VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ALGEMEEN
Dangerous Goods Indien zendingen gevaarlijke stoffen bevatten dan kunnen deze verzonden worden mits deze voldoen aan de voorwaarden van het ADR. Het ADR is de Europese regelgeving rond vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. TNT Innight Benelux accepteert alleen zendingen die voldoen aan onderstaande voorwaarden:
•
Gelimiteerde hoeveelheden (LQ)
ADR Hoofdstuk 3.4
•
Vrijgestelde hoeveelheden(EQ)
ADR Hoofdstuk 3.5
•
De 1000-puntenregeling met een beperking per transport-eenheid
ADR Hoofdstuk 1.1.3.6.3
Voor sommige stoffen of voorwerpen gelden uitzonderingen. Deze kunnen wel door ons worden vervoerd, mits zij voldoen aan de acceptatievoorwaarden beschreven in de bijlage van deze beschrijving.
Verpakking/labels Gevaarlijke goederen dienen ten allen tijden stevig te zijn verpakt en gelabeld volgens de voorwaarden in het ADR. Verpakkingen mogen geen beschadiging/lekkage vertonen of sporen van de inhoud aan de buitenzijde hebben. De labels moeten direct zichtbaar zijn aan de buitenkant van de doos, pallet, (rol)container, etc. In het geval van zendingen die buiten de vrijstelling van LQ/EQ vallen (ofwel beperkt zijn tot 1000-punten) dienen deze te worden begeleid met volledige en correcte vervoersdocumenten. Om onze operationele processen op een veilige, effectieve en efficiënte manier te laten verlopen dienen de goederen met gevaarlijke stoffen gescheiden van normale goederen te worden aangeleverd.
Vragen rond het vervoer van gevaarlijke stoffen?
E5.7
De afdeling Quality Health Safe & Environment van TNT Innight kan klanten van het juiste advies voorzien indien deze goederen worden verzonden.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ALGEMEEN
Niet geaccepteerde stoffen Gesmolten stoffen Hete stoffen Ventilerende stoffen Ontplofbare stoffen m.u.v. 1.4S en 1.4G
Radioactieve stoffen
Brandbare en giftige gassen in gasflessen
Niet geaccepteerde stoffen met nevengevaar
Brandbare vaste stoffen met nevengevaar explosief
Organische stoffen met nevengevaar explosief
Gekoelde Gevaarlijke stoffen
Niet geaccepteerde stoffen, tenzij met toestemming van TNT Innight
Ontplofbare stoffen
Brandbare vaste stoffen
Stoffen, die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
Organische peroxiden
Geaccepteerde stoffen
Aerosols bijv. aanstekers
E5.7
Giftige stof
Niet brandbaar, niet giftig gas
Biologische stof Categorie B
Brandbare vloeistof
Bijtende stof
Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Oxiderende stof
Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
Gelimiteerde hoeveelheid (LQ)
Vrijgestelde hoeveelheid (EQ)
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
3.4
GELIMITEERDE HOEVEELHEDEN (LQ)
GELIMITEERDE HOEVEELHEDEN (LQ) GEVAARLIJKE GOEDEREN, VERPAKT IN GELIMITEERDE HOEVEELHEDEN
3.4.1 In dit hoofdstuk zijn de voorwaarden opgenomen van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen van bepaalde klassen in gelimiteerde hoeveelheden. De beperkingen voor de hoeveelheden van toepassing per binnenverpakking of voorwerp, zijn voor elke stof aangegeven in kolom (7a) van Tabel A van hoofdstuk 3.2. Bovendien is de hoeveelheid "0" aangegeven in deze kolom voor alle posities die niet ter vervoer overeenkomstig dit hoofdstuk zijn toegelaten. Gelimiteerde hoeveelheden gevaarlijke goederen die in dergelijke gelimiteerde hoeveelheden verpakt zijn, die voldoen aan de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn niet onderworpen aan enige andere bepalingen van het ADR, met uitzondering van de desbetreffende bepalingen van: a) Deel 1, hoofdstukken 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.8, 1.9; b) Deel 2; c) Deel 3, hoofdstukken 3.1, 3.2, 3.3 [behalve bijzondere bepalingen 61, 178, 181, 220, 274, 625, 633 en 650 e)]; d) Deel 4, paragrafen 4.1.1.1, 4.1.1.2, 4.1.1.4 t/m 4.1.1.8; e) Deel 5, 5.1.2.1 a) i) en b), 5.1.2.2, 5.1.2.3, 5.2.1.9, 5.4.2; f) Deel 6, constructievoorschriften van 6.1.4 en paragrafen 6.2.5.1 en 6.2.6.1 t/m 6.2.6.3; g) Deel 7, hoofdstuk 7.1 en 7.2.1, 7.2.2, 7.5.1 (behalve 7.5.1.4), 7.5.7, 7.5.8 en 7.5.9; h) 8.6.3.3; 3.4.2 Gevaarlijke goederen mogen uitsluitend zijn verpakt in binnenverpakkingen die in geschikte buitenverpakkingen zijn geplaatst. Tussenverpakkingen mogen worden gebruikt. Het gebruik van binnenverpakkingen is echter niet noodzakelijk voor het vervoer van voorwerpen zoals spuitbussen of "houders, klein, met gas". De totale bruto massa van het collo mag 30 kg niet overschrijden.
E5.7
3.4.3 Trays omwikkeld met krimp- of rekfolie, die voldoen aan de voorwaarden van 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.4 t/m 4.1.1.8 zijn aanvaardbaar als buitenverpakking voor voorwerpen of binnenverpakkingen die gevaarlijke goederen bevatten, vervoerd overeenkomstig dit hoofdstuk. Binnenverpakkingen die gemakkelijk kunnen breken of worden doorboord, zoals die welke zijn vervaardigd van glas, porselein, aardewerk of bepaalde kunststoffen, moeten in geschikte tussenverpakkingen worden geplaatst die voldoen aan de bepalingen van 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.4 t/m 4.1.1.8 en zodanig zijn ontworpen dat zij voldoen aan de constructie-voorschriften van 6.1.4. De totale bruto massa van het collo mag 20 kg niet overschrijden.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
GELIMITEERDE HOEVEELHEDEN (LQ)
3.4.4 Vloeibare goederen van klasse 8, verpakkingsgroep II in binnenverpakkingen van glas, porselein of aardewerk moeten zijn omhuld in een inerte en stijve tussenverpakking. 3.4.5 (Gereserveerd) 3.4.6 (Gereserveerd) 3.4.7 Colli die gevaarlijke goederen in gelimiteerde hoeveelheden bevatten moeten — behalve bij vervoer door de lucht— zijn voorzien van de hieronder afgebeelde kenmerking:
De kenmerking moet duidelijk zichtbaar zijn, leesbaar en in staat blootstelling aan weer en wind te weerstaan zonder een wezenlijke vermindering van de doeltreffendheid. De bovenste en onderste gedeelten en de omringende lijn moeten zwart zijn. Het middelste gebied moet wit of een geschikte contrasterende achtergrond zijn. De minimale afmetingen moeten 100 mm x 100 mm bedragen en de minimum dikte van de lijn die de ruit vormt moet 2 mm zijn. Indien de grootte van het collo dit vereist, mogen de afmetingen worden verkleind, maar niet kleiner zijn dan 50 mm x 50 mm, onder voorwaarde dat de kenmerking duidelijk zichtbaar blijft. 3.4.8 Colli die gevaarlijke goederen bevatten bestemd voor verzending door de lucht overeenkomstig de bepalingen van Deel 3, hoofdstuk 4 van de Technische Instructies van de ICAO moeten van de hieronder afgebeelde kenmerking zijn voorzien:
E5.7
De kenmerking moet duidelijk zichtbaar zijn, leesbaar en in staat blootstelling aan weer en wind te weerstaan zonder een wezenlijke vermindering van de doeltreffendheid. De bovenste en onderste gedeelten en de omringende lijn moeten zwart zijn. Het middelste gebied moet wit of een geschikte contrasterende achtergrond zijn. De minimale afmetingen moeten 100 mm x 100 mm bedragen en de minimumdikte van de lijn die ruit vormt moet 2 mm zijn. Het symbool "Y" moet in het midden van het kenmerk zijn aangebracht en moet duidelijk zichtbaar zijn. Indien de grootte van het collo dit vereist, mogen de afmetingen worden verkleind, maar niet kleiner zijn dan 50 mm x 50 mm, onder voorwaarde dat de kenmerking duidelijk zichtbaar blijft.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
GELIMITEERDE HOEVEELHEDEN (LQ)
3.4.9 Colli die gevaarlijke goederen bevatten, die zijn voorzien van de kenmerking getoond in 3.4.8 worden geacht te voldoen aan de voorwaarden van de secties 3.4.1 t/m 3.4.4 van dit hoofdstuk en hoeven niet te zijn voorzien van de kenmerking afgebeeld in 3.4.7. 3.4.10 (Gereserveerd). 3.4.11 Indien colli die gevaarlijke goederen bevatten verpakt in gelimiteerde hoeveelheden in een oververpakking zijn geplaatst, zijn de bepalingen van 5.1.2 van toepassing. Bovendien moet de oververpakking zijn voorzien van de kenmerkingen voorgeschreven in dit hoofdstuk, tenzij de kenmerkingen representatief voor alle gevaarlijke goederen in de oververpakking zichtbaar zijn. De bepalingen van 5.1.2.1 a) ii) en 5.2.1.4 zijn alleen van toepassing indien de oververpakking andere gevaarlijke stoffen bevat die niet verpakt zijn in gelimiteerde hoeveelheden en dan slechts in verband met deze andere gevaarlijke goederen. 3.4.12 Afzenders van gevaarlijke goederen verpakt in gelimiteerde hoeveelheden moeten voorafgaand aan het vervoer aan de vervoerder de totale bruto massa van dergelijke te verzenden goederen op aantoonbare wijze meedelen. 3.4.13 a) Transporteenheden met een maximale massa van meer dan 12 ton, die colli vervoeren met gevaarlijke goederen in gelimiteerde hoeveelheden moeten overeenkomstig 3.4.15 aan de voorzijde en de achterzijde van merktekens zijn voorzien, behalve indien reeds een kenmerking met oranje borden overeenkomstig 5.3.2 zichtbaar is. b) Containers waarin colli worden vervoerd met gevaarlijke goederen in gelimiteerde hoeveelheden op transporteenheden met een maximale massa van meer dan 12 ton, moeten aan alle vier zijden overeenkomstig 3.4.15 van merktekens zijn voorzien, behalve indien reeds grote etiketten overeenkomstig 5.3.1 zijn aangebracht. De dragende transporteenheid hoeft niet van merktekens te zijn voorzien, behalve indien de merktekens die op de containers zijn aangebracht van buiten deze dragende transporteenheid niet zichtbaar zijn. In het laatste geval moet dezelfde kenmerking zijn aangebracht aan de voorzijde en de achterzijde van de transporteenheid. 3.4.14 Van de kenmerking aangegeven in 3.4.13 kan worden afgezien indien de totale bruto massa van de vervoerde colli, die gevaarlijke goederen bevatten, verpakt in gelimiteerde hoeveelheden, 8 ton per transporteenheid niet overschrijdt.
E5.7
3.4.15 De kenmerking moet overeenkomen met die welke is voorgeschreven in 3.4.7, behalve dat de afmetingen ten minste 250 mm x 250 mm moeten bedragen.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
3.5
VRIJGESTELDE HOEVEELGEDEN (EQ)
VRIJGESTELDE HOEVEELHEDEN (EQ) GEVAARLIJKE STOFFEN, VERPAKT IN VRIJGESTELDE HOEVEELHEDEN
3.5.1
Vrijgestelde hoeveelheden
3.5.1.1 Vrijgestelde hoeveelheden van gevaarlijke goederen van bepaalde klassen, - met uitzondering van voorwerpendie aan de bepalingen van dit hoofdstuk voldoen, zijn aan geen enkele andere bepaling van het ADR onderworpen, behalve aan: a) de voorschriften voor de opleiding in hoofdstuk 1.3; b) de procedures voor de classificatie en de criteria voor de verpakkingsgroepen in deel 2; c) de verpakkingsvoorschriften van 4.1.1.1, 4.1.1.2, 4.1.1.4 en 4.1.1.6. Opmerking: In het geval van radioactieve stoffen zijn de voorschriften voor radioactieve stoffen in vrijgestelde colli in 1.7.1.5 van toepassing. 3.5.1.2 Gevaarlijke goederen die als vrijgestelde hoeveelheden mogen worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn in kolom (7b) van tabel A van hoofdstuk 3.2 als volgt door een alfanumerieke code aangegeven: Code
Grootste netto hoeveelheid per binnenverpakking (in grammen voor vaste stoffen en in ml voor vloeistoffen en gassen)
E0
Grootste netto hoeveelheid per buitenverpakking (in grammen voor vaste stoffen en in ml voor vloeistoffen en gassen, of de som van grammen en ml in het geval van gezamenlijke verpakking)
Niet toegestaan als vrijgestelde hoeveelheid
E1
30
1000
E2
30
500
E3
30
300
E4
1
500
E5
1
300
Bij gassen heeft het volume aangegeven voor binnenverpakkingen betrekking op de waterinhoud van de binnenhouder en het volume aangegeven voor buitenverpakkingen heeft betrekking op de gecombineerde waterinhoud van alle binnenverpakkingen binnen één enkele buitenverpakking.
E5.7
3.5.1.3
Indien gevaarlijke goederen in vrijgestelde hoeveelheden, waaraan verschillende codes zijn toegekend, gezamenlijk zijn verpakt, moet de totale hoeveelheid per buitenverpakking zijn beperkt tot die welke overeenkomt de meest restrictieve code.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
3.5.2
VRIJGESTELDE HOEVEELGEDEN (EQ)
Verpakkingen Verpakkingen, gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke goederen in vrijgestelde hoeveelheden, moeten in overeenstemming zijn met het volgende: a) Er moet een binnenverpakking zijn en elke binnenverpakking moet zijn vervaardigd van kunststof (met een minimumwanddikte van 0,2 mm bij gebruik voor vloeistoffen) of van glas, porselein, steengoed, aardewerk of metaal (zie ook 4.1.1.2) en de sluiting van elke binnenverpakking moet op veilige wijze zijn gefixeerd met draad, band of andere werkzame middelen; houders die een hals met gegoten schroefdraad hebben, moeten zijn voorzien van een vloeistofdichte schroefdop. De sluiting moet bestand zijn tegen de inhoud; b) Elke binnenverpakking moet op veilige wijze zijn verpakt in een tussenverpakking met opvulmateriaal op een zodanige wijze, dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken, worden doorboord of de inhoud verliezen. De tussenverpakking moet de inhoud volledig kunnen bevatten in geval van breuk of lekkage, ongeacht de stand van de verpakking. De tussenverpakking moet in het geval van vloeistoffen genoeg absorberend materiaal bevatten om de volledige inhoud van de binnenverpakking te absorberen. In dergelijke gevallen mag het absorberend materiaal het opvulmateriaal zijn. Gevaarlijke stoffen mogen niet gevaarlijk reageren met het opvulmateriaal, het absorberend materiaal en het materiaal van de verpakking of de ongeschonden staat of de functie van de materialen reduceren; c) De tussenverpakking moet op veilige wijze worden verpakt in een stevige, stijve buitenverpakking (hout, karton of een ander even stevig materiaal); d) Elk type collo moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van 3.5.3; e) Elk collo moet zo groot zijn dat er voldoende ruimte is voor het aanbrengen van alle noodzakelijke kenmerkingen; en f) Oververpakkingen mogen worden gebruikt en mogen ook colli met gevaarlijke goederen bevatten of goederen die niet zijn onderworpen aan de voorschriften van het ADR.
E5.7
3.5.3
Beproevingen voor de colli
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
VRIJGESTELDE HOEVEELGEDEN (EQ)
3.5.3.1 Het volledige collo als voor het vervoer gereed gemaakt, met binnenverpakkingen die in het geval van vaste stoffen tot ten minste 95% van hun inhoud en in het geval van vloeistoffen tot ten minste 98% van hun inhoud zijn gevuld, moeten in staat zijn, zoals aangetoond door beproevingen die op passende wijze zijn gedocumenteerd, zonder breuk of lekkage van een binnenverpakking en zonder aanmerkelijke vermindering van de doeltreffendheid te doorstaan: a) Valproeven op een star, niet veerkrachtig vlak en horizontaal oppervlak van een hoogte van 1,8 m: i) Indien het monster de vorm heeft van een kist of doos, moet de valproef worden uitgevoerd in alle volgende oriëntatierichtingen: •
plat op de bodem;
•
plat op de bovenzijde;
•
plat op de langste zijde;
•
plat op de kortste zijde;
•
op een hoek;
ii) Indien het monster de vorm heeft van een vat moet de valproef worden uitgevoerd in alle volgende oriëntatierichtingen: •
diagonaalsgewijs op de bovenrand met het zwaartepunt loodrecht boven het trefpunt;
•
diagonaalsgewijs op de bodemrand;
•
plat op de zijde;
Opmerking: Elke hierboven genoemde valproef mag met verschillende doch identieke colli worden uitgevoerd. b) Een kracht die gedurende 24 uur op het bovenoppervlak wordt aangebracht en die overeenkomt met de totale massa van identieke colli, gestapeld tot een hoogte van 3 m (het monster inbegrepen). 3.5.3.2 Voor beproevingsdoeleinden mogen de stoffen die in de verpakking vervoerd zullen worden door andere stoffen worden vervangen behalve indien dit de resultaten van de beproevingen ongeldig zou maken. Indien in het geval van vaste stoffen een andere stof wordt gebruikt, dan moet deze dezelfde fysische eigenschappen (massa, korrelgrootte, etc.) bezitten als de te vervoeren stof.
E5.7
Indien bij de valproef voor vloeistoffen een andere stof wordt gebruikt, dan moet de relatieve dichtheid en viscositeit daarvan vergelijkbaar zijn met die van de te vervoeren stof.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
3.5.4 3.5.4.1
VRIJGESTELDE HOEVEELGEDEN (EQ)
Kenmerking van colli Colli die vrijgestelde hoeveelheden gevaarlijke stoffen bevatten, die overeenkomstig dit hoofdstuk gereedgemaakt zijn, moeten duurzaam en leesbaar van het kenmerk, afgebeeld in 3.5.4.2, zijn voorzien. Het eerste of het enige nummer van het gevaarsetiket, aangegeven in kolom (5) van tabel A van hoofdstuk 3.2 van elk gevaarlijk goed dat zich in het collo bevindt moet worden vermeld op het kenmerk. Indien de naam van de afzender of geadresseerde niet elders op het collo is vermeld, moet deze informatie op het kenmerk worden opgenomen.
3.5.4.2 De afmetingen van het kenmerk moeten ten minste 100 mm x 100 mm bedragen.
Kenmerk voor vrijgestelde hoeveelheden Arcering en symbool dezelfde kleur, zwart of rood, op een witte of voldoende contrasterende achtergrond *
Het nummer van het eerste of het enige gevaarsetiket aangegeven in kolom (5) van Tabel A van hoofdstuk 3.2 moet op deze plaats zijn aangegeven.
** De naam van de afzender of de geadresseerde moet op deze plaats zijn aangegeven indien deze niet elders op het collo is te zien.
3.5.4.3
3.5.5
Op een oververpakking die gevaarlijke goederen in vrijgestelde hoeveelheden bevat, moeten de kenmerken voorgeschreven in 3.5.4.1 zichtbaar zijn, tenzij dergelijke kenmerken op colli in de oververpakking duidelijk zichtbaar zijn. Hoogste aantal colli in een voertuig of container Het aantal colli in een voertuig of container mag 1000 niet overschrijden.
3.5.6
Documentatie
E5.7
Indien een document of documenten (zoals een cognossement, een luchtvrachtbrief of een CMR/CIMvrachtbrief) bij de gevaarlijke goederen in vrijgestelde hoeveelheden aanwezig is/zijn, moet in ten minste één van deze documenten de verklaring "Gevaarlijke goederen in vrijgestelde hoeveelheden" en het aantal colli zijn opgenomen.
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
1000-PUNTENREGELING
1000-PUNTENREGELING 1.1.3.6 VRIJSTELLINGEN IN SAMENHANG MET DE VERVOERDE HOEVEELHEDEN PER TRANSPORT-EENHEID (1000-PUNTEN REGELING)
1.1.3.6
Vrijstellingen in samenhang met de vervoerde hoeveelheden per transport-eenheid
E5.7
Onder welke voorwaarden accepteert TNT Innight deze zendingen -
De verzender is verplicht zich te houden aan alle voorschriften van het ADR en andere wet- en regelgeving
-
De verzender levert de zending aan inclusief het correct en volledig ingevulde “Verklaring ADR Gevaargoed”. Een afwijkend formaat mag alleen worden gebruikt met toestemming van TNT Innight. In tweevoud: één kopie bevestigd op de zending, één kopie in de DG Envelop t.b.v. de chauffeur.
-
De verzender levert de zendingen die gevaarlijke stoffen bevatten strikt gescheiden aan van normale zendingen
E5.7
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
1000-PUNTENREGELING
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN
ACCEPTATIE VOORWAARDEN VAN TOEPASSING OP BEPAALDE STOFFEN OF VOORWERPEN
• ACCU’S & ACCUZUUR • VERF • LITHIUM BATTERIJEN • DIAGNOSTISCHE MONSTERS (UN 3373) • LEGE VERPAKKINGEN
E5.7
• GEVAARLIJKE & NIET-GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN ACCU’S & ACCUZUUR
ACCU’S & ACCUZUUR
UN-nr:
Benaming:
UN 2794
UN 2800
UN 2796
ACCUMULATOREN,
ACCUMULATOREN,
ACCUMULATOR
NAT, GEVULD MET
NAT, VAN HET
VLOEISTOF, ZUUR of
ZURE ELEKTROLYT
GESLOTEN TYPE
ZWAVELZUUR met ten
(BATTERIJEN, NAT,
(BATTERIJEN, NAT,
hoogste 51% zuur
GEVULD MET ZURE
VAN HET GESLOTEN
ELEKTROLYT)
TYPE)
elektrische stroombron
Klasse:
8 bijtende stoffen
8 bijtende stoffen
8 bijtende stoffen
295, 598
238,295,598
-
1 liter/E0
1 liter/E0
1 liter
P801, P801a
P003; P801a
P001; IBC02
Etiketten:
Bijzondere bepalingen:
Gelimiteerde hoeveelheden:
Verpakkingen
E5.7
instructies:
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN ACCU’S & ACCUZUUR
BEZONDERE BEPALINGEN (ALLEEN UN2794 en UN2800) 295
De accumulatoren hoeven niet afzonderlijk van een opschrift en een gevaarsetiket te zijn voorzien, indien de gepalletiseerde lading van het juiste opschrift en gevaarsetiket is voorzien.
598
De volgende accumulatoren zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR: a) Nieuwe accumulatoren, indien: −
zij zodanig zijn vastgezet dat zij niet kunnen glijden, omvallen en beschadigen;
−
zij van handvatten zijn voorzien, behalve indien de accumulatoren bijvoorbeeld op pallets zijn gestapeld;
−
zich aan de buitenzijde van de voorwerpen geen gevaarlijke sporen van logen of zuren bevinden;
−
zij tegen kortsluiting zijn beveiligd.
b) Gebruikte accumulatoren, indien: −
hun omhulsel geen beschadiging vertoont;
−
zij zijn beschermd tegen lekkage, glijden, omvallen en beschadigen, bijvoorbeeld door stapeling op pallets;
−
zich aan de buitenzijde van de voorwerpen geen gevaarlijke sporen van logen of zuren bevinden;
−
zij tegen kortsluiting zijn beveiligd.
Onder "gebruikte accumulatoren" worden verstaan accumulatoren die na normaal gebruik worden vervoerd voor kringloopdoeleinden (recycling). 238
a) Accumulatoren (batterijen) worden beschouwd van het gesloten type te zijn, indien zij de hieronder aangegeven vibratiebeproeving en drukverschilbeproeving kunnen doorstaan, zonder dat accumulatorvloeistof vrijkomt. Vibratiebeproeving: De accumulator wordt stevig vastgeklemd op het plateau van een vibratiemachine en blootgesteld aan een eenvoudige sinusvormige beweging met een amplitude van 0,8 mm (1,6 mm totale uitslag). De frequentie wordt gewijzigd in stappen van 1 Hz/min tussen 10 Hz en 55 Hz. De volledige reeks van frequenties wordt in beide richtingen doorlopen in 95 ± 5 minuten voor elke positie, waarin de accumulator is gemonteerd (vibratierichting). De accumulator wordt beproefd in drie posities, die loodrecht op elkaar staan (hierbij inbegrepen een positie, waarbij de vulopeningen en de ontluchtingsopeningen, voor zover aanwezig, zich in een omgekeerde positie bevinden) gedurende perioden van gelijke tijdsduur.
E5.7
b) Accumulatoren (batterijen) van het gesloten type zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, indien, het elektrolyt bij een temperatuur van 55 °C niet uit een gescheurde of gebarsten omhulling stroomt, er geen vrije vloeistof is om weg te stromen en indien de polen, in de verpakking voor vervoer, tegen kortsluiting zijn beschermd
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
P003
ACCEPTATIE VOORWAARDEN ACCU’S & ACCUZUUR
VERPAKKINGSINSTRUCTIE
P003
Gevaarlijke goederen moeten worden geplaatst in geschikte buitenverpakkingen. De verpakkingen moeten voldoen aan de voorschriften van 4.1.1.1, 4.1.1.2, 4.1.1.4, 4.1.1.8 en 4.1.3 en dusdanig worden ontworpen dat zij voldoen aan de constructievoorschriften van 6.1.4. Er moeten buitenverpakkingen worden gebruikt, die zijn vervaardigd van geschikt materiaal en van voldoende sterkte en ontwerp in relatie tot de inhoud van de verpakking en haar beoogde gebruik. Voor zover deze verpakkingsinstructie wordt gebruikt voor het vervoer van voorwerpen of binnenverpakkingen van samengestelde verpakkingen moet de verpakking zodanig worden ontworpen en geconstrueerd dat onopzettelijke ontlading van voorwerpen onder normale vervoersomstandigheden verhinderd wordt. Bijzondere verpakkingsvoorschriften: PP16
Voor UN-nummer 2800 moeten accumulatoren (batterijen) tegen kortsluiting zijn beschermd en veilig zijn verpakt in sterke buitenverpakkingen.
Opmerking 1: : Accumulatoren van het gesloten type, die voor het functioneren van een mechanisch of elektronisch apparaat nodig zijn en daarvan een integrerend bestanddeel vormen, moeten in de batterijhouder van het apparaat stevig bevestigd zijn en tegen beschadigingen en kortsluiting beschermd zijn. Opmerking 2: Voor gebruikte accumulatoren (UN-nummer 2800), zie verpakkingsinstructie P801a. P801
VERPAKKINGSINSTRUCTIE
P801
Deze instructie is van toepassing op nieuwe en gebruikte accumulatoren (batterijen) van de UN-nummers 2794, 2795 of 3028. De hierna genoemde verpakkingen zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van , behalve 4.1.1.3, en 4.1.3 is voldaan: (1) Stijve buitenverpakkingen; (2) Houten kratten; (3) Pallets. Aanvullende voorschriften: 1. De accumulatoren moeten beschermd zijn tegen kortsluiting. 2. Gestapelde accumulatoren moeten op geschikte wijze in lagen worden geplaatst, die gescheiden zijn door een laag van niet geleidend materiaal. 3. De polen van de accumulatoren mogen in geen geval blootgesteld zijn aan het gewicht van andere daarop geplaatste elementen.
E5.7
4. De accumulatoren moet zodanig zijn verpakt of vastgezet dat onopzettelijke verplaatsing wordt verhinderd. Al het gebruikte opvulmateriaal moet inert zijn.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
P801a
ACCEPTATIE VOORWAARDEN ACCU’S & ACCUZUUR
VERPAKKINGSINSTRUCTIE
P801a
Deze instructie is van toepassing op gebruikte accumulatoren (batterijen) van de UN-nummers 2794, 2795, 2800 en 3028. Accubakken van roestvrij staal of van massieve kunststof, met een inhoud van ten hoogste 1 m3 zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aan de volgende voorschriften is voldaan: (1) De accubakken moeten bestendig zijn tegen de in de accumulatoren aanwezige bijtende stoffen; (2) Onder normale vervoersomstandigheden mogen geen bijtende stoffen uit de accubakken naar buiten treden en andere stoffen (bijvoorbeeld water) mogen niet in de accubakken kunnen komen. Aan de buitenwanden van de accubakken mogen zich geen gevaarlijke resten bevinden van de in de accumulatoren aanwezige bijtende stoffen; (3) De accubakken mogen niet hoger dan hun wanden met accumulatoren worden beladen; (4) In de accubakken mogen zich geen stoffen in de accumulatoren of andere gevaarlijke goederen bevinden, die op gevaarlijke wijze met elkaar kunnen reageren; (5) De accubakken moeten: a) afgedekt zijn; of
E5.7
b) in gesloten of met dekzeil uitgeruste voertuigen of in gesloten of met dekzeil uitgeruste containers worden vervoerd.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN VERF
VERF EN VERFVERWANTE PRODUCTEN
UN-nr:
UN 1263
UN 1263
VERF (waaronder begrepen verf, lakverf, emaillak, beits, schellakoplossing, vernis, polijstmiddel, vloeibare plamuur en vloeibare lakbasis)
VERF-VERWANTE PRODUCTEN (waaronder begrepen verfverdunners en verfoplosmiddelen)
3 Brandbare vloeistoffen
3 Brandbare vloeistoffen
Bijzondere bepalingen:
163, 640, 650
163, 640, 650
Gelimiteerde hoeveelheden:
5 liter/E2,E1
5 liter/E2,E1
Benaming:
Klasse:
Etiketten:
Verpakkingen instructies:
BEZONDERE BEPALINGEN Wordt alleen geaccepteerd onder LQ of 1000-punten regeling.
E5.7
Uitzondering genoemd in ADR 2.2.3.1.5 is niet van toepassing binnen TNT Innight
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN LITIUM BATTERIJEN
LITHIUM BATTERIJEN (waaronder begrepen lithium batterijen in apparatuur en verpakt met apparatuur)
UN-nr:
UN 3090/3091 UN 3480/3481
Benaming:
BATTERIJEN MET METALLISCH LITHIUM LITHIUM-IONBATTERIJEN
Klasse:
9 Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
Etiketten:
Bijzondere bepalingen:
Gelimiteerde
188, 230, 310, 636, 661
0/E0
hoeveelheden:
Verpakkingen instructies:
Shipper’s Confirmation for ADR SP188 - Lithium
E5.7
Batteries
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN LITIUM BATTERIJEN
BEZONDERE BEPALINGEN 188
Ten vervoer aangeboden cellen en batterijen zijn niet onderworpen aan andere voorschriften van het ADR, indien zij voldoen aan de volgende voorschriften: a) het lithiumgehalte mag voor een metallisch lithium of lithiumlegering bevattende cel ten hoogste 1 g bedragen, en voor een cel met lithiumionen mag de energie-inhoud in watt-uur niet meer bedragen dan 20 Wh; b) het lithiumgehalte mag voor een metallisch lithium of lithiumlegering bevattende batterij ten hoogste 2 g bedragen en voor een batterij met lithiumionen mag de energie-inhoud in watt-uur niet meer bedragen dan 100 Wh. Lithium-ion-batterijen onderworpen aan deze bepaling moeten op de buitenmantel gemerkt zijn met de energie-inhoud in watt-uur, behalve die welke vóór 1 januari 2009 vervaardigd zijn; c) elke cel of batterij voldoet aan de voorschriften van 2.2.9.1.7 a) en e); d) cellen en batterijen moeten, behalve indien zij in apparatuur zijn ingebouwd, worden verpakt in binnenverpakkingen, die de cel of de batterij volledig insluiten. Cellen en batterijen moeten zodanig zijn beschermd dat kortsluitingen worden voorkomen. Dit omvat bescherming tegen contact met geleidende materialen binnen dezelfde verpakking, dat tot kortsluiting zou kunnen leiden. De binnenverpakkingen moeten in sterke buitenverpakkingen zijn verpakt, die overeenkomen met de bepalingen van 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.5; e) cellen en batterijen moeten indien zij in apparatuur zijn ingebouwd, zijn beschermd tegen beschadiging en kortsluiting, en de apparatuur moet met effectieve middelen zijn uitgerust om een onbedoelde activering te voorkomen. Dit voorschrift is niet van toepassing op inrichtingen die bedoeld werkzaam zijn tijdens het vervoer (radiofrequentie-identificatie (RFID)zendapparaten, horloges, sensoren, enz.) en die niet in staat zijn om een gevaarlijke warmteontwikkeling te doen ontstaan. Indien batterijen in apparatuur zijn ingebouwd, moet de apparatuur in sterke buitenverpakkingen zijn verpakt die van een geschikt materiaal zijn vervaardigd van voldoende sterkte en ontwerp in relatie tot de inhoud van de verpakking en het gebruik waarvoor deze bestemd is, tenzij er een gelijkwaardige bescherming van de batterij wordt geboden door de apparatuur waarin deze zich bevindt; f)
behalve in het geval van colli die knoopcelbatterijen ingebouwd in apparatuur (met inbegrip van printplaten), of niet meer dan vier cellen ingebouwd in apparatuur of niet meer dan twee batterijen ingebouwd in apparatuur bevatten, moet elk collo met de volgende aanduidingen zijn gemerkt: i)
een aanduiding dat het collo "lithium-metaal" of "lithium-ion" cellen of batterijen bevat, al naar gelang;
E5.7
ii) een aanduiding dat het collo met zorg moet worden behandeld en dat
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN LITIUM BATTERIJEN
ontstekingsgevaar bestaat indien het collo wordt beschadigd; iii) een aanduiding dat in geval van beschadiging van het collo speciale procedures moeten worden gevolgd met inbegrip van inspectie en zo nodig opnieuw verpakken; en iv) een telefoonnummer voor aanvullende informatie; g) elke zending van één of meer colli die overeenkomstig onderdeel f) gemerkt zijn, moet worden begeleid door een document waarin het volgende moet zijn opgenomen i) een aanduiding dat het collo "lithium-metaal" of "lithium-ion" cellen of batterijen bevat, al naar gelang; ii) een aanduiding dat het collo met zorg moet worden behandeld en dat ontstekingsgevaar bestaat indien het collo wordt beschadigd; iii) een aanduiding dat in geval van beschadiging van het collo speciale procedures moeten worden gevolgd met inbegrip van inspectie en zo nodig opnieuw verpakken; en iv) een telefoonnummer voor aanvullende informatie; h) behalve indien batterijen zijn ingebouwd in apparatuur, moet elk collo in staat zijn een valproef van een hoogte van 1,2 m in elke oriëntatierichting te doorstaan zonder beschadiging van de cellen of batterijen die zich daarin bevinden, zonder verschuiven van de inhoud zodat de batterijen (of cellen) onderling in contact komen en zonder vrijkomen van de inhoud; en i)behalve indien batterijen ingebouwd zijn in of verpakt met apparatuur, mag de bruto massa van de colli 30 kg niet overschrijden. Het hierboven en elders in het ADR gebruikte begrip "lithiumgehalte" betekent de massa van het lithium in de anode van een cel met metallisch lithium of lithiumlegering. Er bestaan aparte posities voor batterijen met metallisch lithium en lithium-ion-batterijen om het vervoer van deze batterijen voor bepaalde vervoersmodaliteiten te vergemakkelijken en de toepassing van verschillende noodmaatregelen mogelijk te maken. 230
Lithiumcellen en -batterijen mogen, ingedeeld in deze positie, worden vervoerd, indien zij voldoen aan de voorschriften van 2.2.9.1.7.
310
De beproevingsvoorschriften in subsectie 38.3 van het Handboek beproevingen en criteria zijn niet van toepassing op productieseries bestaande uit ten hoogste 100 cellen en batterijen, of op preproductieprototypen van cellen en batterijen indien deze prototypen worden vervoerd ten behoeve van beproeving, indien:
E5.7
a) de cellen en batterijen worden vervoerd in een buitenverpakking zijnde een metalen, kunststof of gelamineerd houten vat of een metalen, kunststof of houten kist en welke voldoet aan de criteria voor verpakkingsgroep I; en
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN LITIUM BATTERIJEN
b) elke cel en batterij afzonderlijk verpakt wordt in een binnenverpakking binnen een buitenverpakking en wordt omgeven door opvulmateriaal dat onbrandbaar en niet-geleidend is. 636
a) Cellen die zich bevinden in apparatuur mogen tijdens het vervoer niet zover kunnen leeglopen dat de open klemspanning daalt onder 2 volt of twee derde van het voltage van de niet ontladen cel, al naar gelang welke spanning lager is. b) Tot aan de inrichting voor tussenverwerking zijn gebruikte lithiumcellen en -batterijen met een bruto massa van niet meer dan 500 g per stuk die voor verwijdering worden ingezameld en ten vervoer worden overgedragen, al dan niet tezamen met andere niet-lithiumcellen of -batterijen, en ongeacht of zij zich in apparatuur bevinden, niet aan de andere bepalingen van het ADR onderworpen indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden: i) Er wordt voldaan aan de bepalingen van verpakkingsinstructie P903b; ii) Er bestaat een kwaliteitsborgingssysteem om te waarborgen dat de totale hoeveelheid lithiumcellen of -batterijen per transporteenheid 333 kg niet overschrijdt; iii) Colli moeten zijn voorzien van het opschrift: "GEBRUIKTE LITHIUMCELLEN”.
661
Het vervoer van beschadigde lithiumbatterijen die niet overeenkomstig bijzondere bepaling 636 voor verwijdering worden ingezameld en ten vervoer worden aangeboden is alleen toegestaan onder aanvullende voorwaarden van de bevoegde autoriteit van een Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR, die tevens kan overgaan tot erkenning van een goedkeuring verleend door de bevoegde autoriteit van een land dat geen Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR is, mits bedoelde goedkeuring is verleend in overeenstemming met de procedures die volgens het ADR of het RID van toepassing zijn. Er mogen alleen verpakkingsmethoden worden toegepast die voor deze goederen door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd. De bevoegde autoriteit kan een restrictievere vervoerscategorie of code voor beperkingen in tunnels vaststellen, die in de door haar verleende goedkeuring moet worden vermeld. Iedere zending moet vergezeld gaan van een afschrift van de goedkeuring door de bevoegde autoriteit of in het vervoerdocument moet een verwijzing naar die goedkeuring zijn opgenomen. De bevoegde autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR die goedkeuring verleent overeenkomstig deze bijzondere bepaling moet het secretariaat van de UNECE daarvan in kennis stellen, zodat deze informatie via de UNECE-website bekend kan worden gemaakt. Opmerking :Bij het verlenen van goedkeuring moeten alle aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake technische voorschriften voor het vervoer van beschadigde lithiumbatterijen in aanmerking worden genomen. Beschadigde lithiumbatterijen zijn met name:
E5.7
batterijen waarbij de fabrikant gebreken heeft vastgesteld die van invloed zijn op de veiligheid, batterijen met beschadigde of sterk vervormde behuizing, batterijen waaruit vloeistoffen of gassen lekken, of batterijen met defecten waarvan de aard vóór het vervoer naar een onderzoeksplaats niet kan worden bepaald
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN DIAGNOSTISCHE MONSTERS
DIAGNOSTISCHE MONSTERS (UN 3373)
UN-nr:
Benaming:
UN 3373
BIOLOGISCHE STOF, CATEGORIE B
Klasse:
6.2 Infectueuze stoffen (besmettelijke stoffen)
Etiketten:
Bijzondere bepalingen:
319
Gelimiteerde
0/E0
hoeveelheden:
Verpakkingen instructies:
P650
BEZONDERE BEPALINGEN
E5.7
319
Op stoffen verpakt en colli gekenmerkt in overeenstemming met verpakkingsinstructie P650 zijn geen verdere voorschriften van het ADR van toepassing.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
P650
ACCEPTATIE VOORWAARDEN DIAGNOSTISCHE MONSTERS
VERPAKKINGSINSTRUCTIE
P650
Deze verpakkingsinstructie is van toepassing op UN-nummer 3373. 1) De verpakking moet van een goede kwaliteit zijn, sterk genoeg om de schokken en belastingen die normalerwijze tijdens het vervoer worden ondervonden, te doorstaan, met inbegrip van overslag tussen voertuigen of containers en tussen voertuigen of containers en opslagplaatsen, alsmede elke verwijdering van een pallet of uit een oververpakking voor daaropvolgende handmatige of machinale behandeling. De verpakkingen moeten zodanig zijn vervaardigd en gesloten dat elk verlies van de inhoud dat onder normale vervoersomstandigheden door vibratie of door veranderingen in temperatuur, vochtigheid of luchtdruk zou kunnen optreden, wordt verhinderd. 2) De verpakking moet bestaan uit ten minste drie bestanddelen: a) een primaire houder; b) een secundaire verpakking; en c) een buitenverpakking
waarvan ofwel de secundaire verpakking, ofwel de buitenverpakking stijf moet zijn 1) Primaire houders moeten op zodanige wijze in secundaire verpakkingen zijn verpakt, dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken of worden doorboord en dat het uittreden van de inhoud in de secundaire verpakking wordt vermeden. Secundaire verpakkingen moeten in buitenverpakkingen worden vastgezet met behulp van geschikt opvulmateriaal. Bij lekkage van de inhoud mag de ongeschonden staat van de voor opvulling dienende stoffen en van de buitenverpakking niet worden aangetast. 2) Voor het vervoer moet het hieronder weergegeven kenmerk op het uitwendige oppervlak van de buitenverpakking op een achtergrond met een contrasterende kleur zijn aangebracht en het moet duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn. Het kenmerk moet de vorm hebben van een onder een hoek van 45° op een punt staand (ruitvormig) vierkant met afmetingen van ten minste 50 mm bij 50 mm; de breedte van de lijn moet ten minste 2 mm bedragen en de hoogte van de letters en cijfers ten minste 6 mm. De juiste vervoersnaam "BIOLOGISCHE STOF, CATEGORIE B" of "BIOLOGICAL SUBSTANCE OF CATEGORY B" moet met letters van ten minste 6 mm op de buitenverpakking nabij het ruitvormige kenmerk zijn aangegeven.
3) Ten minste één oppervlak van de buitenverpakking moet minimum afmetingen van 100 mm x 100 mm bezitten.
E5.7
4) De verpakking, gereed voor de verzending moet met goed gevolg de valproef in 6.3, zoals nader aangegeven in 6.3.5.2, bij een valhoogte van 1,2 m kunnen doorstaan. Na de uitvoering van de valproeven in de volgorde die van toepassing is, mag er geen sprake zijn van lekkage uit de primaire houders(s), die, voor zover voorgeschreven, beschermd moeten blijven door het absorberend materiaal, in de secundaire verpakking.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
P650
ACCEPTATIE VOORWAARDEN DIAGNOSTISCHE MONSTERS
VERPAKKINGSINSTRUCTIE
P650
5) Voor vloeibare stoffen: a)
moet(en) de primaire houder(s) vloeistofdicht zijn;
b) moet de secundaire verpakking vloeistofdicht zijn; c)
indien meerdere breekbare primaire houders in een enkele secundaire verpakking worden geplaatst, dan moeten deze hetzij afzonderlijk omwikkeld, hetzij gescheiden worden, zodat onderlinge aanraking is uitgesloten;
d) Tussen de primaire houder(s) en de secundaire verpakking moet absorberend materiaal worden aangebracht. Het absorberend materiaal moet in voldoende mate aanwezig zijn om de gehele inhoud van de primaire houder(s) te absorberen, zodat vrijgekomen vloeistof de goede staat van het opvulmateriaal of van de buitenverpakking niet zal aantasten; e) De primaire houder of de secundaire verpakking moet in staat zijn een inwendige druk van 95 kPa (0,95 bar) zonder lekkage te doorstaan. 1) Voor vaste stoffen: a)
moet(en) de primaire houder(s) stofdicht zijn;
b) moet de secundaire verpakking stofdicht zijn; c)
indien meerdere breekbare primaire houders in een enkele secundaire verpakking worden geplaatst, dan moeten deze hetzij afzonderlijk omwikkeld, hetzij gescheiden worden, zodat onderlinge aanraking is uitgesloten;
d) Indien er enige twijfel over bestaat of er al dan niet restvloeistof aanwezig is in de primaire houder tijdens het vervoer, dan moet gebruik gemaakt worden van een verpakking geschikt voor vloeistoffen, met inbegrip van absorberende materialen. 1) Sterk gekoelde of bevroren monsters: IJs, droogijs en vloeibare stikstof a)
Indien droogijs of vloeibare stikstof als koelmiddel wordt gebruikt, zijn de voorschriften van 5.5.3van toepassing. Indien ijs wordt gebruikt, moet dit buiten de secundaire verpakkingen of in de buitenverpakking of een oververpakking worden aangebracht. Om de secundaire verpakkingen in de oorspronkelijke positie te houden, moet voor inwendige ondersteuning worden gezorgd. Indien ijs wordt gebruikt, moet de buitenverpakking of oververpakking vloeistofdicht zijn.
E5.7
b) De primaire houder en de secundaire verpakking moeten hun goede staat behouden bij zowel de temperatuur van het gebruikte koelmiddel als de temperaturen en drukken die het gevolg kunnen zijn van het wegvallen van de koeling.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN LEGE VERPAKKINGEN
LEGE VERPAKKINGEN
BEZONDERE BEPALINGEN 1.1.3.5
Vrijstellingen in samenhang met ongereinigde lege verpakkingen Ongereinigde lege verpakkingen (met inbegrip van IBC’s en grote verpakkingen), die stoffen van de klassen 2, 3, 4.1, 5.1, 6.1, 8 en 9 hebben bevat, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, indien geschikte maatregelen zijn genomen, om mogelijke gevaren uit te sluiten.
E5.7
Deze gevaren zijn uitgesloten indien geschikte maatregelen zijn genomen om alle gevaren van de klassen 1 t/m 9 op te heffen.
ACCEPTATIE
VALUE ADDED SERVICE DANGEROUS GOODS
ACCEPTATIE VOORWAARDEN AFVALSTOFFEN
GEVAARLIJKE & NIET-GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN Afvalstoffen zijn gedefinieerd in Europese Afvalstoffenlijst (EURAL) -
Afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten Afvalstoffen geen gevaarlijke afvalstoffen bevatten
BEZONDERE BEPALINGEN
E5.7
Niet toegestaan MITS in overleg afdeling QHSE