur beschadigen. De ernst hiervan wordt uitgedrukt door de volgende pictogrammen.

WAARSCHUWING

Dit teken wijst op de mogelijkheid van dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.

LET OP

Dit symbool duidt op de mogelijkheid van letsel of schade.

n De betekenis van de tekens die in deze handleiding worden gebruikt is hieronder aangegeven.

Zeker niet doen. Volg deze instructie nauwgezet op. Gevaar voor elektrische schokken OPMERKING

Speciale opmerking

WAARSCHUWING n Installeren

• Daardoor kunt u brand, kortsluiting en schokgevaar voorkomen.

Zet het paneel en de afdekplaat van de schakelkast stevig vast.

Roep voor elektrische installatie- of reparatiewerkzaamheden de hulp in van de dealer, de leverancier, een deskundige elektromonteur of een erkend elektrotechnisch installatiebureau.

Dit apparaat moet altijd geaard worden.

• Demonteer of repareer het product niet zelf. Daardoor kunt u brand, kortsluiting en schokgevaar voorkomen.


Laat altijd een afzonderlijke groep inclusief hoofdstroomverbreker installeren.

Gebruik een stroomonderbreker of zekering van de juiste waarde.


• Een verkeerde bedrading of installatie kan brand, kortsluiting en elektrisch schokgevaar veroorzaken.


Vervang of verleng de netvoedingskabel niet.

Als gebruiker mag u het ventilatiesysteem niet zelf installeren, verwijderen of opnieuw installeren.

Behandel het ventilatiesysteem voorzichtig bij het uitpakken en installeren.


• Daardoor kunt u brand-, schoken explosiegevaar en persoonlijk letsel voorkomen.

• U kunt zich aan de scherpe randen verwonden. Pas op voor de randen van het huis en de condensor- en verdampervinnen.

Gebruikersahndleiding 3

NEDERLANDS

Gebruik geen defecte of te laag gewaardeerde stroomverbreker. Installeer dit apparaat in een speciaal daarvoor bestemde groep.

Veiligheidsmaatregelen

Bel voor het uitvoeren van de installatie de dealer of een erkende servicecentrale . • Daardoor kunt u brand-, schoken explosiegevaar en persoonlijk letsel voorkomen.

Installeer het ventilatiesysteem niet in een bouwvallige structuur. • Dit kan verwondingen, een ongeval of beschadiging van het ventilatiesysteem veroorzaken.

Laat het ventilatiesysteem niet langdurig werken wanneer de luchtvochtigheid erg hoog is en een deur of raam open staat. • Daardoor kan vocht uit de lucht condenseren en vervolgens het meubilair nat maken of beschadigen.

Neem voor herinstallatie van de geïnstalleerde apparatuur altijd contact op met een erkend servicecentrum.

Open het onderhoudluik van het hoofdapparaat niet als de installatie in bedrijf is.

Zorg ervoor dat de aanzuigopening voor buitenlucht van een net is voorzien om te voorkomen dat vogels erin kruipen.

• Daardoor kunt u brand-, schoken explosiegevaar en persoonlijk letsel voorkomen.

• Door deze waarschuwing te negeren loopt u gevaar voor een elektrische schok.

• Verwijder vreemde zaken zoals vogelnesten. Als u deze waarschuwing negeert, kan de zuurstofvoorziening van het binnenklimaat in gevaar komen.

Installeer de inlaat voor buitenlucht op een plaats waar geen vervuilde lucht kan worden aangezogen.

Installeer de apparatuur op een plaats die het gewicht ervan kan dragen.

• Als u deze waarschuwing negeert, kunnen verscheidene ongevallen zich voordoen zoals verstikking door de aanzuiging van schadelijke gassen als koolmonoxide.

• Door deze waarschuwing te negeren, riskeert u ongelukken doordat de apparatuur van zijn plaats loskomt.

n Bediening Zorg ervoor dat de netvoedingskabel bij het bedienen van het systeem niet kan worden losgetrokken of beschadigd.

Plaats niets op de netvoedingskabel.

Trek de stekker van de netvoedingskabel niet uit het stopcontact wanneer het systeem in werking is.




Raak het systeem niet aan en bedien het niet als uw handen vochtig zijn.

Plaats geen verwarmingsapparaten of andere toestellen in de buurt van de netvoedingskabel.

Voorkom dat de elektrische onderdelen van het ventilatiesysteem nat worden.


• Daardoor helpt u brand, kortsluiting en schokgevaar te voorkomen.

• Daardoor helpt u brand, kortsluiting, schokgevaar en uitvallen van het systeem te voorkomen.

Bewaar geen ontvlambare gassen en brandstoffen in de buurt van het systeem.

Als er een lek is van ontvlambaar gas, sluit dan de gaskraan en open de ramen om het pand te ventileren voordat u het systeem inschakelt.

Doe het volgende als u opmerkt dat er vreemde geluiden of rookslierten uit het systeem komen. Schakel de hoofdschakelaar uit.

• Daardoor helpt u brand en uitvallen van het systeem te voorkomen.

• Gebruik in een dergelijk geval de telefoon niet en zet geen schakelaars aan of uit. Door vonken kan een explosie of brand ontstaan.


Neem contact op met een erkend elektrotechnisch installatiebureau als het systeem geheel of gedeeltelijk onder water heeft gestaan.

Zorg ervoor dat geen water in het product kan doordringen.


• Daardoor kunt u brand, kortsluiting, schokgevaar en beschadiging van het product voorkomen.

Schakel het systeem bij stormachtig weer uit. Verwijder het systeem bij een orkaanwaarschuwing tijdig uit het venster. • Een orkaan kan materiële schade, uitvallen van het product en kortsluiting veroorzaken.

4 Ventilatiesysteem

Veiligheidsmaatregelen Zet de hoofdschakelaar uit tijdens een reinigings- of controlebeurt van het systeem.

Trek de netvoedingskabel uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit als het systeem lange tijd niet wordt gebruikt.

• Daardoor kunt u een elektrische schok voorkomen.

• Daardoor voorkomt u beschadiging, onklaar worden en per abuis inschakelen van het systeem.

Raak ongeïsoleerde circuits en stroomverbrekers (schakelaars) nooit met vochtige handen aan. • Daardoor kunt u een elektrische schok voorkomen.

Vermijd open vuur.

• Daardoor kan er brand ontstaan.

Ga bij het reinigen of controleren van het systeem altijd op een stevige stoel of ladder staan. • Wees voorzichtig en zorg ervoor dat u niet valt.

LET OP n Installeren Het systeem moet altijd door minimaal twee personen worden opgetild en verplaatst.

Installeer het systeem niet waar het rechtstreeks blootstaat aan wind uit zee (zoutinwerking).

• Daardoor wordt het risico van persoonlijk letsel zoveel mogelijk voorkomen.

• Daardoor wordt corrosie van het systeem voorkomen. Door corrosievorming op de condensor en de verdampervinnen gaat het systeem slechter werken.

n Bediening Stel uw huid (en die van andere kamerbewoners) niet langdurig aan koude lucht bloot. (Ga niet in de luchtstroom zitten.)

• Daardoor voorkomt u beschadiging van voorwerpen en het interieur.

Trap niet op het systeem en plaats er niets bovenop. (buitenunits) • Daardoor voorkomt u persoonlijk letsel en storingen van het systeem.

Reinig het systeem altijd met een zachte doek. Gebruik geen agressieve detergenten, oplosmiddelen e.d.

• Daardoor voorkomt u brand, kortsluiting, schokgevaar en beschadiging van de kunststof onderdelen van het systeem.

Ga bij het reinigen of controleren van het systeem altijd op een stevige stoel of ladder staan. • Wees voorzichtig en zorg ervoor dat u niet valt.


NEDERLANDS

• Dat is slecht voor uw gezondheid.

Gebruik het systeem niet voor speciale toepassingen zoals voedselconservering, het bewaren van kunstwerken e.d. Het is een ventilatorsysteem voor de gemiddelde consument, geen precisiekoelsysteem.

Vóór gebruik

Vóór gebruik Het systeem bedrijfsklaar maken 1. Laat de installatie uitvoeren door een installatiespecialist. 2. Bevestig de netsteker stevig in een stopcontact, 3. Gebruik een afzonderlijke lichtnetgroep. 4. Gebruik geen verlengkabel. 5. Start het stop het systeem niet door de netkabel in een stopcontact te bevestigen of uit het stopcontact te trekken. 6. Als de netkabel of de netstekker beschadigd is, mag deze alleen door een goedgekeurd exemplaar worden vervangen.

Gebruik 1. Langdurige blootstelling aan een rechtstreekse luchtstroom is slecht voor uw gezondheid. Stel kamerbewoners, huisdieren en planten niet langdurig bloot aan een rechtstreekse luchtstroom. 2. Ter voorkoming van zuurstoftekort moet de kamer afdoende worden geventileerd als zich daarin ook kachels of andere verwarmingsapparaten bevinden. 3. Gebruik het systeem niet voor niet genoemde speciale toepassingen (bijvoorbeeld het bewaren van precisie-instrumenten, voedselconservering, huisdieren, planten, kunstvoorwerpen en dergelijke). Een dergelijke toepassing kan schadelijk zijn.

Reiniging en onderhoud 1. Raak de metalen onderdelen van het systeem bij het verwijderen van het filter niet aan. Bij het hanteren van de scherpe metalen randen kunt u een verwonding oplopen. 2. Maak de binnenkant van het systeem niet met water schoon. De isolatie kan door contact met water beschadigd worden, met schokgevaar als gevolg. 3. Zorg ervoor dat de stroomvoorziening en de hoofdschakelaar uitgeschakeld zijn voordat u het systeem reinigt. De ventilator draait met zeer hoge snelheid wanneer het systeem ingeschakeld is. U riskeert ernstige verwondingen als het systeem tijdens het reinigen van de inwendige delen per abuis wordt ingeschakeld.

Service Neem voor reparaties en onderhoud contact op met een officiële dealer of erkende servicecentrale.

6 Ventilatiesysteem

Inleiding

Inleiding

1 3 2 5 12 11 13 14 6 9

4

10

8 7

1. Onderhoudsluik 2. Luchtfilter Voorkom verstopping van de warmtewisselaar door aangekoekt stof. 3. Centrale warmtewisselaar Hierdoor worden de temperatuur en vocht tussen de aanvoerlucht en de uitblaaslucht uitgewisseld.

6. Blazer voor aanvoerlucht Deze blaast buitenlucht naar binnen. 7. Omloopdemper Zet de luchtventilatie via de centrale warmtewisselaar in normale ventilatie om. 8. Houder voor centrale warmtewisselaar Wordt gebruikt voor het installeren van de centrale warmtewisselaar. 9. Luchtbevochtigingselement

5. Bedieningskast (met elektronische onderdelen)

11. Gasleidingverbinding (Ø 12,7)

10. Direct-expansion warmtewisselaar (DXwarmtewisselaar) 12. Vloeistofleidingverbinding (Ø 6,35) 13. Aansluitpoort voor voedingswater (Ø 6,35) 14. Afvoeruitlaat (Ø 25,4)


NEDERLANDS

4. Blazer voor uitblaaslucht Dit een blazer voor het naar buiten afvoeren van vervuilde lucht.

Elektrische veiligheid

Elektrische veiligheid WAARSCHUWING: Dit apparaat moet goed zijn geaard. Om het risico van elektrische schokken te voorkomen moet u het systeem altijd op een geaard stopcontact aansluiten.

Voorkeurmethode

Zorg voor een goede aarding vo systeem in gebruik neemt.

WAARSCHUWING: Knip of verwijder de aardingspen niet van de netstekker. WAARSCHUWING: Als u het aardingspunt van de adapter bevestigt aan de schroef van de deksel van het stopcontact, wordt het systeem niet geaard tenzij deze schroef van metaal en niet geïsoleerd is en het stopcontact in de muur geaard is door de bedrading van de behuizing. WAARSCHUWING: Als u twijfelt of het systeem goed is geaard, laat dan het stopcontact en de groep door een vakkundige elektricien controleren.

8 Ventilatiesysteem

Eigenschappen

Eigenschappen Ventilatie via de centrale warmtewisselaar Blaast gebruikte binnenlucht via de centrale warmtewisselaar naar buiten. • De uitgewisselde warmte van de buitenlucht wordt aan de toevoerlucht afgegeven. Gebruik de ventilator in de modus Ventilatie via de centrale warmtewisselaar tijdens de zomer of winter wanneer de functie voor koelen of verwarmen is ingeschakeld.

Demper

Uitblaaslucht

Retourlucht

Buitenlucht

Centrale warmtewisselaar

Toevoerlucht

Luchtbevochtigingselement DX-warmtewisselaar

Normale ventilatie Blaast de vervuilde binnenlucht rechtstreeks naar buiten zonder dat deze de centrale warmtewisselaar passeert. • Gebruik de ventilator in de modus Normale ventilatie tijdens de lente of de herfst wanneer de tussenkomst van de centrale warmtewisselaar niet nodig is.

Demper

Buitenlucht


Retourlucht Toevoerlucht

Luchtbevochtigingselement DX-warmtewisselaar

WAARSCHUWING: Schakel het systeem uit wanneer de buitenlucht sterk door bijvoorbeeld stofwolken is vervuild. Gebruikersahndleiding 9

NEDERLANDS

Uitblaaslucht

Bedieningsinstructies

Bedieningsinstructies (accessoire) Naam en functie van de afstandsbediening

1 10 9 8

2 3

7

4

11 12 13

5 6

14 15

Models : PQRCVSL0 PQRCVSL0QW

Bevestig het informatie-etiket aan de binnenzijde van de deur van het systeem. Gebruik de taalversie die voor uw land geldt.

1 BEDIENINGSSCHERM 2 TEMPERATUURKNOP INSTELLEN 3 KNOP VOOR 4 VENTILATORSNELHEID 5 AAN/UIT-KNOP 6 INSTELKNOP VOOR BEDRIJFSMODUS 7 ONTVANGER VOOR DRAADLOZE (*) AFSTANDSBEDIENING • Sommige producten kunnen de draadloze signalen niet ontvangen. KNOP VOOR LUCHTSTROOM (*) 8 9 KNOP VOOR SUBFUNCTIES 10 FUNCTIEKEUZEKNOP 11 VENTILATIEKNOP 12 GERESERVEERD UP, NEER, LINKS, RECHTS KNOP • Druk op de -knop om de temperatuur van de binnenlucht de controleren. 13 KNOP VOOR REGELEN VAN DE KAMERTEMPERATUUR KNOP VOOR 14 INSTELLEN/ANNULEREN 15 KNOP VOOR AFSLUITEN

j Afhankelijk van het producttype kunnen sommige functies niet worden ingeschakeld en weergegeven. Gebruik de afstandsbediening voor meer informatie over bepaalde functies. j (*) : Functies voor ventilatiesysteem.

10 Ventilatiesysteem


Toepassingen en bediening van het ventilatiesysteem 1. Bediening met afstandsbediening in ruimten waarin zowel een airco-binnenunit en een ventilatiesysteem is geïnstalleerd.

DirecteXpansion ventilatie

Zelfstandig bedrijf

Gekoppeld bedrijf

(Zelfstandig bedrijf met Direct-eXpansion ventilatie)

(Gekoppeld bedrijf van Direct-eXpansion ventilatie)

Direct-eXpansion ventilatie Draadafstandsb ediening

Airco-binnenunit

DirecteXpansion ventilatie

Draadafstandsbediening

h Zie de handleiding van het airco-systeem voor het aansluiten van de bedrading. (Zie de pagina over Groepsbesturing)

2. Druk op de draadafstandsbediening op de knop ʻVentilationʼ en open de bedieningsmodus voor ventilatie om de werking van het ventilatiesysteem te controleren.

3. Druk in de ventilatiemodus op de knop ʻVentilationʼ om terug te schakelen naar de aircomodus.

- Het ventilatiesysteem vertegenwoordigt algemene ventilatiesystemen en Direct-eXpansion ventilatiesystemen.


NEDERLANDS

- Als de gebruiker in de ventilatiemodus gedurende 15 seconden of langer op geen enkele knop drukt, schakelt het systeem automatisch terug naar de aircomodus.


Zelfstandig bedrijf met Direct-eXpansion ventilatie Het systeem zorgt voor ventileren en gelijktijdig koelen of verwarmen met behulp van de in het Direct-eXpansion ventilatiesysteem ingebouwde warmtewisselaar. Vrijstaand bedrijf van Direct-eXpansion type ventilatie -knop op de afstandsbediening. 1 Het systeem werkt zelfstandig met Direct-eXpansion type ventilatie (zie afbeelding rechts).

een druk op de -knop, wijzigt u de de 2 Met ventilatiemodus. Door op deze knop te drukken schakelt u over naar een andere modus zoals van ‘warmte-uitwisseling’ naar 'normaal' of 'automatisch'. Ventilatiemodus

Display van de afstandsbediening

Inhoud

Warmteuitwisseling

Modus waarbij de toevoer en de afvoer van lucht via de centrale warmtewisselaar wordt geleid. Het gebruik van deze modus wordt aanbevolen tijdens het zomer- en het winterjaargetijde wanneer grote temperatuurverschillen kunnen optreden tussen de binnen- en de buitenlucht.

Normaal

Modus waarbij de lucht wordt uitgeblazen buiten de centrale warmtewisselaar om. Deze modus wordt aanbevolen voor gebruik tijdens het voorjaar en de herfst of wanneer de binnenlucht sterk is vervuild.

Automatisch

Werkt automatisch met maximale ventilatie door de temperatuur van de binnen- en de buitenlucht van het ventilatiesysteem te meten. ❈ Zoekt de optimale instelling voor elke bedrijfsmodus of ingestelde temperatuur op door de binnen- en/of de buitentemperatuur van het ventilatiesysteem te meten als dit aan een Multi-V-systeem is gekoppeld. (Geldt uitsluitend voor bepaalde modellen)

❈ Het bovenstaande 88-segmentdisplay wordt alleen weergegeven wanneer het systeem in zelfstandige Direct-eXpansion ventilatie werkt en wanneer het ventilatiesysteem wordt gestopt. u op deze -knop drukt, wordt 3 Als de bedrijfsmodus gewijzigd. - Met een druk op deze knop kunt u overschakelen tussen koelen, verwarmen, automatisch en ventilator. in de ventilatiemodus op de 4 Door drukken, wijzigt u de windkracht.

-knop te

- Met een druk op deze knop schakelt u over van Laag naar Hoog en Superhoog, vice versa. ❈ De keuze van koelen of verwarmen en de gewenste temperatuur kunnen in zelfstandig bedrijf volgens het Direct-eXpansion ventilatietype worden aangepast. ❈ Zie de informatie over de belangrijkste bedieningsfuncties. Temperatuurinstelling voor het wijzigen van de gewenste temperatuur 12 Ventilatiesysteem


Gekoppeld bedrijf met Direct-eXpansion systemen Dit kan alleen worden gebruikt wanneer het ventilatiesysteem gekoppeld is aan een systeem met Direct-eXpansion ventilatie. Gekoppeld bedrijf met Direct-eXpansion ventilatie op de -knop van de 1 Druk afstandsbediening. - Deze wordt alleen gebruikt als het ventilatiesysteem en het ventilatiesysteem onderling zijn gekoppeld. (Op het display van de afstandsbediening verschijnt de tekst ‘Interlinked operation’.) in de ventilatiemodus op de 2 Door-knop te drukken, start u de ventilatie. in de ventilatiemodus op de 3 Door-knop te drukken, wijzigt u de ventilatiemodus. - Teleksn wanneer u op deze knop drukt, schakelt u over van Warmte-uitwisseling naar Normaal en vervolgens naar Automatisch. ❈ Het display van de afstandsbediening is alleen zichtbaar in de ventilatiemodus en het geeft de gewenste temperatuur aan wanneer het wordt overgeschakeld naar de aircomodus. in de ventilatiemodus op de 4 Door-knop te drukken, wijzigt u de

naar de aircomodus 5 Terugschakelen 1) Automatische conversie : Wanneer 15 seconden of langer geen knop wordt aangeraakt, schakelt het systeem automatisch terug naar de aircomodus. 2) Handmatige conversie : Door in de ventilatiemodus op de -knop te drukken, schakelt u over naar handbediening.


NEDERLANDS

windkracht. - Met een druk op deze knop schakelt u over van Laag naar Hoog en Superhoog, vice versa.

Extra functies

Extra functies Snelle of energiebesparende ventilatiemodus Met deze functie kunt u bepaalde ventilatiefuncties efficiënter bedienen door extra mogelijkheden als snelle of energiebesparende ventilatie. Snel: snel ventileren in de ventilatiemodus op de 1 Druk - Er wordt nu in de ventilatiemodus

-knop.

achtereenvolgens van Snel ventileren naar Energiebesparend ventileren overgeschakeld. (Snel) knippert op het display. Druk nu 2 Fast' op de -knop om het 'Fast'-pictogram stil te zetten waarna de functie is ingesteld.

nogmaals op de -knop om 3 Druk de instellingen te sluiten.

Energiebesparing: Zorgt voor efficiënte ventilatie en bespaart energie. in de ventilatiemodus op de 1 Druk - Er wordt nu in de ventilatiemodus

- knop.

achtereenvolgens van Snel ventileren naar Energiebesparend ventileren overgeschakeld. Saving' (Eneriebesparing) knippert op het display. 2 ‘Energy Druk nu op de -knop om het 'Energy Saving’-pictogram stil te zetten waarna de functie is ingesteld.

nogmaals op de 3 Druk de instellingen te sluiten.

-knop om

❈ Algemene ventilatie en Direct-eXpansion ventilatie hebben dezelfde extra functies. ❈ De extra functie-instellingen voor ventileren, verwarmen en luchtbevochtigen zijn dezelfde als van het ventilatiesysteem. 14 Ventilatiesysteem

Extra functies

Bedrijfsmodus voor luchtbevochtiging Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar bij producten met een luchtbevochtigingsfunctie.

een paar keer op de 1 Druk-knop tot het pictogram gaat knipperen. op de -knop om HUMIDIFIER 2 Druk (Luchtbevochtigingssysteem) in of uit te schakelen. (Het pictogram wordt weergegeven bij gebruikmaking van de SETTING (Instellings)-optie en verdwijnt in het tegenovergestelde geval.) op de -knop om de 3 Druk functie te sluiten. ❈ Na de installatie wordt de installatiemodus (setup) automatisch afgesloten als er 25 seconden of langer niet op een van de knoppen wordt gedrukt. ❈ Als u afsluit zonder op de instelknop te drukken, wordt de ingevoerde waarde niet bevestigd.

OPMERKING

• De luchtbevochtigingsfunctie kan niet worden ingeschakeld bij en gedeeltelijk product.


NEDERLANDS

• U kunt deze functie automatisch of handmatig selecteren als de verwarmingsmodus is ingeschakeld.(Standaardfabrieksinstelling: Wanneer u de verwarmingsmodus kiest, wordt de luchtbevochtigingsmodus automatisch geselecteerd. • In het geval van gekoppeld bedrijf: zie de bovenstaande tabel bij ventilatiemodus voor het inschakelen van de bedrijfsmodus Luchtbevochtiging door de knop in te drukken.

Extra functies

Temperatuurinstelling / controle kamertemperatuur Temperatuurinstelling kunt de gewenste temperatuur 1 Ueenvoudig instellen. • Druk op de knoppen en om de gewenste temperatuur aan te passen. : Door elke druk op de knop verhoogt u de temperatuur met 1 °C. : Door elke druk op de knop verlaagt u de temperatuur met 1°C. • Kamertemperatuur: Geeft de huidige kamertemperatuur aan. • Instelde temperatuur: Heeft de temperatuur aan die de gebruiker wil instellen. h Afhankelijk van het type controller, kunt u de temperatuur in stappen van 0,5 °C aanpassen. Koelen: - De koelmodus werkt niet als de gewenste temperatuur hoger is dan de kamertemperatuur. Stel een lagere temperatuur in. Verwarmen: - De verwarmingsmodus werkt niet als de gewenste temperatuur lager is dan de kamertemperatuur. Stel een hogere temperatuur in.

Controle van de kamertemperatuur u op de -knop drukt, wordt de 1 Als kamertemperatuur binnen vijf seconden weergegeven. Na vijf seconden wordt het display naar de gewenste temperatuur overgeschakeld. Afhankelijk van de plaats van de afstandsbediening kunnen de werkelijke kamertemperatuur en de weergegeven temperatuur onderling afwijken. • U kunt de gewenste temperatuur selecteren voor gekoelde lucht van 18 °C tot 30 °C en voor verwarmde lucht van 16 °C tot 30 °C. • Tussen de kamertemperatuur en de temperatuur van de buitenlucht moet een verschil van minimaal 5 °C worden gemeten. 16 Ventilatiesysteem

Onderhoud en service

Onderhoud en service Demontagemethode voor elk onderdeel afzonderlijk Om te voorkomen dat de prestaties van het ventilatiesysteem minder worden, moet u het stof dat zich op het luchtfilter en de centrale warmtewisselaar afzet regelmatig verwijderen.

Afzonderlijke onderdelen (luchtfilter en centrale warmtewisselaar) verwijderen 1. Het onderhoudsluik verwijderen. Pak het onderhoudsluik in het plenum met uw handen vast en trek het onderhoudsluik omhoog. (Maak het scharnier los en verwijder het onderhoudsluik.) Hoofdsysteem

2. Het luchtfilter verwijderen. Trek het luchtfilter naar links/rechts en onderzijde uit de centrale warmtewisselaar. Hoofdsysteem

Luchtfilter

NEDERLANDS

WAARSCHUWING: Ga bij het verwijderen van het luchtfilter voorzichtig te werk om niets te beschadigen en uzelf of anderen niet te verwonden omdat het luchtfilter scherpe onderdelen bevat.

3. De centrale warmtewisselaar verwijderen. Pak de handreep beet en trek de centrale warmtewisselaar (2EA) vervolgens uit het hoofdapparaat. (2 units) WAARSCHUWING: Schakel de hoofdstroomschakelaar uit tijdens het schoonmaken van het ventilatiesysteem.

Hoofdsysteem Main Body

Hendel

WAARSCHUWING: Draag veiligheidshandschoenen tijdens onderhoudswerkzaamheden. Gebruikersahndleiding 17


Onderdelen reinigen en vervangen 1. Luchtfilter reinigen • Verwijder het stof van het luchtfilter met een stofzuiger of door het in water te wassen. Als het stof is vastgekleefd, was het filter dan in een lauwwarm sopje van een neutraal wasmiddel.

Luchtfilter

• Nadat u het filter in water hebt uitgespoeld, laat u het in de schaduw door en door drogen. (Laat het filter nooit in de volle zon of bij een kachel drogen.) • Als het luchtfilter is beschadigd, koop dan een nieuw filter bij een servicecentrum of professionele leverancier.

2. De centrale warmtewisselaar reinigen Zuig het stof dat zich op het oppervlak van de centrale warmtewisselaar heeft vastgezet met een stofzuiger op. • Plaats een zacht borstelmondstuk op de mond van de zuigslang. • Gebruik nooit een hard borstelmondstuk. (Dit kan het oppervlak van de centrale warmtewisselaar beschadigen waardoor de warmtewisselaar waardeloos wordt.) • Was de centrale warmtewisselaar nooit met water. • Doorgaans moet de warmtewisselaar twee jaar na de datum van aankoop worden vervangen. De kosten hiervan komen voor rekening van de eigenaar van het systeem. • Ook wanneer de warmtewisselaar binnen twee jaar na de aankoopdatum aan vervanging toe is, komen de kosten van vervanging door een erkend servicecentrum voor rekening van de eigenaar van het ventilatiesysteem. • Bel voor service de dealer of een erkende servicecentrale.

Luchtfilter



Stofzuiger (spleetzuigmond)


Montage en controle na onderhoud 1. De centrale warmtewisselaar monteren Plaats de hoekdelen (4 of 6 onderdelen) van de centrale warmtewisselaar voorzichtig in de houder voor montage en schuif deze in het hoofdsysteem.


Hoofdsysteem Main Body

Monteer het luchtfilter in de houderstructuur.

Houder voor centrale warmtewisselaar

2. Luchtfilter terugplaatsen Plaats het luchtfilter in de houderstructuur van de centrale warmtewisselaar, • Let erop dat u het oppervlak van de centrale warmtewisselaar hierbij niet beschadigt. • Door stof dat zich op de centrale warmtewisselaar heeft vastgezet kan het luchtvolume teruglopen.

Hoofdsysteem

Luchtfilter

NEDERLANDS

3. Het onderhoudluik terugplaatsen Bevestig het luik op het rechterscharnier en zet het de linker zijde vast. (Het naamplaatje moet zichtbaar blijven.)

WAARSCHUWING: Schakel de hoofdstroomschakelaar uit tijdens het schoonmaken van het ventilatiesysteem.

Scharnier

Hoofdsysteem

WAARSCHUWING: Draag veiligheidshandschoenen tijdens onderhoudswerkzaamheden.



De luchtbevochtiger vervangen 1. Verwijder het onderhoudsluik. Draai de schroef (8EA) los en maak het onderhoudsluik los.

Onderhoudsluik

Schroef

2. Bereid de vervanging van de luchtbevochtiger voor. • Open de afvoerdop om het restwater in de voedingstank af te tappen. • Draai de schroef (3EA) los en verwijder het deksel van de voedingstank. • Draai de schroef (1EA) los en maak de klem los.

Schroef Klem

Deksel van Afvoerdop

Schroef

3. Trek de luchtbevochtiger (2EA) naar buiten Luchtbevochtiger

• Open de afvoerdop om het restwater in de voedingstank af te tappen. • Draai de schroef (3EA) los en verwijder het deksel van de voedingstank. • Draai de schroef (1EA) los en maak de klem los.

4. Plaats een nieuwe luchtbevochtiger (2EA). Controleer of de rand van het bovenpaneel van het luchtbevochtigingselement veilig op de rail is aangesloten. Plaats vervolgens de lamp, het deksel van de voedingstank en de afvoerdop terug. WAARSCHUWING: Schakel de hoofdstroomschakelaar uit tijdens het schoonmaken van het ventilatiesysteem. WAARSCHUWING: Draag veiligheidshandschoenen tijdens onderhoudswerkzaamheden. 20 Ventilatiesysteem

Rail

Onderhoud van het luchtbevochtigingssysteem

Onderhoud van het luchtbevochtigingssysteem Inspectie en onderhoud van het luchtbevochtigingssysteem • Laat de leverancier van het ventilatiesysteem de volgende inspecties uitvoeren zodat u verzekerd bent van een lange levensduur van het systeem. • Vraag uw leverancier om het luchtbevochtigingssysteem bij het begin en het einde van het zomerseizoen een onderhoudsbeurt te geven om de ontwikkeling en aangroei van schadelijke bacteriën te voorkomen. Gecontroleerd gedeelte

Voedingswater tank

Onderhoudswerkzaamheden

Te inspecteren onderdelen

Oplossing

Problemen indien onderhoud niet wordt uitgevoerd.

Werking vlotterschakelaar controleren

Schoonmaken als de werking Onvoldoende luchtbevochtiging wordt gehinderd door vuilaanslag. Overlopende voedingswatertank

Op vuil controleren

Schoonmaken indien ernstig vervuild.

Zwakke ventilatie Verminderd luchtbevochtigingsvermogen.

Vervangen indien defect.

Onvoldoende luchtbevochtiging. Overlopende voedingswatertank. (Verhoogd leidingwaterverbruik.)

Openen en sluiten controleren Magneetklep Op dezelfde manier controleren als de werking van de vlotterschakelaar

Het element van de luchtbevochtiger vervangen 1. Het luchtbevochtigingselement moet in het algemeen om de drie jaar worden vervangen als het toevoerwater zacht is maar externe factoren als waterkwaliteit en bedrijfsduur kunnen de productieve levensduur ervan verkorten. 2. Neem contact op met uw leverancier als u vragen hebt. OPMERKING

Wanneer de luchtbevochtiging niet werkt, toont de afstandsbediening geen foutcode. (Alleen het pictogram voor luchtbevochtiging “

” knippert 30 minuten en verdwijnt dan.)

Gebruik van het luchtbevochtigingssysteem onder deze omstandigheden leidt tot onvoldoende luchtbevochtiging en een verhoogd leidingwaterverbruik. De magneetklep en de vlotterschakelaar moet bij het begin van het zomerseizoen worden gecontroleerd.


NEDERLANDS

Deze opmerking is alleen van toepassing op modellen die met een luchtbevochtigingsfunctie zijn uitgerust.

Humidifier Maintenance

Onderhoudscyclus • Geadviseerde onderhoudscyclus voor afzonderlijke onderdelen. Naam van het onderdeel

Inspectiecyclus (reinigingscyclus)

Vervangingscyclus

Luchtfilter

0.5 year

3 years


1 year

10 years

Luchtbevochtigingselement

1 year

1~3 years

• Deze tabel omvat de belangrijkste onderdelen. • Zie voor meer informatie het onderhouds- en inspectiecontract. • Deze onderhoudscyclus geeft de geadviseerde tijdsperioden aan tot onderhoud noodzakelijk is om een zo lang mogelijke gebruiksduur van de verschillende onderdelen te bereiken. • Aan de hand van deze tabel kunt u de onderhoudskosten budgetteren (onderhoudskosten, arbeidsloon, materiaalkosten e.d.). • De levensduur van een luchtbevochtigingselement is plm. 3 jaar (4.000 uur) bij een hardheid van het toevoerwater van 150 mg/L. • De levensduur van een luchtbevochtigingselement is plm. 1 jaar (1.500 uur) bij een hardheid van het toevoerwater van 400 mg/L. • Aantal bedrijfsuren per jaar: 10 uur per dag x 26 dagen per maand x 5 maanden = 1.300 uur. • Deze cyclus is niet identiek aan de garantieperiode.


Problemen oplossen

Problemen oplossen Probleem Het product werkt niet

Controleer het volgende. Is de voeding in orde?

Probleem oplossen Zorg ervoor dat het systeem voeding krijgt.

Het product werkt niet hoewel u op de Is de binnentemperatuur lager dan ʻAANʼ- schakelaar drukt 45 °C of hoger dan 40 °C?

Het systeem staat in de standbymodus om de centrale warmtewisselaar te beveiligen.

Hoewel u probeert over te schakelen naar een andere ventilatorsnelheid, verandert de bedrijfsmodus niet en schakelt het systeem over naar ʻAuto or Lowʼ (Automatisch of laag).

Is de binnentemperatuur lager dan -10 °C of hoger dan 45 °C?

Het systeem werkt in een bedrijfsmodus die de centrale warmtewisselaar beveiligt.

Is het pictogram “ “ op de afstandsbediening zichtbaar?

Het systeem werkt in de kinderslotmodus. Kijk op de afstandsbediening.

Is het pictogram “ “ op de afstandsbediening zichtbaar? Verschijnt het bericht “HL” op de afstandsbediening wanneer u op een van de knoppen drukt?

Het systeem werkt in de centrale bedieningsmodus. Deze kunt u niet met de afstandsbediening bedienen.

Hoewel u op de knoppen van de afstandsbediening drukt, werkt geen enkele functie.

NEDERLANDS Gebruikersahndleiding 23


VENTILATIESYSTEEM GEBRUIKERSHANDLEIDING

Recommend Documents