Uw gebruiksaanwijzing. SIEMENS HL56024

U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor SIEMENS HL56024. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de SIEMENS HL56024 in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing SIEMENS HL56024 Gebruikershandleiding SIEMENS HL56024 Handleiding SIEMENS HL56024 Bedieningshandleiding SIEMENS HL56024 Instructiehandleiding SIEMENS HL56024

Uw gebruiksaanwijzing. SIEMENS HL56024 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3571077

Handleiding samenvatting: De tabellen zijn zo opgebouwd dat u stap voor stap kunt instellen. @@Om uw fornuis lange tijd mooi te houden, geven wij u veel tips over verzorging en reiniging. En wanneer onverhoopt een storing mocht optreden: op de laatste pagina's vindt u informatie hoe u kleine storingen zelf kunt verhelpen. Hebt u vragen? Zoek altijd eerst in de uitvoerige inhoudsop gave. U vindt dan snel wat u zoekt. Gebruiksaanwijzing HL 56024 nl 5650 015 296 S030284 Inhoudsopgave Hierop moet u letten . . . . . ..... ..... . . . . . . . . . Voordat het nieuwe apparaat wordt aangesloten . . Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . ..... ..... . . . . Zo kunt u schade aan het apparaat voorkomen . . . Opstellen en aansluiten . . . .......... ..... . . . . Voor de installateur . .......... .......... ..... . Het fornuis horizontaal opstellen . . . . .......... . . Dit is uw nieuwe fornuis . . . . . . . . ..... ..... . . . Het bedieningspaneel . . . . . . . .......... ..... . . De verwarmingsmethoden . . . .......... . . . . . . . Oven en toebehoren . . . ..... ..... .......... . . . Voor het eerste gebruik . . . . . . . ..... ..... . . . . Tijd instellen . . . . . . .......... ..... ..... . . . . . . . Oven reinigen . . . .......... ..... ..... . . . . . . . . Toebehoren reinigen . . .......... ..... ..... . . . Koken . . . . . . . .......... ..... ..... .......... Zo kunt u schade voorkomen . . . . . . . . . . .....

. . . De kookplaat . . .......... .......... ..... ..... Restwarmte indicatie . . . . . . . . . . .......... ..... Zo stelt u in . . . . . .......... .......... ..... . . . Variabele kookzone Kookzone met braadzone . . .......... . . . . . . . . . Oven instellen . ..... ..... .......... . . . . . . . . . Zo stelt u de oven in . ..... ..... .......... . . . . . ...als de oven automatisch moet uitschakelen . . . . . .. .als de oven zichzelf automatisch moet in en uitschakelen . . . . .......... .......... ..... . . . 4 4 4 6 7 7 8 9 10 12 13 14 14 15 15 16 16 18 18 18 19 21 21 21 22 2 Inhoudsopgave Cake en gebak . . .......... .......... ..... . . Tips voor het bakken . . . .......... .......... . . Vlees, gevogelte, vis . . . ..... .......... . . . . . . Tips voor het braden en grillen . . . . ..... ..... . . . Soufflé, gegratineerde gerechten en toast . . . . . Diepvriesprodukten . . .......... ..... ..... . . . Ontdooien . . . . . . . .......... ..... ..... . . . . . . Drogen . . . . .......... ..... ..... ..........

. . Inmaken . . . . . . . . ..... ..... .......... . . . . . . . De wekker . . . ..... ..... .......... .......... Zo stelt u in . . . . . ..... .......... .......... . . . Onderhoud en reiniging . . ..... .......... . . . . Buitenzijde apparaat . . . . . . ..... ..... .......... Kookplaat . . . . . . . . . . ..... ..... .......... . . . . Automatische zelfreiniging . . . . . . ..... ..... . . . . . Handmatige ovenreiniging . . . . . .......... ..... . Ovenlade . . . . .......... .......... ..... ..... . Toebehoren . . . . . . . . . .......... ..... ..... . . . . Wat te doen bij storingen? . . . . . . .......... . . . Aanwijzingen . . ..... .......... .......... ..... Ovenlamp vervangen . . . . . .......... .......... Deurdichting vervangen . . . . . ..... .......... . . . Klantenservice . . . . . . .

..... ..... .......... . . Milieubescherming . . . . . . . . ..... ..... . . . . . . . . 24 28 30 34 35 36 37 38 39 41 41 42 42 42 45 48 48 48 49 50 51 52 53 54 3 Hierop moet u letten Voordat het nieuwe apparaat wordt aangesloten Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het nieuwe apparaat in gebruik neemt. Hierin staan belangrijke tips voor uw veiligheid en informatie over het gebruik en het onderhoud van het apparaat. q Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Wanneer u het apparaat doorgeeft, voeg de gebruiksaanwijzing er dan bij. q Controleer de kookplaat op schade, bijv. krassen op het vitrokeramiek of op de rand. q Als het apparaat beschadigd is, mag u het niet gebruiken. Veiligheidsvoor schriften q Onze apparaten voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften voor elektro apparatuur. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de fabrikant. Ondeskundige reparaties kunnen leiden tot aanzienlijke gevaren voor u. q De oppervlakken van verwarmings en kookapparaten worden heet bij gebruik. De binnenkant van de oven, de verwarmings elementen en de damp uit de oven worden zeer heet. Houd kinderen uit de buurt. q Blijf erbij wanneer u vet of olie verhit. Te hete olie kan in brand vliegen. Giet nooit water op brandend vet of brandende olie. Verbrandingsgevaar! Dek de pan af zodat het vuur verstikt. Schakel de kookzone uit. Laat de pan afkoelen op de kookzone. q Aansluitkabels van elektrische apparaten mogen niet in contact komen met hete kookzones en niet vastgeklemd raken tussen de hete ovendeur. De isolatie van de aansluitkabel kan erdoor beschadigd worden. 4 q Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Deze kunnen in brand vliegen als de oven per ongeluk wordt ingeschakeld. Leg geen brandbare voorwerpen op de kookplaat. q Als het apparaat defect is, schakelt u de fornuiszekering in de meterkast uit. q Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van gerechten. q Bij breuken, barsten of scheuren in het glaskeramiek bestaat het risico van een elektrische schok. Zet het apparaat onmiddellijk uit. Schakel de zekering voor het apparaat in de meterkast uit. Neem contact op met de klantenservice. q Attentie! De panbodem en de kookzone moeten droog zijn. Vloeistof die tussen de panbodem en de kookzone komt, verdampt. Door de druk kan de pan plotseling opspringen. Verwondingsgevaar! q Neem de restwarmte indicatie in acht. Deze waarschuwt tegen hete kookzones. q Dit apparaat voldoet aan de voorschriften voor bak en kookapparatuur. Schakelaars en de handgreep van de ovendeur worden warm wanneer u het apparaat lange tijd gebruikt op een hoge temperatuur. q Voor elke zelfreiniging eerst het ergste vuil uit de oven verwijderen. Er bestaat anders brandgevaar! q Hang tijdens de automatische zelfreiniging geen brandbare voorwerpen zoals droogdoeken aan de deurgreep van de oven. d q Nooit platen en vormen met een anti aanbaklaag meereinigen bij de automatische zelfreiniging (met pyrolyse). Door de grote hitte kunnen door de anti aanbaklaag gitige gassen ontstaan risico van ernstige schade aan de gezondheid! 5 Zo kunt u schade aan het apparaat voorkomen q Leg geen bakplaat op de ovenbodem en bedek de bodem niet met aluminiumfolie, anders ontstaat er een opeenhoping van warmte. De bak en braad tijden kloppen dan niet meer en het email raakt beschadigd. q Giet geen water in de hete oven. Hierdoor kan het email beschadigd raken. q Vruchtensap dat van de bakplaat druipt veroor zaakt vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden. Wanneer u vruchtengebak met veel sap bakt kunt u beter de diepere braadslee gebruiken. q Ga niet op de open ovendeur staan of zitten. q De ovendeur moet goed sluiten. Zorg ervoor dat de deurdichtingen schoon zijn. q Leg geen hete voorwerpen (bijv. bakplaten) in de ovenlade. Deze kan hierdoor worden beschadigd. 6 Opstellen en aansluiten Het toestel moet door een geautoriseerde vakman aan het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij dient men zich te houden aan de voorschriften van de desbetreffende elektriciteitsmaatschappij. Wordt het fornuis verkeerd aangesloten, dan vervalt bij schade uw aanspraak op garantie. Voor de installateur Om aan de geldende veiligheidsvoorschriften te voldoen, moet een schakelaar van minstens 3 mm worden geïnstalleerd.


Als het apparaat via een stekker wordt aangesloten, is dit niet nodig wanneer de stekker voor de gebruiker toegankelijk is. Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact dat volgens voorschrift is geïnstalleerd. In overeenstemming met het onderzoeksvoorschrift voor verwarming voldoet het apparaat aan de normen van veiligheidsklasse Y. Let erop dat dit apparaat slechts met één zijwand tegen hoge wanden van vertrekken of meubels mag worden geplaatst. Vanuit het oogpunt van elektrische veiligheid is het fornuis een apparaat dat tot veiligheidsklasse I behoort en alleen in verbinding met randaarding mag worden gebruikt. Om het apparaat aan te sluiten dient als hoofdleiding een van het type H 05 VV F of gelijkwaardig te worden gebruikt. 7 Het fornuis horizontaal opstellen Het fornuis heeft in hoogte verstelbare voeten waarmee u kleine oneffenheden van de vloer kunt compenseren. Om de voeten te kunnen verstellen moet u de ovenlade verwijderen. 1. Trek hiervoor de ovenlade langzaam naar voren. Aan elke kant bevinden er zich twee tappen. U trekt de lade over de rail. Als links en rechts de voorste tap in de geleiderail vrij komt, dan tilt u de lade een beetje op. Als de tweede tap vrij komt, dan kunt u de lade eruit tillen. 2. Draai de stelvoeten met een munt een beetje hoger of dieper tot de oven horizontaal staat. De stelvoeten kunnen heel gemakkelijk gedraaid worden als de oven een beetje opgetild wordt. Schuif de ovenlade er opnieuw in. Extra bevestiging aan de muur Om het fornuis beter tegen omkantelen te beveiligen, kunt u het met de bijgeleverde haak aan de wand bevestigen. Neem de installatievoorschriften voor de wandbevestiging in acht. 8 Dit is uw nieuwe fornuis Bedieningspaneel met elektronische klok, functiekeuzeknop, temperatuurkeuzeknop en kookzoneknoppen Koelventilator Keramische kookplaat Ovendeur Ovenlade Er zijn kleine verschillen mogelijk, afhankelijk van het type Het fornuis beschikt over een koelventilator. Zolang de oven warm is, wordt de ventilator automatisch in en uitgeschakeld. Hij kan ook weer worden ingeschakeld wanneer de oven al langere tijd uitgeschakeld was. 9 Het bedienings paneel Alle schakelaars kunnen in de uit stand ingedrukt worden. Om in en uit te schakelen drukt u kort op de schakelaar. U kunt ook de draaiknop op de elektronische klok indrukken. Draaiknop Toets Wekker Toets Tijdsduur Toets Einde Toets Hand Functiekeuzeknop voor de oven met indicatielampje Deze heeft de volgende standen: t = Onder en bovenwarmte Q = Hetelucht R = Circulatiegrillen X = Vlakgrillen * = Automatische zelfreiniging Als u de functiekeuzeknop instelt, dan brandt het indicatielampje en de lamp in de oven schakelt in. Schakel de functiekeuzeknop na het gebruik van de oven altijd uit. 10 Kookzoneknop met indicatielampje Stand 1 tot 9. 0 = kookzone uit 1 = laagste kookstand 9 = hoogste kookstand Temperatuurkeuzeknop voor de oven met indicatielampje Deze heeft de volgende standen: 50 250 temperatuur in ºC S = grill zwak SS = grill middel SSS = grill sterk * = automatische zelfreiniging Als u de temperatuurkeuzeknop inschakelt, brandt het indicatielampje. Het lampje gaat uit als de ingestelde temperatuur bereikt is en het brandt opnieuw bij het opwarmen. Tijdens het grillen brandt het lampje niet. Kookzoneknop voor de variabele kookzone 1 9 = kookstanden l = extra inschakelen van de grote kookvlakken Kookzoneknop voor kookzone met braadzone 1 9 = kookstanden m = extra inschakelen van de braadzone 11 De verwarmings methoden U kunt voor de oven kiezen uit een aantal verschil lende verwarmingsmethoden. Zo kunt u voor elk ge recht de optimale bereidingswijze kiezen. Boven en onderwarmte De warmte bereikt het gebak of het vlees gelijkmatig van boven en van onder. Brood, cake, kwarktaart en vruchtentaart op één ni veau lukken zo het best. Ook voor magere stukken vlees van rund, kalf en wild in open of geslot U mag geen gerechten in aluminiumfolie of kunststof klaarmaken. Dit materiaal smelt. q De onderkant van de pan en de kookzone dienen schoon en droog te zijn. q Voorkom dat emailpannen leegkoken. De bodem en het glaskeramiek kunnen worden beschadigd. q Wanneer u speciaal serviesgoed gebruikt, lees dan zorgvuldig de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. Kookplateau q Gebruik het kookplateau niet om dingen neer te zetten of als aanrecht. Door zout, suiker en door zandkorrels die achterblijven na het schoonmaken van groente, kunnen krassen op het kookplateau ontstaan. q Zorg er voor dat er geen harde of spitse voorwerpen op het kookplateau vallen. Het kan beschadigd worden. q Verwijder overgestroomde resten direct met de schraper. Dit geldt vooral voor gesmolten resten, suiker en gerechten met veel suiker. q Maak de kookplaat pas schoon wanneer deze is afgekoeld, d.w.z. wanneer de aanduiding van de restwarmte niet meer brandt. Reinigingsmiddelen die op de hete kookplaat terechtkomen veroorzaken vlekken. q Gebruik geen fornuisbeschermingsfolie. q Plaats geen hete pannen op de rand van de kookplaat. 16 q De schraper heeft een scherp mes. Beweeg het mes niet te dicht langs de omlijsting van de kookplaat. Deze zou beschadigd kunnen raken. Kleurveranderingen op de kookplaat Metaalachtige verkleuringen ontstaan door slijtage van de pannenboden of door ongeschikte reinigings middelen. Deze kunnen slechts met moeite met "Sidol Ceran & Stahl" of "Stahl Fix" worden verwijderd. Onze klantenservice verwijdert dergelijke veront reinigingen tegen vergoeding van de kosten. Door agressieve of krassende reinigingsmiddelen wordt het decor afgeschuurd. Er ontstaan donkere vlekken. Ook door niet verwijderde, ingebrande etensresten ontstaan kleurveranderingen op de kookplaat. U hebt geen invloed op de functie en stabiliteit van het glaskeramisch materiaal. Voorbeelden van mogelijke schade Aantasting van het glasop Krassen door zout, suiker of pervlak door gesmolten suiker zandkorrels of door een pan of gerechten die veel suiker met een ruwe bodem. bevatten. Metaalachtige verkleuringen Afgeslepen decor door on door afwrijvingen van de bodem geschikte reinigingsmiddelen. van de pan of door ongeschikte reinigingsmiddelen. 17 De kookplaat Kookzone 17 cm of braadzone 17 x 26 cm Kookzone 14,5 cm Kookzone 18 cm Variabele kookzone 21 en 12 cm Aanduiding van de restwarmte Restwarmte indicatie De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte indicatie. Deze geeft aan welke kookzones heet zijn. U kunt de restwarmte gebruiken om energie te besparen, bijvoorbeeld voor het warmhouden van een klein gerecht of voor het smelten van couverture. Met de kookzoneknoppen kunt u het verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones instellen. 0 = kookzone uit 1 = laagste kookstand 9 = hoogste kookstand Aan het einde van het instelbereik bevindt zich een aanslag. Niet verder draaien. Wanneer een kookplaat ingeschakeld is, brandt het indicatielampje.


Zo stelt u in 18 l Variabele kookzone m Kookzone met braadzone Bij deze kookzones kan de grootte worden veranderd. Extra inschakelen van de grote kookvlakken: Kookzoneknop tot stand 9 - hier merkt u een lichte weerstand - en verder tot het symbool l = grote variabele kookzone of m = braadzone naar rechts draaien. Dan meteen de gewenste kookstand instellen. Terugschakelen naar de kleine vlakken: kookzoneknop op 0 draaien en opnieuw instellen. Attentie! Zet de kookzoneknop nooit over het symbool heen op 0. Op de kleine variabele kookzone kunt u heel goed kleine hoeveelheden opwarmen. Tabellen In de onderstaande tabel vindt u enkele voorbeelden. Houd er rekening mee dat de bereidingstijden afhankelijk zijn van het soort, het gewicht en de kwaliteit van het voedsel en dat hierdoor afwijkingen mogelijk zijn. Voor het aan de kook brengen en aanbraden zet u de kookzoneknop op stand 9. Draai de knop daarna terug naar de gewenste doorkookstand. Voorbeelden Kookstand 1 1 12 45 78 23 56 Smelten Chocolade, couverture Gelatine Boter Groente (blik) Bouillon Eenpansgerechten, bijv. erwtensoep Vis Opwarmen Opwarmen en warmhouden Stomen 19 Voorbeelden Koken Rijst Aardappels in de schil* Geschilde aardappels* Verse groente* Diepvriesgroente Vleesbouillon Pasta Pannenkoeken (flensjes) Vissticks Schnitzel Gestoofd vlees Rollade Kookstand 2 4 4 3 4 3 4 3 5 5 5 5 5 5 Braden 67 67 78 45 45 Sudderen * Om mineralen en vitaminen zoveel mogelijk te behouden, geldt: Weinig water vitaminen en mineralen worden zo min mogelijk in het water opgelost. Korte kooktijden stevige groente. 20 Oven instellen Zo stelt u de oven in 1. Met de functiekeuzeknop de verwarmings methode instellen. 2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de grillstand instellen. Als het gerecht klaar is schakelt u de functie keuzeknop en de temperatuurkeuzeknop uit. .. ..als de oven automatisch moet uitschakelen 1. Functiekeuzeknop instellen. 2. Temperatuurkeuzeknop instellen. 3. Toets Tijdsduur ? indrukken. Begin in de volgende 3 seconden met punt 4. 4. Stel met de draaiknop de gewenste tijdsduur in. De oven is ingeschakeld, de tijd wordt opnieuw weergegeven. Dan schakelt de oven automatisch na de ingestelde tijdsduur uit. Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt ca. ½ minuut lang een signaal en knippert "AUTO". Als het signaal u stoort, druk u op de toets Wekker a. Het signaal verdwijnt. Functiekeuzeknop en temperatuurkeuzeknop uitschakelen. Toets G indrukken. "AUTO" verdwijnt. 21 Corrigeren: Toets Tijdsduur ? indrukken en de tijd corrigeren. Wissen: Toets Tijdsduur ? indrukken, de tijd terugzetten op 0.00 en de toets Hand G indrukken. ... als de oven zichzelf automa tisch moet in en uitschakelen U moet dringend weg, toch moet het eten op tijd op tafel staan. Dat is heel eenvoudig. Bereid uw gerecht voor en zet het in de oven. Let er op dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de oven mogen staan. Stel in volgens de beschrijving bij punt 1 tot 4. Nu dient u nog het tijdstip aan te geven waarop het gerecht klaar moet zijn. 5. De toets Einde ! indrukken. Op het display verschijnt gedurende drie seconden het tijdstip waarop het gerecht klaar is. Verschuif dit tijdstip naar later. 6. Met de draaiknop het tijdstip instellen waarop het gerecht klaar moet zijn. Na drie seconden verschijnen opnieuw de tijd en "AUTO" voor de automatische modus. De oven schakelt op het juiste tijdstip in en uit. Corrigeren: Toets Einde ! indrukken en de uitschakeltijd wijzigen. Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt ca. ½ minuut lang een signaal en knippert "AUTO". U kunt het signaal met de toets Wekker a voortijdig uitschakelen. Functiekeuzeknop en temperatuurkeuzeknop uitschakelen. Toets Hand G indrukken. Aanwijzingen q U kunt tijdens het proces altijd opvragen wat de resterende tijd of het einde is door de toets Tijdsduur ? of de toets Einde ! in te drukken. q Wilt u de automatische modus uitschakelen, druk dan op de toets Tijdsduur ?. Draai de tijd terug naar 0.00, wacht tot "AUTO" knippert en druk op de toets Hand G. 22 q Wilt u een al lopend proces later automatisch uitschakelen, voer dan zoals eerder beschreven nog eenmaal de gewenste tijdsduur in. q U kunt een tijd van maximaal 23 uur en 59 minuten instellen. Voorbeeld: Gestoofd rundvlees uit de tabel Vlees De gesloten braadpan met 1 kg stoofvlees op het rooster plaatsen op hoogte 2. 1. 2. 3. 4. Functiekeuzeknop op t zetten. Temperatuurkeuzeknop op 210 ºC draaien. Toets Tijdsduur ? indrukken. Met de draaiknop 1 uur 20 minuten instellen. Na 1 uur en 20 minuten is het vlees klaar. De oven schakelt zichzelf uit. Schakel de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop uit. Druk op de toets G. Het is 9.30 uur. U heeft nog het een en ander te doen. Het rundvlees moet om 12.00 uur klaar zijn. Dit is geen probleem. Stel in volgens de beschrijving bij punt 1 tot 4. 5. De toets Einde ! indrukken. Op het display verschijnt 10. 50 uur, het tijdstip waarop het gerecht klaar is. seconden 12.00 uur instellen. 6. Met de draaiknop binnen de volgende drie 23 De actuele tijd wordt opnieuw weergegeven. De oven wordt automatisch om 10.40 uur in en om 12.00 uur uitgeschakeld. U kunt gaan eten. Cake en gebak Bakvormen Het geschiktst zijn donkere bakvormen van metaal. Gebruik hetelucht bij lichtgekleurde bakvormen van dun materiaal en bij glazen bakvormen. Hierbij zijn de baktijden langer en het gebak wordt niet zo gelijkmatig bruin. Zet de bakvorm altijd op het rooster. 24 Tabellen De tabelwaarden gelden voor gerechten die in de koude oven worden geplaatst. Zo spaart u energie. Wanneer u voorverwarmt, maakt u de baktijden 5 tot 10 minuten korter. De temperatuur en de baktijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de samenstelling van het deeg. Daarom zijn er bereiken aangegeven in de tabellen. Probeer het eerst met de laagste waarde. Bij een lage temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de volgende keer zo nodig een hogere temperatuur in. Meer informatie vindt u in Tips voor het bakken" bij de tabellen. Voorbeeld: cake Gebak in bakvormen Eenvoudige cake, fijne cake (bijv. zandgebak) Taartbodem met rand van zandtaartdeeg Taartbodem van roerdeeg Biscuittaart (waterbiscuit) Vruchten of kwarkgebak, zandtaartdeeg* Vorm op het rooster Tulbandvorm/ rechthoekige bakvorm Springvorm Hoogte Verwarmings methode 2 2 1 % % % Temperatuur °C Tijdsduur in minuten 150 170 160 180 170 190 50 60 60 70 25 35 Bakvorm voor vruchtengebak Springvorm Donkere springvorm 2 1 2 % r r 140 160 170 190 170 200 25 35 30 40 70 90 25 Gebak in bakvormen Vruchtengebak, fijn roerdeeg Pikant gebak* (bijv. quiche/ uiengebak) * Vorm op het rooster Springvorm/ tulbandvorm Springvorm Hoogte 2 1 Verwarmings methode % % Temperatuur °C Tijdsduur in minuten 150 170 150 170 50 60 60 90 Gebak ca. 20 minuten laten afkoelen in het apparaat. Gebak op de plaat met droge bedekking (roerdeeg) met vochtige bedekking (bijv.


gistdeeg met appelkruimels)* Biscuitrol (voorverwarmen) Gevlochten gebak met 500 g bloem Kerststol met 500 g bloem Pizza Bakplaat Bakplaat en braadslede* Braadslede Bakplaat en braadslede* Braadslede Bakplaat Bakplaat Braadslede Bakplaat en braadslede* Braadslede Braadslede Hoogte 2 2+4 3 2+4 3 2 1 3 2+4 3 3 Verwarmings methode Q Q t Q t Q t t Q t t Tempera tuur ºC 150 170 140 160 180 200 160 180 190 210 160 180 170 190 210 230 170 190 210 230 250 +200 220 Tijdsduur, minuten 25 35 35 45 40 55 50 60 10 20 30 40 70 80 20 40 25 45 50 60 10 50 80 Brood met 1,2 kg bloem**, (voorverwarmen) Zuurdeegbrood met 1,2 kg bloem**, (voorverwarmen) * De braadslede wordt boven de aluminimum bakplaat in de oven geschoven. ** Giet nooit water rechtstreeks in de hete oven. Wanneer u in plaats van de bakplaat bij het bakken op één niveau liever de braadslede gebruikt, dient deze een hoogte verder naar boven in de oven te worden geschoven. 26 Voorbeeld: koekjes op twee niveaus Klein gebak Koekjes 1 plaat 2 platen* 3 platen** 1 plaat 1 plaat 2 platen* 3 platen** 1 plaat 1 plaat 1 plaat 2 platen* 3 platen** 1 plaat 2 platen* 3 platen** 1 plaat Hoogte 2 2+4 1+3+4 2 2 2+4 1+3+4 2 1 2 2+4 1+3+4 2 2+4 1+3+4 1 Verwarmings methode t Q Q t Q Q Q Q Q t Q Q Q Q Q t Temperatuur ºC 170 190 140 160 140 160 160 130 130 130 180 150 150 150 Tijdsduur, minuten 10 25 20 30 25 35 25 25 30 35 35 35 40 45 Spritsgebak Schuimgebak Soesjes Bitterkoekjes 80 90 160 180 130 150 110 130 110 130 180 200 180 200 180 200 200 220 120 150 35 45 30 40 35 45 40 50 15 20 20 25 25 30 25 35 Bladerdeeg Broodjes (bijv. Roggebroodjes) * Wordt de braadslede als tweede bakplaat gebruikt, schuif hem dan altijd boven de bakplaat in de oven. ** In het midden de braadslede inschuiven. De bovenste bakplaat kan eerder worden verwijderd. Opmerking: U kunt een extra aluminium bakplaat als accessoire bij uw speciaalzaak krijgen. 27 Tips voor het bakken U wilt bakken volgens uw eigen recept. Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak. Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het re cept vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak. Als er geen deeg aan het stokje blijft kleven, is het gebak klaar. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager in. Houd rekening met de omroertijden in het recept. De rand van de springvorm niet invetten. Na het bak ken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes. Schuif het gebak verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak de cake iets langer. Plaats de bakplaat hoger en stel de volgende keer een lagere temperatuur in. Prik met een tandenstoker kleine gaatjes in het gare gebak. Daarna giet u er vruchtensap of alcoholische drank over. Kies de volgende keer een temperatuur die 10 graden hoger is en maak de baktijd korter. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe en bak het gerecht iets langer op een lagere temperatuur. Bij ge bak met vochtig beleg: eerst de bodem bakken, bes trooi deze daarna met amandelen of paneermeel en voeg dan pas het beleg toe. Houd rekening met de recepten en de baktijden. Plaats de bakplaat nog even in de oven. Maak direct daarna de koekjes los. Leg de volgende keer oven papier op de bakplaat. Het gebak zakt in. Het gebak is gerezen in het midden maar lager aan de randen. Het gebak wordt te donker aan de bovenkant. Het gebak wordt te donker aan de onderkant. Het gebak is te droog. Het brood of gebak (bijv. kaasgebak) ziet er goed uit, maar is klef van binnen (waterig). De koekjes of de plaatkoek laten niet los van de bakplaat. 28 Het gebak laat zich niet uit de bakvorm kloppen. Laat het gebak 5 tot 10 minuten afkoelen wanneer het klaar is, dan kan het gemakkelijker uit de vorm wor den gehaald. Als het gebak niet loslaat, probeert u de rand voorzichtig los te maken met een mes. Keer de bakvorm nogmaals om en bedek de vorm een paar keer met een koude natte doek. Vet de volgende keer de bakvorm goed in en strooi er wat paneermeel in. De fabrikant heeft de oventemperatuur gemeten met een testrooster midden in de oven en na een vastgelegde tijdsduur. Omdat het gebruikte servies goed en toebehoren de meetwaarde beïnvloeden, zult u bij eigen metingen altijd een afwijkende waarde vin den. Kies een iets lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger gaar. Gevoelig gebak bakt u met onder en bovenwarmte op één niveau. Bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op de bakplaat past. Gebruik de volgende keer de diepere braadslede. U hebt de oventemperatuur gemeten met uw eigen thermometer en een afwijking geconstateerd. Het gebak is ongelijkmatig bruin geworden. Het vruchtengebak is te licht aan de onderkant. Het sap stroomt over. U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het gebak donkerder dan op de onderste bakplaaten. Bij het bakken van vochtig gebak komt er condenswater vrij. Kies een iets lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger gaar. Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet gelijktijdig klaar te zijn. @@Tijdens het bakken kan er waterdamp ontstaan. Een groot deel komt naar buiten als damp uit de oven. @@@@Voor grote stukken vlees kunt u ook de braadslede gebruiken. Zet het servies altijd midden op het rooster. Zet heet serviesgoed van glas op een droge keuken doek. Is de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen. @@@@@@@@Het vocht kan zich dan beter verdelen. Aanwijzingen voor het grillen Gril altijd in een gesloten oven. Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Ze moeten minstens 2 tot 3 cm dik zijn. Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals. Zout de steaks pas na het grillen. Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. @@Schuif ook de braadslede op hoogte 1 in de oven. Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Keer het te grillen vlees na 2/3 van de opgegeven tijd. @@Dit is normaal. @@De tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de kwaliteit en de toestand van het vlees. @@@@halsstuk) Varkensvlees met zwoerd** (b. v. @@750 g Rooster Keer rosbief halverwege de bereidingstijd om. @@@@@@Heel gevogelte na twee derde van de grilltijd keren. @@@@Hoe kunt u vaststellen of het vlees gaar is. @@@@Druk met een lepel op het vlees. Als het vlees stevig aanvoelt, is het gaar. Als het ingedrukt kan worden, is het nog niet gaar. @@Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is aangebrand. Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is te licht en te waterig. @@Gebruik de volgende keer een grotere braadpan en voeg minder vloeistof toe. Gebruik de circulatiegrill in plaats van boven en onderwarmte. Hierdoor wordt het braadvocht minder heet en ontstaat er minder waterdamp. 34 Soufflé, gegratineerde gerechten en toast De tabel geldt voor het plaatsen in de koude oven. Voorbeeld: macaronisoufflé Gerecht Schaal Hoogte Verwar mings methode r r r & & r i i Temperatuur °C, grill 180 200 200 220 200 220 150 170 150 170 170 190 Stand SSS Stand SSS Duur in minuten 45 60 40 50 30 40 55 70 60 75 50 60 ca.


4 5 ca. 6 8 Zoete soufflé (b.v. kwarksoufflé met vruchten) Hartige soufflé met gare ingrediënten (b.v. macaronisoufflé) Hartige soufflé met rauwe ingrediënten (b. v. aardappelsoufflé) Strudel, zoet Toast bruin laten worden 4 9 stuks Toast gratineren 4 9 stuks Soufflévorm Soufflévorm Braadslede Platte soufflévorm Braadslede 2 3 3 2 2 Soufflévorm of 2 braadslede Rooster Rooster 5 4 35 Diepvriesprodukten Neem de gegevens op de verpakking in acht. De waarden in de tabel gelden voor het plaatsen in de koude oven. Voorbeeld: diepvriespizza op het rooster. Gerecht Flappen met vruchten* Patates frites Pizza* Pizza baguette* Toebehoren Braadslede Braadslede Rooster Rooster Hoogte Verwarmings methode 2 3 3 3 % r % & Temperatuur °C 170 190 240 250 170 190 190 210 Duur in minuten 50 60 20 30 20 30 15 25 * Bakpapier op braadslede of rooster leggen. Het bakpapier moet voor deze temperaturen geschikt zijn. N.B.: De braadslede kan tijdens het bakken van diepvriesgerechten kromtrekken. Dat komt door grote temperatuurverschillen in het materiaal. Het kromtrekken gaat reeds tijdens het bakken weer over. 36 Ontdooien Levensmiddelen uit de verpakking halen en in een geschikte schaal op het rooster plaatsen. Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid levensmiddelen. Voorbeeld: slagroomtaart Toebehoren Hoogte Verwar Temperatuur ºC mings methode Q De temperatuur keuzeknop blijft uitgeschakeld. 80 ºC Kwetsbare diepvriesgerechten zoals slagroomtaarten, crémetaarten, taarten met chocolade of suikerglazuur, vruchten, enz. Overige diepvriesproducten* kip, worst en vlees, brood, broodjes, taart en ander gebak * Rooster 2 Rooster 2 Q Diepvriesgerechten afdekken met temperatuurbestendige folie. Gevogelte met de borstzijde op de schaal leggen. 37 Drogen q Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was het grondig. q Laat het goed afdruipen of droog het af. q Bedek de bakplaat en het rooster met bak of perkamentpapier. Levensmiddelen 600 g appelringen 800 g stukjes peer 1,5 kg kwetsen of pruimen 200 g panklare keukenkruiden Hoogte Verwarmings methode 1+3 1+3 1+3 1+3 % % % % Temperatuur °C 80 80 80 80 Duur, uren ca. 5 ca. 8 ca. 8 10 ca. 1½ Opmerking: fruit of groente met veel vocht enkele malen keren. Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het papier. 38 Inmaken Voorbereiden q De glazen potten en de rubberringen moeten schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk even grote potten. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde potten van één liter. Attentie! Gebruik geen grotere of hogere glazen potten. De deksels zouden kunnen knappen. q Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het grondig. q Doe het fruit of de groente in de glazen potten. De randen eventueel nogmaals afvegen. Deze moeten schoon zijn. Leg op elke pot een natte rubberring en een deksel. Sluit de potten af met klemmen. q Zet niet meer dan 6 glazen potten in de oven. q De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze kunnen worden beïnvloedt door de omgevingstemperatuur, het aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de inhoud. Controleer of de inhoud van de potten goed borrelt voordat u de oven om of uitschakelt. Zo stelt u in 1. Plaats de braadslede op hoogte 1. Zet de glazen 2. ½ liter heet water (ca. 80 °C) in de braadslede gieten. potten zodanig in braadslede dat ze elkaar niet raken. 3. Ovendeur sluiten. 4. De functiekeuzeknop op % zetten. 5. De temperatuurkeuzeknop op 140 tot 150 °C zetten. 39 Fruit inmaken Zodra er met korte tussenpozen bellen opstijgen in de potten - na ongeveer 40 tot 50 min. - schakelt u de temperatuurkeuzeknop uit. De functiekeuzeknop blijft ingeschakeld. Neem de glazen potten na 25 tot 35 minuten naverwarmen uit de oven. Als u ze langer in de oven laat afkoelen, kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit sneller zuur wordt. Schakel de functiekeuzeknop uit. Fruit in glazen potten van één liter Appels, rode bessen, aardbeien Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Appelmoes, peren, pruimen wanneer ze beginnen Naverwarming te borrelen lager zetten lager zetten lager zetten ca. 25 minuten ca. 30 minuten ca. 35 minuten Groente inmaken Zodra er bellen opstijgen in de potten, zet u de temperatuurkeuzeknop eerst op ca. 120 tot 140 °C, daarna schakelt u uit. De functiekeuzeknop blijft ingeschakeld. De tabel geeft aan wanneer u de oven kunt uitschakelen. Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Augurken Rode biet Spruitjes Bonen, koolrabi, rodekool Erwten wanneer ze beginnen te borrelen 120 140 °C ca. 35 minuten ca. 45 minuten ca. 60 minuten ca. 70 minuten Naverwarming ca. 35 minuten ca. 30 minuten ca. 30 minuten ca. 30 minuten ca. 30 minuten Glazen potten verwijderen Zet de potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze kunnen knappen. 40 De wekker De wekker kan onafhankelijk van andere instellingen aflopen. Daarom heeft hij een speciale signaaltoon. U kunt de wekker ook instellen, wanneer er al een ander proces van langer dan een uur loopt. Zo stelt u in 1. De toets Wekker a indrukken. Begin in de volgende drie seconden met punt 2. 2. Stel met de draaiknop de gewenste tijdsduur in. Na drie seconden verschijnt de tijd opnieuw. Na het verstrijken van de tijd weerklinkt ca. ½ minuut lang een signaal. U kunt het met de toets Wekker a voortijdig wissen. Corrigeren: De toets Wekker a indrukken en met de draaiknop corrigeren. Wissen: De toets Wekker a indrukken en met de draaiknop de tijdsduur terugdraaien op 0.00. Aanwijzingen q Als u tussendoor de resterende tijdsduur wilt weten, druk dan op de toets Wekker a. De tijdsduur verschijnt gedurende enige seconden op het display. q U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen. 41 Onderhoud en reiniging Gebruik nooit een hogedrukreiniger of een stoomstraalapparaat! Het is voldoende als u het apparaat schoonveegt met een vochtige doek. Bij hardnekkig vuil doet u een beetje afwasmiddel in het water. Veeg daarna het apparaat af met een droge doek. Gebruik geen scherpe of schurende reinigings middelen, anders ontstaan er matte plekken. Als dit soort middelen op het apparaat terechtkomt, veeg het dan direct af met water. Geringe kleurverschillen op de voorkant van het apparaat zijn het gevolg van het gebruik van verschillende materialen zoals glas, kunststof en metaal. Buitenzijde apparaat Kookplaat Een beschermend middel bedekt de keramische kookplaat met een glanzend, vuilafstotend laagje. Zo blijft de kookplaat langer mooi en is deze gemakkelijker schoon te houden. Wij kunnen u cera fix" aanbevelen. Deze middelen zijn verkrijgbaar bij drogisterijen, winkels voor huis houdelijke artikelen, warenhuizen en supermarkten. Reinig de kookplaat direct na elk gebruik om te voorkomen dat voedselresten inbranden.


Voor de reiniging van de kookplaat kunt u het beste de schraper gebruiken. Voorzichtig, het mes van de schraper is zeer scherp! Verwijder eerst alle voedselresten en vetspatten met de schraper. Zorg ervoor dat alleen het mes van de schraper de keramische kookplaat raakt. Het handvat kan krassen veroorzaken. Beschadigde schrapermessen dienen onmiddellijk te worden vervangen. 42 Breng na gebruik van de schraper altijd een bescherming aan op het schrapermes. Bij uw kookplateau is een van de onderstaande glasschrapers meegeleverd. Schraper beveiligd Schraper niet beveiligd Mes afschermen: schuif met de duim de houder naar voren. Schraper beveiligd Schraper niet beveiligd Mes afschermen: trek de ingedrukte knop naar achteren. Vervolgens reinigt u het kookplateau in handwarme toestand met een geschikt reinigingsmiddel en keukenpapier. Veeg daarna het kookplateau met een vochtige doek af en wrijf het droog met een schone doek. Watervlekken kunt u ook verwijderen met citroensap of azijn. Als er zuurhoudende vloeistof op de omlijsting drupt, dit onmiddellijk afvegen met een natte doek. Anders kunnen er matte plekken ontstaan. Geschikte reinigingsmiddelen voor het keramische kookplateau: Reinigingsmiddel Schraper Verkrijgbaar bij Bouwmarkten, doe het zelf zaken, elektro speciaalzaken, keukenspeciaalzaken, klantenservice 43 Reinigingsmiddel Vervangende schrapermessen VITRO CLEN, Jif Keramische Kookplaatenreinig er, Staal Fix, cera fix Verkrijgbaar bij Bouwmarkten, doe het zelf zaken, drogisterijen, verf winkels, klantenservice drogisten, huishoudsspeciaalzaken, supermarkten Ongeschikte reinigingsmiddelen: Gebruik in geen geval krassende sponsjes of schuurmiddelen. Ook chemisch agressieve reinigingsmiddelen als ovenspray of vlek verwijderingsmiddelen mag u niet gebruiken. Door ongeschikte reinigingsmiddelen of afwrijving van de bodem van de pan ontstaan metaalachtig glinsterende verkleuringen. Deze kunnen slechts met grote moeite worden verwijderd met behulp van een speciaal reinigingsmiddel, b.v. Steel fix. Onze klantenservice verwijdert dergelijke verkleuringen tegen betaling van de kosten. Omlijsting van de kookplaat De omlijsting kunt u het beste schoonmaken met lauwwarm zeepsop. Gebruik in geen geval bijtende of schurende reinigingsproducten. 44 Automatische zelfreiniging Dit dient u te weten Bij dit proces wordt de oven op ca. 500 ºC verwarmd. Resten van braden, grillen of bakken worden verbrand. Afhankelijk van de vervuiling kunt u een reinigingsduur van 1½ tot 2 uur instellen. q Voor uw veiligheid wordt de oven vanaf ca.300 ºC automatisch vergrendeld. De oven wordt weer ontgrendeld wanneer de temperatuur beneden de 300 ºC gekomen is. Wordt de zelfreiniging door voortijdig uitschakelen onderbroken, bijv. als gevolg van stroomuitval, dan blijft de oven vergrendeld. Zet de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop nog een keer op het symbool *. q De buitenkant van het fornuis wordt zeer heet. Zorg ervoor dat de voorzijde vrij blijft. q Probeer niet de ovendeur te openen tijdens de zelfreiniging. Het proces zou onderbroken kunnen worden. q De ovenlamp blijft uitgeschakeld tijdens de zelfreiniging. Let op het volgende q Alle toebehoren en serviesgoed uit de oven nemen. q De braadslede en de grillplaat (extra toebehoren) of de emaillen bakplaat (extra toebehoren) kunnen op inschuifhoogte 2 worden meegereinigd. d q Nooit platen en vormen met een anti aanbaklaag meereinigen bij de automatische zelfreiniging (met pyrolyse). Door de grote hitte kunnen door de anti aanbaklaag gitige gassen ontstaan risico van ernstige schade aan de gezondheid! q Vet, braadjus en etensresten uit de oven en van de toebehoren verwijderen. Er bestaat brandgevaar. q Maak de ovendeur en de vlakken in de buurt van de deurdichting schoon. De deurdichting niet schuren. 45 Zo stelt u in 1. De temperatuurkeuzeknop naar rechts draaien en op zelfreiniging * zetten. 2. Functiekeuzeknop naar links draaien en op zelfreiniging * zetten. Na het symbool bevindt zich een aanslag. Niet verder draaien. Op het display verschijnt 1 uur 30 minuten. Dat is de basisinstelling. Gebruik deze instelling bij geringe vervuiling. Is de oven sterker vervuild, dan kunt u deze tijd tot 2 uur verlengen. Ga hierbij als volgt te werk Toets Tijdsduur ? indrukken en met de draaiknop 2.00 uur instellen. Aan het einde van de ingestelde tijd knipperen P 0.00 en AUTO afwisselend op het display. Controleer of de ovendeur kan worden geopend. Pas dan is de oven ontgrendeld em kunt u de functie keuzeknop en de temperatuurkeuzeknop uitschakelen. . .. wanneer de zelfreiniging automatisch moet in en uitschakelen Zo kunt u bijvoorbeeld gebruikmaken van goedkope nachtstroom. Stel in zoals boven beschreven. 3. Toets Einde ! indrukken. Op het display wordt gedurende 3 seconden het tijdstip weergegeven waarop de reiniging beëindigd is. Verschuif dit tijdstip nu naar later. 46 4. Met de draaiknop het tijdstip instellen waarop de zelfreiniging beëindigd dient te zijn. Na ca. 3 seconden verschijnt de reinigingsduur opnieuw. De zelfreiniging wordt op het juiste tijdstip in en uitgeschakeld. Aan het einde van de ingestelde tijd knipperen P 0.00 en AUTO afwisselend op het display. Schakel de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop pas uit wanneer de oven kan worden geopend. N.B. q U kunt tussendoor nagaan wanneer de reiniging beëindigd is, door de toets Einde ! in te drukken. Het tijdstip wordt gedurende 3 seconden weergegeven. veegt u de achtergebleven as weg met een vochtige doek. Overigens: Bij normaal gebruik is het voldoende wanneer u de oven om de 2 3 maanden reinigt. Het fornuis verbruikt voor een reiniging slechts ongeveer 3,5 5,7 kilowattuur. Het bijzonder hittebestendige speciale email en de blanke delen van de oven kunnen na langere tijd mat worden of verkleurd raken. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. Behandel dergelijke verkleuringen niet met harde schuursponsjes of met schurende reinigingsmiddelen. De oven is geëmailleerd. Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen. Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden geëmailleerd en kunnen daarom ruw zijn. De bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd. Wanneer de oven is afgekoeld 47 Handmatige ovenreiniging Om het reinigen gemakkelijker te maken Gebruik een doek en water met afwasmiddel of azijn wanneer u de oven tussentijds wilt reinigen zonder de automatische zelfreiniging te gebruiken. Gebruik geen harde schuursponsjes of afwassponsjes. q kunt u de ovendeur eraf nemen De blokkeerhendels tot aan de aanslag naar boven zwenken. De deur zo ver sluiten dat hij er naar boven kan worden uitgetrokken. q kunt u de ovenlamp inschakelen. Zet hiervoor de functiekeuzeknop op t. Houd u aan de volgende aanwijzingen wanneer u een reinigingsmiddel voor de oven gebruikt: q Alleen de onverwarmde oven hiermee behandelen. q Het middel laten inwerken. Bij bijzonder hardnekkige vlekken de oven 2 minuten lang op 50 °C verwarmen, niet langer, anders wordt het email vlekkerig.


q De oven van binnen grondig afnemen. De glazen afscherming bij de ovenlamp wordt evenals de rest van de oven meegereinigd. Ovenlade Maak de ovenlade met een vochtig doekje schoon. Bij hardnekkig vuil doet u een beetje afwasmiddel in het water. Gebruik in geen geval bijtende of schurende middelen. Toebehoren Toebehoren kunt u het best direct na gebruik weken in de gebruikelijke reinigingsmiddelen. Vuilresten kunnen dan gemakkelijk worden verwijderd met een borstel of afwasspons. De onderdelen van de grillplaat (extra toebehoren) kunt u overdwars in de braadslede leggen om ze te laten inweken. U kunt ze ook reinigen in de afwasautomaat. 48 Wat te doen bij storingen? Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Lees de volgende aanwijzingen voordat u contact opneemt met de klantenservice: Storing Het fornuis functioneert niet. Mogelijke oorzaak Zekering defect. Stroomuitval De oven kan niet worden Op de elektronische klok ingeschakeld. knippert AUTO. De elektronische klok functioneert niet. De ovendeur kan niet worden geopend. De drie nullen en AUTO knipperen afwisselend. De zelfreiniging is onderbroken, bijv. door stroomuitval. In de indicatie van de elektronische klok knipperen drie nullen. Aanwijzing/oplossing Kijk in de meterkast of de fornuiszekering in orde is. Controleer of de keukenverlichting werkt. Druk op de toets Hand G. Stel de tijd of het programma opnieuw in. U wilt de zelfreiniging niet meer herhalen: 1e Wacht tot de oven tot minder dan 300 ºC is afgekoeld. 2e Schakel dan de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop uit. De ovendeur kan worden geopend. U wilt de zelfreiniging nog eenmaal starten: 1e Schakel de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop uit. 2e Stel de tijd in. Start de zelfreiniging nog een keer. U heeft de reiniging zelf onderbroken. 1e Zet de functiekeuzeknop en de temperatuurkeuzeknop nog eenmaal kort op zelfreiniging *. 2e Schakel eerst de functiekeuzeknop en dan de temperatuurkeuzeknop uit. 49 Storing Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing U heeft de functiekeuzeknop 1e Draai de functiekeuzeknop nogmaals per ongeluk op zelfreiniging * op zelfreiniging *. gezet. 2e Draai de temperatuurkeuzeknop naar rechts tot de oven hoorbaar ontgrendelt. 3e Schakel eerst de functiekeuzeknop en vervolgens de temperatuurkeuzeknop uit. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. U kunt aanzienlijk gevaar lopen als gevolg van ondeskundige reparaties. Aanwijzingen q Wanneer de kookzone warm wordt, kan een licht zoemen hoorbaar zijn. De afzonderlijke kookzones kunnen in verschillende gradaties oplichten. Dit zijn technische kenmerken die geen invloed op de kwaliteit en de werking hebben. q De roodgloeiende verwarming kan, afhankelijk van de gezichtshoek, over de rand van de gemarkeerde kookzone schijnen. q De verwarming onder de kookzone wordt geregeld door middel van in en uitschakelen. Wanneer u een lage kookstand kiest, schakelt de verwarming vaker uit, bij hogere kookstanden slechts zelden. q Het oppervlak van glaskeramiek kan onregel matigheden vertonen. @@@@Dit kunt u zelf doen. @@Vermeld a.u.b. het E nummer en het FD nummer van uw apparaat. Gebruik uitsluitend originele lampen. U gaat als volgt te werk: 1. Fornuiszekering in de meterkast uitschakelen. 2. @@De lampafdekking binnen in de oven eruit 4. 5. 6. 7. schroeven door hem naar links te draaien. De lamp vervangen door een van hetzelfde type. De lampafdekking er weer inschroeven. Theedoek uit de oven nemen. Zekering weer inschakelen. Tijd opnieuw instellen. Ook de lampafdekking kunt u zelf vervangen. 51 Deurdichting vervangen Wanneer de deurdichting defect is, moet deze worden vervangen. De deurdichting voor uw apparaat is tegen meerprijs verkrijgbaar bij de Servicedienst. Geef het E nummer en FD nummer van uw apparaat op. 1. Ovendeur openen. 2. Oude deurdichting lostrekken. 3. Aan de deurdichting zijn zes haken bevestigd. Met deze haken de nieuwe deurdichting aan de binnenzijde van de ovendeur bevestigen en vastduwen. N.B.: de las van de deurdichting onder in het midden is van technische aard. 52 Klantenservice U kunt het apparaat laten repareren door onze klantenservice. Het adres en telefoonnummer van de dichtstbijzijnde klantenservice vindt u in het telefoonboek. Ook de aangegeven servicecentra kunnen u helpen aan een service adres bij u in de buurt. E nummer en FD nummer Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E nr.) en het fabricagenummer (FD nr.) van uw apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u in de ovenlade. Om in het geval van een storing niet te lang te hoeven zoeken, kunt u hier de gegevens van uw apparaat invullen. E nr. Klantenservice % FD 53 Milieubescherming De verpakking en uw oude apparaat Op weg naar u werd uw nieuwe apparaat beschermd door de verpakking. Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen worden herge bruikt. Wij verzoeken u dan ook de verpakking op een milieuvriendelijke manier op te ruimen. Oude apparaten zijn geen waardeloze afval. Door ze op een milieuvriendelijke manier op te ruimen kunnen waardevolle grondstoffen worden herwonnen. Maak het apparaat voordat u het wegdoet onbruik baar of plak er een sticker op met de tekst Let op, afval!" Wilt u weten hoe u het apparaat op de juiste manier kunt afvoeren, vraag dit dan na bij uw vakhandelaar of gemeente of deelraadkantoor. Zo kunt u energie sparen q We raden u aan om pannen met een dikke, effen bodem te gebruiken. Oneffen bodems verlengen de bereidingstijd. q Neem altijd een pan die aangepast is aan de hoeveelheid. Een grote, weinig gevulde pan heeft veel energie nodig. q Pannen altijd met een passend deksel afsluiten. q Als de bodem van de pan en de kookzone even groot zijn, dan wordt voor de beste warmteoverdracht gezorgd. Let er bij het kopen van pannen op dat door de fabrikant vaak de diameter van de bovenkant van de pan wordt aangegeven, die in de regel groter is dan de diameter van de bodem van de pan. q Stel tijdig een lagere kookstand in. 54 Stroomverbruik normaal Pan met vlakke bodem en deksel 1½ voudig Pan met nietvlakke bodem 4 voudig Pan zonder deksel q Gebruik de restwarmte. Bij langere bereidingstijden kunt u de kookzone al 5 tot 10 minuten voor het einde van de kooktijd uitschakelen. q Zolang de restwarmte indicatie brandt, kunt u de uitgeschakelde kookzone ook gebruiken om warm te houden of te smelten. q De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabel van de gebruiksaanwijzing zo is opgegeven. q Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. q Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter. U kunt ook twee cakes (cakevormen) naast elkaar in de oven schuiven. q Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen en de restwarmte benutten. 55 Notities 56 .


Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

Uw gebruiksaanwijzing. SIEMENS HL56024

Recommend Documents