VAN BINK TOT BRUGGER 2016 – 2017
Inleiding Het Walburg College is een middelgrote school voor gymnasium, atheneum, havo en mavo in Zwijndrecht. Op het Walburg College hebben we oog voor elkaar en oog voor de toekomst. Het gebouw van het Walburg College ademt openheid, in de aula en op het schoolplein heerst een ontspannen sfeer. Of het nu gaat om een leerling uit mavo 1, een docent Engels of de directeur; op het Walburg College kennen we elkaar. Met elkaar werken we aan onze ontwikkeling en die van de school. Want de school is van ons allemaal. Gericht op de toekomst De samenleving verandert. De manier waarop leerlingen leren verandert en de beroepen waarvoor zij leren veranderen. Daarom kijken we op het Walburg College vooruit. Hoe bereiden we onze leerlingen voor op een vervolg in de samenleving van morgen? Kennisoverdracht neemt in ons onderwijs een belangrijke plaats in, maar daarnaast besteden we ruim aandacht aan een zestal vaardigheden die in de toekomst steeds meer op de voorgrond zullen treden: kritisch denken, samenwerken, goed burgerschap, karaktervorming, communicatie en creativiteit. Techniek biedt mogelijkheden om ons onderwijs te blijven vernieuwen en verbeteren, bijvoorbeeld met innovatieve werkvormen, lesmateriaal op maat of individuele verwerking van de lesstof. In het schooljaar 2014-2015 zijn vier klassen in de onderbouw gestart met het werken met iPads, in het schooljaar 2015-2016 gebeurt dat in alle brugklassen. Kwaliteit blijft daarbij voorop staan. Wij nemen onze verantwoordelijkheid als school serieus. We houden onze methoden en resultaten steeds opnieuw kritisch tegen het licht en zijn niet bang om onze doelen en eisen bij te stellen. Onderwijs is verandering. Excellentie Het Walburg College streeft naar excellent onderwijs. We verwachten geen perfectie van onze leerlingen. We willen in de eerste plaats een veilige omgeving creëren waarin leerlingen zichzelf kunnen zijn en niet afgerekend worden op fouten. Het maken van fouten vormt immers een niet te onderschatten onderdeel van het leerproces. Nieuwsgierigheid is de basis van ons onderwijs. Daarom bieden we onze leerlingen een leeromgeving waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat geldt voor ál onze leerlingen. Dus bieden we niet alleen tweetalig onderwijs en technasium aan havo- en vwo-leerlingen aan, maar bijvoorbeeld ook ondernemersprojecten aan onze mavo-leerlingen. Op het Walburg College kies je zelf de weg die bij je past. Onze visie op onderwijs leidt tot mooie resultaten. In december 2014 bezocht de onderwijsinspectie het Walburg College. Zowel ons vwo als onze havo ontving het nieuwe predicaat ‘goed’, onze mavo ‘voldoende’. De Inspectie was met name onder de indruk van het prettige sociale klimaat binnen de school. Daarnaast werden de begeleiding die wij leerlingen bieden, ons brede aanbod en ons oog voor talentontwikkeling hogelijk gewaardeerd. Marvin Smale Directeur
2
Openbaar onderwijs Het Walburg College is een openbare school. Dat betekent dat ons onderwijs vrij toegankelijk is voor alle leerlingen, ongeacht godsdienst of afkomst. Niet iedereen is gelijk, maar we vinden wel dat iedereen gelijkwaardig en met respect behandeld moet worden. We verwachten dat van de docenten en ook van de leerlingen onder elkaar. Het Walburg College wil een school zijn waar leerlingen in alle rust de ruimte krijgen zich zo goed en zo breed mogelijk te ontplooien. Daarvoor is het belangrijk dat iedereen op een prettige en plezierige manier met elkaar omgaat en zinvol samen of zelfstandig kan werken. Leerlingen moeten leren zich goed te kunnen presenteren in allerlei situaties. Dit betekent dat zij hun gedrag en houding in bepaalde situaties moeten leren aanpassen. Als een leerling weet ‘hoe het hoort’ geeft dat zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen bouw je ook op als je voelt dat je door je omgeving geaccepteerd wordt. Iedereen wil tenslotte graag serieus genomen worden. Kortom, het is belangrijk dat leerlingen zich snel op hun gemak voelen in en rond het schoolgebouw. Daarom is het nodig dat iedereen die op het Walburg College les krijgt of werkt, zich houdt aan een aantal belangrijke omgangsvormen. In- en doorstroommogelijkheden Op het Walburg College Zwijndrecht wordt lesgegeven op verschillende niveaus. Dit houdt in dat leerlingen kunnen in- en doorstromen op mavo, havo, atheneum of gymnasium niveau. Naast de reguliere mavo-, havo- en vwo-opleiding zijn er een aantal onderwijsvormen specifiek gericht op een bepaalde groep leerlingen en hun talenten. Voor mavoleerlingen met een ondernemersgeest hebben we de Jonge Mavo Ondernemers. Het TweeTalig Onderwijs is voor leerlingen voor wie Nederland net iets te klein is. Op het technasium kunnen leerlingen terecht voor het antwoord op al hun bèta vragen. Het gymnasium is voor leerlingen die de klassieke weg naar de wetenschap willen volgen en de Masterclass is voor leerlingen voor wie het net even te langzaam gaat. Daarnaast kennen we voor een selecte groep leerlingen een ‘Topklas’ structuur binnen onze mavo-afdeling. Leerlingen die een vmbo-opleiding willen volgen, lager dan mavo, kunnen terecht bij het LOKET. Voor informatie over het vmbo verwijzen we naar de door hen geleverde publicatie.
Toelichting niveaus Mavo Mavo (vmbo-t) staat voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en bereidt de leerlingen voor op een vervolgopleiding op het mbo (middelbaar beroepsonderwijs). Na het eindexamen mavo is een overstap naar het vierde leerjaar van de havo mogelijk als de leerling voldoet aan de eisen gesteld in het overstapprotocol van het Walburg College. Havo Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en bereidt de leerlingen voor op een vervolgopleiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). De havo-opleiding is een brede opleiding voor leerlingen die betrokken zijn bij de samenleving. Na het eindexamen havo is een overstap naar het vijfde leerjaar van het vwo mogelijk als de leerling voldoet aan de eisen gesteld in het overstapprotocol van het Walburg College.
3
Vwo Vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en bereidt de leerlingen voor op een universitaire studie. Het vwo bestaat uit twee leerwegen, te weten het gymnasium en het atheneum. Gymnasium In het eerste jaar hebben leerlingen op het gymnasium naast het programma van de vwoleerlingen ook het vak Latijn. In het tweede leerjaar wordt daarnaast het vak Grieks aangeboden. Aan het einde van de derde klas besluiten gymnasiumleerlingen of zij de opleiding al dan niet tot het examenjaar vervolgen. De gymnasiumopleiding kan gevolgd worden in combinatie met het TTO. Naast de reguliere lessen krijgt een gymnasiumleerling binnen en buiten lesverband extra verdieping in de vorm van speciale opdrachten. In de bovenbouw is het vak KCV (Klassieke Culturele Vorming) geïntegreerd in de vakken Grieks en Latijn. In leerjaar 4 van het vwo staat een buitenlandse reis op het programma. Daarnaast worden theatervoorstellingen en diverse musea bezocht. Bij aanname verwacht het Walburg College voor gymnasiumleerlingen een gedegen gymnasiumadvies alsmede motivatie van de basisschool1. Daarnaast dient de leerling over een brede maatschappelijke belangstelling en een zelfstandige werkhouding te beschikken. Niet alleen intellectuele capaciteiten zijn van belang, er wordt ook een beroep gedaan op culturele en creatieve talenten van de gymnasiumleerling. Hierbij valt te denken aan deelname aan de theaterclub of het schoolband. Voor een goed resultaat op het moderne gymnasium van het Walburg College is een gezonde dosis doorzettingsvermogen van belang. TTO (Tweetalig onderwijs) Leerlingen die kiezen voor tweetalig onderwijs (TTO) worden vanaf dag één ondergedompeld in de Engelse taal. Tot en met het derde leerjaar volgen zij minimaal de helft van hun lessen in het Engels en maken zij uitgebreid kennis met EIO, Europese en Internationale oriëntatie. In de bovenbouw werken zij enerzijds naar het reguliere landelijk eindexamen toe, maar daarnaast kunnen zij het Internationaal Baccalaureaat (voor vwo-leerlingen) behalen of het Cambridge examen (voor havo-leerlingen) afleggen. Het volgen van TTO is een goede voorbereiding op het vervolgonderwijs. Op universiteiten en hogescholen wordt steeds meer gebruik gemaakt van Engelstalige (vak)literatuur; kennis van het Engels geeft gemakkelijker toegang tot vrijwel alle (internationale) universiteiten en hogescholen. TTO betekent dat in de eerste drie leerjaren minimaal de helft van het aantal lessen in het Engels wordt aangeboden. Op het Walburg College zijn dit de vakken English, history, geography, mathematics, biology, physics en chemistry (vanaf leerjaar 2), art & design, music en physical education. Bij de moderne vreemde talen geldt het principe: doeltaal = voertaal. De overige vakken worden in het Nederlands gegeven. Daarnaast nemen TTO-leerlingen deel aan een uitgebreid cultureel en internationaal georiënteerd (buitenschools) programma. Al in de brugklas bezoeken de leerlingen Engeland en onderhouden zij contacten met leerlingen in het buitenland. Net als op een Engelse school maken de leerlingen op het Walburg College onderdeel uit van een van de houses in het house system. Na drie jaar sluiten de leerlingen het juniorgedeelte van het TTO af. Op de havo kunnen leerlingen kiezen voor extra lessen Engels met als doel het Cambridge diploma te halen. In het hele vierde leerjaar en in het eerste half jaar van het vijfde leerjaar wordt 1 uur extra Engels gegeven. In december van dat jaar doen de leerlingen het Cambridge examen. 1
Als richtlijn zou hiervoor een citoscore van 545 (op de cito eindtoets) kunnen worden gehanteerd.
4
De vwo-leerlingen kunnen in het vierde leerjaar kiezen voor pre-IB ter voorbereiding op het Internationaal Baccalaureaat (IB). Dit wil zeggen dat zij twee uur per week extra Engels hebben. Na het vierde leerjaar wordt in overleg met de docent Engels gekozen voor IB in het vijfde en zesde leerjaar. Naast het Cambridge- of IB programma kan een leerling meedoen aan BBC awards zoals debating, speaking en een writing contest. Een IB-leerling maakt zijn profielwerkstuk in het examenjaar in het Engels. Om TTO te kunnen doen, is een positief advies van de basisschool nodig alsmede een minimale ( eind) CITO score van 545 voor vwo en 542 voor havo (een ander vergelijkbaar toetsgegeven is ook mogelijk). Bovendien moet een leerling sterk gemotiveerd zijn en een bijbehorende werkhouding hebben. Na aanmelding voor het TTO op het Walburg College Zwijndrecht krijgen de leerlingen een uitnodiging voor een diagnostische taaltoets (placement test). Na deze test krijgen de leerlingen een intakegesprek waarbij zij hun motivatie moeten toelichten. Dit intakegesprek wordt in het Engels gehouden. Het intakegesprek hoeft niet noodzakelijkerwijs op dezelfde dag plaats te vinden als de placement test. Na afloop van de intake gesprekken bespreken de betrokken docenten Engels onder voorzitterschap van de coördinator TweetTalig Onderwijs en de schoolleiding de resultaten van de intake, tezamen met de overige gegevens zoals aangeleverd door het basisonderwijs. Hierbij wordt zowel gekeken naar de motivatie als naar het vermogen een vreemde taal te leren beheersen in een setting zoals die in ons Bilingual Department bestaat. De intake bestaat uit de onderdelen Reading, Speaking en Listening. Leerlingen krijgen een positief of negatief advies wat door de schoolleiding als bindend wordt overgenomen. Leerlingen en hun ouders worden op de hoogte gebracht van de uitkomst van de selectieprocedure. Technasium Het Technasium brengt de bèta-wereld tot leven. Havo- en vwo-leerlingen met interesse voor techniek volgen op het Walburg College naast de reguliere vakken het vak onderzoek en ontwerpen (O&O). Daar doen ze niet alleen kennis en vaardigheden op over het ontwerp- en onderzoeksproces, maar passen die ook daadwerkelijk toe op realistische opdrachten die direct uit het bedrijfsleven komen. Het vak O&O is als volgt opgebouwd. In de onderbouw worden onderzoeksvaardigheden ontwikkeld waarbij in groepsvorm wetenschappelijk denken aan doen wordt gekoppeld. In het eerste leerjaar krijgen de leerlingen drie O&O projecten, daarna zijn er vier projecten per leerjaar. Een team van leerlingen werkt gedurende acht schoolweken, vijf uren per week, aan een project. Samenwerking met bèta-technische beroepsbeoefenaren, bedrijven en vervolgopleidingen is een belangrijk onderdeel van het Technasium. De projecten zijn gebaseerd op authentieke opdrachten uit het bedrijfsleven. Het Technasium op het Walburg College wordt als Nederlandstalige opleiding maar ook binnen de tweetalige opleiding aangeboden, maar kan niet gecombineerd worden met het gymnasium. Om toegelaten te worden moeten leerlingen een positief advies van de basisschool hebben (atheneum of havo+)2.
2
Als richtlijn zou hiervoor een citoscore van 545 voor vwo en 542 voor havo (op de cito eindtoets) kunnen worden gehanteerd.
5
Een goede motivatie en werkhouding zijn essentieel. Na aanmelding voor het Technasium moeten leerlingen hun motivatie toelichten door het schrijven van een motivatiebrief en het voeren van een motivatiegesprek. Leerlingen krijgen een positief of negatief advies wat door de schoolleiding als bindend wordt overgenomen. Leerlingen en hun ouders worden op de hoogte gebracht van de uitkomst van de selectieprocedure.
6
Jonge mavo ondernemers Vanaf het derde leerjaar vormt ondernemen op onze mavo (vmbo-t) een belangrijk geïntegreerd onderdeel van het onderwijs. In het project Jonge Mavo Ondernemers (JMO) runnen leerlingen in groepjes van 5-6 personen het hele jaar een eigen bedrijf. Ze zijn hier elke week mee bezig; minimaal vier lesuren per week voor het vak JMO, maar daarnaast leveren ook een aantal andere vakken een bijdrage. Binnen JMO gaat het niet in de eerste plaats om het ondernemen zelf, maar vooral om de vaardigheden die daarvoor nodig zijn: samenwerken, presenteren, resultaatgericht werken, afspraken nakomen, naar elkaar luisteren en elkaar aanspreken. De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het succes van hun eigen bedrijf. Zo maken ze op een hele realistische manier kennis met het zakenleven. Door de brede opzet krijgen ook de leerlingen met belangstelling voor andere sectoren dan economie volop kans om uit te blinken. De jonge mavo ondernemers hebben in het Walburg College hun eigen ruimte, de kantoortuin (lokaal 200). Deze is uitgerust met moderne hulpmiddelen en biedt leerlingen alle ruimte om samen te werken en te vergaderen. Tijdens het schooljaar krijgen de leerlingen de bijbehorende theorie op een leuke en praktische manier aangeboden. De leerlingen volgen diverse workshops, dragen ze hun steentje bij aan verkoopmomenten en marktdagen en gaan op bedrijfsbezoeken. Al in de eerste klas beginnen leerlingen op onze mavo met kleine projecten die vooruitlopen op het vak JMO in mavo drie. Het voor de brugklas nieuwe vak economie maakt hier deel van uit. In de tweede klas doen zij voor de vakken Nederlands en economie een groter project waarin ze zich voorbereiden op het ‘ondernemingsjaar’ in mavo drie. Zo weten ze wat ze te wachten staat en wordt hun nieuwsgierigheid en enthousiasme alvast geprikkeld. Leerlingen die het ondernemersjaar afronden met een voldoende ontvangen aan het einde van de derde klas een certificaat. Leerlingen die naast JMO nog aanvullende modules volgen via het vak economie ontvangen na afloop van het vierde jaar het Vecon Business School Certificaat. Masterclass Leerlingen met een IQ hoger dan 130 kunnen in het reguliere onderwijs moeite hebben om hun draai te vinden. In de masterclass van het Walburg College krijgen hoogbegaafde leerlingen de tijd, de ruimte en de aandacht om zich op eigen wijze de verplichtte lesstof eigen te maken, zodat zij na twee of drie jaar klaar zijn om hun weg te vervolgen in een havoof vwo-klas. In de masterclass bevinden hoogbegaafde leerlingen zich twee of drie jaar lang tussen gelijken. Ze ervaren dat ze niet alleen staan en nemen opnieuw deel aan het groepsproces. Bij een groot aantal leerlingen leidt dat ertoe dat ze het plezier in school hervinden. Tegelijkertijd functioneert de masterclass als iedere andere klas in onze school. De leerlingen gaan mee op brugklaskamp en nemen deel aan sporttoernooien en buitenlandse reizen. Ze maken deel uit van dezelfde schoolcultuur. Want de school is van ons allemaal. Leerlingen die geïnteresseerd zijn in deelname aan de masterclass voeren samen met hun ouders een intakegesprek met een van de coördinatoren van de masterclass. Daarnaast dient er een IQ –test te worden overlegd. De test (bij voorkeur Wisc-III) mag niet ouder zijn dan een jaar en moet afgenomen zijn door een gerenommeerd onderzoeksbureau.
7
Toelating Leerlingen worden via de basisschool vóór 31 maart 2017 aangemeld door middel van het inschrijfformulier. Tevens verwerken de groep 8 leerkrachten de gegevens uit het onderwijskundig rapport in het DOD, waarbij tevens het advies van de verwijzende school wordt aangegeven: mavo havo atheneum gymnasium Masterclass – Latijn ja/nee TTO- havo TTO-atheneum TTO-gymnasium Technasium-havo Technasium-atheneum TTO-Technasium-havo TTO-Technasium-atheneum Het feitelijk aantal en type klassen wordt elk jaar gevormd naar aard en omvang van de aanmeldingen. Dit kunnen ook klassen zijn waarin meerdere niveaus worden aangeboden.
8
Notitie overgang PO-VO in de Zwijndrechtse Waard
Vooraf: De website www.van ponaarvo.nl geeft een duidelijk antwoord op de vraag of het voortgezet onderwijs mag bepalen hoe toetsresultaten worden vertaald in een schooladvies. Het antwoord is een duidelijk “nee”: de school voor primair onderwijs bepaalt zelf hoe het schooladvies tot stand komt en welke gegevens daarbij worden betrokken. De school voor primair onderwijs is eigenaar van haar advies. De school bepaalt welke toetsen worden afgenomen en hoe de resultaten worden betrokken bij het opstellen van een weloverwogen schooladvies. Een uitzondering hierop vormen de toetsen voor een toelaatbaarheidsverklaring voor bijvoorbeeld LWOO en PrO. Echter: op lokaal en regionaal niveau kunnen scholen voor primair en voortgezet onderwijs hier wel afspraken over maken. Het gaat dan om afspraken die zij beide onderschrijven. De onderstaande notitie legt die regionale afspraken vast. Het is van belang hierbij op te merken dat bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs altijd het belang van het individuele kind/de individuele leerling centraal staat. Daarom is gezocht naar een afsprakenkader dat het voor de overgrote meerderheid van de leerlingen mogelijk maakt eenvoudig vast te stellen welk schooltype in het voortgezet onderwijs het meest bij deze leerlingen past. Deze leerlingen vallen onder het hieronder genoemde basisprofiel of het plusprofiel. Een veel kleinere groep is gebaat bij een zo warm mogelijke overdracht, waarbij rekening wordt gehouden met alle bijzondere omstandigheden die een rol spelen in het tot stand komen van het schooladvies. Het leerlingvolgsysteem en de toets(en) spelen in deze gevallen nog steeds een rol, maar de overige omstandigheden worden nadrukkelijk in de advisering betrokken. Deze leerlingen vallen onder het bespreekprofiel of het disharmonisch profiel. Kortom: we maken in het adviserings- en toelatingsproces zo veel mogelijk tijd vrij voor de leerlingen waarbij dit het meest nodig is. In de Zwijndrechtse Waard heeft het BesturenOverlegZwijndrecht zich verbonden aan het onderstaande als het gaat om de plaatsing van leerlingen in de brugklas. De scholen voor primair onderwijs hanteren als beslismodel het zogenaamde Friese Model: De advisering wordt bepaald aan de hand van de scores op de onderdelen begrijpend lezen, rekenen/wiskunde, technisch lezen en spelling van het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6.
Er wordt gewerkt met vier profielen: o het basisprofiel dat het vereiste niveau voor het betreffende onderwijsniveau aangeeft, o het plusprofiel voor leerlingen die met betrekking tot het betreffende onderwijsniveau iets over lijken te hebben en misschien in de toekomst kunnen opstromen naar een hoger niveau, o het bespreekprofiel voor leerlingen die niet geheel voldoen aan de eisen voor het betreffende onderwijsniveau (er heeft zich bijvoorbeeld een situatie voorgedaan in het (school)leven van de leerling, waardoor het presteren op school tijdelijk negatief is beïnvloed; in dat geval geeft de school voor primair onderwijs schriftelijk onderbouwd aan op grond waarvan men van mening is 9
o
dat de leerling toch een plek zou moeten krijgen binnen het betreffende onderwijsniveau, het disharmonisch profiel voor leerlingen die op basis van het leerlingvolgsysteem niet aan de eisen voor het betreffende onderwijsniveau lijken te voldoen, maar waarvoor een verklaring wordt gevonden in een gediagnosticeerde leerstoornis (bijvoorbeeld dyslexie) of in een diagnose op sociaal-emotioneel gebied (bijv. ppd-nos); ook hier geldt dat de school voor primair onderwijs een schriftelijke onderbouwing aanlevert.
Voor de onderwijsniveaus vmbo-b tot en met vwo gelden de volgende eisen: o advies vwo: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op I/A-niveau, o advies havo: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op II/A- en B-niveau, o advies vmbo-t: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op III/C-niveau en heeft daarnaast ook B-scores, o advies vmbo-k: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op IV-niveau/hoog-D en lager C-niveau, o advies vmbo-b: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald met overwegend V/E-scores en voor technisch lezen IV/Een D-scores.
Het schooladvies heeft een centrale plaats bij de toelating tot het voortgezet onderwijs: in principe wordt een leerling geplaatst conform het schooladvies. Een leerling met een vmbo-tadvies wordt dus geplaatst in een brugklas vmbo-t of een brugklas vmbo-t/havo, een leerling met een vwo-advies in een brugklas havo/vwo, een brugklas atheneum of een brugklas gymnasium. Het voortgezet onderwijs mag een leerling (in overleg met ouders en leerling) desgewenst hoger plaatsen, maar zal van deze mogelijkheid geen gebruik maken. Lager plaatsen kan alleen op verzoek van ouders en leerling. Scholen voor primair onderwijs geven vóór 1 maart alle leerlingen een (schriftelijk vastgelegd) schooladvies. De school neemt dit advies ook op in het onderwijskundig rapport, dat een beeld geeft van de leerresultaten en vorderingen, het gedrag, de (sociaalemotionele) ontwikkeling en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Ook het advies op basis van de score op de eindtoets (het toetsadvies) maakt deel uit van het onderwijskundig rapport. Voordat dit advies aan de ouders wordt gegeven neemt de leerkracht van groep 8 contact op met de contactpersoon van het voortgezet onderwijs als er sprake is van twijfelgevallen en/of als er sprake is van leerlingen met een ontwikkelingsperpectief (OPP). Openbare scholen in de Zwijndrechtse Waard (OZHW en SOPHIA) nemen contact op met de contactpersoon van het Walburg College/Loket WC. Scholen voor bijzonder onderwijs (PIT, Trhiade, Skoba en Spon) nemen contact op met de contactpersoon van het DevelsteinCollege/Loket DC.
10
In dit overleg kan ook de mogelijke bijstelling naar boven van het advies naar aanleiding van de uitslag van de eindtoets worden overwogen. Uiterlijk aan het einde van week 12 (DIT IS 24 MAART 2017) ontvangt de school voor voortgezet onderwijs voor elke aangemelde leerling: - het door de ouders ingevulde en ondertekende inschrijfformulier, - een kopie van een identiteitsbewijs van de leerling, - de code waarmee het DOD van de betreffende leerling kan worden geopend. Tegelijkertijd worden digitaal klaargezet in OT/OSO: - het onderwijskundig rapport, - de lvs-gegevens van de klassen 6, 7 en 8, - overige relevante stukken. Eerder al is het proces gestart van de warme overdracht van leerlingen met een specifieke zorgbehoefte: leerlingen voor vso, pro, lwoo of leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (OPP) c.q. een arrangementsbehoefte. In april wordt de eindtoets afgenomen. Valt het toetsadvies hoger uit dan het schooladvies, dan heroverweegt de school voor primair onderwijs het schooladvies altijd. In overleg met de leerling en zijn ouders kan de school het advies dan naar boven bijstellen, maar dat is niet verplicht, sterker nog: het is onwenselijk, omdat een momentopname het eerder opgestelde, zorgvuldig tot stand gekomen advies, “naar de prullenbak verwijst”. Het is wenselijk dat de vo-school (waar de leerling is aangemeld) bij de heroverweging wordt betrokken. Ligt het toetsadvies onder het niveau van het geadviseerde schooltype, dan wordt het schooladvies niet aangepast. Deze leerlingen krijgen in het voortgezet onderwijs de kans om te laten zien dat ze het geadviseerde onderwijstype aankunnen.
11
In de tijd gezet:
groep 7 najaar groep 8 2e en 3e week januari Eind januari / begin februari groep 8 Voor 1 maart groep 8 Eind week twaalf (26 maart) groep 8
April groep 8 Mei groep 8 Mei groep 8 Mei groep 8
Leerlingen ontvangen een preadvies van de school voor primair onderwijs. In dit preadvies wordt gewerkt met de richtlijnen van het Fries model Voor leerlingen met een specifieke zorgbehoefte wordt contact opgenomen met ATVO Noordelijke Drechtsteden. Daarbij wordt het volgende stroomschema gehanteerd: http://media.wix.com/ugd/7eb9f3_5ee9aa42b33d481ebb71f9174e53d725.pdf Afnemen M8 leerlingvolgsysteem Leerkrachten groep 8 nemen contact op met de contactpersonen van het voortgezet onderwijs om gezamenlijk te kijken naar die leerlingen waarover aarzeling is bij het af te geven advies. Het betreft in ieder geval die leerlingen die vallen onder het bespreekprofiel of het disharmonisch profiel. Scholen voor primair onderwijs communiceren het advies met de ouders. Het advies is tot stand gekomen op basis van de beslisregels van het Friese model. De school voor primair onderwijs geeft het papieren aanmeldingsdossier (aanmeldingsformulier ouders3, kopie identiteitsbewijs4, code DOD) af op de school voor voortgezet onderwijs (DevelsteinCollege, Walburg College of Loket). Het digitale overdrachtsdossier wordt klaargezet in OT/OSO (okr, lvsgegevens, overige relevante stukken). Afname eindtoets Uitslag eindtoets Heroverwegen advies als resultaat eindtoets hoger is dan advies Definitieve plaatsing voortgezet onderwijs
3
Het aanmeldingsformulier wordt door de ouder(s)/verzorger(s) ondertekend en zij nemen daarmee de verantwoordelijkheid op zich voor de juistheid van de informatie van het aanmeldingsformulier. 4 Idem
12
Toelating tot de brugklas van het Walburg College Zwijndrecht 2017 - 2018 Aanmelding 1. De aanmelding dient uiterlijk 1 april 2017 plaats te vinden via het inschrijfformulier inclusief DOD-code. Het onderwijskundig rapport wordt door de basisscholen digitaal aangeleverd (DOD/OSO). Indien uw school werkt met OSO, verzoeken wij u de gegevens uiterlijk op deze vrijdag klaar te zetten, zodat ze door ons kunnen worden opgevraagd. De aanmelding vindt plaats via het inschrijfformulier met daaraan gekoppeld de unieke code van onderwijstransparant. Deze code wordt door de basisschool verstrekt. Eerder aanleveren wordt zeer op prijs gesteld 2. De basisschool geeft een enkelvoudig richtinggevend advies. 3. Ter ondersteuning van het gegeven advies levert de basisschool minimaal de onderstaande gegevens aan het Walburg College: uitslag drempelonderzoek; uitdraai van behaalde resultaten leerlingvolgsysteem-toetsen in de vorm van een grafiek (voorbeeld: grafiek leerling analyse uit Parnassys); onderwijskundig rapport; uitslag landelijke eindtoets aan het einde van het schooljaar (dit kan in uitzonderlijke gevallen leiden tot bijstellingen). de gegevens worden aangeleverd in Onderwijs Transparant; 4. In alle gevallen waarbij toetsgegevens significant afwijken van het enkelvoudige advies vanuit de basisschool geldt het onderstaande: de basisschool motiveert de reden waarom het advies afwijkt van de toets gegevens; het Walburg College neemt contact op met de basisschool bij twijfel over plaatsing naar aanleiding van het enkelvoudig advies en het daaraan gekoppelde plaatsingsadvies; ouders kunnen op eigen kosten aanvullend onderzoek laten verrichten. Het resultaat hiervan wordt meegenomen door de plaatsingscommissie ; het Walburg College kan extra onderzoek laten verrichten. NB: Voor aanmelding van topklasleerlingen en masterclassleerlingen wordt een aparte procedure gevolgd. Plaatsing 5. De leerlinggegevens worden vanuit onderwijs transparant ingelezen in onze leerling administratie. Aan de hand van de leerlinggegevens bepaalt de plaatsingscommissie of een leerling kan worden aangenomen. 6. Woensdag 5 april 2017 vindt er vanaf 13.00 uur een intakemiddag plaats voor leerlingen die zich aangemeld hebben voor onze tweetalige opleiding, het tweetalig technasium of het Nederlandstalig technasium. De betreffende leerlingen worden hiervoor door ons persoonlijk uitgenodigd.
13
Na de intakes, de bevindingen van de plaatsingscommissie en de beslissing van de kan de aanmelding definitief worden gemaakt. a. De basisscholen worden op 8 mei 2017 per e-mail geïnformeerd omtrent de plaatsing van hun leerlingen. In de overkoepelende plaatsingscommissie (Walburg CollegeDevelsteincollege-Loket) zijn in een eerder stadium afspraken gemaakt over het bespreken van leerlingen waar leerkrachten in het basisonderwijs twijfels over hebben. Indien door u gewenst nemen wij in overige gevallen nog telefonisch contact op. b. Nadat de basisschool is geïnformeerd worden de ouders/verzorgers middels een brief geïnformeerd over de plaatsing van hun kind. Na plaatsing 7. Als een leerling is geplaatst, vindt er op woensdag 21 juni een kennismakingsmiddag plaats voor de nieuwe brugklasleerlingen. Op deze middag maken zij kennis met hun nieuwe klasgenootjes, de mentor en de peer-leaders (bovenbouw leerlingen die onze nieuwe brugklassers bij de gewenning op hun nieuwe school begeleiden).
Mocht u over bovenstaande toelatingsprocedure nog vragen hebben, kunt u contact opnemen met de heer C.P. Schijff, per mail
[email protected]. Overige gestandaardiseerde toetsen Ook met betrekking tot de gegevens uit de overige gestandaardiseerde toetsen geldt, dat het advies van de basisschool richtinggevend is. In alle gevallen, waarbij toetsgegevens significant afwijken van het advies basisonderwijs, kan het Walburg College Zwijndrecht een aanvullend onderzoek verrichten en zal ook contact gezocht worden met de verwijzende school. De basisschool heeft de mogelijkheid het advies mondeling of schriftelijk toe te lichten. De toelichting wordt vermeld in het leerlingdossier.
14
De onderbouw Brugklas De onderbouw van het Walburg College kent zowel homogene als schakelklassen. Gebruikelijk is dat er elk jaar reguliere mavo brugklassen bestaan, naast schakelklassen havo/mavo en vwo/havo. Aard en het aantal van de klassen wordt vastgesteld naar aanleiding van het aantal aanmeldingen. Schakelklassen bestaan uitsluitend in leerjaar 1 en 2. In de schakel klassen vwo/havo wordt: op het hoogste niveau lesgegeven een vwo- en een havo toets gegeven toetsen genereren twee cijfers: een vwo cijfer en een havo cijfer. In de schakel klassen havo/mavo wordt : op het hoogste niveau lesgegeven een havo- en een mavo toets gegeven toetsen genereren twee cijfers: een havo cijfer en een mavo cijfer. De onderbouw In de onderbouw volgen de leerlingen alle vakken die behoren bij de door hen gekozen opleiding. Vakinhoudelijk Geheel in de geest van de zwaartepunten van het ministerie van onderwijs wordt op het Walburg College extra aandacht besteed aan de kernvakken: Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen. Dit gebeurt zowel in de onderbouw als in de bovenbouw. Leerlingprofielen In samenwerking met een aantal basisscholen heeft het Walburg College leerlingprofielen opgesteld voor mavo-, havo- en vwo leerlingen. In deze profielen staat aangegeven welke eisen op het gebied van werkhouding, niveau en intellectuele capaciteiten en vaardigheden aan de leerlingen op de diverse niveaus worden gesteld. De volledige leerlingprofielen zijn als bijlage bij dit boekje gevoegd (bijlage 1). 8+ project Het Walburg College heeft meer voorzieningen dan de gemiddelde basisschool om leerlingen met een bovengemiddelde intelligentie in een uitdagende leeromgeving iets extra’s aan te bieden. Dit doen wij met de 8+ groepen. Voor leerlingen die in aanmerking willen komen voor het 8+ project moet de leerkracht van groep 8 de volgende drie vragen met ja beantwoorden:
JA! Bovengenoemde leerling zal een vwo advies behalen (behaalt op de onderdelen CITO rekenen en CITO begrijpend lezen vnl. A-tjes* JA! De leerling wil na schooltijd op donderdagmiddagen aan projecten werken op het Walburg College. JA! De leerling is gemotiveerd en wordt graag uitgedaagd om iets nieuws te leren of te onderzoeken
15
* advies vwo: de leerling heeft in de groepen 6 tot en met 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op I/A-niveau ( afspraak in de PO-VO plaatsingscommissie Zwijndrechtse Waard). Met de vaststelling van een bovengemiddelde intelligentie hebben we geen grens aan het IQ gekoppeld. De basisschool kan wel het IQ mee laten wegen bij het vaststellen of de leerling een bovengemiddelde intelligentie heeft. Alleen die leerlingen waarvoor de leerkracht de drie vragen met JA heeft beantwoord, komen in aanmerking voor de 8+ groep. Vervolgens bepalen de ouders/verzorgers of zij hun kind aan de 8+ groep mee willen laten doen. Zij verzorgen de aanmelding. De leerling wordt in een periode van zes weken op de donderdagmiddag op het Walburg College uitgedaagd iets nieuws te leren of te onderzoeken. De kosten voor het 8+ project bedragen € 50,-- per leerling. Als de leerling zich inschrijft voor de brugklas op het Walburg College wordt dit bedrag op de ouderbijdrage in mindering gebracht. ‘Topklassers’ binnen een mavo brugklas In een onze mavo brugklassen is ruimte gecreëerd voor een selecte groep leerlingen die een taalachterstand heeft. Zij volgen twee dagdelen per week een taalprogramma op basisschool De Dolfijn, locatie Laurensvliet. Daarnaast volgen zij het reguliere mavoprogramma. De leerlingen zijn aangemeld door hun basisscholen, hebben een intakegesprek gevoerd en zijn daarna geplaatst. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de topklasleerlingen: www.topklaszwijndrecht.nl. Managementstructuur Het Walburg College heeft drie afdelingen. Elke afdeling bestaat uit een afdelingsmanager, een leerlingcoördinator, afdelingsassistentes, mentoren en docenten. Er vindt wekelijks overleg plaats tussen de afdelingsmanager, de mentoren en de docenten. De leerlingen kunnen met al hun vragen terecht in de afdelingskamer, waar mentoren en de leerlingcoördinatoren hun werkplek hebben. Hier is de hele dag een afdelingsassistente aanwezig. De afdelingsmanagers zijn tevens verantwoordelijk voor de aansturing van de coördinatoren van het Technasium, TTO, Masterclass en JMO, evenals de diverse onderwijskundige commissies. Ook de verantwoordelijkheid voor het organisatiebureau en het examensecretariaat ligt bij de afdelingsmanagers Leerlingcoördinatoren De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor het leerlingenbeleid en de leerlingbegeleiding binnen de gehele onder- en bovenbouw. Er zijn coördinatoren voor leerjaar 1 en 2, mavo 3 en 4, havo 3, 4 en 5 en havo/vwo 3, vwo 4, 5 en 6. Extra ondersteuning door het maatwerkteam Op het Walburg College is een maatwerkteam actief onder leiding van de maatwerkcoördinator. Daarnaast maken een schoolmaatschappelijk werker, een orthopedagoge en een dyslexiecoach deel uit van het maatwerkteam. Alle brugklasleerlingen nemen in de maand september deel aan een screening (Cito-VAS) naar mogelijke taal- en/of rekenachterstanden. Als uit de screening een vermoeden blijkt van dyslexie/dyscalculie worden de leerlingen verder onderzocht door onze orthopedagoge, 16
verbonden aan het Walburg College. Als na onderzoek blijkt dat een leerling dyslectisch/dyscalculisch is, heeft hij/zij recht op de faciliteiten horende bij ons dyslexie/dyscalculiebeleid (zie website). Het inzetten van een extra lesuur Nederlands op het lesrooster moet ervoor zorgen dat de taalachterstand wordt weggewerkt. In leerjaar 1, 2 en 3 wordt jaarlijks de Cito-VAS meting afgenomen. Deze toets kan het best vergeleken worden met de entreetoets die de leerlingen in groep 7 van de basisschool maken. De resultaten van al deze toetsen worden landelijk met elkaar vergeleken. Aan de hand van de uitslag kunnen we de individuele ontwikkeling van een leerling volgen. Daarnaast krijgen we een beeld van het niveau van de leerlingen in vergelijking met andere scholen in Nederland. De nadruk bij de Cito-VAS-toets ligt op taal en rekenen, waarbij het niveau is gebaseerd op de landelijk vastgestelde referentiekaders. Er zijn twee niveaus van toetsing, te weten vmbo kb/gt en havo/vwo. In de maand oktober (vóór de herfstvakantie) wordt bovendien de SAQI afgenomen bij brugklasleerlingen. Dit is een vragenlijst waarmee kan worden bekeken hoe leerlingen in hun vel zitten. Aan de hand van de uitslag kunnen leerlingen deel nemen aan weerbaarheidstrainingen, sociale vaardigheidstrainingen, Rots & Water trainingen of BOFtrainingen (beter omgaan met faalangst). Bij specifieke hulpvragen kunt u terecht bij het maatwerkteam dat u via de receptioniste van de school of via de mentor kunt bereiken. Passend onderwijs Vanaf augustus 2014 is de Wet Leerlinggebonden Financiering vervangen voor de Wet Passend onderwijs. De Wet Passend Onderwijs houdt in dat scholen zorgplicht hebben. Dat betekent ouders het recht hebben hun kind aan te melden op de school van hun eerste voorkeur en dat de betreffende school verplicht is om een passende onderwijsplek te bieden. Enkel wanneer de school kan aantonen dat zij de extra ondersteuning die uw kind nodig heeft niet kan bieden kan de school besluiten uw kind niet toe te laten. De zorgplicht blijft dan wel van toepassing; de school zal in overleg een andere school voor voortgezet onderwijs voor uw kind zoeken. Van ouders wordt verwacht dat, wanneer bekend is dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, zij dit aangeven bij de aanmelding. Zonder deze informatie kunnen wij kan de school geen inschatting maken óf en hoe zij deze ondersteuning kunnen bieden. Leerlingen afkomsting uit het Speciaal Basisonderwijs moeten voor aanmelding bij een reguliere school voor voortgezet onderwijs beschikken over een toelaatbaarheidsverklaring. Deze verklaring kan worden aangevraagd bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg Voortgezet (Speciaal) Onderwijs van het samenwerkingsverband behorende bij de postcode van de woonplaats van uw kind. De Wet Passend Onderwijs heeft gevolgen waarop het onderwijs voor leerlingen met bijzondere leerbehoeften wordt gefinancierd. Vanaf 1 augustus 2014 worden er geen “rugzakjes” (Leerlinggebonden Financiering) meer afgegeven. De financiering voor deze leerlingen gaat direct naar de scholen. Het Walburg College realiseert met dat geld een eigen maatwerkstructuur; de basisondersteuning en de basisplusondersteuning. In het geval de ondersteuning die uw kind nodig heeft niet te realiseren is vanuit de basisondersteuning of basisplusondersteuning, dan heeft de maatwerkcördinator van het Walburg College de mogelijkheid om een arrangement aan te vragen bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg Voortgezet (Speciaal) Onderwijs. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Als uw kind al in het bezit is van een “rugzakje” loopt dit door tot uiterlijk 1 17
augustus 2016. Wanneer uw kind na deze datum nog extra ondersteuning nodig heeft, zal de maatwerkcoördinator de aanvraag voor een arrangement in gang zetten. Leercoach Leerlingen met een specifieke problematiek kunnen gedurende hun gehele schoolloopbaan worden bijgestaan door een eigen leercoach. De leercoach is een vast aanspreekpunt in de begeleiding van de leerling met betrekking tot de handicap. De leercoach probeert knelpunten in relatie tot het leerproces of de organisatie te voorkomen of op te lossen en zorgt voor de continuïteit in de begeleiding van deze leerling en voor het opstellen van de handelingsplannen. Orthopedagoog De Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO heeft een orthopedagoge in dienst. De orthopedagoog begeleidt en ondersteunt het maatwerkteam. Daarnaast onderzoekt zij leerlingen met leerproblemen en behandelt deze zo nodig. De kosten voor de behandelingen komen in principe voor rekening van de ouders. Interne contactpersonen Het Walburg College heeft twee interne contactpersonen. Leerlingen, ouders/verzorgers en personeelsleden kunnen bij hen terecht om te spreken over meer of minder ingrijpende zaken, zoals o.a. pesten, mishandeling, intimidatie en rouwverwerking. De contactpersoon hebben geheimhoudingsplicht; zij behandelen alle informatie vertrouwelijk. Orthopedagoog De Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO heeft een orthopedagoge in dienst. De orthopedagoog begeleidt en ondersteunt het maatwerkteam. Daarnaast onderzoekt zij leerlingen met leerproblemen en behandelt deze zo nodig. De kosten voor de behandelingen komen in principe voor rekening van de ouders. Interne contactpersonen Het Walburg College heeft twee interne contactpersonen. Leerlingen, ouders/verzorgers en personeelsleden kunnen bij hen terecht om te spreken over meer of minder ingrijpende zaken, zoals o.a. pesten, mishandeling, intimidatie en rouwverwerking. De contactpersonenhebben geheimhoudingsplicht; zij behandelen alle informatie vertrouwelijk. Externe vertrouwenspersoon Het Walburg College heeft een externe vertrouwenspersoon. Ouders/verzorgers en personeelsleden kunnen bij haar terecht om te spreken over meer of minder ingrijpende zaken waarover zij niet kunnen of willen praten met de schoolleiding. De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht, dus alle informatie wordt vertrouwelijk behandeld. De vertrouwenspersoon is bereikbaar via e-mail: :
[email protected]. Schoolarts Hulp van de schoolarts kan door ouders of leerlingen altijd worden ingeroepen via het Rivas (078- 7111840). Schoolmaatschappelijk werk Het Walburg College heeft een overeenkomst met Vivenz. In de school is een gespecialiseerd maatschappelijk werker ter beschikking voor de begeleiding van leerlingen. Er is een open spreekuur, naast uitnodigingen op afspraak. De school onderhoudt intensieve contacten met maatschappelijke en gemeentelijke diensten om preventie en (na)zorg optimaal te ontwikkelen.
18
Leerplichtambtenaar Het Walburg College onderhoudt contacten met de leerplichtambtenaar. Er wordt samengewerkt met het regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS) in Dordrecht. De consulent van het BLVS is bereikbaar op nummer 078 770 8500. Meer informatie kunt u vinden op de site van de gemeente Dordrecht door te zoeken op ‘BLVS’. Peer support Peer leader Een peer leader is een gastheer/gastvrouw voor eerstejaars leerlingen, afkomstig uit een hogere klas. Hij/zij begeleidt in samenwerking met een brugklasmentor eerstejaars leerlingen en maakt hen wegwijs in de school. Ook ondersteunt de peer leader de brugklasmentoren bij activiteiten als brugklaskamp, excursies, sportdagen en evenementen etc. Een peer leader is een leerling uit hogere leerjaren die aan een brugklas toegewezen wordt. Iedere brugklas heeft twee peer leaders. Peer leaders hebben een speciale training gehad om leerlingen te kunnen begeleiden. Peer tutor Het Walburg College zet ook leerlingen in voor bijles. Hierbij begeleiden en ondersteunen oudere, meer ervaren of hoger opgeleide leerlingen hun medeleerlingen in vakken en studietaken waarmee de leerling moeite heeft. Leerlingen die peer tutor willen worden, volgen hiervoor intern een opleiding. Zij worden betaald voor deze taak. Mentorlessen De leerlingen van reguliere klassen mavo, havo en vwo en het nederlandstalig Technasium hebben twee mentoruren op het rooster. In het eerste mentoruur wordt aandacht besteed aan “leren leren” en daarmee ook aan het maken en leren van huiswerk. Het tweede mentoruur wordt gebruikt voor alle andere zaken waar leerlingen mee te maken hebben op school en in de klas, bijvoorbeeld de onderlinge verhoudingen. De leerlingen van de TTO en TTO-Technasium klassen hebben een mentoruur op het rooster. Erudio studieondersteuning Op het Walburg College kunnen leerlingen gebruik maken van studieondersteuning. Om de kwaliteit van deze studieondersteuning te waarborgen, wordt er samengewerkt met een onafhankelijk instituut: Erudio (de Latijnse benaming voor aanleren). Oud-leerlingen van het Walburg College (nu student) die de problematiek van het voortgezet onderwijs nog niet zijn vergeten begeleiden onze leerlingen bij het maken van het huiswerk. Door samen te werken met het Walburg College biedt Erudio kwalitatief goede studieondersteuning. Meer informatie over Erudio vindt u op de website www.erudio.nl. Bijles door bovenbouwleerlingen Het Walburg College kan ook leerlingen inzetten voor bijles. Hierbij geven oudere, meer ervaren of hoger opgeleide leerlingen hun medeleerlingen bijles (ondersteuning) in vakken waarmee zij moeite hebben. Deze leerlingen krijgen hiervoor een vergoeding. PTA’s en studiewijzers Op het Walburg College wordt gewerkt met PTA’s en studiewijzers. Deze worden weergegeven in de ELO (elektronische leeromgeving). Het schooljaar bestaat uit drie periodes waarbij ieder vak per periode een planner maakt. Leerlingen leren zo hun werk zelfstandig in te delen waarbij in brugklassen de agenda nog als een controlemiddel wordt gebruikt. Schoolpas Alle leerlingen ontvangen aan het begin van het schooljaar een schoolpas met daarop hun foto en klas. Op school hebben leerlingen altijd hun pas bij zich, want: 19
bij te laat komen is het pasje nodig om bij de receptie een toegangsbewijs tot de les te krijgen; het pasje is voorzien van een leerlingnummer dat nodig is om in te kunnen loggen op de schoolcomputers; het pasje is het enige betaalmiddel op school, zowel voor printen en kopiëren als in de kantine.
Het pasje verschaft tevens toegang tot schoolfeesten. De huisregels van de school Onze school staat midden in een woonwijk – houd daar rekening mee. De ingang van de school moet altijd toegankelijk zijn. Zoek een plekje op het plein. Zorg dat je altijd op tijd in de les bent. Hiermee voorkom je overlast voor je medeleerlingen en de docent. Alle leerlingen hebben een kluisje. Om gebruik te maken van de lift heb je een liftpasje nodig. In de aula en de centrale hal mag je pauze houden en is het toegestaan petten te dragen, te telefoneren, te eten en te drinken. Leerlingen van klas 1 blijven in de pauze op school aanwezig. Conform de wettelijke regelgeving is roken op school verboden als je nog geen 18 bent. We houden de school en de omgeving van de school netjes. Het leerlingenstatuut is te vinden op de website van de school, waar alle regels te vinden zijn. Te-laat-kom-registratie Indien een leerling te laat komt, wordt bij ingang door de receptioniste zijn/haar schoolpas gescand. Een foto met gegevens van de leerling verschijnt op de computer in beeld. De leerling ontvangt een print met naam, klas, datum en tijdstip. Deze print dient als toegangsbewijs tot de lessen. De leerling geeft de print af bij de betreffende docent. Bij de eerste keer te laat komen, zijn er geen gevolgen voor de leerling. Vanaf de tweede keer dat een leerling te laat komt, moet deze zich de volgende dag om 07.45 uur melden, ongeacht het tijdstip van het eerste lesuur. Leerlingen kunnen op dit tijdstip ingezet worden voor corvee bij de conciërges. Als er geen corveewerkzaamheden zijn, kunnen leerlingen in de aula gaan zitten. Als een leerling voor de vierde keer te laat is, worden de ouders hiervan middels een brief op de hoogte gesteld. Als een leerling voor de zevende keer te laat is, krijgt deze leerling een blokrooster5. Ouders worden door middel van een brief op de hoogte gesteld van het blokrooster van hun kind. Een kopie van deze brief gaat naar de leerplichtambtenaar. Als een leerling voor de negende keer te laat is, wordt een officiële melding gedaan bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar zal dan in gesprek gaan met de leerling en de ouders. Sancties worden in overleg met de leerplichtambtenaar opgelegd. Als een leerling voor de twaalfde, vijftiende en zeventiende keer te laat is, krijgt deze leerling opnieuw een blokrooster. Ouders worden door middel van een brief op de hoogte gesteld en er wordt een officiële melding naar de leerplichtambtenaar gestuurd. De leerling en ouders 5
Blokrooster: leerling moet van maandag tot en met vrijdag van het eerste tot en met het laatste lesuur op school zijn. Gedurende het blokrooster kunnen leerlingen ingezet worden voor corvee bij de conciërges. Als er geen corveewerkzaamheden zijn, moeten leerlingen zich melden bij de afdelingskamer.
20
gaan wederom in gesprek met de leerplichtambtenaar. Sancties worden in overleg met de leerplichtambtenaar opgelegd. Communicatie Het Walburg College voert een open communicatie met leerlingen en hun ouders. De school kent tal van ontmoetingsmomenten met ouders zoals ouderavonden, ouderraad, deelraad en informatieavonden. De informatieavonden aan het begin van het schooljaar staan in het teken van de kennismaking met de mentor en veranderingen die hebben plaatsgevonden in de organisatie. Alle informatie over de school is terug te vinden op de website. Hier wordt ook alle belangrijke infomatie voor ouders opgezet. Ouders kunnen informatie over hun eigen kind (o.a. de cijfers, huiswerk, aan- en afwezigheid) terugvinden in Magister. Elektronische Leer Omgeving (ELO) en Magister Alle leerlingen kunnen thuis inloggen in de ELO/Magister met hun leerlingnummer en een wachtwoord. De ELO wordt gebruikt door docenten en leerlingen voor zaken als huiswerk, studieplanners, digitale opdrachten van docenten en diverse documenten ter ondersteuning van het leerproces. Alleen huiswerk dat in Magister staat is daadwerkelijk opgegeven en moet dus gemaakt/geleerd worden. Alle afspraken over huiswerk, nakijktermijnen etcetera zijn opgenomen in het Leerlingstatuut. Ouders hebben via de ELO/Magister ook inzage in de aanwezigheid van hun kind. Leerlingenraad De Leerlingenraad van het Walburg College wordt gevormd door leerlingen uit alle geledingen van het Walburg College. Per leerjaar en per leerweg heeft één leerling zitting in de raad. Op deze wijze is de gehele leerlingenpopulatie evenredig vertegenwoordigd. Een tweetal leerlingen uit de leerlingenraad heeft zitting in de Deelraad van de Medezeggenschapsraad. Binnen de vier muren van een klaslokaal is niet altijd ruimte voor de uiteenlopende talenten van leerlingen. Toch wil het Walburg College deze talenten niet verloren laten gaan. We stimuleren leerlingen om te laten zien wat ze in huis hebben. Buiten de klas, maar binnen de school. Dat vergroot niet alleen het zelfvertrouwen van leerlingen, maar leidt ook tot een veel rijkere en meer inspirerende schoolomgeving. Theater en theaterclub Het Walburg College heeft een lange traditie op theatergebied en beschikt bovendien over de enorme luxe van een eigen, professionele theaterruimte. Hier verzorgt de Theaterclub Walburg College jaarlijks meerdere muziek- en theateravonden en (om het jaar) een eigen musicalproductie. Het theater geeft schoolfeesten en diploma-uitreikingen een extra glans. Daarnaast biedt het docenten de mogelijkheid om hun leerlingen ook buiten het leslokaal een podium te bieden. Letterlijk en figuurlijk. Debatclub Debatteren vergroot je zelfvertrouwen en scherpt je geest. Leerlingen die beter willen leren debatteren schrijven zich in bij de debatclub. De debatclub van het Walburg College komt regelmatig bij elkaar voor trainingen en workshops. De beste debaters nemen in teams deel aan diverse debatwedstrijden, waaronder het Nederlands Kampioenschap. Internationale uitwisseling Leerlingen verkennen graag grenzen. Daarom nemen wij ze met veel plezier mee naar het buitenland. Het Walburg College organiseert reizen naar en uitwisselingsprogramma’s met onder meer Duitsland, Engeland, Schotland, Italië, Oostenrijk, Roemenië en India. Zo stellen wij leerlingen in de gelegenheid om hun wereld letterlijk te vergroten. 21
Voor de klassen mavo3, havo4 en vwo 4 wordt voor het vak maatschappijleer een projectweek georganiseerd. Dit project kan zowel op school, ergens in Nederland of tijdens een meerdaagse reis worden ingevuld. Als onderdeel van het leerproces werken leerlingen mee aan de voorbereiding en uitvoering van het project. Uiteraard krijgen zij voor deze opdracht ook een cijfer. De leerlingen van het TTO maken in het eerste, tweede en derde leerjaar een reis naar het buitenland. In het vijfde leerjaar kunnen de leerlingen meedoen aan een uitwisselingsprogramma. Brugklaskamp Voor de nieuwe brugklasleerlingen is er in september, kort na aanvang van het schooljaar, een introductiekamp. Leerlingen gaan met hun mentor en peerleaders een aantal dagen gezamenlijk op kamp. Deelname hieraan is verplicht. Sport Sporten houdt de geest gezond. Het vergroot daarnaast de zelfkennis van leerlingen en hun vaardigheid om samen te werken. Binnen het vak lichamelijke opvoeding maken leerlingen kennis met een groot aantal uiteenlopende sporten en worden zij uitgedaagd om deel te nemen aan een van de vele sporttoernooien die binnen en buiten de school worden georganiseerd. Op het Walburg College sporten leerlingen in gymkleding van de school (broekje en shirtje). Leerlingen zijn verplicht om deze kleding voor het begin van het schooljaar aan te schaffen. Daarnaast kunnen leerlingen op vrijwillige basis andere sportartikelen van de school aanschaffen, zoals een trainingspak voor de gymlessen buiten. Nieuwe brugklasleerlingen kunnen de kleding passen bij de kennismaking op school; gedurende het schooljaar is er paskleding aanwezig op het secretariaat. Buitenlesactiviteiten Bij verschillende vakken worden ter ondersteuning van de lessen excursies georganiseerd. Per leerjaar worden maximaal vier buitenlesactiviteiten georganiseerd. De aankondiging van deze activiteiten geschiedt via de mail/Magister met vermelding van datum, bestemming, kosten en begeleidende docenten. De kosten van een aantal excursies zijn vooraf vastgesteld en opgenomen in de ouderbijdrage. Buitenlesactiviteiten die worden georganiseerd binnen het kader van technasium, tto of masterclass vallen niet onder bovenstaande regeling. Hiervoor wordt door de ouders apart betaald. Schoolclub Feest Los Op Walburg (FLOW) is de naam van de schoolclub van leerlingen en docenten. FLOW organiseert alle feestelijke activiteiten voor de leerlingen.
22
Lestijden 1e uur : 2e uur: Pauze: 3e uur: 4e uur: 5e uur:
08.20 09.10 10.00 10.20 11.10 12.00
-
6e uur: 7e uur: Pauze: 8e uur: 9e uur:
13.15 14.05 14.55 15.05 15.55
-
09.10 10.00 10.20 11.10 12.00 13.15 d.w.z. 12.00 12.25 12.00 12.50 14.05 14.55 15.05 15.55 16.45
-
12.25 13.15 12.50 13.15
pauze onderbouw les onderbouw les bovenbouw pauze bovenbouw
lunchpauze voor leerlingen 1e, 2e en 3e klassen: 6e uur lunchpauze voor leerlingen 4e, 5e en 6e klassen: 5e, 6e of 7e uur, afhankelijk van rooster Opvangsysteem bij lesuitval Bij ziekte of afwezigheid van een docent krijgen leerlingen van leerjaar 1 in de regel een opvanguur in een lokaal en werken onder begeleiding van een docent of afdelingsassistente met behulp van hun planner voor het uitvallende vak. Bij uitzondering verblijven zij in de aula. Voor de leerlingen van leerjaar 2 wordt tot januari de lesuitval ook op deze manier opgevangen. Vanaf januari geldt voor hen, net als voor de leerlingen van leerjaar 3 en hoger dat zij het uitgevallen uur als studie-uur in een studieruimte benutten, tenzij aan het begin of eind van de schooldag. De leerlingen mogen dan thuis blijven/naar huis.
23
BIJLAGE 1
PROFIEL VWO-LEERLING ONDERBOUW
A. Werkhouding: Inzet I tempo Is in staat door te werken Neemt af en toe het voortouw bij een groepsopdracht. Toont doorzettingsvermogen. Zelfbeeld Heeft een kritische houding. Beoordeelt eigen werk reëel. Kan een reële inschatting geven van een te verwachten resultaat. Kan reflecteren op eigen prestaties. Interesse Geïnteresseerd in veel van de lesstof. Heeft belangstelling voor algemeen maatschappelijke zaken. Toont betrokkenheid bij het les gebeuren. Huiswerkattitude Besteedt voldoende aandacht aan zijn huiswerk. Als het huiswerk niet gemaakt is, is dat omdat de stof niet begrepen is. Plant het huiswerk en werkt vooruit. Maakt huiswerk indien hij zelf de noodzaak ervan inziet. Houdt zich aan planning en afspraken.
B. Niveau / intellectuele capaciteiten: Probleemoplossend Vermogen Trekt duidelijke conclusies uit eigen onderzoek. Vormt zich een abstracte voorstelling uit concrete zaken. Kan hoofd en bijzaken scheiden in een zakelijke tekst. Vindt de essentie uit een informatiebron. Weet toepassingen te bedenken van de theorie. Ziet samenhang in complexe situaties. Heeft overzicht over feiten en gegevens. (H)erkent het probleem. Heeft overzicht over de te nemen stappen. Heeft inzicht in de oplossingen (creatief)
C. Vaardigheden: Concentratie Kan zich afsluiten van omgevingsruis en doorwerken aan zijn taak. Kan gedurende langere tijd luisteren naar de uitleg van de docent en de hoofdzaken eruit halen. Zelfstandigheid Weet zich over tegenslagen heen te zetten. 24
Kan doelgericht werken. Stelt meer algemene vragen. Kan ook open, minder gestructureerde opdrachten aan. Kan samenwerken met klasgenoten en denkt daarbij mee over de taakverdeling. Leerling stelt eisen aan het resultaat. Is in staat een heldere presentatie te geven. Kan een uitleg I instructie snel begrijpen. Heeft overzicht over een aantal denkstappen tegelijkertijd. Voert de opgegeven taak goed en snel uit. Verwerkt commentaar van de docent gemakkelijk Kan overzichtelijk en beknopt aantekeningen maken. Heeft overzicht over de verschillende taken die hij moet verrichten. Kan efficiënt werken in bibliotheek en op het Internet. Houdt zich aan regels en afspraken met betrekking tot huiswerk, inleverdata, uitvoeren van een opdracht. Is in staat geconcentreerd en zelfstandig te werken aan open taken.
25
PROFIEL HAVO-LEERLING ONDERBOUW A. Werkhouding: Inzet I tempo Gaat aan het werk als de docent daartoe opdracht geeft. Stopt met werken als hij naar eigen inzicht voldoende tijd en aandacht eraan heeft besteed. Als het abstractievermogen zwak is, kan hij succesvol zijn dankzij een flink doorzettingsvermogen. Zelfbeeld Kan redelijk reflecteren op eigen prestaties. Kan goed inschatten of de stof begrepen is. Interesse Verdiept zich in maatschappelijke ontwikkelingen als een relatie gelegd kan worden met de eigen leefsfeer. Geïnteresseerd in de lesstof waarvan het praktisch nut duidelijk is. Kiest voor gedrag en opvattingen van een peergroup . Is gericht op reacties van klasgenoten. Kan luisteren naar docent en medeleerlingen. Huiswerkattitude Kiest doelbewust voor wel of niet maken van huiswerk. Is gericht op het begrijpen van huiswerkopdrachten. Is vlot klaar met huiswerkopdrachten. Vindt het lastig om zich te motiveren om te herhalen. Kan een planning maken voor de langere termijn, maar houdt zich vaak niet aan de eigen planning. Werkt aan zijn huiswerk voor de volgende dag.
B. Niveau / intellectuele capaciteiten: Probleemoplossend Vermogen Moet begeleid worden bij het vormen van abstracte voorstelling uit concrete zaken. Kan hoofd- en bijzaken scheiden in korte zakelijke teksten. Kan zelf conclusies trekken uit eenvoudig, eigen onderzoek. Denkt in praktische toepassingen. Heeft een overzicht over en flinke hoeveelheid feiten en gegevens. Ziet samenhang in enigszins complexe situaties.
C. Vaardigheden: Concentratie Laat zich afleiden door omgevingsruis. Concentreert zich goed bij overzichtelijke, goed gestructureerde taken. Zelfstandigheid Kan zich over tegenslagen heen zetten. Kan zelfstandig werken aan een duidelijk gestructureerde taak. Werkt aan zijn huiswerk voor de volgende dag. 26
Werkt met korte termijn planningen. Kan creatieve opdrachten aan. Kan geleerde stof in eenvoudige, nieuwe situaties toepassen. Kan een uitleg / instructie begrijpen als er systematisch wordt uitgelegd. Kan een aantal denkstappen tegelijk nemen. Kan werkzaamheden op korte termijn goed overzien. Heeft behoefte aan afwisseling van opdrachten en werkvormen. Kan gedurende ongeveer 20 minuten geconcentreerd, zelfstandig werken. Kan een planning maken voor de langere termijn, maar houdt zich vaak niet aan de eigen planning.
27
PROFIEL MAVO LEERLING ONDERBOUW A. Werkhouding: Inzet /tempo Is afwachtend bij groepsopdrachten Gaat aan het werk als de docent daarvoor opdracht geeft. Onderbreekt het werk regelmatig Werkt goed aan kort durende opdrachten. Zelfbeeld Kan inschatten of de stof begrepen is. Kan inschatten of hij/zij voldoende of onvoldoende geleerd heeft. Heeft moeite goed te reflecteren op de eigen prestaties Koppelt leren aan de persoon van de leraar. Is gevoelig voor reacties van klasgenoten. Raakt snel ontmoedigd als er teveel feiten en gegevens worden gepresenteerd. Interesse Ziet als nut van leren het behalen van een diploma. Gedrag en opvattingen van leeftijdgenoten en van idolen zijn heel bepalend. Huiswerkattitude Is vlot klaar met huiswerk; gericht op reproductie. Maakt het huiswerk voor de volgende dag. Houdt zich niet erg bezig met het overzicht van taken. Heeft begeleiding nodig bij het zich (blijven) houden aan regels en afspraken m.b.t. huiswerk, inleverdata en het uitvoeren van een verslag en opdracht. B. Niveau / intellectuele capaciteiten Probleemoplossend Vermogen Heeft moeite met het vinden van de essentie uit een informatiebron. Vindt het moeilijk verband te zien tussen een concrete situatie en een formule. Kan een uitleg instructie begrijpen als er stap voor stap wordt uitgelegd. Heeft overzicht over geringe hoeveelheid feiten en gegevens. Heeft begeleiding nodig om samenhang te ontdekken in complexe situaties. C. Vaardigheden Concentratie Laat zich snel afleiden door omgevingsruis. Concentreert zich als het einddoel van de taak in beeld is. Kan voor een korte periode luisteren naar docent of medeleerling. Werkt door als hij positieve feedback ontvangt van de docent Zelfstandigheid Kan taak gericht werken. Werkt goed door als de taak concreet en goed gestructureerd is. Voelt zich snel persoonlijk aangesproken. Heeft behoefte aan afwisseling in opdrachten en werkvormen. Wordt onrustig, onzeker van te open opdrachten 28
Taalbeleid Walburg College Leerjaar 1 Alle leerlingen maken in september een eerste ronde van de Cito-VAS meting waarbij vooral gekeken wordt naar spelling, leesvaardigheid en woordenschat. Een aantal brugklasleerlingen maakt een eerste dictee (“Het wonderlijke weer”). Dit geldt alleen voor leerlingen met een onvoldoende Cito-VAS-score. Voor alle leerlingen is de score onvoldoende als deze onder percentiel 25 ligt op het gebied van spelling op het voor hen geldende niveau. In maart is de tweede ronde van de Cito-VAS. Ook nu geldt dat leerlingen die in het eerste dictee te veel fouten hebben gemaakt, worden uitgenodigd worden voor een volgende ronde waar verder wordt getoetst. Zij maken een tweede dictee; het woorddictee (PI) en daarna worden ze individueel getoetst op tempolezen van teksten en woorden. De overige leerlingen die het eerste dictee goed hebben gemaakt, worden daarover via de mentor ingelicht. Zij hoeven niets meer te doen, er hoeft niet verder getoetst te worden. De leerlingen die wél aan het tweede dictee hebben meegedaan, alsmede aan het individuele deel, zullen een advies meekrijgen over het vervolgtraject. Dit kan zijn: geen verdere stappen of verder onderzoek naar dyslexie buiten school (mogelijke adressen in de buurt worden meegegeven). Als de leerling al een RT traject heeft doorlopen op de basisschool of extern, kan het dyslexieonderzoek binnen de school afgerond worden door Thea Doekemeijer (orthopedagoge bij OZHW). De leerling wordt dan niet extern verwezen. Er kan ook worden aangeraden om het leestempo op te voeren of wat extra te oefenen op het gebied van spelling. Een aantal leerlingen maakt later opnieuw een test om te kijken of er vooruitgang is geboekt. Leerjaar 2 Alle leerlingen maken de derde ronde van de Cito-VAS. De leerlingen, die voor hun niveau onvoldoende scoren, wordt dringend geadviseerd thuis hun taalvaardigheid te trainen.
29
Rekenbeleid Walburg College Leerjaar 1 Alle leerlingen maken in september de eerste ronde van de Cito-VAS meting en de Tempo Toets Rekenen. De leerlingen met een, voor hun niveau, onvoldoende score op de rekenonderdelen van de Cito-VAS, krijgen verplicht een rekenles per week. Hierbij werken zij individueel aan een voor hen persoonlijk gegenereerde leerroute. Alle leerlingen met een te lage score op de TTR krijgen het dringende advies om thuis hun automatisering te trainen. In maart is de tweede ronde van de Cito-VAS. Ook nu geldt dat de leerlingen met een onvoldoende rekenscore weer verplicht een rekenles per week krijgen. Dit betekent dat leerlingen óf nooit, óf alleen het eerste deel van het schooljaar, óf alleen het tweede deel van het schooljaar, óf het hele schooljaar een verplichte rekenles per week krijgen. Aan het eind van het schooljaar wordt de TTR opnieuw afgenomen bij de leerlingen die de eerste keer te laag scoorden. Het advies om thuis te trainen kan hierna ingetrokken of herhaald worden.
Leerjaar 2 Alle leerlingen maken de derde ronde van de Cito-VAS meting. De leerlingen, die voor hun niveau onvoldoende score op de rekenonderdelen, worden dringend geadviseerd thuis hun rekenvaardigheid te trainen.
Leerjaar 3 mavo, leerjaar 4 havo, leerjaar 5 vwo Aan het einde van het vóór-examenjaar maken alle leerlingen een uitgebreide rekenscan.
Leerjaar 4 mavo, leerjaar 5 havo, leerjaar 6 vwo
De leerlingen die onvoldoende scoren bij de rekenscan krijgen extra oefenmateriaal aangereikt waarmee zelfstandig kan worden geoefend.
30