Veel gestelde vragen rondom Windenergie Waarom windenergie? Op mondiaal, Europees, nationaal, provinciaal en lokaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd voor de opwekking van duurzame energie. Windenergie is één van de bronnen van duurzame energie die beschikbaar is, naast bijvoorbeeld zon, geothermie en waterkracht. De achtergrond hiervan is dat daarmee: · het verbranden van fossiele brandstoffen wordt beperkt. Bij deze verbranding komen broeikasgassen vrij. Deze dragen bij aan klimaatverandering; · de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen afneemt. Deze bronnen zijn eindig. Waarom windmolens en bijvoorbeeld geen zonne-energie? Alleen toepassen van bijvoorbeeld zonne-energie of biomassa is niet genoeg om doelstellingen te realiseren. Bovendien is windenergie op dit moment de goedkoopste optie voor duurzame energie. Zonne-energie is sterk in opkomst, maar nu nog duurder dan windenergie. Eén windmolen levert net zoveel stroom als twaalf voetbalvelden met zonnepanelen. Hoeveel energie wekken de windmolens op? Een moderne windmolen heeft al gauw een geïnstalleerd vermogen van circa 3 MW (3.000 kW). Een windmolen van 3 MW produceert per jaar ongeveer 6.000.000 tot 7.500.000 kWh aan elektriciteit. Een dergelijke turbine kan elektriciteit opwekken voor 1.800 tot 2.200 huishoudens (uitgaande van een elektriciteitsverbruik van 3.500 kWh per huishouden). Tegenwoordig bestaan er zelfs windmolens van 6 MW. De opbrengst van een windturbine hangt af van een aantal factoren: · Het rotoroppervlak: hoe groter de rotorbladen, des te groter het oppervlak en hoe meer wind wordt omgezet in elektriciteit; · De hoogte van de turbine: op grotere hoogte waait het harder en is de windstroom minder turbulent; · De locatie waar de turbine staat: dichter bij zee waait het harder dan in het binnenland (en in de buurt van steden); · De tijdsduur dat de turbine draait: een windmolen levert elektriciteit vanaf windkracht 2 en bereikt zijn maximale productievermogen bij windkracht 6. Boven windkracht 10 wordt de turbine uitgeschakeld. Wat levert een windmolen op in financiële zin? De opbrengst van een windmolen wordt bepaald door de verkoop van de opgewekte elektriciteit en de kosten voor de investering en exploitatie van de windmolens. De prijs van een kWh wordt bepaald door de marktprijs voor elektriciteit eventueel aangevuld met subsidie (Stimulering Duurzame Energie, SDE) van het ministerie van EZ. Het Nederlandse subsidiestelsel is erop gericht een voorspelbare vergoeding te bieden zodat
voor de ondernemers in windenergie zicht is op een haalbare business case. Er wordt derhalve een vergoeding per kWh vastgesteld die ondernemers als uitgangspunt kunnen aanhouden en waarbij een rendabele investering mogelijk is. Voor wind op land ligt dit in de ordegrootte van 7 tot 10 eurocent/kWh (afhankelijk van de locatie). De hoogte van de subsidie in die vergoeding is afhankelijk van de marktprijs. Stijgt de marktprijs van elektriciteit, dan daalt de subsidiebijdrage en vice versa. Onder een minimum marktprijs compenseert de subsidie echter niet meer. Als de marktprijs hoger is dan de vastgestelde vergoeding wordt geen subsidie meer verstrekt. Op dit moment ligt de marktprijs onder de opbrengst (de vastgestelde vergoeding) die vereist is om een rendabele investering te kunnen doen en wordt daarom subsidie verstrekt. De financiële baten zijn afhankelijk van · de gekozen windturbine, aangezien verschillende types tot verschillende productieopbrengsten leiden; · de investeringskosten; · de financieringsvoorwaarden, bijvoorbeeld de hoogte van de rente. Kan ik meeprofiteren van de energie die de windturbines opwekken? Ja, dat kan door lid te worden van een energiecoöperatie die betrokken is bij de ontwikkeling van het windmolenpark langs de A16. De betrokken gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert hebben hierover de meest actuele informatie. Zij kunnen u met deze energiecoöperaties in contact brengen. Zijn windturbines goed voor de werkgelegenheid? De plaatsing van windmolens heeft een positief effect op de werkgelegenheid. Tijdens de bouw worden veelal lokale aannemers ingezet voor bijvoorbeeld de realisatie van civiele werken (kraanopstelplaatsen, wegen) of fundatiewerk. In de beheerfase zijn monteurs vereist voor het onderhoud van de windmolens. Om stilstand tot een minimum te beperken worden vaak lokaal monteurs geworven omdat deze snel beschikbaar zijn in geval van storingen. Kost de bouw van een windmolen ook niet veel (productie)energie? Windmolens moeten worden gefabriceerd en dat kost energie. Vervolgens moeten ze een tijdje in gebruik zijn voordat ze de energie die het heeft gekost om ze te maken, zelf hebben opgewekt. Windmolens hebben na ongeveer een half jaar de energie opgewekt die het kostte om ze te maken. Ter vergelijking: voor zonnepanelen staat twee jaar en voor een kerncentrale tien jaar. Hoe zit het met de subsidie op windenergie? De exploitant van een windmolen krijgt subsidie per kilowattuur die hij produceert. Dat is nodig omdat stroom uit wind duurder is dan ‘grijze’ stroom: Het opwekken van stroom uit wind kost ongeveer 8 cent per kilowattuur, terwijl het op de handelsmarkten ongeveer 5 cent oplevert. Het verschil is de subsidie die de minister geeft om groene stroom te kunnen laten concurreren op de energiemarkten.
Waarom is er subsidie nodig als windenergie zo rendabel is? Windenergie kán rendabel zijn, maar alleen door de regels van de energiemarkt te veranderen. Namelijk door de vervuiler te laten betalen. Grijze stroom heeft een hoge CO2 uitstoot en uitstoot van vervuilende stoffen. Dit zorgt voor klimaatverandering en schade door vervuiling. Als bedrijven zouden moeten betalen voor de schade die de uitstoot veroorzaakt bij de productie van de grijze stroom die zij gebruiken, zou de prijs van grijze stroom enorm stijgen. En daarmee zou groene stroom vanzelf de goedkoopste energievorm worden. Wat is een m.e.r.? De afkorting m.e.r. staat voor milieueffectrapportage. Dit is een onderzoek volgens een specifieke procedure. Doel van dit onderzoek is om de milieuaspecten een volwaardige plaats te geven bij de keuze van een overheid waar een initiatief mag plaatsvinden. In de milieueffectrapportage worden verschillende oplossingsmogelijkheden (alternatieven) met elkaar vergeleken. Dat gebeurt door ze te toetsen aan een aantal onderzoekscriteria, bijvoorbeeld geluid, slagschaduw, natuur en landschap. De betrokken overheid gebruikt de uitkomsten om een weloverwogen ruimtelijke keuze te maken en vast te leggen in een bestemmingsplan of inpassingsplan en omgevingsvergunning. Afhankelijk van de aard en omvang van het initiatief is een milieueffectrapportage verplicht. Dit is het ook geval bij een windpark langs de A16 in West-Brabant. Wat is een MER? Het MER is het milieueffectrapport. Dit is de beschrijving van het onderzoek en de onderzoeksresultaten. Het MER is een bijlage bij het bestemmingsplan of het inpassingsplan. Het bevat de onderbouwing van de gemaakte ruimtelijke keuzes. Wat is een NRD? NRD betekent Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Hierin staat welke alternatieven in het onderzoek met elkaar worden vergeleken en welke onderzoekscriteria daarbij gelden. De NRD wordt vastgesteld voordat het m.e.r.-onderzoek start. Hoeveel geluid maakt een windturbine en hoe wordt dit bepaald? Windturbines zijn de helft van de tijd nauwelijks hoorbaar. Als het zacht waait, staat de windmolen nagenoeg stil en maakt hij (bijna) geen geluid. Als het hard waait, neemt het achtergrondgeluid (van bijvoorbeeld wegen en blaadjes aan de bomen) sterk toe en wordt de turbine daardoor overstemd. Bij windkracht 3 tot 6 is de windturbine in de meeste gevallen wel hoorbaar. Het aerodynamische geluid van de rotorbladen die draaien in de wind is dan hoorbaar.
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van geluidsarme windturbines. Dit is bereikt door betere geluidsisolatie, verlaging van het toerental en een verbeterd ontwerp van de rotorbladen. Om geluidsoverlast voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden is regelgeving opgesteld. Als grens voor het geluid van windturbines is een jaargemiddelde waarde van maximaal 47 dB Lden vastgelegd. Deze waarde geldt op de gevel van geluidsgevoelige objecten, zoals woningen. Geluid is één van de milieuaspecten waarvoor de effecten van het windpark in het MER in beeld worden gebracht. Dit gebeurt door een zogenaamd akoestisch onderzoek. Op basis van een wettelijk voorgeschreven model wordt het geluid naar de omgeving berekend, rekening houdend met het geluid dat de windturbine produceert (het bronvermogen) en de specifieke eigenschappen van de omgeving. Veroorzaken de windturbines ook slagschaduw? Als de zon op de mast en de rotor van een windturbine schijnt, veroorzaakt dit een (bewegende) schaduw die in de loop van de dag met de zon meedraait. Dit wordt slagschaduw genoemd. Als slagschaduw op het raam van een woning valt, kan de wisseling tussen schaduw en zon hinderlijk zijn, doordat deze wordt ervaren als flikkering. De kans dat slagschaduw voorkomt is in het voor- en najaar het grootst, omdat dan de zon lager aan de hemel staat. De wet schrijft voor dat de hinderduur door slagschaduw jaarlijks gedurende 17 dagen meer dan 20 minuten mag bedragen, en de hinderduur de overige dagen van het jaar maximaal 20 minuten per dag mag bedragen. De slagschaduw die wordt veroorzaakt is ook één van de milieuaspecten die in het MER in beeld wordt gebracht. Niet alle woningen in de omgeving van een (of meerdere) windmolen(s) hoeven te maken te krijgen met slagschaduw. Aan de hand van rekenmethodes is van tevoren vast te stellen op welke dagen en op welk moment van de dag er slagschaduw kán optreden, maar of de slagschaduw dan ook daadwerkelijk optreedt, hangt af van de volgende punten: · of die dagen onbewolkt zijn; · of er op die dagen genoeg wind is om de molens te laten draaien; · uit welke hoek de wind komt: dit bepaalt namelijk de stand van de turbinerotor ten opzichte van de zon; · waar de woning zich bevindt ten opzichte van de turbine. Wat is het effect van windturbines op vogels en vleermuizen? Vogels hebben hun eigen verblijf-, voedsel en broedgebieden. Windturbines kunnen daarin een storende factor zijn. Vogels kunnen immers, afhankelijk van het gedrag van de specifieke soort in aanvaring komen met de windturbines. Het kost hen extra tijd en energie om uit te
wijken voor de windturbines. En mogelijk willen vogels het park sowieso mijden. Om de effecten voor vogels te beperken, zijn beschermende bepalingen van kracht. Deze regels zijn onder andere vastgelegd in de Flora- en faunawet en in de Natuurbeschermingswet. Vleermuizen leven vooral in bossen en minder vaak in het open veld. Als er vleermuizen voorkomen in een gebied dat is aangemerkt voor de realisatie van een windturbinepark, moet worden gekeken of er mogelijk effecten zijn op de vleermuizen. In dat geval is voor de plaatsing van de windturbine een Natuurbeschermingswetvergunning en/of een Flora- en Faunawetontheffing nodig. Windturbines kunnen tot slachtoffers leiden onder vleermuizen. Dit is afhankelijk van het gedrag van de specifieke soorten. Er zijn ook mitigerende, dat wil zeggen: verzachtende, maatregelen mogelijk. Zijn windmolens gevaarlijk voor de gezondheid? Mensen die dichtbij windturbines wonen, kunnen hinder ondervinden van het geluid of de slagschaduw van windturbines. Sommige mensen ervaren hinder (zoals irritatie, boosheid en onbehagen) als zij het gevoel hebben dat hun omgevingskwaliteit verslechtert door de plaatsing van windturbines. Er is geen bewijs voor directe gezondheidseffecten. Voor windparken is de normering voor geluid geregeld in het Activiteitenbesluit. Sinds 2011 geldt voor de geluidsemissie van windturbines de Europese jaardosisnorm Lden. Bij het vaststellen van de hoogte van deze norm zijn uitgebreide onderzoeken naar hinderbeleving meegenomen. Naast een jaargemiddelde norm van Lden 47 dB, heeft de politiek besloten tot een extra norm voor de nacht van 41 dB (Lnight). Het geluidniveau van de winturbines is bescheiden in vergelijking met bijvoorbeeld verkeer en industrie. Het voldoen aan de normen betekent niet dat er geen hinder kan optreden. Ook onder de norm kan hinder en slaapverstoring optreden, bij voldoen aan de norm is nog steeds ongeveer 9% ernstig gehinderd. Veroorzaken windmolens laagfrequent geluid en is dit gevaarlijk? Bijna alle geluidbronnen produceren naast hoger frequent geluid ook laagfrequent geluid. ‘Gewoon’ geluid ligt meestal in het frequentiegebied tussen 400 en 2500 Herz (Hz). Laagfrequent is geluid met een frequentie beneden 100/125 Hz. Het is meestal mechanisch gegenereerd geluid. Het geluid van windmolens bestaat ook uit verschillende frequenties van geluid, waaronder laagfrequent geluid opgewekt door de rotor van een windturbine. Overdracht door de grond vindt niet plaats, hetgeen blijkt uit nauwkeurige metingen van de trillingsniveaus in de bodem rond windturbines. Laagfrequent geluid wordt al meegenomen in de huidige regelgeving voor windturbines, die uitgaat van het hele geluidkarakter van windturbines. De Nederlandse norm geeft een mate van bescherming tegen laagfrequent geluid die vergelijkbaar is met de Deense norm. Laagfrequent geluid kan zorgen voor hinder en slaapverstoring, ook hiervoor geldt dat er geen bewijs is voor gezondheidseffecten door laagfrequent geluid. Wordt rekening gehouden met opgetelde effecten van de windmolens?
In de onderzoeken wordt rekening gehouden met het totale effect van de opstellingen van windmolens. Dit wordt ook wel het cumulatieve effect genoemd. De effecten worden derhalve niet per windmolen bepaald maar, afhankelijk van het alternatief, van alle windmolens die in een alternatief zijn voorzien. Is mijn huis nog verkoopbaar en hebben de windturbines effect op de waarde van mijn huis? Huizen blijven verkoopbaar. Dit blijkt uit onderzoek naar de transacties van woningen in de nabijheid van windturbines. Veranderingen in de omgeving kunnen wel van invloed zijn op de waarde van de woning. Denk aan nieuwbouw, een gewijzigd bestemmingsplan, of de bouw van (een) windturbine(s). De Rijksoverheid heeft onderzoek laten doen naar planschade en waardedaling van woningen in de omgeving van windturbines. Dit onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat in de praktijk de schade beperkt is. Ook de Vrije Universiteit en Universiteit van Amsterdam hebben onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Hieruit blijkt dat de plaatsing van een windmolen binnen een straal van twee kilometer van de woning kan zorgen voor een beperkt lagere woningprijs. De (mogelijke) daling ligt gemiddeld tussen de 1,4 en 2,3% ten opzichte van vergelijkbare woningen zonder windmolen in de buurt. Een tweede windmolen zorgt overigens niet voor een extra daling. Hoe kan ik planschade verhalen? De juridische grondslag voor planschade is artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening. De procedure voor het vragen een vergoeding van planschade, zoals waardedaling van woningen, is gekoppeld aan de vaststelling van het inpassingsplan of bestemmingsplan. Op grond van deze besluitvorming wordt de realisatie van windmolens mogelijk gemaakt. Als dit tot planschade leidt kunnen belanghebbenden een schriftelijk verzoek indienen om deze planschade te vergoeden. Nadat dit verzoek is ingediend laat deze overheid de definitieve planschade vaststellen door een onafhankelijk bureau.