Veiligheidsfiche van Witte wegenverf ongepareld VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1 – IDENTIFICATIE VAN HET PRODUCT EN VAN DE ONDERNEMING Product: Naam : wegenverf Onderneming : BEVEPE bvba – Monnikenwerve 86 – 8000 Brugge Telefoon : 050 31 40 46 Fax: 050 31 96 78 Telefoonnummer Antigifcentrum: (070)24.52.45 2 – SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN Representatieve gevaarlijke bestanddelen (aanwezig in het preparaat in een voldoende concentratie om de giftige eigenschappen zoals in zuivere staat op te leggen) EG annex nr 601-021-00-3 CAS 108-88-3 CE 203-625-9 TOLUEEN | Concentratie >/ 10,00% en < 25,00%. Symbool : Xn F R : 11-20 Andere gevaardragende bestanddelen EG annex nr 603-001-00-X CAS 67-56-1 CE 200-659-6 METHANOL | Concentratie >/ 0,00% en < 2,50%. Symbool : T F R : 11-23/24/25-39/23/24/25 Bestanddelen aanwezig in een lagere concentratie dan de minimum gevaarsdrempel : EG annex nr 607-022-00-5 CAS 141-78-6 CE 205-500-4 ETHYLACETAAT | Concentratie >/ 2,50% en < 10,00%. Symbool : Xi F R : 11-36-66-67 Andere bestanddelen die een professionele blootstellingsgrenswaarde hebben : Geen enkel bestanddeel van deze categorie is aanwezig. 3 – IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN Dit product is geklasseerd als: licht ontvlambare vloeistof. Risico op schadelijke effecten met lichte vergiftigingssymptomen door inademing. 4 – EERSTEHULPMAATREGELEN Algemeen, bij twijfel of bij aanhoudende verschijnselen, steeds een arts raadplegen. NOOIT IETS TOEDIENEN LANGS DE MOND bij een bewusteloos persoon. Bij inademing : Bij inademing van grote hoeveelheden, de patiënt in de frisse lucht brengen en hem warm houden en rustig. Indien de ademhaling onregelmatig of gestopt is, kunstmatige beademing toepassen en een dokter raadplegen. Niets langs de mond toedienen. Bij spatten of contact met de ogen : Overvloedig wassen met veel water gedurende 15 minuten terwijl de oogleden opengehouden worden. De persoon naar een oogarts sturen wanneer er roodheid, pijn of een visueel ongemak optreedt. Bij spatten of contact met de huid : De doordrongen kledij verwijderen en de huid wassen met water en zeep of gebruik een gekende reiniger. GEEN oplosmiddelen of verdunners gebruiken. Bij inslikken : Bij inslikken, indien de hoeveelheid niet meer is dan een slok, de mond spoelen met water en een arts raadplegen. In rust houden. NIET laten braken.
Bij accidentele inname een arts roepen om de nood van toezicht en een ziekenhuisopname te bepalen, indien nodig. Het etiket tonen. 5 – BRANDBESTRIJDINGSMIDDELEN Chemische poeders, koolstofdioxide en andere gasblustoestellen voldoen voor kleine brandjes. Bij brand, zijn de geschikte blusmiddelen : Speciale schuimen voor polaire vloeistoffen (alcoholbestendig), poeders, koolstofdioxide. Bij brand, aangepaste blusmiddelen gebruiken. Nooit water gebruiken. Ongeschikte blusmiddelen : In het algemeen, is water niet aangewezen want het kan ondoeltreffend zijn ; men kan wel water gebruiken om verpakkingen die blootgesteld zijn aan het vuur af te koelen en om dampen te verspreiden. Een brand zal meestal een dikke zwarte rook voortbrengen. De blootstelling aan afbraakproducten kan risico’s inhouden voor de gezondheid. De rook niet inademen. Vermijden dat bluswater terechtkomt in het milieu. Beschermende uitrusting : De brandweerlui zijn voorzien van een onafhankelijk ademhalingstoestel. 6 – MAATREGELEN TE NEMEN BIJ ACCIDENTEEL VRIJKOMEN VAN DE STOF Persoonlijke voorzorgsmaatregelen : Elke mogelijke ontstekingsbron verwijderen en de lokalen ventileren. Door de aanwezigheid van organische oplosmiddelen in het mengsel, elke mogelijke ontstekingsbron verwijderen en de lokalen ventileren. Voorkom het inademen van de dampen. Zie ook beschermingsmaatregelen opgesomd in rubriek 7 en 8. Maatregelen ter bescherming van het milieu : Lekken bedwingen en opnemen met inert absorberend materiaal, zoals zand, aarde, zaagsel in vaten met het oog op de verwijdering van het afval. Vermijd elke doordringing in riolering of openbare wateren. Plaats vaten met het oog op de verwijdering van het opgevangen afval volgens de geldende reglementeringen (zie rubriek 13). Indien het product grote watervlakten, rivieren of riolen vervuilt, de bevoegde autoriteiten verwittigen volgens de geldende procedures. Reinigingsmethodes : Bij voorkeur te reinigen met een detergent, vermijd het gebruik van oplosmiddelen. 7 – HANTERING EN OPSLAG De voorschriften die betrekking hebben op de stockeerruimtes zijn toepasbaar in de werkruimtes waar het product gebruikt wordt. Hantering : Hanteren in goed geventileerde zones. Dampen zijn zwaarder dan lucht. Ze kunnen zich langs de grond verspreiden en kunnen samen met lucht explosieve mengsels vormen. Vermijd de vorming van brandbare of explosieve concentraties in de lucht en vermijd dampconcentraties hoger dan de professionele blootstellingsgrenswaarden. Brandpreventie : Vermijd de opeenhoping van elektrostatische ladingen met aansluitingen op de grond. Het mengsel kan zich elektrostatisch laden: altijd op de grond zetten bij het overgieten. Draag antistatische schoenen en kleren en voorzie de vloer van geleidend materiaal. Gebruik het product in lokalen waar geen naakte vlammen of andere ontstekingsbronnen aanwezig zijn, en voorzie een beschermde elektrische installatie. Hou de verpakkingen gesloten en verwijderd van warmtebronnen, vonken en naakte vlammen. Gebruik geen materialen die vonken kunnen veroorzaken. Niet roken. De toegang is verboden voor onbevoegde personen. Aanbevolen uitrusting en handelingen :
Voor de persoonlijke bescherming, zie § 8. Leef de aanwijzingen vermeld op het etiket na alsook de reglementering ter bescherming van het werk. Vermijd het inademen van dampen van oplosmiddelen. De beschadigde verpakkingen moeten met zorg terug gesloten worden en in verticale positie bewaard worden. Wanneer het personeel moet werken in een cabine, als het is om te spuiten of niet, is het mogelijk dat de ventilatie onvoldoende is om in alle gevallen de deeltjes en de dampen van oplosmiddelen te beheersen. Het is dus aangewezen dat het personeel een masker draagt met aanvoer van samengeperste lucht gedurende de werkzaamheden, en dat tot de concentratie van deeltjes en dampen van oplosmiddelen onder de blootstellingsgrens ligt. Verboden uitrusting en handelingen : Het is verboden te roken, te eten en te drinken in de lokalen waar het mengsel gebruikt wordt. Nooit verpakkingen openen onder druk. Stockage : De verpakking goed gesloten bewaren, in een droge en goed geventileerde plaats. Bewaren verwijderd van elke ontstekingsbron – niet roken. Verwijderd houden van elke ontstekingsbron, warmte en direct zonlicht. De vloer van de lokalen zal ondoordringbaar zijn en zal een opvangbak vormen zodat, indien er product gemorst wordt, de vloeistof zich buiten de lokalen niet kan verspreiden. 8 – MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING / PERSOONLIJKE BESCHERMING Technische maatregelen : Zorg voor een aangepaste ventilatie, indien mogelijk, door afzuiging aan de werkposten en door een algemene luchtcirculatie. Indien deze ventilatie onvoldoende is om de concentraties van dampen van oplosmiddelen onder de blootstellingsgrenzen te houden, ademhalingstoestellen dragen. Blootstellingsgrenzen volgens INRS ND 2098-174-99 et ND 2114-176-99 : Frankrijk VME-ppm : VME-mg/m³ : VLE-ppm : VLEmg/m³ : Opmerking : TMP N° : 108-88-3 100 375 150 550 67-56-1 200 260 1000 1300 141-78-6 400 1400 Duitsland Categorie : MAK-ppm : MAK-mg/m³ : Opmerking : 108-88-3 II,2 50 190 C,* 67-56-1 II,1 200 270 C,* 141-78-6 I 400 1500 C ACGIH(TLV) TWA-ppm: TWA-mg/m³: STEL-ppm: STEL-mg/m³: 108-88-3 50 188 67-56-1 200 262 250 328 141-78-6 400 1440 Blootstellingsgrenzen volgens 2000/39/CE et 98/24/CE: VME-ppm : VME-mg/m³ : VLE-ppm : VLE-mg/m³ : Ademhalingsbescherming : Met dit mengsel vooral de inademing van dampen voorkomen. Bescherming van de handen : Beschermende zalven kunnen gebruikt worden voor de blootgestelde delen van de huid, ze mogen echter niet aangebracht worden na contact met het product. Door aanwezigheid van oplosmiddelen zijn handschoenen van polyvinylalcohol of latexrubber aangewezen. Beschermen van de ogen en het gezicht : Gebruik aangepaste oogbescherming tegen het opspatten van de vloeistof. Bescherming van de huid : Voor meer details zie § 11 van het Veiligheidsinformatieblad – Toxicologische informatie. 9 – FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN Dichtheid : > 1 Oplosbaarheid van het mengsel in water :
onoplosbaar
Opmerking :
Opmerking: A4,* * Opmerking :
Dampspanning bij 50°C van de vluchtige bestanddelen : kleiner dan 110kPa (1.10 bar) Fysische vorm : kleverige vloeistof PE-interval : vlampunt £ 21°C Het meten van de pH is onmogelijk of zijn waarde is : niet van toepassing Zelfontbrandingstemperatuur : niet bepaald Ontbindingstemperatuur : niet bepaald Temperatuurinterval bij het smelten : niet bepaald Gemiddelde distillatietemperatuur van de gekende oplosmiddelen : niet bepaald 10 – STABILITEIT EN REACTIVITEIT Blootgesteld aan hoge temperaturen, kan het mengsel gevaarlijke producten afscheiden, zoals koolstofdioxide, rook, stikstofoxide. Elk apparaat vatbaar voor het voortbrengen van een vlam of die bij hoge temperatuur een metalen behuizing heeft (branders, ovens, …) zal weggehaald worden uit het lokaal. 11 – TOXICOLOGISCHE INFORMATIE Geen enkel gegeven over het mengsel is beschikbaar. De blootstelling aan dampen van oplosmiddelen in het mengsel hoger dan de aangegeven blootstellingsgrenzen kan leiden tot nadelige effecten op de gezondheid, zoals : irritatie van de slijmvliezen en het ademhalingsstelsel, aandoeningen aan nieren, lever en het centraal zenuwstelsel. Symptomen zijn: hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, spierverlamming, en, in de extreme gevallen, verlies van het bewustzijn. Verlengde of herhaalde contacten met het mengsel kunnen de natuurlijke vetlaag van de huid aantasten en kunnen zo niet-allergische huidontstekingen en een opname door de opperhuid als gevolg hebben. Spatten in de ogen kunnen irritatie en onomkeerbare schade veroorzaken. 12 – ECOLOGISCHE INFORMATIE Geen enkel gegeven over het mengsel is beschikbaar. Elk gemors van het product in de goot of waterlopen moet vermeden worden. 13 – INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING Niet uitgieten in goten of waterlopen. Afval : Recycleren of verwijderen volgens de geldende reglementeringen, bij voorkeur door een erkende ophaler of onderneming. De grond of het water niet vervuilen met het afval, niet overgaan tot hun verwijdering in het milieu. Verontreinigde verpakkingen : De verpakking volledig ledigen. Het etiket bevestigd op de verpakking bewaren. Aan een erkende ophaler afleveren. Lokale maatregelen : De reglementering met betrekking tot het afval is vervat in de CODE VAN HET MILIEU, volgens Bevelschrift nr 2000-914 van 18 september 2000 met betrekking tot het stuk Wetgeving van de code van het milieu. Men vindt verschillende teksten van het artikel L. 541-1 tot artikel L.541-50 dat zich bevindt in het boek V (Voorkomen van vervuiling, risico’s en overlast), Titel IV (Afval), Hoofdstuk I (Verwijdering van afval en recuperatie van materialen). 14 – INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET TRANSPORT
Vervoer het product conform de reglementeringen van het ADR voor de weg, het RID voor het spoor, het IMDG voor het water, en het ICAO/IATA voor het vervoer in de lucht. UN 1263 = VERVEN (daarbij inbegrepen verven, lakken, emaillen, kleuren, vernissen, boenwassen, stijfselsmeersel en vloeibare basissen voor lakken) of VERFVERWANTE PRODUCTEN (daarbij inbegrepen oplosmiddelen en verdunners voor verven). ADR/RID Klasse Code Groep Etiket Ident. QL Dispo. 3 F1 III 3 33 LQ7 163-640 IMDG Klasse 2° Etik. Groep QL IdentFs Dispo. 3 III 5L 3-05 163 223 944 IATA Klasse 2° Etik. Groep Passagier Passagier Cargo 3 III 309 60L 310 3 III Y309 10L 15 – WETTELIJK VERPLICHTE INFORMATIE De classificatie van dit mengsel werd uitgevoerd conform de richtlijn 1999/45/CE en van zijn aanpassingen. Er werd ook rekening gehouden met de richtlijn 2001/59/CE met 28e aanpassing aan de richtlijn 67/548/CE (Gevaarlijke goederen). Klassering van het mengsel : Irriterend
Licht ontvlambaar
Bevat : 601-021-00-3 TOLUEEN 603-001-00-X METHANOL Risico’s verbonden aan het mengsel en veiligheidsvoorschriften : R20 Irriterend bij inademing. R11 Licht ontvlambaar. S23 De dampen niet inademen. S16 Verwijderd houden van ontstekingsbronnen – Niet roken. S25 Het contact met de ogen vermijden. S60 Het product en / of zijn verpakking verwijderen als gevaarlijk afval. S9 De verpakking bewaren op een goed geventileerde plaats. S29 Overblijfselen niet in de goot werpen. 16 – OVERIGE INFORMATIE De werkomstandigheden van de gebruiker ons niet gekend, zijn de inlichtingen gegeven in deze veiligheidsfiche gebaseerd op de staat van onze kennis en op zowel de nationale als provinciale reglementen. Het product mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan degene die vermeld staan in rubriek 1 zonder vooraf schriftelijke instructies aan te vragen. Het is altijd de verantwoordelijkheid van de gebruiker om alle nodige maatregelen te nemen om te beantwoorden aan de wetten en lokale reglementen. De inlichtingen gegeven in de huidige veiligheidsfiche moeten beschouwd worden als een beschrijving van de veiligheidseisen met betrekking tot ons product en niet gezien worden als een garantie van de eigenschappen ervan.
Cargo
Opme