Van ambtenaar naar ondernemer Ervaring en tips
Inleiding Na 14 jaar ambtenaar – een jaartje bij de Europese Commissie en 13 jaar in Den Haag – heb ik in 2010 mijn ontslag ingediend. Ik ben een eigen bedrijf gestart. Regelmatig wordt mij gevraagd hoe ik dat heb aangepakt en of het bevalt. Ik heb hier mensen persoonlijk over gesproken en ben uitgenodigd om workshops hierover te geven. Ik merk dat de belangstelling groot is, blijkbaar zijn er meer ambtenaren die met plannen rondlopen om zelf verder te gaan. Omdat ik het leuk vind om mijn kennis te delen maar niet iedereen persoonlijk kan bereiken heb ik mijn ervaringen en tips op papier gezet. Als jij ook een ambtenaar bent die overweegt of ondernemerschap een goed idee is, dan is dit voor jou bedoeld. Het zijn mijn ervaringen en tips, en die hebben betrekking op mijn situatie. Trek vooral je eigen plan. De vraag of je echt je schepen achter je wilt verbranden kan niemand beter dan jijzelf beantwoorden, in samenspraak met het thuisfront. Ik merk wanneer ik met andere ambtenaren praat over de stap om het veilige nest te verlaten dat een aantal overwegingen telkens terugkomen. En het zijn dezelfde afwegingen die in 2010 ook door mijn gedachten gingen. Dus blijkbaar zit er in het denkproces iets universeels. Ik heb geen handboek ondernemerschap geschreven, daarvan zijn er al voldoende. Ik heb vooral aandacht voor de link die er zit van loondienst bij een overheidsinstelling naar het ondernemerschap. Ik hoop dat je er iets aan hebt. Mocht je andere mensen kennen die hier iets aan hebben, vraag ze dan svp om een mail aan mij te sturen. Ik stel mijn ervaring graag ter beschikking, maar zou het fijn vinden om te weten hoeveel mensen hiervan gebruik maken en waar zij werken. Naam en mailadres is voldoende voor hen om ook een exemplaar in de mailbox te ontvangen.
Iets over mijzelf Mijn naam is Claudia Broeke, geboren in 1973. Ik kom uit een echt ambtenarengezin. Mijn moeder werkte bij de gemeente, eerst op de typekamer en later aan de receptie Sociale Zaken. Daar deed ik zelf ook vakantiewerk. Mijn vader was hoofdbode bij dezelfde gemeente en daardoor woonden we in een dienstwoning pal naast het gemeentehuis. Niemand in onze familie heeft een eigen bedrijf of winkel, dus ik ben niet echt opgegroeid met ondernemersvoorbeelden. Als student heb ik beleidswetenschappen gestudeerd, een opleiding die voor 95% gericht is op beleid maken bij overheidsinstellingen. De afstudeerrichting werd Internationaal klimaatbeleid en al snel werkte ik bij de Europese Commissie in Brussel. En als er één instelling in de wereld pure overheid is, dan is het volgens mij de Europese Commissie. Bij de rijksoverheid in Den Haag ben ik binnengekomen als trainee en daar heb ik
achtereenvolgens gewerkt als beleidsmedewerker landelijk gebied, adviseur Bureau Secrearis-Generaal, afdelingshoofd en projectleider van reorganisaties.
Waarom eigenlijk? Goeie vraag, want ik had het op het werk erg naar mijn zin. Leuke collega’s, afwisselend en verantwoordelijk werk en een voorspelbare en prima beloning aan het eind van de maand. Ouderschapsverlof betaald voor 50%, opleidingsmogelijkheden, een fiets van de IKAP-regeling, een OV-kaart en geen zorgen om ingewikkelde dingen als verplichte verzekeringen, werknemerspremies en pensioenopbouw. Als projectleider van de reorganisatie van een rijksinspectie had ik als eerste door dat mijn favoriete werk niet in het nieuwe O&F rapport zou terugkomen. Ik had de laatste jaren een vrije rol vanuit een soort interim-pool. De keus bij de reorganisatie was om zoveel mogelijk de focus te leggen op het echte werk waarvoor een inspectiedienst in het leven is geroepen, inspecteren dus. En ik ben een waardeloze inspecteur. Dit verklaart wel waarom ik mijn toekomst niet zag binnen die rijksinspectie, maar nog niet waarom ik ontslag heb genomen. Er zijn immers nog zo veel interessante andere werkplekken te bedenken binnen de overheid. Maar bij mij kriebelde het of ik het ook zelf kon. Ik vind dat ik oplossingen lever – ik help organisaties in fusieof verandertrajecten om succesvoller te zijn - en ik was gewoon benieuwd of ik het daarmee zelf zou redden. Hoe is het om verantwoordelijk te zijn voor zowel de inkoop van de paperclips als het opstellen van de jaarrekening? Het leek me spannend om iets nieuws te creëren en dat ook nog helemaal alleen te mogen doen. Wat is er mooier dan op basis van je eigen visie werken? En het klinkt een beetje raar misschien, maar ik had ook wel zin om een nieuw vak te leren, dat van ondernemer. Inhoud min of meer hetzelfde, maar in een totaal andere context.
De eerste stap. Oké, zin in iets hebben is nog niet hetzelfde als een definitieve keus maken. Ik begon met het voorzichtig bekend maken bij mijn baas dat ik eventueel overwoog om eens te bekijken of ik misschien…. Kortom, een enorm omzichtige aankondiging om te voorkomen dat hij dacht dat het al definitief was. Ik wilde dat hij wist met welke plannen ik rondliep en eens checken wat de reactie was. Tegelijkertijd wilde ik niet nu al de indruk wekken dat het besluit genomen was, nog wel de ruimte houden om te zeggen dat ik gewoon ambtenaar wilde blijven. De reactie was goed. “Je bent niet degene waarvan ik hoopte dat die zou vertrekken, maar als jij dat wilt steun ik je. Ga maar uitvinden hoe het zit.” Fijn zo’n baas. Ik realiseer me dat misschien niet iedereen zo’n flexibele leidinggevende heeft, maar het zou een beetje raar zijn om om die reden niet het gesprek aan te gaan, toch? De echte eerste stap is uitvinden wat er mogelijk is, informatie verzamelen om een beredeneerd besluit te kunnen maken. Zelf had ik al bedacht dat ik zes maandsalarissen, liefst acht nodig zou hebben om de opstartfase financieel te overbruggen. Blijkbaar hadden de vertrekkers voor mij goed onderhandeld, want wat destijds gangbaar was, was ruimer. Het viel me enorm mee, en eerlijk gezegd was ik ook wel blij dat er al een aanbod was waarover ik niet in onderhandeling hoefde want dat leek mij onprettig. Hier zou ik het financieel wel mee aandurven. Ik had een bedrag in mijn hoofd, en het was beschikbaar! Lichte paniek, want het opende mogelijkheden die voorheen nog niet concreet waren. Wat ik iedereen kan adviseren die met plannen rondloopt is om in elk geval te verkennen wat de organisatie over heeft voor jouw vertrek. En daar – anders dan ik deed – indien nodig wél over te onderhandelen. Je neemt een risico en dat is een bepaald bedrag waard want je help je organisatie om met minder mensen verder te gaan. Voor rijksambtenaren is er sociaal flankerend beleid, waaronder veel mogelijk is. Voor ambtenaren bij andere overheidsinstellingen zijn er wellicht andere regelingen, of is individueel maatwerk mogelijk. In deze tijd
van personele bezuinigingen is het ook in het belang van de organisatie dat mensen gaan. Misschien zijn het niet altijd degene die ze willen zien vertrekken, maar regelingen staan vaak open voor iedereen. Het sociaal flankerend beleid in elk geval wel. Bovendien is het wel een erg conservatieve kortetermijn strategie van een leidinggevende om iemand tegen te werken zijn hart te volgen. Je kunt voorspellen dat die persoon waarschijnlijk niet heel lang op die plek zal blijven. De tweede stap was dat ik bij mensen die mij goed kennen advies ging inwinnen. Ik stelde hen niet de vraag ‘moet ik dit doen?’ omdat ik denk dat niemand anders kan beslissen dan jijzelf. Maar ik stelde hen wel de vraag ‘zie je het mij doen, denk je dat ik het zou kunnen?’. Daarnaast maakte ik een afspraak bij de Kamer van Koophandel voor een startersadviesgesprek. Ik had een businessplan geschreven en een enthousiaste adviseur van de KvK besprak dit met me. Zijn oordeel was een opsteker ‘ik zie heel veel mensen die in deze branche iets willen beginnen, maar er zijn er maar weinig die ik kansrijk acht. Jij bent er daar één van’. Vrolijk fietste ik naar huis tot ik me bedacht dat dit misschien wel tot de standaardmotivatie tactiek van de KvK behoort. Anyway, het is misschien onbescheiden om te zeggen, maar ik geloofde er zelf ook wel in.
“Wat zou je doen als je niet bang was”. Over een vertrekpremie zouden we het dus wel eens worden en het plan lag er ook. Toch kon ik veel redenen verzinnen om het niet te doen. Je zult er ongetwijfeld een aantal herkennen en ik zal ze later ook nog verder uitwerken. Maar om er een paar te noemen:
Ik ben hoofdkostwinner en de hypotheek moet betaald worden. We hebben twee jonge kinderen, ten tijde van mijn besluit 3 en 0 jaar oud. Is het allemaal niet makkelijker als zij wat ouder zijn? Wie zit er nu op mij te wachten, zijn er opdrachtgevers te vinden die mijn factuur willen betalen? Het lijkt me vreselijk om voor opdrachten te moeten bedelen, en ik ben zeker niet geschikt als verkoper van mijn eigen product. Is dat werken in opdracht wel leuk, raak ik dan niet mijn autonomie en creativiteit kwijt? Ga ik mijn collega’s niet missen, ben ik wel geschikt om alleen te werken? Straks kwijn ik weg en een afdelingsuitje in je eentje is vrij sneu. Al die dingen die normaal gesproken fijn worden geregeld door een secretariaat of de inkoop- of financiële afdeling die moet ik nu allemaal zelf uitzoeken. Dat kost tijd en ik word er vast niet blij van. De (belasting)wetgeving is echt niet te snappen. Wat nu als het helemaal misgaat? Dan eindig ik als vakkenvuller bij de supermarkt of nog erger in de goot.
Allemaal legitieme vragen. Het gaat hier tenslotte niet over de keus tussen zwarte of rode pannenlappen, maar over de keus om al je zekerheiden rond werk en inkomen op te geven. Voor iedereen werkt een afwegingsproces anders, maar wat bij mij de doorslag gaf is dat ik ergens de zin las “wat zou je doen als je niet bang was”. Het antwoord daarop was heel duidelijk. Als ik al die zorgen niet had, dan zou het enthousiasme om iets nieuws te ontdekken onmiddellijk de overhand krijgen en zou ik het gewoon doen. Op zo’n moment treedt bij mij de struisvogeltactiek in werking. Als ik merk dat ik graag iets wil negeer ik de risico’s en focus op de positieve dingen die het kan opleveren. Alle ‘ja, maar-wat-als-het-misgaat-scenario’s’ herken ik wel, maar buig ik onmiddellijk om in kansen en uitdagingen. Spring maar in het diepe met de overtuiging dat voor elk probleem een oplossing te bedenken is. Zo’n tactiek moet passen bij je karakter. Maar wat is jouw strategie om tot een beslissing te komen? Focus jij je op de dingen die mis kunnen gaan of op de dingen die mooi kunnen worden (maar waarvan de uitkomst onzeker is). Maak je lijstje met + en – en wegingsfactoren en laat je de calculator de uitkomst bepalen, of neem
je besluiten intuïtief? Ik weet oprecht niet wat de beste strategie is. Wat ik wel weet is dat ik blij ben dat ik in het diepe ben gesprongen, omdat de zorgen in de praktijk veelal meevielen.
Ondernemer worden Ik schreef een ontslag brief, zette de afspraken voor vertrek op papier, hield de hand van mijn partner vast toen ik de brief verstuurde en voelde me happy en onzeker. Als ondernemer heb je een KvK-nummer nodig en een BTW-nummer voor de belastingdienst. Dat kun je binnen twintig minuten regelen door je bedrijf in te schrijven bij de KvK. Een bedrijfsnaam en globale beschrijving van je activiteiten volstaat om in het handelsregister te worden opgenomen en de nummers te krijgen. De link naar de belastingdienst wordt gelegd en je ontvangt bijna meteen bericht met een blauwe envelop. Nog sneller dan dat heb je de eerste folder van de Makro in de bus met het aanbod voor een pasje. Het handelsregister is openbaar en dat betekent dat allerlei bedrijven dat scannen op verse inschrijvingen en een aanbieding willen doen. Als je nergens op reageert houdt de stroom ongevraagde post binnen een paar weken weer op. Een goede naam, logo, huisstijl zijn belangrijk, maar ook leuk om te doen. Het scherpt je visie op je onderneming, maar geeft ook veel energie. Je bent bezig met het creëren van iets nieuws en het is van jou! Een tip: pak het professioneel aan en investeer in kwaliteit. Het is wel de uitstraling van je bedrijf en die wil je niet goedkoop hebben. Tenzij je een nieuwe Aldi opent, maar dan is een goedkope uitstraling onderdeel van je weldoordachte strategie. Vraag een referentiepanel om feedback. Het spreekt voor zich dat je feedback aan je doelgroep vraagt om een juist beeld te krijgen en niet alleen aan de buurvrouw en je ouders. Een businessplan is niet verplicht, tenminste zolang je geen geld wilt om investeringen te doen. Op het moment dat je bij de bank een lening wilt zul je uiteraard met een goede onderbouwing moeten komen. Neemt niet weg dat het wel handig is om een soort businessplan te schrijven. De vorm is vrij, voorbeelden zijn er te vinden op het internet. Maar met logisch nadenken kom je uiteraard ook een heel eind. Voor de start is dat voldoende. Ik kan iedereen aanraden om na een ervaringsperiode nogmaals een heel gedegen businessplan te maken. Met je ervaringen uit de praktijk kun je veel preciezer je missie en visie formuleren, je doelgroep formuleren, je producten op maat maken, het marketingplan schrijven en het groeimodel voor je eigen onderneming. Ik ben hier nu – 10 maanden na de start – mee bezig en het is een stuk professioneler dan het stuk dat ik vorig jaar schreef. Er staan minder aannames in, het heeft veel meer focus en voor alles heb ik een doordachte strategie. En ook hiermee is het niet af. Je eigen bedrijf kritisch onder de loep nemen, altijd op zoek naar de dingen die nog beter kunnen, dat blijft onderdeel van je werk en een factor voor succes. Marktonderzoek is absoluut aan te raden. Ik heb gekeken wat de problemen in de markt zijn waar ik een oplossing voor heb en wie er op mij zit te wachten én bereid is te betalen voor een oplossing. Tot op zekere hoogte lukt dat wel. Echter, ik kwam er achter dat ik het vooraf nooit precies zou weten. Ik wist alleen dat het economisch niet mee zit en dat gerenommeerde organisatieadviesbureaus failliet gingen. En ik wist dat mijn potentiële opdrachtgevers (overheid en non-profit organisaties) flink aan het bezuinigen zijn op externen. Kortom, niet erg rooskleurig. De struisvogel in mij bedacht hiervoor het volgende: ik heb financieel de ruimte om het een tijdje te proberen en indien nodig aanpassingen door te voeren. Mocht het niet lukken dan heb ik een back-up plan door meer zwemles en sporttraining te geven - mijn ‘tweede’ beroep. Of ik reageer op een briefje van de plaatselijke bakker die personeel zoekt en ik verkoop een tijdje brood. Werk is er altijd wel en van daaruit kun je weer verder zoeken. Wat dat wordt kan ik niet voorspellen, maar ik heb er het vertrouwen in dat er dan wel iets goeds uitkomt. Ik geef toe, dit is niet een redeneertrant die iedereen zou volgen, maar voor mij klopt het.
Als je geen enkele ondernemerservaring hebt zoals ik, dan kan ik iedereen aanraden om op een gegeven moment je daar toch in te verdiepen. Net als voor het ouderschap is er voor het ondernemerschap eigenlijk geen opleiding vooraf verplicht en bevindt je je dus in een situatie waarin het mogelijk is dat het best redelijk gaat, maar je toch onbewust behoorlijk onbekwaam bezig bent. Of, wat positiever geformuleerd, dat er nog een enorm potentieel aanwezig is om succesvoller te worden, alleen weet je dat niet. Ik heb goede ervaringen met de Open Circles Academie (www.businessbootcamp.nl/
[email protected]), maar zoek vooral zelf uit wat bij je past. Het gaf mij veel houvast als startende ondernemer, en alhoewel ik nog maar aan het begin sta van de implementatie hiervan is in elk geval al wel bereikt dat ik denk als een ondernemer, en niet meer als iemand die in loondienst is bij zichzelf.
De eerste opdracht (en de tweede, derde, etc) Eén van de vragen die het meest gesteld wordt: hoe kom je aan een opdracht? Wat je in elk geval niet moet doen is geheim houden wat je doet. Dus ik begon te vertellen op de atletiekvereniging dat ik voor mezelf was begonnen. Misschien moet je soms geluk hebben, maar daar rolde de eerste opdracht uit: een missie / visietraject voor een directie van een ziekenhuis. En trouwens ook de tweede opdracht, een in-compagnie training voor jeugdzorg. De derde opdracht kwam via een tip van iemand waarmee ik als trainer samen werkte en begon ik communicatietrainingen te geven aan verpleegkundigen. Zo was ik eigenlijk al voor de officiële start op 1 januari met drie opdrachten aan de slag. De vierde, vijfde en alle opdrachten daarna zijn ook eigenlijk altijd via via gegaan. Als ik ergens een bijeenkomst faciliteer komt er altijd wel iemand uit de zaal naar me toe. ‘Wij zijn ook met zoiets bezig’, is dan de openingszin. En of ik niet eens wil meedenken. Natuurlijk wel. En soms rolt er iets nieuws uit en soms ook niet. In het begin heb ik wel aan koude acquisitie gedaan. Ik had een mooie training ontwikkeld en ik heb geprobeerd daar instanties voor te interesseren. Dat is niets geworden. Misschien hoorden ze al aan mijn stem dat ik er geen lol in had om als een soort verkoper mensen op te bellen. Of misschien was de timing niet juist. Ik denk dat de belangrijkste reden was dat ik met een aanbod kwam, terwijl ik geen idee had of er een vraag lag. Het beste werk lever je nog altijd als je weet wat het ‘probleem’ is van de opdrachtgever, waarbij jij de oplossing biedt. Mijn gesprekken begin ik dan ook nooit met wat ik allemaal zou kunnen doen, maar met het verkennen van de dingen die ergens spelen. In dat verband is ook wel aardig om te noemen dat ik wel een website heb, maar dat ik niet verwacht dat er ooit iemand belt die zegt ‘goh, ik zat eens op internet te surfen en toen kwam ik jou tegen. Ik ken je niet, maar wil jij me helpen?’. Zo werkt het niet bij het werk dat ik doe. Een website is belangrijk als referentie, mensen moeten je achteraf nog kunnen checken. Maar de illusie dat ik tussen de vele andere aanbieders onderscheidend ben door een website heb ik niet. Het principe dat hier achter zit is dat mensen je eerst moeten kennen, aardig vinden en vertrouwen hebben voordat ze zaken willen doen. Ga maar bij jezelf na, je wilt zelf toch ook alleen met iemand werken als je weet wie het is, er een goed gevoel bij hebt en vertrouwd dat hij of zij een goede oplossing voor jouw vraag heeft? Betekent dat dan dat je continu moet netwerken en slijmen? Netwerken misschien, maar ik wil niet wekelijks allerlei formele bijeenkomsten langslopen. Maar als ik in gesprek raak met iemand in de trein en die vraagt wat ik doe, dan zal ik dat niet geheim houden. Je weet immers nooit of je de reactie krijgt ‘Oh, dat is toevallig, we staan net op het punt om ….’. Slijmen nooit. We werken samen omdat we elkaar oprecht vertrouwen en het beste voor elkaar willen, of anders niet. Mijn strategie voor kennen, aardig vinden en vertrouwen is onder andere vanuit een coöperatieve manier continu kennis delen en mensen interesseren om hierover in gesprek te gaan. Met mij of met elkaar.
Doordat mijn ervaring is dat tevreden klanten voor nieuw werk zorgen heb ik voor ogen dat ik alleen meedoe als ik denk dat ik minimaal een 8.5 kan leveren. Daarbij komen nog een aantal andere principes die helpen: minder beloven en juist wat meer waarmaken, altijd en snel afspraken nakomen, goed blijven communiceren over inhoud en proces.
Combi werk en gezin Ik werk nu ongeveer 40 uur per week, inclusief reistijd naar opdrachtgevers. Dan blijft er voldoende tijd over voor al die andere waardevolle dingen in het leven. In Den Haag werkte ik er 32, maar als ik de reistijd erbij optelde kwam ik hoger uit dan 40. Alleen waren mijn dagen toen veel stressvoller dan nu om werk en privé gecombineerd te krijgen. Dat had ik zelf niet verwacht, want van ondernemers wordt gezegd dat ze het altijd druk hebben en eeuwig met hun zaak bezig zijn. Dat is ook waar, maar als eenmansbedrijf kun je wel zelf je uren indelen. Tuurlijk moet ik ook wel eens vroeg of laat bij een opdrachtgever zijn, maar er zijn voldoende dagen dat het me lukt om een afspraak niet eerder dan 10 uur te laten beginnen. Dat betekent dat we niet zoals voorheen in alle vroegte de kinderen uit bed hoeven slepen en met tasjes bij de opvang te brengen om vervolgens rond half acht de trein naar Den Haag te hebben. Nu gaan we allemaal om kwart over acht de deur uit, op tijd voor school, opvang en werk, en start ik om half negen op mijn werkplek in huis. Wel hebben we zoals voorheen voor drie dagen opvang geregeld. Mijn partner is woensdag vrij en ik vrijdag. Dat geeft mij de vrijheid om vier dagen te werken. Thuiswerken met kinderen om je heen werkt niet, dus opvang blijft nodig. De oudste blijft in principe over op school, maar ik probeer haar ook wel eens tussen de middag thuis te laten eten. Dan lunchen we samen en breng ik haar een uur later weer naar school. Op dagen dat ik thuis of in de buurt werk is dat prima te doen en super gezellig. Mocht het een keer nodig zijn, dan kan ik het meestal wel zo regelen dat ik zelf om 3 uur op het schoolplein sta. Na het avondeten werk ik dan weer verder. Het geeft rust en een enorm gevoel van vrijheid om zelf te kunnen kiezen hoe je je dag indeelt. Als je voor een baas werkt en je werkt een keer een dag thuis, dan is er vaak discussie of je dan wel of niet tussendoor de was mag ophangen. Als je voor jezelf werkt is dat geen issue. Net als even naar de kapper gaan, een rondje hardlopen, boodschappen meenemen, etc. Daar staat dan wel tegenover dat je je moet afvragen of je de discipline hebt om wel strak je tijd in te delen om aan werken toe te komen. Als er niemand tegen je zegt wanneer iets af moet zijn, dan moet je het zelf doen. Ik begin elke ochtend met het stellen van doelen voor die dag: wat wil ik die dag af hebben en in welke volgorde? Trouwens voor iedereen een goede tip die geen tijd wil verspillen.
Nieuwe collega’s en een nieuw kantoor Ik ben erg gehecht aan mensen. Elke keer als ik van functie veranderde had ik weinig moeite om het werk achter me te laten, maar wel de collega’s. En ook altijd kwamen er weer nieuwe leuke collega’s voor in de plaats. Grote vraag was dus hoe dat zou zijn als je alleen werkt. Maar ach, je werkt nooit alleen. Misschien is de term ‘collega’ niet helemaal goed gekozen omdat die eigenlijk geldt voor mensen die bij hetzelfde bedrijf werken. Maar ik werk heel veel samen. Met opdrachtgevers natuurlijk, en wanneer je hetzelfde doel nastreeft beschouw ik opdrachtgevers meer als collega’s dan als baas. Daarnaast huur ik soms ook weer mensen in, die ik niet als ondergeschikte beschouw, maar als coproducent waarmee het fijn sparren en werken is. Heerlijk om uit mijn eigen netwerk iemand te kunnen vragen. Je weet dat iemand goed is en geschikt voor de klus én dat het gezellig wordt. Voor mijn ‘facilitaire’ zaken zoals drukwerk heb ik inmiddels ook goede mensen gevonden, vaak lokale ondernemers.
Ik werk regelmatig thuis, dat is gewoon makkelijk. Maar er zijn ook momenten dat thuis te druk is of dat ik mensen wil zien. Voor die momenten is er het Seats2meet concept uitgevonden. Een seats2meet is een verzamelgebouw waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat kan doordat er reguliere vergaderfaciliteiten zijn. Maar zelfstandige ondernemers zijn ook gewoon welkom om te komen werken. Gratis koffie en thee, gratis internet, gratis lunch, gratis telefoonoplader (maar liefst 20 verschillende stekkers voor elk type mobiel) en indien gewenst zelfs gratis parkeren. De enige tegenprestatie is dat je bereid bent om je kennis te delen met andere mensen die er zijn. Zo wil seats2meet interactie tussen ondernemers bevorderen. Dan vraag je je natuurlijk af wat er voor hen inzit? Nou, als ik een zaal nodig heb, dan huur ik die bij Seats2meet. Ik ken er de weg, weet dat ze gastvrij en goed zijn, dus ik denk er niet over om naar hun concurrent te gaan.
Ervaringen van anderen Om je inzicht te geven in ervaringen van anderen, heb ik twee ex-ambtenaren gevraagd om ook wat over hun ervaringen te delen. Dit zijn Janneke Kramers (voorheen ministerie van Justitie), en Rob Velders (voorheen ministerie van VROM). Beide zijn enkele jaren geleden voor zichzelf begonnen en hebben een succesvolle onderneming opgebouwd. Janneke Kramers heeft Van Aanpakken opgericht, en zij ondersteunt organisaties bij heel uiteenlopende klussen, van secretarisfuncties tot bureaumanagement en interim functievervulling (www.vanaanpakken.nl). Rob Velders is expert op het gebied van toezicht en handhaving en geeft daarover advies, werkt als projectleider en interim-manager (www.velders-imc.nl) Ik heb hen gevraagd hoe zij aan opdrachten komen. Rob haalt veel klanten uit zijn bestaande netwerk en krijgt nieuwe mensen vaak binnen doordat hij zijn kennis deelt. Hij stuurt een wekelijkse nieuwsbrief uit en host een linkedin groep. Zo’n 3000 mensen - van SG tot BOA in de straat – bereikt hij wekelijks met zijn informatie over de meest recente strategische ontwikkelingen op zijn werkterrein. Hij heeft hierdoor een expertpositie opgebouwd, geeft cursussen en wordt gevraagd als bijvoorbeeld dagvoorzitter. Ook Janneke krijgt haar opdrachten via haar steeds groter wordende netwerk. Beide geven aan genoeg om handen te hebben, zonder eigenlijk noemenswaardig veel aan acquisitie te hoeven doen. Rob geeft aan dat het zelfstandig werken echt anders is dan werken in loondienst. “Geen opdracht = 0 inkomen”. Bovendien geeft hij aan dat zelfstandigen collega’s als natuurlijke sparringpartners missen. Hij ondervangt dat door andere mensen hiervoor te benaderen. Janneke geeft aan regelmatig ook voor langere tijd voor dezelfde opdrachtgever te werken en het gevoel te hebben dat zij dan (tijdelijk) bij die organisatie hoort. Daarnaast hebben zij allebei een netwerk van nieuwe ‘collega’s’ opgebouwd, mensen met wie zij samenwerken en die elkaar raadplegen en adviseren. Voor nieuwe ondernemers geeft Rob zijn leerzame ervaringen mee “Ik ervaar een enorme vrijheid als ondernemer. Het denken in schalen en carrièreperspectief is niet meer relevant. Je moet wel tegen de continue onzekerheid kunnen dat je niet weet wat je volgende opdracht zal zijn en wanneer die zich aandient”. Voor Janneke was een bevrijdend inzicht dat zij zelf de relatie met opdrachtgevers in de hand heeft. “Ik heb een opdracht gedaan waarbij bleek dat mijn visie en die van de opdrachtgever over wat goed zou zijn ver uiteen lag. Ik heb toen afscheid genomen van deze opdrachtgever. Dat je als zelfstandige die keus hebt, daar word ik erg vrolijk van”. Beide verdienen nu aanzienlijk meer dan dat zij deden bij de overheid. Janneke geeft aan dat zij tegenwoordig ruim het dubbele verdient, met uitschieters naar boven toe. Rob voegt daar wel aan toe dat het inkomen weliswaar veel hoger is, maar ook dat het per jaar makkelijk enkele tienduizenden euros kan variëren. Rob vindt het grootste voordeel dat hij zich zo vrij als een vogel voelt, ondanks het feit dat hij het bij de overheid ook altijd enorm naar zijn zin had. Janneke beaamt dat: de vrijheid om zelf de tijd in te kunnen delen, de combi met het gezinsleven en de voldoening van leuk werk dat gewaardeerd wordt. “Maar het allergrootste voordeel
vind ik dat ik zelf echt verantwoordelijk ben voor mijn eigen doen en laten en de baas ben over mijn eigen loopbaan. Dat motiveert mij elke dag”.
Mijn 7 belangrijkste tips voor ambtenaren die ondernemer willen worden Zoals ik in de inleiding al schreef, ik wil geen handboek schrijven over ondernemerschap. Wel wil ik afsluiten met zeven van mijn inzichten voor succesvol ondernemerschap waarvan ik hoop dat het jullie ook helpt. 1) Lever meerwaarde. Om je te onderscheiden van anderen moet je meerwaarde kunnen bieden, zeker als je een vakgebied kiest waar veel anderen werken. Je kunt jezelf nog zo goed vinden, vanuit het perspectief van de klant zijn er veel mensen die hetzelfde doen. Mediators, coaches, organisatieadviseurs, financieel planners, personal organisers, ICT-consultants etc, er lopen er velen van rond. Om het te redden moet je wel goed zijn en moeten klanten dat ook ervaren. En goed zijn kan op verschillende manieren, maar het belangrijkste blijft toch de kwaliteit en service: ben jij in staat om snel en efficiënt het probleem van je opdrachtgever weg te nemen. Tevreden klanten genereren nieuwe klanten en dus werk. Het mooiste is als je binnen je werkveld een dienst of product kunt aanbieden dat zo onderscheidend is dat mensen er vanzelf over beginnen te praten. Voor de nieuwe iPhone vliegen mensen naar de VS omdat hij daar een paar weken eerder uitkomt dan in Nederland, dan kun je met recht zeggen dat je een onderscheidend product hebt. Maar ook iets veel eenvoudigers kan al werken. Toen enkele jaren geleden de eerste ‘wandelcoach’ ontstond en in no-time een begrip werd hebben denk ik veel coaches zich achter de oren gekrabd en gedacht ‘waarom ben ik niet op dat idee gekomen?’ Wat zou voor jou een product of dienst kunnen zijn waar jij meerwaarde levert? 2) Heb een oplossing die past bij de vraag. Veel mensen starten een onderneming omdat ze een goed product hebben. Bijvoorbeeld het organiseren van duikvakanties naar Zuid-Moldavie omdat je daar contact hebt met iemand die een onwijs leuke B&B runt. Maar het is veel moeilijker om hier betalende klanten bij te zoeken dan dat je vraagt waar jouw doelgroep graag op vakantie naar toe wil en het dan voor hen gaat organiseren. En misschien is het in jouw ogen dan eeuwig zonde dat ze nooit Zuid-Moldavie zullen kennen, maar je hebt wel klanten. Kortom, ontdek waar de vraag of het probleem van je opdrachtgever zit en als je daar een oplossing voor weet is de kans dat je een opdracht hebt veel groter. Hoe kom jij er achter wat jouw doelgroep wil? 3) Welke doelgroep kies je om zelf te overleven? Veel ambtenaren die voor zichzelf willen beginnen denken aan een beroep als budget-coach, mediator, lifestyle consulent, etc. De focus ligt dan op 1 op 1 counseling, van jou naar een particuliere cliënt. Samen met allerlei andere beroepsgroepen zoals stoelmasseurs, pedicures en waarzeggers heeft dat als nadeel dat je je richt op een doelgroep – de particuliere markt – die lastig het tarief kan betalen dat jij nodig hebt om rendabel te kunnen werken. Of je klanten moeten uit het Gooi komen. Ik zeg niet dat je het daarom niet zou moeten doen – want het is leuk werk met veel waardering – maar je zult creatieve ideeën moeten verzinnen om je markt te verbreden. Een goede coach kan misschien ook andere coaches opleiden. Een stoelmasseur zou volumeafspraken met grote bedrijven kunnen maken en andere stoelmasseurs kunnen uitzenden naar die bedrijven. Een lifestyle consulent zou ook exclusieve reizen kunnen organiseren voor welgestelde klanten naar mooie oorden waar gezondheid, onthaasten en golfen gecombineerd worden.
Maar ook als je je zoals ik richt op organisaties is het goed om met gevarieerde producten te kunnen komen. Als je kunt zorgen voor een totaaloplossing dan heb je een tevredener klant en meer werk. Alhoewel ik me richt op oplossingen voor organisaties die in verandering zijn door procesbegeleiding en advies ben ik reuze blij dat ik zelf bijeenkomsten kan faciliteren, trainingen kan ontwikkelen en geven, kan bemiddelen en coachen. Ben jij creatief genoeg om meer dan één ding te doen? 4) Heb aandacht voor de zakelijke kant. Er zijn verschillende motieven om een onderneming te starten: a) b) c) d)
Onafhankelijkheid, eigen baas zijn Zelfontplooiing Bijdragen aan de wereld / het leven van anderen Financiële vrijheid
Bij mij was de focus vooral op reden a t/m c gericht en d was ver uit het gezichtsveld. Maar om financiële vrijheid te verwerven, zul je je bezig moeten houden met de financiën. Je moet aan financiële planning doen, onderhandelen over jouw tarief en over de kosten die anderen bij jou in rekening brengen. Als je daar weerzin tegen houdt moet je je afvragen of je niet beter in loondienst blijft. Of dat je parttime een onderneming start en het ziet als een hobby naast je reguliere baan. Kun je toch aan zelfontplooiing doen en bijdragen aan een betere wereld, zonder dat je de zorg hebt dat je er van moet leven. Het is voor mij nog steeds wennen, maar ook dat hoort er bij. Je bent al snel bang om jezelf uit de markt te prijzen met een hoog tarief en daarom heb je de neiging om weinig geld te vragen. De kosten als zelfstandige zijn best fors en als ambtenaar heb je daar gewoon minder mee te maken. Over je inkomsten wordt na aftrek van de kosten die je maakt het reguliere schijven-tarief gerekend. Daarnaast betaal je de premies voor bv pensioenopbouw, arbeidsongeschiktheid en bedrijfsverzekering helemaal zelf. In het begin heb ik nog wel eens gewerkt voor een tarief dat na aftrek van belasting en kosten en inhuur van de oppas lager lag dan het minimum jeugdloon. Het is niet nodig! De prijs is niet altijd het doorslaggevende criterium, mensen willen geholpen worden met hun probleem en als jij in staat bent om de perfecte oplossing te bieden, dan telt dat. Daarnaast zou het het overwegen waard zijn om het uurtarief los te laten en als dat kan je te laten betalen per oplossing. Ik vraag me af waarom het belangrijk is voor de opdrachtgever en mij om te weten hoeveel tijd ik nodig heb voor een intake, voorbereiding van het draaiboek en het faciliteren van een werkbijeenkomst met 100 mensen. Misschien is het simpeler om het gewenste resultaat vast te stellen en te onderhandelen over het totaalbedrag dat de opdrachtgever daarvoor over heeft. Ik besteed redelijk veel uit als anderen beter zijn of iets goedkoper kunnen dan ikzelf. Zo had ik binnen twee weken door dat ik een accountant nodig had, en met een zak dubbeltjes bij het kopieerapparaat van de supermarkt zul je mij ook niet aantreffen. Ieder zijn vak! Wat zijn voor jou de motieven om een onderneming te starten en vallen die in de thema’s a t/m d? 5) Stimuleer doorverwijzen Mond-tot-mond reclame is vaak een belangrijke manier om aan opdrachten te komen. Je kunt dat aan het toeval overlaten, maar je kunt daar ook meer systematisch mee aan de slag gaan. Want als iemand jou aanbeveelt, dan is dat een veel betrouwbaarder kwalificatie dan wanneer je over jezelf zegt dat je goed bent. Dus vraag om aanbevelingen, stimuleer dat mensen met je meedenken wie jij nog meer tot hulp kan zijn. Je kunt er eerlijk in zijn ‘je weet, ik ben pas net begonnen en zou je me willen helpen door na te denken of je nog meer mensen kent die met mijn product / dienst geholpen zouden zijn?’ En als dat zo is, kun je vragen of ze het
eerste contact willen leggen om je te introduceren. Als mensen echt tevreden en enthousiast waren over hetgeen jij hen bood, dan willen ze graag met je meedenken. Als daar inderdaad een opdracht uitkomt, beloon hen dan ook op de een of andere manier voor hun medewerking. Durf jij om aanbevelingen te vragen? 6) Word een expert op je vakgebied. Ik ben de eerste tien maanden van mijn ondernemersbestaan heel blij geweest met mijn brede profiel. Eerlijk gezegd voelde ik me ook niet in de positie om nee te zeggen tegen een opdracht. Organisaties helpen bij een succesvolle samenwerking is mijn core-business. Maar ik hielp bijvoorbeeld ook een voetbalvereniging om FairPlay in te voeren, een school met conflictbemiddeling, iemand met het schrijven van een goed CV en Somalische vouwen om de sfeer in de wijk te verbeteren. Waarom ik ‘ja’ zei? Beginnersonzekerheid of egoboosting dat je gevraagd wordt, dat kan allebei. En het helpt in het begin natuurlijk ook wel om breed inzetbaar te zijn om aan de slag te blijven. Maar is het slim? Want met een breed profiel is het onduidelijk wat je doet en heb je veel mensen die hetzelfde doen. Ondernemerswijsheid: ‘A small fish in a big ocean is called lunch. You must become the big fish in a small pond’. En ik geloof daar wel in. Mijn “small pond” is succesvolle fusies / nieuwe samenwerkingen binnen overheids- en non-profit organisaties begeleiden. Wil dat zeggen dat ik nooit meer iets anders kan doen? Nee, uiteraard niet. Mocht er in het verlengde hiervan iets langskomen dat ook de moeite waard is om te doen dan zal dat zeker gebeuren. Maar ik richt me er niet op en ik profileer me er ook niet mee. Wat helpt is wanneer je gezien wordt als een expert op je vakgebied. Expert zijn op dertien vakgebieden lukt je niet en is ook niet geloofwaardig, hoe goed je ook bent. Dus werk aan expertise in jouw “Small Pond”. Via social media kun je veel. Je kunt bloggen over onderwerpen op je vakgebied, je kunt in relevante linkedin groepen kennis delen etc. Je kunt aanbieden om gratis workshops te geven, je kunt met goede resultaten misschien zelfs de media interesseren. En als zij zeggen dat jij een expert bent …. Hoe ga jij focus aanbrengen en een expertpositie opbouwen? 7) Werk samenwerkingsgericht, altijd en met iedereen. Het werkt zoveel fijner om gericht te zijn op wederzijds voordeel dan je bezig te moeten houden met wie wint en wie verliest. Dat geldt ten eerste natuurlijk voor jou en je opdrachtgever. Zorg dat jullie voordat je met elkaar in zee gaat hetzelfde doel hebben. Samenwerking kan uiteraard ook met goede partners wanneer jullie elkaar ondersteunen. Ik heb een leuke groep mensen om me heen en we denken met elkaar mee. Zij doen inhoudelijk heel andere dingen dan ik en juist daardoor zijn we een aanvulling. Het lijkt misschien wat tegenstrijdig, maar in mijn opinie zou je ook je concurrenten samenwerkingsgericht moeten benaderen. Het kunnen je toekomstige samenwerkingspartners zijn. Sta jij beschermend of open in de wereld?
Wil ik nog terug? Mij wordt regelmatig gevraagd of ik nog terug zou willen in loondienst. Ik denk het eigenlijk niet, maar ik heb nog nooit aan carrièreplanning gedaan, dus ik zie het wel.
Meer weten of mij helpen? Dat was het in het kort. Ik hoop dat je er iets aan hebt in je persoonlijke afwegingsproces. Heb je nog een specifieke vraag over ambtenaar en ondernemerschap, stuur me dan een mail ik deel graag mijn ervaring. Stel
dat er binnen jouw organisatie meer mensen zijn die op dit spoor zitten, dan is een (mini) workshop ook mogelijk. Ik wens je veel wijsheid in je besluitvorming en of je nu wel of niet voor jezelf begint heel veel succes! Om mijn eigen netwerkadvies aan jullie meteen in praktijk te brengen: stel dat je bij een overheidsorganisatie of in de non-profit sector werkt en er staan veranderingen aan te komen, dan zou ik het fijn vinden als je me hierop attent kunt maken. Dan kan ik eens onderzoeken of ik hier meerwaarde kan bieden. Dank alvast voor het meedenken!
Claudia Broeke
[email protected] www.droomproductie.nl twitter: @droomproductie