“Uitzendinggemist mag wél” Een onderzoek naar de verhouding van bevindelijk gereformeerden tot het kijken van televisie via internet
Masterscriptie // Master Media & Maatschappij // Myrta Otten // Erasmus School of History, Culture and Communication // Erasmus Universiteit Rotterdam // januari 2012 // prof.dr. J .de Haan
1
Masterscriptie Myrta Otten Master Media & Maatschappij Erasmus School of History, Culture & Communication Erasmus Universiteit Rotterdam januari 2012 prof. dr. J. de Haan 2
Voorwoord Zoals bij menig student is ook mijn scriptie een lange weg geweest. Na een tocht via NoordIrak, Apeldoorn, Hilversum, toen weer langs Apeldoorn, de bible belt en af en toe een uitstapje naar Den Haag is mijn scriptiepaadje bijna ten einde. Hierbij een kort verslag en dankwoord: In februari start mijn scriptietraject met de keuze van prof. dr. J. de Haan als mijn scriptiebegeleider. In eerste instantie wil ik bij hem afstuderen op mijn eigen onderwerp, een onderzoek in het buitenland. Na een theoretische en praktische verkenning van dit onderwerp, wordt besloten dat dit praktisch niet haalbaar is en stap ik alsnog over op één van de door prof. dr. De Haan voorgestelde onderwerpen, dat in samenspraak met het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe tot stand was gekomen. Bij een eerste gesprek op 29 april 2011 met het RD en Kliksafe worden de eerste lijnen van het onderzoek uitgezet. Ik zal onderzoek gaan doen naar de vraag hoe bevindelijk gereformeerden met het kijken van televisie via internet omgaan.
Eind juni is mijn onderzoeksvoorstel zo goed als af en in de zomermaanden, waarin ik ook stage loop, richt ik me op het operationaliseren van mijn onderzoeksvragen naar een enquête die ik, in overleg met het RD, onder het RD-lezerspanel zal gaan uitzetten. Halverwege oktober is mijn enquête door prof. dr. De Haan goedgekeurd maar blijkt tevens dat het RD zelf al een een vrijwel identieke enquête over het onderwerp ‘televisie kijken via internet’ afgenomen heeft en daar ook al verschillende artikelen over heeft gepubliceerd. De uitkomsten van de RD-enquête ’60 jaar televisie’ beantwoorden voor een deel hun en mijn vraag hoe er in bevindelijke kring met televisie kijken wordt omgegaan. Begin november vindt er een heroriënteringgesprek plaats over waar ik het RD nu nog verder mee kan helpen en op welke manier het RD mij verder kan helpen met mijn onderzoek. Inzet is om theoretisch aanvullend, en voor het RD relevant, onderzoek te doen met behoud van het reeds door mij uitgewerkte theoretisch kader. Op basis van deze heroriëntering heb ik in de maand november en december mijn onderzoeksvoorstel aangepast, mijn hoofdstuk Methode aangepast, mijn empirisch onderzoek uitgevoerd en verwerkt tot resultaten, conclusies en aanbevelingen. Het resultaat 3
van wat uiteindelijk dus een scriptieproces van een jaar werd, maar waarin het meeste werk uiteindelijk in twee maanden is gebeurd, is terug te lezen in deze scriptie. Graag wil ik de volgende personen bedanken voor hun medewerking aan mijn scriptie. Allereerst mijn scriptiebegeleider, prof. dr. Jos de Haan,, voor zijn tijd, geduld en advies. Ik was waarschijnlijk een verre van ideale (want eigenwijze) student, dus des te meer dank dat u mij in uw schaarse tijd hebt willen adviseren en begeleiden. Daarnaast ben ik het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe (in de persoon van directeur Bert Jan Peters) dankbaar dat zij het initiatief namen voor dit onderzoek en de middelen beschikbaar stelden om deze scriptie te laten drukken. Het RD heeft mij daarnaast in raad en daad bijgestaan, door mijn vragen te beantwoorden, de ruwe data van hun enquête ’60 jaar televisie’ beschikbaar te stellen en respondenten te benaderen voor mijn interviews. Bij deze wil ik met name de adjunct-hoofdredacteur, dhr. Steef de Bruijn, bedanken dat hij zijn kostbare tijd en energie heeft willen inzetten om mij verder te helpen met mijn onderzoek nadat dit op een dood spoor gekomen was. Het door u geschreven verzoek om medewerking aan een deel van de RD-lezers had ik zelf niet beter kunnen opstellen. Tevens bedankt voor het uitlenen van het boek ‘De eeuw in het hart’ van drs. J. A. Coster en de gouden boekentip ‘Kerk en wereld’ van C.P. Polderman. Daarnaast wil ik graag Arjan van der Weerd bedanken voor de beantwoording van mijn vragen m.b.t. het tot stand komen van de enquête ’60 jaar televisie’ en zijn hulp bij het selecteren van respondenten voor mijn interviews. Ik was blij verrast door de snelle reacties van RD-lezers op het verzoek om medewerking. Binnen enkele dagen had ik alle door mij verstuurde opgaveformulieren al weer teruggestuurd gekregen. Ik ben alle betrokken families die mij hebben ontvangen zeer erkentelijk voor hun vriendelijke ontvangst. Een familie ben ik tevens dankbaar voor mijn vertrek (iets met na afloop van een interview zonder benzine en portemonnee in Zeeland staan). Tot slot wil ik mijn familie en vrienden echt supererg bedanken voor al hun support en dan met name mijn ouders (!) voor hun mentale en financiële steun gedurende m’n hele studietijd en Matthieu voor het omslagontwerp en heel veel meer (l). Ik wil graag besluiten met dat ik deze scriptie in afhankelijkheid van God heb geschreven en dat Hem dan ook alle eer toekomt.
4
Inhoudopgave Voorwoord ....................................................................................................................................................... 3 Inhoudopgave................................................................................................................................................... 5 0. Samenvatting ................................................................................................................................................ 7 1. Inleiding ...................................................................................................................................................... 10 1.1 Televisie? Nee!...................................................................................................................................... 10 1.2 Televisie kijken via internet? ................................................................................................................. 10 1.2 Relevantie............................................................................................................................................. 11 1.3 Opzet onderzoek................................................................................................................................... 11 2. Theorie ....................................................................................................................................................... 13 2.1 Bevindelijk Gereformeerden ................................................................................................................. 13 2.2 Principiële laggards ............................................................................................................................... 15 2.3 Televisie: acceptatie, selectie en distantie ............................................................................................. 17 2.3.1 Acceptatie ..................................................................................................................................... 17 2.3.2 Selectie .......................................................................................................................................... 18 2.3.3 Distantie ........................................................................................................................................ 18 2.4 Cultuurvisie: ‘Wel in de wereld, niet van de wereld’ .............................................................................. 19 2.4.1 Burger ........................................................................................................................................... 20 2.4.2 Pionier ........................................................................................................................................... 20 2.4.3 Vreemdeling/pelgrim/ kloosterling................................................................................................. 21 2.5 Specifiek voor televisie geldende argumenten ....................................................................................... 22 2.5.1 Wereldgelijkvormigheid ................................................................................................................. 22 2.5.2 Amusement en ontspanning .......................................................................................................... 22 2.5.3 Gezin ............................................................................................................................................. 23 2.5.4 Beeldcultuur .................................................................................................................................. 23 2.6 Internet en nieuwe vormen van begeleiding.......................................................................................... 24 2.6.1 “Het vinden van een balans” .......................................................................................................... 25 2.6.2 Restrictieve begeleiding ................................................................................................................ 25 2.6.3 Meekijken: vooraf, tijdens, achteraf ............................................................................................... 26 2.6.4 Actieve /evaluatieve begeleiding.................................................................................................... 27 2.6.5 Mediaopvoeding ............................................................................................................................ 27 2.7 ‘Uitzendinggemist mag wèl’ .................................................................................................................. 28 2.8 Deelvragen ........................................................................................................................................... 30 2.8.1 Deelvraag 1.................................................................................................................................... 31 2.8.2 Deelvraag 2.................................................................................................................................... 32 2.8.3 Deelvraag 3.................................................................................................................................... 32 2.8.4 Deelvraag 4.................................................................................................................................... 33 3. Methode..................................................................................................................................................... 34
5
3.1 Kwantitatief .......................................................................................................................................... 34 3.1.1 Methode van dataverzameling ....................................................................................................... 34 3.1.2 Selectie van respondenten ............................................................................................................. 34 3.1.3 Operationalisering ......................................................................................................................... 35 3.1.4 Betrouwbaarheid & validiteit ......................................................................................................... 40 3.2 Kwalitatief ............................................................................................................................................ 41 3.2.1 Methode van dataverzameling ....................................................................................................... 41 3.2.2 Selectie van respondenten ............................................................................................................. 41 3.2.3 Topiclist ......................................................................................................................................... 43 3.2.4 Gegevensverwerking- en analyse ................................................................................................... 44 4. Resultaten .................................................................................................................................................. 49 4.1 Deelvraag 1........................................................................................................................................... 49 4.2 Deelvraag 2........................................................................................................................................... 50 4.3 Deelvraag 3........................................................................................................................................... 51 4.3.1 Intensiteit gebruik televisie kijken via internet................................................................................ 51 4.3.2 Redenen geen televisie .................................................................................................................. 52 4.3.3 Redenen om wel televisie via internet te kijken .............................................................................. 54 4.3.4 Kijk op eerdere argumenten tegen televisie ................................................................................... 55 4.3.5 Cultuurvisie.................................................................................................................................... 58 4. 4 Deelvraag 4 .......................................................................................................................................... 60 4.4.1 Geen Youtube op zondag ............................................................................................................... 60 4.3.2 Begeleiding .................................................................................................................................... 61 4.3.3 Mediaopvoeding ............................................................................................................................ 63 5. Conclusie .................................................................................................................................................... 67 5.1 Hoofdvraag ........................................................................................................................................... 67 5.2 Samenvatting theorie............................................................................................................................ 67 5.3 Beantwoording deelvragen ................................................................................................................... 69 5.3.1 De oude stempel............................................................................................................................ 69 5.3.2 Hoe harder het nee, des te meer via de pc? ................................................................................... 70 5.3.3 Uitzendinggemist mag wél ............................................................................................................. 71 5.3.4 Geen Youtube op zondag ............................................................................................................... 73 5.4 Samenvatting beantwoording deelvragen ............................................................................................. 74 5.5 Slotconclusie......................................................................................................................................... 76 6. Discussie & Aanbevelingen .......................................................................................................................... 78 6.1 Discussie ............................................................................................................................................... 78 6.2 Wetenschappelijke & praktische aanbevelingen .................................................................................... 78 Nawoord ........................................................................................................................................................ 81 Literatuurlijst .................................................................................................................................................. 83
6
0. Samenvatting Hoewel het bezit en gebruik van een televisietoestel in bevindelijk gereformeerde kring van oorsprong om uiteenlopende redenen op veel waarschuwing en verbod kon rekenen, toont recent onderzoek van het Reformatorisch Dagblad aan dat in veel bevindelijk gereformeerde huishouden wel televisie via internet wordt gekeken. In mijn masterscriptie is door middel van zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek geprobeerd licht te werpen op deze ontwikkeling.
Mijn masteronderzoek toont aan, dat er een verband is tussen het wel of niet afwijzen van alle mogelijkheden om televisie te kijken en leeftijd. De groep ouderen die relatief vaak geen televisie heeft en ook op geen enkele manier televisie kijkt, zal er waarschijnlijk binnen nu en twintig jaar ‘op natuurlijke wijze uitgroeien’.
Daarnaast lijkt de mate waarin een
kerkgenootschap de televisie (eerder) afwees invloed te hebben gehad op de mate waarin kerkleden televisie kijken via internet. De verwachting is dan ook dat televisie kijken via internet, wat in weinig kerken expliciet veroordeeld wordt, de komende jaren in bevindelijk gereformeerde kring zal toenemen. Deze groeiende acceptatie van televisie kijken (via internet) lijkt in eerste instantie in strijd met de theorie waarin duidelijk naar voren komt dat bevindelijk gereformeerden om zeer uiteenlopende principiële redenen en op basis van een bredere (afwijzende) cultuurvisie het kijken van televisie volledig afwezen. Het kwalitatieve deel van mijn masteronderzoek toont aan dat bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben, maar wel televisie kijken via internet (‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’) hier echter een logische verklaring voor hebben, die datgene wat eerder bekend was over de relatie van bevindelijk gereformeerden met televisie nuanceert. De argumenten en bredere (afwijzende) gereformeerde visie op cultuur, op basis waarvan de televisie eerder werd afgewezen, lijken niet breed (meer) gedragen binnen de groep ‘niet-tv-bezittendeselectieve-kijkers’. De argumentatie die daarentegen binnen de groep ‘niet-tv-bezittendeselectieve-kijkers’ dominant lijkt als verklaring voor het gegeven dat ze geen televisie hebben, maar wel televisie via internet kijken, luidt samengevat als volgt:
7
“Met een gewone televisie kun je niet goed bewust en selectief kijken en komt er meer ‘rotzooi’ binnen dan goede programma’s en om die reden is de televisie vaak buiten de deur gehouden. Voor televisie via internet, geldt echter precies het omgekeerde. Je kunt er gemakkelijker bewust en selectief gebruik van maken en zodoende het kleine aantal ‘goede programma’s (actualiteiten, natuurfilms, educatieve/informatieve programma’s) binnen laten en de ‘rotzooi’ nog steeds buiten de deur houden.”
Een deel van de ‘niet-tv-bezittende- selectieve- kijkers’ gaf in mijn onderzoek echter ook aan dat het toelaten van televisiekijken via internet ‘sluipenderwijs’ is verlopen en dus niet altijd een volledig bewuste keuze (op basis van argumentatie) is geweest. Opvallend is dat het idee van het ‘hellend vlak’ (de duur van het televisie kijken via internet neemt toe en de inhoud van datgene waar naar gekeken verbreedt) door een groot deel van deze groep als reëel gevaar wordt gezien. De kans is groot dat deze verwachting waarheid zal worden aangezien het gevaar van het ‘hellend vlak’ wel wordt erkend maar verder geen rol lijkt te spelen in overwegingen met betrekking tot het wel of niet televisie kijken via internet.
Aan het adres van de initiatiefnemers van dit onderzoek, het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe, wordt de praktische aanbeveling gedaan om de discussie over het ‘gevaar van het hellend vlak’, dat veel ouders wel erkennen maar op zichzelf (nog) niet van toepassing achten, nog eens op gang te brengen. Ouders geven zelf ook aan dat ze ‘bewustzijn van gevaren’ als beste manier zien om je te wapenen tegen de gevaren van mediagebruik. Wellicht dat een dergelijke discussie dit bewustzijn bij ouders kan vergroten en daarmee het gevaar van het door hen zelf gevreesde ‘hellend vlak’ kan afwenden. Het woordelijk veroordelen van bepaalde programma’s zoals nu nog veel door ‘niettv-bezittende-selectieve’ ouders lijkt te gebeuren, zal in de toekomst waarschijnlijk niet meer voldoende zijn. Ouders zullen in de toekomst een betere argumentatie moeten hebben om hun kinderen bewust te laten worden van de reden waarom bepaalde programma’s (vanuit christelijke perspectief) misschien niet goed voor hen zijn. Het RD en Kliksafe zouden ouders wellicht kunnen helpen om te komen tot een doordachte
8
argumentatie om met hun kinderen in gesprek te gaan. Zoals een van de respondenten tijdens het interview aangaf: “Als hij straks op die smartphone gaat kijken, wil ik dat hij mijn argumenten en verhaal in z’n hoofd heeft en dan moet hij natuurlijk zelf z’n beslissingen nemen. Maar dan moeten we wel een beter verhaal hebben. De argumenten moeten uitgebreid worden. En daar zoek ik een beetje naar van hoe ik dat doe.“ [r. 2837-2839]
Teneinde de doelgroep van ‘een beter verhaal’ te voorzien, raad ik het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe aan een verdieping in argumentatie te laten aansluiten bij de argumenten voor en tegen het gebruik van televisie kijken (via internet) die (nog) leven binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve- kijkers’, zoals terug te vinden in dit onderzoek. Daarbij zou het voor het RD en Kliksafe interessant zijn om in aanvulling op dit onderzoek te inventariseren welke visies op televisie kijken via internet onder bevindelijk gereformeerde kinderen/jongeren dominant zijn, om te zorgen dat eventuele door het RD en Kliksafe aangeboden overdenkingen m.b.t. tot dit onderwerp ook aansluiten bij datgene wat onder het jongere deel van de achterban leeft.
9
1. Inleiding 1.1 Televisie? Nee! Nieuwe media zijn openingen naar de wereld. Door veel mensen wordt dit als iets moois gezien en ervaren. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie worden dan ook vaak met gejuich ontvangen. Anderzijds zijn er ook altijd mensen die waarschuwen voor de keerzijde van nieuwe communicatiemiddelen. Nieuwe media worden dan als bedreiging gezien. Teveel informatie, verkeerde informatie, vervreemding van de directe naasten zouden de mens er niet op vooruit helpen (De Haan, 2008). Onder bevindelijk gereformeerden bevinden zich traditiegetrouw veel mensen die nieuwe media als een bedreiging zien. Voor veel van hen zijn nieuwe media als opening naar de wereld juist geen aanrader aangezien in die kringen ‘de wereld’ zo veel mogelijk op afstand gehouden moet worden. De televisie, het zogenaamde ‘kastje van de duivel’, is om die reden tot op heden vaak buiten de deur gehouden. Er stonden door de tijd heen zelfs sancties vanuit de kerk of scholengemeenschap op als men het kastje wel in huis bleek te hebben. Vlugschriften als Televisie? Neen! en Het kwaad van de film van de auteur P. Kuyt moesten in de begintijden van de televisie de bevindelijk gereformeerde achterban waarschuwen voor de gevaren van de televisie (RD1, 4 februari 2011). Hoewel de beoordeling tegenwoordig milder lijkt te zijn, is er nog steeds een deel van de bevindelijk gereformeerden dat het medium televisie om bepaalde redenen afwijst. Zo meldde een woorvoerder van de SGP-fractieleider Kees van der Staaij in de aanloop naar de WK-finale 2010, die op zondag plaatsvond: “misschien dat de fractieleider wel eens televisie kijkt voor zijn werk, maar hij kijkt zeker niet ter ontspanning. En al helemaal niet op zondag.” (AD, 8 juli 2010).
1.2 Televisie kijken via internet? Daar waar het gebruik van televisie en radio op veel waarschuwing en verbod kon rekenen, zijn computers en het internet wel de bevindelijk geformeerde huishoudens binnengehaald (RD, 9 maart 2010). Daarmee hebben veel gereformeerden die eerder het televisietoestel 1
Met de afkorting RD in de annotatie wordt verwezen naar een uitgave van het Reformatorisch Dagblad. Wanneer de volledige naam Reformatorisch Dagblad wordt gebruikt in de annotatie, dan wordt verwezen naar een onderzoek of intern document van het Reformatorisch Dagblad.
10
niet aanschaften de mogelijkheid in huis gehaald om door middel van internet op vaste computer of smartphone televisie, film of bewegend beeld in zijn algemeenheid te kijken. Via internet is het onder andere mogelijk om films te downloaden en via sites als You Tube tal van filmpjes te bekijken. Daarnaast kunnen via sites als Uitzendinggemist.nl programma’s van de reguliere televisieprogrammering (terug)gekeken worden. Dit roept de vraag op hoe de bevindelijk gereformeerden die het medium televisie afwijzen omgaan met deze ‘nieuwe’ mogelijkheden om via internet televisie te kijken. De integrale hoofdvraag die in deze scriptie beantwoord zal worden luidt:
Hoe verhouden bevindelijk gereformeerden zich tot het kijken van televisie via internet?
1.2 Relevantie Dit onderzoek is uitgevoerd in samenspraak met het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe. Het RD houdt zich al langer bezig met het signaleren en doordenken van de (verantwoorde) omgang met nieuwe media in bevindelijk gereformeerde kring. Vanuit deze overdenking is onder andere een internetfilter ontstaan, RDNet, dat later onder de stichting Verantwoord Mediagebruik is verdergegaan als Kliksafe. Het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe hebben voor een deel dezelfde achterban. Zowel bij het Reformatorisch Dagblad als bij Kliksafe is men geïnteresseerd in het antwoord op de vraag hoe binnen hun bevindelijk gereformeerde achterban omgegaan wordt met de nieuwe mogelijkheden voor het kijken van televisie e.d. via vaste computers en smartphones, en met name welke argumenten er binnen de achterban leven om nieuwe vormen van mediagebruik te verantwoorden. Nu in het algemeen de roep toeneemt om vooral kinderen d.m.v. gesprek en discussie op te voeden tot verantwoorde mediagebruikers, is het voor het RD en Kliksafe temeer van belang om te weten welke visies en argumenten er leven binnen de doelgroep als het gaat om televisie kijken via internet.
1.3 Opzet onderzoek Met mijn onderzoek wil ik meer inzicht krijgen in de relatie van bevindelijk gereformeerden met het kijken van televisie via internet. In het volgende hoofdstuk zal ik het theoretische kader schetsen, dat de basis vormt voor de rest van mijn onderzoek. Hiertoe zal ik allereerst 11
ingaan op de relatie van gereformeerden met het medium televisie om vervolgens datgene wat al bekend is over de verhouding tussen bevindelijk gereformeerden en (televisie via) internet te bespreken. Hieruit vloeien verschillende deelvragen voor het empirisch deel van mijn onderzoek voort. De opzet van het empirisch onderzoek, dat antwoord moet geven op de deelvragen, zal worden uitgewerkt in het hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden vervolgens de uitkomsten van het empirisch onderzoek besproken worden. Hierna zullen in de conclusie aan de hand van de theorie en de resultaten uit het empirisch onderzoek de verschillende deelvragen en de overkoepelende probleemstelling beantwoord worden. Tot slot volgen er enkele discussiepunten en is er plaats voor kritische reflectie op het eigen onderzoek. Ook worden er aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan en wordt getracht de conclusies naar praktische aanbevelingen aan het adres van de initiatiefnemers van dit onderzoek te vertalen.
12
2. Theorie In dit hoofdstuk zal ik nader ingaan op de in de inleiding beschreven situatie die aanleiding gaf tot de onderzoeksvraag van dit onderzoek. Nadat ik heb beschreven wat in dit onderzoek onder bevindelijk gereformeerd wordt verstaan, zal ik de relatie van bevindelijk gereformeerden met het medium televisie beschrijven. Omdat dit deels is in te kaderen in bredere gereformeerde cultuurvisies, zullen ook deze worden besproken. Hierna zullen ook nog een aantal specifiek voor televisie geldende argumenten worden besproken die bij de afwijzing van het medium televisie door bevindelijk gereformeerden een rol spelen. Vervolgens zal ingegaan worden op datgene wat al bekend is over de omgang van bevindelijk gereformeerden met de mogelijkheden om via internet televisie te kijken. De beschrijving van wat over zowel de houding ten opzichte van televisie als de omgang met televisie kijken via internet bekend is, vormt uiteindelijk de aanleiding tot het formuleren van enkele deelvragen voor het eigen empirisch onderzoek.
2.1 Bevindelijk Gereformeerden Onder de verzamelnaam 'gereformeerde gezindte' valt een breed scala aan theologische opvattingen, religieuze mentaliteiten en maatschappelijke verschijningen. In Nederland zijn volgens een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 2006 naar schatting 458.000 mensen lid van een kerk die behoort tot de gereformeerde stroming binnen het protestantisme (Van de Donk, Jonkers, Kronjee & Plum, 2006). Het WWR-rapport maakt een tweedeling in gereformeerden te weten: orthodoxgereformeerd en bevindelijk gereformeerd. Tot de orthodox-gereformeerden rekent het WWR-rapport de in totaal 237.000 leden van de volgende kerken:
- Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland (cgk); - Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) (gkv); - Nederlands Gereformeerde Kerken (ngk); - De Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld) (ghk); - Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vgkn).
13
Onder de bevindelijk gereformeerde kerken verstaat dit rapport de volgende kerkgenootschappen, waarvan naar schatting 221.000 mensen lid zijn:
- Gereformeerde Gemeenten (in Nederland en Noord-Amerika) - Gereformeerde Gemeenten in Nederland - Gereformeerde Gemeenten (buiten verband) - Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland - Vrije Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland - Hersteld Hervormde Kerk
De overeenkomst tussen beide stromingen is dat ze “in de calvinistische traditie staan, van Nederlandse origine zijn en behoudend zijn wat de kerkelijke leer betreft.” (Van de Donk et al., 2006, p. 99). Objectief gezien staat de term ‘bevindelijk gereformeerd’ voor de nadruk binnen deze groep gereformeerden op de noodzaak van een innerlijke ervaring van Gods ingrijpen in het leven alvorens men zichzelf ‘gered’ mag noemen. De kerken waarin deze leer gepredikt wordt, worden bevindelijk gereformeerd genoemd (Van Dijk, 1996; Stoffels, 1993). De bevindelijk gereformeerde kerken kenmerken zich daarnaast onder andere door een afwijzing van moderne cultuur terwijl de orthodox gereformeerden cultureel als iets ‘moderner’ worden aangeduid (Van de Donk et al., 2006). In de praktijk blijken de door het WWR als orthodox of bevindelijk aangeduide kerkverbanden overigens minder homogeen dan gesteld door het WWR (Polderman, 1996). Hoewel het zelden zwart op wit staat, zijn er ook in minder behoudende kerken ‘bevindelijke’ sentimenten te vinden. Hierdoor is de tweedeling wat betreft houding ten opzichte van moderne cultuur niet precies volgens de tweedeling orthodox/bevindelijke kerken die het WWR aanhoudt, te maken. Zo horen de Christelijke Gereformeerde Kerken volgens de WRR tot orthodox-gereformeerden, maar hierbinnen bevindt zich een aanzienlijk segment dat tot de bevindelijk gereformeerden gerekend kan worden. Daarnaast mist dit overzicht een heel belangrijke denominatie te weten: de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) waarvan een flink deel (aangeduid als Gereformeerde Bond) vanouds tot de bevindelijk-gereformeerden gerekend mag worden.
14
Het moge duidelijk zijn, dat het een lastige kwestie is wie er precies tot bevindelijk gereformeerden gerekend kunnen worden. Vaak werd om deze reden dan ook niet kerklidmaatschap maar partijlidmaatschap (SGP) als afgrenzing gebruikt voor wie tot ‘bevindelijk gereformeerd’ werd gerekend (Stoffels, 1993). Een andere afgrenzing, waar in dit onderzoek gebruikt van is gemaakt, is de grens op basis van het lezen van het Reformatorisch Dagblad (Polderman, 1996). Lezers van het Reformatorisch Dagblad kunnen over het algemeen gerekend worden tot gereformeerden met een behoudende2 inslag.
2.2 Principiële laggards De verspreiding van nieuwe media wordt bestudeerd in de onderzoekstraditie van de diffusie van innovatie. De acceptatie van een nieuwe technologie in een samenleving volgt meestal een vast patroon: de S-vormige curve. Sommige mensen gaan snel tot aanschaf over, terwijl een grote groep in eerste instantie een meer afwachtende houding aanneemt (Rogers, 1995). De verspreiding van technologie is daarmee een proces dat voorlopers en volgers kent. De personen die als eerste tot aanschaf overgaan, worden de innovators genoemd. Deze groep wordt gevolgd door de early adopters en daarna komt de early majority. Als laatsten gaan de late majority en de laggards tot aanschaf over. Achter deze verdeling in typen zitten bepaalde persoonskenmerken die een rol spelen in het proces dat maakt dat sommige mensen of bevolkingsggroepen relatief vroeg en anderen relatief laat tot adoptie van een bepaalde innovatie overgaan (Huysmans & De Haan, 2010). Zo blijken leeftijd en opleidingsniveau voorspellende factoren te zijn van de diffussie van innovatie. Jongeren en hoger opgeleiden gaan relatief sneller over tot adoptie van een innovatie als ouderen en lageropgeleiden (Van Dijk, De Haan & Rijken, 2000).
2
Voor ‘bevindelijk’ wordt ook vaak de term ‘behoudend’ gebruikt
15
Figuur 1: classificatie van gebruikersgroepen (Rogers, 1995)
Onder bevindelijk) gereformeerden bevinden zich relatief veel laggards van het medium televisie. Ze staan principieel afwijzend tegenover het medium televisie en een deel van de bevindelijk gereformeerden kiest er daarom voor om het apparaat niet in huis te halen. Zij maken deel uit van een kleine groep van 1,5 procent van de bevolking die (om principiële redenen, wegens tijdgebrek of vanwege een eerdere televisieverslaving) geen televisie in huis haalt (Sicking, 1998). In een onderzoek uit 1998 naar generatieverschillen binnen de bevindelijk gereformeerde gezindte antwoordde 80 procent van ouders positief op de stelling “de televisie moet uit onze gezinnen geweerd worden” (Coster, 1998). Van de bevindelijk gereformeerde jongeren gaf in 2003 48,4 procent aan geen televisie hebben (Reformatorisch Dagblad, 2003), terwijl gemiddeld gezien bijna elk huishouden in Nederland op dat moment een televisietoestel had (CBS, 3 december 2008).
Figuur 2: huishoudens met een televisietoestel (CBS)
Deze afwijzing is te plaatsen in een breder kader van afwegingen met betrekking tot cultuur en televisie in gereformeerde kring, waarvan de bevindelijk gereformeerden een deel zijn. In de volgende paragrafen wordt dit breder kader onder andere aan de hand van het 16
proefschrift Kerk en wereld, een studie over gereformeerden en hun uiteenlopende relaties met televisie in het licht van politiek, cultuur en theologie (Polderman, 1996) besproken.
2.3 Televisie: acceptatie, selectie en distantie Polderman (1996) karakteriseert de wijze waarop door gereformeerden tegen het televisiegebruik wordt aangekeken met de begrippen ‘acceptatie’, ‘selectie’ en ‘distantie’. Bevindelijk gereformeerden bevinden zich vaak in de groep die zich volledig distantieert van het medium televisie. In verband met de latere koppeling met mogelijke houdingen ten opzichte van
televisie via internet zal echter het gehele spectrum van verschillende
‘gereformeerde’ houdingen ten opzichte van het medium televisie worden beschreven. Polderman
baseert
zich
op
de
ideaaltypische
standpunten
van
verschillende
kerkgenootschappen en koppelt als zodanig ook de verschillende houdingen ten opzichte van televisie aan kerkelijke genootschappen. Grofweg ingedeeld viel in het onderzoek van Polderman de houding van acceptatie samen met humanistisch gereformeerden, selectie met orthodox-gereformeerden, en distantie met de meest bevindelijk gereformeerden. Zie voor een overzicht figuur 3.
2.3.1 Acceptatie Binnen de gereformeerde groeperingen waar sprake is van volledige acceptatie, is men over het algemeen van mening dat het onvermijdelijk is om kennis te nemen van datgene wat de wereld te bieden heeft. Men ziet het principieel niet gebruik maken van het medium als het ’ogen sluiten voor de werkelijkheid’. Het recht van meningsuiting telt voor deze groep sterker dan het ter discussie stellen van, en aanstoot nemen aan zaken (op televisie) die men wellicht als anti-bijbels ziet. Men heeft geen sterke bijbelse of theologische bezwaren tegen het medium, maar treedt het medium positief tegemoet. Binnen deze groep is men over het algemeen van mening dat je beter je aandacht kunt richten op het leveren van een bijdrage aan een betere wereld dan je bezig te houden met allerlei ‘kerkelijke’ zaken. Deze houding ten opzichte van televisie is onder andere te vinden in de Gereformeerde Kerken, de Samen op Weg-kerken [met uitzondering van de Gereformeerde Bond] en de Nederlands Gereformeerde Kerken (Polderman, 1996).
17
2.3.2 Selectie De selectieve houding kenmerkt zich door de mening dat niet de televisie als zodanig kwaad kan, maar wel het verkeerde gebruik ervan. Mits men op een goede wijze gebruik maakt van de televisie (“er zit een knop op het toestel”) heeft de televisie volgens dit standpunt veel te bieden. De televisie moet daarom juist gebruik worden voor het verspreiden van het evangelie. Hoewel men het onverantwoord televisiekijken als een probleem ervaart, ziet men zich niet genoodzaakt om het apparaat daarom uit huis te houden of te verbieden. Wel wordt door kerkelijke leiders en opinieleiders binnen deze groep opgeroepen om kritisch/verantwoord gebruik te maken van het medium. Een belangrijke woordvoerder van deze stroming is EO-presentator Andries Knevel. Hij schreef in 1991 het boekje De wereld in huis, waarin hij in stelde: “televisie in huis halen kan een verantwoorde keuze zijn, mits die keuze ook maar verantwoord wordt uitgewerkt” (Knevel, 1991). Deze houding ten opzichte van televisie is terug te vinden in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde Kerken (Polderman,1996).
2.3.3 Distantie Een laatste groep gereformeerden kenmerkt zich door een afwijzende houding ten opzichte van het medium televisie. Samengevat kan worden gesteld dat de televisie binnen deze groep wordt gezien als één van de middelen van de duivel om mensen van God af te houden. Niet voor niets werd in vroegere jaren het medium in deze kringen vaak het ‘kastje van de duivel’ genoemd, zich baserend op de uitspraak van de Christelijke Gereformeerde prof. Wisse die in 1961 de televisie “de kijkkast van de duivel noemde”(Polderman, 1996, p. 114). Deze afwijzende houding ten opzichte van televisie hangt samen met de visie dat men zich zoveel mogelijk afzijdig moet houden van ‘de wereld’. Omdat men veel minder in de ‘beheersbaarheid van de knop’ gelooft, is men binnen deze groep van mening dat het volledig buiten de deur houden van het medium televisie de enig juiste manier is om de kwalijke invloed van televisie buiten de deur te houden (Polderman, 1996).“De eerlijkheid gebiedt (...) te zeggen dat in de praktijk blijkt dat velen de knop niet te baas zijn. Gewenning, verslapping, en uiteindelijk normvervaging, overschatting van je eigen innerlijke geestelijke weerstand tegen hetgeen de toets van en de kritiek van Gods Woord niet kan doorstaan, zijn maar zo, voordat je het weet en zelf beseft, aan de 18
orde” (Van der Vlies, 1998, p. 181). Een deel van de groep kritische afwijzers is van mening dat er een rol voor de kerk is weggelegd om het gebruik van het medium te verbieden (Polderman, 1996). De zich distantiërende houding is vooral terug te vinden in de Gereformeerde Gemeenten, de Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (Polderman, 1996).
2.4 Cultuurvisie: ‘Wel in de wereld, niet van de wereld’ De verschillen in omgang van gereformeerden met het medium televisie is volgens Polderman grotendeels geworteld in verschillende cultuurvisies, de visies op de verhouding tussen de kerk enerzijds en de wereld en cultuur anderzijds. Het begrip ‘wereld’ laat zich hier het best omschrijven als “het geheel van onderwijs, kunst, wetenschappen, toneel, muziek en volksvermaak” (Polderman, 1996, p. 1). Het begrip ‘cultuur’ waar het in dit geval om gaat is “het geheel van manifestaties van kunst, ontspanning en vermaak” (Velema, 1998, p. 83).
“Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik [Jezus] niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden”.
Johannes 17, 15-18, Herziene Statenvertaling
‘Wel in de wereld, niet van de wereld’ is een uitdrukking die vaak toegepast wordt als samenvatting van de cultuuropvatting van gereformeerden. Er bestaan echter in de gereformeerde gezindte als geheel verschillen over wat onder deze op de bijbel gebaseerde cultuuropdracht wordt gezien. Er zijn grofweg drie verschillende 20e eeuwse visies te onderscheiden binnen de gereformeerde gezindte over hoe kerk/gelovige en de wereld/cultuur zich tot elkaar verhouden. Polderman hanteert metaforen, variërend van het ‘burger van de wereld zijn’ tot het zijn van een ‘kloosterling in de wereld’, om de verschillende visies op het ‘wel in de wereld, niet van de wereld zijn’ te typeren.
19
2.4.1 Burger De eerste visie, door Polderman de humanistische visie genoemd, wijst de antithese kerkwereld zoals die in de hiervoor genoemde uitdrukking voorkomt, af. Het ‘burger van twee werelden zijn’ wordt in deze visie vertaald met “solidair worden met de wereld” (Polderman, 1996). Het uitgangspunt van deze humanistische cultuurvisie is dat de mens tot het goede in staat is en dat de mens het aan God verplicht is zichzelf in het hier en nu te ontplooien. Cultuur als zijnde zelfontplooïng wordt als iets positiefs gezien dat juist in overeenstemming is met religie. Geen enkel cultuurmiddel is dan ook per definitie verkeerd en het vermijden van bepaalde cultuurzones wordt als iets negatiefs gezien. Eén van de leiders van een vernieuwingsgezinde beweging binnen de Gereformeerde Kerken, prof. Schilder, zei hierover: “men vermijdt daarmee het cultuurgebied in kwestie, omdat men met Gods wet niet een conflict hebben wil. In werkelijkheid vermijdt men dan God zelf: men wil van hem, de Wetgever geen ‘last’ hebben en laat ná Hem zijn ‘lust’ aan ons te laten zien’’ (Polderman, 1996, p. 238). Polderman gebruikt voor deze visie de metafoor van ‘burger’, het helemaal thuis zijn in de wereld.
2.4.2 Pionier Een deel van de gereformeerden houdt nog wel vast aan de antithese tussen kerk en wereld. Allereerst is er een groep die de nadruk legt op het ‘wel in de wereld’ zijn. Om de brug tussen gelovigen en ongelovigen te slaan, is het volgens hen nodig om in de samenleving te participeren zonder volledig te assimileren. Polderman gebruikt voor deze visie dan ook het metaforisch begrip ’pionier’ omdat men in deze visie niet volledig in de wereld staat, maar er ook niet volledig afstand van doet. In tegenstelling tot de voorgaande groep is men volgens deze visie van mening dat men afstand dient te nemen van de slechte dingen die de wereld te bieden heeft, maar daarnaast ook gebruik mag maken van de mogelijkheden die de wereld biedt als het gaat om eigen ontplooiing en geloofsopbouw of voor bijvoorbeeld evangelisatie. ‘Kritische participatie’ is de omschrijving voor de omgang die in deze visie als beste omgang met de wereld en cultuur wordt gezien (Polderman, 1996; Velema, 1998).
20
2.4.3 Vreemdeling/pelgrim/ kloosterling Het andere deel van de gereformeerden dat nog vasthoudt aan de antithese tussen kerk en wereld legt de nadruk op het ‘niet van de wereld’ zijn. In deze visie is er sprake van een absolute tegenstelling tussen de kerk en de wereld en deze kunnen volgens deze visie ook niet samengaan. Door de nadruk op de gedachte dat het leven hier op aarde slechts een voorbereiding is op de eeuwigheid hebben ‘aardse zaken’ over het algemeen een ondergeschikte positie. Ook de angst dat de wereld de kerk zou veroveren als men zich er teveel mee inlaat, leidt ertoe dat deze visie de wereld zoveel mogelijk buiten de deur houdt. Een vaak aangehaalde bijbeltekst bij deze visie is Romeinen 12: 2 uit de Statenvertaling: ‘Word deze wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds’. ‘Vreemdeling’, ‘pelgrim’ (op doorreis) of in het uiterste geval ‘kloosterling’ is dan ook de metafoor die dr. Polderman voor deze visie gebruikt. ‘Distantie van de wereld’, het zich verre houden van cultuur, past in deze visie het beste (Polderman, 1996).
Figuur 3: schaal van houding t.o.v. televisie, cultuurvisietypen en kerkelijke groeperingen (gebaseerd op Polderman, 1996)
21
2.5 Specifiek voor televisie geldende argumenten Er zijn specifiek voor televisie geldende argumenten die meespelen in de
principiële
afwijzing van televisie door een deel van de gereformeerde gezindte. Deze zullen in de volgende alinea’s besproken worden. Een deel van de argumenten is ontleend aan de brochure DVD’s, kijken of niet kijken van het platform Mediawijzer, dat zich bezighoudt met “het doordenken en op basis daarvan voorlichting geven over het verantwoord omgaan met media aan de hand van de Bijbel” (Mediawijzer, 2007, p.1).
2.5.1 Wereldgelijkvormigheid Een belangrijk argument om het medium televisie af te wijzen is dat de via de televisie gepropageerde goddeloosheid, normloosheid en wetteloosheid zouden zorgen voor ‘wereldgelijkvormigheid’, het overnemen van de goddeloze leefstijl die op televisie is te zien (Polderman, 1996). Televisie wordt gezien als een medium dat zich tot doel stelt te provoceren en de grenzen van bestaande normen en waarden te verleggen (Van der Vlies, 1998). Het medium prikkelt het verlangen naar genot, sensatie, vermaak en immoraliteit, wat de mensen van God afhoudt. Hoofdrolspelers in films en televisieseries leven bijvoorbeeld vaak een levensstijl voor die uitdraagt dat men God niet nodig heeft en dat het zaak is altijd allereerst aan jezelf te denken (Mediawijzer, 2007). Dit beeld wijkt dermate sterk af van wat er in de Bijbel volgens veel gereformeerden gezegd wordt over het leven van mensen ten opzichte van God en elkaar dat televisie wordt gezien als een gevaar voor “het geestelijk en zedelijk welzijn van zowel het Nederlandse volk als geheel en de kerkleden in het bijzonder” (Polderman, 1996, p. 128).
2.5.2 Amusement en ontspanning De bevindelijk gereformeerde gezindte kenmerkt zich door het gedachtengoed dat het beter is om zich op God te richten dan zich bezig te houden met dingen als sport, ontspanning en vermaak (Velema, 1998). Werden om die reden in vroegere tijden toneel en sport al afgewezen vanwege het spel- en lichaamsverheerlijkende element (Polderman, 1996), tegenwoordig is dit voor sommige bevindelijk gereformeerden een reden om televisie, vanwege de sportprogramma’s en dramaseries die erop te zien zijn, af te wijzen (Mediawijzer, 2007; Velema, 1998). 22
Omdat televisie zich grotendeels richt op amusement, wordt het medium ongeschikt geacht als (christelijk) opvoed- en evangelisatiemiddel (Polderman, 1996). Daar komt bij dat het medium kostbare tijd opslokt, die ook nuttiger besteed kan worden aan ‘’het bezoeken van ouderen, het onderhouden van sociale contacten, kerkenwerk en vrijwilligerswerk’ (Van der Vlies, 1998, p. 183). Vandaar dat de, in de inleiding aangehaalde, woordvoerder van SGPfractievoorzitter Kees van der Staaij opmerkt dat de fractieleider “misschien (...) wel eens televisie kijkt voor zijn werk maar (...) zeker niet ter ontspanning” (AD, 8 juli 2010).
2.5.3 Gezin Televisie kijken wordt gezien als iets dat ten koste gaat van sociale contacten en dat dus ook het gezinsleven (een pijler in de gereformeerde levensstijl) verstoort. Televisie doodt het gesprek en het zorgt er tevens voor dat kinderen in aanraking komen met beelden waar ze nog niet rijp voor zijn en zienswijzen waar ouders hun kinderen niet mee willen opvoeden. Televisie wordt daarom gezien als een medium dat het gezinsideaal en de (geloofs)opvoeding ondermijnt (Van der Vlies, 1998; Mediawijzer, 2007).
2.5.4 Beeldcultuur Nu kan men zeggen dat een deel van bovenstaande argumenten ook geldt voor bijvoorbeeld boeken. Deze kunnen ook moraalloos zijn en -maken, slechts ter ontspanning gelezen worden, tijd opslokken, enzovoorts. Voor gereformeerden die het medium televisie afwijzen speelt er echter een belangrijk argument mee op basis waarvan sommige andere media en cultuuruitingen minder sterk worden afgewezen dan de televisie. Dit argument wortelt in de afwijzing van de beeldcultuur. Omdat er buiten de Bijbel (‘het Woord’) volgens gereformeerden geen genade is te vinden, is de woord-, lees- en luistercultuur binnen de gereformeerde gezindte altijd hoog gewaardeerd. De toenemende invloed van de beeldcultuur wordt als een bedreiging gezien voor de woordcultuur (Mediawijzer, 2007). Het idee hierachter is dat beelden als indringender en minder genuanceerd worden gezien dan woorden. De door dr. Polderman aangehaalde eindredacteur van het bevindelijk gereformeerde blad Het Gekrookte Riet, Ds. Tj. De Jong stelt: “Men kan erover twisten of de tv alleen maar in mate verschilt van krant en radio, of ook wezenlijk. Praktijk is echter dat het beeldmedium een veel en veel groter bereik 23
heeft dan welk ander medium dan ook (...).” (Polderman, 1996, p. 113). Visualisering wordt gezien als iets dat leidt tot oppervlakkigheid (Polderman, 1996), mede doordat de ‘’oogpoort kwetsbaarder is dan de oorpoort“ (Van der Vlies, 1998, p. 181). Het feit dat kennisoverdracht steeds vaker via beelden verloopt, heeft volgens onderzoeken naar kinderen, die in dit kader worden aangehaald, bovendien invloed op “hun concentratie, hun manier van lezen, op de tijd die ze aan lezen besteden en op hun kennis van abstracte begrippen” waardoor gevreesd wordt dat de jeugd steeds moeilijker het bijbelse Woord zal lezen en begrijpen (Mediawijzer, 2007, p. 7).
Niet alle gereformeerden die het medium televisie afwijzen doen dit overigens op basis van alle hierboven aangehaalde argumenten. Het bezwaar tegen (bewegend) beeld in zijn algemeenheid lijkt bijvoorbeeld niet meer breed gedragen te worden gezien het feit dat het (selectief) kijken van films d.m.v. DVD’s en bioscoopbezoek ook onder een vrij groot deel van de principiële afwijzers van de televisie redelijk ingeburgerd is (Mediawijzer, 2007, Reformatorisch Dagblad, 2003).
2.6 Internet en nieuwe vormen van begeleiding Waar de visie op televisie door een groot deel van de bevindelijke gezindte altijd vertaald is naar de praktijk van het simpelweg weren van het apparaat, kent de gereformeerde gezindte wat betreft internet en computers, andere manieren van bemiddeling/begeleiding3. Omdat ‘helemaal geen internet’ in de meeste gevallen geen optie bleek of blijkt te zijn, behandel ik in deze paragraaf de mogelijkheden en die mensen hebben om, áls ze het in huis hebben gehaald, het gebruik (van televisie via) internet te begeleiden. Ik zal dit doen aan de hand
van
literatuur
over
begeleiding
van
mediagebruik
van
kinderen
door
ouders/verzorgers. Deze literatuur geeft een goed inzicht in de mogelijkheden - en onmogelijkheden - die er zijn met betrekking tot het begeleiden van mediagebruik. Deze informatie is later relevant als het gaat over de mogelijkheden tot begeleiding m.b.t. het kijken van televisie via internet.
3
Door het Sociaal Cultureel Planbureau wordt de term begeleiding gebruikt als vertaling van de term ‘mediation’, die vaak gebruikt wordt in Engelstalige bronnen over dit onderwerp. In sommige gevallen wordt ook term ‘bemiddeling’ als vertaling gebruikt.
24
2.6.1 “Het vinden van een balans” Met de term begeleiding (engelse term: parental mediation) wordt het managen van de relatie tussen kinderen en media door ouders verstaan (Livingstone& Helsper 2008). Het uitgangspunt van het begeleiden van het mediagebruik van ouders door kinderen is “het vinden van een balans tussen de educatieve en sociale voordelen van mediagebruik enerzijds en de negatieve effecten die de inhoud van bepaalde media en gemedieerd contact kunnen hebben op de houding (attitude), het gedrag en de veiligheid van het kind anderzijds” (vertaald citaat: Livingstone& Helsper, 2008, p. 581). In de wetenschappelijke literatuur is veel aandacht besteed aan de begeleiding (van de invloed van) het televisiegebruik van kinderen. De laatste jaren er echter ook steeds meer aandacht gekomen voor de gevaren van computer- en internetgebruik voor kinderen (Livingstone& Helsper, 2008). Samengevat worden er in de wetenschappelijke literatuur drie manieren van begeleiding onderscheiden. Restrictieve begeleiding, actieve/evaluatieve begeleiding en het zogenaamde ‘social co-viewing’ met het kind. Deze verschillende vormen van mediamanagement zullen in de volgende alinea’s besproken worden, waarbij waar nodig zal worden ingegaan op specifieke ‘gereformeerde’ vormen van begeleiding van kinderen t.a.v. het gebruik internet en de mogelijkheden om d.m.v. internet televisie te kijken.
2.6.2 Restrictieve begeleiding In het geval van ‘restrictieve begeleiding’ gaat het om het regels/grenzen stellen met betrekking tot de tijd, plek en inhoud van het mediagebruik (Valkenburg, 1999). In het geval van internet wordt ‘technische restrictie’ als een aparte subcategorie van restrictieve begeleiding gedefinieerd (Livingstone, & Helsper 2008). Zo kunnen ouders programma’s op hun computer installeren die zowel de tijd als bepaalde handelingen op internet aan banden kan leggen. Nog ingrijpender is het installeren van zogenaamd ‘filternet’. In dit laatste geval nemen huishoudens internet af via een provider die automatisch, volgens bepaalde criteria, bepaalde delen van het internet afschermt. Ook voor mobiel internet zijn technische filters beschikbaar (Mediawijzer, 2009; RD, 5 februari 2011). De gereformeerde gezindte kent een traditie van technische bemiddeling van internet. De synode van de Oud Gereformeerde Kerken in Nederland, een bevindelijk 25
gereformeerd kerkgenootschap met 25.000 leden, besloot bijvoorbeeld in 2010 dat kerkleden alleen internet met een technische filter van het bedrijf Kliksafe was toegestaan, op straffe van kerkelijke tuchtmaatregelen (Trouw, 30 juli 2010). Uit een enquête die het Reformatorisch Dagblad in 2008 in de lezerskring liet houden, bleek dat 72 procent van de onderzochte internetgebruikers een filter heeft. Kliksafe levert 57 procent van de filters, Solcon 22 procent en Filternet 18 procent (RD, 26 september 2008) Deze providers werken met verschillende criteria die ook hun weerslag hebben op de mogelijkheden om via internet televisie te kijken. Naast algemene technische restricties kunnen Kliksafe-abonnees bijvoorbeeld ook nog kiezen voor het technisch bemiddelen van video in zijn algemeenheid. Door middel van een video-block kan men vrijwel alle soorten bewegend beeld blokkeren (Kliksafe.nl).
2.6.3 Meekijken: vooraf, tijdens, achteraf Een tweede categorie van begeleiding die tot slot op basis van de literatuur gemaakt kan worden is het begeleiden van mediagebruik door het samen kijken of meekijken van ouders. In onderzoeken naar de begeleiding van televisiegebruik, wordt het ‘samen kijken’(social coviewing) vaak als een aparte, bewuste, manier van ouders genoemd om het televisiegebruik van hun kinderen in de gaten te houden (Nikken & Jansz, 2006; Valkenburg, Krcmar, Peeters& Marseille, 1999). Er is echter discussie of voor computer/internetgebruik dezelfde categorie van begeleiding bestaat. In onderzoek van Nikken en Jansz (2006) wordt deze manier van begeleiding wel gevonden voor het reguleren van het gamen van kinderen (social co-playing), terwijl in onderzoeken naar de begeleiding van het internetgebruik van kinderen deze vorm van begeleiding niet eens genoemd wordt (Lwin, Satanland & Miyazaki, 2008; Kirwil, 2009). In het onderzoek van Livingstone et. al (2008) naar de begeleiding van internet komt deze vorm van begeleiding tevens als aparte categorie te vervallen. Anderzijds voegt Livingstone wel een andere specifiek voor internet geldende categorie van begeleiding toe, namelijk het ‘monitoren’, het achteraf meekijken met het internetgebruik van het kind door bijvoorbeeld de zoekgeschiedenis of gesprekslogs te checken. Deze vorm van begeleiding staat echter ethisch ter discussie omdat het in conflict kan komen met de privacy van het kind (Livingstone& Helpser, 2008).
26
2.6.4 Actieve /evaluatieve begeleiding Bij actieve begeleiding gaat het om ouders die, terwijl hun kind een bepaald medium gebruikt of erna, met het kind hierover praten om zo het oordeel van het kind over datgene wat het kind tegenkomt (geweld, porno, enz.) te beïnvloeden. Hierbij kan het gaan om positief en negatief commentaar op het programma (Livingstone& Helsper, 2008). Ook in het eigen mediagebruik van ouders schuilt een waardeoordeel dat een kind kan oppikken (Mediaopvoeding.nl). Deze manier van begeleiden wordt ook evaluatieve begeleiding genoemd.
2.6.5 Mediaopvoeding Onderzoeken naar de effecten van de verschillende vormen van regulering verschillen van mening over welke manier van begeleiding het beste is om de risico’s die kinderen door mediagebruik lopen te beperken zonder daarbij de voordelen van het mediagebruik in de kiem te smoren (Kirwil, 2009). De laatste jaren neemt de roep in zowel wetenschappelijke literatuur als in populaire media toe om op actieve/evaluatieve begeleiding in te zetten echter toe. De redenen die hiervoor gegeven worden, zijn dat mediabezit en gebruik steeds meer geïndividualiseerd zijn. Niet zelden hebben kinderen tegenwoordig een televisie op hun kamer en hun mobiel naast hun kussen liggen als ze gaan slapen. (Bovill& Livingstone, 2001). Daarnaast zijn kinderen over het algemeen vaardiger dan hun ouders, waardoor ze onder andere de verschillende vormen van technische begeleiding gemakkelijk kunnen omzeilen (Livingstone& Helsper, 2008) Uit onderzoek blijkt bovendien dat vormen van restrictieve bemiddeling vaak een ‘forbidden fruit-effect’ hebben. Dit wil zeggen dat kinderen datgene wat verboden wordt juist aantrekkelijk gaan vinden en door het verbod gestimuleerd worden om er juist gebruik van te maken (Nathason, 2002, Nikken& Janz, 2007). Ook in (bevindelijk) gereformeerde media is de roep om (evaluatieve) mediaopvoeding terug te vinden (RD, 11 mei, 2007). Daarbij wordt in gereformeerde kringen vaak gewezen op ‘gewetensvorming,’ het aanleren aan een kind wat goed en fout is, en het ‘goede voorbeeld’ geven (RD, 9 maart 2010).
27
2.7 ‘Uitzendinggemist mag wèl’ Begeleiding of niet, feit is dat computers en het internet de bevindelijk geformeerde huishoudens zijn binnengedrongen. Uit een lezersonderzoek van het Reformatorisch Dagblad uit 2008 naar het gebruik van mobiele telefonie en internet bleek dat in gereformeerde kringen (waarbij ook minder behoudende huishoudens zijn onderzocht) 87 procent van de gezinnen een computer had waarvan 88 procent aangaf daarmee ook op internet te kunnen. Daarnaast bleken negen op de tien deelnemers aan het onderzoek op dat moment een mobiele telefoon te hebben, waarbij een kwart van alle bezitters van een mobieltje aangaf de mogelijkheid te hebben om mobiel te surfen op internet (Reformatorisch Dagblad, 19 september 2008). Het moge duidelijk zijn dat slechts een klein deel van de groep bevindelijk gereformeerden die het medium televisie buiten de deur houden, hetzelfde doet met internet. Daarmee hebben veel gereformeerden die eerder het televisietoestel niet aanschaften de mogelijkheid in huis gehaald om via internet televisie te kijken. Al in 2003 merkten enquêteurs van het Reformatorisch Dagblad op dat “ook in kerkverbanden waar tv-bezit nadrukkelijk is afgewezen c.q. censurabel [tuchtwaardig] is, veel gezinnen met schoolgaande kinderen toch de mogelijkheid hebben om tv te kijken. Aan de leerlingen werd niet gevraagd of ze thuis tv hadden, maar of ze de mogelijkheid hadden om tv te kijken, en op diverse enquêteformulieren was daarbij ingevuld: via internet (Reformatorisch Dagblad, 2003). Het NRC.Next wijdde hier in 2006 al een artikel aan met de titel ‘Uitzendinggemist.nl mag wél’ (NRC. NEXT, 1 november 2006). Dr. Ewald Mckay, docent cultuurgeschiedenis aan de gereformeerde Hogeschool De Driestar, spreekt begin dit jaar in het Reformatorisch Dagblad zelfs van een situatie van ‘gespletenheid’; men heeft officieel geen televisie maar men volgt bepaalde programma’s wel via internet (RD, 12 februari 2011). Zeer recent onderzoek van het Reformatorisch Dagblad toont onomstotelijk aan dat een deel van de bevindelijk gereformeerden wellicht geen televisie heeft, maar wel televisie kijkt via internet. Door middel van de enquête ’60 jaar televisie’ heeft het RD aan de hand van stellingen geprobeerd meer inzicht te krijgen in een aantal zaken rond het tv-gebruik. Uit de enquête onder lezers blijkt dat van de (overwegend bevindelijk gereformeerde) RDachterban die geen televisie bezit, 38 procent weleens via internet televisie kijkt. Deze groep 28
zegt ook vaak het selectief gebruik van televisiekijken via internet verantwoord te vinden. Zo’n 30 procent van de bevindelijk gereformeerde achterban van het Reformatorisch Dagblad kijkt daarentegen nog steeds helemaal geen televisie (RD, 1 oktober 2011). Met name leden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland hechten daarbij nog grote waarde aan een kerkelijk standpunt over tv-gebruik en tv-bezit (RD, 1 oktober 2011).
Figuur 4: bezit t.v. en t.v. kijken via internet onder bevindelijk gereformeerden tussen 1975 en 2011
In de praktijk kan het kijken via internet gezien worden als een vorm van selectief kijken. Het lijkt erop dat een deel van de strikte afwijzers is veranderd in een groep “niet-tvbezittende-selectieve-kijkers” (Dhr. S. de Bruijn in: RD, 1 oktober 2011). Volgens Andries Knevel, is dit geen verrassing omdat het kritisch nadenken over het wel of niet in huis halen van televisie in gereformeerde gezinnen nooit echt is gebeurd. Hij zegt hierover in een artikel in het Reformatorisch Dagblad: “In 1992 kreeg ik vanuit reformatorische kring felle kritiek op mijn boek [De wereld in huis], omdat ik de tv niet radicaal afwees. Diezelfde radicale afwijzing is een blokkade geweest om kritisch na te denken over de moderne media” (RD, 22 oktober 2011). Polderman benoemde dit al in zijn proefschrift waarin hij 29
schrijft dat “de afwijzende standpunten ten aanzien van televisiegebruik daar (nog) zo solide zijn dat ‘bezinning’ niet nodig lijkt” (Polderman, 1996, p. 126).
2.8 Deelvragen Bovenstaande theorie en vooral de recente uitkomsten van de RD-enquête ’60 jaar televisie’ geven voor een deel antwoord op de hoofdvraag hoe bevindelijk gereformeerden zich verhouden tot televisie kijken via internet. Anderzijds roepen de uitkomsten van de enquête, juist in het licht van de theorie van onder andere Polderman, ook weer vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met de argumenten op basis waarvan eerder de televisie buiten de deur werd gehouden? Worden die niet meer als geldig gezien voor televisie kijken via internet of heeft men er eigenlijk, zoals Knevel en Polderman suggereren, in bevindelijke gereformeerde kring nooit zo diep over nagedacht/hoeven nadenken? Zijn er ook verschuivingen in bevindelijk gereformeerde kring qua cultuurvisie of staat de meer afwijzende cultuurvisie (die bij Polderman samenhing met een afwijzende houding t.o.v. televisie) nog wel fier overeind? En kijken bevindelijk gereformeerden dan nu alles wat er op internet te vinden is of vindt er nog een (beargumenteerde) vorm van selectie plaats? En loopt het verband tussen houding t.o.v. televisie via internet en kerkgenootschap parallel met het verband tussen televisie en kerkgenootschap eerder of zijn de meest radicale afwijzers van televisie nu juist diegenen die zich vol overgave op Uitzendinggemist storten? En wie vormen precies die groep radicale afwijzers? Zijn dat misschien vooral ouderen die volgens verschillende onderzoeken naar de diffusie van innovaties sowieso vaak niet happig zijn op innovaties? Het moge duidelijk zijn dat de theorie, en dan met name de RD-enquête ’60 jaar televisie’, om (empirische) verdieping en aanvulling vraagt. In de onderstaande paragrafen zullen de verschillende (deel)vragen voor het aanvullend en verdiepend empirisch onderzoek besproken worden. Door middel van empirisch onderzoek zal gepoogd worden deze deelvragen te beantwoorden en zo licht te werpen op recente ontwikkelingen m.b.t. televisie kijken via internet in bevindelijk gereformeerde kring en deze ontwikkelingen (kritisch) te plaatsen in of naast de eerder besproken theorie van onder andere Polderman. In de conclusie zullen de nieuwe feiten en inzichten gepresenteerd worden die, als zijnde een aanvulling en verdieping op datgene wat al bekend was, het RD en Kliksafe extra 30
overwegingen in hun overdenking over verantwoord mediagebruik in bevindelijk gereformeerde kring wil meegeven.
2.8.1 Deelvraag 1 De oude stempel
Is er een verband tussen de leeftijd en de houding die bevindelijk gereformeerden hebben ten opzichte van televisie kijken via internet?
Toelichting: De acceptatie van een nieuwe technologie in een samenleving volgt meestal een vast patroon: de S-vormige curve. Sommige mensen gaan snel tot aanschaf over, terwijl anderen een meer afwachtende houding hebben. Verschillende onderzoeken tonen aan dat het met name ouderen zijn die relatief laat of zelfs nooit tot adoptie van een innovatie overgaan. Jongeren daarentegen groeien met bepaalde mediagewoonten op, om die gewoonten vervolgens mee te nemen als ze in een volgende levensfase belanden. Om nu te weten hoe bevindelijk gereformeerden zich in de toekomst ten opzichte van televisie kijken via internet zullen verhouden, is het interessant om te kijken welke rol leeftijd momenteel speelt in het wel of niet adopteren van televisie (via internet) binnen deze kring. Als nu bijvoorbeeld blijkt dat het vooral ouderen zijn die nu nog helemaal geen televisie kijken, terwijl jongeren veel meer televisie kijken (via internet), dan is de kans groot dat de groep die helemaal niets van televisie moet hebben er binnen nu en 20 jaar op natuurlijke wijze uitgroeit. Door het verband te onderzoeken tussen leeftijd en houding ten opzichte van televisie kijken, kan inzicht gekregen worden in de vraag of een bepaald segment afwijzers (nu nog 30 procent van het geheel) er binnen nu en 20 jaar wellicht uitgegroeid zal zijn. De uitkomst van deze vraag geeft op die manier een extra (toekomst)perspectief op de overige uitkomsten van het onderzoek. Want als blijkt dat bevindelijk gereformeerd Nederland zich wellicht over enkele jaren volledig op televisie kijken via internet heeft gestort, zullen de conclusies van dit onderzoek in de toekomst alleen maar relevanter worden.
31
2.8.2 Deelvraag 2 Hoe harder het nee, des te meer via de pc?
Is er een verband tussen de houding van bevindelijk gereformeerden ten opzichte van televisie kijken via internet en het behoren tot een bepaalde kerk?
Toelichting: Op basis van Polderman (1996) leek er een indeling te maken te zijn van de houding ten opzichte van televisie gekoppeld aan kerkgenootschap. De vraag is of dezelfde kruisverbanden ook opgaan voor televisie kijken via internet. Simpel gesteld, zijn bevindelijk gereformeerden over de hele linie een stuk opgeschoven in de richting van (een bepaalde vorm) van selectief kijken of zijn juist de van oorsprong meest categorische afwijzers nu diegenen die het meest het het televisie kijken via de computer omarmen? Door deze vraag te beantwoorden kan inzicht gegeven worden in de vraag of de mate waarin bepaalde kerkgenootschappen de televisie afwijzen of afwezen ook doorwerkt in de mate van afwijzing van televisie kijken via internet of dat er, als het ware, een ‘forbidden fruit’-effect vanuit gaat waardoor juist in de kerken waar televisie het meest wordt afgewezen, kerkgangers zich nu en masse op televisie kijken via internet storten.
2.8.3 Deelvraag 3 Uitzendinggemist mag wél
Hoe kijkt men binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ aan tegen de verschillende argumenten voor of tegen het gebruik van televisie (via internet) en welke cultuurvisie hangt deze groep aan?
Toelichting: Op basis van de recente onderzoeksresultaten van het RD suggereerde o.a. Andries Knevel dat juist doordat de televisie in deze kring categorisch werd afgewezen, het nadenken over en het beargumenteren van wel of niet televisiegebruik in bevindelijk gereformeerde kring weinig is gebeurd. Dit verklaart volgens hem het feit dat men lang niet zo’n strikte houding ten opzichte van televisie kijken via internet heeft, als tegen het hebben van een televisietoestel. 32
In het verlengde van deze verklaring moet ook worden opgemerkt dat in de meest behoudende kringen het kerkelijk toezicht op televisiebezit een belangrijk onderdeel was van de visie op televisiegebruik. Wellicht dat de kerkelijke leiders, zoals deze ook in het onderzoek van Polderman aan het woord kwamen, een stukje stelliger in de leer zijn/waren dan in de praktijk van de kerkleden het geval is/was. De vraag is dan ook hoe de groep ‘niettv-bezittende-selectieve-kijkers’ aankijkt tegen de verschillende argumenten voor of tegen het gebruik van televisie (via internet) en in welke cultuurvisie zij hun mediagebruik en hun verantwoording daarvoor plaatsen. Door deze vraag te beantwoorden kan de stelling van Andries Knevel en het onderzoek van Polderman, dat gebaseerd was op uitspraken van kerkelijk opinieleiders, getoetst worden met uitspraken van ‘de gewone kerkgangers’ anno nu.
2.8.4 Deelvraag 4 Geen Youtube op zondag
Welke selectiecriteria worden gehanteerd in gezinnen waar geen tv aanwezig is maar wel via internet televisie wordt gekeken en hoe wordt het televisie kijken via internet in deze gezinnen begeleid?
Toelichting: Een laatste vraag die de recente ontwikkeling oproept is welke selectiecriteria de ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ aanhouden. Welke programma’s komen nu wel de huiskamer binnen en welke zijn nog steeds een no go? En (vooral als het gaat om gezinnen) hoe worden deze selectiecriteria vertaald naar de praktijk van de begeleiding van het kijken van televisie via internet? Voor deze vraag is, op verzoek van het RD, nadrukkelijk het gezin als onderzoekseenheid genomen. Als het gaat om het overdenken van verantwoord mediagebruik door het RD en Kliksafe kan het een aanvulling zijn inzicht te hebben in hoe het televisie kijken via internet in de praktijk vorm gegeven wordt en waar in gezinnen, als het gaat om begeleiding, de nadruk op wordt gelegd.
33
3. Methode Sommige van bovenstaande deelvragen zijn te beantwoorden met de ruwe data van de enquête, d.w.z. door verbanden te leggen tussen de antwoorden die respondenten op de verschillende vragen in de enquête ’60 jaar televisie’ hebben gegeven. Andere deelvragen zijn niet met een kwantitatieve analyse van de bestaande data te beantwoorden. Om deze deelvragen te beantwoorden heb ik aanvullend kwalitatief onderzoek gedaan. Mijn onderzoek bestaat zodoende uit twee delen, een kwantitatief gedeelte en een kwalitatief gedeelte. Deelvraag 1 en 2 zullen door middel van een kwantitatieve analyse beantwoord worden. Voor deelvraag 3 en 4 zal een kwalitatieve methode worden gebruikt. In dit hoofdstuk zal eerst het kwantitatieve gedeelte van mijn onderzoek uitgelegd en verantwoord worden, en vervolgens zullen de stappen van het kwalitatieve deel van mijn onderzoek aan bod komen.
3.1 Kwantitatief 3.1.1 Methode van dataverzameling Het kwantitatieve gedeelte van dit onderzoek is een analyse op de ruwe data van de RDenquête ’60 jaar televisie’ waarin aan de hand van stellingen geprobeerd is meer inzicht te krijgen in een aantal zaken rond tv-gebruik (RD, 1 oktober 2011). De feitelijke enquête is terug te vinden in de bijlage.
3.1.2 Selectie van respondenten De achterban van het Reformatorisch Dagblad (oplage rond de 53.000) wordt door het RD gezien als afspiegeling van de groep gereformeerden met een behoudende inslag. Het RD heeft op basis van kerkgenootschappen die behoren tot de zogenaamde gereformeerde gezindte schattingen gemaakt van haar marktaandeel. Het deel van de gereformeerde gezindte waar het RD zich specifiek op richt telt ongeveer 100.000 huishoudens. Het RD heeft 53.000 abonnees. Ongeveer 30 procent van de abonnees geven de krant door aan een ander. Het RD bereikt dus 53.000 x 1,3 huishoudens= 68,900 huishoudens. Het Reformatorisch Dagblad bereikt daarmee naar eigen zeggen een aanzienlijk deel van de gereformeerde gezindte.
34
Het lezerspanel van 3500 lezers wordt door het RD gezien als een goede afspiegeling van de eigen achterban. Wel is het zo dat jongeren relatief sterker vertegenwoordigd zijn dan bijvoorbeeld 65-plussers. Het lezerspanel is gevormd via zelfaanmelding. Halverwege 2011 heeft het RD onder haar lezerspanel a-select 1083 online en 750 schriftelijke enquêtes verspreid. 491 respondenten hebben de online enquête ingevuld en er waren 265 schriftelijke reacties. Dit is een response-rate van
37,3%
(1833/684).
3.1.3 Operationalisering Door middel van statistische analyse van variabelen die uit de enquête zijn op te maken, zal de vraag beantwoord worden welk verband er is tussen de houdingen ten opzichte van televisie kijken via internet en kerklidmaatschap. Daarnaast zal door een analyse van de data de vraag beantwoord worden wat het verband is tussen de houding ten opzichte van televisie kijken (via internet) en leeftijd. In onderstaande alinea’s zal besproken worden welke variabelen met elkaar zijn vergeleken, waarbij ook uitgelegd zal worden waarom in sommige gevallen de door het RD aangehouden variabelen zijn bewerkt tot eigen variabelen.
3.1.3.1 Houding Het begrip houding of attitude bestaat, volgens de sociale psychologie, zowel uit verstand, gevoel en gedrag4 (Olson& Zanna, 1993). Er is echter discussie of de component (intentioneel) gedrag wel gerekend moet worden tot een houding of resulteert uit een houding, bestaande uit wat men denkt en voelt over een bepaald onderwerp. In het bij onderzoek naar adoptie van innovaties veel gebruikte Technology of Acceptance-model (TAM) worden verstand en gevoel losgekoppeld van gedrag (Davis, 1989, Venkatesh et al. 2003). Het RD heeft in de enquete ’60 jaar televisie’ geen integrale vraag gesteld aan respondenten waarmee het geheel van verstand, gevoel en gedrag m.b.t. televisie kijken (via internet) is bevraagd. Wel is er een heel duidelijke vraag over gedrag (gebruik/bezit) m.b.t. televisie via internet aan respondenten voorgelegd. 4
Onder gedrag kan als het gaat om media ook worden verstaan ‘gebruik/bezit’
35
De drie ‘houdingen’ die uit de antwoorden op RD-enquête kunnen worden onderscheiden zijn: - acceptatie: respondenten die aangeven een tv te bezitten, ook wel genoemd ‘tv bezitter’. - selectie: respondenten die aangeven geen tv te hebben maar wel op andere wijze (via internet, laptop, mobiele telefoon, tablet) televisie te kijken, ook wel genoemd ‘niet-tv bezittende-selectieve-kijkers’. - distantie: respondenten die aangeven geen tv te hebben en ook op geen enkele andere manier tv te kijken, ook wel genoemd ‘niet-tv bezitter, ook geen gebruik’.
De variabele ‘houding’ (gedrag) heb ik geconstrureerd op basis van deze vraag, enquête vraag 1, waarin respondenten gevraagd is welke omschrijving het beste past bij hun situatie, waarbij de antwoordopties een vorm van bezit en gebruik van televisie (via internet) omschreven. Hoewel het begrip ‘houding’ dus meer impliceert dan bezit en gebruik, komt gedrag wel uit een houding voort en kan deze variabele uit de enquête gebruikt worden voor de beantwoording van deelvraag 1 en 2 als het gaat om het verband tussen ‘houding’ en ‘leeftijd’ en ‘kerklidmaatschap’. In het kwalitatieve gedeelte van mijn onderzoek zal meer aandacht zijn voor de componenten ‘verstand‘ en ‘gevoel’.
Figuur 5: Enquête vraag 1 uit RD-enquête ’60 jaar televisie’
1. Welke omschrijving past het best bij uw situatie? Ik heb geen tv (door naar vraag 5). Ik heb geen tv, maar kijk wel eens een tv-programma achteraf via internet (bijv. via Uitzending Gemist of een vergelijkbare ”gemist”-functie op een omroepsite) (door naar vraag 4). Ik heb geen tv, maar kijk wel eens een tv-programma live en achteraf met een pc, laptop, mobiel of tablet (bijv. iPad) (door naar vraag 3). Ik heb een tv en kijk alleen via een (eigen) vast toestel. Ik heb een tv en kijk ook wel eens via pc, laptop, mobiel of tablet (bijv. iPad)
36
Antwoordoptie 4 en 5 beschrijven de situatie van de kijkers die wel een tv hebben en eventueel daarnaast via internet televisie kijken (acceptatie). Antwoordoptie 2 en 3 beschrijven de situatie van de niet-tv-bezitter die wel via internet kijkt (selectie). Het Reformatorisch Dagblad rekent in de eigen analyse mensen die bij vraag 1 in de enquête aangeven “ik heb geen tv” tot de categorie ‘geen tv-bezit en gebruik’. Een deel van deze groep geeft later in de enquête echter aan dat zijzelf of hun huisgenoten af en toe, regelmatig of zeer regelmatig live via pc, laptop of tablet en via mobiele telefoon, of achteraf via internet, televisieprogramma’s kijkt. Alleen de groep die op zowel vraag 1, optie 1 (“ ïk heb geen t.v”) als op vraag 7 (“nooit” gebruik maken van mogelijkheid om via pc, laptop of tablet live naar tv programma’s te kijken), als op vraag 8 (“nooit” via mobiel) en vraag 9 (nee, geen gebruik mogelijkheid om via internet achteraf programma’s te bekijken) kan feitelijk gerekend worden tot de groep die zich volledig distantieert van alle vormen van televisie. De groep die zegt geen tv te hebben (vraag 1, optie 1) maar bij vraag 7, 8 of 9 aangeeft af en toe of vaker live of achteraf televisie te kijken, wordt in dit onderzoek gerekend tot de groep selectieve kijkers. Zie tabel 1 en figuur 6. In SPSS is een nieuwe variabele gemaakt op basis van bovenstaande constructie. Deze variabele is van een nominaal meetniveau. Hoewel de eerdere houding ten opzichte van televisie, zoals in de theorie beschreven werd, op een schaalniveau aangegeven kon worden, geldt dat niet voor de variabele ‘houding’ zoals deze hier is geoperationaliseerd. De houding acceptatie staat namelijk voor ‘acceptatie van televisie’, terwijl de houding selectie staat voor ‘selectie van televisie via internet’. Daarmee zijn het dus scores op verschillende schalen en niet op dezelfde schaal zoals eerder wel voor televisie gold.
Tabel 1: Overzicht van hercodering waarden RD-enquête naar nieuwe variabele ‘houding’ Houding Acceptatie Selectie
Distantie
Antwoord RD-enquête Vraag 1, optie 4 of 5 Vraag 1, optie 2 of 3 + Vraag 1, optie 1 + vraag 7 optie, 2,3,4 of vraag 8, optie 2, 3, 4 of vraag 9, optie 2, 3, 4, 5, 6, 7 Vraag 1, optie 1 + vraag 7, optie 1, vraag 8, optie 1 & vraag 9, optie 1
37
Waarde op nieuwe variabele ‘houding’ 1 2
3
Figuur 6: Enquête vraag 7, 8 en 9 uit de RD-enquête ’60 jaar televisie’
7. Maakt u wel eens gebruik van mogelijkheden om via pc, laptop of tablet (bijv. iPad) live naar tv-programma’s te kijken (dus niet achteraf via bijv. Uitzending gemist of vergelijkbare functie)? nooit af en toe regelmatig zeer regelmatig 8. Maakt u of een van uw huisgenoten wel eens gebruik van mogelijkheden om via een mobiele telefoon live naar tv-programma’s te kijken (dus niet achteraf via bijv. Uitzending Gemist of een vergelijkbare functie)? nooit af en toe regelmatig zeer regelmatig 9. Maakt u of een van uw huisgenoten wel eens gebruik van de mogelijkheden om uitgezonden tv-programma’s achteraf via internet te bekijken met bijv. ”Uitzending Gemist” (of een vergelijkbare functie) en zo ja, hoeveel uur per week? nee ja, namelijk: 0 – 2 uur 2 – 5 uur 5 – 10 uur 10 – 15 uur 15 – 20 uur meer dan 20 uur per week
3.1.3.2 Leeftijd Leeftijd is in de RD-enquête ’60 jaar televisie’ geoperationaliseerd naar leeftijdscategorieën, te weten jonger dan 24 jaar, 25 - 34 jaar, 35 - 44 jaar, 45 – 54 jaar, 55 – 64 jaar, 65 – 75 jaar, ouder dan 75 jaar. De variabele leeftijd is daarmee van een ordinaal meetniveau. Het statistisch verband met de variabele ‘houding’ is berekend door het maken van een kruistabel in SPSS waarbij de associatie (Cramer’s V) tussen de variabelen ‘houding’ en ‘leeftijd’ is berekend, alsmede de statistische significantie van dit resultaat (Pearson ChiSquare). De volgende richtlijnen voor het benoemen van het statistisch verband zijn aangehouden: 0 – 0,05 geen verband, 0,05 – 0,20 zwak verband, 0,20 – 0,50 matig verband, 0,50 – 1,00 sterk verband. 38
Voor een meer inhoudelijke beantwoording van deelvraag 1 zal in de kruistabel gekeken worden naar de percentage-verdeling van de verschillende scores op de variabele ‘houding’ per leeftijdscategorie.
3.3.1.3 Kerkgenootschap In de RD-enquête is respondenten gevraagd tot welke kerk zij behoren. De indeling die het Reformatorisch Dagblad aanhoudt, zal gebruikt worden bij het berekenen van het verband tussen houding en kerkgenootschap. De indeling die het RD aanhoudt wijkt echter wel enigszins af van de indeling van Polderman. De evangelische kerken en de PKN komen in de indeling van Polderman niet voor. De Oud Gereformeerde Gemeente en de Gereformeerde Gemeente in Nederland heeft Polderman samengetrokken, terwijl het RD deze als aparte antwoordopties bevraagd heeft. De evangelische kerk heb ik in mijn berekeningen buiten beschouwing gelaten omdat ik deze op basis van de theorie van de gereformeerde traditie ten opzichte van televisie niet op deze schaal kon plaatsen en de respondenten behorend tot deze kerkstroming ook ondervertegenwoordigd waren in de enquête (4 respondenten). De PKN-stromingen en door het RD apart bevraagd de Oud Gereformeerde Gemeente en de Gereformeerde Gemeente in Nederland (binnen en buiten verband) heb ik wel meegenomen in de statistische berekening. De variabele ‘kerkgenootschap’ is van een nominaal meetniveau. Het statistisch verband met de variabele ‘houding’ is berekend door het maken van een kruistabel in SPSS waarbij de associatie (Cramer’s V) tussen de variabele ‘houding’ en ‘kerkgenootschap’ is berekend. Ook is de statistische significantie van dit resultaat berekend (Pearson ChiSquare). De volgende richtlijnen voor het benoemen van het statistisch verband zijn aangehouden: 0 – 0,05 geen verband, 0,05 – 0,20 zwak verband, 0,20 – 0,50 matig verband, 0,50 – 1,00 sterk verband. Om vervolgens antwoord te kunnen geven op de meer specifieke vraag in hoeverre de ‘strengste’ afwijzers van het medium televisie wel of niet het meest via internet televisie kijken, is een handmatige berekening uitgevoerd. Allereerst zijn de kerkgenootschappen op basis van het percentage respondenten dat geen televisie bezit op een schaal ingedeeld van houding ten opzichte van televisie (‘hoe harder het nee’). Vervolgens is handmatig berekend 39
welk percentage van de respondenten die geen televisie bezitten wel via internet kijkt. Dit heb ik gedaan door het aantal respondenten dat geen tv heeft en ook nooit televisie kijkt en het aantal respondenten dat geen tv heeft maar wel kijkt op te tellen als zijnde beide ‘niettv-bezitters’. Vervolgens heb ik het percentage niet-tv bezitter dat wel via internet kijkt op dit totaal van ‘niet-tv-bezitters’ berekend. Om inzichtelijk te maken hoe dit percentage (‘hoe harder het nee, des te meer via de pc’) per kerkgenootschap zich verhoudt tot de houding ten opzichte van televisie, zijn alle kerkgenootschappen ook op een schaal gezet. Vervolgens is vrij overzichtelijk te zien of de kerkgenootschappen waar nog het meest de houding ‘distantie’ ten opzichte van televisie zichtbaar is, ook de kerkgenootschappen zijn waar verhoudingsgewijs de meeste niet-tv bezitters televisie via internet kijken.
3.1.4 Betrouwbaarheid & validiteit De afwezigheid van toevallige fouten maakt een onderzoek betrouwbaar (Baarda, de Goede & Teunissen, 2005) Bij kwantitatief onderzoek kan door middel van het berekenen van de statistische significatie bekeken worden in hoeverre de resultaten berusten op toeval. In mijn onderzoek is een significatieniveau van p< 0.001 aangehouden. De respondenten die de RD-enquête 60 jaar televisie invulden, is beloofd dat hun gegevens in publicaties niet op hun persoon zijn terug te voeren. Hiermee is door het RD geprobeerd de kans op sociaalwenselijke antwoorden te verminderen en de interne validiteit te vergroten. De externe validiteit van het onderzoek bepaalt in hoeverre de resultaten van het kwantitatieve onderzoek gegeneraliseerd mogen worden. Dit hangt er met name van af in hoeverre de selectie van respondenten representatief is voor de hele onderzoekspopulatie (Baarda et al., 2005). Aangezien het RD door zelfaanmelding via de krant aan respondenten voor de enquête ’60 jaar televisie’ is gekomen, is het nodig enige reserve te behouden als het gaat om het, op basis van de resultaten van de enquête ’60 jaar televisie’, uitspraken doen over de hele populatie bevindelijk gereformeerden. Echter, gezien de reikwijdte van het RD en de relatief hoge response-rate op de aselect onder het lezerspanel verspreide enquête mag toch
40
worden aangenomen dat de resultaten van dit onderzoek geldig zijn voor een aanzienlijk deel van bevindelijk gereformeerd Nederland.
3.2 Kwalitatief Om meer inzicht te krijgen in hoe de niet-tv-bezitters die wel via internet kijken deze vorm van televisie kijken verantwoorden (in het licht van argumenten voor of tegen het gebruik van televisie) is gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksmethode. In dit geval biedt kwalitatief onderzoek meer mogelijkheden dan kwantitatief onderzoek omdat door, in dit geval, (arbeids)intensieve gesprekken beter boven tafel is te krijgen wat mensen drijft en hoe mensen bepaalde dingen tegen elkaar afwegen dan door de vaak vooraf bepaalde kwantitatieve onderzoeksmethodes (Baarda, De Goede & Theunissen, 2005).
3.2.1 Methode van dataverzameling Mijn gegevens heb ik verkregen door tien semi-gestructureerde interviews. In deze interviews ben ik ingegaan op de argumenten voor of tegen het gebruik van internet alsook op de vraag hoe men de plaats van kerk en christen in de wereld ziet (cultuurvisie). Daarnaast heb ik respondenten gevraagd welke selectiecriteria zij aanhouden en hoe zij hun visie op het medium televisie kijken via internet vertalen naar de praktijk van begeleiding. Een uitgebreidere bespreking van de topiclijst komt aan bod in alinea 3.2.3. De interviews duurden gemiddeld ongeveer 49 minuten. Het kortste interview was 32,5 minuten lang. Het langste interview duurde daarentegen 1 uur en 22 minuten. Met uitzondering van het interview van 32,5 minuten en een interview van 35 minuten lagen de duur van de rest van de interviews vrij dicht tegen het gemiddelde van 49 minuten aan. Het aantal van tien interviews bleek voldoende om een bepaalde mate van verzadiging te krijgen. Uit nieuwe gesprekken komt naar verwachting geen nieuwe informatie die relevant zou zijn voor de beantwoording van deelvraag 3 en 4.
3.2.2 Selectie van respondenten Voor de beantwoording van deelvraag 3 en 4 zijn mensen die eerder deelnamen aan de hierboven genoemde enquête ’60 jaar televisie’ benaderd. Er is geselecteerd op mensen die in die enquête aangaven geen t.v. te hebben maar wel via internet televisie te kijken: de 41
‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijker’. Ook is, met het oog op de beantwoording van deelvraag 4, geselecteerd op gezinnen met thuiswonende kinderen. Omdat hier in de RDenquête ’60 jaar televisie’ niet specifiek naar was gevraagd, maar wel naar het aantal huisgenoten is een selectie gemaakt op huishoudens met meer dan 2 personen. Voor deelvraag 3 wordt niet specifiek ouders gevraagd, maar is toch dezelfde selectie op basis van gezinnen gebruikt als voor de beantwoording van deelvraag 4. Het voordeel hiervan is dat er niet twee verschillende selecties van respondenten benaderd en geïnterviewd hoefden te worden, maar dat met dezelfde selectie van respondenten gewerkt kon worden. De nadelen hiervan ten aanzien van de mogelijkheid conclusies te trekken uit de verzamelde gegevens zullen besproken worden in de paragraaf 3.2.5. over de betrouwbaarheid en geldigheid van het kwalitatieve onderzoek. De 147 respondenten die aan de bovengenoemde selectiecriteria voldeden, zijn door het RD benaderd met de vraag of ze in een vraaggesprek verder wilden ingaan op hun houding ten opzichte van televisie kijken via de computer en of in dat kader hun e-mailadres aan mij verstrekt mocht worden. De 20 personen die positief reageerden op dit verzoek heb ik vervolgens een aanmeldingsformulier opgestuurd. In totaal kreeg ik 15 ingevulde formulieren teruggestuurd. Daaruit heb ik 10 gezinnen geselecteerd, waarbij ik voornamelijk heb gelet op ‘beschikbaarheid’ en op ‘woonplaats’, omdat het Reformatorisch Dagblad had aangegeven dat de regio waar respondenten vandaan kwamen van invloed kon zijn op de resultaten. Ik heb uiteindelijk drie gezinnen uit Zeeland, drie gezinnen uit Zuid-Holland, drie uit omgeving Utrecht en één gezin uit Overijssel geïnterviewd. Ik heb niet specifiek geselecteerd op kerkverband. 6 respondenten behoorden tot de Gereformeerde Gemeente. 2 respondenten kerkten in een Christelijke Gereformeerde Kerk en nog eens 2 respondenten gingen naar een PKN- Gemeente (Gereformeerde Bond). Er is niet geselecteerd op het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Dit varieerde dan ook sterk in de selectie. De meeste respondenten (7) die ik interviewde hadden 4 of 5 kinderen. De overige gezinnen hadden 1, 2 of 3 kinderen. In 2 gezinnen waren kinderen in de puberleeftijd (tussen de 13 en 17 jaar) of ouder aanwezig. In de helft van de gezinnen was het oudste kind 10 tot 12 jaar oud. In twee gezinnen waren de kinderen respectievelijk niet ouder dan 4 en 7 jaar oud. 42
3.2.3 Topiclist De interviews zijn semi-gestructureerd afgenomen. Op basis van eerdere theorieën en concrete vragen van het Reformatorisch Dagblad, heb ik voorafgaand aan het eerste interview een topic-lijst opgesteld. De topiclijst is iets veranderd gedurende de periode dat de interviews zijn afgenomen. Bij de eerste drie interviews heb ik bijvoorbeeld niet gevraagd of er op zondag gekeken werd. Ook heb ik het antwoord van een respondent tijdens het derde interview voorgelegd aan latere respondenten, om te toetsen of andere respondenten zich in het genoemde herkenden. De onderwerpen die aan bod zijn gekomen zullen hieronder kort besproken worden.
3.2.3.1 Gebruik Bekend is al dat de groep respondenten die geïnterviewd is zich kenmerkt door het niet bezitten van een tv, maar wel gebruikmaken van mogelijkheid om via internet televisie te kijken. Om de rest van de antwoorden die in het gesprek gegeven zijn in de context van de mate van gebruik te zien, is respondenten echter (nogmaals) gevraagd hoeveel zijzelf en hun kinderen televisie kijken via internet. Andere vormen van gebruik (o.a. waar en hoe) zullen gespecificeerd worden onder het kopje begeleiding en selectiecriteria.
3.2.3.2 Redenen om geen televisie te hebben Respondenten is gevraagd om welke reden(en) zij geen televisie in huis hebben, waarbij ook gevraagd is welke rol (het standpunt van) de kerk speelt in het niet hebben van een televisie.
3.2.3.3 Redenen om wel televisie te kijken via internet Vervolgens is respondenten gevraagd op welke reden(en) zij wel televisie kijken via internet.
3.2.3.4 Hoe kijken respondenten aan tegen eerder tegen televisie ingebrachte argumenten Respondenten werden verschillende argumenten voorgehouden die eerder tegen televisie (kijken) werden ingebracht, zoals ook beschreven in het theoretisch kader. Respondenten is gevraagd hoe zij tegen deze argumenten aankijken, of ze deze kennen en of ze zich in deze argumenten herkennen. Ook is respondenten gevraagd naar hun mening over een
43
argument van de bevindelijke gereformeerde predikant ds. Egas dat televisie kijken (via internet) een hellend vlak is en om die reden moet worden afgewezen.
3.2.3.5 Cultuurvisie Respondenten is, aan de hand van het artikel uit het RD waarin de bevindelijk gereformeerde predikant ds. Egas pleit voor een ‘Bijbels vreemdelingschap’ als het gaat om televisie kijken via internet, gevraagd waar ze zich plaatsen als het gaat om cultuurvisie. Soms kwam dit onderwerp al zijdelings tijdens het gesprek aan bod.
3.2.3.6 Selectiecriteria Respondenten is gevraagd wat ze dan wel en niet aan televisie via internet kijken en op basis waarvan ze die beoordeling maken cq. welke handvatten ze hun kinderen meegeven om programma’s te beoordelen Ook is (m.u.v. de eerste drie) respondenten gevraagd of ze op zondag televisie kijken via internet. Deze vraag is niet in de theorie opgenomen, maar is spontaan tijdens het vierde interview opgekomen en aangezien er een uitgesproken resultaat uit leek te komen, ook aan de daaropvolgende respondenten voorgelegd.
3.2.3.7 Begeleiding In de interviews is ook implicitiet of expliciet gevraagd naar welke manieren van begeleiding5 van het televisie kijken via internet gehanteerd worden. Met name bij het stukje evaluatieve begeleiding (het praten met kinderen) heb ik geprobeerd iets dieper erop in te gaan, door te vragen naar welke handvatten ouders hun kinderen meegeven als het gaat om televisie kijken via internet.
3.2.4 Gegevensverwerking- en analyse 3.2.4.1 Toestemming respondenten Respondenten hebben toestemming gegeven voor het opnemen van het interview op band. Deze toestemming is wel gevraagd maar niet op band opgenomen. Aan het eind van de het 5
In de interviews maakte ik nog gebruik van de term ‘regulering’, welke in een later stadium van mijn onderzoek is gewijzigd is in het, door het SCP gebruikte, begrip ‘begeleiding
44
interview, maar dit is ook niet op band opgenomen, heb ik alle respondenten bedankt. Ook is de respondenten uitleg gegeven over de anonieme verwerking van de gegevens. Respondenten is beloofd dat de gegevens anoniem verwerkt zouden worden. Om die reden zijn de namen van personen en plaatsnamen die genoemd worden in de interviews gefingeerd of weggelaten.
3.2.4.1 Transcriptie Elk interview is binnen enkele dagen nadat het interview plaatsvond, letterlijk uitgeschreven. Alleen daar waar zeer duidelijk was dat de gegeven informatie niet relevant was voor het onderzoek is tussen haakjes een samenvatting gegeven van het gezegde. Niet relevante informatie is informatie die geen antwoord geeft op een van de onderzoeksvragen en die ook niet dient als achtergrond voor andere vragen (een uitgebreid voorbeeld, een anekdote of, ook vaak voorkomend, een relaas over mediagebruik dat geen betrekking heeft op televisie). Het incidenteel samenvatten van bepaalde delen van het interview is op zo’n manier gedaan dat voor derden nog wel duidelijk is wat er gezegd is, zodat nog wel beoordeeld kan worden of dit inderdaad irrelevante informatie betreft. In sommige gevallen heb ik ook de vraag die ik stelde samengevat, bijvoorbeeld de vraag waarin ik een samenvatting geef van het artikel met ds. Egas. In de transcriptie van interview 1 is deze vraag wel volledig uitgeschreven terug te vinden.
3.2.4.2 Fragmenten Mijn analyse-eenheden zijn zinnen en fragmenten. Uit de transcripties zijn per interview de fragmenten geselecteerd die antwoord geven op een bepaalde onderzoeksvraag of die als achtergrond dienen voor de beantwoording van een van de onderzoeksvragen.
3.2.4.3 Labeling De uit de interviews geselecteerde relevante tekstfragmenten heb ik vervolgens gelabeld. Dat wil zeggen dat er aan de fragmenten een naam is gegeven. Omdat er is gewerkt met een topic-lijst heb ik allereerst fragmenten ondergebracht onder een bepaald topic, bijvoorbeeld uitspraken over het gevaar van wereldgelijkvormigheid of uitspraken over welke rol de kerk
45
wel of niet speelt voor respondenten in het bepalen van een standpunt m.b.t. tot televisie kijken via internet. Vervolgens heb ik gekeken welke van de uitspraken op een bepaald topic onder één noemer geschaard konden worden. Hiervoor creëerde ik vervolgens een label dat een goeie omschrijving gaf van de overeenkomstige inhoud van de tekstfragmenten. In sommige gevallen was er een binnen een label de variatie ja/nee mogelijk, bijvoorbeeld als het ging om het hebben van een internetfilter. In die gevallen heb ik dus tekstfragmenten onder een label gebracht van die positief danwel negatief scoren op deze stelling. In andere gevallen was het door de complexiteit van de antwoorden minder gemakkelijk om de variatie binnen een label te houden, en heb ik ervoor gekozen de tekstfragmenten meer inhoudelijk te labelen. Bijvoorbeeld als het gaat om uitspraken over het ‘gevaar van wereldgelijkvormigheid’ waarbij niet zozeer een ja/nee score aan te houden was, maar meer verschillende (complexe) commentaren op deze stelling mogelijk waren. Alle relevante tekstfragmenten heb ik gelabeld, door de tekstfragmenten in te delen in het schema van labels. Sommige tekstfragmenten kregen meerdere labels, waardoor ze onder verschillende labels zijn terug te vinden. Door bij alle tekstfragmenten de vindplaats in de transcripties te vermelden, heb ik geprobeerd ervoor zorg te dragen dat mijn labeling te traceren is. Voor een overzicht van de tekstfragmenten en hun labeling, zie bijlage.
3.2.5 Betrouwbaarheid & Geldigheid De betrouwbaarheid van een onderzoek hangt af van de mate waarin dat de onderzoeksresultaten onafhankelijk zijn van het toeval. In het geval van kwalitatief onderzoek betekent dit dat duidelijk moet zijn waar de onderzoeksconclusies op gebaseerd zijn en ook waar eventueel een ‘toevalligheid’ in gelegen zou zijn (Baarda et.al, 2005, p. 193). De betrouwbaarheid van het onderzoek hangt er onder andere van af in hoeverre de selectie respondenten representatief is voor de hele groep bevindelijk gereformeerden die televisie kijken via internet. Onder het kopje ‘selectie respondenten’ in 3.2.2. is besproken hoe de selectie van respondenten tot stand is genomen. Opgemerkt dient te worden dat voor deelvraag 3 om praktische redenen een selectie van ouders met thuiswonende kinderen is geïnterviewd terwijl de vraag zich richt op bevindelijk gereformeerde ‘niet-tv46
bezittende-selectieve-kijkers ’in zijn algemeenheid. Onder andere qua leeftijd vormt de groep ouders geen weerspiegeling van alle bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken. Mogelijk dat de leeftijd van de respondenten invloed heeft op de resultaten. Hierom, en omdat het onderzoek zich sowieso beperkt tot een kleine aselecte selectie en dus niet representatief is, moet er opgepast worden met het generaliseren van specifieke meningen en uitspraken van respondenten naar de hele groep van bevindelijke gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken. Daarnaast is bij kwalitatief onderzoek de onderzoeker zelf het ‘meetinstrument’. Het referentiekader van de onderzoeker kan invloed hebben op de resultaten. Door vooringenomenheid of te grote betrokkenheid zouden bijvoorbeeld interpretatiefouten kunnen ontstaan die de resultaten beïnvloeden (Baarda et al., 2005). Deze beïnvloeding van de resultaten zou zowel tijdens de interviews als bij de (interpretatieve) analyse van de gegevens plaats kunnen vinden. Om mijn onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te maken, is geprobeerd zoveel mogelijk te omschrijven welke stappen er in het onderzoek zijn genomen. Zo is er tijdens de interviews gewerkt met een semi-gestandariseerde topic-lijst die ook besproken is en is daarnaast geprobeerd inzichtelijk te maken hoe de analyse tot stand is gekomen. Dit vergroot de reproduceerbaarheid en daarmee de betrouwbaarheid van dit onderzoek.
De geldigheid van een onderzoek is erin gelegen in hoeverre de resultaten een weergave zijn van de werkelijke situatie die bij respondenten aanwezig is. Een vertekening van de resultaten kan o.a. ontstaan zijn doordat respondenten geen juiste weergave geven van de stand van zaken omtrent hun (verantwoording voor het) gebruik van t.v. via internet. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat respondenten sociaalwenselijke antwoorden geven of weerstand voelen bij diegene die ze interviewt. Mogelijke weerstand van de respondenten heb ik proberen te ondervangen door in het eerste contact met respondenten erop te wijzen dat ik me grondig in het onderwerp heb verdiept en een orthodox-gereformeerde achtergrond heb (waarin televisie kijken wel werd
47
geaccepteerd).6 Hiermee wou ik respondenten de indruk geven dat ik bekend ben met de normen en waarden van bevindelijk gereformeerden zonder dat daarbij de indruk werd gewekt dat ik het ermee eens ben. Ook had ik tijdens de bezoeken aan huis, op advies van het Reformatorisch Dagblad, een rok aan omdat het ontbreken van dit uiterlijk kenmerk al een weerstand zou kunnen oproepen die, aldus het RD, kon overslaan op het feitelijke interview. Door deze beide zaken hoopte ik een sfeer van begrip en gelijkheid te creëren waardoor respondenten mogelijk meer geneigd waren tot (eerlijk) antwoorden dan wanneer ze het gevoel hadden dat er een zeer kritische (niet-gereformeerde) student het interview afnam. Anderzijds realiseer ik dat als ik deze accenten niet had aangebracht respondenten wellicht een meer verdedigende houding rol hadden aangenomen, wat gezien de onderzoeksvraag m.b.t. to argumentatie misschien nog niet eens zo verkeerd zou zijn geweest. Ook is het mogelijk dat juist door het benadrukken van mijn gereformeerde achtergrond, respondenten geneigd waren sociaal wenselijk te antwoorden. De kans is immers aanwezig dat respondenten als ze met iemand uit ‘eigen kring’ te maken hebben juist dat zullen antwoorden wat van ze verwacht wordt in die betreffende ‘gedeelde kring’. Ik denk echter dat mijn positionering als zowel goed geïnformeerd onderzoeker en persoon met een orthodox-gereformeerde achtergrond de beste aanpak was om een interviewsituatie te creëren waarin een sfeer van gelijkwaardigheid en openheid was, welke de kans op eerlijke en valide antwoorden vergroot.
6
Ik heb dit niet nader toegelicht. Respondenten konden dit gegeven interpreteren als dat ik orthodoxgereformeerd ben opgevoed [wat niet direct wil zeggen dat ik het ook ben] of dat ik orthodx-gereformeerd ben.
48
4. Resultaten 4.1 Deelvraag 1 De oude stempel Is er een verband tussen de leeftijd en de houding die bevindelijk gereformeerden hebben ten opzichte van televisie kijken via internet?
Van het totaal aantal respondenten heeft 29.2 procent wel een tv. Dit is de groep bevindelijk gereformeerden die zich dus kenmerken door een houding (zich uitend in bepaald gedrag) van acceptatie als het gaat om televisie. 48,9 procent van de respondenten geeft aan geen tv te hebben maar wel af en toe of vaker op andere manieren (via internet, p.c., laptop, mobiele telefoon, tablet) live of achteraf televisie te kijken. Deze groep kenmerkt zich dus door een houding (zich uitend in bepaald gedrag) van selectie. 21,9 procent van de respondenten geeft aan geen tv te hebben en ook niet op andere manieren televisieprogramma’s te kijken. Dit is de groep bevindelijk gereformeerden die nog afstand (distantie) houdt van het medium televisie. Er lijkt een matig verband tussen leeftijdscategorie en de verschillende houdingen ten opzichte van televisie kijken (via internet) (Cramer’s V = 0,283) De resultaten zijn significant (p =<0.001) op basis van een chi-kwadraat-test. Van de respondenten tussen de 65-en 75 jaar maakt 27,3 procent geen gebruik van televisie, en in de categorie boven de 75 jaar is dit percentage zelfs bijna het dubbele, namelijk 50 procent. In de lagere leeftijdscategorieën is het percentage niet-tv gebruikers (respondenten met de houding ‘distantie’) op z’n hoogst 20,8 procent en vaak zelfs nog een stuk lager, met een uitschieter in de laagste categorie, respondenten onder de 24 jaar. Van de groep respondenten onder de 24 jaar maakt slecht 10,5 procent nooit gebruik van televisie. Bij het tv kijken op andere manieren is het omgekeerde te zien. Veruit de meeste respondenten onder de 24 jaar (73,7 procent) geven aan geen televisie te hebben maar wel op andere manieren televisie te kijken. Dit percentage loopt per hoger wordende leeftijdscategorie af. In de leeftijdscategorie 25- 34 jaar, 35- 44 jaar en 45- 54 jaar schommelt het percentage respondenten dat aangeeft selectief via internet televisie te kijken rond de 60 procent. Vervolgens daalt het sterk per leeftijdscategorie. Van de respondenten tussen de 49
65- 75 jaar kijkt 28,9 procent van de respondenten via internet, en van de respondenten boven de 75 zegt 10, 4 procent geen tv te hebben maar wel op andere manieren tv te kijken. Overigens moet hierbij opgemerkt worden dat de uiterste groepen (onder de 24 jaar en ouder dan de 75 jaar) veel minder vertegenwoordigd zijn dan de groepen ertussen, wat de uitschietende resultaten kan verklaren. Zie de bijlage voor alle statistische outputtabellen.
4.2 Deelvraag 2 Hoe harder het nee, des te meer via de pc? Is er een verband tussen de de houding van bevindelijk gereformeerden ten opzichte van televisie kijken via internet en het behoren tot een bepaalde kerk?
Er lijkt een matig verband te zijn tussen de houding van bevindelijk gereformeerden ten opzichte van televisie kijken (via internet) en het behoren tot een bepaalde kerk (Cramer’s V = 0, 468). De resultaten zijn significant (p =<0.001) op basis van een chi-kwadraat-test. Als het specifiek om televisie kijken op andere manieren (via internet) gaat, dan blijkt dat van alle Christelijk Gereformeerde respondenten zonder tv 85 procent zegt wel andere manieren televisie te kijken. Van Gereformeerde Bonders zonder televisie kijkt 81 procent wel via internet televisie. Onder de de leden van de Gereformeerde Gemeente en de Hersteld Hervormden is het gedeelte van de niet-tv bezitters dat wel via internet kijkt op het geheel van niet-tv bezitters gelijk, namelijk 72 procent. Zowel van de Oud Gereformeerden zonder televisie kijkt 51 procent wel via internet en onder leden van de Gereformeerde Gemeente in Nederland die geen tv hebben kijkt slechts 44 procent wel via internet televisie.
50
Figuur 7: Overzicht houding ten opzichte van televisien (cq. televisiegebruik) per kerkgenootschap (% geen tv op totaal respondenten) en de mate waarin per kerkgenootschap door niet tv-bezitters televisie gekeken wordt via internet (% wel via internet op totaal niet-tv-bezitters)
4.3 Deelvraag 3 Hoe kijkt men binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ aan tegen de verschillende argumenten voor of tegen het gebruik van televisie (via internet) en welke cultuurvisie hangt deze groep aan?
4.3.1 Intensiteit gebruik televisie kijken via internet Respondenten is gevraagd hoeveel er in hun gezin televisie gekeken wordt via internet. De mate van gebruik in gezinnen varieerde tussen de 1 uur per dag en nog geen 1 uur per maand. Een aantal gezinnen gaf bijvoorbeeld aan met regelmaat of zelfs elke dag het journaal te kijken, terwijl er ook gezinnen waren waarbij alleen bij belangrijke gebeurtenissen even intensief via internet televisie wordt gekeken.
51
Tabel 2: Samengevatte inhoud per respondent op label ‘íntensiviteit gebruik’ (bijlage D) Respondent A B C D E F G H I J
Samengevatte inhoud intensiteit gebruik Nog geen uur per week Paar keer per week journaal, paar keer per jaar iets anders Alleen bij belangrijke gebeurtenissen even intensief Bij belangrijke gebeurtenissen intensief, eens per maand iets anders Een uur per dag Geen uren per dag Kinderen elke dag jeugdjournaal en andere dingen, zelf regelmatig journaal Vrijdag of zaterdagavond Kinderen regelmatig, kwartier per dag. Zelf bijna nooit Zelf elke dag journaal, kind mag uur op internet
4.3.2 Redenen geen televisie Respondenten noemden vaak meerdere redenen om geen televisie te hebben, die in sommige gevallen een overlap hebben of met elkaar in verband staan. De meest voorkomende reden die respondenten aangaven om geen televisie te hebben was dat je er snel voor blijft hangen en (urenlang) ‘maar kijkt wat er voorkomt’. Het feit dat je er snel door opgeslokt wordt en niet de beheersing hebt over de knop om ‘m uit te zetten of op een ander kanaal te zetten, werd door veel respondenten genoemd om het apparaat niet in huis te halen.
Familie J: “ Nee, nouja, uhm...uhm...Omdat onze reden was ‘geen tv want met de tijd dat je blijft hangen na waarvoor je wilde kijken’. [r. 2459-2460]. “Dus dat...dan is het veel zinvoller om dat ding uit te doen, omdat je blijft kijken.” [r. 2466-2467]7
Familie F: “Ja, want ik denk, heb je echt een televisie in huis, dan is de verleiding om te gaan zitten en de knop aan te zetten gewoon veel en velen malen groter en ‘je ziet maar wat er voorkomt’.” [r. 1473-1475]
Het eindeloos ‘maar kijken van wat er voorkomt’, zou misschien nog niet zo’n probleem zijn, ware het niet dat respondenten vonden dat ze de tijd die ze anders voor de televisie zouden blijven hangen nuttiger of socialer zouden kunnen besteden. Vrijwel alle respondenten noemen het feit dat televisie kijken ten koste gaat van gezelligheid, gezin of relatie of van de tijd dat je iets anders nuttigs had kunnen doen.
7
De cijfers tussen [haakjes] refereren naar de regelnummers in de bijlage met transcripties
52
Familie A: “En ja, ik vind het ook gewoon niet nodig. Dan denk ik bij mezelf, nou mijn dag is al zo gevuld met voor mijn gevoel functionelere dingen en zinvollere dingen dan televisie kijke. “ [r. 21-22] .
Een andere veelgenoemde reden om de televisie niet in huis te halen, was dat veel respondenten niet erg te spreken waren over de inhoud van veel programma’s. Ze erkenden dat er goede (nuttige) programma’s op televisie voorbij kunnen komen, maar noemden vaak het feit dat er toch overwegend qua inhoud, volgens hen, minder goeie programma’s zijn die worden uitgezonden.
Familie G: “Dat is...ja, en de zooi die eroverheen komt. Het is echt zooi.” [r. 1685-1686]
Andere redenen die daarnaast genoemd werden, waren ‘je kunt niet datgene kunt kijken wanneer je wilt’, ‘geen behoefte’, ‘het apparaat is lelijk’, ‘je wordt beïnvloed door nietobjectieve berichtgeving’ en ‘dat lezen toch beter is’. Twee respondenten noemen bij de vraag naar de reden van het niet hebben van een televisie uit zichzelf het feit dat het ‘niet gebruikelijk is in de kerk’. Een opvallende reden die een aantal respondenten bovendien aangaven om geen televisie te hebben was ‘omdat het via DVD’s en internet kan’. Tabel 3: Overzicht scores op labels topic ‘redenen geen televisie’8 Labels / Respondent Je gaat er snel in op/ geen beheersing van de knop Je kunt je tijd nuttiger en/of socialer besteden Inhoud van programma’s Je kunt niet datgene kijken wanneer je wilt Televisie kijken kan via internet of DVD Geen behoefte Niet gebruikelijk in kerk Beeldcultuur-argument/ lezen is beter Je wordt beinvloed door niet objectieve berichtgeving Apparaat is lelijk - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A + + + + . . . + . .
B + + + + + + . . . .
C . + + . + . + + + .
D + + + . . . + . . +
E + + . . . . . . . .
F + . . + . + . . . .
G + + + . . . . . . .
H + . . . . . . . . .
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd of vraag niet beantwoord)
8
Bij alle overzichtstabellen dient de lezer opmerkzaam te zijn dat tabellen een weergave zijn van een kwalitatief onderzoek. Hoewel de tabellen wellicht de indruk geven van kwantitatieve resultaten, dienen de gegevens uit de tabellen niet als kwantitatieve resultaten te worden geinterpreteerd.
53
I . + . . . . . . . .
J + + + + + . . . . .
Wanneer expliciet gevraagd naar de rol die de kerk speelt in het afwijzen van de televisie, gaven veel respondenten aan dat televisiebezit in hun kerk niet gebruikelijk is en dat er in hun kerk afwijzend of waarschuwend wordt gereageerd op het hebben van een televisie. De respondenten gaven echter ook vrijwel allemaal aan dat dit voor hen geen rol speelt de keuze om geen televisie te hebben. In de gesprekken kwam daarentegen sterk naar voren dat respondenten zichzelf verantwoordelijk achten voor hun keuzes en niets zien in een van bovenaf opgelegd standpunt.
Familie G: “Maar ik vind dat, het is een keuze van ons. Als wij vinden moeten of willen hebben dan doen we dat. Klaar. Maar dat vinden we dus niet. En dat weegt zwaarder dan wat de kerk ervan vindt.” [r. 1694-1696]
Familie H: “Nee. Nee hoor, want de mens heeft wel z’n eigen verantwoordelijkheid.” [r. 2000]. “Het is aan jou wat geef je voor antwoord? Ja of nee? En het is nog altijd wel zo, het [de kerk] mogen niet gaan heersen over de gewetens van mensen. Zo is het wel.“ [r. 2079-2080]
Tabel 4: Overzicht scores op labels topic ‘standpunt kerk’ en ‘rol kerk in niet hebben van televisie’ Labels / Respondent Kerk afwijzend/waaschuwend/ televisie is niet gebruikelijk Standpunt onbekend/ televisie is wel gebruikelijk Kerk speel een rol in keuze voor niet hebben van televisie Mens heeft eigen verantwoordelijkheid/ eigen keuze op dit gebied - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A . + +
B . + .
C + + +
D + + +
E / / +
F + +
G + +
H + +
I + +
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.3 Redenen om wel televisie via internet te kijken Naast de redenen om geen televisie te hebben, is de respondenten ook gevraagd om welke redenen er wel televisie via internet wordt gekeken. Veel respondenten gaven expliciet aan dat ze niet principieel tegen het medium televisie zijn of waren. Bepaalde aspecten van de televisie die een reden waren om het apparaat niet aan te schaffen, ontbreken volgens de respondenten bij televisie via internet. Zo is het volgens veel respondenten, anders dan bij een televisietoestel, bij televisie via internet beter mogelijk om er bewust en selectief gebruik van te maken. Eén van de respondenten noemde om die reden de computer zelfs een geweldige uitvinding:
54
J + +
Familie H: “Uhm, mijn man bijvoorbeeld die kan niet zo geweldig goed met tv omgaan. Zodra die een tv ziet, moet íe blijven zitten. (...) Vandaar is die computer een geweldige uitvinding op dat gebied want dan kan íe het wel.” [r. 1972-1980]
Het ‘op de hoogte blijven van wat er in de wereld gebeurd’ of ‘omdat het leerzaam is (voor de kinderen)’ werd daarnaast verschillende malen genoemd als reden om televisie te kijken via internet. 9 Anderzijds viel ook verschillende malen de term ‘sluipenderwijs’ als het ging om de intrede van televisie kijken via internet in het gezin. In de gesprekken gaven een aantal respondenten expliciet of impliciet aan dat het medium niet zozeer bewust binnen is gelaten alswel als bij-product van de computer/internet of door een ‘onzichtbare verschuiving van DVD’s kijken naar Uitzendinggemist.
Familie J: “En dat is gaandeweg zo gegroeid.....misschien kom je daar later nog op....toch sluipenderwijs steeds meer mogelijkheden van internet. Want we dachten dat we dat goed afgeperkt hadden.” [r. 2395-2397](...) ik heb toch minder goed in de gaten gehad, die omschakelijk dat íe van DVD’s naar Uitzendinggemist ging. Dat is heel geleidelijk gegaan.” [ r. 2491-2492]
Tabel 5: Overzicht scores op labels topic redenen wel televisie kijken via internet Labels / Respondent Niet principieel tegen het medium Je kunt bewust/ selectief kijken Educatief aspect/ bijblijven met wat er in wereld gebeurt Het is sluipenderwijs gegaan (niet bewuste keuze) - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A . + + +
B . + + .
C . + + .
D + + . .
E + + + .
F + + + +
G + + . .
H . + . .
I + . . +
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.4 Kijk op eerdere argumenten tegen televisie 4.3.4.1 Gevaar voor wereldgelijkvormigheid Bij de respondenten is ook gepeild hoe ze tegen de argumenten/stellingen staan die eerder in bevindelijk gereformeerde kring tegen televisie kijken werden ingebracht. Als het gaat om
9
In sommige gevallen ging het om een opmerking over DVD’s kijken, door respondenten in dit verband aangehaald.
55
J + + . +
het argument dat met televisie kijken (via internet) het gevaar van ‘wereldgelijkvormigheid’ op de loer ligt, dan blijkt dat een aantal respondenten deze stelling nog steeds erkenden. Anderzijds brachten veel respondenten kanttekeningen aan het inbrengen van deze stelling als argument om televisie kijken af te wijzen. Zo noemen twee respondenten het feit dat je ‘juist door het zien van ‘de wereld’ er beter afstand van kunt nemen’. Vaker nog werd door respondenten de nuance aangebracht dat de ‘wereld’ toch overal is (en dat het daarom dus geen reden zou zijn om geen televisie te kijken) of dat het argument dan niet alleen voor het medium televisie zou moeten gelden.
Familie F: “ Ja, maar dat geldt niet alleen voor televisie. Dat geldt voor, net wat ik zeg, wat lees je, geldt dat ook voor.” [r. 1493-1494]
Tabel 6: Overzicht scores op labels topic gevaar wereldgelijkvormigheid door televisie kijken Labels / Respondentcode Erkent gevaar van wereldgelijkvormigheid door televisie Door zien van ’wereld’ ga je juist afstand nemen van wereld Argument geldt niet alleen voor televisie Wereld is overal, niet alleen op televisie dus ’t hangt niet af van t.v. - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A / . + +
B + + + +
C + . . .
D / . . .
E + . . .
F + . + +
G + . . .
H / . + .
I + + + +
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.4.2 Gevaar van de beeldcultuur Gevraagd naar wat men dacht van het argument dat in televisie ‘het gevaar van de beeldcultuur’ schuilt die de woordcultuur wegdrukt, dan erkende de helft van de respondenten dit inderdaad als een gevaar. De meeste respondenten brachten daarbij echt ook weer de nuance aan dat dat argument niet alleen voor televisie geldt of dat de beeldcultuur tegenwoordig een gegeven is dat overal is, en niet zozeer alleen in/door de televisie. Familie I: “Nee, ik denk dat wel. Ik vind dat wel zo. Ik denk dat je dat ook wel zo ziet. En het is niet alleen de televisie, want heel de cultuur is tegenwoordig beeldvorming en in beeld. Maar ik denk wel dat het een nadeel is voor het lezen van bijbel.“ [r. 2234-2236]
Vaker werd er ook gewezen op het feit dat beeld juist goed kan zijn omdat het zaken beter kan overbrengen. Respondenten noemden onder andere het feit dat je als je het ziet 56
J + . . .
bewuster bent van rampspoed in de wereld en het feit dat kinderen (doordat er een beeldcultuur is) zaken juist beter oppikken als ze het zien.
Tabel 7: Overzicht scores op labels topic ‘gevaar van de beeldcultuur door televisie’ Labels / Respondentcode
A B C D E F G H I
Beeldcultuur is gevaar
+ .
Beeld kan positieve uitwerking hebben/leerzaam/ bewustwording
+ + .
.
Argument geldt niet alleen voor televisie
.
.
.
+ .
.
+ + .
Beeldcultuur is een gegeven/ is overal, niet alleen op televisie
.
.
+ + .
.
.
- noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
.
+ .
+ .
+ .
.
+
+ .
+
.
+
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.4.3 Gevaar van hellend vlak De in het RD geïnterviewde ds. Egas waarschuwt de bevindelijk gereformeerde achterban o.a. voor het gevaar van het ‘hellend vlak’ van televisie kijken via internet. Aanzienlijk minder respondenten dan in het geval van de andere stellingen tegen televisie kijken (via internet) noemden bij dit argument dat het dan ook voor andere media zou moeten gelden en niet zozeer alleen voor televisie. Sterker nog, vrijwel alle respondenten herkenden zich in deze stelling en zien het hellend vlak als een (reëel) gevaar van het kijken van televisie via internet. Een aantal respondenten merkte erbij op dat ze voor zichzelf dat gevaar (nog) niet zien omdat ze wel selectief en bewust kijken of toch geen tijd hebben om veel te gaan kijken.
Familie F: “Uhm..nou, dat is wel degelijk aanwezig. Dat geloof ik wel. Ja, mensen hebben weleens tijd over en verveling...ik ken het gelukkig zelf niet maar dat slaat weleens toe bij deze of gene en als je dan zomaar eens gaat zitten kijken en van alles gaat opzoeken, ja dan sluipt dat er wel in.” Interviewer: maar het is geen argument om geen televisie via internet te kijken? Familie F: “Nee, want wat ik zeg, we proberen toch wel heel selectief te zijn.” [r. 1512-1517]
Een aantal respondenten gaf juist aan het (gevaar van) het ‘hellend vlak’ in hun eigen gezin te zien of te voorzien.
Familie C: “Dat ga je natuurlijk wel steeds meer krijgen. En ik denk, ja dat als onze kinderen groot worden dat we ook heus wel meer zullen gaan kijken. Meer DVD’s en ook meer op internet zullen zitten.” [r. 868-872]
57
J + + . +
Tabel 8 : Overzicht scores op labels topic ‘gevaar van hellend vlak televisie kijken (via internet)’ Labels / Respondentcode Erkennen gevaar van hellend vlak Zien gevaar voor zichzelf of eigen gezin (in de toekomst) Argument heldt niet alleen voor televisie (via internet) - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A + + .
B / .
C + + .
D + .
E + . .
F + .
G + + +
H + . .
I + + .
J + + .
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.4.4 Amusement en ontspanning Tot slot was een argument tegen televisie kijken via internet dat het vaak ter ‘ontspanning en vermaak’ is, en dat de programma’s daar ook op zijn gericht, terwijl het beter zou zijn je met ‘nuttige’ dingen bezig te houden en je op God en je medemens te richten. Ook hier merken een tweetal respondenten op dat dit argument niet alleen voor televisie zou moeten gelden. Het argument van ‘ontspanning’ dat de woordvoerder van de SGP nog niet zolang geleden werd benoemd (“misschien [dat de fractieleider] (...) wel eens televisie kijkt voor zijn werk maar (...) zeker niet ter ontspanning”) lijkt niet erg breed gedragen. Drie respondenten stellen expliciet dat er niets mis is met het ter ontspanning kijken van televisie. Meer verdeeld is de mening over entertainment. Verschillende respondenten zijn kritisch op entertainmentprogramma’s en maar één respondent stelt expliciet dat er niets mis is met entertainmentprogramma’s.
Tabel 9: Overzicht scores op labels topix ‘afwijzing amusemt en ontspanning’ Labels / Respondentcode Niks tegen televisie kijken ter ontspanning Kritisch op amusementprogramma’s Argument geldt niet alleen voor televisie - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A / / /
B / / /
C / / /
D + / /
E + / /
F / + /
G / + /
H / / +
I + +
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.5 Cultuurvisie Zowel zijdelings en als reactie op de voorgehouden stelling van dominee Egas dat je ‘niet wereldvreemd moet zijn maar wel een Bijbels vreemdelingschap moet aanhouden en dat
58
J / + /
het om die reden beter is om afstand te bewaren van televisie kijken via internet’, hebben respondenten hun cultuurvisie uit de doeken gedaan. Het lijkt erop dat de meeste respondenten zichzelf niet zozeer als ‘vreemdeling’ (zoals de bevindelijk gereformeerden in het model van Polderman) maar als ‘pionier’ in de wereld plaatsen. De meeste respondenen legden namelijk nadruk op het ‘wel in de wereld’ zijn. Het ‘in de wereld staan’ en ‘weten wat er speelt’ werden door veel respondenten als belangrijk gezien om als christen (evangeliserend) iets voor de wereld te betekenen. Familie B: “We zijn als christenen natuurlijk ook in de wereld geroepen. Dan moet je ook weten wat er in de wereld leeft en ja, je kunt je wel helemaal afzonderen maar dan beteken je ook heel weinig voor de wereld, denk ik.” [r. 428- 430].
Familie F: “Ja, je staat eigenlijk gewoon midden in de samenleving. Je hoort veel, je ziet veel. En dan is het goed als je van sommige dingen wat meer afweet.”[r. 1543-1544]
Familie I: “Uhm, ja..ik vind dat wel heel lastig om dat te zeggen. Ik denk wel dat je bewust moet zijn dat je anders bent. En dat je dus inderdaad niet met alles mee kunt doen als dat onbijbels is. Maar ik vind niet dat je je helemaal als vreemdeling moet gedragen. Ik vind wel dat je iemand moet zijn van deze tijd. Dus ja..ik vind dat heel lastig om dat te zeggen.” [r. 2239-2352]
Enkele respondenten legden daarnaast ook nadruk op het
apart staan in de wereld
(vreemdeling) en twee respondenten noemden de het aspect dat je als christen slechts tijdelijk op de wereld bent, en dat het leven hier/de maatschappij dus onderschikt is aan de God/eeuwigheid (pelgrim). Tabel 10: Overzicht scores op labels topic ‘cultuurvisie’ Labels / Respondentcode Pionier Vreemdeling Pelgrim - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A + . . + noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
59
B + . +
C + . .
D . + .
E + . .
F + . .
G + . +
H + . .
I + . .
J + + .
4. 4 Deelvraag 4 4.4.1 Geen Youtube op zondag Welke selectiecriteria worden gehanteerd in gezinnen waar geen tv aanwezig is maar wel via internet televisie wordt gekeken en hoe wordt het het televisie kijken via internet in deze gezinnen begeleid?
Respondenten is gevraagd welke selectiecriteria ze hanteren als het gaat om televisie kijken via internet. Gevraagd is onder andere wat wel graag gekeken wordt en welke programma’s nadrukkelijk niet binnen komen.
4.4.1.1 Wat wel De meeste respondenten keken het liefst een programma dat op de actualiteit betrekking heeft of een educatief/informatief aspect bezit. Ook natuurprogramma’s werden genoemd als programma’s die geaccepteerd worden.
Tabel 11: Overzicht scores op labels topic ‘selectiecriteria - wat wel’ Labels / Respondentcode
A B C D E F G H I
Nieuws/actualiteit/ informatief/ educatief Natuurprogramma’s
+ + + + . + + . . .
- noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
+ . + . + . + . + .
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.4.1.2 Wat niet Verschillende respondenten noemden zeer algemeen dat programma’s die tegen de tien geboden of God’s wil ingaan niet gekeken worden. Meer specifiek noemden respondenten dat vloeken een criterium is om een programma af te wijzen. Ook gaven veel respondenten aan dat programma’s waarin seks of niet bijbelse (seksuele) relaties voorkomen niet gekeken worden. Daarnaast werden programma’s met magie, programma’s met gezagsondermijnende principes of programma’s waarin bijbelse principes belachelijk worden gemaakt en amusementprogramma’s genoemd als televisieprogramma’s die liever niet gekeken werden.
60
J
Tabel 12: Overzicht scores op labels topic ‘selectiecriteria - wat niet’ Labels / Respondentcode
A B C D E F G H I
J
Alles wat tegen de 10 geboden/Gods wil ingaat
.
. .
.
Programma’s waarin gevloekt wordt
+ + .
+ + .
+ . .
+
Programma’s met niet bijbelse (seksuele) relaties/ seks/ porno
+ + .
+ .
+ + + +
.
Magie
.
.
+ .
Gezagsondermijnende principes / bijbelse principes ondermijnd
+ .
.
.
.
+ .
Amusement
.
.
.
.
.
Overig
+ .
.
.
.
- noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
+ .
+ .
+ .
+ .
+ + .
.
+ .
.
.
+ + .
.
.
+ + .
+
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.4.1.3 Zondag Wanneer respondenten gevraagd werd of er ook op zondag gekeken werd, antwoordden vrijwel alle respondenten dat dat niet gebeurde10. Als het dus gaat om de vraag ‘wanneer niet’ lijkt er dus een duidelijke grens te worden getrokken bij de ‘Dag des Heeren’.
Tabel 13: Overzicht scores op label topic kijken op zondag Labels / Respondentcode
A B C D E F G H I
J
Op zondag kijken
/
+
- noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
/
/
-
-
-
-
- -
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.2 Begeleiding Tot slot is in de interviews ingegaan op hoe ouders het televisie kijken via internet begeleiden. De resultaten op deze vraag zullen in de komende paragrafen besproken worden.
4.3.2.1 Restrictief Vrijwel alle ouders hadden een filter op het internet (‘technische begeleiding’). Daarnaast hadden de ouders regels over wat er gekeken wordt en met name hoeveel er gekeken mag worden. Vrijwel alle ouders noemden ook het feit dat ze de tijd die hun kinderen televisie
10
De eerste drie respondenten is deze vraag niet voorgelegd
61
kijken via internet in de gaten houden (‘regels m.b.t. tijd’ en ‘regels wat gekeken mag worden’).
4.3.2.2 Meekijken De meeste ouders gaven aan dat er alleen in de woonkamer gekeken kan of mag worden en dat er zodoende meegekeken werd als de kinderen televisie keken via internet. In twee gezinnen was er sprake van dat de ouders als ze thuis waren geen zicht hadden op het kijken van televisie met hun kinderen (‘meekijken tijdens’). In een enkel geval keken ouders ook vooraf het programma dat het kind wilden zien (‘meekijken vooraf’), en in een enkel geval werd achteraf (via het kijken van de geschiedenis op de computer) in de gaten gehouden wat de kinderen zagen (‘meekijken achteraf’).
4.3.2.3 Evalutatief Naast het hebben van deze regels en het meekijken van ouders met het kind, noemden alle ouders het feit dat ze met hun kinderen praten over televisie kijken via internet en de programma’s die gezien worden (evaluatieve begeleiding). Hier zal in het de paragraaf 4.3.3. over ‘mediaopvoeding’ verder op ingegaan worden.
4.3.2.4 Overig Verder was het opvallend dat twee ouders zeiden te proberen hun kinderen alternatieven te bieden als ze kwamen met de vraag of ze televisie mochten kijken via internet. Anderzijds noemden ook twee ouders het feit dat ze hun kinderen soms juist stimuleren om televisie te kijken via internet (‘alternatieven bieden’ en/of ‘stimuleren’). In sommige gezinnen was het kijken van televisie ook iets dat als gezellige activiteit plaatsvond, terwijl andere ouders juist het liefst de computer/laptop boven in huis of op een ongezellige plek hadden staan en bij wie dus vrijwel nooit echt samen gekeken werd (‘tv kijken via internet als gezinsactiviteit’).
62
Tabel 14: Overzicht scores op labels ‘begeleiding televisie kijken via internet’ Labels / Respondentcode Technische filtering op internet Regels wat gekeken mag worden Regels wat betreft tijd Meekijken vooraf Meekijken achteraf Meekijken tijdens Praten over televisie kijken via internet / de bekeken programma’s Alternatieven bieden voor televise kijken (via internet) TV kijken (via internet) stimuleren TV kijken als (gezins)activiteit samen - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A + x + . + + + + + +
B + . + . . + + . . /
C + . + + . + + . + /
D + . + . . . + . . +
E + + + + . + + . . .
F + + + . . + + + . +
G + . + . . + . . /
H + . . . . + + . . /
I . . . + + . . -
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.3 Mediaopvoeding Uit de gesprekken komt heel duidelijk naar voren dat ouders vooral op mediaopvoeding willen inzetten als het gaat om het omgaan met media, waaronder televisie kijken via internet. Hiermee wordt bedoeld het kind zo opvoeden dat het zelf een, in de ogen van de ouders, verantwoorde keuze kan maken als het gaat om televisie kijken via internet.
4.3.3.1 Beschermen en verbieden? Vrijwel alle ouders wezen erop dat het beschermen van kinderen tegen ‘de boze buitenwereld’ vaak niet meer mogelijk is of meer slecht dat goed doet. ‘Verbieden’ werd dan ook genoemd als iets dat in de toekomst dat in de toekomst niet de juiste uitwerking zal hebben. Familie E: “Ik denk dat je het niet meer tegen kunt houden nu. Omdat internet, omdat die mogelijkheid er is, dat je dat niet meer tegen kunt houden. Dus dat ik denk ik beter kan leren de jongens ermee om te laten gaan dan dat ik ‘het gebeurt niet, ik wil niet dat je dat doet’, want dan is het bij vriendjes. Ik denk dat dat nog gevaarlijker is dan dat je het zelf onder begeleiding leert. “[ r. 1329-1332]
4.3.3.2 Kinderen leren bewuste/verantwoorde keuzes te maken In plaats van kinderen alles te verbieden en ze te beschermen, benadrukten alle respondenten dat ze het erg belangrijk vonden om kinderen te leren ‘ermee om te gaan’, ‘na te denken over hun handelen’ en te leren ‘een bewuste keuze te maken’ als het gaat om televisie kijken via internet en mediagebruik in zijn algemeenheid. 63
J . + . . + + . . -
Familie A: “Maar goed, ze moeten natuurlijk wel leren zelf keuzes te maken.” [r. 106-107].
Familie B: “En dat probeer ik net ook te zeggen van, ja ‘leer ze over je eigen handelen na te denken’. Van ‘leg geen regels op’ maar leer ze zelf na te denken.”
Familie C: “Maar ik vind het dus wel belangrijk, juist dat ze ermee leren omgaan.”
Een aantal respondenten noemde in dit verband de term ‘begeleide confrontatie’, een term voor een manier van mediabegeleiding die in bevindelijke kring redelijk ingeburgerd lijkt te zijn.
Tabel 15: Overzicht scores op labels ‘mediaopvoeding’ Labels / Respondentcode Beschermen/ verbieden is goed Leren bewust eigen keuze te maken, eigen verantwoordelijkheid Term ‘begeleide confrontatie’genoemd - noemt inhoud label, negatieve score . noemt inhoud label niet, neutrale score
A + +
B + .
C / + .
D + +
E + .
F + +
G / + .
H + .
I / + .
+ noemt inhoud label, positieve score / geen resultaat (niet gevraagd)
4.3.3.3 Handvatten die ouders hun kinderen meegeven Omdat de respondenten tijdens de gesprekken aangaven het erg belangrijk te vinden om hun kinderen te leren zelf een eigen keuzes te maken, is de respondenten ook gevraagd welke handvatten ze aan hun kinderen meegeven als het gaat om televisie kijken via internet. In het onderstaande overzicht zijn de vragen en opmerkingen opgenomen die ouders stellen of maken als het gaat om het ‘begeleid confronteren’ van hun kinderen met televisie kijken via internet. Wat opviel is dat veel ouders toch nog vaak een oordeel (d.m.v. retorische vraagstelling) en niet zozeer een beoordelingskader/argumentatie meegaven aan hun kinderen. Twee respondenten gaven daarnaast nadrukkelijk aan in te zetten om de relatie tussen het kind en God, omdat volgens hen alleen dat uiteindelijk hun kind aan zou zetten tot een verantwoorde keuze als het gaan om televisie kijken via internet. Dit laatste aandachtspunt in mediaopvoeding lijkt dus niet breed gedragen.
64
J + .
In de hoofdstukken ‘Conclusie’ en ‘Discussie & Aanbevelingen’’ zullen bovenstaande resultaten worden samengevat en zullen tevens conclusies worden getrokken op basis van deze uitkomsten.
Tabel 16: Overzicht fragmenten ‘oordeel, argumenatie en kaders die ouders hun kinderen meegeven’ Labels / Respondentcode Vraag/opmerking waar het oordeel ouder in lijkt te zitten
Familie B: “Wil je dat ook? Wil je dat zelf doen? Dat is gewoon telkens de vraag, kun je je handelen verantwoorden...wat jij ook zegt...en voel je je er zelf ook prettig bij? Kun je ermee leven?”[r. 506-507] “Ik denk dat je dan niet op je techniek moet vertrouwen en veel meer op je houding en dan ben je weer terug bij je gesprek, bij openheid. Van ‘jongens, wil je dat?’.” [r. 562-563] Familie D: “Dus daar ga je gewoon het gesprek over aan. Als ik zeg van ‘Vind je het normaal om zomaar mensen dood te schieten,want we zien er echt uit…’.“ [r. 11121120] Familie C: Toen heb ik het even m’n kinderen laten zien. Van ‘moet je dit willen?’ [r. 709] (..)Als hun zich aan de regels houden, en ja, dat weet je nu wel ‘dat mag niet of dat komt wel als je eraan toe bent’. [r. 751-755] Familie E: “Als ze iets kijken, kan ik dan jou kamer binnenkomen of heb je dan zoiets van ‘oh, mamma komt binnen, gauw weg’. Dan weet je, wat je nu kijkt, dat dat eigenlijk niet goed is.’ Bij vriendinnetje thuis vroeger zeiden ze altijd, en dat vond ik heel wat ‘als de Heere Jezus terug zou komen’, zou je dan kunnen kijken wat je nu kijkt? Nou, dat een beetje. Die gedachte. Het gevoel als je iets kijkt en mamma komt binnen of iemand kom binnen ‘gauw op een ander site’, dan weet je ‘dit is niet goed’. Dan moet je er niet naar kijken. “ [r. 1391-1395] Nouja, door als ze op de bank zitten en ik kom binnen en ik kijk even mee. ‘Kan dit wel?’. ‘Hmm, eigenlijk niet, mam’. (...) E: Ja, daar praat je dan weleens over. Van die tekensfilms over allerlei science fictionachtige dingen. ‘Jongens, dit kan toch niet?’.” [r. 1398-1401] Familie F: “Ja, ja. En daarbuiten praten we ook best wel eens van ‘uh, ja...’. Er worden ook weleens dingen gekeken waarvan we achteraf zeggen ‘Nou heb je dat gezien. Vind je dat nu zelf goed, dat je daarnaar kijkt?’ Uhm..’Wat is de meerwaarde ervan?’Maar ook, ‘vind je dat dat verantwoord is?’Van ‘Leg daar nu eens de tien geboden naast, kan dat?’ [r. 1456-1459] “Nee, ik kijk weleens mee en dan hebben we het er weleens over(...) hebben we het erover van ‘vind je dat nou nodig om dat uuh...?’. (...) ‘kijk, is dat nou nodig om daar naar te kijken? Wij vinden dat eigenlijk niet goed dat je dat doet’. (...) Maar ook uuh...nee, dat...ja, we praten er eigenlijk wel over van.... We hebben er zelfs weleens discussies over.‘Ja, maar mijn vriendinnetjes mogen dan wel zien.’’Ja, maar wij willen niet dat je dat bekijkt want dat is gewoon zonde van je tijd’.”[ r. 1577- 1583] Familie G: “G2: Dat ik zeg ‘nee, nee’. dat proberen we te zeggen van, om het ook heel concreet te maken ‘hoe zou je het vinden als pappa of ik zo zou zitten?’. (...) ‘Het is gewoon banaal’. Weetjewel, zo. En dat ze ook bewust worden dat dingen die ze zien, dat dat niet...ja geen fatsoennormen zijn.” [r. 1774-1778] “Ja, dat je het gewoon heel concreet maakt. (...) Als ikz eg ‘hoe zou je het vinden met(...)mijn zwager zo zou omgaan zoals dat op die televisie of in die films omgaat...hoe zou je dat...’? dat is niet no....wat de norm, ja...snap je wat ik bedoel?” [r. 1793-1796]
65
Familie I: “ja, ook een bepaalde vorm van verantwoordelijk. Ja, als een stel zich op een innige manier aan het aflikken is, dan zeg ik er wel wat van maar van ‘is dit het nou?’” [r. 2181-2182] Familie J ‘ja, wat is er hier nu leuk aan? het is toch een beetje jammer van je tijd?’ [r. 2799] Argumentatie/kaders
Familie C: “ Maar dan zeg ik wel van ‘ja, ik doe het niet want zus en zo’.”[r. 851-852] Familie B: Dus ik zeg dan wel ‘geen spelletjes waarin je schiet want in de bijbel staat dat je anderen niet mag doden’. En dat accepteren ze gewoon heel goed.”(...) “Ja, dan moet je dus enerzijds de discussie telkens aangaan, is het verantwoord wat je wil kijken? En twee, is het nodig “ Familie G: “G1: Kijk, en waar je ze dan een beetje mee probeert te helpen, is dat datgene wat in allerlei films en series getoond wordt, dat dat niet realistisch is. Met name, dat speelt in de pubertijd, hoe je als jongen en meisje met elkaar omgaat. Dat is niet representatief.” [r. 1865-1866] Familie H: : “nee, absoluut niet. Nee, en dat wordt ook uitgelegd waarom niet.”[r. 2053]
Nog geen argumenatie
] “Dus het zijn een aantal dingen die ik eerst zelf ook goed onder woorden moet brengen want ik wil hier dus iets mee...met dit programma ‘Wie is de Mol’ , ik denk dat dat exemplarisch is voor wat er gaat komen. Met nieuwe programma’s die hij ontdekt en wil gaan zien en waarvan ik denk...daar passen die twee regels niet helemaal op, het woordgebruik en beeld, was toen hij klein was wel het geval.”[r. 2812-2815] . “En dat ik zoek dus naar...ik merkte dat hij dus nog wel reageerde op zo’n woord...maarja dat is op een gegeven moment niet meer voldoende, want het kan soms zijn dat dat verkeerde woord niet valt, en dat ik toch denk..en die beelden, daar is ook niks mee mee. Je ziet geen gekke dingen en toch wil ik niet dat ‘ie het kijkt. Dus het is moeilijk een verhaal erbij hebben waar hij nu ook begrip voor heeft. Hij kan het er niet mee eens zijn, dat zal hij ook niet zijn als ik het zou verbieden. Maar dat ik wel kan uitleggen waarom ik het doe, en dat heb ik niet goed. want ik moet het dus nu gaan kijken want het staat voor mij voor meer. [r. 2826-2832]
Inzetten op relatie kind met God als kadergevend
Familie B: Ik denk dat alles wat je bedenkt aan regels is niet voldoend, ja dat haalt het niet bij een relatie met God. Als je dat hebt dan bepaalt dat je handelen en ja, bewaart het je ook voor heel veel zonde. En als dat er niet is, nou dan kun je als ouders doen wat je wil, maar dan hou je het toch niet tegen. [r. 498-501] Familie I: “Nou, ik denk dat je een persoonlijke relatie met God moet hebben. Met de Heere Jezus en Hem iedere dag moet bidden om kracht en om bescherming. Een relatie met hem, behoedt je voor het vallen in zonde. Althans, je valt dan nog wel in zonde, maar je leeft er in ieder geval niet op los. (...) Want dat is de basis en dat is de voedingsbodem. Dat moet je norm van het leven zijn. Tot eer van God en tot nut van je laatste, de samenvatting van de wet. En die normen moet je ook aanleggen in je omgang met tv en andere media.”[r. 2265-2267]
66
5. Conclusie 5.1 Hoofdvraag Hoewel het gebruik van televisie in bevindelijk gereformeerde kring op veel waarschuwing en verbod kon rekenen, zijn computers en het internet wel de bevindelijk geformeerde huishoudens binnengehaald. Daarmee hebben veel bevindelijk gereformeerden die eerder het televisietoestel niet aanschaften de mogelijkheid in huis gehaald om door middel van internet op vaste computer of smartphone televisie te kijken. Bij de initiatiefnemers van dit onderzoek, Het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe, leeft de vraag hoe men tegenwoordig in bevindelijk gereformeerde kring omgaat met deze nieuwe mogelijkheden voor het kijken van televisie via internet en met name welke argumenten er binnen de achterban leven om nieuwe vormen van mediagebruik te verantwoorden.
De hoofdvraag van deze scriptie was: Hoe verhouden bevindelijk gereformeerden zich tot het kijken van televisie via internet?
5.2 Samenvatting theorie De acceptatie van een nieuwe technologie in een samenleving volgt meestal een vast patroon: de S-vormige curve. Sommige mensen gaan snel tot aanschaf over, terwijl anderen een meer afwachtende houding hebben. Verschillende onderzoeken tonen aan dat het met name ouderen zijn die relatief laat of zelfs nooit tot adoptie van een innovatie overgaan. Wat betreft houdingen ten opzichte van televisie binnen de gereformeerde gezindte konden drie houdingen worden onderscheiden, te weten acceptatie, selectie en distantie. Deze houdingen zijn ‘ideaaltypisch’ gebonden aan verschillende kerkelijke groeperingen. Grofweg ingedeeld viel in het onderzoek van Polderman (1996) naar de relatie tussen gereformeerden en televisie de houding van acceptatie samen met vrijzinnig gereformeerden, selectie bij orthodox-gereformeerden en distantie bij de meer bevindelijk gereformeerden. Polderman koppelde aan de bovenstaande geloofsrichtingen ook een bepaalde christelijke visie op cultuur waardoor een zogenaamd ‘model’ m.b.t. gereformeerde kerkstroming, houding ten opzichte van televisie en gereformeerde cultuurvisie opgemaakt kan worden. Kort gezegd leek het erop dat de houding ten opzichte van televisie o.a. gelegen 67
was in een bepaalde cultuurvisie. Gereformeerden met een houding van acceptatie kenmerken zich door het idee dat het goed is om je als christen aan te passen aan ‘de wereld’ en erin op te gaan, waarbij de maatschappelijke relevantie van televisie doorslaggevend was om deze aan te schaffen. De gereformeerde afwijzers waren van mening dat het beter was om afstand ten opzichte van ‘de wereld’ te behouden, waarbij in de Bijbel argumenten werden gevonden om de televisie juist niet in huis te halen. Daarnaast waren er een aantal specifieke argumenten die vaak in bevindelijk gereformeerde kring tegen televisie werden ingebracht. Ten eerste het gevaar voor wereldgelijkvormigheid. Dit wil zeggen dat door het kijken van televisie je de (‘wereldse’) praktijken en zienswijzen die op televisie te zien zijn, over gaat nemen en dat het om deze reden beter is om geen televisie te kijken/ bezitten. Daarnaast is er het argument dat vermaak en ontspanning geen goede zaken zijn, terwijl dit wel vaak aan de orde is al er televisie wordt gekeken. Televisie zou daarmee tijd opslokken die beter aan God, mensen of andere nuttigere zaken besteed kan worden. Een derde reden die eerder werd gegeven om televisie buiten de deur te houden was dat het het gezinsleven en de opvoeding ondermijnt doordat er niet meer gepraat wordt als er televisie wordt gekeken en televisie bovendien kinderen in aanraking brengt met zaken waar ze nog niet aan toe zijn. Tot slot was er het argument van het gevaar van de beeldcultuur. Televisie werd gezien als onderdeel van de beeldcultuur die de leescultuur, waarin ook meer in de bijbel gelezen wordt, verdrukt en om die reden was het beter om afstand te houden van televisie.
Figuur 8: Overzicht theorie m.b.t. ‘traditionele’ afwijzing televisie door bevindelijk gereformeerden
68
Al snel na de introductie van internet bleek het voor bevindelijk gereformeerden een stuk lastiger dit medium buiten de deur te houden en daarom werden voor internet andere manieren van het in goede banen leiden van de informatiestroom toegepast. De gereformeerde traditie kent onder andere een traditie van technische filtering, maar daarnaast zijn ook andere manieren van begeleiding van het internetgebruik (van kinderen) mogelijk, te weten: restrictieve begeleiding in de zin van regels stellen, actieve/evaluatieve begeleiding door met kinderen over mediagebruik te praten en het vooraf, tijdens of achteraf meekijken met het kind. Met het internet kwam echter, begeleiding of niet, de mogelijkheid binnen om televisie te kijken via sites als Uitzendinggemist, You Tube, NOS.nl enzovoort. De RD-enquête ’60 jaar televisie’ toonde in oktober 2011 aan dat een aanzienlijk deel van de overwegend bevindelijk gereformeerde achterban van het RD nog steeds geen televisie heeft maar wel via internet televisie kijkt.
5.3 Beantwoording deelvragen Bovenstaande theorie en met name de recente uitkomsten van de RD-enquête ’60 jaar televisie’ geven voor een deel antwoord op de hoofdvraag hoe bevindelijk gereformeerden zich verhouden tot televisie kijken via internet. Anderzijds roepen de uitkomsten van de enquête, juist in het licht van de theorie van onder andere Polderman, ook weer vragen op. Door middel van empirisch onderzoek is geprobeerd een aantal van deze nieuw opgeworpen vragen te beantwoorden om zodoende de reeds bekende kennis over de houding van bevindelijk gereformeerden ten opzichte van televisie en internet te verdiepen en aan te vullen.
5.3.1 De oude stempel Deelvraag 1: Is er een verband tussen de leeftijd en de houding die bevindelijk gereformeerden hebben ten opzichte van televisie kijken via internet?
Om te weten hoe bevindelijk gereformeerden zich in de toekomst ten opzichte van televisie kijken via internet zullen verhouden, is het interessant om te kijken welke rol leeftijd momenteel speelt in het wel of niet adopteren van televisie (via internet) binnen deze kring. 69
Door het verband te onderzoeken tussen leeftijd en houding ten opzichte van televisie kijken, kan inzicht verkregen worden in de vraag of een bepaald segment afwijzers (nu nog 30 procent van het geheel) er binnen nu en 20 jaar wellicht zal uitgroeien. Om deze vraag te beantwoorden is een analyse uitgevoerd op de ruwe data van de RD-enquête ’60 jaar televisie’, waarbij het statistisch verband tussen de variabele ‘leeftijd’ en ‘houding’, zoals geoperationaliseerd in paragraaf 3.1.3, onderzocht. Hieruit blijkt dat er een matig statistisch verband is tussen leeftijd en of men een houding van acceptatie (wel tv-bezit), selectie (geen tv-bezit maar wel via internet televisie kijken) of distantie (geen tvbezit en ook geen gebruik) heeft. Hoe hoger de leeftijdscategorie, hoe hoger over het algemeen het percentage afwijzers van het medium televisie (geen tv, en ook niet kijken via internet) is. In de jongste categorieën is daarentegen het televisie kijken via internet, computer, laptop, tablet of mobiele telefoon populair. Het is dus mogelijk dat het segment ‘afwijzers’ in bevindelijk gereformeerde kring er voor een deel met het verloop van jaren op natuurlijke wijze uit zal groeien, en plaats zal maken voor een hoger segment niet-tv bezitters dat wel via internet kijkt.
5.3.2 Hoe harder het nee, des te meer via de pc? Deelvraag 2: Is er een verband tussen de houding van bevindelijk gereformeerden ten opzichte van televisie kijken via internet en het behoren tot een bepaalde kerk?
Op basis van Polderman (1996) leek het mogelijk een indeling te maken van de houding ten opzichte van televisie gekoppeld aan kerkgenootschap. De vraag is of dezelfde kruisverbanden ook opgaan voor televisie kijken via internet en of in die zin de afwijzende houding ten opzichte van televisie dus positief of negatief zijn doorwerking heeft in de mate waarop kerkgangers behorend tot een bepaalde kerk televisie kijken via internet. Om deze vraag te beantwoorden is een analyse uitgevoerd op de ruwe data van de RD-enquête ’60 jaar televisie’, waarbij het statistisch verband tussen de variabele ‘houding’ en de variabele ‘kerkgenootschap, zoals geoperationaliseerd in paragraaf 3.1.3, is onderzocht. Hieruit blijkt dat er een matig statistisch verband is tussen het behoren tot een bepaald kerkgenootschap en of men een houding van acceptatie (wel tv-bezit), selectie 70
(geen tv-bezit maar wel via internet televisie kijken) of distantie (geen tv-bezit en ook geen gebruik) heeft. In de kerkgemeenschappen waar traditioneel de televisie het meest werd afgewezen, kijkt niet het hoogste percentage van de niet-tv-bezitters nu via internet. Het tegenovergestelde is het geval. Hoe meer in kerkgenootschappen het televisiebezit geaccepteerd is, des te groter is het percentage van de groep niet-tv bezitters dat wel via internet. Wat dat betreft lijkt het afwijzende standpunt ten opzichte van televisie dat bepaalde kerkgenootschappen hanteren of hanteerden, door te werken in de mate waarin de kerkleden die tot deze kerken behoren televisie kijken via internet.
5.3.3 Uitzendinggemist mag wél Deelvraag 3: Hoe kijkt men binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ aan tegen de verschillende argumenten voor of tegen het gebruik van televisie (via internet) en welke cultuurvisie hangt deze groep aan?
Door deze vraag te beantwoorden kan onder andere de uitspraak van Andries Knevel dat “het gebrek aan bezinning verklaart waarom bevindelijk gereformeerden wel ‘massaal’ televisie kijken via internet” getoetst worden. Ook kan met het beantwoorden van deze vraag het onderzoek van Polderman naar de relatie van bevindelijk gereformeerden met televisie, dat gebaseerd was op uitspraken van kerkelijk opinieleiders, getoetst worden met uitspraken van ‘de gewone kerkganger’ die anno nu televisie kijkt via internet. De resultaten die antwoord geven op deze vraag zijn verkregen door interviews met een kleine selectie van bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken. Op basis van de resultaten kunnen uitspraken gedaan worden over welke argumenten voor en tegen het gebruik van televisie gehanteerd worden en welke cultuurvisie binnen deze groep dominant is. De belangrijkste reden voor de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ om geen televisie in huis te hebben, is omdat het lastig is om de ‘knop te beheersen’. Omdat het beter is de tijd die televisie opslokt aan nuttige/sociale zaken te besteden en er bovendien vooral veel inhoudelijk slechte programma’s op televisie voorbij komen, kiest deze groep bevindelijk gereformeerden ervoor om het medium televisie niet in huis te halen. Deze 71
groep bevindelijk gereformeerden lijkt dan ook niet per definitie principieel tegen het medium te televisie te zijn. Het standpunt van de kerk of datgene wat gebruikelijk is, speelt naar eigen zeggen voor de groep niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ geen rol in de keuze geen televisietoestel in huis te hebben. Breder gedragen binnen deze groep lijkt het idee dat mensen een eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om de keuze wel of geen televisie (via internet) te kijken. Het idee dat de kerk een verantwoordelijkheid heeft over haar gemeenteleden wordt dus niet meer breed gedragen. Ditzelfde geldt voor de meeste argumenten die in vroeger jaren tegen het medium televisie werden ingebracht. Hoewel de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ bepaalde stellingnames tegen televisie wel onderschrijven, worden er ook vaak nuances aangebracht die het betreffende argument minder geldig maken. Alleen ‘het gevaar van het hellend vlak’ wat televisie kijken via internet kan zijn, lijkt binnen deze groep erkend te worden als een gevaar dat direct in de eigen situatie herkend wordt. Het ‘gevaar van wereldgelijkvormigheid’ door het kijken van televisie wordt vaker genuanceerd door erop te wijzen dat dit argument dan niet alleen voor televisie zou moeten gelden maar voor alle media, of door erop te wijzen dat het gevaar niet zozeer van tv afhangt omdat het gevaar voor wereldgelijkvormigheid in de hele wereld/maatschappij aanwezig is. Zogezegd, je hoeft de de tv niet aan te zetten om te zien wat er in de wereld te koop is en hieraan te wennen. Over ‘amusement en ontspanning’ wordt binnen de groep ‘niet-tv-bezittendeselectieve-kijkers’ verschillend gedacht. Een deel lijkt niet happig te zijn op entertainmentprogramma’s, maar verder lijken de meesten principieel weinig moeite hebben het kijken van televisie ter ontspanning en vermaak. Ook het argument van de ‘beeldcultuur’ lijkt niet breed gedragen te worden binnen de groep bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet kijken. Eerder lijkt de mening binnen deze groep dominant dat beeld juist goed kan zijn omdat het bepaalde zaken beter kan overbrengen. De beeldcultuur wordt door een deel van deze groep ook als een gegeven gezien, waar je t.b.v. overdracht van kennis (van het evangelie) maar beter in mee kan gaan in plaats dat je afstand houdt van deze ontwikkeling. 72
De opdracht het evangelie in de wereld te verspreiden is een onderdeel van de gereformeerde cultuurvisie die binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve- kijkers’ erg belangrijk wordt geacht. Het bewust afstand nemen van de cultuur wordt vaak als onwenselijk gezien omdat daarmee de christelijke boodschap niet over gebracht kan worden. Eerder lijkt een pragmatisch argumentatie als het gaat om de omgang met ‘de wereld’ dominant. Als het gaat om nieuwe media en bijvoorbeeld de toenemende invloed van de beeldcultuur wordt in dit verband gesteld ‘het is er nu eenmaal, dus kun je het maar beter goed inzetten en je kinderen ermee leren omgaan’. Daarnaast wordt het belangrijk geacht dat je (als christen) weet wat er in de wereld speelt zodat je er ook op kunt anticiperen. Samengevat lijkt de groep ‘niet-tv-bezittende-selectie-kijkers’ zich qua cultuurvisie eerder als ‘pionier’ in de wereld te plaatsen dan (zoals eerder gebruikelijk was voor bevindelijke gereformeerden zonder televisie) als ‘vreemdeling’ die moet proberen afstand te houden van de ‘wereld’.
5.3.4 Geen Youtube op zondag Deelvraag 4: Welke selectiecriteria worden gehanteerd in gezinnen waar geen tv aanwezig is maar wel via internet televisie wordt gekeken en hoe wordt het televisie kijken via internet in deze gezinnen begeleid?
Bij het overdenken van verantwoord mediagebruik kan inzicht in de praktijk voor het RD en Kliksafe bijzonder nuttig zijn: hoe wordt het televisiekijken via internet vormgegeven en waar wordt in gezinnen de nadruk op gelegd in de begeleiding van het televisiekijken? De resultaten die antwoord geven op deze vraag zijn verkregen door interviews met een selectie van bevindelijk-gereformeerde ouders met thuiswonende kinderen die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken.
In het licht van het belang dat de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve- kijkers’ lijkt te hechten aan het op de hoogte zijn van wat er in de wereld speelt, is het niet verrassend dat nieuws-en actualiteitprogramma’s bij de ouders vaak hoog op het favorietenlijstje staan. Daarnaast worden natuurprogramma’s vaak genoemd als genre dat acceptabel is.
73
Niet acceptabel acht men programma’s die zeer algemeen tegen de Tien Geboden of Gods wil ingaan en programma’s met ‘seks of niet bijbelse relaties’, ‘vloeken’, en ‘magie’. Op zondag wordt er in de meeste bevindelijke gereformeerde gezinnen binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ geen televisie via internet gekeken. Vaak blijft de computer dan in zijn geheel uit. Het hebben van een internetfilter lijkt in de meeste bevindelijke gereformeerde gezinnen binnen de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ gebruikelijk. Daarnaast wordt er vaak (over de schouder) met de kinderen meekeken als deze televisie kijken via internet. Ook het hebben van regels m.b.t. tot de tijd dan kinderen mogen kijken blijkt bij deze groep ouders gebruikelijk. Sommige ouders hanteren tevens duidelijke regels voor wat er gekeken mag worden. Het idee dat filters en regels (in de toekomst) niet meer voldoende zijn om hun kinderen verantwoord gebruik te laten maken van televisie via internet leeft echter sterk bij bevindelijk gereformeerde ouders die geen televisie hebben maar wel televisie kijken via internet. Het belang om kinderen zelf te leren op een verantwoorde manier om te gaan met televisie via internet (mediaopvoeding) lijkt over de hele linie doorgedrongen te zijn. Niet zozeer het beschermen tegen, maar het ‘begeleid confronteren’ met datgene wat er in de wereld in zijn algemeenheid en op televisie (via internet) te zien is, wordt als beste methode gezien om kinderen te leren eigen verantwoorde keuzes te maken. Hoewel bepaalde zaken nog wel verboden worden in deze gezinnen, geven ouders ook aan veel in gesprek te gaan met hun kinderen over televisieprogramma’s en televisie kijken via internet in z’n algemeenheid (evaluatieve begeleiding). Als het echter gaat over hoe deze groep ouders met hun kinderen praat en welke handvatten ze hun kinderen geven om een tot een eigen (verantwoorde) keuze te komen, dan valt op dat er met de kinderen overwegend op een vrij oordelende manier wordt gesproken over de televisieprogramma’s.
5.4 Samenvatting beantwoording deelvragen Kort samengevat lijkt het er op dat het televisie kijken (via internet) de komende jaren in bevindelijk gereformeerde kring alleen maar zal toenemen. De groep ouderen die relatief vaak geen televisie heeft en ook op geen enkele manier televisie kijkt, zal er waarschijnlijk binnen nu en twintig jaar ‘op natuurlijke wijze uitgroeien’. Ondertussen groeien de 74
mogelijkheden om op andere manieren dan via een televisietoestel televisie te kijken. Hier wordt door de jongere generaties relatief vaker gebruik van gemaakt en deze manier van televisiekijken lijkt bovendien in gereformeerde kring meer geaccepteerd te zijn dan het hebben van een televisietoestel. Het lijkt er overigens wel op dat de mate waarin een kerkgenootschap de televisie (eerder) afwees zijn invloed heeft gehad op de mate waarin de kerkleden televisie kijken via internet. Van de niet-tv-bezitters kijkt in de ‘strengere’ kerken (de kerken waar relatief het hoogste percentage niet-tv bezitters zit) een relatief kleiner deel wel televisie via internet dan in kerken waar televisie meer geaccepteerd is. Desondanks is over de hele linie een nieuwe vorm van acceptatie waar te nemen is. Dit lijkt in eerste instantie in strijd met de theorie waarin duidelijk naar voren komt dat bevindelijk gereformeerden om zeer uiteenlopende principiële redenen en op basis van een bredere (afwijzende) cultuurvisie het kijken van televisie volledig afwezen. Mijn kwalitatief onderzoek toont aan dat bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben, maar wel televisie kijken via internet hier echter een logische verklaring voor hebben, die datgene wat eerder bekend was over de relatie van bevindelijk gereformeerden met televisie nuanceert. Zo blijkt uit mijn onderzoek dat binnen de groep bevindelijk gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken de gereformeerde cultuurvisie, waarin een meedoen met de wereld ook belangrijk wordt geacht, dominanter is dan de visie dat een christen zoveel mogelijk afstand moet bewaren van ‘de wereld’ om er niet mee ‘besmet’ te raken. Meer specifiek ingaand op de visie op het medium televisie (via internet) kan ten eerste gesteld worden dat de groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve-kijkers’ vaak niet principieel tegen het medium televisie is. Het scala aan argumenten op basis waarvan televisie werd afgewezen lijkt bovendien niet breed gedragen onder deze groep bevindelijk gereformeerden. Ook speelt het (afwijzende) standpunt van de kerk of datgene wat gebruikelijk is in de kerk voor deze groep geen rol in de afwijzing van het medium televisie. De argumentatie die binnen de groep ‘niet-tv-bezittende –selectieve-kijkers’ dominant lijkt als verklaring voor het gegeven dat ze geen televisie hebben maar wel televisie via internet kijken, luidt samengevat als volgt:
75
Met een gewone televisie kun je niet goed bewust en selectief kijken en komt er meer ‘rotzooi’ binnen dan goede programma’s en om die reden is de televisie vaak buiten de deur gehouden. Voor televisie via internet, geldt echter precies het omgekeerde. Je kunt er gemakkelijker bewust en selectief gebruik van maken en zodoende het kleine aantal ‘goede programma’s (actualiteiten, natuurfilms, educatieve/informatieve programma’s) binnen laten en de ‘rotzooi’ nog steeds buiten de deur houden. Een deel van de ‘niet-tv-bezittende- selectieve- kijkers’ gaf in mijn onderzoek echter ook aan dat het toelaten van televisiekijken via internet ‘sluipenderwijs’ is verlopen en in die zin ook niet altijd en volledig een bewuste keuze (op basis van argumentatie) is geweest. Wanneer het gaat om het begeleiden van kinderen bij het televisie kijken via internet, lijkt deze groep bevindelijk gereformeerden ervoor te kiezen om hun kinderen liever ‘begeleid te confronteren’ dan om hun kinderen af te schermen van de mogelijke kwalijke zaken die hun kinderen met televisie kijken via internet (en door de confrontatie met ‘de wereld’ in zijn algemeenheid) kunnen tegenkomen. Vaak wordt het praten met kinderen over televisieprogramma’s als belangrijke pijler genoemd van deze vorm van begeleiding. Hierdoor hopen ze hun kinderen op te voeden tot bewusten en verantwoorde kijkers. Wat echter wel opvalt is dat veel ouders hierin nog vaak gebruik maken van een oordelende manier van spreken over datgene wat ze niet wenselijk achten voor hun kinderen.
5.5 Slotconclusie Ik begon mijn scriptie met dat nieuwe media openingen naar de wereld zijn en dat dit door veel mensen als belofte en door sommige mensen als bedreiging wordt gezien. Wat opvalt aan de groep bevindelijk gereformeerden die televisie kijken via internet, is de vrij dominante aanwezigheid van het idee dat in televisie kijken het gevaar van een ‘hellend vlak’ schuilt. Het idee dat in de toekomst de duur van het televisie kijken via internet zal toenemen en dat de inhoud van datgene waar naar gekeken wordt zich zal verbreden, lijkt door een groot deel van deze groep als reëel gevaar te worden gezien. Dat dit (langer en minder selectief via internet televisie kijken) waarschijnlijk ook een reële verwachting zal blijken te zijn, kan verklaard worden door de het feit, dat in de toekomst het segment
76
‘afwijzers’ dat op leeftijd is op natuurlijke wijze plaats zal maken voor bevindelijk gereformeerden die geen tv bezitten maar wel via internet televisie kijken. Daarnaast is de kans groot dat deze verwachting waarheid zal worden aangezien het gevaar van het ‘hellend vlak’ van televisie kijken via internet binnen deze groep wel wordt erkend maar verder geen rol speelt in de overwegingen om wel of geen televisie te kijken via internet. Hoewel een deel van de groep ‘niet-tv-bezittende- selectieve- kijkers’ aangeeft dat televisie kijken via internet hen allemaal een beetje (‘sluipenderwijs’) is overkomen en waarschijnlijk in de toekomst nog verder zal overkomen, lijkt vrijwel nergens binnen deze groep de gedachte te spelen om nu al een bewuste keuze te maken als het gaat om de toekomst. Zoals een van de respondenten ook aangaf:
“Dat merk je al, als je eenmaal gewend bent...het terugdraaien van dingen is best wel moeilijk.”
Ik verwacht dan ook dat binnen de groep bevindelijk gereformeerden die nu geen televisie hebben, maar wel via internet televisie kijken het gebruik van televisie via internet zowel qua duur als breedte zal toenemen. De vraag is dan ook of de belangrijkste reden om geen televisie te hebben, maar wel via internet televisie te kijken (dat er een betere ‘beheersing van de knop’ mogelijk is) ook in toekomstperspectief (met ‘het gevaar van het hellend vlak’) opgaat.
77
6. Discussie & Aanbevelingen 6.1 Discussie De conclusies van mijn onderzoek zijn gebaseerd op de resultaten uit zowel een theoretische verkenning van de literatuur als eigen aanvullend kwantitatief en kwalitatief onderzoek. In de paragrafen over betrouwbaarheid en validiteit/geldigheid in deze scriptie is onder andere ingegaan op de selectie van respondenten voor zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve deel van mijn onderzoek. Aangezien de selectie van respondenten die deelnamen aan de enquête ’60 jaar televisie’ niet volledig aselect tot stand is gekomen, is het nodig enige reserve te behouden als het gaat om het, op basis van de resultaten van de enquête ’60 jaar televisie’, uitspraken doen over de hele populatie bevindelijk gereformeerden. Ditzelfde geldt voor de uitspraken die gedaan kunnen worden over de groep ‘niet-tvbezittende-selectieve -kijkers’ op basis van mijn kwalitatief onderzoek onder een selectie van ’niet-tv-bezittende-selectieve- kijkers’. Bij een kleinschalig kwalitatief onderzoek als deze is het nodig een kritische reserve te behouden als het gaat om het op basis van de resultaten van het empirisch onderzoek conclusies trekken over de gehele groep bevindelijke gereformeerden die geen televisie hebben maar wel via internet televisie kijken. De resultaten uit de betreffende interviews kunnen echter wel een goede eerste indicatie geven van wat binnen deze groep ‘niet-tv-bezittende-selectieve- kijkers’ leeft.
6.2 Wetenschappelijke & praktische aanbevelingen Voor verder wetenschappelijk onderzoek is het aan te bevelen om de conclusies op basis van mijn kwalitatief onderzoek te vertalen naar kwantitatief te meten onderzoeksvragen (enquête) die de resultaten en conclusies uit dit gedeelte van mijn onderzoek kunnen toetsen. Ook zou het interessant zijn om over circa tien jaar zowel het (deels door RD uitgevoerde) kwantitatieve deel als het kwalitatieve onderzoek naar de relatie van bevindelijk gereformeerden tot de verschillende mogelijkheden om televisie te kijken te herhalen om o.a. te onderzoeken of het ‘hellend vlak’ waarvoor gewaarschuwd wordt inderdaad een hellend vlak is gebleken. Zoals een respondent in één van de interviews ook aangaf: 78
“Het kan natuurlijk een glijdende schaal zijn. Ik bedoel, wij kijken heel selectief en dat geldt waarschijnlijk voor heel veel mensen. Over een paar jaar zou je eigenlijk dat onderzoek weer moeten doen.”
Met dit onderzoek hoop ik voor het RD en Kliksafe inzichtelijk gemaakt te hebben hoe uit hun achterban de groep niet-tv bezittende- selectieve- kijkers omgaan met het kijken van televisie via internet en hoe zij deze omgang verantwoorden. Mede in het licht van het gegeven dat deze groep in de toekomst waarschijnlijk groter zal worden en ouders in het begeleiden van hun kinderen uit zichzelf waarschijnlijk steeds vaker de nadruk zullen leggen op ‘mediaopvoeding’, is het van belang te weten te weten welke visies en argumenten er leven binnen de doelgroep. Aan het adres van de initiatiefnemers van dit onderzoek, het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe, wordt de praktische aanbeveling gedaan om de discussie over het ‘gevaar van het hellend vlak’, dat veel ouders wel erkennen maar op zichzelf (nog) niet van toepassing achten, nog eens op gang te brengen. Ouders geven zelf ook aan dat ze ‘bewustzijn van gevaren’ als beste manier zien om je te wapenen tegen de gevaren van mediagebruik. Wellicht dat een dergelijke discussie dit bewustzijn bij ouders kan vergroten en daarmee het gevaar van het door hen zelf gevreesde ‘hellend vlak’ kan afwenden. Het woordelijk veroordelen van bepaalde programma’s, zoals nu nog veel door ‘niettv-bezittende-selectieve’ ouders lijkt te gebeuren, zal in de toekomst waarschijnlijk niet meer voldoende zijn. Ouders zullen in de toekomst een betere argumentatie moeten hebben om hun kinderen bewust te laten worden waarom bepaalde programma’s (vanuit christelijke perspectief) misschien niet goed voor hen zijn. Het RD en Kliksafe zouden ouders wellicht kunnen helpen om te komen tot een doordachte argumentatie om met hun kinderen in gesprek te gaan. Zoals een van de respondenten tijdens het interview aangaf: “Als hij straks op die smartphone gaat kijken, wil ik dat hij mijn argumenten en verhaal in z’n hoofd heeft en dan moet hij natuurlijk zelf z’n beslissingen nemen. Maar dan moeten we wel een beter verhaal hebben. De argumenten moeten uitgebreid worden. En daar zoek ik een beetje naar van hoe ik dat doe.“ [r. 2837-2839]
Hiervoor raad ik het Reformatorisch Dagblad en Kliksafe aan ervoor te zorgen dat ze de verdieping in argumentatie laten aansluiten bij de argumenten voor en tegen het gebruik van televisie kijken (via internet) die (nog) leven binnen de groep ‘niet-tv-bezittende79
selectieve- kijkers’, zoals terug te vinden in dit onderzoek. Daarbij zou het wellicht voor het RD en Kliksafe interessant zijn om (aanvullend) te inventariseren welke visies op televisie kijken via internet onder bevindelijk gereformeerde kinderen/jongeren dominant zijn, om te zorgen dat eventuele door het RD en Kliksafe aangeboden overdenkingen m.b.t. tot dit onderwerp ook aansluiten bij datgene wat onder het jongere deel van de achterban leeft.
80
Nawoord Het lezen van de scriptie van Myrta, inclusief de bijlagen, riep bij mij veel herinneringen op. Myrta heeft met tien gezinnen uit de achterban van het Reformatorisch Dagblad gesproken over het gebruik van de computer voor het kijken naar tv-uitzendingen. Dat onderwerp is in het RD regelmatig aan de orde geweest en daarnaast heb ik vanuit de stichting Mediawijzer veel ouders en jongeren gesproken over deze thematiek. De argumenten pro en contra die Myrta tegenkwam, kwamen me dan ook erg bekend voor. Het is de verdienste van Myrta dat ze die heeft gerubriceerd en in kaart heeft gebracht welk gewicht die argumenten hebben in de gezinnen die ze gesproken heeft.
Iemand kan hierbij aanvoeren dat het aantal gezinnen bij dit onderzoek maar beperkt is. Dat is waar, maar daar staat tegenover dat Myrta na het vijfde of zesde gesprek eigenlijk geen nieuwe argumenten meer tegenkwam. Er is in de gereformeerde gezindte veel aandacht voor het omgaan met media en degenen die zich daarmee bezig houden, kunnen zeker hun winst doen met dit onderzoek. Daarom wil ik, mede namens Kliksafe, Myrta en haar scriptiebegeleider, prof. De Haan, hartelijk bedanken voor deze grondige studie. Uiteraard bedank ik Myrta ook voor de prettige contacten die we hierover hadden.
De verleiding is groot om hier op allerlei conclusies uit het onderzoek van Myrta in te gaan. Ik ga dat niet doen, maar noem slechts een enkel punt. Mooi dat Myrta de cijfers uit ons eigen onderzoek nauwkeurig onder de loep heeft genomen en op onderdelen ook heeft bijgesteld. Haar aanbeveling om aandacht te geven aan het thema van het hellend vlak, neem ik graag ter harte. Dat geldt ook voor de noodzaak aan verdieping in argumentatie: ik onderschrijf dat helemaal.
Tot slot: lezers van dit rapport die weinig affiniteit hebben met het christelijk gedachtegoed, zullen mogelijk verbaasd reageren op de gesprekken en argumenten. Voor hen is het goed om te weten dat deze christenen zeker niet wereldvreemd zijn en dat ook niet willen zijn. Zij (en ik sluit mijzelf daarbij in) zien echter met lede ogen aan dat veel media, waaronder tal van tv-programma’s, een volstrekt on-Bijbels wereldbeeld uitstralen en zelfs propageren. Ze hebben een afkeer van wat de Bijbel zonde noemt en willen zichzelf en hun kinderen 81
daarvoor afschermen. Niet vanuit een gevoel dat ze beter zijn dan anderen, helemaal niet zelfs, maar omdat ze vanuit hun diepste overtuigingen God willen dienen, Hem geen verdriet willen doen. Daarbij willen ze alles mijden dat afbreuk doet aan die dienst van God. Bovendien zijn ze ervan overtuigd dat dat niet alleen voor henzelf maar voor elke Nederlander nuttig, goed en heilzaam is.
Ook al zal niet elke geïnterviewde uit deze scriptie dat met dezelfde woorden nazeggen, dit is ten diepste wel wat deze bevindelijk gereformeerden drijft. En dat is ook de reden waarom Kliksafe en het Reformatorisch Dagblad royaal hebben meegewerkt aan dit onderzoek – die argumenten zijn het waard om kennis van te nemen, ook voor nietchristenen.
Steef de Bruijn Adjunct-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad
82
Literatuurlijst Boeken & wetenschappelijke artikelen - Baarda, D.B., Goede, de, M.P.M & Teunissen, J. (2005) Basisboek Kwalitatief Onderzoek, Wolters-Noordhoff: Groningen/Houten.
- Bovill, M. & Livingstone, S. (2001). Bedroom culture and the privatization of media use [online]. London: LSE Research online, beschikbaar via http://eprints.lse.ac.uk/672/
Coster et al. (1998) De eeuw in het hart: de bevindelijk gereformeerden op weg naar de eenentwintigste eeuw, Houten: Den Hertog
- Davis, F. (1989) Perceived Usefulness, perceived ease of use and user acceptance of information technology. MIS Quarterly (13) p. 319-340
- Dijk, van, G.J. (1996) Het geloof der vaderen. De denkwereld van de bevindelijk gereformeerden. Nijmegen: SUN
- Dijk, van, L., De Haan, J. & Rijken, S. (2000) Digitalisering van een leefwereld, een onderzoek naar informatie- en communicatietechnologie en sociale ongelijkheid. Den Haag: SCP
- Donk, van de, W.B.H.J., Jonkers, A.P., Kronjee, G.J. & Plum, R.J.J.M. (red.) (2006). Geloven in het publieke domein, verkenningen van een dubbele transformatie, Amsterdam: Amsterdam University Press
- Janse, C.S.L. (1985) Bewaar het pand, de spanning tussen assimilatie en persistentie bij de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden. Houten: Den Hertog
83
- Jansen, L.A. (1998). ‘Niet wereldvreemd: wel een vreemdeling ‘ in: J. A. Coster et al. (1998) De eeuw in het hart: de bevindelijk gereformeerden op weg naar de eenentwintigste eeuw (pp. 63- 78) Houten: Den Hertog
- Haan, de , J. (2008) Sociale contacten via digitale kanalen. In: Schnabel,P., Bijl R. & Hart, de, J. Betrekkelijk betrokken; studies in sociale cohesie. Den Haag: SCP, p. 365-385
- Huysmans, F. & De Haan, J. (2010) Alle kanalen staan open. De digitalisering van het mediagebruik. Het culturele draagvlak, deel 10, Den Haag: SCP
- Kirwil, L. (2009). Parental mediation of children’s internet use in different European countries, Journal of Children and Media 3:4, p. 394-409
- Knevel, A.G. (1991) De wereld in huis: het christelijk gezin en televisie. Kampen: Uitgeverij Kok Voorhoeve
- Livingstone S. & Helsper E.J. (2008). Parental mediation of children s internet use, Journal of Broadcasting & Electronic Media 52:4, p. 581-599
- Lwin, M.O., Satanland, A.S.J., Miyazaki A.D. (2008). Protecting children’s privacy online: how parental mediation strategies affect website safeguard effectiveness, Journal of Retailing 84: 2, p. 205- 217
- Nathanson A.I. (2002). The unintended effect of parental mediation of television on adolescents. MediaPsychology 4, p. 207-230
- Nikken, P. & Jansz, J. (2007). Playing restricted videogames: Relations with game ratings and parental mediation. Journal of Children and Media, p. 227-243.
84
- Nikken, P. & Jansz, J. (2006). Parental mediation of children’s video game playing: A comparison of the reports by parents and children. Learning, Media, and Technology, 31, p. 181-202.
- Olson, J.M. & Zanna, M.P. (1993) Attitudes and attitude change. Annual Review of Psychology, 44, 117-154. - Polderman, C.P. (1996). Kerk en wereld [een studie over gereformeerden en hun uiteenlopende relaties met televisie in het licht van politiek, cultuur en theologie]. Leiden: Uigeverij J.J. Groen en Zoon
- Rogers, E.M. (1995). Diffusion of Innovations, vierde druk, New York: Free Press
- Sicking P. (1998), Leben ohne Fernsehen: eine qualitative Nichtfernseherstudie, Wiesbaden: Deutscher Universitätsverlag
- Stoffels, H.C. (1998). De wereld binnen handbereik: bevindelijk gereformeerden aan de vooravond van de 21ste eeuw’ in: J. A. Coster et al. (1998) De eeuw in het hart: de bevindelijk gereformeerden op weg naar de eenentwintigste eeuw (pp. 54- 62). Houten: Den Hertog
- Stoffels, H.C.,(1993) Bevindelijk gereformeerden. Amsterdam: VU Uitgeverij
- Valkenburg, P.M., Krcmar M., Peeters A.L. & Marseille N.M. (1999). Developing a scale to asses three styles of television mediation: ” instructieve mediation”, “restrictive mediation” and “ social co-viewing”. Journal of Broadcasting & Electronic Media 43: 1, p. 52-68
- Velema, W. H. (1998) ‘Staan in de cultuur van de eenentwintigste eeuw’ in: J. A. Coster et al. (1998). De eeuw in het hart: de bevindelijk gereformeerden op weg naar de eenentwintigste eeuw (pp. 178- 187). Houten: Den Hertog - Venkatesh,V., Morris,M. G., Davis,G. B, Davis, F. D. (2003) User acceptance of information technology: Toward a unified view. MIS Quarterly (27) p. 425-478. 85
- Vlies, van der, B.J.(1998) ‘ Tussen twee vuren’ in: J. A. Coster et al. (1998). De eeuw in het hart: de bevindelijk gereformeerden op weg naar de eenentwintigste eeuw (pp. 178- 187). Houten: Den Hertog
Krantenartikelen en webartikelen - Algemeen Dagblad (2010, 8 juli) ‘WK? Op zondag geen televisie voor 250.000 gelovigen’, geraadpleegd via http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/1940735/2010/07/08/WK-Opzondag-geen-televisie-voor-250-000-gelovigen.dhtml?redirected
- Centraal Bureau Statistiek Webmagazine (3 december 2008) ’60 jaar televisie in Nederland, geraadpleegd via http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2008/2008-2618-wm.htm
- NRC. Next (2006, 1 november) ‘Uitzendinggemist.nl mag wèl: Gereformeerden mijden tv, maar internet is ‘maatschappelijk relevant’
- Reformatorisch Dagblad (11 mei, 2007) ‘Kerk moet nadenken over invloed beeldcultuur’,
- Reformatorisch Dagblad (2008, 26 september), ‘Beschermd’, geraadpleegd via http://www.refdag.nl/achtergrond/consument/beschermd_1_279512
- Reformatorisch Dagblad (2010, 9 maart) ‘Goede voorbeelden nodig in gebruik nieuwe media’
- Reformatorisch Dagblad (2011, 5 februari) ‘Emobiel keert terug op gsm-markt’
- Reformatorisch Dagblad (2011, 4 februari) ‘Mensen vissen voor de VU’
86
- Reformatorisch Dagblad (2011, 1 oktober) ‘TV kijken via internet populair in gereformeerde gezindte’, geraadpleegd via http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/tv_kijken_via_internet_populair_in_gereformeer de_gezindte_1_592502
- Reformatorisch Dagblad (2011, 22 oktober) ‘Knevel (EO) en Van der Vlies (SGP): Bezinning op tv moet beter’, geraadpleegd via http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/knevel_eo_en_van_der_vlies_sgp_bezinning_op_ tv_moet_beter_1_597665
- Trouw (2010, 30 juli) ‘Internetten mag alleen met filter van KlikSafe’
Brochures - Mediawijzer, 2009, ‘Mobieltjes, de wereld op zak’ [brochure]
- Mediawijzer, 2007, ‘DVD’s, kijken of niet kijken’ [brochure],
- Reformatorisch Dagblad, 2007, ‘Macht der verbeelding’ [interne notitie]
Sites - Kliksafe.nl, geraadpleegd via http://www.kliksafe.nl/
- Mediaopvoeding.nl, geraadpleegd via http://www.mediaopvoeding.nl/
Onderzoek Reformatorisch Dagblad - Reformatorisch Dagblad (2003) ‘Jongeren en media’, op aanvraag beschikbaar
87
BIJLAGE A Vragen RD-enquete ’60 jaar televisie’ Vragen. 1. Welke omschrijving past het best bij uw situatie? Ik heb geen tv (door naar vraag 5). Ik heb geen tv, maar kijk wel eens een tv-programma achteraf via internet (bijv. via Uitzending Gemist of een vergelijkbare ”gemist”-functie op een omroepsite) (door naar vraag 4). Ik heb geen tv, maar kijk wel eens een tv-programma live en achteraf met een pc, laptop, mobiel of tablet (bijv. iPad) (door naar vraag 3). Ik heb een tv en kijk alleen via een (eigen) vast toestel. Ik heb een tv en kijk ook wel eens via pc, laptop, mobiel of tablet (bijv. iPad) 2. Als u tv-programma’s kijkt, hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan tv-kijken? 0 – 2 uur 2 – 5 uur 5 – 10 uur 10 – 15 uur 15 – 20 uur meer dan 20 uur per week 3. Als u tv-programma’s kijkt, naar welk soort programma’s kijkt u dan wel eens? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen. nieuws, bijv. NOS Journaal, RTL Nieuws actualiteit, bijv. EenVandaag, Nieuwsuur praatprogramma’s, bijv. Pauw & Witteman, Knevel & Van den Brink informatieve programma’s, bijv. Klokhuis, Opsporing Verzocht, Tros Radar verstrooiende programma’s, bijv. Blik op de weg, de Rijdende Rechter amusement, bijv. Boer zoekt vrouw, Te land, ter zee en in de lucht, de TV show soaps, bijv. Goede tijden, slechte tijden sport, bijv. Studio Sport, Eurosport films, bijv. Het kleine huis op de prairie, natuurfilms actiefilms, bijv. politieseries documentaires 4. Als u wel eens tv-programma’s kijkt via Uitzending Gemist (of een vergelijkbare functie op een omroepsite), naar welk soort programma’s kijkt u dan wel eens? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen. nieuws, bijv. NOS Journaal, RTL Nieuws actualiteit, bijv. EenVandaag, Nieuwsuur praatprogramma’s, bijv. Pauw & Witteman, Knevel & Van den Brink informatieve programma’s, bijv. Klokhuis, Opsporing Verzocht, Tros Radar verstrooiende programma’s, bijv. Blik op de weg, de Rijdende Rechter amusement, bijv. Boer zoekt vrouw, Te land, ter zee en in de lucht, de TV show soaps, bijv. Goede tijden, slechte tijden sport, bijv. Studio Sport, Eurosport films, bijv. Het kleine huis op de prairie, natuurfilms actiefilms, bijv. politieseries documentaires 5. Als u geen tv hebt, heeft u wel eens serieus overwogen er een aan te schaffen? niet van toepassing ja, maar ik heb om principiële redenen geen tv aangeschaft ja, maar ik heb om praktische redenen geen tv aangeschaft nee, want ik wil om principiële redenen geen tv aanschaffen nee, want ik wil om praktische redenen geen tv aanschaffen
6. Als u geen tv hebt, verwacht u dat er in uw gezin op termijn een tv wordt aangeschaft? niet van toepassing ja, ik verwacht binnen 5 jaar ja, ik verwacht binnen 10 jaar nee, en ik heb ook nooit een tv gehad nee, want ik heb mijn tv om praktische redenen de deur uitgedaan nee, want ik heb mijn tv om principiële redenen de deur uitgedaan 7. Maakt u wel eens gebruik van mogelijkheden om via pc, laptop of tablet (bijv. iPad) live naar tv-programma’s te kijken (dus niet achteraf via bijv. Uitzending gemist of vergelijkbare functie)? nooit af en toe regelmatig zeer regelmatig 8. Maakt u of een van uw huisgenoten wel eens gebruik van mogelijkheden om via een mobiele telefoon live naar tv-programma’s te kijken (dus niet achteraf via bijv. Uitzending Gemist of een vergelijkbare functie)? nooit af en toe regelmatig zeer regelmatig 9. Maakt u of een van uw huisgenoten wel eens gebruik van de mogelijkheden om uitgezonden tv-programma’s achteraf via internet te bekijken met bijv. ”Uitzending Gemist” (of een vergelijkbare functie) en zo ja, hoeveel uur per week? nee ja, namelijk: 0 – 2 uur 2 – 5 uur 5 – 10 uur 10 – 15 uur 15 – 20 uur meer dan 20 uur per week 10. Van welke omroepen kijkt u of een van uw huisgenoten wel eens live een programma? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen. geen NCRV TROS AVRO NET5 VARA BNN NOS VPRO Discovery Channel NTR (NPS, Teleac en RVU) WNL EO PowNed IKON Eurosport RTL4 Veronica Kindernet RTL5 Zendtijd voor de Kerken KRO RTL7 ander, nl…………… MAX RTL8 MTV SBS6 11. Van welke omroepen kijkt u of een van uw huisgenoten wel eens achteraf een programma via Uitzending Gemist (of een vergelijkbare functie op een site van een omroep)? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen. geen NCRV TROS AVRO NET5 VARA BNN NOS VPRO Discovery Channel NTR (NPS/Teleac/ RVU) WNL EO PowNed IKON Eurosport RTL4 Veronica Kindernet RTL5 Zendtijd voor de Kerken KRO RTL7 ander, nl................ MAX RTL8 MTV SBS6
12. Staat u anders tegenover het bezit van een tv dan 10 jaar geleden (circa 2000/2001)? ja, kritischer ja, minder kritisch nee, hetzelfde weet ik niet 13. Staat u anders tegenover het kijken naar tv-programma’s dan 10 jaar geleden (circa 2000/2001)? ja, kritischer ja, minder kritisch nee, hetzelfde weet ik niet 14. Als u geen gebruik maakt van tv, wat zijn uw belangrijkste argumenten hier tegen? U mag hier maximaal drie antwoorden aankruisen. Niet van toepassing De tv beïnvloedt kinderen en jongeren negatief. De tv versterkt de beeldcultuur en de ontlezing. Veel programma’s bevatten scènes die ik moreel niet verantwoord vind, zoals geweld, erotiek, vloeken, materialisme. De tv draagt wereldse invloeden binnen in de gereformeerde gezindte. De tv bevordert ontkerkelijking en secularisatie. De tv draagt evangelische tendensen binnen in de gereformeerde gezindte. De tv werkt verslavend en zou veel van mijn kostbare tijd opslokken. Het gebruik van tv is een hellend vlak. 15. Als u gebruik maakt van tv, wat zijn uw belangrijkste argumenten hiervoor? U mag hier maximaal drie antwoorden aankruisen. Niet van toepassing Door selectief te kijken, is tv-gebruik principieel niet onverantwoord. Programma’s op tv houden mij op de hoogte van het nieuws. De tv biedt verantwoorde, informatieve en verstrooiende programma’s. Er is geen wezenlijk verschil tussen tv-kijken en het lezen van bijv. een roman of oorlogsboek. Via tv-programma’s houd ik zicht op de maatschappelijke situatie en veranderingen in Nederland en de rest van de wereld. De tv kan een nuttige functie vervullen in de opvoeding van kinderen bij een kritisch staan in de hedendaagse cultuur. De tv kan een nuttig instrument zijn om het Evangelie te verbreiden aan onze naaste ver weg en dichtbij. De tv biedt afleiding en ontspanning, bijv. bij eenzaamheid. 16. Als kinderen in uw gezin (voor zover van toepassing) tv mogen kijken, wat mogen ze dan kijken? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen. niet van toepassing mijn kinderen mogen geen tv-kijken Mijn kinderen mogen kijken naar: nieuwsprogramma’s, bijv. NOS Journaal, Jeugdjournaal jongerenprogramma’s, bijv. Jeugdjournaal, Klokhuis, EO-Jong informatieve programma’s, bijv. Blik op de weg, de Rijdende Rechter amusement, bijv. Te land, ter zee en in de lucht, Bananasplit sport, bijv. Studio Sport, Eurosport tekenfilms, bijv. Kindernet, Nickelodeon actiefilms, bijv. Snuf de hond, politieseries jongerenseries, bijv. Spangas documentaires
Dan volgen nu enkele stellingen. Zou u bij elke stelling willen aangeven welk antwoord het best bij uw mening aansluit.
17. De gereformeerde gezindte moet het gebruik van tv (incl. het kijken via Uitzending Gemist etc.) volstrekt afwijzen. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 18. Vertegenwoordigers van de gereformeerde gezindte doen er goed aan actief mee te werken aan discussieprogramma’s als Pauw & Witteman en Knevel & Van den Brink. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 19. Het is een goede zaak dat ook SGP-politici actief, maar selectief gebruikmaken van tv-programma’s om hun standpunten uit te dragen. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 20. Een afwijzende houding ten opzichte van tv is door de opkomst van de pc en het vervagen van de grens tussen tv en pc achterhaald. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 21. Door selectief te kijken, is tv-gebruik principieel verantwoord. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 22. Ik hecht grote waarde aan een officieel kerkelijk standpunt over tv-gebruik van de kerk waartoe ik behoor. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 23. Een kerkelijk standpunt over tv-gebruik is voor mij doorslaggevend bij de afweging al dan niet een tv aan te schaffen cq. weg te doen. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 24. De tv biedt goede mogelijkheden het Evangelie te verkondigen in landen als Indonesië, Iran of Egypte. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens
helemaal mee oneens geen mening 25. De tv biedt goede mogelijkheden het Evangelie te verkondigen in Nederland. helemaal mee eens beetje mee eens beetje mee oneens helemaal mee oneens geen mening 26. Mocht u ter afsluiting nog een (korte) opmerking willen maken, dan kunt u die hier kwijt. __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ __________________________________________________________________
Nu volgen nog enkele vragen over persoonlijke gegevens. 27. Wat is uw geslacht? man vrouw 28. Uw leeftijd: jonger dan 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 – 75 jaar ouder dan 75 jaar 29. Tot welke kerk behoort u? Protestantse Kerk in Nederland (Geref. Bond) Protestantse Kerk in Nederland (overig) Hersteld Hervormde Kerk Christelijke Gereformeerde Kerken Gereformeerde Gemeenten Gereformeerde Gemeenten in Nederland (binnen en buiten verband) Oud Gereformeerde Gemeenten Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt Nederlands Gereformeerde Kerken Evangelische gemeente anders, namelijk…. 30. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? lager (beroeps)onderwijs middelbaar (beroeps)onderwijs hoger (beroeps)onderwijs universitair onderwijs 31. Wat is uw burgerlijke staat? ongehuwd gehuwd gehuwd geweest 32. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden?
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. meer dan 10.
33. Hoeveel inwoners telt de stad of het dorp waarin u woont? tot 10.000 inwoners 10.000 – 30.000 inwoners 30.000 – 60.000 inwoners 60.000 – 100.000 inwoners meer dan 100.000 inwoners
De redactie van het Reformatorisch Dagblad zegt u hartelijk dank voor het invullen van deze enquête.
Valid
Gecorrigeerde variabele type kijker op basis van vraag 7, 8 en 9 Cumulative Frequency Percent Valid Percent Percent geen tv bezit en gebruik 166 21.9 21.9 21.9 kijkt tv op andere 372 48.9 48.9 70.8 manieren wel TV 222 29.2 29.2 100.0 Total 760 100.0 100.0
Statistics Gecorrigeerde variabele type kijker op basis van vraag 7, 8 en 9 N Valid 760 Missing 0
[DataSet2] E:\Gecombineerd bestand bewerking Myrta 4.sav
Frequentieverdeling variabele ‘houding’ (herberekening)
Output-tabellen Statistiek
BIJLAGE B
Total N Percent 759.604 100.0%
Gecorrigeerde variabele type kijker op basis van vraag 7, 8 en 9 * Uw leeftijd: Crosstabulation Uw leeftijd: jonger dan 25-34 35-44 45-54 55-64 65-75 24 jaar jaar jaar jaar jaar jaar Gecorrigeerde geen tv bezit en Count 4 21 27 27 30 33 variabele type kijker gebruik % within Uw 10.5% 20.8% 18.4% 20.6% 17.4% 27.3% op basis van vraag 7, leeftijd: 8 en 9 kijkt tv op andere Count 28 69 92 78 65 35 manieren % within Uw 73.7% 68.3% 62.6% 59.5% 37.8% 28.9% leeftijd: wel TV Count 6 11 28 26 77 53 % within Uw 15.8% 10.9% 19.0% 19.8% 44.8% 43.8% leeftijd: Total Count 38 101 147 131 172 121 % within Uw 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% 100.0% leeftijd:
Gecorrigeerde variabele type kijker op basis van vraag 7, 8 en 9 * Uw leeftijd:
Case Processing Summary Cases Valid Missing N Percent N Percent 758 99.8% 1.604 .2%
[DataSet2] E:\Gecombineerd bestand bewerking Myrta 4.sav
Kruistabel ‘leeftijdscategorie’ en ‘type kijker’
372 49.1% 220 29.0%
5 10.4% 19 39.6%
48 758 100.0% 100.0%
Total 166 21.9%
ouder dan 75 jaar 24 50.0%
df
Asymp. Sig. (2-sided) .000 .000 .013
Symmetric Measures Value Approx. Sig. Nominal by Nominal Phi .401 .000 Cramer's V .283 .000 N of Valid Cases 758
Pearson Chi-Square 12 Likelihood Ratio 12 Linear-by-Linear 1 Association N of Valid Cases 758 a. 0 cells (.0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 8.32.
Value 121.705a 126.397 6.157
Chi-Square Tests
Gecorrigeer
geen tv
kerk behoort u?
727
95.7%
Percent 32.604
N 4.3%
Percent
Missing
759.604
N 100.0%
Percent
Total
de Bond) 8
(Gereformeer (overig) 0
20
e Kerk
de Kerken 5
Nederland Hervormd Gereformeer
73
Gemeenten
de
Gereformeer
30
buiten verba
(binnen en
in Nederland
se Kerk in
Nederland
Christelijke
Gemeenten
Protestant
Kerk in Hersteld
de
Protestantse
Gereformeer
Tot welke kerk behoort u?
24
Gemeenten
de
Gereformeer
Oud
0
Vrijgemaakt
de Kerken
Gereformeer
Gecorrigeerde variabele type kijker op basis van vraag 7, 8 en 9 * Tot welke kerk behoort u? Crosstabulation
Count
vraag 7, 8 en 9 * Tot welke
type kijker op basis van
Gecorrigeerde variabele
N
Valid
Cases
Case Processing Summary
de Kerken 0
Gereformeer
Nederlands
[DataSet2] E:\Kopie Masterscriptie- uni werken- zaterdag 12 nov\Gecombineerd bestand bewerking Myrta 4.sav
Kruistabel ‘houding’ en ‘behorend tot welke kerk’
160
Total
Total
kerk
en 9
%
within
op
andere
wel TV
n
Count
rt u?
behoo
kerk
welke
Tot
within
%
Count
rt u?
behoo
kerk
welke
maniere Tot
Count
kijkt tv
rt u?
behoo
welke
vraag 7, 8
within
Tot
gebruik
op basis van
type kijker
de variabele bezit en %
140
70.0%
98
24.3%
34
5.7%
27
96.3%
26
3.7%
1
.0%
96
25.0%
24
54.2%
52
20.8%
59
42.4%
25
49.2%
29
8.5%
288
9.0%
26
65.6%
189
25.3%
57
5.3%
3
42.1%
24
52.6%
49
.0%
0
51.0%
25
49.0%
6
50.0%
3
50.0%
3
.0%
358
209
5
727
80.0% 28.7%
4
20.0% 49.2%
1
.0% 22.0%
100.0%
df
1
16
16
100.0%
sided)
N of Valid Cases
Nominal by Nominal
expected count is 1.10.
.468
Cramer's V 727
.662
Value
Phi
Symmetric Measures
.000
.000
Approx. Sig.
.000
.000
.000
Asymp. Sig. (2-
100.0%
a. 6 cells (22.2%) have expected count less than 5. The minimum
N of Valid Cases
727
165.271
Linear-by-Linear
Association
326.747
Likelihood Ratio
a
318.398
Pearson Chi-Square
Value
Chi-Square Tests
rt u?
behoo
kerk
welke
Tot
within
%
100.0%
100.0%
100.0%
100.0%
100.0%
100.0%
%
100.0
BIJLAGE C Transcripties interviews Interview 1 Gegevens Respondent:
Familie A
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 4 dochter tussen 3 en 13 jaar.
Kerklidmaatschap:
Christelijk Gereformeerde Kerk
Datum:
16 november 2011
Duur:
47 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
Interview af en toe onderbroken i.v.m. oppaskind van 1,5 jaar
Interviewer: [uitleg masterscriptie, interview werkwijze] Heb je nog vragen?
1
A: Nee Interviewer: [ uitleg] Eerste vraag is vrij open. Zou je een omschrijving kunnen geven van hoe jullie in dit gezin omgaan met televisie via internet, via de computer?
2
A: uhm, we kijken weleens. Ik moet eerlijk zeggen dat we onszelf daar niet zoveel tijd voor gunnen, want waar
3
ik een beetje moeite mee heb is dat het zo tijdrovend is. Van de 1 komt je bij het ander en ja, je klikt snel een
4
volgende aan en een volgende. [onderbreking]. Dat merk ik zelf ook van momenten, bijvoorbeeld met die
5
kernramp in Japan. Toen, dan kijk je filmpje zo, en kijkje filmpje zo. Interessegebied van mijn man. En dan is het
6
zo ’s avonds half 12. Even kijken nog hoor. Nieuwe dingen. Nouja het is al kwart over twaalf. Ik bedoel, dan
7
denk ik bij mezelf, ja wat heb je in die tijd nou gedaan? Wat zijn we nou eigenlijk wijzer geworden? Dat ik zoiets
8
heb van ja....nee. Interviewer: Hoeveel kijken jullie dan ongeveer als je het uuh.....?
9
A: Uhm...ja. Nog geen uur in de week. Nou weet ik niet..ik kan niet helemaal controleren hoeveel mijn oudste
10
dochter bijvoorbeeld kijkt. Die is weleens thuis als wij niet thuis zijn. We hebben Filternet. Dus we hebben er
11
een filter opzitten. Je kunt in de geschiedenis kijken. Zo nu en dan doen we dat, maar wat dat betreft zijn we
12
niet zo super control-freakerig. Maar we proberen toch gewoon te kijken van ja, waar wordt op gekeken,
13
opzich. [Onderbreking] Interviewer: Ja, en jullie kijken via de computer?
14
A: ja, we hebben geen televisie. Ik zou ook niet weten waarom ik die zou willen nemen want, nou
15
nogmaals...als we op vakantie zijn in een vakantiehuisje, dan kijken we weleens. Maar dan merk je ook
16
al..bewegende beelden, ja dat is toch iets aantrekkelijks. En ja, het gaat ten koste van de tijd die je hebt om te
17
lezen, of een keer een spel met de kinderen of weet ik wat. Dan denk ik bij mezelf, ach....Ja en dan heb je zoiets
18
van, ja OK, om acht uur het journaal. Nou, dan moet je daar je dag aan gaan aanpassen. Nou, niet hoor. Als je
19
een dag wegwilt en je wilt ergens wat langer blijven, nou, prima, doen we dat. Dan zitten we niet om 8 uur aan
20
het journaal. Je kunt nog om 10 uur journaal kijken of 12 uur of half 12..nou ik weet niet eens. Ja, we gunnen
21
onszelf daar heel weinig tijd voor. En ja, ik vind het ook gewoon niet nodig. Dan denk ik bij mezelf, nou mijn dag
22
is al zo gevuld met voor mijn gevoel functionelere dingen en zinvollere dingen dan televisie kijken. Interviewer: ja, precies. Ja, want je hebt dan geen t.v. om die reden, maar wel via internet dan kijken. Kun je dan uitleggen, want dat kost opzich dan wel net zoveel tijd dus...
23
A: ja, klopt. Nou, om die reden....televisie, het is niet helemaal om die reden [onderbreking], dat het zoveel tijd
24
kost maar goed het heeft ook gewoon best wel veel gevaren in zich. Dat je zegt van, nou goed, waar klik je op.
25
Dat merk je bij jezelf ook, komt er een picto voor van ÓK wil je dat kijken’of nouja, een reclamefilmpje van een
26
bepaald wat..en nouja, dan heb je de neiging om dat ook te gaan kijken. Nou, je loopt natuurlijk best wel
27
risico’s dat je op dingen terecht komt waarvan je zegt ‘nou, dat vinden wij niet verantwoord’. Dat is de reden
28
[onderbreking]. Dus, uhmm ja, dat is dus de reden...de hoofdreden waarom we geen televisie hebben, ja,
29
omdat er meer onzinnigheid op komt dan dat het functioneel is. En nouja, dat is dan ondervangen op deze
30
manier. Computer hebben we wel. Internet verbinding hebben we, dus je kunt eventueel de functionele dingen
31
wel kijken. Alleen, om nou heel vaak functionele dingen te kijken, ja, daar gunnen we onszelf dus echt geen tijd
32
voor. Of weinig tijd voor...Dat ik zoiets heb van, ja er zijn zoveel andere dingen die de aandacht vragen. En je
33
merkt ook gewoon aan jezelf...als ik keer overdag of als de kinderen op school zijn een filmpje ga of kijken ofzo,
34
van het een op de ander. Net wat ik net noemde van Japan, die kernramp toen. Nou, dan ben je daar ook zo
35
op gefocusd, dat als de kinderen dan wat komen vragen, dat je je daar bijna aan ergert. Terwijl het gewoon
36
hele terechte vragen zijn. Interviewer: Ja, jullie kijken dan altijd in je eentje dan of...?
37
A: Nou, als we kijken, kijken we meestal samen. Mijn man en ik samen, of als er iets apart is ofzo dat we met de
38
kinderen ook samen kijken. Dat we zeggen van , nou moet je eens even kijken joh. Weet je wel, zo. En, wat mijn
39
man nog weleens doet, via YouTube zijn ook allerlei muzikale filmps, of dan gaat het hem met name om het
40
geluid, te beluisteren. En die zet íe ’s avonds nog weleens aan, als ik dan thuis kom ofzo, dan heeft ‘ie iets leuks
41
opgezocht ofzo. Nou, dat is toch best leuk..mooie muziek, klassieke muziek of zo’n [xxxx]-bar weet ik wat
42
uuuh...Dat heb je in allerlei soorten en maten. Maar goed dat gebruiken we ook...dat heb je ook met internet.
43
Zit ik me nu ineens te realiseren. Ja, dat is waar, dat zou je niet kunnen doen als je internet hebt. Interviewer: Nee, inderdaad. Dat is een beetje hoe het er ingekomen is, he?
44
A: Ja, nou, inderdaad. Zo zie je hoe sluipenderwijs dat gaat.
45
Interviewer: Ja, nou, ik heb soort van voorwerk gedaan, soort van theorie. En ben daar aantal argumenten
46
tegengekomen waarom televisie eerder niet werd aangeschafd of in huis werd gehaald. En ik was benieuwd
47
hoe je tegen die argumenten aankeek. De eerste is het gevaar voor wereldgelijkvormigheid. Omdat de
48
levensstijl op televisie vaak onbijbels is, en als je het kijkt dan zal je het sneller overnemen. Dus het gevaar dat
49
je door televisieprogramma’s te kijken, dat je dan toch uuh...
50
A: Daar kan ik me wat bij voorstellen. Aan de andere kant, is dat argument denk ik..achterhaald is een groot
51
woord, maar wel iets minder..tenminste voor mijn gevoel..iets minder functioneel, omdat, kijk je in het
52
centrum, ook in Veenendaal, hoe kerkelijk dat ook is, dan zie je natuurlijk ook van alles en nog wat. Gewoon
53
aan mensen voorbij, aan kleding en weet ik het allemaal. En daar heb ik de televisie niet voor nodig om te zien
54
hoe die dingen, ja in de ‘wereld’....beetje lelijk woord of in ieder geval beetje stigmatiserend woord...gebruikt
55
wordt. Ja, dat ik zoiets heb van, ja zit ...nouja, ik werk dan bij een christelijke organisatie, maar die is heel ruim
56
christelijk, heel breed christelijk. Mijn man werkt in gewoon algemene organisatie, ja, als je echt dat allemaal
57
buiten wilt houden, dan moet je in reformatorische organisatie gaan werken. Er zijn veel meer dingen, als je dat
58
als argument gebruikt, dan denk ik, dan moet je ook consequent zijn en in andere dingen, andere keuzes
59
maken. Interviewer: Ja. Ik vond het wel grappig, je zei eerder van als je in zo’n vakantiehuisje zit, dan kom je ook niet meer aan lezen toe. En dat argument is ook een van de dingen....dat televisie dan onderdeel is van de beeldcultuur isn, en daarin wordt de leescultuur, waarin bijvoorbeeld ook bijbellezen een belangrijk onderdeel van is, wordt ondermijnd. Hoe kijk je daar tegenaan? Is dat is wat bij jullie nog leeft, dat onderscheid en het gevaar dat beeldcultuur uuh....?
60
IP: Ja, ik denk het wel. Ik denk dat dat iets is...dat we zelf ook wel aan dat gevaar blootstaan. Dat je dan eerder
61
zoiets hebt van, nouja goed...de dingen die je dan ziet, dat luistert ook makkelijk. Je merkt aan je kind ook heel
62
sterk, het komt makkelijk binnen. Maar ik kan niet zeggen dat het echt beklijft. Want we hebben weleens tegen
63
elkaar gezegd, ‘en wat hebben we nu eigenlijk gehoord op het nieuws?’ Of m’n man heeft het nieuws gekeken,
64
en dan vroeg ik ‘nou was er nog wat nieuws?’ en dan ‘ja, ik weet eigenlijk niet’. Dan denk ik bij mezelf, ja moet
65
je kijken. Hoe beklijft dat nou? En hoe functioneel is dat nou op dat moment? Interviewer: Ja, we komen zo op selectiecriteria, want dat ik natuurlijk interessant van, wat kijk je wel en wat niet en wat is dan wat jij zegt, functioneel. Ik had nog een artikel uit het RD, van Ds. Egas. En die zegt onder andere “ja, als je eenmaal t.v. gaat kijken, dat is een hellend vlak” Ja, voor je het weet zit je meer te kijken, omdat je er ook aan gewend raakt. Terwijl hij dan meer pleit voor het Bijbels vreemdelingschap, zoals íe dat dan noemt. Je moet proberen je zoveel mogelijk verre te houden van die dingen en jezelf ook niet in verleiding brengen. Zijn paar dingen die hij dan noemt. Ja, dat is een beetje onder het kopje van cultuurvisie. Hoe kijk je daar dan tegenaan? Want je zei net al zo van , ja je hoeft je niet helemaal verre te houden van de wereld.
66
A: nee, klopt inderdaad. Net wat ik net zei over bij andere organisaties werken of ja, ik kwam in de thuiszorg
67
ook bij clienten die niet kerkelijk zijn. Nee, ik begrijp dominee Egas’ standpunt wel en ik herken ook wel dat dat
68
een hellend vlak is en zeker kan zijn. Dat merk ik aan mezelf ook, heb ik net ook aangegeven. Nou, je zit even te
69
kijken en aan eind voor het journaal of net voor het journaal ‘Netwerk komt dat en dat en dat in straks’. Oh,
70
moet ik misschien ook even kijken, is ook wel leuk. Nou, ik bedoel, zo ben je een uur later. En dat begrijp ik wel,
71
en inderdaad, als je aan het zoeken gaat van, OK zijn er nog leuke dingen? Allicht dat er iets langskomt dat,
72
nouja, zou ik normaal nooit gedaan hebben maar ja...oh de kinderen zijn er gelukkig niet bij. Weetjewel, zo.
73
Zulk soort risico’s loop je, nadrukkelijk wel. Daar ben ik van overtuigd. Om die reden hebben we ook Filternet
74
op de internetverbinding. Hoe technisch in elkaar steekt, heb ik geen idee van. Maar dat begrijp ik wel, maar ik
75
deel niet zijn standpunt om dan maar te zeggen ‘helemaal terugtrekken in je eigen bastion’, in hoeverre dat
76
nog een bastion is, is de vraag. Maar goed, waar hij dan voor pleit, nee....want dan denk ik, dat je meer
77
consequenties aan de keuze moet verbinden en dan kom je volgens mij in het gedrang met ook de opdracht
78
om een stad op een berg, een licht op de kandelaar, en een zoutend zout te zijn. En, ja, voor mijn gevoel wringt
79
dat een beetje. Maar goed, daar zou ik best een keertje met dominee Egas over willen praten. Van, nou hoe
80
denk je dat? En ongetwijfeld is hij beter daarin....zal hij dus ook z’n argumenten voor hebben en hij zal ook
81
zeker de ervaringen heb dat dat echt een gevaar is. Dat geloof ik direct, maar er is ons natuurlijk nooit gezegd
82
dat we in de wereld, het makkelijk zullen hebben. We moeten natuurlijk continu keuzes maken en dat is
83
inderdaad op mediagebied maar dat is natuurlijk op heel veel gebieden. Interviewer: Ja, en hij zegt dan ‘Je kunt het beter wegdoen, want...’
84
IP: dan loop je dat risiso minder. Begrijp ik, maar ja, net wat ik net zei, ik heb het gevoel dat je dan..dat de
85
bijbelse opdracht van zoutend zout, lichtend licht, ook in het gedrang komt. En dan probeer ik dat niet arrogant
86
te zijn van , nou dat zijn wij nu dus wel door op deze manier keuzes te maken, maar dat is een persoonlijke
87
keus. En daarin wil ik ook absoluut niet een ander opleggen van..of zeggen dominee Egas, u doet het fout want
88
u bent nu geen lichtend licht of zoutend zout. Absoluut niet. Maar daarin maken we iets andere keuzes. Interviewer: en je zegt, ik herken wel het hellend vlak van, je gaat snel doorklikken. Hebben jullie dan voor jezelf een grens of hou je dat in de gaten?
89
A: nou, inderdaad. Je kunt in de geschiedenis kijken van wat er gekeken is. Hebben we daarvoor een grens?
90
Nou ik zou bijna zeggen een tijdsgrens. In die mate dat we zeggen, nou jongens, het is nu echt laat we gaan
91
echt naar bed, dit is echt niet normaal meer. Nee, we hebben dat niet heel strak geregeld. Ik weet wel van
92
gezinnen die ook een tijdlimiet op internet gebruik hebben, tijdsklok eraan of ik weet niet precies, soort
93
kookwekker erop zetten, zoiets....die keuze hebben we nog niet gemaakt, maar mogelijkerwijs dat we zeggen,
94
nou goed...als je merkt dat de dingen de spuigaten uit gaan lopen met de kinderen, misschien met onszelf, daar
95
moet je ook gewoon heel nuchter in zijn. Dat je zegt van, OK, misschien moeten we dat toch doen. Maar die
96
keus hebben we op dit moment nog niet gemaakt. Ik vind ook, je kunt je kinderen ook niet overal voor
97
bewaren. [voorbeeld van kind op alg. christelijke school i.p.v. specifiek christelijk gedaan] Dat is een lastige
98
keus geweest, maar die keus hebben we gemaakt omdat we zelf van middelbare school naar hbo voor mij en
99
universiteit voor mijn man een hele grote vonden. dat je dan toch het gevoel hebt van, dit is wel heel anders.
100
En ja om daar dan rustig aan te wennen, ja OK, toch het Ichtus [noemt aanvullende praktische reden]. Dat zijn
101
ook dingen waarvan je zegt, ja...dat zijn ook keuzes. En ja, als we het dan over wereldgelijkvormigheid hebben,
102
ja mogelijkerwijs, heeft het daar ook mee te maken. Maar om ze daar helemaal van afgescherm te houden, of
103
dat de goeie keus is. Ja, ‘begeleide confrontatie’ zijn dan wel begrippen die je dan hoort. Nou goed, dat
104
proberen wij dan te doen. Met vallen en opstaan, en soms merk je gewoon dat kinderen verder zijn dan jezelf
105
gedacht had. Maar goed, dat zijn dan ook weer mooie momenten erover te praten van ‘begrijp je waarom wij
106
dit toch niet goed vinden of dat we het jammer vinden dat je het zo doet’. Maar goed, ze moeten natuurlijk wel
107
leren zelf keuzes te maken. En, nou goed, misschien is 13 daar nog wat jong voor maar aan de andere kant, ja ik
108
weet het niet. Misschien afhankelijk per kind ook. Interviewer: Praten jullie er in je gezin over? Is dat jullie methode?
109
A: nou, met kinderen erover te praten van ‘wat zie je hier nu?’ Ik heb gister bijvoorbeeld even samen met mijn
110
dochter zaten we even op website van kledingwebsite te kijken. Ook dames met weinig kleding en dan zeg ik
111
‘zie je dat, wat een gevaar dat heeft? Dat bij wijze van, op neckermansite er al aan allerlei kanten aan
112
getrokken wordt?’. En ja, nou goed, ik kan niet garanderen dat zij daar, dat zij niet op z’n icoon zal klikken als ik
113
niet thuis zal zijn. Maar, door te benoemen, en de eigen verantwoordlijkheid in te geven, en de bescherming
114
van toch wel de filter...[voorbeeld blokkade bepaalde lingerie). Dan denk ik wel bij mezelf, ja toch wel
115
belangrijk dat we dat hebben. Niet om daar je eigen verantwoordelijk ten opzichte van je kinderen mee af te
116
schuiven maar wel dat ik zoiets heb van ‘je, OK’. Ja, zo probeer je dat in te perken, in te kaderen, ook op
117
moment dat we niet thuis zijn. [voorbeeld zij weg, oudste dochter alleen thuis]. Interviewer: Ja, en voor televisiekijken via internet. Heb je enig idee wat Filternet dan wel en niet filtert of...?
118
A: Uhm, wij krijgen weleens ....we hebben weleens gezocht inderdaad, van ‘nou hoever kun je gaan ‘. Samen
119
he, mijn man en ik samen...hoever kun je gaat totdat de filter komt, en we hadden het gevoel dat de filter wel
120
heel snel kwam, haha. Maar goed, wat is heel snel, je weet niet wat erachter zit. Je weet niet wat voor plaatjes
121
daarachter zullen zijn, bij wijze van spreken, dat kan ik niet helemaal beoordelen. We hebben wel voor Filternet
122
gekozen en niet voor Kliksafe omdat Kliksafe zeker in de begintijd, hoe het nu is weet ik niet, wel erg veel
123
dingen afschermde waarvan wij zeiden, ja...gewoon voor je werk ook...[man thuiswerken, kon niet op bepaalde
124
sites voor werk]. Hebben we gezegd, van, nou nemen we Filternet. Dat is iets ruimer, met die risico’s van dien
125
maar we zijn er nog steeds wel content mee. Interviewer: Ja bij die selectiecriteria. Je hebt inderdaad tijd genoemd en vroeg me af, hebben jullie ook nog ‘ja, deze programma’s wel en deze komen er echt niet in’? Specifieke genres bijvoorbeeld of uuh...
126
A: Mjaah...we hebben wel voorkeur, net wat ik net zei, voor journaal en....en er zijn best wel...zijn wel met die
127
natuurfilms...nou goed, organisatie, Engelse organisatie,
128
Interviewer: National Geographic
129
A: ja, precies….die kijken we weleens. Ook daarvoor geldt, zo’n film kost zo..ja, je bent zo een uur bezig. En als
130
de kinderen het willen zien [legt ui dat ze aantal DVD’s ervan hebben met spaarzegels, en dat die al drie jaar in
131
de kast staan en nog niet eens allemaal gezien]. Dat geeft ook gewoon aan....Goed ze vragen het weleens, ‘man
132
mag ik een filmpje kijken;?’. ‘Nee joh, het is mooi weer, ga lekker buiten spelen’. Krijg je weleens ‘nee, maar ik
133
wil toch?’.’OK, dat wil jij maar nee, nu niet. Ik heb toch gezegd, is toch duidelijk’. Interviewer: het is niet standaard. Als ze iets willen kijken probeer je ze eerst iets anders...
134
A: ja, dan heb ik zoiets van ‘nou, ga iets anders doen’. Ik vind nog steeds, er zijn best wel computerspelletjes die
135
functioneel zijn [voorbeeld woordspel voor dyslectische dochter].
136
Nou, de jongste kijkt weleens Zandkasteel, BarbaPappa hebben ze dan bij een vriendje of buurjongetje ofzo
137
gezien dus dan ‘mam mag ik dat ook een keertje kijken’. Nouja, dat mag weleens maar goed, dat is dan een
138
filmpje van 10 minuutjes, 7 zoiets. Nou, dat kijken ze weleens. En dat is echt ter onderbreking van..dat ik zeg
139
van ‘nou, ga je weer lekker spelen. Je hebt trein, we hebben duplo, we hebben lego, we hebben playmobil. Of
140
we gaan samen een spelletje doen of ik lees een boekje voor ofzo, maar goed dat kan niet altijd. Zijn natuurlijk
141
altijd momenten, half 5, 5 uur, dat ze met zo’n vraag komen. Dan heb ik wel zoiets van ‘nou, OK, maarja, ook
142
dan zoek ik vaak wel alternatieven. Ik vind het niet nodig dat gehang achter een computer. Interviewer: Nee. En hebben jullie nog een...want je hebt YouTube, Uitzendinggemist, zijn er nog kanalen die jullie dan bijvoorbeeld niet...Je hebt ook RTLGemist, van elke omroep heb je natuurlijk ook wel kanalen.
143
A: Daar ben ik niet eens zo van op de hoogte, wat er allemaal is. Goed, ik weet er is een Kro dus er zal ook iets
144
van KRO zijn, Avrobode heb je...ik bedoel, ik ziet het bij clienten, van die tijdschriften liggen...maar hoe zich dat
145
precies verhoudt met computer en tevprogramma’s enzo, hoe dat precies zit via internet....ik weet het niet
146
eens.
Interviewer: En Uitzendinggemist, gebruiken jullie dat?
147
A: ja Interviewer: Want daar zitten alle publieke omroepen.
148
A: ja, klopt. Ik heb weleens begrepen dat Kliksafe Uitzendinggemist ook niet toelaat of niet toeliet in ieder
149
geval. Maar goed, dat durf ik niet te zeggen. Zoiets heb ik weleens gehoord. maar goed, wat ik zei, van toen in
150
die tijd met die kernramp in Japan, nou dan kijk je op UitzendingGemist en daar staan ook allerlei filmpjes op. Is
151
interessegebied van mijn man, die vind dat leuk. Wat is er aan de hand, wat voor risico’s lopen ze daar...nog
152
een en ander uitgelegd ook, leer je er nog wat van ook, hoe zo’n kernreactor werkt en nouja...Samen met de
153
kinderen kijken we er ook wel naar. Die vinden het ook wel interessant. Ik vind het ook wel belangrijk om ze
154
interesse bij te brengen voor wat er in het grotere geheel gebeurd. We lezen ook het RD, maar goed...net wat
155
ik net zei’, de tweede die leest bijna niet want heeft gruwelijke hekel aan. Kost ook heel veel moeite. Die is
156
dyslectisch, dan is zo’n filmpje ook op Uitzendinggemist eigenlijk heel handig want dan wordt het toch verteld,
157
en dan kun je wel je woordenschat kun je dan meer opbouwen en je blik verbreedt je. Want dat mist zij heel
158
sterk. de oudste leest graag, die heeft best grote woordenschat, die weet gewoon best veel dingem, gewoon
159
van algemene ontwikkeling, dat mist de tweede omdat ze gewoon niet veel leest. Dat is gewoon haar handicap
160
zal ik bijna zeggen. En om daar op andere manier mogelijkerwijs compensatie in te bieden, ja, heb ik er geen
161
moeite mee om zo nu en dan eens naar Uitzendinggemist te kijken. Maar inderdaad, dat doen we dan samen. Interviewer: Ja, ik had nog een artikel. Oh, laatste zei je, je kijkt dan samen...
162
A: Met onze dochters kijken we ook gewoon samen. Interviewer: Altijd?
163
A: Nou, in ieder geval wel Uitzendinggemist. Verder taalt ze er niet naar. Ik moet haar er bijna bijslepen van
164
‘joh, heb je...’Ze hebben op school dan erover gehad, daar en daar over, ik zeg ‘zullen we eens kijken of we
165
erop Uitzendinggemist een filmpje over zien’? Die tweede heeft er absoluut niet de neiging om daarvoor
166
internet op te starten. Als ze internet opstart, wil ze een spelletje doen. Spelen.nl is dat geloof ik.
167
[onderbreking]. Maar goed, dat moeten ze eerst vragen en dan kijk even hoelang tot ik zoiets heb van
168
‘joh’....[sommige spelletjes, muziek eronder niet geschikt]. Klinkt misschien hierarchisch maar daar hebben ze
169
wel naar te luisteren. Interviewer: Ik had ook nog een artikel van...Knevel en Van der Vlies hadden gereageerd ook op de enquete, de uitkomsten. Omdat er natuurlijk uitkwam dat 40 % geen televisie heeft maar wel via computer kijkt, en Knevel [boek uitleggen], en hij zegt nu’het verbaast me niks dat er zoveel via internet wordt gekeken want de televisie is eigenlijk zo erg afgewezen dat er nooit over nagedacht is en dat het nu eigenlijk binnen is gekomen, en dat het, juist....dat om die reden, daardoor omdat mensen eigenlijk helemaal niet zo goed wisten waarom ze geen televisie hadden. Hij zei van ‘ja, de bezinning ontbrak’. En dat moet dan beter. Hoe kijk jij op zijn ...herken je dat?
170
A: Ik denk dat hij wel gelijk heeft. Ik weet dat er toen ook wel discussies speelden van dat Knevel zei van ‘die
171
dat ding dan uit’. En dat predikanten in de gereformeerde gemeente zoiets hadden van ‘die dat ding de deur
172
uit’ als reactie op zijn...dat geeft natuurlijk precies aan van, buiten de deur houden. Ik denk inderdaad met de
173
computer in huis halen, dat die discussie achterhaald is. Omdat je er toch gewoon makkelijker bij kunt en het
174
heeft gewoon zeker een risico inzich, ben ik met Knevel eens.....als er helemaal niet over gepraat wordt,van
175
wat kijk je en wat kijk je niet...dat dan echt de hele boel openstaat. En kinderen niet weten van, ja, wat moet je
176
nou kijken, wat moet je nou niet kijken. En nouja, ik weet niet of ik...soms denk ik wel bij mezelf, ik moet me er
177
iets meer in verdiepen. Van wat is er nou eigenlijk allemaal, net zoals het antwoord dat ik net geef van ‘ík weet
178
eigenlijk niet allemaal wat er precies is’. Ik weet RTL 4 heb je, maar ik wist niet eens dat RTL ook een
179
uitzendinggemist had, dat wist ik niet eens. maar ik weet ook niet op welke televisiekanalen meer ja onzigheid,
180
ik weet zo snel geen ander woord, komt dan op de ander. Ik bedoel, NOS...Nouja, daar wordt ook weleens op
181
gevloekt. Dat vind ik wel een argument om te zeggen van, nou als er ergens op gevloekt wordt dan, dat vind ik
182
wel belangrijk om dan er goed over na te denken of die of die dan...ja, nou op de zwarte lijst zou moeten. Maar
183
ik ben niet actief om te kijken van welke komen op mijn zwarte lijst en welke niet. Nouja, misschien...heb ik pas
184
nog zitten denken, moet ik dat wel gaan doen, ook gezien het feit de kinderen ook ouder worden. Dat je dat
185
beter weet, maar nu nog niet echt de tijd voor genomen. Mijn man weet daar misschien wel iets meer van dan
186
ik, maar ja.... Interviewer: En je zegt dan, zo’n gesprek met de kinderen van...wat is dan wel goed en wat is dan niet goed goed. Hoe zou je dat zelf, welke handvatten zou je je kinderen geven daarin?
187
A: nou, wat ik net zei...vloeken. Vind ik een belangrijk argument. Uuh...uhm...dat er geschopt wordt of
188
belachelijk..bijbelse principes belachelijk worden gemaakt. Dan zie ik dat heel breed, maar ook inderdaad op
189
seksueel gebied. Dat proberen we de kinderen ook duidelijk te maken. Seksualiteit heeft de Heer ook
190
geschapen en is mooi. En daar moet je mee oppassen dat je daar iets lelijks van maakt of iets aanstootgevends
191
of ja...daar met een andere manier mee omgaat dan gewoon zoals de bijbel dat aangeeft. En natuurlijk dat
192
weet ik wel, kinderen hebben ook nodig dat ze bepaalde dingen ook zelf ontdekken. Je kunt ze niet overal voor
193
bewaren. En dan probeer je ze daarin toch handvatten te geven, OK je ziet soms iets waarvan wij zeggen ‘ja dit
194
kan eigenlijk niet’. Kijk, in eerste instantie is dat nog van ‘oh dit vind mamma of pappa niet goed’. Maar op een
195
gegeven moment moeten ze daar zelf een keuze in gaan maken. En dat kunnen ze al alleen maar doen als ze,
196
denk ik, toch wel dingen paar keer hebben gezien waarvan je zegt ja, ‘moet eigenlijk niet, vind pappa of
197
mamma niet goed’. En je merkt aan heel veel dinge, ze weten haarfijn aan te voelen hoor. Interviewer: Uit zichzelf?
198
A: Ja.Ja, dat ze aanvoelen van, ‘oh dit vind mamma niet goed. Of pappa niet goed’. Nou, dan praten we ook met
199
hun erover van ‘ja, maar waarom vinden wij dit niet goed?’. Omdat de bijbel, wij, ons inziens, de bijbel dit zegt.
200
En nouja, dan hoop je dat je ze het ook uiteindelijk dat pappa en mamma het niet goed vinden uiteindelijk niet
201
het argument meer wordt, maar die daarin tussenuit gaat en dan de bijbel daarin maatgevend wordt. Nu zijn
202
we daarin dat tussenstuk nog. Ik denk ook dat dat onze taak is als opvoeder. Dat de kinderen daarin ook zelf
203
ook naar de bijbel kijken van wat vind de bijbel daarvan. En dan willen wij daar best over praten met hen. Ook
204
van, ja, is dat nou zo, wat in de bijbel staat? En is dan, de manier waaop jullie daarmee omgaan, is dat dan de
205
meest bijbelse methode? Ik bedoel, de bijbel praat niet over televisie dus daarin zoekt iedereen toch zijn eigen
206
weg. En ik denk, ja de kinderen proberen we toch ook mee te geven om daar bidden daarin de weg te zoeken.
207
En ik weet wel, dat zal best wel lastig zijn als je merkt dat de kinderen keuzes maken waarvan je zoiets liever
208
gehad had dat ze andere keuzes maakten. Zover zijn wij nog niet. De oudste is dertien. Maar ik realiseer me
209
best dat ik dat best lastig zal vinden. Maar, dat mag je best weten, dat is ook gebed. Dan vraag je ook ‘Heere
210
dat ik daarin de juiste manier mag vinden om erop te reageren. En ook daarin niet afkeurend hoef te zijn’.
211
Want wij hebben ook andere keuzes gemaakt dan mijn ouders. Interviewer: Ja, want je hebt het al over de toekomst. Over een paar jaar is het misschien anders. Er is natuurlijk ook de ontwikkeling van de smartphone waar je gewoon nog meer, de kinderen individueel ook gewoon op uitzendinggemist of op welke site dan ook kunnen.
212
A: ja, klopt. Onze oudste heeft een mobiel. [legt uit dat dat goedkoop ding is want als ze duurder wil moet ze er
213
zelf voor sparen] Heeft natuurlijk een risico in zich dat ze dan zegt ‘Ok ik betaal het zelf, dus ik bepaal ook zelf’.
214
Maar goed, zolang ze nog niet zo oud is, realiseert zij zich ook dat wij uiteindelijk de uiteindelijke keuzes
215
maken. Ook in dingen als koopt ze het zelf. Interviewer: ja, heb je..het is een beetje vooruit kijken...over een paar jaa, stel dat ze internet op hun mobiel willen..hebben jullie daar over nagedacht?
216
A: Poosje geleden heb ik het er met mijn man over gehad, van wat zouden we dan doen en willen? En toen
217
hebben we ook tegen elkaar gezegd, ja misschien dat we dan zeggen ‘OK, het mag, maar dan willen we er toch
218
een filter op’. Ja, ik denk ook een beetje per kind verschillend. Ene kind kan daar makkelijker mee omgaan dan
219
de ander. [Oudste streber, tijd nodig voor huiswerk]. Maar dat kan zo veranderen, dat realiseer ik me ook. Er
220
komen van allerlei kanten prikkels binnen en het kan zo veranderen. Dus ja..ik denk dat daarin toch proberen je
221
kind zoveel mogelijk te volgen, met alle gebrek. Ik bedoel, ik zeg niet dat wij dat optimaal doen maar ja daarin
222
ook kijken ja, in hoeverre kan kind daarin verantwoordelijkheid dragen? En nouja, gebeurt best wel eens dat wij
223
daarin soms erachteraan hobbelen. Hebben we van de zomer gemerkt. [Vertelt van oudste zat al paar
224
maanden op Hyves voor ze erachter kwamen, uitgebreid met kind over gepraat, niet verboden, wel
225
wachtwoord]. Interviewer: Want je kwam erachter, want...
226
A: je moet hier het hoekje om. Dus je kunt...tuurlijk het is niet waterdicht want als ik hier in de keuken eten
227
aan het klaarmaken ben, kunnen ze daar klikkenen ze zijn handig genoeg daarmee om het ook weer weg te
228
klikken. Ze horen me aan komen lopen. Tuurlijk, het is niet waterdicht, echt niet. Maar, ja... Interviewer: Soort van meekijken is het, klein beetje
229
A: ja, een bepaalde manier van meekijken wel. Er komt iemand eens zo door de garage binnendoor, dan kan er
230
zo iemand binnenkomen. Nogmaals, we realiseren ons het is niet waterdicht maar ja, dat heeft misschien ook
231
te maken met dat mijn man en ik allebei heel beschermd zijn opgevoed. Dat je daardoor je realiseert dat dat
232
ook z’n negatieve kanten kan hebben. Dat er dan ineens, als je voor eigen keuzes komt te staan, dat je zoiets
233
hebt van óoh...’Ja, dat je daarin ook een weg moet zoeken. En om die weg te zoeken, ja...ik denk dat het...ja,
234
het zal wel mogelijk zijn maar, dat het niet goed is om een kind die weg te laten zoeken, pas op z’n achttiende,
235
later. Ik denk dat je dat eerder samen met je kind moet gaan doen. En nogmaals, ik denk echt niet dat we dat
236
optimaal en het beste doen maar ja, we doen er ons best voor. En nou goed, dan merk je ook gewoon dat
237
gebed daarin noodzakelijk is. Want daarin schiet je tekort. Gister hadden we dan de bijbelkring en toen zongen
238
we gewoon uit psalmversie 1773. 119, vers 53, van ‘Uw woord is mij een lamp voor mijn voet’en dan moet je
239
ook naar je eigen gedrag kijken en hoeveel struikelen wij daarzelf wel niet in . En dan is de laatste regel ‘door
240
uw gena bestendig zal bewaren’. In 1773, ik weet niet of je die.. Interviewer: ja, ik ken ‘m in andere vertaling
241
A: En ja, dat raakt me best wel , dat ik dan denk’ja, ook m’n kinderen mag ik dan daarin aan de Heere
242
overgeven’. Je voelt je verantwoordelijkheid, aan de andere kant is het niet ondragelijk omdat je dan daar de
243
Heere bij ndoig mag hebben en hij je daar bij ook wil helpen. En ja, en dat is elke dag weer een spanningsveld,
244
ja daar een goeie weg in vinden...is zoeken, elke dag weer.
245
Interviewer: Ja, volgens mij hebben we het wel een beetje....uhm, ja, mooi. Ja, ik zat alleen nog even te denken
246
aan mobiel dan he? Je kunt natuurlijk inderdaad niet alles in de gaten houden. En met een mobiel en als ze dan
247
internet op komt, en Filternet bijvoorbeeld....ik weet er niet zo heel veel vanaf, maar volgens mij laten die bijna
248
alle programma’s van Uitzendinggemist bijvoorbeeld wel toe.
249
A: OK, ja dat heeft dan een risico in zich. Ja. Interviewer: Precies
250
A: Nogmaals, misschien lopen we daarin iets teveel achter de dingen aan. Dat we ons daar niet voldoende in
251
verdiept hebben. Dat we niet, omdat we daar zelf de tijd niet aan willen geven, maar mogelijkerwijs moeten
252
we....net zoals we die avond erachter kwamen dat m’n dochter Hyves had...dat we zoiets hebben van ‘Ok,
253
misschien moeten we daar nog eens kritischer naar kijken’. Moeten we ons daar meer in verdiepen. Wie weet
254
dat zo’n gesprek daar nog eens een extra zetje in kan geven, dat je zegt van ‘OK, dat moet je dan meer doen’. Interviewer: Ja, mooi. Ik heb volgens mij al m’n vragen gesteld. Ik weet niet of je zelf nog iets kwijt wilt of....
255
A: nee, ik had het gevoel dat er gewoon ruimte was voor de dingen die ik wilde zeggen. Ik heb ’t van te voren
256
bedacht van die en die vragen, of die en die dingen wil ik zeggen. Nee, ik had zoiets van ‘ik zie wel wat er komt’.
257
[onderbreking] Interviewer: Ik heb nog een vraag vergeten te vragen. Namelijk, de rol van de kerk in het afwijzen van...dat jullie geen televisie hebben. Welke rol het standpunt van de kerk speelt in geen televisie kijken via internet. Ik weet niet, van welke kerk zijn jullie lid?
258
A: Ik kom uit de Christelijk Gereformeerde Kerk. Toen wij trouwden zijn we Gereformeerde Gemeente
259
geworden. Gereformeerde Gemeente had geloof ik wel een standpunt van ‘nou, geen televisie’, maar was niet
260
dat je onder tucht ofzo kwam, volgens mij. Ik weet niet precies wat het standpunt is van de Gereformeerde
261
Gemeente daarin is. Ik wel dat als we een tv hadden en er was huisbezoek, dat ze er dan wel wat van hadden
262
gezegd. Maar ze hebben ons nooit bevraagd van ‘jullie hebben een computer’, heb je daar een filter op zitten
263
ofzo? Dus daarin het standpunt van de kerk...Nou, niet zozeer het kerkelijk orgaan maar meer het standpunt
264
van de
265
richtinggevend zijn dan het algemene standpunt van het overkoepelend orgaan. Laat ik het zo zeggen. We
266
hebben best met andere gezinnen, ouders met opgroeiende kinderen over, van ‘hoe doen jullie dan?’ en ‘hoe
267
gaan jullie daarmee om?’ ‘Inderdaad van filternet, doe je Kliksafe. Nouja, hoe ga je met heel veel dingen om?’
medemensen in de kerk, zou ik dan voor mijn gevoel meer maatgevend, toonaangevend of
Interviewer: Was dat op een speciale avond of was dat gewoon informeel?
268
A: We hebben inderdaad weleens, ik heb weleens van de CGO een opvoedcursus gevolgd. Dat ging ook een
269
avond over media-opvoeding enzo. Nouja, daar kwamen best belangrijke dingen aan bod maar daar was ook
270
discussie heel belangrijk. Dan bevraag je elkaar dus, hoe ga je daar mee om? Dan hoor je ook mensen zeggen
271
van ‘ja, je kunt het toch niet tegenhouden, films en alles, het gebeurd gewoon. Bij ons kijken ze op zolder, en
272
dat is gewoon zo.’ Nouja, dan hoor je en dan denk je bij jezelf ‘nee, volgens mij hoeft dit niet zo’. En dan zoek je
273
je eigen weg in. We zijn intussen CGK geworden, sinds 3 jaar nu dan. Nouja, wat is het mediastandpunt van de
274
CGK? Interviewer: Niet, denk ik.
275
A: Nee, dat bedoel ik dus, dus daarin in...goed. Nou, ik zou zeggen, dominee Egas heeft nog niet zo heel lang bij
276
ons gepreekt dus dat is een beetje de hoek waar wij zitten maar ja, ik denk dat als er bij ons een televisie zou
277
komen te staan dat we daar wel op bevraagd zouden worden. Maar ze weten ook dat we computer hebben. Interviewer: Ja. En als de CGK nu zou zeggen, dat kan niet dat is niet goed, zou dat invloed op jullie hebben?
278
A: Ten eerste kan ik het me niet voorstellen, want van ouderlingen en diakenen weet ik...we zijn een jonge
279
gemeente, opgroeiende gezinnen. Ja hebben allemaal een computer, en de een maakt iets andere keuze in wat
280
voor filter of je uberhaupt een filter erop zet. Dus ten eerste kan ik het me niet voorstellen, maar probeer ik me
281
dat dan toch voor te stellen, nou dan zal het discussie oproepen. Maar ik denk niet dat wij dan zeggen van ‘nou,
282
we zijn nu lif van deze kerk, dus het standpunt is zo dus we gaan dit nu ook zo doen’. Nee, nee, daarin heb je
283
toch een eigen weg ontwikkeld, zegmaar. En dan zeg ik niet dat dat altijd beter is, maar...nou goed,
284
mogelijkerwijs is dat een moment dat je er weer eens uitgebreid met elkaar over praat. Maar rucksichlos
285
overnemen, nee. Maar nogmaals, het is echt situatie die ik me eigenlijk niet kan voorstellen. [einde interview]
Interview 2 Gegevens Respondent:
Familie B
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 2 dochters van 4 en 1,5 jaar
Kerklidmaatschap:
PKN (Gereformeerde Bond)
Datum:
16 november 2011
Duur
47 minuten
Interview afgenomen met:
vader en moeder
Bijzonderheden:
kinderen nog erg jong, vader gaf wel les op op MBO. Wat hij over mediaopvoeding en jeugd in algemeenheid gezegd meegenomen in analyse.
Interviewer: [uitleg masterscriptie, interview werkwijze ] Ik weet niet of er van te voren nog vragen zijn bij jullie?
286
B1: Nee, ik geloof het niet
287
B2: Nee Interviewer: Ja, mijn eerste vraag is nog vrij open, hoe jullie omgaan met televisie kijken via internet en via de computer. Of jullie daar een omschrijving zouden kunnen geven.
288
B1: Ja, uhm....nou, voor ons idee, kijken we heel weinig. Met name naar het NOS journaal. En nog niet eens
289
dagelijks. En misschien of jij of ik, misschien 4 keer per week dat we het NOS journaal bekijken. En heel af en
290
toe, ik denk, 3, 4 keer per jaar dat we iets kijken van een Uitzendinggemist of zoiets, wat we dan gehoord
291
hebben of wat we leuk vinden om te kijken. Ja, jij zei wel...Sanne* kijkt SchoolTV, Klip de Beer filmpjes, dat is
292
ook gewoon Uitzendinggemist?
293
B2: Ja, in principe wel.
294
B1: Ja, soms heb je amper door dat je t.v. kijkt. Ik doe gewoon dat ding aan, zoek iets op via Google. Interviewer: je zoekt het op Google dan uuh...
295
B1: Ja, nou dat SchoolTV dat weten we nu dan wel. Het NOS ook wel. Interviewer: Dat kijk je via de NOS site dan denk ik, ofniet?
296
B1: Ja. Maar dat is het dan ook denk ik. Interviewer: En YouTube?
297
B1: Ja, daar zoek ik wel kinderliedjes op voor Sanne en dan kijken we ‘m weleens maar niet heel veel.
298
B2: Geen hele televisie-uitzendingen ofzo, dat je daar specifiek naar op zoek gaat.
299
B1: Nee, maar weleens een lied van NederlandZingt ofzo, als ik een lied wil hebben met..ja, voor mij meestal
300
voor liedjes. Interviewer: Ja, want jullie hebben dan geen televisie he?
301
B1: Nee Interviewer: Want wat is dan de reden dat jullie geen televisie hebben? Welke redenen hebben jullie dat jullie dat dan niet hebben?
302
B1: Ja, dat zijn er een heleboel denk ik. Interviewer: Nou, brand los
303
B1: Ja, nou sowieso, ja, daar hadden we het samen eigenlijk over van ‘we hebben eigenlijk nooit een televisie
304
gehad’. Dus we wilden eigenlijk ook de vraag een beetje omdraaien van ‘waarom zou je ‘m wel opeens
305
aanschaffen?’Dan moet je goeie redenen hebben van, nou laten we eens een televisie kopen. Nou, we hebben
306
eigenlijk nooit sowieso behoefte aan gehad. Het is eigenlijk nooit echt omgekomen van ‘zullen we er eens een
307
gaan kopen’, want...ik denk dat het heel ongezellig is. We missen ‘m nu niet. Nopuja, je ziet natuurlijk best
308
weleens wat bij anderen of op vakantie of wat dan ook....Ja, het verbaasde me echt, hoe weinig er eigenlijk is
309
wat we echt leuk vinden. Waar je iets aan hebt. Heel vaak, na vijf minuten, denk ik van ‘nou, ik vind er niks
310
aan’. En ook hoe vaak je dingen ziet die je eigenlijk gewoon niet wilt zien. Als je ‘m aanzet dat je denk van ‘oh’.
311
Ja, dan voel je je soms echt wel een eind buiten de wereld. Van ‘zit dat er allemaal op, en wat krijg je er
312
ongevraagd erbij aan reclame of..’. Nou heel vaak heb ik na een tijdje zoiets van ‘nou, van mij hoeft het niet
313
gewoon’. Ben ik volledig, denk je?
314
B2: Oh, ik denk het wel. Vooral van, je hebt geen vraag dus je kan zo de televisie aanzetten en je laten
315
vermaken. En als íe er eenmaal zit dan ga je daar misschien ook wel sneller in op. Maar zolang die er niet is en
316
er is geen behoefte aan of geen vraag naar dan is het ook niet echt nodig om ‘m aan te schaffen. En wil je
317
dingen zien, dan heb je nu de mogelijkheid via internet gewoon om dat wel te doen. Dus dan kun je ook gericht
318
kijken wat je wilt en wat je zoekt. Interviewer: Ja, precies. Ja, ik wou dus vragen...jullie kijken dus wel tv op die andere manieren. Is dat een bewuste keus geweest of is dat uuh....? Dat daar argumenten voor waren om dat dan wel te doen?
319
B1: Nou, televisie die heb je niet en die heb je nooit gemist eigenlijk. Dus, ja, dat gaat eigenlijk vanzelf. En nou,
320
internet of een computer hebben we wel. Gewoon bewust aangeschaft voor je werk, ja voor je informatiebron
321
zegmaar. Gewoon voor alles wat je nodig hebt, voor scripties, voor les voorbereidingen, voor van alles. Nou, en
322
dat daar ook een stukje televisie bij zit, als informatievoorziening, vind ik heel positief zegmaar. Ja, voor alles
323
wat je wilt weten, ook voor je klas en voor je eigen kinderen, voor jezelf. Is er ergens nieuws in de wereld of
324
toch een beetje bij te blijven. Anders weet je helemaal niet meer wat er om je heen gebeurd. En dat zie in
325
televisie eigenlijk veel minder, dat is heel veel vermaak en heel weinig informatie. En voor vermaak, nee, dat
326
boeit me gewoon helemaal niet. En dat vind ik ook heel vaak verkeerd vermaak. Dat ik toch denk van ‘ja, daar
327
wordt God op geen enkele manier in gediend’. En als ik de informatie via internet haal dan zoek ik heel gericht
328
op wat ik wil zien op dat moment. En dan wordt je niet veel geconfronteerd met dingen die je niet wilt zien.
329
Alleen YouTube dus wel. Ik had vanmiddag nog eventjes, toen wilde ik iets zoeken, toen dacht ik van ‘vreselijk’.
330
Toch een of ander, ja weet ik wat er voorkwam. Interviewer: Want hebben jullie een filter op internet als ik vragen mag?
331
B2: Ja
332
B1: Ja. Maar gewoon, het liedje van de Spin Sebastiaan voor Sanne. Nou, dan gaat íe dood en dan komen er
333
een paar doodshoofden en spoken en weet ik veel wat. En dan denk ik ‘Ook geen behoefte aan ‘. Dat vind ik
334
echt wel jammer.
335
B2: Dus, ook het stukje aanvulling op je krant. Vooral de nieuwswaarde dat is denk ik wel vooral belangrijk wat
336
we kijken ook daarin. Van ja, als je kijkt hoe snel de media zijn en je middelen ook. Ja, het is meer gebruik
337
maken van de middelen die je hebt dan dat het echt..ja, wat ik zeg, aanvulling op je nieuws, krant en dat soort
338
dingen meer is.
339
B1: Ja, ik denk wel toen de bezinning kwam van ‘wel of geen televisie’, argumenten voor waren wel dat je toch
340
een beetje bij wilt blijven. je zilt wel weten wat er gebeurd, ook in de wereld en...Maar om nou voor z’on klein
341
stukje, alleen voor het NOS bijvoorbeeld, of voor de actualiteitenprogramma’s een televisie aan te schaffen...ja,
342
dan denk ik er komt meer binnen wat je niet wilt, dan wat je wel wilt. En dat vind ik met televisiekijken via
343
internet eigenlijk andersom. Interviewer: ja, precies. Ik heb wat eerder argumenten die voor televisie golden. We hebben het er al een beetje ook over gehad hoor maar uhm...ik ziet even te kijken hoor...welke dan uuh....ja, onder andere, maar dat is misschien niet zo op jullie van toepassing, maar wat eerder altijd voor televisie goldt , of wat een argument was om tegen televisie, was het idee dat je ‘wereldgelijkvormigheid’ wordt, dus dat je juist de wereld in huis haalt en er dan zo bekend mee wordt dat je die levensstijl ook over gaat nemen. Mijn vraag is eigenlijk, hoe kijken jullie daar tegenaan? Tegen dat argument?
344
B2: en dan kijken via televisiekijken via internet of... Interviewer: voor televisie via internet, ja...of dat dat dan ook zo’n gevaar vormt om wereldgelijkvormig te worden en of jullie dat uberhaupt dan erg zouden vinden als dat gebeurd?
345
B1: Je gaat wel eerder, denk ik, aan dingen wennen. Maar dat is ook als je je in de wereld begeeft. je kunt je
346
helemaal terugtrekken, dan vind je alles wat buiten jouw kleine wereldje gebeurd meer de wereld, zegmaar. Je
347
kunt meer aan dingen wennen maar daarmee kun je soms ook, er juist weer meer afstand van nemen. Als je
348
meer van doordrongen bent van, heey, zo wil ik het juist niet. Dus ik denk dat het twee kanten heeft eigenlijk.
349
Wat denk jij ervan?
350
B2: Ja, nee...met je eens. Ik zit ook even wel te denken van, ja, ik denk dat het niet specifiek aan tv kijken ligt
351
maar aan breder op het internet ligt, gewoon die wereldgelijkvormigheid en ja heel de vraag rondom filtering
352
ook gewoon...in hoeverre kun je meegaan ook in als christen met je ontwikkelingen en waar gaat het botsen
353
zegmaar? dat gaat denk ik breder dan je internet, of je uuh...je televisie. Op internet kun je natuurlijk ook
354
genoeg rotzooi vinden wat je niet wilt zien en uhm...wat je daarin toch terugkrijgt. Ik denk dat die bezinning
355
gewoon in de gereformeerde kring, gewoon heel laat om gang gekomen is. Van die, computer is
356
binnengehaald, internet is binnengehaald. En ja, wat ze ook zeggen van ‘via de achterdeur nis de tv er nu toch
357
ingekomen’, maar dat ze daar nu zo radicaal afstand van nemen, alleen als we ook gaan kijken naar scholen en
358
lesmaterialen en als we kijken naar ontwikkelingen rondom mobiele telefoons, Ip-pads, tablets, noem maar op,
359
dat dat stuk bezinning, dat is er niet of veel te laat om gang gekomen en daardoor lopen ze gewoon nu achter
360
de feiten aan.
361
B1: maar bevorder je daarmee de wereldgelijkvormigheid denk je?
362
B2: een gedeelte wel, ja. Dat denk ik wel. Er ontbreek, vind ik nu een goed christelijk geluid hoe je daar mee
363
om moet gaan. En welke houding je daarin als christen daarin moet hebben...het is nu, of heel zwart of heel wit
364
zeg maar van ‘het is of goed of kwaad’ en daar tussen zit eigenlijk niks, terwijl ik zeg ‘dat kan niet’. Ook niet
365
naar de jeugd toe, naar de jongen toe kun je dat niet maken want die zijn ermee op gegroeid en vergroeid. Dus
366
je kunt niet zeggen ‘dat is helemaal fout’. Zo kun je het niet stellen. Als je je ook gaat kijken naar de
367
ontwikkelingen, de afgelopen 10 jaar is het zo hard gegaan ook. Ja, dan kun je leuk een aantal dominees of
368
vooraanstaande figuren van eind jaren ’50 een uitspraak over laten doen maar ja..ik denk, die kloof tussen
369
generaties die is gigantisch. En we hebben natuurlijk heel duidelijk denk ik een oudere generatie die de lijnen
370
wil uitzetten voor een jongere generatie of bepaald wat goed of fout is. En ik denk dat die kloof heel moeilijk te
371
overbruggen is of althans zoals ze nu zegt van...ze wijst nu radicaal af. En ik denk dat je daarmee meer kwaad
372
doen dan dat je probeert te zoeken ook naar een goed antwoord. En met televisie is het natuurlijk heel erg
373
gebeurd, dat was gewoon ...om dat íe gewoon veel entertainment had, werd íe gewoon radicaa afgewezen.
374
B1: Die had je verder niet nodig. Interviewer: Nee, precies, ik heb ook een artikel meegenomen, misschien hebben jullie het ook gelezen, want het stond in het RD over Knevel en Van der Vlies die reageerden ook op de enquete. Knevel die ze ook inderdaad van..
375
B1: ik heb het wel gelezen ja... Interviewer: ‘de televisie is zo radicaal afgewezen dat daardoor de bezinning ontbrak inderdaad’.
376
B1: ja, ik geloof toch wel om ook op jouw vraag terug te komen, dat je door alles de wereldgelijkvormigheid wel
377
sneller gaat. Dat denk ik wel. Je went eerder aan dingen. Net wat jij zegt, waarom is er zo’n kloof tussen
378
ouderen en jongeren? De jongeren die gaan veel harder.
379
B2: ja, dat is wel door heel de wereld en de hele techniek eromheen
380
B1: ja, niet alleen door internet. Nee, dat komt niet alleen door televisie. Interviewer: En wat is je eigen standpunt dan daarover? Want je zegt,er is een deel die zegt ‘het is radicaal fout’ en een deel ‘het is goed’.
381
B2: Het is een hele zoektocht gewoon van ‘waar ligt je grens?’. En dat blijft natuurlijk met heel veel dingen van
382
hoe ver kun je gaan en wat wijs je wel af en wat ga je niet afwijzen.
383
B1: hoever wil je gaan?
384
B2: Ja, maar...ik zit ook in de klas natuurlijk. Die jongeren zoeken wel de grenzen op, daarin ook. Ja, ik denk die
385
grenzen...Kijk, ga je natuurlijk..televisie was in die zin makkelijk, dat kon gewoon niet, klaar. Alleen het internet
386
is het al lastiger en met films kijken wordt het ook lastig van, wat mag je dan wel kijken, wat mag je dan niet
387
kijken. En, dat is denk ik heel alstig om daarin eenduidend te zijn. Kijk, alles wat tegen Gods geboden ingaat dat
388
moet je afwijzen. Radicaal ook afwijzen. En ik denk dat dat je uitgangspunt gewoon moet zijn en dat je daar
389
ook, dat moet uitstralen. En dat je daarin niet teveel van bovenaf een druk moet opleggen van ‘wat kan nog
390
wel, wat kan niet? Wat ga je wel beknibbelen, wat ga je niet beknibbelen?’. Dat je ze meer met een houding
391
van ‘hoe sta je als christen in deze maatschappij, wat laat je zien en past met wat je kijkt en wat je doet bij je
392
leven als christen?’ En dat is denk ik je drive, wat je bij moet brengen, wat je tussen de oren moet brengen.
393
B1: Nou, in het hart moet brengen, denk ik.
394
B2: Nou, nog beter. Interviewer: ja, precies, want dat is inderdaad een van de vragen die ik inderdaad heb voor jullie zelf van , wat zijn de selectiecriteria die je hebt als het gaat om televisie kijken via internet?
395
B1: je probeert met je hart God te dienen he? En je weet dat alles wat Hij voor je zegt, goed voor je is, dus je
396
wilt ook naar Hem luisteren. En je weet ook dat je alles wat je niet voor hem doet, ook hem verdriet doet, dus
397
dat is eigenlijk je selectie. Als je kijkt van ‘ja, is dit iets wat bij God past, waar ik hem mee eer of niet?’. Ja, daar
398
wil je dus eigenlijk je selectie maken en dat voel ik ook vaak heel sterk. Als ik iets kijk waarin gevloekt wordt of
399
waarin seksualiteit voorkomt, ja dan weet ik gewoon, dit is niet wat God wil dus dit moet ik gewoon niet
400
kijken. Dit wil ik ook niet kijken, want dit is ook voor mezelf slecht om dit te zien. Daar wordt ik gewoon niet
401
beter van. Ja, dat is eigenlijk mijn selectiecriteria, kan ik dit doet ook als ik deze dag met God begonnen ben,
402
als ik met God wil leven?. Ja, kan Hij met mij meekijken? En zou hij daar, ja om voor God te spreken, blij om zijn
403
of niet? Ja, ik denk dat dat...en ook voor de kinderen....kijk, als Sanne een filmpje ziet van de SchoolTV waarin
404
zij ziet hoe zaadjes groeien, nou prachtig. Dat heeft God zelf gemaakt, dat mag ze van mij bekijken. Maar ziet ze
405
hoe ja...
406
B2: Halloween
407
B1: Halloween en heksen en weet ik veel wat, dan is het gauw over. En soms laat ik ook nog wel een klein
408
stukje zien om uit te leggen wat het is. Ja, dat is voor mij de selectiecriteria. Kan ik hiermee de dag die je met
409
God begonnen bent ook afsluiten? Of is dit een zonde die ik hem dan toch moet belijden? Interviewer: Hebben jullie dan bepaalde programma’s of genres of omroepen die wel of niet opkomen?
410
B1: uhm, nouja, ja de dingen van de EO....ja, ik kijk het eigenlijk nooit. Ja, Nederland Zingt eens een stukje. Ik
411
weet eigenlijk niet eens wat er te koop is. Als ik het aandoe dan is het ‘oh’. Ja, ik vind bepaalde...ja, ik zou het
412
liefst iets van de EO bekijken. En voor de rest....ja, wat realistisch is. Dus iets van...ja, ik kijk het ook niet maar
413
bijvoorbeeld een medisch programma of wat je af entoe...van ‘Schatjes’ of iets dergelijks. Heb ik ook nooit
414
gekeken, ook geen zin in maar dat zou ik wel gerust durven kijken of willen kijken. Prima. Van ‘hoe voed je
415
kinderen op?’of ja...zoiets, maar echt vermaak, films enzo....ja, nou dat kijken we ook weleens maar dan niet
416
via internet, dan huren wel een film..maar dan vaak iets een Oud Engelse film...Jane Eyer of ik noem maar iets.
417
En dan zoiets, dat zou ik bijvoorbeeld met kerst ook wel via internet kunnen kijken, als er een Dickensfilm is of
418
ja...zoiets heb ik weleens gekeken. Interviewer: Ja, en je kan ook nog op tijd grenzen stellen. Welke tijden of hoelang ofzo, hebben jullie daar uuh...
419
B2: Nee, voor onszelf eigenlijk niet. Ja, Sanne...die begint eigenlijk net een beetje ook met Flip de Beer en uuh...
420
B1: Ja, maar daar hebben we wel tijden voor. Vast na het eten
421
B2: vast na het eten, ja, en dan meestal niet langer dan een half uur dat ze erachter zit. Dat is al vrij lang, dus,
422
maar...
423
B1: meestal tot de klok slaat, dat is een beetje afhankelijk van hoe laat ze begonnen is. Ze kan nog niet klok
424
kijken maar dan kijken we altijd van, nou tien minuutjes of....en dan mag ze nog wel computerspelletjes doen
425
ofzo, maar geen filmpjes kijken. En voor onszelf hebben we geen tijdsbegrenzing.
426
B2: Nee Interviewer: Gaat vanzelf dan begrijp ik, ofniet? Ja. Uhm, misschien hebben jullie het artikel ook gelezen. Ik heb ook nog een artikel waar dominee Egas, die heeft ook gereageerd op de enquete en die zegt eigenlijk van ‘kijk ook geen televisie, ook niet via internet’, want...Ja, hij noemt een aantal punten van ‘ja, het is een hellend vlak. Als je het eenmaal aan gewend bent, voor je het weet zit je alles te kijken’. Komt toch de televisie op de een of
andere manier toch weer binnen. Terwijl hij dan eigenlijk pleit voor Bijbels vreemdelingschap aanhouden, ik weet niet of die term jullie iets zegt, maar dat je eigenlijk probeert verre te houden van de wereld en wat erin te koop is, omdat je jezelf ook niet in verleiding moet brengen.
427
B1: en zegt hij dan bijvoorbeeld ook, lees geen krant en sluit je op of...? Interviewer: Nee, dat zegt hij niet, volgens mij niet. Maar ik denk dat het ook te maken heeft met dat via beeld het toch vaak wat heftiger binnenkomt, en het vaak ten koste gaat van de woordcultuur waarin de Bijbel gelezen wordt.
428
B1: Maar soms moeten dingen ook wel heftig binnenkomen, om ons ook bewust te maken. We zijn als
429
christenen natuurlijk ook in de wereld geroepen. Dan moet je ook weten wat er in de wereld leeft en ja, je kunt
430
je wel helemaal afzonderen maar dan beteken je ook heel weinig voor de wereld, denk ik. En sowieso vraag ik
431
me al af, hoe kun je televisie van internet weren? Ik heb geen idee. Kun je dat blokkeren, dat je ineens NOS niet
432
meer aan kan zetten of...
433
B2: Kliksafe filtert het meeste eruit, maar inmiddels ook niet meer.
434
B1: ik bedoel, ik weet niet eens wanneer...Jij zegt tegen mij als Sanne...ik lijk wel bejaard maar Flip de Beer kijkt
435
dat dat t.v. is.....dan zeg ik ‘oh, geen idee’. Interviewer: Want wat denk jij dan wat het is?
436
B1: [stilte] Interviewer: Een DVD ofzo?
437
B1: Ja, nee, ja...
438
B2: een filmpje op internet
439
B1: ja, goed maar dat is tv. Maar goed, dan zijn dus alle beelden is dan dus uiteindelijk tv. Alle bewegende
440
beelden. Dat kun je toch niet allemaal weren? Nouja, goed...maar wat was oorspronkelijk je vraag? Interviewer: Nouja, waar je ook wel op reageerde ook hoor, dat hij zegt van ‘je moet een Bijbels vreemdelingschap aanhouden’, wat toch betekent dat je je niet teveel moet mengen in de wereld.
441
B1: niet meedoen, maar je mag er wel kennis van nemen. Kijk, als jij bijvoorbeeld een uitzending ziet over...ja,
442
ik weet helemaal niet of zoiets ooit uitgezonden wordt, ik denk het niet...maar bijvoorbeeld over hoe het op de
443
Wallen enzo aan te gaat, dat hoef ik niet te zien maar dat je... Interviewer: dat wordt wel uitgezonden hoor. Ik kan het je wel vertellen.
444
B1: nee, maar dat je weet wat er leeft bij die mensen en vervolgens misschien daar iets aan kunt gaan doen.
445
Maar als jij helemaal niet weet dat zoiets bestaat of wat er is...ja, dan vind je het ook wel prima. En wat denk je
446
van alle nood op de wereld, Haiti toen enzo...als je de dingen ziet dan geef je nog weleens een paar euro extra
447
misschien. Nou, dat kun je in de krant ook wel zien trouwens maar....
448
B2: Ik denk dat het ook wel te maken heeft met een stukje leeftijd. Als ik ook kijk naar ...ik heb dan die MBO-
449
studenten, die zijn tussen de 16 en 21. Als ik al zie hoe sterk hun dingen tegelijk ook doen, naast elkaar ook
450
doen. Dus inderdaad twitter open staan op school, ze werken de Facebook bij en ondertussen zijn ze ook nog
451
met hun project bezig. Dus prive en werk liggen al heel dicht..de grenzen liggen daar al heel erg door elkaar
452
heen. Nou, daar probeer je ze natuurlijk ook op te wijzen. Ik denk dat die grenzen, ook steeds lastiger aan te
453
geven worden en zeker ook naar jongeren toe, dat je heel moeilijk kan zeggen ‘OK, hier ligt een hele duidelijke
454
begrenzing. Hier stopt het’. En dat probeert hij natuurlijk wel heel sterk te doen van’’je gaat niet daarin mee in
455
de wereld’. En ik denk dat dat wel een verschil is, gewoon ook een stukje generatie ook wel van..ja, die grenzen
456
zijn aan het vervagen. En daar kun je een mening over hebben, dat kun je goed vinden, dat kun je fout vinden,
457
maar dat is niet alleen op televisiegebied zo. Kijk, en jij kan heel sterk zeggen van ‘OK, we kijken geen televisie
458
en we doen het niet en we gooien kliksafefilters erop en we sluiten alles af’. Ik denk dat het het daarmee niet
459
gaat redden, ook naar de jeugd niet. Ik denk dat je een heel star beeld krijgt en dat je daar juist heel veel
460
weerstand op krijgt. En dat probeer ik net ook te zeggen van, ja ‘leer ze over je eigen handelen na te denken’.
461
Van ‘leg geen regels op’ maar leer ze zelf na te denken...wat jij ook zei van...’kan ik ’s avonds weer voor God
462
verschijnen?’ Ja, en kun je verantwoorden dat je dingen hebt gekeken, en dat je dingen hebt gedaan. Met dat
463
beeld naar buiten te gaan en daar ook je grenzen in te stellen. Ja, zo radicaal als hij doet...
464
B1: ja, als het zou kunnen, is het misschien wel goed, maar...
465
B2: volgens mij krijg je dan, ga we dan weer terug naar de kloostertijdperk ofzo..
466
sluiten we ons op... Interviewer: Maar welke handvatten zou je bijvoorbeeld aan je leerlingen ofzo mee kunnen geven? Hoe zou je dat dan...als we het iets concreter uuh...
467
B2: op het gebied van televisiekijken bedoel je? Interviewer: ja, televisie via internet
468
B2: Nou, sowieso de tien geboden, dat is heel duidelijk je richtlijn. Dus alles met vloeken, seksualiteit, doden,
469
begeerte, noem maar op...wat daarin staat, kijk het gewoon niet! Doe het gewoon niet.
470
B1: Ja, en dan valt bijna alles af. Ik denk dat je zo ook met de studenten, met je jeugd, met je kinderen om
471
moet gaan dat ze, ja, in hun hart willen leven voor God. En dat ze dus vanuit die houding ook willen omgaan
472
met alles..niet alleen met televisie, met alle verleiding, met de hele wereld. En dat ze dus ook zelf innerlijk
473
gemotiveerd zijn om die keus te maken. En dat is ook wat jij bedoelt, je kunt het wel van bovenaf opleggen
474
maar dan.. Interviewer: Ja, maar dominee Egas heeft dan..dat dat niet zou kunnen. dat de mens toch slecht is en dat je jezelf dus niet in verleiding moet brengen.
475
B1: nou dat ben ik wel met hem eens. Je moet de verleiding niet opzoeken, maar..
476
B2: je hoeft ook niet helemaal wereldvreemd te zijn, denk ik. En een keer een journaal kijken of gewoon de
477
actualiteit volgen daarin en weten wat er ook speelt...Kijk in wat je zegt politiek, kan ik met die jongens de
478
notulen van de Tweede Kamer zitten lezen, ik kan ook Politiek24 aanzetten. Ben ik wel aan het televisiekijken
479
met die jongens. Nou, dat mag sowieso niet op mijn school maar OK, maar het voorbeeld zeg maar van
480
‘OK’....ja, ik kan hier een heel verhaal gaan houden, maar dat is zijn belevingswereld waarschijnlijk ook, waar hij
481
inzit en de traditie ook waar hij in staat. Maar ik denk dat dat heel lastig is, ook naar de jeugd...ik denk dat je
482
heel erg over de hoofden heen praat.
483
B1: Maar ik denk dat hij wel een punt heeft van uuh...wat niet nodig is of uhm....kijk dat gewoon niet.
484
B2: nee, dat ben ik ook wel met hem eens. Maar hij gaat zover dat hij zegt ‘sluit je dan maar helemaal af’.
485
B1: dus ook geen internet. Zegt íe dat?
486
B2: dat zegt íe denk ik niet, hij zegt alleen ‘kijk geen televisie via internet’. Opzich zel logisch in het kader van
487
het artikel waarin hij het zegt. Interviewer: Ja, ik heb nog een vraag wat misschien beter toepasbaar is op wat oudere kinderen maar dat is vraag nog over regulering. Dat kan misschien ook voor jullie zelf natuurlijk. Je kan op verschillende manieren je mediagebruik reguleren, wat betekent van ‘hoe zorg je dat de voordelen wel binnenkomen en de nadelen niet’. Dat kan door restricties op te leggen, door regels of technisch...jullie hebben bijvoorbeeld een filter, begrijp ik....hebben jullie daar nog andere manieren voor....praten jullie dan bijvoorbeeld...ja, ze is misschien nog wat te klein maar....of hebben jullie daar over nagedacht?
488
B1: Ja, zeker. Want dat gebeurt nu al wel. Dus als zij filmpjes kijkt, dan vraag ze dingen. Dat ik zeg ‘die filmpjes
489
wil ik liever niet zien of die gaan we samen kijken’, of dan ‘wat is dat dan mamma? Waar komt dat dan
490
vandaag en houdt de Heere God daar dan niet van? En waarom niet?’. Nou, vraagt ze allemaal. We hebben ook
491
altijd gezegd, en hoelang we dat allemaal goed vol kunnen houden, maar we willen graag internet en
492
computers gewoon beneden in de kamer hebben. En dat is dan ook een van de dingen die we afgesproken
493
hebben. En gewoon niet te lang. En ja, wat is te lang? Ja, dat verschilt per leeftijd denk ik...Maar ze krijgt nu dus
494
nooit meer als een halfuur. En ja, straks zal ze gaan studeren, maar dat duurt nog heel lang...ja, dan weet ik het
495
nog niet, hoe het dan gaat. Interviewer: nee, want tegen die tijd zijn de smartphones wel..als ze in de pubertijd komen dan uuh...
496
B1: ja, maar daarom vind ik het zo belangrijk om met haar heel veel over God te praten, te bidden. En als zij
497
persoonlijke relatie met God krijgt, dat ze van daaruit handelen. Want ik...wij kunnen dat echt niet voor zijn
498
met computeren hier een halfuur, want dan hebben ze een mobiele telefoon waar ze alles op vinden. Ik denk
499
dat alles wat je bedenkt aan regels is niet voldoend, ja dat haalt het niet bij een relatie met God. Als je dat hebt
500
dan bepaalt dat je handelen en ja, bewaart het je ook voor heel veel zonde. En als dat er niet is, nou dan kun je
501
als ouders doen wat je wil, maar dan hou je het toch niet tegen.
502
B2: Plus dat er ook nog weleens een schijnveiligheid in onze kringen heerst van, nou, we hebben een filter en
503
we hebben het goed geregeld en we hebben kliktime en alles geregeld. Nou, als je dan de verhalen in de
504
pauzes hoort..nou, gaan ze er ook aan alle kanten voorbij. We hebben zelf op school ook filter internet maar ik
505
zeg ook ‘jongens, het is niet moeilijk om er voorbij te komen’. En dat weten zij ook, zeker die ICT-ers, ze komen
506
er ook voorbij. Wil je dat ook? Wil je dat zelf doen? Dat is gewoon telkens de vraag, kun je je handelen
507
verantwoorden...wat jij ook zegt...en voel je je er zelf ook prettig bij? Kun je ermee leven?
508
B1: Kun je er God mee onder ogen komen? En uiteindelijk leef je niet voor nu, en ook niet voor de wereld, maar
509
wel....ja, in deze wereld heeft God ons ook een opdracht gegeven en ook om ten dienste te zijn van anderen,
510
maar bovenal om Hem te dienen. En ja, we hopen dat onze kinderen dat ook willen gaan doen en ja, of dat dat
511
met internet is of met televisie of zonder of weet ik veel wat, dat...ja...Kijk aan de andere kant, is het natuurlijk
512
ook wel zo, dat zie je in de bijbel ook, als mensen zich wel in een verleiding zetten, bewust, ja, dan val je ook
513
keer. Dat weet je ook. Tenminste, de meeste mensen wel. En in die zin moet je er denk ik wel heel voorzichtig
514
mee zijn. En dat is denk ik ook de reden we geen televisie hebben. Maar het gebruik van televisie en het
515
internet is bij ons ligt nog zo ver uit elkaar, denk ik. Interviewer: Ja, en wat wel interessant punt was, wat jij zei ‘schijnveiligheid’. Bedoel je dan de technische..
516
B2: ja, of gewoon, ik weet het ook van, ouders kopen op den duur een gefilterd abbonement, en wat gebeurt
517
er uiteindelijk, de zoon krijgt de wachtwoorden omdat de ouders niet weten hoe ze het moeten instellen. Ja,
518
dan kan je net zo goed je abbonement de deur uitgooien want dan...dan heeft dat totaal geen zin. Ja, dan
519
zeggen ze toch, ‘ja we hebben het goed voor elkaar, bij ons gebeurt het niet’. Het gebeurt gewoon wel. Dan zie
520
je een beetje dus van, ze vertrouwen meet op de techniek dan dat er ook gepraat wordt met ze over een stukje
521
houding, een stuk gedrag ook.
522
B1: Even kijken hoor. Je moet de kinderen ook leren om er mee om te gaan ook he. Ook jezelf natuurlijk maar
523
ja... ze moeten ook niet schrikken, als ze een keer ergens anders zijn, ze leven niet alleen maar in jouw huis. En
524
ik vind het ook heel goed dat ze weerbaar zijn, van ‘ja, dat kijk ik niet’of ‘daar wil ik niet aan meedoen’,
525
of....Dan moet ze ze dat wel geleerd hebben. En als je alles alleen maar buiten de deur houdt, dan weten ze
526
helemaal niet hoe ze met iets om moeten gaan. Aan de andere kant heb ik het wel heel erg gewaardeerd dat
527
bijvoorbeeld mijn ouders het altijd buiten de deur hebben gehouden, de televisie. Ik heb er heel weinig aan
528
gemist, denk ik. En ja, ik hoop dat mijn kinderen dat later ook zeggen. Interviewer: ja, dat het precies goed was. Precies de goeie balans tussen bescherming in...
529
B1: Ja, ik weet niet hoe oud je dan moet worden voordat je dat erkent he Interviewer: Misschien zelf moeder of vader
530
B1: Nee, maar mijn ouders hebben ook nooit gezegd ‘dat komt er niet in’of ‘dat doen we niet’. Maar meer van
531
‘joh, wat heb je eraan?’ en ‘vind je het zelf, denk je dat het goed is of dat het fijn is’, maar ben je een keer op
532
vakantie en is er een leuke film ‘nou, dan kijk je toch lekker? Heerlijk. Geniet er dan ook van.’ Maar het is bij
533
ons nooit zwart op wit geweest. Maar meer ‘wat heb je eraan?’ Ja. Interviewer: Dus jullie zijn allebei ook zonder televisie opgegroeid, begrijp ik
534
B2: ja. Ja dat was waar je ook mee begon natuurlijk van ‘waarom zouden we ‘m wel aanschaffen?’.
535
B1: ja, er heeft mij nooit iemand kunnen overtuigen dat het zoveel zin heeft om zo’n ding aan te schaffen. En
536
dat het het leuk is en gezellig is en uuh...Ik vind er gewoon niks aan. Interviewer: Had ik nog een laatse vraag voor jullie. De rol van de kerk..of het kerkelijk standpunt in het niet hebben van een televisie en het wel of niet...Misschien eerst de vraag, een kerkelijk standpunt speelt dat een rol bij jullie voor het niet hebben van een televisie?
537
B1: nee
538
B2: Nee Interviewer: heeft jullie kerk een standpunt, voor zover je weet?
539
B2: zal best een standpunt over mediagebruik hebben maar ...je bedoelt plaatselijk of landelijk? Interviewer: Ja, wat je uuh...
540
B1: Nou, het is mij niet bekend.
541
B2: ik zou het ook niet weten.
542
B1: ik weet niet hoe ze daar uuh...ik denk zelf dat ze in onze gemeente, nou zeker de helft en misschien haast
543
nog wel meer wel gewoon televisie heeft. Meer dan de helft. Maar wat ik dan heel positief vind is dat bij ons in
544
de kerk ontzettend veel voor de jeugd gedaan wordt, en positief gestimuleerd wordt om juist ook andere
545
dingen te doen, en ook...hoe gaan we er dan mee om? Je hoopt dat dat ook gezegend wordt. Ja, ik geloof dat
546
het gezegend wordt. Maar niet dat er dan niks mis gaat. Dat geloof ik ook niet. En ik weet ook, dat we ook wel
547
in vriendengroepen gesproken hebben en nouja, de helft had dan wel een televisie, de andere helft niet en dat
548
er ook wel zeiden van ‘ja, maar wat wij als kind of als jeugd toch al naar gekeken hebben omdat het gewoon bij
549
ons in de kamer stond, hoe makkelijk het was, die beelden blijven ons altijd bij. En in die zijn zou het misschien
550
beter geweest zijn als we ‘m niet gehad hadden.’ Het is zo gemakkelijk. En dat is denk ik met internet met filter,
551
dan ga je misschien ook voor de schijnzekerheden maar toch lastiger...of denk jij van niet? Als wij een avond
552
weg zouden gaan, kunnen ze dan alles kijken wat ze willen?
553
B2: ligt er een beetje aan hoe gemotiveerd ze zijn om het op te zoeken.
554
B1: nou dan moet daar nog wel wat aandoen
555
B2: ja maar je kan geen 100 procent waterdichte filter krijgen. Interviewer: en je pleit daar eigenlijk ook niet voor of is het een soort gelatenheid van ‘nou, het kan toch niet dus laten we ze maar goed opvoeden’.
556
B1: nee, voor mij hoeveren we ook geen 100% filtering te hebben. Maar ik wil ze in die zin wel beschermen,
557
zeker als ze zo klein zijn, dat als ze gewoon poezen intypen in Google dat ze niet de gekste dingen meteen voor
558
het scherm krijgen. En daarvoor wil ik ze wel beschermen. Maar kijk, willen ze...ik heb ook van die gasten van
559
16 jaar, die komen er gewoon omheen. Dat moet je ook niet willen als filterbedrijf omdat eruit te willen..dat
560
werkt echt niet.
561
B1: ja maar als ouders?
562
B2: Ik denk dat je dan niet op je techniek moet vertrouwen en veel meer op je houding en dan ben je weer
563
terug bij je gesprek, bij openheid. Van ‘jongens, wil je dat?’ Kijk ze kunnen hier ook naar de kiosk gaan en de
564
Playbou kopen...moeten ze ook moeite voor doen. Nou, die moeite moeten ze ook doen om als ze om de filter
565
heen willen. Interviewer: een extra barrriere. Nou, goed, dat kerkelijk standpunt dat speelt niet echt?
566
B2: nee
567
B1: nee, voor ons niet Interviewer: Volgens mij heb ik al mijn vragen gesteld....ik weet niet of jullie zelf nog vragen of opmerkingen hadden?
568
B1: nou ik merk wel dat het heel moeilijk is om echt te zeggen wat je nou bedoelt. Dat valt me eigenlijk nog
569
tegen. En ik hoop wel dat het overgekomen is zoals we het bedoelen. Maarja, dat zullen we pas....misschien in
570
het artikel zien. Interviewer: [legt uit dat verdiept in onderwerp, theorie, waarin wat gezegd is te herkennen en te plaatsen is]
571
B1: ja, en het is gewoon een heel ingewikkeld onderwerp. ‘Waar doe je inderdaad goed aan?’, dat is inderdaad
572
heel lastig. Interviewer: hebben jullie daarin ook nog boekjes of dingen dat je daaruit probeert te orienteren of is dat...?
573
B2: Mediawijzer. Stichting mediawijzer. Interviewer: Oja, die ken ik wel. Het RD zit daar ook in.
574
B1: Nou ik denk, wat ik wel fijn zou vinden, of wat ook heel goed zou zijn, is toch om inderdaad ook binnen
575
kerken en groepen christenen hier ook gewoon met elkaar over te hebben. Van ‘hoe doe jij dat met je kinderen
576
of hoe doe jij dat?’. En ook inderdaad met de jeugd dan van ‘komt het inderdaad zo over zoals je ouders het
577
denken?’of zegt de jeugdleider van ‘nou, leuk allemaal maar ik spreek ze op zaterdagavond, het gaat heel
578
anders dan als je als ouders denkt’. Dat hoop ik dus niet maar... Interviewer: Ja, is ook lastig inderdaad van ‘waar doe je goed aan, en waar niet aan want iedereen heeft een andere manier en iedereen zegt waarschijnlijk ‘ja, ik neem de tien geboden als uitgangspunt en ik denk dat...’
579
B1: Ja, we zijn er volgens mij wel allemaal van overtuigd dat er ongelovelijk veel slechte dingen op komen, die
580
we allemaal niet willen. De ene doet het rechtsom, de ander linksom. Interviewer: nouja, je kan wel beter selecteren via internet dan denk ik.
581
B1: ik denk het wel. En veel gerichter. kijk een televisie doe je aan, en moet je kijken wat er op dat moment te
582
kijken is. We hebben het op vakantie zo vaak gezegd van ‘nou, zullen we nu dan even kijken’. Nou en dan echt
583
9 van de 10 keer of 10 van de 10 keer pakken we ons boek weer want dan is het ...of je blijft wel kijken en dat is
584
dan wel het gevaar, naar iets wat je dus eigenlijk niet wilde zien. Terwijl je via internet, gericht opzoekt waar
585
naar je wilt kijken en dat kijk je. Interviewer: jullie worden niet verleid om dan nog de volgende te kijken, bijvoorbeeld op Uitzendinggemist ofzo...
586
B1: nou, meestal niet. dat is als je begint, bijvoorbeeld uuh...wat we weleens gekeken hebben in het verleden is
587
Boer zoekt vrouw. Dat vind ik wel heel verleidelijk om het dan uit te kijken, want je bent ontzettend
588
nieuwsgierig wie ze uiteindelijk uitkiezen. En dat met ik achteraf ook wel zeggen van, uiteindelijk klopt het
589
gewoon ook niet. Want die stellen zijn niet getrouwd, gaan wel gewoon met elkaar naar bed, reizen op zondag,
590
wat wij ook niet zouden willen eigenlijk. Dank denk ik ‘ja daar kijk je dus wel naar terwijl je het daar ook
591
eigenlijk niet mee eens bent’. En die verleiding is er dus ook zeker wel. Dus kijk ik ze ook niet meer. Interviewer: ik had nog een laatste vraag. Dat vroeg ik me dan af, dat gaat dan om gericht kijken. Je hebt natuurlijk dan ook, ja ik heb er dan ook niet zoveel verstand van, ik heb zelf ook geen televisie en kijk wel via Uitzendinggemist, want ik merkte dat ik wel heel veel ging kijken dus dacht ik ‘ik doe dat ding ook de deur maar uit’. Maar je hebt ook digitale televisie, waar je volgens mij, dat zit in de pijplijn, dat wat je via internet doet dan via de televisie kan doen. Het is dan bijna net als via de televisie, maar dan kun je lekker op de bank zitten...hebben jullie daar weleens over nagedacht, kennen jullie dat?
592
B1: op groot scherm bedoel je? Interviewer: ja, of dan heb je wel gewoon een scherm, dan krijg je gewoon uitzendinggemist-idee alleen dan wel op een soort van televisieotoestel en dan hoef je niet achter je computer te kruipen.
593
B1: nou, zoals ik nu denk hoef ik dat echt niet. Dan gaat het toch weer meer richting evrmaak, zegmaar. En ik
594
vind het ook ontzettend gezellig. Want hij kijkt weleens NOS als ik er helemaal geen zin in heb, nou dan doet íe
595
dat maar lekker in dat hoekje. Dan kun je hier je dingen nog doen in je kamer. Maar ander bepaalt het gewoon
596
je...Ik moet zeggen, ik ben graag zelf de baas in huis...en niet dat iemand anders hier praat...ik praat zelf graag.
597
Ja, ik vind het heel bepalend, televisie. Moet je soms bij mensen komen die ‘m aan hebben staan, ik raak
598
helemaal m’n concentratie kwijt. Die mensen zijn het helemaal gewend, die praten er gewoon dwars
599
doorheen. Ik vind het gewoon een naar ding. Interviewer: OK, volgens mij was dat het wel. Dankjewel. [einde interview]
Interview 3 Gegevens Respondent:
Familie C
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 2 dochters en 3 zonen tussen 12 en 1 jaar.
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
21 november 2011
Duur
52 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
-
Interviewer: uitleg enquete (tot 2.00)
600
Ja mijn eerste is vrij open. Zou je kunnen omschrijven hoe jullie in je gezin omgaan met televisie kijken via
601
internet. Zou je daar een omschrijving van kunnen geven?
602
C: Wij hebben alleen twee laptops. Gewoon met internet. Draadloos internet. Dus helemaal geen televisie ds
603
dat moet via dat gebeuren eigenlijk. Eigenlijk speelt het niet echt dat ze….de kinderen vragen weleens mag ik
604
televisie kijken of wat dan ook. Ze zijn het gewoon totaal niet gewend. Dus dat is gewoon geen vraag van ‘mag
605
ik televisie kijken?’. Dan weleens van ‘mag ik iets op internet opzoeken of dit of dat filmpje’, en dat zou ook op
606
de televisie kunnen staan, maarja….Als we televisie kijken is het meer van ‘ er is iets belangrijks gebeurd’, als
607
Pim Fortuyn wordt vermoord of Willem Alexander trouwt. Nou, dan gaan we kijken. Dus als er belangrijke
608
nieuwsfeiten, met name in Nederland…maar ook bijvoorbeeld, toen met Japan, een grote ramp of een keer
609
een overstroming. Dan kijken weleens een keertje bij NOS journaal ofzo, gewoon, dat we het opzoeken.
610
Meestal nog via Refdag. We hebben de krant, het Reformatorisch Dagblad, en dus ook die sites. Interviewer: En hoe vaak per week of uuh…?
611
C: Nu, als er zoiets dus speelt van zegmaar groot nieuws, iets belangrijks, dan is het wel een paar dagen echter
612
elkaar maar voor de rest, wat ik al had ingevuld bij het RD, ja à tot anderhalf uur per maand, weetjewel, zo. Of
613
per week, ik weet niet meer welke vraag het precies was. Het was het minst. Het is niet helemaal nooit maar, ja
614
het kan per maand dus heel erg verschillen. Want nu op het moment is er dus niet echt… Interviewer: Het is meer incidenteel?
615
C: Ja, maar dan is het wel wat meer. Maarja, opzich leven we natuurlijk in een beeldcultuur. Maar wij hebben
616
thuis nooit een televisie gehad. M’n ouders ook niet en m’n broers en zusjes voor zover ik weet ook niet.
617
Hoewel de een wel wat meer zal kijken, via de computer dan. En Johan die heeft vroeger thuis wel televisie
618
gehad op z’n kamer. Voor de rest niemand had het, alleen hij op z’n kamer. Z’n moeder had er een gehaakt
619
kleedje overheen gelegd, stofte ‘m eke week af. Hij keek voetbal en voor het nieuws volgens mij. Interviewer:OK, us ij had het op zn kamer
620
C: Ja, en hij was ook oud gereformeerd. Zn ouders. Dus hij had m op de slaapkamer. Maar toen kregen we
621
verkering en toen wilde ik dat hij m wegdeed. (verkocht aan vriend) Maar nu zegt hij ook ‘ik ben blij dat wij niet
622
gewend zijn om televisie te kijken’, want als je kijkt hoeveel mensen in Nederland per dag televisie kijken. En
623
ook kinderen….Dan denk ik ‘wou zouden echt niet weten waar we de tijd vandaag zouden moeten halen’.
624
Maar dat komt, die tijd besteed je er normaal niet aan dus die heb je gewoon anders ingevuld. Interviewer: En is dat ook de reden dat je op gegeven moment besloten hebt…jullie hebben ook geen televisie. Is dat de reden, of welke redenen hebben jullie daarvoor?
625
C: Nou, hier, bij ons in de kerk zullen er niet veel zijn die een televisie hebben…..Maar we hebben ook de
626
mogelijkheid om te kijken via internet. Dat hebben we dus waarom een televisie in huis zetten? En ja, als je er
627
iets van wilt zien, kun je ook DVD’s kopen of kijken. Dus uhm…maar wat ik ook gewoon vind, ik vind het niet
628
neutraal. Je wordt er door beïnvloed. Gewoon bijvoorbeeld de NOS al, hun kijk op Israel bijvoorbeeld, dat is
629
vaak niet hoe wij ertegenaan kijken. En als je dat maar vaak genoeg hoort….want ik luister in de auto naar
630
Radio 1, nieuws en sportzener. Met name nieuws, vind ik 10 keer interessanter dan sport, dus dan luister ik het
631
wel. Maar ik vind het niet in die zin objectief, hoe ik het wil horen. Dat is misschien ook niet objectief. Interviewer: Dus dat is dan…
632
C: En daarom denk ik, nu kun je zelf kijken wat je wil. Want we hebben het nieuws uit de krant, nou, dan lees je
633
het maar pas ’s avonds. Of na het weekend pas. Soms hoor je het in de kerk. Dat de dominee iets aanhaalt, en
634
anders lees je het maar maandagavond of ik heb het ondertussen in de auto gehoord. En als er dan iets
635
interessants gebeurd, kunnen we het altijd opzoeken via de computer, Uitzendinggemist of wat dan ook. Dat
636
kan altijd dus je mogelijkheid heb je wel. Maar we zijn het gewoon totaal niet gewend om daar heel erg gebruik
637
van te maken. Ook omdat je, ja, je hebt gewoon toegang tot internet, KlikSafe Pro dan, ook van het RD. Maarja,
638
dat beval ons best. Johan heeft op zn zaak dan open internet. Dus ja, van YouTube kun je bij thuis niet openen
639
maarja, hoevaak gebruik je dat? Ook niet veel. Dan denk ik, ja als we iets nodig hebben, kan het altijd via daar.
640
Niet dat alles verkeerd is op de televisie, maar nu heb je ook de mogelijkheid niet om er wel verkeerd gebruik
641
van te maken. Dat vind ik voor mewelf ook wel lekker. (ankedote, als student eerste tijd bij tante in kost die
642
ned 1, 2, 3 had, heel veel tv gekeken) Achteraf denk ik, goed dat ik dat gedaan heb, gewoon voor jezelf, dan
643
weet je ook wat het wel is,zegmaar. Interviewer: Ja, je zegt, bij ons in de kerk hebben heel weinig mensen televisie. Speelt dat ook een rol, het standpunt van je plaatstelijke kerk of landelijk?
644
C: Nou, die mensen zijn ook weer zo opgevoed. Ik denk dat dat wel heel veel is in bevindelijk gereformeerde
645
kring zegmaar, dat je er van jongsafaan eigenlijk niet mee opgegroeid bent, ja, dat kijk je….dan hoeft het vaak
646
ook niet zo nodig. Maar dat is natuurlijk niet alleen met televisie….En ja, als je het dan wel doet wordt je daar
647
eerder op aangekeken maarja, waarom wou je dan zulke problemen gaan zoeken als het niet per se hoeft? Dus
648
in die zin is het denk ik meer…Maar daarom vind ik het onderzoek van jou ook wel interessant, want we
649
hebben echt een gat. We hadden ook nooit internet maar nu heeft iedereen wel een computer in huis, bijna. Interviewer: Kun je dat gat omschrijven? Wat bedoel je met dat gat?
650
C:Nou, er is nog niks bekend van hoe je daar mee om moet gaa. Ik ben heel selectief, ook met hoe mijn
651
kinderen op internet mogen. Alleen al het aantal minuten dat ze per week spelletjes mogen doen op de
652
computer en welke spelletjes. Maar dat doe ik misschien wel heel beschermend weer. En een ander zou dat
653
weer veel meer laten gaan, maar daar ben ik natuurlijk niet in opgevoed, want dat was er gewoon niet. Interviewer: Dus je zegt eigenlijk van ‘ja, dat doe ik maar op basis van wat ik zelf denk dat goed is, maar…’
654
C: Ja, die keus maak ik nu zelf, en dat ik misschien beschermender weer. Ja, mijn oudste dochter is nu nog maar
655
twaalf, zit in de brugklas. Kijk als je kinderen hebt van 18 , die doen natuurljk veel meer. Maar ik besef heel
656
goed, dat als ik haar nu zeg ‘je mag een uur spelletjes doen’, dan wil de tweede die tien is en in groep 8 zit,
657
natuurlijk ook al gauw een uur en de derde die 8 is die wacht ook niet tot ‘ie in de brugklas zit. Snapje, dat
658
gaatt allemaal vanzelf. Terugdraaien kun je ook niet. Dat is denk ik ook met televisiekijken, als je het gewend
659
bent en het wordt normaal, of DVD’s kijken…dat is al een betje soms een hot item in onze…ja. Kijk, er zijn
660
mensen die het absoluut niet doen, bij de ander mag het gewoonN Interviewer: Ja, want jullie kijken, jullie keken al DVD’s?
661
C: Ja, maar heel weinig. Het kleine huis op de prairie. Dat doe ik voor de sociale vaardigheden. Om de kinderen
662
te leren. Maar ik kijk we zelf voor. Ik heb wel de serie gekocht nu.En ik laat ook niet alles aan de kinderen zien.
663
Is misshcien geschikt voor alle leeftijden, ik vind het voor mijn kinderen gewoon niet goed. Nog niet. Kijk, m’n
664
zoontje van 5 kijkt ook mee. Interviewer: Dus je kijkt alles van te voren?
665
C: Van die DVD’s dan, en Johan heeft laatst van die natuurfilms ook DVD’s gekocht dan, dat is Nederlands
666
gesproken. Via RD. Ja, als je via RD besteld, dan is het al gesencureerd natuurlijk. Maar ook niet…dan kun je
667
bijvoorbeeld ook van het Koningshuis gaan kopen maar dat doen we ook niet. We halen het niet ongebreideld
668
maar in huis zo van ‘oh dat is allemaal toegestaan’ ofzo. In die zin, vind ik het ook zelf wel fijn om te bepalen
669
wat ik geschikt vind, voor mijn kinderen. (anekdote/voorbeeld gebeld lid worden Disney-club, elke week
670
boekje, betaal liever per nummer meer zodat ik zelf keus heb) Interviewer: Wat vind je er dan goed aan, aan die DVD’s of aan die programma’ s die je kijkt via internet?
671
C:Nou, kijk Kleine huis dat is dus al oud. Uit je jaren ’70. Dus dat zijn in die zin oude televisieprogramma’s. Maar
672
hoe ze met elkaar omgaan, de familie, in die tijd, toen in het wilde Westen. In Amerika zegmaar, de pioniers. En
673
die zijn…(???11.20) ‘Ja, ik kan er nog iets van leren’. En dat zie je ook wel aan de kinderen. Gewoon de
674
karakterontwikkeling, de personen zijn gewoon heel sterk. En iemand die probeert altijd beste eruit te
675
slaan..maar dan denken ze er ook over na. Eigenlijk vind niemand haar aardig, ze denkt altijd alleen maar aan
676
haarzelf en de anderen geven het beste van zichzelf nog weg. En daar praatten ze over na van ‘eigenlijk is dat
677
knap’, dus echt wel voor de opvoedkundige waarde. Interviewer: De moraal die daar dan nog zit?
678
C: Ja, en wat ook wel een beetje zo is…We woonden eerst in Bergmbacht, tot 4,5 jaar geleden. Maar daar had
679
iedereen een televisie. En ik wil eigenlijk ook niet dat mijn kinderen om de televisie bij een ander gaan spelen.
680
Ook niet van dat moet je verbieden’, maar (geeft voorbeeld dat ze niet moeilijk doet als kinderen bij anderen
681
zijn en er wordt televisie gekeken).
682
(vertelt dat Caspar niet weet wat K3 is) Dus in die zin worden ze wel weer beschermd opgevoed. Aan de andere
683
kant denk ik ‘is dat erg?’. Dat geloof ik ook niet. (Iedereen zo, Leerbroek, waar we op zijn gericht. Nieuwland is
684
heel anders. Leerbroek is beschermd) Interviewer: Je zegt dan ‘eigenlijk liever niet dat ze ergens aan spelen , dat ze daar dan voor televisie gaan’, wat vind je daar dan erg aan?
685
C: Nou, dat vind ik geen spelen. Nou, dat nog niet eens. Maar dan ga je niet voor die persoon maar voor de
686
televisie eigenijk. Maarja, dan ga ik er wel vanuit dat de ouders weten, ja, wat hun kind kijkt, zegmaar. Interviewer: Ja, je zegt tv kijken kost tijd, je je weet niet waar je tijd vandaag moet halen? Maar als je kijkt naar krant, dat kost ook tijd…
687
C: Ja, kijk, maar krant kun je ook nog eens later erbij pakken. Hij ligt op tafel, nou soms lees je later. Maar ja, er
688
is op tv ook wel heel veel keus. Ja, ik denk voor mezelf, en ook wel voor m’n kinderen, dan wil je dit programma
689
zien of dat programma zien. Niet alles is verkeerd maar het is ook niet allemaal nodig om te kijken. Maar dat
690
kan wel in plaats van iets sociaals gaan. Niet dat de krant lezen bijvoorbeeld zoveel socialer is, maar
691
gewoon…ja, daar zit ik soms naar te kijken en ‘kijk’...tegen m’n zoontje dan… ‘wat een groot vliegtuig’. Maar
692
daar kun je nog even over doorpraten. En bij televisie is het natuurlijk allemaal veel vluchtiger. Maar aan de
693
andere kant, is het wel heel erg een beeldcultuur. M’n vader bijvoorbeeld, die snapt niet dat ik m’n kinderen
694
films laat zien. “ja heel enkele keer is het nog leerzaam”.Kijk, dat vind ik achterhaald. Interviewer: Ja dat is een van de argumenten om film en alle beeld a te wijzen, omdat dat dan de beeldcultuur zou stimuleren en…
695
C: Ja, maar er is gewoon een beeldcultuur. Dat kun je wel gaan ontkennen, dat er een beeldcultuur is, maar dat
696
is gewoon zo. (op alle Reformatorische scholen worden filmpjes laten zien, op school kids, behoudende PC
697
school, digitaal schoolbord. Vroeger was er nog niks, toen ik op Pabo zat had ik nog geen emailadres. En nu ben
698
ik mn kinderen aan het opvoeden) Dan kan ik ze wel gaan opvoeden van….Johan is meer opvoed van ‘televisie
699
is echt kast van de duivel’. Maar zo kijk ik er opzich niet tegenaan. En aan de andere kant, dat wij gefilterd
700
internet hebben -, ben ik ook blij mee. Gewoon, ja dat bewaart je toch ook voor een hoop ‘op onderzoek
701
uitgaan’.Kijk, als ik het wil, kan ik er vast wel door dat filter heenbreken, maar het is toch een extra drempel.
702
Dus het gaat al moeilijker. Ja, ik vind ter bescherming van jezelf en nu ter bescherming van je kinderen vind ik
703
dat ook wel lekker. En niet om ze wereldvreemd te houden maar wel van, dan kan jij het aanbieden op jouw
704
manier en op jouw tijd. En dat vind ik ook, ja…als je wel iets kijkt op internet. (geeft voorbeeld dat ze iets aan
705
kinderen liet zien van hoogbegaafde jongen die met 9 jaar naar voorgezet onderwijs gaat en erover gepraat van
706
‘moet je nagaan, blij dat jullie dat niet zo moeten. Hij moet popi opie doen enzovoorts). Daar hebben we toen
707
even over gepraat. Interviewer: Toen had je er een filmpje bij…
708
C: Ik had er een filmpje bij, ja…die stond op internet. Ik hoorde op de radio ervan, toen heb ik het google, en
709
toen kwam ik erbij. Toen heb ik het even m’n kinderen laten zien. Van ‘moet je dit willen?’.Dus het is niet dat
710
het…ja, we ‘m bewust (???17,49) Maar ja, in die zin doe ik het graag op mijn manier. Interviewer: (aanhalen artikel reactie dominee Egasop enquete. TV kijken op andere manieren is hellend vlak, terwijl je eigen Bijbels vreemdelingschap moet aanhouden,en je moet jezelf niet in verleiding brengen.) Hoe kijkt je aan tegen wat hij zegt van ‘tv kijken op andere manieren is een hellend vlak’ als je eenmaal die grens over bent van televisie kijken dan…?
711
C: Nouja, dat kan ik me ook wel voorstellen, maar het is ook…ja hoe stel je jezelf daarin op? Hoewel ik ook, als
712
ik die mogelijkheid zou hebben, ook wel gevoelig voor zou zijn. Maar daar heb ik het ook gewoon veel te druk
713
voor, nu met de kinderen. Ja, je kan ook proberen…ja, dat vind ik, dus iedereen z’n eigen verantwoordelijkheid.
714
Maar ik kan me voorstellen dat het bij heel veel mensen wel zo is. Kijk, ik kijk eerst alleen dat en dan dat en dan
715
dat. Dat geloof ik ook wel. Dat heb ik toen ook wel gehad. Alleen nu, als je het niet doet en je mist het niet, ja
716
dan maak je het op een bepaalde manier natuurlijk makkelijker. Maar echt niet van uuh…Nu ben ik
717
bijvoorbeeld aan het sporten en dan staat wel in de cardiozaal een zanger ofzo, zijn natuurlijk opgenomen
718
dingen…Nou, dan zit ik echt vol verbazing naar te kijken. Ik heb nooit gestapt. Of dat je paar duizend mensen
719
staat te hossen en helemaal, lijkt wel, in trance bent…maar dan zit ik gewoon soort van beschouwend naar te
720
kijken. Want ik heb ook niks met die muziek verder. Niet omdat ik er niet mee opgevoed ben maar of omdat
721
het niet mocht…het mocht ook niet, maar als het wel mocht, had ik er ook niks mee gehad, denk ik. Gewoon,
722
dat is niets voor mij, zo’n grote massa. Maar als ik daar naar kijk, dan denk ik ‘hoe kunnen mensen dat nou, ja
723
daar vol van raken en daar helemaal in opgaan?’ Dat kan met televisie natuurlijk ook, maar dat vind ik…dat kan
724
net zo goed, in andere dingen ook. Dat hoeft natuurlijk niet alleen met televisie zo te zijn. En dat was wel vaak
725
zo, als je televisie kijkt of als je dat of dat of dat, eigenlijk uiterlijke dingen, als je daaraan voldeed, dan hoorde
726
je erbij. Nou, dat slaat natuurlijk ook nergens op. Ja, ik vind altijd zelf, heb ik bij mezelf geleerd van, in de
727
keuzes die ik maak, ben, ik verantwoordelijk voor, of wij als gezin. En ook opvoeden, dat doet iedereen op een
728
andere manier, dus als je het wel doet, ‘ja moeten hun weten’. (voorbeeld) Weetjewel, zo mag iedereen z’n
729
eigen regels stellen… ik zeg, daar hebben ouders ook recht voor. Ja, recht op. Alleen televisiekijken is bij ons
730
nog niet echt een thema wat dan besproken wordt. Nu, omdat ze het wel gewoon weten. En als ze wel iets
731
internet willen..dan zeggen ze van ‘ik heb iets leuks op internet gezien, mag ik dat kijken?’. Nou, dan kijk ik dus
732
mee. Altijd. En ook bepaalde spelletjes. Of ik het verantwoord vind. Sowieso geweldspelletjes, dus dat doe ik
733
sowieso niet. Ik geloof niet dat dat iets goed uitwerkt bij m’n kinderen. En dan weten hun dan ook. Ja, als ze
734
een beetje weten hoe je erin staat, ja dat scheelt natuurlijk ook. Dan hoop je toch, niet per se dat mijn normen
735
en waarden helemaal de hunne worden. Bijvoorbeeld, (vriendin kwam spelen, mag geen kleine huis kijken, dus
736
keken we ook niet toen ze er was. Maar mijn dochter leest wel donald duck bij haar op zondag) ‘Ja maar dat
737
doen hun allemaal’. Jij weet dat wij het niet willen hebben op zondag. Nou, dat vind ze dan eigenlijk ook wel,
738
maar dan kan ze de verleiding niet weerstaan. Dus dan probeer je dat te bespreken. En aan de andere kan, niet
739
dat ik er direct heel moeilijk over zou doen. Maar gewoon, dat zijn…..je moet ze wel leren ermee omgaan. En
740
dat hebben wij dus gemist. En mijn generatie zegmaar. Toen wij kind waren was het er allemaal niet, de hele
741
cultuur, en mobieltjes (niemand op Pabo had mobiel in 98,nu helft basisschool al mobiel) Dat is gewoon zo
742
anders. En daarin moeten wij toch een bepaalde stelling nemen. En dat is ook met films, en dat is ook met
743
DVD’s. Eb ook met gewoon internet, en ook met die computerspelletjes, ook op internet. Bijvoorbeeld
744
Speeleiland. Ik denk, dat moet iedereen een beetje gaan uitvogelen want daarin is geen standaardlijn voor. Interviewer: Nee, precies, en dat is ook wat Andries Knevel zegt. (samenvatting boekje en artikel, bezinning ontbrak)
745
C: Nee precies. Ja, nu is dat er opeens. En dat klopt, dat ben ik ook met hem eens. Dat missen wij. En daarom
746
vind ik dat onderzoek en ook die enquete van het RD zo goed, dat ze daar nu wel naar gaan kijken. Daar moet
747
gewoon, ja, ook veel meer toerusting op komen, ja ook uit kerken enzo. En niet gelijk, ook niet bij mij, verbied
748
je kinderen op internet of spelletjes te doen, ja, dat werkt niet meer. He is gewoon….Je kan de laptop of
749
computer niet meer wegdenken en dus ook niet…het is nu eenmaal een beeldcultuur. En dan kunnen we onze
750
koppen in het zand gaan steken maar daar bereik je uiteindelijk ook niks mee. Interviewer: Ja, want je zegt dan wel ‘ ik praat met m’n kinderen’. Hoe praat je dan met je kinderen? Welke handvatten geef je ze bijvoorbeeld mee om een oordeel te vormen?
751
C: Nou, voornamelijk ook wel, wij voeden op met onze regels en de dingen die wij vinden omdat wij denken dat
752
we het zo moeten doen. Naar aanleiding van de bijbel of vanuit je geloof. Of de kerk zegmaar…dat ligt er maar
753
net aan…of van school. Maar niet van ‘dat is dus uu…’. Ja dat is het hoofddoel maar j, niet alles wa je kan
754
krijgen is allemaal goed voor je. En je kan je eigen ook voor een hoop bewaren. Als hun zich aan de regels
755
houden, en ja, dat weet je nu wel ‘dat mag niet of dat komt wel als je eraan toe bent’. Dan geef je gewoon,
756
ja…tussenstapjes. Maar ik vind het dus wel belangrijk, juist dat ze ermee leren omgaan. Maar eigenlijk hoop je
757
dus…dat was van dat voorbeeld van de Donald Duckjes bij een vriendinnetje, dat zij dat niet gaan doen van
758
‘daar mag het nu eenmaal’, maar dat zichzelf, voor hun zelf een mening vormen waarom ze voor dingen wel en
759
niet kiezen. Ja, daar kom je waarschijnlijk als je wat ouder bent, zegmaar… Interviewer: Je wilt het ze wel meegeven.
760
C: Ja Interviewer: Maar mis je daar dingen in, dat je zegt ‘ik zou daar wel meer bezinning in willen’ omdat je dat zelf dan…?
761
C: Nou, de reformatorische wereld is gewoon heel erg verdeeld. Bijvoorbeeld onze dominee haalt rustig in z’n
762
preek aan dat films in z’n algemeenheid voor hem niet hoeven, maar mijn zoontje is met zijn zoontje bevriend,
763
die zit in groep 5, maar de spelletjes die Johannes mag doen…(uitleg dat zoon half uur mocht eerder)…dat is
764
dan zoontje van de dominee, die dan geen films mag kijken. Zo doet iedereen maar wat. Interviewer: Je zou liever & lijn, of regels willen hebben?
765
C: Nou, niet per ‘moeten’ ofzo, maar (voorbeeld vader vriendje zoon keurt films af, mar weet waarschijnlijk niet
766
wat zoontje op internet doet) Snapje, en dat is in zijn algemeenheid een beetje het probleem in de
767
reformatorische gezindte. Wel of geen legging, wel of geen broeken, korte rokken, er zijn zoveel dingen waar
768
de nadruk op gelegd is, dat gewoon…dat zijn vaak gewoon uiterlijke dingen, als je daar dan maar aan voldeed
769
dan hoorde je erbij. Dan ben je onbesproken en zoniet, nou dan was er wat op je aan te merken. Maar internet
770
kun je al helemaal stiekum doen en televisiekijken ook, in principe. Straks kan alles op je mobiel. Nou, probeer
771
er maar toezicht op te houden als ouders. Daarom, probeer ze ermee te laten omgaan. Juist die toerusting.
772
Maar hoe precies dat vormgeven, ja, ik denk dat in het beste geval dat iedereen nu maar een beetje doet op
773
zijn manier. En algemene regels zijn er over dat is wel of niet, maar vervolgens…en dan hangt het nog heel erg
774
per gezin af en per kind en hoe de situatie nu is of je al of niet iets terug kan draaien. Ik denk, wat dat betreft ja,
775
dat we gedeeltelijk ook letterlijk achter de feiten aan zijn. Interviewer: Ja, want met smartphones heeft de toekomst…
776
C: Ja, ik snap er nu al niks meer van, hoe die dingen heetten. Toen ik student was had niemand nog zoiets,en
777
nou, nu…Kijk, voor mij is het niet eens belangrijk of m’n computer het doet , maar met name….Kijk, m’n
778
wasmachine harder nodig, kijk…zo. Er zijn zat moeders net als ik, die zitten thuis, werken niet buitenshuis..Nou,
779
dan weet je echt nieet meer wat er wel en niet kan. Dus daar…ja, daar kom je dan ineens achter omdat je kind
780
iets wel of niet heeft. Maar dan ben je wel een beetje laat. En dat is gewoon wat veel gebeurd nu, en dat vnd ik
781
ook best wel ja.. Interviewer: Eigenlijk zou je iets beter moeten weten wat er speelt?
782
C: Ja, nou eigenlijk wel, maar aan de andere kant…hoe ik dat allemaal zou moeten leren, vraag ik me dan ook
783
weer af. Ip-Pad of Pod? Al die dingen, weet je wel. Op den duur weet je niet meer wat wat is en waarvoor
784
dient. En vervolgens verandert het ook nog achter elkaar. Dus in die zin, is het ook gewoon een generatie, zeker
785
die nog iets ouder zijn dan mij…die weten helemaal niet..ja, of je moet eraan mee gaan doen.En dat is dus
786
Annemieke, die heeft thuis geen televisie, die zit op Hyevs…de ene stagaire van mij, Op Hyves en op MSN en op
787
Twitter. Dat doen ze allemaal wel. Maar wordt ern gepraat thuis? Dat vraag ik me af. Interviewer: Ja, en als er bij jullie gepraat wordt, om uit te leggen waarom de regels die regels zijn of laat je je kinderen zelf beoordelen van ‘dit is goed’ of ‘dit is fout’?
788
C: Nou, daar zijn ze wel een beetje jong voor maar daar wil ik wel naartoe gaan ook. Om dat met hun te doen,
789
en ook met films. Jade kijkt weleens mee als ik ‘m voor het eerst kijk. Als het zo uit zal komen. Dat gebeurt
790
weleens, en dat geeft ook niet…dan weet ik ook niet wat er van te voren zal komen, die film of ik dat wel of niet
791
geschikt vind. Maarja, aan de andere kant, seksuele voorlichting heeft ze ook al gehad, dan weet je al…als dat
792
zou komen, is het ook niet erg. En daar is het geloof ook wat anders als bij ons. Maar dan denk ik ook wel weer
793
‘ja, dat is honderd jaar geleden’, en in een heel ander werelddeel. Ik probeer er altijd wel zelf daarover heen te
794
kijken maar er zijn er ook die zijn van ‘ zus is goed, en op hun manier’…In onze familiekring hebben we er, van
795
‘zo zijn de regels want dat zin zo de regels’. Nou, dat werkt bij mijn kinderen ook niet. Dat is misschien ook
796
omdat ze hoogbegaafd zijn, daarom allen al. Enorme waarom-vragen. En ‘waarom is dat dan zo’, en ‘hoezo’?
797
Dat leert je wel… Interviewer: De vraag is dan bijvoorbeeld ‘waarom mogen we niet op Youtube?’ Vragen ze dat weleens?
798
C: Ja , sommige dingen kan Jade nu niet openen want dan krijgt ze mailtjes doorgemaild ofzo…maar dat is ook
799
nog heel weinig. Maar dat komt ook, zij is de oudste natuurlijk en Tabitha zit in groep 8, die is een stuk
800
kinderlijker. Maar dat ga ik wel meer krijgen denk ik, want dat is nu eenmaal nu de realiteit. En toch ben ik blij
801
dat we wel dat filter hebben zolang dat allemaal nog door mag gaan. Interviewer: Ja, precies, want het is natuurlijk wel de toekomst, wat de tendens is van ‘ja, nu zijn de kinderen nog jonger, maar straks zijn de smarthone en als ze wat ouder worden…dat die technische filters, dat ze daar toch wel omheen komen?
802
C:Nou, zo probeer je wel je kinderen op te voeden, dat je ze kan vertrouwen. Daarom vind ik het zo belangrijk
803
dat ze zelf die keuze kunnen maken…maar dan heb je nog altijd het risico dat ze keuzes maken waar jij niet
804
achter staat. Maar dat heb je aan de andere kant toch. En ik denk ook niet…kijk, dat ze het zo moeten doen
805
zoals ik het doe…Tenslotte doet iedereen het op een eigen manier en maakt verschillende keuzes. Ik denk dat
806
dat opzich ook gewoon mag en kan. Alleen ja, je hooptwel dat je kind een verantwoorde keuze maakt, ook al is
807
het misschien niet helemaal jouw keus. Maar dan is het weer voor zijn of haar verantwoording. Maar dat geloof
808
ik vast, want (voorbeeld neefje op speciale school, hoog IQ, die door alle filters heen kan en of ouders het
809
weten, weet ik niet). Ja, juist dat soort kinderen. Als je ze kwijt bent, probeer ze dan nog maar eens terug te
810
krijgen en daarom probeer ik wel altijd begrip te hebben en het uit te leggen. Maarja, je doet er uiteindelijk….ik
811
bedoel, je doet je best, want dat hebben zijn ouders ook gedaan. Dus dat is geen garantie dat het allemaal
812
goedkomt. Interviewer: Nee, want jullie…ja, ik ga beetje terug naar dingen die nog niet gezegd zijn. Dat ik denk ‘oh daar heb ik nog een vraag over’. Wat jullie kijken dan incidenteel, als er een ramp is of als een koninklijk huwelijk ofzo…maar de kinderen willen weleens wat kijken. Wanneer mogen ze het dan bijvoorbeeld niet zien of als je meekijk van ‘dan gaat ‘ie uit?’?
813
C: Ja, nou dat is meer..Bij m’n tante is dan gewoon televisie…Zeppelin en toestanden. Als dat afgelopen is, en ja
814
erkomt iets op, ja…niet voor kinderen geschikt ofzo. Zij trekt rustig de stekker eruit maar die kijken ook veel
815
meer. Interviewer: En bij jullie?
816
C: Ja, maar mijn kinderen blijven daar dan gewoon naar kijken, puur omdat de televisie aanstaat. Dat merk ik,
817
want dan zijn haar kinderen al weggelopen en dan zijn er dan nog helemaal met hun ogen…Dus dat is ook wel
818
zo. Maar dan trekt m’n tante de stekker eruit en dan zijn ze ook binnen een minuut buiten of waar dan ook.
819
Dus dat is toch gewoon die aantrekkingskracht en dan ben je toch blij dat je het zelf niet hebt, want ja, dan heb
820
je vanzelf meer problemen. Dat is nog steeds nu, dat speelt nu dus wel, met spelletjes op de computer…dat
821
mogen anderen meer natuurlijk. Interviewer:Maar met filmpjes kijken nog niet?
822
C: Nee, nog niet heel erg. Alleen Jade, die bijlages die ze krijgt, laat ze ook weleens zien. Ja, dan denk ik
823
ook…dan gaat het weer over de Geest van de lamp, nou dat kun je ook weer als spottend opvatten, als
824
magisch. Dus dan willen we eigenlijk toch weer niet dat zij dat laat zien aan m’n zoon van 8. Ja dat had ze wel
825
gedaan. ‘Ja, maar dat wist ik niet’. Ik zeg ‘Nee, maar dan moet je dat maar doen waar wij bij zijn’. Maar dan zie
826
je ook, dat het ook voor onze kinderen gewoon heel moeilijk is. Dat ze iets doorgestuurd krijgen van een
827
andere reformatorisch klasgenootje, weetjewel…’ja, probeer het maar eens’. Het is voor kinderen ook
828
hartstikke moeilijk. En of iedereen weet wat ‘ie doormailt, van die kinderen…allemaal 12-jarigen…vraag ik me
829
ook af. En of de ouders…Ik weet ook niet precies wat mijn kind allemaal precies doormailt naar anderen. Maar
830
omdat ze niet veel op internet zit, zal ze ook niet veel doormailen. Dingen die uuh… Interviewer: Ja, want als ze computeren. Jullie hebben een laptop, is dat dan beneden? Of ook weleens boven?
831
C: Ja, we hebben ‘m een tijdje alleen boven gehad, maar in principe, vooral bij de jongeren, wil ik dat ze
832
beneden zitten. Dan ben ik ook beneden. In de keuken of als we hier…en dan loop je heen en weer. Maar Jade
833
zit ook rustig boven maar dan hoop je echt wel dat je ze kunt vertrouwen. Want dat is ook…ik weet niet precies
834
meer wat ze ingetypt had..ja ‘vrijen met baby’s. Toen dacht ik ‘wat is dit?’. Want ik zag per ongeluk de
835
geschiedenis van google…ik drukte op iets. Toen had zij iets anders ingevuld of ‘baby’s’ en toen was dat erbij
836
gezet. Ja, toen werd ‘ie niet geopend omdat we Kliksafe hadden. Dat filter. Toen zei ik ook ‘daarom hebben we
837
dat’. Dat snapt ze ook wel. Maar dan denk ik ‘ja, je kind krijgt oo maar een hoop over zich heen’. Ik had dat, jij
838
misschien wel..Ik had dat als kind allemaal niet. Dan denk ik van ‘het heeft niet alleen nadelen als je het mist’.
839
Kijk, ze missen op bepaalde manieren wel informatie die hun leeftijdsgenoten wel hebben. Interviewer: Ja, want ik had met een ander gezin gesproken en die zeiden…die vrou zei ‘we zijn beschermd opgevoed en toen eenmaal nar vervolgonderwijs gingen, waren we zo bescherm opgevoed dat we eigenlijk
schrokken. Dus daarom hun kinderen iets ruimer opvoeden om het iets gelijkmatiger te laten gaan.’ Hoe kijk jij daar tegenaan?
840
C: Zo praat ik…daarom praat ik met m’n kinderen. Ik was de oudste van 9, maar als ik ‘waarom’ stelde, was ik
841
brutaal. Tot ik 15 was wel. (toen er eenmaal thuis gepraat werd, was ik deur al uit). En dat probeer ik wel, dan
842
denk ik ‘liever dat m’n kinderen zich negatief uiten, als niet mogen uiten, niet kunnen uiten’. En dat vind ik ook
843
wel, dat is ten opzichte van m’n man dan weer bijvoorbeeld, het is niet alleen hoe wij geloven dat het goed
844
is...Ik bedoel, ik draag geen broek, maar ik zal nooit iemand die wel een broek draagt veroordelen. Want ik ben
845
ook zo opgevoed. Maar ik doe het niet omdat er zo opgevoed ben maar omdat ik me er zelf niet fijn in voelt.
846
Hoewel ik ook wel voor opzien in (plaatsnaam) zou zorgen als ik in een broek zou gaan lopen. Nou, goed, als ik
847
daar behoefte aan zou hebben, die stap te nemen, dan zou ik dat ook doen.
848
(schaatsen op ijs durft ik niet in rok) Maar dat zijn dan keuzes die ik bewust maak, en dan denk ik van ‘dan
849
maakt het mij ook niet uit wat de omgeving…. Je hoeft jezelf niet per se in problemen te brengen maar wil je,
850
dat doen omdat jij dat zo vind en omdat jij denkt dat het goed is. (voorbeeld hoed in kerk wel of niet met
851
kerstfeest zondagschool). Maar dan zeg ik wel van ‘ja, ik doe het niet want zus en zo’. Maar zo probeer je er wel
852
over te praten en dat vind ik heel belangrijk. Juist dat ze bewust worden. En dan mag… En ook probeer ik ze
853
aan te leren dat de een deze keuze maakt en de andere die. Maar dat heeft al heel veel met je eigen opvoeding
854
te maken en je omstandigheden te maken. Kijk, daarom kun je ook nooit een ander veroordelen. En voor mijn
855
man ook..niet alleen hoe wij geloven. Maar dan zegt ‘ie:‘Ja, dat is spotten op die film’. ‘Nee, dat hoorde toen bij
856
hun zo’. Kijk een Gereformeerde belijdt z’n geloof ook anders dan iemand van de GerGem. Dat is gewoon zo.
857
Maar daarom kun je niet alles over een kam scheren van ‘dat is dus niks’ en dan alleen maar godsdienst. Dat is
858
gewoon niet waar. Interviewer: En als je bijvoorbeeld kijk naar Goede Tijden, Slechte Tijden. Gaan allemaal met elkaar naar bed voordat ze getrouwd zijn. Daarvan kun je ook zeggen ‘ja dat is bij hun zo’.
859
C: Ja, maar dat vind ik…dat leren wij ook. Dat vind ik wel fijn, dat ze dat niet altijd zien. En alle reclames op
860
internet. Dat is gewoon een hoop zooi, wat je ziet. Alles moet tegenwoordig maar kunnen. Dan denk ik
861
‘waarom moeten kinderen dat allemaal zien?’. Maar dat vind ik niet alleen met zulke reclames..Maar als je dat
862
vaak ziet dan is het inderdaad niet meer zo gek om daar naar te kijken. Ik denk dat de stap op het dan zelf te
863
doen ook…ook als is het tegen je geweten in…..doe je het de eerste keer met grote moeite en de tweede keer
864
met kleine moeite, en de derde keer gaat het vanzelf. Dat is natuurlijk wel zo. Kijk, aan de andere kant, wij zijn
865
ook maar gewoon notmale mensen. Op een andere manier opgevoed misschien… Interviewer: Ja, want dat is denk beetje m’n laatste vraag….jullie kijken nu af en toe, incidenteel als er bijvoorbeeld een ramp is. Hebben jullie voor jezelf iets van ‘nou, dan wordt het teveel’? Misschien dat ongemerkt wat meer wordt. Dat je ongemerkt vaker denkt van ‘oh, even kijken of er nog een filmpje bij te vinden’. Hebben jullie een grens, van zoveel dan?
866
C: Nou we hebben het nu zelf als ouders heel druk. Dat denk ik wel, we zitten zelf niet veel achter dat ding. En
867
m’n kinderen ook bijna niet. Want ze zitten ook op een sport en op hun clubs, hier en daar. Dus ze hebben
868
diverse dingen om te doen. Maar ik denk inderdaad dat je daar voor op moet passen. Daar zijn wij net zo goed
869
gevoelig voor. Ik bedoel, moeten er dingen wijken of verjaardagen of wat dan ok, gezellig een spelletje met
870
elkaar doen, omdat je maar ‘nog even dit moest zien n dan de ander dat nog, en de vorige keer en ik op hem
871
moeten wachten dus…’ Dat ga je natuurlijk wel steeds meer krijgen. En ik denk, ja dat als onze kinderen groot
872
worden dat we ook heus wel meer zullen gaan kijken. Meer DVD’s en ook meer op internet zullen zitten. Dat is
873
ook gewoon…ja, Jade moet nu ook best veel voor school, moet ze op internet opzoeken. Nouja, dat hadden wij
874
natuurlijk allemaal gewoon niet. Dus dan kun je wel zeggen van ‘dus het mag niet, internet’. Maar ik probeer
875
het wel te beperken tot ‘alleen voor school’. De mailsopent ze dan wel..maar dan vraagt ze nog toestemming,
876
‘mag ik mails lezen?’. Het is nu nog allemaal in een beschermende fase maar ik denk ja, als er straks 2 of 3 en
877
straks 4 op voorgezet onderwijs zitten, ja dat gaat vanzelf door. En de jongens weten al gauw meer dan ik.
878
Simpel. Interviewer: Ja, volgens mij heb ik al m’n vragen een beetje gesteld. Dus ik weet niet of je zelf nog iets kwijt wil…
879
C: Nee hoor. Ik denk wel dat het heel goed is dat je zo’n onderzoek doet. Er is echt gewoon een gat in de
880
bezinning, zegmaar. Maar dat is niet alleen ten opzichte van televisie kijken maar het hele mediagebruik. En
881
daarom ben ik ook blij dat het RD dat een beetje gaat oppakken. Interviewer: Ja, dat is een beetje het idee inderdaad.
882
C: Ja, maar dan zijn ze vreemdeling…dan halen ze het woord vreemdelingschap bijvoorbeeld bij televisie erbij
883
maar niet met internetgebruik. Bijvoorbeeld met spelletjes. Snapje? Dat is denk ik echt omdat we er niet mee
884
opgevoed zijn, opgegroeid. Ondertussen kan niemand meer zonder computer, maar televisie werd puur
885
gebruikt voor het televisie kijken. (spelletjes en hardware veel mogelijkheden) Maar televisie heeft niet zoveel
886
andere functies. Maar internet of de computer natuurlijk wel. Daar kun je heel veel verschillende dingen doen
887
en dat zit ondertussen ook weer op je mobiel. En daarom hebben wij…Ja, dat is er opeens. En ik denk dat dat
888
voor heel veel mensen geldt. En vervolgens ja, iedereen probeert het nog een beetje… Interviewer: Ja, want is het voor jullie een optie geweest om het helemaal niet te doen…
889
C: Televisie? Interviewer: Ja, of DVD kijken, via internet kijken. Is dat een optie geweest?
890
C: Ja, nou eerst heb ik het tegen gehouden maar m’n tante zei ‘juist voor de kinderen is het misschien wel
891
goed…’. Want ze zei ‘ ze kunnen er ook heel veel van leren’. En juist als beloning als ze wel goed met elkaar zijn
892
omgegaan. Maar we doen dus een DVD in de week, in principe. Dat weten de kinderen ook..
893
Interviewer: Als beloning?
894
C: ja, maar ook om te leren. Maar ik denk ook, en mijn man ook…en als gezin…het is belangrijk dat we ons hier
895
op gaan bezinnen. Want het is gewoon…ze kunnen het overal straks. (voorbeeld kind op school op internet
896
spelletjes doen, en gevaar voor verslaving aan spelletjes) Ja, waar ga je naar toe? Wij moeten onze kinderen
897
daar dingen aanleren. Om daar mee om te gaan. Ja, ik zou dat ook verslavend vinden. (voorbeeld dochter en
898
computerspel). En het moet allemaal stiekum gebeuren. Nou, dat moeten we niet willen. Maar ja, er zit
899
gewoon een gat nu. Want ook op school, het kan dus wel. Ze kunnen er komen, ook al mag het niet. En dat is
900
een reformatorische school ook. (onderbreking)
901
C: Dus als een onderwerp is, bijvoorbeeld hoogbegaafdheid of zoiets, bijvoorbeeld bij de eo, dan zou dat
902
kunnen of mensen die je kent, die komen met een programma. Dan is het meestal via UitzendingGemist. Interviewer: Hoe weet je dan dat er iets op de eo is. Kijk je dat dan…?
903
C: Nee, nooit in de gids ofzo. Maar goed, dan hebben we het vaak wel via via gehoord, via familie of een
904
bekende. Dan gebeurd het weleens dat we echt kijken, maar dat is dan puur kijken van ‘hoe doen ze het?’. En
905
dat vind ik ook goed aan de SGP dat ze gebruik maken van internet en van televisie om hun standpunten te
906
verdedigen. En uit te leggen. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik denk dat wij veel meer moeten uitleggen aan
907
andersdenkenden, waarom wij zulke keuzes maken. En niet met z’n allen tegen de boze buitenwereld 1 front
908
vormen. Maar juist proberen uit te leggen waarom. En ja, wij zijn niet beter dan de anderen maar ook niet
909
minder. Ook al kijk je geen internet. Interviewer: Wel grappig wat je zei van ‘je kunt een televisie het niet omdat er internet is. Dus als internet er niet was geweest, had je dan wel een televisie gehad, denkje?
910
C: nou, misschien. Bijvoorbeeld dat programma van schatjes of dat heet anders, met zo’n vrouw die. Dat lijkt
911
me dan bijvoorbeeld interessant, beroepsmatig dan. Ja en ook gewoon wel leerzaam. Er zijn ook natuurfilms, al
912
dan niet door de EO. Ja, nu kunnen wij de DVD’s kopen dus doen wij dat als alternatief. Maar niet dan alles per
913
se slecht. En zeker als we geen internet hadden en we leven in een beeldcultuur, ja dan zou in de hele
914
reformatorische gezindte televisie op een gegeven moment zijn binnengehaald. Op mijn middelbare school
915
werd ie ook weleens de klas binnen gereden, of op de pabo. Gewoon af en toe maar meer was en toen ook nog
916
niet. Ja, dat was tot ’98. In tien jaar is er zoveel veranderd vind ik. Interviewer: Dus jij denkt dat sowieso de tv er wel was gekomen maar nu…
917
C: het is versneld gegaan doordat het op internet. Ik denk het letterlijk de hele reformatorische gezindte heeft
918
ingehaald. Heeft overrompeld. In 98 had nog niemand van de pabo een mobieltje en nu gewoon zoveel
919
procent van de basisschool en bestellen kinderen dingen via internet. Dat is gewoon zo’n heftig verschil. Ja,
920
bizar is een raar woord maar gewoon…dat heeft niemand zien aankomen. Dat geloof ik niet. En ik denk dat het
921
daardoor ook komt dat we nu een beetje met een gat zitten. Interviewer: Wel doen maar nog niet precies…
922
C: Nog niet precies dat iedereen helder heeft van wat waarom. En de ene school en de ene docent zet ’t goed
923
in en de ander die laat het helemaal nog 25 jaar wachten. [einde interview]
Interview 4 Gegevens Respondent:
Familie D
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 3 zonen, 1 dochter, tussen 7 en 0 jaar.
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
21 november 2011
Duur
46 minuten
Interview afgenomen met:
vader en moeder
Bijzonderheden:
Interviewer: (intro) Mijn eerste vraag is of jullie een omschrijving zouden kunnen geven van jullie gebruik van televisie via internet? Hoe jullie in jullie gezin omgaan met televisie kijken via internet.
924
D1: Uhm, vrij beperkt. Vooral, nou….enerzijds met duidelijke gebeurtenissen. Verkiezingen; Prinsjesdag..Nou
925
hebben we niet gedaan…Koninginnedag, nou dat soort dingen. Echt duidelijke concrete gebeurtenissen
926
waarvan je denkt ‘hey dat is wel leuk’. Of als de SGP, Kees van der Staaij een keer in Pauw&Witteman zit,
927
zoiets. En anderzijds als we echt een avondje echt niks hebben, geen boek en helemaal niks hebben, dan
928
denken we ‘weet je wat, we gaan eens ‘Schatjes’ kijken van de EO of ‘Help mijn man is klusser’. En dat is dan
929
gewoon…
930
D2: Ontspanning
931
D1: Verstrooing. Ontspanning en niks meer. Pretentieloos zegmaar. Nouja, ‘Schatjes’ niet natuurlijk maar…dat
932
hebben we dan met een duidelijke link natuurlijk met de opvoeding. En heel af en toe een ander programma
933
zoals, ‘help mijn man is klusser’ ofzo, zoiets. En dat is dan puur verstrooing maar dat doen we eens per maand
934
ofzo. Zo vaak hebben we ook niet niks te doen dus… Interviewer: Want jullie hebben een computer of een laptop?
935
D1: Ja, een laptop ja. Interviewer: En die staat meestal boven of…?
936
D1: Nee, beneden. Daar boven op de kast.
937
OP: Binnen handbereik. Ja. Interviewer: Ok. En jullie hebben geen televisie begrijp ik. Kunnen jullie aangeven welke redenen jullie dan hebben om dan geen televisie te hebben?
938
D1: Nou, het is wel heel gebruikelijk binnen de kerk. Dat ook he. Interviewer: Binnen je eigen kerk, waar je naar toe gaat
939
D1: Ja, de Gereformeerde Gemeente. Wij hadden thuis geen tv en jullie wel. Nou wij keken dus zelfden of nooit
940
want dat had je toen nog niet, thuis kijken via..op Uitzendinggemist en dat soort dingen. Jullie keken alles wat
941
los en vast zat. Van dat je terugkwam uit je werk tot dat je naar bed gingen ongeveer
942
D2: Ja, of er nu iemand voor zat of niet, hij stond gewoon eigenlijk altijd aan.
943
D1: Dus dat was voor ons nog een extra…mochten we al het idee hebben ‘misschien wordt het een serieus
944
gesprekpunt van wel of geen tv’ dan was dat alleen al een aanleiding om het niet te doen.
945
D2: Nee, daar hadden we niet zo’n zin in.
946
D1: Dus, ja het is een combinatie. Kijk, we hebben niks tegen het medium. Maar er is wel…en we weten voor
947
onszelf, als je het zou nemen…heel veel vinden wij principieel niet verantwoord. Denk aan vloeken, aan seks,
948
aan dat soort dingen. Maar het kost ook gewoon heel veel tijd. Ik bedoel ‘help mijn man is klusser’ en
949
‘schatjes’, hartstikke leuk en er is ongetwijfeld nog veel meer hartstikke leuk maar…ja, je kunt zo de hele avond
950
vullen maar het voegt weinig toe. Interviewer: Ja, want als jullie dan kijken, kijken jullie dan samen?
951
D1: Ja, jij kijkt misschien nog weleens opvoedprogramm’s als ik er niet ben maar…
952
D2: Ja, eigenlijk nooit, nee. Het is echt als we samen zeggen van ‘zullen we gewoon eens een keer…’ , of dat je
953
hoort van collega’s van ‘nou, die en die was op…een interview of zoiets’.
954
D1: Ja, nou ’10 jaar 11 september’ was een documentaire..
955
D2: ja, die documentaire, dat we die dan terug kijken. Is meer, dat heb je van iemand gehoord dat je denkt ‘hey
956
dat willen we ook zien’. Dat we dat dan terugkijken maar we gaan het niet zoeken van ‘heey zou er iets leuks
957
zijn ofzo'. Dat heb je natuurlijk met een tv, kun je langs zappen. Maar die grens heb je met een computer. Dat
958
je niet zomaar iets kan zoeken..
959
D1: Nee, je moet echt bewust gaan kijken. Of bewust verstrooing zoeken he? Is ook even je laptop pakken of
960
bewust zegmaar een nuttig programma kijken. Maar niet gewoon de hele avond pretentieloos zappen. Dat is
961
het voordeel van kijken via de computer. Interviewer: Ja, jullie komen er al een beetje op. Jullie hebben dus geen televisie want het kost veel tijd en eigenlijk ook wel gebruikelijk. Want…ja, welke rol speelt de kerk daarin, in dat jullie geen televisie hebben?
962
D1: Dat wordt min of meer verwacht denk ik. Ja, dat kun je wel stellen dat wordt verwacht dat je geen tv hebt.
963
En daar conformeren we ons ook graag aan Want ja, we vinden het niet heel erg belangrijk. En met kinderen is
964
nog een extra reden, vinden wij, want ja, er is zoveel ongein. Mocht je voor jezelf al een goeie beheersing over
965
de knop hebben, dan zou je het alleen al voor je kinderen niet doen. Interviewer: Dat die die beheersing nog niet hebben, zegmaar?
966
D1: Nee
967
D2: Nee
968
D1: Ja, daar kun je dan de discussie over aangaan, natuurlijk.
969
D2: Dat kan altijd nog. Interviewer: Nouja, jullie mogen het zeggen natuurlijk. Het gaat in dat geval wat jullie denken toch? Nouja, je kwam er al op, want jullie kijken wel tv via een laptop. Wat zijn de argumenten omdat dan wel te doen? Dat kost bijvoorbeeld ook tijd.
970
D1: Ja, kost ook tijd
971
D2: Ja, maar dat is makkelijker te begrenzen. Je zet ‘m niet aan aan van ‘ nou, we gaan een programma kijken
972
en ondertussen ga ik eten kokenof dit of dat’. En dat zou je bij een tv bijvoorbeeld al veel eerder doen.
973
D1: Nee, en je gaat ook geen avondje tv kijkenof meerdere avondjes tv kijken
974
D2: Nee, het is gewoon dat je veel selectiever…
975
D1: heel bewust, heel selectief
976
D2: en veel bewuster..
977
D1: af en toe een keer nouja, verstrooiend zegmaar.
978
D2: ja, en anders zou je dat al snel heel de avond doen en zou het heel je tijd opslokken.
979
D1: je werk he, je relatie.Maar het is dus..ja, nogmaals, we zijn niet zozeer tegen het medium tv. Dat is half
980
kerkelijk Nederland natuurlijk wel, althans bevindelijk gereformeerd Nederland, om jou sociologische
981
afbakening te gebruiken. Maar wel tegen heel veel programma’s. Zeg maar tegen 90% van de programma’s..
982
D2: films enzo..
983
D1: waar we ons niet in kunnen vinden. Dus de keuze voor ons om te kijken via de laptop is niet zozeer een
984
principiële stap. We zijn niet principieel tegen tv, al is het nogmaals in onze kerk wel vrij gebruikelijk. Maar het
985
reguleert zich wel makkelijk zo. En natuurlijk, je kunt je laptop ook dag in dag uit. Dat is ook niet zo’n punt.
986
D2: ja, dat kan wel, ja. Interviewer: Ja, ik had een paar eerder argumenten in mijn sociologische vooronderzoek zegmaar, welke dan tegen televisie hielden. Ik was benieuwd wat jullie mening daar dan over was eigenlijk. Ja, eentje daarvan was het dat in bevindelijk gereformeerde kring van oorsprong anti- ontspanning, anti-amusement eigenlijk was. Want je moet je op God richten. Leeft dat idee nog bij jullie, van ja als je amusement- en ontspanningsprogramma’ kijkt, die leiden je af van God?
987
D1: Ja, wat is amusement? Kijk, ontspanning is gewoon gezond. Ik bedoel, het 1 sluit het ander niet uit. Ik
988
bedoel, je godsdienstbeleving en je ontspanning gaan natuurlijk prima hand in hand. Bij amusement is er nog
989
wel een grens van…nouja, we gaan ook niet naar casino om maar iets te noemen. Maar gewoon ontspanning,
990
ja dat is natuurlijk heel breed en daar is ook niets mis mee. Alleen maar je maakt bij elke vorm van ontspanning
991
van ‘nou dit doen we wel en dit doen we niet’. En tv kijken staat op zich niet op gespannen voet met je
992
geloofsleven ofzo. Alleen de vraag is wel wat je kijkt. Net zoals internet he. We hebben het nu over tv kijken via
993
internet maar internet is ook een heel nieuw fenomeen waar 15 jaar geleden binnen de reformatorische kring
994
ook geen regels voor waren omdat het er niet was. Ja, dan vind je met z’n allen een modus ‘hoe ga je daar mee
995
om?’. Interviewer: Ja, want waar ik een artikel van had, een artikel van het RD waarin eo-presentator (eerder boekje geschreven de wereld in huis, selectief kijken kqn goed zijn want dan meer je er mee omgaan. Hij zegt nu “verbaast me niks dat in bevindelijke kring massaal tv gekeken wordt via internet want de bezinning ontbrak”). Ik vroeg me af in hoeverre jullie je hierin herkennen?
996
D1: In hoeverre de bezinning ontbrak? Op televisie kijken via internet bedoel je? Interwier: Ja, of de bezinning ook op televisie kijken in het algemeen. Dat het zo radicaal is afgewezen. Het was er gewoon niet dus dan hoefde je er ook niet over na te denken.
997
D1: Ja, terwijl toch wel vaak de nuance is aangebracht ‘het medium opzich heb ik niet zoveel problemen mee’.
998
D2: Maar dat is wel iets van onze generatie. De genratie voor ons had dat niet denk ik.
999
D1: Mwjaa, misschien niet Interviewer: Jouw generatie herken je er niet in?
1000
D1:nou, niet heel zwart wit, nee
1001
D2: Nee, maar ik denk dat jou ouders wel zo waren. Van ‘dat mag gewoon niet’. Niet beredeneerd van ‘opzich
1002
is tv het probleem niet maar alleen heel veel programma’s die erop komen’.
1003
D1: Ja, heeft natuurlijk ook beetje met opleidingsniveau te maken. Ik bedoel VMBO-ers zijn denk ik om heel
1004
zwart wit de keus te maken, zoals mijn ouders, van ‘tv is gewoon not done’. We hebben er ongetwijfeld over
1005
gediscusseerd vroeger, dat weet ik niet meer, maar de nuance van ‘het medium is niks mis mee maar de
1006
prigramma’s vaak wel’, ja die nuance werd bij ons thuis niet echt gemaakt, volgens mij
1007
D2: Ik denk dat dat iets is wat later gekomen is. En dat daarom die bezinning er inderdaad niet was, want het
1008
mocht gewoon niet. En op het moment dat internet kwam en je ook gewoon kon kijken via internet….ja, nu
1009
komt overal die mediaopvoeding, maar dan ben je al bijna een generatie verder. Interviewer: Maar bij jullie was het idee van ‘het medium is niet verkeerd dus je mag verschillende programma’s wel kijken, was er al wel voordat de mogelijkheid er was?
1010
D1: ja
1011
D2: ik denk het wel.
1012
D1: Kijk, bij jullie ouders keken we ook wel, maar als je verkering hebt, heb je niet echt de behoefte om met de
1013
ouders in de keuken tv te kijken. Dan ga je liever andere dingen doen, maar we keken weleens mee.
1014
D2: ja, we keken wel mee ja. Maar ook weleens bepaalde dingen niet.
1015
D1: Op een gegeven moment trek je toch een streep. Deels uit interesse, deels uit principiële…dat je dacht
1016
van’…’ En zeker op zondag, heb je helemaal niet het idee van ‘laten we eens lekker de hele avond tv kijken’.
1017
Dus ja, wij zijn ook wel, misschien door dat wij uniek, of nouja…de combinati van altijd tv kijken en nooit tv
1018
kijken en dat samen in een relatie, dat je zoekt naar een pragmatische route. Ik weet niet of we het er veel over
1019
hebben gehad in onze verkeringstijd.
1020
D2: Nee, het is vanzelf een beetje zo gegroeid.
1021
D1: maar de bezinning is misschien wel laat op gang gekomen. De ontwikkelingen gaan natuurlijk ook snel. Je
1022
zag wel, heel geinig, in die tabel dat het tv-gebruik heel constant is gebleven. Dus in die zin kun je wel zien dat
1023
het met succes geweerd is. Interviewer: (uitleg herberekening enquete)
1024
D1: nou goed het is dus een vrij nieuw fenomeen. Het kan natuurlijk een glijdende schaal zijn. Ik bedoel, wij
1025
kijken heel selectief en dat geldt waarschijnlijk voor heel veel mensen. Over een paar jaar zou je eigenlijk dat
1026
onderzoek weer moeten doen.
1027
D2: Ja, dan zal je ergens anders op uitkomen. Je hebt wel de mogelijkheid dus je kunt…Ik zou niet weten waar
1028
ik de tijd vandaan moet halen, maar…
1029
D1: Ja, precies
1030
D2: Want dat is toch zo. Als je dan hele avonden gaat kijken, dan doe je ook gauw niks anders meer denk ik. Interviewer: Ja, want wat is nu jullie selectiecriteria van ‘wat wel, wat niet’?
1031
D1:Nouja, in elk geval verantwoord he? Dus geen vloeken, geen seks, nouja..nouja, ik zou zeggen dat soort
1032
criteria. Dus niet strijdig met de 10 geboden, zegmaar. Niet stelen, niet..nouja..
1033
D2: Ja, het is ook vaak wel aan het nieuw gerelateerd he? Zoals met verkiezingen enzo.
1034
D1: Ja, ’10 jaar 11 september’, dat is inderdaad naar aanleiding van het nieuws. Twee is pedagogisch inderdaad.
1035
En derde is puur verstrooing. Maar dat is in een verhouding is denk ik 40, 40, 20. Ja hoe vaak kijken we?
1036
D2: Ja, niet zo heel veel.
1037
D1: Eens in de maand uhm…dus eens in de drie maanden, maar..niet veel meer denk ik trouwens. Eens per
1038
maand?
1039
D2: Ja, zoiets Interviewer: En hoe kijken jullie tegen dat glijdende schaal idee aan dan? Jullie en je kinderen?
1040
D1:Nouja, dat is in zijn algemeenheid natuurlijk gewoon een reëel gevaar.
1041
D2: Ja, en is het niet met onszelf, dat wij ons er nog niet veel voor interesseren. Ik denk dat je kinderen wel
1042
vanzelf meer gaan zien, omdat die mogelijkheid er ook is. Nu talen ze er nog niet zo naaar, maar…
1043
D1: Ja, op school kijken ze ook een beetje SchoolTV. En dat is verantwoorde tv. Ja, glijdende schaal klinkt zo
1044
doemdenkerig he, maar bewegend beeld in zijn algemeenheid wordt steeds meer van waarin wij leven. Bij
1045
iedereen was het al tv en dat is tegenwoordig ook internet, mobiel, YouTube en weet ik het allemaal. En ja, dat
1046
is bij ons niet anders.
1047
D2: nee, maar het hoeft niet per se negatief te zijn. Glijdende schaal klinkt inderdaad alsof het iets heel
1048
negatiefs is.
1049
D1: Toename in gebruik in elk geval. En dan is het voor jezelf natuurlijk en voor iedere christen, ja je moet de
1050
toets aan blijven leggen. Aan de bijvel van ‘kan het bijbels gezien’. En ja dat vult iedereen op z’n eigen manier
1051
in, en iedereen kan ook in de loop van de decennia veranderen, en ja..dat kan. Interviewer: Ja, je hebt natuurlijk ook een heel ander beeld, maar het was een argument tegen televisie dat het, ik weet niet of het jullie bekend in de oren klinkt, dat het ten koste gaat van…dat het onderdeel van de beeldcultuur is en dat gaat ten koste van de woordcultur waarin ook de bijbel gelezen wordt.
1052
D1: Ja, nou ik denk dat dat wel zo is en dat geldt voor christenen en dat geldt voor iedereen. En ik denk dat dat
1053
voor iedereen een negatieve bij-effect is.
1054
D2: Maar dat is niet alleen tv, dat is überhaupt het hele internet. Het is zo vluchtig en kort. Alles zo kort. Alles is
1055
kort tegenwoordig.
1056
D1: Ik ga van hyperlink naar hyperlink en ik kijk nooit meer in vakliteratuur op m’n werk maar ik google. Lekker
1057
simpel en snel en het klopt ook nog, maar het heeft een keerzijde. Ik bedoel, wie leest er nog of dikke
1058
theologische pillen of gewoon literatuur. Ik bedoel, daar hoef je geen christen voor te zijn. Maar motiveer je
1059
scholieren nog maar eens om dikke pillen te lezen. Dat was in mijn tijd al niet zo populair.
1060
D2: Het wordt vanzelf minder.
1061
D1: Dus het gaat inderdaad ten koste van de leescultuur ja. Interviewer: Dat herkennen jullie nog wel
1062
D1: Ja, wij zijn natuurlijk rond de 30. Dat is nog een heel verschil van rond de 20. Dan heb je toch nog wat meer
1063
in je jeugd de leescultuur meegemaakt en minder het internet- en tvcultuur. En we merken zelf niet echt dat
1064
we minder boeken lezen. Helemaal niet.
1065
D2: Nee, wij lezen nog wel graag. Maar wel dat je merkt dat et je moeite kost om je ergens in te verdiepen.
1066
D1: Ik niet echt, maar die trend zet zich ongetwijfeld door.
Interviewer: Maar dan ook zonder..of je nu wel of geen televisie kijkt, bedoel je?
1067
D2: Nee, het komt gewoon door de hele maatschappij. Dus het is kort. En je ziet zoveel. Je krijgt aan alle kanten
1068
d indrukken en dat uuh…
1069
D1: Ja, daar sta je niet bij stil maar het is wel zo natuurlijk. Interviewer: Ja, even kijken. Ik haalde het al even aan, dat glijdende schaal-idee. Dat was onder meer dominee Egas van Christelijk Gereformeerde Kerk had ook gereageerd op de enquete. Hij zei (glijdende schaal, en je moet niet wereldvreemd zijn maar wel bijbels vreemdelingschap aan houden) Dus ook al gaat het in de maatschappij een bepaalde kant op, dat betekent niet dat je daar in mee moet gaan. Maar misscchien juist zelf niet in meegaan, en daar is waar hij meer voor pleit. En dat hij ook zegt ‘je moet jezelf niet in verleiding brengen ’n dat doe je door tv via internet te kijken’. Ik weet niet, misschien eerst het eerste over dat bijbels vreemdelingschap en het je wel of niet aanpassen aan de cultuur. Hoe kijken jullie daar tegenaan?
1070
D2: Ja, het is natuurlijk heel breed. Je hebt ook nog sport op tv en je hebt films en…
1071
D1: Ja, je hebt van alles natuurlijk. Ja, hoe ga je om met het medium? Ja, het medium is natuurlijk
1072
onvermijdelijk. Internet in elk geval. Ja hoe ga je daar mee om als christen? Dat is denk ik hoe je je onderscheid
1073
van de niet-christenen. Dat je gewoon heel selectief bent en dat je niet elke avond met of zonder kids de hele
1074
avond tv zit te kijken. En zeker niet kritiekloos. Dus ja, in die zin roei je wel in tegen de stroom. Ik ebdoel, het is
1075
makkelijk om alles te kijken wat los en vast zit. Dat scheelt een heleboel discussie waarschijnlijk met je
1076
kinderen. Maarja, dat neemt niet weg….Ja, bijvoorbeeld met internet kun je ook veel meer dingen mee dan wij
1077
doen. Ik bedoel, we maken er heel functioneel gebruik van en vrij veel overigens ook, maar je doet niet alles
1078
wat iedereen ermee doet. Nouja…
1079
D2: En dat filter heb je de hele dag nodig. Voor je tv-gebruik, en voor internet maar ook buiten op straat, heb je
1080
overal nodig. Je christelijke filter zegmaar. Ook om je kinderen te begeleiden. Je kunt ze ook niet zomaar voor
1081
de tv zetten. Maarja, op straat kom je ook een heleboel dingen tegen. Interviewer: En vinden jullie dat je je kinderen daar op voor moet bereiden of moet je ze daarvoor beschermen? In welke range zitten jullie?
1082
D2: Ja, in hoeverre kun je ze beschermen? Dat is het ook weer. Ik denk dat je ze beter begeleid kan
1083
confronteren, zoals dat heet. Dan ze weghouden en dan later vallen ze ineens in zo’n wereld.
1084
D1: Nee, maar wij zeggen inderdaad van ‘laat maar zien en laat maar zien wat er wel of niet normaal aan is’
1085
D2: En praat er met elkaar over. Want ja, als je ineens 15 of 16 ben en je maakt het dan voor het eerst mee, wie
1086
filtert dan nog?
1087
D1: Dat gebeurt al voor die tijd. (wijdt uit over seksuele opvoeding en kind al vertellen erover voor ze dat voor
1088
het eerst horen of zien en het niet snappen) Ze kunnen beter voor het eerst het in een positieve setting horen
1089
en je vertelt ze natuurlijk niet meer dan ze aankunnen maar je kunt ze het mooie laten zien. En dan vinden wij
1090
het niet normaal dat in (???) vrouwen met miniskule BH-tje of weet ik veel…Ja, ze slaan er niet op aan nog.
1091
D2: Nou soms wel eens
1092
D1: Soms wel, maar dan ga er ook even…positief mee om. Kijk dat vinden wij niet normaal, ja, wat de grenzen
1093
zijn in hoe je etaleert en wel of niet aankleedt zegmaar. En dat geldt ook voor hoe je met media omgaat. Nouja,
1094
we hebben Filternet van de EO dus ze komen niet zo snel ergens terecht waar je ze niet wilt hebben. Maar als
1095
je ziet dat ze ergens zitten waarvan je zegt, ja dat willen we liever niet, dan gewoon zeggen en..
1096
D2: uitleggen
1097
D1: zeg en uitleg Interviewer: Want zijn jullie er altijd bij? Kijken jullie altijd mee bijvoorbeeld?
1098
D2: Nou, zij kijken nog niet echt tv. Wel spelletjes enzo. En dan…
1099
D1: Kijk op zo’n spelletjessite kun je ook binnen no time op schietspellen of moordspellen komen. We zijn altijd
1100
in de buurt, als ze op Spelletjes.nl of wat dan ook zitten.
1101
D2: En je ziet wel, dat het ene kind die grens makkelijker trekt als een andere. Beter trekt.De oudste heeft
1102
zoiets van ‘ok, schieten mag niet, dus doe ik het ook niet’, maar onze zoon van vier die trekt zich daar niks van
1103
aan. Die doet waar die op komt en…
1104
D2: Ja, maar dat is ook logisch
1105
D1: Is ook logisch. Kijk dat is zoiets, dat moeten we ze ook nog een keer uitleggen.
1106
(voorbeeld dilemma ‘mogen oorlogje spelen op straat?’) Dat is iets waar we bewust over nadenken en dat is op
1107
internet ook zo. Ja vliegt het bloed je om de oren of zijn het kleipoppetjes die echt…ja…
1108
D2: maar ze mogen geen schietspelletjes doen.
1109
Interviewer: Maar jullie praten er wel met je kinderen over?
1110
D1: ja
1111
D2: ja Interviewer: En wat geef je ze dan bijvoorbeeld mee? Welke handvatten geef je ze?
1112
D1 Nouja, bijvoorbeeld over schieten. Er zijn heel veel grijze gebiedjes van ‘wanneer is iets schieten en
1113
wanneer niet?’. Dus daar ga je gewoon het gesprek over aan. Als ik zeg van ‘ Vind je het normaal om zomaar
1114
ensen dood te schieten,want we wien er echt uit…’. Stel dat ze dat doen. ‘ Ze zien eruit als mensen en jij schiet
1115
ze zomaar dood, is niet echt maar…’ Ja, vragenderwijs.
1116
D2: Ja, want kinderen zien dat verschil ook nog niet tussen realiteit en fantasie natuurlijk. Als zij schieten, dan
1117
schieten ze. Ja of dat nou op de computer is of niet, dat is…Dus ik zeg dan wel ‘geen spelletjes waarin je schiet
1118
want in de bijbel staat dat je anderen niet mag doden’. En dat accepteren ze gewoon heel goed. Dat vind ik wel
1119
uhm… Interviewer: Ja, en voor televisie kijken? Ik neem aan dat ze ook weleens dingen vragen…of vragen ze er niet naar?
1120
D1: nee, ze zijn nog wel heel mak in die zin.
1121
D2: Nou, bij mijn ouders kijken ze regelmatig. En dan zijn ze ook wel heel gek op tv kijken, maar hier thuis
1122
vragen ze er eigenlijk nooit om. Ik heb best wel eens een tijdje Klokhuis laten zien, maar dat vonden ze zelf raar
1123
want daar zitten van die toneelstukjes en versjes bij en dat…
1124
D1: Nouja, heksen en weet ik het
1125
D2: Ja, een beetje vreemd en dat vinden ze dan toch nog wel raar. Ja en verder, omdat het op school nog geen
1126
gespreksonderwerp is, van programma’s ofzo.
1127
D1: Ja, ik denk dat voor school hetzelfde geldt als voor heel reformatorisch Nederland. Een kwart of een derde
1128
zal tv hebben zoiets.
1129
D2: Ja, maar het is geen gespreksonderwerp.
1130
D1: ze spelen liever
1131
D2: Ja, ze willen weleens een DVDtje kijken maar dan is het heel basaal van ‘Kikker’ ofzo. Maar nog niet echt
1132
tv-programma’s ofzo. Nee, dat speelt nog niet
1133
Interviewer: Ja, maar dat gaat wel komen natuurlijk
1134
D2: Ja, dat verwacht ik wel Interviewer: Ja, ik merk wel, de meeste mensen die ik spreek kijken heel weinig dus de echte doemscenario’s liggen nog ver weg.
1135
D1: Ja, de vraag vqn RD aan de achterban van ‘willen jullie meedoen aan zo’n onderzoek?’, de echte
1136
grootgebruikers zullen denken ‘laat maar zitten, ik voel niet de behoefte daar verantwoording over uit te
1137
leggen.’ Dat zal zeker meespelen, zal ik wel vanuit gaan.
1138
D2: Ja, en ik vraag me af, als je het via internet doet, of je veel kijkt.
1139
D1: Ik denk, als je echt wil kijken dan koop je wel een tv. Maar aan onderzoeken doen meestal als je het
1140
spontaan vraagt meer bewuste mensen mee. (voorbeeld opvoedcursus,wie doen eraan mee? Betrokken
1141
ouders) Interviewer: Zinnige opmerking inderdaad
1142
D1: Ja, dat zal ik absoluut meenemen in je verhaal Interviewer: Maar uhm, ik sprak vanmiddag iemand die zei ‘er is wel echt een gat in de bezinning en toerusting. Want iedereen doet maar wat. De 1 kijkt DVD’s maar niet via internet en de ander kijkt televisie, maar geen DVD. Dat er een hele range is van…
1143
D1: Er is een diversiteit aan… Interviewer: Zij vond dat dan lastig omdat dat dan..zij noemde dat dan een ‘gat’.
1144
D1: meer behoefte aan sturing, van informatie? Interviewer: Ja, herkennen jullie dat?
1145
D2: Hebben wij zelf denk ik niet zo. Maar ik herken het wel uit de familie. Zijn zus die wel ook geen DVD’s kijken
1146
bijvoorbeeld, maar die vind het wel moeilijk dat als de kinderen bij kinderen van school kijken, die kijken wel
1147
DVD’s. Die loopt er best tegenaan. Kijk, omdat wij niet heel erg bezwaar tegen hebben, nouja, wel selectief,
1148
niet elk filmpje maar…
1149
D1: Wij zijn niet heel (??) in onze eigen gebruiken, en als kinderen een keer bij een vriendje zouden kijken waar
1150
we zelf niet voor zouden kiezen dan ja…dat is dan even op dat moment de verantwoording van die ouders. Als
1151
ze echt naar ons idee over de schreef gaan, dan kun ze er altijd nog op aanspreken. Dus ja, die diversiteit die is
1152
er, en dat moet denk ik ook gewoon….Dat verander je denk ik ook niet met voorlichting. Dat heb je met
1153
verzekeren en inenten ook. De meningen zijn gewoon verschillend, dat moet je dan respecteren zonder dat je
1154
denkt ‘nouja, hij spoort niet of hij spoort niet’. Iedereen heeft gewoon zijn verantwoordelijkheid in die zin ook.
1155
D2: Echt een gat? Ja, nee. Ik denk dat we dat stadium al een beetje voorbij zin voor televisie kijken via internet.
1156
D1: Ja, wij zijn vrij bewuste kijkers en opvoeders. Dat helpt misschien ook. En onze kinderen laten zich nu nog
1157
niet gek maken. Ik hoop dat dat zo blijft. Dat scheelt natuurlijk ook. Wij zetten gewoon samen onze koers uit
1158
die wij goed vinden voor onszelf en onze kinderen. En wat anderen doen moeten ze zelf maar zien. Dat dat
1159
leidt tot ander gebruik, ja dat zij dan zo.
1160
D2: Ja, maar ik denk wel als je principieel tegen televisie kijken via internet bent en je komt op site van RD en
1161
ziet dan filmpjes van het journaal..nuja, dat mag meestal nog wel..maar die hebben misschien wel iets van
1162
‘help, komen daar zelfs al filmpjes op?’
1163
D2: Ja, voor de achterban van zo’n krant is de krant best wel leading. Voor heel veel mensen geldt ‘als het RD
1164
het goed vind, vinden wij het ook goed’. Dus als je ect principieel tegen televisie kijken bent, en je vind die
1165
filmpjes, dan denk je misschien ‘hey, wacht ff, ben ik hopeloos ouderwets of uuuh…?’. Dus in die zin is de
1166
bezinning inderdaad traag op gang gekomen, als die vraag nog een keer op tafel komt. Kijk, het feit dat mensen
1167
zo zwart wit erin staan dat ze zelfs journaalbeelden, die heus niet altijd goed zijn..maar ik bedoel,
1168
journaalbeelden die dan ook nog door het journaal gescreend zijn, als je dat niet vind kunnen…ja, dan ben je of
1169
heel star…dat an natuurlijk ook. dat niet je verandert, ook voorlichting niet…of je hebt toch te weinig
1170
bezinnende voorlichting gehad, dat zou dan goed kunnen. Kijk want, elk weldenkend mens kan daar toch
1171
weinig bezwaar tegen hebben, tegen een journaalfilmpje..
1172
D2: Ja, nou dat is dan ook vaak niet. Maar gewoon, dat daar wel tvbeelden op komen…
1173
D1: Ja, dus toch voorlichting van ‘die beelden maken niet uit’. Je maakt ook filmpjes van je kinderen , ik bedoel
1174
maar…of je heb instructiefilmpjes op je werk. Ik bedoel, het beeld zit ‘t ‘m natuurlijk niet in. En ja, journaal ook
1175
niet. Alleen ja, als je met de perceptie leeft van ‘beeld mogen niet’, ja dan wordt het verwarrend als een krant
1176
het wel doet. Interviewer: Hoe is dat in jullie kerk dan? Want jullie hebben dan een kerk waar het niet gebruikelijk is, had je wel ‘die wel en die niet’. Met televisie dan een soort van scheidslijn, krijg je dan een nu een nieuwe splitsing in de gelederen?
1177
D1: Ja, het is een pragmatische kerk; Onze kerk is vrij pragmatisch in die zin. We hebben ook al een avond
1178
gehad over mediaopvoeding. Dat diakenen zeiden, of 1 in ieder geval van ‘ja ik kijk ook journaal via internet’.
1179
Nouja, als de kerkeraad dat doet of zegt, dan geeft dat wel aan dat ze daar niet heel star in zitten. Blijft wel
1180
gewoon het standpunt ‘televisie in zijn algemeenheid niet’, maar uitspraken doen in het algemeen over ‘wel of
1181
geen internet’, nee dat wordt niet gedaan. Kijk, hij zei ook van…en dan zie wel weer dat er toch wel vaak
1182
gekeken wordt naar een pragmatische insteek, en ook begeleide confrontatie zegmaar.
1183
D2: Ja, daar zijn ze meer mee bezig
1184
D1: Hij stelde voor op YouTube filmpjes te kijken met jongeren, om te kijken van ‘wat vinden jullie wel en niet
1185
door de beugel kunnen?’. Nouja, als je dat voorstelt als kerkenraad, dat geeft al aan dat je er niet zo zwart wit
1186
inzit als andere mensen…Dus ja, ik denk dat er nauwelijks tv zijn bij ons in de kerk ik denk…het is een
1187
hoogopgeleide gemeente..Ik denk dat selectief televisie kijken via internet wel bij driekwart van de
1188
gemeenteleden gebeurd.
1189
D2: Dat denk ik ook wel
Interviewer: En denk je, met dezelfde argumenten als jullie hebben of omdat de bezinning ontbrak, wat Knevel zegt?
1190
D1: Ja, de mensen die wij kennen in de kerk zijn redelijk weldenkende mensen. Ik denk dat de meeste mensen
1191
die wij kennen, maar is de vraag of dat een goeie afspiegeling is… Interviewer: OK. Maar lij kt of je zegt dat als je tegen televisie bent, dat je niet zo weldenkend bent…
1192
D2: Nouja, daar is het soms meer zwart wit
1193
D1: Ja, kijkt mijn moeder…ja het is natuurlijk een oudere generatie. Zestig. Zestig plus. En ik zie dat ook
1194
altijd…heeft alleen huishoudschool gedaan….dan heb je toch een andere perceptie op uuh…dan…
1195
D2: je relativeert heel anders.
1196
D1: ja, minder
1197
D2: Ja, minder of niet
1198
D1: dat geldt voor heel veel dingen. Toch wat statischer…
1199
D2: Dat zie je niet alleen met tv gebruik maar met heel veel dingen. Dat ze veel meer zwart wit denkt. Ze
1200
beredeneren minder. Wij zeggen ‘dat mag niet, want…’ of ‘dat kan wel, want….’.
1201
D1: Elke 60-plusser heeft meer moeite met omgaan met internet dan een 20-plusser of een dertiger. Dat is in
1202
z’n algemeenheid ook zo natuurlijk. En daar komt dan bij christenen het principiële aspect nog bij…nouja, als ik
1203
mijn moeder als maatstaf neem, ik denk dat er in die zin wel een soort scheidslijn is, dat je zegt inderdaad van
1204
‘ja mensen die toch wat zwart witter in het leven staan en een grote groep mensen die wat pragmatischer is.
1205
D2: Ja ik denk dat ouderen dat minder doen en jongeren..nouja, goed dat is dan een beetje die glijdende
1206
schaal.
1207
D1: Ja, je ziet een derde heeft televisie, een derde kijkt via internet en een derde kijkt helemaal niet. Nouja, je
1208
kunt er gif op innemen dat dat laatste deel zakt. Ja, waarschijnlijk wel. Dus ja, er zit een soort scheidslijn. Eerst
1209
had je wel of geen tv en nu heb je of wel tv,ofwel die middengroep of wel geen van beiden. Maarja, wat ik
1210
scheidslijn? Ik bedoel
1211
(gesprek verder over waarom niet-tv kijkers dat niet doen. Moeder bijvoorbeeld heeft geen behoefte, maar
1212
geen moeite ermee) Interviewer: Ik heb nog leuke laatste vraag, kijken jullie ook op zondag of is dat not done?
1213
D1: Nee, dat doen we dus niet
1214
D2: Nee, dan gaat de computer ook niet aan dus…tenminste, alleen een keer om een preek te luisteren maar
1215
verder…heel af en toe
1216
D1: Nee kijk we zijn niet…dat geldt voor heel veel dingen…we zijn niet verschikkelijk principieel erin. Een keer
1217
ene bijbelstudie of weet ik het…als je echt iets wilt, dan doe je het…maar we vinden het niet zo nodig.
1218
D2:Maar niet op internet uuuh…
1219
D1: Daar denken we helemaal niet aan op zondag. We gaan ’s ochtends en ’s middags naar de kerk en verder is
1220
het ook gewoon gezinsdag. Rondje lopen, naar je ouders, spelletjes doen. Gewoon gezellig.
1221
D2: ook voor jezelf, overdag kun je zo druk zijn van even dit opzoeken of mail sturen naar die of die. Nou, is ook
1222
weleens lekker dat het een dag niet hoeft. Dat je er niet eens aan denkt. Nee die behoefte hebben we helemaal
1223
niet op zondag.
1224
D1: nee, het weekend is voor het gezin en op zondag nogw at meer dan op zaterdag. Dus ja, tv kijken past daar
1225
ook niet in.
1226
D2: nee, ik hoop dat die grens nog heel ver weg is.
1227
D1: maar kijkm als je ons vraag, vind je ‘nederland zingt op zondag< Zouden we zo kijken…we hebben er
1228
principieel geen moeite mee, maar we hebben gewoon zoiets van ‘laat ‘m gewoon dicht.’Maar principieel
1229
‘Nederland zingt op zondag?’, ik heb er geen moeite mee.
1230
D2: je kunt het ook op maandag kijken. Interviewer: Ik heb al m’n vragen gehad. Hebben jullie zelf nog iets toe te voegen?
1231
D2: ik denk het niet.
1232
D1: nou, weetje we zitten nog een beetje aan het begin van onze bezinning omdat de kids…kijk wij kijken
1233
weleens en de kinderen vragen er nog niet naar nog. Dus we zijn nog een beetje aan het begin.
1234
D2: over vijf jaar mag je terugkomen. Interviewer: Nee, dan zijn filters waarschijnlijk niet meer genoeg
1235
D2: nee, dan heb je dat ze mobieltjes hebben waar alles toegankelijk is natuurlijk. Dat kennen wij niet.
1236
D1: tenminste, niet van eerder.
1237
D2: nee, ik heb nog nooit van m’n leven een mobiel gehad dus…maarja, dat is toch alweer dat we zeggen van
1238
‘ja, is er alweer zo’n generatiekloof tussen ons en…’Ik ben nog niet eens dertig, hij wel…en iemand die tien jaar
1239
jonger is, die zit er daar gewoon middenin. De generatiekloven worden steeds kleiner. Kun je niet meer
1240
bijhouden.
1241
D1: We zitten een beetje op het snijvlak. Wij waren eerste lichting op het Hbo die internet en e-mail had. Dat is
1242
dik tien jaar geleden. Nouja, sindsdien is er al heel veel veranderd. En voor mij…
1243
D2: ja, en het gaat gewoon zo door. Wij zeggen weleens ‘als we nu zouden moeten bepalen wat ons standpunt
1244
is over 5 jaar, ja, dat is over 5 jaar al weer helemaal achterhaald.
1245
D1: Ja, wie had vijf jaar geleden kunnen bedenken dat heel Nederland nu liep met een mobieltje met internet.
1246
Dat soort dingen kun je niet voorzien. Dus in die zin bepalen we ook van moment tot moment ons standpunt.
1247
Je kunt niet net als vroeger zeggen ‘we nemen geen tv’. Interviewer: dan kan het lastig worden als je zegt ik heb er principieel niks tegen’, als je kinderen dan meer willen kijken….
1248
D1: Ja, dan moet je dus enerzijds de discussie telkens aangaan, is het verantwoord wat je wil kijken? En twee, is
1249
het nodig? Ik bedoel, en in verhouding met je andere tijdsbesteding. Je moet ook nog aan je schoolwerk
1250
denken en we proberen we ze een beetje te stimuleren om eem muziekinstrument te beoefenen. Of wat
1251
anders nuttigs te gaan doen. Kijk, dan heb je ook minder behoefte. Als je de hele dag na school lekker om de
1252
bank gaat hangen, dan denk je al gauw ik wil tv kijken’.
1253
D2: ik denk dat daar bij ons wel een grens ligt, van de tijdsbesteding.
1254
D1: Ja, het principiële aspect en gewoon de zinvolle tijdsbesteding. Ik bedoel, ga lekker spelen! Opzouten.
1255
D2: ja, net als dat je nu met de computer zegt van’als ze op de computer mogen, mogen ze een halfuur’. Ja, dat
1256
je dat met iets met tv kijken via internet ook wel zou doen. En dat je zegt van ‘nou, heb je eerst je huiswerk
1257
gedaan en dan dit of dat, en dan mag je best wat kijken’. Maar inderdaad wel van te voren (???) en ook overleg
1258
van ‘wat wil je zien en waarom?’. Maar niet zomaar van ‘nou, ...’
1259
D1: bewust doen.
1260
D2: ja, wel gewoond e bewustwording ‘er is zoveel meer dan tv kijken of internetten of spelletjes doen’.
Interviewer: Ok, dankjewel. [Einde interview]
Interview 5 Gegevens Respondent:
Familie E
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, dochter van 17, 2 zoons onder de 13
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
22 november 2011
Duur
32,5 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
Interviewer: (intro) Ja, ik ben met een vrij open vraag. Zou je een omschrijving kunnen geven hoe jullie in jullie gezin omgaan met televisie kijken via internet?
1261
E: We hebben regels. Als ze vrij hebben, mogen ze als ze wakker worden….kijk, ze worden allemaal heel vroeg
1262
wakker hier…dus dan mogen ze iets kijken wat we van te voren hebben afgesproken. Ze kunnen op de EO-
1263
web…we hebben links aan de zijkant, van die favorieten. Willem Wever mogen ze bijvoorbeeld kijken, of het
1264
Klokhuis. Of het Jeugdjournaal of iets van de EO. En misschien doen ze het wel stiekum, wat anders. Dat weet ik
1265
natuurlijk niet, maar ik denk het eigenlik niet. En dan ’s avonds kijken we eigenlijk ook standaard het
1266
Jeugdjournaal, het Klokhuis. Dat is eigenlijk in die tijd van (buitenland), dat het voor hun echt belangrijk was om
1267
dat nederlands erin te houden. En dan, ja…we vinden weleens een ander nieuw programma. En dan kijken we
1268
daarnaar. Kijken we samen de eerste keer en daarna, als ik denk ‘ dit kan wel’, dan weten ze ‘ok dat mogen we
1269
wel kijken’. Zet ik het ook onder favorieten. Dus wat daar staat mogen ze gewoon altijd kijken. En anders even
1270
vragen. Want inderdaad, vriendjes op school kijken heel veel dingen. Waarvan ik denk ‘ja, geen televisie,
1271
waarom mag je dat dan wel via internet kijken?’ Maar goed. Dat is hun…dat moeten ze zelf weten. Maar dan
1272
kijken we eerst samen naar en als ik het goed vind, zet ik het onder favorieten en dan weten ze ‘OK, dat mogen
1273
we kijken’. Dus zo gaan we er een beetje mee om. Interviewer: En jullie hebben geen televisie he?
1274
E: Nee, maar ik vind ‘m ook lelijk. Interviewer: Oh, dat argument heb ik nog niet gehoord.
1275
E: Ik vind het echt een lelijk ding. Dat vind ik ook eigenlijk één van de argument. Ik heb geen televisie ook
1276
omdat…ik ben nu heel veel alleen…en dan ben ik ’s avonds moe en dan zet ik die knop aan en bij internet moet
1277
je nog net wat meer handelingen doen. Dus bewuster dat je ‘m dan aanzet als je gaat kijken. Is dat programma
1278
klaar dan stopt dat. En dan denk ik ‘oh, ga ik nog wat kijken of ga ik wat doen?’. Terwijl als ik de televisie aanzet
1279
dan blijft ie aanstaan. Denk ik zeker. Of dan ben ik gewoon te moe om te zeggen ‘ nu gaat die knop uit’. Bij
1280
internet dan stopt dat programma gewoon. Interviewer: En speelt de kerk nog een rol bij afwijzen van televisie?
1281
E: Nee, bij mij niet echt. Nee, want ik ben er wel mee opgegroeid met televisie, maar keek nooit. Toen ik ging
1282
studeren, nou goed, dan zak je voor de televisie met z’n alleen en dan ga je kijken en blijf je kijken. En ja, nu is
1283
het gewoon…Ja, ik ben opzich niet tegen een televisie. Nee, alleen voor mij is die knop te moeilijk om uit te
1284
zetten. Dan zou ik ’s ochtens als ik aan de koffie zit, ‘oh even kijken of er wat is’. Met internet doe je dat niet.
1285
En ik vind het zonde van m’n tijd. Interviewer: Ja, je kan ook zeggen ‘nouja, dan kijk je de hele avond, dat is toch niet erg?’
1286
E: Nee, een keer is ook niet erg maar ik denk dat het voor mij te makkelijk wordt. Dat ik dan helemaal niks meer
1287
doe. Dan heb ik eigenlijk daarna weer spijt van ‘oh, ik had zoveel nuttigs, leuks kunnen doen’. Interviewer: Nee, het is dan geen nuttig tijdverdrijf volgens u?
1288
E: Nee, eigenlijk niet. Want meestal zie je iets..Nouja, er zitten natuurlijk ook wel nuttige dingen bij maar
1289
meestal niet. Interviewer: Ja, en dus wel via internet. Hoeveel, zou u kunnen omschrijven hoeveel jullie dan via internet kijken?
1290
E: Ik denk een uur per dag. En ja, in de vakantie wat meer, want dan mogen ze ook weleens ’s middags kijken of
1291
iets maar meestal een uur per dag, denk ik Interviewer: En op de laptop of computer
1292
E: Nee, op de laptop I: Ja, en zou je kunnen aangeven om wel via de laptop televisieprogramma’s te kijken?
1293
E: Ja, gewoon omdat je wat meer kan sturen. Echt gericht kijkt. Omdat je het van te voren moet opzoeken, ‘wat
1294
wil ik zien, waar staat dat?’. Ja, dat je meer gerichter kijkt dan dat je de knop omzet en maar kijkt wat er is. Als
1295
we bij vrienden zijn en dan ‘mogen we televisie kijken?’. Ja, tuurlijk…en dan zie je ze zappen. Dan denk je ‘ja, ik
1296
heb dan liever dat je echt bewust iets kijkt’. Kijk, dat is in de vakantie heus een keer niet erg. Ik vind het ook
1297
niet echt ene probleem, maar ja ‘ ga lekker buiten spelen, je bent nog jong’. Ja, ik denk dat het anders makkelijk
1298
wordt om ervoor te zakken, op woensdagmiddag als het regent en ja, dat vind ik jammer. Je moet leren jezelf
1299
bewig te houden. Interviewer: Ja, je hebt dan aantal dingen onder favorieten staan van ‘dat mag wel. Op basis waarvan beoordeel je wat wel mag en andere dingen niet?
1300
E: Ja, of het grof is, of er grove taal in gebruikt wordt. Ja, wat nog meer? Ja, soms heb je een beetje occult-
1301
achtige dingen, met geesten. Je hebt heel veel van die tekenfilms waar dat dan in voorkomt. Nou, dat wil ik dan
1302
eigenlijk ook niet. Ja, daar kijk ik een beetje op. En of het voor hun leeftijd is. Soms is het te hoog gegrepen en
1303
dan hoeven ze dat ook nog niet te zien. Interviewer: En maakt het dan nog uit of het van UitzendingGemist is of via RTL of..?
1304
E: Nee, dat maakt me niet zoveel uit. Hun kijken heel graag YouTube, want dan horen ze van vriendjes, dat
1305
willen ze dan ook kijken. Nee, die staan er eigenlijk niet zoveel onder. Alhoewel, eentje wel nu. Eigenlijk is het
1306
op het randje dat programma. Ze zijn helemaal gek van Zack&Cody, dat is een Amerikaanse serie van een
1307
tweeling. Ja, de ene aflevering kan wel en de andere denk je van ‘Hmm is op het randje’.Maar goed, soms heb
1308
je zelf iets van ‘hey, volgens mij kunnen we dit beter niet kijken’. We hebben het er samen weleens over van
1309
‘moet dit nou? Of kan dit?’. Ik hoop dat ze een beetje bewuster gaan kijken naar televisie zo. Interviewer: Praten jullie er dan over?
1310
E: Ja, we praten er heel vaak over. Ik denk dat ze dan er bewuster over na gaan denken. Dat ze als ze later
1311
televisie hebben, dat ze dan er toch bewust ermee omgaan. Ik weet het niet. Ik hoop het. Ik denk dat verbieden
1312
niet echt werkt in dat soort dingen. Juist als je wat ouder wordt, dat je het dan toch wilt zien, want je vrienden
1313
zien het ook. Ik denk dat je beter ermee kan leren omgaan dan het te verbieden. Interviewer: (artikel dominee Egas) Die zegt ‘televisie kijken op andere manieren is een hellend vlak’.
1314
E: Dat denk ik wel. Ik ben principieel niet tegen televisie. Maar als je dat wel…ik denk dat het wel en hellend
1315
vlak is.Want als mijn dochter op mijn kamer ernaar kijkt, dan weet ik niet wat ze ziet. Goed om gegeven
1316
moment moet je dat loslaten. Ze is zeventien dus ze heeft haar eigen verantwoordelijkheid ook erin, vind ik.
1317
Maar het is wel, die gaat ook films kijken waarvan ik denk ‘nouja’. Ja, ik denk dat het wel een hellend vlak is. Ik
1318
denk wel, ja..hoe moet je dat zeggen…uhm…de gevaren, dat we die onderschatten ervan. Interviewer: Dat zegt hij ook, er zitten dan gevaren aan televisie en dat je daarmee jezelf in verleiding brengt door die gevaren dan toch, ook al is het selectief…je moet toch ook weer een uitknop zien te vinden.
1319
E: Nee, dat zie ik dus bij Lotte*, die kijkt alles wat los en vast zit. Dus voor haar is er geen verschil tussen
1320
televisie….en, ik zie ook eigenlijk geen verschil. Internet televisie kijken of televisie, is voor mij hetzelfde. Maar
1321
voor mij persoonlijk is het gewoon beter, dat ik nog een stapje meer moet doen, om…Ik heb die drempel nodig. Interviewer: Ja, want hoe kijk je dan aan tegen een aantal argumenten tegen televisie. (onderzoek gedaan, theoretisch kader). Die eerder tegen televisie werden ingebracht. Ja, één ervan is dat televisie niet in huis werden gehaald omdat programma’s een onbijbelse levensstijl lieten zien en ja, als je dat dan kijkt, ga je dat ook overnemen. Wereldgelijkvormig.
1322
E: Ja, dat toch ook wel. Dan vind je dat toch normaler. Want dat zie ik bij Lotte, als mensen gaan scheiden, dat
1323
vind ze toch normaler als ze het op televisie ziet. Ontrouw en naar disco’s, uitgaan, dat ziet ze in die films en ik
1324
denk dat je dat toch als puber, als je et in die tienerleeftijd ziet, dat je dan denk ‘ dat is normaal’. Zij leeft
1325
natuurlijk 5 jaar niet op een reformatorische school. (Buitenland) is heel onkerkelijk, dus dat was haar kader.
1326
Dat was wat ze zag, zo was het. En dan had ze het hier over vriendinnen die netjes in een reformatorisch
1327
huisggezin, van ‘wat is dit?’. Een hele andere wereld. Dus ik denk dat dat inderdaad een gevaar is. Dat denk ik
1328
wel. Interviewer: Maar voor jou is dat geen reden om dan geen televisie te kijken?
1329
E: Ik denk dat je het niet meer tegen kunt houden nu. Omdat internet, omdat die mogelijkheid er is, dat je dat
1330
niet meer tegen kunt houden. Dus dat ik denk ik beter kan leren de jongens ermee om te laten gaan dan dat ik
1331
‘het gebeurt niet, ik wil niet dat je dat doet’, want dan is het bij vriendjes. Ik denk dat dat nog gevaarlijker is
1332
dan dat je het zelf onder begeleiding leert. Interviewer: Het klinkt een beetje alsof je ervoor bent, omdat het nu eenmaal niet anders kan.
1333
E: Ik denk dat we niet meer anders kunnen. Internet is er en het gaat alleen nog maar verder. Dus dat het…ze
1334
kunnen het op school ook bekijken. Weet ik dat het ook stiekum gebeurd. Dus denk ik, omdat stiekume ervan
1335
af te halen dat het ook niet meer zoveel…ja, weet je, ze zullen bij vriendjes heus weleens iets kijken stiekum,
1336
nouja, wat niet mag. Of wat je eigenlijk liever niet hebt. Ja, dat hou je altijd, ook met andere dingen. Maar ik
1337
denk dat het toch..het stiekume, als je dat eraf haalt, ja, dat het niet meer zo aanlokkelijk is. Interviewer: Ja, dat is wat dominee Egas zegt. Die zegt van ‘je moet’, hij noemt dat dan, ‘Bijbels vreemdelingschap aanhouden’. Hij zegt van ‘ons grootste probleem is dat we alles willen hebben wat de wereld te bieden heeft’. En ja, internet is er dus , soort van pragamatisch argument, dan ga we er maar in mee, terwijl
hij zegt van ‘ja, dan kun je er nog wel wat van vinden of dan moet je er toch nog wel zoveel mogelijk afstand van houden ook als is het…Toch Bijbel als leidraad in plaats van de maatschappij. Hoe kijkt je tegen argument aan?
1338
E: ja, dat is wel zo. Daar ben ik het zeker mee eens. Dat is waar. Maarja, dan heb ik weer het argument, dan
1339
denk ik dat je beter ze kan leren ermee om te gaan omdat je het niet helemaal uit kunt sluiten. Je kunt niet
1340
meer zonder internet als je op school zit. Dus je komt toch linken tegen. Je komt toch…(onderbreking). Interviewer: ja, we hadden het over Bijbels vreemdelingschap. Of je er dan afstand van moet houden of proberen of dat je je toch moet aanpassen aan de wereld omdat de wereld nu eenmaal…
1341
E: Nee, je moet niet aanpassen maar je staat er wel met twee benen in. Je zoekt iets voor school op en je ziet
1342
dan toch een link of een reclame voorbijgaan. Dus je ontkomt er niet aan en ik denk dat als je er thuis al mee
1343
hebt leren omgaan, dat het makkelijk is om te zeggen ‘ik kijk niet naar dat plaatje van die site of die blote
1344
vrouw, want ja…interesseert mij dat eigenlijk’. Ik hoop het. Ik weet niet of dat het is maar…dat denk ik. Interviewer: Een ander argument tegen televisie was dat het de opvoeding ondermijnt en ook de sociale contacten. Wat je ook zei ‘het kost tijd’. Tijd voor het gezin of tijd voor goeie dingen doen in de maatschappij.
1345
E: Ja, dat is zeker. Dat zie ik bij Lotte. Die zit de hele avond op haar kamer, zit ze maar te zappen en te kijken
1346
wat ze nog eens kan kijken en wat ze nog eens kan doen. En de gezelligheid beneden, is weg. Terwijl wij nu ’s
1347
avonds kijken we het Jeugdjournaal en het Klokhuis en dan doen we een spelletje of we doen iets samen. En
1348
dat heb je anders niet. Het is in andere gezinnen denk ik veel ongezelliger geworden dan…ja, ik heb ook wel
1349
eens als ze elkaar steeds in de haren vliegen zoiets van ‘ga alsjeblieft iets kijken!’. Dus het is ook wel makkelijk
1350
af en toe, maar ik denk dat praten in sommige gezinnen niet meer gebeurd omdat kinderen boven op hun
1351
kamer, achter hun laptop of computer, iets zitten te kijken. Ik denk het wel. Ik denk dat je veel familiedingen
1352
mist. Interviewer: Ja, want alleen je dochter kan dan televisie via internet kijken.
1353
E: Ja, en Manuel ook, die heeft dan een eigen laptop, de jongste. Die is helemaal vol van. Die mag er spelletjes
1354
op doen, ’s ochtends en…’s avonds. Daar hebben er tijden voor. Als ik op m’n laptop wil en het is tijd voor het
1355
Klokhuis of het Jeugdjournaal, dan kijken ze op zijn laptop. Maar dan ben ik hier erbij. Hij kijkt dus beneden. Ik
1356
wil eigenlijk niet dat hij het boven op z’n kamer doet, want ik wil het wel een beetje onder controle hebben
1357
omdat ‘ie nog maar tien is. Maar Lotte is zeventien, dan vind ik ‘op een gegeven moment moet je toch zelf dat
1358
in je hand nemen om daarmee om te gaan’. Interviewer: Ja, ik ga gewoon even het rijtje af. Ander argument tegen televisie was dat het onderdeel van de beeldcultuur. In de woordcultuur wordt veel gelezen en ook Bijbellezen. Terwijl beeldcultuur is snel, ja niet meer….ja, God kun je niet in beelden vatten. Dus met de toename van de beeldcultuur mis je een deel van je geloofs uuh…
1359
E: Ja, dat is een lastige. Ik denk voor kinderen dat die beeldcultuur toch meer speelt. Ik lees liever een
1360
kinderbijbel dan een gewone bijbel voor hun, want er staan plaatjes bij. Kijken ze in een boek, staan er plaatjes
1361
in, dan willen ze ‘m graag hebben. Anders hoeven ze het boek niet. Vind ik wel een lastige. Weet ik eigenlijk
1362
niet. Ligt ook beetje aan de leeftijd. Interviewer: Heb je het argument ooit eerder gehoord?
1363
E: Nee, ik heb eigenlijk nooit echt zo…nee, nooit gehoord. Interviewer: En laatste reden waarom televisie eerder niet in bevindelijke kring in huis werd gehaald was dat er veel amusement en ontspanningsprogramma’s opzitten. En uiteindelijk is het beter is om je op God te richten dus dan is het niet god om dat amusement en ontspanning, omdat dat dan 90% van de televisie uitmaakt….dat om die reden de televisie niet in huis werd gehaald.
1364
E: Ja, maarja, zaterdagavond als je vrienden komen, ga je ook niet…tenminste, niet altijd, heel vaak niet, heel
1365
veel mensen, over God praten of over de bijbel of iets daaran doen. Dan ben je ook gewoon gezellig aan een
1366
wijntje, aan een chipje. En weet ik ook niet of dat altijd ter ere van God is. Nee, dat zou geen argument voor mij
1367
zijn. Nee, je gaat ook weleens van een avond of van een school of weet ik veel wat, wat dan wel begonnen
1368
wordt met gebed maar wat voor de rest ook niet echt ter ere van hem is, denk ik. Nee. Interviewer: (artikel RD met Andries Knevel). Hij zegt ‘verbaast me niks dat er in bevindelijk kring massaal televisie gekeken werd via internet, dat de bezinning ontbrak altijd’.
1369
E: Ja, ‘het mag niet’ Interviewer: Omdat zo radicaal de televisie is afgewezen (onderbreking) Herken je dat wat hij zegt?
1370
E: Ja, vind ik echt zo. Maar dat is met heel veel dingen he? ‘Dat doen we niet want dat hoort niet. Punt.’ Dat is
1371
zo. Ja. Interviewer: En, herken je dat voor jezelf? En in je eigen situatie?
1372
E: Nee, ik niet. Maar wel bij vriendinnen. Dat ik zag dat ze gingen steigeren. Ik was 20 toen ik de verpleging in
1373
ging en in Den Haag ging wonen vanaf hier. En ik zag al die meiden die dan kwamen als ze 18 waren. Die
1374
kwamen dan van huis, die mochten helemaal niks, geen broek aan, geen televisie, mochten niet roken,
1375
mochten niet dit…en die sloegen dan helemaal los, want dan konden ze dat ineens. Dan denk ik ‘ja, ik was dat
1376
van thuis uit niet gewend’. Mijn moeder hadden argumenten voor dingen. (noemt voorbeeld argument anti-
1377
roken of anti-broek) En we hadden wel televisie thuis maar die ging bijna nooit aan. Want, nouja…daar werd
1378
ook over gesproken. En ik denk dat ik er beter mee heb leren omgaan. Ook al zakte ik er ook wel een beetje in
1379
weg, ging de televisie veel meer aan dan ik eigenlijk wilde. Zat ik ’s avonds om 11 uur nog in m’n werkkleren, da
1380
ik dacht ‘wat heb ik nu eigenlijk voor zinnigs gedaan?’. Maar goed, dat zijn ook je jaren dat je tot ontdekking
1381
van dingen komt. Ja, ik denk dat dat het probleem is. Dat er niet over gepraat werd, want ja ‘dat mag niet van
1382
de dominee. De ouderling op huisbezoek zegt dat het niet mag. Dus ja, dat doen we niet’. Zonder argument. En
1383
de kinderen, zeker de kinderen van nu, die willen argumenten. Die willen weten waarom. (geeft voorbeeld
1384
groep jongeren weg bij kerk omdat zonder argumenten ze niet met fluit bij koor mochten spelen). Ja, ik denk
1385
dat het wel altijd een beetje te zwart-wit is geweest. Interviewer: Ja, want dan kom ik een beetje op het stukje dat dan regulering heet. Dat je de positieve dingen van televisiekijken via internet wel binnenhaalt en de negatieve dingen niet. Je noemde al dat een lijstje met favorieten maakt. Heb jullie verder nog regels of technische restricties?
1386
E: Ja, ik heb een filter erop zitten. Want vriendje heeft ze een keer op porno-sites laten kijken en ik weet dat
1387
dat voor jongens, zeker de middelste, die vindt dat heel interessant allemaal. Dus dat kan die dan gewoon niet
1388
zien. Goed, dat kan die dan ergens anders misschien wel, maar ik wil het niet in mijn huis. En ja, verder, die
1389
links mogen ze dan kijken tot ik uit bed kom op een vrije dag en ’s avonds ben ik erbij. En nieuwe programma’s,
1390
als ze van vriendje zeggen ‘ik heb daten dat gezien’, kijken we de eerste keer samen. Dat is een beetje de regel. Interviewer: Als je dan met ze praat, wat je zei ook van vroeger thuis, van ‘er waren wel argumenten…Welke handvatten geef je dan aan je kinderen mee om te oordelen over de programma’s die ze zien? Als je ze zelf die tools wilt geven?
1391
E: ‘Als ze iets kijken, kan ik dan jou kamer binnenkomen of heb je dan zoiets van ‘oh, mamma komt binnen,
1392
gauw weg’. Dan weet je, wat je nu kijkt, dat dat eigenlijk niet goed is.’ Bij vriendinnetje thuis vroeger zeiden ze
1393
altijd, en dat vond ik heel wat ‘als de Heere Jezus terug zou komen’, zou je dan kunnen kijken wat je nu kijkt?
1394
Nou, dat een beetje. Die gedachte. Het gevoel als je iets kijkt en mamma komt binnen of iemand kom binnen
1395
‘gauw op een ander site’, dan weet je ‘dit is niet goed’. Dan moet je er niet naar kijken. Interviewer: Soort van gewetensvorming?
1396
E: Ja, kan iedereen meekijken als jij dat kijkt, kan dan iedereen meekijken? Of is het eigenlijk op het randje of
1397
kan het gewoon absoluut niet? Interviewer: Maar hoe krijgen ze dat geweten dan?
1398
E: Nouja, door als ze op de bank zitten en ik kom binnen en ik kijk even mee. ‘Kan dit wel?’. ‘Hmm, eigenlijk
1399
niet, mam’. Interviewer:Ja. Weten ze dan waarom?
1400
E: Ja, daar praat je dan weleens over. Van die tekensfilms over allerlei science fiction-achtige dingen. ‘Jongens,
1401
dit kan toch niet?’. Maar goed, als ze spelen, spelen ze ook weleens iets dat niet kan. Ja, ik vind dat lastig. ’t Is
1402
natuurlijk mijn geweten, wat ik denk dat niet goed is. Maar meestal, zijn ze het er dan wel mee eens van ‘ja,
1403
nee dit eigenlijk ook niet. Dit is wel heel raar’. Ik doe m’n best. Maar het is zo moeilijk. Interviewer Ja, uhm, een van de eerdere gesprekken die ik had, gaf ik iemand heel nadrukkelijk aan ‘er is een soort gat in de bezinning. Vind ik zelf ook’, zei ze. ‘Want van televisie werd niet gedaan dus dat was wel makkelijk en ja, van televisie kijken via internet of DVD’s, ieder gezin doet het weer anders binnen onze kring. De ene kijkt geen DVD’s maar wel via internet, de ander weer andersom…wat dan wel, wat dan niet?’ Zij vind dat daar wel een gat in zit in ja toch, een lijn in wat dan goed is en wat dan niet. Herken je dat of heb je voor jezelf iets van ‘ik weet het wel hoe ik dat uuh….’?
1404
E: Ja, dat herken ik wel en vind ik ook heel lastig. Want ik heb dan wat jongere kinderen, ik ben wat later
1405
getrouwd, later kinderen gekregen. Dus m’n vriendinnen hebben grotere kinderen, die gaan ook naar de
1406
biosscoop. En DVD’s of biosscoop is uiteindelijk ook geen verschil maar je kijkt ’t thuis of nouja…goed, eigenlijk
1407
precies hetzelfde voor mijn gevoel. Dat is lastig. Lotte kijkt ook DVd’s van vriendinnen omdat die onkerkelijk
1408
zijn, dat ik denk ‘ja..hmmm’. Ja, ik vind dat….ja, er is eigenlijk nooit echt over gesproken. Die waren er ineens,
1409
die DVD’s en iedereen keek, want ja ‘dat was toch niet zo erg als naar de biosscoop gaan’. Terwijl ik zie dat de
1410
stap naar de biosscoop nu ook veel makkelijker is. Ik ben voorzichting in uuh….ik ben op m’n een-en-veertigste
1411
voor het eerst naar biosscoop geweest en ik vond het vreselijk. Maar ik ze bij Lotte, het trekt haar. Omdat het
1412
ook haar wereld is misschien. Interviewer: Ja, hoe komt dat denk je?
1413
E: Omdat je ermee in aanraking komt en je wil meepraten. Zeker op die leeftijd wil je meepraten met
1414
vriendinnen. Interviewer: En denk je dan dat het, uhm…Want Lotte dan, die komt er ook wel in aanraking mee, ook thuis en daardoor is ze eraan gewend. Je kan zeggen ‘dat is goed, want ze is eraan gewend, dan weet ze wat het is’. Je kan zeggen ‘nee, dan went ze eraan, dat is verkeerd, want beschermd omvoeden is goed, want tegen de tijd dat je volwassen bent, heb je aangeleerd om het niet te doen’.
1415
E: Ja, of juist niet. Als je dan in de wereld…Dat zag ik bij die meiden die bij ons in het zusterhuis kwamen, die
1416
sloegen helemaal los. Want ja, je gaat steeds een stapje verder. Eerste film waarin overspel wordt gepleegd, ja
1417
schrik je daar nog van, maar dat wordt eigenlijk steeds gewoner. Ik denk wel dat het een gevaar is. Vind ik heel
1418
moeilijk. Het is zeker een gewendte. Interviewer: Heb je voor jezelf een soort van grens, nou, als er zoveel tv gekeken wordt…hebben jullie voor jullie zelf een grens van ‘nee, maar als het die kant opgaat, dan moeten we op de rem trappen?’.
1419
E: Ja, ik heb dat nu. Ik ben ’s avonds moe omdat ik er alleen voor sta. En ik heb speciaal m’n naaimachine hier
1420
neergezet. Want ik ging ’s avonds zitten, was ik klaar om 9 uur en dacht ik ‘ even journaal kijken’. En dan zat ik,
1421
pff, geen zin om iets te doen. Terwijl als die naaimachine hier staat, dan ga ik dat wel doen, en ik denk ‘ik zie
1422
echt geen dingen die nuttig zijn voor mij’. En dan ging ik zomaar kijken wat er allemaal was op
1423
Uitzendinggemist en dan zie je al die plaatjes en dan denk je ‘ojaah, daar hoorde ik ook iemand over praten,
1424
ook eens kijken wat dat is’. Ik heb nu op de rem getrapt. ‘OK, journaal mag ik kijken en dan gaat ‘ie uit. Klaar.
1425
Punt.’ En dan ga ik achter de naaimachine of mailtjes doen of iets. Ja, omdat ik geen dingen kijk waar ik….Kijk
1426
dan zit ik heus weleens Nederland Zingt aan ondertussen, en dan zie je heus weleens een plaatje. Het koor
1427
ofzo, maar je hoort dan…En dan zit ik te naaien en ja, daar gebruik ik internet dus ook voor. Maarja, hij gaat
1428
dan in ieder geval uit. Klaar. Mezelf streng toespreken. In vakantie, de herstvakantie hebben de jongens ook
1429
weer veel gekeken en dan ‘Nee, jongens, echt, we stoppen hier weer mee. Het gaat niet goed’. Maar dat is
1430
lastig. Interviewer: Wat vind je dan lastig?
1431
E: Om weer terug te draaien, want die jongens vinden het eigenlijk wel heel leuk. Kijken. Eerste wat ze in
1432
vakantiehuisje kijken, ‘hebben ze televisie?’. Dan weten ze ‘ja, dan mogen we kijken ’s morgens voordat pappa
1433
en mamma opstaan, dan mag die aan’. Interviewer: Nou, we zijn er heel snel doorheen. Ik weet niet of je zelf nog dingen hebt toe te voegen of wat je mensen mee wil geven?
1434
E: Ja, blijf in gesprek. Het is heel makkelijk om te zeggen ‘ja, ze zitten op de kamer’, maar blijf toch in gesprek. Ik
1435
denk dat dat belangrijk is. Interviewer: Oh, ik had nog wel een vraag. Kijken jullie op zondag?
1436
E: Nee, dat is inderdaad…nee, komt niet im Frage. Interviewer: Waarom niet?
1437
E: Ja, dat is ook lastig. Want waarom kijk je wel een plaatjesboek, waarom lees j wel de Libelle en de Margiet,
1438
wat ook werelds is, ja, weet ik niet. Is gevoelsmatig. Want Lotte wil die reden ook weten en ‘ja, dat weet ik
1439
eigenlijk niet’. Want ik moet eigenlijk precies zo leven op zondag als in de week, of in de week leven zoals op
1440
zondag…alleen de zondag is apart gezegd, zeg ik dan meestal maar, dus ja, doen we da niet. Je moet
1441
doordeweek ook ter ere van God leven, maar zondag nog ietsje meer. (opmerking over sommige mensen
1442
koken niet op zondag. Zelf geen moeite mee) Ik heb meer dan, ja, zondag maken we het gezellig. Dan maken
1443
we tijd, hebben we rust om uitgebreid te koken. Van elkaar te genieten. Ja, weet ik niet. Argument heb ik niet
1444
echt. Interviewer: Ja, ik dacht ook nog, je hebt nu nog met laptops enzo. Smarthphones, ik weet niet of je kinderen die al hebben. Grote kans dat ze die gaan krijgen….
1445
E: Ja, ooit. Met internet Interviewer: Ja, en Uitzendinggemist en YouTube. Heb je daar over nagedacht? Wil je daar dan op een bepaalde manier ook die regels voor stellen, filters erop zetten, of uuh…
1446
E: Ik heb er eigenlijk nog niet zoveel over nagedacht. Lotte heeft er geen. Ik ben even te makkelijk. Ik heb even
1447
geen zin….ik ben een beetje lui. Maar dat is het gevaar, hè? Dan is het er al, en dan ben je te laat. Want
1448
achteraf regels stellen is lastiger, als je ze vooruit uuh…Maar ik denk dat het bij Manuel zeker een gevaar is. Die
1449
gaat het zeker doen. Want di vind dat internet, al die technische snufjes en dingen, heel interessant. Lotte iets
1450
minder en Joel absoluut niet. Geeft er absoluut niet om. Nee, maar misschien dat is wel het meest het
1451
gevaar…dat ‘ie bij vriendjes. Nee, heb ik eigenlijk nog niet over nagedacht. Ook uit luiheid. Interviewer: OK, nou volgens mij zijn we er al doorheen. Dus ik weet niet, had je zelf nog iets op te merken?
1452
E: Nee, eigenlijk niet. Ja, blijf praten, wat ik net zei. En blijf alert, ja. [einde interview]
Interview 6 Gegevens Respondent:
Familie F
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 2 zn en dchtr uit huis. 1 dochter van 13 woont thuis.
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
22 november 2011
Duur
35 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
jongste dochter kwam tijdens int. thuis, in kamer achter comp. zitten
Interviewer: (intro tot 02.05) Ik begin altijd met een vrij open vraag. Hoe jullie in je gezin omgaat met televisiekijken via internet. Zou je daar een omschrijving van kunnen geven?
1453
F: het is wel toegestaan maar wel binnen kaders. En ook geen uren achter elkaar. Daar proberen we ook wel de
1454
hand aan te houden, al is dat niet altijd even makkelijk. Maar uuh...en voor ons is heel belangrijk ‘wat kijk je?’.
1455
‘Wat wil je zien?’Of we daarmee in kunnen stemmen, ja of nee. Interviewer: van te voren, voordat het gekeken mag worden?
1456
F: Ja, ja. En daarbuiten praten we ook best wel eens van ‘uh, ja...’. Er worden ook weleens dingen gekeken
1457
waarvan we achteraf zeggen ‘Nou heb je dat gezien. Vind je dat nu zelf goed, dat je daarnaar kijkt?’ Uhm..’Wat
1458
is de meerwaarde ervan?’Maar ook, ‘vind je dat dat verantwoord is?’Van ‘Leg daar nu eens de tien geboden
1459
naast, kan dat?’Dat gebeurt ook wel, dat we er op uuh....Maar het niet zo dat we klakkeloos alles uuh....zo van
1460
‘zet maar an en je ziet maar wat je doet’. Nee, absoluut niet. Interviewer: Want als ze willen kijken, is dat altijd beneden of is dat boven?
1461
F: Daar staat íe. Interviewer: ohja, ik zie inderdaad een computerhoekje.
1462
F: Hij wordt ook als computer gebruikt. We hebben er verschillende in huis. Nou, goed, die zijn.... daar wordt
1463
echt alleen computerwerk op gedaan. Maar als ze iets willen zien, dan is het altijd hier in de kamer. Dus er is
1464
altijd zicht op. Intervierwer: Jullie hebben geen televisie. Wat zijn de redenen voor jullie om geen televisie in huis te halen?
1465
F: Wij zijn sowieso allebei zonder televisie opgegroeid. Nooit problemen mee gehad eigenlijk, nee. We wisten
1466
niet beter. Een enkele keer gingen we weleens bij een buur ofzo kijken maar, ja zelf....zijn we gewoon in die
1467
voetsporen verder gegaan. En ook niet echt gemist, nee. Het is niet dat we avonden tegen elkaar aan zaten te
1468
kijken van ‘nou, wat gaan we nou eens doen?’ Helemaal niet. Dus dat...Maar op een gegeven moment, dan
1469
kom je inderdaad met die computers en dan komt dat wel en dan, dan weet je van ‘ja...’. We zijn ook niet
1470
wereldvreemd zul maar zeggen, dus je weet heel goed wat er wel en wat er niet uuh...of, wat er wel opkomt.
1471
En er zijn heel veel dingen, die mis je gewoon niet als je die niet ziet. Maar er zijn ook een boel dingen die zijn
1472
best interessant om die wel te zien. Nouja, die kijken we dan ook, maar dan wel op de tijd die ons uitkomt. Interviewer: Je zegt gewenning en tijd, dat je kunt kijken wanneer je uitkomt?
1473
F: Ja, ik denk dat dat sowieso een belangrijk criterium is. Kijk, voor televisie daar ga je voor zitten en je moet
1474
maar afwachten wat er voorgeschoteld wordt. Maar als ik iets wil zien, dan ga ik zitten op het moment dat het
1475
mij uitkomt, en dan zoek ik bewust dat op wat ik wil zien. Ik denk dat dat wel een heel groot verschil ook is. Interviewer: En hoe weet u dat dan, wat er dan op is?
1476
F: per ongeluk hoor ik eens wat, of zie ik wat. Ik ga niet bewust op zoek. Kijk, is er Prinsjesdag, dan weet ik
1477
gewoon, het wordt uitgezonden. Dat vind ik ook leuk om te zien. Ik noem het maar als voorbeeld. En af en toe
1478
lees je weleens ergens in. Ook in het RD wel. En soms krijg je weleens door van’joh, dat moet je zien, dat is
1479
gewoon hartstikke mooi’. (noemt voorbeeld documentaire van Kootjebroek). Die was wel heel mooi en daar ga
1480
ik dan ook voor zitten. Maar er stond meen ik ook in het RD een verslag van. Ja, goed, dat zoek je dan op.
1481
Interviewer: Ja, want speel de kerk nog een rol in dat jullie geen televisie hebben?
1482
F: Uuh, het is bij ons in de kerk niet gebruikelijk. Er zijn er wel heel veel die ‘m hebben, maarja... Interviewer: want welke kerk is het?
1483
F: Gereformeerde Gemeente, ja. Interviewer: Die hebben ook censuur erop of niet?
1484
F: dat durf ik niet te zeggen. Dat weet ik echt niet. Het is niet wenselijk, laat ik het zo zeggen, maar of er nu
1485
censuur opzit? Dat durf ik echt niet te zeggen. Interviewer: En hoe kijken ze dan aan tegen televisiekijken via internet?
1486
F: Er zijn er bij die...dat hoe wij kijken wel heel acceptabel gevonden wordt, de manier waarop. Maar er zijn er
1487
ook die zelfs dat afwijzen. Maar ik denk dat ieder voor zich dat moet weten. Als je iets kunt verant....Wij zeggen
1488
altijd en dat hebben we de kinderen van kleins af aan ook bijgebracht. (ook met games, wil ik ook niet allemaal
1489
in huis. zeer selectief in, geen geweld en geen uren, zonde van je tijd) ‘Wat je doet’...en dat geldt voor alles,
1490
niet alleen voor televisiekijken of computerspelletjes, maar ook voor wat lees je?’, ‘kan Jezus over je schouder
1491
meekijken?’. Dat is voor ons heel belangrijk. Interviewer: een criterium?
1492
F: Ja. Ja. Interviewer: ja, het ging er al over dat sommige mensen in de gemeente hoe jullie het doen al niet goed vinden. Ja, want een aantal argumenten die ik ben tegengekomen waren onder andere. Een ervan was dat op televisie op heel veel een onbijbels levensstijl is te zien en dat door dat te kijken, ga je dat ook overnemen en wordt je ‘wereldgelijkvormig’, zoals dat heet. Hoe kijkt u daar tegenaan, tegen dat argument, als het dan om televisiekijken via internet gaat.
1493
F: Ja, maar dat geldt niet alleen voor televisie. Dat geldt voor, net wat ik zeg, wat lees je, geldt dat ook voor.
1494
Maar er komt ook volgens mij heel veel troep over. Want als je dan, we krijgen een enkele keer weleens een
1495
programmablad binne, en dan kijk ik weleens ‘wat zou ik nou eens willen zien?’. Nou, dan blijft er heel weinig
1496
over. Er is heel veel troep dat er binnenkomt, waarvan nouja, de toets van de tien geboden niet kan doorstaan.
1497
Nou, dat valt gewoon af. Dus in zin geef ik ze wel gelijk, maar om nou gelijk te zeggen van ‘’ ik kijk nergens aan’,
1498
dat vind ik dan weer...want er zijn ook best wel een aantal leerzame dingen bij, en ik vind ‘die mag je ook
1499
gebruiken’. Het is niet...het medium opzich hoef je niet alleen over te laten aan diegenen die het misbruiken.Er
1500
kunnen ook goeie dingen mee gebeuren. Maar in die zin vind ik het gewoon....of ik moet wij zeggen, want wij
1501
denken er hetzelfde over, mijn man en ik...dat je zelf kunt uitzoeken wat je wanneer wilt zien. En er blijft
1502
gewoon niet veel over wat de moeite waard is. Nee. Interviewer: Je zei dat je het medium niet moet afwijzen omdat er een aantal mensen verkeerd gebruik van maken. (artikel Egas aanhalen. Stelling is ‘geen televisie ook niet via internet. Hellend vlak. Jezelf niet in verleiding brengen. Mens minder in staat om dan juiste programma’s aan de klikken) Ik weet niet, hoe kijk je daar tegenaan?
1503
F: in zekere zin heeft hij daar wel gelijk in. Maar dat is ook, er zijn misschien ook mensen die dat niet kunnen.
1504
Die dan gelijk klakkeloos alles gaan kijken. Maar wij proberen daar wel heel toch wel heel strikt in te zijn. Van
1505
‘wat is de moeite waard en wat kan gewoon absoluut niet?’. En dat wil niet zeggen dat je dan....dat hebben we
1506
ook weleens gedaan...’wat is dat dan? Kijk maar eens, wat is dat dan? Nouja, is toch gewoon zonde van je tijd
1507
dat je naar zoiets zit te kijken?’. Weet ik veel, noem eens wat, allemaal van die showtoestanden. Dan denk ik
1508
‘dat is gewoon grote onzin om daarnaar te...’. Dat vind ik dan verloren tijd, als je daarnaar zit te kijken. Want er
1509
zijn, nouja, Knevel&Van de Brink, daar kan ik best wel even voor zitten. het ligt er vaak aan wie de gasten zijn,
1510
of het op de actualiteit. Meestal heeft het ook op de actualiteit betrekking, maar of het mij ook interesseert.
1511
Dan denk ‘nou, dan wil ik weleens zien hoe die erover spreekt’. Interviewer: en hoe kijkt u dan aan tegen het hellend-vlak argument?
1512
F: Uhm..nou, dat is wel degelijk aanwezig. Dat geloof ik wel. Ja, mensen hebben weleens tijd over en
1513
verveling...ik ken het gelukkig zelf niet maar dat slaat weleens toe bij deze of gene en als je dan zomaar eens
1514
gaat zitten kijken en van alles gaat opzoeken, ja dan sluipt dat er wel in. En voor onze ogen is alles wat pracht
1515
en praal en noem maar op uitstraalt, dat is voor ons net zo aantrekkelijk als voor een ander. Dan weet je, dat is
1516
gewoon zonde van je tijd als je je daar mee bezig houdt. Interviewer: maar het is geen argument om geen televisie via internet te kijken?
1517
F: nee, want wat ik zeg, we proberen toch wel heel selectief te zijn. Interviewer: ja, u noemde het net als amusuement en ontspanning. Want dat was een van de redenen waarom televisie...Dat heel veel programma’s op televisie amusement en ontspanning zijn, is dat nog steeds een criterium dat u handhaaft als het gaat om televisie kijken via internet? Vind u dat nog geldig dat je niet mag kijken?
1518
F: nou, ik denk dan nog inderdaad dat amusement snel, iets wat echt puur amusement is, dat dat snel afvalt.
1519
Maar ontspanning, nou..op het ogenblik vind ik het bijvoorbeeld best interessant om de ‘Pelgrimscode’ te
1520
volgen. Maar daar zit toch een stukje geschiedenis in en je ziet ja hoe het in de tijd van Mozes ging. De tocht
1521
naar het beloofde land. Dat vind ik gewoon ook heel mooi. En het is ook gewoon een stukje ontspanning. Maar
1522
goed, dat vind ik dan wel....Dus in die zin is het niet zo dat alle ontspanning.... Interviewer: verkeerd is?
1523
F: in onze ogen niet, nee. En kijk ‘nederland zingt’vind ik ook leuk om te zien. Ik zing zelf graag dus.. Interviewer: ja, een andere, die je niet meer zoveel hoort maar misschien wel bekend voorkomt, door televisie in huis te halen...en dat zou dan ook voor televisie kijken via internetgelden ...haal je de beeldcultuur in huis waarmee de leescultuur waarin onder andere de Bijbel wordt gelezen en meer abstract wordt gedacht...God is in die zin abstract...ja, komt daarmee in verdrukking. Herkent u dat...kent u dat argument?
1524
F: Ik ken het argument. Er zal wel een gevaar in kunnen schuilen, maar dat is dus een kwestie van het juiste
1525
evenwichterin bewaren. Niet alleen zeggen...kijk, ze vind het heerlijk om achter de computer te zitten..’nou
1526
stoppen, pak maar eens een boek’, dat ben ik al ouder verplicht om te zeggen. Want wij houden wel van
1527
lezende kinderen. Interviewer: Dus daar wordt nog wel op gelet dat uuh...?
1528
F: Jawel. Ja, ja. Lezen vinden wij heel belangrijk. En hoe dan ook, op zondag komt de computer nooit aan. Dus
1529
dat is...dat is sowieso een dag waarop ook veel gelezen wordt. Interviewer: ja, dat hoor ik vaker. Toch niet op zondag...
1530
F: nee, en dat vind ik heerlijk. Dan is het echt een andere dag. Het is echt een markeringspunt in de week. Dus
1531
wat dat betreft....op allerlei gebied hoor, niet alleen op dat gebied, maar gewoon op allerlei gebied. Interviewer: U had het al over Knevel, Andries Knevel. (samenvatting artikel, de bezinning op televisie moet beter. A.K. zegt geen verrassing zoveel via internet televisie kijken want de bezinning ontbrak) .
1532
F: ik denk dat íe daar wel een punt heeft. In die zin....dat zie je nog weleens. Die niks mogen zien...dat hoor je
1533
op school dan ook weleens vertellen...die kinderen die nooit iets mogen zien ofzo, dat die dan wel altijd
1534
filmpjes kijken op school. Of video of wat dan ook. Gewoon omdat ze het niet gewend zijn. Dus dat...wij denken
1535
ook gewoon dat de ‘begeleide confrontatie’ook op dat gebied heel belangrijk is. Je moet ook gewoon leren
1536
omgaan met bepaalde dingen. Want net als ik eerder al aangaf, dat is niet alleen met dit maar ook van ‘welke
1537
boeken lees ik’. Dus wat dat betreft proberen wij het veel breder te trekken van
1538
internet...?’...wij hebben overigens Filternet dus we kunnen wel UitzendingGemist kijken maar een heleboel
1539
dingen vallen bij ons gewoon af...(opmerking over criteria KlikSafe)...we hebben al lang internet en altijd
1540
Filternet, ook heel bewust. (opmerking over KlikSafe bestaan)
‘wat mag ik op
Interviewer: ja, ik hoorde ‘begeleide confrontatie’voorbij komen. (samenvatting artikel Egas, Bijbels vreemdelingschap, afstand houden van de wereld. Televisie komt op je af. Juist afstand nemen van televisie)
1541
F: ja, dat zal in sommige gezinnen heel makkelijk zijn misschien. Het lijkt me moeilijk maar misschien sommigen
1542
kunnen het. Hier zal het lastig zijn denk ik. Interviewer: Kunt u uitleggen wat lastig uuh..?
1543
F: Uhm, lastig. Ja, je staat eigenlijk gewoon midden in de samenleving. Je hoort veel, je ziet veel. En dan is het
1544
goed als je van sommige dingen wat meer afweet. Interviewer: is dat een keuze om midden in de samenleving te staan en niet aan de zijkant, ook ook....
1545
F: nou, uhm....ja, ik vind het altijd wel een hele mooie uitdrukking: ‘’wel in de wereld, maar niet van de wereld’.
1546
En zo probeer je dat toch ook wel, maar dat wil niet zeggen dat je nergens over mee kunt praten of wat
1547
ook....nee. En ik denk dat op uuh....wat dan speelt met die weigerambtenaar...er zijn een paar bij
1548
praatprogramma’s geweest...nou, dat wil ik zien. Want dan voel je je er nog meer bij betrokken. En dan hoor je
1549
zo’n man, hoor je dan daarzo, en dan ben je er nog veel meer bij betrokken, bij die mensen. Dat vind ik ook
1550
best heel belangrijk. En kijk, als je het in de krant leest, OK, dan lees je het. Maar als je zo iemand hoort praten,
1551
dan voel je je...ja, dat geeft toch een stukje betrokkenheid. En wat dat betreft juich ik het ook heel erg toe dat
1552
ze vanuit de SGP ook steeds vaker het medium televisie opzoeken. Interviewer: je bedoelt, meedoen aan een programma
1553
F: Meedoen aan allerlei programma’s. Laat je boodschap maar horen. Ja. Dus ja, het is maar net van uuh....ja,
1554
hoe kijk je er tegenaan? Wat doe je ermee? Ja, zit je een hele avond te kijken van ‘wat ga ik nou weer eens
1555
zien, wat ga ik nou weer eens zien, wat ga ik nou weer eens zien?’, en je neemt alles maar tot je wat er te zien
1556
valt, nee, dan, denk ik, ben je verkeerd bezig. Interviewer: En wat ook beetje in dat van Bijbels vreemdelingschap, van de wen-factor. Ja, ik noem het maar de wen-factor.Je kunt beschermd opvoeden, je kunt...
1557
F: er zit wat in denk ik, maar zelfs op reformatorische scholen komen ze heel veel met DvD’s en video’s in
1558
aanraking. En wat ik net zei, kinderen die dat niet gewend zijn, die zouden niet anders willen dan constant
1559
DVD’s kijken. Terwijl kindreen die het wel gewend zijn, ja voor hen is het gewoon normaal dus dat stopt naar
1560
verloop van tijd. Daar zie je ook wel van ‘ja, wat is gewenning?’ Interviewer: Ja, nog even over Knevel die zegt ‘de bezinning ontbrak’. Herkent u dat in uw eigen gezin ook? Dat er geen televisie was omdat u het niet gewend was of....
1561
F: Misschien in eerste instantie wel, maar later zijn er toch wel veel momenten gweest dat we tegen elkaar
1562
zeiden ‘toch blij dat we die niet in huis hadden’. Ja, want ik denk, heb je echt een televisie in huis, dan is de
1563
verleiding om te gaan zitten en de knop aan te zetten gewoon veel en velen malen groter en ‘je ziet maar wat
1564
er voorkomt’’, dan dat je bewust nadenkt van ‘nu wil ik dat zien, dus ik ga er nu even voor zitten’. Interviewer: ja, ik sprak iemand paar dagen geleden voor dit onderzoek. Die ervaarde heel erg een gat in de bezinning ’ja, iedereen doet maar wat. Eene kijkt wel DVd’s maar niet via internet, de ander weer anders’...
1565
F: ja, dat is ook wel zo. Kijk, je hebt een categorie die wijst alles ja, categorisch af. Maar ik weet niet of dat
1566
tegenwoordig nog kan. Ik denk dat het juist heel belangrijk is om bewust je keuze te maken. En ook niet zomaar
1567
klakkeloos alles te accepteren wat er aangeboden wordt. Want er is ook aan DVD’s ook heel veel wat gewoon
1568
niet in huis komt. Maar als ik een DVD met koormuziek koop, dan denk ik ‘ik kan net zo goed naar ‘Nederland
1569
zingt’ kijken’ want die DVD heb ik dan ook wel gezien na een keer, en ‘Nederland zingt’is elke keer anders.
1570
Dus..dat is dan...maar inderdaad dat stukje bezinning van ‘hoe kan ik er op een verantwoorde manier mee
1571
omgaan’?’, dat daar mankeert het weleens aan ja. Interviewer: en uuh, ja..hoe doet u dat met u kinderen? Want dat stukje erover praten...welke handvatten geeft u ze dan mee om hun oordeel te vormen?
1572
F: nou, wat ik net ook al zei, wij vinden het dus heel belangrijk van ‘is het verantwoord waar ik naar kijk? Kan
1573
het de toets van de Bijbel, van de tien geboden doorstaan’. En ook de manier van ‘kan Jezus meekijken over je
1574
schouder, naar wat je kijkt?’. Maar dat geldt dus voor een heleboel andere dingen dus ook...maar dat is wel
1575
een heel belangrijk criterium, ja. Interviewer: een stukje gewetensvorming, begrijp ik?
1576
F: Ja, ja. Interviewer: Uhm, ja, even kijken....Dat zei u volgens mij al he...van kijken van programma’s die de kinderen dan kijken. U kijkt ze van te voren, begrijp ik, of....?
1577
F: nee, ik kijk weleens mee en dan hebben we het er weleens over. En soms dan heeft ze weleens iets gezien,
1578
dan denk ik van ‘hmmm?’’. En dan hebben we het erover van ‘vind je dat nou nodig om dat uuh...?’. Kijk, wij
1579
zijn ook weleens weg en dan kijkt ze ook weleens...dat hoor je dan later, ‘kijk, is dat nou nodig om daar naar te
1580
kijken? Wij vinden dat eigenlijk niet goed dat je dat doet’. En gelukkig doet ze dat niet veel. Maar ook
1581
uuh...nee, dat...ja, we praten er eigenlijk wel over van.... We hebben er zelfs weleens discussies over.‘Ja, maar
1582
mijn vriendinnetjes mogen dan wel zien.’’Ja, maar wij willen niet dat je dat bekijkt want dat is gewoon zonde
1583
van je tijd’. Interviewer: Ja, maar over een paar jaar...ik weet niet of ze dat nu al hebben, smartphones met internet.
1584
F: nou, zij heeft nog geen mobiel overigens. Een van de weinige uit de klas. Maar inderdaad, dat is dus ook, als
1585
je niet huis ‘je mag nergens naar kijken’ en je geeft wel een mobiel met internet, wat gaat het dan daarmee
1586
doen? Dus is het van huis uit gewend om er op een bewuste manier mee om te gaan...ik zal niet zeggen dat ze
1587
dat altijd zo blijven doen..maar dan heb je ze wel begeleid naar de...om er bewust mee om te gaan. Dat vinden
1588
wij heel belangrijk. Bewust bezig zijn met iets. Interviewer: jullie hebben nog wel een filter erop. is dat dan een soort halve begeleide confrontatie of hoe moet ik dat zien?
1589
F: nou, zelfs dan komen er nog dingen...van die amusementsprogramma’s en glitter en glamour waarvan ik zeg
1590
‘nouja, dat vind ik...dat is zonde van je tijd. Die hoef ik niet te zien. Wat schiet je...wat wordt je er wijzer van?
1591
Nooit ook iets educatiefs of wat ook’. Kijk, als ze iets ziet, dan vinden we het ook heel belangrijk dat er iets
1592
educatiefs inzit. Documentaires in de regel, die zijn best wel leerzaam. Maar je hebt...’Klokhuis’kan ook
1593
best....we hebben een oppaskind en die mag dat van thuis uit ook zien, en dan kijk ik weleens mee....daar zitten
1594
best leuke leerzame stukjes tussen, die ze makkelijk kunnen onthouden dan. Nou, prima. Interviewer: ja, educatief
1595
F: ja, er moet wel...tenminste, moet? Ja. Interviewer: als u zegt, amusement, als u zelf uw filter zou mogen samenstellen voor filternet, zou u er dan dingen bij doen of af doen?
1596
F: nou, mogen er van mij nog wel dingen af hoor. Interviewer: wat bijvoorbeeld, als het om televisiekijken gaat?
1597
F: wat mag er af? Nou, er zijn sowieso....Kijk via UitzendingGemist zie je natuurlijk ook veel voorbij komen en
1598
dan klik ik weleens ‘wat staat er nou voor informatie bij’. En dan denk ik ‘nou, dat is ook onzin’. Weet ik veel,
1599
vaak zijn het van die series...ik weet niet eens hoe ze heten. ‘Spangas’ofzo? Dan denk ik ‘ja jongens’. Zoiets mag
1600
er van mij...zou er zo af kunnen. En zo heb je nog wel meer van die dingen. Interviewer: Want waarom is dat dan?
1601
F: nou, ik ken opzich...wat ik er dan bij lees..ja, het gaat allemaal....het druist gewoon tegen de tien geboden in,
1602
wat daar....Ook heel vaak, nouja...dat ze zacht gezegd, brutaal zijn. Nou, daar hou ik al helemaal niet van. Dat
1603
vind ik gezagsondermijning. Maar ook gewoon relaties, waarvan ik zeg ‘nou, die zijn tegen alle bijbelse normen
1604
in’. Daar mis je niks aan, als je dat niet weet. Kijk, wij lopen ook niet met oogkleppen op en de oren dicht. Wij
1605
weten ook heus wel wat er te koop is in de wereld, dus waarom dat op die manier nog....niet nodig. En dat
1606
weet ze ook, dat we dat niet waarderen als ze naar zoiets zou kijken. Dus dat... Intervierwer: Heeft u het idee dat u weet wat er op internet aan televisie en film te zien is?
1607
F: ik denk dat ik wel aardig op de hoogte ben, ja. Interviewer: hoe komt u op de hoogte als u het niet allemaal kijkt? Hoe doet u dat?
1608
F: Nou, als je UitzendingGemist aanklikt, krijg je al gelijk een paar van ‘dat is er en dat is en dat is er’. Dan denk
1609
ik ‘jongens, wat een zielige toestand, dat je er allemaal naar moet gaan zitten kijken’. Dus dat....Er zijn echt....je
1610
hebt nu die nieuwe beta-site, dus dan..ik kijk weleens naar het journaal, dat vind ik dan wel leuk om eens te
1611
zien ’s avonds. Dan zie je wat er vandaag allemaal geweest is. Dan zeggen we weleens tegen elkaar als een
1612
geintje ‘wat zou nou eens interessant zijn om te zien?’. Nou, er blijft bijna niks over. Er blijft echt heel weinig
1613
over. Ja, als je je tijd wil verdoen, is er genoeg te zien. Maar echt waarvan je zegt ‘dat is de moeite waard’, nee,
1614
dat is echt heel weinig. Ja. Interviewer: Ja, dan kun je selecteren
1615
F: nou, ja, precies en daarom vind ik het op deze manier...Omdat ik zeg, heb je een tv, dat moet je 8 uur gaan
1616
zitten, wil je het journaal zien. Zit je de hele avond, dan moet je ook maar pakken wat er voorgeschoteld wordt.
1617
En daar hou ik helemaal niet van. Nee. Interviewer: Uhm, volgens mij uhm...Ja, hoeveel kijken jullie? Daar was ik nog wel even benieuwd naar. In de week.
1618
F: nou, dat is....dat is een half uur tot een uur per dag misschien. Maar dan heb je dus inderdaad het
1619
Journaal..nog niet eens denk ik, nee. Want er zijn dagen dat je niks ziet. Dan heb je er gewoon geen tijd voor.
1620
Dus gemiddeld, ja een half uur tot drie kwartier. Interviewer: Er wordt ook geen tijd voor gemaakt, begrijp ik dan
1621
F: andere dingen gaan voor. Kijk, er is best eens een avond dat we zeggen ‘nou uuh...’. Bijvoorbeeld
1622
vrijdagavond waren we lekker om 8 uur thuis, toen zijn we lekker de Pelgrimscode gaan kijken. En dat is
1623
hartstikke gezellig, dat zit we met elkaar... Interviewer: zitten jullie dan allemaal achter het bureau?
1624
F: nee, we hebben een bankje daar zo. En dan zitten we...met z’n tweetjes kunnen ze...Dus dat is best wel leuk
1625
dan. Dus in die zin...Maar ok nou te zeggen, je gaat daar iederere avond tijd voor maken omdat...nee. Interviewer: en nu is het dan nog op een computer, of een tablet of iets.Maar ik denk dat de ontwikkeling ook komt dat je alles op een soort televisiescherm...
1626
F: nou, alles komt ineen. Nu zie je dat al dat alles ineen is. Interviewer: maar dat je het scherm dan in de woonkamer hebt. Is dat dan voor jullie een optie? Omdat je zegt, ik ben niet principieel tegen het medium.
1627
F: nee, ik vind het eigenlijk wel prima zo. Ik moet er niet aan denken dat mijn zitgroep gegroepeerd zou zijn
1628
rond een tv. Nee, dat vind ik zo super ongezellig. Nee. Dat absoluut niet. Interviewer: nee, daar was ik nog even benieuwd naar. Dat was alweer de laatste vraag. Tenzij, je nog iets toe te voegen hebt.
1629
F: nee, ik geloof het niet echt, tenzij Moniek nog iets te vertellen heeft. Interviewer: (vraag aan dochter wat haar favoriete programma is)
1630
Dochter: (zoveel) Interviewer: Kijk, daar komt de aap uit de mouw, haha. Want wordt hier alleen beneden gekeken of...?
1631
F: Ja. Nee, we hebben boven geen mogelijkheid. En die komt er niet ook. Nee, dat zijn gewoon, die kun je zelf in
1632
de hand houden. Kijk, dat vind ik ook heel belangrijk, dat je weet...daarom staat íe ook gewoon hier ind e
1633
kamer. Dus je weet wat ze erop doet. En aan de hand daarvan kun je ook richting aangeven. Want zitten ze
1634
boven op de kamer, dan moet je ook maar afwachten. Dan kun je wel zeggen van ‘ik wil dat niet’ maar ik loop
1635
niet iedere vijf minuten naar boven toe. Dus dat zijn van die dingen. Interviewer: die drempels
1636
F: Ja, dat is absoluut dat die er zijn. Ja. [einde interview]
Interview 7 Gegevens Respondent:
Familie G
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 5 kinderen tussen 14 en 1 jaar
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
24 november 2011
Tijd:
53 minuten
Interview afgenomen met:
vader en moeder
Bijzonderheden:
jongste zoon van bijna 1 bij gesprek aanwezig, beetje onrustig
Interviewer: (intro tot 3.30) Ja, ik begin eigenlijk met een beetje een open vraag en dat is of jullie een beschrijving zouden kunnen geven van hoe jullie in jullie gezin omgaan met televisie kijken via internet?
1637
G1: Nouja, alles staat of valt wat je zegmaar binnen...wat je via internet kunt bereiken. En dan bedoel ik de
1638
provider. Ik weet niet of je daar ondertussen ook wat van heb meegekregen. Maar er is binnen reformatorische
1639
kringen ook nog een iinternetprovider actief, Kliksafe. Je hebt ‘m voorbij horen komen? Interviewer: ja
1640
G1: Ok, nou, die hebben wij ook. En dat betekent dat heel veel voor onze kinderen, is al niet bereikbaar. En
1641
datgene wat al wel bereikbaar is, ja dat vinden we wel goed. Interviewer: Kun je aangeven wat dan uuh...?
1642
G1: Nou, ze kijken elke dag, bijna elke dag wel het Jeugdjournaal. En hoe heetten die andere programma’s?
1643
Klokhuis, uuuhm...
1644
G2: Ze hadden ook Checkpoint van de EO, maar dat wordt op het moment...daar kunnen ze volgens mij niet
1645
meer bij. Maar ze kunnen dus ook wel nu, bij RTL XL. En daar zijn we dus niet zo blij mee.
1646
G1: Daar zitten allemaal niet zo fijne programma’s dus dan ga je weer even van ‘hey, jongens, blokkeer ‘m nou
1647
want daar wordt ik niet vrolijk van’.
1648
G2: Maar ook, ja, in gesprek proberen te gaan. Ja in discussie, dat ze bewust worden gemaakt van ‘ja, waarom
1649
willen we het niet?’. Want je kunt het natuurlijk verbieden maar als ze niet weten waarom, en als ze zelf niet
1650
bewust worden waarom, ja, dan gaan ze het juist doen. ‘Waarom wordt het dan verboden?’. Ja, proberen dus
1651
ook wel met ze samen te kijken van ‘joh, wat komt er nou op en wat denken jullie daar zelf nu van? Wat vinden
1652
jullie daar nu van?’ Ja, het is natuurlijk best moeilijk, de leeftijd. Dertien, veertien, vijftien, je komt er net een
1653
beetje in en alles is natuurlijk spannend. Ja, op school horen ze natuurlijk ook van vriendjes van ‘hey, je moet
1654
dat eens kijken, dat is leuk’. Dus ja, het is natuurlijk ook...ze willen natuurlijk meedoen met de groep. Dus dan,
1655
maarja..door toch in gesprek te gaan, wil je toch een stukje bewustwording krijgen van...wat wel en niet door
1656
de beugel kan. En door de beugel, dat bedoel ik meer van...ja, ook wat fatsoensnormen aangaat. Ik bedoel, niet
1657
alles kun je entertainment van maken. Snapje?
1658
G1: nee, want als je kijkt naar bijvoorbeeld, waar ze de laatste tijd even bij keken. Bij RTL XL, dat zijn echt zulke
1659
bout programma’s. Dat vind ik echt. dat moet je gewoon niet kijken. Dat is zonde van je tijd. Het brengt
1660
helemaal niks.
1661
G2: maar het wordt onder het mom van een goed doel gezegd van..om maar een voorbeeld te noemen ‘Diva’s
1662
op straat’..met Patricia Paay is dat en Tatjana en nog iemand. Ja, dat is natuurlijk leuk gepresenteerd als zijnde
1663
een goed doel, maar in principe gaat het wel om die drie vrouwen. En dan denk ik, ja wat heeft het nou voor
1664
toevoeging. Om ook de ellende van een ander, omdat dus landelijk te presenteren. Interviewer: En jullie, zelf? Want je zegt, de kinderen kijken Jeugdjournaal en Klokhuis en jullie hebben een filter.
1665
G1: Ik kijk zelf regelmatig het journaal. Maar dan heb je het eigenlijk wel een beetje gehad.
1666
G2: Ja, en ik kijk af en toe weleens met de jongens mee als ze zitten te kijken. Nou, dat of dat. Maar ceht zelf
1667
gaan zitten kijken? Nee. Nee.
1668
G1: het is meer dat het ons ook gewoon ontbreekt aan tijd. Dat vooral.
1669
G2: bij de jongens is het echt wel gewoon tijdsinvulling.
1670
G1: Ja, ze konden...ja, die site is nu weer vertrokken, maar ze konden via een site bij allerlei films terecht.
1671
Nouja, dan is een paar weekjes zo’n site weer in de lucht, en dan kijk je wel mee, maar ja... Interviewer: Ja, en wat bedoel je met dan kijk je mee?
1672
G1: Nee, maar ook weleens samen weetje. Als die gasten op bed liggen, dat je eens zegt ik kijkt eens een stuk
1673
film. Is dan een site waarop je dat...
1674
G2: Maar, dat doe jij dan meer.
1675
G1: ja, dat doe ik dan. Ja, jij niet. Jij hebt er toch niks mee.
1676
G2: ik heb er helemaals niks mee. Interviewer: Want zijn jullie met televisie opgegroeid of...?
1677
G2: Nee, helemaal niet. Nee.
1678
G1: nee, ik ook niet Interviewer: Jullie hebben geen tv. Kunnen jullie aangeven welke redenen jullie hebben om geen televisie te hebben? Wat zijn de argumenten daarvoor?
1679
G1: Nou, verschillende. Niet zozeer tegen het apparaat an sich. Dat is een prima ding. Sterker nog, ik werk bij
1680
een bedrijf die die dingen produceert. Ja het is meer de ongelovelijke zooi die eroverheen komt.
1681
G2: Als je zo’n ding hebt, dan kun je dus werkelijk overal bij
1682
G1: Ja, dat ten eerste. Maar ten tweede....kijk, wij hebben uiteraard wel wat ervaring ermee. En ja, ik ken
1683
onszelf wat dat betreft ook wel een beetje. Kijk, op het moment dat zo’n ding neerzet of ophangt, dan is het
1684
lekker makkelijk. Je gaat zitten eom 8 uur of 7 uur zet je ‘m aan, en om twaalf uur is je avond voorbij en je hebt
1685
5,6 uur zitten kijken naar wat andere mensen aan het doen zijn. Ja, dat vinden we zonde van de tijd. Dat is...ja,
1686
en de zooi die eroverheen komt. Het is echt zooi.
1687
G2: ja, dat zijn twee grote redenen.
1688
G1: K ijk, en nu kunnen ze....bij een site als discovery kunnen ze bij. Animal Planet. Weet ik veel hoe die sites
1689
allemaal heten. Als ze het willen. Dat vind ik dan nog leuke programma’s. Maraja, alle andere bagger die
1690
eroverheen komt. Nee, zonde van je tijd.
1691
G2: Kijk, net als films en zo. Kijk, het verhaal is vaak leuk maar het is ook vaak vertekenend hoe de werkelijkheid
1692
is. He, dat ze zien dingen zoals het in werkelijkheid niet is. Maar ze gaan zich wel daaraan projecteren. He, dus
1693
dan loop je gewoon tegen dingen aan, dat je zegt van ‘ja, dat wil ik gewoon niet’.
Interviewer: en speelt de kerk nog een rol in dat jullie geen televisie hebben.
1694
G1: Mwjaah, kijk, het wordt binnen ons kerkverband niet aangemoedigd, laat ik het zo zeggen. Maar ik vind
1695
dat, het is een keuze van ons. Als wij vinden moeten of willen hebben dan doen we dat. Klaar. Maar dat vinden
1696
we dus niet. En dat weegt zwaarder dan wat de kerk ervan vind. Interviewer: en welke kerk is dat?
1697
G1: Gereformeerde Gemeente.
1698
G2: Kijk, je merkt wel dat je erdoor beinvloed bent, ook door je opvoeding. Ja, de argumenten zijn toen
1699
natuurlijk ook al genoemd. Wel anders als nu natuurlijk, omdat de mogelijkheden anders zijn. Maar ja het is
1700
gewoon een bewuste keuze, zoals Johan ook aangeeft. Interviewer: Ja, jullie kijken wel televisie op andere manieren, zoals dat dan heet, via internet. Doen jullie dat trouwens op een computer of op een laptop?
1701
G2: allebei. Interviewer: en kunnen jullie aangeven welke redenen jullie daarvoor hebben?
1702
G1: hoe bedoel je, dat we dat wel doen? Interviewer: ja.
1703
G1: Ja, dat is dus dat je gericht...Kijk, ik heb niks tegen een NOS journaal of tegen een jeugdjournaal of tegen
1704
een Klokhuis of programma’s van Doscovery of wat ik zei National Geographic, noem ze maar op, prima. Alleen
1705
die selectie kun je met de tv niet maken. Ja, die kun je wel maken maar wij niet. En onze kinderen ook niet. Op
1706
het moment dat je dat ding neerzet dan staat íe bij hun de hele dag op Nickolodeon. En kijk, via internet kun je
1707
daar wel gewoon gericht mee omgaan.
1708
G2: En zeker met de provider die je hebt
1709
G1: we hebben er dus wel een filter...ja, dat is dus wel de voorwaarde dat je dus een provider hebt die
1710
zegmaar, de Veronica’s, de SBS’s en dat soort zaken wel blokkeert. Interviewer: en als jullie dan zeggen, of wat u net zei ‘de realiteit ontbreekt op sommige programma’s’. Is dat dan....kijk, je kan via internet ook nog steeds heel veel zien waarin dat voorkomt.
1711
G2: Jawel, tuurlijk, dat is ook zo. Maar goed, als je...ja, wat bedoel je Johan?
1712
G1: Kijk, niet...kijk dat vinden we dus het voordeel, dat we met een provider zitten die heel veel van die zooi
1713
blokkeert? Dan kun je dat dus gewoon niet zien. En zij blokkeren dat bij hunzelf, dus wij kunnen dat ook niet
1714
uitzetten of aanzetten. Ik kom daar niet bij. En dat is een bewuste keuze dat we dat hebben. Interviewer: en qua tijd. Ja, via internet duurt het journaal net zo lang of welk programma dan ook, of elke film...
1715
G1: hoe bedoel, qua tijdsbesteding? Interviewer: Ja, het argument tegen televisie was dat het tijd kostte.
1716
G2: Nou, de...heb je televisie, dan heb je gewoon, nou, je hebt dat ding staan en het is paar klikken op die knop
1717
en je kan zappen en dat soort dingen. Met de computer, dat is dan zoals ik het dan zien, kost het toch wat meer
1718
moeite. Je moet sowieso eerst dat ding opstarten. Dat ding hier is heel traag dus dat duurt sowieso al bijna tien
1719
minuten dus die drempel is als groter. Je moet, naar de site zelf van bepaalde omroepen of televisiemakers. Ja,
1720
het is gewoon wat minder gemakkelijk om dus uiteindelijk te gaan zitten kijken dan bij televisie.
1721
G1: Ja, maar ze kunnen niet overal bij.
1722
G2: nee, maar goed, er wordt wel het een en ander gekeken.
1723
G1: Ja, maar dat is ook prim
1724
G2: Jawel, zij heeft het over de tijd die dat inneemt. Kijk, een van de argumenten bij ons was ‘tijd’.
1725
G1: Dat klopt, nee, maar ja, kijk de jongens hebben een eigen laptop. De oudste twee. Op een gegeven
1726
moment zeg je ‘jongens, het is nu klaar’. En dat is even wennen en als ze niet hard genoeg meewerken dan
1727
leveren ze ‘m een paar dagen in. En daarna dankomt het zegmaar wel goed. Maar ze kijken ja, ze kijken elke
1728
dag wel effen. Interviewer: en jullie hebben qua tijd een bepaalde grens?
1729
G1: ja, dat is niet vastgesteld. Dat is ook weer een beetje....Kijk, ze moeten de huiswerk klaar hebben. De
1730
dingen die nog moeten. En als ze daarna nog even wat doen, prima. Dat is goed.
1731
Interviewer: Ja, ik heb een aantal argumenten die eerder genoemd werden tegen de televisie. Ja, een argument
1732
was onder andere, televisie is onderdeel van de beeldcultuur, die uiteindelijk ook de woordcultuur waarin veel
1733
gelezen, en ook onder andere de bijbel gelezen wordt, ja dat dat ten koste van de leescultuur of de
1734
woordcultuur. Ik weet niet, kennen jullie het argument?
1735
G2: Ja, ik ken het argument wel inderdaad. Kijk, iets wat je ziet, dat komt...dat onthou je avak langer en beter
1736
als dat je leest, want daar moet je je eigen beeld bij vormen. En ja, iets beeldends, dat is ook wetenschappelijk
1737
bewezen, dat blijft beter hangen als iets wat je leest.
1738
G1: Kijk, het is natuurlijk wel zo, hoe dan ook, je kunt maar een keer je tijd besteden. En alsje via tv of internet
1739
bezig bent, dan kun je geen boek lezen. Dat klopt. Interviewer: Maar zien jullie dat als een argument om uuh...erkennen jullie dat of is het ‘nee, prima dat de beeldcultuur bijvoorbeeld uuh...’
1740
G1: Nee, het is natuurlijk wel, wat we net zeiden, dat het zoveel tijd kost...Kijk ze kunnen zoveel kijken, en
1741
nouja, niet alle kinderen maar twee sowieso, die lezen heel graag. Ik zelf ook. Ja, op het moment dat je alle
1742
andere avonden bezig bent met andere dingen, dan komt daar dus niks van. En ja, dat vind ik dus ook zonde
1743
van de tijd. Omdat dan direct bijbels te maken, ja dat weet ik niet, of we daar zover in zijn. Ik ken het argument
1744
wel maar ja... Interviewer: Nee, dat leeft niet erg bij jullie?
1745
G1: nee Interviewer: een ander argument was van de wereldgelijkvormigheid. Dat via televisie, en dus ook televisie via internet kun je dan zeggen, dat veel dingen zijn die een onbijbelse levensstijl hebben en als je dat laat zien...doordat de kinderen dat, of jezelf...dat ziet, dat ze dat dan snel gaan overnemen of eraan gaan wennen
1746
G2: ja, dat wa sook een van die argumenten, wat ik ook noemde, dat er ook dingen gezien worden die voor ons
1747
niet realistische zijn. Zoals wij dat zelf proberen vanuit Bijbels perspectief voor te leven.
1748
G1: Dat vinden we dus wel. Dat weegt heel zwaar. Want, het is niet normaal....Kijk, het speelt voornamelijk op
1749
het morele vlak. Seksueel gebied. Het is niet normaal hoe in heel veel programma’s wordt uitgebeeeld hoe
1750
jongesn of mannen over meisjes of vrouwen praten. Dat is niet normaal. Dat is niet een wegwerpartikel waar je
1751
even gebruik van maakt en de volgende dag afdankt en verder gaat. Dat is niet realistisch. En op andere
1752
vlakken, dat je het normaal vind...ook op homoseksueel gebied, dat is hoe dan ook onbijbels. Betekent niet dat
1753
je die moet afdanken, zo bedoelen we dat absoluut niet, maar het is ook niet bijbel.
1754
G2: Praktiserend
1755
G1: praktiserend. Ja, op het moment dat je alle avonden gaat zitten kijken, ja dan wordt dat normaal voor je. En
1756
daar hebben we gewoon...Dat weegt absoluut heel zwaar.
1757
G2: Maar ook op mysterieus gebied. Op magie en dat soort dingen.
1758
G1: ja, we hebben zelf...zeker de oudste twee, die waren als steeds iets aan het kijken elke keer...en dan heb je
1759
er even geen erg in. Vorige week of de week ervoor, OK, wat kijken ze nu op dat RTL-verhaal. Nouja, dat is
1760
echt...dat is zo schaamteloos. Zo goor en gewoon smerig.
1761
G2: Maar ook vloeken.
1762
G1: Ja. Dat je denkt ‘jongens, kom op. Doe normaal’. Tuurlijk, ook op m’n werk hoor je daar over praten. En ja,
1763
dat wordt dan door heel veel mensen bekeken. Ik vind het echt zulke waanzin en onzin, serieus, dat je je tijd
1764
aan dat soort zooi verknoeit. Dat is echt zonde. Dat is echt zonde. Interviewer: Jullie zeggen dan, bepaalde dingen die op televisie vinden jullie niet normaal. Dat is niet hoe jullie de realiteit willen weergeven. Maar je zou ook kunnen zeggen ‘dat is wel de realiteit’. Want het is bijvoorbeeld wel...
1765
G2: Ja, maar als hun het dus ook zien, gaan ze het ook als normaal ervaren. En dat is dus wat we tegen willen
1766
houden.
1767
G1: Het is niet...sommige dingen zijn gewoon niet normaal.
1768
G2: nee, dat is niet zoals het laat maar zeggen, ook wat normen en waarden aangaat...en dat heeft niets te
1769
maken met of je nou wel of niet kerkelijk bent. Maar er zijn gewoon dingen, dat hoort niet. Om een voorbeeld
1770
te noemen, dat was dat Expeditie Robinson. Dan zitten ze dus met vier personen in een bad. Weliswaar met
1771
badkleding aan, maar dat zijn drie mannen en een vrouw. En dat zijn dat soort dingen, dat ik denk ‘ja...’.
1772
G1: En met name, wat ze dan roepen of zeggen
1773
G2: ja, wat ze dan ook roepen en inderdaad, de gesprekken die daar dan worden gevoerd. Dat ik zeg ‘nee, nee’.
1774
dat proberen we te zeggen van, om het ook heel concreet te maken ‘hoe zou je het vinden als pappa of ik zo
1775
zou zitten?’. Om het even heel dicht bij..want dit is natuurlijk ver af, en dit zijn natuurlijk anderen die dit doen.
1776
Hoe zou je het nu vinden als nou, als moeder, met drie mannen in een bad zou zitten? En dit soort gesprekken
1777
zou voeren?’. ‘Het is gewoon banaal’. Weetjewel, zo. En dat ze ook bewust worden dat dingen die ze zien, dat
1778
dat niet...ja geen fatsoennormen zijn. Maar zien ze dat elke keer en wordt er niet over gesproken, gaan ze dat
1779
normaal vinden.
1780
G1: het is zo respectloos
1781
G2: ook wat betreft, relaties die gedaan worden. En buiten het huwelijk ook gemeenschap, dat soort dingen.
1782
Ja, wij leren...tenminste, wij geloven dat is iets binnen het huwelijk. Maar zien ze dat elke keer dat dat ook
1783
buiten het huwelijk, ja, dan gaan ze dat gewoon vinden. En de ene week, en de andere week heb je dat
1784
vriendje, en ja...het is gezellig en leuk en ik bedoel, gemeenschap dat wordt ook steeds vroeger gedaan. Dan
1785
denk ik van ‘...’
1786
G1: Kijk, wij hebben nu twee kinderen in de pubertijd. Dertien en veertien. Ja, dat is wel heel belangrijk, dat je
1787
daar, dat je probeert om dat beeld niet stuk te maken, en dat gebeurt gewoon in allerlei programma’s.
1788
G2: het is ook wel heel moeilijk om het ook, in liefde ook, laat maar zeggen....want je hebt al gauw, dat je zegt
1789
van ‘ik wil niet dat je dat ziet.’Of ‘dat mag niet van mij’. Maar dat je het ook heel goed beargumenteert naar
1790
hun toe, want ze willen gewoon duidelijkheid. En ze willen gewoon weten....en ook daarin probeer ik, ja ik..jij
1791
iets minder....maar dat je ook bewust maakt van ‘hoe zou je het vinden als ik als moeder zijnde zomaar met
1792
man en allemaal zo’n relatie heb?’ Interviewer: dat is hoe je de bewustwording doorgeeft?
1793
G2: Ja, dat je het gewoon heel concreet maakt. Ik kan het wel hebben over iemand op straat. Maar dat is voor
1794
hun niet concreet. Dat voelen ze niet. Als ikz eg ‘hoe zou je het vinden met, ik zou het ook heel dichtbij kunnen
1795
nemen, mijn zwager zo zou omgaan zoals dat op die televisie of in die films omgaat...hoe zou je dat...’? dat is
1796
niet no....wat de norm, ja...snap je wat ik bedoel?
1797
G1: Kijk, en dat...een van de grootste bezwaren op het morele vlak. En dat is ook binnen de kerk voor
1798
gewaarschuwd word. Gelijkvormigheid. Wereldgelijkvormigheid.
1799
G2: we zijn toch apart gezet.
1800
G1: Maar dat dus heel sterk weegt. Interviewer: ja, er is altijd soort schaal van in hoeverre wil je in de wereld zijn en in hoeverre wil je er afstand van houden? En ook naar je kinderen toe, in hoeverre wil je ze beschermen en ik hoeverre wil je ze toch ook wel laten zien wat er in de wereld te koop is....waar zouden jullie jezelf willen plaatsen in dat (???)?
1801
G2: Ja, ik vind dat wel heel moeilijk om er een bepaalde schaal in te hebben, want je leeft in de wereld. Je bent
1802
van de wereld, laat ik het zo zeggen. Maar je weet ook dat je, dat dit niet het einde is. Je moet door het leven
1803
heen. En dan is het belangrijkste van ja, hoe gaat het als jij aan het einde van je leven bent. Dat dat ook het
1804
belangrijkste is end at je niet dus in alles meegaat met wat er in de wereld gebeurd. Dat staat natuurlijk ook in
1805
de bijbel. Zeker ook omdat je afgezonderd bent, doordat je in een christelijk gezin geboren bent, ja, heb je een
1806
aparte positie. Maar je kunt ze ook niet wereldvreemd maken. Je kunt ze ook niet buiten de wereld houden.
1807
G1: Kijk, je hebt hoe dan ook...of je nou wel of niet christen bent, maar als christen helemaal...de plicht om te
1808
doen wat ervan je verlangt wordt. En daarmee bedoel ik, de gaven en talenten die hebt...als je gaat werken,
1809
dan moet je dat zo goed mogelijk doen, dat is je plicht...maar er staat nergens ‘carpe diem’, pluk de dag. Dat
1810
dus weer niet. Bid en werkt. Ik kan daar ook gene percentagen aan hangen. En eigenlijk, het is ook niet
1811
belangrijk. Wat Agnes* al zegt, het is niet belangrijk tien, twintigg of tachtig procent in de wereld staat, of
1812
honderd, eigenlijk is...
1813
G2: Je maakt deel uit van de wereld, maar...
1814
G1: Je bent hier maar heel even. Of dat nu vijftig of honderd jaar is, je bent hier maar heel even.
1815
Als je dat op totale tijd ziet, dat gaat nergens over.
1816
G2: Dan is het de bedoeling dat je die gave doet, die jij gekregen hebt. Waarvoor jij op de wereld bent. En dat
1817
weet je misschien niet concreet. Dat je zegt van ‘...’, hoe hoe moet ik dat nu zeggen?
1818
G1: ja, maar alles wat je doet, doe dat zo goed mogelijk
1819
G2: (niet om te verdienen) Maar dat je wel laat maar zeggen voelt dat je hier eigenlijk een vreemdeling bent.
1820
Want het is niet zo dat het leven opzich dat dat ‘haal eruit wat erin zit’. Interviewer: (artikel Egas, samenvatting, kijk geen televisie ook niet op andere manieren. hij noemt ook argument bijbels vreemdelingschap moet aanhouden. Hij geeft ook als argument tv kijken op andere manieren is een hellend vlak)
1821
G1: ja, ik ben heel erg van ‘onderzoek alle dingen en behoud het goede’. Dus hij mag het vinden maar hij moet
1822
me niet vertellen wat ik wel of niet moet doen. Dat vind ik leiver zelf uit. Interviewer: maar wat vind je van wat hij zegt? Het argument an sich?
1823
G1: Ja, nou ik kan daar niet helemaal in meegaan. Want, kijk, het verschil met tv...kijk via internet is veel meer
1824
bereikbaar dan ooit via tv beschikbaar is geweest....dus als je het zo stelt, moet je eigenlijk zeggen ‘ jongens,
1825
neem geen internet aansluiting’. Maarja, dat kan ook niet. Dat is praktisch gewoon niet haalbaar. Tien jaar
1826
geleden misschien nog wel, maar nu niet meer. Dus dan moet je gana kijken ‘hoe kan ik dat dan op een andere
1827
manier gaan inrichten?’. Nou, in ons geval, wij hebben Kliksafe, maar er is een Filternet, Solcon, er zijn
1828
verschillende partijen die een filter aanbieden. Op het moment dat je daar gebruik van maakt, dan is er...al
1829
hangt het van welke provider je kiest...beperkt de mogelijkheid om tv te kijken..nou, prima. Ze hebben daar
1830
eigenlijk geen problemen mee. Dus in die zin, snap ik..eigenlijk is het een beetje terugkomen op waar het net
1831
over ging. Je moet natuurlijk niet wereldvreemd worden. En je kinderen ook niet.
1832
G2: Maar je moet wel in de gaten houden, want wat hij noemt, dat hellend vlak. Daar moet je wel heel alert op
1833
zijn. Ik kan wel iets voorstellen wat hij bedoelt met dat hellend vlak. Want dat is ook iets wat je gewoon
1834
gevonden wordt, dus dan ben je weer toe aan een nieuwe uitdaging. Dus je gaat weer wat anders zoeken. Dat
1835
je daar heel, ja, dat merk ik ook wel bij de kinderen. Dat dat...het is steeds..ze gaan toch iets anders verzinnen.
1836
Want ze hebben dan, nouja Jeugdjournaal is dan elke dag nieuws dus dat blijft dan wel aardig interessant.
1837
Maar ze hebben ook een poosje gehad dat ze geen Klokhuis keken...heb ik overigens ook wel wat kanttekening
1838
bij, maar goed dat is een ander verhaal. Ja, weetje, ze gaan op een gegeven moment ook weer andere dingen
1839
zoeken.
1840
G1: maar dat is goed, dat moeten ze onderzoeken
1841
G2: Jawel, maar dat je daar dan wel...Kijk als je ze dan de gang laat gaan, ze komen dan via school van andere
1842
kinderendie wel tv hebben of meer mogen of geen filter hebben, komen ze natuurlijk op dingen geattendeerd
1843
van ‘joh, moet je eens kijken’of wat dan ook. En hou je daar geen ‘controle’over. Dat vind ik dan weer een vrij
1844
zwaar belastend woord. Maar meer, hou je daar dan geen overzicht over en kijk je niet met ze mee, dan
1845
ja...dan is dat inderdaad een hellend vlak. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.
1846
Interviewer: Ja, jullie hebben nu filters. Maar een beetje naar de toekomst kijkend, dat de smartphones steeds
1847
meer komen. Worden ook goedkoper. En daar kan ook internet aan. Hoe kijken jullie tegen die ontwikkeling
1848
aan, want over een paar jaar zijn jullie kinderen net wat ouder.
1849
G1: nou, die oudste heeft nu al een I-phone dus...
1850
G2: er zijn dingen inderdaad die hij kijkt...
1851
G1: Kijk, thuis...we hebben bewust, we betalen z’n abbonement, ik heb bewust internet geblokkeerd via de
1852
GSM. Hij kan hier via het wifi-netwerk gewoon internetten op z’n mobiel. Maar dan moet íe via dezelfde
1853
provider. Interviewer: Hij kan niet ergens anders internetten?
1854
G1: ja, tuurlijk, als íe bij de MacDonalds zit kan íe internetten. Ja, hoe realistisch is het dan dat daar
1855
op...misschien...Weetje, je moet ook vertrouwen hebben. Interviewer: maar geen standaard internet op z’n mobiel?
1856
G1: nee, dat heb ik bewust geblokkeerd. Kijk, want op enig moment, de oudste is nu veertien, op enig moment
1857
moet ook hij daar weer z’n keuzes in maken. En dat is ook goed.
1858
G2: Kijk, en hier thuis zit hij ook weleens dingen te kijken op z’n I-Phone. Voetbal, hij vind voetbal leuk. Zelf zijn
1859
we er gewoon niet voor. Dat probeer je ook duidelijk te maken. Maarja, als hij boven op z’n kamer zit. Ik heb
1860
daar niet constant...Hij weet dat wij het niet fijn vinden en dat we het ook liever niet hebben. Dus dan is het op
1861
dat moment ook zijn keus. Binnen bepaalde....Dat betekent niet dat hij al het andere wel mag gaan zitten
1862
kijken, snapje wat ik bedoel? Maarja, dat je ‘m bewust....Net als wat ik al eerder zei, dat je ‘m bewust probeert
1863
te maken, allemaal, over wat ze kijken en wat ze zien of dat ook moreel en verantwoord is. Ja, dat ze gewoon
1864
gevormd worden. Maar ze zullen daar toch zelf keuzes in moeten maken op een gegeven moment.
1865
G1: Kijk, en waar je ze dan een beetje mee probeert te helpen, is dat datgene wat in allerlei films en series
1866
getoond wordt, dat dat niet realistisch is. Met name, dat speelt in de pubertijd, hoe je als jongen en meisje met
1867
elkaar omgaat. Dat is niet representatief.
1868
G2: Maar ook zo’n programma over iemand die heel dik is en zwaar weegt, die moet dan binnen 300 dagen
1869
afvallen. En dan zeggen ze ‘ja, dat is toch geweldig?’. Ik zeg ‘ja, maar die persoon heeft een probleem. En moet
1870
je daar dan entertainment van maken?’.
1871
G1: dat is het natuurlijk, alles moet entertainment zijn in Nederland. Niet alleen in nederland, maar....Het is zo
1872
ziek. Het is echt ziek, vind ik. Interviewer: ja, dat is wat je eerder ook tegen televisie werd ingebracht
1873
G1: (noemt voorbeeld programma, ‘Geen cent te makken’, Rene Froger gaat 3 weken van paar honderd euro
1874
leven) Het is zo ziek. Echt zo ziek. denk ik ‘jongen, doe toch normaal man. Stop het geld dat je verdient in de zak
1875
van iemand die het echt kan gebruiken, maar ga er niet mee te koop lopen’.
1876
G2: want de eer gaat naar Rene Froger. ‘Kijk, wat hij doet’. En dat geldt nu ook voor Tatjana, Patricia Paay en
1877
die andere. Er wordt...’Kijk eens, wat hun doen’. Dan denk ik van ‘ja, de eer gaat naar hun. Geef het geld dat
1878
verdiend wordt met het programma en wat je erin steekt, geef dat gewoon aan dat doel’. Interviewer: (artikel Andries Knevel, boekje de Wereld in huis: “als je selectief kijkt, is daar ook wat voor te zeggen want dan leer je je o.a. je kinderen ermee om te gaan”)
1879
G2: Maar je ziet bij hem ook dat hellend vlak. Want zo was zijn argument toen, maar nu staat hij er heel anders
1880
in. Snapje... dat argument dat dominee Egas dan noemt van dat hellend vlak. In die jaren is hij natuurlijk
1881
wel....ja, en dan kun je zeggen ‘ja, de wereld verandert’, maarja in principe ‘God verandert niet en die waarden
1882
en normen’. Snapje?
Interviewer: Ja, wat Knevel nu zegt...en het gaat niet echt om de persoon Knevel...maar zijn punt. Het verbaast hem niet dat er in bevindelijke kring nu via internet wordt gekeken, en hij denkt dat dat komt omdat de bezinning ontbrak. Dat eerder de televisie zo radicaal is afgewezen dat eigenlijk nooit op die manier echt heel erg de bezinning is geweest van ‘welke argumenten zijn er dan voor en tegen?’. Maar gewoon ‘ja, dat apparaat moet gewoon de deur in’. En met internet is dat natuurlijk anders...
1883
G2: Ja, dat kan ik me wel voorstellen
1884
G1: ja, dat klopt
1885
G2: Ja, want dat was gewoon van de duivel. De televisie was van de duivell.
1886
G1: Onze ouders, zeker toch wel mijn ouders....die zijn weer van een andere generatie dan m’n
1887
schoonouders...die denken er wel op die manier over.
1888
G2: Als je een televisie in huis had, dan had je de duivel in huis
1889
G1: maar kijk, dat gaat nergens over. Het is een stukje techniek en meer niet. Het gaat erom wat er doorheen
1890
komt. En kijk, op het moment en wij zijn niet zo krachtig en met ons nog heel veel, dat je zo’n ding neerzet...wij
1891
kunnen niet selectief kijken. Ook niet met kinderen in huis. Als dat ding er staat, gaat íe aan. Klaar. Zodra de
1892
eerste uit school komt, gaat íe aan en zodra we naar bed gaan ’s avonds zou die uitgaan. Interviewer: En herkennen jullie voor jezelf dat de bezinning ontbrak?
1893
G2: ja, ik denk het wel
1894
G1: ja, jawel. Er was geen argumentatie waarom.
1895
G2: nee, het was gewoon van de duivel en het hoorde niet.
1896
G1: Kijk, en daarom proberen we nu met onze kinderen toch een stukje bezinnning en bewustwording waarom
1897
wij er op die manier mee omgaan zoals we ermee omgaan. Kijk, en uiteindelijk, zodra zij het huis uit zijn, dan
1898
moeten zij daarin ook weer een keuze maken.
1899
En die keuze is goed. Ik bedoel, dat is dan hun keuze.
1900
G2: en we hebben het er dan weleens met de jongens over en dat ze zeggen ‘die en die’...ook binnen de
1901
kerk....’die mag dat allemaal wel en die heeft geen gefilterd internet’, en dat soort dingen..ja, dat we ook
1902
zeggen ‘luister eens, we hebben ook een belofte afgelegd bij de doop dat je ook naar Bijbels perspectief je
1903
kinderen probeert op te voeden en daar horen dit soort dingen gewoon niet bij, anders te besteden, ook
1904
bewust’. Maar dat je zegt van ‘...’, wat wou ik nou zeggen? Ik ben het even kwijt Interviewer: Wat je je kinderen wil meegeven
1905
G2: dat ik bedoelde te zeggen, dat een ander....Ik kan het niet doen met een argument van een ander. Maar
1906
dat wij zelf ook verantwoording moeten afleggen aan God, wat hebben wij onze kinderen meegegeven. En daar
1907
maken we ook fouten in. Hebben we ook tekorten in. Dat geef ik ook eerlijk toe. Maar dat we ook tegen de
1908
kinderen zeggen van ‘het is voor ons veel makkelijker om jullie gewoon je gang te laten gaan. Dit kost ons heel
1909
veel moeite’.
1910
G1: het is lastiger om ‘nee’te zeggen dan ‘prima, ga je gang maar’.
1911
G2: Maar dat was wat ik wilde zeggen. Dat je dus de plicht en de verantwoording hebt, door de belofte die je
1912
gedaan hebt. Snapje?
Interviewer: Ik ben ook beetje door m’n vragen heen. Misschien een laatste vragen. Kijken jullie ook op zondag televisie?
1913
G1: Nee
1914
G2: Nee, zondag is echt de dag dat het gewoon..gewoon niet.
1915
G1: Op zondag blijft ook eigenlijk....of niet, eigenlijk....blijft ook de computer uit. Klaar. Gelukkig. Interviewer: ja, ik ben een beetje door m’n vragen heen. Maar ik weet niet of jullie zelf nog iets hebben op te merken of willen vragen?
1916
G1: Wat vind je ervan? Je spreekt nu her en der mensen die voor jou misschien in een hele andere wereld
1917
zitten?
1918
(onderbreking opname) Interviewer: Ik had nog een vraag, ik bedenk me dat ik iemand heb gesproken die zei ík vind dat er echt een gat in de bezinning is, want iedereen doet maar wat, binnen de kring, binnen de school’. Herkennen jullie dat als probleem voor jullie zelf?
1919
G1: Nou, kijk, ondanks dat we een redelijk klein groepje zijn, zijn er ook binnen die redelijk kleine groep nog
1920
heel veel stromingen. (noemt voorbeeld 7 verschillende reformatorische scholengemeenschappen. Guido de
1921
Bres is compleet andere sfeer dan weer andere reformatorische scholen). Dus in die zin, een gat in de
1922
bezinning? Ik begrijp wel wat er bedoelt wordt, maar dat heeft meer te maken met de omgeving waar mensen
1923
wonen. of je nu in Veenendaal zit of in Rotterdam, dat is gewoon een wereld van verschil. Kijk, en die mensen
1924
begrijpen elkaar dan ook niet altijd. (voorzitter Lodesteijn, die is conservatief, bestuursvoorzitter Wartburg die
1925
zit in heel andere omgeving. Die ziet wat er in Rotterdam gebeurt. Ja, als je gewend bent te praten vanuit Dorp
1926
Veenendaal, of stad Rotterdam. Dat is wereld van verschil. Dan is er ook verschil in bezinning. Hier in westen
1927
van het land met andere invloeden te maken dan als je in Staphorst woont Interviewer: maar voor jullie is dus niet dat je zegt van ‘nou, er zou wel iets meer guidelines of handvatten...’
1928
G1: Nou, wat wel prettig zou zijn...dat heeft meer te maken met...kijk, wij hebben natuurlijk dominees die daar
1929
toch worden geacht richting aan te geven. Maar die ook niet....soms, een vertekend beeld hebben van de
1930
werkelijkheid. Als jij gewoon aan het werk bent of op school zit, vol aan het leven deelneemt in de zin dat je
1931
gewoon je bezigheden hebt, dan maak je hele andere dingen mee dan als je op de Veluwe in je pastorie zit. Dat
1932
moet je niet rot opvatten, maar sommige mensen kunnen gewoon...terwijl die geacht worden gids te zijn...als
1933
ze niet het contact hebben of het dagelijks meemaken, ja dan staan ze ook wat ver weg van de werkelijkheid.
1934
G2: Nou, ja, er zijn dominees die weten wat er in de wereld speelt. Ook binnen onze kerk. Onze dominees die
1935
hebben natuurlijk voor ze dominees werden, gewoon aan de maatschappij deelgenomen. Voordat ze dus naar
1936
de theologische school ging. Er zijn er die komen uit het onderwijs, binnen reformatorische kring, heel
1937
beschermd. Maar er zijn er ook bij, ik noem er maar een...die komt uit de steigerbouw. Dat is wel heel wat
1938
ander. je weet wel wat er speelt. Je weet wel wat er op de jongelui afkomt. Dat betekent niet dat hij dat
1939
goedkeurt maar hij begrijpt wel, en hij begrijpt ook dusdanig hoe hij ze moet waarschuwen voor die
1940
verleidingen. Dat is het verschil.
1941
G2: Kijk, ook bij ons geldt, zoveel hoofden, zoveel meningen.
1942
G2: En je zal toch zelf...Ieder zal het voor z’n eigen moeten verantwoorden.
1943
G1: Kijk het is prachtig dat het RD een Andries Knevel aan het woord laat. Dat juich ik ook van harte toe. Alleen
1944
70% procent van de RD-lezers herkent zich helemaal niet in het beeld dat een Andries Knevel schetst. En dan
1945
komt er iemand anders aan het woord, zegmaar een van de zwaardere voormannen, ja er dan herkent 50%
1946
zich weer niet in. Ze horen en begrijpen wel wat die man zegt en schrijft maar die denken ‘ja, van welke planeet
1947
kom jij?’
1948
G2: maar ik vind, je kunt het lezen. Ik heb ze ook allebei gelezen. En ik heb uit allebei heb ik dus dingen die ik
1949
voor mijzelf en voor ons, van ‘ja, daar vind ik me in. En dat stukje daar vind ik mezelf ook in. Dat is ook
1950
herkenbaar.’ Dus, dat is wat Johan ook bedoelt, zoveel mensen, zoveel hoofden, zoveel zinnen....Ieder zal het
1951
voor z’n eigen moeten verantwoorden. En het gaat ook niet om die uiterlijkheden. Dat zegt Paulus ook in de
1952
Bijbel. Tuurlijk, het is wel belangrijk, maar de kern is nog altijd de bijbel en het woord van het evangelie, dat is
1953
het belangrijkste. [einde interview]
Interview 8 Gegevens Respondent:
Familie H
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 5 kinderen, oudste is 10, jongste 1,5
Kerklidmaatschap:
Gereformeerde Gemeente
Datum:
24 november 2011
Tijd:
48 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
Interviewer: (intro tot 3 min) Ik begin altijd met een vrij open vraga. Of u zou kunnen omschrijven hoe u in uw gezin omgaat met televisie kijken via internet.
1954
H: uhm, ik vind...als je tv kijkt via internet, doe je veel bewuster een keuze maken naar dat of wat je kijkt. Want
1955
daarna, als je dus aanklikt op een bepaald programma, daarna stopt het hele verhaal en dan komt er niet
1956
onverwacht iets anders nog tevoorschijn wat je dus niet aangeklikt hebt. En dat vind ik een heel belangrijk
1957
punt. dat je dus heel goed, zelf, bewust kunt kijken. Interviewer: en kijken jullie dan veel of weinig?
1958
H: nee, niet zo heel veel Interviewer: zou u dan kunnen omschrijven hoe een televisie-kijken-via-internet-week eruit ziet?
1959
H: dat is verschillend volgens mij, want ik zie wel meer mensen kijken. Maar in de week hebben we nooit
1960
zoveel tijd. Dus dat is of ’s vrijdag of zaterdag ’s avonds. En dan kiezen we heel bewust vaak actualiteitdingen.
1961
Daar zijn we zelf in geinteresserd. Ja, verschillende dingen, bijvoorbeeld van de EO die onze interesse hebben.
1962
Dat vinden we ook wel leuk. Of bijvoorbeeld zoiets als ‘Achter het nieuws’, en wat heb je nog meer? Mijn man
1963
wil nog weleens iets van sport zien. Maarja, zo vaak is dat eerlijk gezegd niet. Interviewe: Want hebben jullie een laptop of een vaste computer?
1964
H: een laptop Interviewer: een laptop. En waar staat die dan?
1965
H: in de kast. Altijd. En dat is heel bewust gekozen. Want ik heb zo vaak gezien, als ze vaste computer hebben.
1966
‘Oh, een computer’. Nee, dat hoef ik dus niet. Daar ben ik dus helemaal niet van. Want ik ben al geen
1967
computerfanaat. En, het haalt een hoop sfeer uit je huis weg. En altijd dat gegaap naar dat beeld, ze gaan maar
1968
naar buiten gewoon. Dus we hebben bewust voor een laptop gekozen. Daar ga je bewust achter zitten. Je zoekt
1969
bewust. je bent dan echt specifiek naar iets aan het zoeken, maar niet van, ‘oh, we gaan voor de lol nog even
1970
achter dat ding zitten’, zoals ik bij heel veel mensen zie. Interviewer: En dan kijken jullie met z’n allen op de bank of hoe gaat dat dan?
1971
H: ja, ja. Interviewer: Ok. Ja, u heeft dan geen televisie. Kunt de argumenten geven waarom u geen televisie heeft?
1972
H: Uhm, mijn man bijvoorbeeld die kan niet zo geweldig goed met tv omgaan. Zodra die een tv ziet, moet íe
1973
blijven zitten. Hij is van jongafaan opgegroeid met tv en er werd gewoon naar alles gekeken, wat of rot was
1974
incluis. En ik weet nog goed dat ik binnenkwam in die familie, ik dacht ...was een of ander programma en er
1975
werd gespot met de dood, en dat heeft me enorm gegrieft. Dat zagen ze niet eens. Nee, er werd om gelachen.
1976
Dat zagen ze niet eens. Als je doorvroeg wisten ze het gewoon helemaal niet. En dat heeft mij heel veel
1977
tegengehouden om een tv te nemen. Ja, daar heb ik gewoon een aversie door gekregen. Interviewer: door die situatie of van wat u zei van uuh...
1978
H: Door die situatie, daar. Want ik ken ook mensen, die kunnen dus wel bewust kijken. Maar hun absoluut
1979
niet. En dat kan mijn man ook niet. Vandaar is die computer een geweldige uitvinding op dat gebied want dan
1980
kan íe het wel. Dus er zit ook een hoop zelfdiscipline bij, dat is hem nooit bijgebracht op dat gebied. Interviewer: ja, u kwam er al op, maar misschien heeft u er nog meerdere redenen voor. Want u kijk wel televisie via internet. Ja, u zegt dan ‘mijn man die zelfdiscipline niet’, en dan wel kijken via internet. Kunt u aangeven waarom dan wel via internet? Want daar kun je bijvoorbeeld ook doorklikken. Ik weet niet hoe u daar tegenaan kijkt?
1981
H: Ja, dat is ook zo, maar het is wel zo, zodra er een tv staat wordt je automatisch gauwer geneigd van ‘jongens
1982
ik kan even kijken’. Als je dat van jongsafaan gewend bent. Maar nu moet íe de laptop eruit gaan halen,
1983
installeren. Nou, dat is gewoon een grotere haper. Ja. En er werd daar thuis ook nooit gediscusseerd over iets.
1984
Dus waar er naar gekeken werd, in ieder geval nooit naar actualiteiten. Dus waar je wat aan had om je geest
1985
nog eens...nee, dat was....dat werd niet bestudeerd. Interviewer: en bij u thuis?
1986
H: Wij hadden thuis geen tv. Niet vanwege dat m’n vader en moeder er zo op tegen waren maar ja, hun hadden
1987
het altijd druk. Maar als er gekeken werd, of wij luisteren dan vaak naar de radio, dan waren het actualiteiten.
1988
Dus ik was op een hele andere manier groot gebracht. Hoofdzakelijk actualiteiten. En als er een film gekeken
1989
werd, dan was het bijvoorbeeld een film van een boek van Marga Minco of zoiets. Maar niet van dat rare spul,
1990
die soap..Goede Tijden nog wat. Daar keken hun naar, dan denk ik bij mezelf ‘wat zonde van je tijd’. En dan
1991
voor zulke onzin. Neem me niet kwalijk. Interviewer: Maar televisiekijken via internet kost net zoveel tijd. Als je half uur televisie kijkt via internet kost dat net zoveel als half uur via de televisie doet. Hoe kijkt u daar tegenaan?
1992
H: Opzich wel, maar sowieso doen wij het dus nooit elke dag. En hoofdzakelijk of vrijdag of zaterdags. Net hoe
1993
druk is het nog? En dat scheelt gewoon heel veel. En bijvoorbeeld als je meer op actualiteiten gericht ben, dan
1994
zit je toch al gauw later op de avond. Vaak is dat zo. Interviewer; Ja, ik kom al op om welke redenen eerder de televisie buiten werd gehouden. Een van de argumenten, ik ben benieuwd hoe u daar dan tegenaan kijkt, is dat televisie, of dat nu via internet is of gewoon, dat is onderdeel van de beeldcultuur. En dat het een kwlaijke zaak word gevonden dat de beeldcultuur de woordcultuur verdringt. Want in de woorcultuur wordt veel gelezen, waaronder ook de bijbel. Beelden zijn vluchtig en kunnen mensen zich minder op God richten omdat God toch meer abstract is. Kent u het argument en herkent u zich daarin?
1995
H: Nou, sowieso, kijk dat vind ik een beetje....Dan denk ik bij mezelf, ja de meeste mensen lezen niet hele
1996
dagen in de bijbel. Tenminste, daar ben ik niet tegengekomen. Overal is een tijd van. dat zegt zelfs Salomo. De
1997
beeldcultuur...ik denk dat je daar zelf mede schuldig aan bent van ja, in hoeverre laat je dat dan ook komen.
1998
Want dan moet ook geen dia’s kijken en ook geen foto’s, want dan ben je dus ook niet met bijbelse zaken
1999
bezig. Interviewer: U ziet het dus niet als een kwalijke ontwikkeling per se als dat gebeurt?
2000
H: nee. Nee hoor, want de mens heeft wel z’n eigen verantwoordelijkheid. En we kunnen ons wel verschuilen
2001
achter ‘ja, maar dit en dat en zus en zo’. Ja, maar zo werkt dat niet. dat was in de bijbelse tijd net zo min. Want
2002
dan moeten ze nu niet gaan voorstellen dat ze in de bijbelse tijd nu allemaal braaf met de armen over elkaar
2003
zaten, want je kunt wel lezen dat dat absoluut niet was. Interviewer: OK, duidelijk. Ander punt dat tegen televisie werd ingebraht, was dat het ten koste gaat van het gezin en ook van de opvoeding door de programma’s die op waren en ja, ook de sociale contacten...
2004
H: daar zit wel een kern van waarheid in. Ja, dat kon ik dus goed vergelijken bij ons thuis of bij m’n man thuis.
2005
Bij mijn man thuis is het absoluut niet gezellig. Absoluut niet. Ook, nooit enige meninsgvorming daar. Nee, dat
2006
bestond daar niet. Interviewer: En hoe is dat met uw eigen gezin, bijvoorbeeld met televisie kijken via internet? is dat voor uw gevoel iets dat de gezinssfeer minder maakt of heeft het juist een positieve...?
2007
H: soms, het ligt eraan welk programma je bekijkt. Kijk, voor de kinderen doen we van die tekenfilmpjes. Dat
2008
vinden ze heel leuk. Maar hoelang laat je dat gebeuren? Is dat een hele avond? is dat een uur, is dat een
2009
halfuur? Dat is heel bepalend. En pak je dan wat anders? Pak je dan bijvoorbeeld een programma als Nederland
2010
Zingt ofzoiets? Dan komt er al wel heel iets van ders van óh, mamma dat is mooi’, of ‘dat vers ken ik ook’ en
2011
dat soort dingen meer. Dus dat is heel bepalend wat welk programma je voor je neus hebt. Interviewer: En u noemde al net even dat u man onder andere sport keek. Op televisie was dan, of dat was het argument, is heel veel amusement. En het is ontspannend, terwijl je beter nuttig bezig kunt zijn en amusement is absoluut niet op God gericht waardoor het toch beter is om geen televisie te kijken. Hoe ziet u dat?
2012
H: Ja, dan zullen ze ook niet naar de Wegwijsbeurs moeten en ook niet naar de Zeeuwese (//) beurs. Dat is
2013
idem dito amusement. Dus ja, dat vind ik heel vergezocht. En dan denk ik ‘ja, hoe ga je zelf met die dingen
2014
om?’. (vertelt anekdote leraar basisschool die gek was op Engels voetbal om hoe het gespeeld werd, niet om de
2015
personen op het veld. Alle kinderen in de klas stonden ervan te kijken). En toen zij hei ook, ‘ja maar er staat
2016
nergens in de bijbel dat je geen spel mag doen. dat staat er nergens in. Maar hoe doe je het?’. (Paulus had ook
2017
naar renbaan gekeken, anders kende hij lauwerkrans niet voor winnaar) Interviewer: Dus u heeft in die zin niet echt iets tegen amusement?
2018
H: nee. Interviewer: maar ik merk wel, en u bent niet de enige overigens, dat er vaak als er tv gekeken wordt dan is het actualiteiten. Dan is het functioneel. Is dat dan dat uhm...
2019
H: Het heeft met interesse te maken. En de opvoeding. Van hoe wordt je opgevoed. Bij ons thuis was altijd wel
2020
een discussie over ik weet niet wat. Je hoefde het niet met elkaar eens te wezen, maar je kon nog eens wat van
2021
een ander opsteken. En dat geldt ook voor heel breed vlak. Ook voor politiek. daar werd bij ons thuis heel veel
2022
over gesproken. Bij mijn man, daar werd nooit over politiek gesproken. (ze gingen wel naar de kerk maar hoe
2023
ze over geloof en politiek dachten, was heel vaag begrip).
Interviewer: Uhm, over dat sport kijken en veel actualiteit. Heeft u verder nog selectiecriteria van ‘dat dan wel, maar dat absoluut niet. Dat komt, ook al is het via internet, toch echt niet het huis binnen?’ Bepaalde zenders, kanalen, Youtube, Uitzendinggemist?
2024
H: Ja, uhm...waar ik altijd heel huiverig voor was voor de programma’s van de VPRO. Dat kon misschien zo goed
2025
niet wezen maar nee, hoe die mensen...vooral op de radio, spotten met het een en ander....nee, dat hoefde ik
2026
absoluut niet. En de VARA had ook van die figuren. Niet allemaal, maar die had van die figuren. En zo’n type als
2027
Paul de Leeuw, daar gruwel ik afgrijselijk van. Dat vind ik een vreselijk iemand. dat iemand daar naar kan kijke,
2028
naar zulke onzin. En ik weet niet of je nog meer van die types hebt... Interviewer: Waarom is dat dan dat VPRO en de VARA en bijvoorbeeld Paul de Leeuw, die dan bij de VARA hoort, er niet inkomen?
2029
H: ja, dat heeft vooral met te maken met het feit hoe zij zich afzetten tegen het christelijk geloof en vooral de
2030
bijbel. De bijbelse boodschap. Hoe hun dat te grabbel gooien, nee daar ben ik het absoluut niet mee eens.
2031
(merkt iets op over dat zij hun respecteert maar andersom dan niet gebeurt) Interviewer: Ja, (artikel Egas samenvatting, geen televisie kijken ook niet via internet want is hellend vlak.) Zegt u dat iets?
2032
H: ja, dat zegt me wel iets. Ik heb het artikel inderdaad gelezen en ken de predikant ook. Maar dat ben ik niet
2033
helemaal met hem eens, want de krant haalt ook stukken daar vandaan. Want ik ben heel vaak bij RD geweest
2034
want mijn vriendin die was daar journaliste, dus je wist wel hoe die krant opgemaakt werd, en als hun de tv
2035
niet hadden dan stond de helft niet in de krant. En dan moet je dat ook niet willen. Interviewer: Ja,dat gaat over hoe ze het zelf doen. Maar wat vind u van het argument dat het een hellend vlak...wat vind u van het...
2036
H: ja, dat kan hij vinden maar ik vind dat dus niet. Ik vind....Kjk het is goed dat jij z’n gemeenteleden beschermd
2037
maar aan de andere kant denk ik ook, ja maar je moet wel de maatschappij in. En je moet wel straks weet ik
2038
veel waar je nog eens te werk wordt gesteld. dan moet je wel argumenten hebben en dan moet je wel staande
2039
kunnen blijven. En dan kun je wel zeggen ‘ja dat mag niet’m, maar zo werkt dat niet. Je moet toch weer terug
2040
naar die eigen verantwoordelijkheden. Ga je die nu uit de weg of niet? Interviewer: Ja, hij zegt dan ‘je moet jezelf niet in verleiding brengen, omdat ja..de mens is dan toch zondig en die kan die verantwoordelijkheid niet aan.
2041
H: dan kun je beter met oogkleppen de wereld ingaan. Ja, zo denk ik daarover. ja, echt. Ik heb zelf 12,5 jaar in
2042
het onderwijs gezeten, het hoger onderwijs. En daar heb ik dingen gezien, kinderen die totaal niet voorgelicht
2043
werden door hun ouders, die zijn helemaal de verkeerde kant op gegaan. Omdat ze een hoop dingen niet
2044
wisten en ook geen verantwoordelijkheid moesten dragen van pa of moe. Ja, dan denk ik bij mezelf, ja...dan
2045
kwamen ze dus ergens, en dan sloegen ze helemaal door. Interviewer: en met geen verantwoordelijkheid dragen bedoelt u dan dat ze helemaal niks mochten?
2046
H: Ja, niks, echt helemaal niks. Ik denk niet dat dat de juiste beslissing is Interviewer: En hoe doet u dat dan als het gaat om televisie kijken met uw kinderen?
2047
H: Nou, bijvoorbeeld, zijn ze bij een ander en er is tv, dan zeg ikwel van ‘ik hoop dat je goed kijkt en eerlijk durft
2048
te vertellen wat je gekeken hebt, dat we er samen over kunnen spreken’. En vaak zien ze zelf al wel vanuit de
2049
opvoeding, ‘ja, er werden wel rare dingen gezegd. dat klopt toch niet helemaal’. En dan kun je er verder op
2050
ingaan. Maar je kunt je kinderen daar wel van weghouden, maar stel je voor, je komt in de stad. Komt je langs
2051
een tv-zaak, staan alle tv’s aan. Dan zou ik dan met gesloten ogen voorbij moeten gaan? Nou, dat is toch de
2052
omgekeerde wereld. Interviewer: Ja, want dat is dan...ja, eigenlijk praten met de kinderen erover en op die manier die eigen verantwoordelijkheid...Krijgen ze dan ook nog, mogen ze thuis alles kijken wat ze willen?
2053
H: nee, absoluut niet. Nee, en dat wordt ook uitgelegd waarom niet. (voorbeeld lid van de bibliotheek,
2054
uitdrukkelijk gezegd welk boek wel en niet mogen. B.v. Halloween is duivels dus komt er niet in en ook
2055
uitgelegd waarom) Interviewer: Nemen ze dat dan over of hoe werkt dat dan?
2056
H: Ja. Ja. Ik kon dat ook met voorbeeld aangeven waar ik dat op baseerde. (Klasgenoot gehad die glaasje
2057
draaide en zulke vreselijke dingen gebeurd en dat heb ik ze eerlijk verteld. En met halloween is hetzelfde.
2058
Voorouders oproepen. Puur heidens) Interviewer: hebben jullie dan nog regels als het gaat om televisiekijken via internet?
2059
H: we zijn er eigenlijk altijd bij. Ja, altijd. Interviewer: dus u kijkt altijd mee?
2060
H: ja, ja. Je hebt ook...het is geen losse verbindingm we hebben altijd een vaste aansluiting. We kijken via een
2061
draadje. Interviewer: Dus ze kunnen niet zomaar overal die laptop neerzetten
2062
H: nee, want dan zitten ze boven en dan kan ik het niet zien Interviewer: en hebben jullie ook een filter erop?
2063
H: Ja Interviewer: en welke?
2064
H: ja, via de KPN kun je ook verschillende filters erin bouwen en dat hebben we gedaan. Kijk, dat is natuuurlijk
2065
geen Kliksafe, maar Kliksafe is zo te omzeilen, want dat is gewoon een wassen neus. Dat geloven ze daar niet. Ik
2066
heb er verschillende gezien, en dat is helemaal niet zo moeilijk en je bent er zo voorbij die filter. Ja, dan denk ik
2067
bij mezelf ‘wat heeft het dan voor nut?’. Dan kun je net zo goed weer een andere doen, want dan heb je net zo
2068
goed filters die je kunt inbouwen. Interviewer: Ja, u kijkt nu dan nog mee. Ja, maar er is natuurlijk ontwikkeling dat er steeds meer smartphones komen met internet. Bent u..ik zou bijna zeggen...daar op voorbereid. Maar heeft u daar al over nagedacht. Uiteindelijk kun je niet alles uhm...
2069
H: Nee, je kan nooit alles tegenhouden. Maar dat konden ze vroeger net zo min. Toen gingen ze ook naar
2070
bibliotheek boeken lenen waar pa en moe niks van wist. Dat was gewoon. Ja, die smartphones. ja, bij ons
2071
hebben ze geen mobiele telefoon. Ten eerste mag het op school niet. En waarvoor hebben ze dat nodig?
2072
Nergens voor nodig. Kijk, dat het straks op een school nodig zou zijn. Nouja, prima, maar dan wil ik eerst nog
2073
weleens kijken wat voor telefoon. Maar die onzin dat je alles via je telefoon kan bereiken, dat is niet nodig. Ik
2074
heb zelf hele oude, kun je bellen en smsen. Nou, dat is toch prima.
Interviewer: ja, ik weet niet of u kinderen daar over paar jaar ook zo over denken. Want hoeveel kinderen had u?
2075
H: Vijf. De oudste is tien en de jongste is anderhalf. Interviewer: Uhm...Andries Knevel heeft ook reactie gegeven op de enquete. (samenvatting boekje, waarin hij zei misschien ook wel goed wel tv in huis, en dan verantwoord te leren kijken. Hij zegt ‘verbaast me niks dat er in bevindelijk kring televisie gekeken wordt via internet, omdat de televisie zo radicaal is afgewezen dat de bezinning erop ontbrak’.)
2076
H: ja, maar dat was niet helemaal. Het werd bij ons in de kerk ook afgewezen, want dan mochten ouders
2077
bijvoorbeeld hun kinderen niet laten dopen. Kijk dan bedenk je jezelf wel een paar keer. Zulke dingen. En ja, via
2078
internet, ze houden het niet tegen. Echt niet. Interviewer: herkent u het in uw eigen situatie? Speelt kerk een rol in dat u geen televisie heeft bijvoorbeeld?
2079
H: Ja, die bemoeit zich er wel enigzins mee. Maar ja, het is aan jou wat geef je voor antwoord? Ja of nee? En
2080
het is nog altijd wel zo, het mogen niet gaan heersen over de gewetens van mensen. Zo is het wel. En als je dat
2081
dan zegt, dan wordt het heel stil en dan zeggen ze ‘ja, je hebt wel gelijk’. Interviewer: dan wordt het stil?
2082
H: dan wordt het stil. Dan zeggen ze niks meer. Interviewer: want zegt u dat weleens tegen u eigen kerk?
2083
H: ja Interviewer: welke kerk is dat?
2084
H: de Gereformeerde Gemeente. Ik heb heel wat keren gevraagd wanneer ze nu eens de mensen gingen
2085
begeleiden in het bewust en computer- en tv-gebruik. Ik zeg ‘want daar mankeert het gewoon aan’. Je kunt wel
2086
alles verbieden maar dan is het deste leuker voor de meeste mensen om het juist wel te doen. Interviewer: en wat zeiden ze daarop? of wat is uw idee uberhaupt daarbij hoe ze dat moeten doen?
2087
H: ja, ik denk toch een soort van begeleiding van ‘jongens, dat je heel verantwoord bezig moet wezen’. Kijk, je
2088
kunt naar van alles en nog wat kijken....en bedoel ik ook prono, want dat doen er dus ook heel veel...en allerlei
2089
onzinnige films, terwijl dat totaal de werkelijkheid niet is. ‘Ga daar eens op in en zeg niet gelijk van ‘ja, nou,
2090
daar mocht je niet naar kijken’. Nee, vertel waarom. Wat is de reden. En stel er een alternatief tegenover.Maar
2091
zeker hier is dat nog een beetje een achterhaalde zaak. Er zijn er wel die daar wel bewust mee bezig zijn, maar
2092
dat zijn er eerlijk gezegd niet zoveel. Ik heb zelf het idee dat ze met de handen in het jaar zitten van óh help de
2093
tijd haalt ons in, en we weten niet hoed hoe we daar op moeten reageren’. Interviewer: en voor uzelf? Heeft dat via internet u overrompelt in die zin of is dat een bewuste keuze geweest?
2094
H: Ja hoor. Ja. En dan is het vaak ook nog zo, ja hebben we er behoefte aan, ja of nee? En het is wel zo, normaal
2095
gesproken keek hij elke avond met een tv thuis. Met die computer was het ineens anders. Hij is ook veel meer
2096
gaan lezen. Wat ik sowieso we nuttiger vind. En ik weet niet,de behoefte werd een stuk minder. Dus ja, dat
2097
vond ik wel opvallend. Interviewer: u vind lezen toch nuttiger.
2098
H: ik lees ook erg graag, dat scheelt. En ik heb probleem met m’n ogen. Met de computer en tv, dat bibbert
2099
teveel voor me ogen dus ik kan al sowieso al niet lang achter elkaar kijken want dan gaat het dus niet goed. Dus
2100
dat is voor mij al iets van ‘ja, jongens, ik kan dat toch niet zolang volhouden dus voor mij hoeft dat niet’. En als
2101
ik bijvoorbeeld iets interessants vind van een film, dan moet het iets uit de Tweede Wereldoolog zijn. Interviewer: en voor de kinderen. Ja, je zei dan bijvoorbeeld Halloween komt er niet in. Kunt u nog een aantal punten geven van, nou als het...op basis waarvan u zegt...?
2102
H: ja, porno. Absoluut niet. Dat...nee, en dat Halloween gebeuren. En ook dat Idols. Zulk soort ideoterie. Dat
2103
kinderen als het ware gedwongen worden in een volwassen keurslijf...ne, dat vind ik zulke belachelijke dingen,
2104
dan denk ik ‘doe gewoon’. Interviewer: willen uw kinderen al dingen kijken waarover uuh...
2105
H: SchoolTV willen ze al kijken. Maar dat kijken ze ook op school. En dan wordt er thuis ook wel gericht
2106
gekeken. Want ja, op SchoolTV komen ook heel veel dingen. Maar daar staan wel hele interessante dingen in.
2107
Absoluut. Interviewer: heeft u een idee dat u allemaal weet wat er allemaal te zien is...Komt u zelf met dingen bij u kinderen van ‘nou, dit kun je kijken?’
2108
H: Dat vragen ze weleens. Bijvoorbeeld ze vroeger toen, na aanleiding van het boek Snuf de Hond. Toen zei ik
2109
‘nou, dan zullen we eerst zelf die film eens kijken’. Ik heb die film gekeken, nou die vond ik dus drie keer niks.
2110
Het kwam totaal niet overeen met dat boek. Toen heb ik ook gezegd ‘nou, sorry die film daar heb je gewoon
2111
niks aan’. Dat boek is velen malen mooier als heel die film. Die doet helemaal geen recht aan dat boek. Interviewer: (andere films ook, waarschijnlijk Marga Minco ook)
2112
H: (nee, heel dicht bij boek. En ook Schindler’s list, heel erg goed) Interviewer: Dus als het heel dicht bij het boek blijft, dan...
2113
H: Ja, zeker als je het gelezen hebt. Anders denk je ‘hey jongens dat kom helemaal niet’. Dat verwacht je niet.
2114
Ja, Snuf de Hond ook. Dat is niet spannend die film. Het boek is tien keer spannender. (noemt voorbeeld van
2115
hoe boek en film verschillen). En dat vind ik bij de Kameleon ook. de boeken zijn tien keer leuker. Tien keer
2116
leuker, echt. Interviewer: U hefet toch liever dat ze de boeken lezen?
2117
H: ja hoor, en dat adviseer ik ze ook. Ik vind dat er hier in Nederland sowieso weinig goeie films gemaakt
2118
kunnen worden. Nu las ik in de krant dat er film over Nova Zembla is gemaakt. Nou, ik ben benieuwd. Ik heb
2119
diverse boeken erover gelezen maar ik geloof nu niet dat dat (???) overeenkomt met de werkelijkheid, nee. Of
2120
je moet Steven Spielberg laten doen. Die kan dat. Interviewer: Ja, even kijken...oh, ik ben nog een argument vergeten tegen televisie. Dat heel veel programma’s, geldt dan ook via internet, bijvoorbeeld op UitzenddingGemist, veel hebben een onbijbelse levensstijl en als je dat veel kijkt of als je dat kijkt, dan ga je eraan wennen en dan ga je dat misschien ook overnemen. is het idee. Is dat iest waar u zich in herkent van ‘nou, dat zou voor mij een bezwaar zijn om dan...’.
2121
H: nee, dat ligt er dan ook wel aan welk...waar kijk je naar? Dat denk ik wel. En dat vind ik dan met name met
2122
een hoop films. Maar, nouja, diverse..net als met Kassa, Ferry (???), ik zou niet weten hoe die leeft. Dat zou me
2123
eerlijk wezen. Ik zou het absoluut niet weten. En ik geloof ook niet dat die daarvoor zit. Hij zit daar om dat
2124
programma van onderzoek te presenteren. Ja, doet een beetje denken aan, nou, je stelt bepaalde mensen als
2125
een soort idool. Maarja, dat kan ook met boeken of met dominees of met weet ik wat hebben.
Interviewer: ja, maar soaps bijvoorbeeld of drama of ja, hoe er in het nieuws bijvoorbeeld tegen israel wordt aangekeken. dat is natuurlijk...of nou, niet natuurlijk...zoals de ‘wereld’ er tegenaan kijkt. Laat ik het zo zeggen, dat je in veel programma’s ziet hoe de wereld er tegenaan kijkt en dat je daardoor die wereldse visie op de werkelijkheid overneemt, om het meer algemeen te stellen.
2126
H: ja, daar is een kans voor. Maar dat geldt dan voor elk ding. Dan geldt het ook voor muziek. En ik denk dat je
2127
daarin ook gewoon begeleid moet worden. En ja, niet iedereen is hetzelfde. Niet iedereen die stelt Madonna
2128
als een idool. En zulke dingen. Dat geloof ik niet. En toch, iedereen, dat klinkt heel gek, of je nu kerkelijk bent of
2129
niet, iedereen heeft een soort voorbeeld voor ogen. Dat kan ook iemand uit familie wezen...Ja, ik weet het niet
2130
of dat nu zo nadrukkelijk aanwezig is. Er zijn inderdaad kinderen die bijvoorbeeld die kerel die zo kon
2131
vliegen...die zagen ze ook als een soort idool. Maar waarschijnlijk werd ook nooit verteld van ‘jongens, dat is
2132
helemaal verzonnen’. Maarja, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. En het is wel zo, dat is ook
2133
wetenschappelijk bewezen, die moorden op die scholen in Duitsland en Amerika, dat is wel via tv of
2134
computerspelletjes in werkelijkheid omgezet. Die waren gewoon heel de werkelijkheid uit het oog verloren. Interviewer: Ja, dat is ook beetje het argument met die beeldcultuur. Ja, muziek ook, maar dat beeld dan meer impact heeft.
2135
H: ja, dat heeft sowieso meer. Absoluut. dat is een feit dat ik zeker weet. Dat is wetenschappelijk bewezen ook.
2136
(noemt voorbeeld onderzoek sluikreclame coca cola in bioscoopfilm) Dat is wel zo. Interviewer: Ja, even kijken...ja, heb ik nog paar laatste vragen over selectiecriteria. Ja, ik vroeg me nog of wat betreft kanalen. je hebt UitzenddingGemist, je hebt verschillende omroepen die sites hebben, en bijvoorbeeld YouTube. Zijn daar nog dingen die komen er niet in of is dat allemaal ‘ligt eraan wat je kijkt?’.
2137
H: het ligt er wat of dat je kijkt. Maar YouTube kijken we bijna nooit. En, omroepen...ja, dat is dan de TROS, dat
2138
kijken we vaak. En toch ook wel ‘Kassa’ en dat is van de Vara. En hoe heet dat andere...’Radar’, dat is volgens
2139
mij van de Tros. NRCV en de EO. Want ‘Blauw bloed’ vind ik altijd leuk en dat vinden die kinderen ook mooi.
2140
‘Oh, prinsessen’, maar dan zeg ik ook ‘moet je luisteren. dat lijkt wel leuk maar of dat nu zo lollig is, dat weet ik
2141
niet’. Interviewer: en op zondag kijken? Nog niet..of niet, moet ik eigenlijk zeggen?
2142
H: Nee. Nee. Op zondag hebben we nog nooit gekeken. Ook nooit de behoefte aan gehad. Komt ook heel de
2143
computer niet boven tafel. Interviewer: Is dat een regel of...?
2144
H: dat is nog nooit geweest. Zelf bij mijn man thuis was de tv niet aan op zondag dus dat wil wat zeggen. Interviewer: (opmerking over regel vroeger thuis)
2145
H: ja, maar van dan niet dopen, terwijl we van diverse dominees weten, eigenlijk mag je dat nooit gesteld
2146
worden. Interviewer: je mag niet dopen?
2147
H: ja, als je bijvoorbeeld tv hebt, mag je kinderen niet laten dopen. Terwijl we van diverse predikanten weten
2148
van ‘ho, maar zo mag je dat niet stellen’.
Interviewer: ja, maar dat is volgens mij omdat...dat kerken dat soms doen omdat dan toch het idee is ‘de mens is zondig en moet tegen zichzelf beschermd worden’. Van bovenaf of tegen zichzelf te beschermen, net als ouders hun kinderen, probeert de kerk de kerkleden te...
2149
H: ja, maar ik denk ook als het ware, ja zijn jullie helemaal correct bezig? Ik denk het niet. Ik denk het zelf niet.
2150
Maarja, en het is nog per streek verschillend. Dat zou misschien ook wel uit onderzoek komen. Interviewer: Ja, ik heb maar tien gesprekken. Dat is een beetje weinig om uitspraken te doen over verschillen per streek. Dus dat zou ik niet kunnen zeggen, maar wat wel uit de enquete kwam...Mensen konden reageren op de stelling ‘een kerkelijk standpunt is voor mij richtinggevend’.
2151
H: voor een hoop mensen wel, ja Interviewer: maar dat nog veel mensen dat aangaven, dat was wel opvallend. En dat mensen aankruisten dat ‘het is goed dat televisie kijken op wat voor manier ook, geweerd wordt uit de gereformeerde gezindte’. Daar bijvoorbeeld 70 % daar ja op antwoordde, terwijl een deel daarvan het dan wel zelf deed.
2152
H: Ja, maar dat is heel hypocriet. Want als ze dan bij een ander zijn, wil je niet weten hoe ze staan te gapen
2153
want dan mag het wel. Dat vind ik zo vreemd. Interviewer: Ja,er zijn toch nog een aantal die dat zo doen, maarja. Ik denk niet dat ik dat boven tafel krijg met m’n onderzoek.
2154
H: ik denk het niet. Ik denk dat een hoop mensen het een en ander achterhouden. Interviewer: ja, nou goed, ze hebben wel enquete dan zo ingevuld. Weet u nog wat u bij die vraag had ingevuld?
2155
H: nee, dat weet ik niet. Maarja, wij hebben twintig jaar terug al gezegd ‘acch, moet je kijken over 50 jaar, dan
2156
heeft iedereen tv of zoiets’. Nou, het is dan internet maar dat is in principe...Internet, dat zei een predikant uit
2157
Amerika, ‘is uiteindelijk nog gevaarlijker dan tv. Want internet krijg je alles van de hele wereld binnen. Alles.
2158
Maakt niet uit hoe en wat. Nu zou je dus heel selectief moeten gaan kijken’. En dat is nog waar ook. Maar ik
2159
vind wel zo, een tv, die staat in de kamer. dan ben je gauwer geneigd om ‘oh, gauw even kijken’. Interviewer: ja, en als er dan..u, heeft nu nog een laptop in de kast, maar als er dan...stel dat er apparaat komt dat je digitale televisie hebt, maar dat je wel dat selectieve hebt van internet. Zou u dat apparaat dan aanschaffen denk u?
2160
H: weet ik niet. Ik denk het niet zomaar. Nee, ik denk dat het ook te maken heeft met de behoefte van...de
2161
mens. Dat denk ik wel. Ik heb zelf die behoefte helemaal niet zo. Nee. Ja, een ander misschien wel. Maar aan
2162
de andere kant denk ik bij mezelf, je moet niet gelijk denken ‘die mensen hebben een tv, nou die zijn helemaal
2163
fout bezig’. Kijk, wij kunnen veel grotere fouten hebben dan anderen. Ja, dat denk ik wel. [einde interview]
Interview 9 Gegevens Respondent:
Familie I
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 2 kndrn uit huis, 1 zoon van 23, 2 dochters 16 en 14
Kerklidmaatschap:
Christelijk Gereformeerde Kerk
Datum:
24 november 2011
Duur:
50 minuten
Interview afgenomen met:
vader en moeder
Bijzonderheden:
Interviewer: (intro tot 03.33) Ik begin altijd met een hele open vraag. Of jullie een omschrijving zouden kunnen geven hoe jullie in jullie gezin en jullie zelf omgaan met televisie kijken via internet?
2164
I1: Ja, nouzelf kijken wij nagenoeg niet. Alleen Els en Aline kijken regelmatig, af en toe eens via internet. Ja,
2165
programma’s via UitzendingGemist ofzo. Van huis uit hadden we allebei ook televisie, beide ouders. Dus we
2166
zijn er wel mee opgegroeid maar toen we getrouwd zijn hebben we ervoor gekozen om dat niet te doen. Dan
2167
nog niet eens zozeer omdat we zwaar principieel tegen maar gewoon omdathet een zinloze tijdvulling is en
2168
zoveel andere dingen te doen zijn waardoor je heel weinig kijkt. Interviewer: OK. Dus jullie kijken zelf niet en de kinderen kijken af en toe.
2169
I1: Ja. Je merkt wel dat dat in een loop van een jaar wel toeneemt. Het begint met ‘het kinderziekenhuis’en dat
2170
soort programma’s en dat verbeed zich wel een beetje. Ik heb ze vanavond onder het eten ook hun
2171
geinterviewd wat ze nu eigenlijk precies allemaal kijken. En dan zie je gewoon, ja, dat we niet echt duidelijk
2172
grenzen erin aangeven van ‘dit mag je wel zien, en dit mag je niet zien of zolang mag je kijken’. Dan zie dat dat
2173
zich wel iets verbreed in de loop van de tijd. Interviewer: Want gebeurt dat dan op een laptop of op een vaste computer, boven, beneden?
2174
I1: Ja, boven staat een vaste computer en ook af en toe op de laptop, wat ze doen. Interviewer: Maar is niet echt dat jullie meekijken of uuh...?
2175
I1: Nee, dat is echt heel zelden. Ja, een keer in de twee maanden misschien. (Noemt voetbalwedstrijden die
2176
dochters tijdje geleden keken) Ja, ik kijk wel eens stukje mee, vijf minuten. Maar ik ga er niet een hele wedstrijd
2177
voor zitten. Interviewer: en wat dacht u van het lijstje toen u het hoorde?
2178
I1: een aantal programma’s dat ken ik natuurlijk niet. Ja, een aantal programma’s waarvan ik denk ‘ja, dat hoort
2179
ook een beetje bij de leeftijd’. Ja, toen wij jong waren keken wij ook progrmma’s waarvan je nu zegt ‘ja, dat is
2180
ook pulp geweest’. Of we onderschatten de schadelijke invloed of we nuanceren het een beetje... Interviewer: Jullie willen de vrijheid er wel inhouden
2181
I1: ja, ook een bepaalde vorm van verantwoordelijk. Ja, als een stel zich op een innige manier aan het aflikken
2182
is, dan zeg ik er wel wat van maar van ‘is dit het nou?’. Ze weten wel hoe we erover denken, maar ze hebben
2183
wel een bepaalde mate van vrijheid om er zelf keuzes in te maken Interviewer: Want hoe denken jullie er dan over, als je zegt ‘ze weten wel hoe we erover denken.’
2184
I1: Nouja, als die soapachtige programma’s waar het vooral om relaties gaat of ja, erotisch getint waarbij dan
2185
niet echt, zegmaar. de verhouding hoe mensen met elkaar omgaan, die zijn in dat soort dingen heel erg
2186
aangedikt en niet heel erg realistisch. Denk ik. Maar misschien kijk ik te weinig om een objectieve mening te
2187
hebben. Maar, dat ze na een dag al met elkaar in bed duiken en al dat soort dingen. De omgang tussen man en
2188
vrouw is natuurlijk heel vrij. En vanuit onze Bijbelse lijnen vullen we dat anders in.
2189
I2: Maar ook het gewoon vinden van alle relaties die voorkomen, dat is natuurlijk...dat is wel realistisch, want
2190
dat is gewoon in de maatschappij ook zo. Maar dat laten we wel weten dat dat eigenlijk vanuit de bijbel gezien
2191
niet normaal is. Dat weten ze wel. Maar dat je dus die gewenning door het iedere keer maar zien en het
2192
normaal gaan vinden, ja daar wijzen we wel op. Dat is een beetje hierover we denken. Interviewer: Jullie verbieden het niet?
2193
I1: nee, nee
2194
I2: nee.
2195
I1: (wijdt uit dat dochter genre boeken met ‘spookje’achterop nu veel interesse voor heeft, zelf afvragen, dat is
2196
grensgebied maar we zeggen dan niet, die boeken mag je niet lezen. Maar tussen bedrijven door waarschuwen
2197
we wel, ‘pas op dat je...Onderwerp goed en kwaad mag wel belicht worden maar pas op dat je daar niet te ver
2198
in gaat’.) Interviewer: ja, u zei al, we hebben niet echt principiele redenen, toen jullie trouwden, om geen televisie hebben. Kunt u dat nog toelichten om welke redenen jullie dan geen televisie hebben?
2199
I2: ja, het grootste bezwaar wat ik tegen de televisie toen had, zonder meer, en dat heb ik nu tegen de
2200
computer is dat het eigenlijk je hele gezin gaat regeren op een gegeven moment. Zo heb ik dat vanuit huis
2201
ervaren. Ik was er natuurlijk zelf de dwarse puber in. Maar het gaf heel vaak wrijving, ruzies, en...ja, de tijden
2202
moesten aangepast worden aan bepaalde programma’s. En dat wilde ik gewoon niet. Dat was voor mij de
2203
reden om te zeggen ‘geen tv’, en daarom wilde ik bijvoorbeeld ook de computer niet in de kamer. Maarja, de
2204
laptop doet z’n intrede en... Interviewer: Die staat overal.
2205
I2: ja, precies, dus, ja. Op den duur hou je dat niet helemaal tegen, maar ik denk dat er wel voor het grootste
2206
gedeelte boven gekeken wordt. En daarvan zie ik ook wel het nadeel dat je er minder controle op hebt. Maar
2207
ja, ik wil gewoon niet dat het hele gezin geregeerd wordt door televisie en computers. Interviewer: Ja, we komen dan al op wel tv kijken op andere manieren, via internet. Hebben jullie daar dan nog specifieke argumenten of redenen voor om dat dan wel te doen?
2208
I2: Ja, het is natuurlijk...het is eigenlijk gegroeid met een aantal jaar geleden, twee of drie jaar geleden...mijn
2209
jongste dochter had heel veel interesse in medische kinderprogramma’s. En ja, dan vroeg ze weleens of ze dan
2210
een keertje mocht kijken. Nou, dat was dan een keer per week een halfuurtje ofzo. Dus ja, hebben we dat
2211
toegestaan. dat is ook een hele tijd alleen maar zo gebleven. Maarja, op een gegeven moment worden ze toch
2212
wel slimmer met allerlei dingen. En zo groeit het toch breder zonder dat je daar echt een bewuste keuze in
2213
gemaakt hebt. Interviewer: (artikel Egas, samenvatting. Geen televisie kijken, ook niet op andere manieren) Hij noemt dat dan een hellend vlak. Is dat iets waar jullie je in herkennen en delen jullie zijn mening in die zin?
2214
I2: Nou, ik ben het er wel mee eens, in die zin dat het een hellend vlak is. Dat je op een gegeven moment een
2215
uitbreiding ziet. Maar ik deel niet zijn mening dat de daarom dat niet moet doen. Alleen maar vanwege het
2216
hellend vlak. Interviewer: Ja, een van de argumenten tegen televisie...wat al een beetje aan bod kwam...is dat het wereldgelijkvormighei stimuleert. Omdat je inderdaad veel programma’s op op televisie, en ook dus op internet, een onbijbelse levensstijl laten zien en datje die sneller gaat overnemen als je daar naar kijkt. Dat je eraan went en en dat je het dan misschien uiteindelijk ook gaat overnemen. Hoe kijken jullie daar tegenaan? Want dat was een bezwaar tegen televisie? Is dat dan een bezwaar tegen via internet of niet? Of wel, maar dan toch...
2217
I2: ja, ik denk wel dat we het onderkennen en ook vinden. Maar dat dat ook voor internet geldt. Maar ik vind
2218
dat niet per definitie een reden om niet te kijken, want ik denk gewoon dat je ....ja, dat het bewust zijn er van
2219
belangrijker is dan als het kijken, zegmaar. Want in de maatschappij zie je ditzelfde. En dat is dan ook die
2220
wereldgelijkvormigheid, maar uhm...ja, hoe moet ik dat nu zeggen?....daarom is het juist belangrijk om het te
2221
doorgronden. Om het in te zien. In plaats van het maar klakkeloos aannemen. Dus ik denk wel dat die
2222
gelijkvormigheid heel zichtbaar is daarin maar ja, ik ben me daar wel van bewust dat dat juist een reden is om
2223
het niet te snel over te nemen. En dat hoop ik ook over te brengen.
2224
I1: ja, het hoeft niet alleen op bijbelse gronden. Laat ik twee voorbeelden noemen waarvan ik dan denk
2225
‘daarom wil ik het niet’. (voorbeeld Sinterklaas op tv zegt ‘jullie mogen vanavond je schoen zetten’) Dus dan
2226
wordt half Nederland daar vanuit de televisie gedicteerd van ‘die kinderen mogen hun schoen zetten’, en al die
2227
ouders hebben een porbleem want die moeten als een gek wat gaan organiseren. Terwijl ik dan vind die man
2228
moet dan zeggen ‘je moet aan je vader of moeder vragen of je vanavond je schoen mag zetten’. Hij passeert
2229
daar iemand mee. Ik denk dat heel veel programma’s zo vol zitten dat de gezagsverhoudingen of andere
2230
verhoudingen ondermijnd worden. En ook een stukje geweld in het nieuws bijvoorbeeld. Je kunt zeggen ‘ik wil
2231
nieuws kijken’, en dat is ook al beetje eenzijdig belicht denk ik, maar als je dan geweld ziet waar kinderen bij
2232
zitten dan denk ik’ze zien dingen die ze nog niet hoeven zien’. En of je dat nu op bijbelse gronden afwijst of
2233
niet, ik denk dat je gewoon emotionele schade aanricht als ze een hoop dingen zien. Interviewer: En hoe kijken jullie aan tegen het....want die dingen kun je bijvoorbeeld ook hebben tegen boeken..maar het argument dat televisie onderdeel is van de beeldcultuur en die gaat daarmee de woordcultuur verdringen. En waarin onder andere de bijbel geschreven is en ook gelezen wordt. of waarin uberhaupt meer gelezen wordt en dus ook de bijbel. Hoe kijken jullie daar tegenaan? Zien jullie dat als een gevaar? Dat ook gewaarschuwd wordt dat beelden veel meer impact hebben bijvoorbeeld en dat je niet meer abstract kunt denken, dat je het alleen nog maar in beelden kan. En God is bijvoorbeeld niet in beelden te vatten.
2234
I2: Nee, ik denk dat wel. Ik vind dat wel zo. Ik denk dat je dat ook wel zo ziet. En het is niet alleen de televisie,
2235
want heel de cultuur is tegenwoordig beeldvorming en in beeld. Maar ik denk wel dat het een nadeel is voor
2236
het lezen van bijbel.
2237
I1: Maar dat is niet alleen tv, dat is gewoon de over..De dag is compleet gevuld met allerlei prikkels waardoor je
2238
geen tijd meer hebt. ja, je bent bezig je zolder vol te stouwen, maar dat is net zo goed een belemmering om de
2239
bijbel te lezen als dat je twee uur achter een tv zit. De keuzes die je maakt en de welvaartsmaatschappij waarin
2240
je leeft, die er afbreuk aan doen. Ja, dat ligt veel breder dan het door de televisie zou komen. Ik geloof een
2241
Chineesspreekzoord dat een plaatsje meer zegt dat duizend woorden. Maar dat is ook een argument om het
2242
soms om te draaien. Dus het argument ‘God werkt alleen maar door woorden en door preken’, dat vind ik niet
2243
helemaal terecht. Dat vind ik te smal. Dat geloof ik ook niet. Nou, hoef je niet alles te versimpelen in plaatjes
2244
maar als je een kinderbijbel hebt, dan zitten die kleuteers er ook bij te wijzen en dat zit er een plaatje bij die de
2245
geest van het hele verhaal ernaast uitbeeldt. Dus dat sluit op elkaar aan en ik denk dat je op een verantwoorde
2246
manier je verhaal kunt ondersteunen met een plaatje. Interviewer: Uhm even kijken hoor. Jullie kijken zelf dan niet zo heel veel maar (samenvatting Egas, tegen televisie kijken via internet. Noemt dat je jezelf niet in verleiding moet brengen, beetje samen met dat het een hellend vlak is, ja toch het idee dat de mens zondig is en toch veel moeite heeft om zichzelf in bedwang te hebben en de verantwoordelijkheid te nemen). Hoe kijken jullie daar tegenaan? Tegen het idee van ‘je moet jezelf niet in verleiding brengen en dat doe je wel door televisie te kijken via internet’?
2247
I1: Ja, uhm.....ja, ik ben even aan het nadenken.....hoe ik dat uuh...Nouja, als je alleen zit en je zou alleen zijn,
2248
en dan televisie, ik denk dat ik dan persoonlijk wel in die verleiding zou komen. En ik denk zo af en toe ook wel
2249
aan die verleiding zou toegeven. Maar dat ik daar dan achteraf een schuldgevoel over zou hebben en voel ‘dat
2250
is niet goed, en dat moet ik niet doen’en op een gegeven moment daar ook wel grenzen inzet. Dus als we op
2251
vakantie zijn en er staat wel een tv in dat huisje, dan voel ik die zuigkracht wel maar dan geef ik er niet aan toe.
2252
Dus in die zin ben ik mezelf wel de baas. Maar ook dat vind ik een versmalling, als je alleen de televisie neemt.
2253
Als je naar de bibliotheek ga, en ik haal een boek, dan kan dat een christelijke roman zijn waar het er
2254
zoetsappig en goed aan toe gaat, maar ik kan ook een boek halen waar vloeken instaan. Nou, die leg ik sowieso
2255
weg, als het heel erg te gortig wordt. Dan wil ik het gewoon niet lezen. Maar ook de verhouding man/vrouw die
2256
daarin beschreven wordt, die kan ook te ver gaan, dat je het wel of niet leest. Dus die verleiding is gewoon
2257
breder dan op televisie. En ik voor mezelf....In RD stond van de week staat er dan weer zo’n paginabrede
2258
advertentie van College Style, met tien vrouwen op een rijtje die op hun allercharmants zijn aangekleed. En dan
2259
vind ik..die verleiden net zo als televisieprogramma’s kunnen verleiden. Die kunnen ook bergeerte opwekken.
2260
Hetzij bij mannen omdat een vrouw is, hetzij bij vrouwen om wat ze dragen. Dus ik vind dat de discussie ts
2261
impel dan worden. Want die verleiding zit ook vooral in de mens zelf en niet alleen in de omgeving. Je moet je
2262
er ook tegen wapenen. En je moet jezelf er ook wel tegen beschermen maar....Er wordt vaak in dat soort
2263
artikelen gesuggereerd ‘dat als je dat maar niet doet of dat niet doet, dan zit in een veilige omgeving’. Maar
2264
daarmee ben je er nog niet, dat is niet de kern van het probleem. Interviewer: Want waarmee zou je dan nog verder moeten gaan?
2265
I1: nou, ik denk dat je een persoonlijke relatie met God moet hebben. Met de Heere Jezus en Hem iedere dag
2266
moet bidden om kracht en om bescherming. Een relatie met hem, behoedt je voor het vallen in zonde. Althans,
2267
je valt dan nog wel in zonde, maar je leeft er in ieder geval niet op los. Net als met een relatie met een vrouw je
2268
als het goed is behoedt om met iedereen aan te leggen. Interviewer: Ik moet eerlijk zeggen dat het de eerste keer is dat ik dit hoor zeggen in de gesprekken. Dat een relatie met God je beschermt tegen die verleidingen.
2269
I1: ja, niet dan? Ja, ik weet niet wat je meer voor gesprekken gevoerd hebt, maar als dat niet het wezen is van
2270
onze reformatorische gezindte, dan zit er een groot ander probleem. Want dat is de basis en dat is de
2271
voedingsbodem. Dat moet je norm van het leven zijn. Tot eer van God en tot nut van je laatste, de
2272
samenvatting van de wet. En die normen moet je ook aanleggen in je omgang met tv en andere media. Interviewer: Ja, tot nu van anderen zei u al. Ja, heb ik nog op m’n lijstje van punten die eerder tegen televisie werden ingebracht. Dat veel televisieprogramma’s en ook televisieprogramma’s op internet een hoge amusementswaarde
hebben
en
ja,
eigenlijk
alleen
ter
ontspanning
gekeken
worden,
of
vaak....(onderbreking)...en ook dat het ten koste gaat van sociale contacten of wat je kan doen in de maatschappij. Hoe kijken jullie daar tegenaan? Wat is jullie mening daarover?
2273
I2: ja, ik vind opzich niks mis mee met dat het een hoge amusementsgehalte heeft, want ik denk opzich dat dat
2274
op z’n tijd ook best mag. Maar het mag niet zoveel tijd vragen dat je dus inderdaad voor andere dingen geen
2275
tijd meer hebt. Maar ja, dus in die zin ben ik het dus ook wel eens met dit argument. Maar het is niet zo dat ik
2276
denk van ‘nou, dat is nou echt het gevaar van de tv’. Nee. Interviewer: Voor u hoeven de programma’s die u kijkt niet per se heel functioneel of heel informatief te zijn?
2277
I2: Nee, nee, nee. Dat is ook goed, maar er mag ook best een stuk ontspanning inzitten. Je mag ook best voor
2278
de lol naar de tv kijken.
2279
I1: Ja, spelletjes doen en boeken lezen is ook een stuk ontspanning.
2280
I2: Ja, ’t is niet dat je er iets van moet leren.
2281
I1: En het is ook prioriteiten stellen. Ja, als je er voor kiest om ook een aantal maatschappelijke dingen te doen,
2282
ja dan heb je ook geen tijd om tv te kijken. Er zullen ook veel mensen zijn die het omdraaien, die willen tv kijken
2283
en daarom zijn ze ook maatschappelijk minder actief. Of ze hebben geen sociaal netwerk om zich om heen
2284
waardoor ze ook nooit gevraagd worden om maatschappelijk actief te zijn. Dat is misschien het probleem. Interviewer: Ja, (artikel Andries Knevel, samenvatting, hij heeft in jaren ’90 boekje geschreven waarin hij zei kan ook goed zijn om selectief te kijken want dan leer je er mee omgaan. Knevel zegt nu ‘ja, geen verrassing dat er in bevindelijke kring zoveel via internet televisie wordt gekeken, want de bezinning ontbrak altijd’). Ja, mijn vraag of jullie dat voor jullie zelf herkennen dat gebrek aan bezinning of bewust de keuzes maken
2285
I2: Nee, dat denk ik niet, want ik kijk echt nooit via internet naar de tv. Net zo goed, als ik niet naar...Ja, als we
2286
bij m’n schoonouders zijn dan kijk ik weleens naar de tv omdat íe dan aanstaat. En als we op vakantie zijn, maar
2287
nee...Bij mij, de keuze waarom ik geen tv heb, heb ik net zo goed voor internet. Dus dat is geen verandering.
2288
Alleen is het wel, naar je kinderen toe denk ik....Maarja, als er geen tv is kan er niet gekeken worden en er is
2289
wel computer, dus...
2290
I1: Ja, het komt het huis is als een bij-rpoduct van wat anders. En dat is bij televisie niet zo. Dat moest je echt
2291
bewust nemen. Tien jaar geleden had je ook een bepaalde groep, die kocht dan een videoscherm en een
2292
videorecorder. En die namen dan geen centrale antenne-aansluiting. Want dan konden ze wel de
2293
vakantiefilmpjes kijken ja, die brachten zichzelf ook in verleiding. En die huurden op den duur ook wel eens een
2294
film. Dus dat is..Maar nu is het als bij-product het huis in gekomen. Ja, geen bezinning? Ik denk dat wij voor
2295
onszelf wel een heldere visie op het medium film kijken of beeld kijken of hoe je het ook noemen wilt...of dat
2296
nu via tv of via internet komt, is niet zo belangrijk. Maar nu komt het in huis als een bijproduct. Nou, dat gaat
2297
wel sluipenderwijs. Interviewer: Ja, want je hebt ook nog de ontwikkeling met smartphones. Ja, jullie zitten er al niet bovenop dus dat zal dan misschien voor jullie wat minder echt heel erg zijn, maar hoe kijken jullie tegen die ontwikkeling aan? Als straks met internet....Ik weet niet of ze nu al smartphones hebben?
2298
I1: Ja, de oudste heeft wel een telefoon waar die een internetabbonement op heeft. En ja, die zit ook
2299
regelmatig op de bank achter dat ding allerlei dingen te doen. Je ziet gewoon dat het een hele....Dat het toch
2300
een hoop tijd kost.
2301
I2: Maarja, dat is hetzelfde als je met de laptop op de bank...
2302
I1: Ja, dat is alleen een andere vorm
2303
I2: Ja, en we hebben ook geen filter op de computer dus. In wezen kunnen ze boven net zo goed kijken als dat
2304
ze een smartphone zouden hebben. Interviewer: Ja, ik kwam een beetje op het stukje regulering van ‘hoe vertalen jullie jullie visie op het medium, naar jullie zelf en naar jullie kinderen’. Want hebben jullie nog bepaalde regels?
2305
I2: Die zijn ook verwaterd he?
2306
I1: Ja. Het is ook niet zo dat ze uren per dag televisie zitten te kijken. Of film. Of televisie via internet. Dus dat
2307
overschrijdt naar ons idee ook niet dat je zou moeten ingrijpen. Ja, een jaar of vijf geleden, de oudste twee,
2308
Maurits en Lianne die het huis al uit zijn, ja Maurits die controleerde ik nog wel regelmatig. En dan niet vooraf
2309
maar achteraf, dat ik de geschiedenis aan plaatjes en wat íe allemaal gezien had...En daar confronteerde ik hem
2310
ook wel regelmatig mee, als ik er wat tussen vond wat niet kon. En op die manier, ja ook wel een stukje
2311
gewetensvorming te doen. Dat druppelt denk ik ook wel door naar de andere kinderen Interviewer: Ja, hoe werkt dat..Gewetensvorming, wat moet ik me daar bij voorstellen?
2312
I1: Nou, als je aangeeft van ‘nou, je hebt dit gezien maar dat vind ik niet goed, en daar en daarom niet goed’. En
2313
ja, dan hoop je dat ze dat oppikken. En af en toe heb ik hem ook weleens een paar dagen of een week van de
2314
computer afgegooid. Dat íe er niet in kon, ofzo. Dat íe er niet op mocht. Interviewer: Maar filer. Is dat bij jullie een punt geweest van ‘wel of geen filter’nemen?
2315
I2: Nee
2316
I1: Nee, met datzelfde argument. Dat het A. geen voldoende bescherming biedt. Althans, ook daar wordt
2317
gesuggereerd dat je in een veilige omgeving zit. Maar die omgeving is misschien wat minder schadelijk of je
2318
hebt minder mogelijkheden maar dan op andere gebieden kom je in verleiding. Als ik naar sites van Mercedes-
2319
dealer kan en en alle (???)-modellen likkebaarden kan bekijken, dan ben ik net zo fout bezig. Dus ik vind dat
2320
een zwak argument. Plus dat ik er ook iets in vind zitten dat je...Ja, je wordt beperkt op een bepaalde manier.
2321
Hoe moet ik dat zeggen? Nou, die beslissingen wil ik zelf nemen. dat hoeft iemand anders niet voor mij te
2322
doen. Een soort knechting vinds ik erin zitten. Interviewer: Ja, maar wel zelf gekozen knechting
2323
I1: Ja, dat is zo, ja. Interviewer: Ja, even kijken hoor. Ja, hebben jullie nog kanalen of omroepen waar jullie dan wat minder spreken zijn bij jullie kinderen. Want jullie verbieden dan niet echt iets maar...
2324
I2: Nee, want ik moet heel eerlijk zijn, dat ik het gewoon zelf niet weet, eigenlijk.
2325
I1: nee, als je dan binnenloopt en er staat een RTL 4 icoontje op het scherm, dan denk je ‘hey, dat zal wel niet
2326
heel erg informatief zijn of opbouwen wat ze aan het kijken zijn’. En dan kijk ik een paar seconden mee en dan
2327
loop ik de kamer weer uit. Maar niet zo, dat ze wel naar de ene mogen kijken, de NCrV ofzo, en niet naar
2328
Veronic of SBS6. Nee Interviewer: En kijken jullie weleens samen, met het hele gezin..Dat het een sociale activiteit is, in die zin?
2329
I1: Nee. Daarom staat íe denk ik ook boven. Interviewer: (Ja, ik heb ook gezien mensen die bureau hadden met een bank ervoor gezet)
2330
I1: Ja, maar de beeldkwaliteit is ook een stuk minder. Het is toch een soort suggoraat. Ja, mensen die dat doen
2331
die beduvelen zichzelf. Die denken ‘ik kijk geen tv’, en nemen genoegen met een verkorreld beel, terwijl ze in
2332
principe hetzelfde zien. Interviewer; Ja, want zou dat nog een optie voor jullie zijn, dat er een televisiescherm komt hier ergens waar je dan op een televisie-kijken-via-internet-manier televisie kan kijken. Is dat een optie voor jullie als dat op de markt komt?
2333
I2: Ik zeg niet ‘nooit’ maar ik kan het me niet voorstellen dat die komt, nee.
2334
i1: nee ik begrijp de computer om te e-mailen, om informatie op te zoeken en nou, dan ga je achter bureau
2335
zitten waar zo’n ding staat. Maar dat hoeft niet vanuit de luie stoel bekeken te worden. Nee Interviewer: Oh, en kijken jullie op zondag trouwens?
2336
I1: Nee, nee, de computers blijven op zondag uit. daar hebben we wel een duidelijke grens in. Maar zoals Bas,
2337
die gebruikt z’n telefoon om dan om...Die zit dan af en toe wel op internet. Maar dat is denk ik meer de sociale
2338
media, dan om films te bekijken. Zo’n beeldje is ook niet zo geschikt daarvoor natuurlijk. Interviewer: Ok, volgens mij ben ik er bijna doorheen. Alleen ik heb, dat is weer hele andere kant op, maar die heb ik soort van overgeslagen omdat het gesprek er nog niet echt op kwam. Ja, met dat aritkel van Dominee Egas. Ja, cultuurvisie. In hoeverre je...dat gaat dan vooral om kinderen maar ook voor jezelf...Hij zegt ‘ja, je moet Bijbels vreemdelingschap aanhouden. Je hoeft niet helemaal wereldvreemd te zijn maar je moet wel Bijbels vreemdelingschap aanhouden.’ En in die zin, ook al komen de ontwikkelingen op je af, proberen afstand te houden. Ook al is het misschien maatschappelijk relevant, dan toch de bijbel als leidraad. En ook als het kinderen gaat, in hoeverre beschermd opvoeden en ze juist in aanraking met de wereld brengen. Hoe kijken jullie daar...Waar zouden jullie jezelf plaatsen in dat opzicht? Ja, misschien stel ik iets teveel vragen in een keer. Allereerst de cultuurvisie, in hoeverre moet je vreemdeling zijn in deze wereld, bijvoorbeeld, en in hoeverre meedoen?
2339
I2: Uhm, ja..ik vind dat wel heel lastig om dat te zeggen. Ik denk wel dat je bewust moet zijn dat je anders bent.
2340
En dat je dus inderdaad niet met alles mee kunt doen als dat onbijbels is. Maar ik vind niet dat je je helemaal
2341
als vreemdeling moet gedragen. Ik vind wel dat je iemand moet zijn van deze tijd. Dus ja..ik vind dat heel lastig
2342
om dat te zeggen. Interviewer: Nouja, je kan ook in het midden zitten.
2343
I2: ja, nee, ja. Zoals een aantal jaren geleden en misschien is dat nog wel heel sterk zo, werd bijvoorbeeld ook
2344
heel erg afgewezen om je sportclub te gaan. Om je kinderen naar een sportclub te sturen, met alle gevolgen
2345
van dien. Nou, wij vonden dat juist gewoon wel heel belangrijk omdat ze ook dat stukje van de maatschappij
2346
moeten leren kennen en hun weg daarin zoeken. Dus, in in die zin vind ik wel dat je ja, kind van deze tijd mag
2347
zijn. Maar er zijn grenzen.
2348
I1: Ja, ik denk dat de notie van rentmeesterschap dat die heel belangrijk is en dat die onderbelicht is in die visie
2349
van, als je je heel erg afsluit van wat er in de wereld om je heen gebeurd. Dan doe je daarin iets tekort. Maar
2350
het is wel een dilemma, van naar de sportclub. Want het geeft enerzijds, ja dat is een stukje sociale vorming en
2351
ze leren met mensen omgaan. En aan de andere kant is er het risico dat ze daar dingen uit oppikken, ja die we
2352
liever niet zouden zien. Interviewer: en wat probeert u met rentmeesterschap? Ik ken het alleen van met de natuur.
2353
I1: Ja, nou omdat je in een christelijke gemeente zit, zijn er al verantwoordelijkheden die je op kan pakken. Dat
2354
je in een vereniging meedoet of daar een taak binnen de gemeente hebt. Ja, voor een deel heeft dat ook wel
2355
een maatschappelijke funtie. De kinderen gaan naar een school toe waar je een rol in kan spelen. Dat is opzich
2356
nog wel een beetje beschermd maar op die manier doe je wel wat. Als er wat georganiseerd moet worden in
2357
de straat ofz, dan pak je dat met de buren op en probeer je daar op te zetten of jouw invloed daar op te laten
2358
gelden. Dus, ja dat je niet alleen voor de natuur maar ook voor de maatschappij verantwoordelijk bent. Dat je
2359
ook eens protestbriefje schrijft van ‘hey dit vind ik niet kunnen. Waarom moet je zo?’. Vanuit jouw wereldbeeld
2360
of mensvisie laat je zien van ‘nou ik denk er zo over en wat jullie daar doen dat wil ik eigenlijk niet of dat doet
2361
me pijn en dat mag je ook best weten’’) Interviewer: Je geluid laten horen?
2362
I1: ja, ja
2363
I2: Maar ook dat je eraan deelneemt. Dat je dus niet aan de zijlijn gaat staan. Dat hoort denk ik ook bij het
2364
rentmeesterschap. Interviewer: (legt uit dat voor bandopname uitleg werd gevraagd over het begrip) Ja, ik ben een beetje door m’n vragen heen eigenlijk, dus ik weet niet jullie zelf nog iets hebben toe te voegen.
2365
I2: nee
2366
I1: nee, ik geloof het niet. Ik had nog verwacht dat je zou vragen welke programma’s kijken ze dan. Dat is op
2367
een een of andere manier niet zo belangrijk Interviewer: Oh, het lijstje inderdaad. Nee, inderdaad, omdat toch niet echt iets verboden wordt, kan het in die zin alles zijn. Maar dit is het lijstje?
2368
I2: maar het viel mij ook wel op, dat ze ook aangeven dat ze heel wisselend kijken. Als ze geen tijd hebben, dan
2369
kijken ze niet. En hebben ze tijd, dan kijken ze wel. Dus dat vind ik wel... Interviewer: OK. Dus de tijd wordt er nog niet op aangepast.
2370
I1: nee, precies Interviewer: Jan Smit de zomer voorbij. All you need is love. Oh, grappig. Dus dat was voor jullie ook even aanleiding om het weer eens op een rijtje te zetten en een mediadagboekje bij te houden.
2371
I2: Ja, Els heeft het over een gemiddelde van een kwartier per dag en Aline die wist het niet, maar dat is ook
2372
niet veel meer. Maar ze zitten per dag wel meer op de computer. Op Facebook en dat soort sociale
2373
media.[onderbreking]
Interviewer: Ik was inderdaad nog even benieuwd, want dat is een vraag die ik vaker vergeet, welke rol de kerk speelt in het niet hebben van een televisie of in jullie mediagebruik, het standpunt van jullie kerk of jullie lokale kerk, landelijke kerk?
2374
I2: We zijn lid van een Christelijke Gereformeerde Kerk. We zijn wel lid van een behoudende gemeente.
2375
Waarbij dat publiekelijk ook wel wordt gezegd dat tv bezit niet geoorloofd is. Of dat is wat sterk uitgedrukt
2376
maar niet...De regel is nog wel dat ambten niet open staan voor televisiebezitters.. Dat wordt wel praktisch
2377
toegepast. En ja, zelf ben ik wel ouderling binnen de gemeente. Maar ons beeld is er wel wat genuanceerder in.
2378
Maar het is niet zo dat als ik geen ouderling meer zou zijn, dat er dan volgende week een televisie zou zijn of
2379
omgekeerd. In je overwegingen neem je het weleens mee, maar er zit niet echt een relatie in. Interviewer: En een standpunt over televisie, is daar een discussie over geweest?
2380
I1: ja, in de preken komt het weleens terug maar er is ook weleens een vereningsavond geweest daarin. maar
2381
dat is lang geleden, waarin dat eens toegelicht werd.
2382
I2: Maar dan is het toch...was dat toen ook over televisie kijken via internet? Was toch meer over helemaal
2383
over het internetgebruik, Hyves en weet ik het allemaal. Dat wel, maar niet echt een speciale discussie over het
2384
kijken van tv-programma’s. Nee
2385
I1: nee
2386
I2: Dus daar is geen bezinning op
2387
I1: Nee Interviewer: is dat alleen vanuit de plaatselijke kerk dat ambten niet uuhh...?
2388
I1: Ja, dat zijn regels van daar. Dat wordt gewoon per gemeente bepaald. Interviewer: (opmerking over dat weinig kerken dat lijken te hebben)
2389
I1: (noemt GerGem als wel met regel) Interviewer: (Gergemmers gesproken die zeiden ‘geen idee, is er dat er dan?’)
2390
I1: Nouja, de Christelijke Gereformeerde Kerk is behoorlijk breed. Daar zijn zeker geen uitspraken op de classis
2391
of op de synode over gedaan. [einde interview]
Interview 10 Gegevens Respondent:
Familie J
Gezinssamenstelling:
vader, moeder, 1 zoom van 11
Kerklidmaatschap:
PKN (Gereformeerde Bond)
Datum:
25 november 2011
Tijd:
1 uur en 22 minuten
Interview afgenomen met:
moeder
Bijzonderheden:
Interviewer: (intro) Heeft u van te voren nog vragen?
2392
J: Nee, nee. Ik vind het een interessant onderwerp. Daarom wil ik erg graag aan meewerken. Ik vind het een
2393
interessant onderwerp, het onderwerp opzich. Met al die ontwikkelingen qua digitaal kijken enzo, dus ik ben
2394
ook wel benieuwd naar de type vragen. Maar dit was wel wat ik verwachtte ongeveer. Interviewer: Ja, mijn eerste vraag is vrij open. Of u een omschrijving zou kunnen geven van hoe u in uw gezin omgaat met televisiekijken via internet?
2395
J: Uhm, nou de laatste tijd vrij ruim. En dat is gaandeweg zo gegroeid.....misschien kom je daar later nog
2396
op....toch sluipenderwijs steeds meer mogelijkheden van internet. Want we dachten dat we dat goed afgeperkt
2397
hadden. Maarop dit moment is het zo dat televisiekijken via internet ruim gebeurt. Dat nu dermate ruim
2398
gebeurt, dat ereen tijdsklok, in ieder geval voor mijn zoontje op moet, omdat hij...nouj, hij gaat zitten en
2399
gewoon alles terug gaat kijken wat hij bedenken kan. Terwijl wij het zelf vooral gebruiken voor
2400
informatievoorziening. Het journaal of Nieuwsuur. En ja, hij het sinds een een paar weken helemaal in het
2401
programma ‘Wie is de mol is’ bijvoorbeeld. Interviewer: Oh, is dat weer begonnen?
2402
J: ik heb geen idee. Je kunt ook afleveringen terugkijken he. Ik ben er nog niet helemaal achter of het nieuw is
2403
of oud. Interviewer: Moet je gewoon zeggen wie er gewonnen heeft
2404
J: Ik ben nog niet helemaal in dat programma. Maar het is nu zo dat omdat we draadloos internet hadden, ik
2405
ook niet meer het onderscheid zag van ‘wanneer is hij een spelletje aan het doen, omdat hij achter de laptop
2406
zit, en wanneer kijkt hij televisie?’, dat nu draadloos internet eraf gehaald is op zijn laptop, zodat hij nu een
2407
draaid door het hele huis moet halen van boven naar beneden. En dan zie ik tenminste wanneer hij internet. En
2408
hij kan internet natuurlijk ook voor van alles gebruiken, maar meestal is voor hem internet televisie, beeld
2409
kijken. YouTube-filmpjes of televisieprogramma’s via Uitzendinggemist. Dus nu als dat draad door het huis
2410
loopt, dan... Interviewer: en waar komt die dag uit?
2411
J: nee, hij zit achter op de grote tafel. De eettafel en het draad komt van boven want daar is de aansluiting op
2412
de werkkamer. Dus die gaat via de trap naar beneden. Kabel van 25 meter dus die zie je wel lopen door het
2413
huis. En dan heb je weer een beetje meer zicht van ‘oh, het is nu weer internettijd’. Want hij moet die kabel
2414
trekken en aansluiten. Dus dat is een beetje ruim. En ja, ik weet niet. De vraag was heel algemeen he? Interviewer: ja, om een omschrijving te geven van hoe u in uw gezin omgaat...
2415
J: Ja, oja. Nou, hij kijkt dus op internet maar nu dus weer aan de kabel. En wij zelf kijken dus het journaal.
2416
Politiek24 toch ook wel veel, en nouja, eigenlijk vooral de nieuwsvoorziening. Maar je kan ook vrij veel live
2417
kijken, dus we kijken om 10 uur nieuwsuur bijvoorbeeld. Je hoeft dat ook niet meer achteraf te kijken. Je hebt
2418
gewoon livestreams. Dus dat kijken we wel. Interviewer: en is dat elke dag of is dat op onregelmatige basis?
2419
J: Ja, het journaal kijk ik meestal om een uur of 9. Kijk ik meestal wel terug. Nieuwsuur is onregelmatig, als we
2420
hebben gezien wat er komt. Een item waar veel over te doen is of ‘hey, dit was veel in het nieuws, daar zal
2421
vanavond ook wel aandacht aan besteed worden’, en uhm...maar dat is dus wel het actuele nieuws vooral. En
2422
een programma terugkijken dat is heel uitzonderlijk als er dus echt iets is waarvan we denken van ‘hey we
2423
hebben er veel over gehoord, dat wil ik zien, hoe dat gezegd is of gedaan is’. Dan kijken we het wel terug. Interviewer: OK. Ja jullie hebben geen televisie. Of niet het apparaat, laat ik het zo zeggen. Kunt u aangeven welke redenen die u daarvoor heeft of had om die niet aan te schaffen?
2424
J: Twee, want hebben er een gehad. Even in 2000 ofzo. En dat was tijd, het tijdsargument. Van ‘we kijken veel
2425
te veel en veel te lang en dat is zonde van de tijd. We moeten de tijd anders besteden.’En dat is niet om het af
2426
te schuiven, maar mijn man die kon maar naar documentaires van de BBC of naar National Geopgraphic blijven
2427
kijken en dan werd het zo 2 uur ’s nachts. En daar had íe ’s ochtends ook weer spijt van. Dus toen zeiden we ‘ja,
2428
dat is geen doen, dus hij moet er eigenlijk uit’. En ons zoontje was toen net twee, drie. En als ik zie hoe wel zelf
2429
al in die fuik komen qua tijd, dan gaat hij diezelde kant op. Plus dat ding staat dan waarschijnlijk steeds vaker
2430
aanstaan en hij kan z’n filmpjes via de DVD kijken. Hij keen toen nog filmpjes als Teletubbies en alles en nouja,
2431
alles begon toen op DVD te verschijnen en dan heb je het ook veel beter in de gaten. Want ik was toen ook wel
2432
bang van ‘ja, als ik zie wat zelf al allemaal langs komt. Wat gaat hij dan kijken?’. Laten we ‘m er beter uit doen,
2433
dat íe het niet weet dat íe er ooit geweest is dan als hij gewend raakt...En nouja, door die DVD’s heb je het
2434
beter in de hand, was onze gedachte toen. dan kan hij niet van alles voorbij zien komen, ook niet qua reclames
2435
en beelden die toch bij zo’n kind ook blijven hangen. Die gewoon langskomen omdat de televisie aanstaat, is
2436
het niet via een programma dan wel op een andere manier. Dus dan hebben we ook beter in de hand wat er
2437
hier in huis gebeurd. Maar toen was het ook eigenlijk, was er ook nog niet zo heel veel mogelijk op, niet zoveel
2438
als nu, op internet, toen we ‘m eruit deden. Want toen hadden we zoiets...het nieuws kunnen we via internet
2439
wel krijgen. Het journaal kon je toen nog achteraf, ook niet live om 8 uur, maar als we het om half 9, half 10
2440
zien is het ook goed. Dus als het een keer op internet komt op de dag dan kunnen we het gewoon zien, en
2441
verder kun je op Nu.nl of alle bronnen qua nieuws zijn, en op radio. Dus we zijn helemaal niet op televisie
2442
aangewezen qua nieuws. Uhm, niet wetend, dat het later het hele televisiegebruik weer overkomt op internet.
2443
Dat had ik toen niet ingeschat. En dat vind ik een nieuw dillema, hiervoor. Internet en alles wat er kan. Want in
2444
2002 kon je met zo’n ding zien? Was nog niet zo ver als nu. Interviewer: Nee, want nu kun je misschien nog wel meer zien via internet in die zin van...ja, je kan zelfs bij de BBC kijken.
2445
J: Ja, en dat vind ik....Dat is nu een beetje een discussie bij ons, en daarom vind ik dit onderzoek interessant.
2446
Want we hebben niet ingeschat...Wat we toen afgewogen hebben is totaal achterhaald. Qua tijdgebruik, wat
2447
we toen dachten. Het heeft inderdaad tijdswinst opgeleverd. Beter lezer, minder hijgerig achter progamma’s
2448
aan enzo. Of dat je iets wilde zien, want het was niet dus je kon het niet zien. En nu zie je dat bijna alles weer te
2449
zien is en nog wel meer inderdaad, op een andere manier. Dat wat we toen als argument hadden, eigenlijk niet
2450
meer geldt. Want de tijd die we toen achter de tv zaten of keken, doen we nu achter onze beeld...ja, onze
2451
laptop of wat doen ook. En voor m’n zoontj, zie ik dat ‘ie nu die ouder wordt, dat het enorm toenoemt de
2452
laatste jaren. Enorm. Dus daar moeten wel weer nieuwe regels gesteld worden door de snelheid waarmee
2453
dingen verandert zijn.. En niet alleen dat, ik heb nu een smarthppne en ja, daar kijk ik ook alles op. En dan komt
2454
er een nieuwe discussie, als ik hem van internet afhaal, dan zeg hij ‘ja, jij mag niet achter je telefoon gaan
2455
zitten’. Want dan kan ik ook heel even snel een journaaltje gaan kijken of een dingetje. Dus die grens wordt ook
2456
daardoor weer steeds glijdender. En dat is heel snel vind ik en heel onzichtbaar gegaan. Dus wat we toen
2457
bedoeld hebben is nu, dat werkt niet meer zo. Dus moeten er nieuwe...we zijn echt aan het denken hoe we
2458
hier dus weer nieuwe regels op gaan verzinnen voor onszelf en voor Marcus. Interviewer: Ja, want dat is m’n volgende vraag een beetje. Het komt er natuurlijk al een beetje op, omdat jullie dus wel televisiekijken via internet. Ja, ik weet niet in hoeverre dat dan bewust is gegaan. Welke redenen hebben jullie om dan wel via internet te kijken? Want bijvoorbeeld het journaal duurt net zo lang via internet, bij wijze van spreken, als je het via televisie kijkt.
2459
J : Ja. Nee, nouja, uhm...uhm...Omdat onze reden was ‘geen tv want met de tijd dat je blijft hangen na
2460
waarvoor je wilde kijken’. (noemt voorbeeld) Maar je merkt dat je blijft hangen en toen dachten we..dat je ‘m
2461
uitdoen en dan heb je dat...Maar die argumenten die zijn gewoon weg, want er komen nieuwe dingen voor
2462
terug waarvan je denk ‘oh, dat kan ik ook even kijken’. Dus het was niet zo dat we op dat moment principieel
2463
tegen de tv als zodanig waren, maar wel heel veel gevaren zagen. Ook van, je kijkt programma’s waarvan je
2464
denk ‘ja, zijn ze verantwoord?’ Interviewer: En wat bedoelt u met verantwoord?
2465
J: Uhm, nou vooral qua taalgebruik, soms. Qua leegte. Het gaat eigenlijk nergens over en toch blijf je kijken.dat
2466
is ook niet echt verantwoord tijdgebruik zou je kunnen zeggen. Dus dat...dan is het veel zinvoller om dat ding
2467
uit te doen, omdat je blijft kijken. Of je zapt. Die tijd kan beter gebruikt worden, dus het is ook een soort
2468
bescherming voor jezelf, om je tijd anders te gebruiken. En dat soort argumenten speelden voor ons heel sterk.
2469
En dat dat soort dingen Marcus ook niet onder ogen kwam, als íe wat groter zou zijn. Maarja, die argumenten
2470
zijn...die wij toen gerbruikten, die...moeten we eigenlijk nu weer gebruiken om ons omgaan met internet te
2471
veranderen. Want dat werkt dus niet. Interviewer: Want je merkt daar ook het blijven hangen?
2472
J: Ja, dat gaat sneller.ja, ja, ja. Want als je iets bij journaal hebt gezien bijvoorbeeld, achteraf, en dan wordt er
2473
soms als doorverwezen naar Nieuwsuur. denk je’oh, dat moet ik ook kijken’. Of dan denk je ‘oh dat vind ik
2474
interessanter’. Je zoekt zo weer iets op wat eraan gerelateerd is. Of, ja je hebt toch iets gehoord. Weet ik
2475
veel..Nouja, wat we ook wel interessant vinden, en dat is ook zo weer een half uur, drie kwartier, die
2476
uitzendingen van Profiel. En dat zie je opeens ergens weer op een website aangekondigd en je bent er ook zo
2477
weer om het te kijken. Ja, dat hebben we gewoon niet ingeschat dat dat zo ging werken. Interviewer: Oh, speelt de kerk trouwens een rol bij het geen televisie hebben? Het standpunt van jullie kerk of...?
2478
J: Nee, want ik ben hervormd. En ik heb niet de indruk...De Gereformeerde Bond heeft niet...dat is al geen kerk
2479
opzich natuurlijk maar....niet echt een standpunt. Hier in (plaatsnaam) is het een vrij behoudende PKN-
2480
Gemeente, Gerefeormeerde Gemeente. Niet afwijzend tegen televisie. Maar wel waarschuwend, laat ik het zo
2481
zeggen, hoe je daarmee omgaat. En ook qua tijd en wat je ziet. Dat wel, ja. Interviewer: Ja ik heb wat eerder, ik noem maar, anti-argumenten gevonden, wat genoemd werd als waarschuwen voor...Ik ga er een paar bij langs en vraag erbij wat uw mening daarover is. Een van de argumenten is ‘het gevaar voor wereldgelijkvormigheid, zoals dat dan genoemd wordt. dat veel programma’s op televisie, en ja dus ook programma’s via internet, een onbijbelse levensstijl laten zien en doordat je dat ziet, wen je eraan en ga je het ook overnemen. En dat is waarom eerder werd gewaarschuwd van ‘nou, kijk geen televisie want dat gevaar ligt dat op de loer’.
2482
J: Uhm...............ja, dat is...dat speelt mee, in wat wij dan noemden, beelden die je meekrijgt en op je netvlies
2483
krijgt. Niet alleen bij onze zoon, ook bij onszelf natuurlijk, en de vanzelfsprekendheid van dingen. Dat je het
2484
makkelijker als gewoon vind, daar ben ik het wel mee eens ja. En dat...en dan denk ik naturlijk als volwassene
2485
dat je er heel goed mee om kunt gaan, dus we hebben dat argument vooral geprojecteerd, toen we hem eruit
2486
deden, op onze zoon. Omdat we dachten ‘ja, hij staat nog onbevangen in de wereld en dat willen we zolang
2487
mogelijk zo houden en hij moet dus zo min mogelijk, ook qua taalgebruik en wat hij ziet aan leefwijzes, daarvan
2488
afgeschermd worden eigenlijk’. Ook om dat niet normaal te vinden. Hoe je taalgebruik is en je omgang met
2489
seksualiteit en dat soort dingen. Als hij wat groter wordt. En dat heeft een beetje te maken met dat je het zelf
2490
beter in de hand zou kunnen houden als je zelf de DVD’s levert. Maarja, nu hij groter wordt, ja de DVD’s zijn
2491
ook prima maar het internet...UitzendingGemist is ook zijn leven binnengedrongen en uhm...Ik heb te snel....ja,
2492
ik weet precies wat er gebeurt natuurlijk, maar ik heb toch minder goed in de gaten gehad, die omschakelijk
2493
dat íe van DVD’s naar UitzendingGemist ging. Dat is heel geleidelijk gegaan en dat vind ik dus nu een beetje een
2494
kwalijke ontwikkeling, waar we zoeken naar ‘hoe gaan we daar mee om?’.
2495
Interviewer: Dus u zegt ‘die wereldgelijkvormigheid die is wel een gevaar’
2496
J: Ja Interviewer: Wordt het nog vertaald naar dat u uw kind waarschuwt of...?
2497
J: Ja, hij mag ook niet alles kijken. Daarom zit hij ook hier. En het staat ook aan. En ik kijk dan niet mee, want ik
2498
ga niet een uur weet ik veel welk progamma meekijken. Ik kijk weleens. Maar dat is ook als er DVD’s geleend
2499
worden, van ‘wat komt hier binnen en wat kijk je?’. En bij UitzendingGemist weet ik dus wat hij kijkt. En als ik
2500
het dan niet ken, of dan zit ik hier en dan hoor ik wel van ‘wat hoor ik?’. Hij schrikt zelf gelukkig ook nog wel
2501
van als ‘iets hoor qua woord of een bepaald beeld, dan zie je ‘m van ‘zou m’n moeder het zien of horen?’. En
2502
dan is het ook wel zo ‘als ik dit nog een keer hoor of zie, gaan we dit niet meer kijken’. Als er gevloekt wordt of
2503
als er gekke plaatjes zijn of..Dan is het zover en uit en dat weet íe en daar is íe het ook nog wel helemaal mee
2504
eens gelukkig. Maar dat is zo. Maar dat kan ook een DVD, want hij had pas een DVD van Kuifje, Zuske en Wiske,
2505
nou iets in die trant. (Hij koos als taal Vlaams. Er werd gevloekt. Hoe kan dat nou? Hij had ‘m al eerder gezien,
2506
dus ik zei ‘dat wist je dus’. Maar hij bleek in Nederlandse versie gezien te hebben en hij heeft het terug laten
2507
zien en daarin werd niet gevloekt) Dus daarin probeer je een beetje in te letten, dat soort dingen, maarja het is
2508
misschien ook vrij beperkt. Maar dat is nog wel de ondergrens van...dat is absoluut nog, of nog, dat is absoluut
2509
een grens waar..Dat is een beetje meetbaar he? Andere dingen die ik soms zie, denk ik ‘ja, dat is eigenlijk ook
2510
niet goed’ maar soms minder tastbaar of voelbaar als expliciete beelden. Terwijl een verhaallijn opzich al slecht
2511
kan zijn. Maar ik probeer ook een beetje..Maarja, de belangstelling gaat tot op heden nog niet verder dan ‘Wie
2512
is de mol’, en ‘Snuf de hond’ en dat soort series. Interviewer: (Herken de discussie van huis uit, vloeken in ondertiteling, moet íe dan uit?) Uhm, even kijken, nog een ander argument wat ingebracht werd, dat veel programma’s op televisie een hoge amusementswaarde hebben en ook eigenlijk alleen gekeken worden ter ontspannin, terwijl het eigenlijk beter is om op God gericht te zijn. En die amusementsprogramma’s zijn gericht op amusement en ontspanning (en ja, op andere mensen, idolen bijvoorbeeld). Ja, dus dat om die reden, omdat het toch 90% van de televisieprogramma’s uitmaakt, dat het toch beter is om het niet te kijken. Dat je je toch beter op andere zaken kan richten dan dat. Hoe kijkt u daar tegenaan, tegen die stelling?
2513
J: Ja, het zijn eigenlijk een aantal dingen. Ik vind het zelf niet zo erg als je even iets kijkt voor ontspanning. Maar
2514
als dat even, en dat is dan een ander punt...Ik ben het er wel mee eens dat die amusementswaarde een
2515
dermate grote leegte in zich heeft dat je dan ook wel moet zeggen ‘ja, wil je daar je tijd aan besteden’. Dat is
2516
dan die tijd... wat ik zei van, besteed je er niet teveel tijd aan? Ook omdat je die tijd eigenlijk besteed aan een
2517
soort leegte.Heel veel programma’s. Kijk, zeker als je het hebt over amusementprogramma’s, maar zelfs als je
2518
het over een aantal documentaires hebt die razend interessant zijn...Kun je ook denk ‘ja, heb ik dan heel veel
2519
uren aan besteed’, en dat is dan een keer in de week, maar als dat vaker gebeurt, is ook de vraag wat de
2520
meerwaarde is van zoiets gaat worden. Amusement vind ik echt, nou, merk ik nu, dat ik dat zelf echt weinig
2521
kijk, omdat je het wel bewust moet opzoeken. En als ik televisie zou hebben, zou ik denk ik wel sneller blijven
2522
hangen bij een amusementsprogramma. Dat vind ik nog steeds dan wel de meerwaarde dat we geen tv hebben
2523
maar het via internet moeten doen, en ik niet snel zelf zo’n programma ozoek omdat het me niet interesseert,
2524
maar wel bang ben dat als er hier televisie staat en ik zou gaan zappen, dat ikz eker een half uur zou blijf
2525
hangen. Dus dat vind ik nog steeds het goeie dat we geen televisie hebben. Hij komt ook niet terug. Moest ik
2526
van m’n zoontje zeggen dat hij dat wel wilde. maar dat vind ik absoluut dus nog steeds. En over idolen. Ja, tis
2527
als je ouder wordt toch dat je dat minder hebt. Ik merk wel dat je zonder televisie soms wel even achterloopt
2528
met een bepaalde naam. Dat is maar tijdelijk, maar toch..dan heb je iets gemist. (Noemt voorbeeld Voice of
2529
Holland, nooit gezien, zelfs in preek aangehaald, en wij keken elkaar aan van ‘waar gaat dit over?’ Maar was
2530
zo’n hype. Die namen zeggen me dus niks, maar dat die toch even idolen worden. En als vriendjes uit de buurt
2531
langskomen, hoor je ook namen voorbijkomen die we helemaal niet kennen en Marcus ook niet kent. Tijdje
2532
geleden was dat Justin Bieber. Hadden we nog nooit van gehoord. Bleek dat we enorm achterliepen). Ik denk
2533
dat dat soort dingen met televisie binnen was gekomen en dat...dat je dus ook dat verheerlijken van mensen
2534
en dingen, daar zit iets van een filter op als je het dus via internet, mar het is natuurlijk beperkt, maar het komt
2535
iets minder direct bij ons binnen. En het komt bij ons met vertraging binnen. Het komt heus wel een keer
2536
binnen. En dat hoop ik, dat er door die vertraging nog een soort filter opzit. Dat hij daardoor ook daar iets
2537
minder gevoelig van wordt. Omdat we dan ook, als hij het niet weet, en dus merkt van óh, ik ben dus niet
2538
helemaal mee’, dat we kunnen uitleggen ‘dat is ook niet erg, want waar gaat het over?’. En nouja, dat we een
2539
klein beetje meer aan die bewustwording kunnen doen. Maar het is zeer beperkt omdat het via internet dus
2540
wel binnen kan komen. Maar anders komt het vanzelfsprekend binnen, denk ik. Als die hier ind e kamer zou
2541
staan en je alles mee zou krijgen. Interviewer: Hebben jullie trouwens een filter op internet?
2542
J: Nee Interviewer: Want je noemt een filter van...
2543
J: ja, dat noem ik dan een eigen filter, omdat we het zelf moeten bedienen. We hebben er geen filter op. Dat
2544
heeft vooral te maken met dat we er nog wel over denken om dat te gaan doen, maar we een aantal nog echt
2545
te stevig, teveel vonden filteren...de dingen die we wel wilden zien. Ja. Interviewer: OK, ja het ging al een beetje over dat beelden op je netvlies komen te staan.Dat jullie daarom uuh...dat dat wel iets was waar jullie over nagedacht hadden ook met jullie kind, zegmaar. Ja, wat eerder ook een argument was...Omdat ja, amusement,’ja, een boek lees je ook ter ontspanning’, bijvoorbeeld. Maar dan toch het idee, ja dat beelden toch heftiger binnen komen en dat televisie ook onderdeel is van de woordcultuur terwijl de bijbel geschreven is in een woorcultuur. En in een woordcultuur wordt ook meer gelezen en dat bijbel lezen daar ook meer een plek in heeft. Terwijl beeldcultuur, en televisie, ja dat ondermijnt dan de woorcultuur, waarin ook bijvoorbeeld lezen, bijbellezen maar ook asbtract denken...God kun je bijvoorbeeld niet in beelden vatten, maar wel voor een deel in woorden...
2546
J: Ja, ontlezing ook Interviewer: Ja, precies. Dat idee, en dat daarom ook televisieprogramma’s niet binnen moeten komen. Dat was eerder een argument.
2547
J: Ja, uhm...nouja, voor een deel ben ik het daar niet helemaal mee eens omdat beelden ook, nouja, dat blijkt
2548
uit alles, die zijn natuurlijk het meest....eerst beeld, dan geluid, dan tekst, een oplopende lijn van hoe dingen
2549
binnenkomen.....Ik vind het opzich..Soms is het ook goed als je bepaalde dingen op beeld ziet. Wat voor
2550
ellende, dat dat een gezicht krijgt. Maar dat amusementsdeel en al die nouja...Ja,ik vind het toch ook
2551
vervelend, allerlei manieren van kleden en niet kleden op televisie. En wat er allemaal langskomt op je netvlies.
2552
En wat ik wel had gedacht, als je minder met beeld in huis hebt, dat je dus ook meer gaat lezen en dat dat beter
2553
is, ook voor je ontwikkeling. Dus dat je als je leest, meer kennis opdoet. Terwijl dingen bij beeld een beetje
2554
oppervlakkig binnenkomen. Maar wij hoopten ook dat onze zoon sneller een boek pakte als er geen televisie in
2555
huis is, maar dat is helaas niet het geval. Nee, dat valt erg tegen. Hooguit een stripboek. Maar het is in ieder
2556
geval niet die grote lezer geworden daardoor. Of mee. Dat je denk ‘nouja, hij is het gewend ofzo’. E je merkt
2557
toch ook dat de beeldcultuur in die zin...ja, hij zit nog niet op cathechesatie, maar ik begreep dat er ook op
2558
cathechesatie dan met plaatjes wordt..ik weet niet hoe ze dat doen, met een beamer of met....maar om die
2559
groep, die toch een gemeeleerde samenstelling heeft, niet meer...Ja, die moeten op een andere manier
2560
cathechesatie krijgen dan vroeger. Dus dat je ziet dat daar ook al wel, ik weet niet of het beelden zijn, maar dat
2561
in ieder geval teksten gepro....dat ze het zien....geprogrammeerd staat. Ja, je kunt er niet omheen dat het een
2562
beeldcultuur is geworden volgens mij waarvan je alleen maar kan proberen...en dat proberen ze dan een
2563
beetje...om te zorgen ‘hey er is meer dan alleen de beeldcultuur’. En dat kan ook oppervlakkig zijn. Hoewel
2564
sommige beelden of je het nou over rampen of dingen hebt, ook goed zijn dat je ze ziet. En dat kan ook meer
2565
zijn dan alleen een foto in de krant.
2566
Maar blijf vooral lezen. Interviewer: ja, want zegt u dan dat zou ik willen proberen tegen te gaan of proberen te of , nou’ ga dan maar bijbelse plaatjes aanbieden omdat het nu een beeldcultuur is’ of toch proberen het tegen te gaan en te stimuleren zegmaar. Dus met de beeldcultuur, of de cultuur uberhaupt meegaan…
2567
J: Nee, ik geloof niet dat je het moet tegengaan want dat lijkt me zinloos. Maar dat je daar ook wel een mate in
2568
moet…maar dat je wel iets mee moet in…Want het gaat volgens ook over overdracht. Van ‘hoe gaat wat in de
2569
bijbel staat over op mijn zoon en ook de anderen’. Ja, dan kun je wel helemaal naast hun leefwereld gaan zitten
2570
maar dan bereik je niks. Dus ik vind het belangrijkste dat het overkomt. En dan een goeie weg ermee vinden,
2571
want het lijkt me dat het om het doel agat en als daar een beeld bij kan helpen, op een bepaalde manier….want
2572
ik geloof dat ook dat weer beperkt is, zeker als het over Bijbelse kennis gaat, dat je met beelden een heel
2573
beperkt bezig kunt zijn…maar dat je qua interactie in ieder geval met de leefwereld van hen om de boodschap
2574
over te brengen. Dan heb ik het er niet over dat dat allemaal in de kerk moet gebeuren, helemaal niet. Maar op
2575
een catchechesatie, als je daar bezig bent met die jongeren, dat dat wel een middel kan zijn om hun aandacht
2576
vast te houden. Dat lijkt me wel belangrijk. Als je alleen met woorden beizg bent en er komt niks over dan
2577
geloof ik ook niet dat je je doel bereikt. Interviewer: (artikel dominee Egas, samenvatting: niet televisie kijken, ook niet via internet. Hij noemt hellend vlak. En we hadden al over in hoeverre ga je mee met beeldcultuur, of de cultuur en in hoeverre behoud je eigenheid of hou je zelfs afstand van de cultuur. Hij zegt daar ‘je moet niet helemaal wereldvreemd zijn, maar wel Bijbels vreemdelingschap proberen aan te houden’. Wat hij daar denk ik mee bedoelt, ja ook al gaat de cultuur een bepaalde kant op, toch proberen niet maatschappij richtinggevend te laten zijn, maatschappelijke relevantie van televisie, maar toch de bijbel relevanter te laten zijn dan maatschappelijke ontwikkelingen.
2578
J: Ja, uhm… Interviewer: Gaat een beetje over cultuurvisie. Waar u zichzelf plaatst.
2579
J: Ja, dat is een lastige. Er zijn al heel veel boeken over geschreven volgens mij. Maarja, ik denk dat natuurlijk de
2580
bijbel richtinggevend, maatstafgevend is. Maar ja, die staat….Want die laatste zin, de bijbel is niet naast de
2581
maatschappij, maar…? Interviewer: Uhm…even kijken. Dat niet zozeer maatschappelijke relevantie doorslaggevend moet zijn maar en de richting die de maatschappij opgaat, maar dat je toch moet proberen de bijbel relevant…de bijbel richtinggevend te laten zijn. En als het bijvoorbeeld gaat om als de cultuur een bepaalde richting uitgaat, bijvoorbeeld televisie op internet wordt heel relevant…in hoeverre je dus met de wereld mee moet gaan en in hoeverre je er afstand van moet houden of eigenheid moet bewaren?
2582
J: ja, ja. Tuurlijk, moet je eigenheid bewaren. Dat kan ook niet anders, want je geloof en je kijk op de wereld,
2583
volgens mij tekent je dat zo dat je sowieso iets anders in de wereld staat en dat er anders naar je gekeken
2584
wordt. Uhm, ik denk dat het absoluut kan, en dat je wereldvreemd hoeft te worden als je geen televisie en zelfs
2585
geen internet hebt. Ik as gister stuk in Waarheidsvriend over een ethicus die geen internet en geen televisie
2586
heeft. Ik was er heel verbaasd over. Ik dacht zelf namelijk dat zonder internet, als je op bepaald niveau werkt of
2587
presteert, dat je niet zonder internet kunt. En deze man is “ bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie in Delft.
2588
Heeft kinderen en heeft geen televisie en thuis geen internet”. Nou, ik leef in de veronderstelling dat je
2589
eigenlijk met kinderen op de middelbare school, eigenlijk niet zonder internet kunt. Alleen al om het huiswerk.
2590
En, die heeft hij dus allebei niet en functioneert goed. En dan denk ik ook…ik dacht zelf dat ik niet zonder
2591
internet kon, maar ik geloof dus dat je dus absoluut op een normale manier kunt functioneren. Dat kan dus zijn
2592
dat iemand tegen je aankijkt als zijnde ‘wereldvreemd’, maar dat is nog niet hetzelfde als dat je wereldvreemd
2593
bent volgens mij. Dus dat het absoluut kan, en dat je dus die cultuur om je heen..Je mag daar ook wel mee
2594
omgaan denk ik, op een christelijke manier. Je moet je er niet door laten leiden, maar ook al heb je geen
2595
internet en geen televisie, dan wordt je nog beinvloed door de omgeving waarin je leeft. Omdat je daar toch
2596
onderdeel van bent. Want je leeft anders dan honderd jaar geleden of in een ander werelddeel. Dus dat blijft
2597
erbij. Maarja, eigen verantwoordelijkheid en het feit dat je je ook niet al te snel moeten laten aanpraten
2598
volgens mij dat je wereldvreemd bent omdat je iets niet hebt. En wat ik wel vind, is dat het zo’n diverse wereld,
2599
samenleving is geworden dat je ook niet snel meer voor wreeldvreemd wordt aangezien. Omdat het heel erg
2600
geindividualiseerd is. Met iedereen die z’n eigen wereldje en dingetje creeert. Het is veel meer
2601
gefragmentiseerder dan eerder, heb ik het idee. Interviewer: Is dat dan, want u zegt van ‘misschien ben je niet wereldvreemd, maar zo wordt je wel gezien’, is dat dan voor u iets positief of iets negatiefs. Als niet-christenen denken ‘nou, die uuh..’
2602
J: Oh, nee dat vind ik niet negatief. Nee. Ik vind dat soms ook…Want zo wordt er ongetwijfeld ook wel naar mij
2603
geleken in bepaalde omgeving waar ik verkeer. Nee, dat vind ik soms ook meer over mensen zelf zeggen want
2604
dat hun eigen wereld helemaal maatstafgevend is, vind ik dan soms ook wel weer voor mijzelf wel weer
2605
opmerkelijk. Dat ik denk ‘maar waarom is jouw kader dan zo vanzelfsprekend en zo maatstafgevend dat dat jou
2606
enige referentiekader ook is en dat ik daar dus buiten val omdat ik het anders vindt.’ Dan denk ik ‘ja, wie is hier
2607
nu beperkt bezig’. Dus nee, dat was eerder wel zo, maar ik ben er wel veel relativerender over gaan denken. De
2608
gedachte van…hoe iemand denkt over iets, dat dat dan maatstafgevend is en dat al het andere afwijkend is.
2609
Dat vind ik ook een beperkte visie. Dat je dus ook helemaal geen ruimte biedt van ‘oh, interessant, zo denk die
2610
of daar kan ik zelf ook wat mee’. Ik denk dat ik toch ook vaak, en dat dat voor de meeste mensen geldt, dat je
2611
ook dnek’ hey, zo wordt er door de meeste mensen gedacht, dan moet je ook argumenten hebben waarom je
2612
anders denkt’. Daar ben je toe gedwongen, dat ik denk ‘ja, je moet jezelf verdedigingen want daar ben je toe
2613
gedwongen’. Andersom, zou dat ook weleens mogen gebeuren. ‘Kijk, ook eens serieuzer naar afwijkende
2614
meningen in de…’. Tenminste, wat jij dat afwijkend vind. Maar…nee, ik ben er wel wat relativerender in
2615
geworden. Misschien dat als je jonger bent zoals nu Marcus, die op moet groeien, dat hij het vervelend zal
2616
vinden om afwijkend te zijn. En dat… Interviewer: ja, in bepaalde kerken is een ontwikkeling geweest, om toch maar, bijvoorbeeld in de PKN, wat in RD dan PKN overig wordt genoemd, dus onderscheid tussen Gereformeerde Bond….maar dat dus o.a. de PKN overig zei van ‘ja, pas je aan aan de wereld, want je moet ook in de wereld staan, anders kun je je boodschap niet overbrengen’.
2617
J: Ja, maar ik heb zoiets, ik sta in die wereld. En daar mag je dus best en daar neem je toch een aparte positie in
2618
volgens mij. Ik geloof toch, er staat ook ‘je staat wel in de wereld, maar je bent niet van de wereld’. Ook zo’n
2619
bekende uitdrukking. En dat vind ik ook. En dan is altijd de vraag, hoeveel ga je mee in de wereld? Ja, daar zit
2620
natuurlijk een raakvlak mee met televisie en internet. Ja, daar probeer je dan een beetje je weg in te vinden om
2621
de wereld ook niet helemaal binnen te halen, in al z’n extremen. Dat sijpelt vanzelf wel binnen. En dat je elke
2622
keer, maar ook bij andere beslissingen, moet afwegen, ‘hey, stemmen we hier wel of niet mee in, en wat doen
2623
we niet?’. Ja, je kunt van het kijken naar een uitzending op internet, de volgende vraag die nu hier in discussie
2624
is, is ‘ja, waarom mag ik die film niet zien in de bioscoop? Wat is het verschil?’. Ja, wat is het verschil, als je ‘m
2625
hier kijkt drie maanden later op Dvd of op UitzendingGemist, of je gaat ‘m in de bioscoop kijken. Dan denk ik,
2626
doen we dat wel, doen we dan niet? Hoever stap je in die wereld? En dat is een beetje de vraag dan. En, ja ik
2627
geloof dat we gewoon midden in de wereld staan…al zullen sommige ons aan de rand zien staan…. want we
2628
participeren toch op alle vlakken mee. M’n man op z’n werk, dan zit je toch midden in die wereld. Alleen je
2629
neemt andere keuzes. (noemt voorbeeld, wij niet meedoen met Kinder sinterklaasviering van het werk op
2630
zondag. Dat wordt wel als gek gezien). Nou, dat soort dingen, maar dat vind ik niet hele wezenlijke dingen
2631
dat….ja, beetje obligate dingen. Sta je daarom aan de rand? Ik geloof er niks van. Interviewer: Ja, even kijken hoor. Ja, het ging er al even over. U noemde het ‘eigen verantwoordelijkheid’, dat je toch ook een eigen verantwoordelijkheid hebt. (Artikel dominee Egas, gaatdan over beheersing van de knop zoals dat ehefy. Dat hij zegt ‘ja, je moet jezelf niet in verleiding brengen en door tv te kijken op andere manieren doe je dat toch. Terwijl, de mens is zondig. Heeft moeite met die eigen verantwoordelijkheid. Ja, en in die zin, daarom moet je dat toch proberen het buiten de deur te houden omdat je toch die verantwoordelijkheid, denk hij, niet aankan).
2632
J: ja, dat is altijd een beetje de discussie. ‘heb je als zondig mens wel voldoende beheersing over die knop en
2633
moet je dat dan niet doen?’. Hebben we eigenlijk altijd van gezegd ‘ja, die verantwoordelijkheid heb je niet
2634
alleen voor televisie. Die heb je op allerlei gebied’. Dus, opzich hoef je ‘m niet buiten de deur te houden, al
2635
geloof ik ook dat die verleiding absoluut er is. Nog niet eens door hele verkeerde, of hele slechte dingen te
2636
kijken, maar gewoon ook door die leegheid van amusement waar je in blijft hangen. Dat vind ik ook gewoon
2637
verkeerd. Voor mezelf dan. Uhm, ik geloof, maar ik zie nu al met internet hoe moeilijk dat is om toch
2638
verantwoord om te gaan met de tijd en hoeveel je wel of niet…dat die verleiding er absoluut is. Dus dat je in die
2639
zin wel vrij zwak bent. Wat dus ook de reden was om die televisie in ieder geval toen eruit te doen. En nouja,
2640
Andries Knevel, die had dat boekje ‘doe dat ding de deur uit’ ofzo? Of hoe heette dat boekje van hem? Interviewer: Ja, dat is grappig. Volgens mij was zijn punt niet zozeer, maar misschien heb ik het verkeerd hoor, ik heb de discussie maar een beetje gelezen voor m’n onderzoek…volgens mij was zijn punt, amar ik kan het verkeerd hebben…want ik hoor iedereen zeggen ‘ja, hij heeft dat boekje geschreven’ doe dat ding de deur uit’. Ja, volgens mij was hij meer van ‘ja het is niet goed om dat ding te hebben maar aan de andere kant is het ook misschien beter van wel, want dan kun je er mee leren omgaan’. Dus hij pleitte dus op een gegeven moment voor selectief kijken. Juist om…
2641
J: Ja, maar dat is dat Egas zegt ‘dat kun je niet’.
Interviewer: Ja. Maar het is wel grappig want we komen zo op het artikel van Knevel inderdaad. Maar heel veel mensen hoor ik zeggen ‘doe dat ding de deur uit’, maar volgens mij zei hij ‘dat ding kan uut’. En dat de reactie van bevindelijk gereformeerd Nederland die geen televisie keken, de dominees enzo, daar op reageerden ‘ doe dat ding de deur uit’. En dat is blijven hangen geloof ik. Maar volgens mij zei Knevel meer van ‘dat ding kan uit’. Want hij zegt nu ook (samenvatting artikel Knevel, ‘ ja verbaast niks dat er nu in bevindelijk gereformeerd Nederland televisie gekeken wordt via internet want de bezinning ontbrak altijd’. Hij noemt ook de reactie op zijn boek. Dat hij nu zegt ‘ja, nu zie je dat de bezinning in die hoek heel erg ontbrak, en dat daarom dat nu binnen is gekomen, omdat het zo radicaal is afgewezen’. Herkent u dat, voor uzelf dan?
2642
J: Ja, ik had toen zelf…de argumenten waren…ja, je kwam ook nooit bij elkaar met die argumenten. Want als je
2643
dus het standpunt van Knevel…wat ik zelf dan wel beetje meevoel, die verantwoordelijkheid die je hebt…Ja, er
2644
waren altijd twee van die kampen waardoor er ook heel weinig echt aan argumentatie-wisseling kon doen om
2645
een beetje tot elkaar te komen. Want je had of begrip voor het standpunt. Of niet. Ik denk dat dat wel een
2646
beetje eee gebrek is geweest. Maar ik vind wel dat er op sommige…Ja, ik vind dat je het niet helemaal over een
2647
kam kunt scheren. Dat da tstuk bezinning totaal ontbrak, kan ik ook niet zeggen want dat er bewust, bij een
2648
deel, heel bewust over na is gedacht van ‘wat wil ik nue zelf met dat ding?’. Terwijl voor een ander deel het te
2649
gemakkelijk is geweest ‘ Wij doen dat niet want dat doet onze kerk niet of dat vindt onze dominee niet. Dat
2650
doen wij niet’, zonder dat je erover nagedacht hebt. Dus ik denk dat er wel een splitsing in die groep is aan te
2651
brengen, dat mensen het klakkeloos niet deden omdat ‘wij doen dat niet. Wij kijken niet’, en een deel die veel
2652
bewuster voor zichzelf de keus heeft gemaakt en zich wel bezonnen heeft ‘waarom doen we dat niet?’. En de
2653
groep, denk ik, maar ik heb geen onderzoek gedaan, die zegt ‘waarom hebben wij geen tv, waarom kijken we
2654
niet’, dat die wel iets bewuster met die internet-stroming omgegaan is dan diegene die zomaar klakkeloos ‘wij
2655
doen dat niet want dat willen zee niet of dan kijkt die scheef’. Daar, ja, zo’n computer was er en dat je dan
2656
daarin net zo onbezonnen in meegaat als je onbezonnen geen tv hebt gehad. Omdat je daar inderdaad nooit
2657
over nagedacht hebt. Dus dat er wel een scheiding in de groep is die geen tv heeft’. Maar ik denk wel dat de
2658
bezinning op het gebruik van internet….ja, te laat? Ik denk dat het wel een beetje onderschat is. Vind ik zelf
2659
ook, de mogelijkheden en de snelheid waarmee je dus opeens alles had, terwijl je de computer alleen voor je
2660
informatievoorziening en je e-mail, en je versturen van je eigen data had. En nouja, dat er opeens alles
2661
binnenkomt op internet, meer dan op televisie, daar is…vind ik toch wel vrij snel gegaan. En dat gaat nog veel
2662
sneller straks, denk ik. Omdat die hele televisie on demand gaat worden. Dat je journaal kijkt wanneer je wilt.
2663
Dat het helemaal niet meer het acht uur nieuws hoeft te zijn of wat dan ook. Dat alles op afroep komt. Dat zie
2664
je op internet al gebeuren en dat zal met tv…met glasvezels en alles nog veel verder. Interviewer: Ja, want je hebt dus wel bezinning in of je het wel of niet aanschaft, maar de bezinning op gebruik is dan een tweede.
2665
J: ja, en wat daar dus volgens mij...tenminste, vind ik bij mezelf…wat er dus via die computer kan. Op het
2666
moment dat je die computer eind jaren 80, begin jaren 90 in huis haalt, ja…je werkt erop, je kreeg e-mail, keek
2667
je hier en daar eens een site. Die is binnengekomen, niet voo tv gebruik of voor films of dat soort dingen. En ja,
2668
opeens kon het. Dus in die zin is dat sluipenderwijs gegaan dan zo’n grote kast in huis halen waar opeens ‘de
2669
wereld’ mee binnenkomt. En dat heb ik zelf ook totaal onderschat. Net als ik ook onderschat heb, het gebruik
2670
van m’n smartphone en wat voor impact zo’n ding hier in huis in een halfjaar gekregen heeft. Dat ‘ie al tot
2671
grote irritaties leidt, want ja dat is natuurlijk mini-internet geworden. Een mini-computer. Dat is het niet maar
2672
hij wordt wel zo gebruikt. Ik gebruik m’n laptop al minder omdat ik alles met m’n smartphone doe. En dat vind
2673
ik ook weer zorgwekkend, want de regel die ik moet gaan stellen bij m’n zoon van het scherm, moet ik dus ook
2674
gaan stellen bij het gebruik van mijn smartphone. Ja, omdat hij mij continu achter dat ding ziet zitten. Even iets
2675
kijken of m’n e-mail checken, en daar hoeft de laptop niet meer voor open. Ik bedoel.. Interviewer: ja, u zei al er komt de ontwikkeling…glasvezel. Ja, dat er op een gegeven moment wel weer een soort televisie-apparaat, een televisie-scherm komt, waar je dan op de manier zoals je nu op je laptop televisie kijkt…met UitzendingGemist en dergelijke of live…dat dat weer op een televisie-apparaat kan, maar dan wel op zo’n selectieve manier. Hoe kijkt u daar tegen aan? Is dat dan een optie om dan weer op die manier een selectief-televisie-apparaat te hebben?
2676
J: ja, nou, daar ben ik net weer over aan het denken om dat volgende week ofzo die glasvezel hier binnenkomt
2677
en ik dacht ‘ja, wat is dat nu weer?’ En toen las ik wat er dus in de toekomst, maar dat zal best wel snel zijn,
2678
komt. En toen dacht ik ‘zal dat dan betekenen dat je dan opeens denkt van, hey we moeten weer een scherm
2679
hebben ofzo?’. Ik denk voor hetzelfde geldt, volgens mij kan alles nog via die laptop binnen maar…Ja, ik vind
2680
het allemaal niet zo…ik vind het heel vervelend eigenlijk. Ik probeer dat beheersbaar te houden, van wat er
2681
binnenkomt. En je merkt dus dat die druk, nu ook weer met die aanleg van die glasvezel…ik weet niet wat het
2682
gaat betekenen, wat voor mogelijkheden dat toch weer biedt waarvan je zegt van ‘dat wil ik dan ook’. Wat dat
2683
dan weer voor afwegingen oproept. Want ik heb wel zoiets, ik ben bezig dingen buiten de deur te houden. En
2684
nouja, dat ik hier probeer de dingen tegen te houden en dat het dan achter mij naar binnen komt. Dus ik
2685
probeer hier m’n internet geregeld te krijgen, van UitzendingGemist en televisie, en dan gaat hier de glasvezel
2686
aangelegd. En ik ben hier Marcus aan het tegen houden en mezelf, en achter kijken we al weer verder….Ja, ik
2687
vind dat wel heel lastig. Omdat ik eigenlijk steeds dacht…maar misschien moet ik daar toch eens anders over
2688
gaan denken…dat je echt zonder sommige niet kunt. Maar als ik dan weer zio’n verhaal lees in de
2689
Waarheidsvriend, denk ik ‘ja, bij die man kan het ook’. Helemaal zonder internet. Dat kan ik me niet
2690
voorstellen. Ik denk ook niet dat het voor iedereen geldt. Je hoeft het ook niet per se op die manier te doen.
2691
Maar dat je het wel helpt van ‘het kan in ieder geval minder’. Interviewer: U zit dan dus nog in een bezinningsfase. En als het dan gaat om een scherm hier?
2692
J: Nee, ik wil absoluut geen scherm in m’n huiskamer of waar dan ook. Dus, als er een scherm moet komen dan
2693
moet ‘ie ergens anders komen. Maar ik wil sowieso dat er niet mij…Er wordt nu beneden gekeken aan de
2694
eettafel, om ook in beeld te houden wat Marcus kijkt en doet en omdat ik het gezellig vind. Als ‘ie in z’n eentje
2695
op z’n kamer zit….Kijk, hij mag ook boven een DVD kijken, dan weet ik wat hij kijkt. Als hij achter de computer
2696
zit, dan komt ‘ie beneden zitten. Maar ik wil niet….geen schermen in de woonkamer. Interviewer: Waarom niet? Kun je dat uitleggen?
2697
J: Uhm..nou, ik vind het vreselijk ongezellig als je ergens binnenkomt en er is iets bezig. Ook voor de afleiding
2698
van dingen. Omdat ik toch het idee heb dat het toch weer te makkelijk aangaat. Maar het is ook iets
2699
ja..uuh….dat wil ik niet in de woonkamer. Dus dat moet dan wel…Toch het idee dat je toch wel bewust ergens
2700
naar moet gaan kijken. Liefst op zo’n ongezellig mogelijke plek zodat je ook niet graag kijkt.
Interviewer: Geen fijne bank ofzo?
2701
J: Nee, zeker niet. Nee. Koude kamer zonder verwarming, haha Interviewer: Ja, je ziet bij gezinnen heel verschillend. (ik heb zelf ook geen televisie, kijk wel via internet, niet fijn achter bureau) Maar zag ook gezin waar dan achter het bureau een bank geinstalleerd was. Maar ook met het idee…daar was ik nog wel benieuwd naar van…ja, je zegt ‘ik vind het heel ongezellig zo’n scherm in de kamer’. Maar kijken jullie weleens samen of altijd als er gekeken wordt in het in je eentje?
2702
J: nee, nee. Want we zien het dus ook helemaal niet als een gezelligheids-iets. Dus we kijken dus opzich
2703
helemaal niks samen. Ja, of het moet het journaal zijn. Dat het dan net, dan ben ik het aan het kijken, en dat
2704
m’n man zegt ‘oh, kijk je nu het journaal’, nou dan kijkt hij even mee met iets. Gewoon staande. Maar die komt
2705
uit (buitenland) dus die kijkt liever z’n eigen nieuws. En uhm, nou je merkt dat Marcus het leuk vind om samen
2706
iets te kijken. Dus wat we dan nog weleens…dat is dan niet via UitzendingGemist, maar dat worden dan
2707
DVD’s….Mr. bean of nouja, zoiets flauws. Maar die wil heel graag….maar ik heb niet het geduld om anderhalf
2708
uur zo’n film te gaan kijken met hem…maar die wil heel graag samen iets kijken. Dus nu hebben we beloofd,
2709
dat we samen een DVD gaan kijken. Met z’n drieeen. Dat hebben we eigenlijk nog nooit gedaan, maar dan
2710
moeten we dus een opstelling gaan maken. En bioscoopje thuis ofzo. Nee, het is dus niet zo…Nouja, hij kijkt z’n
2711
kinderdingetjes. En nog weleens dat ik iets van ‘Profiel’ ofzo kijkt, dat doordat ik kijk, m’n man, ja erbij komt
2712
hangen. Maar dat zijn allemaal vrij korte…20, 25 minuten…maar niet gezamenlijk, nee. Interviewer: nee, even kijken. Wow, dit is langste gesprek dat ik heb gehad. Even kijken…
2713
J: Nou, maar wat ik dus een groot probleem vind is nu die smartphone erbij. Interviewer: En voor je zoon, want nu is internet weer bewust aan een lijntje. Is dat iets uuh...?
2714
J: Ja, nou, nee, uhm...Hij heeft niks nog. In die zin is hij...Hij heeft ook niks van Ninento, of..niets van die dingen.
2715
Dus we hebben wel geprobeerd die beelddingen zoveel mogelijk...hey, dat ‘ie zich opsluit in computer...want
2716
dat vind ik eigenlijk, of dat nou UitzendingGemist is of die vreseljke computerspellejtes waarvan ik ook geen
2717
idee heb hoe ze werken maar wat ‘ie wel overal doet....De Ninento DS die die al jaren op z’n verlanglijstje heeft
2718
staan en waar die nu zelf voor gaat sparen en hoe heet dat..de Wii. Maar dat is..ja, ik heb er een enorme
2719
aversie tegen Dus, ik geloof ook niet dat ik het ga winnen met dat helemaal buiten de deur te houden maar ik
2720
vind al wel wat ik het al vrij lang lukt, als ik bij andere mensen zie. Ja, ook schrale troost voor mezelf. Dat als je
2721
kinderen toch achter dat soort schermpjes ziet zitten....ik merk dat hij reageer van ‘ja, ik mag niet meer achter
2722
m’n laptop want m’n tijd is om. En jij moet weg bij je telefoon’. Maarja, dan kijk ik m’n mail en ik kijk nog even
2723
wat Twitter-dingen na..nouja, en voor je het weet ben je al heel lang...’t Is niet allemaal beeld maar het is
2724
wel...als ik zie hoeveel ja via een beeld afleiding. Ja, en ik kijk inderdaad wel als ik geen zin heb om de laptop te
2725
pakken, heb ik binnen een seconde het achtuur-journaal erop zitten. Dat kijk je gewoonm zo terug. Ja, dat kon
2726
ik natuurlijk ook niet bedenken even geleden. Interviewer: ja, ik was bij het stukje selectiecriteraia, waar we het ook al een beetje over hebben gehad. De laptop staat dan hier, dus je kunt een beetje meekijken...
2727
H: een beetje... Interviewer: Ja, of....
2728
H: Ja, nee, een beetje
Interviewer: Hebben jullie verder nog bepaalde regels qua tijd of wat er wel en niet gekeenen wordt?
2729
H: Ja, er is eigenlijk een nieuw probleem opgedoken. Want het loopt een beetje door elkaar heen. Je hebt het
2730
gebruik van de laptop waar ook de DVD’s op gekeken worden. En dan heb je het televisiegebruik, of het
2731
internetgebruik. En dat vind allemaal achter datzelfde scherm plaats. En doordat ‘ie...eerst werd ‘ie alleen
2732
gebruikt voor DVD’s. Nu wordt ‘ie dus ook gebruikt voor hupsakee, internet, UitzendingGemist, en dan
2733
probeert onze zoon onderscheid te maken tussen ‘ ja, ik mag een DVD kijken en daarna UitzendingGemist want
2734
dat is iets anders’. Dus dat is lastig...of nouja, dat is niet lastig...wij maken er een probleem van. ‘Ik heb
2735
helemaal geen televisie gekeken. Ik heb een DVD gekeken en UitzendingGemist gedaan’. Ja, dat onderscheid
2736
wil ik niet gemaakt hebben want hij ziet continu achter dat beeldscherm. En dan heeft hij ook nog z’n
2737
typecursus, dus dat zit ‘ie halfuur per dag te typen. dan wil die nog huiswerk maken. dan wil die nog een mailtje
2738
sturen. En dat mag ik er allemaal niet bij optellen van hem. Maar hij zit ondertussen al een uur, anderhalf
2739
allerlei ander dingen op de computer te doen. Heeft ‘ie ook nog spelletjes, een racespelletje of een...Gebeurt
2740
ook achter een computer. ‘Ja, maar een spelletje is wat anders dan mag ik daarna nog een film kijken of een
2741
internet’. Als je een tv had gehad, had je misschien ‘die jongen heeft een spelletje gedaan en gaat nu televisie
2742
kijken’. Maar dat gebeurt nu allemaal...Dus hij kan uren hier achter het scherm zitten. Dat is een pot nat voor
2743
mij geworden eigenlijk. Terwijl hij onderscheid maakt tussen wat hij doet. Dus nu moet er onderscheid
2744
gemaakt worden tussen z’n huiswerk, z’n typecursus . Dat is 1. En wil ik nog wel beetje onderscheid maken
2745
tussen spelletje doen, want kan me voorstellen dat dat voor hem iets anders is..Hij heeft verder ook geen
2746
Nintento of een ander ding. Dat is dan een spelletje. En dan heb je nog het...dan wil ik geen onderscheid maken
2747
tussen de DVD en UitzendingGemist. Dus die kabel mag die dag en uur...Maar op die spelletjes moet ook een
2748
tjdscode op. Dus hij heeft dan een uurt voor z’n internet, UitzendingGemist of wat dan ook. En nouja, dan mag
2749
hij, maar dan moet ‘ie eerst wat anders doen, maar dan mag die nog wel een spelletje doen. Want hij heeft van
2750
die CD-rommetjes zijn dat. Maar omdat die dan al zolang televisie heeft gekeken, kan dat natuurlijk ook niet
2751
onbeperkt. En nouja, dan hopen we dat ‘ie gaat lezen, maarja...zeker in de zomer is ‘ie wel veel buiten gelukkig.
2752
Dan moet ‘ie naar buiten. Ja, deze tijd van het jaar wel anders, aarja...dan pakt ‘ie maar een stripboek ofzo.
2753
Maar dan merk je, daarna , dan gaat ‘ie zich vervelen. Heeft ‘ie niks, als dat afgepakt wordt. En dat vind ik wel
2754
redelijk onzinnig eigenlijk. Omdan te zeggen ‘ja, ik heb niks. wat moet ik dan doen’. (voorbeeld, dat zoontje
2755
eerst klaagde en toen ging die knutselen) Interviewer: Mag die dan op UitzendingGemist alle programma’s kijken of is dat dan?
2756
J: nee, nee, nee. Uhm...hij geeft wel aan wat ‘ie kijkt...Nouja, hij heeft hele serie Nnuf de Hond terug gekeke die
2757
de EO uitgezonden heeft. Dat was voor het eerst dat ‘ie iets zag van UitzendingGemist. Want dat heeft ‘ie zelf
2758
ontdekt, eigenlijk. Via school denk ik ook. En dat ‘ie dat systeem niet kende want hij keek DVD’s en die eindigen
2759
met een verhaal. En toen ging ‘ie Snuf de Hond kijken twee jaar geleden en hij kreeg een cliffhanger voor de
2760
vogende afleverng. Dat was ‘ie niet gewend. Hij was boos! Want waarom stopt het nu. Ja, maar dit is een serie,
2761
volgende week verder. Hij had geen idee. Dat vond ik wel heel grappig. Dat kende hij niet, dat systeem van een
2762
serie die stopt en volgende week verder gaat. En het stopt steeds op een spannend moment, Snuf de Hond.
2763
Kon die wel doorklikken naar de volgende....ik weet niet meer hoe dat gedaan is. Maar op een gegeven
2764
moment keek hij wel een paar dagen later dus hij kende dat niet. (voorbeeld zoon bij schoonmoeder die wel
2765
televisie heeft en riep dat programma begon en zoon riep ‘ik over een halfuurtje’. Dus hij vond televisie ook
2766
niet leuk want het deed niet wat hij wilde. Interviewer: Kan hij dan nu wel omgaan met dat selectieve, bewuste kijken? Hij dan gewend van DVD’s dat het afloopt dus hij heeft nooit dat dilemma gehad van, de verleiding te weerstaan. Hier is dan aan draad, maar als hij bijvoorbeeld buiten komt, op school of...
2767
J: op school hebben ze het niet. Hij zit op een reformatorische bassischool en daar is vrij streng beleid. Betekent
2768
ook dat ‘ie in z’n omgeving natuurlijk relatief weinig prikkels krijgt van anderen die dingen zien. Al valt het nog
2769
weleens tegen., ik had gedacht dat het...via andere kinderen op school krijgt ‘ie nog behoorlijk wat mee en van
2770
hier in de buurt. Maar hij moet zelf wel...Nouja, hij hoort dus buiten de deur...heeft ‘ie ook ‘Wie is de Mol’
2771
geleerd, dat heeft hij hier niet geleerd. Dat is hij dus zelf op gaan zoeken dus hij is nu wel inde fase, dat hoort
2772
‘ie daar, dat tikt ‘ie in op Google of Youtube, dat filmpje...Dus dat moet ik wel steeds meer in de gaten houden
2773
omdat zelf z’n eigen zoektoch begint. Dat is nu wat nu komt. En ik kijk het nu in die zin aan, hij weet heel goed
2774
wat wij wel en niet willen qua vloeken en beelden en welke beelden we niet willen zien. En welk taalgebruik we
2775
niet willen. En dat is niet alleen vloeken, dat is ook grof taalgebruk. Hij weet een beetje het refentiekader, dat is
2776
natuurlijk heel algemeen. Maar daar zoekt hij wel zelf in, en ik ben zelf in de fase kijken waar komt hij zelf mee.
2777
Dus ‘Wie is de mol’ is net nieuw in huis sinds een paar weken. Dat ik zelf ook niet goed weet of ik dat eigenlijk
2778
wel wil. Dus dan luister ik half mee en dat ik paar keer hoor dat ik een verkeerd woord langs hoor komen, en dt
2779
is volgens hem dan ‘ per ongeluk’ en ‘in het vuur van het spel’. ‘ En die kijkt het thuis ook’ en ‘daar mogen ze
2780
het ook zien dus dan mag ik het ook’ (voorbeld ‘zoon van de dominee kijkt het ook’.) Maar wij hebben hier
2781
onze regels, dus we gaan niet anderen als maatstaf nemen. Dat moet ‘ie dan ook leren, maar goed. Het werkt
2782
natuurlijk wel zo. En ik ben nu een beetje benieuwd ‘waar komt hij zelf mee?’ zodat ik ook een beetje weet ‘
2783
wat gaat er in hem om, wat voor programma’s zoekt hij uit zichzlf. Het is nu nog redelijk onschuldig allemaal.
2784
Tenminste zover ik denk. En nouja, omdat hij dus niet zelf op internet kan is dat wel prettig. Nouja, niet zomaar
2785
op internet kan. Interviewer: Is dat dan een beetje met het idee van ‘ als ik er niet ben, wat gaat hij dan kijken?’ Zal hij dan alles kijken wat los en vast zit bijvoorbeeld?
2786
J: Ja, dat weet ik dus niet. Hij weet dat ik meeluister van ‘hey is hij dat aan het doen?’, maar wat doet hij
2787
zonder dat ik van te voren zeg ‘nou, meer, wat gaan we nu weer kijken’? Hij gaat nu zitten, wat gat hij doen?
2788
Nu zit hij dus....ik ws al vrij geschrokken dat hij ‘Wie is de mol’ ging kijken want dat vinden we eigenlijk niet
2789
leuk. Dan zitten we zo van ‘ja....’ Interviewer: Want waarom? En geef je dat dan mee aan hem?
2790
J: nou, waarom ? Hij is er echt helemaal in op dit moment. En zijn reden ‘ja, iedereen kijkt’. Het is nu een item
2791
bij hem. En nouja, het vervelende is, ik het programma dus zelf niet. Ik ken het van naam maar ik ken het
2792
systeem niet. Ik weet ook helemaal niet wat voor type mensen en ....dus eigenlijk moet ik het zelf gaan kijken,
2793
om voor hem een beetje een kader te geven. Maar ik kan me er niet toe zetten om dat programma mee te
2794
kijken, zo vreselijk vind ik het eigenlijk. Daarom denk ik al dat hij het ook niet moet kijken omdat ik het vreselijk
2795
vind. Maar waarschijnlijk ook van de leegheid denk ik. Ik kan er dus niet goed over oordelen omdat ik het dus
2796
niet ken. En dat is het een beetje...van ‘hey tot op heden wist ik eigenlijk wat hij keek’ en nu komt ern een
2797
programma wat mijn interesse niet heeft, wat ik wel van naam ken en waar ik dus eigenlijk geen mening over
2798
heb, maar gevoelsmatig zoiets heb van het s zo nikserig’...denk ik...’dat moet jij ook niet gaan kijken. Interviewer: Wordt er dan nog over gepraat of...?
2799
J: ‘ja, wat is er hier nu leuk aan? het is toch een beetje jammer van je tijd?’ Maar hij vind het spannend en dan
2800
probeert ‘ie uit te leggen hoe het werkt en dan probeer ik het liefste dan een woord te horen zodat ik kan
2801
zeggen ‘ik wil niet meer dat je het kijkt’. Binnen m’n eigen kader van woordgebruik en dingetje, ‘ dat doen wij
2802
niet’.Nouja, er kwam dan gister woord voorbij van iemand...maar dat was dan volgens hem ‘in het vuur van het
2803
spel’ en’dat was ern niet de bedoeling’. ‘Kut’, en ik ‘wat gebeurt er nou?’, nouja dan kwam dus al die
2804
argumentatie waarom hij door moest kijken. Ja, dit programma en er komen ongetwijfeld straks anderen,
2805
waarvan ik denk ‘ja, dat is wat ik eigenlijk niet wil. Waarom we ook geen televisie hebben eigenlijk’. Interviewer: Welke kant zou u dan op willen gaan, meer regels of meer bewustwording?
2806
J: Nou, allebei denk ik. Want die regels moet ik stellen om bij hem ook een bewustwording op gang te brengen.
2807
Dat merk ik bij mezelf ook weer een nieuwe omgan met, want...ik moet dus denkn ‘waarom wil ik niet dat hij
2808
dat programma niet kijkt?’ Ja, die leegheid, maar hij is natuurlijk wel een stuk kleiner. En waarom is dit leger
2809
dan een film? Wat voor DVD’s heeft hij...ja, die zijn ook niet allemaal...zijn nu natuurlijk nog wel kinderfilms,
2810
kuijfje of weet ik veel wat. Is natuurlijk ook leeg misschien. Maar dit vind ik nog wel een slagje leger dat ‘Wie is
2811
de mol’, maar hij zit bijna in het scherm van spanning. En dat vind ik ook niet prettig, dat hij daar zo door
2812
opgezogen wordt e. Dus het zijn een aantal dingen die ik eerst zelf ook goed onder woorden moet brengen
2813
want ik wil hier dus iets mee...met dit programma ‘Wie is de Mol’ , ik denk dat dat exemplarisch is voor wat er
2814
gaat komen. Met nieuwe programma’s die hij ontdekt en wil gaan zien en waarvan ik denk...daar passen die
2815
twee regels niet helemaal op, het woordgebruik en beeld, was toen hij klein was wel het geval. Enja, de
2816
beelden. Dus er moet nog iets meer komen of hij mag het misschien wel zien maar niet elke dag? Waarschijnlijk
2817
kijkt hij het terug want het is nu elke dag raak met ‘Wie is de mol’. Ik word er gek van. Interviewer:Ja, als hij alle jaren gaat terugkijken dan is ‘ie nog wel bezig
2818
J: ja, nu je het zegt...volgens mij had hij het over 2009. ja, dit is ook weer zoiets, je kunt niet...dat heb ik wel
2819
geleerd de laatste jaren...die regels kun je niet, die je toen gemaakt heb, moet je nu aanpassen. Het internet is
2820
veranderd, wij..of de levensfase van hem, van ons is weer anders geworden. Ik kom dus niet af met de regels
2821
van woordgebruik en beeld...beeld wat we hier in huis niet willen zien. Ja, ook die leegte die je voor jezelf wel
2822
buitengesloten heb maar die voor hem op een andere manier binnenkomt. Interviewer: E ik denk ook wel, maar dat met smartphones met internet..ja, dat die ontwikkeling ook verdergaat
2823
J: Ja, binnenkort, zal wel een paar jaar duren, heeft ‘ie ook zo’n ding. En dan moet ‘ie natuurlijk...ja, dan kun je
2824
er niet meer aan hebben dan te zorgen dat ‘ie die regels en kaders een beetje eigen gemaakt heeft, hopelijk en
2825
toch zichzelf... Interviewer: Hoe kan je dat doen denk je?
2826
J: ja, nou daarom wil ik dat ‘Wie is de Mol’ nog niet verbieden omdat ik nog geen goed verhaal heb. En dat ik
2827
zoek dus naar...ik merkte dat hij dus nog wel reageerde op zo’n woord...maarja dat is op een gegeven moment
2828
niet meer voldoende, want het kan soms zijn dat dat verkeerde woord niet valt, en dat ik toch denk..en die
2829
beelden, daar is ook niks mee mee. Je ziet geen gekke dingen en toch wil ik niet dat ‘ie het kijkt. Dus het is
2830
moeilijk een verhaal erbij hebben waar hij nu ook begrip voor heeft. Hij kan het er niet mee eens zijn, dat zal hij
2831
ook niet zijn als ik het zou verbieden. Maar dat ik wel kan uitleggen waarom ik het doe, en dat heb ik niet goed.
2832
want ik moet het dus nu gaan kijken want het staat voor mij voor meer. Er gaan meer van dir soort vreselijk
2833
amusementsprogramma’s komen waar hij in geintereseerd is qua leeftijd...en daar moet dus wel een verhaal
2834
bij hebben of anders een tijdscode. dat ik denk van ‘ja, het lukt niet om het alleen met argumenten te doen’.
2835
Maar, om hem nu ‘Wie is de Mol’ te verbieden zonder verhaal dat...dat werkt net denk ik, want daar wordt hij
2836
ook niet beter van. daar krijgt hij geen...ja, daar kan hij niks mee. En daar kan hj later ook niks mee. Als hij
2837
straks op die smartphone gaat kijken, wil ik dat hij mijn argumenten en verhaal in z’n hoofd heeft en dan moet
2838
hij natuurlijk zelf z’n beslissingen nemen. Maar dan moeten we wel een beter verhaal hebben. De argumenten
2839
moeten uitgebreid worden. En daar zoek ik een beetje naar van hoe ik dat doe. (Onderbreking) Ik vind dat
2840
probleem eigenlijk alleen maar groter worden. En dan denk ik ‘in die zin heeft Knevel wel gelijk, qua bezinning’.
2841
Want je loopt nu alweer achter de feiten aan als je zit hoe die smartphone de wereld binnenkomt. Interviewer: Ik heb nog een laatste vraag, daar sluit ik altijd een beetje mee af. Of jullie ook televisie kijken via internet op zondag?
2842
J: uhm........dat is niet helemaal.....dat is ook in disussie. Want dat is dus sluipenderwijs gewoon gebeurd, zeker
2843
toen dat snoertje er nog niet lag en het draadloos was. Want Marcus mocht DVD kijken op zondag, want...ja,
2844
een argument wat ook nergens op slaat, maar...hij is alleen. En wij hebben geen zin om spelletjes te doen. En,
2845
ja..ik zat er zelf ook een beetje mee, als ik een roman lee...ik lees niet de hele zondag de bijebel....waarom lees
2846
ik dan een roman? Dat zei hij zelf ‘waarom lees jij dan een roman en mag ik geen film kijken? Of ik nu Kuijfje
2847
lees of Kuijfje kijk?’ Nou, daar was ik het in die zin wel mee een. Ik vond dat ik daar nie zo heel veel argumenten
2848
toen tegen hd van ‘nu, dat mag niet’. Dus hij keek DVD, en van DVD werd het op een gegeven moment...was
2849
het geen DVD van ‘Snuf de hond’ , maar die serie van de EO liep wel. ‘ Waarom mag ik dan niet ‘ Snuf de hond’
2850
kijken’ via UitzendingGemist als k wel een DVD mag kijken?’ Dus dat is hetzelfde..met DVD begonnen en nouja,
2851
het argument van ‘er werken mensen voor je’...ja, dat was bij ons vroeger ‘ja, dat kijk je niet want die mensen
2852
moeten het programma aankondigen voor je. Er werken mensen voor je. Techniek enzo’. Maar dat is in die zin
2853
niet het geval dus we hebben nu...we proberen een beeldschermloze zondag in het leven te roepen. E daarmee
2854
meteen het probleem van ..of probleem....het punt ‘is het UitzendingGemist of een DVD of is het een
2855
spelletje?’, ja dat onderscheid vloeit zo in elkaar over dat dat weg valt...en dan doen we een beeldschermloze
2856
zondag, wat dan wel het probleem oplevert dat in mijn mobiel moet inleveren. Maar dat merk je al, als je
2857
eenmaal gewend bent...het terugdraaien van dingen is best wel moeilijk. Dus de bedoeling is dus nu om de
2858
beeldschermloze zondag in ieder geval tot 6 uur ‘s avonds te doen. het overdagdeel en het avond deel uit
2859
elkaar te halen. Dus overdag helemaal niet en dan misschien ’s avonds nog even iets aan beeld, maar...dat is er
2860
eigenlijk gewoon sluipenderwijs op die manier binnen gekomen, via DVD kijken. En nouja... Interviewer: ( terugdraaien met ‘Wie is de mol’ lasitg als halverwege programma’a zit)
2861
J: (ja, meer voor in de toekomst. Toekomsige programma’s) Maar goed, dit vraagstuk is ook opeens
2862
binnengekomen zonder dat ik er goed over nagedacht heb. Nooit goeie regels gehad. Nouja... Interviewer: ja, ik ben een beetje door m’n vragen heen. Ik weet niet of u nog iets hebt toe te voegen n uhm...
2863
J: ja, het bandje is vol. Nee, alleen dat ik bij elke zin die ik uitspreek denk van ‘ja, het is je allemaal te snel
2864
overkomen. Dat je dacht dat je er goed mee bezig was maar dat valt reuze tegen’. En ik denk dat iedereen zich
2865
enorm verbaast van de snelheid waarmee alles zich ontwikkeld qua internet en dat soort dingen. [einde interview]
BIJLAGE D Labeling relevante tekstfragmenten Intensiteit gebruik Familie A: “Uhm...ja. Nog geen uur in de week” [r. 9] Familie B:”Ja, uhm....nou, voor ons idee, kijken we heel weinig. Met name naar het NOS journaal. En nog niet eens dagelijks. En misschien of jij of ik, misschien 4 keer per week dat we het NOS journaal bekijken. En heel af en toe, ik denk, 3, 4 keer per jaar dat we iets kijken van een Uitzendinggemist of zoiets, wat we dan gehoord hebben of wat we leuk vinden om te kijken. Ja, jij zei wel...Sanne* kijkt SchoolTV, Klip de Beer filmpjes”[r. 288-291]. Familie C: “Als er zoiets dus speelt van zegmaar groot nieuws, iets belangrijks, dan is het wel een paar dagen echter elkaar maar voor de rest, wat ik al had ingevuld bij het RD, ja à tot anderhalf uur per maand, weetjewel, zo. Of per week, ik weet niet meer welke vraag het precies was. Het was het minst. Het is niet helemaal nooit maar, ja het kan per maand dus heel erg verschillen. Want nu op het moment is er dus niet echt…[r. 611-614] Familie D: “Uhm, vrij beperkt. Vooral, nou….enerzijds met duidelijke gebeurtenissen. [r. 924] “En anderzijds als we echt een avondje echt niks hebben, geen boek en helemaal niks hebben, dan denken we ‘weet je wat, we gaan eens ‘Schatjes’ kijken van de EO of ‘Help mijn man is klusser’”(..) En dat is dan puur verstrooing maar dat doen we eens per maand ofzo. Zo vaak hebben we ook niet niks te doen dus…[ r. 926-934] Familie E: “E: Ik denk een uur per dag. En ja, in de vakantie wat meer, want dan mogen ze ook weleens ’s middags kijken of iets maar meestal een uur per dag, denk ik [r. 1290-1291] Familie F: “ het is wel toegestaan maar wel binnen kaders. En ook geen uren achter elkaar. Daar proberen we ook wel de hand aan te houden, al is dat niet altijd even makkelijk.[r. 1453-1454] Familie G: “Nou, ze kijken elke dag, bijna elke dag wel het Jeugdjournaal. En hoe heetten die andere programma’s? Klokhuis, uuuhm...”[r.1642-1643] “G1: Ik kijk zelf regelmatig het journaal. Maar dan heb je het eigenlijk wel een beetje gehad. G2: Ja, en ik kijk af en toe weleens met de jongens mee als ze zitten te kijken. Nou, dat of dat. Maar ceht zelf gaan zitten kijken? Nee. Nee. [r. 1665-1667] Familie H: “: nee, niet zo heel veel (...) Maar in de week hebben we nooit zoveel tijd. Dus dat is of ’s vrijdag of zaterdag ’s avonds”[r. 1958-1960] Familie I: “Ja, nouzelf kijken wij nagenoeg niet. Alleen Els en Aline kijken regelmatig, af en toe eens via internet. Ja, programma’s via UitzendingGemist ofzo.[r. 21642165] “Ja, Els heeft het over een gemiddelde van een kwartier per dag en Aline die wist het niet, maar dat is ook niet veel meer .[r. 2371-2372]
Familie J: Uhm, nou de laatste tijd vrij ruim. “ [ r. 2395] “Ja, het journaal kijk ik meestal om een uur of 9. Kijk ik meestal wel terug. Nieuwsuur is onregelmatig, als we hebben gezien wat er komt. [r. 2419- 2420] “En een programma terugkijken dat is heel uitzonderlijk”[r. 2421-2422]
Redenen geen televisie Je gaat er snel in op/ beheersing knop
Familie A: “het heeft ook gewoon best wel veel gevaren in zich. Nou, je loopt natuurlijk best wel risico’s dat je op dingen terecht komt waarvan je zegt ‘nou, dat vinden wij niet verantwoord’.[r. 26-27] Familie B: “Vooral van, je hebt geen vraag dus je kan zo de televisie aanzetten en je laten vermaken. En als íe er eenmaal zit dan ga je daar misschien ook wel sneller in op”[r. 314-315]. Familie D: “Jullie keken alles wat los en vast zat. Van dat je terugkwam uit je werk tot dat je naar bed gingen ongeveer. (...) Dus dat was voor ons nog een extra…mochten we al het idee hebben ‘misschien wordt het een serieus gesprekpunt van wel of geen tv’ dan was dat alleen al een aanleiding om het niet te doen. (..)” [r. 940-944] “Mocht je voor jezelf al een goeie beheersing over de knop hebben, dan zou je het alleen al voor je kinderen niet doen.” [r. 964-965] Familie E: “Ik heb geen televisie ook omdat…ik ben nu heel veel alleen…en dan ben ik ’s avonds moe en dan zet ik die knop aan en bij internet moet je nog net wat meer handelingen doen. Dus bewuster dat je ‘m dan aanzet als je gaat kijken. Is dat programma klaar dan stopt dat. En dan denk ik ‘oh, ga ik nog wat kijken of ga ik wat doen?’. Terwijl als ik de televisie aanzet dan blijft ie aanstaan. Denk ik zeker. Of dan ben ik gewoon te moe om te zeggen ‘ nu gaat die knop uit’.” [r. 1275-1279] Familie F: “Ja, want ik denk, heb je echt een televisie in huis, dan is de verleiding om te gaan zitten en de knop aan te zetten gewoon veel en velen malen groter en ‘je ziet maar wat er voorkomt’’, dan dat je bewust nadenkt van ‘nu wil ik dat zien, dus ik ga er nu even voor zitten’.[r. 1473-1475] Familie G: “G2: Als je zo’n ding hebt, dan kun je dus werkelijk overal bij G1: (...)En ja, ik ken onszelf wat dat betreft ook wel een beetje. Kijk, op het moment dat zo’n ding neerzet of ophangt, dan is het lekker makkelijk. Je gaat zitten om 8 uur of 7 uur zet je ‘m aan, en om twaalf uur is je avond voorbij en je hebt 5,6 uur zitten kijken naar wat andere mensen aan het doen zijn. Ja, dat vinden we zonde van de tijd.”[r. 1681-1885] “Alleen die selectie kun je met de tv niet maken. Ja, die kun je wel maken maar wij niet. En onze kinderen ook niet. Op het moment dat je dat ding
neerzet dan staat íe bij hun de hele dag op Nickolodeon.[ r. 1704-1706] “En kijk, op het moment en wij zijn niet zo krachtig en met ons nog heel veel, dat je zo’n ding neerzet...wij kunnen niet selectief kijken. Ook niet met kinderen in huis. Als dat ding er staat, gaat íe aan. Klaar. Zodra de eerste uit school komt, gaat íe aan en zodra we naar bed gaan ’s avonds zou die uitgaan. “ [r. 1890-1892] Familie H: “H: Uhm, mijn man bijvoorbeeld die kan niet zo geweldig goed met tv omgaan. Zodra die een tv ziet, moet íe blijven zitten.. [r. 1972-1973] Want ik ken ook mensen, die kunnen dus wel bewust kijken. Maar hun absoluut niet. En dat kan mijn man ook niet.”[r. 1978-1980] “H: (...) zodra er een tv staat wordt je automatisch gauwer geneigd van ‘jongens ik kan even kijken’. Als je dat van jongsafaan gewend bent.” [r. 1981-1982] Familie J: “. Nee, nouja, uhm...uhm...Omdat onze reden was ‘geen tv want met de tijd dat je blijft hangen na waarvoor je wilde kijken’. [r. 2459-2460]. “Dus dat...dan is het veel zinvoller om dat ding uit te doen, omdat je blijft kijken.” [r. 2466-2467] (..)Dat vind ik nog steeds dan wel de meerwaarde dat we geen tv hebben maar het via internet moeten doen, en ik niet snel zelf zo’n programma ozoek omdat het me niet interesseert, maar wel bang ben dat als er hier televisie staat en ik zou gaan zappen, dat ikz eker een half uur zou blijf hangen.[r. 2522-2525] Tijd nuttiger en/of socialer besteden
Familie A: “En ja, het gaat ten koste van de tijd die je hebt om te lezen, of een keer een spel met de kinderen of weet ik wat.” [r.16-17] “En ja, ik vind het ook gewoon niet nodig. Dan denk ik bij mezelf, nou mijn dag is al zo gevuld met voor mijn gevoel functionelere dingen en zinvollere dingen dan televisie kijken [r. 21-22] . Familie B: “Het is eigenlijk nooit echt omgekomen van ‘zullen we er eens een gaan kopen’, want...ik denk dat het heel ongezellig is.”[r. 307] Familie C: “Maar ja, er is op tv ook wel heel veel keus. (...) Niet alles is verkeerd maar het is ook niet allemaal nodig om te kijken. Maar dat kan wel in plaats van iets sociaals gaan.”[r. 687-690] Familie D: “Maar het kost ook gewoon heel veel tijd. Ik bedoel ‘help mijn man is klusser’ en ‘schatjes’, hartstikke leuk en er is ongetwijfeld nog veel meer hartstikke leuk maar…ja, je kunt zo de hele avond vullen maar het voegt weinig toe.” [r. 948-950] “Ja, en anders zou je dat al snel heel de avond doen en zou het heel je tijd opslokken. “ ”Je werk he, je relatie.” [r. 978-979]
Familie E: Dan heb ik eigenlijk daarna weer spijt van ‘oh, ik had zoveel nuttigs, leuks kunnen doen’. (...) .Nouja, er zitten natuurlijk ook wel nuttige dingen bij maar meestal niet.” [1286-1287] Familie G: “Je gaat zitten eom 8 uur of 7 uur zet je ‘m aan, en om twaalf uur is je avond voorbij en je hebt 5,6 uur zitten kijken naar wat andere mensen aan het doen zijn. Ja, dat vinden we zonde van de tijd” [r. 1681-1885] Familie I: “Dus we zijn er wel mee opgegroeid maar toen we getrouwd zijn hebben we ervoor gekozen om dat niet te doen. Dan nog niet eens zozeer omdat we zwaar principieel tegen waren maar gewoon omdathet een zinloze tijdvulling is en zoveel andere dingen te doen zijn waardoor je heel weinig kijkt.” [r. 2165-2168] “ja, het grootste bezwaar wat ik tegen de televisie toen had, zonder meer, en dat heb ik nu tegen de computer is dat het eigenlijk je hele gezin gaat regeren op een gegeven moment. Zo heb ik dat vanuit huis ervaren(..) Dat was voor mij de reden om te zeggen ‘geen tv’,”[r. 2199-2201] Familie J: “En dat was tijd, het tijdsargument. Van ‘we kijken veel te veel en veel te lang en dat is zonde van de tijd. We moeten de tijd anders besteden.”[r. 2424- 2425] (..)Dus dat...dan is het veel zinvoller om dat ding uit te doen, omdat je blijft kijken. Of je zapt. Die tijd kan beter gebruikt worden, dus het is ook een soort bescherming voor jezelf, om je tijd anders te gebruiken. En dat soort argumenten speelden voor ons heel sterk. [r. 2565-2468] Inhoud programma’s
Familie A: “Dus, uhmm ja, dat is dus de reden...de hoofdreden waarom we geen televisie hebben, ja, omdat er meer onzinnigheid op komt dan dat het functioneel is. En nouja, dat is dan ondervangen op deze manier [r. 26-30]. Familie B: “ Ja, het verbaasde me echt, hoe weinig er eigenlijk is wat we echt leuk vinden” [r. 308-309] “En dat zie in televisie eigenlijk veel minder, dat is heel veel vermaak en heel weinig informatie. En voor vermaak, nee, dat boeit me gewoon helemaal niet. En dat vind ik ook heel vaak verkeerd vermaak. Dat ik toch denk van ‘ja, daar wordt God op geen enkele manier in gediend’.” [r. 324-327] Familie D: “Maar er is wel…en we weten voor onszelf, als je het zou nemen…heel veel vinden wij principieel niet verantwoord.” [r. 946-947] “En met kinderen is nog een extra reden, vinden wij, want ja, er is zoveel ongein.”[ r. 963-964] “Maar het is dus..ja, nogmaals, we zijn niet zozeer tegen het medium tv. (...) Maar wel tegen heel veel programma’s. Zeg maar tegen 90% van de programma’s..”[ r. 979-981]
Familie G: “Ja het is meer de ongelovelijke zooi die eroverheen komt.” (..)Dat is...ja, en de zooi die eroverheen komt. Het is echt zooi.”[r. 16851686] Familie J: “Ook van, je kijkt programma’s waarvan je denk ‘ja, zijn ze verantwoord?’ [r. 2463-2464] “Uhm, nou vooral qua taalgebruik, soms. Qua leegte.”[r. 2465]
Je kunt niet wat kijken wanneer je wilt
Familie A: “Dan denk ik bij mezelf, ach....Ja en dan heb je zoiets van, ja OK, om acht uur het journaal. Nou, dan moet je daar je dag aan gaan aanpassen. Nou, niet hoor. Ja, we gunnen onszelf daar heel weinig tijd voor.” [r. 17-18] Familie B: En ook hoe vaak je dingen ziet die je eigenlijk gewoon niet wilt zien. Van ‘zit dat er allemaal op, en wat krijg je er ongevraagd erbij aan reclame of..’. Nou heel vaak heb ik na een tijdje zoiets van ‘nou, van mij hoeft het niet gewoon’. [r. 311-313]. “ja, dan denk ik er komt meer binnen wat je niet wilt, dan wat je wel wilt.”[r. 341-342] Familie F: “(...) Kijk, voor televisie daar ga je voor zitten en je moet maar afwachten wat er voorgeschoteld wordt.” [r. 1473-1474] Familie J: “En nouja, door die DVD’s heb je het beter in de hand, was onze gedachte toen. dan kan hij niet van alles voorbij zien komen, ook niet qua reclames en beelden die toch bij zo’n kind ook blijven hangen. Die gewoon langskomen omdat de televisie aanstaat, is het niet via een programma dan wel op een andere manier. Dus dan hebben we ook beter in de hand wat er hier in huis gebeurd.” [r. 2433-2439]
Het kan via internet of DVD
Familie B: “ En wil je dingen zien, dan heb je nu de mogelijkheid via internet gewoon om dat wel te doen. Dus dan kun je ook gericht kijken wat je wilt en wat je zoekt.”[r. 316-318] Familie C: “Maar we hebben ook de mogelijkheid om te kijken via internet. Dat hebben we dus waarom een televisie in huis zetten? En ja, als je er iets van wilt zien, kun je ook DVD’s kopen of kijken.” [r. 625627] “ Familie J: “Plus dat ding staat dan waarschijnlijk steeds vaker aanstaan en hij kan z’n filmpjes via de DVD kijken.”[ r. 2429-2430] “Want toen hadden we zoiets...het nieuws kunnen we via internet wel krijgen. (...)Dus we zijn helemaal niet op televisie aangewezen qua
nieuws.”[r. 2438-2443] Geen behoefte
Niet gebruikelijk in kerk
Familie B: “Nou, we hebben eigenlijk nooit sowieso behoefte aan gehad. Het is eigenlijk nooit echt omgekomen van ‘zullen we er eens een gaan kopen’ (..)We missen ‘m nu niet”[r. 305-307]. “Maar zolang die er niet is en er is geen behoefte aan of geen vraag naar dan is het ook niet echt nodig om ‘m aan te schaffen.” [r. 315-316] Familie F: “Wij zijn sowieso allebei zonder televisie opgegroeid. Nooit problemen mee gehad eigenlijk, nee. We wisten niet beter. (...) En ook niet echt gemist, nee. Het is niet dat we avonden tegen elkaar aan zaten te kijken van ‘nou, wat gaan we nou eens doen?’ Helemaal niet. Dus dat...”[ r. 1467-1468] Familie C: “hier, bij ons in de kerk zullen er niet veel zijn die een televisie hebben…..”(...) (..)En ja, als je het dan wel doet wordt je daar eerder op aangekeken maarja, waarom wou je dan zulke problemen gaan zoeken als het niet per se hoeft?” [r. 656-647] Familie D: “ Nou, het is wel heel gebruikelijk binnen de kerk. Dat ook he.” [r. 938]
Beeldcultuurargument/ lezen is beter
Familie A: “En ja, het gaat ten koste van de tijd die je hebt om te lezen, of een keer een spel met de kinderen of weet ik wat ”[r. 16-17]. Familie C: “Niet dat de krant lezen bijvoorbeeld zoveel socialer is, maar gewoon…ja, daar zit ik soms naar te kijken en ‘kijk’...tegen m’n zoontje dan… ‘wat een groot vliegtuig’. Maar daar kun je nog even over doorpraten. En bij televisie is het natuurlijk allemaal veel vluchtiger.”[ r. 690-692]
Je wordt beinvloed door niet objectieve berichtgeving
Familie C: “Dus uhm…maar wat ik ook gewoon vind, ik vind het niet neutraal. Je wordt er door beïnvloed. Gewoon bijvoorbeeld de NOS al, hun kijk op Israel bijvoorbeeld, dat is vaak niet hoe wij ertegenaan kijken. “ [r. 627-629]
Apparaat is lelijk
Familie E : “Nee, maar ik vind ‘m ook lelijk. (...) Ik vind het echt een lelijk ding. Dat vind ik ook eigenlijk één van de argument.”[r. 1275]
Rol van de kerk in het kijken van televisie (via internet) Standpunten kerken Niet gebruikelijk in kerk/ waarschuwend/ afwijzend standpunt
Familie C: “hier, bij ons in de kerk zullen er niet veel zijn die een televisie hebben…..”[r. 625] (..)En ja, als je het dan wel doet wordt je daar eerder op aangekeken maarja, waarom wou je dan zulke problemen gaan zoeken als het niet per se hoeft? [r. 656-647]
Familie D: “Nou, het is wel heel gebruikelijk binnen de kerk. [geen televisie] Dat ook he.” [r. 938] “Blijft wel gewoon het standpunt ‘televisie in zijn algemeenheid niet’ [1179-1180] Familie F: “dat durf ik niet te zeggen. Dat weet ik echt niet. Het is niet wenselijk, laat ik het zo zeggen, maar of er nu censuur opzit? Dat durf ik echt niet te zeggen. (...)” [r. 1484-1485] Familie G: “Mwjaah, kijk, het wordt binnen ons kerkverband niet aangemoedigd, laat ik het zo zeggen.”[r. 1694] Familie H: Ja, die bemoeit zich er wel enigzins mee.” [r. 2079] Familie I “I2:. We zijn wel lid van een behoudende gemeente. Waarbij dat publiekelijk ook wel wordt gezegd dat tv bezit niet geoorloofd is. Of dat is wat sterk uitgedrukt maar niet...De regel is nog wel dat ambten niet open staan voor televisiebezitters.. Dat wordt wel praktisch toegepast.”[r. 2374-2377] Familie J: “Hier in (plaatsnaam) is het een vrij behoudende PKN-Gemeente, Gereformeerde Gemeente. Niet afwijzend tegen televisie. Maar wel waarschuwend, laat ik het zo zeggen, hoe je daarmee omgaat. En ook qua tijd en wat je ziet. Dat wel, ja. [r. 2478-2481]
Weet niet wat standpunt is/ kerk heeft geen standpunt over televisie, maar het is wel gebruikelijk Kerk over televisiekijke via internet
Familie A: “Nouja, wat is het mediastandpunt van de CGK?“ [r. 273-274] Familie B:” ik weet niet hoe ze daar uuh...ik denk zelf dat ze in onze gemeente, nou zeker de helft en misschien haast nog wel meer wel gewoon televisie heeft. Meer dan de helft. “[r. 542-543] Familie B: “Maar wat ik dan heel positief vind is dat bij ons in de kerk ontzettend veel voor de jeugd gedaan wordt, en positief gestimuleerd wordt om juist ook andere dingen te doen, en ook...hoe gaan we er dan mee om?”[r. 543-545] Familie D: “ Maar uitspraken doen in het algemeen over ‘wel of geen internet’, nee dat wordt niet gedaan. Kijk, hij zei ook van…en dan zie wel weer dat er toch wel vaak gekeken wordt naar een pragmatische insteek, en ook begeleide confrontatie zegmaar. D2: Ja, daar zijn ze meer mee bezig” [r. 1179-1183] Familie I: “(...)maar niet echt een speciale discussie over het kijken van tvprogramma’s. Nee”.
Welke rol speelt kerkelijk standpunt? Speel geen rol
Familie A: “Nou, niet zozeer het kerkelijk orgaan maar meer het standpunt van de medemensen in de kerk, zou ik dan voor mijn gevoel meer maatgevend, toonaangevend of richtinggevend zijn dan het algemene standpunt van het overkoepelend orgaan” [r. 263-265]. “Maar rucksichlos overnemen, nee” [r. 284-285] Familie B: [Interviewer: En speelt de kerk nog een rol bij afwijzen van televisie?] B1: “nee” B2: “Nee” [r. 537-538] [Interviewer: En speelt de kerk nog een rol bij afwijzen van televisie] Familie E: Nee, bij mij niet echt” [r. 1281] Familie G: “G1: Mwjaah, kijk, het wordt binnen ons kerkverband niet aangemoedigd, laat ik het zo zeggen. Maar ik vind dat, het is een keuze van ons. (...) Familie H: Ja, die bemoeit zich er wel enigzins mee. Maar ja, het is aan jou wat geef je voor antwoord? Ja of nee?” [r. 1079] Familie I: “Maar ons beeld is er wel wat genuanceerder in. Maar het is niet zo dat als ik geen ouderling meer zou zijn, dat er dan volgende week een televisie zou zijn of omgekeerd. In je overwegingen neem je het weleens mee, maar er zit niet echt een relatie in. “ [r. 2377-2379] Familie J: “Nee, want ik ben hervormd [r. 2478]
Speelt wel rol
Familie C: “hier, bij ons in de kerk zullen er niet veel zijn die een televisie hebben…..”[r. 625] (..) En ja, als je het dan wel doet wordt je daar eerder op aangekeken maarja, waarom wou je dan zulke problemen gaan zoeken als het niet per se hoeft? [[r. 656-647]] Familie D: Dat wordt min of meer verwacht denk ik. Ja, dat kun je wel stellen dat wordt verwacht dat je geen tv hebt. En daar conformeren we ons ook graag aan. Want ja, we vinden het niet heel erg belangrijk.” [r. 962-963]
Eigen verantwoordelijkheid Eigen verantwoordelijkheid
Familie A: “Nouja, dan hoor je en dan denk je bij jezelf ‘nee, volgens mij hoeft dit niet zo’. En dan zoek je je eigen weg in” [r. 272-273]. “Nee, nee, daarin heb je toch een eigen weg in ontwikkeld, zegmaar” [r. 282-283].
Familie C: “Ja, je kan ook proberen…ja, dat vind ik, dus iedereen z’n eigen verantwoordelijkheid. “ [r. 713] “Ja, ik vind altijd zelf, heb ik bij mezelf geleerd van, in de keuzes die ik maak, ben, ik verantwoordelijk voor, of wij als gezin. En ook opvoeden, dat doet iedereen op een andere manier, dus als je het wel doet, ‘ja moeten hun weten’. (voorbeeld) Weetjewel, zo mag iedereen z’n eigen regels stellen… ik zeg, daar hebben ouders ook recht voor. Ja, recht op. “[r. 727-729] Familie D: “En dan is het voor jezelf natuurlijk en voor iedere christen, ja je moet de toets aan blijven leggen. Aan de bijvel van ‘kan het bijbels gezien’. En ja dat vult iedereen op z’n eigen manier in, (...)’ [r. 1049-1051] “D1: De meningen zijn gewoon verschillend, dat moet je dan respecteren zonder dat je denkt ‘nouja, hij spoort niet of hij spoort niet’. Iedereen heeft gewoon zijn verantwoordelijkheid in die zin ook. [r 1153-1154] (...) Wij zetten gewoon samen onze koers uit die wij goed vinden voor onszelf en onze kinderen. En wat anderen doen moeten ze zelf maar zien. “ [r. 11571158] Familie E: “Want inderdaad, vriendjes op school kijken heel veel dingen. Waarvan ik denk ‘ja, geen televisie, waarom mag je dat dan wel via internet kijken?’ Maar goed. Dat is hun…dat moeten ze zelf weten. “[r. 1270-1271] Familie F: “Maar ik denk dat ieder voor zich dat moet weten. Als je iets kunt verant....[r. 1486-1487] ‘Wat je doet’...en dat geldt voor alles, niet alleen voor televisiekijken of computerspelletjes, maar ook voor wat lees je?’, ‘kan Jezus over je schouder meekijken?’. Dat is voor ons heel belangrijk.”[r. 14891491] Familie G: “G1: Maar ik vind dat, het is een keuze van ons. Als wij vinden moeten of willen hebben dan doen we dat. Klaar. Maar dat vinden we dus niet. En dat weegt zwaarder dan wat de kerk ervan vindt.”[r. 1694-1696] “Ieder zal het voor z’n eigen moeten verantwoorden. En het gaat ook niet om die uiterlijkheden. Dat zegt Paulus ook in de Bijbel. Tuurlijk, het is wel belangrijk, maar de kern is nog altijd de bijbel en het woord van het evangelie, dat is het belangrijkste. [r. 1950- 1953] Familie H: “H: nee. Nee hoor, want de mens heeft wel z’n eigen verantwoordelijkheid.”[r. 2000]. “Het is aan jou wat geef je voor antwoord? Ja of nee? En het is nog altijd wel zo, het [de kerk] mogen niet gaan heersen over de gewetens van mensen. Zo is het wel.(....) “[r. 2079-2080] Familie I: “[over filter] Plus dat ik er ook iets in vind zitten dat je...Ja, je wordt beperkt op een bepaalde manier. Hoe moet ik dat zeggen? Nou, die beslissingen wil ik zelf nemen. dat hoeft iemand anders niet voor mij te doen.
Een soort knechting vinds ik erin zitten.”[r. 2320-2322] Familie J: “Want als je dus het standpunt van Knevel…wat ik zelf dan wel beetje meevoel, die verantwoordelijkheid die je hebt.”[r. 2642-2643] “(...) ‘Maar wij hebben hier onze regels, dus we gaan niet anderen als maatstaf nemen’. [r. 2780-2781]
Redenen om wel/geen televisie via internet te kijken Je kunt selectief/bewus t kijken
Familie A: “Computer hebben we wel. Internet verbinding hebben we, dus je kunt eventueel de functionele dingen wel kijken”[r. 30-31]. Familie B: “. En wil je dingen zien, dan heb je nu de mogelijkheid via internet gewoon om dat wel te doen. Dus dan kun je ook gericht kijken wat je wilt en wat je zoekt.” [r. 316-318] “En als ik de informatie via internet haal dan zoek ik heel gericht op wat ik wil zien op dat moment. En dan wordt je niet veel geconfronteerd met dingen die je niet wilt zien. Alleen YouTube dus wel.”[ r. 327-329]. “ja, dan denk ik er komt meer binnen wat je niet wilt, dan wat je wel wilt. En dat vind ik met televisiekijken via internet eigenlijk andersom.” [r. 341-343]. Familie C: “Daarom denk ik, nu kun je zelf kijken wat je wil. “[r. 632] Niet dat alles verkeerd is op de televisie, maar nu heb je ook de mogelijkheid niet om er wel verkeerd gebruik van te maken. Dat vind ik voor mewelf ook wel lekker.”[.r 640641] FamilieD: “D1: Dat heb je natuurlijk met een tv, kun je langs zappen. Maar die grens heb je met een computer. Dat je niet zomaar iets kan zoeken.. IP: Nee, je moet echt bewust gaan kijken. Of bewust verstrooing zoeken he? Is ook even je laptop pakken of bewust zegmaar een nuttig programma kijken. Maar niet gewoon de hele avond pretentieloos zappen. Dat is het voordeel van kijken via de computer.” [r. 957-961] “OP: Ja, maar dat is makkelijker te begrenzen. Je zet ‘m niet aan aan van ‘ nou, we gaan een programma kijken en ondertussen ga ik eten kokenof dit of dat’. En dat zou je bij een tv bijvoorbeeld al veel eerder doen.” “Nee, het is gewoon dat je veel selectiever…” “ heel bewust, heel selectief” “en veel bewuster..” r. 971-976] “Maar het reguleert zich wel makkelijk zo.”[r. 984-985] Familie E: “(...) bij internet moet je nog net wat meer handelingen doen. Dus bewuster dat je ‘m dan aanzet als je gaat kijken. Is dat programma klaar dan stopt dat. En dan denk ik ‘oh, ga ik nog wat kijken of ga ik wat doen?’. Terwijl als ik de televisie aanzet dan blijft ie aanstaan. Denk ik zeker. Of dan ben ik gewoon te moe om te zeggen ‘ nu gaat die knop uit’. Bij internet dan stopt dat programma gewoon.” [r. 1275-1280] “E: Ja, gewoon omdat je wat meer kan sturen. Echt gericht kijkt. Omdat je het van
te voren moet opzoeken, ‘wat wil ik zien, waar staat dat?’. Ja, dat je meer gerichter kijkt dan dat je de knop omzet en maar kijkt wat er is. “[r. 1293-1295] “Internet televisie kijken of televisie, is voor mij hetzelfde. Maar voor mij persoonlijk is het gewoon beter, dat ik nog een stapje meer moet doen, om…Ik heb die drempel nodig.”[r. 1320-1321] Familie F: “We zijn ook niet wereldvreemd zul maar zeggen, dus je weet heel goed wat er wel en wat er niet uuh...of, wat er wel opkomt. En er zijn heel veel dingen, die mis je gewoon niet als je die niet ziet. Maar er zijn ook een boel dingen die zijn best interessant om die wel te zien. Nouja, die kijken we dan ook, maar dan wel op de tijd die ons uitkomt.” [ r. 1469-1472] “Kijk, voor televisie daar ga je voor zitten en je moet maar afwachten wat er voorgeschoteld wordt. Maar als ik iets wil zien, dan ga ik zitten op het moment dat het mij uitkomt, en dan zoek ik bewust dat op wat ik wil zien. Ik denk dat dat wel een heel groot verschil ook is. “[r. 1473- 1475] “Maar in die zin vind ik het gewoon, (...) dat je zelf kunt uitzoeken wat je wanneer wilt zien. [r. 1500-1501] Familie G: “G1: Ja, dat is dus dat je gericht...Kijk, ik heb niks tegen een NOS journaal of tegen een jeugdjournaal of tegen een Klokhuis of programma’s van Doscovery of wat ik zei National Geographic, noem ze maar op, prima. Alleen die selectie kun je met de tv niet maken. (..) “En kijk, via internet kun je daar wel gewoon gericht mee omgaan.” [1703-1705] . “Nou, de...heb je televisie, dan heb je gewoon, nou, je hebt dat ding staan en het is paar klikken op die knop en je kan zappen en dat soort dingen. Met de computer, dat is dan zoals ik het dan zien, kost het toch wat meer moeite. Je moet sowieso eerst dat ding opstarten. Dat ding hier is heel traag dus dat duurt sowieso al bijna tien minuten dus die drempel is als groter. Je moet, naar de site zelf van bepaalde omroepen of televisiemakers. Ja, het is gewoon wat minder gemakkelijk om dus uiteindelijk te gaan zitten kijken dan bij televisie.”[r. 1716- 1720] Familie H: “H: uhm, ik vind...als je tv kijkt via internet, doe je veel bewuster een keuze maken naar dat of wat je kijkt. Want daarna, als je dus aanklikt op een bepaald programma, daarna stopt het hele verhaal en dan komt er niet onverwacht iets anders nog tevoorschijn wat je dus niet aangeklikt hebt. En dat vind ik een heel belangrijk punt. dat je dus heel goed, zelf, bewust kunt kijken. “[ r. 1954-1957] Daar ga je bewust achter zitten. Je zoekt bewust. je bent dan echt specifiek naar iets aan het zoeken, maar niet van, ‘oh, we gaan voor de lol nog even achter dat ding zitten’, zoals ik bij heel veel mensen zie. [r. 1968-1970]
H: Uhm, mijn man bijvoorbeeld die kan niet zo geweldig goed met tv omgaan. Zodra die een tv ziet, moet íe blijven zitten. (...) Vandaar is die computer een geweldige uitvinding op dat gebied want dan kan íe het wel. [r. 1972-1980]
“H: (...) zodra er een tv staat wordt je automatisch gauwer geneigd van ‘jongens ik kan even kijken’. Als je dat van jongsafaan gewend bent. Maar nu moet íe de laptop eruit gaan halen, installeren. Nou, dat is gewoon een grotere haper”. [19811983] Familie J: “Dat vind ik nog steeds dan wel de meerwaarde dat we geen tv hebben maar het via internet moeten doen, en ik niet snel zelf zo’n programma ozoek omdat het me niet interesseert, maar wel bang ben dat als er hier televisie staat en ik zou gaan zappen, dat ikz eker een half uur zou blijf hangen. [r. 2522-2525] Principieel niets tegen het medium
Familie D: “Kijk, we hebben niks tegen het medium.” [r. 946] “Maar het is dus..ja, nogmaals, we zijn niet zozeer tegen het medium tv.( [r. 979] Dus de keuze voor ons om te kijken via de laptop is niet zozeer een principiële stap. We zijn niet principieel tegen tv (...)’ [r. 983-984]
Familie E: “Ik ben principieel niet tegen televisie”[r. 1314] Familie F: “Het is niet...het medium opzich hoef je niet alleen over te laten aan diegenen die het misbruiken.Er kunnen ook goeie dingen mee gebeuren.” [r. 14991500] Familie G: “G1: Nou, verschillende. Niet zozeer tegen het apparaat an sich. Dat is een prima ding.[r. 1679]. ”Het is een stukje techniek en meer niet. Het gaat erom wat er doorheen komt.”[r. 1889] Familie I: “Dus we zijn er wel mee opgegroeid maar toen we getrouwd zijn hebben we ervoor gekozen om dat niet te doen. Dan nog niet eens zozeer omdat we zwaar principieel tegen waren”. [r. 2166-2167] Familie J: “Dus het was niet zo dat we op dat moment principieel tegen de tv als zodanig waren, maar wel heel veel gevaren zagen.” [r. 2462-2463] Educatief aspect/bijblijve n
Familie A: “Maar goed, wat ik zei, van toen in die tijd met die kernramp in Japan, nou dan kijk je op UitzendingGemist (...), leer je er nog wat van ook, hoe zo’n kernreactor werkt en nouja...” [r. 149- 152]. “We lezen ook het RD, maar goed...net wat ik net zei’, de tweede (...) Die is dyslectisch, (...) (...)En om daar op andere manier mogelijkerwijs compensatie in te bieden, ja, heb ik er geen moeite mee om zo nu en dan eens naar Uitzendinggemist te kijken [r. 154-161]. Familie B: “kijk, als Sanne een filmpje ziet van de SchoolTV waarin zij ziet hoe zaadjes groeien, nou prachtig. Dat heeft God zelf gemaakt, dat mag ze van mij bekijken.” [r. 403- 405]. “En nou, internet of een computer hebben we wel. Gewoon bewust aangeschaft voor je werk, ja voor je informatiebron zegmaar. Nou, en dat daar ook een stukje televisie bij zit, als informatievoorziening, vind ik heel positief zegmaar. Is er ergens nieuws in de wereld of toch een beetje bij te blijven. Anders
weet je helemaal niet meer wat er om je heen gebeurd. “ [r. 319-324] “Ja, ik denk wel toen de bezinning kwam van ‘wel of geen televisie’, argumenten voor waren wel dat je toch een beetje bij wilt blijven. Je wilt wel weten wat er gebeurd, ook in de wereld (...)” [r. 339-340]. Familie C: “(over DVD’s) Dat doe ik voor de sociale vaardigheden. Om de kinderen te leren.”[r. 661-662] Ja, nou eerst heb ik het tegen gehouden maar m’n tante zei ‘juist voor de kinderen is het misschien wel goed…’. Want ze zei ‘ ze kunnen er ook heel veel van leren’. En juist als beloning als ze wel goed met elkaar zijn omgegaan. Maar we doen dus een DVD in de week, in principe. Dat weten de kinderen ook (...)ja, maar ook om te leren. (...) [r. 892-894] Familie E: “Dat is eigenlijk in die tijd van (buitenland), dat het voor hun echt belangrijk was om dat nederlands erin te houden. (...)”[r. 1266-1267] Familie F: “Dus in zin geef ik ze wel gelijk, maar om nou gelijk te zeggen van ‘’ ik kijk nergens aan’, dat vind ik dan weer...want er zijn ook best wel een aantal leerzame dingen bij, en ik vind ‘die mag je ook gebruiken’.[r. 1497-1499] Sluipenderwijs.
Familie A: “Maar goed dat gebruiken we ook...dat heb je ook met internet. Zit ik me nu ineens te realiseren. Ja, dat is waar, dat zou je niet kunnen doen als je internet hebt. (...) Ja, inderdaad, dan zie je hoe sluipenderwijs dat gaat” [r. 42-44]. Familie F: “Maar op een gegeven moment, dan kom je inderdaad met die computers en dan komt dat wel en dan, dan weet je van ‘ja...”[r. 1468-1469] Familie I: “Dat was voor mij de reden om te zeggen ‘geen tv’, en daarom wilde ik bijvoorbeeld ook de computer niet in de kamer. Maarja, de laptop doet z’n intrede en...”[r. 2202-2204]
“het is natuurlijk...het is eigenlijk gegroeid met een aantal jaar geleden, twee of drie jaar geleden...mijn jongste dochter had heel veel interesse in medische kinderprogramma’s. (...) En zo groeit het toch breder zonder dat je daar echt een bewuste keuze in gemaakt hebt.” [r. 2208-2213] I2: (...)Bij mij, de keuze waarom ik geen tv heb, heb ik net zo goed voor internet. Dus dat is geen verandering. Alleen is het wel, naar je kinderen toe denk ik....Maarja, als er geen tv is kan er niet gekeken worden en er is wel computer, dus...”[2287-2289] I2: Ja, het komt het huis is als een bij-product van wat anders. En dat is bij televisie niet zo. Dat moest je echt bewust nemen. (...) Dus dat is..Maar nu is het als bijproduct het huis in gekomen. Ja, geen bezinning? Ik denk dat wij voor onszelf wel een heldere visie op het medium film kijken of beeld kijken of hoe je het ook noemen wilt...of dat nu via tv of via internet komt, is niet zo belangrijk. Maar nu komt het in huis als een bijproduct. Nou, dat gaat wel sluipenderwijs.” [r. 2290-2297]
Familie J: “En dat is gaandeweg zo gegroeid.....misschien kom je daar later nog op....toch sluipenderwijs steeds meer mogelijkheden van internet. Want we dachten dat we dat goed afgeperkt hadden.” [r. 2395-2397] “Dus we zijn helemaal niet op televisie aangewezen qua nieuws. Uhm, niet wetend, dat het later het hele televisiegebruik weer overkomt op internet. Dat had ik toen niet ingeschat. [r. 2241-2243] “Ja, ik weet precies wat er gebeurt natuurlijk, maar ik heb toch minder goed in de gaten gehad, die omschakelijk dat íe van DVD’s naar UitzendingGemist ging. Dat is heel geleidelijk gegaan en dat vind ik dus nu een beetje een kwalijke ontwikkeling, waar we zoeken naar ‘hoe gaan we daar mee om?’[ r. 2491-2492] “Vind ik zelf ook, de mogelijkheden en de snelheid waarmee je dus opeens alles had, terwijl je de computer alleen voor je informatievoorziening en je e-mail, en je versturen van je eigen data had. En nouja, dat er opeens alles binnenkomt op internet, meer dan op televisie, daar is…vind ik toch wel vrij snel gegaan. [r. 2659-2661]”Ja…je werkt erop, je kreeg e-mail, keek je hier en daar eens een site. Die is binnengekomen, niet voor tv gebruik of voor films of dat soort dingen. En ja, opeens kon het. Dus in die zin is dat sluipenderwijs gegaan dan zo’n grote kast in huis halen waar opeens ‘de wereld’ mee binnenkomt. En dat heb ik zelf ook totaal onderschat. “ [ 2666-2669] “Nee, alleen dat ik bij elke zin die ik uitspreek denk van ‘ja, het is je allemaal te snel overkomen. Dat je dacht dat je er goed mee bezig was maar dat valt reuze tegen’. En ik denk dat iedereen zich enorm verbaast van de snelheid waarmee alles zich ontwikkeld qua internet en dat soort dingen.” [r. 2863-2865]
Eerdere argumenten tegen televisie Argument van gevaar voor wereldgelijkvormigheid Erkennen gevaar van wereldgelijkvormigheid door televisie, dat je als je ‘wereld’ ziet (op televisie) eraan went en het als normaal/goed gaat beschouwen
Familie B: “B1: Je gaat wel eerder, denk ik, aan dingen wennen”[r. 345]. “ ja, ik geloof toch wel om ook op jouw vraag terug te komen, dat je door alles de wereldgelijkvormigheid wel sneller gaat. Dat denk ik wel. Je went eerder aan dingen.” [r. 376-377] Familie C: “.Maar als je dat vaak ziet dan is het inderdaad niet meer zo gek om daar naar te kijken. Ik denk dat de stap op het dan zelf te doen ook…ook als is het tegen je geweten in…..doe je het de eerste keer met grote moeite en de tweede keer met kleine moeite, en de derde keer gaat het vanzelf. [r. 861-864]
Familie E: “E: Ja, dat toch ook wel. Dan vind je dat toch normaler. Want dat zie ik bij Lotte, als mensen gaan scheiden, dat vind ze toch normaler als ze het op televisie ziet. Ontrouw en naar disco’s, uitgaan, dat ziet ze in die films en ik denk dat je dat toch als puber, als je et in die tienerleeftijd ziet, dat je dan denk ‘ dat is normaal’. (...) Dus ik denk dat dat inderdaad een gevaar is. Dat denk ik wel.”[r. 1322-1324] Familie F: Dus in zin geef ik ze wel gelijk, maar...[r. 1497]
Familie G: “Dat vinden we dus wel. Dat weegt heel zwaar. Want, het is niet normaal....Kijk, het speelt voornamelijk op het morele vlak. Seksueel gebied. Het is niet normaal hoe in heel veel programma’s wordt uitgebeeeld hoe jongesn of mannen over meisjes of vrouwen praten. (....) En op andere vlakken, dat je het normaal vind...ook op homoseksueel gebied, dat is hoe dan ook onbijbels. Betekent niet dat je die moet afdanken, zo bedoelen we dat absoluut niet, maar het is ook niet bijbel. G2: Praktiserend G1: praktiserend. Ja, op het moment dat je alle avonden gaat zitten kijken, ja dan wordt dat normaal voor je. En daar hebben we gewoon...Dat weegt absoluut heel zwaar.” [r. 17481756] “G2: Ja, maar als hun het dus ook zien, gaan ze het ook als normaal ervaren. En dat is dus wat we tegen willen houden.” [r. 1765] (...)G : “Maar zien ze dat elke keer en wordt er niet over gesproken, gaan ze dat normaal vinden. Ook wat betreft, relaties die gedaan worden. En buiten het huwelijk ook gemeenschap, dat soort dingen. Ja, wij leren...tenminste, wij geloven dat is iets binnen het huwelijk. Maar zien ze dat elke keer dat dat ook buiten het huwelijk, ja, dan gaan ze dat gewoon vinden. “[r. 1778-1783] Familie I: “ja, ik denk wel dat we het onderkennen en ook vinden. Maar...[r. 2217]
Familie J: “Uhm...............ja, dat is...dat speelt mee, in wat wij dan noemden, beelden die je meekrijgt en op je netvlies krijgt. Niet alleen bij onze zoon, ook bij onszelf natuurlijk, en de vanzelfsprekendheid van dingen. Dat je het makkelijker als gewoon vind, daar ben ik het wel mee eens ja. En dat...en dan denk ik naturlijk als volwassene dat je er heel goed mee om kunt gaan, dus we hebben dat argument vooral geprojecteerd, toen we hem eruit deden, op onze zoon. Omdat we dachten ‘ja, hij staat nog onbevangen in de wereld en dat willen we zolang mogelijk zo houden en hij moet dus zo min mogelijk, ook qua taalgebruik en wat hij ziet aan leefwijzes, daarvan afgeschermd worden eigenlijk’. Ook om dat niet normaal te vinden. Hoe je taalgebruik is en je omgang met seksualiteit en dat soort dingen.” [r 2482-2489] Dat je ‘wereld’ziet kan juist bewustzijn creeeren dat je er afstand van neemt.
Familie B: “Je kunt meer aan dingen wennen maar daarmee kun je soms ook, er juist weer meer afstand van nemen. Als je meer van doordrongen bent van, heey, zo wil ik het juist niet. Dus ik denk dat het twee kanten heeft eigenlijk. “ [r. 435-348]. Familie I: “(...) Want in de maatschappij zie je ditzelfde. En dat is dan ook die wereldgelijkvormigheid, maar (...)daarom is het juist belangrijk om het te doorgronden. Om het in te zien. In plaats van het maar
klakkeloos aannemen. Dus ik denk wel dat die gelijkvormigheid heel zichtbaar is daarin maar ja, ik ben me daar wel van bewust dat dat juist een reden is om het niet te snel over te nemen. En dat hoop ik ook over te brengen.[ r. 2219-2223] Argument geldt niet alleen voor medium televisie, maar zou dan ook voor alle media moeten gelden
Familie A: “Er zijn veel meer dingen, als je dat als argument gebruikt, dan denk ik, dan moet je ook consequent zijn en in andere dingen, andere keuzes maken”[r. 57-59]. Familie B: “Ja, nee...met je eens. Ik zit ook even wel te denken van, ja, ik denk dat het niet specifiek aan tv kijken ligt maar aan breder op het internet ligt, gewoon die wereldgelijkvormigheid en ja heel de vraag rondom filtering ook gewoon...(..) Op internet kun je natuurlijk ook genoeg rotzooi vinden wat je niet wilt zien en uhm...wat je daarin toch terugkrijgt. “ [r. 350-354]. “(B2) ja, dat is wel door heel de wereld en de hele techniek eromheen (B1) ja, niet alleen door internet. Nee, dat komt niet alleen door televisie.” [r. 379-380] Familie F: “F: Ja, maar dat geldt niet alleen voor televisie. Dat geldt voor, net wat ik zeg, wat lees je, geldt dat ook voor.” [r. 1493-1494] Familie H : nee, dat ligt er dan ook wel aan welk...waar kijk je naar? Dat denk ik wel. (...) ja, daar is een kans voor. Maar dat geldt dan voor elk ding. Dan geldt het ook voor muziek.”[2021-2027] Familie I: “ja, ik denk wel dat we het onderkennen en ook vinden. Maar dat dat ook voor internet geldt.” [r. 2217]
De wereld is overal, niet alleen op televisie, dus daar wereldgelijkvormigheid hangt niet van televisie hebben af
Familie A: “Daar kan ik me wat bij voorstellen. Aan de andere kant, is dat argument denk ik..(...) iets minder functioneel, omdat, kijk je in het centrum, ook in Veenendaal, hoe kerkelijk dat ook is, dan zie je natuurlijk ook van alles en nog wat. Gewoon aan mensen voorbij, aan kleding en weet ik het allemaal. En daar heb ik de televisie niet voor nodig om te zien hoe die dingen, ja in de ‘wereld’(...) gebruikt wordt [r. 50-55]. Familie B: “Je gaat wel eerder, denk ik, aan dingen wennen. Maar dat is ook als je je in de wereld begeeft.”[ r. 376-377] Familie F: “Kijk, wij lopen ook niet met oogkleppen op en de oren dicht. Wij weten ook heus wel wat er te koop is in de wereld, dus waarom dat op die manier nog....niet nodig.”[ r. 1604-1605] Familie I: “I2: Maar ook het gewoon vinden van alle relaties die
voorkomen, dat is natuurlijk...dat is wel realistisch, want dat is gewoon in de maatschappij ook zo” (...) “Maar ik vind dat niet per definitie een reden om niet te kijken, want ik denk gewoon dat je ....ja, dat het bewust zijn er van belangrijker is dan als het kijken, zegmaar. Want in de maatschappij zie je ditzelfde” [r. 2189-2192]
Argument van het gevaar van de beeldcultuur Goed voor bewustwording/ leerzaam
Familie A: Maar goed, wat ik zei, van toen in die tijd met die kernramp in Japan, nou dan kijk je op UitzendingGemist (...)leer je er nog wat van ook, hoe zo’n kernreactor werkt en nouja...”(..) “We lezen ook het RD, maar goed...net wat ik net zei’, de tweede (...) Die is dyslectisch, (...) En om daar op andere manier mogelijkerwijs compensatie in te bieden, ja, heb ik er geen moeite mee om zo nu en dan eens naar Uitzendinggemist te kijke” [r. 154-161]. Familie B: “kijk, als Sanne een filmpje ziet van de SchoolTV waarin zij ziet hoe zaadjes groeien, nou prachtig. Dat heeft God zelf gemaakt, dat mag ze van mij bekijken.” [r. 403- 405]. “Maar soms moeten dingen ook wel heftig binnenkomen, om ons ook bewust te maken” [r. 428]. “En wat denk je van alle nood op de wereld, Haiti toen enzo...als je de dingen ziet dan geef je nog weleens een paar euro extra misschien.” [r. 445-447] Familie E: “Ik lees liever een kinderbijbel dan een gewone bijbel voor hun, want er staan plaatjes bij. Kijken ze in een boek, staan er plaatjes in, dan willen ze ‘m graag hebben. Anders hoeven ze het boek niet. Vind ik wel een lastige.”[r. 13591361] Familie G: “G2: Ja, ik ken het argument wel inderdaad. Kijk, iets wat je ziet, dat komt...dat onthou je vaak langer en beter als dat je leest, want daar moet je je eigen beeld bij vormen. En ja, iets beeldends, dat is ook wetenschappelijk bewezen, dat blijft beter hangen als iets wat je leest.” [r. 1735-1737] Familie I: “Ik geloof een Chinees spreekwoord dat een plaatje meer zegt dat duizend woorden. Maar dat is ook een argument om het soms om te draaien. Dus het argument ‘God werkt alleen maar door woorden en door preken’, dat vind ik niet helemaal terecht. Dat vind ik te smal. Dat geloof ik ook niet. Nou, hoef je niet alles te versimpelen in plaatjes maar als je een kinderbijbel hebt, dan zitten die kleuters er ook bij te wijzen en dat zit er een plaatje bij die de geest van het hele verhaal ernaast uitbeeldt. Dus dat sluit op elkaar aan en ik denk dat je op een verantwoorde manier je verhaal kunt ondersteunen met een plaatje. “ [r. 22402246] Familie J: “Ik vind het opzich..Soms is het ook goed als je bepaalde dingen op beeld ziet. Wat voor ellende, dat dat een gezicht krijgt.” [r. 2459]
“Hoewel sommige beelden of je het nou over rampen of dingen hebt, ook goed zijn dat je ze ziet. En dat kan ook meer zijn dan alleen een foto in de krant.” [r. 2653-2565] “Nee, ik geloof niet dat je het moet tegengaan want dat lijkt me zinloos. Maar dat je daar ook wel een mate in moet…maar dat je wel iets mee moet in…Want het gaat volgens ook over overdracht. Van ‘hoe gaat wat in de bijbel staat over op mijn zoon en ook de anderen’. Ja, dan kun je wel helemaal naast hun leefwereld gaan zitten maar dan bereik je niks. Dus ik vind het belangrijkste dat het overkomt. En dan een goeie weg ermee vinden, want het lijkt me dat het om het doel agat en als daar een beeld bij kan helpen, op een bepaalde manier” [r. 2567-2571] Beeldcultuur is gevaar
Familie A: “Ja, ik denk het wel. Ik denk dat dat iets is...dat we zelf ook wel aan dat gevaar blootstaan. “(...) “Dat je dan eerder zoiets hebt van, nouja goed...de dingen die je dan ziet, dat luistert ook makkelijk. Je merkt aan je kind ook heel sterk, het komt makkelijk binnen. Maar ik kan niet zeggen dat het echt beklijft”[r. 60-52”]. Familie D: : Ja, nou ik denk dat dat wel zo is en dat geldt voor christenen en dat geldt voor iedereen. En ik denk dat dat voor iedereen een negatieve bij-effect is. [r. 1052-1053]”Dus het gaat inderdaad ten koste van de leescultuur ja. [r. 1061]
Familie F: “F: Ik ken het argument. Er zal wel een gevaar in kunnen schuilen, maar dat is dus een kwestie van het juiste evenwichterin bewaren. Niet alleen zeggen...kijk, ze vind het heerlijk om achter de computer te zitten..’nou stoppen, pak maar eens een boek’, dat ben ik al ouder verplicht om te zeggen. Want wij houden wel van lezende kinderen.(...). Lezen vinden wij heel belangrijk.”[ r. 15241528] Familie I: “Nee, ik denk dat wel. Ik vind dat wel zo. Ik denk dat je dat ook wel zo ziet. En het is niet alleen de televisie, want heel de cultuur is tegenwoordig beeldvorming en in beeld. Maar ik denk wel dat het een nadeel is voor het lezen van bijbel. “[r. 2234-2236] Familie J: “Maar dat amusementsdeel en al die nouja...Ja,ik vind het toch ook vervelend, allerlei manieren van kleden en niet kleden op televisie. En wat er allemaal langskomt op je netvlies.. En wat ik wel had gedacht, als je minder met beeld in huis hebt, dat je dus ook meer gaat lezen en dat dat beter is, ook voor je ontwikkeling. Dus dat je als je leest, meer kennis opdoet. Terwijl dingen bij beeld een beetje oppervlakkig binnenkomen. [r. 2550-2554] Argument geldt niet alleen medium
Familie D:” Maar dat is niet alleen tv, dat is überhaupt het hele internet. Het is zo vluchtig en kort. Alles zo kort. Alles is kort tegenwoordig.” [r. 1054-1055]
televisie
Familie G: “G1: Ja, op het moment dat je alle andere avonden bezig bent met andere dingen, dan komt daar dus niks van. En ja, dat vind ik dus ook zonde van de tijd. Omdat dan direct bijbels te maken, ja dat weet ik niet, of we daar zover in zijn. Ik ken het argument wel maar ja...”[1741-1743] Familie H: “Nou, sowieso, kijk dat vind ik een beetje....Dan denk ik bij mezelf, ja de meeste mensen lezen n (...)hele dagen in de bijbel. Tenminste, daar ben ik niet tegengekomen.(.. De beeldcultuur...ik denk dat je daar zelf mede schuldig aan bent van ja, in hoeverre laat je dat dan ook komen. Want dan moet ook geen dia’s kijken en ook geen foto’s, want dan ben je dus ook niet met bijbelse zaken bezig. “[r. 1995-1999]
De beeldctuur is overal/is gegeven, niet alleen op televisie
Familie C: “Maarja, opzich leven we natuurlijk in een beeldcultuur” [r. 615] “Ja, maar er is gewoon een beeldcultuur. Dat kun je wel gaan ontkennen, dat er een beeldcultuur is, maar dat is gewoon zo. (..) [r. 695-696] “het is nu eenmaal een beeldcultuur. En dan kunnen we onze koppen in het zand gaan steken maar daar bereik je uiteindelijk ook niks mee.” [r. 749-750] Familie D: “Ja, glijdende schaal klinkt zo doemdenkerig he, maar bewegend beeld in zijn algemeenheid wordt steeds meer van waarin wij leven.” [r. 1043-1044] Familie I: “Nee, ik denk dat wel. Ik vind dat wel zo. Ik denk dat je dat ook wel zo ziet. En het is niet alleen de televisie, want heel de cultuur is tegenwoordig beeldvorming en in beeld.” r. 2234-2236] “Maar dat is niet alleen tv, dat is gewoon de over..De dag is compleet gevuld met allerlei prikkels waardoor je geen tijd meer hebt(...) Ja, dat ligt veel breder dan het door de televisie zou komen” [r. 2237-2240] Familie J: “Ja, je kunt er niet omheen dat het een beeldcultuur is geworden volgens mij waarvan je alleen maar kan proberen...en dat proberen ze dan een beetje...om te zorgen ‘hey er is meer dan alleen de beeldcultuur’. En dat kan ook oppervlakkig zijn.” [r. 2561-2563]
Argument van het gevaar voor het hellend vlak
Erkennen gevaar hellend vlak ja/nee
Familie A: “Nee, ik begrijp dominee Egas’ standpunt wel en ik herken ook wel dat dat een hellend vlak is en zeker kan zijn. Dat merk ik aan mezelf ook, heb ik net ook aangegeven. Nou, je zit even te kijken en aan eind voor het journaal of net voor het journaal ‘Netwerk komt dat en dat en dat in straks’. Oh, moet ik misschien ook even kijken, is ook wel leuk. Nou, ik bedoel, zo ben je een uur later. (...)En dat begrijp ik wel, en inderdaad, als je aan het zoeken gaat van, OK zijn er nog leuke dingen? Allicht dat er iets langskomt dat, nouja, zou ik normaal nooit gedaan hebben maar ja...oh de kinderen zijn er gelukkig niet bij. Weetjewel, zo. Zulk soort risico’s loop je, nadrukkelijk wel. Daar ben ik van
overtuigd” [r. 67-73]. Familie C: “Nouja, dat kan ik me ook wel voorstellen, maar het is ook…ja hoe stel
je jezelf daarin op? Hoewel ik ook, als ik die mogelijkheid zou hebben, ook wel gevoelig voor zou zijn. Maar daar heb ik het ook gewoon veel te druk voor, nu met de kinderen.” [r 711-713] “Maar ik denk inderdaad dat je daar voor op moet passen. Daar zijn wij net zo goed gevoelig voor. Ik bedoel, moeten er dingen wijken of verjaardagen of wat dan ok, gezellig een spelletje met elkaar doen, omdat je maar ‘nog even dit moest zien n dan de ander dat nog, en de vorige keer en ik op hem moeten wachten dus…’ Dat ga je natuurlijk wel steeds meer krijgen. En ik denk, ja dat als onze kinderen groot worden dat we ook heus wel meer zullen gaan kijken. Meer DVD’s en ook meer op internet zullen zitten.” [r. 868-872]
Familie D: “nou goed het is dus een vrij nieuw fenomeen. Het kan natuurlijk een glijdende schaal zijn. Ik bedoel, wij kijken heel selectief en dat geldt waarschijnlijk voor heel veel mensen.” [r. 1044-1045] “D1:Nouja, dat is in zijn algemeenheid natuurlijk gewoon een reëel gevaar. D2: Ja, en is het niet met onszelf, dat wij ons er nog niet veel voor interesseren. Ik denk dat je kinderen wel vanzelf meer gaan zien, omdat die mogelijkheid er ook is. [r. 1040-1042] (...) D2: nee, maar het hoeft niet per se negatief te zijn. (..)D1: Toename in gebruik in elk geval. En dan is het voor jezelf natuurlijk en voor iedere christen, ja je moet de toets aan blijven leggen. (...) [r. 1047-1051] Familie E: “Dat denk ik wel. Ik ben principieel niet tegen televisie. Maar als je dat wel…ik denk dat het wel en hellend vlak is.(...) Ja, ik denk dat het wel een hellend vlak is. Ik denk wel, ja..hoe moet je dat zeggen…uhm…de gevaren, dat we die onderschatten ervan.”[r 1314-1318] Familie F: “F: Uhm..nou, dat is wel degelijk aanwezig. Dat geloof ik wel. Ja, mensen hebben weleens tijd over en verveling...ik ken het gelukkig zelf niet maar dat slaat weleens toe bij deze of gene en als je dan zomaar eens gaat zitten kijken en van alles gaat opzoeken, ja dan sluipt dat er wel in. (...) Interviewer: maar het is geen argument om geen televisie via internet te kijken? F: nee, want wat ik zeg, we proberen toch wel heel selectief te zijn.” [r. 15121517] Familie G: “G2: Maar je moet wel in de gaten houden, want wat hij noemt, dat hellend vlak. Daar moet je wel heel alert op zijn. Ik kan wel iets voorstellen wat hij bedoelt met dat hellend vlak. Want dat is ook iets wat je gewoon gevonden wordt, dus dan ben je weer toe aan een nieuwe uitdaging. Dus je gaat weer wat anders zoeken. Dat je daar heel, ja, dat merk ik ook wel bij de kinderen. G1: maar dat is goed, dat moeten ze onderzoeken G2: Jawel, maar dat je daar dan wel...(...) Maar meer, hou je daar dan geen overzicht over en kijk je niet met ze mee, dan ja...dan is dat inderdaad een hellend vlak. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.”[r. 1823-1835]
Familie I: “Je merkt wel dat dat in een loop van een jaar wel toeneemt. (....)En dan zie je gewoon, ja, dat we niet echt duidelijk grenzen erin aangeven van ‘dit mag je wel zien, en dit mag je niet zien of zolang mag je kijken’. Dan zie dat dat zich wel iets verbreed in de loop van de tijd.” [r 2169-2173] “I2: Nou, ik ben het er wel mee eens, in die zin dat het een hellend vlak is. Dat je op een gegeven moment een uitbreiding ziet. Maar ik deel niet zijn mening dat de daarom dat niet moet doen. Alleen maar vanwege het hellend vlak.” [r. 22142216] Familie J: “En voor m’n zoontje, zie ik dat ‘ie nu die ouder wordt, dat het enorm toenoemt de laatste jaren. Enorm. [r. 2451-2452] “Dus die grens wordt ook daardoor weer steeds glijdender.” [r. 2455] Zien gevaar voor zichzelf of eigen gezin (in de toekomst)
Familie A: k begrijp dominee Egas’ standpunt wel en ik herken ook wel dat dat een hellend vlak is en zeker kan zijn. Dat merk ik aan mezelf ook, heb ik net ook aangegeven. [ r. 67-69] Interviewer: jullie worden niet verleid om dan nog de volgende te kijken, bijvoorbeeld op Uitzendinggemist ofzo... B1: nou, meestal niet [r. 586] Familie C: “Nouja, dat kan ik me ook wel voorstellen, maar het is ook…ja hoe stel
je jezelf daarin op? Hoewel ik ook, als ik die mogelijkheid zou hebben, ook wel gevoelig voor zou zijn. Maar daar heb ik het ook gewoon veel te druk voor, nu met de kinderen.” [r 711-713] “Dat ga je natuurlijk wel steeds meer krijgen. En ik denk, ja dat als onze kinderen groot worden dat we ook heus wel meer zullen gaan kijken. Meer DVD’s en ook meer op internet zullen zitten.” [r. 868-872]
Familie D: “nou goed het is dus een vrij nieuw fenomeen. Het kan natuurlijk een glijdende schaal zijn. Ik bedoel, wij kijken heel selectief en dat geldt waarschijnlijk voor heel veel mensen.” [r. 1044-1045] “D1:Nouja, dat is in zijn algemeenheid natuurlijk gewoon een reëel gevaar. D2: Ja, en is het niet met onszelf, dat wij ons er nog niet veel voor interesseren. Ik denk dat je kinderen wel vanzelf meer gaan zien, omdat die mogelijkheid er ook is. [r. 1040-1042] (...) D2: nee, maar het hoeft niet per se negatief te zijn. (..)D1: Toename in gebruik in elk geval. En dan is het voor jezelf natuurlijk en voor iedere christen, ja je moet de toets aan blijven leggen. (...) [r. 1047-1051] Familie F: “Uhm..nou, dat is wel degelijk aanwezig. Dat geloof ik wel. Ja, mensen hebben weleens tijd over en verveling...ik ken het gelukkig zelf niet maar dat slaat weleens toe bij deze of gene en als je dan zomaar eens gaat zitten kijken en van alles gaat opzoeken, ja dan sluipt dat er wel in. (...) Interviewer: maar het is geen argument om geen televisie via internet te kijken?
F: nee, want wat ik zeg, we proberen toch wel heel selectief te zijn.” [r. 15121517] Familie G: “G2: Maar je moet wel in de gaten houden, want wat hij noemt, dat hellend vlak. Daar moet je wel heel alert op zijn. Ik kan wel iets voorstellen wat hij bedoelt met dat hellend vlak. Want dat is ook iets wat je gewoon gevonden wordt, dus dan ben je weer toe aan een nieuwe uitdaging. Dus je gaat weer wat anders zoeken. Dat je daar heel, ja, dat merk ik ook wel bij de kinderen. [r. 18231835] Familie I: “Je merkt wel dat dat in een loop van een jaar wel toeneemt. (....)En dan zie je gewoon, ja, dat we niet echt duidelijk grenzen erin aangeven van ‘dit mag je wel zien, en dit mag je niet zien of zolang mag je kijken’. Dan zie dat dat zich wel iets verbreed in de loop van de tijd.” [r 2169-2173] “I2: Nou, ik ben het er wel mee eens, in die zin dat het een hellend vlak is. Dat je op een gegeven moment een uitbreiding ziet. Maar ik deel niet zijn mening dat de daarom dat niet moet doen. Alleen maar vanwege het hellend vlak.” [r. 22142216] Familie J: “En voor m’n zoontje, zie ik dat ‘ie nu die ouder wordt, dat het enorm toenoemt de laatste jaren. Enorm. [r. 2451-2452] “Dus die grens wordt ook daardoor weer steeds glijdender.” [r. 2455]
Argument geldt niet alleen voor televisie
Familie G: “Ja, nou ik kan daar niet helemaal in meegaan. Want, kijk, het verschil met tv...kijk via internet is veel meer bereikbaar dan ooit via tv beschikbaar is geweest....dus als je het zo stelt, moet je eigenlijk zeggen ‘ jongens, neem geen internet aansluiting’. Maarja, dat kan ook niet. Dat is praktisch gewoon niet haalbaar. [r. 1823-1825]]
Argument van ontspanning en entertainmment Niks tegen ontspanning
Familie D: Kijk, ontspanning is gewoon gezond. Ik bedoel, het 1 sluit het ander niet uit. (...)] Maar gewoon ontspanning, ja dat is natuurlijk heel breed en daar is ook niets mis mee. (....)Alleen de vraag is wel wat je kijkt. [ r. 987992] Familie I: Nee.”(...) er mag ook best een stuk ontspanning inzitten. Je mag ook best voor de lol naar de tv kijken.[r. 2277-2278]
Niks tegen entertainment
Familie I: “I2: ja, ik vind opzich niks mis mee met dat het een hoge amusementsgehalte heeft, want ik denk opzich dat dat op z’n tijd ook best mag. Maar het mag niet zoveel tijd vragen dat je dus inderdaad voor andere dingen geen tijd meer hebt. Maar ja, dus in die zin ben ik het dus ook wel eens met dit argument. Maar het is niet zo dat ik denk van ‘nou, dat is nou echt het gevaar van de tv’. [r. 2273- 2276]
Wel tegen entertainment
Familie D: Bij amusement is er nog wel een grens van…nouja, we gaan ook niet naar casino om maar iets te noemen.[r. 988-989]
Familie F: “Weet ik veel, noem eens wat, allemaal van die showtoestanden. Dan denk ik ‘dat is gewoon grote onzin om daarnaar te...’. Dat vind ik dan verloren tijd, als je daarnaar zit te kijken.” [r. 1507-1508] Familie G: “G2: Maar ook zo’n programma over iemand die heel dik is en zwaar weegt, die moet dan binnen 300 dagen afvallen. En dan zeggen ze ‘ja, dat is toch geweldig?’. Ik zeg ‘ja, maar die persoon heeft een probleem. En moet je daar dan entertainment van maken?’. G1: dat is het natuurlijk, alles moet entertainment zijn in Nederland. Niet alleen in nederland, maar....Het is zo ziek. Het is echt ziek, vind ik.” [r. 18681872]
Argument geldt niet alleen voor televisie
Familie J: Ik ben het er wel mee eens dat die amusementswaarde een dermate grote leegte in zich heeft dat je dan ook wel moet zeggen ‘ja, wil je daar je tijd aan besteden’. Dat is dan die tijd... wat ik zei van, besteed je er niet teveel tijd aan? Ook omdat je die tijd eigenlijk besteed aan een soort leegte.(...)” [r. 2514-2517] Familie E: Ja, maarja, zaterdagavond als je vrienden komen, ga je ook niet…tenminste, niet altijd, heel vaak niet, heel veel mensen, over God praten of over de bijbel of iets daaran doen. Dan ben je ook gewoon gezellig aan een wijntje, aan een chipje. En weet ik ook niet of dat altijd ter ere van God is. Nee, dat zou geen argument voor mij zijn. “[r. 1364-1367] Familie H: “Ja, dan zullen ze ook niet naar de Wegwijsbeurs moeten en ook niet naar de Zeeuwese (??) beurs. Dat is idem dito amusement. Dus ja, dat vind ik heel vergezocht.”[ r. 2012-2013] Familie I: “Ja, spelletjes doen en boeken lezen is ook een stuk ontspanning.”[r. 2279]
Cultuurvisie Pionier (nadruk op
Familie A: “Maar dat begrijp ik wel, maar ik deel niet zijn standpunt om dan maar te zeggen ‘helemaal terugtrekken in je eigen bastion’, in hoeverre dat nog een bastion is, is de vraag. Maar goed, waar hij dan voor pleit, nee....want dan denk
cultuuropdracht, in samenleving staan + wel behoud eigenheid)
ik, dat je meer consequenties aan de keuze moet verbinden en dan kom je volgens mij in het gedrang met ook de opdracht om een stad op een berg, een licht op de kandelaar, en een zoutend zout te zijn. En, ja, voor mijn gevoel wringt dat een beetje “[r. 74-79]. Familie B: “We zijn als christenen natuurlijk ook in de wereld geroepen. Dan moet je ook weten wat er in de wereld leeft en ja, je kunt je wel helemaal afzonderen maar dan beteken je ook heel weinig voor de wereld, denk ik.” [r. 428- 430]. “Niet meedoen, maar je mag er wel kennis van nemen. [ r. 441]. nee, maar dat je weet wat er leeft bij die mensen en vervolgens misschien daar iets aan kunt gaan doen. Maar als jij helemaal niet weet dat zoiets bestaat of wat er is...ja, dan vind je het ook wel prima.” [r. 444-445]. “ je hoeft ook niet helemaal wereldvreemd te zijn, denk ik. En een keer een journaal kijken of gewoon de actualiteit volgen daarin en weten wat er ook speelt...”[ r. 476-477] Familie C: “En dat vind ik ook goed aan de SGP dat ze gebruik maken van internet en van televisie om hun standpunten te verdedigen. En uit te leggen. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik denk dat wij veel meer moeten uitleggen aan andersdenkenden, waarom wij zulke keuzes maken. En niet met z’n allen tegen de boze buitenwereld 1 front vormen. Maar juist proberen uit te leggen waarom.” [r. 904-908] Familie E: “E: Nee, je moet niet aanpassen maar je staat er wel met twee benen in.(...) Dus je ontkomt er niet aan en ik denk dat als je er thuis al mee hebt leren omgaan, dat het makkelijk is om te zeggen ‘ik kijk niet naar dat plaatje van die site of die blote vrouw, want ja…interesseert mij dat eigenlijk’. Ik hoop het. Ik weet niet of dat het is maar…dat denk ik.”[r. 1341-1344] Familie F: “Ja, je staat eigenlijk gewoon midden in de samenleving. Je hoort veel, je ziet veel. En dan is het goed als je van sommige dingen wat meer afweet. ([r. 1543-1544] “Nou, uhm....ja, ik vind het altijd wel een hele mooie uitdrukking: ‘’wel in de wereld, maar niet van de wereld’. En zo probeer je dat toch ook wel, maar dat wil niet zeggen dat je nergens over mee kunt praten of wat ook....nee.” [ r. 1545-1547] Familie H: “: ja, dat kan hij vinden maar ik vind dat dus niet. Ik vind....Kjk het is goed dat jij z’n gemeenteleden beschermd maar aan de andere kant denk ik ook, ja maar je moet wel de maatschappij in. En je moet wel straks weet ik veel waar je nog eens te werk wordt gesteld. dan moet je wel argumenten hebben en dan moet je wel staande kunnen blijven. En dan kun je wel zeggen ‘ja dat mag niet’m, maar zo werkt dat niet. Je moet toch weer terug naar die eigen verantwoordelijkheden.”[r.2036-2040] Familie I: “Uhm, ja..ik vind dat wel heel lastig om dat te zeggen. Ik denk wel dat je bewust moet zijn dat je anders bent. En dat je dus inderdaad niet met alles mee
kunt doen als dat onbijbels is. Maar ik vind niet dat je je helemaal als vreemdeling moet gedragen. Ik vind wel dat je iemand moet zijn van deze tijd. Dus ja..ik vind dat heel lastig om dat te zeggen. Interviewer: Nouja, je kan ook in het midden zitten. I2: ja, nee, ja. Zoals een aantal jaren geleden en misschien is dat nog wel heel sterk zo, werd bijvoorbeeld ook heel erg afgewezen om je sportclub te gaan. Om je kinderen naar een sportclub te sturen, met alle gevolgen van dien. Nou, wij vonden dat juist gewoon wel heel belangrijk omdat ze ook dat stukje van de maatschappij moeten leren kennen en hun weg daarin zoeken. Dus, in in die zin vind ik wel dat je ja, kind van deze tijd mag zijn. Maar er zijn grenzen. I1: Ja, ik denk dat de notie van rentmeesterschap dat die heel belangrijk is en dat die onderbelicht is in die visie van, als je je heel erg afsluit van wat er in de wereld om je heen gebeurd. Dan doe je daarin iets tekort. Maar het is wel een dilemma, van naar de sportclub. Want het geeft enerzijds, ja dat is een stukje sociale vorming en ze leren met mensen omgaan. En aan de andere kant is er het risico dat ze daar dingen uit oppikken, ja die we liever niet zouden zien. [r. 2239-2352] Interviewer: en wat probeert u met rentmeesterschap? Ik ken het alleen van met de natuur. I1: Ja, nou omdat je in een christelijke gemeente zit, zijn er al verantwoordelijkheden die je op kan pakken. (...)Ja, voor een deel heeft dat ook wel een maatschappelijke funtie. (..)Als er wat georganiseerd moet worden in de straat ofz, dan pak je dat met de buren op en probeer je daar op te zetten of jouw invloed daar op te laten gelden. Dus, ja dat je niet alleen voor de natuur maar ook voor de maatschappij verantwoordelijk bent. Dat je ook eens protestbriefje schrijft van ‘hey dit vind ik niet kunnen. Waarom moet je zo?’. Vanuit jouw wereldbeeld of mensvisie laat je zien van ‘nou ik denk er zo over en wat jullie daar doen dat wil ik eigenlijk niet of dat doet me pijn en dat mag je ook best weten’’ (..)I2: Maar ook dat je eraan deelneemt. Dat je dus niet aan de zijlijn gaat staan. Dat hoort denk ik ook bij het rentmeesterschap.” [r. 2353-2364] Familie J: “Nee, ik geloof niet dat je het moet tegengaan want dat lijkt me zinloos. Maar dat je daar ook wel een mate in moet…maar dat je wel iets mee moet in…Want het gaat volgens ook over overdracht. Van ‘hoe gaat wat in de bijbel staat over op mijn zoon en ook de anderen’. Ja, dan kun je wel helemaal naast hun leefwereld gaan zitten maar dan bereik je niks. Dus ik vind het belangrijkste dat het overkomt. En dan een goeie weg ermee vinden, want het lijkt me dat het om het doel agat en als daar een beeld bij kan helpen, op een bepaalde manier”[r. 2567-2571] Behoud eigenheid/ apart/ vreemdeling op
Familie B: “En uiteindelijk leef je niet voor nu, en ook niet voor de wereld, maar wel....ja, in deze wereld heeft God ons ook een opdracht gegeven en ook om ten dienste te zijn van anderen, maar bovenal om Hem te dienen.” [r. 508-510].
doorreis
Familie D: “Ja hoe ga je daar mee om als christen? Dat is denk ik hoe je je onderscheid van de niet-christenen. Dat je gewoon heel selectief bent en dat je niet elke avond met of zonder kids de hele avond tv zit te kijken. En zeker niet kritiekloos. Dus ja, in die zin roei je wel in tegen de stroom. “ [r. 1072-1074] Familie G: G2: we zijn toch apart gezet. G1: Maar dat dus heel sterk weegt. [r. 1799-1800] G2: Ja, ik vind dat wel heel moeilijk om er een bepaalde schaal in te hebben, want je leeft in de wereld. Je bent van de wereld, laat ik het zo zeggen. Maar je weet ook dat je, dat dit niet het einde is. Je moet door het leven heen. En dan is het belangrijkste van ja, hoe gaat het als jij aan het einde van je leven bent. Dat dat ook het belangrijkste is end at je niet dus in alles meegaat met wat er in de wereld gebeurd. Dat staat natuurlijk ook in de bijbel. Zeker ook omdat je afgezonderd bent, doordat je in een christelijk gezin geboren bent, ja, heb je een aparte positie. Maar je kunt ze ook niet wereldvreemd maken. Je kunt ze ook niet buiten de wereld houden. [r. 1801-1806] (...)G2: Je maakt deel uit van de wereld, maar... G1: Je bent hier maar heel even. (...) [r. 1813-1814] G2: (...) Maar dat je wel laat maar zeggen voelt dat je hier eigenlijk een vreemdeling bent.”[r. 1813] ”Je moet natuurlijk niet wereldvreemd worden. En je kinderen ook niet. [r. 18301831]
Familie J: “Dat is een lastige. Er zijn al heel veel boeken over geschreven volgens mij. Maarja, ik denk dat natuurlijk de bijbel richtinggevend, maatstafgevend is. Maar ja, die staat….(...) Tuurlijk, moet je eigenheid bewaren. Dat kan ook niet anders, want je geloof en je kijk op de wereld, volgens mij tekent je dat zo dat je sowieso iets anders in de wereld staat en dat er anders naar je gekeken wordt. Uhm, ik denk dat het absoluut kan, en dat je wereldvreemd hoeft te worden als je geen televisie en zelfs geen internet hebt. [r. 2579-2585] “Dus dat het absoluut kan, en dat je dus die cultuur om je heen..Je mag daar ook wel mee omgaan denk ik, op een christelijke manier. Je moet je er niet door laten leiden, maar ook al heb je geen internet en geen televisie, dan wordt je nog beinvloed door de omgeving waarin je leeft. Omdat je daar toch onderdeel van bent.(..) Maarja, eigen verantwoordelijkheid en het feit dat je je ook niet al te snel moeten laten aanpraten volgens mij dat je wereldvreemd bent omdat je iets niet hebt. [r. 25932598] “Ja, maar ik heb zoiets, ik sta in die wereld. En daar mag je dus best en daar neem je toch een aparte positie in volgens mij. Ik geloof toch, er staat ook ‘je staat wel in de wereld, maar je bent niet van de wereld’. Ook zo’n bekende uitdrukking. En dat vind ik ook. En dan is altijd de vraag, hoeveel ga je mee in de wereld? Ja, daar zit natuurlijk een raakvlak mee met televisie en internet. Ja, daar probeer je dan een beetje je weg in te vinden om de wereld ook niet helemaal binnen te halen, in al z’n extremen. Dat sijpelt vanzelf wel binnen. [r. 2617-2621]. M’n man op z’n werk, dan zit je toch midden in die wereld. Alleen je neemt andere keuzes. “ [r. 2628-2629]
Selectiecriteria Wat wel Nieuws/ actualiteit/informatief/ educatief
Familie A: “Mjaah...we hebben wel voorkeur, net wat ik net zei, voor journaal (...)” [r. 26] Familie B: “Vooral de nieuwswaarde dat is denk ik wel vooral belangrijk wat we kijken ook daarin. (...) “ Ja, wat ik zeg, aanvulling op je nieuws, krant en dat soort dingen meer is.” [335-338] Familie C: “Als we televisie kijken is het meer van ‘ er is iets belangrijks gebeurd’, (....)Dus als er belangrijke nieuwsfeiten zijn (...) [r. 606-609] Familie D: “Ja, het is ook vaak wel aan het nieuws gerelateerd he?” [r. 1033] Familie F: “Want er zijn, nouja, Knevel&Van de Brink, daar kan ik best wel even voor zitten. het ligt er vaak aan wie de gasten zijn, of het op de actualiteit. Meestal heeft het ook op de actualiteit betrekking, maar of het mij ook interesseert.” [ r. 1508-1510] “Kijk, als ze iets ziet, dan vinden we het ook heel belangrijk dat er iets educatiefs inzit. Documentaires in de regel, die zijn best wel leerzaam.” [r. 1591-1592] Familie H: (...)in de week hebben we nooit zoveel tijd. Dus dat is of ’s vrijdag of zaterdag ’s avonds. En dan kiezen we heel bewust vaak actualiteitdingen. Daar zijn we zelf in geinteresseerd. [r. 1959-1961] Familie J: “Terwijl wij het zelf vooral gebruiken voor informatievoorziening.” [r. 2399-2400) “En wij zelf kijken dus het journaal. Politiek24 toch ook wel veel, en nouja, eigenlijk vooral de nieuwsvoorziening.” [r. 2415-2416]
Natuur
Familie A: “Mjaah...we hebben wel voorkeur, net wat ik net zei, voor journaal en.... en er zijn best wel...zijn wel met die natuurfilms (...)”[r. 27]. Familie B: “kijk, als Sanne een filmpje ziet van de SchoolTV waarin zij ziet hoe zaadjes groeien, nou prachtig. Dat heeft God zelf gemaakt, dat mag ze van mij bekijken.” [r. 403-405] Familie G: “, en nu kunnen ze....bij een site als Discovery kunnen ze bij. Animal Planet. Weet ik veel hoe die sites allemaal heten. Als ze het willen. Dat vind ik dan nog leuke programma’s.” [r. 1688-1689]
Realistisch
Pedagogische programma’s Ontspanning
Familie B: En voor de rest....ja, wat realistisch is. Dus iets van...ja, ik kijk het ook niet maar bijvoorbeeld een medisch programma of wat je af entoe...van ‘Schatjes’ of iets dergelijks. [r. 412-413] Familie D: “Twee is pedagogisch inderdaad”. [r. 1043] Familie D: “En derde is puur verstrooing”. [r. 1035]
Wat niet Alles wat tegen God/ tien geboden ingaat
Familie B: “Kijk, alles wat tegen Gods geboden ingaat dat moet je afwijzen. Radicaal ook afwijzen.”[ r. 387-388]. “Als je kijkt van ‘ja, is dit iets wat bij God past, waar ik hem mee eer of niet?’. Ja, daar wil je dus eigenlijk je selectie maken en dat voel ik ook vaak heel sterk.” [r. 397-398]. “Nou, sowieso de tien geboden, dat is heel duidelijk je richtlijn.”(r. 468) Familie D: “Nouja, in elk geval verantwoord he? Dus geen vloeken, geen seks, nouja..nouja, ik zou zeggen dat soort criteria. Dus niet strijdig met de 10 geboden, zegmaar. Niet stelen, niet..nouja..”” [r. 1031-1032] Familie F: “F: nou, wat ik net ook al zei, wij vinden het dus heel belangrijk van ‘is het verantwoord waar ik naar kijk? Kan het de toets van de Bijbel, van de tien geboden doorstaan. En ook de manier van ‘kan Jezus meekijken over je schouder, naar wat je kijkt?’.”[r. 1572-1575]
Vloeken
Familie A: “Dat vind ik wel een argument om te zeggen van, nou als er ergens op gevloekt wordt dan, dat vind ik wel belangrijk om dan er goed over na te denken of die of die dan...ja, nou op de zwarte lijst zou moeten. Maar ik ben niet actief om te kijken van welke komen op mijn zwarte lijst en welke niet.” “nou, wat ik net zei...vloeken. Vind ik een belangrijk argument” [r. 181-183]. Familie B: “Als ik iets kijk waarin gevloekt wordt of waarin seksualiteit voorkomt, ja dan weet ik gewoon, dit is niet wat God wil dus dit moet ik gewoon niet kijken.”[r. 398-400] “Dus alles met vloeken, seksualiteit, doden, begeerte, noem maar op...wat daarin staat, kijk het gewoon niet! Doe het gewoon niet. “ [r. 468469]. “FamilieD: “Nouja, in elk geval verantwoord he? Dus geen vloeken, geen seks, nouja..nouja, ik zou zeggen dat soort criteria.” [r. 1031-1032] Familie E: “E: Ja, of het grof is, of er grove taal in gebruikt wordt.[r. 1300] Familie G: “G2: Maar ook vloeken. “[r. 1761] Familie J: “Als er gevloekt wordt of als er gekke plaatjes zijn of..Dan is het zover en uit en dat weet íe en daar is íe het ook nog wel helemaal mee eens gelukkig.” [r.
2502-2504]. Seksueel relationeel gebied
Familie A: (..) dat er (...) belachelijk..bijbelse principes belachelijk worden gemaakt. Dan zie ik dat heel breed, maar ook inderdaad op seksueel gebied “[r. 187-189]. Familie B: “Als ik iets kijk waarin gevloekt wordt of waarin seksualiteit voorkomt, ja dan weet ik gewoon, dit is niet wat God wil dus dit moet ik gewoon niet kijken.” .”[r. 398-400] “Dus alles met vloeken, seksualiteit, doden, begeerte, noem maar op...wat daarin staat, kijk het gewoon niet! Doe het gewoon niet.” [r. 468-469]. Familie D: “Nouja, in elk geval verantwoord he? Dus geen vloeken, geen seks, nouja..nouja, ik zou zeggen dat soort criteria.” [r. 1031-1032] Familie F: “Maar ook gewoon relaties, waarvan ik zeg ‘nou, die zijn tegen alle bijbelse normen in’. Daar mis je niks aan, als je dat niet weet.” [r. 1604-1605] Familie G: G1: “Kijk, het speelt voornamelijk op het morele vlak. Seksueel gebied. Het is niet normaal hoe in heel veel programma’s wordt uitgebeeeld hoe jongesn of mannen over meisjes of vrouwen praten.”[r. 1748-1749] Familie H: “H: ja, porno. Absoluut niet.”[r. 2102] Familie I: “Nouja, als die soapachtige programma’s waar het vooral om relaties gaat of ja, erotisch getint waarbij dan niet echt, zegmaar. de verhouding hoe mensen met elkaar omgaan, die zijn in dat soort dingen heel erg aangedikt en niet heel erg realistisch.”(..) ”Maar, dat ze na een dag al met elkaar in bed duiken en al dat soort dingen. De omgang tussen man en vrouw is natuurlijk heel vrij. En vanuit onze Bijbelse lijnen vullen we dat anders in.” [r. 2184-2188]
Magie
FamilieB: “Halloween en heksen en weet ik veel wat, dan is het gauw over. En soms laat ik ook nog wel een klein stukje zien om uit te leggen wat het is. Ja, dat is voor mij de selectiecriteria.” [r. 407-408] Familie C: “ Ja, dan denk ik ook…dan gaat het weer over de Geest van de lamp, nou dat kun je ook weer als spottend opvatten, als magisch. Dus dan willen we eigenlijk toch weer niet dat zij dat laat zien aan m’n zoon van 8.” [822-824]
Familie E: “Ja, wat nog meer? Ja, soms heb je een beetje occult-achtige dingen, met geesten. Je hebt heel veel van die tekenfilms waar dat dan in voorkomt. Nou, dat wil ik dan eigenlijk ook niet. Ja, daar kijk ik een beetje op” [r. 1300-1302] Familie G: “G2: Maar ook op mysterieus gebied. Op magie en dat soort dingen.[r. 1757] Familie H: “ Dat...nee, en dat Halloween gebeuren.” [r. 2102]
Gezags/ bijbelse ondermijndende principes
Familie A: “(..) dat er (...) belachelijk..bijbelse principes belachelijk worden gemaakt”[ r. 188]. Familie F: “Ook heel vaak, nouja...dat ze zacht gezegd, brutaal zijn. Nou, daar hou ik al helemaal niet van. Dat vind ik gezagsondermijning.” [r. 1602-1603] “H: ja, dat heeft vooral met te maken met het feit hoe zij zich afzetten tegen het christelijk geloof en vooral de bijbel. De bijbelse boodschap. Hoe hun dat te grabbel gooien, nee daar ben ik het absoluut niet mee eens. “ [r. 2020-2030]
Amusement
Familie F: “Weet ik veel, noem eens wat, allemaal van die showtoestanden. Dan denk ik ‘dat is gewoon grote onzin om daarnaar te...’. Dat vind ik dan verloren tijd, als je daarnaar zit te kijken.”(r. 1507-1509]) F: “nou, ik denk dan nog inderdaad dat amusement snel, iets wat echt puur amusement is, dat dat snel afvalt. “ [r. 1518] “nou, zelfs dan komen er nog dingen...van die amusementsprogramma’s en glitter en glamour waarvan ik zeg ‘nouja, dat vind ik...dat is zonde van je tijd. Die hoef ik niet te zien. Wat schiet je...wat wordt je er wijzer van? Nooit ook iets educatiefs of wat ook’.” [ r. 1589-1592] Familie G: “En door de beugel, dat bedoel ik meer van...ja, ook wat fatsoensnormen aangaat. Ik bedoel, niet alles kun je entertainment van maken. Snapje?”[r. 1656-1657]
Overig
Familie A: “Uuh...uhm...dat er geschopt wordt” [r.189]. Familie H: “En ook dat Idols. Zulk soort ideoterie. Dat kinderen als het ware gedwongen worden in een volwassen keurslijf...ne, dat vind ik zulke belachelijke dingen, dan denk ik ‘doe gewoon’. [2102-2103] “Dat vragen ze weleens. Bijvoorbeeld ze vroeger toen, na aanleiding van het boek Snuf de Hond. Toen zei ik ‘nou, dan zullen we eerst zelf die film eens kijken’. Ik heb die film gekeken, nou die vond ik dus drie keer niks. Het kwam totaal niet overeen met dat boek. Toen heb ik ook gezegd ‘nou, sorry die film daar heb je gewoon niks aan’.”[r. 2108-2111] Familie G: (over films) Kijk, het verhaal is vaak leuk maar het is ook vaak vertekenend hoe de werkelijkheid is. He, dat ze zien dingen zoals het in werkelijkheid niet is. Maar ze gaan zich wel daaraan projecteren. He, dus dan loop je gewoon tegen dingen aan, dat je zegt van ‘ja, dat wil ik gewoon niet’. “ [r. 1691-1693] Familie J: “als er gekke plaatjes zijn of..Dan is het zover en uit en dat weet íe en daar is íe het ook nog wel helemaal mee eens gelukkig.”[r. 2503]. Dus daarin probeer je een beetje in te letten, dat soort dingen, maarja het is misschien ook vrij beperkt. Maar dat is nog wel de ondergrens van...dat is absoluut nog, of nog,
dat is absoluut een grens waar..Dat is een beetje meetbaar he? Andere dingen die ik soms zie, denk ik ‘ja, dat is eigenlijk ook niet goed’ maar soms minder tastbaar of voelbaar als expliciete beelden. Terwijl een verhaallijn opzich al slecht kan zijn. “ [r. 2507-2511]
Zondag kijken? (eerste drie respondenten is deze vraag niet gesteld) Nee, op zondag niet Familie D: “D1: Nee, dat doen we dus niet kijken D2: Nee, dan gaat de computer ook niet aan dus…tenminste, alleen een keer om een preek te luisteren maar verder…heel af en toe D1: Nee kijk we zijn niet…dat geldt voor heel veel dingen…we zijn niet verschikkelijk principieel erin. Een keer ene bijbelstudie of weet ik het…als je echt iets wilt, dan doe je het…maar we vinden het niet zo nodig. D2:Maar niet op internet uuuh… D1: Daar denken we helemaal niet aan op zondag. We gaan ’s ochtends en ’s middags naar de kerk en verder is het ook gewoon gezinsdag. Rondje lopen, naar je ouders, spelletjes doen. Gewoon gezellig. D2: ook voor jezelf, overdag kun je zo druk zijn van even dit opzoeken of mail sturen naar die of die. Nou, is ook weleens lekker dat het een dag niet hoeft. Dat je er niet eens aan denkt. Nee die behoefte hebben we helemaal niet op zondag. D1: nee, het weekend is voor het gezin en op zondag nogw at meer dan op zaterdag. Dus ja, tv kijken past daar ook niet in.” [r. 1213-1225] Familie E: E: Nee, dat is inderdaad…nee, komt niet im Frage. Interviewer: Waarom niet? E: Ja, dat is ook lastig. Want waarom kijk je wel een plaatjesboek, waarom lees j wel de Libelle en de Margiet, wat ook werelds is, ja, weet ik niet. Is gevoelsmatig. Want Lotte wil die reden ook weten en ‘ja, dat weet ik eigenlijk niet’. (...) Ik heb meer dan, ja, zondag maken we het gezellig. Dan maken we tijd, hebben we rust om uitgebreid te koken. Van elkaar te genieten. Ja, weet ik niet. Argument heb ik niet echt.” [r. 1436-1444] Familie F: “En hoe dan ook, op zondag komt de computer nooit aan. (...) nee, en dat vind ik heerlijk. Dan is het echt een andere dag. Het is echt een markeringspunt in de week. Dus wat dat betreft....op allerlei gebied hoor, niet alleen op dat gebied, maar gewoon op allerlei gebied.” [r. 1528-1528] Familie G: G1: Nee G2: Nee, zondag is echt de dag dat het gewoon..gewoon niet. G1: Op zondag blijft ook eigenlijk....of niet, eigenlijk....blijft ook de computer uit. Klaar. Gelukkig.”[r. 1914-1915]
Familie H: “Nee. Nee. Op zondag hebben we nog nooit gekeken. Ook nooit de behoefte aan gehad. Komt ook heel de computer niet boven tafel.”[r. 21412143] Familie I: “I1: Nee, nee, de computers blijven op zondag uit. daar hebben we wel een duidelijke grens in. Maar zoals Bas, die gebruikt z’n telefoon om dan om...Die zit dan af en toe wel op internet. Maar dat is denk ik meer de sociale media, dan om films te bekijken. Zo’n beeldje is ook niet zo geschikt daarvoor natuurlijk.” [r. 2336-2338] Familie J: “uhm........dat is niet helemaal.....dat is ook in disussie. Want dat is dus sluipenderwijs gewoon gebeurd, zeker toen dat snoertje er nog niet lag en het draadloos was. Want Marcus mocht DVD kijken op zondag, want...ja, een argument wat ook nergens op slaat, maar...hij is alleen. En wij hebben geen zin om spelletjes te doen. En, ja..ik zat er zelf ook een beetje mee, als ik een roman lese...ik lees niet de hele zondag de bijebel....waarom lees ik dan een roman? Dat zei hij zelf ‘waarom lees jij dan een roman en mag ik geen film kijken? Of ik nu Kuijfje lees of Kuijfje kijk?’ Nou, daar was ik het in die zin wel mee een. Ik vond dat ik daar nie zo heel veel argumenten toen tegen hd van ‘nu, dat mag niet’. [r. 2842-2848]. “We proberen een beeldschermloze zondag in het leven te roepen.”[r. 2853]. “Maar dat merk je al, als je eenmaal gewend bent...het terugdraaien van dingen is best wel moeilijk. Dus de bedoeling is dus nu om de beeldschermloze zondag in ieder geval tot 6 uur ‘s avonds te doen. “ [r. 2856-2858]
Begeleiding Restrictief/ social co-viewing/ evaluatief Filter ja/nee
Familie A: “We hebben Filternet. Dus we hebben er een filter opzitten”[r. 1011] “Maar, door te benoemen, en de eigen verantwoordlijkheid in te geven, en de bescherming van toch wel de filter (...)Dan denk ik wel bij mezelf, ja toch wel belangrijk dat we dat hebben. Niet om daar je eigen verantwoordelijk ten opzichte van je kinderen mee af te schuiven maar wel dat ik zoiets heb van ‘je, OK’. Ja, zo probeer je dat in te perken, in te kaderen, ook op moment dat we niet thuis zijn”[r. 113-117]. “Interviewer: Want hebben jullie een filter op internet als ik vragen mag? Familie B: B1: “Ja”B2: “ja” [r. 331-332] “nee, voor mij hoeveren we ook geen 100% filtering te hebben. Maar ik wil ze in die zin wel beschermen, zeker als ze zo klein zijn, dat als ze gewoon poezen intypen in Google dat ze niet de gekste dingen meteen voor het scherm krijgen. En daarvoor wil ik ze wel beschermen. (..)” [r. 556-558] Familie C: “En aan de andere kant, dat wij gefilterd internet hebben -, ben ik
ook blij mee.”[r. 699-700] Familie D: “Nouja, we hebben Filternet van de EO dus ze komen niet zo snel ergens terecht waar je ze niet wilt hebben.”[r. 1093-1094] Familie E: “Ja, ik heb een filter erop zitten.(...). Dus dat kan die dan gewoon niet zien. (...)” [r. 1386-1388] Familie F: “wij hebben overigens Filternet dus we kunnen wel UitzendingGemist kijken maar een heleboel dingen vallen bij ons gewoon af...”[ r. 1538-1539] Familie G:“Nouja, alles staat of valt wat je zegmaar binnen...wat je via internet kunt bereiken. En dan bedoel ik de provider. (..)Kliksafe. Je hebt ‘m voorbij horen komen? (..)Ok, nou, die hebben wij ook.” [r. 1637-1641] Familie H: “ja, via de KPN kun je ook verschillende filters erin bouwen en dat hebben we gedaan.” [r. 2064] Familie I: “I2: Nee I1: Nee, met datzelfde argument. Dat het A. geen voldoende bescherming biedt. Althans, ook daar wordt gesuggereerd dat je in een veilige omgeving zit. Maar die omgeving is misschien wat minder schadelijk of je hebt minder mogelijkheden maar dan op andere gebieden kom je in verleiding. (...) Plus dat ik er ook iets in vind zitten dat je...Ja, je wordt beperkt op een bepaalde manier. Hoe moet ik dat zeggen? Nou, die beslissingen wil ik zelf nemen. dat hoeft iemand anders niet voor mij te doen. Een soort knechting vinds ik erin zitten.”[r. 2316-2318] Familie J: “J: Nee (...) We hebben er geen filter op. Dat heeft vooral te maken met dat we er nog wel over denken om dat te gaan doen, maar we een aantal nog echt te stevig, teveel vonden filteren...de dingen die we wel wilden zien. Ja. [r. 2543-2545] Regels wat
Familie A: “Maar we proberen toch gewoon te kijken van ja, waar wordt op gekeken, opzich”[r. 12-13]. Familie E: “We hebben regels. . (...) dus dan mogen ze iets kijken wat we van te voren hebben afgesproken. Ze kunnen op de EO-web…we hebben links aan de zijkant, van die favorieten. (...) [r. 1261-1263] Familie F: “het is wel toegestaan maar wel binnen kaders.” (...)Daar proberen we ook wel de hand aan te houden, al is dat niet altijd even makkelijk. Maar uuh...en voor ons is heel belangrijk ‘wat kijk je?’. ‘Wat wil je zien?’Of we daarmee in kunnen stemmen, ja of nee.” (...)”Maar het niet zo dat we
klakkeloos alles uuh....zo van ‘zet maar an en je ziet maar wat je doet’. Nee, absoluut niet.”[r. 1453-1455] Regels tijd
Familie A: “Hebben we daarvoor een grens? Nou ik zou bijna zeggen een tijdsgrens. In die mate dat we zeggen, nou jongens, het is nu echt laat we gaan echt naar bed, dit is echt niet normaal meer. Nee, we hebben dat niet heel strak geregeld”[ r. 90-91]. Familie B: B2: Nee, voor onszelf eigenlijk niet. Ja, Sanne...die begint eigenlijk net een beetje ook met Flip de Beer en uuh...B1: “Ja, maar daar hebben we wel tijden voor. Vast na het eten” “En gewoon niet te lang. En ja, wat is te lang? Ja, dat verschilt per leeftijd denk ik...Maar ze krijgt nu dus nooit meer als een halfuur.” [r. 419-422] Familie C: [over spelletjes op de computer] Ik ben heel selectief, ook met hoe mijn kinderen op internet mogen. Alleen al het aantal minuten dat ze per week spelletjes mogen doen op de computer en welke spelletjes.[r. 650-652]
Familie D: “D2: ik denk dat daar bij ons wel een grens ligt, van de tijdsbesteding. [r. 1253] “ja, net als dat je nu met de computer zegt van’als ze op de computer mogen, mogen ze een halfuur’. Ja, dat je dat met iets met tv kijken via internet ook wel zou doen. [r. 1255-1256] Familie E: “We hebben regels. . Als ze vrij hebben, mogen ze als ze wakker worden….kijk, ze worden allemaal heel vroeg wakker hier…dus dan mogen ze iets kijken wat we van te voren hebben afgesproken. [r. 1261-1263] “Ik heb nu op de rem getrapt. ‘OK, journaal mag ik kijken en dan gaat ‘ie uit. Klaar. Punt.’ En dan ga ik achter de naaimachine of mailtjes doen of iets. (...) Mezelf streng toespreken. In vakantie, de herstvakantie hebben de jongens ook weer veel gekeken en dan ‘Nee, jongens, echt, we stoppen hier weer mee. Het gaat niet goed’. Maar dat is lastig. (...)Om weer terug te draaien, want die jongens vinden het eigenlijk wel heel leuk. “[r. 1424-1431] Familie F: “het is wel toegestaan maar wel binnen kaders. En ook geen uren achter elkaar. Daar proberen we ook wel de hand aan te houden, al is dat niet altijd even makkelijk(...) [r. 1453-1454] Familie G: “Op een gegeven moment zeg je ‘jongens, het is nu klaar’. En dat is even wennen en als ze niet hard genoeg meewerken dan leveren ze ‘m een paar dagen in. “ [r. 1725-1727] “ [pver tijdgrens} ja, dat is niet vastgesteld. Dat is ook weer een beetje....Kijk, ze moeten de huiswerk klaar hebben. De dingen die nog moeten. En als ze daarna nog even wat doen, prima. Dat is goed. ”[r. 1727-1730] [Over regels] I2: Die zijn ook verwaterd he?
Familie I: I1: Ja. Het is ook niet zo dat ze uren per dag televisie zitten te kijken. Of film. Of televisie via internet. Dus dat overschrijdt naar ons idee ook niet dat je zou moeten ingrijpen.[r 2306-2307] Familie J: “Dat nu dermate ruim gebeurt, dat er een tijdsklok, in ieder geval voor mijn zoontje op moet, omdat hij...nouj, hij gaat zitten en gewoon alles terug gaat kijken wat hij bedenken kan.” [ r. 2397-2400] “Dus hij heeft dan een uur voor z’n internet, UitzendingGemist of wat dan ook. (..) Maar omdat die dan al zolang televisie heeft gekeken, kan dat natuurlijk ook niet onbeperkt. . [r. 2748-2751] Meekijken tijdens
Familie A: “Met onze dochters kijken we ook gewoon samen. (...) Nou, in ieder geval wel Uitzendinggemist” [r. 162-163]. “Je moet hier het hoekje om. Je moet hier het hoekje om. Dus je kunt...tuurlijk het is niet waterdicht want als ik hier in de keuken eten aan het klaarmaken ben, kunnen ze daar klikkenen ze zijn handig genoeg daarmee om het ook weer weg te klikken. Ze horen me aan komen lopen. Tuurlijk, het is niet waterdicht, echt niet. Maar, ja...” [ r. 226-228]. Familie B: “We hebben ook altijd gezegd, en hoelang we dat allemaal goed vol kunnen houden, maar we willen graag internet en computers gewoon beneden in de kamer hebben. En dat is dan ook een van de dingen die we afgesproken hebben.”[r. 490-493] FamilieC: “En als ze wel iets internet willen..dan zeggen ze van ‘ik heb iets leuks op internet gezien, mag ik dat kijken?’. Nou, dan kijk ik dus mee. Altijd.” [r. 730-732] “Ja, we hebben ‘m een tijdje alleen boven gehad, maar in principe, vooral bij de jongeren, wil ik dat ze beneden zitten. Dan ben ik ook beneden. In de keuken of als we hier…en dan loop je heen en weer. Maar Jade zit ook rustig boven maar dan hoop je echt wel dat je ze kunt vertrouwen.” [r. 831-833] Familie E: “Als ik op m’n laptop wil en het is tijd voor het Klokhuis of het Jeugdjournaal, dan kijken ze op zijn laptop. Maar dan ben ik hier erbij. Hij kijkt dus beneden. Ik wil eigenlijk niet dat hij het boven op z’n kamer doet, want ik wil het wel een beetje onder controle hebben omdat ‘ie nog maar tien is. Maar Lotte is zeventien, dan vind ik ‘op een gegeven moment moet je toch zelf dat in je hand nemen om daarmee om te gaan’. “ [r. 1354-1358] “(..)En ja, verder, die links mogen ze dan kijken tot ik uit bed kom op een vrije dag en ’s avonds ben ik erbij.”[r. 1388-1390] Familie F: “Maar als ze iets willen zien, dan is het altijd hier in de kamer. Dus er is altijd zicht op.” [r. 1463-1464] ”Nee, we hebben boven geen mogelijkheid. En die komt er niet ook. Nee, dat zijn gewoon, die kun je zelf in de hand houden. Kijk, dat vind ik ook heel belangrijk, dat je weet...daarom
staat íe ook gewoon hier ind e kamer. Dus je weet wat ze erop doet. En aan de hand daarvan kun je ook richting aangeven.”[ r. 1631-1633] Familie G: “Kijk, en hier thuis zit hij ook weleens dingen te kijken op z’n IPhone. Voetbal, hij vind voetbal leuk. Zelf zijn we er gewoon niet voor. Dat probeer je ook duidelijk te maken. Maarja, als hij boven op z’n kamer zit. Ik heb daar niet constant...”[r. 1858-1860] Familie J: H: we zijn er eigenlijk altijd bij. Ja, altijd.(...) “ja, ja. Je hebt ook...het is geen losse verbindingm we hebben altijd een vaste aansluiting. We kijken via een draadje.”[ r. 2059-2061] Familie I: “I1: Nee, dat is echt heel zelden. Ja, een keer in de twee maanden misschien.”[r. 2175] “nee, als je dan binnenloopt en er staat een RTL 4 icoontje op het scherm, dan denk je ‘hey, dat zal wel niet heel erg informatief zijn of opbouwen wat ze aan het kijken zijn’. En dan kijk ik een paar seconden mee en dan loop ik de kamer weer uit.” [r. 2325-2328] Familie J: “nee, hij zit achter op de grote tafel. De eettafel en het draad komt van boven want daar is de aansluiting op de werkkamer. Dus die gaat via de trap naar beneden. Kabel van 25 meter dus die zie je wel lopen door het huis. En dan heb je weer een beetje meer zicht van ‘oh, het is nu weer internettijd’. Want hij moet die kabel trekken en aansluiten.” [r. 2411-2414]. "Ja, hij mag ook niet alles kijken. Daarom zit hij ook hier. En het staat ook aan. En ik kijk dan niet mee, want ik ga niet een uur weet ik veel welk progamma meekijken. Ik kijk weleens. Maar dat is ook als er DVD’s geleend worden, van ‘wat komt hier binnen en wat kijk je?’. En bij UitzendingGemist weet ik dus wat hij kijkt. En als ik het dan niet ken, of dan zit ik hier en dan hoor ik wel van ‘wat hoor ik?’. [r. 2479-2500] Samen kijken (als gezinsactiviteit) ja/nee
Familie A: “Nou, als we kijken, kijken we meestal samen. Mijn man en ik samen, of als er iets apart is ofzo dat we met de kinderen ook samen kijken “[r. 37-38]. “Samen met de kinderen kijken we er ook wel naar. Die vinden het ook wel interessant”[r. 152-153]. Familie D: Ja, jij kijkt misschien nog weleens opvoedprogramm’s als ik er niet ben maar… D2: Ja, eigenlijk nooit, nee. Het is echt als we samen zeggen van ‘zullen we gewoon eens een keer…’[r. 951-952]
Familie F: “andere dingen gaan voor. Kijk, er is best eens een avond dat we zeggen ‘nou uuh...’. Bijvoorbeeld vrijdagavond waren we lekker om 8 uur thuis, toen zijn we lekker de Pelgrimscode gaan kijken. En dat is hartstikke gezellig, dat zit we met elkaar... Interviewer: zitten jullie dan allemaal achter het bureau? F: nee, we hebben een bakje daar zo. En dan zitten we...met z’n tweetjes
kunnen ze...Dus dat is best wel leuk dan.”[r. 1621-1625] Familie I: “I1: Nee. Daarom staat íe denk ik ook boven. “ Familie J: “J: Nee. Koude kamer zonder verwarming, haha”. (...)“Want we zien het dus ook helemaal niet als een gezelligheids-iets. Dus we kijken dus opzich helemaal niks samen. Ja, of het moet het journaal zijn. Dat het dan net, dan ben ik het aan het kijken, en dat m’n man zegt ‘oh, kijk je nu het journaal’, nou dan kijkt hij even mee met iets. Gewoon staande. (...) En uhm, nou je merkt dat Marcus het leuk vind om samen iets te kijken. Dus wat we dan nog weleens…dat is dan niet via UitzendingGemist, maar dat worden dan DVD’s….Mr. bean of nouja, zoiets flauws. “ [r. 2701-2707] Evaluatief (praten over)
Familie A: (..) en soms merk je gewoon dat kinderen verder zijn dan jezelf gedacht had. Maar goed, dat zijn dan ook weer mooie momenten erover te praten van ‘begrijp je waarom wij dit toch niet goed vinden of dat we het jammer vinden dat je het zo doet’ [r. 104-106]. “Nou, met kinderen erover te praten van ‘wat zie je hier nu?’ Ik heb gister bijvoorbeeld even samen met mijn dochter zaten we even op website van kledingwebsite te kijken. Ook dames met weinig kleding en dan zeg ik ‘zie je dat, wat een gevaar dat heeft? Dat bij wijze van, op neckermansite er al aan allerlei kanten aan getrokken wordt?”[r. 109-112]. . “Omdat je er toch gewoon makkelijker bij kunt en het heeft gewoon zeker een risico inzich, ben ik met Knevel eens.....als er helemaal niet over gepraat wordt,van wat kijk je en wat kijk je niet...dat dan echt de hele boel openstaat. En kinderen niet weten van, ja, wat moet je nou kijken, wat moet je nou niet kijken ” r. 173-176]. “Nou, dan praten we ook met hun erover van ‘ja, maar waarom vinden wij dit niet goed?’. Omdat de bijbel, wij, ons inziens, de bijbel dit zegt [r.198-199]. Familie B: “Dat je ze meer met een houding van ‘hoe sta je als christen in deze maatschappij, wat laat je zien en past met wat je kijkt en wat je doet bij je leven als christen?’ En dat is denk ik je drive, wat je bij moet brengen, wat je tussen de oren moet brengen. B1: Nou, in het hart moet brengen, denk ik. B1: Nou, nog beter. “ [r. 390-394] “Ja, zeker. Want dat gebeurt nu al wel. Dus als zij filmpjes kijkt, dan vraag ze dingen. Dat ik zeg ‘die filmpjes wil ik liever niet zien of die gaan we samen kijken’, of dan ‘wat is dat dan mamma? Waar komt dat dan vandaag en houdt de Heere God daar dan niet van? En waarom niet?’. Nou, vraagt ze allemaal.” [r. 488-490] “Ja, maar daarom vind ik het zo belangrijk om met haar heel veel over God te praten, te bidden. En als zij persoonlijke relatie met God krijgt, dat ze van daaruit handelen. Want ik...wij kunnen dat echt niet voor zijn met computeren hier een halfuur, want dan hebben ze een mobiele telefoon waar ze alles op vinden.” [r. 496-498] “B2: Halloween en heksen en weet ik veel wat, dan is het gauw over. En soms laat ik ook nog wel een klein stukje zien om uit te leggen wat het is. Ja, dat is voor mij de
selectiecriteria.” [r. 407-408] “Familie C: )geeft voorbeeld dat ze iets aan kinderen liet zien). Daar hebben we toen even over gepraat. [r. 705-707] “ En dan weten hun dan ook. Ja, als ze een beetje weten hoe je erin staat, ja dat scheelt natuurlijk ook. Dan hoop je toch, niet per se dat mijn normen en waarden helemaal de hunne worden. Bijvoorbeeld, (geeft voorbeeld) )Dus dan probeer je dat te bespreken. [r. 733739] “Zo praat ik…daarom praat ik met m’n kinderen. Ik was de oudste van 9, maar als ik ‘waarom’ stelde, was ik brutaal. (...) En dat probeer ik wel, dan denk ik ‘liever dat m’n kinderen zich negatief uiten, als niet mogen uiten, niet kunnen uiten’. “ [r. 840-842] Maar zo probeer je er wel over te praten en dat vind ik heel belangrijk. Juist dat ze bewust worden. [r. 851-852] Familie D: “En praat er met elkaar over. Want ja, als je ineens 15 of 16 ben en je maakt het dan voor het eerst mee, wie filtert dan nog?? “ [1085-1086] “Maar als je ziet dat ze ergens zitten waarvan je zegt, ja dat willen we liever niet, dan gewoon zeggen en..D2: uitleggen. D1: zeg en uitleg” [r. 1094-1095] “D2: “Maar inderdaad wel van te voren (???) en ook overleg van ‘wat wil je zien en waarom?’. Maar niet zomaar van ‘nou, ...’ D1: bewust doen. D2: ja, wel gewoon de bewustwording ‘er is zoveel meer dan tv kijken of internetten of spelletjes doen’. [r. 1257-1260] Familie E: “ Ja, we praten er heel vaak over. Ik denk dat ze dan er bewuster over na gaan denken. Dat ze als ze later televisie hebben, dat ze dan er toch bewust ermee omgaan. “[r. 1310-1313] Familie F: “Ja, ja. En daarbuiten praten we ook best wel eens van ‘uh, ja...’. Er worden ook weleens dingen gekeken waarvan we achteraf zeggen ‘Nou heb je dat gezien. Vind je dat nu zelf goed, dat je daarnaar kijkt?’ Uhm..’Wat is de meerwaarde ervan?’Maar ook, ‘vind je dat dat verantwoord is?’Van ‘Leg daar nu eens de tien geboden naast, kan dat?’” [r. 1456-1459] “Nee, ik kijk weleens mee en dan hebben we het er weleens over. En soms dan heeft ze weleens iets gezien, dan denk ik van ‘hmmm?’’. En dan hebben we het erover van ‘vind je dat nou nodig om dat uuh...?’. Kijk, wij zijn ook weleens weg en dan kijkt ze ook weleens...dat hoor je dan later, ‘kijk, is dat nou nodig om daar naar te kijken? Wij vinden dat eigenlijk niet goed dat je dat doet’. En gelukkig doet ze dat niet veel. Maar ook uuh...nee, dat...ja, we praten er eigenlijk wel over van.... We hebben er zelfs weleens discussies over.‘Ja, maar mijn vriendinnetjes mogen dan wel zien.’’Ja, maar wij willen niet dat je dat bekijkt want dat is gewoon zonde van je tijd’. ([ r. 1577- 1583] “En dat weet ze ook, dat we dat niet waarderen als ze naar zoiets zou kijken. Dus dat...”[r. 1605-1606] Familie G: “Maar ook, ja, in gesprek proberen te gaan. Ja in discussie, dat ze
bewust worden gemaakt van ‘ja, waarom willen we het niet?’. Want je kunt het natuurlijk verbieden maar als ze niet weten waarom, en als ze zelf niet bewust worden waarom, ja, dan gaan ze het juist doen. ‘Waarom wordt het dan verboden?’. Ja, proberen dus ook wel met ze samen te kijken van ‘joh, wat komt er nou op en wat denken jullie daar zelf nu van? Wat vinden jullie daar nu van?’ [r. 1648-1652] Dus dan, maarja..door toch in gesprek te gaan, wil je toch een stukje bewustwording krijgen van...wat wel en niet door de beugel kan.” [1655-1657] Familie H: “Nou, bijvoorbeeld, zijn ze bij een ander en er is tv, dan zeg ikwel van ‘ik hoop dat je goed kijkt en eerlijk durft te vertellen wat je gekeken hebt, dat we er samen over kunnen spreken’. En vaak zien ze zelf al wel vanuit de opvoeding, ‘ja, er werden wel rare dingen gezegd. dat klopt toch niet helemaal’. En dan kun je er verder op ingaan.” [r. 2047-2048] (...)H: Nee, en dat wordt ook uitgelegd waarom niet. (...) Ja. Ja. Ik kon dat ook met voorbeeld aangeven waar ik dat op baseerde. [r. 2053-2056] Familie I: “Nou, als je aangeeft van ‘nou, je hebt dit gezien maar dat vind ik niet goed, en daar en daarom niet goed’. En ja, dan hoop je dat ze dat oppikken.” [r. 2312-2313] Familie J: “En ik kijk het nu in die zin aan, hij weet heel goed wat wij wel en niet willen qua vloeken en beelden en welke beelden we niet willen zien. En welk taalgebruik we niet willen. En dat is niet alleen vloeken, dat is ook grof taalgebruk. Hij weet een beetje het refentiekader, dat is natuurlijk heel algemeen. Maar daar zoekt hij wel zelf in, en ik ben zelf in de fase kijken waar komt hij zelf mee.
[r. 2773-2777] [praten erover? ] “ja, wat is er hier nu leuk aan? het is toch een beetje jammer van je tijd?’ Maar hij vind het spannend en dan probeert ‘ie uit te leggen hoe het werkt en dan probeer ik het liefste dan een woord te horen zodat ik kan zeggen ‘ik wil niet meer dat je het kijkt’. Binnen m’n eigen kader van woordgebruik en dingetje, ‘ dat doen wij niet’.Nouja, er kwam dan gister woord voorbij van iemand...maar dat was dan volgens hem ‘in het vuur van het spel’ en’dat was ern niet de bedoeling’. ‘Kut’, en ik ‘wat gebeurt er nou?’, nouja dan kwam dus al die argumentatie waarom hij door moest kijken.”[r. 2799-2804] Meekijken vooraf
Familie C: “Dat doe ik voor de sociale vaardigheden. Om de kinderen te leren. Maar ik kijk we zelf voor. “[r. 661-662] Familie E: “Kijken we samen de eerste keer en daarna, als ik denk ‘ dit kan wel’, dan weten ze ‘ok dat mogen we wel kijken’. Zet ik het ook onder favorieten. Dus wat daar staat mogen ze gewoon altijd kijken. En anders even vragen.”[r. 1268-1270] “En ja, verder, die links mogen ze dan kijken tot ik uit bed kom op een vrije
dag(...). En nieuwe programma’s, als ze van vriendje zeggen ‘ik heb dat en dat gezien’, kijken we de eerste keer samen. Dat is een beetje de regel.“ [r. 1388-1390] Meekijken achteraf
Stimuleren
Familie A: “Je kunt in de geschiedenis kijken. Zo nu en dan doen we dat, maar wat dat betreft zijn we niet zo super control-freakerig [r. 11-12]. Familie I: “Ja, een jaar of vijf geleden, de oudste twee, Maurits en Lianne die het huis al uit zijn, ja Maurits die controleerde ik nog wel regelmatig. En dan niet vooraf maar achteraf, dat ik de geschiedenis aan plaatjes en wat íe allemaal gezien had...En daar confronteerde ik hem ook wel regelmatig mee, als ik er wat tussen vond wat niet kon.” [r. 2307-2310] Familie A: “Ik moet haar er bijna bijslepen van ‘joh, heb je...’Ze hebben op school dan erover gehad, daar en daar over, ik zeg ‘zullen we eens kijken of we erop Uitzendinggemist een filmpje over zien’?”[r. 163-165]. Familie C: “Ik had er een filmpje bij, ja…die stond op internet. (....) Toen heb ik het even m’n kinderen laten zien. “[ r. 708-709]
Alternatieven bieden
Familie A: “Goed ze vragen het weleens, ‘man mag ik een filmpje kijken;?’. ‘Nee joh, het is mooi weer, ga lekker buiten spelen. (...) Ja, dan heb ik zoiets van ‘nou, ga iets anders doen’ [r. 132-134]. “Zijn natuurlijk altijd momenten, half 5, 5 uur, dat ze met zo’n vraag komen. Dan heb ik wel zoiets van ‘nou, OK, maarja, ook dan zoek ik vaak wel alternatieven”[r. 140-142]. Familie D: “Ja, dan moet je dus enerzijds de discussie telkens aangaan, is het verantwoord wat je wil kijken? En twee, is het nodig? Ik bedoel, en in verhouding met je andere tijdsbesteding. Je moet ook nog aan je schoolwerk denken en we proberen we ze een beetje te stimuleren om eem muziekinstrument te beoefenen. Of wat anders nuttigs te gaan doen. Kijk, dan heb je ook minder behoefte. Als je de hele dag na school lekker om de bank gaat hangen, dan denk je al gauw ik wil tv kijken’. [r. 1248-1252] Familie F: “Niet alleen zeggen...kijk, ze vind het heerlijk om achter de computer te zitten..’nou stoppen, pak maar eens een boek’, dat ben ik al ouder verplicht om te zeggen”[r. 1524-1525].
Mediaopvoeding Beschermen of verbieden ja/nee
Familie A: “Ik vind ook, je kunt je kinderen ook niet overal voor bewaren“ [r. 96-97]. “Maar om ze daar helemaal van afgeschermd te houden, of dat de goeie keus is“ [r. 102-103]. “En natuurlijk dat weet ik wel, kinderen hebben ook nodig dat ze bepaalde dingen ook zelf ontdekken. Je kunt ze niet overal voor bewaren”[r. 191-193]. (..)Ik vind het ook wel belangrijk om ze interesse
bij te brengen voor wat er in het grotere geheel gebeurd” [r. 153-154]. Familie A: ’Ja, dat je daarin ook een weg moet zoeken. En om die weg te zoeken, ja...ik denk dat het...ja, het zal wel mogelijk zijn maar, dat het niet goed is om een kind die weg te laten zoeken, pas op z’n achttiende, later. Ik denk dat je dat eerder samen met je kind moet gaan doen”[r.233-335].
Familie B: het is nu, of heel zwart of heel wit zeg maar van ‘het is of goed of kwaad’ en daar tussen zit eigenlijk niks, terwijl ik zeg ‘dat kan niet’. Ook niet naar de jeugd toe, naar de jongen toe kun je dat niet maken want die zijn ermee op gegroeid en vergroeid. Dus je kunt niet zeggen ‘dat is helemaal fout’. Zo kun je het niet stellen.”[ r. 363-366] “En ik denk dat dat je uitgangspunt gewoon moet zijn en dat je daar ook, dat moet uitstralen. En dat je daarin niet teveel van bovenaf een druk moet opleggen van ‘wat kan nog wel, wat kan niet?” [r. 388-389] “Kijk, en jij kan heel sterk zeggen van ‘OK, we kijken geen televisie en we doen het niet en we gooien kliksafefilters erop en we sluiten alles af’. Ik denk dat het het daarmee niet gaat redden, ook naar de jeugd niet. Ik denk dat je een heel star beeld krijgt en dat je daar juist heel veel weerstand op krijgt.” [r. 457-460] “ Ik denk dat alles wat je bedenkt aan regels is niet voldoend, ja dat haalt het niet bij een relatie met God. Als je dat hebt dan bepaalt dat je handelen en ja, bewaart het je ook voor heel veel zonde. En als dat er niet is, nou dan kun je als ouders doen wat je wil, maar dan hou je het toch niet tegen. “[r. 498-501]
Familie C: Dus in die zin worden ze wel weer beschermd opgevoed. Aan de andere kant denk ik ‘is dat erg?’. Dat geloof ik ook niet” [r. 682-683] En aan de andere kant, dat wij gefilterd internet hebben -, ben ik ook blij mee. Gewoon, ja dat bewaart je toch ook voor een hoop ‘op onderzoek uitgaan’.Kijk, als ik het wil, kan ik er vast wel door dat filter heenbreken, maar het is toch een extra drempel. Dus het gaat al moeilijker. Ja, ik vind ter bescherming van jezelf en nu ter bescherming van je kinderen vind ik dat ook wel lekker.[r. 699-703] “Dan denk ik van ‘het heeft niet alleen nadelen als je het mist’. [r. 838] Familie C: “En niet gelijk, ook niet bij mij, verbied je kinderen op internet of spelletjes te doen, ja, dat werkt niet meer. “ [r. 747-748] Familie D: Ja, in hoeverre kun je ze beschermen? Dat is het ook weer. Ik denk dat je ze beter begeleid kan confronteren, zoals dat heet. Dan ze weghouden en dan later vallen ze ineens in zo’n wereld.” D1: Nee, maar wij zeggen inderdaad van ‘laat maar zien en laat maar zien wat er wel of niet normaal aan is’ D2: En praat er met elkaar over. Want ja, als je ineens 15 of 16 ben en je maakt het dan voor het eerst mee, wie filtert dan nog? [1082-1086]
Familie E: “Ik weet het niet. Ik hoop het. Ik denk dat verbieden niet echt werkt
in dat soort dingen. Juist als je wat ouder wordt, dat je het dan toch wilt zien, want je vrienden zien het ook. Ik denk dat je beter ermee kan leren omgaan dan het te verbieden. “ (...)” [r. 1311-1313] Familie E: “Ik denk dat je het niet meer tegen kunt houden nu. Omdat internet, omdat die mogelijkheid er is, dat je dat niet meer tegen kunt houden. Dus dat ik denk ik beter kan leren de jongens ermee om te laten gaan dan dat ik ‘het gebeurt niet, ik wil niet dat je dat doet’, want dan is het bij vriendjes. Ik denk dat dat nog gevaarlijker is dan dat je het zelf onder begeleiding leert. “[ r. 1329-1332] “E: Ik denk dat we niet meer anders kunnen. Internet is er en het gaat alleen nog maar verder. Dus dat het…ze kunnen het op school ook bekijken. Weet ik dat het ook stiekum gebeurd. Dus denk ik, omdat stiekume ervan af te halen dat het ook niet meer zoveel…(...) Maar ik denk dat het toch..het stiekume, als je dat eraf haalt, ja, dat het niet meer zo aanlokkelijk is.”[ r. 1333-1337] E: “Ja, of juist niet. Als je dan in de wereld…Dat zag ik bij die meiden die bij ons in het zusterhuis kwamen, die sloegen helemaal los.” [1415-1416] Familie F: (...)”En wat ik net zei, kinderen die dat niet gewend zijn, die zouden niet anders willen dan constant DVD’s kijken. Terwijl kindreen die het wel gewend zijn, ja voor hen is het gewoon normaal dus dat stopt naar verloop van tijd.” [1558-1560] Familie H: “Ik heb zelf 12,5 jaar in het onderwijs gezeten, het hoger onderwijs. En daar heb ik dingen gezien, kinderen die totaal niet voorgelicht werden door hun ouders, die zijn helemaal de verkeerde kant op gegaan. Omdat ze een hoop dingen niet wisten en ook geen verantwoordelijkheid moesten dragen van pa of moe.” [r. 2041-244] Maar je kunt je kinderen daar wel van weghouden, maar stel je voor, je komt in de stad. Komt je langs een tv-zaak, staan alle tv’s aan. Dan zou ik dan met gesloten ogen voorbij moeten gaan? Nou, dat is toch de omgekeerde wereld.”[ r. 2050-2052] (..) “Je kunt wel alles verbieden maar dan is het deste leuker voor de meeste mensen om het juist wel te doen.” [r. 2085-2086] Familie J: “Maar, om hem nu ‘Wie is de Mol’ te verbieden zonder verhaal dat...dat werkt net denk ik, want daar wordt hij ook niet beter van. daar krijgt hij geen...ja, daar kan hij niks mee. En daar kan hj later ook niks mee.” [r 2835-2839]
Leren (bewust) ermee om te gaan / eigen keuzes maken/ eigen verantwoordelijkheid
Familie A: “ Ja, ‘begeleide confrontatie’ zijn dan wel begrippen die je dan hoort. Nou goed, dat proberen wij dan te doen” [r. 103-104]. “Maar goed, ze moeten natuurlijk wel leren zelf keuzes te maken [r. 106107]. “Maar, door te benoemen, en de eigen verantwoordlijkheid in te geven, en de bescherming van toch wel de filter [ r. 113]. “ “En natuurlijk dat weet ik wel, kinderen hebben ook nodig dat ze bepaalde dingen ook zelf ontdekken. Je kunt ze niet overal voor bewaren” [r. 191-193]. “Maar op een gegeven moment moeten ze daar zelf een keuze in gaan maken. En dat kunnen ze al alleen maar doen als ze, denk ik, toch wel dingen paar keer hebben gezien waarvan je zegt ja, ‘moet eigenlijk niet, vind pappa of mamma niet goed”[r. 106-107]. Familie B: En dat probeer ik net ook te zeggen van, ja ‘leer ze over je eigen handelen na te denken’. Van ‘leg geen regels op’ maar leer ze zelf na te denken...wat jij ook zei van...’kan ik ’s avonds weer voor God verschijnen?’ Ja, en kun je verantwoorden dat je dingen hebt gekeken, en dat je dingen hebt gedaan.” [r. 460-462]. ” Je moet de kinderen ook leren om er mee om te gaan ook he. Ook jezelf natuurlijk maar ja... ze moeten ook niet schrikken, als ze een keer ergens anders zijn, ze leven niet alleen maar in jouw huis. En ik vind het ook heel goed dat ze weerbaar zijn, van ‘ja, dat kijk ik niet’of ‘daar wil ik niet aan meedoen’, of....Dan moet ze ze dat wel geleerd hebben. En als je alles alleen maar buiten de deur houdt, dan weten ze helemaal niet hoe ze met iets om moeten gaan. “[ r. 552-526] “Ik denk dat je zo ook met de studenten, met je jeugd, met je kinderen om moet gaan dat ze, ja, in hun hart willen leven voor God. En dat ze dus vanuit die houding ook willen omgaan met alles..niet alleen met televisie, met alle verleiding, met de hele wereld. En dat ze dus ook zelf innerlijk gemotiveerd zijn om die keus te maken. “ [r. 470473] Familie C: “Maar ik vind het dus wel belangrijk, juist dat ze ermee leren omgaan. Maar eigenlijk hoop je dus…dat was van dat voorbeeld van de Donald Duckjes bij een vriendinnetje, dat zij dat niet gaan doen van ‘daar mag het nu eenmaal’, maar dat zichzelf, voor hun zelf een mening vormen waarom ze voor dingen wel en niet kiezen. “ [r. 756-759]” Nou, zo probeer je wel je kinderen op te voeden, dat je ze kan vertrouwen. Daarom vind ik het zo belangrijk dat ze zelf die keuze kunnen maken…maar dan heb je nog altijd het risico dat ze keuzes maken waar jij niet achter staat. Maar dat heb je aan de andere kant toch. En ik denk ook niet…kijk, dat ze het zo moeten doen zoals ik het doe…Tenslotte doet iedereen het op een eigen manier en maakt verschillende keuzes. Ik denk dat dat opzich ook gewoon mag en kan. “ [r. 802-806] “Want het is gewoon…ze kunnen het overal straks.(...)) Ja, waar ga je naar toe? Wij moeten onze kinderen daar dingen aanleren. Om daar mee om te gaan. [r. 895-897]
Familie D: “Ik denk dat je ze beter begeleid kan confronteren, zoals dat heet. Dan ze weghouden en dan later vallen ze ineens in zo’n wereld. D1: Nee, maar wij zeggen inderdaad van ‘laat maar zien en laat maar zien wat er wel of niet normaal aan is’ D2: En praat er met elkaar over. Want ja, als je ineens 15 of 16 ben en je maakt het dan voor het eerst mee, wie filtert dan nog?” [r. 1082-1086] Familie E:” Dus dat ik denk ik beter kan leren de jongens ermee om te laten gaan dan dat ik ‘het gebeurt niet, ik wil niet dat je dat doet’, want dan is het bij vriendjes. Ik denk dat dat nog gevaarlijker is dan dat je het zelf onder begeleiding leert.” “[ r. 1329-1332] “E: ja, dat is wel zo. Daar ben ik het zeker mee eens. Dat is waar. Maarja, dan heb ik weer het argument, dan denk ik dat je beter ze kan leren ermee om te gaan omdat je het niet helemaal uit kunt sluiten. “[r 1338-1339] Familie F: Dus dat...wij denken ook gewoon dat de ‘begeleide confrontatie’ook op dat gebied heel belangrijk is. Je moet ook gewoon leren omgaan met bepaalde dingen.” [r. 1534-1536] “Dus is het van huis uit gewend om er op een bewuste manier mee om te gaan...ik zal niet zeggen dat ze dat altijd zo blijven doen..maar dan heb je ze wel begeleid naar de...om er bewust mee om te gaan. Dat vinden wij heel belangrijk. Bewust bezig zijn met iets.” [1568-1588] Familie G: Kijk, en daarom proberen we nu met onze kinderen toch een stukje bezinnning en bewustwording waarom wij er op die manier mee omgaan zoals we ermee omgaan. Kijk, en uiteindelijk, zodra zij het huis uit zijn, dan moeten zij daarin ook weer een keuze maken. En die keuze is goed. Ik bedoel, dat is dan hun keuze.”[r. 1896-1899] Familie H: “ja, dat kan hij vinden maar ik vind dat dus niet. Ik vind....Kjk het is goed dat jij z’n gemeenteleden beschermd maar aan de andere kant denk ik ook, ja maar je moet wel de maatschappij in. En je moet wel straks weet ik veel waar je nog eens te werk wordt gesteld. dan moet je wel argumenten hebben en dan moet je wel staande kunnen blijven. En dan kun je wel zeggen ‘ja dat mag niet’m, maar zo werkt dat niet. Je moet toch weer terug naar die eigen verantwoordelijkheden. Ga je die nu uit de weg of niet? ([r. 2034-2040] Familie I: “ja, ook een bepaalde vorm van verantwoordelijk. Ja, als een stel zich op een innige manier aan het aflikken is, dan zeg ik er wel wat van maar van ‘is dit het nou?’. Ze weten wel hoe we erover denken, maar ze hebben wel een bepaalde mate van vrijheid om er zelf keuzes in te maken.” [r. 21812183] Familie J: “Als hij straks op die smartphone gaat kijken, wil ik dat hij mijn argumenten en verhaal in z’n hoofd heeft en dan moet hij natuurlijk zelf z’n
beslissingen nemen. Maar dan moeten we wel een beter verhaal hebben. De argumenten moeten uitgebreid worden. En daar zoek ik een beetje naar van hoe ik dat doe. “ [r. 2837-2839]
Welke handvatten worden er gegeven? Vraag/opmerking waar het oordeel ouder in lijkt te zitten
Familie B: “Wil je dat ook? Wil je dat zelf doen? Dat is gewoon telkens de vraag, kun je je handelen verantwoorden...wat jij ook zegt...en voel je je er zelf ook prettig bij? Kun je ermee leven?”[r. 506-507] “Ik denk dat je dan niet op je techniek moet vertrouwen en veel meer op je houding en dan ben je weer terug bij je gesprek, bij openheid. Van ‘jongens, wil je dat?’ [r. 562-563] Familie D: “Dus daar ga je gewoon het gesprek over aan. Als ik zeg van ‘Vind je het normaal om zomaar mensen dood te schieten,want we zien er echt uit…’.“ [r. 11121120] Familie C: Toen heb ik het even m’n kinderen laten zien. Van ‘moet je dit willen?’ [r. 709] (..)Als hun zich aan de regels houden, en ja, dat weet je nu wel ‘dat mag niet of dat komt wel als je eraan toe bent’. [r. 751-755] Familie E: “Als ze iets kijken, kan ik dan jou kamer binnenkomen of heb je dan zoiets van ‘oh, mamma komt binnen, gauw weg’. Dan weet je, wat je nu kijkt, dat dat eigenlijk niet goed is.’ Bij vriendinnetje thuis vroeger zeiden ze altijd, en dat vond ik heel wat ‘als de Heere Jezus terug zou komen’, zou je dan kunnen kijken wat je nu kijkt? Nou, dat een beetje. Die gedachte. Het gevoel als je iets kijkt en mamma komt binnen of iemand kom binnen ‘gauw op een ander site’, dan weet je ‘dit is niet goed’. Dan moet je er niet naar kijken. “ [r. 1391-1395] Nouja, door als ze op de bank zitten en ik kom binnen en ik kijk even mee. ‘Kan dit wel?’. ‘Hmm, eigenlijk niet, mam’. (...) E: Ja, daar praat je dan weleens over. Van die tekensfilms over allerlei science fiction-achtige dingen. ‘Jongens, dit kan toch niet?’. [r. 1398-1401] Familie F: “Ja, ja. En daarbuiten praten we ook best wel eens van ‘uh, ja...’. Er worden ook weleens dingen gekeken waarvan we achteraf zeggen ‘Nou heb je dat gezien. Vind je dat nu zelf goed, dat je daarnaar kijkt?’ Uhm..’Wat is de meerwaarde ervan?’Maar ook, ‘vind je dat dat verantwoord is?’Van ‘Leg daar nu eens de tien geboden naast, kan dat?’ [r. 1456-1459] “Nee, ik kijk weleens mee en dan hebben we het er weleens over(...) hebben we het erover van ‘vind je dat nou nodig om dat uuh...?’. (...) ‘kijk, is dat nou nodig om daar naar te kijken? Wij vinden dat eigenlijk niet goed dat je dat doet’. (...) Maar ook uuh...nee, dat...ja, we praten er eigenlijk wel over van.... We hebben er zelfs weleens discussies over.‘Ja, maar mijn vriendinnetjes mogen dan wel zien.’’Ja, maar wij willen niet dat je dat bekijkt want dat is gewoon zonde van je tijd’. [ r. 1577- 1583] Familie G: “G2: Dat ik zeg ‘nee, nee’. dat proberen we te zeggen van, om het ook heel concreet te maken ‘hoe zou je het vinden als pappa of ik zo zou zitten?’. (...) ‘Het is gewoon banaal’. Weetjewel, zo. En dat ze ook bewust worden dat dingen die ze zien, dat dat niet...ja geen fatsoennormen zijn.” [r. 1774-1778] “Ja, dat je het gewoon heel concreet maakt. (...) Als ikz eg ‘hoe zou je het vinden met(...)mijn zwager zo zou omgaan zoals dat op die televisie of in die films omgaat...hoe zou je dat...’? dat is
niet no....wat de norm, ja...snap je wat ik bedoel?” [r. 1793-1796] Familie I: “ja, ook een bepaalde vorm van verantwoordelijk. Ja, als een stel zich op een innige manier aan het aflikken is, dan zeg ik er wel wat van maar van ‘is dit het nou?’” [r. 2181-2182] Familie J ‘ja, wat is er hier nu leuk aan? het is toch een beetje jammer van je tijd?’ [r. 2799] Argumentatie
Familie C: “ Maar dan zeg ik wel van ‘ja, ik doe het niet want zus en zo’”[r. 851-852] Familie B: Dus ik zeg dan wel ‘geen spelletjes waarin je schiet want in de bijbel staat dat je anderen niet mag doden’. En dat accepteren ze gewoon heel goed.”(...) “Ja, dan moet je dus enerzijds de discussie telkens aangaan, is het verantwoord wat je wil kijken? En twee, is het nodig? “ Familie G: “ Kijk, en waar je ze dan een beetje mee probeert te helpen, is dat datgene wat in allerlei films en series getoond wordt, dat dat niet realistisch is. Met name, dat speelt in de pubertijd, hoe je als jongen en meisje met elkaar omgaat. Dat is niet representatief.” [r. 1865-1866] Familie H: : “nee, absoluut niet. Nee, en dat wordt ook uitgelegd waarom niet.”[r. 2053]
Nog geen argumentatie
Inzetten op kind met God
] “Dus het zijn een aantal dingen die ik eerst zelf ook goed onder woorden moet brengen want ik wil hier dus iets mee...met dit programma ‘Wie is de Mol’ , ik denk dat dat exemplarisch is voor wat er gaat komen. Met nieuwe programma’s die hij ontdekt en wil gaan zien en waarvan ik denk...daar passen die twee regels niet helemaal op, het woordgebruik en beeld, was toen hij klein was wel het geval.”[r. 2812-2815] . “En dat ik zoek dus naar...ik merkte dat hij dus nog wel reageerde op zo’n woord...maarja dat is op een gegeven moment niet meer voldoende, want het kan soms zijn dat dat verkeerde woord niet valt, en dat ik toch denk..en die beelden, daar is ook niks mee mee. Je ziet geen gekke dingen en toch wil ik niet dat ‘ie het kijkt. Dus het is moeilijk een verhaal erbij hebben waar hij nu ook begrip voor heeft. Hij kan het er niet mee eens zijn, dat zal hij ook niet zijn als ik het zou verbieden. Maar dat ik wel kan uitleggen waarom ik het doe, en dat heb ik niet goed. want ik moet het dus nu gaan kijken want het staat voor mij voor meer. [r. 2826-2832] relatie
Familie B: Ik denk dat alles wat je bedenkt aan regels is niet voldoend, ja dat haalt het niet bij een relatie met God. Als je dat hebt dan bepaalt dat je handelen en ja, bewaart het je ook voor heel veel zonde. En als dat er niet is, nou dan kun je als ouders doen wat je wil, maar dan hou je het toch niet tegen. [r. 498-501] Familie I: “Nou, ik denk dat je een persoonlijke relatie met God moet hebben. Met de Heere Jezus en Hem iedere dag moet bidden om kracht en om bescherming. Een relatie met hem, behoedt je voor het vallen in zonde. Althans, je valt dan nog wel in zonde, maar je leeft er in ieder geval niet op los. (...) Want dat is de basis en dat is de voedingsbodem. Dat moet je norm van het leven zijn. Tot eer van God en tot nut van je laatste, de samenvatting van de wet. En die normen moet je ook aanleggen in je omgang met tv en andere media.”[r. 2265-2267]