Profielen van zwerfjongeren Leiden en omstreken
Van Lier Onderzoek Februari 2009
1. Inleiding In diverse gemeenten zijn de afgelopen jaren beleidsmaatregelen genomen om iets te doen aan zwerfjongerenproblematiek. In samenwerking met aanbieders uit vooral de jeugdzorg, de maatschappelijke opvang en GGD-en zijn aanpakken ontwikkeld. Uit onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat een belangrijke reden voor de tekortschietende aanpak voor de 6000 zwerfjongeren in Nederland het ontbreken van een helder beleidskader is. SGBO, Stichting Zwerfjongeren Nederland, MOVISIE en de Federatie Opvang hebben een tweejarig ondersteuningsprogramma opgesteld voor vier centrumgemeenten die hun beleid rondom zwerfjongeren verder willen ontwikkelen en vormgeven. Gemeente Leiden heeft zich als ‘schaduwgemeente’ van de pilotgemeente Dordrecht aangemeld.
De gemeente Leiden wil graag meer zicht hebben op de doelgroep zwerfjongeren en de problemen waar deze doelgroep mee te maken heeft. Ook wil de gemeente kijken welke verschillen er in de doelgroep zijn om zo de hulp en opvang beter af te stemmen. Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer van 2008 is gebleken dat er maximaal 120 zwerfjongeren in de gemeente Leiden zijn. De gemeente Leiden wil het profielonderzoek zoals dat in Den Haag is uitgevoerd, gebaseerd op het onderzoek dat Jos Maaskant voor de gemeente Rotterdam heeft gedaan, graag in de eigen gemeente uitgevoerd zien. Van Lier Onderzoek is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. In deze rapportage zijn de resultaten van dit profielonderzoek beschreven.
2. Wat is een profielonderzoek? Een profielonderzoek is een middel om onderlinge verschillen binnen een groep zichtbaar te maken. Een groep kenmerkt zich door bepaalde overeenkomsten (bijvoorbeeld alle personen binnen een groep zijn verstandelijk of lichamelijk beperkt of zijn jeugddelinquenten). Ook al lijkt een groep redelijk gelijk (bijvoorbeeld zwerfjongeren), er zijn altijd onderlinge verschillen aan te duiden. Een aantal aan elkaar gekoppelde kenmerken die samen een ‘subgroep’ vormen, kan een profiel worden genoemd.
Een profielonderzoek vormt zo een nieuwe manier om te kijken naar bijvoorbeeld cliënten. Profielen zijn een nieuw instrument om de problemen waar een bepaalde groep cliënten mee te maken heeft te bestuderen en zichtbaar te maken. Met behulp van profielen is het mogelijk tot nieuwe inzichten te komen met betrekking tot adequate hulpverlening. Vraaggericht werken en hulpverlening op maat bieden, komt zo een stap dichterbij.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 2/22
2.1 Geschiedenis van het profielonderzoek onder zwerfjongeren In 2005 heeft Jan Maaskant (Sociale Dienst van Rotterdam) onderzoek gedaan naar zwerfjongeren in Rotterdam1. Hij kwam hierbij tot de conclusie dat er binnen de groep zwerfjongeren veel onderlinge verschillen waren. Met behulp van verschillende statistische analyses heeft hij vier profielen van zwerfjongeren onderscheiden, elk met andere kenmerken (zoals opleidingsniveau, aantal maanden dakloos). In 2006 is getoetst (door Léon van Lier en Marjolein Bijvoets) of de profielen van zwerfjongeren in Rotterdam ook toepasbaar zijn op zwerfjongeren in Den Haag2. Uit dit onderzoek zijn ook vier profielen (specifiek voor Haagse zwerfjongeren) naar voren gekomen, deze zijn afwijkend van die van Rotterdam. De profielen (en de manier van kijken naar de algemene groep zwerfjongeren) kunnen of zijn door de instellingen gebruikt worden bij het bespreken van het aanbod of nieuw te ontwikkelen aanbod in de hulpverlening. De verschillende profielen vragen om een ander accent in hun aanpak. Zo is er bijvoorbeeld een profiel ‘kansrijke jongeren’ waarbij er snel zelfstandige huisvesting moet zijn gecombineerd met ambulante begeleiding.
3. Opzet en uitvoering van het profielonderzoek Om een profielonderzoek uit te kunnen voeren, is informatie uit dossiers of databases nodig die inzicht geven in de situatie en de verschillende kenmerken van cliënten. De kenmerken uit de dossiers worden gebruikt voor een statistische analyse, waardoor profielen tot stand kunnen komen. De gegevens worden hierbij anoniem en vertrouwelijk verwerkt. Uit de profielen zijn geen concrete cliënten te achterhalen. De gegevens zijn alleen te verzamelen als de organisaties toestemming verlenen om in hun dossiers te kijken. De gemeente Leiden heeft de instellingen door middel van een startbijeenkomst gevraagd mee te werken. Bij de opzet van dit onderzoek is uitgegaan van de (tot op heden) landelijk gehanteerde definitie van zwerfjongeren te weten: jongeren tot 25 jaar met meervoudige problemen die dakloos zijn of (tijdelijk) in de opvang verblijven.
3.1 Doorlichten van dossiers In het profielonderzoek van Jos Maaskant zijn 16 kenmerken gebruikt in de statistische analyse (HOMALS). Daarnaast heeft Jos Maaskant enkele algemene kenmerken beschreven die verzameld zijn uit de dossiers van zwerfjongeren. In de startbijeenkomst met betrokken instellingen in Leiden is gebleken dat zij daarnaast nog enkele andere kenmerken belangrijk vinden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een aangepaste lijst van 37 kenmerken (zie bijlage 1) waar de dossiers op bekeken zijn. Het kenmerk etniciteit is niet meegenomen omdat dit niet door alle instellingen wordt geregistreerd. Aan de instellingen in Leiden is gevraagd of zij hun dossiers op een specifieke datum (1 september 2008)
1 Maaskant, J. (2005) ‘Bandieten’,’Dissidenten’, ‘Weglopers’ of ‘Verschoppelingen’? Profielen van thuisloze jongeren in Rotterdam. Rotterdam: SoZaWe. 2
Lier van, L, Bijvoets, M. (2006) Zwerfjongeren in Den Haag. Een onderzoek naar de profielen van zwerfjongeren en de hulpverlening bezien vanuit profielen. Den Haag: JSO, i.s.m. lectoraat Leefwerelden van jeugd, Hogeschool INHOLLAND.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 3/22
willen lichten. De onderzoeker turft vervolgens alle dossiers op de betrokken kenmerken. Op deze manier wordt de meest recente informatie verzameld.
De gemeente Leiden heeft op 16 september een startbijeenkomst georganiseerd waar instellingen die (waarschijnlijk) met deze doelgroep in aanraking komen voor zijn uitgenodigd. Aan hen is het plan van aanpak voorgelegd en doorgesproken hoe het dossieronderzoek het beste kan plaatsvinden en wat zij daarvoor nodig hebben. Alle instellingen hebben daar positief op gereageerd en gezegd mee te werken, voor zover dat mogelijk is.
Aan de volgende instellingen is gevraagd of zij hun medewerking willen verlenen aan het profielonderzoek omdat de verwachting is dat zij zwerfjongeren in hun bestand hebben of een specifiek aanbod hebben voor deze doelgroep: -
Jongerenloket
-
Cardea
-
De Binnenvest
-
Stichting MEE
-
GGZ Rivierduinen
-
De Brijder Verslavingszorg
De Brijder Verslavingszorg en GGZ Rivierduinen hebben geen dossiers aangeleverd omdat zij op de peildatum geen jongeren in hun bestand hebben die voldoen aan de definitie zwerfjongeren.
3.2 Panelgesprek De profielen vormen de input voor een panelgesprek met vertegenwoordigers van de diverse instellingen. Hier is gekeken of de profielen herkenbaar zijn voor de organisaties. En wat deze profielen betekenen voor het huidige aanbod van de instellingen.
Met de hulpverleners is vervolgens besproken welke vormen van hulp en opvang nodig zijn voor de specifieke profielen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat profiel A vooral ambulante hulp nodig heeft en profiel B vooral residentiële zorg. Als laatste wordt besproken hoe de hulpverlening is afgestemd op de profielen die naar voren zijn gekomen. Is er dan ook voldoende ambulante hulp om profiel A te helpen? Indien er hiaten zijn, is gekeken welke oplossingen er mogelijk zijn.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 4/22
4. Zwerfjongeren in Leiden In de periode september 2008 - januari 2009 zijn de gegevens uit de dossiers van de verschillende instellingen verzameld. In totaal zijn 108 dossiers onderzocht en ingevoerd. Bij de analyse is gebleken dat er 14 dubbele dossiercodes in het bestand zitten. Bij nader onderzoek is zichtbaar dat er veel kenmerken in de dossiers van elkaar verschillen, daarom is er voor gekozen alle dossiers mee te nemen in de analyse. In deze rapportage zijn eerst de algemene bevindingen beschreven van de 108 dossiers. Vervolgens is kort weergegeven welke kenmerken gebruikt zijn bij de analyse voor de profielen, gevolgd door de vier profielen. De bespreking met de instellingen is een apart verslag beschreven.
4.1 Algemene bevindingen De 108 dossiers zijn als volgt verdeeld over de instellingen:
De Algemene Rekenkamer stelt dat er maximaal 120 zwerfjongeren in de gemeente Leiden zijn in 2007. De gevonden dossiers in dit profielonderzoek ondersteunen deze cijfers. Volgens de Algemene Rekenmaker zijn er minimaal 85 zwerfjongeren. Uit dit profielonderzoek blijkt dat deze ondergrens te laag is gesteld en dat er meer zwerfjongeren zijn. Een kanttekening die gemaakt moet worden is dat het hier zwerfjongeren betreft die in beeld zijn bij de instellingen. Waarschijnlijk is er ook nog een groep jongeren die niet in beeld is, de omvang hiervan is onbekend.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 5/22
Geslacht De 108 dossiers zijn verdeeld over 68 jongens (63%)3 en 40 meisjes (37%). In het profielonderzoek van Jos Maaskant is het geslacht als volgt verdeeld: 64% jongens en 36% meisjes. De cijfers van gemeente Leiden komen overeen met de bevindingen van Jos Maaskant. De (totale) bevolking van Leiden is als volgt verdeeld: 49% man en 51% vrouw, hierin wijkt het profielonderzoek wel af. Er lijken dus meer jongens voor te komen in de hulpverlening.
Leeftijd De verdeling van de leeftijd is als volgt, gekeken naar de leeftijd van de jongeren op de peildatum:
De meeste jongeren zijn 19 of 21 jaar, met enkele uitschieters. De gemiddelde leeftijd is 21 jaar. De meest voorkomende leeftijd is 21 jaar4. In bijlage 3 staan de leeftijden uitgesplitst naar de verschillende profielen.
3 4
De percentages in dit profielonderzoek zijn afgerond naar hele procenten. Het is niet verrassend dat de leeftijd relatief hoog is. De jongeren vanuit Bureau Jeugdzorg zijn niet meegenomen.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 6/22
Woonsituatie bij aanmelding Van alle dossiers is gekeken naar de woonsituatie bij aanmelding. De meeste jongeren (32%) wonen bij vrienden of familie als zij aangemeld worden bij de betrokken instelling. Een behoorlijk deel (17%) is dakloos. Opvallend is dat meer jongens dakloos zijn en dat meisjes vaker bij vrienden/familie of in de crisisopvang verblijven. Ongeveer 19% woont bij (één van de) ouders. Jongeren mogen dan weer tijdelijk bij de ouders wonen. Negen jongeren zijn thuisloos5. De totale verdeling van alle antwoorden ziet er als volgt uit:
Opleidingsniveau Bij opleidingsniveau wordt gekeken naar de laatst genoten opleiding, dit betekent niet dat deze afgerond hoeft te zijn. Ongeveer 64% van de jongeren heeft als opleidingsniveau VMBO. Het landelijk gemiddelde ligt rond de 55%, hier lijkt dus een afwijkend beeld te bestaan6. Er zijn enkele uitschieters. Zo hebben negen jongeren alleen basisonderwijs en vier jongeren een HAVO/VWO niveau. En één jongere heeft opleiding op HBO/WO niveau gedaan. Verder heeft 18% een MBO niveau. Er zijn geen opvallende verschillen tussen jongens en meisjes. Hieronder staan de gegevens in een tabel. 5 Onder thuisloos wordt in dit onderzoek verstaan dat jongeren nog wel een dak boven hun hoofd hebben, maar dat deze situatie zo onstabiel is dat het risico groot is dat deze jongeren dakloos geraken of dat er een verergering van de problemen plaatsvindt. 6 Rapport Onderwijsdeelname van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 7/22
Opleidingsniveau
Aantal
Percentage
Basisonderwijs
9
8%
IVBO
5
5%
VMBO
69
64%
HAVO/VWO
4
4%
MBO
19
18%
HBO/WO
1
1%
Onbekend
1
1%
Het merendeel van de jongeren heeft de laatste opleiding niet met een diploma afgesloten, namelijk 61%. Ongeveer een derde (32%) heeft wel een diploma en een klein deel (6%) is nog bezig met de opleiding, waarbij dit iets meer meisjes lijken te zijn. Verder zijn er geen opvallende verschillen tussen jongens en meisjes te zien. Het merendeel heeft regulier basisonderwijs gevolgd en 20% heeft speciaal onderwijs gevolgd (of volgt dit nog). Het is opvallend dat vooral jongens speciaal onderwijs hebben gevolgd, namelijk 16 van de 21, dat is ruim 76%. Bijna alle jongeren, namelijk 92%, hebben geen startkwalificatie (een opleiding op MBO 2 niveau). Dit getal is natuurlijk hoog te noemen.
Werk en werkervaring De meeste jongeren (70%) hebben geen werk (inclusief bijbaan) als zij worden aangemeld bij de betreffende instelling. Er zijn 32 jongeren (30%) die wel een (bij) baan hebben. Dit varieert van productiewerk, callcenter, magazijnwerk tot horeca en dienstverlening. Over het algemeen gaat het om laag- of ongeschoold werk. Ook al hebben jongeren geen baan als zij worden aangemeld, mogelijk hebben zij wel eerder werkervaring opgedaan. Er is gekeken naar hoeveel maanden werkervaring de jongeren in totaal hebben. Er is een klein relatief verschil zichtbaar tussen jongens en meisjes, jongens lijken wat langer werkervaring te hebben dan meisjes. Hieronder staan alle resultaten weergegeven.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 8/22
Inkomen Meer dan de helft van de jongeren (57%) heeft een vorm van inkomen als zij worden aangemeld. De overige 43% heeft geen vorm van inkomen. De jongens lijken in de groep zonder inkomen relatief wat oververtegenwoordigd te zijn ten opzichte van de meisjes. Ook lijken meisjes relatief gezien vaker een vorm van inkomen te hebben. De inkomensvorm die het meeste voorkomt onder deze jongeren is werk (24%). Een uitkering via de Wet Werk en Bijstand is daarna het meest voorkomend met 20%. Een Wajong uitkering (5%) en daklozenuitkering en studiefinanciering volgen daarop met 2%. Een enkele jongere krijgt een ander type uitkering of geld via het UWV.
Schulden Meer dan driekwart van de jongeren (79%) heeft schulden. De bedragen variëren tussen de 500 euro en 70.000 euro. Er is gevraagd naar de voornaamste schuldeiser, meestal is dit het hoogste bedrag in de totale schuldenlast. Drie soorten schuldeisers komen vaak voor. In 19% van de gevallen gaat het om een schuld bij een ziektekostenverzekering. Zo heeft ook 15% van de jongeren geen actieve ziektekostenverzekering. Dit houdt in dat zij een zodanige achterstand hebben in betaling dat zij bijna als niet verzekerd gezien kunnen worden. De twee andere soorten schuldeisers, in beide gevallen 14% van de jongeren, betreffen CJIB (boetes) en telefoonaanbieder.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 9/22
Gezinsachtergrond Veel jongeren komen uit een gezin waarvan de ouders zijn gescheiden (57%) of waarvan (een van) de ouder(s) is overleden (13%). De leeftijd waarop dit is gebeurd varieert van direct bij de geboorte tot aan 21 jaar (en voor de jongere dus redelijk recent). In de gezinnen van 21 jongeren zijn de ouders niet gescheiden. Een grote groep (40%) jongeren is wel eens weggelopen van huis. Er is gekeken naar de reden waarom de jongeren zijn weggelopen, in onderstaande tabel zijn deze redenen weergegeven in volgorde van meest naar minst voorkomend.
Reden weglopen
Aantal
Percentage
Ruzie met ouder(s)
23
21%
Mishandeling
6
6%
Gedrag van jongeren
3
3%
Zwangerschap van jongere
3
3%
Problemen nieuwe partner ouder(s)
2
2%
Oorlog (vluchteling)
2
2%
Uit huis gezet (dreiging)
1
1%
Uithuwelijking
1
1%
Huiselijk geweld
1
1%
Cultuurproblematiek
1
1%
Adoptieproblematiek
1
1%
Hulpverleningsgeschiedenis Van de 108 jongeren heeft 19% (20 in totaal) ervaring met de Raad voor de Kinderbescherming, dit kan ook betekenen dat er contact is geweest in verband met een broertje of zusje. Bij 17 jongeren (16%) heeft dit contact met de Raad voor de Kinderbescherming geleid tot een Onder Toezicht Stelling (OTS). In totaal is er bij 23 jongeren (21%) sprake (geweest) van een (OTS). Bijna de helft van de jongeren (46%) heeft in een residentiële voorziening gezeten voorafgaand aan de huidige hulp. In totaal hebben 17 jongeren (16%) ervaring met de Raad voor de Kinderbescherming en een OTS en een residentieel verleden. In totaal hebben vijf jongeren in een pleeggezin gezeten, vier van deze jongeren zijn afkomstig uit bovenstaande groep van 17 jongeren. In het dossieronderzoek zijn 3 ex-AMA jongeren aangetroffen. Er is ook gekeken naar waarom sommige jongeren residentiële hulpverlening hebben gehad, het gaat daarbij om:
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 10/22
Reden residentiële hulpverlening
Aantal
Percentage
Problematische thuissituatie
27
25%
Jeugddetentie
10
9%
Uithuisplaatsing
5
5%
Psychiatrische problemen
3
3%
Thuis niet te handhaven
2
2%
Detox opname
2
2%
Verwaarlozing
1
1%
Middelengebruik7 Iets meer dan een derde (38%) van de jongeren gebruikt helemaal geen middelen, gebaseerd op wat er bekend is over de jongeren. Een kwart van de jongeren (25%) van de jongeren gebruikt softdrugs. Een groep van 13 jongeren (12%) gebruikt een combinatie van alcohol en softdrugs en een groep van negen jongeren (8%) gebruikt een combinatie van allerlei middelen. Tien jongeren gebruiken voornamelijk alcohol en twee jongeren gebruiken harddrugs. Van één jongeren is bekend dat er sprake is van een combinatie van alcohol en harddrugs. Opvallend is dat jongens het merendeel van het gebruik voor hun rekening nemen. De meisjes zijn in verhouding in de meerderheid als het gaat om helemaal geen gebruik van middelen.
Traumatisch incident Er is gekeken of er in het leven van de jongere een traumatisch incident heeft plaatsgevonden. Bij een grote groep jongeren (44%) is dit inderdaad het geval. De aard van de traumatische incidenten is zeer divers, hieronder volgen enkele voorbeelden: -
Aanranding of verkrachting
-
auto-ongeluk met gevolgen (hersenbeschadiging, overlijden ouder)
-
ervaren van de Bijlmerramp
-
overlijden ouder(s)
-
oorlog in land van herkomst
-
huiselijk geweld (gezinssituatie of door eigen partner)
-
psychiatrisch ziektebeeld of verslaving van ouder(s)
-
mishandeling
-
eigen psychiatrische problemen
-
seksueel misbruik
7 Het gaat hier om de informatie zoals deze is weergegeven in het dossier. Er is geen oordeel over het gebruik uitgesproken, bijvoorbeeld dat het problematisch moet zijn of dat een jongere er voor in behandeling moet zitten.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 11/22
Psychiatrische diagnose en contact met de GGZ Bij iets minder dan een kwart van de jongeren is een vorm van psychiatrische diagnose gesteld, bij 78% van de jongeren is geen enkel vorm van psychiatrische diagnose gesteld. Deze gegevens lijken iets af te wijken van het landelijke gemiddelde. Planije (2003) stelt in zijn boek dat ongeveer 34% van zwerfjongeren kampen met psychiatrische problemen.
Zes jongeren hebben de diagnose ADHD gekregen, deze komt ook het meeste voor. Vijf jongeren zijn gediagnosticeerd met Borderline problemen, waarbij één jongere in combinatie met een Licht Verstandelijke Beperking. Drie jongeren zijn (manisch) depressief. Bij twee jongeren is vast gesteld dat zij een Licht Verstandelijke Beperking (LVG) hebben, het vermoeden is dat er meerdere jongeren onder deze categorie vallen, maar dat dit nooit officieel is vastgesteld en/of in het dossier vermeld. En twee jongeren hebben een persoonlijkheidsstoornis. Schizofrenie, psychose, ODD en een overige diagnose komen allemaal eenmaal voor. Bij ruim een derde van de jongeren (35%) is er een (vermoeden van een) vorm van psychiatrische problematiek, is er (nog) geen officiële diagnose gesteld. Verder hebben 44 jongeren contact met de GGZ (gehad), dat is 41%. Het roept de vraag op hoe hoog het aantal jongeren met psychiatrische problemen is indien de groep met een vermoeden ook wordt gediagnosticeerd.
Justitie De helft van de jongeren heeft contact gehad met justitie en/of politie, de jongens zijn met het aantal van 44 oververtegenwoordigd in deze groep. In totaal hebben 32 jongeren in detentie gezeten, dat is bijna een derde. Ook deze groep bestaat vooral uit jongens.
Zwangerschap en jonge moeders Van de 40 meisjes zijn er 11 (10%) die zwanger zijn als ze worden aangemeld bij de betreffende instelling. Er zijn 12 meiden die moeder zijn als ze worden aangemeld en er zijn 5 jonge vaders. In totaal is 16% van de betrokken jongeren een jonge ouder. Twee meiden zijn zowel jong moeder als zwanger bij aanmelding. In totaal is 21% van het aantal meiden jong moeder of zwanger.
Van de groep zwangere meiden wonen er 3 meiden bij vrienden of familie en 3 (weer) bij de ouder(s). Crisisopvang, dakloos, thuis en zelfstandige huisvesting komt allemaal één keer voor. Van de jonge ouders verblijven vijf moeders in de crisisopvang. Twee moeders en twee vaders zijn dakloos bij aanmelding. Twee jonge vaders verblijven bij vrienden of familie en dit is voor één jonge moeder het geval. Twee meiden wonen nog bij de ouders en één jonge moeder woont zelfstandig. Een jonge vader is als thuisloos benoemd. De leeftijden van de meiden die zwanger zijn en de jonge ouders variëren van 17 tot en met 24 jaar, zie de onderstaande tabel voor gedetailleerde informatie.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 12/22
Leeftijd
Zwanger
Jong Moeder
Jong Vader
17
1
1
-
18
3
-
-
19
1
-
-
20
1
5
-
21
1
2
2
22
1
1
2
23
-
-
1
24
3
3
-
4.2 Profielen van zwerfjongeren in Leiden Voor het maken van de profielen zijn 15 van de 16 kenmerken gebruikt die Jos Maaskant heeft ontwikkeld in het profielonderzoek in Rotterdam. Het kenmerk gepleegd delict is niet meegenomen omdat daar te weinig informatie over is8. Daarnaast zijn er enkele kenmerken toegevoegd naar aanleiding van de gesprekken met de instellingen en overleg met de opdrachtgever. Voor het profielonderzoek in Leiden is gebruik gemaakt van 30 van de 37 kenmerken (zie bijlage 2).
Een HOMALS analyse wordt ook wel een homogeniteitanalyse genoemd, wat niet meer wil zeggen dan dat er gekeken wordt welke kenmerken bij elkaar horen. De analyse wordt uitgevoerd met een statistisch programma (in dit geval SPSS). Als eerste wordt duidelijk hoe de verschillende kenmerken ten opzichte van elkaar scoren; hoe onderscheidend zijn ze van elkaar. Dit ziet er als volgt uit:
8
Het kenmerk gepleegd delict is vanwege deze reden ook niet meegenomen in het Haagse profielonderzoek.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 13/22
Vervolgens worden de kenmerken inclusief de verschillende antwoordmogelijkheden gescoord over deze twee assen. Dat zorgt ervoor dat er vier mogelijkheden zijn, namelijk: -
positief op dimensie 1 & positief op dimensie 2
-
positief op dimensie 1 & negatief op dimensie 2
-
negatief op dimensie 1 & positief op dimensie 2
-
negatief op dimensie 1 & negatief op dimensie 2
Dit laat dan de volgende verdeling zien:
Dit lijkt in eerste instantie een enorme brei, maar het laat zien hoe de verschillende profielen verdeeld zijn. Als voorbeeld: de psychiatrische diagnose Schizofrenie is zichtbaar linksboven. Dit kenmerk heeft negatief gescoord op dimensie 1 en positief op dimensie 2. Zo worden alle kenmerken verdeeld. Het kan voorkomen dat een kenmerk niet onderscheidend genoeg is, dan bevindt deze zich in het midden of op een lijn. Deze kenmerken worden niet meegenomen in de beschrijving van de profielen. De volgende profielen zijn naar voren gekomen. Een verdeling van algemene kenmerken en de profielen is te vinden in bijlage 4.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 14/22
Startkwalificatie met schulden 28 jongeren (26%), waarvan 23 jongens en 5 meiden -
Bij aanmelding zijn deze jongeren thuisloos of wonen ze (tijdelijk) in een vorm van opvang.
-
Het opleidingsniveau is divers van VMBO tot aan MBO en zelfs HBO/WO.
-
Deze jongeren hebben een diploma gehaald.
-
De jongeren hebben op een reguliere basisschool gezeten.
-
Ze hebben als inkomen een vorm van uitkering, anders dan WWB.
-
Ze hebben schulden bij tandarts, telefoonbedrijf, IBG en bank. De schulden variëren van 1.000 tot 9.000 euro. Gemiddeld hebben deze jongeren 3.500 euro schuld.
-
De ouders van deze jongeren zijn nog bij elkaar.
-
Deze jongeren zijn vaak niet van huis weggelopen, als het wel is gebeurd, is dat vanwege huiselijk geweld of (dreiging van) uithuwelijking.
-
Deze jongeren hebben geen ervaring met de Raad voor de Kinderbescherming, er is geen sprake geweest van een OTS en ze hebben geen residentiële opname gehad.
-
Er worden middelen gebruikt door een enkeling, dit is een combinatie van harddrugs en alcohol.
-
De meeste van deze jongeren hebben geen psychiatrische diagnose. Enkele jongeren wel en dat het gaat het om een psychose, schizofrenie en (manisch) depressief.
-
Er is bij deze jongeren geen sprake van een traumatisch incident in hun leven.
-
Deze jongeren hebben geen contact met de GGZ.
Dakloze jongens met justitieverleden 32 jongeren (30%), waarvan 31 jongens en 1 meisje -
Bij aanmelding verblijven deze jongeren in detentie of de nachtopvang, of ze zijn dakloos.
-
In dit profiel zitten alleen maar jongens (op één meisje na).
-
Deze jongeren hebben bij aanmelding geen werk, maar hebben vaak wel werkervaring, sommigen zelfs langer dan 20 maanden.
-
Vaak hebben deze jongeren geen inkomen of ze hebben een daklozenuitkering, hiermee hebben bijna alle jongeren schulden.
-
De schulden die voorkomen zijn bij het CJIB en premies van een ziektekostenverzekering.
-
Sommigen van deze jongeren zijn zelf van huis weggelopen vanwege een oorlogstrauma of vanwege hun eigen gedrag.
-
Residentiële opnames komt bij deze groep voor en het gaat dan om jeugddetentie.
-
Jongeren hebben in een pleeggezin gezeten.
-
Er worden veel middelen gebruikt, zowel soft, hard en alcohol.
-
De diagnose ADHD komt bij deze groep of er is een overige diagnose gesteld (onduidelijk). Bij veel jongens zonder diagnose is er vaak een vermoeden van psychiatrische problematiek.
-
Deze jongeren hebben contacten met politie en justitie en ook in detentie gezeten.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 15/22
Laaggeschoolden uit de hulpverlening 19 jongeren (18%), waarvan 11 jongens en 8 meiden -
De jongeren in deze groep hebben alleen het basisonderwijs gevolgd of hebben een IVBO opleidingsniveau.
-
Deze jongeren hebben veelal op het speciaal onderwijs gezeten.
-
De jongeren hebben geen diploma behaald en hebben ook geen startkwalificatie.
-
De meest voorkomende bron van inkomsten is een Wajong uitkering.
-
De jongeren hebben schulden bij vervoersbedrijven, huur of zorgkantoor (bijvoorbeeld door het opmaken van hun persoonsgebonden budget).
-
In deze groep zitten de jongeren waarvan (één van) de ouders zijn overleden.
-
Deze jongeren zijn wel eens zelf van huis weggelopen of uit huis gezet. Als ze zelf weglopen, is dat vanwege mishandeling of omdat ze ruzie hebben met de nieuwe partner van de moeder of vader.
-
Deze jongeren hebben een hulpverleningsleden, zijn bekend bij de Raad voor de Kinderbescherming, hebben een OTS (gehad) en zijn ook residentieel opgenomen.
-
De reden voor de residentiële opname zijn problematische thuissituatie, uit huis plaatsing, psychiatrische problemen, thuis niet te handhaven, verwaarlozing en detox opname.
-
De jongeren in deze groep gebruiken alle middelen die er zijn.
-
De psychiatrische diagnoses zijn LVG en persoonlijkheidsstoornis. Ook komt er vaak zwakbegaafdheid in combinatie met een psychiatrisch beeld voor.
-
Deze jongeren hebben (nog) contact met de GGZ.
-
Er is sprake geweest van een traumatisch incident in hun leven.
Meiden in een familiecrisis9 29 jongeren (27%), waarvan 26 meiden en 3 jongens -
Bijna alle meiden zitten in dit profiel, inclusief het merendeel van de jonge moeders en alle (op één na) zwangere meiden.
-
Deze meiden verblijven in de crisisopvang, bij ouders of wonen zelfstandig als ze in contact komen met de instellingen.
-
De jongeren hebben werk als ze aangemeld worden bij de instellingen.
-
De werkervaring van deze jongeren is echter kort (5-10 maanden) of afwezig.
-
Veel jongeren hebben inkomsten zoals werk, WWB, UWV of IBG.
-
Deze jongeren hebben weinig tot geen schulden. De schulden die ze hebben, liggen bij familie en het UWV.
-
De ouders van deze jongeren zijn gescheiden.
9
In dit profiel komen ook jongens voor, maar omdat bijna alle meiden in dit profiel zitten, is in eerste instantie gekozen voor meiden in de benaming.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 16/22
-
Deze jongeren zijn wel eens zelf weggelopen van huis in verband met cultuurproblemen, zwangerschap of problemen door eigen adoptie.
-
Middelengebruik komt hier niet voor.
-
Een enkeling heeft Borderline als psychiatrische diagnose.
-
Deze jongeren hebben geen contacten met politie/justitie en hebben ook niet in detentie gezeten.
-
De ex-AMA’s zijn vooral in deze groep te vinden.
In onderstaande grafiek is te zien hoe de dossiers zijn verdeeld over de verschillende profielen.
Het is goed te zien dat de profielen redelijk gelijk verdeeld zijn. Een kleine uitschieter is ‘laaggeschoolden uit de hulpverlening’.
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 17/22
Ook is gekeken naar hoe de profielen verdeeld zijn over de verschillende instellingen waar de dossiers zijn bekeken.
Startkwalificatie met Dakloze jongens met Laaggeschoolden uit
Meiden in
schulden
justitieverleden
de hulpverlening
familiecrisis
Binnenvest
16
19
12
25
Jongerenloket
6
5
1
2
MEE
-
-
3
-
Werkhotel (Cardea)
6
8
3
2
28
32
19
29
Totaal
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 18/22
Bijlage 1: kenmerken profielonderzoek totaal
1. Woonsituatie bij aanmelding
20. Leeftijd van scheiding of overlijden
2. Geslacht
21. Ooit zelf weggelopen
3. Leeftijd
22. Reden van weglopen indien van toepassing
4. Opleidingsniveau 5. Diploma
23. Ervaring met de Raad voor de Kinderbescherming
6. Regulier of speciaal basisonderwijs
24. Ooit een OTS uitgesproken
7. Starkwalificatie
25. Ooit residentieel opgenomen
8. Werk bij aanmelding
26. Reden van residentiële opname
9. Soort werk
27. Ooit in pleeggezin gezeten.
10. Sector van werk
28. Middelengebruik (voornaamste)
11. Werkervaring
29. Traumatisch incident in het verleden
12. Werkervaring totaal in maanden
30. Type incident
13. Inkomen aanwezig
31. Aanwezigheid en type psychiatrische diagnose
14. Soort inkomen 15. Actieve ziektekostenverzekering 16. Aanwezigheid van schulden
32. Contact met de GGZ 33. Politie en justitie contacten 34. Detentie ervaring
17. Schuldbedrag 18. Voornaamste type schuldeiser 19. Ouders wel of niet gescheiden of (één van de) ouders overleden
35. Ex-AMA 36. Jong ouder 37. Zwanger
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 19/22
Bijlage 2: kenmerken HOMALS analyse 1. Woonsituatie bij aanmelding 2. Geslacht 3. Opleidingsniveau 4. Diploma 5. Regulier of speciaal basisonderwijs 6. Starkwalificatie 7. Werk bij aanmelding 8. Inkomen aanwezig 9. Soort inkomen 10. Aanwezigheid van schulden 11. Voornaamste type schuldeiser 12. Werkervaring totaal in maanden 13. Ouders wel of niet gescheiden of (één van de) ouders overleden 14. Ooit zelf weggelopen 15. Reden van weglopen indien van toepassing 16. Ervaring met de Raad voor de Kinderbescherming 17. Ooit een OTS uitgesproken 18. Residentiële opname 19. In pleeggezin gezeten 20. Reden van residentiële opname 21. Middelengebruik (voornaamste) 22. Traumatisch incident in het verleden 23. Aanwezigheid en type psychiatrische diagnose 24. Vermoeden van psychiatrische problemen 25. Contact met de GGZ 26. Politie en justitie contacten 27. Detentie ervaring 28. Ex-AMA 29. Jong ouder 30. Zwanger
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 20/22
Bijlage 3: leeftijdverdeling profielen
Startkwalificatie met
Dakloze jongens met
Laaggeschoolden uit
schulden
justitieverleden
de hulpverlening
Meiden in familiecrisis
17
1
0
1
2
18
2
1
3
5
19
6
7
2
3
20
2
5
3
5
21
9
6
4
4
22
3
5
2
2
23
5
2
1
1
24
0
6
0
6
25
0
0
2
0
Profielen van zwerfjongeren Leiden e.o. 21/22
Bijlage 4: enkele algemene kenmerken en de profielen10
10
Kenmerk
Startkwalificatie met schulden
Dakloze jongens met justitieverleden
Laaggeschoolden uit de hulpverlening
Onderwijs afgesloten met een diploma
14
12
1
7
Speciaal onderwijs gevolgd
3
5
9
4
Meiden in familiecrisis
Startkwalificatie
5
3
-
-
Schulden
22
32
14
18
Ouders gescheiden
15
16
11
19
Ouders overleden
-
7
5
2
Zelf wel eens weggelopen van huis
6
14
6
17
Ervaring met Raad voor de Kinderbescherming
1
7
10
2
OTS uitgesproken
-
9
13
1
Residentiële opname gehad
4
24
18
4
Pleeggezin
-
3
2
-
Traumatisch incident in verleden
5
16
9
17
Vermoeden van psychiatrische problematiek
9
16
6
7
Contact met GGZ
8
14
13
9
Politie/Justitie contacten
9
29
12
4
Detentieverleden
3
24
4
1
Zwanger
-
-
1
10
Jong Ouder
3
1
4
9
Het betreft hier de gegevens van hoe vaak iets voorkomt binnen het specifieke profiel.