Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009 Aanwezig Voorzitter
: mw. M. Tiggelaven (plv. vz)
Commissiegriffier
: mw. A. Jhinkoe-Rai
Commissieleden
: mw. A. Alcántara/PvdA, mw. M. Arnhem/PvdA, mw. A. Carr/PvdA, mw. E. Dumfries/CU E. Hartog/SP, H. Lalji/PvdA, E. Meyer/VVD, A. Miedema/VVD, W. Mos/OZO, mw. E. Muller/GL, N. Parsan/PvdA, H. Res/CDA, mw. A. Saranjam/SP, mw. M. Schaaf/Groep Schaaf en J. Walgering/GL
Portefeuillehouder
: E. Jaensch en J. Kehla-Wirnkar
Afwezig
: J. Kruik/CU, mw. A. Osei/PvdA, R. Stena/PvdA en M. van de Wiel/OZO,
Verslag
: V. Sandfort (Dutch Office Support)
1. 2. 3. 4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
ALGEMEEN A1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Op verzoek van dhr. Kehla wordt agendapunt 4b naar voren gehaald. Daarmee is de agenda vastgesteld. Mw. Koenen-Wilson is ziek. J. Kruik/CU, mw. A. Osei/PvdA en M. Van de Wiel/OZO hebben zich afgemeld. A2. Vragen halfuurtje Dhr. Hartog/SP vraagt waarom van een aantal marktlieden die hun betalingsachterstand ingelopen hebben toch de vergunning is ingetrokken. Hierdoor zou er een rechtsgang nodig zijn waar niemand voordeel bij heeft. Ze hebben meerdere malen een gesprek met de portefeuillehouder aangevraagd maar dit is er niet van gekomen. Dit gesprek moet er alsnog komen zodat de marktlieden weer aan het werk kunnen gaan en er voor de toekomst duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt. Dhr. Jaensch bevestigt dat er onrust ontstaan is tussen de marktlieden. Het gaat om 16 marktlieden waarvan de vergunning is ingetrokken en het gaat om betalingsachterstanden die opgebouwd zijn in de tijd. Het stadsdeel heeft hier vaak zowel schriftelijk als mondeling op gewezen. Oorspronkelijk ging het om 40 marktlieden maar op het laatste moment hebben er nog een aantal betaald. Bij de 16 marktkooplui gaat het om een schuld van in totaal € 50.000 en inmiddels heeft de helft deze schuld voldaan nadat het besluit is genomen. Er ontstaat nu een probleem met anderen die hun recht willen opeisen op de vrijgekomen plaatsen. Als de portefeuillehouder de rechtsgang zou voorkomen door de eerste groep hun recht terug te geven, dan zal de mensen die nu op de wachtlijst staan een recht ontnomen worden. Hij laat juridisch onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast maakt hij zich zorgen over het signaal dat afgegeven wordt naar de mensen die alles op alles hebben gezet om te betalen als dit uiteindelijk niet uit lijkt te maken. Ook rijst de vraag hoe omgegaan moet worden met de groep die nog steeds niet betaald heeft. Het hanteren van de strakke lijn is het meest helder voor alle gevallen waarna de rechter uitspraak moet doen. Eén marktkoopman heeft al een voorlopige voorziening aangevraagd waardoor er een opschortende werking ontstaat. Als de rechter uitspraak doet, dan is het stadsdeel gevrijwaard op het moment dat het hier beslissingen in neemt. Daarnaast staat een aantal van de marktlui die hun recht heeft verspeeld tóch op de markt omdat zij zich als sollicitant op de markt hebben aangemeld en het nu niet zo druk is. Over het door de marktlui gewenste gesprek vertelt hij dat zij spontaan zijn gekomen op een ongunstig moment. Hij is bereid alsnog een gesprek met ze te voeren en zegt dit toe vóór zijn vakantie (vóór 9 april) te doen. Dhr. Hartog/SP bedankt voor de toezegging. Hij wijst erop dat het stadsdeel ook laks is geweest met het innen van de gelden. Het strenge regime is daarop te snel ingezet. Een overgangsregeling was beter geweest, vooral ook omdat de ondernemers nu lagere omzetten hebben. Dhr. Parsan/PvdA wil graag duidelijkheid over het inlopen van de achterstanden en het alsnog intrekken van de vergunningen. Als het stadsdeel nalatig of te laat is geweest met het vorderen van de penningen en dit te snel werd gevolgd door een streng regime dan vindt hij dat buiten de perken. Zoiets moet aangekondigd worden; de marktlui mogen niet het kind van de rekening worden. Dhr. Meyer/VVD vindt dat de portefeuillehouder duidelijk is geweest. Hij heeft antwoorden op de vragen en een uitleg over de procedure gehoord. Hij vindt het helder dat wanneer men vóór de deadline betaalde men wel mocht blijven staan en wanneer dit erna gebeurde men er niet meer mocht staan. Dhr. Parsan/PvdA wijst erop dat het strenge regime om alsnog het geld binnen te halen erg plotseling is ingezet.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 1 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009 13.
14. 15.
16.
17.
Dhr. Meyer/VVD denkt dat er voldoende tijd is genomen. Daarnaast geeft rechtlijnig de regels handhaven duidelijkheid naar de marktlui. Hij verzoekt de portefeuillehouder om de uitkomst van het juridische onderzoek terug te koppelen naar de commissie. Het bieden van teveel coulance kan er ook voor zorgen dat het probleem steeds groter wordt. Mw. Schaaf/Groep Schaaf wijst op de mogelijkheid van schuldhulpverlening voor de marktkooplui en de optie om in termijnen te voldoen. Ze vraagt waarom hier niet aan gedacht is. Dhr. Mos/OZO sluit zich aan bij de vraag van dhr. Parsan over de nalatigheid van het stadsdeel. Daarnaast lijkt het hem niet gebruikelijk dat er onderling gediscussieerd wordt tijdens het vragenuurtje. Omdat iedereen dit blijkbaar goed heeft gevonden wil hij hier graag in de toekomst ook gebruik van maken. Hij wijst op de problemen die zijn partij hier in het verleden mee heeft gehad. Dhr. Jaensch vraagt of, als er sprake is van laksheid of coulance, het stadsdeel dan haar rekeningen niet zou mogen innen. Daarnaast zijn er wél betalingsregelingen getroffen. Als dit niet blijkt te werken zal men geconfronteerd moeten worden met de schuld. Er is duidelijk aangegeven dat er op een gegeven moment een laatste waarschuwing kwam waarna de zaak voor schorsing naar het DB zou gaan. Op het moment dat het besluit was genomen kwamen er nog snel betalingen binnen terwijl op dat moment de termijn voorbij was. Hij denkt dat de juridische posities van beide partijen nu duidelijk moeten zijn. Hij is bereid dit nader uit te leggen en hij laat zijn rechten en plichten onderzoeken. Hij wil geen verwachtingen wekken die hij niet kan waarmaken. Hij voegt nog toe dat het DB bezig is met het handhaven van het feit dat mensen die een vergunning hebben niet in hun kraam staan. Er kan een schorsing opgelegd worden wanneer men gedurende lange tijd niet in de eigen kraam staat en dit is al één keer toegepast. Hij noemt hier marktlui die alleen ’s ochtends aanwezig zijn en daarna weer vertrekken.
23.
A 3. Mededelingen Dhr. Jaensch meldt dat hij de commissie op de hoogte zou houden van de samenwerking tussen de marktkooplui en de winkelcentra met name op het gebied van promotie. Beide partijen zijn in januari en op 30 maart bij elkaar geweest. Een grote afvaardiging is bereid om iets aan promotie te doen. Er zijn gezamenlijke acties mogelijk zoals een Shoppersbag waar hij ook aan wil bijdragen. Er is een aantal werkgroepen geformeerd en men is positief over het op de kaart zetten van Zuidoost als winkelgebied. De VVD heeft in 2007 een motie over een streekmarkt ingediend die ruim ondersteund werd. Er zijn nu vanuit de centrale stad middelen beschikbaar gesteld om gezond eten te promoten. Er ligt een intentie om eind september een smaakmarkt te organiseren. Het is de bedoeling dat niet alleen markten en winkelcentra hierbij betrokken worden maar ook restaurantjes en catering die gezonde hapjes aanbieden. Er worden ook boerenbedrijven rond Amsterdam bij betrokken. De locatie is nog niet bekend. Voor Noord is een rechterlijke uitspraak gedaan over de zondagsopenstelling in verband met toerisme. Deze stelt dat er twijfel is of er voor héél Noord sprake is van toerisme en dat er een aparte verordening moet komen voor een toeristisch regime. Hij denkt dat er in Zuidoost wel voldoende toeristen komen maar er is nog geen toeristische verordening. Hij wil deze dan ook op korte termijn aan de raad sturen; waarschijnlijk al in april. Hij wil het stuk niet aan de commissie voorleggen omdat het om een technisch stuk gaat waar niet veel politieke aspecten aan vast zitten. Mocht de commissie hier alsnog over willen praten, dan staat hij daarvoor open. De voorzitter constateert dat er voldoende steun is voor deze route. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vraagt hoe de portefeuillehouder weet dat er voldoende bezoekers zijn in de Amsterdamse Poort op zondag? Zij denkt dat dit niet zo is en ze heeft ook tegen de zondagsopening gestemd. Voor Amstel III zijn er volgens haar wel genoeg bezoekers. De voorzitter vindt dat als de verordening er is daar alsnog over gepraat kan worden.
24.
A4a. Conceptverslag Commissie Werk en Diversiteit d.d. 3 februari 2009 Het verslag wordt vastgesteld.
25.
A4. b. Actielijst Er zijn geen actiepunten.
26.
A5. Raadsadressen Er zijn geen raadsadressen ingediend.
27.
B. BESPREEKPUNTEN B1. Werkleerplicht voor jongeren tot 27 jaar De voorzitter deelt mee dat dit punt op verzoek van mw. Schaaf/Groep Schaaf is geagendeerd.
18.
19.
20.
21. 22.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 2 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009
28.
29. 30. 31.
32. 33.
34.
35. 36. 37.
38. 39. 40. 41. 42. 43.
44. 45. 46. 47. 48.
49.
50.
Raadscommissie Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat een werkleerplicht niet opgelegd moet worden en spreekt liever over een werkleerrecht. Ze staat niet negatief tegenover het idee om jongeren te begeleiden en wijst erop dat er geparticipeerd moet worden. Als jongeren het idee krijgen dat hen iets opgelegd wordt dan werkt dit averechts. Men moet opgevoed worden in het besef dat men wederzijds afhankelijk is en dat iedereen een steentje bijdraagt. Dhr. Mos/OZO wil weten wat mw. Schaaf van de commissie en de raad wil? Dhr. Res/CDA vraagt wie er in de optiek van mw. Schaaf zou moeten opvoeden? Daarnaast mist hij een opmerking over jongeren die niet werken of opgeleid worden. Mw. Schaaf/Groep Schaaf denkt dat wanneer jongeren niet werken en niet leren, men zich af moet vragen waarom dit niet gebeurt. Dit zou onderzocht moeten worden want misschien zijn er ernstige problemen. Dhr. Res/CDA denkt dat dit al lang is onderzocht en dat die jongeren denken bij Ajax te gaan voetballen, Idols of de toto te winnen. Mw. Schaaf/Groep Schaaf denkt dat er niet over nagedacht wordt wat men later gaat doen. Men wordt daar niet mee opgevoed. Wanneer hier wel de aandacht op wordt gevestigd zullen de jongeren hier wel iets mee doen. Mw. Saranjam/SP vraagt zich af of dit onderwerp bij deze commissie hoort. Ze denkt in eerste instantie aan de school en als het stadsdeel hier een functie in zou moeten hebben denkt zij aan de commissie Welzijn. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat dit met werk te maken heeft dus met deze commissie. Mw. Saranjam/SP vindt dat dit onderwerp bij “social return” hoort. Mw. Schaaf/Groep Schaaf geeft als antwoord aan dhr. Mos dat ze vindt dat er tijdig gesproken moet worden over de risicopunten. Jongeren moeten een inkomensvoorziening hebben zodat ze niet gedwongen worden bepaald werk aan te nemen als ze dit niet kunnen of wat niet past zodat ze later geen blokkades krijgen. Dhr. Mos/OZO vraagt wie de gewenste discussie zou moeten organiseren. Mw. Schaaf/Groep Schaaf wijst erop dat dit een aandachtspunt is. Dhr. Mos/OZO vindt dat mw. Schaaf met een concreet voorstel moet komen. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat er tijdig een evaluatie van de risicofactoren moet komen. Dhr. Meyer/VVD vraagt of mw. Schaaf iets wil veranderen aan het huidige beleid van het stadsdeel. Mw. Schaaf/Groep Schaaf benadrukt dat als jongeren niet kunnen werken of leren om wat voor een reden dan ook, ze wel een inkomen moeten hebben. Daarnaast wil zij zo gauw mogelijk een evaluatie krijgen van ervaringen die opgedaan zijn met de mening van de jongeren zelf. Dhr. Meyer/VVD concludeert dat mw. Schaaf niets wil veranderen aan het beleid. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat de informatie die verstrekt is naar de jongeren, niet voldoende is. Mw. Muller/GL vraagt aan mw. Schaaf wat zij denkt dat de betrokkenheid van het stadsdeel is bij deze nieuwe wet. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat men eerlijk moet zijn over de rechten en plichten binnen de nieuwe wet. Mw. Carr/PvdA vindt dat nog steeds niet duidelijk is wat mw. Schaaf met haar notitie wil. Als de werkleerplicht wet aangenomen wordt gaat de PvdA daarmee akkoord. Ze wijst er nog op dat op p.2 onderaan speciaal aandacht gevraagd wordt voor alleenstaanden en gehandicapten waarbij dit regionaal ingevuld mag worden. Zij vraagt ook speciale aandacht voor jonge ex-delinquenten. Daarnaast betreurt de PvdA dat NUGgers er niet in zitten. Portefeuillehouder Arbeidsmarktbeleid Dhr. Kehla Wirnkar constateert dat mw. Schaaf de wensen van jongeren voorop stelt maar volgens hem levert dat niets op. Ze weten tot een bepaalde leeftijd niet wat ze willen. Gaandeweg maakt men iets van het leven. Hij betwist dat jongeren voorheen aan hun lot werden overgelaten. Tien jaar geleden was de jongerenwerkeloosheid een groot probleem, maar dat speelt niet meer in die mate. Mocht dat binnenkort alsnog een probleem geven, dan kan de werkleerplicht misschien nuttig zijn. Dan zouden jongeren de keuze hebben tussen werk of opleiding en dus niet thuis kunnen zitten. Voormalig wethouder Aboutaleb is hier succesvol mee geweest in Amsterdam en misschien wordt dit in juni nationaal beleid. Hij voegt toe dat er voor jonge delinquenten aparte regelingen zijn. Als zij een studie volgen kunnen zij een tegemoetkoming in de kosten krijgen en binnen een leer/werktraject krijgen ze een stagevergoeding die voldoende is om van te leven. Voor NUG-gers heeft het DWI in Amsterdam speciaal beleid. In 2008 zijn er 1200 NUG-gers bemiddeld naar werk. Voor 2009 moeten dat er 2500 worden. Hij wijst erop dat de FNV de werkleerplicht ziet als een versobering van het sociaal zekerheidsstelsel maar hij benadrukt dat niemand terug wil naar de massale jeugdwerkeloosheid van 10 - 15 jaar geleden.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 3 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009 51.
52. 53. 54.
55.
56.
57.
58. 59.
60.
61.
62. 63. 64.
[Mw. Schaaf/Groep Schaaf vertelt dat zij de notitie heeft opgesteld omdat er nog informatie ontbrak. Ze benadrukt het belang van het geven van informatie aan de jongeren zelf. Ze moeten weten waar ze aan toe zijn en er moet tijdig geëvalueerd worden.] Dhr. Kehla Wirnkar wijst er op dat het stadsdeel niet verantwoordelijk is voor de evaluatie want het is beleid van het Rijk dat uitgevoerd wordt door de gemeente Amsterdam. [Mw. Schaaf/Groep Schaaf verzoekt dhr. Kehla Wirnkar om de gemeente Amsterdam aan te sporen om tijdig te evalueren.] Dhr. Kehla Wirnkar antwoordt dat dit altijd mogelijk is. B2. Discussienota Economische kansenzones Raadscommissie Dhr. Parsan/PvdA deelt mee dat deze notitie geschreven is naar aanleiding van motie 41 uit 2007. Deze was door PvdA, VVD en CDA ingediend om een aantal ondernemers, dat wel op eigen benen konden staan maar toch nog een steuntje in de rug nodig hadden, voor een bepaalde tijd bij te staan. De kansenzone zou een plek moeten worden waar de buurteconomie een meerwaarde krijgt, er kritisch gekeken wordt naar het profiel van de ondernemingen en als een ondernemer het goed zou doen zou dit een uitstraling op de omgeving kunnen hebben. De motie is inmiddels 1,5 jaar oud en de PvdA heeft gemengde gevoelens over de tijd die het gekost heeft om tot de notitie te komen. De PvdA had gehoopt dat er nu een duidelijk stappenplan zou liggen maar men staat nog aan het begin. In 2009 moet er duidelijkheid vanuit de centrale stad komen ten aanzien van de voorkeursplaatsen voor de kansenzone waar een aanwijzingsbesluit aan ten grondslag moet liggen. Een kansenzone is een nieuw soort project waar ook een projectleider voor wordt aangesteld. Er zijn zorgen om de middelen binnen te halen. Volgens de tijdsplanning op p. 7 zou het besluit van B&W in april/mei 2009 binnen moeten zijn, waarna er meteen aan de ontwikkeling van het totaalbeleid begonnen kan worden. De PvdA constateert dat er weinig tijd overblijft om de kansenzone uit te werken en om ondernemers uit de omgeving te betrekken moet er ook een communicatieplan zijn. Er is bedacht om de winkelcentra Gein en Kleiburg in de K-buurt voor te stellen. De K-buurt is extra interessant omdat deze ook onder de pracht/krachtwijken valt. Daar lopen duurzame investeringen en de PvdA wil graag weten of dit ook direct betrekking heeft op de kansenzone. Voor winkelcentrum Gein zal waarschijnlijk een andere route gelopen moeten worden. De portefeuillehouder zou hier in gesprek zijn met vastgoedeigenaren. Hij begrijpt uit het stuk dat het DB niet gekozen heeft voor het Bullewijkpad omdat daar een afzonderlijk voorstel voor aan de raad is gedaan. De PvdA heeft dit echter niet terug kunnen vinden tenzij dit verwijst naar de opmerking die onlangs door de portefeuillehouder ROVB gemaakt is over het bestemmingsplan. Dat laatste betrof echter geen voorstel maar had betrekking op beleid dat reeds in gang was gezet. Dhr. Mos/OZO wijst erop dat het Bullewijkpad in een ander ontwikkelingsgebied zit waar een andere tijdschaal aan hangt. Dhr. Parsan/PvdA meldt dat als dat zo is dat hij dit dan graag uitgewerkt zou zien. Daarnaast vraagt hij wanneer hij het stappenplan kan verwachten. Dan moet ook duidelijk zijn om welke ondernemers het gaat. Hierbij houdt de PvdA de mogelijkheid open dat er ook ondernemers van buiten Zuidoost binnen komen wanneer zij aspecten meenemen die binnen Zuidoost niet aanwezig zijn. Hierbij zou gebruik gemaakt kunnen worden van het ondernemershuis. Het heeft hem verbaasd dat de website van de VVD aan lijkt te geven dat de kansenzone al helemaal in kannen en kruiken is. Dhr. Res/CDA vertelt dat zijn partij ook positief is over het voorstel maar het is nu wel het moment om daar nog eens kritisch naar te kijken. Hij wijst op de minder goede ervaringen die opgedaan zijn met het gebruik van voorlichters in Kraaiennest. Hij wijst op gewekte verwachtingen bij ondernemers en de lange aanloop die nodig is waarbij er in het vroegste geval iets in het najaar zou kunnen gebeuren. Hij vindt het een belangrijk signaal dat op p.3 opgemerkt wordt dat het moeilijk is om duidelijkheid te verkrijgen over de financiële onderbouwing en of men na 2009 hiervoor nog in aanmerking zou komen. Hij prefereert een brede opstelling en een SMART-benadering van wat er bereikt moet worden. Hij constateert dat er een projectleider gaat komen waarvoor de financiering nog niet is geregeld. Als de projectleider in april/mei met een stappenplan moet komen en het overleg moet opstarten is het kort dag. Het CDA staat achter het plan maar zoals het stuk nu voorligt, is hij bang dat er over 2 – 2,5 jaar discussies komen over de magere resultaten die geboekt zijn. [Dhr. Mos/OZO vraagt of dhr. Res vindt dat het plan dan wel doorgang moet vinden.] Dhr. Res/CDA vindt dat er doorgegaan moet worden. Dhr. Parsan/PvdA denkt dat de notitie bedoeld is om zo snel mogelijk aan de centrale stad aan te geven hoe Zuidoost de kansenzone wil inrichten. Het aanwijsbesluit ligt bij de centrale stad. Het stadsdeel maakt de verdieping binnen de beleidskaders. Hij denkt dat om de vrijgemaakte middelen vanuit de centrale stad binnen te halen deze stap toch gezet moet worden.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 4 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009 65.
66. 67. 68.
69.
70.
71.
72. 73.
74.
75.
76. 77.
78.
79.
Dhr. Res/CDA beaamt dit en benadrukt dat er geen verwachtingen bij de ondernemers gewekt moeten worden die niet volledig waargemaakt kunnen worden. Ook vindt hij dat er geleerd moet worden van de lessen uit het verleden. Dhr. Parsan/PvdA vraagt of als het college van B&W akkoord is met de beide locaties en er een nuancering komt van het plan, dit inderdaad haalbaar is. Dhr. Res/CDA wijst erop dat dit op zijn vroegst in oktober 2009 aangenomen kan worden. Dhr. Meyer/VVD zegt dat de VVD instemt met de keuze van beide locaties maar het betreurt dat het project vertraagd is. Hij ziet dat er nu vaart in komt maar ook dat de gemeente nog geen financiering gevonden heeft voor de periode ná 2009 en dat er dan drastisch bezuinigd gaat worden. Ook is er onduidelijkheid of het Rijk de Amsterdamse benadering van de kansenzones conform de richtlijnen vindt en dat de financiering voor de toekomst gegarandeerd is. De VVD stelt dan ook haar vraagtekens bij de waarborging van de continuïteit als de zones later dit jaar van start gaan. Dhr. Walgering/GL vraagt zich af of winkelcentrum Gein voldoet aan de criteria die voor een kansenzone gevraagd zijn? Daarnaast wil hij weten hoe het zit met de vestiging van winkels in Gein en of daar iets concreets over te melden valt. Op p.6, 3e alinea wordt gesteld dat het ontwikkelaccent binnen de EGK-buurt op Kraaiennest ligt. Hij wil weten wat voor ideeën daarover zijn. Mw. Dumfries/CU vraagt om een verduidelijking van de voorgestelde belastingmaatregelen en hoe hiermee wordt omgegaan bij concurrenten die dit niet krijgen. Ook wil zij weten naar welke buurten het project wordt doorgezet als dit succesvol blijkt te zijn zoals in p.6 de 4e alinea te lezen valt. Waarom is er voor winkelcentrum Gein gekozen en is er onderzoek gedaan naar de effecten voor winkelcentrum Reigersbos waar veel inwoners van Gein momenteel hun boodschappen doen, en dat goed draait. Dhr. Parsan/PvdA vraagt wat mw. Dumfries beoogt met haar vraag over winkelcentrum Reigersbos en of zij dit winkelcentrum boven winkelcentrum Gein prefereert als kansenzone. Mw. Dumfries/CU wil alleen weten of met Reigersbos rekening is gehouden en of daar onderzoek naar is gedaan. Tenslotte wil zij weten wanneer er duidelijkheid ontstaat over de tijdsplanning en de financiering want ze vindt dat er nu al verwachtingen zijn gewekt. Dhr. Hartog/SP stelt dat de kansenzones ook voor doorstartende ondernemers gaan gelden en hij vraagt of hier nadrukkelijk naar gekeken kan worden want dit zou voor sommigen een verlichting van de situatie kunnen betekenen. Hij vraagt of de planning van de overgang vanuit het oude winkelcentrum Gein hier goed op aansluit. Ook verzoekt hij of de raad regelmatig op de hoogte gehouden kan worden van de verdere vorderingen als het aanwijzingsbesluit genomen is, zoals het stappenplan. Mw. Schaaf/Groep Schaaf maakt zich zorgen over de kansen van de economie in Zuidoost omdat er zich meer bedrijven en minder mensen lijken te vestigen. Het maken van bedrijfsruimtes in de flat Grubbehoeve is niet succesvol en heeft alleen maar ellende veroorzaakt. Het aantal bewoners is van 96.000 naar 79.000 gezakt en ze vindt het onwenselijk om meer bedrijfsruimtes toe te staan zodat er meer woon-werkverkeer komt. Veel mensen willen wel hun bedrijf in Zuidoost vestigen maar er niet zelf wonen. Ze denkt dat dit ten koste gaat van de bewoners van Zuidoost die als het om banen gaat als eerste aan de beurt zouden moeten komen. Ze maakt zich ook zorgen over het feit dat er in het nieuwe winkelcentrum van de K-buurt meer winkels gaan komen want de bouw van extra woningen duurt nog lang. Men moet zich op andere gebieden dan Zuidoost gaan richten zodat er ook minder forenzen komen want de wegen zitten bijna verstopt. Meer bedrijven geeft ook meer onveiligheid want er is minder sociale controle en er komen meer mensen van buiten de wijk. [Dhr. Res/CDA is het hier niet mee eens.] Mw. Schaaf/Groep Schaaf denkt dat er nog kansen liggen bij kunst en klussenbedrijven als dit niet tegengewerkt wordt. Ze staat achter de opkomst van bedrijfjes die met sport te maken hebben en vindt dat het stadsdeel dit moet ondersteunen door middel van promotie. De Bijlmer moet in de eerste plaats een woongebied blijven. Dhr. Mos/OZO vindt dat het stadsdeel zijn best moet doen om het geld voor de economische kansenzones binnen te halen. Hij vindt met dhr. Hartog dat de commissie op de hoogte gehouden moet worden over het verloop van het proces. Hij beaamt dat er weinig SMART is geformuleerd en hoopt dat de projectleider snel meer duidelijk kan maken zodat de commissie daar nog iets over kan zeggen. In dat geval is het minder van belang of er nieuwe gelden in een volgende periode voor een economische kansenzone beschikbaar zijn. Portefeuillehouder Economische Zaken Dhr. Jaensch vertelt dat één van de kenmerken van een kansenzone is, dat niet alles dichtgeregeld wordt. De overheid laat het ondernemerschap zijn gang gaan en allerlei meetbare gegevens worden aan het ondernemerschap overgelaten. Het kan niet zo zijn dat er aan de ene kant een kansenzone komt die aan de andere kant aan allerlei SMART criteria moet voldoen. Desondanks zijn er wel een aantal doelstellingen geformuleerd zoals de oprichting van een winkeliersvereniging in Gein en het
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 5 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009
80.
81.
82.
83.
84. 85.
86.
87.
88.
89.
90. 91.
halen van de eerste ster voor het Keurmerk Veilig Ondernemen. Ook kan de branchering bij Kraaiennest en Gein verbeterd worden. Daarnaast wil het stadsdeel ruimte geven aan lokale horeca. De motie is in december 2007 ingediend, wat niet 1,5 jaar geleden is en de commissie is een aantal malen op de hoogte gehouden. Er is een eigen kader gemaakt naar aanleiding van de zones in Rotterdam. Het stadsdeel wilde ook kijken naar de mogelijkheden voor horeca langs de Gaasperplas maar nadat de centrale stad een kader had geformuleerd moest Zuidoost daarbinnen blijven. Vanaf de zomer is er binnen deze beperktere ruimte gekeken naar mogelijke gebieden. Er is inmiddels ook met de centrale stad gesproken waardoor hij achter de melding op de VVD-website staat. Hij wijst er tevens op dat een aantal stadsdelen gestart is en hij denkt dat Zuidoost een vliegende start kan maken. Er zijn een stuk of 8 aanvragen nodig om de € 250.000 vol te maken, uitgaande van € 30.000 per ondernemer. Het kan zowel door eigenaren als door huurders aangevraagd worden waarbij er maximaal 50% gesubsidieerd wordt voor een maximum bedrag van €40.000. Als B&W een besluit neemt half mei, dan ligt alles klaar om uit te rollen. Meteen diezelfde dag wordt het bedrag overgemaakt en zijn de kosten subsidiabel. Op zeer korte termijn zal er al met de ondernemers gecommuniceerd worden dat er in mei aanvragen ingediend kunnen worden zodat er niet van tevoren geïnvesteerd wordt. Het stappenplan bestaat dan alleen uit het hebben van een aantal formulieren en persberichten, afspraken met het ondernemershuis en het aan de slag gaan van de winkelcentramanager. Bij Kleiburg is er nog wel extra aandacht nodig voor de plint van de flat. Dit is nog onontgonnen gebied en de portefeuillehouder houdt er rekening mee dat er niet vóór 1 december 2009 bindende afspraken over gemaakt zijn. Hij gaat hier binnenkort met de corporatie over praten. Hij gelooft dat voor de betrokkenen de termijn duidelijk is. De stadsdelen houden een gezamenlijk pleidooi voor de periode ná 2009, waar nog geen financiën voor geregeld zijn. Zodra er meer duidelijkheid is zal hij de commissie en de betrokken ondernemers informeren. [Dhr. Meyer/VVD vraagt hoe hij de opmerking op p.3, 3e alinea moet lezen. Hierin staat dat de voorwaarden die het Rijk heeft gesteld misschien niet conform de praktijk in Amsterdam zijn waardoor toekomstige financiering door het Rijk niet zeker is.] Dhr. Jaensch ziet het risico voor die € 250.000 niet. De financiering ná 2009 is onzeker maar als de kansenzones op stoom zijn ziet hij goede mogelijkheden om dit voort te zetten. [Dhr. Parsan/PvdA vraagt hoe Kleiburg zich verhoudt tot de krachtwijken die tot 2011 middelen krijgen. Er zouden middelen afgeroomd kunnen worden ten gunste van de ontwikkeling van Kleiburg.] Dhr. Jaensch wijst erop dat de middelen voor de krachtwijken bestemd zijn voor maatschappelijk georiënteerde initiatieven die vanuit bewoners komen en niet specifiek om bedrijvigheid te stimuleren. Er kunnen wel raakvlakken zijn. Over het informeren van de raad vertelt dhr. Jaensch dat men na het besluit van B&W van start gaat. De commissie wordt dan zo spoedig mogelijk over het besluit en de randvoorwaarden geïnformeerd. Hij wil de commissie vóór de zomer informeren over hoe men van start gaat en in elk geval rond november/december over de eerste resultaten en de mogelijke financiering voor de periode erná. Hij vertelt naar aanleiding van de vraag van mw. Dumfries dat er in Osdorp en Slotervaart een OZB fonds is opgezet, waarvan ondernemers zelf mogen bepalen hoe dit lokaal ingezet wordt. Als dit positief uitpakt is hij genegen om dit, na 2009, in Zuidoost toe te passen. Voor Gein is al een tijd geleden een programma van eisen gemaakt. Het stadsdeel is nu in overleg met huurders en ondernemers over hoe de fysieke ingrepen plaats gaan vinden. Hij ziet de kansenzone ook als mogelijke pot om veiligheidspunten aan te pakken die voor de individuele ondernemers te duur zijn. Ook kan het aangewend worden om de waarde van horecazaken voor de omgeving op te waarderen. De K-buurt is een krachtwijk met een zwak winkelcentrum dat nog tot 2012 dóór moet en gevuld moet blijven. Daarnaast is Kleiburg ’s avonds geen prettig gebied om rond te lopen. Het vullen van de plint zou bij kunnen dragen aan een veiliger gevoel. Het Bullewijkpad is in beeld geweest maar het gewenste percentage binnen de verhouding aantal bedrijven/aantal bewoners wordt hier niet gehaald. Daarnaast is er een eerder traject afgesproken waarvoor de winkelcentrummanager en het ondernemershuis in gesprek zullen gaan. Daarover zit een notitie bij de huidige stukken en er verschijnt in het najaar nog een notitie over. De projectleider gaat al aan de slag vóórdat B&W een besluit heeft genomen omdat de formulieren en internetpagina gereed moeten zijn. Het ondernemershuis en de huidige ondernemers moeten hier ook bekend mee zijn. De projectleider wordt betaald uit het Programma Arbeidsmarktbeleid en Economische Ontwikkeling (PAMEO). Dit budget is beschikbaar binnen de begroting 2009. Dhr. Jaensch denkt niet dat andere winkelcentra veel last zullen ondervinden van het bijstaan van bepaalde gebieden. Bij het doorpakken naar andere buurten denkt hij aan Holendrecht. [Dhr. Res/CDA denkt dat een stadsdeel met ambitie doelstellingen kan stellen waardoor er beter gestuurd kan worden. Mw. Dumfries/CU denkt dat er wél concurrentievoordeel komt voor de ondernemers in Gein ten opzichte van hun collega’s in Reigersbos. Zij hoopt dat het stadsdeel ook met deze ondernemers gaat communiceren over de plannen.]
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 6 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009 92.
93.
94. 95.
96.
97.
98.
99.
100.
101. 102.
103.
Dhr. Jaensch wijst erop dat de raad kaders stelt. Wanneer dhr. Res wil dat er aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, dan kan hij deze stellen. Hij verduidelijkt voor mw. Dumfries dat het niet om een fiscaal voordeel gaat maar dat ondernemers via het OZB-fonds zelf bepalen waar dit wordt ingezet. Hij belooft alert te zijn op het punt van de concurrentie hoewel er veel factoren zijn die invloed hebben op winkelomzetten. B3. Notitie Kleinschalige bedrijfsruimten De voorzitter vertelt dat dit stuk naar aanleiding van motie 42 van de PvdA is opgesteld. Raadscommissie Dhr. Meyer/VVD meldt dat de VVD akkoord gaat met de notitie en met het beleid dat het DB tot 2012 wil uitvoeren om het aanbod op de behoefte te laten aansluiten. Dhr. Parsan/PvdA vertelt dat de PvdA nog een overzicht mist van de m2s die op dit moment beschikbaar zijn en wáár die beschikbaar zijn. Hij wil dat de vrije ruimte vastgelegd wordt bij het ondernemersloket zodat ook ondernemers toegang krijgen tot deze informatie. Daarnaast wil hij graag weten in welk stadium de ontwikkeling bij Frankemaheerd zich bevindt en of hier ruimte voor kleine kantoorunits is, wanneer dit het geval is en wie de eigenaar hiervan is. Hij mist in het overzicht de m2s van de bedrijfsruimte aan de Daalwijkdreef. Nu is dat niet meer inzetbaar maar er moet iets met de ondernemers gebeuren. Op p.4 worden prijs/locatie en huurcontract genoemd. Hij vraagt hoe het stadsdeel bij de vastgoedeigenaren duidelijk krijgt dat ze meegaan in flexibele huurcontracten, dat er maximaal €100 gevraagd wordt per m2 en het om maximaal 100 m2 gaat. Mw. Dumfries/CU wil graag weten hoeveel bedrijven er zijn geënquêteerd op basis van het totaal, of er gekeken is naar de huidige leegstaande bedrijfsruimtes en wat de portefeuillehouder daarmee van plan is. Ze is blij met de inspanningsverplichting van het stadsdeel om kleinschalige bedrijfsruimtes te realiseren. Ze vraagt over wat voor een mix qua ondernemers het precies gaat. Tevens wil ze weten of er al duidelijkheid is over de Frankemaheerd en of het stadsdeel gaat kijken naar de samenhang met andere initiatieven zoals die van Rochdale. Tenslotte wil zij ook graag weten aan welke marktpartijen gedacht wordt op p.9. Dhr. Res/CDA wijst op de gevraagde instemming met het realiseren van 1400 m2 waar hij de melding mist dat er nu niets voor betaald wordt. Daarnaast kan er ook eerst gekeken worden naar wat er met de marktpartijen mogelijk is. Hij wil ook graag weten of goed in beeld is hoe de vraag naar die ruimtes eruit ziet. Tenslotte merkt hij op dat er mogelijkheden zijn om de huurprijs per m2 in het begin iets lager en later iets hoger vast te stellen, zodat dit nog aantrekkelijker gemaakt wordt. Hij verwacht de grootste problemen voor de ondernemers in het eerste jaar. Dhr. Hartog/SP vindt de 1400 m2 niet veel. Hij vraagt of met “realiseren” bedoeld wordt dat dit gebouwd moet worden of dat dit geschikt gemaakt moet worden als bedrijfsruimte. In het laatste geval zou ook naar bestaande woonruimte gekeken kunnen worden. Hij wil weten of het DB overweegt dit mee te nemen in haar onderzoek. Hij wijst op de voordelen dat er dan niet extra gebouwd hoeft te worden en dat een wijk verlevendigd kan worden. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat er te veel, te kleine en te dure bedrijfsruimten zijn. Men moet niet om goedkope bedrijfsruimtes vragen maar om lage huren voor deze ruimtes. Als de overheid de huurprijzen van de ruimtes afhankelijk maakt van de omzet en de winst, dan kunnen de ondernemers die aan de onderkant staan beschermd worden. Daarnaast krijgen nieuwkomers die woonachtig zijn in Zuidoost geen kans omdat er al te veel bedrijven zijn. Ze vindt dat er geen extra bedrijfsruimte in Zuidoost bij moet komen. Dhr. Meyer/VVD vraagt hoe mw. Schaaf voor meer werkgelegenheid wil zorgen als alle bedrijven weg moeten. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat de mensen die in Zuidoost wonen daar ook moeten werken en niet de mensen die van buitenaf komen die ook nog een verkeersprobleem veroorzaken. Men werkt voor wederzijdse afhankelijkheid en als dat niet zo is kan men niet in een samenleving leven.
Portefeuillehouder Economische Zaken Dhr. Jaensch hoopt dat deze notitie voldoende SMART is. Het is lastig om te voorspellen hoeveel startende ondernemers er binnenkort gaan beginnen. Bij een onderzoek onder 1500 mensen hebben er 259 gereageerd. Hierdoor is een nauwkeurig inzicht ontstaan in de match tussen vraag en aanbod en wáár de ondernemer wil zitten. Kleine ruimtes zijn maar voor een beperkte groep interessant. Startersruimte wordt ook bij de Amsterdamse Poort/Arena gezocht voor bedrijven die meer bij aanloop gebaat zijn. Hij vindt de ideeën van dhr. Hartog verfrissend. Hij denkt hierbij eerder aan leegstaande scholen door een veranderende demografische opbouw van Zuidoost. Dit zou vóór
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 7 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009
104.
105. 106.
107.
108.
109.
110.
111. 112.
113. 114.
115.
116.
117.
118.
2012 al voor starters interessant kunnen zijn. Door een aantal functies samen te voegen, zoals voorgesteld in het accommodatiebeleid van dhr. Verzijl, kan ook ruimte voor starters vrijkomen. Ten aanzien van de door de PvdA gevraagde inventarisatie van de ruimtes, wijst dhr. Jaensch erop dat het stadsdeel geen makelaar is. Het stadsdeel weet niet waar er ruimtes vrij zijn en hoeft dit ook niet te weten tenzij zij eigenaar is. Het stadsdeel wil als een soort regisseur optreden en staat achter het idee dat er een website met deze informatie gevuld wordt. [Dhr. Parsan/PvdA beaamt dat de door hem gevraagde lijst uiteraard dynamisch is. Hij vindt dat dit voor de ondernemers inzichtelijk gemaakt moet worden, óf via een lijst, óf via een website. ] Dhr. Jaensch denkt dat transparantie moeilijk is waarbij de grotere partijen vaak wel duidelijkheid kunnen geven. Daarnaast willen ondernemers vaak alleen maar A-locaties met een goedkoop tarief waardoor het lijkt alsof er niet voldoende aanbod is. Ook wijst hij erop dat veel eigenaren niet bekend maken wat hun verhuurprijs is omdat dit van een aantal factoren afhangt. [Dhr. Parsan/PvdA meldt dat er een aantal handreikingen is gedaan om de m2 prijs zo interessant mogelijk te maken. Hij wil weten hoe het stadsdeel de aanbevelingen naar de vastgoedeigenaren doorgeeft.] Dhr. Jaensch noemt de optie dat een aantal prominente eigenaren een internetsysteem met een zoekoptie opzetten. Hoe actueler en transparanter het systeem, hoe duurder het echter wordt. Daarnaast constateert hij dat er toch bijgebouwd moet worden omdat de leegstand niet aansluit bij de vraag. Hij wil snel met een aantal grote partijen in gesprek gaan om de behoefte te peilen, aan te geven waar het stadsdeel kansen ziet en afspraken te maken over het vullen van een website. Hij denkt hierbij aan Kleinschalig Vastgoed Amsterdam, Startgoed, de Amsterdamse Compagnie en een aantal andere corporaties en marktpartijen. Hij stelt een open conferentie voor waar ook het ondernemershuis bij wordt betrokken, zodat contacten gelegd kunnen worden. Hij vertelt over de doelstelling die hij meeneemt ten aanzien van de 1400 m2 dat het best kan zijn dat de €100/m2 al door de markt gerealiseerd wordt. Als het niet om een A-locatie gaat is dit mogelijk. Als dit niet mogelijk is moet gekeken worden naar een bijdrage van de centrale stad die hier mogelijkheden voor heeft. De portefeuillehouder vindt het lastig om iets te zeggen over het soort ondernemers. Kansrijke ondernemers die bij het ondernemershuis binnenkomen zullen daar het eerst voor in aanmerking komen maar uiteindelijk heeft hij geen invloed op de toewijzing van ruimtes aan ondernemers. Over de bestemming van de Frankemaheerd kan hij nog weinig zeggen. Hij denkt ook dat daar een prijskaartje aan zit. Hij wijst echter wel op het oude stadsdeelkantoor dat nog steeds leeg staat en waar mogelijkheden liggen. Dit geldt voor meerdere ruimtes. [Dhr. Parsan/PvdA heeft begrepen dat er een nieuwe huurder komt in het oude stadsdeelkantoor.] Dhr. Jaensch denkt niet dat het hele gebouw gevuld gaat worden. Hij voegt toe dat het mooi zou zijn als de stad over een website zou beschikken waar ondernemers van buiten kunnen zoeken naar bedrijfsruimte. Het op één lijn krijgen van alle stadsdelen kan een moeilijk verhaal worden. Het tijdspad is volgens dhr. Jaensch mede afhankelijk van andere partijen. Hij ziet het stadsdeel niet als trekker maar eerder als sponsor of duwer. Mw. Schaaf/GroepSchaaf vindt het schandalig dat stadsdeel Zuidoost gebruikt wordt door andere stadsdelen en omliggende gemeentes om bedrijfsruimtes te bouwen. B4. Voortzetting Startersfonds II Raadscommissie Dhr. Meyer/VVD heeft de notitie voor kennisgeving aangenomen en gaat er akkoord mee. Dhr. Res/CDA wijst op de €35.000 die begroot is voor de absoluut noodzakelijke evaluatie waar toch nog een bedrag voor onderzoek afgehaald gaat worden. Hij vraagt zich af of er genoeg overblijft. Dhr. Parsan/PvdA verzoekt of de raad een beeld mag krijgen van de op p.1 genoemde economische positie van een aantal, dat een beroep op het startersfonds hebben gedaan. Ook wil hij iets meer horen over de waarborging van de continuïteit van het startersfonds. Mw. Muller/GL vraagt of het klopt dat er maar 26 starters zijn die gebruik hebben gemaakt van het fonds. Daarnaast vraagt zich af of € 35.000 voor een evaluatie klopt, en zegt dat het heel belangrijk is dat dit goed gebeurt. Mw. Schaaf/Groep Schaaf vindt dat het stadsdeel niet goed bezig is als het alleen maar stimuleert om het ondernemershuis aan het werk te houden. Ze vraagt zich af hoe ondernemers een lening moeten terugbetalen, wat er gebeurt als dit niet lukt en of de commissie dit ook te horen krijgt. Ze vindt het een goede zaak als er onderzoek gedaan wordt naar de ondernemers die gebruik hebben gemaakt van het fonds. Ze wijst er tevens op dat 20% van de ondernemers ontevreden was over het ondernemershuis en een onbekend aantal een veel te laag inkomen had.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 8 van 9
Vastgesteld verslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 31 maart 2009
119.
120. 121.
Portefeuillehouder Economische Zaken Dhr. Jaensch benadrukt dat Zuidoost met 26 starters het meest succesvolle fonds in Nederland heeft. Van de oorspronkelijke 28 zijn er inmiddels nog 25 over. Er zitten ook ondernemingen tussen die het dienstenpalet aan de burger vergroten. Er is veel belangstelling geweest voor de regeling waardoor hij het als zeer succesvol beschouwt. Hij zal de raad nog de 1e helft van het jaar over de evaluatie informeren. Hij vindt € 35.000 voor de evaluatie ook veel maar wijst op de administratieve belasting van een Europees project vanwege de hoge normen. [Dhr. Res/CDA vraagt of er dan wel een bedrag afgehaald kan worden. ] Dhr. Jaensch vertelt dat er een combinatie gaat komen door te kijken naar de voorwaarden voor een startersfonds 2 binnen het PAMEO-fonds waar het stadsdeel zelf al veel gegevens voor bijhoudt. Die gegevens kunnen als input dienen voor een evaluatie, waardoor het totale bedrag omlaag kan. Hij zegt toe dat de commissie het gevraagde beeld krijgt zo gauw de evaluatie binnen is. Hij denkt dat er geen apart besluit nodig is om de continuïteit te waarborgen. Het geld dat nu afbetaald wordt door de ondernemers wordt opnieuw ingezet. Dat is in de laatste jaren hoger dan in de eerste jaren. Hier is de Rabobank een mogelijke partner en daar worden gesprekken over gevoerd. Als de Rabobank mee zou doen zou het gebied groter kunnen worden door bijvoorbeeld Gaasperdam erbij te betrekken. Vóór de zomer moet duidelijk zijn of de Rabobank mee gaat doen. Hij hoopt dat wanneer de evaluatieresultaten bekend zijn ook duidelijk is hoe het stadsdeel verder gaat met Startersfonds II. Het rentepercentage zal aangepast worden aan de markt en er moet een nieuwe financieringscommissie vastgesteld worden. Hij is vol lof over de oude financieringscommissie.
124. 125.
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING C1. Termijnagenda De voorzitter vraagt of punten voor de termijnagenda schriftelijk kunnen worden doorgegeven aan de griffie. Dhr. Jaensch meldt dat er in mei 2009 een stand van zaken notitie komt over de Raadsvoordracht Ondernemersnota. Hij wijst er vast op dat er in juni nog geen afgerond traject zal liggen. Hij zal wel aangeven waar men dan staat en hij hoopt iets meer over de wijkontwikkelingsmaatschappij te kunnen vertellen. De voorzitter vraagt wanneer de raadsvoordracht komt. Dhr. Jaensch kan deze vraag in juni beantwoorden.
126.
D. RONDVRAAG Er zijn geen vragen voor de rondvraag.
127.
E. SLUITING De voorzitter sluit de vergadering om 22:55 uur en bedankt de leden voor hun bijdrage.
122. 123.
vastgesteld verslag cie W&D 090331
Pagina 9 van 9