NOTEN en BRONNEN Bestuurlijke bevoegdheden in dertig privileges 1 Wet van 19 juni 2014, St. bld 252. 2 Aan de hand van de oorkonden in de bestaande verzamelingen: C.R. Schoute, Chronologisch register charters Schoonhoven 12711804 (Schoonhoven 1984); H.A. Verhoef, Verzameling charters en officiële stukken van Schoonhoven en omgeving (z.j., Schoonhoven); ibidem, www.hogenda.nl. met enigszins afwijkende inhoud; C.C.J. Lans, Privilegiën, ordonnantiën en overeenkomstige acten betrekking hebbende op de Krimpenerwaard, (Den Haag 1993); F. van Mieris, Groot charterboek der graaven van Holland van Zeeland en heeren van Vriesland (Leiden 1753) 4 dln; H. van Berkum, Beschryving der Stadt Schoonhoven (Gouda 1762); J.C.M. Cox en R. Kappers, Stadsrechtprivileges en handvesten van Schoonhoven 1280-1401 (Alkmaar/Schoonhoven 2006). 3 J.V. Rijpperda Wierdsma, Politie en justitie. Een studie over Hollandschen staatsbouw tijdens de Republiek (Leiden 1937) 223, met verwijzing naar Hugo de Groot. 4 In 1321 vraagt Jan van Beaumont per brief de poorters van Schoonhoven ‘... ende uwe poirt bestaen te maken als ghij best moecht’, hertaald: ‘en te beginnen met de bouw van uw poort zo goed als u kunt’. Vooralsnog is onduidelijk wat Beaumont hiermee bedoelt; de poort is mogelijk de stad, maar misschien ook de Haven. OAS inv.nr. 852, vidimus. Druk: W. Prevenier, J.G. Smit, Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544, ‘s-Gravenhage 1987, dl 1: 12761433, nr.38. 5 R.A. van Uytven, ‘’Poort’. Une contribution a la lexicographie urbaine’, Villes et campagnes au moyen age (1991) 747-762; J. van Loon De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’ (Gent 2000) 127-141. 6 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven, meer dan 725? Stadsrechten als ontwikkelingsproces in drie stappen’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard (HEK) 30 (2006) 21-34, alinea’s 10, 11 en 12 gaan uit van het bestaan van het hoge gerecht; Van Kats werd er op dat moment niet mee beleend, er werd slechts een uitzondering in het strafrechtproces geregeld. 7 Kappers, Mentink, ‘Schoonhoven 725’, par. 5.3. 8 OAS 189; Kappers, Mentink, ‘Schoonhoven 725’, alinea 20. 9 Uit de literatuur blijkt dat ‘fossatum’ gegraven of vergraven water is in combinatie met bijbehorende dijk of kaden. Het zou hier dus kunnen slaan op de loop van de Zevender die uitmondt in de Lek. Dat moet al op dat moment via een uitwateringssluis gaan door de ‘Korte Dam’ met bijbehorende kaden. R.P. de Graaf, Oorlog om Holland, 1000-1375 (Hilversum 1976) 100: ‘...fossa in
268
Noten en bronnen
klassiek Latijn “gracht, sloot” betekent, maar in de middeleeuwen ook door “dijk” mag worden vertaald” . Verderop 102: “... is geconcludeerd dat fossae wel degelijk met dijken moet worden vertaald, zonder evenwel uit te sluiten dat deze dijken mogelijk voorzien waren van waterloop of vaart”; R. Rentenaar, ‘Dam en Dijk in nederzettingsnamen’, in: D.P. Blok, Datum et actum: opstellen aangeboden aan Jaap Kruisheer ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag (Amsterdam 1998) 357-76, aldaar 375; J.C. Visser, Schoonhoven. De ruimtelijke ontwikkeling van een kleine stad in het rivierengebied gedurende de middeleeuwen (Assen 1964). 10 OHZ IV nrs. 1977, 1985, ook www.historici.nl; Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, III 1281 augustus 22, IV 1281 oktober 29, met vertalingen. 11 J.W.J. Burgers, Registers van de Hollandse grafelijkheid 12991345, www.historici.nl (Den Haag 2014) AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 28r, nr. 142 (wrs. 1325 aug. 1-1331 juli 23, naar A) (rka: AGH 289 was EL 6); Druk: F. van Mieris, Groot charterboek der Graaven van Holland van Zeeland en Heeren van Vriesland II (Leiden 1753)16, (ref. EL 6 en EL 24). 12 Van Mieris II, 82. 13 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven ‘vrije stede’ !? De stadsrechtoorkonde van 4 mei 1322: tekst, strekking en inhoud’, ter publicatie aangeboden, par. 6.6. 14 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.13. 15 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.9, 6.10. 16 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven en haar vroegste bestuur vóór 1280 tot 1322’, elders in deze uitgave. 17 H. Spangenberg, Vom Lehnstaat zum Ständenstaat (MünchenBerlijn 1912) 25. Vertaling, de auteurs. 18 G.J. Lugard jr., ‘De zegels en het wapen van Schoonhoven’ in: E.C.M. Leemans-Prins, Zegels en wapens van steden in ZuidHolland (‘s-Gravenhage 1966) 241-248. De beschrijving van de beeltenis op het zegel behoeft herziening; J.J. Grolle, De muntslag van de graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434 (Amsterdam 2000) 9, 87. M.J. van Gent, Pertijelike saken. Hoeken en Kabeljauwen in het Bourgondisch-Oostenrijkse tijdperk (’s-Gravenhage 1994) 490. 19 W. Prevenier en J.G. Smit, Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544 (‘sGravenhage 1987) dl. I, nr. 45. 20 H. Kokken, Steden en Staten. Dagvaarten van steden en Staten van Holland onder Maria van Bourgondië en het eerste regentschap van Maximiliaan van Oostenrijk (1477-1494) (Den Haag 1991) 139. 21 Dagvaarten Holland, I, p. XIII, XIV.
22 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.6.4 Landsheerlijk-rechtelijk; Gerh. J. Lugard jr., In vier kwartier door Schoonhoven’s historisch revier (Schoonhoven 1938, 1949) 16, vermeldde dat Schoonhoven voor 1441 niet ter dagvaart werd opgeroepen maar door haar heer op de dagvaart gerepresenteerd werd. Dit blijkt onjuist; onze tellingen in Dagvaarten Holland tonen inmiddels anders aan; Tot 1515 omdat ‘Dagvaarten Holland’ na 1515 (nog) niet verschenen is. 23 J.G. Smit e.a., Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten van Zeeland, 1318-1572, I, p. IX; Dagvaarten Holland, I, p. XII-XIV, XXI; Kokken, Steden en Staten. 24 Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XI 1356 dec 4; afschrift in AG Blois inv.nr. 1, fol. 89v en inv.nr. 2 fol.10; Druk: Van Mieris III 9, 10; Verhoef, Charters Schoonhoven, www.hogenda.nl. 25 Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XII 1356 dec 4; afschrift in AG Blois inv.nr. 2 fol. 9v; Verhoef, Charters Schoonhoven, www.hogenda.nl. 26 Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XIII 1356 dec 4; afschrift in AG Blois inv. nr. 1, fol. 89/v; Verhoef, Charters Schoonhoven, www.hogenda.nl. 27 Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XIV 1367 juli 4; Verhoef, Charters Schoonhoven, www.hogenda.nl. 28 OAS 2270-1; Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XVIII 1395 juli 1. Met dank aan Bart Ibelings voor de interpretatie. 29 OAS 741; Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, XXI 1399 jan 5. 30 OAS 776; Van Berkum, Schoonhoven, 55. 31 OAS 220; Verhoef, Charters Schoonhoven, 69; druk Van Mieris IV, 175. 32 Verhoef, Charters Schoonhoven, 71, ref. NA, AGH inv.nr. 205 f.3v. (voorheen inv. nr. 309. Memoriaal B.A. Cas R) fol. 3v. Ook www. hogenda.nl.; Van Gent, Pertijelike saken, 490. 33 OAS 221; Verhoef, Charters Schoonhoven, 86; Van Gent, Pertijelike saken, 491. 34 J.G. Smit (bewerker), Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544 dl. II (Den Haag 2005) 170-173, nrs. 214, 215. De oproep aan Schoonhoven: Kokken, Steden en Staten, 107 noot 66. De vroegste vermelding ‘Staten generaal’ of ‘generale staten’ komt naar voren via de indices van Dagvaarten Holland dl. II, lemma ‘Staten Generaal’: dat is de oproep van 1441. Dagvaarten Holland, dl. II, nr. 962 zegt aldaar ‘de eerste bijeenkomst van de Staten-Generaal’, zo ook in Dagvaarten Zeeland, dl. 1, p. XI, XIII. Beide vermeldingen gaan ons inziens onterecht voorbij aan de bijeenkomst van 1441. 35 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.6.4, Landsheerlijk-rechtelijk. 36 OAS 1129, fol. 134; J.C. Visser, Schoonhoven. De ruimtelijke
ontwikkeling van een kleine stad in het rivierengebied gedurende de middeleeuwen (Assen 1964) 152; C.R. Schoute, Het stadhuis van Schoonhoven (Schoonhoven 1977); C.R. Schoute, ‘De hoge rechtsgebieden in de Krimpenerwaard’, HEK 21 (1991) 38; Dagvaarten Holland II, Index, Gerrit van Poelgeest. 37 OAS 222; Verhoef, Charters Schoonhoven, 20 juni 1480; afschrift ADN Lille, Rekk. B 1702 f.5; Van Gent, Pertijelike saken, 491. 38 Stede boeck of stadsboek. Deze archiefomschrijving stelt B. Ibelings voor in plaats van de in de 20ste eeuw in zwang gekomen aanduiding ‘poorterboek’. Het betreft een gecombineerd poorter- en weesboek, resp. OAS inv. nrs. 1129 en 2405, het laatste met een eigen oude fol.: f.1 op f. 112 nieuw. Maar het is meer dan dat, er staan bijv. ook oorkonden in afgeschreven, verhuringen van stadsgoederen, opgelegde strafbedevaarten enz. Het is daarmee een fraai voorbeeld van een aanvankelijk nog ongedifferentieerde stadsadministratie. Op f. 31 wordt in een akte uit 1430 ook letterlijk gesteld: geschreven in ‘onser stede boecken vanden pappier’ (de groot formaat bladen zijn van papier, niet van perkament). Zie B. Ibelings, ‘Zieken-, ouderen- en armenzorg te Schoonhoven in de middeleeuwen’, HEK, 37 (2013) 20-34. 39 Lans, Privilegiën Krimpenerwaard, akte nr. 948, naar NA, Grafelijkheidsrekenkamer, registers nr. 9 f. 26 dd. 21 april 1539; ibidem, NA akten nr. 86, afschrift naarin NA, HS 3de afd, inv.nr. 747, f.81, ZuidHolland Handschriften nr. 747, Privilegeboek A van Schoonhoven. 40 Schoute, ‘Hoge rechtsgebieden’ 25-52, meent ook dat het land van Blois al vóór 1539 een eigen rechtbank gehad moet hebben, gevormd door de (mans)mannen. Schoute meent echter ten onrechte dat deze al vóór 1539 voorgezeten werden door de baljuw van Schoonhoven. Het land van Blois had vóór 1539 blijkens deze oorkonde van 1539 een eigen ‘baljuw van Blois’. 41 Lans, Privilegiën Krimpenerwaard, 241, NA afd. Zuid-Holland, Handschriften nr. 747, Privilege Boek Schoonhoven A, ed. Woel, ca. 1700, (PBS A) akte nr. 89; Van Berkum, Schoonhoven, 483-487. 42 OAS 207a, 207b: beide boeken met afschriften van de ordonnanties van Schoonhoven zijn apart gemaakt, mogelijk voor een ander doel of voor andere heren? Vergeleken bestaat er verschil; Druk: Van Berkum Schoonhoven, 125-265 (aanvullingen 283-292 uit 1630 en 1644). Onduidelijk is van welk afschrift Van Berkum gebruik maakte; NA, HS 3e afd. (voorheen afd. Zuid-Holland), Handschriften nr. 746, ‘Ordonnancie en statuten der stede van Schoonhoven de anno 1557’, druk/eigen uitgave: Lans, Privilegiën Krimpenerwaard, 436-491. Onduidelijk is hoe de samenhang of de volgorde is van de genoemde afschriften OAS 207a, b en Handschriften nr. 746; SAMH toeg.nr. NT 3322: H. van der Molen gaf in 1995 in eigen beheer een typoscript uit, met inhoudsopgave. Dit is een compilatie van OAS 207 a en b zonder aanduiding
Noten en bronnen
269
wat uit a of uit b is overgenomen. 43 OAS 927. 44 Lans, Privilegiën Krimpenerwaard, Privilegie Boek Schoonhoven A, akte nr. 146. 45 Lans, Privilegiën Krimpenerwaard, 729 Familie archief Alkemade van der Schelling nr. 2, fol. 89v, akte nr. 763. 46 NA afd. Z-H, handschr. nr. 747, Privilegie Boek Schoonhoven, B, fol.46v, in: Lans, Krimpenerwaard, nr.241. Brieven Willem van Oranje, nr. 10061, www.historici.nl. 47 Rechterlijk Archief Schoonhoven, inv. nr. 2294; Verhoef, Charters Schoonhoven www.hogenda.nl, 135. (In het kopregest 18 april i.p.v. 13 april) 48 J. Ph. de Monté Verloren en J.E. Spruit, Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling (Deventer 2000) 249. Schoonhoven: nieuw onderzoek naar haar vroegste bestuur, vóór 1280 tot 1322 1 Met dank aan Bart Ibelings, middeleeuws historicus, voor zijn kritische opmerkingen en zijn aanvullingen. 2 Gerh. J. Lugard jr., In vier kwartier door Schoonhoven’s historisch revier (Schoonhoven 1938). 3 F.W.N. Hugenholtz, ‘Het ontstaan van de stad Schoonhoven’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard (HEK), 6 (1981) 73-86, aldaar 78. 4 Gouda, Streekarchief Midden Holland (SAMH), Oud archief Schoonhoven Ac 1011 inv. nr. (OAS) 207a Privilegeboek 1557; ibidem. OAS 207b, Privilegeboek 1557; druk: H. van Berkum, Beschryving der Stadt Schoonhoven (Gouda 1762) 124-266. De afschriften in deze twee privilegeboeken 207a en 207b, zijn verschillend maar overlappen elkaar deels. Ze bevatten meer informatie dan Van Berkum. Structuur wordt gevormd door de organen van het bestuur, de bestuurders daarin, hun onderlinge relaties. 5 P. Muilwijk, ‘Vijf eeuwen stadsbestuurders van Schoonhoven (1297-1795)’, Gens Nostra 44 (1989) 134-202. N.B. zonder noten, met summiere bronvermeldingen. 6 H. van der Linden, De Cope. Bijdrage tot de rechtsgeschiedenis van de openlegging der Hollands-Utrechtse laagvlakte (Assen 1956) 4-13, 248; C. Dekker, Het Kromme Rijngebied in de middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie (z.p. 1983); A.L.P. Buitelaar, De Stichtse ministerialiteit en de ontginningen in de Utrechtse Vechtstreek (Hilversum 1993); K. Kuiken, ‘Copers’ of krakers? Een bijdrage aan het ontginningsdebat’ Holland historisch tijdschrift 38 (2006). 7 J.C.M. Cox, “Hebbende privilege van stede”. De verlening van
270
Noten en bronnen
stadsrechtprivileges in Holland en Zeeland (13e - 15e eeuw), (Den Haag 2011) 19. Stadsrechtoorkonde: een oorkonde van de lands- of stadsheer waarbij deze aan een nederzetting stadsrecht verleent dan wel dit recht bevestigt, hernieuwt, uitbreidt of beperkt. Stadsrecht: stelsel van rechten en plichten waarmee de stad juridisch-bestuurlijk autonomer wordt ten opzichte van het omringende platteland en/of ten opzichte van de lands- of stadsheer; B. de Keijzer, ‘De repertoria op de leenkamers in het graafschap Holland’, in: Zuidhollandse genealogieën, (Rotterdam 1986) 68-71. Ook www.hogenda.nl. Verleibrief: oorkonde waarin overdracht van leengoed wordt vastgelegd. 8 J.W.J. Burgers, Registers van de Hollandse grafelijkheid 12991345, www.historici.nl (Den Haag 2014); H.A. Verhoef, Bloise rekeningen. Transcripties van de Bloise rekeningen, ca. 1300 tot 1397, aanvullend op de transcripties van Schmidt Ernsthausen (Schoonhoven 2009), ook www.hogenda.nl; ibidem Archief van de Graven van Bloys, Inv.nr.1 (Schoonhoven 2006); J.C.M. Cox, R. Kappers, Stadsrechtprivileges en handvesten van Schoonhoven 1280-1401 (Alkmaar / Schoonhoven 2006); C.J.J. Lans, Privilegien, ordonnantien en overeenkomstige acten betrekking hebbende op de Krimpenerwaard (Den Haag 1993); ibidem Hoge Vierschaar Blois (1552-1801) (Den Haag nov. 1990); ibidem Convent van de Regulieren in de Hem buiten Schoonhoven (Den Haag mei 1990), ook www.hogenda.nl; J.C. Kort, ‘Leenkamers van de Graven van Blois, 1282-1650’ Ons Voorgeslacht (1984-’85) 33-46, 132-143, 377-389, 494-525; A.A.M. Schmidt Ernsthausen, Inventaris Graven van Blois, (Den Haag 1982); H.A. Verhoef Verzameling charters en officiële stukken van Schoonhoven en omgeving (Schoonhoven s.a). 9 www.Hogenda.nl, www.Historici.nl 10 Cox, Privilege van stede; J.C.M. Cox, Repertorium van de stadsrechten in Nederland. “Quod vulgariter statreghte nuncupatur”, (Den Haag 2005); R. Rutte, H. van Engen, Stadswording in de Nederlanden. Op zoek naar overzicht, (Hilversum 2005); C.L. Hoogewerf, Het Haarlemse stadsrecht (1245). Inleidende beschouwingen, tekst, vertaling en artikelsgewijs commentaar (Amsterdam 2001); J. van Loon, De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’, proefschrift UvG (Gent 2000); Kuiken, ‘Copers’, 97-101. 11 F. Lucht, Het ontstaan van Leiden. Over de burggraaf, de ontginning, de opwas, het stadsrecht (Leiden 2012) 33, 167. 12 1280, OAS 189; 1300, J.W.J. Burgers, Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345, www.historici.nl (Den Haag 2014) AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 28r, nr. 142 (wrs. 1325 aug. 1-1331 juli 23, naar A) (rka: AGH 289 was EL 6); Druk: F. van Mieris, Groot charterboek der Graaven van Holland van Zeeland
en Heeren van Vriesland II (Leiden 1753)16, (ref. EL 6 en EL 24); 4 mei 1322, OAS 911; 4 juli 1322, OAS 203-1, OAS 203-2; 29 maart 1309, Van Mieris II, 82. R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven, meer dan 725? Stadsrechten als ontwikkelingsproces in drie stappen’, HEK 30 (2006) 21-34; Ibidem, ‘Stedelijke autonomie. Keurrecht voor Schoonhoven, gegeven door Jan van Beaumont met de stadsrechtoorkonde van 4 juli 1322’, HEK 34 (2010) 33-46; Ibidem, ‘De stadsrechtoorkonde van 4 mei 1322: Schoonhoven ‘vrije stede’ !? Tekst, strekking en inhoud’, ter publicatie aangeboden; Ibidem, ‘De stadsrechtoorkonde van 21 augustus 1300. Schoonhoven ‘besloten stede’, publicatie in voorbereiding; Ibidem, ‘De verleibrief van 29 maart 1309’, publicatie in voorbereiding. 13 J.V. Rijpperda Wierdsma, Politie en justitie. Een studie over Hollandschen staatsbouw tijdens de Republiek (Zwolle 1937). Politie en justitie tezamen duiden (rka: vanaf eind 15de eeuw, met de opkomst van geschoolde juristen, tot) vóór 1795 het gehele overheidsbedrijf aan. Tegenover Justitie gesteld betekende Politie alles wat geen rechtspraak was: wetgeving en bestuur. Politie en justitie omvatte ook wat later ‘administratie en rechter’ is genoemd’; J.Ph. de Monté Verloren en J.E. Spruijt, Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling (7de druk; Deventer 2000) 206, 289. 14 Rijpperda Wierdsma, Politie en justitie, 30, 209, 250, 297. Wij vermijden in dit artikel het gebruik van ‘bestuursorgaan’ omdat dit begrip als kern verbonden is aan de Algemene Wet Bestuursrecht van 4 juni 1992. 15 Van der Linden, De Cope, 4-13, 248; Dekker, Het Kromme Rijngebied; Buitelaar, Stichtse ministerialiteit.. 16 Rijpperda Wierdsma, Politie en justitie, 63, 65, 128. 17 Monté Verloren, Spruijt, Hoofdlijnen, 107, 172-176; Van der Linden, De Cope, 318-320. De ‘opdracht uit eigen’ van allodiaal goed en teruggave als leen is hier ook in begrepen. 18 Kuiken, ‘Copers’. Kuiken laat zien dat het begrip ‘vrijheid’ voor meer uitleg vatbaar is. Hij tekent tevens aan dat het begrip ‘vrijheid’ wel eens beter belicht mag worden. 19 Van der Linden, De Cope, 120-159; Rijpperda Wierdsma, Politie, 209-249 20 Kappers, Mentink, ‘Meer dan 725’, alinea 9. 21 Kappers, Mentink, ‘Meer dan 725’; C.R. Schoute, ‘De hoge rechtsgebieden in de Krimpenerwaard’, HEK 21 (1996) 25-52. Van de overige ‘goederen’ die erbij horen krijgen we pas een indruk in 1356 als de oudste ‘Bloise rekening’ van Jan van Blois wordt opgemaakt, en uit de leenkamers van de graven van Blois. Een totaaloverzicht van het goed is tot heden niet gepubliceerd. Wal-
ler Zeper, Jan van Henegouwen, heer van Beaumont. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlanden in de eerste helft der veertiende eeuw (‘s-Gravenhage 1914) 470, bijlage V; J.C. Kort, ‘Leenkamers van de Graven van Blois, 1282-1650’, Ons Voorgeslacht (19841985) 33-46, 132-143, 377-389, 494-525. 22 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, alinea 7. 23 OAS 1562 24 Schoute, ‘Hoge rechtsgebieden, 25-52; Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’. 25 A.S. de Blécourt, Kort begrip van het oud-vaderlands burgerlijk recht (7de druk; Groningen 1967) 183. 26 OAS 1129, fol. 32v, 43 v, 44, 65, uit H.A. Verhoef, transcripties www.Hogenda.nl. ‘Ordonnanties’ (helaas incompleet). In 1432 was Margaretha van Bourgondië ‘vrouwe van Schoonhoven’, na 1441 was Philips van Bourgondië heer van Schoonhoven. 27 R. Kappers, D. Mentink, ‘Bestuurlijke bevoegdheden in dertig privileges’, eerder in deze bundel, privilege nr. 24 (en bijbehorende noten). 28 Kappers, Mentink, ‘Meer dan 725’, alinea 4, waar we nog schreven ‘... zo groot en zo geheel en al als heer Hugo Botter haar dat tot lijftocht had gemaakt’. 29 J.C. Visser, Schoonhoven. De ruimtelijke ontwikkeling van een kleine stad in het rivierengebied gedurende de middeleeuwen (Assen 1964) 32; B. de Keijzer, ‘Kastelen in de Krimpenerwaard e.o.’, HEK 29 (2005) 97-117. 30 MNW, lemma ‘lijftocht’ sub. 2. Lijftochtsgoed: De Blécourt, Oud-vaderlands burgerlijk recht, 242-244; minre helft: De Keijzer, ‘Leenkamers’, 69. J.A.M.Y. Bos-Rops, ‘De Hollandse douarie van Johanna van Brabant (1322-1413).’ Een voorbeeld van middeleeuwse betalingspraktijken, Historisch Tijdschrift Holland 24 (1992) 78-93. 31 Kappers, Mentink, ‘Meer dan 725’, alinea’s 19, 20. 32 O. van den Arend, Zeven lokale baljuwschappen in Holland (Hilversum 1993) 17; Lugard, Vier kwartier, 13, meent ten onrechte dat hier sprake zou zijn van de ‘schout’; ten onrechte omdat het hier gaat over ‘hoge rechtspraak’. 33 Het is feitelijk de tweede maal in de bronnen dat in relatie tot Schoonhoven het begrip ‘stede’ werd gebruikt. De eerste maal, op 30 september 1297 (OHZ nrs. 3327-3328) is echter voor tweeërlei uitleg vatbaar. De graaf en de bisschop kwamen toen overeen om zo nodig ‘binnen Schoenhouen iof binnen eenre andre ghemeenre stede’ te zullen vergaderen. Ons inziens werd ‘stede’ hier gebruikt in de betekenis van ‘lokatie, plek of plaats’ waar vergaderd zou worden, en niet in de betekenis van hetgeen wij later onder ‘stad’ zijn gaan begrijpen. Zie J. van Loon, De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’ (Gent 2000) 19 e.v.
Noten en bronnen
271
34 Burgers, Registers grafelijkheid, AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 28r, nr. 142 (wrs. 1325 aug. 1-1331 juli 23, naar A) (rka: AGH 289 was EL 6), www.historici.nl. Druk: Van Mieris II, 16, (ref. EL 6 en EL 24). 35 Het begrip ‘besloten stede’ is in de literatuur tot heden onbelicht, evenals het begrip ‘vrije stede’. Beide typen steden hebben echter verschillende rechten. Zie bijvoorbeeld het Placaet van Karel V van 13 april 1551, art. VIII en XIII. Zie ook: plakkaat van de Staten van Holland en Westfriesland van 16 dec 1595, dat stelt: “tot onsen grooten leetweesen zijn verneemende dat binnen de voorsz. landen, so wel in besloten Steden, als in de opene plaetsen ende ten plattelande, de Inghesetenen grootleicks worden beschadicht, deur de seer groote meenichte van dieverijen die daghelicx zijn gebeurende...’. Vrije steden hebben andere rechten dan ‘poorten’ waar poorters wonen die ‘poortrecht’ genieten: J.A.M.Y. Bos-Rops, e.a. Holland bestuurd Teksten over het bestuur van het Graafschap Holland in het tijdvak 1299-1567 (Den Haag 2007; ook www.historici.nl) 47 ‘Keizerin Margaretha verleent op 10 mei 1346 hantvesten aan de goede lieden van Zuidholland die woonachtig zijn buiten de vrije steden en de vrije heerlijkheden’ en de keizerin onderscheidt die vrije steden van poorten met poorters die poortrecht genieten; Van Berkum, Schoonhoven 278-283 (rechtszaak tegen Nieuwpoort over terecht staan in ‘vrije steden’); Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’. Inwoners: volgens berekening van Visser woonden er in 1300 circa 500 inwoners in Schoonhoven. J.C. Visser, ‘Dichtheid van de bevolking in de laat-middeleeuwse stad’, Historisch geografisch tijdschrift (1985) 10-21. 36 D.L. Roth, Ene stille waerheyt van sware dingen. Historische opstellen betreffende de Zeeuwse geschiedenis en haar Hollandse en Vlaamse context, 1245-1305 ( Delft 2007) 251-270, met name 258, 263-266. 37 Cox, Privilege van stede, 19, definitie Stadsrechten: een stelsel van rechten en plichten van de stad door de lands- of stadsheer bij wijze van privilege verleend, overwegend in de vorm van een gezegelde stadsrechtoorkonde- met als essentieel element dat de plaats daardoor bestuurlijk-juridisch autonoom wordt ten opzichte van het omringende platteland en het aldaar geldende gewoonte- of landrecht en tevens semi-autonoom ten opzichte van de lands- of stadsheer. Stadsrecht-oorkonde: een oorkonde van de lands- of stadsheer waarbij deze aan een nederzetting stadsrecht verleent dan wel dit recht bevestigt, hernieuwt, uitbreidt of beperkt. 38 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’ par. 6.6.3, Leenrechtelijk. Wij vonden deze zinsnede in ons onderzoek als de contemporaine uitdrukking bij de huldiging van de leenheer.
272
Noten en bronnen
39 Roth, Stille waerheyt, 250-350; R.P. de Graaf, Oorlog om Holland 1000-1375 (Hilversum 1996) 151-209. 40 Roth, Stille waerheyt, 325-327. 41 Roth, Stille waerheyt, 236, 237, 258, 259; Van Mieris II 83. 42 C. Glaudemans, Om die wrake wille. Eigenrichting, veten en verzoening in laat-middeleeuws Holland en Zeeland, Hollandse Studiën 41 (Hilversum 2004) 16-19, 21, 25-27, 48-65, 93-112, 249-270. 43 Aankomsttitel: wijze van verkrijging door de eigenaar. Van Mieris II, 82; Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven 1280-1401 (Alkmaar/Schoonhoven 2006) 1309 maart 29; Regest Waller Zeper, p.65: bijlage II nr. 12; R. Kappers, 700 jaar geleden: Jan van Beaumont, heer van Schoonhoven. Waarom, hoe, het belang en wanneer? HEK 33 (2009) 1-10. 44 Kappers, Mentink, Vrije stede, par. 6.2 Het motief. ‘...uw poert bestaen te maken...’ werd in vroegere hertalingen weergegeven als ‘.. doorgaan met het bouwen van uw poort.’ Echter, ‘bestaen te maken’ betekent te beginnen met iets. Zie ook het bestek van het maken van de wallen rond Schoonhoven. Th.M. Elsing, Mr. Adriaen Anthonisz en de 16e eeuwse wallen van Schoonhoven, HEK 1993, 11-24, aldaar 18; MNW, lemma ‘bestaen’. Aangezien ‘de poort van Schoonhoven’ al sinds minstens 1280 bestond, moet hier iets ander ‘begonnen’ worden. De bouw van de stenen kademuren van het Gat van de Haven en de Voorhaven, en de bekleding met natuursteen dateert van 1300-1350. Ook de totale bouw van de muur om Schoonhoven dateert van deze periode. Vriendelijke mededeling Ben Peltenburg, Jan Verhoeven en Hennie Verhoef, van de Archeologische werkgroep Schoonhoven n.a.v. ‘Van Melkgat tot Gapenburg’, het archeologisch onderzoek van de kademuren van Schoonhoven, 2000-2001, en n.a.v. de onderzoekingen van de stadsmuur en muurtorens in de periode 1984-2014. 45 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.2 Het motief. 46 Het economisch belang blijkt uit de talloze malen dat deze oorkonde vanwege deze tolvrijdom werd afgeschreven en bewaard in allerlei stedelijke en andere archieven inzake kwesties met betrekking tot de tol. Kappers, Mentink ‘Vrije stede’, bijlage 1, Tekstoverlevering oorkonde 4 mei 1322. 47 J.G. Smit, Vorst en onderdaan. Studies over Holland en Zeeland in de late middeleeuwen (Leuven 1995) 4; Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’; F. Lugt, Het ontstaan van Leiden. Over de burggraaf, de ontginning, de opwas, het stadsrecht (Leiden 2012) 159. Het begrip ‘vrije stede’ is in de literatuur onderbelicht, evenals het begrip ‘vrijheid’; Kuiken, ‘Copers’. 48 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.6. Een voorbeeld van het al dan niet aanvaarden van pretendenten is de successiekwestie
tussen Jacoba van Beieren en haar oom Jan van Beieren waarbij sommige vrije steden Jacoba huldigden en anderen Jan van Beieren. 49 A.J. Kölker, Haastrecht. Hoofdstukken uit het ontstaan en de ontwikkeling van ‘die Steede ende Landen van Haestregt’ tot het begin van de 19e eeuw (Dordrecht 1974); C. Hoek, ‘Lenen van de proosdij van Oud-munster, gelegen in de provincie Zuid-Holland, 1239-1661’, Ons Voorgeslacht 35, 37, 38, 43 en 44 (1980, 1982, 1983, 1988 en 1989) leen nr. 8, ‘De heerlijkheid van Haestrecht met gerecht, tijnzen en tienden, te land en te water, en de leenmannen’; G. den Hartog, H.P.J. Keukelaar, D. Teeuwen, De Hoge Heerlijkheid Langerak (Goudriaan 2001); J.C. Kort, ‘Vervalsing van een leenhof: een leen van Gerard van Voorn, 1317-1636’, Ons Voorgeslacht 39 (1984) 408-410; Van Mieris II 393, Hertog Willem vergroot de douarie van Margaretha van Bourgondie o.m. met nr. 5. ‘item, onse lande van Haestregt met allen sijn toebehoren’; vergelijk ook, F. Lugt, Het goed van Oegstgeest (tweede druk; Leiden 2009/2010) 135. 50 Lans, Privilegien, 377, akte 180; Van Berkum, Schoonhoven, 278-283; H.H. Diederiks, ‘Rechten van Nieuwpoort in het geding’, Holland historisch tijdschrift (1970) 141-144. 51 Lugt, Leiden, 167. Lugt geeft als aanvulling op de definitie van stadsrecht van Cox Privilege van stede ‘(...) enkel voor deze stad geldende aanvullingen op, en afwijkingen van overigens geldend recht. Voor zover geen bijzondere bepaling uit het stadsrecht van toepassing was hield het overige recht gelding.’ 52 Monté Verloren, Hoofdlijnen 202-204. 53 Monté Verloren Hoofdlijnen 225, 226. 54 Marie-Charlotte Le Bailly, Recht voor de Raad. Rechtspraak voor het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland in het midden van de vijftiende eeuw (Hilversum 2001) 76-78. 55 Glaudemans, Wrake wille, 46-65, 106-115, Middelnederlands Woordenboek, CD-Rom, SDU, ’s-Gravenhage, 1998 (MNW), lemma ‘vrede’. 56 MNW, lemma ‘genomen’ zie ‘genoemen’, verwijzing ‘genoemt’: uitdrukkelijke genoemd, dus ook bepaald; K. de Vries, Bijdrage tot de kennis van het strafprocesrecht in de Nederlandse steden benoorden Maas en Schelde voor de vestiging van het Bourgondische gezag (Groningen 1955) 226: ‘genomen vrede’ is door de overheid, c.q. het stadsbestuur, gemaande vrede. Mw. C. Glaudemans meent dat de zinsnede over de ‘genomen vrede’ in de stadsrechten van Schoonhoven de gewone opgelegde vredelegging door de vredemakers of de handvrede door amokmakers betreft. Hier is naar haar mening zeker niet bedoeld een ‘genomen vrede’ die is opgelegd door een rechtbank. Vriendelijke mededeling e-mail 30-12-2013. Met dank, rka/dm.
57 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.6.3, Leenrechtelijk. 58 OAS 203.1; Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges Schoonhoven, 4 juli 1322, transcriptie en hertaling. 59 Le Bailly, Recht voor de raad, 74-76. 60 Waller Zeper, Jan van Beaumont, 64-73. 61 Het betreft hier de steden Schoonhoven, Gouda, Beverwijk, Tholen en Schakerlo en Goes, en de daarbij behorende hoge rechtsgebieden alsmede nog de hoge heerlijkheden van het land van Stein, Noordwijk, Texel, Spaarnwoude, Nieuweland, Eenigenburg, Zaanden, Katwoude, Borselen, Goes en Dreischor, benevens een kleine twintig lage heerlijkheden of schoutambten verspreid door Holland en Zeeland, van Vlieland tot Hinkelenoord in het Zuiden (thans in de gemeente Woensdrecht). 62 Monté Verloren, Hoofdlijnen 204-205. 63 H.A. Verhoef, Charters welke betrekking hebben op Schoonhoven en omgeving, 1232-1633 (Schoonhoven s.a.) 40. Ook www. hogenda.nl. OAS 197, charter, vidimus van 29 jan 1360 afgegeven door burgemeesteren en schepenen met zegel van de stad. Gevidimeerd werd een akte van 25 juli waarbij Jan van Arkel aan Lopik, Zevender, Cabauw, Langerak, Vlist en Bonrepas een watergang geeft (volgens Verhoef ‘door de Vlist’) en de schouw en boetes regelt. Met dank aan Hennie Verhoef; Lugard, Vier kwartier 14, meent ten onrechte dat in een acte van 1321 het woord ‘raed’ gebruikt werd in de betekenis ‘burgemeesters’. Zie ‘de Raet der Poerte’ in het huidige hoofdstuk. 64 Van den Arend, Baljuwschappen. 65 Waller Zeper, Jan van Beaumont, 191. 66 Kappers, Mentink, ‘Keurrecht’. 67 ibidem. 68 Cox, Repertorium, 17, 26-27. 69 Het is nog onduidelijk waar dit bedrag betrekking op had. Er moest door de betrokkenen een bedrag betaald worden voor het vaststellen van een keur. Zo is bijvoorbeeld de gildebrief van het goud- en zilversmidsgilde van de stad Schoonhoven van 30 april 1629, uitgevaardigd door de ‘schout, burgemeesteren en regeerders’ voorzien van een ‘klein zegel’ van 2 stuiver. Mogelijk heeft het criterium 5 schellingen hier betrekking op. Mogelijk is ook dat het criterium betrekking heeft op de boete die bij overtreding van de betreffende keur in het geding zou zijn. 70 Kappers, Mentink, ‘Keurrecht’. 71 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’, par. 6.2, brief van Jan van Beaumont van 10 november 1321 gericht aan ‘onse goede getrouwe luden, scepene ende raedt van onse poort van Scoenhoven’; OAS 852. 72 Monté Verloren, Hoofdlijnen 206; Lugard, Vier kwartier, 15, meende ook dat ‘rade en vroedschapsleden synoniem waren.
Noten en bronnen
273
73 OAS 1129, Poorterboek of Stadsboek, 48v., 3de regel. Met dank aan Bart Ibelings. 74 Verhoef, Charters, 125. 75 OHZ, nr. 3306; origineel OAS 2345. 76 OHZ, nr. 3412. 77 Digitale Versie Oorkondenboek van Utrecht: www.historici.nl, no. 3021. De vrouwen en heren van Schoonhoven. Ruim 300 jaar overzicht, vóór 1280 tot 1584 1 Met dank aan Bart Ibelings voor zijn deskundig commentaar. 2 KB Den Haag, Wapenboek Beyeren, www.KB.nl; V. van Camp, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Henegouwen, Holland en Zeeland. Schriftelijke communicatie tijdens een personele unie: Henegouwen, 1280-1345 (Hilversum 2011); J.J. Grolle, De muntslag van de graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434 (Den Haag 2000); S.A. Waller Zeper, Jan van Henegouwen, heer van Beaumont. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlanden in de eerste helft der veertiende eeuw (‘sGravenhage 1914); A. Châtelet, Visages d’antan (Lathuile 2007). 3 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven, meer dan 725? Stadsrechten als ontwikkelingsproces in drie stappen’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard, HEK 30 (2006) 21-34, aldaar alinea 4. 4 B. de Keijzer, De borgen voor Gijsbert van Amstel en Herman van Woerden. Onderzoek naar borgstellingen in de middeleeuwen (Rotterdam 2011) 20-27. 5 Lijftochtsgoed, A.S. de Blécourt, Kort begrip van het oud-vaderlands burgerlijk recht (Groningen 1967) 242-244; ‘de minre helft’: B. de Keijzer, ‘De repertoria op de leenkamers in het graafschap Holland’, in: B. de Keijzer (eindred.), Zuidhollandse genealogieën (Rotterdam 1986) 68-71. Ook www.hogenda.nl 6 In 1247 wordt een oorkonde gemaakt ‘apud Scoenhouen’ (Latijn ‘te’ of ‘bij’ Schoonhoven) hetgeen alleen geduid kan worden als een locatie: op het huis of in de poort, of ergens bij Schoonhoven. 7 R. Kappers en D. Mentink, ‘Vroegste bestuur’, elders in deze bundel. 8 A.S. de Blécourt, geciteerd in: J.Ph. de Monté Verloren en J.E. Spruit, Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling (Deventer 1972) 126. 9 J.Ph. de Monté Verloren en J.E. Spruit, Hoofdlijnen, 172-182. 10 J.J.A. Wijs, Bijdrage tot de kennis van het leenstelsel in de Republiek Holland (‘s-Gravenhage 1939) 7-15. 11 H. Spangenberg, Vom Lehnstaat zum Ständenstaat (München-
274
Noten en bronnen
Berlijn 1912); F.W.N. Hugenholtz, Ridderkrijg en burgervrede. West-Europa aan de vooravond van de Honderdjarige oorlog (Haarlem 1959) 143-144; J.G. Smit, Vorst en onderdaan. Studies over Holland en Zeeland in de late middeleeuwen (Leuven 1995) 4. 12 Kappers, Mentink, ‘Schoonhoven 725’, alinea 4: ‘...wilen oer heren hughen botren’ hertaalden wij daar als ‘wijlen onze heer’. Er staat bij nader inzien ‘...wilen eer heren...’ hetgeen hertaald moet worden als ‘wijlen destijds heer Hugo Botter’. Dat er een leenverhouding bestond tussen Hugo Botter en Floris V blijkt dus niet hieruit. Met dank aan Bart Ibelings. 13 Monté Verloren, Hoofdlijnen, 123. A. Janse, ‘Ridderslag en ridderlijkheid in laat-middeleeuws Holland’, BMGN 112 (1997) 317-335, aldaar 319. 14 J.A.M.Y. Bos-Rops, ‘De Hollandse douarie van Johanna van Brabant (1322-1413). Een voorbeeld van middeleeuwse betalingspraktijken’, Tijdschrift Holland 24 (1992) 78-93. 15 Wijs, Leenstelsel, 10-12. 16 Wijs, Leenstelsel, 10. 17 M. van Boven, ‘De inhuldigingen van de heren van Breda’, in: Th. E. A. Bosman e.a. (red.) De heerlijke stad (Assen/Maastricht 1988) 17-31, aldaar 18; F. Lugt, Het ontstaan van Leiden. Over de burggraaf, de ontginning, de opwas, het stadsrecht, (Leiden 2012) 159-160. 18 Smit, Vorst en onderdaan, 263-368, 481. 19 Wijs, Leenstelsel 11, 13. 20 R. van Uytven, ‘’Poort’. Une contribution a la lexicographie urbaine’, Villes et campagnes au moyen age (1991) 747-762; J. van Loon, De ontstaansgeschiedenis van het begrip ‘stad’ (Gent 2000). 21 Lugt, Leiden, 159-160; Kappers, Mentink, ‘Schoonhoven 725’ alinea 22, 23; Kappers Mentink, ‘Schoonhoven ‘vrije stede’!? De stadsrechtoorkonde van 4 mei 1322: tekst, strekking en inhoud’, 2014 ter publicatie aangeboden, par. 6.6, Vrije stede. 22 Waller Zeper, Jan van Beaumont, 365: ‘bij zijn overlijden ongeveer 75 jaar oud’, op 11 maart 1356. 23 H. Kokken, M. Vrolijk (bew.), Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de Staten en steden van Holland voor 1544 IV (Den Haag 2006) 9; Smit, Vorst en onderdaan, 219; Kokken, Steden en Staten. Dagvaarten van steden en Staten van Holland onder Maria van Bourgondie en het eerste regentschap van Maximiliaan van Oostenrijk (1477-1494) (Den Haag 1991) 50-71. 24 Smit, Vorst en onderdaan, 257 en bijlage 5.1.vii en 5.2.xii A 25 J.V. Rijpperda Wierdsma, Politie en justitie. Een studie over Hollandschen staatsbouw tijdens de Republiek (Zwolle 1937) 1-9. 26 NA, HS 3e afdeling (voorheen afd. Zuid-Holland), handschr.
nr. 747, Privilegie Boek Schoonhoven, B, fol.46v, in: C.J.J. Lans, Privilegiën, ordonnantiën en overeenkomstige acten betrekking hebbende op de Krimpenerwaard (Den Haag 1993) akte nr.241; Brieven Willem van Oranje, nr. 10061, www.historici.nl. 27 P.A.S. van Limburg Brouwer, Boergoensche charters, 1428-1482 (Amsterdam / ’s-Gravenhage 1869). 28 H. ten Boom, J. van Herwaarden, ‘Rotterdamse Kroniek. Aantekeningen van Rotterdamse stadssecretarissen, 1315-1499 (1570)’, in: C. Dekker, e.a. (red.), Nederlandse historische bronnen, II (Den Haag 1980), 64-65. Schoonhoven, de Hoge Vierschaar en de galg 1 Joan Blaeu, Toonneel der Steeden van de Vereenighde Nederlanden, met hare beschrijvingen V (Amsterdam 1652), op de keerzijde van de kaart; facsimile uitgave (Amsterdam/Brussel 1966). Ook: http://bc.library.uu.nl/nl/node/663; D. Mentink, Schoonhoven vier eeuwen bezien en beschreven. Prenten, schilderijen en tekeningen uit de 16e - 19e eeuw, (Alphen aan den Rijn 1981) 21, 77-78. 2 H. van der Molen, ‘Crimineel recht in Schoonhoven tussen 1556 en 1806’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard (HEK), 27 (2002) 65-143; A. Bontenbal, ‘Eindbestemming galg en rad, een onderzoek naar het galgenveld in Schoonhoven’, HEK 36 (2012) 94-109. Van der Molen gebruikte naast de vonnisboeken (RAS 2321-2324) ook de attestaties (RAS 2302-2306), de civiele rol van de baljuw (RAS 2325-2327), de ‘verhoren’ en ‘de verhoren door de baljuw’ (RAS 2330-2332). Van der Molen beperkte zijn onderzoek tot het ‘crimineel recht’ en ging niet in op het ‘civiel recht’. Hij maakte echter niet duidelijk welke definities of criteria hij hanteerde om deze termen in de onderzochte periode toe te passen. Hij selecteerde 915 sententies (aldaar overzicht 4) die naar zijn inzicht betrekking hadden op ‘crimineel recht’. Mevrouw Bontenbal baseerde zich op het (nog) ongepubliceerde werk van C. Doedeijns die de 2090 sententies uit ORA Schoonhoven inv. nrs. 82-86 volledig transcribeerde. Zij selecteerde daaruit de 23 doodstraffen voor nadere analyse m.b.t. ‘nastraf’. 3 Van der Molen, ‘Crimineel recht’, overzicht 4 telt 915 sententies; overzicht 6 telt er 923. 4 Ibidem. 22, komt tot 25 executies. Bontenbal p.97, telt er 23; bij hertelling kwam mw. Bontenbal tot 24 (vriendelijke mededeling email AB/RK 30 dec 2011). 5 Th.M. Elsing, Schoonhoven en verder (Schoonhoven 1987) 86; Van der Molen, ‘Crimineel recht’ 123, 136. Slechts één contemporaine schriftelijke bron is bekend voor de Steenenbrug als executieplaats voor doodvonnissen (Vonnisboeken 1556-1807): ORA 83, dd 27 okt 1627. Met dank aan C.
Doedeijns, Moerkapelle. 6 Van der Molen, ‘Crimineel recht’ 122. 7 H. van der Molen en C.R. Schoute, ‘De heks van Schoonhoven’ HEK 16 (1991) 1. 8 Bontenbal, ‘Galg en rad’ 97. 9 Ibidem. 106. 10 De term ‘hoge vierschaar’ heeft meerdere betekenissen. Het duidt de bevoegdheid aan, zowel als de plaats waar de rechtspraak werd gehouden, als ook het college bestaande uit de schepenen onder voorzitterschap van de graaf of de heer (of de baljuw als plaatsvervanger). Het oudste gebruik van de term ‘hoge vierschaar’ zou stammen uit Zeeland en pas in de 16de eeuw in Holland zijn binnengedrongen (vriendelijke mededeling mw. C. Glaudemans, 2013); M.C. Le Bailly, Recht voor de Raad. Rechtspraak voor het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland in het midden van de vijftiende eeuw (Hilversum 2001) 266-268, 286, 287. 11 Vergadering Gemeenteraad Schoonhoven, 29 maart 2013, agendapunt 10. 12 O. van den Arend, Zeven lokale baljuwschappen in Holland (Hilversum 1993) 17, 379, 383. 13 Van Berkum, Schoonhoven, 563, 564. 14 NN, Het baljuwschap van Schoonhoven, 1322-1806 (Gouda z.j.) www.archiefman.nl/BaljuwenSchoonh.pdf 15 S.A. Waller Zeper, Jan van Henegouwen, heer van Beaumont. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlanden in de eerste helft der veertiende eeuw (‘s-Gravenhage 1914) 191. 16 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven, meer dan 725? Stadsrechten als ontwikkelingsproces in drie stappen’, HEK 30 (2006) 21-34. 17 In moderne studies over stadsrechten worden in de betreffende oorkonden ‘lagen’ onderscheiden die ouder recht in zich bergen dan het recht dat op de datering van de betreffende oorkonde werd gegeven. J.G. Kruisheer, ‘Het ontstaan van de oudste Zeeuwse stadsrechtoorkonden’, in: C.M. Cappon e.a. (red.) Ad Fontes. Opstellen aangeboden aan prof. dr. C. van de Kieft ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (Amsterdam 1984) 275-304, aldaar 296; J.G. Kruisheer ‘De tijd van ontstaan van het oudste Goudse stadsrecht en van Gouda als stedelijke nederzetting’, BMGN 108 (1993) 13-19, aldaar 18; E. Dijkhof, ‘Op weg naar autonomie’, in: M. Carasso-Kok, Geschiedenis van Amsterdam. Tot 1578 (Amsterdam 2004) 63-73, 483, aldaar 65-66. 18 C. Glaudemans, Om die wrake wille. Eigenrichting, veten en verzoening in laat-middeleeuws Holland en Zeeland (Hilversum 2004) 26, 281. Een vete eindigde in een nederlaag of in een
Noten en bronnen
275
compromis, de zogenaamde zoen. Hierdoor ontstond een nieuw evenwicht in de verhouding tussen de vetevoerende families of maagschappen. Verzoening werd niet als straf beschouwd. Een verzoende balling kon toegestaan worden naar huis terug te keren na betaling van een som geld, de landwinning. 19 A.J. Allan, ‘Het gerafelde stadsrecht van Beverwijk’ Pro Memorie (2000) 46-70, aldaar 61, 62, betreft art. 35 van het stadsrecht waar zich een soortgelijke ongebruikelijke situatie van verdeling bij verbeurte voordoet. 20 Van den Arend, Baljuwschappen 14, 107, 108, stelt dat de regionale en lokale baljuwschappen naast elkaar ontstaan zijn doordat naast de graaf andere ‘hoge heren’ hun eigen baljuwen zijn gaan aanstellen. C.R. Schoute ‘Hoge rechtsgebieden in de Krimpenerwaard, HEK 21 (1996) 25-52, p. 26, meent daarentegen dat de lokale baljuwschappen uitsluitend werden afgesplitst van de regionale. Daardoor gaat hij er in zijn betoog ook vanuit dat de baljuw van Zuidholland voor 1280 de zeggenschap had in en om Schoonhoven. Deze visie deel ik niet, maar ik meen met Van den Arend - en met de door Schoute aangehaalde algemene rijksarchivaris (p.26) - dat Blois een groot, regionaal baljuwschap was, afkomstig van een andere ‘hoge heer’ dan de graaf. Mijns inziens van de heren Van de Lede. 21 F. Egmond, ‘De hoge jurisdicties van het 18e-eeuwse Holland’, Holland, regionaal-historisch tijdschrift 19 (1987) 129-161; Schoute, ‘Hoge rechtsgebieden’; de 9 door Egmond gesignaleerde mogelijke problemen bij bronnenonderzoek (139-140) blijken allemaal te hebben gespeeld in de loop der geschiedenis van het hoge gerecht in het oosten van de Krimpenerwaard. 22 De genealogie van de heren van de Lede en de daaruit voortgekomen geslachten van de heren van Arkel, van Haastrecht, van den Berghe en Zevender zijn nog altijd onderwerp van studie. M.J. Waale, ‘Nogmaals een bijdrage tot de genealogie van het middeleeuwse adellijke geslacht Van Arkel’, De Nederlandsche Leeuw (jan-feb 2000) kol. 4-33; Waale, De Arkelse oorlog 14011412. Een politiek, krijgskundige en economische analyse (Hilversum 1990) 34-65; N. Plomp, ‘Haastrecht en de van Haestrechts’, Tijdschrift Holland 7 (1975) 63-87; B. de Keijzer, ‘Hoe kwam Jan I van Arkel aan Gorinchem?’, De Nederlandsche Leeuw 122 (2005) k.292-302; B. de Keijzer, ‘Kastelen in de Krimpenerwaard e.o., HEK 29 (2005) 97-117. 23 Lans, Privilegiën, akte nr. 113, dd. 28 juni 1341. 24 R. Kappers en D. Mentink, Schoonhoven ‘vrije stede’!? De stadsrechtoorkonde van 4 mei 1322: tekst, strekking en inhoud’, ter publicatie aangeboden; Schoute, ‘Hoge rechtsgebieden’; H.A. Verhoef, Resoluties. Zaken betreffende het stadsbestuur van Schoonhoven 1386-1497, www.Hogenda.nl. Transcriptie van OAS
276
Noten en bronnen
1129, met hiaten. Verhoef geeft hier 29 opgetekende vonnissen weer waarbij zes maal sprake is van ‘het baljuwschap Schoonhoven’ in de periode 1448-1461. 25 Bontenbal, ‘Galg en Rad’ 97. Nadere referentie: C.C.J.Lans Het baljuw- en schoutambt van Schoonhoven, 1461-1568, (‘sGravenhage 1987). Uittreksels. Bron: NA, Grafelijkheidsrekenkamer - rekeningen (3.01.27.02), inv.nrs. 3991 t/m 4030 en 4232. Vriendelijke mededeling mw. A. Bontenbal en B. Ibelings, 30/31 okt 2014. 26 Lans, Privilegiën, ordonnantiën en overeenkomstige acten betrekking hebbende op de Krimpenerwaard, (‘s-Gravenhage 1993) akte nr. 948, naar NA, Grafelijkheidsrekenkamer, registers nr. 9 f. 26 dd. 21 april 1539; ibidem, akte nr. 86, naar NA, HS 3de afd., inv.nr. 747, f.81, Privilegeboek A van Schoonhoven. 27 Schoute, ‘Hoge rechtsgebieden’ 25-52, meent ook dat het land van Blois al vóór 1539 een eigen rechtbank gehad moet hebben, gevormd door de (mans)mannen. Schoute meent echter (ten onrechte zoals hier bleek) dat deze al vóór 1539 voorgezeten werden door de baljuw van Schoonhoven. Het land van Blois had vóór 1539 blijkens deze oorkonde van 1539 een eigen ‘baljuw van Blois’. 28 Plomp, Haastrecht 65, 87; De Keijzer, ‘Kastelen’ 100; B. de Keijzer, De borgen voor Gijsbert van Amstel en Herman van Woerden. Onderzoek naar borgstellingen in de middeleeuwen (Rotterdam 2011) 26. Omstreeks 1316 was Walraven van Benthem kennelijk heer van Bonrepas. Volgens De Keijzer: als erfgenaam van Jan III van de Lede. Mijns inziens moet Bonrepas al veel eerder uit het bezit van Jan I van de Lede via diens dochter Jutta, gehuwd met Otto van Benthem, aan Walraven van Benthem zijn gekomen. Hoe Bonrepas daarna aan Blois of aan de grafelijkheid gekomen is, is in beide visies onduidelijk. 29 Schoute ‘Hoge rechtsgebieden’ 41. 30 ibidem 40: mansmannen waren afkomstig uit Schoonhoven, Bergambacht, Stolwijk, Vlist en Haastrecht; Lans, Privilegiën, akten nrs. 110, 113, 124, 896, 902, 964. 31 J.C.M. Cox en R. Kappers, Stadsrechtprivileges en handvesten van Schoonhoven 1280-1401 (Alkmaar/Schoonhoven 2006) 1281 oct 29. 32 Egmont, ‘Hoge jurisdicties’, 157. 33 A.J. Kölker, Haastrecht. Hoofdstukken uit het ontstaan en de ontwikkeling van ‘die Steede ende Landen van Haestregt’ tot het begin van de 19e eeuw. (Dordrecht 1974) 10, nt.29. 34 F. Terlouw, ‘De stede Nieuwpoort. 1983 - 700 jaar geleden’, De stede Nieuwpoort 1 (1983) 9-24; G. den Hartog, e.a., De hoge heerlijkheid Langerak (Goudriaan 2001) 7, 200; J.C. Visser, e.a., Schoonhoven en Nieuwpoort, in: P.A. Hendrikx, e.a. (redactie) Historische stedenatlas van Nederland, dl. V, (Delft 1990) 23.
35 J.C.M. Cox, “Hebbende privilege van stede”. De verlening van stadsrechtprivileges in Holland en Zeeland (13e - 15e eeuw) (‘sGravenhage 2011) 318-322. 36 Cox, Privilege van stede 320. Voor Schoonhoven noteerde Cox 1322 en verwees naar de beide oorkonden van 4 mei en 4 juli 1322. Mijns inziens gaat Cox hier ook voorbij aan het feit dat in beide aangeduide artikelen uitgegaan wordt van het reeds aanwezig zijn van het hoge gerecht; het werd hier in 1322 dus zeker niet gegeven. 37 M. Hell, ‘Rechters in ’t hoochste resort. Hollandse invloed op Amsterdamse justitie tijdens de Republiek’, Tijdschrift Holland 34 (2002) 1-15. 38 Kappers, Mentink, ‘Meer dan 725’ 39 Kappers, Mentink, ‘Vrije stede’ par. 6.2 Het motief. 40 E. Swart, Krijgsvolk. Militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse leger, 1568-1590 (Amsterdam 2006) 137-145. Met dank aan Ad de Vaal voor zijn informatie. 41 Bontenbal, ‘Galg en rad’ 108 42 Th. M. Elsing, Schoonhoven en verder (Schoonhoven 1987), de afbeelding op het omslag. 43 Mentink, Schoonhoven, 7, 79-80. 44 L. Ouweneel, ‘Wat verstaan en verstonden we onder de Krimpenerwaard?’ HEK 38 (2014) 16-31. Aldaar 24, 25, meent Ouweneel dat de grenspalen gezet zijn op de gemeentegrenzen en refereert aan de rode lijn op ‘de kaart van Ketelaar en De Vogel van 1772’ (zijn afb. 4). Projectie op Google Earth van die ‘rode lijn’ leert echter dat de grenspalen ca. 90 meter westelijker staan; ze zijn goed zichtbaar op GE. Datum beeldmateriaal 23 mrt 2006; geraadpleegd 15 sep 2014. De palen zijn niet op de gemeentegrens maar op de waterstaatsgrens gezet. 45 Cox, Kappers, Stadsrechtprivileges. 1 Morgen = circa 0,85 ha. Een artikel met uiteenzetting over deze vijf morgen, de scheisloten en de jurisdicties, volgt binnenkort. 46 D. Mentink, Schoonhoven, 12-13, 91. 47 De afstand tussen twee kleine stippen op de wegen van Schoonhoven op de kaart van Van Deventer blijkt bij nader onderzoek door mij (tellen en nameten op Google Earth) ca. 6,3 m ofwel 20 Rijnlandse voet à 31,4 cm. 48 Th.M. Elsing, ‘Mr. Adriaen Anthonisz en de 16e eeuwse wallen van Schoonhoven’, HEK 18 (1993) 11-24. Heren van Schoonhoven in de 14de eeuw 1 OAS Schoonhoven 186. 2 OAS 187. 3 OAS 2246. J.W.J. Burgers, Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345, AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 28r, nr.
142 (wrs. 1 aug 1325 – 23 juli 1331, naar het verloren gegane origineel A) (rka. AGH 289 was EL, 6), www.historici.nl. Druk: van Mieris 2, 16 (ref. EL 6 en EL 24); OAS 2246, 18e eeuwse afschrift. 4 Overname van de regeringstaken. 5 In de jaarrekeningen komt het meerdere malen voor dat personen naar Henegouwen of naar Holland komen om de taal te leren. 6 Gerard Gilles Calkoen, Archivaris Utrechts archief. 7 A. Janse, Ridderschap blz. 163. 8 Nu Polen. 9 1 morgen is gelijk aan 0,8 ha. Het regentenbestuur tijdens de Republiek 1 L.P. Ouweneel, Portret van de stadhouder-koning Willem III, HEK 31e jaargang 2007, 40 2 Hiermee wordt de openbare ruimte in het stadhuis bedoeld, nu in de centrale hal 3 Een aantal malen is van dit aantal afgeweken en teruggebracht tot 21 4 Ook dit aantal is een aantal malen teruggebracht en wel naar 17. 5 P. Muilwijk, Vijf eeuwen stadsbestuurders van Schoonhoven, Gens Nostra 1989, 6 Streekarchief Midden-Holland (SAMH), Oud Archief Schoonhoven (OAS), inv.nr. 1011-225. Hieruit blijkt dat de vroedschap haar aanvulling zelf bepaalde. 7 L.P. Ouweneel, Portret van de stadhouder, 40/41 8 L.P. Ouweneel, ibidem, 41 9 H.M. van der Linde, De Patriottenbeweging in Schoonhoven, HEK 15e jaargang, 25/26 10 Muilwijk, 137 11 In Schoonhoven waren de Remonstranten aan de macht en onderdrukten het Contraremonstrantse volksdeel. In de Staten van Holland stonden de stad aan de kant van Oldenbarneveldt. 12 Muilwijk, 137 13 L.P. Ouweneel, De strijd tussen Remonstranten en Contraremonstranten, HEK 31e jaargang 2007, 91 14 Ibidem, 137/138 15 H. Hoogendoorn, Cordon van Holland, Alphen a/d Rijn 2010, 32 16 Reina van Ditzhuyzen, Het huis van Oranje, Bussum 1979, 116 17 H.M. van der Linde, 27 18 Ibidem, 138 19 SAMH, OAS, Vroedschapsnotulen, inv.nr. 1011-104 20 Muilwijk, 188 t/m 195 21 SAMH, OAS, inv.nrs 153 en 154 22 H.M. van der Linden, 30 t/m 32 23 Dit houdt in dat de stadhouder het recht had aanbevelingsbrie-
Noten en bronnen
277
ven te sturen over door hem gewenste nominaties voor functies 24 H.M. van der Linden, 33 25 Ibidem, 34 t/m 39 26 Koninklijke Bibliotheek, The Early Modern Pamphlets, nr. 22578 27 W.A. Knoops, Goejanverwellesluis, 60 28 L.P. Ouweneel, De reis van prinses Wilhelmina naar Den Haag en de Pruisische bezetting, HEK 34e jaargang, 69 t/m 82 29 L.P. Ouweneel, De Pruisische bezettingstijd en het herstel van het oude regime, HEK 34e jaargang, 136 t/m 146 30 SAMH, OAS 1011-227 31 SAMH, Reglement van Harmonie in de Regeering der Stad Schoonhoven, inv.nr. 1011-218 32 B.M.H. de Vries (red.), Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat, 161 33 SAMH, OAS, Resoluties van de magistraat 1787-1790, 77/78 34 Agrément (Fr.) betekent inwilliging, dient als benoeming te worden geïnterpreteerd Stadsfinanciën en stadsbestuur tot de Opstand (1581) 1 Met dank aan René Kappers voor zijn opmerkingen bij de tekst. 2 Zie: P.H.A.M. Abels e.a. red., Duizend jaar Gouda. Een stadsgeschiedenis (Hilversum 2002). Zie ook noot 3 hierna. 3 SAMH, OAS inv.nr. 741-1: charter, afschrift in NA, AGH inv.nr. 400 f.48v en in HUA, Oud Kath. kerk Nederland inv.nr. 440 (f.2). Betaling: AGH inv.nr. 1253 f.23. Poorter: OAS inv.nr. 1129 f.6, hij stierf in 1435 en werd begraven in de Goudse St. Jan. Zie ook het hoofdstuk: ‘Bestuurlijke bevoegdheden in dertig privileges’ nr.15. 4 NA, AGB inv.nr. 1 f.36, gedr. bij : J. Heinsius,‘De financiën van de stad Gouda in de 15de eeuw’, BVGO IV.3 (1903) 291-375: bijl. II. Niet in origineel bewaard. Bepaald werd daar dat op advies van de baljuw ridder Jan van der Goude voor vier jaar en daarna tot wederopzegging accijnzen gezet mochten worden op ‘allerhande koopmanschappen en pennincwerden (kleinverkoop) die zij daar nu gebruikten en hanteerden en later zouden doen’. Jaloers makend is het zeer gedetailleerde accijnsrecht dat Vianen van zijn stadsheer in 1354 kreeg, waarin oa. lakennijverheid en een waag worden genoemd, gedr.: VM OVR II (1892) 128-30. 5 Alg. litt.: Manon van der Heijden,‘Stadsrekeningen, stedelijke financiën en historisch onderzoek’, NEHA 14 (1999) 129-166 met veel andere litt. verwijzingen. Voor Gouda zie de voorgaande noot. 6 SAMH, OAS inv.nr. 221: charter, en A.S. de Blécourt, E.M. Meyers ed., Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland van den secretaris Jan Rosa, deel I, II en III (Haarlem 1929) 236/7. Vgl. P. Muilwijk, Gens Nostra xliv 1989, p.246, J.C. Visser, Schoonhoven. De ruimtelijke ontwikkeling van
278
Noten en bronnen
een kleine stad in het rivierengebied gedurende de middeleeuwen (Assen 1964) 83 heeft al in 1440 3 tresoriers (?). Zie ook het hoofdstuk: ‘Bestuurlijke bevoegdheden in 30 privileges’ nr.20. 7 SAMH, OAS inv.nrs. 207A+B, afschrift (daarvan?) in NA, HS 3e afd. inv.nr. 746, ged. gedr. door H. van Berkum, Beschrijving der stadt Schoonhoven (Gouda 1762) 125 e.v. naar een andere bron. Hierna aangehaald als ‘costumen’ met slechts verwijzing naar het art.nr. zoals in het afschrift op het NA met totaal 536 doorlopend genummerde artikelen. Tresoriers: art. nrs. 7/8. 8 M.J. van Gent, Pertijelijke saken. Hoeken en Kabeljauwen in het Bourgondisch-Oostenrijkse tijdperk (1994) (HHR dl.22) 491, 1459/60: houtkoper: NA, Rek.Rek. inv.nr. 160 f.121. In 1494 is hij 74 jaar: Enqueste enz. (ed. R. Fruin, Leiden 1876) 188. 9 Als zodanig worden genoemd: in 1438 Arnt Louwenz. (schepen in 1433) en in dat jaar en 1440 Pieter Rutgaertsz. (schepen en burgemeester tussen 1434-’57), in 1439 en 1440: Airnt Veimbrechtsz. (schepen en burgemeester tussen 1421-’39), in 1439 Pieter Wiersz. (6x schepen tussen 1428-’39) en in 1440 Heilwich Korstgin: SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.38v/39. 10 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.50v. De plaats is mogelijk: Liesse in Picardië, een bedevaartsplaats waar in de OLV basiliek een zwarte madonna sinds de 12e eeuw wordt vereerd. Deze plaats wordt in Leiden pas voor het eerst in 1476 in het zoenboek gevonden. Een gelijknamige persoon was diverse jaren schepen en burgemeester tussen 1390-1420. 11 Van Gent, a.w., 166. 12 SAMH, OAS inv.nr. 1864. Wanneer de vroedschap is ingesteld is onbekend, in 1416 wordt al gesproken van de ‘ghemeene vroescap’: OAS inv.nr. 1129 f.49v (Muilwijk, Gens Nostra xliv (1989) 135 heeft 1480 als oudste vermelding met overigens een niet genoemde bronverwijzing –naar OAS inv.nr. 222: charter- die niet klopt; daarin wordt de vroedschap niet genoemd). Zie ook het hoofdstuk ‘Schoonhoven: nieuw onderzoek naar haar vroegste bestuur, vóór 1280 tot 1322’, de alinea over ‘De raad der poorte’. 13 R. Fruin (ed.), Informacie enz. (Leiden 1866). Het origineel is bewaard op het NA, Rek.Reg. inv.nr. 648A. Digitaal op de site van het iisg. 14 SAMH, OAS inv.nrs. 2622 en 2244. De oorzaak is mogelijk de droge en warme lente: J. Buisman, Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen dl. III 1450-1575 (Franeker 1998) 344/5. De datum is onzeker: 13 of 19 juli. 15 Informacie, 386-91 en SAMH, OAS inv.nr. 1864. 16 De tekst heeft 1243p. 16s. maar dat lijkt een onjuiste optelling. 17 Dat van Delft (veruit de grootste bierstad in Holland op dat moment) kende de volgende soorten die toen getapt werden in Schoonhoven: ‘cuijs, crab en val’: art. nrs. 451 en 454.
18 NA, StvH inv.nr. 1636 f.18. 19 Een groot formaat papieren register aangelegd rond 1387. In hoofdzaak een gecombineerd poorter- en weesboek (met aparte inv.nrs.: OAS inv.nrs. 1129 en 2405) maar ook met lijsten van lijfrenten, verpachtingen van stadseigendommen, afgeschreven oorkonden, opgelegde strafbedevaarten enz. Zie de afb. 7+8. 20 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.91v. 21 Art.nr. 452. 22 Mr. Jasper Egbertsz.’ weduwe: aanslag: 30 carol.gl. ondanks dat de brouwerij 4 jaar had leeggestaan, hij was diverse keren schepen, tresorier en burgemeester tussen 1530-‘47, Gerrit van der Molen: aanslag: 38 carol.gl.: 7x schepen tussen 1544-’60 en electeur vanaf 18 okt. 1560 en mr. Dirck Adriaensz.: aanslag: 39 carol.gl.: 4x schepen tussen 1539-’49, tresorier: 1543 en ook electeur sinds 18 okt. 1560. Vgl. voor de locatie in de stad: Visser, Schoonhoven, 132 en voor de hoogte van de aanslagen ibidem, 147: tabel. 23 Zie voor een lijst van erven aan de stadsmuren in 1456 het stadsboek: SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.59/v. 24 Art. nr. 17. 25 NA, HS 3e afd. inv.nr. 746 f.4/v. 26 J.C. Visser e.a., Historische stedenatlas van Nederland Afl. 5. Schoonhoven en Nieuwpoort (Delft 1990) 15 meent een kleine boom met een afdak rond de stam te zien. Gedacht zou dan kunnen worden aan een schuttersboom (zie NA, AGB inv.nr. 115 f.153: mijnsheren Doelen te maken in de boomgaard bij het marktveld om te schieten, Visser, Schoonhoven, 154 heeft 1399 als 1e x). Het lijkt mij eerder een perroen geplaatst op een stenen voet. Op een kaart van Den Haag van ca. 1530 is een perroen te zien op de markt: J.G. Smit red, Den Haag. Geschiedenis van de stad. Vroegste tijd tot 1574 (Zwolle 2004, dl. 1) 161 afb.86. Heden nog bekend uit bv. Maastricht en Luik, ook bekend als aanduiding van plaats van rechtspraak of terechtstelling, vaak met een rijksappel en/of kruis erop. Zie over marktvrede en kruisen ook mijn art.: ’Het conflict over de zuivelmarkt tussen Gouda en Schoonhoven (1535-1546)’, in: HEK 21 (1996) 2-12. 27 NA, AGB inv.nr. 43 f.47v. Niet bij Visser, Schoonhoven. 28 Plaets als toponym al in 1365: NA, AGB inv.nr. 1 f.81. De binnenplaats van het kasteel werd ook plaats genoemd! 29 L. Guicciardini, Beschrijving van alle de Nederlanden, vertaling door C. Kiliaen (Amsterdam 1612) 225. 30 1501: P.M. Verhoofstad, Inventaris der archieven van kerken, kloosters en staties (Haarlem 1959) regest nr. 304= SAMH, Klooster den Hem voorl. inv.nr. 685 f.123, 1518: ARDOU inv.nr. 2628: charter. Toponym niet bij Visser, Schoonhoven, genoemd. 31 Art.nr. 522.
32 Art.nrs. 455+465. 33 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.53v dd. 6 apr. 34 Oudste vermelding? 1476: Inv. Goudse kloosters regest nr. 597. 35 J.C. Visser e.a., Historische stedenatlas van Nederland Afl. 5. Schoonhoven en Nieuwpoort (Delft 1990) 48 nr. A5. Gulden Hoefft 1432: OAS inv.nr. 2405 f.78 (Visser heeft 1558). Oudst bekende vermelding van de patroon: het gildenboek van de broederschap van St. Pieter (Petrus) van de (zalm)vissers werd in 1599 overgeschreven uit het oude (verloren gegane) boek: SAMH, OAS inv.nr. 2557 f.30v. 36 HUA, Kapittel Oudmunster inv.nrs. 1599 en 1605 dd. 1495. 37 Informacie, 389. 38 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.94. 39 NA, StvH inv.nrs. 1102 f.34v en 1431 f.30v. 40 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.43. 41 Alg. litt.: Eef Dijkhof, ‘”Omme de meeste schade metter mynstere te verhuedene”. Lijf- en erfrenten in Gouda in: Skript 7 (1985) 2029 en 50. J. Zuijderduijn, Medieval Capital Markets: markets for renten, state formation and private investment in Holland 13001550 (diss. Leiden 2007, ed.: Leiden/Boston 2009) en M. van der Heiden, Geldschieters van de stad. Financiële relaties tussen stad, burgers en overheden, 1550-1650 (Amsterdam 2006). Een lijst van verkochte lijfrenten al uit 1398 in: SAMH, OAS inv.nr. 757 in: OAS inv.nr. 1129 f.111. 42 Al in de oudste Bloise rekening van 1357 komt het huis van de lombard voor in Schoonhoven: NA, AGB inv.nr. 84 f.16v, vanaf 1360 echter niet meer. Joden ken ik niet in de middeleeuwse stad. In het 10e penning kohier van Gouda van 1557 was de Lombard veruit de hoogst aangeslagen persoon. 43 Er liep een proces over de te hanteren muntsoort bij een deel van de betaling, indien de stad dit zou verliezen zouden de uitgaven met bijna 86p. stijgen. 44 Zuijderduijn, Medieval Capital Markets 2007, 128 tabel 4.3: ruim 1/3. 45 De 16e eeuwse stadsrekeningen van Amsterdam laten bijvoorbeeld zien dat jaarlijks IJ-bokking werd geschonken aan enige heren in de Grote en Secrete Raad en de Raad van Financiën van de Centrale Regering te Brussel. Als alg. litt. oa.: Arie van Steensel,‘Giften aan vrienden en invloedrijken. Schenkgewoonten van de stad Haarlem gedurende de Bourgondische en Habsburgse periode’, Regionaal-historisch tijdschrift Holland 37 (2005) 1-22. 46 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.91v. 47 SAMH, OAS inv.nr. 1129 f.94v. Zie ook: Arie van Steensel,’Het personeel van de laat-middeleeuwse steden Haarlem en Leiden, 1428-1572’, Jaarboek voor MEG 9 (2006) 191-252.
Noten en bronnen
279
48 SAMH, OAS inv.nr. 1853, afschrift in: NA, Rek.Reg. inv.nr. 4 f.21v/2 nr.18, zie ook: Rek.Rek. inv.nr. 3394 f.20v. 49 Buisman, Duizend jaar weer, dl. III p.706 bijl. 2: 1513/’4 en 1516/’7 maar ook 1510/’1 al. 50 Visser, Schoonhoven, 130 en 148 en 187. 51 Zie het hoofdstuk: ‘Bestuurlijke bevoegdheden in dertig privileges’ nr.10. 52 Visser, Schoonhoven, 180/1. 53 Visser, Historische stedenatlas, 12 afb. 4 en 5. 54 Zie ook het hoofdstuk ‘Bestuurlijke bevoegdheden in dertig privileges’, nrs. 11, 18, 23 en 28. Het Logement der drie steden Bronnen: - J. Temminck, Haarlem in Holland, in Holland: geschiedenis en archieven van provincies en gewest, 29 Hilversum 2014 - J. van der Velde, Turf uit Zoetermeer, 30 Delft 2008 - Geschiedenis van de Fluwelen Burgwal, http://anemaa.home. xs4all.nl/ges/straten/fluwelen_burgwal.htm (20-11-2013), 1 - Gemeentearchief Schiedam, Stadsbestuur tot 1795, inv. nr. 291101, Acte van Conventie tussen de steden Gorinchem, Schiedam en Schoonhoven, art. 1 - Streekarchief Midden-Holland (SAMH), Oud Archief Schoonhoven (OAS) inv.nr. 1011-155, Ingekomen stukken 1760-17751 - Acte van Conventie, bijlage - http://www.dutchrevolt.leiden.edu/dutch/begrippen/Geschiedenis/Pages/Pensionaris.aspx d.d. 28-2-2011 - SAMH, OAS inv.nr. 1011-2403, Lijsten van meubelen en goederen in het logement te “s Gravenhage toebehorende aan de stad, 1772 - Gemeentearchief Schiedam, Stadsbestuur tot 1795, Memoriaal der Besoignes gehouden tussen de gedeputeerden der steden Gorinchem, Schiedam en Schoonhoven, inv.nr. 291-104 - Jaarboekje Die Hage (1908), 321 Ambtsketens en stadswapens: paperclips en leeuwenkleuren 1 R. Kappers, ‘De twee zilveren ambtsketens van Schoonhoven. Cultuurschatten in het stadhuis’, Het Leven in Schoonhoven 5 (2011) 1120-1122. 2 B. Ter Molen-Den Outer, Ambtsketens van burgemeesters in Nederland, (Den Haag 1979) 30-40. 3 Ter Molen-Den Outer, Ambtsketens, 50. 4 Schoonhovensche Courant 18 nov 1914, Uitgebreid verslag van de opening van de spoorlijn Schoonhoven-Gouda, gevolgd door
280
Noten en bronnen
een gedetailleerde beschrijving van de nieuwe ambtsketen; SAMH, Collectie Van Willenswaard, C.L. van Willenswaard, typoscript 9 september 1934. 5 Van Willenswaard, Typoscript 1934, maakt ook nog melding van ‘leraren en oud-leerlingen’ van de school. De inscriptie in de cassette zegt alleen ‘leerlingen’. De vermelding in Ter Molen-Den Outer, Ambtsketens, 138, dat de keten onder leiding van L.Bosch zou zijn gemaakt, is niet juist. Bosch kwam pas in 1918 in dienst. 6 Van Willenswaard, Typoscript 1934. 7 J.A.de Boo, Heraldiek (Bussum, 1973) 86, markiezenkroon, stedenkroon; J.A. de Boo, Familiewapens. Kentekens van verwantschap (Den Haag 2008) 66: rangkroon met vijf fleurons of bladeren, zonder parels; C. Pama, Heraldiek en genealogie. Een encyclopedisch vademecum (Utrecht/Antwerpen 1969) lemma’s Markies en Graaf; G.J. Lugard jr., ‘De zegels en het wapen van Schoonhoven’, in: E.C.M.Leemans-Prins, Zegels en wapens van steden in Zuid-Holland (Den Haag 1966) 241-248, aldaar afbeelding 6, met vijf fleurons, vier parels. 8 Lugard, ‘Zegels en wapen Schoonhoven’, afb. 5. Ook toegepast op de 18de eeuwse Charterkast. 9 Van Willenswaard, Typoscript 1934; Schoonhovensche Courant 18 nov 1914. 10 Lugard, ‘Zegels en wapen Schoonhoven’. 11 Jan Bekker, email correspondentie RKa, 14 april 2011. 12 G.J. Lugard jr., ‘Het gemeentewapen van Schoonhoven’, De Nederlandsche Leeuw (1932) k.329-332; Lugard, ‘Zegels en wapen Schoonhoven’. 13 R. Kappers en D. Mentink, ‘De vrouwen en heren van Schoonhoven’, elders in deze bundel. 14 J.J. Grolle, De muntslag van de graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434 (Amsterdam 2000) 9, 87. 15 Lugard, ‘Gemeentewapen Schoonhoven’, geeft een volledige opsomming. 16 A. ten Bruggecate, Heraldische gids van de Goudse Glazen (Gouda 1949) 36, 38, en bijlage ‘Lijst van de geslachten, steden en gewesten waarvan de wapens voorkomen in de Goudse Glazen en vermeld worden in de heraldische gids met opgave van het jaar en het glas waarin het wapen werd geplaatst’. 17 D. Mentink, Schoonhoven vier eeuwen bezien en beschreven. Prenten, schilderijen en tekeningen uit de 16e - 19e eeuw (Alphen aan den Rijn 1981) 14. 18 J.C. Visser, ‘De plattegrond van Schoonhoven in het stedenboek van Blaeu’, Tijdschrift v.h. Kon. Ned. Aardrijkskundig genootschap 72 (1963) 5-8; H. van der Molen, Schoonhoven op de kaart van Blaeu, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard, HEK, 27 (2002) 18-32, met weergave van de briefwisseling terzake.
19 Lugard, ‘Zegels en wapen’, 247. Lugard vond een meerderheid van voorbeelden met ‘zwart vóór’. Zijn aangedragen voorbeelden kloppen echter niet steeds: de schouw in de raadszaal en de schutterskist hebben niet zwart vóór (maar misschien toen wel?). De prent van Guiciardini en de kaart van Blaeu hebben rood vóór; hij liet in het artikel de minutieuze bemoeienis van de stad bij de vervaardiging van de kaart van Blaeu achterwege. 20 Lugard, ‘Zegels en wapen’, 247. 21 Het losse schildplaatje van de eerste versie, met afgeschilferde rode en zwarte lak van de leeuwen bevond zich in oktober 2013 in de collectie van de Gemeente Schoonhoven ten stadhuize. Schoonhoven als tiende stemhebbende stad in de Staten van Holland 1 Dagvaarten is een oud begrip, waarmee hier de vergaderingen van de Staten van Holland worden bedoeld. In het hedendaagse taalgebruik vinden we dat nog terug bij “dagvaarding voor een rechtbank”. 2 J.W. Koopmans, De Staten van Holland en de Opstand, Hollandse Historische Reeks 13 1990, 17/18 3 Koopmans, 26/27 4 B. van den Boogert c.s., Maria van Hongarije 1993, 142 5 Koopmans, 89 6 J.W. Koopmans, Drie kleine steden in de Staten, Holland 21e jaargang no. 4 1985, 109 7 Koopmans, 26/27 8 Koopmans, 29 9 Koopmans, Drie kleine steden, 109-114 10 P. Muilwijk, Vijf eeuwen stadsbestuurders van Schoonhoven, Gens Nostra jaargang XLIV, 166 11 Foto Hans Breuer 12 Koopmans, 269 13 http:nl.wikipedia.org/wiki/Staten_van_Holland_en_West-Friesland 14 Koopmans, 33/34 15 Koopmans, 197 16 Nationaal Gevangenismuseum nr. 114632987 17 Frans Willem Lantink en Jaap Temminck (red.) Holland: geschiedenis en archieven van provincie(s) en gewest 2014, 77 18 Streekarchief Midden-Holland, Oud Archief Schoonhoven, 1011174, folio 81 verso 19 R.Kramer c.s. Lijsten van Leden van de Gecommitteerde raden van het Zuiderkwartier 1578-1795, 1987, 27-29 en Muiwijk, 172 en 196 20 Collectie hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, KGV_0312
21 Muilwijk, 136 22 L.P. Ouweneel, De overstroming van 1760 in Mensen in een waard vol wind en water, Hilversum 2004, 68 23 R. Kramer c.s, 29 Stadsbestuur en zilversmeden tot 1807 1 Met dank aan Janjaap Luijt voor zijn kritische commentaar en suggesties. 2 Gouda, Streekarchief Midden Holland (SAMH), Oud archief Stad Schoonhoven, ac 1011, inv. nr. (OAS) 2545a; OAS 43, 30 april 1629, de minuut; OAS 53 fol. 358, de ordonnantie; R. Kappers en J. Luijt, ‘Het Schoonhovense Goud- en Zilversmedengilde: de Gildenbrief anno 1629! De jaarletters sinds 1632? Verslag van een zoektocht’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard HEK 24 (1999) 66-90. Het gedeelte over de jaarletters is obsoleet. 3 Het plakkaat is gedateerd 2 februari 1502 waarbij de ‘Paasstijl’ is gehanteerd waar het nieuwe jaar met Pasen begint. In onze thans gebruikelijk ‘jaarstijl’ - het nieuwe jaar vanaf 1 januari - moet men dus lezen 1503. In dit artikel spreken wij over ‘het plakkaat van 1502’. 4 M. Hulshof, ‘De Goudse ambachtsgilden’, in: K. Goudriaan e.a., De gilden in Gouda, (Zwolle 1996) 65-127; zie ook de afbeelding en tekst van de gildebrief van het Goudse zakkendragersgilde uit 1440, K. Goudriaan, ‘Gilden en broederschappen in de Middeleeuwen’, in: ibidem, 28. 5 OAS 2545a; A.J. Servaas van Rooyen, ‘Het Goud- en Zilversmidsgilde te Schoonhoven’, De Navorscher 64 (1915) 192-201, 282292; S.A.C. Begeer, e.a., Zilversmeden van de stad Schoonhoven 1600-1900 (Schoonhoven 1981) 4. 6 P. Lourens, J. Lucassen, ‘Ambachtsgilden in Nederland: een eerste inventarisatie’, NEHA Jaarboek voor economische, bedrijfs- en techniekgeschiedenis 57 (1994) 34-62, aldaar definiërende beschrijving ambachtsgilde 40-41. 7 A.C.F. Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, I, Eind van de 7e eeuw tot 1222, p. XIII-XIV, definitie oorkonde. 8 Eveneens uniek is het feit dat naast de oorkonde ook nog de minuut (OAS 43) en de ordonnantie als resolutie van de magistraat (OAS 53) bewaard zijn gebleven. Met name door de minuut, met zijn tekstdoorhalingen en bijschrijvingen, kunnen we beweegredenen van het stadsbestuur analyseren. 9 Servaas van Rooyen, ‘Goud- en zilversmidsgilde’, 193-204 (Hierna ‘Plakkaat 1502’). De ondertekening moet zijn ‘de Rooierville de Luw(er)e Wzn’. De datering te Dordrecht door ‘Spiegel’ moet zijn XXII (i.p.v. XVII) September 1596. De slotondertekening moet zijn ‘By my D. Symonsen Cop(pe)laer, Not(ari)s Publique’. 10 Plakkaat 1502, ‘arenga’ of motivering van de rechtshandeling in
Noten en bronnen
281
de inleiding van het plakkaat. 11 De nummering van het Schoonhovense exemplaar van het plakkaat wijkt hier en daar af van exemplaren in andere stadsarchieven. 12 Plakkaat 1502, art. 5. 13 R. Kappers en D. Mentink, ‘Schoonhoven vrije stede’ (artikel ter publicatie aangeboden). 14 Plakkaat 1502, art. 15; ‘den Heere’ is tweede naamval, en is dus enkelvoud. De eed moet gedaan worden in de handen van de landsheer of de stadsheer of diens plaatsvervanger, in Schoonhoven de baljuw of de schout. 15 Plakkaat 1502, art. 27. 16 Plakkaat 1502, art. 45. 17 R. Kappers, Schoonhoven: keurkamers en regels 1705-1809. De Gildekeurkamer, de Keurkamer van het Koningrijk Holland van goud- en zilversmeden en hun regelgeving (Schoonhoven 2006) (ook www.HistorischeVerenigingSchoonhoven.nl) 10, 11, 35, bijlage 7; W. Koonings, De keuring van goud en zilver tijdens het Koninkrijk Holland. “Wet op het verwerken, invoeren en verkoopen van gouden en zilveren werken, mitsgaders den ophef der belasting op dezelve, gearresteerd den 11 maart 1807” (Lochem 1968). 18 J.J. Grolle, De muntslag van de graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434 (2de herziene en vermeerderde druk, Amsterdam 2000) 19-23; R. Kappers, ‘Boekbespreking. J.J. Grolle, De Muntslag van de Graven van Holland tot de Bourgondische unificatie in 1434’, De Muntkoerier (2000); D.E.H. de Boer, Graaf en grafiek (Leiden 1978) 169 nt. 2, ‘accumulatie van rijkdom’, 169-176; E.F. Auer, Von feinem Silber. Der Versuch, mit gutem Geld schlechtes zu verdrangen (Keulen 2006); A. GroustraWerdekker en M.L.F. van der Beek (red.) De muntordonnantie van 11 december 1489 (Utrecht 2001) 5, 19-20, 27-81; W. van Dievoet, Edelsmeden in Vlaams-Brabant (Leuven, Aarschot, Diest en Tienen). Tijdens het ancien régime en de negentiende eeuw (Leuven 2000) 15. 19 Grolle, Muntslag, 23. 20 Het plakkaat van Karel V van 13 april 1551 voor ‘de landen van herwaartsover’ of de Nederlanden, spreekt van ‘beslooten steden en plecken hebbende privilegie van steede’ waar het goud en zilver ambacht slechts mag worden uitgeoefend (art. VIII) en dat slechts in ‘vrije steden’ iemand vrij-meester mag worden als hij daar het ambacht volleerd zal hebben en zijn meester heeft voldaan. 21 Grolle, Muntslag, dl. II; L.E. van den Bergh-Hoogterp, Goud- en zilversmeden te Utrecht in de late middeleeuwen (Utrecht 1990) 89. Van Dievoet, Edelsmeden 15-18, de ordonnanties van 1467, 1489, 1516, 1708, 1755.
282
Noten en bronnen
22 P. Lourens en J. Lucassen, ‘Ambachtsgilden in Nederland: een beknopt overzicht’, in: Goudriaan e.a., Gilden in Gouda, (Zwolle 1996) 9-20. 23 R. Kappers en D. Mentink, ‘Stedelijke autonomie. Keurrecht voor Schoonhoven, gegeven door Jan van Beaumont met de stadsrechtoorkonde van 4 juli 1322’, HEK 34 (2010) 33-46. 24 Kappers, Keurkamers, bijlage 4, OAS 177, 9 dec 1800, overzicht gilden; J.A. de Bruyn, ‘Brief van schout en schepenen der stad Schoonhoven, waarbij het chirurgijnsgilde gesticht werd’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 75 (1931) 646-647. H. van der Molen, Het bordje verhangen’, HEK, 23 (1998) 52-64, noemt nog Schoenlappersgilde, Kuipersgilde, Lijndraaiersgilde en Kramersgilde zonder nadere bronvermelding. 25 H.A. Verhoef, Bloise rekeningen. Transcripties van de Bloise rekeningen, ca. 1300 tot 1397, aanvullend op de transcripties van Schmidt Ernsthausen (Schoonhoven 2009), Archief graven van Blois, inv.nr. 38, 12 nov 1361 - 12 nov 1362, f. 77. Ook www. hogenda.nl. 26 Verhoef, Bloise rekeningen; C.J.J. Lans, 10e Penning Schoonhoven 1543, 1553, 1556, 1561. Staten van Holland voor 1572 nrs. 370, 779, 1102, 1431, www.hogenda.nl; OAS 1129, Poorterboek; Collectie Piet Muilwijk, Collectie Hans van de Molen. Publicatie van deze inventarisatie van goud- en zilversmeden in voorbereiding: ‘De vroegste goud- en zilversmeden van Schoonhoven: 1300 - 1600’. 27 SAMH, Vroedschapsboek Gouda 1529, fol.104 vo. 28 B. Ibelings, ‘Altaren in de middeleeuwse Schoonhovense St. Bartholomeuskerk’, ter publicatie aangeboden aan De Heraut Schoonhoven, digitaal tijdschrift (i.o.) van de Historische Vereniging Schoonhoven. 29 OAS 53, fol. 477v. -478. 30 OAS 1, fol. 127. 31 OAS 1, fol. 139. 32 OAS 23, fol.57. 33 De eerste maal was 30 juli 1684, OAS 1 fol.112; Zie Kappers, Keurkamers, 12-13, 42-43. 34 OAS 23, 22 april 1693. Overigens, zonder dat dit woord ‘gildezuster’ in de bronnen gebruikt wordt. De weduwen moeten de eed doen en ze moeten de kosten van het gilde met de andere gildebroeders dragen. Mits ze niet hertrouwen; dan vervalt hun opvolgingsrecht. 35 SAMH, ac 1059, Archief van de weeskamer van Schoonhoven, 1387-1809, Inleiding; H. van der Molen, Ordentelyck, stil ende manierlyck. Het Schoonhovense weeshuis 1581-1940 (Rotterdam 2000). 36 Kappers, Keurkamers, 5-7. 37 Kappers, Keurkamers, 6.
38 OAS 28, 16 mei 1718. 39 OAS 2546, afschrift achter in het boek. De originele resolutie is niet bekend. 40 OAS 2545, ‘Magistraatskeur’, ‘arenga’ of motivering van de rechtshandeling in de inleiding van het plakkaat. 41 H.M. van der Linde, ‘De patriottenbeweging in Schoonhoven’, HEK (1990) 40-46. De ledenlijst van de patriotse ‘Vaderlandsche Societeit Tot Nut en Vermaek’, vermeldt 10 zilversmeden onder de 38 leden. 42 OAS 40, fol. 16, 25 nov 1786; OAS 2546, Rekeningenboek Goud en Zilversmidsgilde, 15 juli 1788. De Oranjegezinde burgemeesters Willem van Solingen en Dirk Hola van Nooten noemden deze gildewet letterlijk “Vroedschaps Gildewet” bij het afhoren en sluiten van de rekening van het gilde op 15 juli 1788, nadat de patriotten in Schoonhoven de macht weer was ontnomen. 43 OAS 40, fol. 22, rekest 11 jan 1787, fol. 23, 5 feb 1787 rekest afgewezen, fol. 30 verslag van onderzoek dienaangaande aan de magistraat door commissie bestaande uit de schepenen Carnier en Van Horbag. 44 OAS 40, fol. 16, 25 nov 1786; A.J.M. de Graaf-Van Osch, Het Vredegerecht Schoonhoven, (Rotterdam z.j., ca. 1990) 11-14; Van der Linde, ‘Patriottenbeweging’ 39. 45 OAS 49, voorstel 18 november 1786, gearresteerd op 24 november. 46 OAS 1, fol. 28 v, 127; OAS 21 fol.11, 2 nov 1684, fol.81, 30 nov 1688; OAS 1, fol. 160v, 30 nov 1690; OAS 22, fol. 43-50; OAS 17, 7 mrt 1691; OAS 23 fol.23, 24, 32, 36, 37, 55-57. OAS 170, 28 jan 1692. 47 OAS 1, fol. 221. 48 OAS 26, 23 juni 1705. 49 OAS 34, fol.6, 7, 10, 12, 18, 24, 25, 36, 39, 42, 44-47, 54; OAS 35, fol.4, 6, 7, 11, 13, 14, 18, 24, 25. 50 R. Kappers, ‘Kalendarium De zilverstad in de Bataafs-Franse tijd; 1795-1815’, (Schoonhoven 2007) www.historischeverenigingschoonhoven.nl. 51 Kappers, Keurkamers: Bataafse Ordonnantie 49-51, ‘Wet 1807’ 51-53; Koonings, De keuring van goud en zilver tijdens het Koninkrijk Holland. “Wet op het verwerken, invoeren en verkoopen van gouden en zilveren werken, mitsgaders den ophef der belasting op dezelve, gearresteerd den 11 maart 1807” (Lochem 1968); C.B. van Dongen, De Rijkswaarborgwet van 19 Brumaire 6e jaar in Nederland, 9 November 1797 tot 1 Januari 1853 (Rotterdam 1994) 47. Uit den woesten bajard 1 Streekarchief Midden-Holland (SAMH) Archief van de stad
Schoonhoven, 1271-1813 met toegangsnummer 1011. 2 SAMH Archief van de gemeente Schoonhoven met toegangsnummers 1012, 1013 en 1014. 3 SAMH Archief van de stad Schoonhoven, 1271-1813, inv.nr. 185. 4 Y. Bos-Rops e.a., Archiefwijzer. Handleiding voor het gebruik van archieven in Nederland(3e druk); Bussum 2005) p.9. 5 Y. Bos-Rops e.a., Archiefwijzer, pp. 12-18. 6 H. van der Molen, ‘Waar laat je het?’, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard 25 (2000) p.33. 7 SAMH Archief van de stad Schoonhoven, 1271-1813, inv.nr. 1: vroedschapsresoluties, d.d. 2 augustus 1680. 8 SAMH Ibidem. 9 SAMH Ibidem. 10 SAMH Archief van de stad Schoonhoven, inv.nr. 58: d.d. 16 augustus 1689. 11 SAMH Ibidem, inv.nr. 103: d.d. 20 november 1787. 12 SAMH Ibidem, inv.nr. 104: d.d. 10 juli 1789. 13 SAMH Ibidem, d.d. 5 juli 1790. 14 SAMH Ibidem, d.d. 6 juli 1789. Zie ook: G. J. Lugard Jr., ‘Archiefzorg in vroeger tijd. Inventarisatie van het Schoonhovensche archief door Gerh.J.Lugard Jr. Archivaris der gemeente Schoonhoven.’(1934-1935), Nederlandsch Archievenblad jg. 42 (1934-1935) pp.118-128. 15 SAMH Ibidem, inv.nr. 3: d.d. 18 juli 1789. 16 SAMH Ibidem, inv.nr. 104: d.d. 5 juli 1790. 17 SAMH Ibidem, inv.nr. 205. 18 Y. Bos-Rops e.a., Archiefwijzer, pp. 18-26. 19 R.T.M. Guleij, ‘Johannes Hingman, de onmisbare archivaris’ http://www.geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/johanneshingman-de-onmisbare-archivaris (9 juli 2014). 20 M. Baertl, ‘Inventaris van het archief van jhr.dr. H.J.L.Th. van Rheineck Leyssius, 1742-1960’(Den Haag 2003) pp. 7-8. 21 Streekarchief Krimpenerwaard, Gids voor het Streekarchief Krimpenerwaard te Schoonhoven (1984)p. 9. 22 B. Woelderink, ‘G.J. Lugard jr. (1900-1976) als archivaris’, in: Nederlandsch Archievenblad 80 (1976)pp.241-242. 23 Over de verschillende archiefinventarissen schrijft G.J. Lugard in een oude inleiding bij de oude inventaris op het oud-archief van Schoonhoven. 24 C.R. Schoute, ‘De charters uit het Schoonhovense archief’(1984) NT 3321. Dit is de inleiding op de nadere toegang op de charters van het Archief van de stad Schoonhoven, 1271-1813. 25 SAMH Archief van de gemeente Schoonhoven, 1813-1932. 26 SAMH Ibidem. 27 SAMH Archief van de weeskamer van Schoonhoven, 1387-1809. 28 SAMH Archief van het gerecht van Schoonhoven, 1449-1811.
Noten en bronnen
283
Het stadsbestuur in de roerige maand januari 1795 1 Renger de Bruin, De Franse tijd, Intermediair d.d. 4-08-1989, 29 2 Simon Schama, Patriotten en bevrijders, Amsterdam 1989, 227 231 3 Gecommitteerde Raden zijn te vergelijken met de huidige Gedeputeerde Staten van de provincie 4 Prins Frederik, ofwel Willem George Frederik van Oranje-Nassau, was de jongste zoon van stadhouder Willem V en Wilhelmina van Pruisen. Op 20-jarige leeftijd werd hij al benoemd tot generaal van de cavalerie. 5 Streekarchief Midden-Holland (SAMH) Uitgaande brieven, inv. nr. 1011-175 d.d. 6 januari 1795. 6 SAMH, Resoluties van de magistraat, inv.nr. 1011-19 d.d. 8 en 9 januari 1795 7 SAMH, Uitgaande brieven, inv.nr. 1011-175 d.d. 12 januari 1795 8 SAMH, inv.nr. 1011-19 d.d. 14 januari 1795 9 SAMH, inv.nr. 1011-19 d.d. 16 januari 1795 10 SAMH, inv.nr. 1011-19 d.d. 18 januari 1795 11 P. le Comte, Afbeeldingen van Schepen en Vaartuigen, Amsterdam 1831 12 SAMH, inv.nr.1011-19 d.d. 17 januari 1795 13 F.H.A. Sabron, De oorlog van 1794-95 op het grondgebied van de republiek der Vereenigde Nederlanden, Breda 1892, bijlage 27 14 Hier beloofde Daendels meer dan hij kon waarmaken. Generaal Salme had bij de overgave van de provincie Utrecht de eis dat alle betalingen door de Fransen in klinkende munt zouden moeten plaatsvinden, afgewezen. 15 F.H.A. Sabron, 216 16 F.H.A Sabron, 219 17 SAMH, Ruige Register, inv.nr. 1011-234, 10 verso 18 SAMH, 1011-19 d.d. 18 januari 1795 19 http://nl.wikipedia.org/wiki/Assignaat d.d. 10 maart 2013 20 SAMH, Notulen vroedschap van 19 t/m 24 januari 1795, inv.nr. 1011-1781 21 SAMH, inv.nr. 1011-19 d.d. 20 januari 1795 22 SAMH, Het Ruige Register, inv.nr. 1011-234, 90 t/m 92 23 SAMH, 1011-19 d.d. 20 januari 1795 24 SAMH, 1011-234, 91 recto 25 SAMH, 1011-1781 26 SAMH, Redactie van de door de provisioneele municipaliteit afte leggen belofte, inv.nr. 27 Decreeten van de Provisioneel Repraesentanten van het Volk van Holland van 26 en 27 januari 1795 Gas en een luchtje Bronnen:
284
Noten en bronnen
- Schoonhovense Courant van 27 november 1895 - B. Linn, De Schoonhovensche Gaskwestie, (Schoonhoven, 1897) - V. Veldheer, Kantelend bestuur, Schoonhovense Courant van 3 juli 1946 - ‘De magt der vereeniging’, Sint Eloy 22 (1876/ ‘77, blz. 103) - R. Kappers, De kroon staat er weer op. Koninklijke Erepenning voor 150 jaar verdiensten van de verenigde goud- en zilversmeden in Schoonhoven. De Heraut Schoonhoven 1 (2014) 14-22 (aldaar 17) Hoe zal Schoonhoven feestvieren Bronnen: - Schoonhovense Couranten van 7, 14, 17 maart, 15 september 1930 en 9 september 1953 Daadkrachtig bestuur 1 L.C. van der Have, Bijdrage tot de geschiedenis van de ARTILLERIE INSTRUCTIE COMPAGNIE, Schoonhoven 1954 2 Bevolkingsregister Schoonhoven 1863 – 1926 De volontairs werden ingeschreven als inwoner van Schoonhoven. De inrichting van het stadsbestuur in de 19de eeuw 1 Aquarel van Jan Willem Pieneman 2 J.G. Kikkert, Geld, Macht en Eer, Willem I, Utrecht 1995, p. 337 3 Streekarchief Midden-Holland (SAMH), Archief van de gemeente Schoonhoven 1813-1932, inv.nr. 1012-110 4 G.J.W. Koolemans Beijnen, Historisch Gedenkboek 1813, Haarlem 1913, p. 337 5 Schoonhoven was op dat moment ingedeeld bij de provincie Utrecht 6 SAMH, Resoluties gemeenteraad, inv.nr. 1012-3 7 M.J.A.V. Kocken, Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 229 8 SAMH, inv.nr. 1012-110 9 Emese von Bóné, Het vredegerecht en de vrederechter van Schoonhoven, een laagdrempeligerechter, die tweehonderd jaar geleden in Nederland werd ingevoerd, HEK 35e jaargang 2011, 141 t/m 144 10 Kocken, 382 t/m 385 11 Kocken, 387, 391 en 401 12 http://nl.wikipedia.org/wiki/Grondwetsherziening_ van_ 1848 d.d. 10 mei 2014 13 Kocken, 453 en 454 14 Kocken, 488 en 501 15 SAMH, inv.nr. 1012-8 16 Betreft datum besnijdenis
Straten vernoemd naar stadsbestuurders 1 De Kikvorsch of Kikkerpolder is het gebied aan de westzijde van de stad tussen Oude Singel en de stadsgracht gegraven in 1672.
Stadsbestuur en Koninklijk Huis Bronnen: - Schoonhovense Krant, De Telegraaf, Algemeen Dagblad, Het Vrije Volk en archief gemeente Schoonhoven. - De heren A. Trompetter, G. van Witteloostuijn en D. van der Zweep.
6 Schoonhovens secretarie archief 1933 – 1960 inv. Nr. 19/8 7 Schoonhovens secretarie archief 1933 – 1960 inv. Nr. 19/8 8 Schoonhovens secretarie archief 1933 – 1960 inv. Nr. 19/8 9 Schoonhovens secretarie archief 1933 – 1960 inv. Nr. 19/9 10 Schoonhovensche Courant 18-1-1957 11 Burgerlijke stand Schoonhoven 12 Interview in de Havenloods december 1968 door Leen Ouweneel 13 Burgerlijke stand Schoonhoven 14 Schoonhovensche Courant 7-9-1966 15 Jaarverslag Goudse Waterleiding Maatschappij 1974 16 Eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, KB 16 april 1975; Kanselarij der Nederlandse Orden 17 M.M. van Schaik van den Brink 1977-1978; opgave gemeente Schoonhoven 18 Schoonhovensche krant 14 maart 1980 19 T.W. Visser-de Jong 1978-1982; opgave gemeente Schoonhoven 20 Volkspartij voor Vrijheid en Democratie 21 De Nijverheidsvereniging voorloper van het gilde St. Eloy, waar in 1950 niet alleen de goud- en zilversmeden van Schoonhoven lid van waren, maar ook de Plateelbakkerij Schoonhoven. 22 Met de schipper wordt burgemeester Schouwenaar bedoeld, die voorzitter was van de Schippersbond ASV 23 Bron Schoonhovense krant 8 september 1978 24 Eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau bron interview Marry Holst. 25 Tenzij anders vermeld is dit gedeelte gebaseerd op een interview met Connie van Dorst-Pijls dochter van Miep Visser-de Jong door de schrijver 26 Bron: overlijdensadvertentie 27 Zie ook het hoofdstuk ‘Burgemeesters van Schoonhoven tijdens het Koninkrijk der Nederlanden’ 28 Citaat uit het interview in het Algemeen Dagblad ‘Geen spijt van 17 jaar Schoonhoven’ 18-11-2005 29 Citaat uit het interview in het Algemeen Dagblad ‘Geen spijt van 17 jaar Schoonhoven’ 18-11-2005 30 Tenzij anders vermeld is dit gedeelte gebaseerd op een interview met Marry Holst-Brink op 7 juli 2012 door de schrijver
Vrouwen in het gemeentebestuur 1 IS Geschiedenis Dagelijkse historische achtergronden bij het nieuws 2 Sandra Olsthoorn 28 mei 2010 3 Gemeentegids Schoonhoven 2013 - 2014 4 Ontleend aan onderzoek van ProDemos - Huis voor democratie en rechtsstaat 5 Schoonhovens secretarie archief 1813-1932 inv. Nr. 481
Opmerkelijke bestuurders: Hermann A. Schreuder, Adrianus Cornelis Andreas Deerenberg, Cornelis Peerbolte, Luuk van den Broeck, Peter Matheij Bronnen: - Schoonhovensche Courant tussen 1930 en 1953 - Algemeen Dagblad 26 maart 1980 (Pieter van der Laan) - Het Nederlandse geslacht Deerenberg (Jan Willem Alphonsus Deerenberg)
Het stadsbestuur van Schoonhoven tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog en wat er op volgt 1 dr. C. Hilbrink, In het belang van het Nederlandse volk. Over de medewerking van de ambtelijke wereld aan de Duitse bezettingspolitiek 1940-1945, 1995 p. 43-44 2 Peter Romijn, Burgemeesters in oorlogstijd; Besturen onder Duitse bezetting, 2006, p. 14, 17 en 89 3 J. Koolhaas-Revers, Evacuatie in Nederland –1939-1940, 1950, hoofdstuk IX 4 www.grebbeberg.nl/evacuatie-van-de-burgerbevolking-uit-degebieden-achter-de-grebbelinie 5 Peter Romijn, Burgemeesters in oorlogstijd; Besturen onder Duitse bezetting, 2006, p. 203 6 René Kok & Erik Somers, Nederland en de Tweede Wereldoorlog, 2005, deel 1, p. 393-401 7 www.verzetsmuseum.org/invoeringpersoonsbewijs 8 J.F. Van Gils, Achtergrondinformatie over kinderziekten in de Tweede Wereldoorlog, 2010 9 Doeko Bosscher, Het noodlot van de burgemeester in oorlogstijd, 2006, p. 8 Correspondentie met prof. Dr. P. Romijn, Senior Onderzoeker NIOD - Algemeen: Schoonhovensche Courant c.q. Het Nieuws, edities 1939 t/m 1946 - De heren G. Scheer en J. van den Ende uit Schoonhoven, over onderduiken in oorlogstijd
Noten en bronnen
285
Met dank aan: A.C.H. Deerenberg in Den Haag (neef) en Agnes Deerenberg (dochter) - Schoonhovensche Courant tussen 1926 en 1961 - Met dank aan mevrouw W. Stennekes - Peerbolte Gemeentebestuur en erfgoed: over een kerk die er nog staat en een middeleeuws stratenplan dat er nog is 1 Deze bijdrage is ontleend aan mijn lezing ‘Onze historie als identiteit’, uitgesproken tijdens het seminar Schoonhoven 725 op 18 mei 2006 in de Grote Kerk. 2 Zie het Monumentenregister op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), waarin 148 rijksmonumenten in de gemeente Schoonhoven zijn opgenomen. Volgens de gemeente Schoonhoven zijn het er 149. Zie het in noot 3 genoemde rapport van de rijksinspectie en voorts het overzicht in bijlage II (p. 46-48) van de Adviesnota Cultureel Erfgoed Gemeente Schoonhoven van het advies bureau Culthis. 3 In 2011 waren er 31 gemeentelijke monumenten. Bron: Erfgoedinspectie, Instandhouding rijksmonumenten en beschermd stadsgezicht: gemeente Schoonhoven (juli 2011), p. 15. De in noot 2 genoemde Adviesnota uit 2014 geeft een overzicht van 50 gemeentelijke monumenten (bijlage III, p. 49). Deze nota met bijbehorende waardenkaarten en beschrijvingen van cultuurhistorische waardevolle gebieden, structuren en objecten werd op 27 maart 2014 door de gemeenteraad vastgesteld en vormt het resultaat van de (inmiddels) verrichte inventarisatie. De raad besloot deze inventarisatie met waardenkaarten samen met het archeologiebeleid nog in 2014 in een zgn. paraplubestemmingsplan op te nemen. 4 Geraadpleegd bronnenmateriaal voor deze geschiedenis: J.A.C. Tillema, Schetsen uit de geschiedenis van de monumentenzorg in Nederland, Den Haag 1975, p. 135-145; J.A. de Bruyn, De St. Bartholomeuskerk te Schoonhoven en haar toren, in: Het Gildeboek XIV (1931/32), p. 112-124; H.C. Bultman, De Grote of Bartholomeuskerk te Schoonhoven, Schoonhoven maart 1984; de Schoonhovensche Courant vanaf 21 juni 1911 (nr. 3247) e.v., met daarin een uitgebreide berichtgeving over ‘toren en kerk’, inclusief de letterlijke tekst van de raadsnotulen over deze kwestie. 5 Schoonhovensche Courant van 21 juni 1911 (nr. 3247). 6 Uiteraard was er ook een financiële kant aan het verhaal. In het collegevoorstel was opgenomen dat de gemeente 15 jaar lang jaarlijks een uitkering van f 1000,- aan het kerkbestuur zou doen. 7 Schoonhovensche Courant van 28 juni 1911 (nr. 3249). 8 Zie verder vooral J. Perry, Ons fatsoen als natie: Victor de Stuers 1843-1916, Amsterdam 2004. 9 Daarbij had de term ‘wandalisme’ in die dagen een uiterst nega-
286
Noten en bronnen
tieve betekenis. Deze werd eind negentiende eeuw bedacht door publicist Josef Alberdingk Thijm die een veelgelezen rubriek met die naam startte, een contaminatie van ‘wandaad’en ‘vandalisme’. Daarover Marita Mathijsen, ‘Een monument laat je niet over aan het toeval’, in: NRC Handelsblad van 18 en 19 februari 2013. 10 Schoonhovensche Courant van 9 en 13 september 1911 (nrs. 3270 en 3271). 11 Geraadpleegd bronnenmateriaal voor deze geschiedenis: Th.M. Elsing, Schoonhoven en verder (doctoraal scriptie), 1987, hfst. XI, p. 148-161. 12 De volgende tekst is ontleend en meer of minder geciteerd uit Elsing, a.w. (noot 11), p. 155. 13 Rapport Studiegroep Schoonhoven van de TH-Delft 1960 (in SAMH). 14 Elsing, a.w. (noot 11), p. 155. Het betreft dan rijksmonument nr. 33523. Burgemeesters tijdens het Koninkrijk der Nederlanden 1 Secretarie archief Schoonhoven 1813 – 1932 inventarisnummer 825 2 P.W Keuchenius was een al zittende burgemeester van voor 1814. 3 Bron: Burgerlijke stand - huwelijken Schoonhoven 1820: bruid Maria Christina Logger (30 jaar; geb. 25-11-1789 te Dordrecht; wed. van Paulus Willem Keuchenius) 4 Nederland’s Patriciaat, 46e jaargang 1960, blz. 169. 5 Bron: Vaderlandsche Letteroefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam 1815. Iets, over het gebruik van de digitalis purpurea (rood vingerhoedskruid) in de hydrops, of waterzucht. Door P.W. Keuchenius, Med. Doct. te Schoonhoven en Bijzonder geneeskundig geval. Medegedeeld door P.W. Keuchenius, Med. Doctor te Schoonhoven. 6 Bron: Burgerlijke stand – overlijden Schoonhoven 1831 7 Groen Hart Archieven 1011 inv 233 8 1012 Archief van de gemeente Schoonhoven, 1813-1932 9 Bron: Parlement & Politiek www.parlement.com 10 Bron: (OAS 98):’10 mei 1784. Dhr. Thesourier van Oosterhout heeft ter kennisse gebracht dat zich thans alhier ter stede bevindt een zekere Mons’. 11 Bron: Blois, Hoge Vierschaar 1761-1808 door C.C.J. Lans † 12 Bron: Vaderlandsche Letteroefeningen. M. de Bruijn, G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam 1813 13 Bron Burgerlijke stand – gezinsblad Jan Cornelis van Limbeek. 14 Bronnen: Muilwijk, P. (1989) “Burgemeesters van Schoonhoven sedert 1814” in Gens Nostra jaargang 44, nr. 4/5 en de Nederlandsche Staatscourant, 8 juli 1846
15 De familie de Klopper behoort tot het Nederlands patriciaat (Blauwe Boekje jaargang 10) 16 Bron: wikipedia 17 De familie van Voorthuysen behoort tot het Nederlands patriciaat (Blauwe Boekje jaargang 10) 18 Bron: wikipedia 19 Bron: wikipedia 20 Bron: genealogieonline stamboom Schrik 21 Bron: oudhouten.nl 22 Muilwijk, P. (1989) “Burgemeesters van Schoonhoven sedert 1814” in Gens Nostra jaargang 44, nr. 4/5 23 De familie Kolff behoort tot het Nederlands patriciaat (Blauwe Boekje jaargang 15) 24 Bron: Schoonhovensche Courant november 1924 25 Bron: wikipedia 26 De familie de Rambonnet behoort tot het Nederlands patriciaat (Blauwe Boekje jaargang 25) 27 Books.Google.nl 28 Bron: Het Nieuws 29 Bron: Schoonhovensche Courant oktober 1950 30 Cachet en Van Sluis, 2003; Cachet en Ringeling, 2003 31 Bron: Algemeen Dagblad 18-11-05 Schoonhoven en het hoogheemraadschap: geen optimaal huwelijk 1 Proeve van een ontwerp tot sluiting van de rivier den Neder-Rijn en Leck en het storten van derzelver water op den IJssel. Uitg. Wed. J.C. Vieweg en Zoon, Nijmegen, 1821. 2 Omschrijving Jacob van Oudenhoven in Out-Hollandt, nu ZuydHollandt. 3 Archief Hoogheemraadschap Krimpenerwaard, deelarchief A, nr. 185 4 Nu Cornelishoeve, Provincialeweg Oost 91, Haastrecht 5 Begraven 18 april 1760 St. Janskerk Gouda.
Gebruikte afkortingen AG Blois/AGB Archief Graven van Blois AGH Archief Graven van Holland ARDOU Archief Ridderlijke Duitse Orde, Utrecht d. denier f. folio GAS Gemeente Archief Schoonhoven gr. groot HEK Historische Encyclopedie Krimpenerwaard, m.i.v. 2013 Historisch Tijdschrift voor de Krimpenerwaard HS Handschriften HUA Het Utrechts Archief lb. libra/pond NA Nationaal Archief, Den Haag OAG Oud Archief Gouda OAS Oud Archief Schoonhoven, ac 1011, inv. nr. RAS Rechterlijk Archief Schoonhoven, inv. nr. Rek.Reg. Rekenkamer Registers Rek.Rek. Rekenkamer Rekeningen s. stuiver sc. schelling SAMH Streekarchief Midden Holland, Gouda StvH Staten van Holland vóór 1572 VeO Vorst en Onderdaan Z-H Zuid-Holland
Noten en bronnen
287