Universiteit Hasselt
MAGAZINE
SUSTAINABLE WORLD, SMART ENTREPRENEURSHIP Nummer 3 • juli 2015 • jaargang 10 • Verschijnt vier keer per jaar
België - Belgique PB 3500 Hasselt 1 12/867 afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 erkenning: P303505
INHOUD
COLOFON Hoofdredactie: Koen Santermans Eindredactie: Arne Biesmans Birgit Leen Redactie: Ann T ‘Syen Vormgeving: Dave Bosmans Mayte Gomez Sanchez Fotografie: Liesbeth Driessen Kobe Vanderzande Druk: Profeeling Verantwoordelijke uitgever: Marie-Paule Jacobs beheerder UHasselt
Universiteit Hasselt | Campus Hasselt Martelarenlaan 42 | BE-3500 Hasselt
2
3
Woord vooraf
4
Dies Natalis: Jeremy Rifkin
8
Dies Natalis: Emmanuel de Merode
13
Dies Natalis: Richard D. Bardgett
16
Dies Natalis: John Lloyd Provis
20
UHasselt in action
28
Over de grenzen: UHasselt Aurora Expedition
31
De wereld @ UHasselt
36
Dominique Vandijck en Kristel Marquet over Patiëntveiligheid
42
UHasselt was erbij
WOORD VOORAF
DUURZAAMHEID Duurzaamheid: de Belg heeft stilaan zijn buik vol van het containerbegrip dat veel te snel in de mond genomen wordt door beleidsmakers, voedselproducenten en bouwondernemingen. Bij de helft van de Belgen heeft ‘duurzaamheid’ – door overdadig gebruik – zijn betekenis verloren. Eén op drie is niet langer geïnteresseerd in ‘duurzame ontwikkelingen’ en een kwart begint zelfs spontaan te kokhalzen wanneer het woord valt. Dat blijkt uit de resultaten van een recente iVoxbevraging bij 1.000 landgenoten. En toch is de UHasselt haar geloof in duurzaamheid nog lang niet kwijt. “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen”, zo formuleerde de World Commission on Environment and Development van de Verenigde Naties het begrip. Duurzaamheid als blik op de toekomst. Met aandacht voor mens, milieu en welvaart. Die visie op duurzaamheid onderschrijven wij aan de UHasselt maar al te graag. Met de kennis die we aan onze universiteit tot ontwikkeling brengen, willen we mee innovatieve oplossingen bedenken voor de uitdagingen van vandaag en morgen. Of het nu gaat om de klimaatproblematiek, nieuwe economische modellen, mobiliteitsvraagstukken of ‘slimme’ gebouwen… onze universiteit vindt het haar taak om oude zekerheden in vraag stellen, verder te kijken dan de platgetreden paden en die nieuwe – duurzamere – toekomst mee vorm te geven. Sustainable world, smart entrepreneurship was dan ook niet toevallig het thema van onze Dies Natalis. Wij geloven immers dat inzetten op duurzaamheid alleen maar opportuniteiten creëert. Voor mens, planeet en nieuwe industrieën. En onze vier kersverse doctores honoris causa belichamen als geen ander hoe de UHasselt die sustainable world en dat smart entrepreneurship ziet. John Lloyd Provis, Emmanuel de Merode, Richard D. Bardgett en Jeremy Rifkin verzetten – elk in hun domein – bakens en veranderen onze manier van denken, werken en zelfs leven. Hun frisse blik op maatschappelijke uitdagingen en hun engagement voor meer duurzaamheid in onze economie en onze wereld inspireert ons. Verandering verontrust ons niet. Vasthouden aan tradities – zoals onze Dies Natalis en de uitreiking van onze eredoctoraten – betekent niet dat we krampachtig vasthouden aan het verleden en het heden. Want de kracht van een universiteit is net dat zij niet stilstaat, volgt of ondergaat, maar dat zij de toekomst mee vormgeeft. Dat zal ook onze leidraad in de komende jaren en decennia zijn.
Luc De Schepper Rector UHasselt
3
4
DIES NATALIS 2015
INSTELLINGSEREDOCTORAAT | JEREMY RIFKIN
“ DE ZON STUURT GEEN REKENING” De tweede industriële revolutie loopt onverbiddelijk op haar laatste benen. Tijd dus voor een nieuw economisch paradigma, vindt de Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin. “Klimaatverandering is de grootste uitdaging die op ons afkomt. De vraag is niet hoe we duurzaamheid moeten integreren in het oude systeem. We moeten het systeem zelf veranderen. Blijven we hardnekkig vasthouden aan fossiele brandstoffen, dan staat het voortbestaan van de mens op het spel. Zetten we de stap naar een duurzame samenleving waarin iedereen zelf energie opwekt en uitwisselt? Dan creëren we nieuwe kansen.”
WIE IS JEREMY RIFKIN? • Amerikaans econoom en energiegoeroe. • Schrijver van meer dan 22 boeken, waaronder bestsellers als The End of Work, The European Dream, The Third Industrial Revolution en Zero Marginal Cost Society. • Voorzitter van de Foundation on Economic Trends. • Adviseur van de Europese Commissie en het Europese Parlement.
Jeremy Rifkin is welgeteld 24 uur eredoctor wanneer hij ons te woord staat. “Ik ben ontzettend vereerd dat de UHasselt mij dit eredoctoraat toekent”, zegt hij. “Tijdens mijn bezoek aan Limburg, twee jaar geleden, heb ik de UHasselt leren kennen als een jonge, dynamische universiteit die haar rol voor de regio heel serieus neemt. Jullie blik is gericht op de toekomst en met jullie kennis bouwen jullie mee aan een sterker en duurzamer Limburg. Ik was ontzettend blij dat ik de kans kreeg om mijn ideeën langs deze weg nog eens met jullie te delen.”
“ Om succesvol te zijn, moeten we resoluut durven kiezen voor een nieuw economisch paradigma.”
Onder de indruk toonde de bedaarde Amerikaan zich ook van de drie andere eredoctoren. “Die ontmoetingen en kennismaking met hun werk hebben me enorm geïnspireerd. We hebben contactgegevens uitgewisseld en ik ben ervan overtuigd dat we elkaar in nieuwe projecten nog zullen vinden.”
begonnen te stijgen, veroorzaakte dat een ware aardbeving. Alles werd duurder en mensen stopten met kopen. De instorting van ons financiële systeem, een paar maanden later, was niet meer dan een naschok”, zegt Jeremy Rifkin.
NASCHOK Jeremy Rifkin reist de wereld rond – van Washington naar Hasselt naar Parijs naar Peking naar Praag – met dezelfde boodschap: het moet anders. “Onze hele economie is gebaseerd op fossiele brandstoffen: de bouwsector, onze energievoorzieningen, de farmaceutische sector… We hebben onze hele wereld daarop gebouwd. Dat is lang goed gegaan, maar toen de olieprijzen in 2008
Volgens de vooraanstaande Amerikaanse econoom moeten we niet proberen om dat oude economische systeem nieuw leven in te blazen. “De doodsstrijd is genadeloos ingezet. Om succesvol te zijn, moeten we resoluut durven kiezen voor een nieuw economisch paradigma en investeren in een veel breder masterplan. Een duurzaam economisch model, met decentrale energieproductie en toegang tot diensten in plaats van het bezit van producten. De technologieën zijn er. We moeten ze alleen nog met elkaar verbinden.”►
5
DIES NATALIS 2015
INTERNET OF THINGS Het internet biedt oneindige mogelijkheden voor dat nieuwe economische verhaal, denkt Rifkin. “Op dit moment delen al miljoenen jongeren muziek, content en zelfgemaakte filmpjes met elkaar. Dat heeft het hele medialandschap grondig door elkaar geschud, maar heeft tegelijkertijd ook nieuwe bedrijven gecreeerd zoals Google, Facebook en Twitter. Heel bijzondere bedrijven: Facebook, het grootste mediabedrijf ter wereld, creëert geen eigen inhoud. Airbnb, de grootste verhuursite ter wereld, heeft geen eigen gebouwenpatrimonium. En vervoersbedrijf Uber heeft geen enkele taxi in zijn bezit. Die nieuwe ondernemingen verkopen ons niet langer een product, maar verlenen ons toegang tot een dienst. En we zijn niet langer louter consumenten, maar ook producenten die deze dienstverlening mee kunnen helpen invullen.” Eenzelfde mindset is nodig om onze energieproductie te herdenken. Jeremy Rifkin: “We moeten onze bestaande gebouwen beter isoleren én ze tegelijkertijd omvormen tot een slimme energieproductie-unit, zodat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze energie. Via het Internet of Things kunnen we die energie vervolgens decentraal distribueren.” Utopisch? Rifkin schudt het hoofd en verwijst meteen naar Duitsland. “Het grootste deel van de duurzame energie wordt daar geproduceerd door kleine spelers en individuele gebruikers. Door energiecoöperaties die opgericht werden door landbouwers en middenveldorganisaties. De vier grootste spelers in Duitsland hebben slechts 7 procent van de totale energieproductie in handen. Door hun structuur en gesofisticeerde installaties zijn die grote bedrijven wel nog prima geplaatst om de energie die deze kleinere spelers opwekken, via het net te verdelen.”
GROENE STROOM Jeremy Rifkin kent Duitsland goed. Hij adviseerde Angela Merkel op vlak van energie sinds ze in 2005 bondskanselier werd. “Zeven jaar later realiseert Duitsland al 27 procent groene energie. In 2020 zal dat 35 procent zijn en tegen 2050 zal de hele fossiele-brandstoffen- en kernenergieproductie moeten vervangen zijn door hernieuwbare energie. Economisch levert die aanpak alleen maar op: ze creëert immens veel werkgelegenheid, want de bestaande gebouweninfrastructuur, het elektriciteitsnet en ICT moeten helemaal omgebouwd worden, en de kosten voor energie zijn alleen maar ge-
6
daald. Eenmaal de installaties betaald zijn, is de energie immers zo goed als gratis. De vaste kosten zijn beperkt en de zon stuurt geen rekening. Elke twee jaar verdubbelt Duitsland op die manier de capaciteit en halveert ze de kosten voor zonne- en windenergie.” Duitsland is op dat terrein koploper in Europa, maar de wereld volgt, aldus Rifkin. “Ook China heeft op korte tijd immense doorbraken gerealiseerd in de bouw van zo’n technologieplatform voor duurzame energie. Denemarken is op de goede weg. Oost-Europa maakt een flinke inhaalbeweging. En in Frankrijk en Nederland werkt men hard aan een ambitieus masterplan. Binnen twee jaar zouden die inspanningen hun vruchten moeten afwerpen. Er is geen enkele reden waarom zo’n ommezwaai in België niet mogelijk zou zijn.”
“ De UHasselt heeft alle expertise in huis om de verandering naar een duurzame samenleving mee in goede banen te leiden.” LANGZAAM BELGIË Jeremy Rifkin begrijpt het getalm van de Belgische overheid niet. “In België gaat alles wat langzamer dan ik had verwacht. Onbegrijpelijk, want Wallonië heeft een enorm potentieel voor hernieuwbare energie, Vlaanderen heeft grote technologische expertise en Brussel is een politiek zwaargewicht. Er is geen enkele reden waarom jullie niet een gelijkaardig masterplan kunnen ontwikkelen en zelf zo’n technologieplatform kunnen bouwen. Losse projecten en kleine initiatieven zullen niet langer volstaan. Een breder masterplan dringt zich op.” Dat is, aldus Rifkin, overigens niet alleen een kwestie van keuzes maken op regeringsniveau.
“Miljoenen mensen zullen moeten samenwerken om een energiesysteem met lokaal opgewekte en gedeelde duurzame energie mogelijk te maken. Ook universiteiten hebben daar een rol in te spelen. De UHasselt heeft meer dan voldoende expertise in huis om – als groene hub in de regio – dit veranderingsproces mee in goede banen te leiden. En het lot van jullie universiteit is al van bij de oprichting veertig jaar geleden sterk verweven met de toekomst van jullie regio. Ik hoop dat mijn eredoctoraat hier inspiratie kan brengen en dat dit soort initiatieven dingen mee in beweging kunnen zetten.”
TWEE GENERATIES Weinig denkers hebben zó een grote impact op het Europese klimaatbeleid gehad dan Jeremy Rifkin. “Nicholas Stern (een Britse econoom en academicus, red.) heeft zich onlangs in The Guardian negatief uitgelaten over het groene beleid van Europa. Ik begrijp zijn ongeduld, maar stellen dat Europa zijn kans gemist heeft, vind ik een foute analyse. Als adviseur van de EU bekijk ik al die plannen toch enigszins vanuit een ander perspectief. Ik kan je vertellen dat er ontzettend mooie initiatieven op stapel staan en
DIES NATALIS 2015
dat er achter de schermen heel hard gewerkt wordt. Maar verandering vraagt tijd. Zo’n omslag gebeurt niet van de ene dag op de andere. Daar gaan minstens twee generaties overheen.” Op heel wat verschillende plaatsen in Europa is die omslag trouwens al in volle gang. Jeremy Rifkin: “Met TIR Consulting (het consultancybureau dat hij oprichtte, red.) schreven we een ambitieus economisch ontwikkelingsplan voor Nord-Pas de Calais. Alle regionale actoren – waaronder zes lokale universiteiten – zetten mee hun schouders onder dat groene plan. Met die gezamenlijke inspanningen moet het lukken om deze regio tegen 2050 volledig het post-carbontijdperk binnen te loodsen. De productie van hernieuwbare energie zal op dat moment voldoende zijn om de hele energiebehoefte te dekken. In de regio zal de huidige energie-efficiëntie verdubbelen, de CO2-uitstoot zal gereduceerd worden tot een vierde van wat ze vandaag is. Het industrieel verleden van Nord-Pas de Calais lijkt heel erg op dat van België. Jullie land, dat straks door die Franse en Duitse koplopers geflankeerd wordt, heeft er alle baat bij om mee aan boord te springen.”■
DIGITAAL EUROPA Jeremy Rifkin gelooft in de kracht van een digitaal Europa. In het nieuwe Juncker-plan kregen zijn ideeën over die Europese digitalisering een prominente plaats.
“Als we tegen 2060 niet met zijn allen ten onder zijn gegaan aan de gevolgen van de klimaatcrisis, zullen we wereldwijd met elkaar communiceren en alles delen: kennis, eigendom en energie. We moeten het bestaande netwerk om energie te verspreiden, transformeren in een intelligenter systeem. Dat kan met behulp van de communicatietechnieken die het internet mogelijk maken”, zegt Rifkin. In zo’n systeem wordt energie niet meer door een paar grote spelers centraal opgewekt, maar door vele kleine installaties in afzonderlijke gebouwen en bij mensen thuis. “Via dat slimme systeem kan die opgewekte
energie – zoals we vandaag informatie verspreiden via het internet – door particulieren opgeslagen, opgevraagd en geleverd worden. En eenzelfde breed technologieplatform kunnen we ook gebruiken voor de organisatie van een transportsysteem met milieuvriendelijke (onbemande) voertuigen.” Wanneer vernieuwingen op vlak van technologie, communicatie en transport samenkomen in The Internet of Things creëren ze de infrastructuur voor een breed, nieuw technologieplatform. “Dat verandert de manier waarop we onze economie organiseren en het schept enorme economische opportuniteiten voor nieuwe industrieën.”
7
8
DIES NATALIS 2015
EREDOCTOR FACULTEIT RECHTEN | EMMANUEL DE MERODE
“ VIRUNGA IS DE ALLERMOOISTE PLEK OP AARDE” Virunga – Afrika’s oudste nationaal park én Werelderfgoed – is de thuis van meer dan 200 (van de 750 nog bestaande) berggorilla’s. Maar het park kreunt al decennia onder de politieke instabiliteit in Oost-Congo, excessief geweld, illegale houtkap, stropers en internationale olieconcerns. Met zijn alternatieve economische ontwikkelingsplan wil directeur Emmanuel Merode niet alleen de prachtige natuur in Virunga beschermen. “Het nationale park is ook de sleutel tot een betere toekomst voor Congo”, aldus de ‘groene prins van Virunga’.
Het zijn de berggorilla’s die het Virunga Park in 1979 de status van Unesco Werelderfgoed opleverden, maar Virunga is véél meer dan de thuis van deze bedreigde mensenapen. “Nergens anders in Afrika leven er meer inheemse diersoorten en vind je een grotere diversiteit aan landschappen. Van moerassen en savannen tot besneeuwde bergtoppen en vulkanen: Virunga heeft het allemaal”, zegt dr. Emmanuel de Merode. Zijn liefde voor de prachtige Afrikaanse natuur bracht hem twintig jaar geleden naar Oost-Congo, maar in deze turbulente regio is natuurbescherming geen evidentie. In zijn strijd tegen stropers, rebellen, illegale houtkap en internationale olieconcerns maakte De Merode heel wat vijanden. Vorig jaar overleefde hij ternauwernood een aanslag op zijn leven. Tot op vandaag blijft onduidelijk wie achter die aanslag zat. Lang wil De Merode daar niet bij blijven stilstaan. “Ik heb meer geluk gehad dan de
140 rangers die de voorbije jaren om het leven kwamen terwijl ze het park probeerden te beschermen”, zegt hij kalm. “Toen ik de uitdaging aannam om directeur van het park te worden, wist ik dat het niet eenvoudig zou zijn. Had ik alle verrassingen en uitdagingen die op mijn weg zijn gekomen, kunnen voorzien? Neen. En toch heb ik mijn engagement nooit in vraag gesteld. Het enige wat ik betreur, is dat ik mijn kinderen niet van dichtbij zie opgroeien en dat ik de veiligheid van mijn gezin alleen kan garanderen door gescheiden van hen te leven (zijn vrouw en kinderen wonen in Kenia, red.). Maar spijt van mijn beslissing heb ik niet. Aan opgeven heb ik nooit gedacht.”
BETERE TOEKOMST Er staat dan ook veel op het spel. Emmanuel de Merode: “Virunga draait niet om natuurbehoud alleen. Het park kan een verschil maken in het leven van duizenden. Virunga is een baken van hoop in een regio die vaak uitzichtloos lijkt. De enige weg naar vrede en stabiliteit.►
WIE IS EMMANUEL DE MERODE? • Behoort tot de hoogste adel in België en groeide op in Kenia. • Studeerde biologische antropologie in Londen. • Trouwde in 2003 met de BritsKeniaanse antropologe Louise Leaky, dochter van Richard Leaky. • Samen hebben ze twee dochters. • In 2008 door de Congolese regering benoemd tot provinciaal directeur bij het Congolees Instituut voor Natuurbescherming en directeur van het Virungapark.
9
DIES NATALIS 2015
VIRUNGA, WERELDERFGOED
• Virunga (800.000 hectare) ligt in Oost-Congo, op de grens met Oeganda en Rwanda. • Is het oudste natuurreservaat van Afrika. • Herbergt meer soorten zoogdieren, vogels en reptielen dan om het even welk ander Afrikaans park. • Virunga werd in 1979 uitgeroepen tot Werelderfgoed. • Ondanks deze status vormt het park het strijdtoneel voor gewapende conflicten. • Andere bedreigingen: illegale houtkap, stroperij en exploitatie van olie. • Orlando von Einsiedel maakte in 2014 een (voor een Oscar genomineerde) docufilm (‘Virunga’) over de strijd van het park tegen de exploitatieplannen van oliebedrijf Soco International.
Sinds de genocide in Rwanda gaat NoordKivu elke vier jaar gebukt onder zware burgeroorlogen. Intussen vielen meer dan zes miljoen slachtoffers onder de Congolezen. Twaalf verschillende rebellengroepen houden zich schuil in het park en zorgen continu voor onrust en instabiliteit. Over de diepere oorzaak van deze decennialange politieke instabiliteit zijn alle internationale experten het roerend eens: de illegale en ongecontroleerde exploitatie van de natuurlijke grondstoffen van Virunga. Daar proberen we komaf mee te maken.” “De natuurlijke rijkdom van Virunga staat in schril contrast met de schrijnende armoede die de mensen van Noord-Kivu treft. Een oplossing voor Virunga die zich exclusief richt op natuurgebied en die geen oog heeft voor de sociaaleconomische noden van de lokale bevolking is moreel onverdedigbaar en bij voorbaat gedoemd om te mislukken.” De Merode is er sterk van overtuigd dat Virunga het antwoord zal zijn om uit die negatieve spiraal van conflicten en armoede te geraken. “Het voortbestaan van Virunga is een conditio sine qua non voor een beter leven voor de mensen van Noord-Kivu. Als we de schatten van Virunga aanwenden voor duurzame projecten – zoals
10
DIES NATALIS 2015
de bouw van waterkrachtcentrales, duurzame landbouw, visserij en ecotoerisme – dan garandeert dit werkgelegenheid en economische voorspoed voor de vier miljoen Congolezen die in en rond het park wonen. De transformatie van een illegale conflicteconomie in een duurzame, lokaal verankerde economie zal geen walk in the park zijn, maar het is de enige manier om stabiliteit in de regio te brengen. Als we ons doel niet uit het oog verliezen en onze inspanningen blijven volhouden, dan geraken we er wel.”
“Ook in tijden van oorlog moet je actie ondernemen. Als je wacht tot alle conflicten geluwd zijn, kom je te laat.” TOERISME Vijf jaar geleden werd in Virunga gestart met de bouw van een eerste waterkrachtcentrale. “Een helse opdracht, want de centrale werd de eerste week van de bouwwerkzaamheden meteen al drie keer gebombardeerd. Maar we hebben doorgezet. We kunnen ons niet veroorloven om te wachten op vrede vooraleer we projecten opzetten die jonge Congolezen perspectief geven op een duurzame job en een betere toekomst. Ook in tijden van oorlog moeten we actie ondernemen. Als je wacht tot alle conflicten geluwd zijn, kom je te laat.” Die inspanningen lijken te renderen, want op dit moment heeft Virunga al drie waterkrachtcentrales. Die creëren niet alleen werkgelegenheid voor duizenden Congolezen. De beschikbaarheid van goedkope stroom zwengelt ook de lokale economie aan en brengt andere ondernemingen naar het park. En ook in toerisme schuilt volgens Emmanuel de Merode
nog een enorm groeipotentieel. “Virunga is een unieke, ongewone bestemming met enorme troeven. Niet alleen onze berggorilla’s vormen een belangrijke aantrekkingspool. Geen enkel ander Afrikaans nationaal park herbergt zó veel verschillende diersoorten als Virunga. En trekpleisters als onze Nyiragongovulkaan met het lavameer in zijn krater zullen buitenlandse toeristen blijven aantrekken. Zolang we de veiligheid van die toeristen kunnen garanderen, zal die sector blijven groeien en kunnen we met ecotoerisme weer heel wat extra werkgelegenheid creëren.” “Binnen acht jaar willen we Virunga helemaal getransformeerd hebben tot motor van een nieuwe, duurzame economie. En onze ambities zijn hoog: we mikken op 100.000 jobs. Zal de weg ernaartoe gemakkelijk zijn? Neen. We weten – hoe vreemd dat voor buitenstaanders ook mag klinken – dat we de komende jaren nog een paar oorlogen mogen verwachten. De uitdagingen waarvoor we staan, zijn gigantisch. Maar ik ben ervan overtuigd dat we ons doel zullen bereiken. We
zijn die confrontaties al eerder aangegaan en we zullen ze opnieuw doorstaan. Zo vaak als nodig. En elke dag zijn we weer sterker. We zijn op de goede weg.”
RECHT MAAKT HET VERSCHIL De berggorilla’s in Virunga doen het bijzonder goed. De populatie verdubbelde zelfs de afgelopen vijftien jaar. De Merode: “Een bemoedigend signaal voor de rangers die de gorilla’s al die jaren in verschrikkelijke omstandigheden beschermd hebben. Maar als antropoloog gaat mijn bekommernis nooit alleen uit naar de fauna en flora in het park. Wildlife kan uiteindelijk voor zichzelf zorgen. Het is het gedrag van mensen dat je in goede banen moet leiden. De voorbije 22 jaar heb ik vooral gefocust op wetshandhaving. Enkel wanneer de illegale handel uit het park verdreven wordt en we er continu over waken dat de strenge Congoleze milieuwetgeving ook effectief nageleefd wordt, kunnen we de natuurlijke rijkdom van Virunga beschermen en stabiliteit brengen in een zwaar getroffen regio.”►
11
DIES NATALIS 2015
“Enkel een sterke wetshandhaving kan de toekomst van Virunga veiligstellen.”
JOUW GIFT MAAKT HET VERSCHIL! Ook ù kan helpen om Virunga National Park te beschermen. Stort uw bijdrage op vzw Stichting Virunga België IBAN BE44 7320 3640 3645 BIC: CREGBEBB Met vermelding: UHasselt – de Merode
Het eredoctoraat van de UHasselt heeft Emmanuel de Merode naar eigen zeggen “ontroerd”. “De erkenning van een Belgische universiteit is voor mij sowieso al bijzonder, want hoewel ik zelf altijd in Oost-Afrika heb gewoond, voel ik mij toch nog altijd Belg”, lacht hij. “Dat dit eredoctoraat mij wordt toegekend door de faculteit Rechten maakt de eer alleen maar groter. Ik beschik dan misschien niet over veel juridische expertise, maar ik heb de voorbije twintig jaar wel persoonlijk ervaren hoe erg een land kan lijden wanneer wetten voortdurend met de voeten getreden worden. Uiteindelijk zijn het wetten die ons beschermen. Enkel een solide juridisch kader en een sterke wetshandhaving kan de toekomst van Virunga en zijn bewoners veiligstellen. Dat mijn werk – en dat van mijn rangers – met dit eredoctoraat wordt gelinkt aan de juridische, Belgische gemeenschap betekent immens veel voor mij. En het credo sustainable world, smart entrepreneurship onderschrijf ik graag. Dat is ook mijn missie.”■
VAN CONFLICTECONOMIE NAAR DUURZAME ECONOMIE Met zijn alternatieve economisch ontwikkelingsplan wil Emmanuel de Merode welvaart en stabiliteit in de regio brengen. Virunga wordt het centrum van een nieuwe, duurzame en lokaal verankerde economie. Decennialang hebben de illegale houtkap, stroperij, visserij en olie-exploitatie in Virunga de conflicten in de regio enkel nog aangewakkerd. Bovendien creëert die illegale handel
12
weinig tot geen toegevoegde waarde voor de vier miljoen Congolezen die in en rond het park wonen. De natuurlijke rijkdom van Virunga – die in schril contrast staat met de nijpende
armoede van de lokale bevolking – moet de motor vormen voor andere, duurzame economische activiteiten.
illegale houtkap
illegale stroperij
waterkracht centrales
duurzame visserij
illegale handel in ivoor, koper, kobalt,..
Illegale olieexploitatie
duurzame landbouw
ecotoerisme
DIES NATALIS 2015
RICHARD D. BARDGETT | EREDOCTOR FACULTEIT WETENSCHAPPEN
“MIJN LIEFDE VOOR DE GROND IS AANGEBOREN”
13
DIES NATALIS 2015
WIE IS RICHARD D. BARDGETT? • Professor ecologie aan de University of Manchester. • Auteur van meer dan 200 wetenschappelijke artikelen in toptijdschriften als Nature en Science, en van de gerenommeerde boeken The Biology of Soil en AbovegroundBelowground Linkages. • Redacteur van het vakblad Journal of Ecology. • Lid van de Raad van Bestuur van Rothamsted Research en van de wetenschappelijke adviesraad van het Nederlandse Instituut voor Ecologie. • Vicepresident van de British Ecological Society. • Honorary Fellow van de Royal Society of New Zealand. • Fellow van de Society of Biology.
14
“De duizelingwekkende biodiversiteit van het bodemleven is cruciaal voor de kwaliteit van het bovengrondse leven. Alles wat we ademen, eten en drinken, danken we immers aan die rijke onderwereld. Een beter begrip van dat bodemleven kan zelfs de impact van klimaatverandering helpen indijken”, zegt professor Richard Bardgett. Zijn baanbrekend onderzoek naar de impact van bodemleven op het functioneren van landecosystemen leverde hem een eredoctoraat op van de faculteit Wetenschappen.
Bodembiologie en -biodiversiteit zijn nog relatief nieuwe onderzoekdisciplines. Waar is uw fascinatie voor dat leven onder de grond ontstaan? “Als zoon van een Engelse schapenboer is mijn liefde voor grond bijna aangeboren. De geur van nat zand zit diep verweven in elke herinnering aan mijn kindertijd. Maar pas toen ik in de middelbare school voor een biologieopdracht bodemsoorten moest determineren, werd die fascinatie ook wetenschappelijk onderbouwd. Die rijke onderwereld sprak tot mijn verbeelding. Bovendien was het nog grotendeels onontgonnen terrein. In mijn beginjaren als onderzoeker waande ik mij een echte ontdekkingsreiziger. Als je weet dat in een vingerhoed grond al meer dan 500 verschillende micro-organismen leven – waarvan de meesten niet eens een naam of karakterisering hadden
– dan ging er een hele nieuwe wereld open om ontdekt te worden.” U zegt vaak dat de mens door de eeuwen heen een bijzondere band met de bodem gehad heeft… ”Klopt. Cleopatra verklaarde niet voor niets aardwormen heilig. De Grieken en de Romeinen schreven over het belang van vruchtbare grond. Mensen hebben altijd gerekend op die bodem voor onze voedselproductie. En de structuur van onze bodem heeft in het verleden zelfs het verschil gemaakt in oorlogen. We hadden de Eerste Wereldoorlog veel minder snel gewonnen als we aan de ‘Duitse’ kant van de IJzer gezeten hadden. Aan onze kant was de grond veel beter geschikt om tunnels te graven (lacht).”
DIES NATALIS 2015
VRUCHTBAARDER
“Binnen 35 jaar zijn er op aarde 9 miljard monden te voeden. We moeten dus zorgvuldig omgaan met onze bodems.” De laatste jaren is het academische onderzoek naar bodemleven in een stroomversnelling gekomen. Hoe verklaart u die groeiende interesse voor uw vakgebied? “Door de nieuwe technieken en moleculaire onderzoeksmethoden die de laatste tien jaar ontwikkeld werden – vaak vanuit andere disciplines – zijn we veel beter in staat om dat ondergrondse leven nauwgezetter in kaart te brengen. Bovendien beseffen ecologen, landbouwers en beleidsmakers steeds meer dat een gezonde bodem veel impact heeft op het leven van de mens. We zijn van onze bodem afhankelijk voor ons voedsel en schoon water. Binnen 35 jaar zijn er hier op aarde 9 miljard monden te voeden. We moeten dus zorgvuldig omgaan met onze bodems en erover waken dat de bodemkwaliteit en -biodiversiteit niet verschraalt. Traditionele landbouwmethodes zullen niet langer volstaan. De uitdagingen waar we voor staan, zijn gigantisch.”
Op welke manier kan een beter begrip van het bodemleven bijdragen tot een duurzame voedselproductie? “Uit verschillende studies blijkt duidelijk dat de kwaliteit en de diversiteit van de bodemstructuur en het bodemleven in belangrijke mate mee de kwaliteit bepalen van de plantaardige productie boven de grond. Maar hoe intensiever landbouwgrond in gebruik is, des te minder bodemleven het bevat. Die verschraling van onze bodemstructuur is op termijn dramatisch voor onze voedselproductie. Een veelzijdigere bodemdiversiteit kan landbouwecosystemen stabieler en weerbaarder maken. Door nieuwe inzichten uit ons onderzoek toe te passen, kan de bodem in hoge mate zelfvoorzienend worden.” Wat betekent dat concreet? “Dat betekent dat er minder bewerking, bemesting en irrigatie nodig zal zijn en dat giftige bestrijdingsmiddelen overbodig worden. De natuurlijke ecosystemen tonen ons duurzame oplossingen voor een beter bodembeheer. In ontwikkelingslanden, waar men nog meer dan in Europa kampt met sterk gedegradeerde gronden, kan die kennis van dat bodemleven zelfs nog een grotere impact hebben. Met relatief eenvoudige oplossingen kunnen we die arme bodems opnieuw vruchtbaar maken.” Uw recent bodem-biodiversiteitsonderzoek heeft aangetoond dat een rijk bodemleven niet alleen een belangrijke rol speelt voor die bovengrondse plantenbiodiversiteit, maar dat het bovendien in grote mate bepaalt hoe die bovengrondse ecoystemen reageren op klimaatverandering. ”Klimaatverandering is een groot issue, want
we weten dat de opwarming van de aarde – en lange periodes van droogte – onze biodiversiteit gaan verarmen. Maar een rijke bodem kan fungeren als een soort beschermende buffer. Als je het ondergrondse ecosysteem diverser en complexer maakt, is die bodem beter in staat om die klimaatverandering te trotseren en de bovengrondse biodiversiteit in stand te houden. Het komt er nu op aan om onze inzichten te vertalen in manieren om die bodems te behandelen en te verrijken. Dat betekent dat de focus van ons onderzoek in de loop van de jaren wat verschoven is.” In welk opzicht dan? “Waar we in de beginjaren vooral onderzochten hoe bodemdiversiteit de groei van de planten en de bovengrondse biodiversiteit kon versterken, draaien we dat perspectief nu om. Op dit moment proberen we in kaart te brengen welke planten en combinaties van planten de bodemdiversiteit positief kunnen beïnvloeden. De oplossing zit in die bodem.”
GRENZEN VAN WETENSCHAP Het is niet de eerste keer dat u bekroond wordt omwille van uw baanbrekend onderzoek. Wat betekent dit eredoctoraat van de UHasselt voor u? “Het is een ontzettend grote eer om erkenning te krijgen voor je onderzoek. Dat komt altijd als een ongelooflijke verrassing. Als wetenschapper ben je het gewoon om vooral bekritiseerd te worden door collega-onderzoekers in reviews op jouw publicaties en onderzoeksresultaten. Dit soort erkenning motiveert om te blijven duwen tegen de grenzen van de wetenschap. En het creëert bovendien mooie opportuniteiten voor toekomstige samenwerkingsprojecten.”■
“ECOTRONS SPREKEN TOT DE VERBEELDING” “Er zijn ontzettend veel raakvlakken tussen mijn onderzoek en dat van het Centrum voor Milieukunde van de UHasselt”, zegt prof. dr. Richard D. Bardgett. “De ecotrons die jullie op dit moment aan het bouwen zijn in het Nationaal Park Hoge Kempen spreken echt tot de verbeelding. Deze state-of-the-art infrastructuur creëert oneindige onderzoeksopportuniteiten voor het onderzoek naar bodemleven en klimaatverandering.”
15
DIES NATALIS 2015
16
DIES NATALIS 2015
EREDOCTOR FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN | JOHN LLOYD PROVIS
“ER ZIJN WEINIG MATERIALEN INTERESSANTER DAN CEMENT” Afval uit verschillende sectoren gebruiken als grondstof voor nieuwe, duurzame cementsoorten. Dat is waar professor John Lloyd Provis in zijn onderzoek op focust. Voor het pionierswerk dat de Australische cement-professor op dit terrein verricht, kreeg hij een eredoctoraat van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen.
WIE IS JOHN LLOYD PROVIS? • John Provis studeerde en doctoreerde als Chemisch Ingenieur aan de University of Melbourne. • Werd daar achtereenvolgens Research Fellow, Senior Research Fellow en Manager en schopte het tot voorzitter van de Geopolymer and Minerals Processing Group. • Ging in 2012 werken aan de faculteit Materiaal- en ingenieurswetenschappen van de University of Sheffield, voor onderzoek naar cement. • Publiceerde meer dan 11 high impact papers per jaar (waarvan er heel wat in de top 25 stonden van meest gedownloade papers van verschillende wetenschappelijke toptijdschriften). • In 2012 bekroond met de Discovery of an Outstanding Researcher Award (DORA) door de Australian Research Council. • In 2013 bekroond met de Robert L’Hermite Medal door de RILEM Associatie.
17
DIES NATALIS 2015
er maar weinig materialen interessanter dan cement. Van zodra mijn professor me introduceerde in dat groenere, milieuvriendelijkere cement waarin reststromen uit de mijn- en de kolenindustrie verwerkt werden, raakte ik helemaal in de ban van het materiaal.”
“We moeten de wereld voorzien van de bouwmaterialen die ze nodig heeft, maar dan zonder de planeet te verwoesten.” HIGHTECH
Het eredoctoraat van de UHasselt is niet de eerste bekroning die John Lloyd Provis te beurt viel. “Het is wél mijn eerste eredoctoraat, dat is op zich al heel bijzonder”, zegt hij. “Dat deze erkenning komt van vakgenoten die mijn passie voor cement delen en met wie ik intens samenwerk, maakt deze bekroning al helemaal bijzonder. Het was een zeer onverwachte eer die mij te beurt viel. Ik kan nog steeds niet geloven dat ik samen met absolute wereldtoppers als Jeremy Rifkin en Emmanuel de Merode gevierd werd. Daar ga ik
18
nog heel lang van nagenieten.” Cement heeft nogal een grijs imago. Wat trok u destijds aan in het materiaal? “Als student was het in de eerste plaats de chemie achter het materiaal die mij fascineerde. Met de toepassingen en de maatschappelijke relevantie van het onderzoek was ik op dat moment niet bezig. Welke chemische reacties vinden er plaats in cement? En hoe kunnen we de snelheid van die reacties bepalen? Dat interesseerde mij. Uit chemisch perspectief zijn
Intussen is die focus veranderd en draait uw werk bijna volledig rond toepassingen. Waar focust u vooral op? “Duurzaamheid is de rode draad doorheen mijn werk. We moeten de wereld voorzien van de bouwmaterialen die ze nodig heeft, maar we moeten dat doen zonder onze planeet te verwoesten. Op elke plaats en voor elke verschillende toepassing, moet je nagaan: wat is in deze situatie het beste recept voor cement? Wat hebben we nodig? En wat hebben we voorhanden? In het Verenigd Koninkrijk bestaat cement voor 80% uit afval uit de koolindustrie en we werken heel hard om dat percentage nog verder te doen stijgen. Afrika heeft geen industrieel verleden en heeft die afvalstromen dus ook niet ter beschikking, maar hun klei beschikt over schitterende kwaliteiten om tot cement te verwerken. Daar gebruik je beter dat natuurlijke materiaal als grondstof. Als je de chemie achter het materiaal goed begrijpt, kan je duurzame, sterke ‘cement’ maken op basis van wat er lokaal aanwezig is. Zonder grondstoffen te verspillen of roofbouw te plegen op onze planeet.” Cement kan er dus overal in de wereld anders uitzien? “Ja. En je moet ook goed nadenken over de
DIES NATALIS 2015
concrete functie van dat cement in bepaalde toepassingen. Niet elke constructie heeft het allersterkste beton nodig. Soms is een duurzamer alternatief even goed. Veel van mijn onderzoek draait rond de berging van nucleair afval. Daar zijn de eisen voor dat materiaal natuurlijk veel hoger. Een doorsneeconstructie die 200 jaar meegaat, is schitterend, maar in de nucleaire sector spreken we over gebruiksperiodes van honderdduizenden jaren. We gebruiken ook daar afvalstromen uit de mijn- en koolindustrie om dat nucleaire afval beter te beschermen, maar het ‘recept’ voor dat cement verschilt uiteraard wel grondig van dat van toepassingen in de bouwsector.”
klassieke Portlandcement niet langer de enige cementvariant. De nieuwe soorten zijn sterker, duurzamer en goedkoper – op voorwaarde dat het verwerkingsproces op een goede manier gebeurt. Maar als het chemische proces steeds ingewikkelder wordt, moeten we natuurlijk ook investeren in goede opleiding voor de mensen op het terrein. Dat is een hele uitdaging voor de sector.”
Cement als een hightechmateriaal? “Grondstoffen zijn schaars en we moeten ze goed gebruiken. De chemie achter cement zal alleen maar belangrijker worden. In het Midden-Oosten pompen ze beton vandaag al achttien verdiepingen omhoog om hoge torens te bouwen. Dat materiaal heeft tijdens dat proces niets verloren aan stevigheid, maar de chemie die achter dat proces zit, is wel een stuk complexer. Ook in de bouwsector is het
Want? “In het Verenigd Koninkrijk zijn we de klassieke energiecentrales aan het vervangen door biomassacentrales. Goed nieuws voor onze planeet, maar – ironisch genoeg – ook een uitdaging voor ons, want wij rekenen op het afval van die sector als grondstof voor onze materialen. Welke alternatieve grondstoffen kunnen we gebruiken als dat ‘afval’ op raakt? Daar moeten we vandaag over nadenken. En bij de
TOEPASSINGEN Wat is de grootste uitdaging in uw werk? “Rekening houden met de verschillende afvalstromen, nu en binnen twintig jaar.”
“Afval zal niet meer bestaan. Elk materiaal moet opnieuw gebruikt worden in nieuwe toepassingen.” samenstelling van nieuwe materialen moeten we meteen ook stilstaan bij het tweede leven voor de verschillende afvalstromen die zij binnen vijftig en honderd jaar gaan genereren. ‘Afval’ zal niet meer bestaan. Elk materiaal moet opnieuw gebruikt worden in nieuwe toepassingen. Chemici, ingenieurs, architecten, milieuwetenschappers… zullen de komende jaren voluit de krachten moeten bundelen om zinvolle toepassingen te geven aan bestaande en nieuwe afvalstromen.”■
NIEUWE RECEPTEN EN TOEPASSINGEN VOOR BETON Prof. dr. John Lloyd Provis werkt binnen het Europese COST-netwerk NORM4Building samen met de onderzoeksgroep Nucleaire technologie (NuTec) van de UHasselt.
“In het kader van dit project gaan we na in welke gevallen reststromen met lage gehalten aan natuurlijke radioactiviteit hergebruikt kunnen worden in bouwmaterialen zonder dat dit leidt tot een verhoogde stralingsbelasting van de bewoners”, vertelt prof. dr. Wouter Schroeyers van de onderzoeksgroep NuTeC van het Centrum voor Milieukunde (CMK). Het project analyseert deze problematiek niet alleen academisch, maar formuleert ook wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen rond het hergebruik van deze materialen. “Nieuwe recepten en toepassingen ontwikkelen voor beton: dat is ook de uitdaging van het UHasselt Applicatiecentrum voor Beton van de onderzoeksgroep Bouwkunde”, aldus prof. dr. ir. Hervé Degée. “Ook op dit terrein kunnen we veel linken leggen met het onderzoek van onze nieuwe eredoctor.”
19
UHASSELT IN ACTION
SEE START MET POSTGRADUAAT CLEANTECH MANAGEMENT
OPEN INNOVATION-CONFERENTIE HELPT OOST-EUROPESE KMO’S MEE INNOVEREN
Anno 2015 zijn schone technologieën een economische noodzakelijkheid. De cleantechmogelijkheden op de markt lijken haast onbeperkt, maar welke innovatieve clean technologies maken voor een bedrijf écht het verschil, op ecologisch, technisch en economisch vlak? De SEEopleiding Cleantech Management geeft ondernemers en managers niet alleen een overzicht van de nieuwste state-of-theart clean technologies. Dit postgraduaat i.s.m. CleanTechPunt leert hen ook op een kritische, analytische manier de juiste keuze maken en die visie vertalen naar een brede groep stakeholders. Meer info? www.uhasselt.be/cleantechmanagement
JOKE GORIS TREEDT TOE TOT JONGE ACADEMIE Joke Goris zal de volgende vijf jaar deel uitmaken van de Jonge Academie. Daarmee is zij, na Alexander De Becker en Niel Hens, het derde UHasselt-lid in de Jonge Academie. De nieuwe leden worden verkozen op basis van hun wetenschappelijke excellentie, hun motivatie en de voorstellen die zij doen met betrekking tot de Academie. Joke Goris is auditeur bij de Raad van State en verbonden aan de faculteit Rechten van de UHasselt, KU Leuven en UAntwerpen.
Op 19 en 20 juni organiseerde de UHasselt in Roemenië een Open-Innovatieconferentie voor Oost-Europese kmo’s. “Door kmo’s de weg te tonen naar open innovatie, kunnen we hen helpen groeien en op die manier de globale economie helpen versterken”, zegt prof. dr. Nadine Roijakkers van de UHasselt-onderzoeksgroep Innovation Management. In Oost-Europa bestrijken kmo’s 99% van het ondernemerslandschap en leveren ze 70% van alle jobs. “Kmo’s worstelen meer met innovatie dan de grotere bedrijven. Ze beschikken over minder kennis en middelen, en hebben immens veel te winnen bij samenwerkingen en partnerschappen”, zegt prof. dr. Nadine Roijakkers. “En in Oost-Europa worstelen kmo’s nóg meer met innovatietrajecten dan ons. De inhaalbeweging die zij moeten maken, is groter en het economische klimaat is minder gunstig. Open innovatie biedt hen een spectrum van nieuwe mogelijkheden, maar tot nu toe blijft dat nog te veel onontgonnen terrein. Met deze conferentie in Roemenië willen we de idee van Open Innovatie introduceren en hen heel concreet op weg helpen.” EXPERTISE OP MAAT “Naar aanleiding van deze conferentie organiseerden we een grootschalige bevraging bij lokale kmo’s. Hoe groot is hun organisatie?
20
Hoeveel nieuwe producten lanceerden ze de laatste vijf jaar? Werkten ze daarvoor al samen met partners? En welke moeilijkheden ondervinden ze bij dit proces?”, vertelt de Roemeense UHasselt-doctoranda Oana Pop. “We extrapoleren onze West-Europese aanpak niet gewoon naar Oost-Europa, maar spelen met workshops rond o.a. trust building concreet in op de uitdagingen die zij naar voren schoven. Ook de sprekers die we aan het woord laten en de cases die we presenteren, zijn stuk voor stuk lokaal en herkenbaar.” De UHasselt zorgde voor de inhoudelijke invulling van de conferentie, maar de praktische organisatie was in handen van Oost-Europese partners. “De Kamer van Koophandel van Roemenië en Hongarije, Rotary Clubs, banken… Het enthousiasme waarmee partners mee hun schouders zetten onder dit event, geeft duidelijk aan dat er in Oost-Europa echt vraag is naar dit soort expertise”, aldus prof. dr. Nadine Roijakkers.
UHASSELT IN ACTION
UGENTEC WINT ‘LTL BIOMEDICA 2015 ZORGINNOVATIE AWARD’ UgenTec heeft de ‘LifeTechLimburg Biomedica 2015 Zorginnovatie Award’ gewonnen. De uitreiking vond plaats tijdens de Biomedica Summit 2015, het grootste Euregionale lifesciencescongres ‘where business and science meet’.
UgenTec-medeoprichter Tom Martens kreeg de prijs uit handen van gedeputeerde voor Economie Marc Vandeput. Het Hasseltse bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling van bioinformaticasoftware – zoals FastFinder. Laten de resultaten van bijvoorbeeld bloedonderzoek nu vaak enkele weken op zich wachten, met de FastFinder-software wordt al binnen enkele uren duidelijkheid verschaft. De start-up haalde recent nog met succes 1,1 miljoen euro op bij Belgische investeerders en 250.000 euro van het IWT. iSESSIONS Tijdens de Biomedica Summit 2015 – met als centraal thema ‘Health Innovations’ – werden twee dagen lang best practices rond BioTech/ Pharma en MedTech in de kijker geplaatst via gastsprekers, pitches en debatten. Dit jaar vond de beurs voor het eerst plaats in Genk. En dat vroeg om een vernieuwende, frisse aanpak, met eigen accenten en een belangrijke plaats voor de patiënt. Een formule die werd gesmaakt door de meer dan 900 bezoekers. “Om innovatieve producten en diensten beter af te stemmen op de reële behoeften van de doelgroep, wordt die patiënt vandaag vaak – en veel meer dan voorheen – al heel vroeg in het ontwikkelingsproces betrokken. Daarom brachten we tijdens de rondetafelgesprekken niet alleen onderzoekers in dialoog met vertegenwoordigers uit de industrie, maar ook met de patiënt of zorggebruiker zelf. Die brede kijk op zorginnovatie werkte bijzonder stimulerend en inspirerend”, zegt prof. dr. Bert Op ’t Eijnde, vicevoorzitter van Biomedica 2015. ZORGIDEE EN INNOVATIEMARKT Op het congres werden op de innovatiemarkt ook 30 ‘slimme’ zorgprojecten voorgesteld. “Biomedica is dé perfecte plaats om innovatieve zorgprojecten onder de aandacht te brengen. De hele Euregionale HealthCare- en LifeSciencescommunity is hier aanwezig. Door creatieve startups een forum te geven, willen we extra kansen creëren voor innovatieve, regionale ondernemers in de HealthCare en LifeSciences.”
21
UHASSELT IN ACTION
INTERNATIONALE DAG VOOR INGENIEURSSTUDENTEN Naast een goede opleiding is ook een internationale blik cruciaal voor ingenieurs. Maar wat houdt een internationale ingenieurscarrière precies in? Welke vaardigheden heb je nodig om in verschillende culturen succes te boeken? En hoe kan je je voorbereiden op een buitenlandse loopbaan of stage? De 330 eerste- en tweedejaarsstudenten industrieel ingenieur ontdekten het tijdens de Internationale Dag. Op het programma stonden niet alleen persoonlijke getuigenissen, lezingen en workshops, maar ook lessen Italiaans, Portugees en Chinees voor beginners. “Het is belangrijk dat onze studenten hun ogen openen voor wat er in de wereld leeft en dat ze beseffen dat ze in om het even welke job met andere culturen, talen en andere visies in contact zullen komen”, zegt prof. dr. Marc D’Olieslaeger, decaan van de faculteit Industriële ingenieurswetenschappen. “De wereld van een industrieel ingenieur stopt niet in Diepenbeek, Limburg of Vlaanderen. Met dit soort initiatieven willen we de internationale en interculturele competenties van onze studenten ontwikkelen, waardoor ze na hun studies onmiddellijk in een internationale werkomgeving inzetbaar zijn.”
ZILVER EN BRONS VOOR UHASSELT OP INTERUNIVERSITAIRE PLEITWEDSTRIJD Op de Interuniversitaire Pleitwedstrijd NautaDutilh kaapten UHasselt-rechtenstudenten Elisa Fiata en Karolien Debroux de tweede en derde prijs weg. Tijdens de zevende editie van de pleitwedstrijd in het Brusselse Justitiepaleis namen twintig studenten uit alle Vlaamse rechtsfaculteiten het tegen elkaar op. “De wedstrijd wil juristen in spe al
in een vroeg stadium laten kennismaken met de vaardigheden die nodig zijn voor de uitoefening van de advocatuur: juridische analyse, pleitvaardigheid, welbespraaktheid en het vermogen tot
anticiperen op onverwachte vragen. Skills waar we aan de UHasselt veel aandacht aan besteden”, vertelt advocaat en UHasselt-praktijkdocent dr. Stijn Verbist.
FLANDERS VACCINE BOVEN DE DOOPVONT Op dinsdag 21 april lanceerde Vlaams minister Jo Vandeurzen Flanders Vaccine. Door alle expertise van kenniscentra, bedrijven en organisaties, actief in het onderzoek naar en de ontwikkeling van vaccins, samen te brengen in één innovatieplatform hoopt hij de vaccinontwikkeling in Vlaanderen te versnellen en te verbeteren.
In Flanders Vaccine brengen VAXINFECTIO (UAntwerpen), PROVAXS (UGent), FlandersBio, BioMARIC en BIOMED & LifeTechLimburg hun kennis en knowhow samen, om zo innovatie op het vlak van vaccinontwikkeling (verder) te stimuleren. “Het vormen van zo’n multidisciplinair netwerk van kennis- en onderzoekscentra, farma- en biotechnologiebedrijven laat ons toe om sneller en efficiënter in te spelen op trends en ontwikkelingen”, zegt projectcoördinator Wendy Hansen.
22
“BIOMED en LifeTechLimburg steunen Flanders Vaccine ten volle en zetten middelen in omdat het platform een belangrijke bouwsteen kan worden in het ecosysteem rond de Limburgse
LifeSciences en HealthCare”, aldus prof. dr. Piet Stinissen, voorzitter van LifeTechLimburg. Flanders Vaccine wordt gecoördineerd door LifeTechLimburg en opereert vanuit BioVille.
UHASSELT IN ACTION
GASTCOLLEGES MAGGIE DE BLOCK EN JO VANDEURZEN OVER GEZONDHEIDSBELEID
Op 24 april startte aan de UHasselt een reeks van vijf gastcolleges over het welzijns- en gezondheidsbeleid in Vlaanderen en België. Onder meer Jo Vandeurzen en Maggie De Block lieten hun licht schijnen over de (financiële) uitdagingen voor de welzijns- en zorgsector. De lezingenreeks kaderde in het vak Gezondheidsbeleid van prof. dr. Wim Marneffe in de masteropleiding TEW, optie beleidsmanagement. De gastcolleges, die ook openstonden voor niet-studenten, konden op heel wat belangstelling rekenen. Hoe komt het beleid in de zorgsector tot stand? Hoe wordt efficiëntie afgewogen tegen sociale, ethische en juridische principes? En wat met het evenwicht tussen besparen en investeren? Het waren maar enkele van de vele vragen die de verschillende sprekers beantwoordden.
NEREE CLAES VOORZITSTER WIT-GELE KRUIS LIMBURG UHasselt-professor Neree Claes werd op 25 maart 2015 verkozen tot voorzitter van het Wit-Gele Kruis Limburg. De UHasselt heeft al tal van wetenschappelijke projecten (zoals Vitalink en CareVille) samen met het Wit-Gele Kruis Limburg uitgevoerd. Deze nieuwe link is belangrijk voor de verdere uitbouw van het wetenschappelijk onderzoek binnen de eerstelijngezondheidszorg en de versterking van uitwisseling van expertise in beide richtingen. “Vanuit mijn professionele ervaring als huisarts en professor Eerstelijnszorg ken ik als geen ander de uitdagingen die op de thuiszorgorganisa-
tie afkomen. Daarnaast zijn mijn persoonlijke ervaringen, als huisarts en als mantelzorger, met het Wit-Gele Kruis altijd bijzonder positief geweest”, aldus prof. dr. Neree Claes. “Met mijn voorzitterschap wil ik de organisatie en haar medewerkers verder aanmoedigen tot warme kwaliteitsvolle patiëntenzorg thuis, en hen klaarstomen voor de uitdagingen die de toekomst op het vlak van (thuis)gezondheidszorg met zich meebrengt.”
23
UHASSELT IN ACTION
STUDENTEN ONTWIKKELEN REGATTA-APP UHasselt-studenten van de Mobile Health Unit ontwikkelden in de aanloop naar de Hasselt Studenten Regatta een applicatie om de supporterservaring naar een nog hoger niveau te tillen.
Via de app konden gebruikers/supporters de snelheid, positie én de hartslag van de stuurman van elke boot volgen op een groot scherm. En met een webtoepassing moesten de fans op de brug én thuis geen hartslag van de race missen. De Hasselt Studenten Regatta is al jarenlang een vaste waarde in Limburg. De roeiteams
van de Hogeschool PXL, UCCL en UHasselt bereidden zich maandenlang intensief voor op de jaarlijkse roeiwedstrijd – naar het voorbeeld van de wedstrijd tussen Oxford en Cambridge.
Dit jaar ging PXL overigens met de overwinning aan de haal, maar de UHasselt is vastbesloten om de beker volgend jaar weer terug ‘thuis’ te brengen!
WETENSCHAP ‘HEADLINER’ OP SCIENCE FESTIVAL Op 9 mei organiseerde de UHasselt haar eerste Science Festival. De 300 aanwezigen werden getrakteerd op boeiende talks, spannende workshops, zelfgemaakte filmpjes, ludieke experimenten én knotsgekke muziek. En de jongeren toonden ook zelf hun wetenschappelijk talent in de ‘Young Scientist’-wedstrijd. Voor deze eerste editie strikte de UHasselt Lieven Scheire als gastheer.
lijke interesse werd nog meer geprikkeld door talks over een nachtzwaluw die niemand ooit gezien heeft, de Aurora-expeditie van de UHasselt, de onvoorspelbaarheid van de ebola-uitbraak en het robot-tijdperk... En op de Science Fair namen de jongeren enthousiast deel aan interactieve proefjes en experimenten. De UHasselt bekroonde ook jong en creatief wetenschappelijk talent met de Young Scientist Award. Helder Clerx en Wout Goesaert (JVS Descartes Genk) sleepten de hoofdprijs in de wacht. Hun creatief, zelfgemaakt filmpje over het Archimedes-principe van zinken en drijven maakte grote indruk op de jury.
In de VS, Canada, Groot-Brittannië en Zweden zijn wetenschapsfestivals al jaren een hype. Science Festivals roepen de enthousiaste sfeer op van een muziekfestival. Alleen is niet de muziek, maar de wetenschap de headliner. “Met dit evenement wilden we jongeren – in een laagdrempelige en ongedwongen festivalsfeer – aanmoedigen om
24
hun ontluikende interesse in wetenschap met elkaar te delen”, aldus prof. dr. Karin Coninx, decaan van de faculteit Wetenschappen. PRIKKELS, INSPIRATIE, FUN Jonge wetenschappers voelden zich als een kind in een snoepwinkel op deze eerste editie van UHasselt Science Festival. Hun wetenschappe-
UHASSELT IN ACTION
GENDER SEMINAR VOOR JONGE ONDERZOEKERS
Met haar tweede Gender Seminar wou de Doctoral School of Behavioral Sciences and Humanities jonge doctorandi, postdoctorale onderzoekers en professoren een breder inzicht geven in de struikelblokken waar vrouwelijke onderzoekers vandaag nog tegenaan lopen én hen inspireren met boeiende getuigenissen. Met haar Genderbeleidsplan plaatst de UHasselt de ongelijke verdeling van vrouwen in de academische wereld hoog op de agenda. Want vrouwen hebben in de academische wereld dan wel al een hele weg afgelegd, de ondervertegenwoordiging – zeker bovenaan de academische ladder – blijft groot. Drie sprekers benaderden het topic tijdens het Gender Seminar elk vanuit een verschillende invalshoek. UHasseltprofessor Patrizia Zanoni schetste niet alleen de huidige situatie aan de UHasselt, maar stond ook uitgebreid stil bij de manier waarop vrouwelijke en mannelijke onderzoekers hun academische carrière ervaren. Professor Conny Aerts (KU Leuven) inspireerde de vijftig aanwezigen met haar persoonlijke getuigenis en ging daarnaast in op het lovenswaardige genderbeleid van de European Research Council (ERC). Professor Susanne Burri (Universiteit Utrecht) ten slotte zoomde in op de Europese wetgeving rond maatregelen ter bevordering van het genderevenwicht in de academische wereld.
UHASSELT OP BIENNALE VAN HAVANA Koen Vanmechelen was één van de centrale kunstenaars op de Biënnale van Havana. Hij bracht – via zijn project Cosmopolitan Chicken – de ‘uitgestorven’ Cubalaya-kip terug naar het eiland. Bovenop het kippenproject presenteerde de eredoctor van de UHasselt de installatie Arena de Evolución – Library of Collected Knowledge waaraan ook de UHasselt meewerkte.
Met Arena de Evolución – Library of Collected Knowledge introduceerde Vanmechelen meer dan veertig denkers, experten en wetenschappers uit zeven landen. De workshops van o.a. UHasselt-professoren Willem Ombelet, Piet Stinissen en Niels Hellings en eredoctoren Ignace Schops en Jean-Jacques Cassiman, waren het sluitstuk van diverse projecten en arena’s waarin een brug werd geslagen tussen wetenschap en kunst. Tijdens het bezoek legde de UHasseltdelegatie ook contacten voor de uitbouw van wetenschappelijke samenwerking tussen de UHasselt en wetenschappelijke instellingen in Cuba, waaronder het Centrum voor Moleculaire Immunologie in Havana.
25
UHASSELT IN ACTION
KANKERVERWEKKENDE STOFFEN OPSPOREN VIA… PLATWORMEN UHasselt-doctoranda An-Sofie Stevens ontwikkelde een snelle en goedkope test om kankerverwekkende stoffen op te sporen. In plaats van knaagdieren in te zetten, maakt ze gebruik van platwormen. “Deze methode is niet alleen sneller en goedkoper. We hopen er ook het gebruik van proefdieren sterk mee terug te dringen”, aldus prof. dr. Karen Smeets, promotor van het doctoraatsonderzoek.
“Vandaag worden ratten en muizen vaak twee jaar lang blootgesteld aan schadelijke stoffen om kankerverwekkende stoffen op te sporen. Voor een test op één schadelijke stof zijn er soms wel 1.000 dieren nodig en die methode staat – om ethische redenen – zwaar onder druk”, legt Stevens uit. Dankzij de nieuwe test (die ze samen met UGent-onderzoeker Maxime Willems ontwikkelde) kunnen deze knaagdiertesten snel afgebouwd worden. “We houden de platwormen in hun natuurlijke omgeving en voegen een schadelijke stof toe. Met kleuringen en andere technieken gaan we vervolgens na hoe de stamcellen van de diertjes reageren.” “Met deze nieuwe test onderzochten we de schadelijke stoffen die het DNA van een organisme zowel direct als indirect aantasten. En we konden beide groepen detecteren. Op dit vlak scoren we dus heel goed in vergelijking met de bestaande alternatieve testen. De komende maanden volgt de uitdaging om nog moeilijker detecteerbare schadelijke stoffen te testen op de platwormentest.”
BROCHURE VOOR RIJINSTRUCTEURS MOET PERSONEN MET AUTISME BETER LEREN AUTORIJDEN UHasselt-onderzoekers van het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) en het Rehabilitation Research Center (REVAL-BIOMED) hebben een brochure ontwikkeld die rijinstructeurs tips aanreikt om mensen met autisme beter te leren autorijden. “Jongeren met autisme verwerken informatie op een andere manier, het leerproces verloopt dus anders. Het is dan ook belangrijk dat rijinstructeurs hun manier van lesgeven hieraan
26
aanpassen”, zeggen de onderzoekers. De brochure maakt deel uit van het Yes I Drive-project, dat het rijgedrag van jongeren met autisme onderzoekt en het leren rijden wil bevorderen. Het project wordt
gesteund door het Fonds ICT Community for Autism Spectrum Disorder van de Koning Boudewijn Stichting.
Universiteitsfonds w w w. u h a s s e l t . b e / u n i v e r s i t e i t s f o n d s Ook jouw schenking, gift of legaat maakt het verschil. Innovatief onderwijs, toponderzoek, het universitair patrimonium. Bepaal mee de toekomst van onze universiteit.
Wenst u meer informatie over het Universiteitsfonds UHasselt bel gerust naar 011 26 90 62 of stel uw vraag via e-mail
[email protected]
27
UHASSELT AURORA EXPEDITION
DE WETENSCHAP
Het noorderlicht is zonder twijfel één van de spectaculairste natuurverschijnselen op onze planeet. De aurora borealis zien én ervaren, is dan ook een droom van velen. “Maar de UHasselt-studenten uit het derde bachelorjaar fysica gingen in Zweden niet op zoek naar een bijna-spirituele ervaring”, zeggen professor Milos Nesladek en student Pieter Maesen. “Wij waren geïnteresseerd in de wetenschap achter de magie.”
“Toen professor Jean Manca een paar jaar geleden in het Noorse Trondheim onverwacht het noorderlicht zag, was hij zwaar onder de indruk. Hij vond dat onze studenten fysica dat ook zouden moeten kunnen zien en ervaren”, zegt professor Nesladek. “En het paste bovendien perfect binnen het kader van het vak fotonica (dat zich bezighoudt met de wisselwerking tussen licht en elektronen, red.). Zo is het idee voor de UHasselt Aurora Expedition ontstaan. Dit jaar trokken we voor de derde keer naar het Hoge Noorden om de aurora borealis te kunnen aanschouwen en bestuderen.” Die UHasselt Aurora Expedition is véél meer dan gewoon op een vliegtuig stappen en als
28
aurora-hunter het natuurfenomeen najagen. Student Pieter Maesen: “Een heel jaar lang bereidden we deze wetenschappelijke expeditie nauwgezet voor. We ontwikkelden zelf meetinstrumenten die veranderingen in het magnetische veld konden detecteren en een sterke aurora borealis konden voorspellen. En we combineerden de missie met bezoeken aan gerenommeerde onderzoeksinstituten als het Abisko Aurora Skystation en het Instituut voor Ruimtefysica in Kiruna.” Bij het ontwikkelen van die meetinstrumenten moesten de studenten niet helemaal vanaf nul beginnen. “We konden dankbaar gebruikmaken van de ervaring en expertise van onze voorgangers om de bestaande instrumenten verder te ver-
fijnen. We zorgden er ook voor dat het device ons automatisch een sms’je verstuurde, zodra er een grote verandering in het magnetisch veld werd waargenomen. We wilden absoluut vermijden dat we dat noorderlicht nét zouden missen omdat we op dat moment aan het slapen waren.”
WITTE WAAS Of ze de aurora borealis ook effectief gezien hebben? “Ja, en wel op de eerste dag”, zegt Pieter Maesen. “Maar, eerlijk gezegd, was het een stuk minder overweldigend dan ik verwacht had. We hadden onze meetapparatuur nog niet opgesteld en gingen gewoon
OVER DE GRENZEN
ACHTER MAGIE
DE FYSICA ACHTER HET AURORALICHT een eindje buiten Kiruna de hemel afspeuren. Aanvankelijk dacht ik dat de witte waas aan de hemel de Melkweg was, maar geleidelijk aan werd die steeds intenser en kleurde de lucht groen. Het was een mooi schouwspel, maar het noorderlicht was zwak. Op de foto’s ziet het er eigenlijk spectaculairder uit dan op het moment zelf. De camera registreert het licht immers nog intenser.” “Het was inderdaad een heel zwak noorderlicht”, beaamt professor Milos Nesladek. “We hoopten dat we de dagen nadien nog getuige zouden zijn van een fellere aurora. Abisko en Kiruna zijn immers de allerbeste plaatsen om het noorderlicht te spotten. Het verschijnt daar►
Het noorderlicht ontstaat door uitbarstingen van de zon, waarbij er grote hoeveelheden geladen deeltjes het heelal in geslingerd worden. Het aardmagnetisch veld beschermt ons tegen een overdosis aan dergelijke deeltjes, maar in de buurt van de Noordpool buigt die deeltjesstroom af en dringt ze met verhoogde snelheid de atmosfeer binnen.
De deeltjes bevatten immens veel energie die in de bovenste kilometers van de atmosfeer wordt overgedragen op zuurstof- en stikstofatomen. De energie die daarbij vrijkomt, wordt op honderden kilometers hoogte uitgestraald in de vorm van het kleurrijke poollicht. Hoe sterker de zonnewind, hoe
meer het beschermende magneetveld rond de aarde kan verstoord worden, en hoe meer deeltjes kunnen binnendringen in onze atmosfeer. Met hun zelfgebouwde magnetometers konden de UHasselt-studenten meten wanneer het magneetveld van de aarde verstoord wordt door de zonnewind.
29
OVER DE GRENZEN
zo frequent… Maar we hebben echt pech gehad met het weer. Dát heb je natuurlijk niet in de hand.”
ONTDEKKINGSREIS “En toch was deze expeditie echt een onvergetelijke ervaring”, zegt Pieter Maesen. “Mijn fascinatie voor fysica is er alleen maar door gegroeid. Ik begrijp het principe achter het noorderlicht ook veel beter. Aan de universiteit voeren we heel wat metingen uit die cijfermatige resultaten genereren, maar als je met je eigen ogen kan zien waarvoor die cijfers staan, dan is dat toch nog wat anders. Bovendien maakte de omgeving veel indruk op mij. Dat prachtige sneeuwlandschap en de heldere hemel die nog niet bezoedeld is door luchtpollutie: ik vond het ronduit adembenemend. En het bezoek aan het Instituut voor Ruimtefysica, dat de natuurkundige processen achter het poollicht bestudeert, inspireerde enorm. Dat instituut lanceert ook open calls voor studenten. Het team dat het beste voorstel indient, krijgt dan de kans om er zijn onderzoek in de praktijk te brengen. Dat lijkt me fantastisch.” Milos Nesladek: “Expeditie Aurora was een wetenschappelijke ontdekkingsreis. Een druk programma dat amper in tijd voorzag om te slapen, maar waarbij inspirerende indrukken en ontmoetingen met gepassioneerde, internationale wetenschappers elkaar in ijltempo opvolgden. De meetinstrumenten waren dit jaar van bijzonder hoge kwaliteit. En de studenten waren bijzonder ambitieus. Als wetenschapper heb je dit soort ontdekkingstochten nodig. Het motiveert om grenzen te blijven verleggen.”■
Milos Nesladek samen met student Pieter Maesen: “Expeditie Aurora was een ontdekkingsreis.”
30
INTERNATIONALISERING
DE WERELD @ UHASSELT
31
INTERNATIONALISERING
De wereld is een dorp. Onderwijs en onderzoek stoppen niet aan de landsgrenzen. En de UHasselt brengt de wereld naar haar campussen. werken in Hasselt en Diepenbeek aan hun onderzoek. 147 onderzoekers uit 48 landen verrichten aan onze universiteit hun researchactiviteiten. 30 internationale docenten delen hun expertise met onze studenten. En 98 buitenlandse uitwisselingsstudenten snuiven de Limburgse studentenlucht op. Wie zijn ze? Wat doen ze hier? En wat vinden ze van de UHasselt, Limburg en België?
PORTUGAL JOSE GOUVEIA HENRIQUES (POSTDOC BOUWKUNDE) “Ik ben pas in februari gestart aan de UHasselt, maar toch is dit niet mijn eerste kennismaking met België. Voor ik in Portugal mijn doctoraatonderzoek afrondde, werkte ik twee jaar lang als onderzoeker aan de universiteit van Luik. Daar heb ik ook mijn Belgische vrouw leren kennen. De UHasselt-vacature voor een postdoctoraal onderzoeker Bouwkunde trok meteen mijn aandacht. Dat mijn onderzoeksgroep nog zo jong is, maakte de jobaanbieding alleen maar interessanter. Mijn onderzoek gaat hier niet op in de massa. Ik kan mijn stempel drukken en mee de krijtlijnen uitzetten voor het toekomstige onderzoeksbeleid. Dat is erg motiverend.”
“Zowel in Luik en Hasselt als in Portugal werkte ik aan Europese projecten. De job an sich verschilt dus niet zo veel, maar Belgen – en WestEuropeanen – pakken de dingen wel anders en efficiënter aan. Hier wordt maar weinig tijd verspild.” “De UHasselt is een fijne werksetting. Jong, dynamisch en familiaal. Nadat dit Europese project is afgerond, hoop ik dat zich hier een nieuwe kans aanbiedt. Al mis ik het zonlicht en het lekkere eten uit mijn thuisland, ik hoop dat mijn toekomst in België ligt.”
RUSLAND YELENA GORDEEVA (DOCTORANDA MILIEURECHT, FACULTEIT RECHTEN) “Op gebied van milieurecht hinken we in Rusland wat achterop. Vier jaar lang in België aan mijn onderzoek kunnen werken, was voor mij dan ook een droom die in vervulling ging. Door niet alleen in Hasselt te werken maar er ook te wonen, ondervind ik persoonlijk hoe milieu hier tot in het openbare leven is doorgedrongen. Vuilnis sorteren, energiebewust verwarmen en je verplaatsen met de fiets: voor jullie is het een evidentie. Voor mij een eyeopener. Een bewijs dat het anders kan. Ik ben ervan overtuigd dat ik met al die ervaring en inzichten straks thuis
32
in Rusland een verschil zal kunnen maken.” “Hoewel ik de eerste internationale onderzoeker was in de faculteit Rechten, ben ik hier fantastisch opgevangen. Maar als moeder van twee kleine kinderen mis ik mijn familie in Rusland enorm. De voorbije jaren pendelde ik haast continu tussen Rusland en België. De co-organisatie van een congres over internationaal en Russisch milieurecht in Kirov en Moskou was tot nu toe een absoluut hoogtepunt.”
INTERNATIONALISERING
VERENIGDE STATEN JORDAN ESPENSHADE (DOCTORANDA BIJ CMK) “Forensisch onderzoek in CSI-stijl: dat sprak als tiener tot mijn verbeelding. En die droom kwam uit. Na mijn studies in Pennsylvania kon ik meteen als forensisch onderzoeker in een labo aan de slag. Daar werd mijn fascinatie voor DNA-onderzoek en microbiologie geprikkeld en ik besefte al snel: Dit is waar ik écht verder in wil gaan. In Amerika vond ik niet meteen een job die in dat plaatje paste, maar toen mijn Nederlandse collega mij attent maakte op een positie als doctoraatsonderzoeker aan de UHasselt, heb ik geen seconde getwijfeld.” “Het onderzoek waaraan ik werk, is waanzinnig interessant. In amper een jaar tijd ben ik professioneel enorm gegroeid en heb ik een hechte vriendengroep. Hasselt is een fijne stad: leuke restaurantjes en winkeltjes, gezellige, geplaveide straatjes... Ik voel me hier intussen echt thuis en ben van België en zijn bewoners beginnen te houden. Misschien nog meer dan jullie zelf, want Belgen zijn zó bescheiden en nederig. Of ik na mijn vier jaar weer terug naar Pennsylvania ga? Dat weet ik niet. Deze erva-
ring koester ik voor de rest van mijn leven en ik ben ervan overtuigd dat er na mijn doctoraat
wel weer andere deuren voor mij opengaan. Hier, elders in Europa of in Amerika.”
TANZANIA JOY EMANUEL (MASTERSTUDENTE ARCHITECTUUR – RESEARCH BY DESIGN) “In Tanzania schieten hotels en andere vakantie-accommodaties als paddenstoelen uit de grond, maar ons systeem van ruimtelijke ordening faalt. Hoe kan je met respect voor de omgeving het toerisme – als een inkomsten genererende activiteit – naar een hoger niveau tillen? In het kader van een VLIR-UOS-Zuidinitiatief werkt de UHasselt, samen met mijn thuisuniversiteit, aan een masterplan voor de verdere ontwikkeling van de kuststrook van Dar Es Salaam.” “In het kader van dat project studeer ik een jaar lang aan de UHasselt. Mijn werkgroep focust op de ontwikkeling van een groene long in die kuststrook. Daarbij proberen we die groene zone een zinvolle functie te geven voor de lokale community. Een klein project dat grote impact kan hebben en andere toeristische zones in mijn thuisland kan inspireren.” “Mijn verblijf in België is een onvergetelijke ervaring. Een echte eyeopener. Het heeft van mij een betere architect gemaakt. Studeren is hier
zoveel meer dan passieve kennisoverdracht. Je komt in contact met architectuur in zijn breedste vorm en gaat met die nieuwe inzichten meteen praktisch aan de slag. De inten-
sieve interactie met de Belgische studenten is bijzonder prettig. In de werkgroepen leren we continu van elkaar. Dat inspireert.”
33
INTERNATIONALISERING
VIETNAM DUC-QUANG HOANG (DOCTORANDUS BIJ IMO-IMOMEC) “Ik bracht al een derde van mijn leven in het buitenland door, in uiteenlopende onderzoeksinstituten in Azië en Europa. Intussen werk ik al drie jaar aan mijn doctoraat in de Wide Bandgap Materials-onderzoeksgroep van professor Ken Haenen. Volgend jaar zou mijn doctoraatsonderzoek moeten afgerond zijn en dan keer ik hopelijk weer terug naar Vietnam.” “Imo-imomec beschikt over topexpertise in mijn onderzoeksdomein. Mijn verblijf aan de UHasselt betekent voor mij dan ook een belangrijke wetenschappelijke meerwaarde. Het leidde al tot interessante resultaten die werden voorgesteld op nationale en internationale congressen en die werden opgenomen in diverse wetenschappelijke tijdschriften. Die successen zullen mij thuis geen windeieren leggen.” “De voorbije drie jaar ben ik van de UHasselt en België gaan houden. Bij imo-imomec hangt een bruisende, dynamische, internationale sfeer. En Hasselt ligt ook echt in het centrum van Europa, op een boogscheut van Duitsland, Nederland en Frankrijk. Dat creëert oneindige kansen.”
GAZA MOHAMMED DEYAZADA (DOCTORANDUS INDUSTRIEEL INGENIEUR, BOUWKUNDE) “Ik ben in Gaza opgegroeid, maar volgde een masteropleiding in Maleisië. Een doctoraatsonderzoek in mijn thuisland was niet meteen een optie, dus kandideerde ik voor PhD-posi-
ties in Zweden, Noorwegen en België. In deze landen was het aangenaam om te leven en te werken, was mij verteld. En dat kan ik alleen maar beamen. In Gaza hebben we amper toe-
gang tot basisvoorzieningen zoals elektriciteit en water. De levensomstandigheden kan je gewoonweg niet vergelijken. Ik heb geluk gehad dat mijn visum in drie dagen in orde was. Een week nadat ik hier arriveerde, sloten de grenzen voor drie maanden. Via internet kan ik gelukkig contact houden met mijn familie.” “Ik werk aan de UHasselt in een aangename, multiculturele onderzoeksgroep. Iedereen helpt elkaar waar het kan en je wordt hier als doctorandus fantastisch omkaderd. Heb je nood aan een extra opleiding? Of wil je onderzoeksinfrastructuur gebruiken die aan de UHasselt niet voorhanden is? Dan kan je terugvallen op de sterke banden met andere Vlaamse, Nederlandse, Duitse of Franse universiteiten. En ook de sterke link tussen de industrie en het academisch onderzoek bevalt mij. Hier is de universiteit – anders dan in Maleisië – geen eiland, maar wordt er écht iets met wetenschappelijk onderzoek gedaan.”
34
INTERNATIONALISERING
INDIA SUPRAJA SANHORAN (DOCTORANDA BIJ EDM) “Toen mijn Indiase echtgenoot als onderzoeker bij IMEC aan de slag kon, zocht ik ook voor mezelf naar onderzoeksopportuniteiten in België. Bij EDM (Expertisecentrum voor Digitale Media) vond ik een positie die perfect paste bij mijn expertise en interesses. En ik had nergens beter kunnen terechtkomen.” “EDM is een bijzonder stimulerende onderzoeksomgeving, waar je veel steun en kansen krijgt van collega’s en professoren. Met mijn promotor bespreek ik bijna dagelijks nieuwe ideeën bij een kop koffie. Die hechte, informele groepssfeer leidt niet alleen tot schitterende onderzoeksresultaten, maar maakt ook dat ik mij aan de UHasselt echt thuis voel.” “De internationale community aan de UHasselt bruist! Via de doctoral schools leer je veel nieuwe onderzoekers kennen. En met alle events die er georganiseerd worden op de campussen krijgt eenzaamheid geen kans. Hasselt is bovendien een schitterende plek om te wonen. Een rustige, propere stad met veel verse lucht
en een aangenaam klimaat. Als kind vervloekte ik de hete Indiase zomers en droomde ik van een mega-airco die ze boven de stad konden
hangen. Toen ik hier aankwam, heb ik mijn mama meteen gebeld: Die airco waar ik altijd van droomde? Hij hangt boven Hasselt.”
MEXICO GUSTAVO ROVELO RUIZ (POSTDOC BIJ EDM) “Ik leerde EDM (Expertisecentrum voor Digitale Media) kennen toen ik in Valencia aan mijn doctoraat werkte. Omdat hun expertise een meerwaarde betekende voor mijn onderzoek, liep ik een paar maanden stage aan de UHasselt. Een schitterende ervaring in een stimulerende onderzoekssetting. En dat smaakte naar meer. Toen zich hier anderhalf jaar geleden een kans voordeed, heb ik die met beide handen gegrepen.” “De dynamiek die bij EDM heerst, is onbeschrijflijk. Knowledge-sharing is hier geen hol begrip. Hier vind je geen individuele onderzoekers, maar écht onderzoeksgroepen waarin
iedereen elkaar continu inspireert en motiveert. Samen zetten we mooie stappen vooruit.” Binnen een paar maanden loopt mijn contract af. Ik hoop dat de nieuwe projectaanvragen die we ingediend hebben, aanvaard worden en dat ik nog een tijdje aan de UHasselt kan blijven. Want ik houd van het gezellige karakter van de UHasselt. En ik houd van Hasselt, waar alles wat je nodig hebt – anders dan in Mexicaanse steden – op wandelafstand bereikbaar is. Ik houd zelfs van het Belgische weer. Maar waar ik ook terechtkom, die positieve vibe en de teamspirit die ik heb ervaren, neem ik sowieso mee naar mijn volgende werkomgeving.”
35
PATIËNTVEILIGHEID
DOMINIQUE VANDIJCK EN KRISTEL MARQUET OVER PATIËNTVEILIGHEID
VERMIJD HET VERMIJDBARE Elk jaar zijn er in onze ziekenhuizen méér vermijdbare overlijdens te betreuren dan er slachtoffers vallen in het verkeer. “Vandaag leveren Vlaamse ziekenhuizen enorme inspanningen om de kwaliteit – en dus ook de patiëntveiligheid – naar een hoger niveau te tillen”, zeggen prof. dr. Dominique Vandijck en dr. Kristel Marquet van de UHasselt. “Dat is ook nodig, want het kan – en het moet – nog een stuk beter.”
De aandacht voor patiëntveiligheid is nog relatief nieuw. Waar komt dat nieuwe bewustzijn vandaan? Dominique Vandijck: “Toen het rapport To Err is Human zo’n vijftien jaar geleden aantoonde dat er elk jaar bijna 100.000 vermijdbare overlijdens plaatsvonden in Amerikaanse ziekenhuizen, deed dat de zorgsector wereldwijd op zijn grondvesten daveren. De studie vond internationaal ruime weerklank bij zorginstellingen, zorgverstrekkers en beleidsmakers, en het zette Patiëntveiligheid – terecht – als een belangrijk issue op de agenda. In Vlaanderen genieten we van een goede gezondheidszorg, maar ook wij ontspringen de dans niet. Er is nog heel wat ruimte voor verbetering, en investeren in meer en betere patiëntveiligheid loont: zowel op maatschappelijk en menselijk vlak, maar ook economisch. We moeten van patiëntveiligheid dan ook een prioriteit maken om het tij te keren.” Een betere patiëntveiligheid: hoe begin je daaraan? Dominique Vandijck: “Voor je de patiëntveiligheid in onze ziekenhuizen kan verbeteren, moet je eerst de huidige situatie in kaart brengen. Om hoeveel incidenten gaat het precies? En waarom, waar en hoe loopt het vaak mis? Dat moet je inventariseren vooraleer je concrete stappen kan ondernemen om die patientveiligheid te bevorderen. In België zijn we misschien dan wel wereldkampioen in het verzamelen van data, maar we beschikken – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland – op dit moment nog te weinig over de juiste cijfers
36
om in die grote complexiteit van patiëntveiligheid juiste en gefundeerde analyses te kunnen maken. Op dit terrein heeft Kristel met haar doctoraatsonderzoek echt pionierswerk verricht. Het was de eerste keer in België dat er een grootschalig onderzoek naar vermijdbare incidenten werd uitgevoerd.” Wat toonde dat onderzoek concreet aan? Kristel Marquet: “Zes maanden lang gingen we in zes verschillende Limburgse ziekenhuizen na hoeveel patiënten tijdens hun verblijf in het ziekenhuis ongepland werden opgenomen op intensieve zorgen. We bekeken ook hoeveel patiënten er tijdens hun hospitalisatie geconfronteerd werden met een levensbedreigende situatie waarvoor de interne MUG moest opgeroepen worden. Daarbij onderzochten we met een multidisciplinair team – een arts, klinisch apotheker en een verpleegkundige – de precieze oorzaak. Ging het om een onvermijdbare verwikkeling? Of was het toch een vermijdbaar incident? De helft van de ongeplande opnames op intensieve zorgen of tussenkomsten van de interne MUG bleek gerelateerd te zijn aan een incident, zoals het niet of niet correct toedienen van medicatie. En de helft van deze ongeplande incidenten bleek vermijdbaar.” Dominique Vandijck: “En dit is geen louter Limburgs verhaal. De resultaten van dit onderzoek liggen in de lijn van andere Europese studies, en er zijn vele argumenten die ons doen aannemen dat de situatie elders in Vlaanderen niet verschilt van de Limburgse context.”
PATIËNTVEILIGHEID
37
PATIËNTVEILIGHEID
VERANTWOORDELIJKHEID Hoe belangrijk is dit onderzoek om de patiëntveiligheid in onze ziekenhuizen te verbeteren? Kristel Marquet: “Door deelname aan dit onderzoek tonen de Limburgse ziekenhuizen hun verantwoordelijkheid en voortrekkersrol op vlak van kwaliteitsverbetering. Op basis van dit onderzoek heeft elk ziekenhuis meteen heel gerichte verbeteracties opgezet. Deze richten zich vooral op medicatietoediening, het herkennen van achteruitgang van de gezondheidstoestand van de patiënt, de communicatie tussen zorgverleners en het gebruiken en implementeren van zorgrichtlijnen.” Dominique Vandijck: “Dit onderzoek zet de noodzaak voor de ontwikkeling van va-
lide kwaliteitsindicatoren en parameters extra kracht bij. Daar heeft de sector nood aan, om hun werknemers blijvend te motiveren en te sensibiliseren om van patiëntveiligheid een prioriteit te maken. Ze hebben indicatoren nodig om objectief te kunnen aantonen dat de initiatieven die ze vandaag op touw zetten, en die vaak aanzienlijke investeringen en energie vereisen, ook effectief leiden tot betere resultaten. Maar ook om publieke verantwoording af te leggen. Transparantie bevordert de kwaliteit van zorg.
ziekenhuisaccreditaties, het nieuwe toezichtsmodel van de Vlaamse overheid en het Vlaams Indicatoren Project voor Patiënten en Professionals (VIP2) waaraan wij vanuit de UHasselt ook actief participeren, dragen bij tot een positieve en geïntegreerde dynamiek. De ziekenhuizen leveren vandaag bewonderenswaardige inspanningen om aan die patiëntveiligheid een goede invulling te geven. Maar dat is ook nodig. En een patiëntveilige zorg is niet alleen een uitdaging voor de zorgprofessionals. Het moet ook een hogere bestuurlijke prioriteit krijgen.”
Besteden de Vlaamse ziekenhuizen op dit moment voldoende aandacht aan patiëntveiligheid? Dominique Vandijck: “Op dit moment zijn er heel wat bemoedigende initiatieven rond het bevorderen van de patiëntveiligheid. Ook de
Aan wie of wat denken jullie dan? Dominique Vandijck: “Eigenlijk zou elk ziekenhuis een directeur Kwaliteitszorg en Patiëntveiligheid moeten aanstellen. Op elk directiecomité en elke Raad van Bestuur zou het een agendapunt moeten zijn. En ook in onze opleidingen voor zorgprofessionals moeten we nóg meer aandacht besteden aan deze thematiek. Het belang van sensibilisering en educatie mag in deze context immers niet onderschat worden. Ook vanuit de UHasselt trachten we daar via het onderwijs, bijscholingsactiviteiten en het organiseren van symposia een bijdrage aan te leveren.”
VERBETERACTIES In jullie onderzoek hebben jullie het consequent over “vermijdbare incidenten” in plaats van over “medische fouten”. Is dat een bewuste keuze? Dominique Vandijck: “Absoluut. Vandaag wijzen we nog te vaak naar individuen die ‘fouten’ maken. Dan denken we meteen aan ‘schuld’, ‘verantwoordelijkheid’ en ‘juridische causaliteit’. Wij gaan er graag van uit dat wanneer er zich een vermijdbaar incident voordoet, het hele patiëntveiligheidssysteem heeft gefaald. Fouten worden immers niet gemaakt door ‘slechte’ artsen. Ze worden gemaakt door goede artsen die het goede proberen te doen voor hun patiënten. Maar artsen zijn mensen. En mensen maken fouten. Het is de hele ziekenhuisomgeving, het systeem zelf, dat ervoor moet zorgen dat die fouten vermeden kunnen worden.” Kristel Marquet: “Als een verpleegkundige een patiënt foute medicatie toedient omdat het patiëntendossier onvolledig en niet geïntegreerd is, is het niet de vraag wie een fout gemaakt heeft, wél hoe het komt dat het systeem faalt. De verbeteracties die we geformuleerd hebben, zijn systeem-verbeteracties. Acties die ervoor moeten zorgen dat bijvoorbeeld de medische informatiedoorstroming ►
38
PATIËNTVEILIGHEID
UHASSELT BOUWT MEE AAN VEILIGE ZORG Kwaliteitsvolle zorg? Dat is zorg die patiëntgestuurd is, effectief, efficiënt, tijdig, toegankelijk, betaalbaar, continu, geïntegreerd en veilig. En daar zet de onderzoeksgroep Patiëntveiligheid, Gezondheidseconomie en Zorginnovatie van de UHasselt graag mee de schouders onder. De universiteit neemt niet alleen heel wat initiatieven om de huidige kwaliteit van de gezondheidszorg beter in kaart te brengen. Ze reikt ook oplossingen aan en organiseert opleidingen om zorgprofessionals beter te wapenen tegen de uitdagingen waarvoor ze staan.
KWALITEIT METEN Het verbeteren van patiëntveiligheid begint met het meten van vermijdbare incidenten. Maar die data waren tot nu toe in België nog niet voorhanden. Met haar doctoraatsonderzoek verrichtte dr. Kristel Marquet pionierswerk op dit terrein. Een multidisciplinair team onderzocht gedurende 18 maanden 830 dossiers van patiënten met een ongeplande opname op intensieve zorgen of tussenkomsten van de interne MUG. Daaruit bleek dat één op vier ongeplande opnames op intensieve zorgen vermeden kan worden. De studie werd intussen gepubliceerd in Critical Care Medicine, één van de meest vooraanstaande tijdschriften ter wereld voor intensieve zorgen geneeskunde.
OPLOSSINGEN AANREIKEN Als operatieteams in ziekenhuizen bij elke ingreep een checklist met 22 vragen overlopen, zal het aantal complicaties ten gevolge van chirurgische ingrepen met de helft dalen. De resultaten van de UHasselt-studie verschenen in het befaamde tijdschrift British Journal of Surgery. Een overtuigend wetenschappelijk bewijs, zo vond de WHO die het onderzoek als referentiestudie gebruikt. En ook de Vlaamse overheid ging met de resultaten aan de slag en verplichtte de ziekenhuizen om de checklist te implementeren.
BETER OPLEIDEN EN SENSIBILISEREN Wat betekent patiëntveiligheid concreet voor een zorgorganisatie? Hoe kunnen ze de kans op vermijdbare incidenten verkleinen? Welke acties maken het verschil? En hoe implementeer je die acties op een sluitende manier in een organisatie? In dat proces wil de UHasselt zorgverleners en zorgorganisaties begeleiden. Via de Trefdag Patiëntveiligheid en het nieuwe, unieke postgraduaat Patiëntveiligheid reikt de onderzoeksgroep Patiëntveiligheid, Gezondheidseconomie en Zorginnovatie – in samenwerking met de UHasselt School of Expert Education (SEE) – beleidsmakers en zorgprofessionals heel concrete handvaten aan waar ze meteen mee aan de slag kunnen.
39
“ Limburgse ziekenhuizen spelen een voortrekkersrol op vlak van kwaliteitsverbetering.”
tussen verschillende zorgprofessionals beter kan verlopen. Als je die problematiek grondig wil aanpakken, reikt dat trouwens veel verder dan de ziekenhuizen alleen. Ook andere zorgprofessionals, zoals huisartsen en thuiszorg, hebben hierin een rol te spelen.” Dominique Vandijck: “Als we echt een patientveiligere zorg willen realiseren, moeten we investeren in een dynamische verbetercultuur waarin zorgprofessionals niet bang zijn om een incident – of zelfs een bijna-incident – te melden. Enkel wanneer we incidenten inventariseren en analyseren, kunnen we gerichte acties uitwerken om stappen vooruit te zetten. Het is geen schande dat de zorg beter kan, het is wél een schande om niets te ondernemen ter verbetering. We moeten ook verder durven kijken dan onze ziekenhuizen en de hele organisatie van ons zorgsysteem durven herdenken. De tijd van hokjesdenken is voorbij. Alles is met mekaar verweven. Bovendien moeten ook de
40
huidige financieringsmechanismen herdacht worden, want die financiering is op dit moment nog te veel kwantitatief gedreven. Als je ziekenhuizen en zorgprofessionals wil motiveren om ernstig te investeren in patiëntveiligheid, moet je kwaliteit ook structureel verankeren in die financiering.”■
Dominique Vandijck is professor Zorginnovatie en Gezondheidseconomie aan de UHasselt. Hij is – als gezondheidsexpert – nauw betrokken bij o.m. de ontwikkelingsgroepen en wetenschappelijke adviesraad van het Vlaamse Indicatoren Project voor Professionals en Patiënten (VIP2) en maakt deel uit van de werkgroep ‘Quality & Finance’ van ICURO/Zorgnet Vlaanderen. In deze context publiceerde hij recent Kwaliteit structureel en duurzaam verankeren in de ziekenhuisfinanciering, een boek met aanbevelingen voor de nieuwe ziekenhuisfinanciering. Kristel Marquet doctoreerde aan de UHasselt met onderzoek naar vermijdbare incidenten in Vlaamse ziekenhuizen. Vandaag vertaalt ze – als coördinator van de dienst Kwaliteit en Patiëntveiligheid in het Jessa Ziekenhuis – de inzichten uit haar doctoraat in concrete actieplannen voor de ziekenhuispraktijk.
- Levenslang leren aan de UHas selt -
Zal ‘afstuderen’ in 2020 nog in Van Dale staan?
NIEUW IN ONS AANBOD
Patient Safety
Cleantech Management
Familiale Opvolging
Spring mee op de trein van de innovatie, en ontdek het brede en boeiende aanbod van de School of Expert Education op www.uhasselt.be/SEE.
SEE laat mensen en bedrijven groeien. SCHOOL OF EXPERT EDUCATION
41
FEESTEN, ZINGEN, LOPEN De UHasselt leeft! En in Hasselt en Diepenbeek valt er altijd wel wat te beleven. Zeker in de lente volgen de (studentikoze) evenementen elkaar in ijltempo op.
De praesesverkiezingen brachten kleur en ambiance op onze campussen. Op Boterhammen op de Agora,, in de Dies Natalisweek, serveerde de UHasselt muzikaal talent van eigen bodem en verrasten studenten én docenten hun collega’s en studiegenoten. Ook
42
de Campusrun – intussen ook al zo’n stevige traditie – trok veel volk. De fitste personeelsleden en studenten liepen een parcours dat slingerde langs de gebouwen van de UHasselt, Hogeschool PXL en UCLL.
UHASSELT WAS ERBIJ
43
#UHASSELT Interessante lezingen, bruisende evenementen en baanbrekende onderzoeksresultaten. Aan de UHasselt is er altijd wel wat te beleven. Knowledge in action is niet toevallig onze slagzin. Wil je op de hoogte blijven van wat er reilt en zeilt op onze campussen? Volg ons dan via Facebook, Twitter en LinkedIn! En check onze agenda op www.uhasselt.be!
Campus Hasselt | Martelarenlaan 42 | 3500 Hasselt Campus Diepenbeek | Agoralaan Gebouw D | 3590 Diepenbeek www.uhasselt.be
Deze brochure is gedrukt op papier gecertificeerd door de Forest Steward Council (FSC). Deze organisatie promoot en waarborgt een verantwoord bosbeheer dat economisch leefbaar, milieuvriendelijk en sociaal rechtvaardig is.