Uitwerking Oefentoets Rekenen 3F Mss04
Vraag 1: Hoogste korting op hoogste bedrag om goedkoopst uit te zijn 50% korting op €69,- = €34,50 40% korting op €35,- = €21,00 30% korting op €29,- = €20,30 €34,50 + €21,00 + €20,30 = €75,80 Vraag 2: 88 centimeter x 0,226 = 19,888 19,888 x 2,54 = 50,515 = afgerond 51 Tour-karakter is 1 hoger, dus 52 centimeter. Vraag 3: 100 x 7 = 700 700 - 686 = 14 14 / 7 = 2 100 - 2 = 98 686 / 7 = 98 Vraag 4: 34,84 - 9,86 = 24,98 seconden 400 / 24,98 = 16,01 meter per seconde 16,01 x 3,6 = 57,6 kilometer per uur Vraag 5: Evenwicht als gewicht x afstand gelijk is 48 x 2,5 = 120 120 / 80 = 1,5 meter Vraag 6: Vermenigvuldigen/delen gaat voor optellen/aftrekken 12 - (5 x 4) + 2 = 12 - (20) + 2 = 0 Vraag 7: 475 kilometer / 80 kilometer per uur = ongeveer 6 uur Tussenstop 1 + 2 = 1 uur en een kwartier Totale duur = 7 uur en een kwartier Aankomsttijd 13.30 - 7 uur en een kwartier = kwart voor 6 (B) Vraag 8: Vanaf 25 december 12.00 uur tot 31 december 00.00 = 156 uur (6,5 dag) 2000 liedjes / 156 uur = 12,8 = afgerond 13 liedjes per uur Vraag 9: 10 kilometer in 15 minuten = 40 kilometer per uur 40 / 3,6 = 11,11 meter per seconde 400 meter per ronde / 11,11 meter per seconde = 36,0 seconden per ronde 37,7 - 36,0 = 1,7 seconde
Vraag 10: 3,2 - 1.13 = 2.07 Vraag 11: 7 vierkante meter x 0,9 vierkante meter = 6,3 kubieke meter 6,3 kubieke meter = 6300 kubieke decimeter 6300 kubieke decimeter = 6300 liter 6300/100 = 63 63 is ongeveer 65 volle kruiwagens (C) Vraag 12: 18 / 35 = 0,514 pagina per minuut 0,514 x 60 = 30,8 pagina's per uur 490 / 30,8 = 15,9 uur = afgerond 16 uur Vraag 13: Vermenigvuldigen/delen gaat voor optellen/aftrekken 50 - (12 x 3) = 50 - (36) = 14 Vraag 14: 6 x 3,5 x 1,6 = 33,6 kubieke meter 33,6 kubieke meter = 33600 kubieke decimeter 33600 kubieke decimeter = 33600 liter 33600 / 120 = 280 minuten 280 / 60 = 4 uur en 40 minuten 22.00 uur - 4 uur en 40 minuten = uiterlijk 17.20 uur (A) Vraag 15: 100 kilometer per uur / 3,6 = 27,78 meter per seconde 6600 meter / 27,78 = 237,6 seconden 237,6 seconden / 60 = 3,95 minuten = afgerond 4 minuten Vraag 16: 42 centimeter x 42 centimeter = 1764 vierkante centimeter 1764 vierkante centimeter / 100 = 17,64 vierkante decimeter 17,64 vierkante decimeter / 100 = 0,1764 vierkante meter 0,1764 x 1800 = 317,52 vierkante meter 317,52 x €12,90 = 4096 = afgerond op honderdtallen 4100 Vraag 17: 200 x €9,60 = €1920 0,8% van €1920 = 0,008 x €1920 = €15,36 200 x €17,20 = €3440 0,9% van €3440 = 0,009 x €3340 = €30,96 €3440 - €1920 = €1520 €15,36 + €30,96 = €46,32 €1520 - €46,32 = €1473,68
Vraag 18: 22% van 2.519.470 = 554.283 12% van 6.085.572 = 730.269 (niet relevant) 7% van 9.075.903 = 635.313 635.313 - 554.283 = 81.030 81.030 / 554.283 = 0,146 0,146 x 100 = 14,6 = afgerond 15% Vraag 19: Vermenigvuldigen/delen gaat voor optellen/aftrekken 81 x 49 + 19 x 61 = (81 x 49) + (19 x 61) 81 x 50 = 810 x 5 = 4050 - (81 x 1) = 3969 20 x 61 = 610 x 2 = 1220 - (1 x 61) = 1159 3969 + 1159 = 5128 = ongeveer 5200 (C) Vraag 20: 48 centimeter / 55 centimeter = 0,873 37 inch x 2,54 = 93,98 centimeter 93,98 x 0,873 = 82 centimeter Vraag 21: 40% van €236.000 = €94.400 €105.728 - €94.400 = €11.328 €11.328 / €94.400 x 100 = 12% Vraag 22: 5,5 - 1,75 = 3,75 Vraag 23: 1.46,89 = 106,89 seconden 1.46,98 = 106,98 seconden 106,98 - 106,89 = 0,09 seconde Davis: 1500 meter / 106,89 = 14,03 meter per seconde (niet relevant) Nuis: 1500 meter / 106,98 = 14,02 meter per seconde 0,09 x 14,02 meter per seconde = 1,26 meter = afgerond 1,3 meter (C) Vraag 24: Vrijdag: €5,25 x 2 = €10,50 €5,25 x 4 = €21,- + 25% = €21 + €5,25 = €26,25 €10,50 + €26,25 = €36,75 4 Vrijdagen = €36,75 x 4 = €147,Zaterdag: €5,25 x 7 = €36,75 + 50% = €55,125 4 Zaterdagen = €55,125 x 4 = €220,50 €147,- (vrijdagen) + €220,50 (zaterdagen) = €367,50
Vraag 25: 36 is 20% van tweede ronde kandidaten 36 x 5 = 180 180 is 1/3 van eerste ronde kandidaten 180 x 3 = 540 Vraag 26: 267 - 204 = 63 63 leerlingen x €5 = €315 25% op €5 = 5 x 0,75 = €3,75 204 leerlingen x €3,75 = €765 €315 + €765 = €1080 2/3 van €1080 = €720 Vraag 27: 658 - (53 - 75) = 658 - (128) = 530 Vraag 28: €32.700.000 x 1,34 = 43.818.000 dollar 43.818.000 - 385.000 = 43.433.000 dollar 1986 t/m 2009 = 23 jaar 43.433.000 / 23 = 1.888.391 dollar per jaar gestegen Afgerond op duizendtallen = 1.888.000 dollar Vraag 29: 15 meter / 30 = 0,5 meter = 50 centimeter = 500 mm A3 t/m A6 vallen af omdat ze allemaal zowel in hoogte als breedte kleiner zijn dan 500 mm Naar verhouding kan A1 het niet zijn, aangezien die 8,41 meter (841 mm) breed is. Er zouden dan bijna 2 tekeningen naast elkaar passen, wat duidelijk uit de afbeelding op schaal niet zo blijkt te zijn. Antwoord is dus A2 (B) Vraag 30: Volume bol = (4/3) x 3,14 x (16 x 16 x 16) (4/3) x 3,14 x 4096 = 17.149 kubieke meter 17.149 / 400 kubieke meter = 42,87 woonhuizen = afgerond 43 woonhuizen
Vraag 31: 24172 + 26366 = 50538 27% van 24172 = 6623 9% van 26366 = 2004 6623 + 2004 = 8627 8627 / 50538 = 0,1707 0,1707 x 100 = 17,07% = afgerond 17%
Vraag 32: Maandag t/m Donderdag: Van 8.00 tot 16.30 = 8 en een half uur 8 en een half uur - pauze (driekwartier) = 7 uur en drie kwartier 7 uur en drie kwartier x 4 = 31 uur 31 x €4,80 = €148,80 Vrijdag: Van 7.00 tot 14.00 uur = 7 uur 7 uur - pauze (half uur) = 6 en een half uur 6,5 x €4,80 = €31,20 Totaal is €148,80 + €31,20 = €180,Vraag 33: Vermenigvuldigen/delen gaat voor optellen/aftrekken (17 x 2,5) + (13 x 2,5) = (34 + 8,5) + (26 + 6,5) 42,5 + 32,5 = 75 Vraag 34: 6 kilometer interval = 5 x 1 kilometer hardlopen + 5 x 200 meter wandelen 1 kilometer wandelen met 5 kilometer per uur = 1/5 van een uur over de ene kilometer doen 60 minuten / 5 = 12 minuten gewandeld 11.50 tot 12.27 uur = 37 minuten 37 - 12 minuten = 25 minuten over om te hardlopen (de overige vijf kilometer) 25 minuten x 60 = 1500 seconden 5 kilometer = 5000 meter 5000/1500 = 3,33333 meter per seconde x 3,6 = 12 kilometer per uur Vraag 35: 95% van 240 = 228 97% van 228 = 221,16 96% van 221,16 = 212,31 = afgerond 212 (andere mogelijkheid = 0,95 x 0,97 x 0,96 = 0,88464 x 240 = 212,31) Vraag 36: Nulletjes verschuiven naar de andere kant 0,04 x 400 = 0,4 x 40 = 4 x 4 = 16 Vraag 37: Schrikkeljaar is een februari met 29 dagen, maart heeft altijd 31 dagen 13, 20, 27 februari = vrijdag 29 februari = zondag 1, 8, 15, 22, 29 maart = maandag 31 maart = woensdag 1 april = donderdag (C)
Vraag 38: Per ronde staat 1 toe te kijken, terwijl de overige 12 (1 tegen 1) in totaal 6 wedstrijden spelen 12 ronden nodig zodat iedereen elkaar één keertje tegenkomt (je kunt niet tegen jezelf spelen) 6 x 12 = 78 Vraag 39: 6/8 taart opgegeten betekend 2/8 taart over (oftewel 4/16) 1 persoon eet een half stuk taart = de helft van 1/8 = 1/16 4/16 - 1/16 = 3/16 (B) Vraag 40: 195 centimeter / 3 = 65 centimeter 195 (lengte) x 65 (breedte) = 12675 vierkante centimeter Inhoud is 0,6 vierkante meter = 600 vierkante decimeter = 600.000 vierkante centimeter 600.000 / 12675 = 47,34 centimeter Vraag 41: €6.000.000.000 - €5.800.000.000 = €200.000.000 €200.000.000 / €17 = 11.764.706 seconden 11.764.706 / 60 = 196.078 minuten 196.078 / 60 = 3.268 uur 3.268 / 24 = 136,2 = afgerond 136 dagen Vraag 42: Er zijn 8 kolommen en 7 ruimtes tussenin. 8 x 1,90 meter = 15,2 meter 7 x 2,20 meter = 15,4 meter b = 15,2 + 15,4 = 30,6 meter 30,6 / h = 1,618 (gulden snede verhouding) h = 30,6 / 1,618 = 18,9 = afgerond 19 meter Vraag 43: Snaar E is 4/5 van snaar C. C = (96 / 4) x 5 = 120 centimeter Snaar F is 3/4 van snaar C. F = (120 / 4) x 3 = 90 centimeter Vraag 44: 3,5 / 1,5 = 2,33333 appels per liter 644 ton appels = 644.000 kilo 644.000 / 2,33333 = 276.000 liter 276.000 x €0,45 = €124.200
Vraag 45: Omtrek cirkel = 0,68 x 3,14 = 2,1352 meter Per omwenteling trapas, 3x zoveel omwentelingen achterwiel 2,1352 x 3 x 1000 = 6405,6 meter 6405,6 meter = 6,405 kilometer = afgerond 6,4 kilometer Vraag 46: 2 keer optrede + 1 keer aantrede = tussen 5,7 (kleinst) en 6,3 centimeter (grootst) 2 x 1,85 centimeter = 3,7 centimeter 6,3 - 3,7 = 2,6 centimeter Vraag 47: 19 minuten en 32 seconden = (60 x 19) + 32 = 1172 seconden 15.000 meter in (1172 + 51 seconden) 1223 = 12,27 m/s 12,27 meter per seconde x 3,6 = 44,17 = afgerond 44,2 kilometer per uur Vraag 48: Als baby (1 x 365) x 15 = 5475 uur geslapen Als peuter (2 x 365) x 13 = 9490 uur geslapen Als kleuter (2 x 365) x 12 = 8760 uur geslapen Als schoolgaand kind (7 x 365) x 10,5 = 26827,5 uur geslapen Als tiener tot haar 17e (5 x 365) x 9,5 = 17337,5 uur geslapen 5475 + 9490 + 8760 + 26827,5 + 17337,5 = 67890 uur in totaal 67890 / 24 = 2829 dagen / 365 = 7,8 jaar = tussen 7 en 8 jaar (D) Vraag 49: 500 + 600 = 1100 45 + 56 = 101 1100 + 101 = 1201 Vraag 50: €1400 x 12 = €16.800,8% van €16.800,- = €1.344,33,45% van €1.344,- = €449,57 €1.344,- - €449,57 = €894,43 Vraag 51: 20 / 5 = 4 4 = (F - 32) / 9 9 x 4 = 36 36 = (F - 32) 36 + 32 = 68 Fahrenheit Vraag 52: 1500 / 100 = 15 15 x 87 = (150 x 8) + (15 x 7) = 1200 + 105 = 1305
Vraag 53: A: 18 - 12 = 6 meter lang 6 x 5 x 0,60 = 18 kubieke meter B: 25 x 12 x 1,60 = 480 kubieke meter 480 + 18 = 498 kubieke meter = 498.000 kubieke decimeter 498.000 kubieke decimeter = 489.000 liter = ongeveer 500.000 liter (D) Vraag 54: 37,6 Gb = 37.600 Mb 37.600 / 14,2 = 2648 seconden 37.600 / 16 = 2350 seconden 2648 - 2350 = 298 seconden 298 / 60 = 4,97 = afgerond 5 minuten Vraag 55: 3770 / 1300 = 2,9 vierkante meter per leerling 1550 x 2,9 = 4495 vierkante meter 4495 - 3770 = 725 vierkante meter Vraag 56: Sprake van Categorie 1A, personenauto op een autoweg binnen de bebouwde kom Bij een snelheid tussen 0 en 100 km/uur vindt een correctievermindering plaats van 3 km/uur 39 - 3 = 36 km/uur Bij 6 km/uur snelheidsoverschrijding staat een boete van €38,Vraag 57: De zijde van 1,50 meter: Na de eerste 5 centimeter = 1 bloempot De overige na 10 centimeter (150 - 5) / 10 = 14 bloempotten (5 centimeter over) De zijde van 1,80 meter: Na de eerste 5 centimeter = 1 bloempot De overige na 10 centimeter (180 - 5) / 10 = 17 bloempotten (5 centimeter over) (1 + 14) x (1 + 17) = 15 x 18 = 270 bloempotten Vraag 58: 30,5 / 5 = (30 / 5) + (0,5 / 5) = 6 + 0,1 = 6,1 Vraag 59: 5507 + 2746 = 8253 totaal aantal fietsen verkocht in 2012 5507 / 1,12 = 4917 hybride en stadsfietsen in 2011 verkocht 2746 / 0,915 = 3001 racefietsen in 2011 verkocht 4917 + 3001 = 7918 totaal aantal fietsen verkocht in 2011 8253 - 7918 = 335 335 / 7919 = 0,0423 x 100 = 4,23% = afgerond 4,2%
Vraag 60: 0,3 x 0,45 = 0,135 vierkante meter x 2 = 0,27 vierkante meter 0,6 x 0,45 = 0,27 vierkante meter x 2 = 0,54 vierkante meter 0,6 x 0,3 = 0,18 vierkante meter x 1 = 0,18 vierkante meter (bovenkant kist is open) 0,27 + 0,54 + 0,18 = 0,99 vierkante meter