Zaaknummer: OLOGJvB06 Onderwerp
Uitspraken op beroep en hoger beroep inzake bouwvergunningen woning en stallingsruimte aan de Scheidingstraat te Elshout
Collegevoorstel Inleiding Op 29 februari 2008 respectievelijk 17 april 2008 is bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woning respectievelijk stallingsruimte aan de Scheidingsstraat te Elshout (Brok). Ten aanzien van deze vergunningen is een bezwaar- en beroepsprocedure doorlopen (reclamanten: Van Dijk en Fitters). Op 23 juli 2010 heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch de beroepen ongegrond verklaard en op 7 januari 2011 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een hierop gevolgd hoger beroep ongegrond verklaard. Hangende de beroepsprocedure bij de rechtbank is ook nog een wrakingsverzoek (vermeend schadelijden rechterlijke onpartijdigheid) door betrokkenen bij die rechtbank ingediend. Dit is eveneens afgewezen.
Feitelijke informatie De belangrijkste punten uit het besluit van de rechtbank op de beroepschriften zijn als volgt samen te vatten: - De beslissing op bezwaar is terecht in mandaat genomen; - Voor het rooien van de haag is geen aanlegvergunning benodigd. Bovendien is van een landschappelijk zeer waardevol karakter niet gebleken; Er is sprake van een voorgevelrooilijn op de plankaart. Er is geen beletsel voor de toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid voor de realisering van nieuwe woningen. Aan belang vergunninghouder kon daarbij redelijkerwijs groter gewicht worden toegekend dan aan belang appellanten; - De overschrijding van de maximale bebouwingsdiepte van 15 meter is gevolg van schuine (acceptabele) situering op perceel en doet zich slechts aan één zijde voor. De vrijstelling hiertoe is reeds bij primaire besluit verleend en behoeft in beslissing op bezwaar niet nogmaals; - Een redelijke wetsuitleg van het bepaalde met betrekking tot de in acht te nemen afstand van 3 meter tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens brengt met zich dat dit slechts toe ziet op het hoofdgebouw (en niet op aan- en uitbouwen). Het hoger beroep, ingediend door gemachtigde ing. A.M.L. van Rooij van EKC Sint-Oedenrode, is door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State kennelijk ongegrond bevonden vanwege het niet ingegaan zijn op hetgeen de rechtbank aan haar oordeel ten grondslag heeft gelegd.
Afweging Lezende de 92 pagina’s tellende nadere motivering van het hoger beroepschrift kan ik de Afdeling volgen in haar uitspraak. Voor verdere inhoud verwijs ik kortheidshalve naar bijgevoegde uitspraken en de bijbehorende dossiers.
1
Zaaknummer: OLOGJvB06 Onderwerp
Uitspraken op beroep en hoger beroep inzake bouwvergunningen woning en stallingsruimte aan de Scheidingstraat te Elshout
Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure vervolgstappen Geen, procedure is afgerond.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
2
Zaaknummer: OLOGJvB06 Onderwerp
Uitspraken op beroep en hoger beroep inzake bouwvergunningen woning en stallingsruimte aan de Scheidingstraat te Elshout
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 22 februari 2011;
gelet op: Algemene wet bestuursrecht; besloten: voor kennisgeving aan te nemen (1) de bijgevoegde uitspraak van de rechtbank d.d. 23 juli 2010 tot ongegrond verklaring van de beroepschriften en (2) de bijgevoegde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 7 januari 2011 tot ongegrond verklaring van het hoger beroep, beiden betrekking hebbende op de verleende bouwvergunningen voor de bouw van een woning en een stallingsruimte aan de Scheidingstraat te Elshout.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
3
· .. .. . . .. .. . . . . · . . . .. .. . .. .. .. . . . . . . ·. . .. . · . . . . . . . .. ..... . . . .
·
Raad
•
•
4
•
•
•
•
Afdeling bestuursrechtspraak
vanxtate
INGE'K(,)UEN
1 0 JAN 7.011 Gemeente
College van burgemeester
en wethouders
ri<"' ....,j'-'..;n
')/OO~S;; }u't.C-.
0(0(;,
k
,
t-0-<.L
van
Z_6t_
-...k vt r;z
Heusden Postbus 41 5250 AA VLlJMEN
Datum
Ons nummer
Uw kenmerk
7 januari 2011
201008727/2/H1
J.E.W.
Behandelend arnbtenaar
Onderwcrp
Van Dijk en anderen/BW Vrijstelling
van Baardwijk
E.M. Werner
Heusden
070-4264709
en bouwvergunning
In de bovenvermelde
zaak is uitspraak
gedaan.
Een afschrift
van deze uitspraak
treft u
hierbij aan. Hoogachtend, de secretaris
mr. H.H.C.
van de Raad van State,
Visser
1868753(CAO) Postbus 20019 - 2500 EA 's-Gravenhage Bij correspondentie
•
•
•
•
•
- T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl
de datum en het 11L1I1Uller van deze brief vermclden
•
u
. . . · . .. .. . . . . . . . . .
..
Raad
vanState 2010087 27/2/H 1 . Datum uitspraak: 7 januari 2011
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het hoger beroep van: P.M. van Dijk en anderen, wonend te Elshout, gemeente Heusden. appellanten, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 23 juli 2010 in zaak nrs. 09/436, 08/4266, 08/4265 in het geding tussen: Van Dijk en anderen en het college van burgemeester en wethouders van Heusden.
201008727/2/H1
1.
7 januari 2011
2
Procesverloop
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 september 2010, hebben Van Dijk en anderen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 23 juli 2010. Bi brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 oktober 2010, hebben zij het hoger beroep gemotiveerd. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. 2.
Overwegingen
2.1. Het hoger beroepschrift van Van Dijk en anderen bevatte geen gronden. Bij aangetekend verzonden brief van 7 september 2010 zijn Van Dijk en anderen tot en met 5 oktober 2010 in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen. Bij Raad van State is op 5 oktober 2010 een brief van Van Dijk met een motivering ingekomen. In deze brief wordt niet ingegaan op hetgeen de rechtbank aan haar oordeel ten grondslag heeft gelegd. Van Dijk en anderen hebben geen argumenten aangevoerd die zouden moeten leiden tot het oordeel dat de rechtbank de beroepen ten onrechte ongegrond heeft verklaard. 2.2.
Het hoger beroep is kennelijk ongegrond.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling
bestaat geen aanleidinq.
201008727/2/H1
3.
7 januari 2011
3
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het hoger beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.W. Schortinghuis, ambtenaar van staat.
w.g. Slump lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schortinghuis ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2011
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrechtl. - Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan. - In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarorn de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd. - Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
66. Verzonden: 7 januari 2011 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, ;
Irc:::=-=----+--I-g _=smr. H.H.C. Visser
. .. .. . Raad vanState
.
. . . .. .. .. .. .. . .. .
.
~«~uP~t-L,~
Atdeling bestuursrechtspraak --- ._---._----.----~--~
•
o __
o
•
C~EM.HEUSDEN
150
VI r
Ingekomen:
6 OKT 2010 College van burgemeester Heusden Postbus 41 5250 AA VLlJMEN
en wethouders van
Datum
Ons nummer
Uw kenmerk
5 oktober 2010
201008727/1/H1
J.E.W. van Baardwijk
Onderwerp
Behandelend
Van Dijk en anderen/BW Heusden Vrijstelling en bouwvergunning
E.M. Werner 070-4264709
arnbtenaar
Bij deze brief treft u aan (een) kopieten) van (een) hoger beroepschriftten). met eventuele bijlagen, gericht tegen de uitspraak van Rechtbank 's-Hertogenbosch, sector bestuursrecht van 23 juli 2010, 09/436, 08/4266, 08/4265. De naam en het nummer van deze zaak zijn u eerder meegedeeld. U vindt ze bovenaan deze brief onder "Onderwerp" en "0ns nummer". U dient binnen vier weken na de dag van verzending, dit is de dagtekening, van deze brief, een verweerschrift in te dienen. U wordt verzocht om stukken die niet aan de rechtbank zijn overgelegd, maar die naar uw mening wel van belang zijn voor de behandeling van het geding, zo spoedig mogelijk maar in elk geval binnen de hiervoor gestelde termijn toe te zenden. Mocht u deze stukken al eerder in deze procedure of naar aanleiding van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hebben toegezonden, dan kunt u volstaan met een verwijzing naar die eerdere toezending. Over de verdere behandeling van deze zaak ontvangt
u nader bericht.
Hoogachtend, de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser
1821059(3AB) Postbus
20019
- 2500 EA 's-Gravenhage
Bij correspondentie
..
~ ~
.
- T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstatc.nl
de daturn en het nurnmer
van deze brief vermcldcn
.. .. . . . . . . . . . .
..
.. .
.. .
03/09
2010
21:54 FAX
~0001/0012
Ecoiogisch Kennls Centr.
0413 490386
1I"i v('nicil!t?1I Ollll·trllu.ligi1t'(/J:II,
VO/l Iltlvil'sdiellsiJ't1 L'C<jf,:,;:if.'
111' net
'.'11 111'[ VIiI'f'i.'1I
Y,II)
.Qt:'/Jil.'(/
I'flll juri,/i.:.(/I!'
niitio«,
(/r/J~ir/\
!{1'ldlilll'li.
KENNIS Per fax 070-3651380 Per e-mail: voorllchting@raadvanstatenl 't Achterom 9a 5491 XD Stnt-Oedenrode
Raad van State, Afdeling bestuursrechtspr Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage,
Tel.: 0413 - 49 03 87 Fax: 04IJ - 49 03 86
ak,
RAAD \!''ANSTATE 11"\ I
INGEKOMEN
Ons kenmerk: PvD/HF/020910/HB Betreft: P,M. van Dijk en H. Fitters (appellanten)1 PAR: Hoger beroepschrift tegen de op 28 juli 2010 verzonden uitspraak in de za~'ffif'Rffl~;;;"';"';;~--_"';''';''';';'';'';''''-'''' AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Geacht College, Namens de families P,M. van Dijk/J.H. van Dijk-Fitters, Scheidingstraat 5, 5154 AE te Elshout en H, Fitters, Norbertijnerstraat 43, 5154 ED te Elshout, hierna te noemen: appellanten, tekent ondergetekende hierbij hoger beroep aan tegen de op 28 juli 2010 verzonden uitspraak in de zaaknummers: AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 van de rechtbank 's-Hertogenbosch (zie biilage 1)(10 pagina's). Vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgi~, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgomeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord en mijn 100 % arbeidsongeschikt zijn door toedoen van Philips Medical Sytems Nederland B.V, in samenspanning met huidig minister J.P.H Donner (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voormalig staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zijn wij niet in de gelegenheid geweest om dit hoger beroepschrift nu al nader te motiveren Wij verzoeken u ondergetekende een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H, Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd. Voor de harde bewijzen van mijn 100% arbeidsongeschikt zijn verwijzen wij u naar onze sommatiebrief d.d. 29 juli 2010 aan Dhr. R. Lucassen, HR·manager Philips Healthcare en Dhr. J. Alfrink, Director Campus Services 8est van Philips Healthcare die u kunt lezen op de volgende webpagina op internet: https://sites.google,com/site/bilderberggijzeling/adrf Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en tevens aan u gericht. Kopie van dit hoger beroepschrift heb ik verstuurd aan: Dhr. R. Lucassen, Philips Healthcare, e-mail:
[email protected] Dhr. J. Alfrink, Philips Healthcare, e-mail u :
[email protected] De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd (zie bijlage 2)(1 pagina), In afwachting van toekenning van het verzochte nadere termijn van zes weken voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd, verblijf ik; Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.v.
J/
{t2,//. ".....
Voordeze, Ing, A.M.L. van Rooij, Directeur.
,/
Bijlage: Dit beroepschrift bevat een 2-tal biJlagen, bestaande uit 11 pagina's.
1 F-mnll: (}fI
111
n.vanrnoIJI(iVrhpll().nl ,Hl),.l
r~v,:.dll~':'1J
.. h,:.t"fllI.>':'1I
Ilank: ABN-AMRO ':'11
I/'d
fJ'.fll<"nlJ.H
Slnt-OedRnrodH
11/1) V,11l tf'l"'),H
,fp
1,/~;.tn':'J)"
Reteninenr.: ,~O,68.J2.0lS Vl"hHWII.1n{,:.J\ 11M!'
,),pdPf)r"rIlP,:.rd
""
,fp
K.v.K. nr.: 16090111 K,JlII,:.r
1M/)
((("II1nhdlldp/
{),H/ ..R,'"h .. nl
03/09
Eco1og1sch
0413 490386
2010 21:56 FAX
141 0002/00
Kennls Centr.
"ot.
-
de Rechtspraak '5'
Rechtbank H ertogen bosch
Sector Bestuursrecht
AANTEKENEN De heer ing, A.M.L. van Rooij Ecolcgisch
Kennis Centrum 13.v.
Achterom 9 A 5491 XD Sint-Oedenrode
Leeghwalerlaan 8 5223 8A 's-Hertogenbosch correepoooenueacres Pcstbus 0012.6 5200 MA 's-Hertogenbosch
Afdeling n Zitting dhr P.T.M. Peeters
contaciperscon
t 073 - 6 20 20 20
www.rechtspraak.nl
073-6202100
doorkiesnummer
procedurenummer casusnurnmer PvDIHF/05128/B
ons kenrnerk
tIW
tJezoekadres
28 ju1i 2010
datum onderdeel
ksnmerx
09 1436 WW44 Vll g C4
BIJ beantwoordlng de datum en ons kenmer\( vermelden. Wit u slcchts een zaak in uw brief behandelen.
bijlage(n)
073-6202790
taxnomrner
toezending atschrilt uitspraak en mededeling rechtsmiddel.
onderwerp
Geachte heer, Hierbij zend ik u een kopie van deuitspraak waarbij op het beroep is beslist. Tegen deze uitspraak staat hogerberoep open. lndien u daarvan gebruik wenst te rnaken, dient u binnen zcs weken na de datum van verzending van dc uitspraak een brief (beroepschrift) en ecn kopie van bijgaande uitspraak te zenden aan de Afdcling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EADt'l) Haag, In het bero:op$chrj:fh(,11T\cldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt,
HQ~~;~( /::q ...
f, •.~'/
;:
.'
/.
,..{"rtier
///~/" '_;./
.'
./'
;1 /
:~.,
1;1 .iI
I/
I
/
I
,
, ..•1
UW persoon${jlloft",ns
50561
12
en· iml80 v~n IM(\A~"no'
""n regls1nltiosy61eem van het geracl1t.
rti~
vAn IJWcliAnt WOIT1Rnvmr 1n,,'" 001110. '"" Mtv>AVA
1Ifl"
Aftn iJOA<1A(ynrJl
03/09
2010
21:57 FAX
Ecologisch Kennls Centr.
0413 490386
uitspraak RECHT8ANK
's-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht Zaaknummer:
A WB 09/436
AWB 08/4266 AWB 08/4265
Ultspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2010 inzake -P.M. van Dljk en J.H. van Dijk-Fltters, (A WB 09/436 en AWB 08/4265) te Elshout, eisers sub 1. gernachtigde ing, A.M.L. van Rooij, werkzaam bi] her Ecologisch Kenniscentrum B.V. -H. Fitters (A WB 08/4266) tc Elshout, eiser sub 2, gernachtigde ing. A.M.L. V3n Rooij, werkzaam bij het Ecologisch Kenniscentrum R.V. tegen het collegc va. burgemeesler verweerder,
gemachtigde
en wethouders van de gemeente Heusden,
J.E. W. van Baardwijk.
Aan het geding heeft als partij deelgenomen J.A.M. Brok te Elshout, vergunninghouder, gernachtigde mr. 1. van Geel,
Procesverloop
Bij besluit van 29 februari 2008 heeft T.M. Corsten (manager tcam diensten) namens verwcerder aan vcrgunninghouder vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelljke Ordening (WRO) rcspcctievclijk cen reguliere bouwvcrgunning verlcend voor de bouw van een woning op het perceel kadastraal bekend gerneente Drunen, sectie K nUll1mer 1730, plaatselijk bekend Schcidingslmat ongcnummcrd te Elshout. Bij besluit van 17 april 2008 heeft T.M. Corsten (manager team diensten) namens verweerder aan vergunninghoudt!r een reguliere bouwvergunning vcrlecnd voor de bouw van een stallingsruimte op het perceel kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K, nummer 1730. plaatselijk bekend Scheidlngstraat ongenummerd te Elshout. Tegen deze besluiten hebben eisers bij afzonderlijk schrijven van 9 3pril 2008 (woning) respectievelijk 9 mei 2008 (stallingsruimte) bij verweerder bezwaar gemaakt.
[410003/0012
03/09 2010 21:58 flAX 0413 490386
Ecologlsch Kennls Centr.
l4J 0004/0012
.•.
AWB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
2
Bij besluit van 28 oktober 2008 heeft wethouder W. Groen namcns verweerdcr het bezwaar van 9 april 2008 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit hebben eisers sub 1 en 2 bij brief van 5 december 2008 beroep lngediend. zijn geregistreerd onder A WB 08/4265 en A WB 08/4266.
Deze beroepen
8ij besluit van 22 decernber 2008 heeft wethouder W. Groen namens verweerder bezwaar van 9 mei 2008 ongegrond verklaard.
het
Eisers sub 1 hebben tegen laatstgenoemd besluit bij brief van 1 februari 2009 beroep ingesteld, Dit beroep is geregistreerd onder A WB 09/436. Vergunninghouder heeft bij briefvan 23 maart 2010 een reactie op de gedingstukken in de drie beroepszaken gegeven. De zaken zijn gevoegd behandeld op de zitting van 8 juli 2010, waar eisers noch hun gemachtigdc zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. Verschenen is voorts mr. M. Peeters als vervangster van de gemachtigde van vergunninghouder.
Overweglngea 1. 111 geschil is het besluit van 28 oktober 2008 waarbij verweerder de binnenplanse vrijstelling en bouwvergunnlng voor het oprichten van een woning in stand heeft gelaten en het besluit van 22 december 2008 waarbij verweerder de reguliere bouwvergunning voor een
stallingsruimte
heeft gehandhaafd.
Standpunt yerweerder. 2. Verweerder heeft aan het besluit van 28 oktober 2008 (de woning) ten grondslag gelegd dat tcr plaatsc het bestemmingsplan "EIshout Herziening 2006" geldt en dat de gronden op de plankaart zjjn bestemd tot "Woondoeleinden W". Op grond V8n artikel 4, lweede lid, van de hestemmingsplanvoorschriften is het realiseren van nieuwe woningen uitgesfoten. 8ij het verlenen van de bouwvergunning heeft verweerder gcbruik gemaakt va.n de in artikel
4 van de planvoorschriften opgenomen vrijstellingsbcvoegdhcid. Waardevennindering van de woning van cisers ten gevolge V8n de verleende vrijstelling is geen aspect dat daarbij hoeft tc worden betrokken. Ook dc bezwaren !er zake van de uitweg kunnen hier niet bij worden betrokken. J. Verweerder heeft aan hct bcsluit van 22 decernber 2008 (de stallingsruimtc) tcn grondslag gelegd dat ingevolge het bestemmingsplan "Elshout herziening 2006" de gronden op de plankaart lijn bestemd tot "Woondoeleinden W" cn de bij de bestemming behorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven (art. 4). Het bouwplan voJdoet aan het bepaalde in hct bestemmingsplan en de bouwvcrordcning. Nu geen vnn de in artike! 44 van de Woningwet genoemde weigcringsgronden van toepassing is, heeft verweerder bouwvergunning verleend.
W~t.Wlijk kader. 4. Artikel 10: 11, eerste Iid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) luidt als volgt;
03/09
2010 21:59 FAX
0413 490386
_""
Ecologisch .,'t,i.
Kennis
Centr. i"i
A WB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
Ecn bcstuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertckend, tenzij bij wcrtelijk voorschrifl anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. 5. Artikel 59a van de Gemeentewet luidt -deels- als volgt: 1. De stukken die van het college uitgaan, worden door de burgemeester ondertekend cn door de secretaris mede ondertekend. 2. Het college van burgerneester cn wcthouders kan hem toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander !id van het college, aan de secretaris of aan een of rneer andere gerneenteambtcnaren. J. (..). 6. Artikel40 aanhef en ondcr a. van de Woningwet luidde als volgt: Het is vcrboden te bouwen zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunn ing. 7. Artikel44, eerste lid, van de Woningwet luidde -deels- als volgt: De reguliere bouwvergunning mag slechts en moct worden geweigerd, iodicn: a. (..); b. de aanvraag cn dc daa.rbU ovcrgelegde gegevens naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet lI1Inncmelijk maken dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft voldoet aan de voorschrinen die zUn gegeven bij de bouwverordening (..); c. hel bouwen in strijd is met ecn bestemmingsplan of met de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld; d. (..); e. (..). 8. Artikel
5, eerste Iid, van de WRO luidde als volgt; kan worden bepaald, dat burgemeester en wethouders met inachlneming van de in het plan vervatte regelen bevoegd zUn: a. van bij het plan aan te geven voorschriften vrijstelling te verlenen; b. tcn opzichtc van in hct plan omschrevcn punten nlldere eisen tc stellen. J
Bij een bestemmingsplan
9. De rcchtbnnk ovcrweegt als volgt.
Belanghebbende. 10. Ter ambtshaJyc toetsing van de rechtbank staat allereerst of eiser sub 2 (H. Fitters) als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb is aan te merken. Ter zitting is gebleken dat eiser sub 2 mede·eigcnaar is van het perceel Scheidingstraat 5, zodat hij in die hoedanigheid als belanghebbende kan worden nangemerkt. Mandaat, J 1. Eisers stellen dat wethouder B. Groen op persoonlUke titel de in geding zjjnde besluiten heetl genomen en niet narnens hel collcge V3n burgcmeester en wethouders. De besluilcn zijn daarmee niet rechtsgeldig cn dienen te worden vernietigd. 12. De rechtbank stelt vast dat, gelet op het door verweerder overgelegde mandaatbesluit d.d. 18 maart 2008, verweerder de bevoegdheid tot het ncmen van cen besluit op bezw(l1lr heefl gemandateerd aan de afzonderlijke leden van het colJege, ieder voor zover de l.a1lk tot zijn/hal1r portefeuille behoort, mits hct primaire besluit in mandaat is genomen en het
l4J 0005/00 ..,.;
J
12
03/09
2010 22:00 FAX
0413 490386
Ecologlsch Kennls Centr.
o'l;
A WB 09/436, A WB 08/4266 cn A WB 08/4265
bestreden besluit conform het advies van de Cornmissie bezwaarschriften en conform het prirnaire besluit waarop het bezwaar is gericht is Verweerders gemachtigde heeft desgevraagd ter zitting aangegeven dat ten tijde van de bestreden bcsluiten deze ondcrwcrpcn 101 de portefeuille van wcthoudcr Grocn behoorden. Gelet hierop, en nn ook anderszins niet is gebleken dat niet is voldaan aan het
mandaatbesluit, zijn de bestreden besluiten bevoegd door deze wethouder namens vcrweerder ondertekend. Deze grief faalt derhalve,
PhmQLQgi~~.h_k;iQ~L 13. Tussen partijen is nier in geschil dat ter plaatse het bestemmingsplan "Elshout Herziening 2006" V8n toepassing is. De gronden waarop de woning en de staIJingsruimte zijn gesitueerd zijn op de plankaart bestemd tot "Woondoeleinden W" (art. 4). De woning valt, gelet op de plankaart, onder de besternming "woningen, vrijstaand (0.1)". 14. Artikcl4 "Woondoeleinden W" van de planvoorschriften luidt ~voor zover van bclangals volgt: DQeleindenomschrijving De als zodanig aangewczen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden, vrijstaand (0. J); f. bij de bestemming horende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en crven;. Voorschriften Q_mtrent bebQuwing 1. Op de als zodanig aangewe7.en grondcn mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming. 2. Het reali.seren van lIieuwc woningen is uitgesfoten. 6. Woningen mogen uitsJuitend worden gebouwd met inachtneming van de yolgende eisen: a.~QlJin..&~I]L_yr.iistaand _(_Q.J) J. situering uitsluilend ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding (0.1) en in de op de plankaart aangegeven voorgevelbouwgrens c.q. binnen het op de plankaart nangegeven bebouwingsvlnk, (..); 2. de diepte van de hoofdbebouwing inclusief aan- en uitbouwen, gemeten vanllf de voorgevelrooilijn, ten hoogste 15 meter, tenzij op de plllIlkaart t:t:n bebouwingsvlak is aangegcvcn in wclk gcyul dc vollcdigc dicptc van hct bcbollwing.wlnk bcnut mag worden; 8. afstand tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter, (..); 9. per woning dient 1,5 parkeerplaats gerealiseerd te wordcn, waarvan ten minste 1 parkeerplaats op cigen terrein. 7. Bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd lI1et inachtneming van de volgende eisen: a. 11m f. ( ..);
g. de zijgevel vun een bijgebouw dient ;11 dan wel minimaal I meter uit dc zi.idelingsc perceclsgrens te worden gcbouwd.
Vrijstelling mct bctrckking tot het bouwen van nicuwc wonil1SQn. 9. Burgemees!er en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 voor het bouwen Vlln een nieuwe woning met inachtneming Vlln de volgende eiscn: f. door de bOlJW van de woning worden archeologische, cultulIrhistorische, landschappelijke cn/of natuurv ..aardcn nict oncvcnrcdig aangetast; i. per woning wordt 1,5 parkeerplaats gerealiseerd;
f4J 0006/0012 .'t.'
4
03/09
2010 22:01 FAX
0413 490386
Ecologlsch Kennls Centr. ..'t
.' "'!"
.
,
,,'t!
- .~,'
A WB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
j. indicn de vrjjstelling betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf is het toelaten van een nieuwe woning alleen toegestaan indien: 1. + 2. ( ..). m. de overige bepalingen in artikcl 4 "Woondoeleinden" zijn van overeenkomstige toepassing. yrijstellingen met betrekking tot het bouwen. 10. Burgcrncestcr en wethouders zijn bcvoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: e. lid 6 sub 8.2. b.2, c.2 en d.2 voor vergroting van de diepte tot maximaal 20 meter; Voorwaarden IUln vrijstellingsbevoegdheden. 13. Oe vrijstelJingen als bedoeld in lid 9, 10, 11 en 19 worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat: b, archeologische, cultuurhistorische, landschappel ijke enJof natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast; Nadere sissn. 14. Burgerneester en wethouders zjjn bevoegd rnet inachtneming van het bepaalde in lid 6, 7 en 8 nadere eisen te stellen ton aanzien van situering, onderlinge afstanden, afmetingen en hoofdvorm van hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is: d. ter bevordering van de verkeers-, socialo- en brandveiligheid. Procedure 15. Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 9, 10, 11 en 19 wordt de procedure als bedoeld in artikel 20 in acht genomen. ~lilllingsryimte. 15. Eisers sub I stellen zich ten aanzien van de bouwvergunning voor de stallingsruimte op het standpunt dat hiervan geen sprakc is; hct bouwplan bctrcft een garagclberging. J 6. De rcchtbank is VBn oordeel dot dit bouwwerk een zogeheten bijgebouw betreft en dat bepalend is of aan de planvoorschriften voor bijgebouwen wordt voldaan. Oe rechtbank is niet gebleken dat hieraan niet is voldaan. Derhalve faalt deze grief. Voorts ZijJl de grieven omtrenl een aantasting van woongenot enlof een waardedaling van de woning van civielrechtelijke aard en raken de grieven betreffende de uitweg niet de toetsingsgronden van artikel 44 van de Woningwet. Dit brengt met zich dat het beroep van eisers sub 1 in zovelTe ongegrond zal worden verklaard.
Woning.
17. Tussen partijen is niet in geschil dat het bouwplnn voor de woning in strijd is met artikcl 4. tweede lid. van de planvoorschriften nu sprake is van het opril.:htt:n van een nicuwe woning. Om realisering eJV'an toch mogelijk te maken hecft verweerder met toep!l.Ssing van artikel 15 van de WRO vrijstelJing verleend. Hct bcsluil al dan nict vrijstclling tc vcrlenen vlln het bestemmingsplan is een bevoegdhcid van verweerder, wMrbij het college belcidsvrijheid heeft cn de rcchter het besluil slechts terug110udend kan toets.en, dllt wilzcggen zich moet beperken tot de vr811g,ofhet college in redelijkheid heeft kunnen komen lot ZVn besJuit de vrijslelling te verlenen. 18. Eisers zijn van mening dat de in geding zijnde nieuwe woning niet dienl als vervanging van te slopen agrarische bedrijfsbebouwing. De agrarische woning l11et haar bedrijfsgebouwen staat er narnelijk nog stceds. Op grond hiervan is het bouwen van de in geding zijnde nieuwe woning uitgeslolen. Voorts is hel percecl zodanig smal dal het realiseren van 1,5 parkecrplaats onmogelijk is. Met de bouw is een Illndschappelijk zeer
1410007/0012
5
03/09
2010 22:03 FAX
0413 490386
_'"
~
_.
Ecologisch Kennis Centr.
A WB 091436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
waardevolle oude beuken haag gerooid waarmee de landschappelijke waarde en de natuurwaarden onevenredig zijn aangetast. Eisers voeren nog aan dat voor het rooien van deze haag een aanlegvergunning nodig was, Het bestreden besluit is daarmee in ernstige mate in strijd met artikel 4, negende lid, van het bcstcmmingsplan. 19. Verweerder heeft aangegeven dat gcen sprake is van een voormalig agrarisch bedrijf. Het betreft een nog open locatie waar middels het realiseren van woningen de bebouwing langs het lint gecontinueerd en afgerond kan worden, De rechtbank is, rnede in aanmerking genomen het feit dat eisers hun stelling niet nader hebben onderbouwd, niet gebleken dat verweerders standpunt onjuist is. Aldus rnist het bepaalde in artikel 4, negende [id, onder j. van de planvoorschriften in casu toepasslng. 20. De in artikel4, negende lid, onder i, van de planvoorschriften gestelde voorwaarde voor het verlenen V3n vrijstelling inhoudende dat per woning 1,5 parkeerplaats wordt gerealiseerd is, gelet op de aan de voorzijde van de woning annwezigc oprit cn de op dc achterzijde van het perceel te realiseren stallingsruimte, naar het oordeef van de rechtbank geen beletsel voor het verlenen van vrijstelling van het verbod tot het realiseren van nieuwe woningen. 21. Ten aanzien van de door eisers -door het rooien van de haag- gestelde strijdigheid met artikel 4, negende lid, sub f is de rechtbank van oordeel dat niet gebleken is dat de betreffende haag van een landschappelijk zeer waardevol karakter was. Evenmin hebben eisers hun stefling dat door deze verwijdering in het bestemmingspfan bestaande natuurwaarden onevenredig worden aangetast, nader gemotiveerd. ln tegenstelling tot hetgeen eiserssTellen kent het bestemmingsplan geen aanlegvergunningenstelsel voor het rooien vlln houtopstllndcn, zoals in hel onderhavige geval. Ook deze grief slaagt niet. 22. Eisers stelfen zich vervolgens op het standpunt dat door de Commissie is nangegeven dat voor het overschrijden van de voorgeschreven bouwdiepte van 15 meter verweerder gebruik had dienen te maken van artikel 4, tiende lid, sub e, van de pfanvoorschritlcn. Verweerder heeft in het bestreden besluit geen heroverweging gemaakt. Dit betekent, aldus eisers, dat het besluit in strUd met de planvoorschriften is genomen. 23. De Techthank~telt
vast dat, gelet op artikel4, lid 6a onder 2, de diepte van de hoofdbebouwing, gemeten vanaf de voorgevelrooilUn, len hoogste 15 meter mllg bedragen. De Commissie Bezwaarschriften heeft zich in haar advies op het standpunt gesteld dat in casu deze afstand circa 16 meter bedraagt en dat, gelet hierop, het bouwplan in strijd is mct het bestemmingspfan. 24. Vastgcsteld wordt dat bij mcting van de hoofdbebouwing aan de rechterzijde de afstand Bij meting aan de Iinkerzijde wordt als gevolg van de situering van de woning de voorgcschtcvcn Ilfstand lot dc voorgevclrooilijn wef ·in geringe rnate· overschrcden. Dit volgt uit de schuine situering van het bouwplan op het perceel. Verweerder heeft dil ler zitting aan de hand van de bouwtekeningcn, inzichtefijk gemaakt. De rechtbank stelt vast dat venveerder in het bestreden besluit niet hceft overvrogen om vrijstelling ingevolge artikel4, lid 10 onder e, van de plonvoorschriften te vcrfenen. Uit het primaire besluit valt echter afte leiden dat ((evens) vrljstefling is verleend voor overschrUding van de voorgeschreven bouwdiepte Vlln het hoofdgebouw van 15 meter. Dcrhalve behoefde deze vrijstelling bij beslissing op bezwaar niet alsnog vcrfeend te worden. van 15 meter niet wordt overschreden.
1410008/0012 ....:~
6
03/09
2010 22:04 PAX
0413 490386
Ecologisch Kennis Centr. ......
l4J 0009/0012
A WB 09/436, A WB 0814266 en A WB 08/4265
25. De bouwvergunning voor de nieuwe vrijstaande woning is verlcend tot op de perceelsgrens; de vereiste 3 meter is -aldus eisers- derhalve niet in acht genomen. Uit rnetingen van het Kadaster is vast komen te staan dat de nieuwe woning zelfs 65 crn over de kadastrale grens heen is gebouwd. 26. lngevolge het bepaalde in artikel 4. zesde Iid, sub a.S, dicnt de afstand tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens tenminste 3 merer te bedragen. Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat, gelet op de fonnulering van de overige bepalingen in lid 6 sub a, -waarin telkens is opgenomen de zinsnede "inclusief aan- en uitbouwen"· een redelijke uitleg van dit voorschrift met zich brengt dat bedoeld wordt de afstand van het hoofdgebouw tot de niet aan de weg geJegen perceelsgrens nu, in sub 8.8 deze zinsnede ontbreekt. De rechrbank komt deze uitleg niet onjuist voor. Daarbij is tevens in aanmerking gcnomen dat aan· en uitbouwen in bouwkundig opzicht vergelijkbaar zijn met bvgebouwen en dal een dergelijke planuitleg ln IUn is met l1et bepllalde in artikel 4, lid 7 sub g, waarin bijgebouwen in de zijdelingse perceeJsgrens zijn toegestaan. 27. Wat betreft de stelling van eisers dal op de plankaart op het onderhavige perceel geen yoorgcvelgrens staat aangcgeven en dat cr evenmin cen bebouwingsvlak is aangegeven, steh de rechtbltnk vast dat op de plankaart wel degeJijk een voorgevelrooilijn is aangegeven. Een bebouwingsvlak is ingevoJge I1ctplanvoorschrift geen ver<:iste. Niet is gebleken dat niet aan het planvoorschrift als bcdoeld in 8rtikel 4, zesde Iid, sub a.l is voldaan. 28. Eisers stellen dat, nu het een nieuwe wOl1ingbetreft, artikel 4, lid 14, sub d, van tocpassing is. Hierin is IUIngegeven dat verweerder bevoegd is nadere eisen te stellen indiell dit noodzakelijk is ter bevordering van de brandveilighdd. Gelet op dit planvoorschrift dient mcn zich te houden aan de wettelijke voorschriftcn van dc gcineentclijkc bouwverordening. 111 artikel 2.5.3., eerste en twcedc lid, van de gemeentelijke bouwvemrdening zjjn voorschriften opgenomen omtrent de bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer cisers zijl'1van mening dat hiermee feitolijk is komen vast te staan dat de wettelijk voorgeschreven breedte Vllnde in- en uitrit naat de woning van eisers minimaal 4,5 meter moet bedragen. Mct de vcrleende bouwvergunning op de perceelsgrens is de breedte hooguit 3.65 meter. Ifdn is er ook nog 65 cm over de perceelsgrens in strijd met de bouwvergunning gebouwd, waarmee de breedte hooguit 3.00 mcler is. 29. ArtikeI2.5.J, eerste lid, van de gemeenleJijke 8ouwverordcning luidt als volgt: Indien de toegang tot ccn bouwwerk dat voor vcrblijfvafl menscn is bestcmd, meer dan 10 meter is verwijderd van de openbare weg, moet ecn verbindingsweg tusscn die tocgang cn het openbare wegennet aanwezig zijn die geschikt ;s voor verhuisauto's, vuilnisauto's, zickenauto's brandweerauto's en het overige te verwachten vcrkeer 30. De rechtbank stelt vast da( Ilrtikel4, lid 14, aanhef en onder sub d, verweerder een bevoegdhcid gceft tot hct stellcn vnn nlldcre eisen indien dit noodzakelijk is ter bevordering van de verkeers·, sociale· en brandveiligheid. Nu de afstand minder dan de in artikeI2.5.3. van de Bouwverordening vennelde 10 meter bedraagt, is niet gebleken von omstandigheden op grond waarvan verweerder niet in redelUkheid heeft kunnen besluiren van de1.6 bevoegdheid geen gebruik te maken. 3 1. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen stelt de rechtbank vast dat de strijdigheid van het bouwplan met het vigerende bestemmingsplan zich beperkt tot artikel4, tweede lid, van
7
03/09
20[0 22:06 FAX ...
0413 490386
·1.i
Ecologisch Kennls Centr. _
,.,,'
...
;)!t;
!4J 0010/0012 _
A WB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
de planvoorschriftcn (waarin het realiscrcn V8n een nieuwe woning is uitgeslotcn) en artikel 4 lid 10 sub e (maximale diepte hoofdbebouwiag). Verweerder heeft daarvan vrijstelling verleend op grond van artikel 4, negende lid, respcctlcvelijk tiende lid, van dc planvoorschriftcn. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder bij het gebruik maken van deze bcvoegdheid in redelijkheid aan het belang van vergunninghouder cen groter gewicht heeft kunnen toekennen dan aan het belang van eisers, In aanmerking is genomen dat het een nog open locarie betreft waar middels hct realiseren van woningen de bebouwing langs het Jinl gecontinueerd en atgerond kan worden en het slechts een geringe overschrijding van de bouwdiepte betreft die vooral sarnenhangt met de enigszins schuine situering op het perceel, De naastgeJcgen woning heeft een soortgelijkc ligging. 32. Met het verJencn van vrijstelling is de strijdigheid van het bouwplan met hel bestemmingsplan opgeheven. Aldus was verweerder nu niet is gesteJd dat een van de overige weigeringsgronden van artikel44 zich v0ordoet, gelet op hct limitatiefbepaaldo in artikel44, eerste lid, van de Woningwet, gehouden de bouwvergunning te verlenen. GeJet hierop zal de rechtbank het beroep tcr zake vnn de woning cvcneens ongegrond vcrklaren.
33. De rcchtbank ziet geen aanleiding een der partijen te veroordelen in de proceskosten dan wel verweerder op te dragen het griffierecht te vergoeden. 34. Beslist wordt als volgt.
•.'It:
8
03/09 2010 22:07 FAX
0413 490386
Ecologlsch Kennls Centr.
~001l/0012 .-.:
AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 0814265
BesUsslng De rechtbank, verklaart de beroepen ongegrond. Aldus gedaan door mr. N,H.J.M. Veldman-Gielen als rechter in tegenwoordigheid van mr. J.F.M. Ernons als griffier en in bet openbaar uitgesproken op 23 juli 2010.
Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspruak hoger beroep lnstellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Afschriften verzonden:
2 8 11111 2010
9
03/09
2010 22:07 F~X
0413 490386
Ecologisch Kennis Centr.
VOLMACHT
Ondergetekenden P.M. van Dijk en J .H. van Dijk~Fitters, Scheidingstraat 5, 5154 AE te Elshout, verklaren bij deze volmacht te verlenen en temachtigen het Ecologisch Kennis Centrum B. V., voor deze; ing. A.M.L. van Rooij, kantoor houdende te Sint Oedenrode aan 't Achterorn 9a, 5491 XD, zulks rnet het recht van substitutie om VOQf en namens hern/haar, zijnde ondergetekenden, de bij handelingen in en buiten rechten VOOT gerechten op zittingen c.q, behandelingen-teverschijnen, voor ennamens hem/haar alle processuele handelingen te verrichten in zakeri die betrekking hebben op geschillen tegen de -gemeente Heusden inzake deverleende bouwvergunning aan de heerJAM. Brok, Scheidingstraat le Elshout cn alles wat daarmee samenhangt. .
Plaats:
Sint Oedenrode.
Dagtekening:
20 augustus 20 J 0
Handtekening: (P.M. van Dijk)
~,;gi!~k Handtekening: (J .H. van Dijk-Fltters) ...:L.d--~:'.. _.\ -~
.
. .
\1' ..~ _ _;:lIO
141 001210012
·
...
.
Centralist Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
POSTKAMER-FAX-1 [POSTKAMER-FAX-1 @Iocal.raadvanstate.nl] vrijdag 3 september 201022:06 Centrale FAX FaxServerIP(8A): FaxID=0413490386, 03-09-2010, 2152:14 (POSTKAMER-FAX-1)
Bijlagen:
I_A93L527118A 040112A93M05T'-1-:-34-4-=.T=I=F---------
I__ A93LS27118A __
FaxServerIP-Mailer
0413490386
_
I-!et verric/1ren omsuuidigbeden,
KENN1S
van adviesdiensten op het ge/1ied van tniiieu, arbeidsecologie ffl iie: vceren ,,;n jur'disc/;f geschiilen.
Aantekenen met ontvangstbevestiging Per e-mail: voorlichtinraadvanstate.nl
't Ach tero m 9 r--'::RA=-=-A:-::O::-· -:-~:':''A~N~S~t'''''A--T'''E''''''''-f-':o.....:..:...:,,-,,-,--,=!!.::::.!..!.!=====.:..:..:. 5491 XD Sint-Oedetirod INGEKOMEN R ad van State, Tel.: 0413 - 49 03 8 A eling bestuursrechtspraak, Fax: 0413 - 49 03 8
- 5 OKT 1010
t. .v. Voorzitter
Mr. J.E.M. Polak P stbus 20019, ~ZAA~':"::KN~R:-.---------....IOOEA 's-Gravenhage. I":AA~N:":,,: ~~ -"-~~;;';" BEHANDELD 00:
__
ooWInt -Oedenrode, 2 oktober 201 0
Ons kenmerk: PvD/HF/020910/HB Uw nummer: 201008727/1 IH 1 Betreft: PM. van Dijk en H. Fitters (appellanten)1 Nadere motivering hoger beroepschrift d.d. 2 september 2010 tegen de op 28 juli 2010 verzonden uitspraak in de zaaknummer: AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 van de rechtbank 's-Hertogenbosch.
Geachte Voorzitter J.EM. Polak, Namens de families P.M. van Dijk 1 J.H. van Dijk-Fitters, Scheidingstraat 5,5154 AE te Elshout en H. Fitters, Norbertijnerstraat 43,5154 ED te Elshout, hierna te noemen: appellanten, laten wij u hierbij in opgemelde zaaknummers: AWB 09/436, AWB 08/4266 enAWB 08/4265 de volgende nadere motiveringen en eindconciusie van ons hoger beroepschrift d.d. 2 september 2010 toekomen.
Eindconclusie
nadere motivering hoger bero·epschrift.
Met ondergenoemd 5-tal nadere motiveringen van dit hoger beroepschrift is onmiskenbaar feitelijk bewezen dat vanuit een enorme criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruiken als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix: huidig minister mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig minister mr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (CDA) in samenspanning met Philips President G. Kleisterlee en Minister President J.P. Balkenende (CDA) mij (A.M.L. van Rooij) al vanaf 24 september 2007 tot op heden opzettelijk voor 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) houdt, zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen. Dit met het vooropgezette doel om met de hulp de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode op een meest corrupte wijze al het geld en alle eigendommen van A.M.L. van Rooij, zijn vrouw J.E.M. van Rooij van Nunen en hun Camping en pensionstal 'Dommeldal' te stelen, alle inkomsten voor de rest van hun leven af te nemen en Van Rooij Holding BV en het Ecologisch Kennis Centrum BV te liquideren. Hiermee is onmiskenbaar feitelijk komen vast te staan dat omwille van persoonlijke verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix ondergetekende (A.M.L. van Rooij) op 21 april2010 naar Belqie heeft moeten vluchten om niet te worden vermoord door toedoen van de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) onder de dekmantel van een door deze burgemeester P.M. Maas (CDA) gecreeerde burenruzie en burenterreur. Onder deze door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bewust gecreeerde en in stand gehouden situatie kan ondergetekende (A.M.L. van Rooij) niet langer meer functioneren. Het is dan ook huidig voorzitter J.E.M. Polak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die dit eerst zal moeten oplossen voordat ik met deze zaak en alle andere zaken kan verder gaan, hetgeen voor hem niet moeilijk behoeft te zijn. Degenen die dit allemaal omwille van onrechtmatige persoonlijke verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix hebben gecreeerd zijn namelijk: huidig minister mr. J.P.H. Donner, deze is door Koningin Beatrix benoemd en was voorheen staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;
(!f
1
E-mai):
[email protected]:ABN-AMROSint-OedenrodeRekeningnr.:50.68.32.015K.v.K.nr.: 16090111 Op al onze leveringen - betalingen en / 0/ transacties ziin van toepassing de algemene voorwaarden zoals gedeponeerd bi] de Kamer van Koophandel Oost-Brabont
huidig mr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, deze is door Koningin Beatrix benoemd en was voorheen voorzitter bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; huidig Minister President J.P. Balkenende, deze is door Koningin Beatrix benoemd en is een persoonlijke vriend van burgemeester PM. Maas van Sint-Oedenrode; burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode, deze is door Koningin 8eatrix benoemd en is een persoonlijke vriend van Minister President J.P. 8alkenende; Philips President G. Kleisterlee zit onder voorzitterschap van Koningin 8eatrix in de 8ilderberg conferentie en Philips mag van koningin Beatrix de naam "Koninklijk" dragen; Dit betekent dat Hare Majesteit koningin 8eatrix dit alles kan en zal moeten oplossen ook al worden haar persoonlijke onrechtmatige toekomstige inkomsten daardoor minder. Hare Majesteit Koningin 8eatrix is ook voorzitter van de Raad van State. Dit betekent dat huidig voorzitter J.E.M. Polak van de Afdeling bestuursrechtspraak hierover in een gesprek aan Hare Majesteit koningin 8eatrix, als voorzitter van de Raad van State, slechts de volgende twee vragen behoeft voor te leggen: Vraag 1. Wilt u bij huidig minister mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig Philips President G. Kleisterlee regelen dat Philips bedrijfsarts H. Mol mij (A.M.L. van Rooij) weer voor 100% arbeidsgeschikt verklaard en dat in mijn medische dossier opschrijft? Vraag 2. Wilt u bij huidig minister E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, 8innenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en huidig burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode regelen dat A.M.L. van Rooij weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres 't Achterom 9-9a zonder dat hij in de toekomst te maken krijgt met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing? Als u zijnde huidig voorzitter J.E.M. Polak deze twee vragen niet voorlegt aan Hare Majesteit de Koningin, dan kan ik (A.M.L. van Rooij) niet anders oordelen dan dat u persoonlijk onderdeel uitmaakt van ondergenoemde enorme criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruikt als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin 8eatrix. In dat geval rest mij niets anders meer dan om dit in een klacht voor te leggen aan de Europese Commissie vanwege ernstige schending van al mijn grondrechten, zoals die zijn vastgelegd in het op 1 december 2009 van kracht geworden Verdrag van Lissabon. Ter onderbouwing van die klacht zal ondermeer deze nadere motivering van dit hoger beroepschrift aan huidig voorzitter J.E.M. Polak worden overlegd. Op grond van ondergenoemde feiten verzoeken wij u de gevoegde uitspraak gedaan in de zaak met de nummers: AW8 09/436, AW8 08/4266 en AWB 08/4265 te vernietigen en te beslissen dat deze drie zaken door de rechtbank's-Hertogenbosch opnieuw moeten worden behandeld door een andere rechter dan mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen nadat Hare Majesteit Koningin 8eatrix, als voorzitter van de Raad van State, ervoor heeft gezorgd dat: 1. huidig minister mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig Philips President G. Kleisterlee hebben geregeld dat Philips bedrijfsarts H. Mol mij (A.M.L. van Rooij) weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft opgeschreven; 2. huidig minister E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en huidig burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode hebben geregeld dat A.M.L. van Rooij weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres 't Achterom 9-9a zonder dat hij in de toekomst te maken krijgt met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing. Alvorens u overgaat tot het nemen van een beslissing op dit hoger beroepschrift eist ondergetekende van u, zijnde huidig voorzitter J.E.M. Polak, om hierover te worden gehoord onder de hierboven vereiste condities, hetgeen inhoudt dat u eerst geregeld dient te hebben dat ik (A.M.L. van Rooij) door Philips bedrijfsarts H. Mol weer voor 100% arbeidsgeschikt ben verklaard en ik vanuit Belqie weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres
2
't Achterom 9-9a zonder dat ik in de toekomst te maken krijg met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing met het vooropgezette doel om mij onder de dekmantel van een door hem qecreeerde burenruzie vermoord te krijgen.
1e Nadere motivering hoger beroepsgrond. In ons hoger beroepschrift d.d. 2 september 2010 hebben wij aan uw college, onder voorzitterschap van mr. J.E.M. Polak, letterlijk het volgende geschreven en verzocht: "Vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgie, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord en mijn 100 % arbeidsongeschikt zijn door toedoen van Philips Medical Sytems Nederland B. V. in samenspanning met huidig minister J.P.H. Donner (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voormalig staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zijn wij niet in de gelegenheid geweest om dit hoger beroepschrift nu al nader te motiveren. Wij verzoeken u ondergetekende een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Phi/ips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd. " Aan ons hierboven genoemd feitelijk onderbouwd verzoek om mij (A.M.L. van Rooij) een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd reageert u gewoonweg niet. Ook op de mededeling "vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgie, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord" reageert u gewoonweg niet. Ondanks deze wetenschap geeft u aan uw behandelend ambtenaar E.M. Werner de opdracht om aan mij letterlijk het volgende bericht te laten uitgaan: De Afdeling heeft op 2 september 2010 uw hoger beroepschrift van 2 september 2010 ontvangen. Fomaliteiten Bij het indienen van een hoger beroepschrift moet een aantal formaliteiten in acht worden genomen. In dat verband wordt u op het volgende gewezen: het hoger beroepschrift bevat geen gronden. U dient de gronden van het hoger beroepschrift alsnoq aan te voeren. Namens de voorzitter van de Afdeling deel ik u mee dat u tot en met 5 oktober 2010 de gelegenheid heeft om alsnog aan de voormelde formaliteit(en) te voldoen. Maakt u van deze gelegenheid geen gebruik, dan moet u er rekening mee houden dat uw hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaart, e
De "1 reden"waarom u daarop niet reageert kunt u lezen in bijgevoegde ingelaste brief d.d. 28 juli 2008 van A.M.L. van Rooij als safety manager van Philips Medical Systems Nederland B.V. aan minister president J.P. Balkenende (CDA), waarop minister president J.P. Balkenende (CDA) in samenspanning met Philips President G. Kleisterlee na 2, 2 jaar nog niet inhoudelijk heeft gereageerd aan Philips safety manager A.M.L. van Rooij. Met de inhoud van die brief d.d. 28 juli 2010 aan minister president J.P. Balkenende (CDA) is feitelijk komen vast te staan dat het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM) een grote criminele organisatie is. Op 29 mei 2006 waren de leden van het BLOM: Mevr. S.M. Dekker, minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. drs. P.L.B.A. van Geel, staatssecretaris van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. mr. J.P.H. Donner, minister van Justitie; Dhr. dr. C.P. Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid;
3
1···
Mevr. Drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van verkeer en waterstaat; Dhr. mr. G.J.R. Wolters, namens de VROM-Inspectie; Dhr. drs. P.H. Schoute, namens de Unie van Waterschappen; Dhr. B. Koelewijn, burgemeester Rijssen-Holten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. C.H.J. Lamers, burgemeester van Houten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. mr. HAE. Uniken Venema, namens het Openbaar Ministerie, College van Procureurs-generaal; Dhr. A. Moens, gedeputeerde provincie Noord-Holland, namens het Interprovinciaal overleg; Mevr. Drs. J.MP. Moons, gedeputeerde provincie Noord Brabant, namens het Interprovinciaal Overleg; Op 28 juli 2008 zijn de leden van het BLOM: Mevr. Dr. J.M. Cramer, minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. dr. E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie; Mevr. G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid; Mevr. J.C. Huizinga-Heringa, staatssecretaris van verkeer en waterstaat; Dhr. dr. Ir. H. Paul (wnd.), als voorzitter namens het Ambtelijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (ALOM); Dhr. ir. G. Verwolf, namens de Unie van Waterschappen; Dhr. B. Koelewijn, burgemeester Rijssen-Holten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. C.H.J. Lamers, burgemeester van Houten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. mr. HAE. Uniken Venema, namens het Openbaar Ministerie, College van Procureurs-generaal; Dhr. mr. F.D. van Heijningen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland, namens het Interprovinciaal overleg; Dhr. G.J.H. Ranter, gedeputeerde provincie Overijssel, namens het Interprovinciaal Overleg; Deze enorme criminele organisatie heeft zich kunnen vormen: onder strafrechtelijke afdekking van voormalig minister van Justitie mr. J.P.H. Donner (CDA) die het procesrecht voor eenieder (actio popularis) ten dienste van deze criminele organisatie geruisloos heeft afgeschaft; onder huidig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. J.P.H. Donner (CDA) die in samenspanning met Philips President G. Kleisterlee (Bilderberg collega van koningin Beatrix) ten dienste van deze criminele organisatie mij (A.M.L. van Rooij) al vanaf 24 september 2007 voor 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) houdt zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen en daarmee het Ecologisch Kennis Centrum B.V. heeft uitgeschakeld; onder strafrechtelijk afdekking van voormalig en huidig minister van justitie mr. EM.H .. Hirsch Ballin (CDA), die in samenspanning met voormalig burgemeester P. Schriek (CDA) en huidig burgemeester P. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode ten dienste van deze criminele organisatie al maar liefst 23 jaar lang op een meest corrupte wijze te keer gaat tegen A.M.L. van Rooij en zijn gezin, bij de familie Van Rooij voor miljoenen euro's aan geld heeft gestolen, tot op 250 meter rondom zijn dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) de omgevingsgronden heeft vergiftigd met valselijk geetiketteerd kankerverwekkend arseenzuur en ervoor heeft gezorgd dat ik (A. M L. van Rooij) vanaf 21 april 2010 Nederland heb moeten uitvluchten om niet te worden vermoord en in Belqie politiek asiel heb moeten aanvragen. Het is deze mr. E.M.H .. Hirsch Ballin (CDA) die ten dienste van deze enorme criminele organisatie via zijn dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) ervoor heeft gezorgd dat ik Nederland niet meer indurf en noodgedwongen al een half haar lang gescheiden moet leven van mijn vrouw. Het zijn juist deze mr. J.P.H. Donner (CDA) en mr. E.M.H .. Hirsch Ballin (CDA) die als voormalig staatsraad en voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geheel uw Afdeling bestuursrechtspraak corrupt hebben gemaakt en enkel en alleen nog werkt ten dienste van deze via het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving georganiseerde criminele organisatie.
4
Hoe enorm groot deze criminele organisatie is kunt u lezen in bijgevoegde ingelaste brief d.d 28 juli 2008 van AM.L. van Rooij als safety manager van Philips Medical Systems Nederland BV aan minister president J.P. Balkenende (CDA). Daarin staat letterlijk het volgende geschreven:
Afgegeven met ontvangstbevestiging Aan: Minister-President mr. or. J.P. Balkenende Postbus 20001 2500 EA Den Haag Zeer urgent Peroonlijk in handen Sint Oedenrode, 28 juli 2008 Ons kenmerk: Philips/KleilMP/28078NZ. Betreft: Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit mijn 100% geestesziek verklaring door Philips bedrijfsarts H. Mol van Achmea Arbo binnen 48 uur na ontvangst van dit schrijven te vernietigen en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit minister dr. E.MH Hirsch Ballin van Justitie op grond van de feiten zoals beschreven in dit verzoekschrift onmiddellijk uit zijn functie als minister van Justitie te ontslaan en ondergetekende dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat mijn grondrechten, die de Nederlandse regering op grond van de valselijk opgemaakte brief d.d. 31 maart 1992 van voormalig minister J.G.M. Alders aan de Vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal maar liefst ruim 16 jaar lang heeft afgenomen, onmiddellijk moeten worden terugverkregen en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat het verspreiden van levensgevaarlijk gif via houtimpregneerbedrijven, de spaanplaatindustrie en de kolengestookte elektriciteitscentrales (groene stroom) onmiddellijk moet worden gestopt en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat de tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet, die geen rekening houdt met de afvalfase van het bestrijdingsmiddel, onmiddellijk wordt gerepareerd en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat naar de zware georganiseerde milieucriminaliteit, zoals hieronder beschreven en feitelijk is bewezen, een parlementaire enquete zal wordengestart en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat de Staat der Nederlanden alle bij mij en mijn gezin aangerichte schade, zoals hieronder beschreven en feitelijk bewezen, zal vergoeden en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Geachte heer Balkenende, Als safety manager van Philips Medical Systems Nederland BV laat ik u een kopie van mijn brief d.d. 17 juli 2008 (met 35-tabs aan bijlagen) aan Philips President G. Kleisterlee toekomen. Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Met die inhoud kom ik tot de volgende samenvattende conclusies: Samenvattende 1.
conclusies
Het kabinet Balkenende VI en voorgaande kabinetten vanaf kabinet Lubbers 111 vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun
5
stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd. 2.
De gehele Tweede Kamer der Staten-Generaal vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
3.
De gehele Eerste Kamer der Staten-Generaal vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
4.
De huidige gehele ministerraad onder voorzitterschap van minister-president J.P Balkenende en voorgaande ministerraden onder voorziUerschap van J.B. Balkenende, W Kok en R.F.M. Lubbers vormen (vormden) samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
5.
Alle Nederlandse provincies, verenigd via het Interprovinciaal Overleg, vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
6.
Alle Nederlandse gemeenten, verenigd via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
6
7.
Alle Nederlandse gemeenten, verenigd via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
8.
Alle Nederlandse waterschappen, verenigd via de Unie van Waterschappen, vormen samen een grote criminele organisatie die zich schuldig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
9.
Ons gehele openbaar ministerie, onder aansturing van het college van Procureurs-generaal, vormen samen een grote criminele organisatie die zich schu!dig maken aan het op onrechtmatige wijze vergiftigen van vele miljoenen mensen met vele miljoenen kilogrammen uiterst kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) omwille van miljardenwinsten voor enkelen, met name de grootaandeelhouders van Shell. Dit met de wetenschap dat in internationaal verband deze "zwarte lijststoffen" gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, met de best bestaande techniek via een maximaal brongerichte aanpak uit het leefmilieu (water, bodem en lucht) hadden moeten worden geweerd.
10. De onder punten 1 t/rn 9 genoemde grote criminele organisaties hebben zich verenigd via het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM). Op 29 mei 2006 waren de leden van het BLOM: Mevr. S.M. Dekker, minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. drs. P.L.B.A. van Geel, staatssecretaris van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. mr. J.P.H. Donner, minister van Justitie; Dhr. dr. C.P. Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid; Mevr. Drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van verkeer en waterstaat; Dhr. mr. G.J.R. Wolters, namens de VROM-Inspectie; Dhr. drs. P.H. Schoute, namens de Unie van Waterschappen; Dhr. B. Koelewijn, burgemeester Rijssen-Holten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. C.H.J. Lamers, burgemeester van Houten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. rnr. H.A.E. Uniken Venema, namens het Openbaar Ministerie, College van Procureurs-generaal; Dhr. A. Moens, gedeputeerde provincie Noord-Holland, namens het Interprovinciaal overleg; Mevr. Drs. J.M.P. Moons, gedeputeerde provincie Noord Brabant, namens het Interprovinciaal Overleg;
7
op 28 juli 2008 zijn de leden van het BLOM: Mevr. Dr. J.M. Cramer, minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Dhr. dr. E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie; Mevr. G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid; Mevr. J.C. Huizinga-Heringa, staatssecretaris van verkeer en waterstaat; Dhr. dr. Ir. H. Paul (wnd), als voorzitter namens het Ambtelijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (ALOM); Dhr. ir. G. Verwolf, namens de Unie van Waterschappen; Dhr. B. Koelewijn, burgemeester Rijssen-Holten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. C.H.J. Lamers, burgemeester van Houten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Dhr. mr. H.A.E. Uniken Venema, namens het Openbaar Ministerie, College van Procureurs-generaal; Dhr. mr. F.D. van Heijningen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland, namens het Interprovinciaal overleg; Dhr. G.J.H. Ranter, gedeputeerde provincie Overijssel, namens het Interprovinciaal Overleg; Het zijn de onder bovengenoemde punten 1 t/rn 10 genoemde criminele organisaties die zich hebben verenigd via het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM) die op 4 juli 2005 de "Interventiestrategie Bouw- en sloopafval (BSA)" hebben vastgesteld en onder hoofdstuk 2.3.12 (AVI's: definitieve verwijdering) voor het verwijderen van hout uit bouw- en sloopafvalletterlijk daarin de volgende handhavingverplichtingen hebben opgenomen:
Interventiestrategie Bouw- en sloopafval 2.3.12 A V/'s: definitieve verwijdering
(BSA)
Een deel van het BSA wordt afgevoerd naar een eindverwerker in Nederland. Het niet-brandbare deel wordt gestort op een stortplaats; het brandbare deel wordt afgevoerd naar de afvalverbrandingsinstallaties (AVl's). Ongeveer 10% van het aangeboden BSA is brandbaar. Een groot deel van de brandbare fractie van BSA bestaat voornamelijk uit hout. Hout bestaat uit A-hout (onbehandeld), B-hout (geverfd, verlijmd hout) of CC-hout (chemisch verduurzaamd hout of CCA-hout (gewolmaniseerd hout). A-hout en B-hout kunnen hergebruikt worden. Met name A-hout kan ingezet worden bij de spaanplaatindustrie waardoor geen nieuw hout ingezet hoeft te worden, A- en B-hout worden ook vaak afgevoerd ter verbranding, voor het merendeel zijn dit AVI's of E-centrales in binnen- of buitenland. Verbranding in een energiecentrale valt onder het begrip nuttige toepassing, verbranding in een AVI valt hier niet onder. De minimumstandaard voor onbehandeld (A-hout), geverfd, gelakt en verlijmd hout (Bhout) is nuttige toepassing. Voor CC-hout en gewolmaniseerd CCA-hout is de minimumstandaard storten. Verwerking in de vorm van producthergebruik, materiaalhergebruik en andere vormen van nuttige toepassing of verwijderen door verbranden waarbij diffuse verspreiding van de in het hout aanwezige metalen optreedt, is niet toegestaan. Verbranding van CC- en CCA-hout in een AVI of E-centrale is ongewenst in verband met de daardoor optredende diffuse verspreiding van metalen in de asresten. Indirecte verbranding in een E-centrale in de vorm van een voorgeschakelde vergasser is wel toegestaan, onder voorwaarde dat de daarbij vrijkomende reststoffen worden gestort. Het niveau van verwerking dat in de minimumstandaard is vastgelegd komt overeen met de gangbare wijze van verwerking in het buitenland. Een risico in deze schakel is de vermenging van CC- en CCA-hout met andere soorten te verbranden hout. Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat bovengenoemde leden van het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM) die daarmee de ministeries van VROM, V&W, LNV en Justitie, het gehele Openbaar Ministerie, alle Nederlandse VROM- inspecties, alle Nederlandse provinciale overheden, alle Nederlandse gemeentelijke overheden en alle Nederlandse waterschappen
8
vertegenwoordigen, gezamenlijk hebben beslist dat vanaf 4 juli 2005 in Nederland de alle in mijn klacht d.d. 29 mei 2006 aan de Europese Commissie genoemde Richtlijnen, Verordeningen en Verdragen, waaronder de Eural en het EG-Verdrag moeten worden overtreden (zie achter tab 4). Dat voormalig staatssecretaris drs. P.L.B.A. van Geel en huidig minister dr. J.M. Cramer van VROM, met bovengenoemde handhavingverplichting al ruim vier jaar lang de Europese Eural opzettelijk overtreden en daarmee opzettelijk handelen in strijd met de uitspraak no's F03.98.0171, F03.98.0179, F03.98.0180, F03.98.0181, F03.98.0182, F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakt onze brief van 14 maart 2004 hierover aan voormalig staatssecretaris drs. P.L.B.A. van Geel kristalhelder. Tot op heden, ruim 4 jaar later, hebben wij van staatssecretaris P. van Geel van VROM en zijn opvolger minister J.M. Cramer van VROM op bovengenoemde brief d.d. 14 maart 2004 nog steeds geen antwoord mogen ontvangen. De oorzaak daarvan moet ons inziens gezocht worden in het feit dat onder verantwoordelijkheid van dezelfde staatssecretaris P. van Geel het LAP is vastgesteld. Het moge u duidelijk zijn dat Lidstaat Nederland de klassenindeling van A-hout, B-hout en C-hout opzettelijk in strijd met de EURAL en de bindende uitspraak F03.98.0171, F03.98.0179, F03.98.0180, F03.98.0181, F03.98.0182, F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tot stand heeft doen komen en dat als gevolg daarvan jaarlijks miljoenen tonnen gevaarlijk afval als niet gevaarlijk afval wordt verwijderd, verwerkt, verdund door het te laten bijstoken in de Nederlandse, maar ook in de buitenlandse, kolengestookte elektriciteitscentrales voor de opwekking van groene stroom zonder dat die centrales beschikken over een vereiste milieuvergunning voor het bijstoken van gevaarlijk afval. Daarvoor ontvangt lidstaat Nederland van de Europese Commissie miljarden euro's aan overheidssubsidie (zie achter tab 4). Lidstaat Nederland maakt zich daarmee dan ook zeer nadrukkelijk schuldig aan subsidiefraude van miljarden euro's, vanwege handelen in strijd met de Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001. In de Richtlijn 2001/77/EG hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie onder (8) het volgende overwogen: "Wanneer lidstaten afval als energiebron gebruiken, moeten zij de communautaire wetgeving inzake afvalbeheer in acht nemen. De toepassing van deze richtlijn laat de definitie van de bijlagen 11A en 11B van de Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen onverlet. Steun voor hernieuwbare energiebronnen dient in overeenstemming te zijn met andere communautaire doelstellingen, in het bijzonder met de hlerarchle van de afvalbehandeling. Daarom mag verbranding van niet-gescheiden stedelijk afval in toekomstige steunregelingen voor hernieuwbare energiebronnen niet worden bevorderd indien de hlerarchle door die bevordering zou worden ontredderd." Met de hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), in kolengestookte elektriciteitscentrales van Nuon en Essent (waarvan de aandelen voor 100% in handen zijn van de Nederlandse provinciale en lokale overheden) heeft lidstaat Nederland zeer nadrukkelijk gehandeld in strijd met hetgeen hierboven is overwogen. In de Richtlijn 2001/77/EG hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie onder artikel2 lid b als definitie voor biomassa letterlijk het volgende geschreven: b) "biomassa": de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dielijke stoffenO, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologische afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval. De hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), voldoet in de verste verte niet aan deze definitie van biomassa.
9
In de Richtlijn 2001/77/EG hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie staat onder artikel 5 lid 1, 2, 3, 4,5 en 6 als garantie van de oorsprong van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen letterlijk het volgende geschreven: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Uiterlijk op 27 oktober 2003 dragen de lidstaten er zorg voor dat de oorsprong van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de zin van deze richtlijn als zodanig kan worden gegarandeerd volgens objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria die door iedere lidstaat worden vastgesteld. Zij zien erop toe dat daartoe op aanvraag een garantie van oorsprong wordt afgegeven. De lidstaten kunnen een of meer bevoegde instanties aanwijzen, die onafhankelijk zijn van de productie- en distributiebedrijven, voor het toezicht op de afgifte van garanties van oorsprong. De garanties van oorsprong: (-) vermelden uit welke energiebronnen de elektriciteit is geproduceerd, met de datum en plaats van productie, en geven in het geval van waterkrachtcentrales het vermogen aan; (-) dienen de producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in staat te stellen aan te tonen dat de elektriciteit die zij verkopen elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de zin van deze richtlijn is. De overeenstemming lid 2 afgegeven garanties van oorsprong zouden door de lidstaten uitsluiten als bewijs voor de in lid 3 genoemde punten wederzijds dienen te worden erkend. Weigering van erkenning van garanties van oorsprong, in het bijzonder om redenen in verband met fraudepreventie, moet berusten op objectieve, Transparante en niet discriminerende criteria. Wanneer erkenning van een garantie van oorsprong wordt geweigerd, kan de Commissie de weigerende partij verplichten de garantie van oorsprong te erkennen, in het bijzonder in verband met objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria waarop de erkenning gebaseerd is. De lidstaten of bevoegde instanties voeren passende regelingen in om te bereiken dat de garantie van oorsprong nauwkeurig en betrouwbaar is en geven in het in artikel 3, lid 3, bedoelde verslag aan welke maatregelen zij hebben getroffen om de betrouwbaarheid van het garantiestelsel te garanderen. Na raadpleging van de lidstaten behandelt de Commissie in het in artikel 8 bedoelde verslag de vorm en methoden die de lidstaten in acht zouden kunnen nemen om de oorsprong van elektriciteit van hernieuwbare energiebronnen te garanderen. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad zo nodig voor daartoe gemeenschappelijke regels vast te stellen.
Met de hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), kan lidstaat Nederland nooit de oorsprong garanderen. Ook kan lidstaat Nederland met de hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), van onbekende herkomst nooit betrouwbare objectieve criteria hanteren. Omdat de aandelen van Nuon voor 100% in handen zijn van de provinciale en gemeentelijke overheden (de aandeelhouders van Nuon zijn de provincies Gelderland, Friesland, Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk ruim driekwart van de in totaal ruim 128 miljoen aandelen. Het overige deel wordt gehouden door circa 65 kleinere, gemeentelijke aandeelhouders en de provincie Flevoland); en omdat ook de aandelen van Essent voor 100% in handen zijn van de provinciale en gemeentelijke overheden (de provincies zijn samen voor 74% aandeelhouder van Essent: Groningen (6%), Drenthe (2,3%), Overijssel(18%), Flevoland (0,02%), Noord-Brabant (30,8%), Limburg (16,1%). Bijna alle gemeenten in de genoemde provincies en een aantal gemeenten in Friesland zijn samen voor 26% aandeelhouder); en omdat nagenoeg alle betrokken gemeentebesturen aandeelhouders zijn en met het verlenen van sloopvergunningen hun eigen bouwverordeningen en daarmee de EURAL overtreden; en omdat betrokken provinciale besturen groot aandeelhouders zijn en aan henzelf daarvoor milieuvergunning moeten verlenen en door henzelf daartegen handhavend zal moeten worden opgetreden als deze door hen opgelegde voorschriften worden overtreden; maakt duidelijk dat van een onafhankelijke objectieve controle daarop absoluut geen sprake kan zijn.
10
In de Richtlijn 2001/77/EG hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie onder artikel6 lid 1, derde streepje, inzake gevoerde administratieve procedures letterlijk het volgende geschreven: 1.
Oe Iidstaten of de door hen aangewezen bevoegde instanties beoordelen het bestaande wet- en regelgevingskader voor vergunningsprocedures of de overige procedures van artikel 4 van Richtlijn 96/92/EG die van toepassing zijn op installaties voor de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen teneinde: (---) ervoor te zorgen dat de regels objectief, transparant en nietdiscrimerend zijn, en terdege rekening houden met het eigen karakter van de verschillende technieken voor hergebruik van hernieuwbare bronnen.
Met de hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), heeft lidstaat Nederland zeer nadrukkelijk gehandeld in strijd met dit artikel6 lid 1, derde streepje, uit de Richtlijn 2001/77/EG. In de Richtlijn 2001/77/EG hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie onder (12) het volgende overwogen: "De noodzaak van overheidssteun voor hernieuwbare energiebronnen is erkend in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu(1), die onder meer rekening dient te houden met de noodzaak de externe kosten van de elektriciteitsproductie door te berekenen. De bepalingen van het EG-Verdrag, in het bijzonder de artikelen 87 en 88, blijven echter op dergelijke staatssteun van toepassing." Met de hierboven beschreven bijstook van vershredderd/vermalen sloophout, met daarin veel gevaarlijk afval (CCA-hout en CC-hout), heeft lidstaat Nederland zeer nadrukkelijk oneigenlijk gebruik en misbruik gemaakt van steun zoals bedoeld in artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag. Daarin staat namelijk letterlijk het volgende geschreven: "(Art 88, lid 2, EG-Verdrag): Indien de Commissie, na de belanghebbenden te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, vaststelt dat een steunmaatregel door een staat of met staatsmiddelen bekostigd, volgens artikel 87 niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt of dat van deze steunmaatregel misbruik wordt gemaakt, bepaalt zij dat de betrokken staat die steunmaatregel moet opheffen of moet wijzigen binnen door haar vast te stellen termijn." Het overtreden van alle hierboven genoemde Europese richtlijnen, waaronder de Eural, is zeer nadrukkelijk niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. De aan lidstaat verleende steunmaatregelen zijn derhalve onverenigbaar met het EG-Verdrag. Bij brief van 29 mei 2006 heb ik namens: Stichting Sociale Databank Nederland, Gasthuislaan 22, 6883 JD te Arnhem Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving, Holstraat 17, 6082 BA Buggenum. J. Hoebers, Haelenerweg 9, 6082 AA Buggenum. J. Rulkens, Dorpsstraat 94, 6082 AR Buggenum P. Topeeters, Neel Doffstraat 18, 6082 AE Buggenum. H. Slabbers, Galgenberg 35, 6082 AZ Buggenum. L.G.G.M. Mom, Bergstraat 13, 6082 AJ Buggenum. H.P.J. Vissers, Holstraat 6,6082 BC Buggenum. A.M. Schreuder, Thorbeckestraat 24, 6042 CR Roermond. J. Schuermans, Roermondseweg 92, 6081 NW Haelen. C.J. Schreuder, Eikendreef 23,6081 EA Haelen. C.J.M. Wijers, Poelakkerweg 3, 6082 NC Buggenum. hierover een klacht ingediend bij de commissie van de Europese Gemeenschappen t.a.v. de Secretaris-Generaal (zie achter tab 4).
11
Het zijn de leden van het 8LOM die ervoor hebben gezorgd dat tot op heden (na ruim 4 jaar) er nog steeds geen inhoudelijke behandeling van deze klacht heeft plaatsgevonden. 8etreffende klacht heb ik als 'tab 9' gevoegd achter mijn aan W. Vuisting (Iid PMSN-bestuur) overhandigde verdiepingsonderzoek van 10 maart 2007 (ref: X8895.3-07018 AvR) met het verzoek dit voor te leggen aan voorzitter en bestuurder R. Fonville (zie achter tab 4). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Door ondanks bovengenoemde wetenschap willens en wetens gebruik te maken van dit ge"lmpregneerde hout in haar vensterbanken overtreedt Philips Medical Systems Nederland 8V te 8est in zeer ernstige mate de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet milieubeheer en meerdere Europese richtlijnen en verordeningen. Door van deze grensoverschrijdende misdaad geen strafaangifte te doen bij de International Criminal Police (Interpol) is Philips Medical Systems Nederland 8V zeer nadrukkelijk medeplichtig aan het in stand houden en laten uitbreiden van de hierboven beschreven massale vergiftiging (genocide op termijn) waarvan miljoenen mensen (ook veel Philips medewerkers) het slachtoffer zullen worden en al zijn. Omdat ik deze zware wetsovertredingen en vele andere wetovertredingen vanuit mijn functie als safety manager eerlijk en oprecht kenbaar heb gemaakt aan J. Oerlemans (mijn directe leidinggevende), P. Wertelaers (mijn HRM vertegenwoordiger) en R. Fonville (mijn hogere leidinggevende en tevens bedrijfsdirecteur) hebben zij ruim twee jaar lang al het mogelijke gedaan om mij met behulp van de door hen betaalde Achmea bedrijfsarts H. Mol voor 100% geestesziek verklaard te krijgen met als doel alsnog bewerkstelligd te krijgen dat met behulp van GGD-arts H. Jans in 1992 is mislukt. De volgende feiten zijn daarbij zeer opmerkelijk te noemen: Feit 1 De grondlegger van deze massale vergiftiging huidig kamerheer van de koningin mr. F.J.M. Houben is van de politieke partij CDA. Feit 2 De op 18 augustus 1992 gehouden geheime bespreking onder voorzittersschap van de officier van Justitie mr. G. 80S in samenspanning met de volgende personen: dhr. G. 8roeren Parketsecretaris Parket te s-Hertogenbosch; dhr. H. de Vries hoofd milieu-inspectie Noord-8rabant; dhr. H. Artz juridisch medewerker provincie Noord-8rabant; dhr. V. Ditters hoofd algemene zaken waterschap De Dommel; mevr. L. Valk, wachtmeesters rijkspolitie Sint-Oedenrode; dhr. M. Saris, wachtmeesters rijkspolitie Sint-Oedenrode; dhr. P. Schriek, burgemeester van Sint Oedenrode; mevr. H. van Dijk-Eerhart, milieuwethouder van Sint Oedenrode; dhr. C. Kerstholt, hoofd Bouwen en Milieu van Sint Oedenrode; heeft toentertijd plaatsgevonden onder politieke verantwoordelijkheid van voormalig minister E.M.H. Hirsch 8allin van Justitie CDA). Toen al wilde hij mij geestesziek verklaard krijgen met behulp van GGD-arts H.W.A. Jans. Ook toen al is het eerste contact daarover begonnen met de mededeling "wij doen dit omdat wij ons zorgen maken over uw gezondheid. " Feit 3 Kort daarna heeft criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk mijn gehele dossier van toen bestudeerd en komt daarbij tot de conclusie dat ik het slachtoffer ben van politieke vergiftigingsmisdaad "coliusie" genaamd, hetgeen hij in zijn brief van 21 juni 1993 letterlijk als volgt heeft verwoord aan toenmalig hoofdofficier van Justitie mr. C.R.L.R.M. Ficq van het arrondissementsparket 's-Hertogenbosch (zie achter tab 32). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In betreffend brief schrijft criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk letterlijk het volgende: Universiteit Utrecht Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen Aan: Hoofdofficier van Justitie Mr. C.R.L.R.M. Ficq Postbus 90155 5200 MG Den Bosch
12
Datum Uw kenmerk
Ons kenmerk A-22-89 FB/am
Doorkiesnummer
21 juni 1993 Onderwerp: Geachte heer Ficq. In deze brief wil ik mijn instemming betuigen met het door U (vanaf 26 februari j.1. Uw kenmerk: Kab. 01/5068/93) voorgenomen onderzoek naar aanleiding van hetgeen door Ing. A.M.L. van Rooij te Sint Oedenrode naar voren is gebracht over milieucriminaliteit en het impregneren van hout. Ik ben niet bij machte om de kwestie op haar chemische merites te beoordelen, maar herken wel criminologisch interessante aspecten die mogelijkerwijs bij Uw beoordeling een rol kunnen spelen. De vraag waarmee van Rooij mij benaderde luidde: is hier sprake van georganiseerde misdaad? Het antwoord op deze vraag hangt uiteraard af van de inhoud die we dit begrip willen geven. Als we het systematisch gebruik van fysiek geweld als maatstaf nemen, nee: dan (nog) niet. Als we letten op patronen van samenwerking tussen malafide ondernemers (of ondernemers met een malafide sector) en de overheid, dan wel. Op grond van enkele gesprekken en kennisname van onderdelen van diens zeer uitvoerige dossier, kom ik tot de slotsom dat van Rooij met tenminste twee regelmatigheden te maken heeft die ook in de literatuur blijken. De eerste heeft betrekking op grote milieudelicten. Bij welhaast geen modern delict is de rol van bezorgde burger zo belangrijk als hier. Erg ontwikkeld is die waakhondfunctie bij ons nog niet, tenminste als we die vergelijken met de Verenigde Staten. In de literatuur (zie o.a. A.A. Block & F. Scarpitti: Poisoning for Profit. 1985) blijkt dat dit proces altijd begint bij het hardnekkig drijven van nogal bijzondere eenlingen. Zij proberen medestanders voor hun standpunten te winnen, maar ondervinden geduchte weerstand van de bedrijven of de branche waarop zij zich richten. Ze worden genegeerd, voor ondeskundig uitgemaakt, hun motieven worden verdacht gemaakt en ze worden gerntimideerd. Uit zijn relaas maak ik op dat de heer van Rooij thans ook ruimschoots met het laatste te maken heeft. De tweede herkenning geldt de houding van de overheid. Bij georganiseerde misdaad denkt men vaak aan regelrechte omkoping of chantage van ambtenaren. maar dat hoeft geenszins het geval te zijn. Vaak komt het voor dat malafide bedrijven samengaan met de overheid omdat hun belangen parallellopen en een probleem wordt opgelost. In de criminologische literatuur wordt dat verschijnsel collusie genoemd (zie dr G. van de Heuvel, Onderhandelen of straffen, 1983). Van Rooy's hypothese dat in het onderhavige geval enkele bedrijven met het impregneren van hout een milieudoelstelling van de overheid tegemoet kwamen en dat men onder de vorige minister van VROM een convenant heeft gesloten; dat nu gebleken is dat het impregneren in feite gevaar oplevert; dat men toch niet op de afspraak terugkomt omdat er te veel aan goodwill en prestige is gernvesteerd. Dit alles komt mij voor als geloofwaardig. Ik word in dat geloof gesterkt door de categorische afwijzing van eerst minister Alders en nu minister Hirsch Ballin om op van Rooij's brieven in te gaan en wel zonder argumenten. Begrijpen kan men het wel. Van Rooij is uiterst vasthoudend en komt steeds met nieuwe correspondentie. Naar de mate waarin hij meer gelijk heeft is dat voor degenen die zijn correspondentie beantwoorden des te vervelender. Een werkelijke uitweg komt pas in zicht wanneer de kwestie serieus wordt onderzocht.
13
Ter wille van de bestrijding van collusie is het goed dat thans met zo'n onderzoek wordt begonnen.
Hoogachtend, Prof. dr. F. Bovenkerk (criminoloog) C.c. Veld- en Milieupolitie te Boxtel, t.n.v. de heer J. Hurkmans, Nergena 5. 5282 JE Boxtel Ing. A.M.l. van Rooij, 't Achterom 9a, 5491 XD Sint Oedenrode In deze brief schrijft criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk letterlijk het volgende: "Ik word in dat geloof gesterkt door de categorische afwijzing van eerst minister Alders en nu minister Hirsch Ballin om op van Rooij's brieven in te gaan en wel zonder argumenten." "Ter wille van de bestrijding van collusie is het goed dat thans met zo'n onderzoek wordt begonnen." Het is deze CDA-minister E.M.H. Hirsch Ballin geweest die vanaf 1992 tot op de dag van vandaag weigert inhoudelijk te reageren op mijn feitelijk zeer goed onderbouwde brieven over deze massale vergiftiging (genocide) via houtimpregneerbedrijven als dekmantel om daarmee de aandeelhouders van onder andere Shell met miljarden euro's onrechtmatig te verrijken. Het is deze CDA-minister E.M.H. Hirsch Ballin geweest die de hoofdofficier van Justitie mr. C.R.L.R.M. Ficq onder politieke druk heeft gezet en heeft qeeist dat hij deze brief d.d. 21 juni 1993 van criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk niet mag beantwoorden omdat dit dan zijn kop zou gaan kosten. Feit 4 Prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin is vanaf 1 januari 1995 tot aan zijn hernieuwde aanstelling als minister van justitie op 22 september 2006 voorzitter geweest van Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving (zie achter tab 33). In die 11 jaar heeft hij binnen de top van Achmea zeer veel kontakten opgebouwd. Hij moet toen hebben gedacht: wat mij in 1992 niet is gelukt om AM.L. van Rooij 100% geestesziek verklaard te krijgen moet mij nu beslist gaan lukken met behulp van bedrijfsarts H. Mol van Achmea in samenspanning met J. Oerlemans (mijn directe leidinggevende) en R. Fonville (mijn hogere leidinggevende, tevens bedrijfsdirecteur). Kort na 22 september 2006 begon mijn directe leidinggevende J. Oerlemans mij dan ook al hetzelfde te benaderen als in 1992 werd gedaan door GGD arts H. Jans en ook nog met soortgelijke woorden, te weten: "ik maak mij zorgen over uw gezondheid, ik raad u aan om u daarop te laten onderzoeken door bedrijfsarts H. Mol van Achmea-Arbo" De heer J. Oerlemans deed dit met de wetenschap dat ik nagenoeg nooit ziek ben en hijzelf veel meer ziek is dan ik. De heer J. Oerlemans heeft daarbij vanaf dat moment (twee jaar geleden) tot op heden de volledige ondersteuning gehad van R. Fonville (mijn hogere leidinggevende, tevens bedrijfsdirecteur) en P. Wertelaers (mijn HRM vertegenwoordiger). De manier waarop zij met qedrieen met misbruik van mijn eigen collega's achter mijn rug om hebben geprobeerd om met behulp van Achmea bedrijfsarts H. Mol mijn "100% geestesziek verklaring" gerealiseerd te krijgen, zodat minister van justitie prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin mij daarna kan oppakken en in een isoleercel kan laten platspuiten (hetgeen hij in 1992 al wilde maar is mislukt) zijn erger geweest als dat in bijvoorbeeld Rusland nog als mogelijk wordt geacht. Ik overdrijf daarbij niet want ik beschik over meer dan 10 dikke ordners aan feitelijke bewijzen die ik om veiligheidsredenen op meerdere plaatsen heb neergelegd. Ik heb daarbij de afspraak gemaakt dat als er iets met mij, mijn gezin of mijn moeder mocht gebeuren al die bewijzen tezamen met deze brief aan u wereldkundig zal worden gemaakt.
14
Het moge u duidelijk zijn dat dit voor G. Kleisterlee als hoogste President van de Koninklijke Philips N.v. verzwegen moet blijven en dat daarom mijn vele klachten daarover aan hem structureel voor hem zijn achtergehouden, zelfs door zijn eigen secretaresse. Dit des temeer bij recente gerechtelijke uitspraak (door mij gewonnen) het tegenovergestelde is komen vast te staan. Het is allemaal begonnen in het kabinet Lubbers 111. Wim Kok was toen minister van financien en Jan Pronk minister van ontwikkelingssamenwerking. Deze twee ministers waren toentertijd op de hoogte van het feit dat de "Bestrijdingsmiddelenwet" ernstige tekortkomingen kende. De wet houdt bij de toelating van een bestrijdingsmiddel geen rekening met de niet werkzame chemische stoffen en de milieu- en gezondheidsgevolgen, van zowel de werkzame als de niet werkzame chemische stoffen, wanneer die in de afvalfase zijn beland. Met deze tekortkomingen kan dus elk soort gevaarlijk afval worden omgezet tot het product 'bestrijdingsmiddel' om het vervolgens duur te verkopen en op een ongecontroleerde wijze, al dan niet via tijdelijke producten, in water, bodem en lucht te dumpen. De metaalindustrie en ertssmelterijen hebben deze tekortkomingen in de "Bestrijdingsmiddelenwet" optimaal benut. Hoogproblematisch gevaarlijk afval, vol zwarte lijststoffen als arseenzuur en chroomtrioxide, hebben ze op deze wijze weten om te zetten tot het product 'bestrijdingsmiddel'. Geen duizenden euro's per ton meer betalen voor eeuwige opslag, maar verkopen voor zo'n vijf euro per kilogram moet de gedachte geweest zijn. En ook: ons kan niets gebeuren, de minister van VROM is toch verantwoordelijk voor die tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet en dus voor alle daaruit voortvloeiende milieu- en gezond heidsschade. Met deze achtergrondkennis heeft Kabinet Lubbers 111 onder leiding van voormalig milieuminister Alders in juni 1992 het "Rio de Janeiro protocol" tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van 'behoud van de regenwouden' heeft Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. Milieuorganisaties waaronder de Vereniging Milieudefensie volgden Alders daarin blindelings. Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover, hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerden de aanschaf en het gebruik van ge'lmpregneerd hout door de consument. Coniferen en beukenhagen werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Ge'lmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van ge'lmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels, vlonders, beschoeiingen, huizen en gehele woonwijken werden gebouwd van ge'lmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat de metaalindustrie en ertssmelterijen op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, dat met de best bestaande techniek uit het milieu moet worden geweerd, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen. Onder de dekmantel van 'komo-keur' heeft onze minister van VROM in de vorm van milieusubsidie daarvoor zelfs miljoenen guldens aan gemeenschapsgeld uitgegeven. Dit al jarenlang voortdurende en door de overheid gedoogde proces heeft intussen al ons sloophout en rioolslib sterk vergiftigd met levensgevaarlijke afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen. De minister van VROM is verantwoordelijk en aansprakelijk voor een niet meer te betalen milieu- en gezondheidsschade als gevolg daarvan. Voormalig minister-president Kok en voormalig milieuminister Pronk moeten gedacht hebben; we kunnen deze truc nog wel een keer uithalen maar nu met 'groene stroom'. Onder de dekmantel van 'C02 reductie' noemen wij dit sterk vergiftigd sloophout en rioolslib 'biomassa' voor de opwekking van 'groene stroom'. Onder leiding van milieuminister Pronk is het Kyoto-protocol tot stand gebracht en ondertekend. Wij zorgen er vervolgens voor dat milieuorganisaties zoals Vereniging Milieudefensie, weer landelijke campagnes gaan voeren. Deze landelijke campagnes en de enorme publiciteit erover heeft in Nederland wederom geleid tot een rage. ledereen moet groene stroom inkopen anders ben je verdacht. In werkelijkheid worden jaarlijks miljoenen kilogrammen levensgevaarlijke zware metalen zoals arseen en chroom VI in sloophout en rioolslib verder verspreidt via uitstoot naar de lucht vanuit de kolengestookte elektriciteitscentrales en via het vrijkomende vliegas en bodemas in de cement, beton, asfalt en zelfs stenen, 'green bricks' genaamd. Dit omdat men zware metalen niet kan verbranden. Onder de dekmantel van "C02 reductie" wordt ook hier weer door onze minister van VROM miljoenen guldens aan gemeenschapgeld uitgegeven in de vorm van terugbetaling REB-belasting.
15
Bij brieven van 22 april 2002 (kenmerk: VROM/22042IVZ) en (kenmerk: EZ/22042IVZ) en (kenmerk: WKJ22042IVZ) heb ik verantwoordelijk minister J.P. Pronk van VROM en verantwoordelijk minister A. Jorritsma-Lebbink van EZ en verantwoordelijk Minister-President W. Kok daarvan op de hoogte gebracht (zie achter tab 30). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In mijn brief d.d. 22 april 2002 aan voormalig minister President W. Kok, die nu hoge commissaris is bij Shell, heb ik daarover letterlijk het volgende geschreven: Aantekenen met ontvangstbevestiging Tevens verstuurd per fax 020 - 6156784 Staat der Nederlanden Minister-President W. Kok, Postbus 20001, 2500 EA 's-Gravenhage. OPEN BRIEF persoonlijk en in handen. Ons kenmerk: Betreft:
Sint Oedenrode,
22 april 2002.
WKl220421VZ.
Dringend verzoek om maatregelen te treffen dat Minister Jorritsma (EZ) en Minister Pronk (VROM) het kolenconvenant met de branche-organisatie EnergieNed en de vijf producenten niet ondertekenen. Dit omdat deze Ministers van een demissionair Kabinet dergelijke grote beslissingen niet mogen nemen.
Geachte Heer Kok, Mede namens ondergetekende als natuurlijk rechtspersoon laat ik u hierbij toekomen: 1. Mijn brief van 22 april 2002, kenmerk: EZ/22042/vz, aan Minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken (2 pagina's). 11. Mijn brief van 22 april 2002, kenmerk: VROM/22042/vz, aan Minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (10 pagina's). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Gezien die inhoud en uw jarenlange actieve rol in deze "chemische genocide" op miljoenen mensen verzoek ik u ervoor te zorgen dat opgemeld kolenconvenant niet door de ministers Jorritsma (EZ) en Pronk (VROM) worden ondertekend. Dit omdat ministers van een demissionair Kabinet dergelijke grote beslissingen uberhaupt niet mogen nemen. Tevens verzoek ik u mij dat per kerend schrijven schriftelijk te bevestigen. Openbaarheid. Om te voorkomen dat deze 'chemische genocide' door toedoen van minister J.P. Pronk, minister A. Jorritsma-Lebbink en Minister-President W. Kok nog miljoenen mensen meer zal gaan treffen heb ik deze brief aan verantwoordelijk Minister-President W. Kok bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet laten plaatsen op adres: www.sdnl.nllekc-convenant3. Ook uw antwoord op dit verzoek zal bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet worden geplaatst. Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum voor deze,
B.V.
ing. A.M.L. van Rooij, directeur. C.C. Dhr. W. Kok, Minister-President Mevr. A. Jorritsma-Lebbink, Minister
van Economische
Zaken.
16
Mr. H.D. Tjeenk Willink, Vice president van de Raad van State. De Vaste Commissie van Justitie van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer der Staten Generaal. Mevr. A. Derkx, voorz. Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, en naaste omgeving. Drs. A. van Bergen, vrijwillige milieurecherche Nijmegen. Stichting sociale Databank Nederland Katholiek Nieuwsblad. Kleintje Muurkrant. De Cobouw. Twee Vandaag. De Loss TV De ANP/GPD De gemeenteraad van Sint Oedenrode. Bijlagen: Dit schrijven
bevat de bijlagen
I en 11,bestaande
Haelen, Horn, Nunhem
uit 12 pagina's.
Op deze brieven d.d. 22 april 2002 hebben verantwoordelijk minister J.P. Pronk van VROM en verantwoordelijk minister A. Jorritsma-Lebbink van EZ en verantwoordelijk Minister-President W. Kok nooit gereageerd. Daarmee is feitelijk komen vast te staan dat zij onder druk van de multinationale industrie en met name Sheli, omwille van miljardenwinsten voor de aandeelhouders van Shell, als zodanig hebben gehandeld en hun politieke bevoegdheden daarmee in zeer ernstige mate hebben misbruikt. Dit verklaart ook waarom Minister-President Wim Kok, nadien Minister van Staat en hoge commissaris bij Shell, ING-bank en KLM moest worden. Om bovengenoemde 'chemische genocide' op de gehele wereldbevolking gerealiseerd te krijgen onder de duurzame dekmantels van "Rio de Janeiro protocol" in juni 1992 en "Kyoto-protocol" in 1997 hebben de voorzitters van deze bijeenkomsten, te weten: minister J.G.M. Alders van VROM (PvdA) en minister J.P. Pronk van VROM (PvdA) daarover alle landen uit de gehele wereld opzettelijk onjuist voorgelicht. De waarheid daarover mag nooit naar buiten komen. Dat moet kost wat kost in de doofpot blijven. Bij brief d.d. 3 mei 2002 (kenmerk: PF/03052/br) informeerde ik P. Fortuyn over die waarheid. Betreffende brief (zonder bijlagen) vindt u bijgevoegd (zie achter tab 31). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In die brief staat letterlijk het volgende geschreven: Aantekenen met ontvangstbevestiging Aan: P. Fortuyn, G.W. Burgerplein 11, 3021 AT Rotterdam. Sint Oedenrode, Ons kenmerk:
3 mei 2002.
PF/03052/br.
Geachte heer Fortuyn, Zeer geschokt ben ik over de wijze waarop Wim Kok, Frits Bolkesteijn, persoonlijk beschuldigen. U spreekt namelijk de waarheid.
de PvdA, etc, u
Wim Kok (PvdA), Jan Pronk (PvdA), A. Kosto (PvdA), Tjeenk Willink (PvdA), etc. hebben met de hulp van dit paarse kabinet de gehele politiek, de gehele rechterlijke macht en het gehele O.M. corrupt gemaakt en ons gehele land vergiftigd met uiterst giftige kankerverwekkende stoffen. Dit alles met misbruik van grote bedragen aan gemeenschapsgeld (subsidie) onder de dekmantels als ecologisch, milieuvriendelijk, biomassa, groene stroom, duurzaam, CO2-reductie, komo-keur, milieubeton, secundaire brandstof, hergebruik, Rio de Janeiro protocol en Kyoto-protocol. Dit alles heeft zich in gang gezet vanuit kabinet Lubbers 111,waarin Wim Kok minister van Financlen was, en Jan Pronk minister van Ontwikkelings-samenwerking.
17
Het zijn juist zij, de PvdA, maar ook de gesettelde CDA in Brabant en Limburg, die een groot gevaar vormen voor onze maatschappij en het leefbaar houden van ons land. De volgende bijgevoegde stukken maken dat volstrekt duidelijk: 1. Mijn brief van 22 april 2002, kenmerk VROM/22042/vz, aan de minister van VROM, J.P. Pronk (PvdA). 11. Mijn wrakingsverzoek d.d. 28 januari 2002, kenmerk: Bes/28012/wra, van A. Kosto aan de Raad van State (PvdA). 111. Mijn brief d.d. 13 april 2001, kenmerk: TEKl13041/vz, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer mw. J. van Nieuwenhoven, en haar antwoord daarop (PvdA). IV. Mijn klacht d.d. 24 februari 2002 aan de Nationale Ombudsman over Wim Kok (Pv/dA) en de reactie daarop van die Nationale Ombudsman. V. Mijn brief/persbericht d.d. 2 mei 2002 aan milieuwethouder E.H.G.J.M. Huijbregts van Sint Oedenrode (Oorzaak PvdA en CDA). VI. Mijn aangifte van 10 april 2002 van het plegen van valsheid in geschrifte van de staatsraden R. Cleton, dr. J.C.K.W. Bartel, mr. R.J. Hoekstra en mr. P. van Dijk, incl. krantenartikelen. (Oorzaak Tjeenk Willink PvdA en voorheen Scholten CDA). Ik wil u vragen deze stukken met bijlagen goed te bekijken. Hierbij geef ik u toestemming om alle stukken te gebruiken in uw strijd tegen de huidige criminele gesettelde politieke macht, polderdictatuur genaamd. Op mijn kennis en ervaring hierover kunt u rekenen, in geval u dat wenselijk acht. Gaarne ontvang ik uw reactie, Met vriendelijke groeten, Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor deze, Ing. A.M.L. van Rooij, directeur. C.c. Rene van den Oord (met dank aan hem). Drie dagen later is Pim Fortuyn vermoord en is deze brief pas 20 dagen later bij Fortuyn BV bezorgd. Moest ik kort daarna op basis van leugens als milieuactivist in de krant komen? Moest W. Kok daarom daarna ook hoge commissaris worden bij TPG? Om deze "chemische genocide" van de gehele wereldbevolking, ten voordele van miljardenwinsten voor met name de aandeelhouders van Shell, ook voor de toekomst veilig te kunnen stellen en via Europa (Europese Grondwet?) in de wereld te kunnen uitbreiden heeft de Nederlandse regering de hierboven beschreven overkoepelende criminele organisatie het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM) opgericht. De verwevenheid met onze hoogste bestuursrechtspraak de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is zo groot dat in Nederland hiertegen geen eerlijk proces kan worden gevoerd. De feiten waarop ik dat heb gebaseerd zijn de volgende:
De oorzaak van deze "chemische genocide" van de gehele wereldbevolking, ten voordele van miljardenwinsten voor met name de aandeelhouders van Shell, zit hem in het feit dat de Bestrijdingsmiddelenwet geen rekening houdt met de milieu- en gezondheidsschadelijke gevolgen van de in deze bestrijdingsmiddelen toegelaten chemische stoffen, als die bestrijdingsmiddelen in de afvalfase zijn geraakt. Deze Bestrijdingsmiddelenwet is overeenkomstig de volgende negen stappen tot stand is gekomen: 1) Het wetsvoorstel wordt voorbereid door ambtenaren van betrokken ministeries; 2) De beoordeling van het uitgewerkte wetsvoorstel door de ministerraad;
18
3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)
Het akkoord van de ministerraad en de aanbieding aan de Raad van State ter advisering (art.73 van de Grondwet); Het advies van de Raad van State en het voorleggen daarvan aan de Kroon (ministerraad en HM de Koningin); Het rapport van De Kroon met een inhoudelijke reactie aan de bewindslieden (ministers en staatssecretarissen) ; De stukken, met een nummer bestaande uit vijf cijfers, die aan het parlement moet zijn voorgelegd voor plenaire behandeling; Moties, amendementen, toevoegingen en wijzigingen die op het wetsontwerp in de Tweede Kamer zijn gedaan; De goedkeuring van het wetsontwerp door de Tweede Kamer. Het voorleggen aan de Eerste Kamer en de goedkeuring van de Eerste Kamer; Publicatie van de Wet in de Staatscourant.
Dit betekent dat: De betrokken beleidsambtenaren; De vier betrokken ministers van WJS, VROM, SZW en LNV; De Raad van Ministers; De Raad van State (RvS); De Kroon (RvS + Hare Majesteit); De Tweede Kamer; De Eerste Kamer; verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor de hierboven beschreven en feitelijk onderbouwde "chemische genocide" van de gehele wereldbevolking vanuit Nederland als gevolg van bovengenoemde tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet.
Hoe voormalig minister J.G.M. Alders van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met deze voorkennis is omgegaan ten nadele van het toekomstig leven van miljoenen mensen om daarmee Shell en haar aandeelhouders aan miljarden onrechtmatige winsten te helpen kunt u hieronder lezen. Bijgevoegd vindt u de "circulaire betreffende werkprogramma milieumaatregelen bij houtimpregneerbedrijven" die minister J.G.M. Alders bij brief van 20 mei 1992 door zijn ambtenaar ing. C.M. Moons heeft laten uitgaan aan: aan alle betrokken besturen in Nederland die een houtimpregneerbedrijf binnen haar gemeentegrenzen heeft; met een kopie aan de Vereniging van Nederlandse gemeenten; met een kopie aan het InterprovinciaalOverleg en de afzonderlijke provincies; met een kopie aan de Unie van Waterschappen; met een kopie aan de waterkwaliteitsbeheerders; met een kopie aan de CUWVO; met een kopie aan de Regionale Inspecties Milieuhyqiene: met een kopie aan de vereniging houtverduurzaming Nederland (VHN) met een kopie aan alle houtimpregneerbedrijven in Nederland; (zie achter tab 11). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In deze voorbrief d.d. 20 mei 1992 schrijft ambtenaar ing. C.M. Moons in opdracht van minister J.G.M. Alders van VROM letterlijk het volgende: "Voor de duidelijkheid merk ik op dat er in deze circulaire geen uitspraken worden gedaan over de milieuaspecten van verduurzaamd hout in de gebruiks- of afvalfase." Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat voormalig minister J.G.M. Alders van VROM daarmee in zeer ernstige mate zijn bevoegdheid heeft misbruikt om daarmee Billiton/Shell met grote winsten van hun levensgevaarlijk afval (vol uiterst kankerverwekkend arseenzuur en chroomtrioxide) af te helpen via de Nederlandse (maar ook Belgische) Houtimpregneerbedrijven als dekmantel. De koninklijke
19
Shell en haar aandeelhouders binnengekregen.
hebben hieruit vele miljarden euro's aan onrechtmatige
inkomsten
Waar dit alles toe heeft geleid kunt u lezen in het artikel "Aan die 13 MIO kilo Arsenicum en die 30 MIO kilo Chroom VI kan het niet gelegen hebben" d.d. 19 januari 2004 van Pamela Hemelrijk (zie bijlage 1 achter tab 12) en de vele artikelen daarover in Het Echte Nieuws die u kunt bekijken op internetadres: http://www.hetechtenieuws.org/bewijzen-gif.php(ziebijlage2achtertab12).lk verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
Mr. F.J.M. Houben die als burgemeester van Luyksgestel deze massale vergiftiging via houtimpregneerbedrijf C. Tissen met misbruik van zijn bevoegdheden dwangmatig onder oplegging van een dwangsom van f 1000,- vanaf 1973 in gang heeft gezet onderhoudt al vanaf 1968 uitstekende relaties met de Nederlandse koninklijke familie. Zo was prinses Christina getuige bij zijn huwelijk met Monique van Lanschot in 1968. Zo was mr. F. J.M. Houben persoonlijk getuige van het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander met Maxima op 2 februari 2002. (zie bijlagen 1 tlm 3 achter tab 13). Mr. F.J.M. Houben is als opvolger van Dries van Agt vanaf 22 april1987 tot 1 oktober 2003 commissaris van de koningin voor Noord Brabant geweest en is vanaf 1 oktober 2004 kamerheer voor Hare Majesteit de koningin in Noord Brabant. Juist vanaf 1987 is mijn buurman Gebr. van Aarle begonnen met het bouwen van een kelder voor zijn houtimpregneerinstallatie zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met het bestemmingsplan buitengebied op sterk verontreinigde grond. Mijn vele brieven hierover aan de commissaris van de koningin mr. F. J.M. Houben werden niet inhoudelijk beantwoord. Met behulp van het voeren van veel gerechtelijke procedures heb ik het daadwerkelijk impregneren van hout met wolmanzouten bij de Gebr. van Aarle B.V. in ons ecologische gebied van het Dommeldal nog vijf jaar lang kunnen tegenhouden. Echter kort nadat minister J.G.M. Alders van VROM op 20 mei 1992 bovengenoemde "circulaire betreffende werkprogramma milieumaatregelen bij houtimpregneerbedrijven" heeft laten uitgaan werd het allemaal snel anders en hebben ik, mijn gezin en mijn ouders maar liefst 16 jaar lang verschrikkelijke tijden meegemaakt. Om u een idee te geven wat wij allemaal hebben moeten meemaken, lees verder: In de eerste week van augustus 1992 is mijn buurman Gebr. van Aarle B.v. begonnen met het impregneren van hout met wolmanzouten zonder een daarvoor vereiste Hinderwetvergunning (Milieuvergunning) in een impregneerketel die is gebouwd zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met het bestemmingsplan buitengebied op sterk verontreinigde grond zonder voorafgaande sanering. Omdat daarbij zichtbaar grote hoeveelheden stoom vrijkwamen in de buitenlucht en ik door bleef gaan met procederen daartegen heeft een goede kennis van mr. F. J.M. Houben, milieuofficier van Justitie mr. G. Bos, op 18 augustus 1992 hierover een geheime bijeenkomst georganiseerd op het Parket te s-Hertogenbosch. Toevalligerwijze ben ik twee jaar later aan het geheime besprekingsverslag gekomen, anders had ik dat nooit geweten. Betreffend besprekingsverslag d.d. 2 september 1992 van deze geheime bespreking op 18 augustus 1992 vindt u bijgevoegd (zie achter tab 14). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Dit geheime verslag, dat bol staat met onwaarheden, is tot stand gekomen onder voorzittersschap van de officier van Justitie mr. G. Bos in samenspanning met de volgende personen: dhr. G. Broeren Parketsecretaris Parket te s-Hertogenbosch; dhr. H. de Vries hoofd milieu-inspectie Noord-Brabant; dhr. H. Artz juridisch medewerker provincie Noord-Brabant; dhr. V. Ditters hoofd algemene zaken waterschap De Dommel; mevr. L. Valk, wachtmeesters rijkspolitie Sint-Oedenrode; dhr. M. Saris, wachtmeesters rijkspolitie Sint-Oedenrode; dhr. P. Schriek, burgemeester van Sint Oedenrode; mevr. H. van Dijk-Eerhart, milieuwethouder van Sint Oedenrode; dhr. C. Kerstholt, hoofd Bouwen en Milieu van Sint Oedenrode; dhr. G. van Aarle, milieu-technisch medewerker Sint Oedenrode; Op voorstel de heer H. de Vries hoofd milieu-inspectie Noord-Brabant is in samenspanning andere aanwezigen toen letterlijke het volgende besloten:
met alle
20
"Op voorstel van dhr. de Vries zal door de burgemeester, een medisch milieukundige dhr. Jans om bijstand verzocht worden. Dhr. Jans zal de persoonlijke gevolgen voor zowel de familie van Rooij als voor de familie van Aarle te gaan onderzoeken om hier zo mogelijk aanbevelingen over te doen." Op 21 augustus 1992 (3 dagen na deze geheime bespreking) kreeg ik laat in de avond ineens een telefoontje van GGO-arts H. Jans die burgemeester P. Schriek goed kende vanuit zijn voorzittersschap bij de GGO in Breda. Oe heer Jans vertelde mij toen dat hij zich druk maakte over mijn gezondheid en dat hij mij daarover onder vier ogen wilde spreken. Hij vertelde mij verder dat hij daarvoor mijn medische dossier bij de huisarts kon opeisen. Voor bewijs zie bijgevoegd artikel "Burgemeester schakelt vertrouwensarts in" uit het Eindhovens dagblad van 1 september 1992 (zie achter tab 15). Ik schrok daarvan toen enorm en heb daarover meteen contact gezocht bij zijn leidinggevende directeur M.A.J.M. van Bakel, directeur GGO Stadsgewest Breda. Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd zijn brief d.d. 3 september 1992 (nummer: Oir/MvB/SW/u92-4662) aan ondergetekende (zie achter tab 16). Oaarin schrijft directeur M.A.J.M. van Bakelletterlijk het volgende: Geachte heer van Rooij, De vragen gesteld in uw brief d.d. 25-08-1992 kan ik gemakkelijk beantwoorden. De heer Jans heeft geheel op eigen verantwoordelijkheid, dus niet als functionaris van de GGD Stadsgewest Breda deze actie ondernomen. Ik ben dus niet op de hoogte van de motieven van de heer Jans om contact te leggen, en de wijze waarop dit heeft plaatsgevonden. U verder dankzeggend
voor de uitgebreide informatie, teken ik,
Hoogachtend M.A.J.M. van Bakel, arts Directeur GGD Stadsgewest
Breda
Ook heb ik daarover direct ir. A.O. Nigten van het Landelijk Milieu Overleg op de hoogte gebracht, die daarover kort daarna een pittige brief aan burgemeester P. Schriek van Sint Oedenrode heeft geschreven. Betreffende brief d.d. 1 september 1992 van ir. A.O. Nigten aan burgemeester P Schriek van Sint Oedenrode vindt u bijgevoegd (zie achter tab 17). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Bij brief van 25 augustus 1992 heb ik GGO-arts H.WA Jans hierover persoonlijk om opheldering gevraagd. Oeze brief van mij aan H.WA Jans vindt u bijgevoegd (zie achter tab 18). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Tot op de dag van vandaag (na 16 jaar) heeft de heer Jans, ondanks mijn vele verzoeken daarom, nog steeds niet beantwoord. Het bedrijf dat het hoogproblematisch gevaarlijk afval bij Billiton/Shel1 ophaalde om het vervolgens met behulp van bovengenoemde tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet om te zetten tot bestrijdingsmiddel superwolmanzout-CO was Hickson Garantor BV (thans: Arch Timber protection BV). Oezelfde GGO-arts H.WA Jans heeft samen met deze Hickson Garantor op 2 november 1992 een rapport opgesteld met als titel "Monitoring of water vapour mist emissions from Hifix treated timbet" waaruit werd geconcludeerd dat in de wolken vrijkomende stoom bij het bedrijf Gebr. van Aarle BV nagenoeg geen arseen en chroom VI bevatten. Oit met de wetenschap dat bij het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. hiernaar nooit metingen zijn verricht. Betreffend valselijk opgemaakt rapport werd door de Gebr. van Aarle BV weer gebruikt in een door mij aangespannen rechtszaak bij Afdeling Geschillen van bestuur van de Raad van State. Oeze politieke rechtbank (die eerder positief heeft geadviseerd over bovengenoemde tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet) nam betreffend valselijk opgemaakt onderzoeksrapport van Hickson Garantor aan als zijnde waar en echt waardoor het bedrijf Gebr. van Aarle BV kon doorgaan met het vergiftigen van onze lucht met het kankerverwekkende arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). Betreffende onderzoeksrapport van
21
Hickson Garantor met bijbehorende voorbrief van Gebr. van Aarle BV aan de voorzitter van de Afdeling Geschillen van bestuur van de Raad van State vindt u bijgevoegd (zie achter tab 19). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In 1993 werd door de provincie Noord Brabant een milieuprijs uitgevaardigd voor degene binnen haar provincie die het meeste had gedaan voor het behoud van het milieu. Vele mensen hadden mij daarvoor opgegeven. Begin december 1993 kreeg ik van de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben bericht dat ik buiten de prijzen ben gevallen en dat de "milieuprijs 1993" voor Noord Brabant door hem op 7 december 1993 zal worden uitgereikt aan drs. H.W.A. Jans, milieu-atrs te Breda. Betreffende uitnodiging vindt u bijgevoegd (zie achter tab 20). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
Na de moord op Pim Fortuyn heeft de ministerraad onder voorzittersschap Balkenende letterlijk het volgende persbericht laten uitgaan: Ministerie van Algemene Persbericht ministerraad 22 augustus 2003
van minister President J. P.
Zaken
INNOVATIEPLATFORM OP 5 SEPTEMBER VAN START De ministerraad heeft ingestemd met de oprichting van het Innovatieplatform onder voorzitterschap van minister-president Balkenende. Het platform zal plannen opstellen en een visie ontwikkelen teneinde een impuls te geven aan innovatie in Nederland als motor van productiviteitsgroei en economische ontwikkeling. Het kabinet verwacht dat het Innovatieplatform concrete aanbevelingen zal doen die als basis kunnen dienen voor beleidsvorming en -uitvoering. Daarnaast geeft de vorming van het Innovatieplatform een stimulans aan bedrijfsleven en kennisinstellingen om zelf initiatieven te ontplooien ter versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie. Uitgangspunt daarbij is onder meer dat de beschikbare kennis beter wordt benut. Op de Europese Raad van Lissabon hebben de lidstaten van de Europese Unie de ambitie geformuleerd om de Europese Unie binnen tien jaar te maken tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Tijdens de Europese Raad van Barcelona is deze doelstelling nader uitgewerkt. Zo is onder meer afgesproken dat de uitgaven in Europa voor research and development in 2010 3% van het BBP moeten benaderen. In het hoofdlijnenakkoord van dit kabinet is vastgelegd dat met de oprichting van een Innovatieplatform op nationaal niveau een impuls aan dit streven wordt gegeven. Het innovatieplatform telt 18 personen. Een aantal leden is geselecteerd uit het bedrijfsleven en de kennis- en onderwijsinstellingen. Zij zijn aangezocht op basis van erkende deskundigheid en ervaring en het vermogen tot het genereren van creatieve ideeen, Formele representatie heeft geen rol gespeeld. Ook zijn enkele onafhankelijke experts aangezocht. Een van hen zal tevens de functie van secretaris bekleden. Het kabinet wordt in het Innovatieplatform vertegenwoordigd door de minister-president en de ministers van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Naast de genoemde bewindspersonen zijn de volgende personen lid geworden van het Innovatieplatform: De heer ir. G.J. Kleisterlee, president Koninklijke Philips Electronics NV; De heer mr. J. van der Veer, vice-voorzitter Koninklijke/Shell Groep; De heer dr. A.H.G. Rinnooy Kan, lid raad van bestuur ING Groep; De heer mr. drs. J.C. de Jager, algemeen directeur ISM BV; De heer ir. W. Jouwsma, technisch directeur Bronkhorst High-Tech BV; Mevrouw ir. M.E. van Lier Lels, directeur operationele bedrijfsvoering Schiphol Groep; De heer prof. dr. D.D. Breimer, rector magnificus Universiteit Leiden;
22
De heer prof. dr. F.A. van Vught, rector magnificus, voorzitter college van bestuur Universiteit Twente; De heer prof. dr. P. Nijkamp, voorzitter NWO; De heer prof. dr. F. Leijnse, voorzitter HBO-Raad; Mevrouw prof. dr. ir. I.M.C.M. Rietjens, hoogleraar Wageningen Universiteit; Mevrouw prof. ir. M.P.C. Weijnen, hoogleraar TU Delft; De heer dr. H.H.F. Wijffels, voorzitter SER; De heer J.F. Sistermans, voorzitter AWT; De heer drs. F. Nauta, voorzitter stichting Nederland Kennisland (secretaris-lid). De minister-president zal het platform op 5 september 2003 installeren. Tijdens deze bijeenkomst zal onder meer worden vastgesteld welke knelpunten met voorrang aan de orde dienen te komen. RVD, 22.08.2003 Minister President J. P. Balkenende heeft kort na de moord op Pim Fortuyn dit innovatieplatform opgericht met de kennis van de inhoud van mijn brief d.d. 3 mei 2002 aan Pim Fortuyn met daarin letterlijk de volgende inhoud: Aantekenen
met ontvangstbevestiging
Aan: P. Fortuyn, G.W. Burgerplein 11, 3021 AT Rotterdam. Sint Oedenrode, 3 mei 2002. Ons kenmerk: PF/03052/br. Geachte heer Fortuyn, Zeer geschokt ben ik over de wijze waarop Wim Kok, Frits Bolkesteijn, persoonlijk beschuldigen. U spreekt namelijk de waarheid.
de PvdA, etc, u
Wim Kok (PvdA), Jan Pronk (PvdA), A. Kosto (PvdA), Tjeenk Willink (PvdA), etc. hebben met de hulp van dit paarse kabinet de gehele politiek, de gehele rechterlijke macht en het gehele O.M. corrupt gemaakt en ons gehele land vergiftigd met uiterst giftige kankerverwekkende stoffen. Dit alles met misbruik van grote bedragen aan gemeenschapsgeld (subsidie) onder de dekmantels als ecologisch, milieuvriendelijk, biomassa, groene stroom, duurzaam, CO2reductie, komo-keur, milieubeton, secundaire brandstof, hergebruik, Rio de Janeiro protocol en Kyoto-protocol. Dit alles heeft zich in gang gezet vanuit kabinet Lubbers 111, waarin Wim Kok minister van Financien was, en Jan Pronk minister van Ontwikkelings-samenwerking. Het zijn juist zij, de PvdA, maar ook de gesettelde CDA in Brabant en Limburg, die een groot gevaar vormen voor onze maatschappij en het leefbaar houden van ons land. De volgende bijgevoegde stukken maken dat volstrekt duidelijk: VII. Mijn brief van 22 april 2002, kenmerk VROM/22042/vz, aan de minister van VROM, J.P. Pronk (PvdA). VIII. Mijn wrakingsverzoek d.d. 28 januari 2002, kenmerk: Bes/28012/wra, van A. Kosto aan de Raad van State (PvdA). IX. Mijn brief d.d. 13 apri12001, kenmerk: TEKl13041/vz, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer mw. J. van Nieuwenhoven, en haar antwoord daarop (PvdA). X. Mijn klacht d.d. 24 februari 2002 aan de Nationale Ombudsman over Wim Kok (Pv/dA) en de reactie daarop van die Nationale Ombudsman. XI. Mijn brief/persbericht d.d. 2 mei 2002 aan milieuwethouder E.H.G.J.M. Huijbregts van Sint Oedenrode (Oorzaak PvdA en CDA). XII. Mijn aangifte van 10 april 2002 van het plegen van valsheid in geschrifte van de staatsraden R. Cleton, dr. J.C.K.W. Bartel, mr. R.J. Hoekstra en mr. P. van Dijk, incl. krantenartikelen. (Oorzaak Tjeenk Willink PvdA en voorheen Scholten CDA).
23
Ik wil u vragen deze stukken met bijlagen goed te bekijken. Hierbij geef ik u toestemming om alle stukken te gebruiken in uw strijd tegen de huidige criminele gesettelde politieke macht, polderdictatuur genaamd. Op mijn kennis en ervaring hierover kunt u rekenen, in geval u dat wenselijk acht. Gaarne ontvang ik uw reactie, Met vriendelijke groeten, Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor deze, Ing. A.M.L. van Rooij, directeur. C.c. Rene van den Oord (met dank aan hem). Hij heeft op deze wijze de heer ir. G.J. KleisterleeJ. president Koninklijke Philips Electronics NV, voor deelname aan dit Innovatie Pplatform weten te strikken, met de wetenschap dat ik binnen Philips werkzaam ben als safety manager bij het bedrijfsonderdeel Philips Medical Systems Nederland B.v. Het met misbruik van grote bedragen aan gemeenschapsgeld "chemische genocide" plegen onder de dekmantels als ecologisch, milieuvriendelijk, biomassa, groene stroom, duurzaam, CO2-reductie, komo-keur, milieubeton, secundaire brandstof, hergebruik, Rio de Janeiro protocol en Kyoto-protocol, wordt onder uw leiding als Minister-President, met misbuik van zeer grote bedragen Europese subsidie aan Nederland (als gevolg van valse opgave?), in hoge mate gestimuleerd. Via dit Innovatie Platform onder voorzitterschap van J.P. Balkenende laat de Nederlandse regering Philips Electronics NV met grote bedragen subsidie daarvan meeprofiteren, ook al is de aan Philips Electronics NV verstrekte subsidie verdacht te noemen. Een voorbeeld daarvan kunt u lezen in het artikel "Philips investeert in Cnine" van 3 december 2004 op www.vrijspreker.nl Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: Philips investeert in China Door Hub Jongen (december 3, 2004@ 10.20 am) Topic: Economie Philips investeert een extra kwart miljard dollar in China. In eerste instantie is dat natuurlijk een zaak van Philips zelf, Die mag, libertarisch gezien, investeren waar ze maar willen. Maar toch zitten daar een paar vreemde elementen. Zo is er aan Philips subsidie verstrekt voor een aantal projecten. Nederlands belastinggeld. Dat Nederlands belastinggeld gaat dus naar China? Zouden alle belastingsbetalers het daar eens mee zijn? Ik ken er minstens een dat het dringender ergens anders besteed had kunnen worden. In feite had het helemaal niet ge"lndmogen worden. Of is Philips ondertussen al een Chinees bedrijf? Een ander punt is dat dit kwart miljoen gestoken wordt in onderzoek en ontwikkeling voor schermen voor mobiele telefoons. De hoogste Philips baas Kleisterlee, is lid van het Innovatie Platform, dat onder leiding van Jan Peter Balkenende, vorm moet geven aan de zo broodnodige innovatie in Nederland. Zou Kleisterlee zich nu laten leiden door Nederlandse of door Chinese belangen? Komt hij door die positie niet in een conflict of interest situatie? . Permalink: http://www.vrijspreker.nl/wp/2004/12/philips-investeert-in-chinal
24
De grondlegger van deze massale vergiftiging (genocide) is huidig kamerheer van de koningin mr. F.J.M. Houben. Deze mr. F.J.M. Houben heeft de volgende onderscheidingen in de wacht weten te slepen: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw 1991; Grootofficier in de Kroonorde van Belgie 1995; Honorary Professor University Nanjing China 1995; Brabants Landschapspenning 2003; Ereburger Noord-Brabant en ereburger 's-Hertogenbosch 2003; Naar mijn mening worden deze onderescheidingen van mr. F.J.M. Houben door de vele Koninklijke Nederlandse delegaties aan China gebruikt om met behulp van grote bedragen aan subsidie (Nederlands belastinggeld) onder de dekmantels van "duurzaamheid" en "Kyoto-protocol" ook geheel China te vergiftigen met o.a. vele miljoenen kilogrammen uiterst giftige kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). Dit verklaart ook de vanuit het Innovatie Platform gegeven subsidie aan Philips voor haar activiteiten in China. Dit verklaart ook waarom Philips mij als 100% geestesziek de laan heeft willen uitsturen. Het gezegde "voor wat hoort wat" is hierbij dan ook zeer nadrukkelijk van toepassing. AI op16 februari 1992 heb ik over deze "chemische genocide" vanuit de Nederlandse overheid een brief verstuurd aan de verantwoordelijk minister J.G.M Alders van VROM (zie achter tab 21). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen In betreffende brief heb ik aan voormalig minister Alders letterlijk het volgende geschreven: Sint Oedenrode, 16 februari 1992. Ing. A.M.L. van Rooij, 't Achterom 9a, 5491 XD Sint Oedenrode. Betreft: Mijn verzoek om toepassing van politiedwang d.d. 16 februari 1992 aan Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad van Sint Oedenrode, Aan: De Minister van VROM, de Heer Alders, Postbus 20951, 2500 E2 Den Haag. Excellentie. Bijgevoegd vindt U mijn verzoek om toepassing van politiedwang d.d. 16 februari 1992 aan Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad van Sint Oedenrode. Ik verzoek U kennis te nemen van de inhoud. Dit alles is het gevolg van het milieuvernietigende beleid wat door het Ministerie van VROM wordt gevoerd onder Uw verantwoordelijkheid. Ik verzoek U dan ook zo spoedig mogelijk een einde te maken aan betreffende grootschalige milieu-criminaliteit welke zich rondom het bedrijf van de Firma Van Aarle afspeelt en waarin de VROM een hoofdrol speelt: Ingeval U daartoe niet bereid bent dan verzoek ik U binnen 30 dagen antwoord te geven op mijn volgende vragen: Vraag 1 Waarom is het van groot politiek belang dat op het sterk verontreinigde bedrijventerrein van de Firma Van Aarle B.V. een groot impregneerbedrijf wordt opgericht?
25
Vraag 2 De Firma Van Aarle B.V. mag van de VROM een milieucategorie-5 bedrijf en zelfs SEVESO-bedrijf oprichten: o op sterk verontreinigde grond; o temidden van burgerwoningen (14 burgerwoningen opeen afstand van 0 tot 100 meter); o in het ecologische kerngebied van het Dommeldal. Hoe komt dit? Vraag 3 De Firma Van Aarle B.V. mag van de VROM continue door handelen in strijd met nagenoeg al zijn hinderwetvoorschriften. Hoe komt dit? Vraag 4. De Firma Van Aarle B.V. is een klein familiebedrijfje waar 2 broers en 2 zoons van die ene broer werkzaam zijn. Hiermee lever ik het bewijs dat het grote politieke belang welke achter deze zaak zit het gevolg is van zijn adviseurs de Heer Mouwen en de Heer Leegwater. De Heer Mouwen die al vele jaren zeer goede kontakten heeft met de VROM en de Heer Leegwater die als oud directeur van Van Swaaij Garantor B.V. weet dat de Minister van VROM verantwoordelijk is voor het storten van grote hoeveelheden sterk arseenhoudend chemisch afval van de BILLlTON via het gewolmaniseerde hout bij de niet gei"nformeerde burger in de tuin kunnen het Ministerie van VROM chanteren met schadeclaims ingeval de VROM optreedt tegen de Firma Van Aarle B.V, Klopt dit Ja/Nee? Zo ja, ga verder met vraag 9. Zo nee, ga verder met vraag 5. Vraag 5 Hoe is het mogelijk dat de Heer Mouwen rechtstreekse gesprekken kan voeren met de Directeur-generaal van de VROM voor de inhoud van de hinderwetvoorschriften welke bedoeld zijn voor de Firma Van Aarle B.V.? Vraag 6 Hoe is het mogelijk dat het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld (gemeenschapsgeld) verspilt aan het familiebedrijfje van de Firma Van Aarle B.V.? Vraag 7 Waarom heeft het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld welke ons kritische Dommeldal vernietigt?
over voor een bedrijfje
Vraag 8. Waarom heeft het Ministerie van VROM miljoenen milieugeld over voor het op grote schaal persen van chemisch afval van de BILLlTON (Superwolmanzout-Co) in hout om het vervolgens her en der diffuus te kunnen storten, want terugwinnen is niet meer mogelijk? Vraag 9 1 m3 gewolmaniseerd hout wat niet wordt verbrand geeft gemiddeld een milieubelasting van 40 ton zand tot chemisch afval. 1 m3 gewolmaniseerd hout wat wel wordt verbrand geeft gemiddeld een milieubelasting van 80 ton zand tot chemisch afval. Dit betekent dat door het persen van chemisch afval van de BILLlTON in hout ons milieu in Nederland op korte termijn zal worden vernietigd. Waarom besteedt U aan deze grootschalige milieuvernietiging ons milieugeld (gemeenschapsgeld)? Vraag 10. Onder Uw verantwoordelijkheid houdt U de burgers die voor U het milieugeld opbrengen van de domme. U Iicht hen niet eerlijk in over de gevaarsaspecten schadegevolgen van gewolmaniseerd hout. Waarom doet U dit?
moeten en
26
Vraag 11. Betreffend gewolmaniseerd hout kan zoveel arseenzuur en chroomtrioxide bevatten dat het 100 x de WCA-grens te boven gaat. Betreffend arseen en chroom regent er in grote hoeveelheden uit. Arseenzuur en chroomtrioxide zijn sterk kankerverwekkend. - U weet dat betreffend hout wordt gebruikt voor:
• •
tuinschuttingen, waartegen bramen, druiven, frambozen e.d. worden geplant. kinderzandbakken kinderzwembadjes champignonbakken tuintafels etc., etc.
U weet dat betreffend hout overal wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd beschermende maatregelen. U weet dat betreffend
•
houtmot vermengd met ander houtmot wordt gebruikt voor:
palingrokerijen worstrokerijen onder de varkens, koeien e.d. en vervolgens als mest op het land komt.
U weet dat betreffend gewolmaniseerd opgestookt • •
etc. zonder
hout, wat vaak niet meer te herkennen is, wordt
op brandstapels in open haarden in houtkachels en dat betreffend extreem giftig as gewoon met het blik wordt opgeschept zonder beschermende maatregelen om het vervolgens als humus voor de groentetuin te gebruiken.
U weet dat al het arseenzuur en alle chroomtrioxide welke in het gewolmaniseerde hout wordt geperst op den duur in het grondwater terecht komt. Dit omdat het zware metaalzouten betreffen. Om die reden zijn betreffende arseenzouten en chroomzouten erg mobiel en zal ons toekomstig drinkwater daarmee worden vergiftigd. Aan dit alles kunt u een einde maken. Doet u dit Ja/Nee? Zo ja, Dan zal Nederland U dankbaar zijn? Zo Nee, ga verder met vraag 12. Vraag 12. Bent u bereid het gehele Nederlandse Volk via TV. en Radio en landelijke kranten eerlijk voor te lichten over de gevaars- en schade-aspecten van gewolmaniseerd hout Ja/Nee? Zo ja, Dan zal Nederland u dankbaar zijn? Zo nee, Dan ben ik blij dat u dit alles op uw geweten heeft en niet ik. Gezien de ernst van dit alles verzoek ik U onmiddellijk in te grijpen of voor 20 maart 1992 mijn bovengenoemd 12-tal vragen te beantwoorden. Hoogachtend, A.M.L. van Rooij, Bijlage: Mijn schrijven van 16 februari 1992 aan B&W en de Raad der Gemeente Sint Oedenrode (10 pagina's)
27
Deze brief d.d. 16 februari 1992 werd door voorrnaliq minister J.G.M. Alders van VROM bij brief van 12 maart 1992 (kenmerk: SBM/26292002) beantwoord (zie achter tab 22). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In deze brief word ik door minister Alders definitief afgepoeierd, en wel in de volgende bewoordingen: "Geachte heer van Rooij, U toont al jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter milieu. U legt echter een zeer groot tijdsbeslag op mijn medewerkers. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. U noopt mij daarom u mee te delen dat uw brieven voortaan voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Hoogachtend, de Minister van VROM." Een paar jaar later ben ik toevallig aan een brief gekomen die voormalig minister J.G.M. Alders van VROM hierover achter mijn rug om zonder mij daarvan in kennis te hebben gesteld aan de Tweede Kamer heeft verstuurd. Betreffende brief d.d. 31 maart 1992 (kenmerk: SBM/27392009) van minister J.G.M. Alders van VROM aan de voorzitter van de vaste Commissie van Milieubeheer Tweede Kamer der Staten-Generaal vindt u bijgevoegd (zie achter tab 23) Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In deze brief heeft minister J.G.M. Alders van VROM achter mijn rug om aan de leden van de vaste Commissie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over mij letterlijk het volgende geschreven:
Datum: 31 maart 1992 Kenmerk:
SBM/27392009
Onderwerp: Brief van de heer Van Rooij te Sint Oedenrode Geachte voorzitter, Naar aanleiding van de brief, die de heer Van Rooij te Sint Oedenrode u op 25 februari 1992 stuurde en die u naar mij doorstuurde met het verzoek om een reactie, deel ik u het volgende mede. De heer Van Rooij woont naast het houtimpregneerbedrijf Van Aarle b.v. De heer Van Rooij maakt zich al geruime tijd erg bezorgd over de door de firma Van Aarle gebruikte houtverduurzamingsmiddelen. De werkwijze van het bedrijf en de consequenties van dit alles voor mens en milieu. Zijn zorg brengt hij tot uitdrukking door mij bij voortduring uitgebreide brieven, begeleid met talloze kopieen, te schrijven, waarin hij talrijke vragen over deze en aanverwante materie stelt. Brieven van gelijke inhoud of strekking stuurt de heer Van Rooij ook naar collega-ministers, de hoofdinspecteur voor de milleuhyqlene, de regionaal inspecteur milieuhygiene in Noord Brabant, de Nationale Ombudsman, de Raad van State en vele anderen. Om u een indruk te geven volgt in de bijlage een - niet uitputtend - overzicht van de correspondentie aan VROMIDGM en overige instanties. Ik waardeer het in hoge mate als burgers een grote betrokkenheid vertonen bij milieuproblemen waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd. De wijze waarop de heer Van Rooij zijn betrokkenheid uit, legt echter zeer groot tijdbeslag op medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de hoofdinspectie Milieuhygiene en de regionale Inspectie Milieuhygiene te Noord Brabant. Ik ben van mening dat dit tijdbeslag, veroorzaakt door een burger, een thans niet meer te beantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit des te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat zijn brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de heer Van Rooij niet het antwoord
dat de klachten worden ingegeven krijgt dat hij graag wil hebben.
door het feit
28
Dit heeft mij ertoe gebracht een beslissing te nemen omtrent de behandeling van de brieven van de heer Van Rooij. Deze beslissing houdt in, dat zijn brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Naar aanleiding van een brief, die de heer van Rooij op 16 februari j.1. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart j.1. een brief van de hierboven genoemde strekking gestuurd, Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd. Overigens heb ik ook de Nationale Ombudsman, de heer mr. drs. M. Oosting, mijn beslissing meegedeeld. Inmiddels ontving ik verzoeken van het Kabinet der Koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, aan wie de heer Van Rooij zijn brief d.d. 25 februari 1992 onder meer ook heeft gestuurd, tot behandeling van deze brief. Zowel de directeur van het Kabinet der Koningin. De heer drs. F.E.R. Rhodius, als de minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn besluit op de hoogte gebracht. Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer J.G.M. Alders Bijlagen: 1. overzicht correspondentie van de heer Van Rooij (februari 1992) 2. brief aab de heer van Rooij d.d. 12 maart 1992 Minister J.G.M. Alders van VROM schrijft in zijn brief d.d. 31 maart 1992 (kenmerk: SBM/27392009) aan de voorzitter van de vaste Commissie van Milieubeheer Tweede Kamer der Staten-Generaal letterlijk het volgende: "Naar aanleiding van een brief, die de heer van Rooij op 16 februari j.1. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart j.1. een brief van de hierboven genoemde strekking gestuurd. Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd." Minister J.G.M. Alders van VROM heeft daarbij enkel een kopie bijgevoegd van zijn brief d.d. 12 maart 1992 aan mij maar niet van mijn onderliggende brief van 16 februari 1992 aan hem. Die heeft hij opzettelijk voor alle leden van de vaste Commissie van Milieubeheer Tweede Kamer der StatenGeneraal achtergehouden. Ook heeft hij aan mij van zijn brief d.d. 31 maart 1992 geen kopie verstuurd, zodat ik de vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal daarover niet heb kunnen informeren. Een totale vergiftiging van geheel Nederland, en vanuit Nederland van grote delen van Europa en de rest van de wereld, met de meest kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI) en de miljoenen toekomstige kankerdoden is daar het gevolg van. Daarvoor is voormalig minister J.G.M. Alders van VROM persoonlijk hoofdelijk verantwoordelijk en aansprakelijk. Dit mag nooit naar buiten komen. Dit moet kost wat kost in de doofpot blijven anders zal de Staat der Nederlanden met vele honderden miljarden euro's aan schadeclaims worden geconfronteerd. Dat kan niet dat mag niet. Van Rooij moet derhalve, zonder direct te worden vermoord, op alle mogelijke manieren van zijn eigendommen en geld worden beroofd, waarna hij tevens monddood is. Dit heeft geleid tot meerdere beslagleggingen op mijn eigendommen en bankrekeningen en maar liefst 15 jaar lang voortdurende corruptie en dwangsommen vanuit de gemeente Sint Oedenrode van een zodanige omvang die zijn weerga niet kent. Toen ook dat is mislukt werd het mij de laatste twee jaar door mijn directe leidinggevende J. Oerlemans en mijn hogere leidinggevende R. Fonville (tevens bestuurder van PMSN-Best) binnen Philips Medical Systems Nederland B.v. heel erg moeilijk is gemaakt, hetgeen ik overigens ook nog heb kunnen doorstaan. Dit alles heb ik Philips President G. Kleisterlee in mijn 6-tal eerdere klachten feitelijk helder kenbaar gemaakt, maar die worden voor hem steeds structureel achtergehouden. Daarmee heb ik aangetoond dat de gehele Koninklijke Royal Philips Electronics als gevolg van verkregen subsidiegelden voortkomend uit o.a. het Innovatie Platform onder voorzitterschap van minister president J. P. Balkenende bestuurlijk volledig in de wurggreep is van de hierboven beschreven vanuit de Nederlandse politiek georganiseerde en gecobrdineerde vergiftigingsmisdaad die op termijn vele miljoenen gifslachtoffers zal veroorzaken en al heeft veroorzaakt.
29
Bovengenoemde leden van het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving (BLOM), alle leden van het kabinet, ministerraad, Tweede kamer en Eerste kamer, het gehele Openbaar Ministerie, alle Nederlandse VROM-inspecties, alle Nederlandse provinciale overheden, alle Nederlandse gemeentelijke overheden, alle Nederlandse waterschappen en alle betrokken bedrijven zoals Shell en Hickson Garantor Nederland B.V. (thans: Arch Timber Protection B.v.), houtimpregneerbedrijven waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle B.v. te Sint Oedenrode, kolengestookte elektriciteitscentrales en overige groene stroom centrales die biomassa uit bouw- en sloopafval bijstoken, de spaanplaatindustrie die bouw- en sloopafval verwerken in de spaanplaat, Philips, etc, maken zich op grond van bovengenoemde feiten zeer nadrukkelijk schuldig aan genocide op wereldschaal, waarop levenslang gevangenisstraf staat, waarvan de strafbaarheidstelling nooit verjaard en waarvan ik en mijn gezin al maar liefst 21 jaar lang het slachtoffer zijn. Voor deze genocide op wereldschaal is de bestraffing van genocide krachtens het Internationaal Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide van 9 december 1948 van toepassing. Dit verdrag werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen in Parijs op 9 december 1948. Momenteel zijn meer dan 100 staten partij bij het verdrag, dat op internationaal niveau in werking trad op 12 januari 1951. In betreffend Internationaal Verdrag staat daarover letterlijk het volgende geschrevenen: Verdrag inzake de Voorkoming en de Bestraffing van Genocide Adopted by Resolution 260 (111) A of the U.N. General Assembly on 9 December 1948. Entry into force: 12 January 1951. Nederlandse vertaling, Tractatenblad 1960,32, gewijzigd bij Tractatenblad 1966,179. List of parties to the Convention (UN Treaty database), Nations that are NOT party to the Convention; De Verdragsluitende
Partijen,
In overweging genomen hebbende de verklaring van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, nedergelegd in haar resolutie 96 (1) gedagtekend 11 December 1946, dat genocide een misdrijf is krachtens internationaal recht, in strijd met de geest en de doelstellingen van de Verenigde Naties en veroordeeld door de beschaafde wereld; Erkennende, dat te allen tijde genocide de mensheid grote verliezen heeft toegebracht; en Overtuigd, dat, teneinde de mensheid van deze afschuwelijke gesel te verlossen, internationale samenwerking noodzakelijk is; Komen hierbij als volgt overeen: Artikel 1: De Verdragsluitende Partijen stellen vast, dat genocide, ongeacht of het feit in vredes- dan wel in oorlogstijd wordt bedreven een misdrijf is krachtens internationaal recht, welk misdrijf zij op zich nemen te voorkomen en te bestraffen. Artikel 11: In dit Verdrag wordt onder genocide verstaan een van de volgende handelingen, gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep, behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodaniq te vernietigen: (a) het doden van leden van de groep; (b) het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep; (c) het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging; (d) het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen; (e) het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.
30
Artikel 111: Strafbaar zijn de volgende handelingen: (a) (b) (c) (d) (e)
genocide; samenspanning om genocide te plegen; rechtstreeks en openbaar aanzetten tot genocide; poging tot genocide; medeplichtigheid aan genocide.
ArtikellV: Zij, die genocide of een der andere in artikellll genoemde feiten plegen, worden gestraft, onverschillig of zij constitutioneel verantwoordelijke regeringspersonen, ambtenaren of prive, personen zijn. Artikel V: De Verdragsluitende Partijen verbinden zich om, overeenkomstig hun onderscheiden grondwetten, de wetten af te kondigen, welke nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van dit Verdrag, en, in het bijzonder, voor de vaststelling van doeltreffende straffen voorheil, die schuldig zijn aan genocide of enig ander in artikel 111 genoemd feit. Artikel VI: Zij, die worden beschuldigd van genocide of enig ander in artikellll genoemd feit, worden berecht door een daartoe bevoegde rechtbank van de Staat, binnen welks gebied het feit is gepleegd, of door een zodanige internationale strafrechter als daartoe bevoegd is ten aanzien van die Verdragsluitende Partijen, welke de rechtsmacht van deze rechter hebben aanvaard. Artikel VII: Met betrekking tot uitlevering worden genocide en de andere in artikel 111 genoemde feiten niet beschouwd als politieke misdrijven. De Verdragsluitende Partijen verbinden zich in die gevallen verzoeken om uitlevering in te willigen overeenkomstig hun wetten en de voor hen van kracht zijnde verdragen. Artikel VIII: Elke Verdragsluitende Partij kan een beroep doen op de bevoegde organen van de Verenigde Naties om krachtens het Handvest van de Verenigde Naties zodanige maatregelen te treffen, als zij passend achten ter voorkoming en onderdrukking van daden van genocide of van enig ander in artikel 111 genoemd feit. Artikel IX: Geschillen tussen de Verdragsluitende Partijen, de interpretatie, toepassing of tenuitvoerlegging van dit Verdrag betreffende, met inbegrip van de geschillen, welke betrekking hebben op de verantwoordelijkheid Van een Staat voor genocide of enig ander in artikellll genoemd feit, worden, op verzoek van een der bij het geschil betrokken partijen, voorgelegd aan het Internationale Gerechtshof. Artikel X: Dit Verdrag, waarvan de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn, draagt de dagtekening van 9 December 1948. Artikel XI: Dit Verdrag kan tot 31 December 1949 worden ondertekend door ieder Lid van de Verenigde Naties en door elke andere Staat, die, niet Lid van de Verenigde Naties zijnde, een uitnodiging tot ondertekening heeft ontvangen van de Algemene Vergadering. Dit Verdrag wordt bekrachtigd en de akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Na 1 Januari 1950 kunnen tot dit Verdrag toetreden elk Lid van de Verenigde Naties en elke Staat, die, niet Lid van de Verenigde Naties zijnde, een uitnodiging heeft ontvangen als bovenbedoeld.
31
De akten van toetreding Verenigde Naties.
worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal
van de
Artikel XII: Elke Verdragsluitende Partij kan te allen tijde door kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties de toepasselijkheid van dit Verdrag uitbreiden tot een of alle der gebieden, voor welker buitenlandse betrekkingen deze Verdragsluitende Partij verantwoordelijk is. Artikel XIII: Op de dag, waarop de eerste twintig akten van bekrachtiging of toetreding zijn nedergelegd, maakt de Secretaris-Generaal proces- verbaal op en doet een afschrift hiervan toekomen aan elk Lid van de Verenigde Naties en aan elk der Staten, niet-Leden, bedoeld in artikel XI. Dit Verdrag treedt in werking op de negentigste twintigste akte van bekrachtiging of toetreding bekrachtiging of toetreding, tot stand gekomen van kracht op de negentigste dag, volgende op bekrachtiging of toetreding.
dag na die, waarop de is nedergelegd. Elke na voornoemde datum, wordt de nederlegging van de akte van
Artikel XIV: Dit Verdrag blijft van kracht voor de tijd van tien jaren van de dag af, waarop het in werking is getreden. Het blijft daarna van kracht, telkens voor de tijd van vijf jaren, voor die Verdragsluitende Partijen. welke het niet ten minste zes maanden voor het verstrijken van de lopende termijn hebben opgezegd. Opzegging geschiedt door middel van een schriftelijke Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
kennisgeving
aan de
Artikel XV: Indien, tengevolge van opzeggingen, het aantal der bij dit Verdrag betrokken Partijen minder dan zestien mocht bedragen, houdt het Verdrag op van kracht te zijn van de dag af, waarop de laatste van deze opzeggingen van kracht wordt. Artikel XVI: Een verzoek tot herziening van dit Verdrag kan te allen tijde door elke Verdragsluitende Partij worden gedaan door middel van een schriftelijke kennisgeving, gericht aan de Secretaris-Generaal. De Algemene Vergadering beslist, of en zo ja, welke stappen zullen worden gedaan met betrekking tot een dergelijk verzoek. Artikel XVII: De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties stelt alle Leden van de Verenigde Naties en de Staten, niet-Leden, als bedoeld in artikel XI van het volgende in kennis: (a) ondertekeningen, bekrachtigingen en toetredingen, ontvangen overeenkomstig artikel XI; (b) kennisgevingen ontvangen overeenkomstig artikel XII; (c) de datum, waarop dit Verdrag in werking treedt overeenkomstig artikel XIII; (d) opleggingen, ontvangen overeenkomstig artikel XIV; (e) de beeindiqinq van dit Verdrag overeenkomstig artikel XV; f. kennisgevingen, ontvangen overeenkomstig artikel XVI. Artikel XVIII: Het origineel van dit Verdrag wordt nedergelegd in het archief van de Verenigde Naties. Een gewaarmerkt afschrift van het Verdrag wordt ter hand gesteld aan alle Leden van de Verenigde Naties en aan de Staten, niet-Leden, bedoeld in artikel XI.
32
Artikel XIX: Dit Verdrag wordt door de Secretaris-Generaal dag waarop het in werking treedt.
geregistreerd
op de
Voor veel mindere "chetnisctie genocide" is zakenman Frans van Anraat op 9 mei 2007, in de uitspraak met als Rolnummer: 22-000509-06, door het Gerechtshof 's-Gravenhage veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar. Nadrukkelijk verzoeken Op grond van bovengenoemde feiten richten wij aan u het nadrukkelijke verzoek om op onze volgende nadrukkelijke verzoeken binnen 48 uur na heden een positief besluit te nemen: 1. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit mijn 100% geestesziek verklaring door Philips bedrijfsarts H. Mol van Achmea Arbo binnen 48 uur na ontvangst van dit schrijven te vernietigen en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen; 2. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit minister dr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie op grond van de feiten zoals beschreven in dit verzoekschrift onmiddellijk uit zijn functie als minister van Justitie te ontslaan en ondergetekende dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; 3. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat mijn grondrechten, die de Nederlandse regering op grond van de valselijk opgemaakte brief d.d. 31 maart 1992 van voormalig minister J.G.M. Alders aan de Vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal maar liefst ruim 16 jaar lang heeft afgenomen, onmiddellijk moeten worden terugverkregen en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; 4. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat het verspreiden van levensgevaarlijk gif via houtimpregneerbedrijven, de spaanplaatindustrie en de kolengestookte elektriciteitscentrales (groene stroom) onmiddellijk moet worden gestopt en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; 5. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat de tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet, die geen rekening houdt met de afvalfase van het bestrijdingsmiddel, onmiddellijk wordt gerepareerd en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; 6. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat naar de zware georganiseerde milieucriminaliteit, zoals hieronder beschreven en feitelijk is bewezen, een parlementaire enquete zal worden gestart en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; 7. Nadrukkelijk verzoek om bij ministerieel besluit te beslissen dat de Staat der Nederlanden alle bij mij en mijn gezin aangerichte schade, zoals hieronder beschreven en feitelijk bewezen, zal vergoeden en mij dat binnen 48 uur na heden schriftelijk te bevestigen; Behoudens een positief besluit van de ministerraad onder uw voorzitterschap op bovengenoemd 7-tal nadrukkelijke verzoeken, binnen 48 uur na ontvangst van dit verzoekschrift, rest mij geen andere keuze meer dan alle bovengenoemde betrokken personen, bedrijven, instanties en overige rechtspersonen op grond van het Internationaal Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide van 9 december 1948 aan te klagen voor een gerecht in het buitenland die dat Verdrag mede heeft ondertekend, hetgeen ook zal gebeuren. Ter onderbouwing van die aanklacht in het buitenland zal een afschrift van dit verzoekschrift aan u en van mijn onderliggende brief d.d. 17 juli 2008 (met 35-tabs aan bijlagen) aan Philips President G. Kleisterlee worden overlegd. Een kopie van dit verzoekschrift heb ik verstuurd aan mijn raadsman F. Rondeel (OR-lid), medewerker bij Philips Medical Systems Nederland BV Tevens heb ik een kopie van deze brief verstuurd aan Ine Veen omdat dit voor haar een bevestiging is dat zij met haar nieuwe boek met als titel "Alarm u wordt vergiftigd" met als onder1itel: zal de wereld ten onder gaan aan gif, milieu en bedrog, ' volledig in de roos heeft geschoten. In afwachting op een positief besluit van de ministerraad op bovengenoemd verzoeken binnen 48 uur na ontvangst van deze brief teken ik;
7-tal nadrukkelijke
33
Hoogachtend Ing. A.M.L van Rooij Safety manager PMSN-Best Bijlage: Dit schrijven bevat mijn onderliggende brief d.d. 17 juli 2008 (met 35-tabs aan bijlagen) aan Philips President G. Kleisterlee (344 pagina's.)
2e Nadere motivering hoger beroepsgrond. In ons hoger beroepschrift d.d. 2 september 2010 hebben wij aan uw college, onder voorzitterschap van mr. J.E.M. Polak, letterlijk het volgende geschreven en verzocht: "Vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgifi, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord en mijn 100 % arbeidsongeschikt zijn door toedoen van Philips Medical Sytems Nederland B. V. in samenspanning met huidig minister J.P.H. Donner (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voormalig staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zijn wij niet in de gelegenheid geweest om dit hoger beroepschrift nu al nader te motiveren. Wij verzoeken u ondergetekende een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd. " Aan ons hierboven genoemd feitelijk onderbouwd verzoek om mij (A.M.L. van Rooij) een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd reageert u gewoonweg niet. Ook op de mededeling "vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgie, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord" reageert u gewoonweg niet. Ondanks deze wetenschap geeft u aan uw behandelend ambtenaar E.M. Werner de opdracht om aan mij letterlijk het volgende bericht te laten uitgaan: De Afdeling ontvangen.
heeft op 2 september
2010 uw hoger beroepschrift
van 2 september
2010
Fomaliteiten Bij het indienen van een hoger beroepschrift moet een aantal formaliteiten in acht worden genomen. In dat verband wordt u op het volgende gewezen: het hoger beroepschrift bevat geen gronden. U dient de gronden van het hoger beroepschrift alsnog aan te voeren. Namens de voorzitter van de Afdeling deel ik u mee dat u tot en met 5 oktober 2010 de gelegenheid heeft om alsnog aan de voormelde formaliteit(en) te voldoen. Maakt u van deze gelegenheid geen gebruik, dan moet u er rekening mee houden dat uw hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaart, e
De "2 reden" waarom u daarop niet reageert kunt u lezen in bijgevoegde ingelaste brief d.d. 12 september 2010 van Van Rooij Holding B.V. aan directeur B. van Meurs van Philips Medical Sytems Nederland B.V. die daarop weigert te reageren. Dit met het vooropgezette doel A.M.L. van Rooij ten dienste van de hierboven beschreven criminele organisatie verenigd via het BLOM voor de rest van zijn leven 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) te houden en bij A.M.L. van Rooij, Van Rooij Holding HV. en het Ecologisch Kennis Centrum B.v. en Camping en Pensionstal 'Dommeldal' alle inkomsten en eigendommen af te nemen. In deze brief van Van Rooij Holding B.v. aan directeur B. van Meurs van Philips Medical Sytems Nederland B.v. staat letterlijk het volgende geschreven:
34
Van: A,M,L Van Rooij <
[email protected]> Datum: 12 september 2010 14:31 Onderwerp: Van Rooij Holding B.v.: Nadrukkelijk verzoek om de vragen "a Um nn" v66r uiterlijk 15 september 2010 te beantwoorden. Aan:
[email protected]
Van Rooij Holding B.V. Van: Van Rooij Holding B.v. Namens deze, A.M.L. van Rooij 't Achterom 9a, 5491 XD Sint-Oedenrode Gevlucht naar Belgie en daar politiek asiel aangevraagd om door toedoen van Philips niet te worden gedood. e-mail:
[email protected]
Aan: Dhr. B. van Meurs Senior Vice President at Philips Healthcare e-mail:
[email protected] Veenpluis 4-6 5684 PC Best Datum: 11 september2010
Zeer geachte heer Van Meurs, U hebt de heer R. Fonville opgevolgd als directeur van Philips Medical Sytems Nederland B.v. en bent daarmee tevens de hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij, parttime werkzaam als safety manager voor de plant Best. Bij brief d.d. 19 juli 2010 ontving A.M.L. van Rooij op verzoek van Van Rooij Holding B.v. (de werkgever van A.M.L. van Rooij) zijn volledige personeelsdossier van Remco Lucassen, HR-Manager Philips Healthcare Netherlands. Met de hulp van het DNV ontving A.M.L. van Rooij op verzoek van van Rooij Holding B.v. (de werkgever van A.M.L. van Rooij) bij aangetekende brief d.d. 11 augustus 2010 van P.A van Vliet, juridisch adviseur van Achmea Vitale, het bericht dat Philips bedrijfsarts H. Mol bij brief d.d. 29 november 2007 het volledige medische dossier aan ondergetekende heeft toegestuurd. Betreffende brief d.d. 11 augustus 2010 van Achmea Vitale vindt u bijgevoegd (zie bijlage 1). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en tevens aan u gericht als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij. Uit de inhoud van het bij brief d.d. 29 november 2007 toegestuurde medische dossier kan worden opgemaakt dat de aantekeningen in het medische dossier van A.M.L. van Rooij beginnen op 19-10-1981 en eindigen op 02-06-1995, dat er tussen 02-06-1995 en 05-11-2007 (12 jaar lang) niets in het medische dossier zit en dat vanaf 05-11-2007 en 12-11-2007 er weer aantekeningen in het medische dossier ziUen. Bij brief d.d. 11 augustus 2010 heeft Achmea Vitale beslist dat dit het volledige medische dossier van A.M.L. van Rooij is. Verder schrijft P.A van Vliet, juridisch adviseur van Achmea Vitale, in de brief d.d. 11 augustus 2010 letterlijk het volgende:
35
Op 18 en 28 december 2009 verzocht u de bedrijfsarts het volgende: "daarom verzoek ik u een kopie van mijn medische dossierstukken vanaf 1995 tot 4 oktober 2007 zo spoedig mogelijk te laten toekomen." De bedrijfsarts heeft daaraan voldaan per brief d.d. 6 januari 2010. Met deze bij brief d.d. 6 januari 2010 toegezonden stukken is feitelijk bewezen dat bij brief d.d. 29 november 2007 niet het volledige medisch dossier was toegestuurd. Deze door bedrijfsarts H. Mol bij brief d.d. 6 januari 2010 toegezonden medische dossier gedeelte loopt vanaf 1-feb-1995 tot 5-okt-2007 en betreft onmiskenbaar een valselijk opgemaakt stuk, hetgeen bewijsbaar is met de volgende feiten: 1. de laatste aantekeningen in bij brief d.d. 29 november 2007 toegezonden medische dossier dateren van 29-3-1993 en 02-6-1995. Het kan om die reden nooit zo zijn dat in het bij brief d.d. 6 januari 2010 toegestuurde medische dossier gedeelte vanaf 1995 tot 4 oktober 2010 aantekeningen voorkomen van v66r 02-6-1995, te weten: 1-feb-1995, 3-mei-1995, 12-mei1995. Dat verklaart tevens waarom er geen naam van een bedrijfsarts of rapporteur staat bijgesch reven; 2. de aantekeningen van 12-jun-1995 en 21-juni-1995 zijn ook niet voorzien van een naam van een bedrijfsarts of rapporteur en zijn eveneens valselijk opgemaakt. 3. tussen 21-juni-1995 en 15-maart-2001 zitten er geen aantekeningen in het medische dossier van A.M.L. van Rooij. Dat is onmogelijk. A.M.L. van Rooij is gedurende die tijd meerdere malen ziek geweest. Ook is hij toen meerdere malen bij voormalige bedrijfsarts Mia 801 en Els Ament in consult geweest. Er moeten dus aantekeningen van de voormalige Philips bedrijfsartsen Mia 801 en Els Ament in het medische dossier zitten en die zitten er niet in. Dit kan worden nagevraagd bij de voormalige Philips bedrijfsartsen Mia 801 en Els Ament. 4. tussen 6-feb-2002 en 5-okt-2007 zijn er geen aantekeningen in het medische dossier van A.M.L van Rooij. Dat is onmogelijk. A.M.L. van Rooij is gedurende die tijd meerdere malen (voor korte tijd) ziek geweest. Hij heeft ook in die tijd hierover voormalige bedrijfsartsen Els Ament en Jan Boer in consult gesproken. Er moeten dus aantekeningen van de voormalige Philips bedrijfsartsen Els Ament en Jan Boer in het medische dossier zitten en die zitten er niet in. Dit kan worden nagevraagd bij de voormalige Philips bedrijfsartsen Els Ament en Jan Boer. 5. op donderdag 25-okt-2007 staat in het medische dossier van A.M.L. van Rooij "ln het kader van een verzuim: subjectiei: niet verschenen geen bericht". Zowel Philips Medical 8ystems Nederland B.v. (hierna: Philips) als wel bedrijfsarts H. Mol zijn zeer goed op de hoogte van mijn arbeidsovereenkomst met Philips waarin staat geschreven dat A.M.L. van Rooij op dinsdag en donderdag werkzaam is voor werkgever Van Rooij Holding B.v. Voor bewijs lees bijgevoegde met Philips op 6 maart 1998 afgesloten arbeidsovereenkomst (Iees hier). Voor Van Rooij Holding B.v. staat vast dat Philips AM.L. van Rooij bewust op die donderdag heeft laten oproepen voor consult bij hun bedrijfsarts H. Mol om op die wijze ook Van Rooij Holding B.V. (werkgever op dinsdag en donderdag) en het Ecologisch kennis Centrum B.v. uit te schakelen. Dit is zeer ernstig te noemen. Vanaf 12-nov-2007 tot op heden (11-sep-201 0) staat er geheel niets meer in het medische dossier van A.M.L. van Rooij. Daarmee heeft Van Rooij Holding B.V. het keiharde wettelijke bewijs dat Philips aan haar wettelijk opgelegde re"lntegratieverplichtingen jegens A.M.L. van Rooij geen uitvoering heeft gegeven. Daarmee is tevens feitelijk bewezen dat Philips ook haar wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de Wet Verbetering Poortwachter niet is nagekomen. Hiervoor bent u (opvolger van R. Fonville) als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. Voor wat betreft het toegestuurde personeelsdossier met voorbrief d.d. 19 juli 2010 van Remco Lucassen, HR-Manager Philips Healthcare Netherlands, aan A.M.L. van Rooij, zal ondergetekende zich vooralsnog beperken tot enkele essentiele punten met daaraan gekoppelde vragen. 1e essentiEile punt met daaraan verbonden vragen. In de voorbrief d.d. 19 juli 2010 schrijft Remco Lucassen namens Philips letterlijk het volgende: Uit jouw e-mail aan mij van 15 juli 2010 blijkt dat jij je niet aan jouw geheimhoudingsverplichtingen jegens Philips hebt gehouden door een vertrouwelijk
36
Philips document, in het bijzonder het "Verdiepingsrapport" van 10 maart 2007, via het internet openbaar te maken. Ik verzoek, en voor zover nodig, sommeer jou om uiterlijk 22 juli 2010 dit rapport en eventuele andere vertrouwelijke documenten van Philips van het internet te verwijderen, zoals op de door jou opgegeven site als op enige andere site. Met dit bericht voelt ondergetekende zich door Philips zeer ernstig bedreigd, hetgeen nog eens bovenop alles komt wat Philips A.M.L. van Rooij tot op heden heeft aangedaan. U (opvolger van & Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij daarvoor volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. Onze vragen aan u zijn dan ook: a) Is deze voorbrief d.d. 19 juli 2010 bij u bekend: ja of nee? b) Heeft deze voorbrief d.d. 19 juli 2010 uw goedkeuring gehad: ja of nee? e
2 essentitHe punt met daaraan verbonden vragen Bijgevoegd vindt u de brief d.d. 7 mei 2008 van Anja Trienekens van Randstad aan L. Oostendorp Philips HRM (zie bijlage 2). Daarin staat ondermeer letterlijk het volgende: Bovengemelde medewerker (A.M.L. van Rooij) is inmiddels 5 maanden arbeidsongeschikt. Ter ondersteuning van de bedrijfsonderdelen bij de begeleiding van langdurig zieken, zijn centraal, door de Sociaal-Economische Afdeling, twee arbeidsdeskundigen op detacheringsbasis ingehuurd (Berry Brekelmans en Rene de Vooght). Doel van de inzet van arbeidsdeskundigen is om de duur van arbeidsongeschiktheid te beperken en om instroom in de WIA te voorkomen/beperken. Etc, etc. De arbeidsdeskundigen doen dit door, afhankelijk van de situatie, op de locatie overleg te plegen met de verantwoordelijke voor de poortwachterbegeleiding (leidinggevende of HR manager), de bedrijfsarts en de zieke medewerker. Het bedrijfsonderdeel blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de re'lntegratieverplichtingen. De kosten van de advisering door de arbeidsdeskundige worden centraal genomen. De bedrijfsartsen zijn op de hoogte van de inschakeling van arbeidsdeskundigen. De inschakeling van arbeidsdeskundigen is afgestemd met de centrale ondernemingsraad. Binnenkort zal een van de arbeidsdeskundigen contact opnemen om het adviestraject te starten. Na afloop van het adviestraject wordt gevraagd om een evaluatie/eindbeoordeling in te vullen. Contactgegevens van de arbeidsdeskundigen. Berry Brekelmans, etc Rene de Vooght Beiden zijn geregistreerde
en gecertificeerde arbeidsdeskundigen.
Voor vragen over de ondersteuning door de arbeidsdeskundigen kunt u contact opnemen met Hans Schelbergen van de Sociaal-Economische Afdeling, telefoon 0402782916. Op 21 juli 2010 is ondergetekende voor het eerst in het bezit gekomen van deze brief. Deze brief heeft Philips voor ondergetekende A.M.L. van Rooij en voor kantonrechter R.R.M. de Moor in de zaak (nummer: 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden. Naar aanleiding daarvan hebben wij aan u de volgende vragen. Hoe heeft het kunnen gebeuren: dat de zieke medewerker A.M.L. van Rooij op 7 mei 2008 daarvan niet in kennis is gesteld, dat Philips bedrijfsarts H. Mol daarvan niet in kennis is gesteld, dat Philips leidingevende J. Oerlemans (opvolger is J. Alfrink) m.b.t. tot haar zieke medewerker A.M.L. van Rooij nooit iets aan re'lntegratie heeft gedaan,
37
dat de aangestelde arbeidskundigen Berry Brekelmans en/of Rene de Vooght daarover nooit kontakt hebben opgenomen met haar zieke medewerker A.M.L. van Rooij, dat de aangestelde arbeidskundigen Berry Brekelmans en/of Rene de Vooght nooit het voorgeschreven adviestraject hebben gestart, dat na afloop van het adviestraject nooit is gevraagd om een evaluatie/eindbeoordeling in te vullen. Deze brief d.d. 7 mei 2008 is tot stand gekomen na afstemming met de centrale ondernemingsraad. Dat betekent dat OR-lid F. Rondeel daarvan kennis moet hebben gehad. Onze vragen aan u zijn dan ook: c) Waarom hebben Jan Oerlemans en zijn opvolger Jaap Alfrink als directe leidinggevenden hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld? d) Waarom hebben Patrick Wertelaers en zijn opvolger Remco Lucassen (HRM) hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld? e) Waarom hebben Jan Oerlemans, Jaap Alfrink, Patrick Wertelaers en Remco Lucassen bedrijfsarts H. Mol daarvan nooit in kennis gesteld? f) Waarom hebben Roel Fonville en Bert van Meurs als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld? g) Waarom hebben Jan Oerlemans, Patrick Wertelaers en advocaat mr. A.A.B. Gaalman (AKD Prinsen.Van Wijmen advocaten), namens Philips Medical Systems Nederland BV, deze brief d.d. 7 mei 2008 voor kantonrechter R.R.M. de Moor in de zaak (nummer: 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden? h) Waarom hebben de aangestelde arbeidskundigen Berry Brekelmans en/of Rene de Vooght hierover bij A.M.L. van Rooij nooit kontakt opgenomen? i) Waarom zijn de aangestelde arbeidskundigen Berry Brekelmans en/of Rene de Vooght nooit begonnen met het adviestraject en waarom is er nooit een evaluatie/eindbeoordeling opgesteld? j) Waarom heeft F. Rondeel (vanuit de OR) ondergetekende A.M.L. van Rooij daarvan niet in kennis qesteld? U (opvolger van R. Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij voor dit alles volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. e
3 essentiEHe punt met daaraan verbonden vragen Bijgevoegd vindt u de brief d.d. 4 februari 2008 van Jan van Weert (CIAN) aan L. Prikken (HRM) (zie bijlage 3). Daarin staat ondermeer letterlijk het volgende: Geachte heerl mevrouw (mw. L. Prikken) Op 23 maart 2008 is bovengenoemde medewerker (A.M.L. van Rooij) 6 maanden arbeidsongeschikt. Met ingang van deze datum zal het inkomen worden aangepast. De medewerker zal maandelijks separaat een overzicht van de inkomensaanpassing ontvangen. Over de betaling bij arbeidsongeschiktheid is een brochure gemaakt door de SociaalEconomische Afdeling. Deze brochure is bestemd voor medewerkers die 4 maanden arbeidsongeschikt zijn. Wilt u daarom de bijgevoegde brochure uitreiken aan bovengenoemde medewerk(st)er. Het is zeer belangrijk dat de medewerker op de hoogte is van de arbeidsvoorwaarden die gelden tijdens arbeidsongeschiktheid. De arbeidsvoorwaarden zijn mede zodanig bepaald dat dit de medewerker aanzet tot snelle adeguate rei'ntegratie. Tevens vindt u biigaand de notitie: uitvoering CAO afspraken m.b.t. het loon in de eerste twee ziektejaren. Deze kunt u gebruiken in uw voorlichting aan bovengenoemde medewerk(st)er. Een voorlichtingsdocument waarin de gevolgen van een aanpassing van het inkomensniveau zijn berekend treft u tevens aan. Ook op intranet is informatie beschikbaar. (Intranetsite HRM: http://pww.hrn.philips.com onderdeel fu nctioneren/a rbeidsongesch iktheid).
38
Wij verzoeken u dringend om de bovenstaande verzuimgegevens afwijkingen dit te melden aan ondergetekende.
te controleren en bij
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ondergetekende. Met vriendelijke groeten Jan van Weert, CIAN CRlAOR, Gebouw HME, postbus 80010, 5600 JG Eindhoven Telefoon: 040-2757075, fax: 040-2758260, e-mail:
[email protected] Bijlage: - Voorlichtingsdocument - Uitvoering CAO afspraken m.b.t. het loon in de eerste twee ziektejaren - Brochure Langdurig arbeidsongeschikt. En dan? Op 21 juli 2010 is ondergetekende voor het eerst in het bezit gekomen van deze brief. Oeze brief heeft Philips voor ondergetekende A.M.L. van Rooij en voor kantonrechter R.R.M. de Moor in de zaak (nummer 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden. Naar aanleiding daarvan hebben wij aan u de volgende vragen. In bovengenoemde brief d.d. 4 februari 2008 van het CIAN aan Lidy Prikken (HRM) staat letterlijk het volgende geschreven "Over de betaling bij arbeidsongeschiktheid is een brochure gemaakt door de Sociaal-economische Afdeling. Deze brochure is bestemd voor medewerkers die 4 maanden arbeidsongeschikt zijn. Wilt u daarom de bijgevoegde brochure uitreiken aan bovengenoemde medewerk(st)er." Onze vraag aan u is dan ook: k) Waarom hebben P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) en hun opvolgers, de heren R. Lucassen en J. Alfrink haar werknemer A.M.L. van Rooij daarvan niet in kennis gesteld? In bovengenoemde brief d.d. 4 februari 2008 van het CIAN aan Lidy Prikken (HRM) staat verder letterlijk het volgende geschreven "Tevens vindt u bijgaand de notitie: uitvoering CAO afspraken m.b.t. het loon in de eerste twee ziektejaren. Deze kunt u gebruiken in uw voorlichting aan bovengenoemde medewerk(st)er" Onze vraag aan u is dan ook: 1) Waarom hebben P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) en hun opvolgers, de heren R. Lucassen en J. Alfrink haar werknemer A.M.L. van Rooij daarover niet voorgelicht? In bovengenoemde brief d.d. 4 februari 2008 van het CIAN aan Lidy Prikken (HRM) staat verder letterlijk het volgende geschreven "Het is zeer belangrijk dat de medewerker op de hoogte is van de arbeidsvoorwaarden die gelden tijdens arbeidsongeschiktheid. De arbeidsvoorwaarden zijn mede zodanig bepaald dat dit de medewerker aanzet tot snelle adequate rei"ntegratie." Onze vraag aan u is dan ook: m) Waarom hebben P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) en hun opvolgers, de heren R. Lucassen en J. Alfrink haar werknemer A.M.L. van Rooij daarover niet voorgelicht? Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat Philips wettelijk verplicht is om het vanaf 25 oktober 2007 ingehouden salaris tijdens ziekte (inclusief wettelijke rente) alsnog aan A.M. L. van Rooij te betalen en daar bovenop alle veroorzaakte financiele, materiele en irnrnateriele vervolgschade aangericht bij Camping en Pensionstal "Dornmeldal", Van Rooij Holding B.v., Ecologisch Kennis Centrum B.v. en clienten van het Ecologisch Kennis Centrum B.v. Onze vragen aan u zijn dan ook: n) Is deze brief d.d. 4 februari 2008 bij u bekend: ja of nee? 0) Is deze brief d.d. 4 februari 2008 bij Ferry Rondeel bekend: ja of nee? p) Waarom hebben Jan Oerlemans en zijn opvolger Jaap Alfrink als directe leidinggevenden hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld? q) Waarom hebben Patrick Wertelaers en zijn opvolger Remco Lucassen (HRM) hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld? r) Waarom hebben Roel Fonville en Bert van Meurs als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende hun medewerker A.M.L. van Rooij daarvan nooit in kennis gesteld?
39
s)
t)
u)
v)
Waarom hebben Jan Oerlemans, Patrick Wertelaers en advocaat mr. AAB. Gaalman (AKD PrinsenVan Wijmen advocaten), namens Philips Medical Systems Nederland BV, deze brief d.d. 4 februari 2008 voor kantonrechter RRM. de Moor in de zaak (nummer: 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden? Waarom heeft Philips Medical Sytems Nederland BV aan hun werknemer A.M.L. van Rooij vanaf 25 oktober 2007 tot op heden (bijna 3 jaar lang) geen salaris doorbetaald tijdens ziekte waartoe zij overeenkomstig bovengenoemde brief d.d. 4 februari 2008 wettelijk verplicht zijn? Waarom heeft Philips Medical Sytems Nederland BV de ziektekostenpremie van A.M.L. van Rooij en overige premies die van het salaris werden gehouden niet doorbetaald aan IAKVerzekeringen BV waartoe zij tijdens ziekte wettelijk verplicht zijn? Waarom heeft de stichting Philips-van der Willigenfonds de maandelijkse studiebijdrage aan de dochter van hun werknemer A.M.L. van Rooij gestopt tijdens ziekte?
U (opvolger van R. Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij voor dit alles volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. e
4 essentiEHe punt met daaraan verbonden vragen Bijgevoegd vindt u de parttime overeenkomst die Mw. V. Durinck-Lourens namens HRM van Philips Medical Sytems Nederland BV op 6 maart 1998 met A.M.L. van Rooij heeft afgesloten en heeft ondertekend. (zie bijlage 4). Daarin staat letterlijk het volgende: Human Resource mgt. Ref. XB 192/98066-(VD/EvG) Date: 18-02-1998 Geachte heer van Rooij, Naar aanleiding van uw verzoek om part-time te gaan werken i.v.m. het ontplooien van nevenactiviteiten het volgende: Wij gaan akkoord met de wiijziging van uw arbeidsovereenkomst van 100% naar 60%. Dit betekent dat u op de dinsdag en donderdag niet werkt. Voorzover van toepassing zullen uw primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden naar rato worden bijgesteld. Wellicht ten overvloede willen wij u op het navolgende attenderen. Aangezien uw verzoek om part-time te werken bedoeld is om nevenactiviteiten te ontplooien, verwijzen wij u naar hetgeen is overeengekomen in uw arbeidsovereenkomst. Verder is het zoals bekend, evenmin niet toegelaten om onder werktijd zich bezig te houden met uw nevenactiviteien en eveneens is het niet toegestaan om daarvoor de faciliteiten van Philips Electronics te gebruiken. Ter bevestiging van uw accoord met het bovenstaande verzoeken wij u een kopie van dit schrijven gedateerd en voor accoord getekend aan ons te retourneren. Datum: 06-03-1998 Mw. V. Durinck-Lourens Human Resource Management (is getekend met handtekening) Voor accoord A.M.L. van Rooij (is getekend met handtekening) Met deze Parttime arbeidsovereenkomst heeft Philips Medical Sytems Nederland BV zich akkoord verklaard dat A.M.L. van Rooij: - op maandag, woensdag en vrijdag voor 60 % van de tijd werkzaam is voor Philips Medical Systems Nederland BV als werkgever. - op dinsdag en donderdag voor 40 % van de tijd werkzaam is voor Van Rooij Holding BV als werkgever. en de arbeidsovereenkomst daarop aangepast.
40
Dit betekent dat overeenkomstig deze aangepaste arbeidsovereenkomst Philips Medical Sytems Nederland B.v. wettelijk verplicht was om instemming te vragen bij werkgever Van Rooij Holding B.V. alvorens over te gaan tot de 100% arbeidsongeschikt verklaring van A.M.L.van Rooij door Philips bedrijfsarts H. Mol. De heren P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) hebben dat niet gedaan en hebben daarmee deze parttime overeenkomst in ernstige mate overtreden. De opvolgers R. Lucassen (HRM) en J. Alfrink (directe leidinggevende) zijn voor deze overtreding van hun voorgangers heden verantwoordelijk en aansprakelijk. U als opvolger van R. Fonville bent daarvoor op het hoogste niveau verantwoordelijk en aansprakelijk. Dit betekent ook dat de heren P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) met het op donderdag 25 oktober 2007 laten oproepen van A.M.L. van Rooij voor spreekuur bij haar bedrijfsarts H. Mol in zeer ernstige mate hebben gehandeld in strijd met deze op 6 maart 1998 ondertekende aangepaste arbeidsovereenkomst. In deze aangepaste overeenkomst staat namelijk geschreven dat A.M.L. van Rooij op de donderdagen niet voor werkgever Philips Medical Sytems Nederland B.v. werkt maar voor werkgever Van Rooij Holding B.v. werkzaam is. De heren P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) hebben ook daarmee deze parttime overeenkomst in ernstige mate overtreden. De opvolgers R. Lucassen (HRM) en J. Alfrink (directe leidinggevende) zijn voor deze overtreding van hun voorgangers heden verantwoordelijk en aansprakelijk. U als opvolger van R. Fonville bent daarvoor op het hoogste niveau verantwoordelijk en aansprakelijk. Dit betekent ook dat overeenkomstig deze aangepaste arbeidsovereenkomst werkgever Philips Medical Sytems Nederland B.v. de arbeidsovereenkomst met haar werknemer A.M.L. van Rooij met de op 2 juli 2008 door kantonrechter mr. R.R.M. de Moor gewezen beschikking in zaaknummer: 558421-08/368 niet heeft ontbonden, omdat werkgever Van Rooij Holding B.v. als partij daarin niet is betrokken en zich daartegen niet heeft kunnen verweren. De heren P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) hebben met het aanhangig maken van deze zaak bij de kantonrechter buiten werkgever Van Rooij Holding B.v. om dan ook in zeer ernstige mate hun op 6 maart 1998 met A.M.L. van Rooij afgesloten parttime overeenkomst overtreden. De opvolgers R. Lucassen (HRM) en J. Alfrink (directe leidinggevende) zijn voor deze overtreding van hun voorgangers heden verantwoordelijk en aansprakelijk. U als opvolger van R. Fonville bent daarvoor op het hoogste niveau verantwoordelijk en aansprakelijk. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij u de volgende vragen te beantwoorden: w) Is deze part-time overeenkomst d.d. 6 maart 1998 bij u bekend: ja of nee? x) Is deze part-time overeenkomst d.d. 6 maart 1998 bij Ferry Rondeel bekend: ja of nee? y) Waarom heeft Jan Oerlemans als directe leidinggevende hun medewerker A.M.L. van Rooij op donderdag 25 oktober 2007 laten oproepen door bedrijfsarts H. Mol met de voorkennis en wetenschap dat A.M.L. van Rooij op die dag werkzaam was voor werkgever Van Rooij Holding B.v.? z) Waarom heeft uw voorganger R. Fonville als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende hun medewerker A.M.L. van Rooij op donderdag 25 oktober 2007 laten oproepen door bedrijfsarts H. Mol met de voorkennis en wetenschap dat A.M.L. van Rooij op die dag werkzaam was voor werkgever Van Rooij Holding B.v.? aa) Waarom hebben Jan Oerlemans, Patrick Wertelaers en advocaat mr. A.A.B. Gaalman (AKD Prinsen.van Wijmen advocaten), namens Philips Medical Systems Nederland B.v., deze ondertekende parttime overeenkomst d.d. 4 februari 2008 voor kantonrechter R.R.M. de Moor in de zaak (nummer: 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden? Gezien bovengenoemde feiten staat voor werkgever Van Rooij Holding B.v. vast dat Philips Medical Sytems Nederland B.v. met instemming van uw voorganger R. Fonville in samenspanning met haar ondernemingsraad en vele anderen personen en rechtspersonen (bedrijven/instanties) opzettelijk als zodanig heeft gehandeld om niet alleen ondergetekende A.M.L.van Rooij en zijn gezin financieel, materieel en mentaal nog veel meer schade toe te brengen maar ook om Camping en Pensionstal "Dommeldal", Van Rooij Holding B.V., het Ecologisch Kennis Centrum B.v. en alle clienten van het Ecologisch Kennis Centrum B.v. zeer grote schade toe te brengen, die reeds miljoenen euro's hoog is en met de dag blijft groeien, zolang Philips Medical Sytems Nederland B.v. ondergetekende A.M.L. van Rooij door haar bedrijfsarts H. Mol niet voor 100% arbeidsgeschikt laat verklaren en dat in zijn medische dossier laat opschrijven.
41
U (opvolger van R. Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij voor dit alles volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. e
5 essentii:He punt met daaraan verbonden vraag De brief d.d. 28-12-2009 van Dries Duynstee aan het UWV als ook de reactiebrief d.d. 13 januari 2010 van W. Bruystens namens het UWV ziUen niet in het bij brief d.d. 19 juli 2010 door Remco Lucassen, HR-Manager Philips Healthcare Netherlands, toegezonden personeelsdossier van A.M.L. van Rooij. Daarmee heeft ondergetekende onmiskenbaar feitelijk bewezen dat Dries Duynstee zijn valselijk opgemaakte brief d.d. 28-12-2009 aan het UWV buiten de verantwoordelijke personen R. Lucassen (HRM) en J. Alfrink (directe leidinggevende) naar het UWV heeft laten uitgaan. U (opvolger van R. Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van A.M.L. van Rooij voor dit alles volledig verantwoordelijk en aansprakelijk. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij u de volgende vraag te beantwoorden: bb) Is dit voor u reden om hierover van de dhr. Dries Duynstee een verklaring te eisen: ja of nee?
6e essentii:He punt met daaraan verbonden vraag Bijgevoegd (Iees hier) vindt u onze sommatiebrief (e-mail) d.d. 29 juli 2010 aan Remco Lucassen HR-manager Philips Healthcare en Jaap Alfrink, director Campus Services Best van Philips Healthcare. Heden na maar liefst zes weken heeft ondergetekende daarop nog geen enkele reactie mogen ontvangen, zelfs nog geen ontvangstbevestiging. U als opvolger van R. Fonville bent daarvoor op de hoogste niveau verantwoordelijk en aansprakelijk. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij u de volgende vraag te beantwoorden: cc) Is dit voor u een reden om hierover van de heren Remco Lucassen en Jaap Alfrink een verklaring te eisen: ja of nee? e
7 essentii:He punt met daaraan verbonden vragen In het toegestuurde personeelsdossier vindt u achter "Jaar 2007" onze e-mail d.d. 14 augustus 2007 aan dr. J. Blenkers, Regionaal Inspecteur Milieuhygiene Zuid met ons bijbehorend gedane verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur d.d. 29 april 2001 aan dr. J. Blenkers (Iees hier: http://www.mstsnl.netlekc/ekc-sr01.htm). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Betreffend Wob-verzoek d.d. 29 april 2001 heeft ondergetekende A.M.L. van Rooij aan directe leidinggevende Jan Oerlemans op 14 augustus 2007 laten toekomen met de mededeling dat regionaal inspecteur dr. J. Blenkers, namens de minister van VROM, daarop na maar liefst 7 jaar nog steeds geen besluit heeft genomen. Dit met de wetenschap dat hij wettelijk verplicht was om daarop binnen uiterlijk vier weken na 29 april 2001 een besluit te nemen en een kopie van de verzochte informatie aan ons had moeten laten toekomen. Met die inhoud hebben wij tevens feitelijk bewezen dat de 'corporate crime' vanuit het ministerie van VROM (die Gebr. van Aarle B.v. onze buurman) gebruiken als dekmantel van wereldvernietigende omvang is. Met deze voorkennis hebben P. Wertelaers (HRM) en J. Oerlemans (directe leidinggevende) en hun opvolgers, de heren R. Lucassen en J. Alfrink haar safety manager A.M.L. van Rooij, Van Rooij Holding B.V. en het Ecologisch Kennis Centrum B.v. op de hierboven beschreven wijze geliquideerd en heeft ondergetekende A.M.L. van Rooij om politieke redenen (eerst Lijst 14, daarna De Groenen) naar Belgie moeten vluchten om in navolging van Pim Fortuyn niet te worden vermoord. Zover is het mis met de mensenrechten binnen Philips in Nederland. Met deze voorkennis en nog veel meer (zie de inhoud van het gehele toegestuurde personeelsdossier) dwingt Ferry Rondeel (vanuit de OR van Philips) ondergetekende A.M.L. van Rooij om op zijn kosten (met zijn geld) opdracht te geven aan een andere deskundige (dr. J. Blenkers?) om zijn verdiepingsonderzoekrapport d.d. 10 maart 2010, door hem/haar (dr. J. Blenkers?) opnieuw te laten beoordelen. Dit met de wetenschap dat ondergetekende A.M.L. van Rooij over de hoogste deskundigheid bezit (voor bewijs lees hier). Het betreft hetzelfde verdiepingsonderzoekrapport waar Remco Lucassen in zijn voorbrief d.d. 19 juli 2010 namens Philips aan A.M.L. van Rooij leUerlijk het volgende heeft gesommeerd: Uit jouw e-mail aan mij van 15 juli 2010 blijkt dat jij je niet aan jouw geheimhoudingsverplichtingen jegens Philips hebt gehouden door een vertrouwelijk Philips document, in het bijzonder het "Verdiepingsrapport" van 10 maart 2007, via het internet openbaar te maken. Ik verzoek, en voor zover nodig, sommeer jou om uiterlijk
42
22 juli 2010 dit rapport en eventuele andere vertrouwelijke documenten van Philips van het internet te verwijderen, zoals op de door jou opgegeven site als op enige andere site. Deze vorm van afpersing op voorstel van Ferry Rondeel (namens de OR van Philips) ten dienste en ten voordele van de hierboven beschreven feitelijk en wettelijk bewezen misdaad, door criminoloog prof F, Bovenkerk "Corporate Crime" genoemd (bekijk deze video en alle andere video's), gaat ons toch echt veel te ver. U (opvolger van R. Fonville) bent als hoogst verantwoordelijk bestuurder en hogere leidinggevende van AM, L. van Rooij voor dit alles volledig verantwoordelijk en aansprakelilk. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij u de volgende vragen te beantwoorden: dd) Is dit voor u een reden om hierover van dhr. Ferry Rondeel een verklaring te eisen: ja of nee? ee) Waarom hebben Jan Oerlemans, Patrick Wertelaers en advocaat mr. AAB, Gaalman (AKD PrinsenVan Wijmen advocaten), namens Philips Medical Systems Nederland BV, het in het personeelsdossier zittende verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur d.d. 29 april 2001 aan dr. J, Blenkers (Iees hier: http://www.mstsnl.neUekc/ekcsr01.htm) voor kantonrechter R.R.M, de Moor in de zaak (nummer: 556421) waarin op 2 juli 2008 bij beschikking is beslist bewust achtergehouden? ff) Is dit voor u een reden om hierover van Patrick Wertelaers een verklaring te eisen: ja of nee? gg) Is dit voor u een reden om hierover van uw advocaat mr, AAB, Gaalman (AKD PrinsenVan Wijmen advocaten) een verklaring te eisen: ja of nee? hh) Is dit voor u reden om vanuit Philips Medical Sytems Nederland BV bij minister J,C, Huizinga-Heringa ( CU) van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Miliebeheer voor uw werknemer AM,L, van Rooij een bezwaarschrift in te dienen tegen de weigering een besluit te nemen door regionaal inspecteur dr, J, Blenkers op ons Wob-verzoek d,d. 29 april 2001: ja ofnee? Ondergetekende werkgever Van Rooij Holding BV staat erop om hierover met u als opvolger van !i. Fonville in overleg te treden zonder tussenkomst van een advocaat of rechter om de reeds aangerichte miljoenen schade die u (en uw voorganger R. Fonville) tot op heden hebt aangericht bij Van Rooij Holding B.V" het Ecologisch Kennis Centrum BV en alle clienten van het Ecologisch Kennis Centrum BV niet nog groter te laten worden. Naar aanleiding daarvan verzoeken wij u de volgende vragen te beantwoorden: ii) Bent u bereid om aan uw bedrijfsarts H, Mol opdracht te geven om AM,L. van Rooij voor 100% arbeidsgeschikt te laten verklaren, dat in zijn medische dossier te laten noteren en daarvan een kopie te laten opsturen: ja of nee? jj) Bent u bereid om onmiddellijk over te gaan tot uitbetaling van het achterstallige salaris vanaf 25 oktober 2007 tot op heden, de daarbij behorende wettelijke rente, bonussen e.d. aan AM,L. van Rooij: ja of nee? kk) Bent u bereid om de achterstallige maandelijkse studiebijdrage vanuit de stichting Philips-van der Willigenfonds aan de dochter van AM,L, van Rooij te betalen en daar bovenop de wettelijke rente: ja of nee? 11) Bent u bereid om de achterstallige ziektekostenpremies aan IAK Verzekeringen BV te betalen: ja of nee? mm) Bent u bereid om hierover bij minister dr, E,M,H, Hirsch Ballin (CDA) van Justitie en Binnenlandse Zaken in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat hij vanuit de politie en justitie die maatregelen laat treffen dat AM,L. van Rooij weer veilig in zijn eigen huis in SintOedenrode kan gaan wonen en niet nog langer gescheiden behoeft te wonen van zijn vrouw in Belqie om niet te worden gedood: ja of nee? nn) Bent u bereid om met werkgever Van Rooij Holding BV in Belqie hierover een gesprek aan te gaan om te komen tot een oplossing en een passende schadevergoeding: ja of nee? Dit verzoekschrift zal als nader stuk worden ingevoegd in alle lopende en nog komende gerechtelijke procedures bij Rechtbanken, Gerechtshoven, Raad van State, Europese Hof etc. en zal ter kennisgeving worden verstuurd aan alle clienten van het Ecologisch Kennis Centrum BV Een kopie hiervan hebben wij verstuurd aan ons accountantskantoor ORZ te Zundert. Zij kunnen dit gebruiken als verklaring naar de belastingdienst waarom Van Rooij Holding BV en het Ecologisch Kennis Centrum BV de laatste jaren geen omzet meer hebben gehaald,
43
Mede gezien de levensbedreigende situatie waarin u en uw voorganger R. Fonville ondergetekende A.M.L. van Rooij hebt gebracht waardoor ondergetekende A.M.L. van Rooij en daarmee ook Van Rooij Holding B.v. en het Ecologisch Kennis Centrum B.v. noodgedwongen naar Belqie heeft moeten vluchten om niet te worden gedood en daar al 4,5 maand gescheiden heeft moeten leven van zijn vrouw, verzoeken wij u bovengenoemde vragen "a t/rn nn" v66r uiterlijk 15 september 2010 te beantwoorden. In afwachting van uw antwoord op bovengenoemde 2010 verblijven wij;
vragen "a t/rn nn" v66r uiterlijk 15 september
Hoogachtend Van Rooij Holding Voordeze
e.v
A.M.L. van Rooij bestuurder t Achterom 9a 5491 XD Sint Oedenrode e-mail:
[email protected] Bijbehorende bijlagen: Aangetekende brief d.d. 11 augustus 2010 van P.A. van Vliet, juridisch adviseur van Achmea Vitale, aan A.M.L. van Rooij; Brief d.d. 7 mei 2008 van Anja Trienekens van Randstad aan L. Oostendorp Philips HRM; Brief d.d. 4 februari 2008 van Jan van Weert (CIAN) aan L. Prikken Philips HRM; Part-time overeenkomst die mw. V. Durinck-Lourens namens HRM van Philips Medical Sytems Nederland B.V. op 6 maart 1998 met A.M.L. van Rooij heeft afgesloten en heeft ondertekend.
3e Nadere motivering hoger beroepsgrond. In ons hoger beroepschrift d.d. 2 september 2010 hebben wij aan uw college, onder voorzitterschap van mr. J.E.M. Polak, letterlijk het volgende geschreven en verzocht: "Vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgie, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord en mijn 100 % arbeidsongeschikt zijn door toedoen van Philips Medical Sytems Nederland B. V. in samenspanning met huidig minister J.P.H. Donner (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voormalig staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zijn wij niet in de gelegenheid geweest om dit hoger beroepschrift nu al nader te motiveren. Wij verzoeken u ondergetekende een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd. " Aan ons hierboven genoemd feitelijk onderbouwd verzoek om mij (A.M.L. van Rooij) een nader termijn van zes weken te vergunnen voor de nadere motivering van dit hoger beroepschrift, ingaand vanaf het moment Philips bedrijfsarts H. Mol mij weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft genoteerd reageert u gewoonweg niet. Ook op de mededeling "vanwege mijn drukke agenda als politiek vluchteling vanuit Belgie, waar ik politiek asiel heb aangevraagd om in Nederland door toedoen van burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord" reageert u gewoonweg niet. Ondanks deze wetenschap geeft u aan uw behandelend ambtenaar E.M. Werner de opdracht om aan mij letterlijk het volgende bericht te laten uitgaan:
44
De Afdeling heeft op 2 september 2010 uw hoger beroepschrift ontvangen.
van 2 september 2010
Fomaliteiten Bij het indienen van een hoger beroepschrift moet een aantal formaliteiten in acht worden genomen. In dat verband wordt u op het volgende gewezen: het hoger beroepschrift bevat geen gronden. U dient de gronden van het hoger beroepschrift alsnog aan te voeren. Namens de voorzitter van de Afdeling deel ik u mee dat u tot en met 5 oktober 2010 de gelegenheid heeft om alsnog aan de voormelde formaliteit(en) te voldoen. Maakt u van deze gelegenheid geen gebruik, dan moet u er rekening mee houden dat uw hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaart, e
De "3 reden" waarom u daarop niet reageert en waarom ik (A.M.L. van Rooij) Nederland heb moeten uitvluchten om niet te worden vermoord zit hem in het feit dat Hare Majesteit koningin Beatrix als Staatshoofd en als Voorzitter van de Raad van State aan het hoofd staat van deze enorme criminele organisatie verenigd via het BLOM en zich persoonlijk via haar dekmantelbedrijven, zoals mijn buurman Gebr. van Aarle, met honderden miljoenen eurc's onrechtmatig heeft verrijkt. Hoe enorm groot deze criminele organisatie onder voorzitterschap van Hare Majesteit Koningin Beatrix is kunt u lezen in de ingelaste geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag d.d. 6 mei 2010 voor politiek asiel in Belqie. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven:
Geschiedenis
ter onderbouwing
van mijn aanvraag d.d. 6 mei 2010 voor politiek asiel in Belgie
Aan mijn verzoek om voor mij, mijn gezin en 92 jarige moeder politiek asiel aan te vragen ligt de volgende geschiedenis ten grondslag. 1813 De Nederlandse monarchie is nog betrekkelijk jong. Ze begon in 1813 toen Willem Frederik uit het huis Oranje-Nassau, een zoon van erfstadhouder Willem V, de titel souverein vorst der Nederlanden aanvaardde. Voordien was het huidige Nederland korte tijd een vazalstaat van het eerste Franse Keizerrijk en daarvoor een republiek, nadat in 1581 de monarchie van de landsheren uit het huis Habsburg was afgezworen. 17 maart 1824 Het eiland Billiton werd door de Engelsen overgedragen aan de Nederlanders. Het waren Wolter Robert van Hoevell en Vincent Gildemeester van Tuyll van Serooskerken die het eiland wilde exploreren en daartoe, met hulp van John Francis Loudon, krediet verkregen van de firma A. van Hoboken & Co. te Rotterdam. Het was de kapitaalkrachtige prins Willem Frederik Hendrik die daarbij garant stond. Deze kapitaalkrachtige Willem Frederik Hendrik stond als eerste staatshoofd van de Staat der Nederlanden garant voor het krediet met de voorkennis en wetenschap dat het eiland Billiton grote rijkdommen aan delfstoffen (tin) bezit, waarmee het Nederlandse koninklijke huis een enorme rijkdom zou kunnen vergaren en vanuit die rijkdom een enorme wereldmacht zou kunnen verkrijgen. 1908 In 1908 werd een onderzoek uitgevoerd naar de arbeidsomstandigheden bij Billiton, die in vele opzichten niet rooskleurig waren. Zo tierde er de opiumhandel. In 1917 zag het er naar uit dat Billiton een Staatsbedrijf zou worden. Dit werd toen nog met een nipt stemmenverschil verhinderd.
1920 In 1920 werd de Mijnbouwmaatschappij zou zijn.
Stannum opgericht, die buiten Nederlands-lndie
werkzaam
45
1924
In 1924 werd de Gemeenschappelijke
Mijnbouwmaatschappij Billiton (GMB) opgericht, waarin de Nederlandse staat voor 5/8 deel deelnam. Voorts werd in 1928 te Arnhem een tinsmelter gebouwd (HMB) en in 1933 werd de Sinkep Tin Exploitatie Maatschappij overgenomen. 1925 Willem Oltmans werd op 10 juni 1925 te Huizen geboren. Hij groeide op in Bosch en Duin, in een gefortuneerd gezin met een Nederlands-Indische achtergrond. Hij was de middelste van drie broers. Zijn moeder studeerde oude talen; zijn vader chemie en rechten. Zijn vader was advocaat te Amsterdam. 1934 In 1934 breidde Billiton zijn activiteiten uit naar de bauxietwinning, waartoe de Nederlandsch-Indische Bauxiet Maatschappij werd opgericht. Deze begon in 1941 te Suriname met haar werk. Dit leidde in 1954 tot de oprichting van de Billiton Maatschappij Suriname. 1940 - 1945 Ondertussen had de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden, en lndonesie verklaarde zich in 1945 onafhankelijk, een feit dat in Nederland pas in 1949 werd erkend. Billiton bleef in het land actief tot 1958. In 1968 keerde Billiton weer naar lndonesie terug. 1 januari 1947 Dr. F.J.M.A.H. (Frans) Houben. Commissaris van de Koningin in Limburg van 1 januari 1947 tot 1 januari 1964; Katholieke magistraat uit een oud vooraanstaand Limburgs geslacht, wiens grote gezin tot de vriendenkring van de koninklijke familie behoorde. Geboorteplaats en -datum Woudrichem (N.Br.), 23 mei 1898. Overlijdensplaats en -datum 's-Gravenhage, 25 september 1976. Levensbeschouwing Rooms-Katholiek. KVP (Katholieke Volkspartij). Kamerheer in buitengewone dienst van koningin Juliana, vanaf 1 januari 1966. Woonde als student in Utrecht op hetzelfde adres als De Quay. Vader van Ph.J.I.M. Houben, burgemeester van Maastricht en vader van F.J.M. Houben, huidig kamerheer van de koningin en persoonlijk getuige van het huwelijk van prins Willem Alexander met Maxima. 1948 -1950 Willem Oltmans liep achtereenvolgens het Baarns Lyceum en het Nederlands Opleidings Instituut voor het Buitenland op kasteel Nijenrode af. Van 1948 tot 1950 studeerde hij Political Science aan de Yaleuniversiteit te New Haven, Connecticut. In zijn Baarnse Lyceumtijd kreeg hij bijles in Duits van mevrouw Burinqh-Boekhoudt. Er ontstond een langdurige en innige relatie met deze dame die Oltmans als zijn tweede moeder beschouwde. Mevrouw Burinqh-Boekhoudt werd enige tijd later tevens rectrice en vertrouwenspersoon van prinses Beatrix. 1953 Willem Oltmans ontplooide zijn eerste journalistieke activiteit op de redactie buitenland van het Algemeen Hande/sblad te Amsterdam, waar hij door Henk Hofland, zijn vriend van Nijenrode, was ge"lntroduceerd. Hij werkte daar onder leiding van dr. A. L. Constandse. 1954 Willem Oltmans ging voor United Press werken, 1954 De eerste Bilderbergconferentie werd georganiseerd in 1954 naar aanleiding van de verslechterende relatie tussen de Verenigde Staten van Amerika en Europa. De belangrijkste initiatiefnemers waren Prins Bernard en de Pool J6zef Retinger (vrijmetselaar). Prins Bernhard werd benoemd tot eerste voorzitter en bleef dat tot 1976. Bilderbergconferenties zijn politieke bijeenkomsten met een besloten en streng geheim karakter waarbinnen internationale beeldvorming en ideeen centraal staan. Deelnemers zijn invloedrijke figuren voornamelijk uit het bedrijfsleven, politiek en wetenschap. 1955 Willem Oltmans stapte over van United Press naar de Telegraaf, als correspondent
in Rome.
46
10juni1956 Hier ontmoeUe Willem Oltmans op 10 juni 1956 president Soekarno van lndonesie. Conservatief Nederland haatte dit eerste staatshoofd van Nederlands voormalige kolonie; De Telegraaf verbood Oltmans dan ook Soekarno te interviewen. Hij deed het natuurlijk toch; beiden konden het zelfs uitstekend met elkaar vinden. Het betekende het einde van zijn korte carriere bij deze krant, en het begin van zijn problemen met de Nederlandse Staat. Hetzelfde jaar reisde hij op uitnodiging van Soekarno, als medewerker van de Nieuwe Rotterdamse Courant, het Algemeen Handelsblad, het Vaderland en Vrij Nederland naar Jakarta. Oltmans' eigenschap om geen rekening te houden met de politieke richting van het blad waarvoor hij schreef, maar feiten en achtergronden zo objectief mogelijk te rapporteren, heeft hem zeer invloedrijke vijanden bezorgd, maar ook vele vrienden bij lezers, luisteraars en kijkers over de hele wereld. Oltmans werd door Buitenlandse Zaken en de rechtse pers als een verlengstuk van Soekarno gezien. Daarmee haalde hij zich de levenslange vijandschap van minister Luns op de hals. Die zorgde er persoonlijk voor dat het alle Nederlandse ambassades werd verboden Oltmans medewerking te verlenen in zijn journalistieke werk. Deze richtlijn werd tot het jaar 2000, het jaar waarin Oltmans zijn proces tegen de Staat der Nederlanden overwinnend afsloot, door Buitenlandse Zaken nageleefd. Ook de media kregen vanuit Den Haag opgedragen geen stukken van Oltmans te plaatsen. Veel medewerkers van Nederlandse media hielden daar rekening mee. Deze affaire was bepalend voor de rest van het journalistieke leven van Willem Oltmans. Telkens ontwikkelde Oltmans contacten met de groten der aarde - Soekarno, Indira Gandhi, De Klerk, Arbatov, om er maar een paar te noemen - en telkens trad de Nederlandse diplomatie saboterend op. 1957 Willem Oltmans bepleitte vanuit Jakarta de overdracht van Nieuw-Guinea naar lndonsie. Hierdoor werd hij in Nederland als landverrader beschouwd. Hij kreeg geen werk meer en verhuisde daarom naar de Verenigde Staten. 1958 In 1958 liep de laatste concessie voor het winnen van tinerts in lndonesie af, die niet werd verlengd. De Gemeenschappelijke Mijnbouw Maatschappij Billiton (GMB) trad in liquidatie en Billiton verdween uit Indonesie. Ondertussen had de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden, en Indonesie verklaarde zich in 1945 onafhankelijk, een feit dat in Nederland pas in 1949 werd erkend. In de jaren 1945-1958 kwamen ongeveer 300.000 repatrianten en migranten uit lndonesie over. Hoewel de economische problemen meevielen, hadden veel nieuwkomers het moeilijk in Nederland. Het moeilijkst hadden de Molukkers het. In 1951 liet de regering 4000 Molukse ex - KNIL -militairen en hun gezinnen overkomen. De regering had ze willen demobiliseren op de Molukken, maar daar had het Indonesische leger zojuist een opstand neergeslagen. De Molukkers vreesden voor hun leven, en de rechter gaf ze gelijk. Uiteindelijk moest de Nederlandse regering de Molukkers wel uitnodigen om in Nederland te komen wonen. Omdat het een tijdelijk verblijf zou zijn werden ze ondergebracht in kampen en kregen geen toestemming om te werken. In Nederland zette vooral het uitroepen van de eenheidsstaat kwaad bloed. Nederland zag de opheffing van de deelstaten als een schending van de afspraken en als bewijs van Soekarnos onbetrouwbaarheid. Het Indonesische wantrouwen werd gevoed door de onafhankelijkheidsstrijd op het Molukse eiland Ambon en een mislukte staatsgreep van de Nederlandse commandant Westerling op West-Java. Eind 1950 vonden nog wel besprekingen plaats, maar de sfeer was te verziekt om het eens te worden. Ook daarna bleef de relatie slecht mede door de negatieve berichtgeving van de pers. 19 mei 1959 De heer J.E. de Quay werd premier van Nederland en is dat tot 24 juli 1963 gebleven. 1 februari 1960 Omdat in 1958 de laatste concessie voor het winnen van tinerts in lndonesie afliep en niet werd verlengd is het koninklijk huis als groot aandeelhouder van de Gemeenschappelijke Mijnbouw Maatschappij Billiton (GMB) in grote grote financiele problemen gekomen. De financiele problemen binnen het koninklijk huis waren zo groot dat premier prof. dr. J E. de Quay die persoonlijk heeft besproken met HM en ZKH. Als feitelijk bewijs daarvoor citeer ik hieronder letterlijk de volgende tekst uit zijn dagboekaantekeningen. Daarin schrijft premier De Quay letterlijk het volgende: "Vanmorgen gesprek met HM en ZKH over tinenciete positie van koninklijk huis Daar moeten we iets aan doen. Prins vroeg 'sliding scale' Lijkt me wettelijk moeilijk. Goed voorbereiden. Bespreken met Beel. ".
47
1961 De kwestie Nieuw-Guinea zette de zaak op scherp. Soekarno vond dat Nieuw-Guinea deel moest uitmaken van de Indonesische eenheidsstaat. Volgens Nederland mocht dat nu niet. Het conflict werd voor beide partijen een prestigekwestie. Omdat Billiton na 1958 niet meer actief was in Indonesie was er, ondanks de slechte financiele positie van het koninkljik huis, geen economische reden meer voor de kwestie. Het feit dat de ondernemers Nieuw-Guinea wilden opofferen, bewees juist hoe nobel de Nederlandse bedoelingen waren. De politici weigerden de papoea-bevolking voor geld te versjacheren aan Soekarno. Ook Soekarno was absoluut niet van plan Nieuw-Guinea te laten schieten. In noodsituatie koos Soekarno voor de aanval. In 1960 verslechterde de situatie nog verder. Als reactie op Indonesische infiltraties stuurde Nederland toen een vliegdekschip en onderzeeers naar NieuwGuinea. Soekarno verbrak daarop de diplomatieke betrekkingen en kondigde aan dat Nieuw-Guinea met militaire middelen zou worden bevrijd. In 1961 zou Willem Oltmans via een memorandum aan president Kennedy hebben voorkomen dat Nederland oorlog ging voeren om Nieuw-Guinea. Op zijn advies liet de Amerikaanse regering zich door Prins Bernhard voorlichten over de kwestie NieuwGuinea. President Kennedy koos in 1961 de kant van lndonesie en Willem Oltmans. Daarmee wilde hij voorkomen dat het land in het Russische kamp zou belanden. Toen minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns vervolgens in Washington kwam pleiten voor de Nederlandse zaak, zou Luns te verstaan zijn gegeven dat Nederland diende te vertrekken uit Nieuw-Guinea. Sindsdien werd Oltmans door Luns op alle mogelijke manieren tegengewerkt in het uitoefenen van zijn beroep. Na het vertrek van Luns gingen de pesterijen door; ook toen Oltmans op 30 april 1990 naar Zuid-Afrika was verhuisd en de Nederlandse staat had laten weten daar te willen blijven wonen. Oltmans keerde ten slotte in 1992 noodgedwongen berooid naar Nederland terug. 1962 Het Wereld Natuur Fonds (in Nederland afgekort als WNF, internationale Engelse naam: World Wide Fund for Nature, in VS: World Wildlife Fund) is opgericht: Het betreft een toonaangevende, wereldwijd opererende organisatie voor bescherming van de natuur. De reuzenpanda is het symbool van de organisatie. Prins Bernhard werd benoemd tot eerste voorzitter en bleef dat tot 1976. Voormalig premier Ruud Lubbers was vanaf 1999 tot 2001 hiervan voorzitter. 1 januari 1966 Na vanaf 1 januari 1947 tot 1 januari 1964 Commissaris van de Koningin in Limburg te zijn geweest werd dr. F.J.M.A.H. (Frans) Houben de vader van mr. F.J.M. (Frank) Houben Kamerheer in buitengewone dienst van koningin Juliana, wiens grote gezin tot de vriendenkring van de koninklijke familie behoorde. 1966 Aandelen van de Kempische Zinkmaatschappij
(KZM) komen voor 100% in handen van AKZO.
12 maart 1967 Generaal Soeharto wordt interim-president na een brief van zijn voorganger Soekarno (Surat Perintah Sebelas Maret, zoiets als "Bevelschrift van elf maart") 21 maart 1968 Soeharto wordt officieel gekozen als president door de MPRS (Majelis Permusyawaratan Sementara, de "interim-Beraadslagende Volksraad"). 1968 AKZO verkoop 50% van de aandelen van de Kempische Zinkmaatschappij behoudt zelf 50 % van de aandelen.
Rakyat
(KZM) aan Billiton en
1968 Terugkeer van de Billiton Maatschappij in lndonesie toen de nieuwe machthebber, generaal Suharto, haar belastte met de exploratie en exploitatie van onderzeese tindepots nabij Singkep. Suharto zag het Westerse bedrijfsleven als een welkome steunpilaar van zijn regime en probeerde met succes buitenlandse investeerders, waaronder Nederlandse bedrijven, naar lndonesie te lokken. Met de overname door olieconcern ShelllKoninklijke Olie in 1970 eindigde het zelfstandige bestaan van de Billiton Maatschappij.
48
1968 In 1968 publiceerde Willem Oltmans zijn herinneringen over het Nieuw-Guinea-vraagstuk in zijn eerste boek De verraders, waar hij inzicht bood in het debacle van de buitenlandse politiek van minister Luns en het mislukken van de geheime diplomatie van Nederlandse industrielen. Sinds 1968 heeft hij een aantal jaren de NTS/NOS-televisie in de Verenigde Staten vertegenwoordigd en enkele opvallende reportages gefilmd, waaronder het interview met Jim Garrisson, de Officier van Justitie in New Orleans, die eveneens de moord op president John F. Kennedy trachtte te ontrafelen. Ook interviewde hij voor televisie als eerste Nederlander coupgeneraal Soeharto. En natuurlijk was ook het interview met Black Panther-Ieider Eldridge Cleaver spraakmakend. 1 september 1968 Mr. F.J.M. (Frank) Houben, zoon dr. F.J.M.A.H. (Frans) Houben, werd door koningin Juliana benoemd tot burgemeester van de Gemeente Luyksgestel in Noord Brabant en is dat tot 1 februari 1977 gebleven. De familie Houben behoort tot de vriendenkring van het koninklijk huis. 1969 AKZO verkoop overige 50% van de aandelen van de Kempische Zinkmaatschappij Billiton, waarmee Billiton de 100% aandelen in haar bezit heeft.
(KZM) ook aan
1970 Billiton wordt volledig overgenomen door SHELL. Vanaf 1970 was dit bedrijf volledig in handen van de Koninklijke Shell-groep, die allerlei industrieel belangrijke zware metalen uit het erts vrijmaakte. Dit gold met name voor tin, maar ook voor de metalen lood, cadmium, arseen en zink. Ook werden er door dit bedrijf loodaccu's gerecycleerd. Dit alles leidde tot zware bodemverontreiniging. 1970 In 1970 maakte Oltmans voor de NOS een film met de adviseurs van Kennedy over de leugens van Luns in verband met de Amerikaanse steun bij een oorlog over Nieuw-Guinea. Hij ontmoette Dewi Soekarno. Een turbulente vriendschap begon, vol hectische verwikkelingen. Samen met Dewi schreef hij een open brief aan Suharto voor Vrij Nederland. Hij reisde met Dewi en haar dochtertje naar Zuidoost Azie om Soekarno te bezoeken die dan op sterven lag. In Bangkok moest Oltmans het vliegtuig verlaten: hij mocht lndonesie niet meer binnen. 4 april1972 Voormalig premier prof. dr. J.E. de Quay schrijft in zijn dagboekaantekeningen over dr. F.J.M.A.H. (Frans) Houben en zijn zoon mr. F.J.M. (Frank) Houben letterlijk het volgende: " Toen naar Den Haag alwaar gegeten met Zijlstra, de Pous, de Jong en Stijkel. Gesproken over de linkse contacten en Beatrix -via de Houben-cten, Met de 'Houben-clan' wordt de familie Houben bedoeld waarvan Frank Houben, tot vorig jaar commissaris van de Koningin in Noord-Brabant nog steeds een innige relatie heeft met het koningshuis. Hij speelde onder meer een grote rol bij de inburgering van Maxima" [Jelle Zijlstra was een bekwame en gezagvolle econoom van ARP-huize. Hoewel hij zichzelf niet als politicus beschouwde, was hij tweemaallijsttrekker van de ARP. Werd als premier van interim-kabinet een populair politicus, mede door een oudejaarsconference van Wim Kan. Nadien president van De Nederlandsche Bank.] 5 april1972 Het is deze door voormalig premier prof. dr. J.E. de Quay genoemde "Houben-clan" die het koninklijk huis aan vele miljarden euros persoonlijke eigendommen heeft geholpen en onder de dekmantel van "duurzaamheid' binnen twee generaties de gehele wereld aan het vergiftigen is. Degenen die daar met feitelijke bewijsstukken onderbouwd op reageren of daaraan iets willen doen om dat te voorkomen moeten worden opgeruimd, zoals met Pim Fortuyn is gebeurd en nu met Ad van Rooij dreigt te gebeuren. Hoe mr. F.J.M. (Frank) Houben en zijn "Houben-clan" waaronder de voormalige premiers drs. R. F. M. Lubbers (CDA), W. Kok (PvdA), J.P. Balkenende (CDA) en burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode als perspoonlijke vriend van J.P. Balkenende, daarmee omgaan kunt u hieronder lezen. Met hetgeen u hieronder kunt lezen heb ik tevens feitelijk bewezen dat koningin Beatrix en haar beoogde troonopvolger Willem-Alexander door deze "Houben-clan" vanwege onrechtmatige verrijking met vele miljarden euros ten koste van (op termijn) vele miljoenen mensenlevens persoonlijk vanaf 1970 in een "gevangen-situatie" terecht zijn gekomen, waarmee zij ondanks al haar onrechtmatig verkregen rijkdommen het erg moeilijk zal hebben.
49
Dit omdat een koning (koningin) een gezond en sterk volk achter zich wil hebben staan, die in geval van nood en/of oorlog helpt met de verdediging van haar koninkrijk. Ik ben er dan ook van overtuigd dat koningin Beatrix met deze asielaanvraag van mij, mijn gezin en mijn 92-jarige moeder in Belqie erg blij is, waarmee zij en haar zoon Willem Alexander, als beoogde troonopvolger, worden verlost uit deze al maar liefst 30 jaar lang voortdurende "gevangen-situatie" van deze "Houben-clan" onder leiding van hun kamerheer mr. F.J.M. (Frank) Houben. 11 oktober 1973 Houthandelaar C. Tissen, wonende Koperteutenstraat 8, te Luyksgestel vraagt bij burgemeester mr. F.J.M.Houben en wethouders van Luyksgestel een bouwvergunning aan voor de oprichting van een houtconserveringsinrichting met ketelhuis (voor bewijs lees: http://www.sdnl.nl/tissen-4.htm). 26 oktober 1973 Bij brief van 26 oktober 1973 bericht burgemeester mr. F.J.M. Houben en wethouders van Luyksgestel aan houthandelaar Tissen het volgende: als u met het zetten van een handtekening verklaart: "dat u voor het conserveren van hout, alleen gebruik zult maken van een conserveringsmiddelop wolmanzout basis en dat u, wanneer u zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders, gebruik zal maken van een ander conserveringsmiddel, op eerste vordering van de gemeente, zonder verdere ingebrekestelling, aan de gemeente een boete verbeurt, van fl1.000,(duizend gulden) voor iedere dag dat genoemde inrichting een ander conserveringsmiddel, als bovenbedoeld, bevet", dan kan de bouwvergunning voor de oprichting van een houtconserveringsinrichting met ketelhuis direct worden verleend (voor bewijs lees: http://www.sdnl.nl/tissen-4.htm). Burgemeester mr. F.J.M. Houben beslist als zodanig met de voorkennis en wetenschap dat bij het verlenen van een bouwvergunning een dergelijke eis wettelijk niet kan en mag worden opgelegd en met de wetenschap dat het verlenen van een bouwvergunning voor een dergelijke chemische procesinstallatie (milieucategorie-5 bedrijf en zelfs Post-Seveso bedrijf) in het buitengebied van Luykgestel in strijd was met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat burgemeester mr. F.J.M. Houben daarmee in zeer ernstige mate zijn bevoegdheid als burgemeester heeft misbruikt om het koninklijk huis, waarmee hij zeer goed bevriend is, op onrechtmatige wijze gigantitisch te verrijken. Niemand beter als hij wist namelijk dat wolmanzouten zijn samengesteld uit hoog problematisch gevaarlijk afval van Billiton/Shel1 waarvan het koninklijk huis grootaandeelhouder is en dat betreffend hoog problematisch gevaarlijk afval wettelijk tegen zeer hoge kosten op een zodanig veilige wijze had moeten worden opgeslagen dat er geen druppel van die stoffen (arseenzuur, chromtrioxide) in het milieu mogen komen. 12 september 1984 Herman Verwoest is de uitvinder van de werkwijze voor het vervaardigen van hydrothermaal geharde korrels uit bodemas en vliegas dat als afvalstof overblijft na verbranding van steenkool bij de steenkoolgestookte electriciteitscentrales. Prins Bernhard was enorm blij met deze vinding van Herman Verwoest. Herman Verwoest mocht vanwege zijn uitvinding dan ook samen met zijn baas Gijsbert Versteeg en Prins Bernhard op de foto. Deze foto is in het bezit van de Sociale Databank Nederland. Uit de stukken, die Herman Verwoest mij heeft laten lezen, kan ik niet anders oordelen dan dat Herman Verwoest de uitvinder is en dat Gijsbert Versteeg die uitvinding van Herman Verwoest heeft gestolen en op 29 december 1978 daarvoor een aanvraag heeft ingediend om het op zijn naam te laten registreren als uitvindingsoctrooi met opgaaf van de volgende houders: HOOGOVENS TECHNICAL SERVICES ENERGY & ENVIRONMENT B. V. Wenckebachstraast 1, 1951 JZ VelsenNoord {07.10.1993] HISTORIQUE-HISTORIEK: (1) 12.09.1984: AAROING WEERSTANOLAS B. V. * (2) 13.12.1985: AAROELlTE-HOLOING B. V. * (NL) 70lndustrieweg, 8071 CW NUNSPEET *waarvan de publicatie ervan heeft plaatsgevonden onder voolopig nummer: 812004737 met publicatienummer: 45096. Dit alles heeft tot gevolg gehad dat uitvinder Herman Verwoest hiertegen al tientallen jaren tot op de dag van vandaag rechtszaken voert. Herman Verwoest is nog steeds in leven. Ik stel dan ook voor om Herman Verwoest hiervoor persoonlijk uit te nodigen en om de feitelijke onderbouw te vragen. De "Houben-clan" met Prins Bernhard als boegbeeld wilde kost wat kost hebben dat in het diepste geheim, met grote bedragen aan overheidssubsidie, vanaf 1993 tot 1998 proeven werden gedaan met alle soorten levensgevaarlijk hoogproblematisch afval afkomstig vanuit de gehele wereld dat zonder enige vergunning over de Europese grenzen, landengrenzen en provinciale grenzen het bedrijventerrein van Hoogovens (Corus) binnen werd gesmokkeld, waarvan Robert Kahlman en zijn kinderen vergiftigingsslachtoffers zijn geworden. Voor de de feitelijke onderbouw lees het artikel 'VERGIFTlGO in GEHEIM LAB' in de telegraaf van 12 maart 2005 van onderzoeksjournalist Ron Couwenhoven. (voor artikellees: http://www.sdnl.nl/kahlman-telegraaf.htm).Na12 maart 2005 mocht
50
de Telgraaf hierover niet meer schijven. Ik stel dan ook voor om Robert Kahlman hiervoor persoonlijk uit te nodigen en om feitelijke onderbouw te vragen. 1986 Onder leiding van voormalig "Houben-clan" minister Pieter Wensemius (WD) heeft de Staat der Nederlanden samen met zeven petrochemische bedrijven (AKZO, DSM, Dupont de Nemours, Hoechst, Hoogovens, Shell, Unilever en Dow Chemical) het bedrijf 'AVR Chemie BV' opgeicht. De staat der Nederlanden had 10% aandelen in dat bedrijf, de gemeente Rotterdam 45% en de zeven petrochemische bedrijven (AKZO, DSM, Dupont de Nemours, Hoechst, Hoogovens, Shell, Unilever en Dow Chemical) elk 5 procent. De Nederlandse overheid had daarmee een meerderheidsbelang en daarmee de volledige zeggingsschap verkregen over deze zeven petrochemische bedrijven. De voorzitter van dit opgerichte bedrijf 'AVR Chemie BV' werd om die reden de minister van VROM, te beginnen met Pieter Wensemius als oprichter (WD) in kabinet Lubbers 1, opgevolgd door Ed Nijpels (WD) in Kabinet Lubbers 11,opgevolgd door Hans Alders (PvdA) in Kabinet Lubbers 111, opgevolgd door Margreeth de Boer (PvdA) in kabinet Kok 1, opgevolgd door Jan Pronk (PvdA) in kabinet Kok 11. Dit kabinet diende op 16 april 2002 zijn ontslag in naar aanleiding van het NIOD-rapport over Srebrenica. Voor de gigantische mens- en milieuvernietigende gevolgen daarvan lees het artikel "Artikel "Aan die 13 MIO kilo Arsenicum en die 30 MIO kilo Chroom VI kan het niet gelegen hebben" van Pamela Hemelrijk van 2 oktober 2003 (voor gehele artikellees: http://www.sdnl.nl/pamela14.htm). Dit artikel was het voorwoord van een boek wat Pamela Hemelrijk hierover wilde gaan schrijven. De oorzaak dat Pamela niet tot het schrijven van dat boek kon komen zit hem in de volgende ontwikkelingen: tot 2002 schreef Pamela artikelen en columns voor het Algemeen Dagblad. Nadat twee columns van haar door het AD werden geweigerd plaatste ze haar column "1saw a dead man win a fight" over de moord op Fortuyn en de rol van politiek en media op De Gezonde Roker. Het AD sommeerde haar en Theo van Gogh de column te verwijderen. Daaraan gaf Pemmela Hemelrijk geen gevolg. In 2002 werd ze geschorst, volgens het AD omdat ze bij de uitreiking van de Nieuwspoortprijs voor de beste verkiezingscampagne iemand met een taart wou bekogelen, Hemelrijk sprak dat tegen. Verder zou ze volgens het AD tegen de algemeen manager van Nieuwspoort gevloekt en gescholden hebben toen hij haar vroeg het perscentrum te verlaten 22 april 1987 tot 1 oktober 2003 Mr. F.J.M. (Frank) Houben is in deze periode Commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Hij is ondermeer ook voorzittter van de commissie milieu bij de CDA omstreeks april 1987, voorzitter CDAbestuurdersvereniging afdeling Noord-Brabant omstreeks april 1987, kamerheer in de provincie Noord-Brabant vanaf 1 oktober 2004, voorzitter Raad van Beheer AVR-Chemie Rotterdam van 1993 tot 1998, lid van de Raad van Commissarissen van de PNEM (en later Essent), lid bestuur Nationaal Groenfonds, voorzitter Brabant Medical School. Bij zijn huwelijk met Monique Marie van Lanschot was Prinses Christina een van hun getuigen. Hij is erg bevriend met de koninklijke familie en is daarom persoonlijk getuige bij het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander met Maxima. 7 juli 1989 Op 7 juli 1989 schrijft het Eindhovens Dagblad over houtimpregneerder C. Tissen "Hout impregneren zonder het milieu te belasten". Volgens het Einhovens Dagblad belast houtimpregneerder C Tissen te Luyksgestel het milieu niet met arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). De werkelijkheid is echter totaal anders. Houtimpregneerder C. Tisssen heeft namelijk berekend en gemeten dat zijn bedrijf jaarlijks ca. 16.000 kg. arseenzuur en 19.000 kg. chroomtrioxide (chroom VI) in het hout perst dat nooit meer op zijn bedrijf terugkomt. Arseenzuur en chroomtrioxide zijn zware metalen die in de natuur nooit afbreken en volledig oplossen in water. Dit betekent dat als het geimpregneerde hout er niet meer is (is verrot), al het het arseenzuur en chroomtrioxide in opgeloste vorm in het oppervlaktewater, grondwater en daarmee later ook in ons drinkwater terecht is gekomen, waaruit het technisch niet meer te verwijderen valt. In 2000 schrijft het Eindhovens Dagblad dat 80 miljoen mensen in Bangladesh via het grondwater bedreigd worden met kanker als gevolg van arseen in grondwater. In 2000 schrijft het Eindhovens Dagblad dat de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) alarm heeft geslagen over een dreigende ramp in Bangladesh. De helft van de bevolking dreigt besmet te raken door het drinken van met arseen verontreinigd grondwater. Ondanks deze wetenschap en de wetenschap dat hetzelfde met alle 16,5 miljoen Nederlanders staat te gebeuren als gevolg van hun foute artikel over houtimpregneerder C. Tissen, weigert de redactie van het Eindhoven Dagblad hun artikel daarop te rectificeren. (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2007-1 0-11.php)
51
30 april 1990 Willem Oltmans verhuisde met heel zijn hebben en houden naar Hillbrow en wilde zijn oude dag gaan doorbrengen in het nieuwe Zuid-Afrika, dat er onherroepelijk aankwam. 29 augustus 1991 Over de problematiek zoals in deze "Geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag voor politiek asiel in Belgie" staat beschreven heeft Minister-President drs. R.F.M. Lubbers bij brief d.d. 29 auguistus 1991 (nr. 91 M006379) letterlijk het volgende gereageerd aan A.M.L. van Rooij: "Zeer geachte heer van Rooij; Naar aanleiding van uw brief van 25 augustus jI. deel ik u mede tot geen andere slotsom te komen dan in de brief nt. 91 M005605 verwoord. Ik stel er prijs op de correspondentie over het onderwerp, waarover u mij reeds vele malen heeft geschrteven, hiermee af te sluiten. Op eventuele volgende brieven zal ik dan ook niet meer reageren. De meeste hoogachting drs. RFM Lubbers." Hiermee heeft Minister-President drs. R.F.M. Lubbers (CDA) al vanaf 29 augustus 1991 mijn grondrechten als Nederlands burger afgenomen (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-09-04.php) 10 maart 1992 1 ntentieverklaring uitvoering milieubeleid basismetaalindustrie ondertekend door: minister J.G.M. Alders namens het ministerie van VROM. minister dr. J.E. Andriessen namens het ministerie van EZ. minister J.R.H. Maij-Weggen namens het ministerie van V en W. de heer D. Sonneveld namens het Interprovinciaal Overleg. drs. P.Ph. Dordregter namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. dr. ir. J. IJff en mr. C. Th. Smit namens de Unie van Waterschappen. ir. O.HA van Royen namens de stichting Basismetaalindustrie en Milieu Bovengenoemde personen hebben hiermee een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waarin is beslist dat de 220.000 ton jarosiet die Billiton (Budelco/Shell) jaarlijks aan gevaarlijk afval opslaat in het jaar 2000 moet zijn teruggebracht naar 11.000 ton en dat 209.000 ton daarvan moet worden hergebruikt (zie bijlage 1 blz. 14 en 15 overeenkomst). In deze overeenkomst is aan bovengenoemde deelnemers en de deelnemers uit de overleggroep en taakgroepen een geheimhoudingsplicht opgelegd (zie bijlage 3, blz. 2 en 3 overeenkomst). Overeenkomstig die intentieverklaring moest de metaalindustrie (Billiton/Budelco/Shell) van het Kabinet Lubbers 111 het concentraat aan zware metalen (arseen, chroom VI, koper) uitjarosiet halen waarvoor de industrie (Hickson Garantor) veel belangstelling had. Hickson Garantor Nederland BV verwerkt dit concentraat aan zware metalen (feitelijk extreem gevaarlijk afval) in haar bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co en verkoopt betreffend bestrijdingsmiddel aan o.a. de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle B.V. Voor dit alles hebben de Ministers van VROM en EZ enorme bedragen aan overheidssubsidie (gemeenschapsgeld) uitgegeven en doen dat nog steeds. Het gaat om o.a. enorme hoeveelheden arseen, chroom VI en koper uit jarosiet (zinkafval) die Billiton (Budelco/Shell) wereldwijd via dekmantelbedrijf Hickson Garantor wil gaan verkopen om het vervolgens via de houtimpregneerbedrijven, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle BV, bij de door minister J.G.M. Alders van VROM opzettelijk onjuist voorgelichte consumenten, in de tuinen te dumpen. [Overgenomen uit de pleitnotitie d.d. 15 december 2003 van het Ecologisch Kennis Centrum BV aan de staatraden rnr. dr. M. Oosting (voorz), rnr. Ch. W. Mouten en drs. H. Borstlap in de zaaknummer 200301493/1) 12 maart 1992 Over de problematiek zoals in deze "Geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag voor politiek asiel in Belgie" staat beschreven heeft verantwoordelijk minister J.G.M. Alders (PvdA) van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bij brief d.d.12 maart (kenmerk: SBM/26292002) letterlijk het volgende gereageerd aan A.M.L van Rooij: "Geachte heer van Rooij, U toont al vele jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer, wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter miiieu. Vooral wanneer op deze bezorgdheid ook een daadwerkelijk handelen in de persoonlijk sfeer volgt. Het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen door de firma Van Aarle brengt u door middel van talrijke vragen veelvuldig onder mijn aandacht. Ook in uw brief van 16 februari stelt u mij wederom een groot aantal vragen, voortvloeiend uit uw visie hierop. U legt inmiddels een zeer groot tijdsbeslag op mijn medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiene en de Regionale Inspectie Milieuhygiene. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse
52
standpunten en het feit dat uw brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. U noopt mij daarom thans een beslissinq te nemen omtrent de behandelinq van uw brief d.d. 16 februari ;.1.en eventuele volqende brieven. Deze beslissinq houdt in dat uw brieven voor kennisqevinq zullen worden aanqenomen. Een inhoudelijke beantwoordinq zal niet meer plaatsvinden." Hiermee heeft verantwoordelijk minister J.G.M. Alders (PvdA) van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer al vanaf 12 maar 1992 mijn grondrechten als Nederlands burger afgenomen, hetgeen door alle opvolgende ministers van VROM is voortgezet (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-09-04.php) 20 mei 1992 Minister H. Alders van VROM (PvdA) laat aan alle houtrmpregneerbedrijven en de daarbij horende gemeenten, provincies en waterschappen de circulaire betreffende werkprogramma milieumaatregelen voor houHmpregneerbedrijven toekomen. Huidig directeur C.M. Moons van VROM stuurde een begeleidende brief bij de circulaire van Minister Alders. In deze brief wordt voor de duidelijkheid meedegedeeld dat in de circulaire geen uitspraken worden gedaan over de milieuaspecten in de gebruiks- of afvalfase. Oftewel de aan de houtrmpregneerbedrijven verleende milieuvergunning houdt geen rekening met de milieu- en de gezondheidsschade van het door hen geproduceerde en verkochte ge'fmpregneerde hout. Deze circulaire was geldig tot 1 januari 1996. (zie http://www.hetechtenieuws.org/2007-08-02.php). Juni 1992 Onder voorzittersschap van voormalig minister Alders van VROM is het "Rio de Janeiro protocof' tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van behoud van de regenwouden heeft Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. De door minister Alders gesubsidieerde milieuorganisaties waaronder Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuurfonds volgden minister Alders van VROM daarin blindelings, anders werd hun subsidie ingetrokken. Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerde de aanschaf van geimpregneerd hout door de consument. Coniferen en beukenhagen werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Ge'fmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van ge'fmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels, vlonders, beschoeiingen, huizen en zelfs gehele woonwijken werden gebouwd van ge'fmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat Billiton/Budelco/Shell op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, met de hulp van het Kabinet Lubbers 111, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen. Het gehele kabinet Lubbers 111 heeft op de hierboven beschreven wijze Billiton (Budelco/Shell) geholpen om via de dekmantelbedrijven Hickson Garantor Nederland BV en houtimpregneerbedrijven, waaronder de Gebr. van Aarle BV, jaarlijks miljoenen kilogrammen arseen, chroom VI en koper met het ge'fmpregneerde hout mee in water, bodem en lucht te dumpen. Dit alles in strijd met hun eigen beleid zoals dat door de Tweede Kamer der Staten Generaal is vastgelegd in het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990 waarin zowel arseen als chroom VI staan opgenomen als zwarte lijststof en waarvoor in Internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen van deze stoffen, gezien hun gevaarlijke eigenschappen, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden voorkomen. Onder milieuschadelijkheid wordt verstaan: stofeigenschappen zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit of afbreekbaarheid -, en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden. [Artikel: Grootste milieuschandaal ooit ontmaskerd Overgenomen uit Kleintje Muurkrant nr 386, 19 december 2003] 2 augustus 1992 Buitenlandse Zaken en de inlichtingdiensten hadden een noodplan ontwikkeld om Willem Oltmans in een klap te kunnen rurneren. Ze oefenden pressie uit op de Zuid-Afrikaanse regering en deze zorgde ervoor dat de zorgvuldig opgebouwde contacten in dat land in een snel tempo werden afgebroken. Uiteindelijk werd Oltmans op 2 augustus 1992 gearresteerd en als een dief in de nacht op het vliegtuig naar Amsterdam gezet. Oltmans was zo goed als alles kwijt en stond letterlijk op straat. Hij besloot terug te vechten en daar had men niet meer op gerekend. Hij startte een proces tegen de Staat der Nederlanden en eiste volledige financiels compensatie voor minstens 35 jaar overheidssabotage en treiteren. Dit tijdstip lag juist voor het moment dat Robert Kahlman in het diepste geheim bij Hoogovens (later Corus) te Ijmuiden in een kelder 5 jaar lang proeven heeft moeten doen met levensgevaalijk afval afkomstig vanuit de gehele wereld, waaronder uit Zuid-Afrika. Betreffend levensgevaarlijk afval vanuit Zuid-Afrika is zonder enige vergunning over de Europese grenzen,
53
landengrenzen, provinciale grenzen het bedrijventerrein van Hoogovens (Corus) binnengesmokkeld om daarop door Robert Kalhman proeven te laten uitvoeren zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning in strijd met de Arbowet. Korte tijd later (in 1994) is de (merk)naam Billiton overgegaan van Shell naar het Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijf Gencor, waarna alle activiteiten in Arnhem zijn gestopt en de grond van het fabrieksterrein aan de Rijn is gesaneerd. Oat kan geen toeval meer zijn. 18 augustus 1992 Op 18 augustus 1992 (direct daarna) is op initiatief van de milieuofficier van Justitie mr. G. Bos (een persoonlijke vriend van Frank Houben) op het paleis van justitie te 's-Hertoqenbosch in het diepste geheim de situatie rondom houtbewerkend bedrijf gebr. van Aarle B.V. en buurman A.M.L. van Rooij besproken zonder dat ik daarvan in kennis ben gesteld en zonder ik daarvan ooit het besprekingsverslag heb toegestuurd gekregen. Toevalligerwijze ben ik ruim een jaar later aan een kopie van betreffend veslag gekomen. In dat geheime overleg waren aanwezig dhr. G. Bos, officier van justitie (voorzitter), dhr. G. Broeren (parketsecretaris), dhr. H. de Vries (milieu-inspecteur NoordBrabant), dhr. H. Artz (juridisch medewerker provincie Noord-Brabant), dhr. V. Oitters (hoofd algemene zaken waterschap Oe Oommel), mevr. 1. Valk (wachtmeester rijkspolitie Sint-Oedenrode), dhr. M. Saris (wachtmeester rijkspolitie Sint-Oedenrode), dhr. P. Schriek (COA)(burgemeester van Sint-Oedenrode), mevr. H. van Oijk-Eerhart (COA)(wethouder milieu van Sint-Oedenrode), dhr. C Kerstholt (hoofd afdeling bouwen en milieu bij de gemeente Sint-Oedenrode) en dhr. G. van Aarle (milieu technisch medewerker bij de gemeente Sint-Oedenrode). In dat overleg staat geschreven dat het bedrijf gebr. van Aarle B.v. over alle vereiste vergunningen beschikte. Oit met de voorkennis en wetenschap dat betreffend bedrijf over geen enkele vergunning beschikte en Ad en Leo van Aarle hun houtimpregneerinstallatie vanaf 11 augustus 1992 in werking hebben genomen zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, in strijd met het bestemmingsplan buitengebied op sterk verontreinigde grond, zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning en Wvo-vergunning, zonder een daarvoor vereist extern veiligheidsrapport en rampenbestrijdingsplan en zonder dat er ook maar ooit metingen zijn uitgevoerd naar de arseen een chroom VI verontreinigingen in de vrijkomende stoomwolken die vanuit het bedrijf naar de omgeving werden verspreid en bij openstaande ramen zelfs de woning van Cornelis van Montfort binnenwaaiden. In dat besprekingverslag stond ook dat ik erg agressief ben, terwijl ik dat niet ben en tot op de dag van vandaag nooit ben geweest. Oaarmee heeft milieuofficier G. Bos van Justitie de basis willen leggen om mij in opdracht van burgemeester P. Schriek te kunnen laten oppakken om in een gesloten inrichting te laten opsluiten. Om die reden is in dat geheime overleg op voordracht van H.A.M.A de Vries (milieuinspecteur van VROM voor Noord Brabant) ook besloten dat burgemeester P. Schriek (COA) zonder voorafgaande aankondiging GGO-arts Henk Jans op A.M.L. van Rooij moest afsturen om mij te onderzoeken op mijn geestelijke gesteldheid. Oaarbij is het goed te weten dat diezeflde GGO-arts Henk Jans eerder samenwerkte met burgemeester P. Schriek vanuit zijn vorige functie als wethouder in Oosterhout. Het is daarbij tevens goed te weten dat dezeflde GGO-arts Henk Jans vanuit zijn eigen bureau betaalde onderzoeken uitvoerde voor Hickson Garantor Nederland B.V. te Nijmegen, de leverancier van het bestrijdingsmiddel SuperwolmanzoutCO aan de gebr. van Aarle waarvan R. Leegwater directeur was. Het is daarbij tevens goed te weten dat dezelde R. Leegwater samen met O. Mouwen (werknemer bij Unilever) het adviesbureau Techmil B.v. en later Techmil Management B.v. hebben opgericht en van daaruit met grote bedragen aan overheidssubidie het bedrijf gebr. van Aarle adviseerden en daarna ondersteunden in de door mij vele aangespannen rechtszaken bij de Raad van State. Oankzij met name de hulp van Anton Nigten (Landelijk Milieu Oeverleg) en Jan Juffermans (Kleine Aarde) is het toen niet zover gekomen dat ik door deze aktie in opdracht van voormalig minister Hans Alders van VROM als aggressief (geestesziek) in een gesticht ben opgenomen. Het is daarbij tevens goed te weten dat verantwoordelijk inspecteur H.A.M.A de Vries van de provincie Noord Brabant door verantwoordelijk minister Hans Alders onder zeer hoge druk moet zijn gezet om tot dit handelen te zijn overgegaan. Oit omdat dezelfde inspecteur H.A.M.A. de Vries van VROM in 1987 en 1988 aan mij en aan de gemeente Sint-Oedenrode heeft geschreven dat de oprichting van dit milieucategorie-5 bedrijf bij gebr. van Aarle in strijd is met het ter plaatse van kracht zijnde bestemming buitengebied en dat alvorens met de bouw van de houtimpregneerketel kan worden begonnen eerst het sterk verontreinigde bedrijventerrein gesaneerd moet zijn. Het is hierbij ook goed te weten dat dit alles toentertijd heeft plaatsgevonden onder politieke verantwoordelijkheid van voormalig ministere van justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin, die na geruime tijd voorzitter te zijn geweest van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; het hoogste rechtscollege van Nederland, in het huidige kabinet weer minister van Justitie is. Hiermee is tevens het bewijs geleverd dat er in Nederland van onafhankelijke rechtsspraak al tientallen jaren lang absoluut geen spake is.
54
Voor feitelijke onderbouw lees (http://www.mstsnl.net/ekc/ekc-bos1.htm) (http://www.hetechtenieuws.org/2007-11-26.php)
en
1993-1998 Robert Kahlman heeft onder in een kelder bij Hoogovens (Iater Corus) te Ijmuiden in het diepste geheim 5 jaar lang proeven moeten doen met levensgevaalijk afval afkomstig vanuit de gehele wereld, waaronder Zuid-Afrika, Australie, Israel, oostblok landen maar ook vanuit Nederland met name vanuit Budelco (Shell). AI dat levensgevaarlijke afval is maar liefst 5 jaar lang vanuit de gehele wereld zonder enige vergunning over de Europese grenzen, landengrenzen, provinciale grenzen het bedrijventerrein van Hoogovens (Corus) binnen gesmokkeld om door Robert Kahlman daarop proeven te laten uitvoeren zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning in strijd met de Arbowet Robert Kahlman en zijn kinderen zijn daarvan erg ziek geworden, zonder daarvoor ook maar enige schadevergoeding van Corus en/of de Staat der Nederlanden te hebben mogen ontvangen. Dit met de wetenschap dat Corus miljoenen euros subsidie heeft ontvangen voor het plegen van deze grensoverschrijdende misdrijven. Voor de feitelijke onderbouw lees het artikel 'VERGIFTlGD in GEHEIM LAB' in de telegraaf van 12 maart 2005 van onderzoeksjournalist Ron Couwenhoven. (voor artikel lees: http://www.sdnl.nl/kahlman-telegraaf.htm).Na12 maart 2005 mocht de Telgraaf hierover niet meer schijven. Ik stel dan ook voor om ook Robert Kahlman hiervoor persoonlijk uit te nodigen en om feitelijke onderbouw te vragen.
1994 De (merk)naam Billiton is in 1994 overgegaan van Shell naar het Zuid-Afrikaanse mijnbouwbedrijf Gencor, waarna alle activiteiten in Arnhem zijn gestopt en de grond van het fabrieksterrein aan de Rijn is gesaneerd. Een van de zwaarste verontreinigingen werd veroorzaakt door de accubreker, waarbij grote hoeveelheden zwavelzuur en Lood vrijkwamen In 1996 sloot de tinsmelter in Arnhem voorgoed haar poorten. Het terrein werd gesaneerd. 1994 tot 1998 Dick Tommel (D66) was vanaf 1994 tot 1998 staatssecretaris van het Ministerie van VROM. Vanuit die functie heeft hij honderden miljoenen guldens milieusubsidie (gemeenschapsgeld) uitgegeven om onder de dekmantels van 'KOMO-keur gelmpregneerd hout' en 'Duurzaam bouwen' hout vol te persen met onder andere de zwarte lijststoffen arseenzuur, chroomtrioxide en vele onbekende chemische stoffen, de zogenaamde niet werkzame stoffen, om daarmee de metaalindustrie (SheII/Billiton) met grote kostenbesparingen van hun hoogproblematisch gevaarlijk afval af te helpen. Daarbij worden de houtimpregneerbedrijven als 'dekmanter gebruikt Dit alles kon Tommel toentertijd realiseren omdat de Bestrijdingsmiddelenwet ernstige tekortkomingen kent; ze houdt namelijk geen rekening met de niet werkzame chemische stoffen in het bestrijdingsmiddel en ook niet met de milieu- en gezondheidsconsequenties als het betreffende bestrijdingsmiddel in de afvalfase is beland. Met deze tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet kan elk soort gevaarlijk afval worden omgezet tot het product 'bestrijdingsmiddef. Het ministerie van VROM weet dit al ruim 10 jaar lang, maar weigert deze tekortkomingen in de Bestrijdingsmiddelenwet te repareren. Dit zegt genoeg zowel wat ons ministerie van VROM betreft als over Dick Tornrnel. [Artikel: D66 Tommel en de milieumaffia uit Kleintje Muurkrant nr 366, 29 maart 2002] 1997 Het bedrijf Edelchemie te Panheel (nu in Belqie gevestigt) beschikt over de 'nuloptie-technologie' waarmee deze milieuvergiftiging grotendeels kan worden opgelost De minister van VROM erkent dat. Desondanks werd in 1997 door Stichting Natuur en Milieu, die voor 80% afhankelijk is van milieusubsidie van VROM, een kort geding gestart tegen Edelchemie, waarin zij de president van de rechtbank te Roermond, hebben verzocht om dat bedrijf een dwangsom van f.25.000,- per dag op te leggen voor elke dag dat Edelchemie de geurnorm overtreedt Het is hierbij goed te weten dat de stank grotendeels werd en wordt veroorzaakt door de rioolzuiveringsinstallatie van het Zuiveringschap Limburg dat pal naast het bedrijf van Edelchemie is gelegen, en dat de Stichting Natuur en Milieu deze geuremissie ten onrechte toeschrijft aan Edelchemie. Het is hierbij tevens goed te weten dat Stichting Natuur en Milieu de geconstateerde geuremissie niet heeft gebaseerd op geurmetingen maar op bevindingen van snuffelaars. Dit zijn mensen die met hun neus snuffelen en dan op papier zetten wat de geuremissie is. Stichting Natuur en Milieu (VROM) heeft deze snuffelaars betaald en dus bepaald wat zij over geuremissie afkomstig van Edelchemie in hun rapport moesten opschrijven. Op deze manier heeft Stichting Natuur en Milieu het bedrijf Edelchemie te Panheel gesloten gekregen.
55
Dit alles met de bedoeling om hiermee de nuloptie-ontgiftigingstechniek van Edelchemie uit te schakelen, zodat verdere vergiftiging van natuur en milieu ongestoord kan doorgaan. Inmiddels heeft het ministerie van VROM een 'alternatieve' route bedacht voor verwerking van fotografisch gevaarlijk afval via de AVR in Rotterdam. Onder andere het totaal niet afbreekbare bromide gaat nu diffuus het milieu in. De verglazingstechnologie (nuloptie) van Edelchemie, geroemd in het meerjarenplan 11 verwerking gevaarlijk afval, geroemd als minimum standaard, is afgedankt door het Ministerie van VROM, zogenaamd omdat Edelchemie milieuproblemen zou hebben (de snuffelaars van de Stichting Natuur en Milieu). Zo werkt de subsidieverlening in Nederland. De Tweede Kamer lijkt niet te bestaan. Ook ir. G.C. van Wijnbergen (CDA), de vice-voorzitter van het College van de Toelating bestrijdingsmiddelen (CTB), speelde een belangrijke rol bij de toelating van giftige wolmanzouten voor de verduurzaming van hout. De ontgiftigingstechniek van Edelchemie was hem dan ook een doorn in het oog. Om die reden heeft de heer Wijnbergen, als voorzitter van het Zuiveringschap Limburg, aan Edelchemie zodanige lozingsvoorschriften opgelegd dat betreffend bedrijf die altijd moest overtreden, waarna hij vervolgens middels het opleggen van allerlei dwangsommen Edelchemie naar hartelust honderdduizenden guldens afhandig kon maken. Hier is dan ook sprake van een dwangsomcriminaliteit in zijn meest ernstige vorm (voor bewijs lees: http://www.sdnl.nl/column-6.htm). Bij brief d.d. 17 december 1997 heb ik R. Beckers (voorzitter). A. van den Biggelaar (directeur) en Prof. L. Reijnders (milieukundige) van de Stichting Natuur en Milieu hierover letterlijke het volgende geschreven: "Geachte Mevrouw Beckers en Heren van den Biggelaar en Reijnders; U bent verantwoordelijk voor hetgeen Stichting Natuur en Milieu doet. Ik richt deze brief om die reden aan: 1} R. Beckers als voorzitter, 2} A. van den Biggelaar als directeur; 3} Prof. L. Reijnders als milieukundige; Aan U alle drie maak ik kenbaar dat tot op heden alleen A.J.M. van den Biggelaar (als directeur) heeft gereageerd op mijn brief van 14 december jl. Om die reden verwacht ik nog een inhoudelijke reactie van mw. R. Beckers (als voorzitter) en L. Reijnders (als milieuprofessor). Mede vanwege mijn goede relatie met Stichting Natuur en Milieu ervaar ik de inhoud van de brief van 16 december 1997 (kenmerk MRJMP1971216. 179) van directeur A.J. M. van den Biggelaar als een klap in mijn gezicht. Naar aanleiding daarvan wil ik U het volgende kenbaar maken en de volgende vragen stellen. Ooor U wordt gesuggereerd dat mijn positie ten opzichte van Edelchemie niet onafhankelijk is. Oeze vorm van laster accepteer ik van niemand dus ook niet van Stichting Natuur en Milieu. Ik richt aan U daarom het nadrukkelijke verzoek U zich daarvoor per kerend faxbericht schriftelijk te verontschuldigen. Oit vanwege het feit ik alles, wat ik voor Edelchemie heb gedaan, uit mijn eigen portemonnee heb betaald. Oe reden waarom ik persoonlijk veel tijd en geld besteed aan Edelchemie moet U zoeken in het volgende: 1988 - 1991, Stichting Natuur en Milieu maakt reclame voor het gebruik van met arseen en chroom VI gewolmaniseerd hout en als zodanig voor de diffuse vergiftiging van geheel Nederland met zwarte lijststoffen. (zwaarste klasse kankerverwekkende stoffen). Als gevolg daarvan zal een groot gedeelte van het Nederlandse volk kanker krijgen, onvruchtbaar worden en genetische veranderingen ondergaan. Er is om die reden in internationaal verband besloten dat "zwarte lijststoffen" via een maximale brongerichte aanpak met de best bestaande techniek uit het milieu moeten worden geweerd. Stichting Natuur en Milieu start hiertegen geen Kort Geding omdat de minister van VROM (hun werkgever) alle milieu en gezondheidsschade als gevolg daarvan zal moeten betalen. 1991 - 1995. Stichting Natuur en Milieu erkent dat zij met betrekking tot hun reclame voor het gebruik van gewolmaniseerd hout fout zaten, maar doet verder niets. Ik heb ervoor gezorgd dat Groen Links in 1991 en 1996 moties heeft ingediend om arseenhoudende wolmanzouten te verbieden en dat die moties op resp. 12 november 1991 en 19 november 1996 door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Oe minister van VROM weigert vanwege "coilusie" uitvoering te geven aan de door de Tweede Kamer aangenomen moties. Bijgevoegd vindt U de brief van 21 juni 1993 van criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk aan mr. Ficq, hoofdofficier van Justitie (bijlage 1). Oaarin kunt U lezen wat "collusie" betekent. Stichting Natuur en Milieu doet nieis, ondanks het feit zij hiermee al vanaf 1991 de steun van de gehele Tweede Kamer heeft. Zij steunen hiermee de minister van VROM (hun werkgever) omdat die alle milieu en gezondheidsschade als gevolg daarvan zal moeten betalen. Op 16 maart 1995 laat Stichting Natuur en Milieu via het Landelijk Milieu Overleg een persbericht uitgaan (bijlage 2). Oaarin maken zij het Nederlandse volk o. a. kenbaar dat de impregneerbedrijven: 1} Hickson Garantor B. V. te Nijmegen; 2} Hickson Garantor B. V. te Amsterdam, 3} Foreco te Oalfsen; 4} Gebr. Van Aarle B. V. te Sint Oedenrode (mijn buurman) de post-Seveso Richtlijn overtreden en als zodanig een chemische ramp kunnen veroorzaken van een omvang als die in Seveso (ltalie) zonder dat de verre omgeving daartegen beschermd is. Het overtreden van de Post Seveso Richtlijn wordt in Europees verband als een van de zwaarste milieumisdrijven genoemd. Ondanks dat start Stichting Natuur en Milieu hiertegen geen Kort Geding. Zij steunen hiermee de minister van VROM (hun werkgever) omdat die alle milieu- en gezondheidsschade als gevolg daarvan zal moeten betalen. 1996. Oe minister van VROM besluit dat met arseen en chroom VI
56
gei'mpregneerd hout (welke is voorzien van een KOMO-sticker) milieuvriendelijk is. Zij bes/uit om die reden (via de DUBO-voorzieningen) tot het verlenen van 25 - 75% milieusubsidie aan particulieren die met arseen en chroom VI gewolmaniseerd hout kopen om daarmee henzelf, hun kinderen en kleinkinderen kanker te laten krijgen, onvruchtbaar te maken en genetisch te schaden. Zelfs tegen deze subsidieverlening, waarbij jaarlijks honderden miljoenen gemeenschapsgeld wordt uitgegeven om geheel Nederland diffuus te vergiftigen, start Stichting Natuur en Milieu geen Kort Geding. Zij steunen hiermee de minister van VROM (hun werkgever) omdat die dit moet doen van Hickson Garantor B. V. te Nijmegen, die om "collusie" redenen het gehele ministerie van VROM in hun macht heeft. 1997. Als gevolg van bovengenoemde handelwijze van Stichting Natuur en Milieu is geheel Nederland diffuus vergiftigd met de meest kwalijke kankerverwekkende stoffen, zoa/s arseen en chroom VI. Edelchemie kan met zijn wereldwijde gepatenteerde "nuloptie-technologie" dit gigantische milieuprobleem oplossen. Hickson Garantor B. V. en andere malafide bedrijven die veel geld verdienen aan het diffuus dumpen van levensgevaarlijk afval besturen om "collusie" redenen het ministerie van VROM. Edelchemie is voor hen om die reden een groot gevaar. Met dit Kort Geding tegen Edelchemie helpt stichting Natuur en Milieu de minister van VROM (hun werkgever) met de liquidatie van Edelchemie. Vanwege het feit ik niet wil hebben dat door toedoen van Stichting Natuur en Milieu geheel Nederland diffuus wordt vergiftigd, en daarmee onze kinderen en kleinkinderen ongeneeslijk ziek zullen worden, heb ik hieraan al 10 jaar lang al mijn vrije tijd en vakanties opgeofferd en heb ik prive hieraan al honderden duizenden guldens uitgegeven. Zo ook help ik Edelchemie in mijn eigen vrije tijd op eigen kosten. Op Uw antwoorden "ad 1 t1m ad 11" heb ik de volgende reactie: Ad 1) A. J. M. van den Biggelaar spreekt hiermee namens stichting Natuur en Milieu onwaarheden. Ad 2) De heer Neve/s kent betreffende sommatie niet. Ik verzoek U om die reden mij daarvan een afschrift te laten toekomen. Ad 3) RIVM en RIMH hangen onder het ministerie van VROM. De minister van VROM is de werkgever van stichting Natuur en Milieu. Stichting Natuur en Milieu doet om die reden datgene wat de RIVM en RIMH hen voorschrijft. Ad 4) Stichting Natuur en Milieu geeft hiermee aan dat zij er geen enkel probleem mee hebben om met milieucriminelen samen te werken. Ad 5) Stichting Natuur en Milieu moet om bovengenoemde "coliusie" redenen Edelchemie liquideren. Ad 6) In tegenstelling met hetgeen U schrijft, heb ik zeer goede ervaringen met de provincie Limburg. Zij treden niet op tegen Edelchemie, omdat zij ervan overtuigd zijn dat Edelchemie bovengenoemde gigantische diffuse vergiftiging met haar wereldwijd gepatenteerde nuloptie-technologie kan oplossen. Stichting Natuur en Milieu wil dat niet. Om die reden heeft U tegen Edelchemie dit Kort Geding gestart. Ad 7) De normale rechtsgang bij de Raad van State durft Stichting Natuur en Milieu niet te volgen omdat die minder belangen verstrengeld is dan de lokale rechtbank. Ad 8) Hieruit leid ik af dat Stichting Natuur en Milieu belangen verstrengeling binnen rechtbanken erg toejuicht. Ad 9) Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd de door PRA gebruikte methode subjectief is. In tegenstelling met hetgeen U schrijft is die meetmethode van geurhinder niet erkend. Het lijkt mij verstandig om U voortaan hierover beter te laten voorlichten. Op de subvragen a t1m k weigert U te antwoorden. Hieruit leid ik af dat U daarmee zelf toegeeft dat betreffende snuffelaars, die de metingen hebben verricht, een mogelijk crimineel verleden hebben. Ad 10) U heeft zich gebaseerd op reuk van diverse bedrijven, waaronder het rioolwaterzuiveringsbedrijf pallangs Edelchemie, welke U om "collusie" redenen allemaal wilt toeschrijven aan Edelchemie. Hoe erg zo'n rioolwaterzuiveringsbedrijf kan stinken kunt U lezen in bijgevoegd artikel "stankgolf over Zuid-Oost Brabant" uit het Eindhovens Oagblad van 17 december 1997 (bijlage). CONCLUSIE. Ik betreur het dat U op grond van vorenstaande niet met mij wilt praten. Ook betreur ik het dat U mijn goede naam zwart wilt maken door te suggereren dat ik van Edelchemie geld ontvangen heb, of anderszins belangen verstrengeld ben. Ondanks hetgeen U mij 10 jaar lang heeft aangedaan sta ik nog steeds open voor overleg. Om die reden smeek ik Stichting Natuur en Milieu mij daartoe de ruimte te bieden en het Kort Geding van 19 december a.s. op te schorten tot na een ronde tafel bijeenkomst, waarbij vanzelfsprekend Milieudefensie, De Kleine Aarde, NIVON, Edelchemie, Stichting SDD en ondergetekende aanwezig zijn om te komen tot een onafhankelijk oordeel over de grote milieuwinst van de nuloptie-technologie van Edelchemie. Vertrouwend op uw medewerking en reactie v66r 19 december 1997, teken ik, met vriendelijke groetren Ing. A.M.L. van Rooij, Milieu- en Veiligheidskundige"Voor het feitelijke bewijs lees: http://www.sdnl.nllmilieu19.htm Tot op de dag van vandaag (13 jaar later) hebben R. Beckers (voorzitter). A. van den Biggelaar (directeur) en Prof. L. Reijnders (milieukundige) van de Stichting Natuur en Milieu daarop nog steeds niet gereageerd. Hiermee is feitelijk bewezen dat zelfs de grote Nederlandse milieuorganisties, als stichting Natuur en Milieu, en zelfs de wereldbekende Nederlandse milieuprofessor Lucas Reijnders, vanwege overheidssubsidie, al in 1997 volledig in de wurggreep waren van de koninkljike Nederlandse "Houben-clan" zoals dat door voormalig Nederlands premier Oe Quay wordt genoemd.
57
Februari 1999 In 1990 heeft AVR Chemie BV een betonnen bak van 320 bij 50 meter en 11 meter diep laten bouwen in de maasvlakte. Deze bak is door AVR Chemie B.V. gebouwd voor een veilige opslag van levensgevaarlijk afval dat nooit afbreekt en in die C2-deponie voor de komende 100 jaar moet blijven liggen. Ir H. Roest, voorheen ingenieursgeoloog bij de Technische Universiteit Delft schreef hierover een brief aan de kamercommissie voor milieu, van de Tweede Kamer. Volgens Roest lijkt het er op dat het afval voor eeuwig op de Maasvlakte blijft liggen, dichtbij grondwater en zeer groot en diep oppervlaktewater, de Noordzee en het Voornse Meer. We hebben hier een deponie op een schiereiland, omgeven door water schrijft Roest. Roest wees de Kamer op het lange termijn risico van overstroming. Hij vreest dat de betonnen constructie op de lange duur niet bestand zal zijn tegen de werking van verzilt grondwater en ook niet tegen de agressieve werking van lekwater uit het chemisch afval. "Heeft 'eeuwige berging' van toxisch afval op een kustlocatie dicht bij het grondwater niet het risico dat bij een eventuele verwaarlozing van de deponie uiteindelijk een uitgesteld berging in zee het gevolg kan zijn", aldus de brief. Roest riep de Kamer op de lange termijn risico's van de deponie opnieuw af te wegen. maar kreeg daarop nooit antwoord. Hij vroeg zich in zijn brief ook af hoe lang de drainagebuizen onder het afval in de betonbak intact zullen blijven. Dat zijn zorgen niet onterecht waren bleek in februari 1999, toen op basis van metingen het vermoeden ontstond dat de bodem van de C2-deponie was gescheurd. Bij inspectie bleek dat drainagebuizen gedeeltelijk waren ingedrukt. Nu deze door Robert Kahlman vijf jaar lang gedane illegale proeven bij Hoogovens (Corus) geslaagd waren, heeft beheerder afvalverwerking Rijnmond (AVR).aan de firma Van Eck opdracht gegeven om zon dertigduizend ton van betreffend levensgevaarlijk afval met de shovel te laten verwijderen zonder de wettelijk voorgeschreven beschermingsmiddelen. Dit alles mocht namelijk voor de omgeving niet opvallen. Zo werd ook Rob van Rijn met een shovel in die bak getuurd. Bij het verwijderen zag hij alle kleuren van de regenboog. Na een paar weken bleek hij ernstig ziek te zijn, waaruit levenslange arbeidsongeschiktheid volgde. De Sociale Databank Nederland beschikt over al het benodigde feitelijke bewijsmateriaal. Ook Rob van Rijn en zijn vrouw Astrid laten ze, na jarenlang procederen, zitten met een schadevergoeding van slechts €50.000,- euro. Dit is de waarheid. Wat nog erger is maar wat door onze landelijke overheid in alle toonaarde wordt verzwegen is dat in opdracht van afvalverwerking Rijnmond (AVR).betreffend C2 materiaal werd verdund tot C3 materiaal en in een tweetal draaitrommelsovens die door AVR Chemie BV tot 2002 werden geexploiteerd daarvan pellets (hydrothermaal geharde korrels) zijn gemaakt die daarna zijn gedumpt in betonnen stenen (green bricks genaamd) en zijn gebruikt in de Nederlandse woningbouw. Ook degenen die met die draaitrommelmolens hebben moeten werken zijn ziek geworden: ook dat wordt doodgezwegen. In 2002 was deze klus geklaard en heeft daarna de ontmanteling van deze draaitrommelmolens op kosten van de overheid plaatsgevonden. 1999- 2004 Met dezelde apperatuur als dat R. Kahlman in het diepste geheim in de kelder van Hoogovens (Corus) te Ijmuiden zonder de vereiste milieuvergunningen proeven heeft moeten doen met levensgevaarlijk afval (afkomstig vanuit de gehele wereld) heeft IBR-Consult B.V. te Haelen in Limburg die proeven voortgezet. Dit alles ook weer zonder een vereiste milieuvergunning in strijd met de Arbowet met grote bedragen aan overheidsubsidie, verkregen via SenterNovem. Deze proeven werden gedaan op het moment in de kolengestookte electriciteitscentrale "Willem-Alexander" van Nuon te Buggenum proeven werden gedaan met het bijstoken van levensgevaarlijk afval afkomstig van Essent zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning. Het is hierbij goed te weten dat dezelfde mr F.J.M. Houben lid van meerdere advies- en toezichtsorganen was, zoals de Raad van Commissarissen van de PNEM (en later Essent). Slachtoffer R . Kahlman had dit ontdekt en heeft dit aan het licht gebracht. Pal daarop kreeg hij vanuit de advocaat van INR-Consult BV een proces aan zijn broek. Met de hulp van zijn eigen advocaat H.E.C.A Vlasman te Laren (die in korte tijd tweemaal van advocatenkantoor is veranderd) werd tegen R. Kahlman een Kort Geding gestart bij de rechtbank in Alkmaar. Daarbij werd door de advocaat van IBR-Consult BV in nauwe afstemming met H.E.CA Vlasman (de advocaat van R. Kahlman) een valselijk opgemaakt dossier overlegd aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar, waarop betrokken voorzieningenrechter de heer R. Kahlman heeft laten verliezen, waarop hij ook nog is veroordeeld. De € 200.000,- die Corus aan R. Kahlman had toezegd heeft de heer Kahlman nooit gekregen en zijn naar verwachting dan ook in de zakken van zijn advocaat H.E.CA Vlasman verdwenen. De heer Vlasman had het Ecologisch Kennis Centrum BV ingehuuurd en gemachtigd als deskundig bureau om hem bij te staan in de zaak R. Kahlman. De heer Vlasman was daarvoor nog zon € 50.000,- verschuldigd aan het Ecologisch Kennis Centrum BV, waarvan ik de directeur ben. Tesamen met de advocaat van IBR-Consult BV heeft hij weten te bewerkstelligen dat stukken van mij (A.M.L. van Rooij) en zijn Ecologisch Kennis Centrum BV (die niets met het kort
58
geding van Kahlman te maken hadden) werden toegevoegd aan betreffend dossier in het kort geding tegen R. Kahlman. Daarop is voor A.M.L. van Rooij en zijn Ecologisch Kennis Centrum B.v. in de zaak R. Kahlman onherroepelijke jurisprudentie ontstaan over A.M.L. van Rooij en zijn Ecologisch Kennis Centrum B.V., waartegen door A.M.L. van Rooij en/of zijn Ecologisch Kennis Centrum B.v. geen hoger beroep mogelijk was, omdat zij daarin formeel geen partij waren. Dit heeft tot gevolg gahad dat advocaat H.E.C.A. Vlasman die € 50.000,- nooit aan het Ecologisch Kennis Centrum B.v. heeft betaald en zowel A.M.L. van Rooij als wel zijn Ecologiusch Kennis Centrum B.V. pal daarna te maken kregen met een kort geding vanuit de advocaat van IBR- Consult B.V. die zich daarbij baseerde op onherroepelijke jurisprudentie, verkregen via een zaak tegen R. Kahlman. Dit kort geding werd door Vice-President mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden (voormalig CDA-raadslid in de gemeente Houten) in behandeling genomen. Door haar werd een valselijk opgemaakt dossier samengesteld, waarvan aan A.M.L. van Rooij en aan het Ecologisch Kennis Centrum B.v. werd geweigerd een kopie te verstrekken. Dit door haar valselijk opgemaakte dossier werd overgedragen aan een andere rechter te weten: Vice-President J.W.H. Rullmann (een vrijmetselaar) die vervolgens op 6 juni 2006 (nr. 140423/KG ZA 06-205) vonnis wees. Aan dat vonnis kon geen enkel mens op de gehele wereld voldoen en was zodanig dat A.M.L. van Rooij en zijn Ecologisch Kennis Centrum B.v. daarop binnen een maand al zijn eigendommen zou kwijtraken. Kort na dit vonnis was is mij gebleken dat AM.L van Rooij en het Ecologisch Kennis Centrum B.v. daarvoor nooit griffierecht hadden betaald, waarmee het Vonnis niet rechtsgeldig was en nooit tot uitvoering kon worden overgegaan U zult het niet geloven maar tot twee jaar nadat betreffend vonnis was uitgesproken heeft A.M.L. van Rooij en zijn Ecologisch Kennis Centrum B.v. wel vijfmaal een aangetekend schrijven van de griffier van de rechtbank 'sHertogenbosch gehad met de sommatie (onder bedreiging van het doen van strafaangifte) dat in die zaak alsnog griffierecht zal moeten worden betaald. Ik heb dat nooit betaald, hetgeen achteraf mijn redding blijkt te zijn geweest. Voormalig CDA-raadslid van Houten mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden, vanuit haar functie als Vice-President van de rechtbank 's-Hertogenbosch, moet gedacht hebben: deze truc moet mij bij het door de advocaten mr. H.F.C. Kuijpers en mr. D.A. Harff in juni 2008 gestarte kort geding tegen de Sociale Databank Nederland via G. Kucharek als dekmantel nog wel een keer lukken. Wij doen in deze zaak niet alleen klokkenluider A.M.L. van Rooij vermengen maar ook alle andere klokkenluiders, waaronder Karel de Wert, Gerard Beukeveld, etc, etc, zodat op grond van dit geschil tegen de Sociale Databank Nederland (R.M. Brockhus, W.A. Sweers, W.A. Wolbrink, B. Vroomen) tegen alle klokkenluiders onherroepelijke jurisprudentie kan ontstaan, waartegen door hen geen hoger beroep kan worden aangetekend omdat zij geen partij waren. Daarna zouden bij een kort geding tegen al die klokkenluiders al hun geld en eigendommen kunnen worden afgenomen. Tijdens de behandeling ter zitting werden al deze klokkenluiders door advocaat mr. D.A. Harf afgeschilderd als terroristen afkomstig vanuit een links activisme. Mijns inziens om hiermee ook weer een link te kunnen leggen met Volkert van der Graaf, die via de media als moordenaar op Pim Fortuyn werd beschouwd. Tijdens de behandeling ter zitting liet advocaat mr. D.A. Harf ook ontvallen dat hij hierover kontakt had met voormalige premiers (minister van Staat) van Nederland. Mijns inziens moeten dat dan de voormalige premiers drs. R. F. M. Lubbers (CDA) en W. Kok (PvdA) zijn geweest. Gelukkig was ik persoonlijk op die zitting aanwezig waar dezelfde Vice-President mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden de zaak behandelde. Om te voorkomen dat alle ingebrachte klokkenluiders hetzelfde lot zouden ondergaan als mij eerder was overkomen met de uitspraak van Vice-President J.W.H. Rullmann (een vrijmetselaar), maar dan met voorafgaande betaling van griffierecht, hebben A.M.L. van Rooij en zijn Ecologisch Kennis Centrum B.v. voorafgaande aan de uitspraak in kort geding door Vice-President mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden tegen de Sociale Databank Nederland hiervan bij brief van 29 juni 2008 (ingeleverd op 4 juli 2008) strafaangifte gedaan bij rnr H.N. Brouwer, voorzitter van het college van Procureur-Generaal. Betreffende strafaangifte met toelichting kunt u lezen op het Echte Nieuws van 6 juli 2006 (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-07~). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en aan u gericht. Ik vind het onverstelbaar dat mr. H.N. Brouwer, als verantwoordelijk voorzitter van het college van Procureur-Generaal , deze strafaangifte tot op de dag van vandaag (bijna twee jaar later) nog steeds niet heeft doorgestuurd aan de hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket om hiernaar strafrechtelijk onderzoek te laten verichten. Dit des te meer ik hem vanaf 1977 -1988 als Philips collega heb meegemaakt, waar hij als bedrijfsjurist zeer betrouwbaar overkwam en als zodanig ook een goede naam heeft gekregen, waardoor hij op deze hoge post terecht is kunnen komen. Als asielzoeker in Belqie verzoek ik u dan ook om een kopie van dit verzoek aan mr. H. N. Brouwer, voorzitter van het college van Procureur-Generaal, in Nederland te versturen met de vraag waarneer hij mijn aangifte van 29 juni 2008 (Iees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-07~) voor onderzoek voorlegt aan aan de hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket.
59
Uw antwoord daarop zie ik, gezien de ernst van dit alles, zo spoedig mogelijk tegemoet op het adres 't Achterom 9a, 5491 XD, te Sint-Oedenrode in Nederland, waar mijn vrouw woont. 24 februari 2000 Over de problematiek zoals in deze "Geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag voor politiek asiel in Belgie" staat beschreven heeft Minister-President W. Kok bij brief d.d. 24 februari 2000 (nr. 00M379324) letterlijk het volgende gereageerd aan het Ecologisch Kennis Centrum B.V. en aan A.M.L. van Rooij: "Geachte heervan Rooij; U zond naarmijn ptive-edres een fax van 71 peqines. Ik verzoek u met klem dat niet meer te doen. De fax op mijn huisadres is echt bedoeld voor urqente zaken van groot belang. Uw faxen behoren daar niet toe. Inhoudelijk reageer ik niet meer op uw berichten. Reeds eerder heeft mijn ambtsvoorganger u geschreven dat dezerzijds niet meer zal worden gereageerd op uw post. Dat herhaal ik, en ik voeg daar dus nu ook het drinegende verzoek aan toe om niet meer te faxen." Hiermee heeft Minister-President W. Kok (PvdA) in navolging van zijn ambtsvoorganger drs. R.F.M. Lubbers op 24 februari 2000 niet alleen mijn grondrechten als Nederlands burger afgenomen maar ook de grondrechten van het Ekologisch Kennis Centrum BV waarvan A.M.L. van Rooij directeur is afgenomen (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-09-04.php) 26 april 2002 Op 26 april 2002 heeft de ministerraad het Landelijk Afvalbeheersplan 2002-2012 (hierna LAP) vastgesteld. Om dit LAP te handhaven is het team "Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuwethandhaving (BLOM)" opgericht dat bestaat uit: a) de minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (voorz.); b) de Minister van Justitie; c) de minister van Verkeer en Waterstaat; d) de minister van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit; e) twee met handhavingstaken belaste gedeputeerden namens het Interprovinciaal Overleg; f). twee bestuurders namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; g) een lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen; h) de portefeuillehouder milieu van het College van procureurs-generaal; 1) de Inspecteur-Generaal VROM. Op 21 mei 2006 bestond het BLOM uit de volgende leden: Mevr. S.M. Dekker, minister van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Dhr. drs. P.L.B.A. van Geel, staatssecretaris van Volkshuisvestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Dhr. mr. J.P.H. Donner, minister van Justitie Dhr. dr. C.P. Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid Mevr. Drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van verkeer en waterstaat Dhr. mr. G.J.R. Wolters, namens de VROM-Inspectie Dhr. drs. P.H. Schoute, namens de Unie van Waterschappen Dhr. B. Koelewijn, burgemeester Rijssen-Holten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Dhr. C.H.J. Lamers, burgemeester van Houten, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Dhr. mr. H.A.E. Uniken Venema, namens het Openbaar Ministerie, College van Procureurs-generaal Dhr. A. Moens, gedeputeerde provincie Noord-Holland, namens het Interprovinciaal overleg Mevr. Drs. J.M.P. Moons, gedeputeerde provincie Noord Brabant, namens het Interprovinciaal Overleg Geimpregneerd hout bevat in de afvalfase zon 2600 mg/kg arseen (arzeenzuur) en zon 4800 mg/kg chroom VI (chroomtrioxide) en moet op grond van de Europese Afvalstoffenlijst (EURAL) als gevaarlijk Afval worden verwijderd en verwerkt, hetgeen in Nederland in de gemeentelijke bouwverordeningen staat voorgeschreven. Dit betekent dat bij het verlenen van bouwvergunningen en sloopvergunningen door alle burgemeesters en wethouders van alle Nederelandse gemeenten voorschriften moeten zijn opgenomen, waarbij het geimpregneerde sloophout en afvalhout aan de bron (dus op de sloopplaats of bouwplaats) wordt gescheiden en gescheiden wordt gehouden. Betreffend geimpregneerd afvalhout moet vervolgens overeenkomstig de EURAL door een erkende afvalverwerker (tegen zeer hoge kosten) als gevaarlijk afval worden verwijderd en verwerkt op een zodanige wijze dat betreffende grote hoeveelheden (tientallen miljoenen kilogrammen) volledig in water oplosbare arseen (arseenzuur) en chroom VI (chroomtrioxide) niet in de compartimenten water, bodem en lucht terecht kunnen komen. Ondanks deze voorkennis en wetenschap heeft de
60
Nederlandse ministerraad op 26 april 2002 het LAP vastgesteld waarin is beslist dat: 1) alle colleges van burgemeester en wethouders der Nederlandse gemeenten hun eigen bouwverordening moeten overtreden; 2) alle colleges van burgemeester en wethouders der Nederlandse gemeenten en alle gedeputeerde staten der Nederlandse provincies de Europese EURAL moeten overtreden; 3) alle colleges van burgemeester en wethouders der Nederlandse gemeenten en alle gedeputeerde staten der Nederlandse provincies de door mij gewonnen onherroeplijke uitspraak no's F03.98.0171, F03.98.0179, F03.98.0180, F03.98.0181, F03.98.0182, F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moeten overtreden en betreffend gevaarlijk afval moeten verdunnen om het vervolgens met miljarden euros aan Europese subsidie bij te stoken in de Nederlandse kolengestookte groene stroomcentrales, waarmee de tientallen miljoenen kilogrammen arseen (arseenzuur) en chroom VI (chroomtrioxide) via de lucht, dan wel via het vliegas en of bodemas via tijdelijk nieuwe producten als cement, asfalt, milieubeton, green bricks op een ongecontroleerde wijze in ons leefmilieu worden verspreid; 4) alle dagelijkse besturen van de Nederlandse waterschappen en verantwoordelijk minister van Verkeer en Waterstaat het door mij op 29 september 1999 gewonnen arrest in de zaak C-231/97 bij het Hofvan Justitie van de Europese Gemeenschappen moeten overtreden en via de lucht tientallen miljoenen kilogrammen arseen (arseenzuur), chroom VI, kwik en andere levensgevaarlijke zware metalen moeten lozen in het oppervlaktewater zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning en zonder daarvoor zuiveringsheffening te betalen; 5) dat de Nederlandse politie en justitie tegen bovengoemde zware wetsovertredingen niet strafrechtelijk mogen optreden maar juist het tegenovergestelde moeten doen en juist strafrechtelijk moeten optreden tegen degenen die niet meewerken aan het plegen van bovengenoemde zware misdrijven, die vanuit Nederland binnen twee generaties nagenoeg de gehele wereld vergiftigen met ondermeer honderden miljoenen kilogrammen volledig in water oplosbaar arseen (arseenzuur) en chroom VI (chroomtrioxide). Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat de door voormalige premier Oe Quay genoemde "Houben-clan" als gevolg van zijn grote vriendschap met het koninklijk huis de gehele Nederlandse regering, alle provinciale besturen, gemeentelijke besturen en andere lokale besturen, als wel het gehele justitiele en politie apparaat volledig in haar macht heeft en Europa (maar ook de wereld) enkel en alleen nog gered kan worden uit deze algehele vegiftigingscyclus vanuit een land buiten Nederland, dan wel vanuit de Europese Unie. Lidstaat Nederland heeft daarmee in zeer ernstige mate het EG-Verdrag overtreden. Juist om die reden heb ik vanuit het Ecologisch Kennis Centrum B.V. namens de Sociale Oatabank Nederland, Stichting Behoud Leefmilieu Buggenum en een 10-tal directe belanghebbenden op 29 mei 2006 hierover een klacht ingediend bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen t.a.v. de Secretaris Generaal. Oe inhoud van deze klacht kunt u lezen bij de Sociale Oatabank Nederland op internet (Iees op: http://www.sdnl.nl/ekc-europese-commissie.htm). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en tevens aan u gericht. Bij brief van 11 juli 2007 (Brussel, 11.07.2006"0/55767) bericht Griffie Overheidssteun Martien Ben Kaida aan het Ecologisch Kennis Centrum B.v. letterlijk het volgende: "Betreft: CP150106 - Treatment of impregnated waste wood, Geachte mevrouw, Geachte heer, Hierbij bevestigt het Oirectoraat-generaal voor Concurrentie u de goede ontvangst van uw brief van 29.05.2006, ref SBNISBU290506IKL. Het Oirectoraatgeneraal voor Concurrentie zal niet nalaten de nodige onderzoekingen te verrichten om de door u verstrekte inlichtingen na te trekken. Zij zal u zo spoedig mogelijk in kennis stellen van het resultaat van dit onderzoek. Met de Meeste hoogachting, Martine Ben Kaida, Griffie Overheidssteun. COMPIAl35553- 11.07. 2006-g4-ac." Na dit bericht te hebben ontvangen met de toezegging dat hiernaar onder leiding van het Oictoraat-generaal van de Europese gemeenschappen snel inhoudelijk onderzoek zou worden uitgevoerd kan ik u berichten dat het Ecologisch Kennis Centrum B.v., na maar liefst vier jaar, de beloofde resultaten van dat onderzoek nog steeds niet heeft ontvangen. Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat de koninklijke Nederlandse "Houben-clan" zich ook volledig heeft weten te infiltreren binnen de Commissie van de Europese Gemeenschappen, hetgeen zeer ernstig te noemen is. Gelukkig is de Nederlandse premier J.P. Balkenende (COA) niet de nieuwe president van Europa geworden want dan waren de (chemische) rampen voor de gehele Europese bevolking en vanuit Europa voor de gehele wereldbevolking niet te overzien geweest. Het doet mij als asielzoeker in Belqie dan ook een genoegen dat de Belg Herman Van Rompuy als eerste president van de Europese Unie is verkozen. Ik wil u om die reden vragen om, gezien de ernst van dit alles, onverwijld een kopie van deze asielaanvraag aan hem te laten toekomen en mijn vrouw Annelies dat per direct op haar adres 't Achterom 9a, 5491 XO, te Sint-Oedenrode in Nederland schrifdtelijk te bevestigen.
61
2 mei 2002 Op 2 mei 2002 laat ik aan Pim Fortuyn per fax letterlijk de volgende aangetekende brief toekomen: "Geachte heer Fortuyn, Zeer geschokt ben ik over de wijze waarop Wim Kok, Frits Bolkestein, de PvdA, etc, u persoonlijk beschuldigen. U spreekt namelijk de waarheid. Wim Kok (PvldA), Jan Pronk (PvldA), A. Kosto (PvldA), Tjeenk Wil!ink (PvldA), etc. hebben met de hulp van dit paarse kabinet de gehele politiek, de gehele rechterlijke macht en het gehele 0. M. corrupt gemaakt en ons gehele land vergiftigd met uiterst giftige kankerverwekkende stoffen. Dit al!es met misbruik van grote bedragen aan gemeenschapsgeld (subsidie) onder de dekmantels als ecologisch, milieuvriendelijk, biomassa, groene stroom, duurzaam, C02-reductie, KOMO-keur, milieubeton, secundaire brandstof, hergebruik, Rio de Janeiro protocol en Kyoto-protocol. Dit al!es heeft zich in gang gezet vanuit kabinet Lubbers 111, waarin Wim Kok minister van Finencien was, en Jan Pronk minister van Ontwikkelingssamenwerking. Het zijn juist zij, de PvldA, maar ook de gesettelde CDA in Brabant en Limburg, die een groot gevaar vormen voor onze maatschappij en het leefbaar houden van ons land. De volgende bijgevoegde stukken maken dat volstrekt duidelijk: 1.mijn brief van 22 april 2002, kenmerk VROM1220421vz, aan de minister van VROM, J. P. Pronk (PvldA); 11. mijn wrakingsverzoek d. d. 28 januari 2002, kenmerk: Bes1280121wra, van A. Kosto aan de Raad van State (PvldA); 111.mijn brief d.d. 13 april 2001, kenmerk: TEKl130411vz, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer mw. J. van Nieuwenhoven, en haar antwoord daarop (PvldA); IV. mijn klacht d.d. 24 februari 2002 aan de Nationale Ombudsman over Wim Kok (PvldA) en de reactie daarop van die Nationale Ombudsman; V. mijn brieflpersbericht d.d. 2 mei 2002 aan milieuwethouder E.H.G.J.M. Huijbregts van Sint- Oedenrode (Oorzaak PvldA en CDA), VI. mijn aangifte van 10 april 2002 van het plegen van valsheid in geschrift van de staatsraden R. Cleton, dr. J.C.K.W. Bartel, mr. R.J. Hoekstra en mr. P. van Dijk, incl. krantenartikelen. (Oorzaak Tjeenk Wi!link PvldA en voorheen Scholten CDA). Ik wil u vragen deze stukken met bijlagen goed te bekijken. Hierbij geef ik u toestemming om al!e stukken te gebruiken in uw strijd tegen de huidige criminele gesettelde politieke macht, polderdictatuur genaamd. Op mijn kennis en ervaring hierover kunt u rekenen, in geval u dat wenselijk acht. Gaarne ontvang ik uw reactie, Met vriendelijke groeten, Ecologisch Kennis Centrum B. V. voor deze, Ing. A. M. L. van Rooij, directeur." Vier dagen later op 6 mei 2002 wordt Pim Fortuyn vermoord. De aangetekende brief met 2 kilogram aan feitelijk bewijsmateriaal wordt 20 dagen later, nadat Pim Fortuyn is begraven, afgegeven op het adres van Pim Fortuyn (voor feitelijke onderbouw lees: http://www.sdnl.nl/fortuyn1.htm) 6 mei 2002. Pim Fortuyn wordt vermoord. In een officieel rapport staat geschreven dat er twee soorten minutie is gebruikt, te weten: 9 mm en 5.6 mm. Uit het pistool waar Volkert van der Graaf mee heeft geschoten kunnen geen twee verschillende soorten kogels zijn gekomen. Dat betekent dat er een tweede schutter geweest moet zijn (voor feitelijke onderbouw lees: http://www.deepjournal.com/p/2/a/nI/628.html). Het nieuwe boek hierover van Ine Veen is in de afrondingsfase. Daarin zullen de echte opdrachtgevers tot de moord op Pim Fortuyn worden ontmanteld. 11 mei 2002 Pim Fortuyn wordt begraven 22 mei 2002 De door mij bij aangetekende brief op 2 mei 2002 verzonden bewijsstukken werden 20 dagen later op 22 mei afgeleverd op het adres van Pim Fortuyn. 25 mei 2002 Op 25 mei 2002 schrijft Jan van Egmond, journalist bij het Eindhovens dagblad, zonder hoor- en wederhoor te hebben toegepast, over mij letterlijk het volgende artikel in het Eindhovens Dagblad: "Vertrouwelijke gegevens Rooi in openbaarheid SINT-OEDENRODE - De aanmeldingslijst voor de opkoopregeling van agrarische bedrijven is een vertrouwelijk stuk. Het gaat immers over tinenciete en ook vaak emotionele zaken van ptivepersonen. Bij een ingezonden brief van het Ecologisch Kenniscentrum, het bureau van milieuactivist Ad van Rooi uit Sint-Oedenrode, zat die lijst als bijlage. Hoe heeft dit kunnen qebeuren? Het col!ege van B en W van Rooi werd donderdag behoorlijk in verlegenheid gebracht door deze vraag van het nieuwe CDA-raadslid H. van den Berk. De lijst had vertrouwelijk ter inzage gelegen in de leeskamer van het gemeentehuis, waartoe alleen gemeenteraadsleden en bevoegde ambtenaren toegang hebben. Wethouder C. van Rossum kon het achterste van zijn tong niet laten zien. "De verleiding is natuurlijk groot om te gaan gissen, maar het enige antwoord dat ik kan geven is: we weten het niet. n Het is hierbij goed te weten dat ik helemaal
62
geen vertrouwelijke gegevens in de openbaarheid heb gebracht. Het betroffen openbare stukken waarvoor ik heb betaald en die ik niet aan de media had verstrekt. Hiermee is vast komen te staan dat CDA-raadslid H. van den Berk en het Eindhovens Dagblad beiden groot belang hadden dat ik (AM.L. van Rooij) en zijn Ekologisch Kennis Centrum BV direct na de moord op Pim Fortuyn in het Eindhovens Dagblad werden afgeschilderd als milieuactivist, vanwaar praktijken plaatsvinden gelijk aan die van Volkert van der Graaf (voor feitelijke onderbouw lees: http://www.sdnl.nl/fortuyn1.htm). Dat het CDA van CDA-raadslid H. van den Berg daar groot belang bij had kunt hierboven lezen (voor feitelijke onderbouw lees ook: http://www.hetechtenieuws.org/2008-09-04.php en http://www.hetechtenieuws.org/2009-11-07.php). Dat het Eindhovens Dagblad daar groot belang bij had kunt u eveneens hierboven lezen (voor feitelijke onderbouw lees ook: http://www.hetechtenieuws.org/2007-1 0-11. php). Als waardering daarvoor volgde raadslid H. van den Berk (CDA) wethouder C. van Rossum (CDA) op om onder burgemeester P.M. Maas (CDA) te dienen als wethouder en 1e loco-burgemeester die ook milieu en ruimtelijke ordening in haar portefeuille heeft. 2003-2004 In het vergaderjaar 2002-2004 (kamerstuk 2003-2004,29200 XI, nr. 131, TK) heeft de Tweede Kamer inzake AVR-Chemie als volgt besloten. Alle niet kernactiviteiten zijn afgestoten en de exploitatie van de DTO's en de C2-deponie is ondergebracht bij een andere vennootschap binnen de AVR-groep, AVR-Nutsbedrijf Gevaarlijk Afval B.V. ("AVR-Nuts"). Met AVR-Nuts is per 2002 door de Staat een vijfjarige concessieovereenkomst gesloten waarin de onderneming zich verplicht om al het in Nederland aangeboden gevaarlijk afval tegen redelijke en non-discriminatoire tarieven te verwerken. AVR-Chemie is nog slechts juridisch eigenaar van de betreffende installaties die het middels een huurovereenkomst voor de duur van de concessieperiode aan AVR-Nuts ter beschikking heeft gesteld ter uitvoering van de concessieovereenkomst. De Staat loopt derhalve als aandeelhouder/vennoot geen exploitatierisico's meer. Zeer recent is echter besloten om de concessieovereenkomst voor wat betreft het DTO-deel voortijdig te beeindiqen (per 1-1-2005). Dit onder meer vanwege de steeds verder oplopende verliezen door teruglopend aanbod en het ontbreken van uitzicht op verbetering. Uw Kamer is hierover door de Staatssecretaris van VROM per brief van 23 augustus qemformeerd. Over de toekomst van de C2-deponie zijn momenteel nog gesprekken met AVR gaande. Dezelfde problematiek van teruglopend aanbod en verliesgevende situatie doet zich hier voor In het Meerjarenplan gevaarlijke afvalstoffen 11is bepaald dat Nederland voor wat betreft de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen streeft naar nationale zelfvoorziening en daarbij een sturende rol voor de overheid ziet weggelegd. Op basis van artikel 10.3 van de Wet milieubeheer (Stb. 2001, 346) is in de Ministerraad van 26 april 2002 het Landelijk Afvalbeheersplan 2002-2012 (hierna LAP) inzake het beheer van afvalstoffen vastgesteld. Het LAP heeft onder meer tot doel de continutteit van de opslag en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen middels de deponie van C-2 afval en verwerking van gevaarlijk afval in draaitrommelovens als dienst van algemeen belang te waarborgen en de capaciteit van deze voorzieningen af te stemmen op het aanbod. Bovengenoemd publiek belang van het waarborgen van een voorziening in Nederland voor opslag en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen waren gewaarborgd door de oncessieovereenkomst tussen de Staat en AVR-Nuts. AVR-Chemie vervulde als uitsluitend nog juridisch eigenaar van de betreffende installaties operationeel geen rol meer bij het waarborgen van dit publieke belang. Het belang van de Staat in AVR-Chemie had derhalve al geen aanvullende functie meer bij de waarborging van de publieke belangen. Zoals hierboven vermeld heeft de Staatssecretaris van VROM recentelijk aangegeven het uitgangspunt dat Nederland zelf moet beschikken over voldoende faciliteiten voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen los te laten. Dit onder meer op basis van het feit dat in de ons omringende landen (ruimschoots) vergelijkbare faciliteiten beschikbaar zijn. De noodzaak om in eigen land een voorziening in stand te houden waarvoor onvoldoende bedrijfseconomische basis bestaat is hiermee komen te vervallen. Wat betreft het instandhouden van de C2-deponie is dit, voor de periode dat hiervoor nog behoefte bestaat, voldoende gewaarborgd in de concessieovereenkomst. De participatie van de Staat in AVR-Chemie vervult bij het waarborgen van een dergelijke voorziening zoals gezegd geen aanvullende rol meer. 2003-2010 Hoe ver Frank Houben (CDA) als kamerheer van koningin Beatrix en als persoonlijke getuige van het huwelijk van koonprins Willem-Alexander met Maxima daarmee mag gaan zonder dat koningin Beatrix opstaat en zegt: "nu niet verdert" maken de volgende bewijzen glashelder: ten tijde dat Frank Houben nog commissaris van de de koningin van Noord-Brabant was heeft hij zelf geregeld dat de onnodige massale vergiftiging van de Nederlandse bevolking en vanuit Nederand de wereldbevolking met
63
1-
ondermeer honderdduizenden kilogrammen volledig in water oplosbaar arseenzuur en chroomtrioxide ( chroom VI) via dekmantelbedrijven (als mijn buurman Gebr. van Aarle) "duurzaamheid' wordt genoemd, waarvoor hij stichting Telos in het leven heeft geroepen die in 2003 aan hem de eerste "Frank Houben duurzaamheidsprijs" heeft uitgereikt, die vervolgens om de twee jaar aan personen worden uitgereikt die veel voor het milieu en de natuur hebben gedaan. In 2005 heeft hij deze Frank Houben duurzaamheidsprijs uitgereikt aan Ger van den Oetenlaar (wethouder in Boxtel), in 2007 aan Rob de Vrind en in 2009 aan Ron Lodewijk (journalist Brabants Dagblad). Op deze wijze haalt hij kritische mensen van weleer in zijn kamp om onder de dekmantel van "duurzaamheid' letterlijk alles te vergiftigen met onder meer de volledig in water oplosbare meest kwalijke kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). 21 februari 2003 Op 21 februari 2003 heb ik over dit enorme Milieuschandaal al het volgende artikel geschreven in Kleinje Muurkrant en niemand reageert daarop. Zover is het mis in Nederland. Door Ad van Rooij Eco-terrorisme door de overheid: Eco-terrorisme is een verschijnsel waarbij milieuvriendelijke en duurzame woorden worden gebruikt om de wet te kunnen overtreden en daarmee letterlijk alles te vergiftigen omwille van de winst voor enkelen. Met het afgeven van ecocertificaten, duurzaamheidscertificaten wordt deze algehele vergiftiging zwaar gesubsidieerd. Met het afsluiten van convenanten, zoals bij de houtimpregneerbranche en de elektriciteitsmaatschappijen, wordt voor deze gesubsidieerde vergiftiging nationaal een maatschappelijk breed draagvlak qecreeerd. Met het ondertekenen van internationale protocollen, zoals het Rio de Janeiro-protocol en het Kyoto-protocol wordt deze gesubsidieerde vergiftiging wereldwijd maatschappelijk opgedrongen. Overige wettelijke hindernissen worden met het inbouwen van tekortkomingen in wetgeving, zoals in de Bestrijdingsmiddelenwet en in de Circulaire voor houtimpregneerbedrijven gladjes weggewerkt. Strafrechtelijk optreden hiertegen heeft de Hoge Raad der Nederlanden met haar Pikmeerjurisprudentie geblokkeerd. Daarmee is Nederland het centrum geworden van waaruit straffeloos en wereldwijd eco-terrorisme kan worden bedreven. Voormalig CDA-burgemeester van Luyksgestel mr. F.J.M. Houben is mijns inziens een van de grondleggers voor dit wereldwijde eco-terrorisme Het is allemaal begonnen op 31 oktober 1973. Houthandelaar C. Tissen mocht van burgemeester Houben in het buitengebied van Luyksgestel een houtconserveringsinrichting bouwen onder de strikte voorwaarden dat uitsluitend wolmanzouten gebruikt mochten worden. Om te voorkomen dat geen ander houtverduurzamingsmiddel werd gebruikt moest houthandelaar Tissen van burgemeester Houben een verklaring tekenen dat hij 1000 gulden aan de gemeente Luyksgestel zou moeten betalen voor elke dag dat hij een ander conserveringsmiddel gebruikt. Deze door burgemeester Houben ondertekende verklaring kunt u vinden bij de Sociale Databank Nederland (www.sdnl.nl/ekcgs68.htm). Het moet bij voormalig CDA-burgemeester Houben toen bekend geweest zijn dat de reikwijdte van de sinds 1962 van kracht geworden Bestrijdingsmiddelenwet een (bewuste) ernstige tekortkoming kent, hetgeen inhoudt dat bij de besluitvorming van de toelating van een bestrijdingsmiddel geen rekening gehouden mag worden met de milieu- en gezondheidsschade van het betreffende bestrijdingsmiddel in de afvalfase. Het afgewerkte produkt komt dan met gif en al op de vuilstort, via verbrandingsovens of op een andere wijze verspreid in het milieu terecht. Zo heeft het kunnen gebeuren dat de metaalindustrie en ertssmelterijen (Billiton/Budelco/Shell) jaarlijks duizenden tonnen hoogproblematisch gevaarlijk afval, met daarin zeer hoge concentraties arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI), kon en kan omzetten tot het bestrijdingsmiddel (houtverduurzamingsmiddel) wolmanzout. Dit ondanks het feit dat deze stoffen vanwege hun milieugevaarlijke eigenschappen in internationaal verband op de zwarte stoffenlijst zijn opgenomen en in het milieu brengen ervan via een maximale brongerichte aanpak met de best bestaande techniek voorkomen moet worden. Met het op deze wijze omzetten van hoogproblematisch gevaarlijk afval tot wolmanzouten, dat vervolgens wordt verkocht aan houtimpregneerbedrijven, verdienen eco-terroristen veel geld. Het moge u duidelijk zijn dat hierin de werkelijke oorzaak gezocht moet worden dat houthandelaar C. Tissen in 1973 van burgemeester Frank Houben op last van een boete van 1000 gulden per dag zijn hout moest impregneren met wolmanzouten, anders werd de bouwvergunning voor de impregneerinstallatie niet verleend. In 1987 is deze F.J.M. Houben Commissaris van de Koningin van de provincie Noord-Brabant geworden. Precies vanaf dat moment kreeg ik persoonlijk te maken met genoemd eco-terrorisme. In dat jaar begon houtzagerij en klompenmakerij Gebr. van Aarle B.v. in het kritische Dommeldalgebied van Sint-Oedenrode met het bouwen van een houtimpregneerinrichting zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Zowel burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode als wel Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant traden daartegen niet op, ondanks mijn vele verzoeken daarom. Bij brief van 12 maart 1992 berichtte PvdA minister H. Alders van VROM mij dat op mijn
64
toekomstige brieven over gewolmaniseerd hout geen inhoudelijke beantwoording meer zal plaatsvinden (zie www.sdnl.nl/ekc-ald1.htm). Bij brief van 31 maart 1992 maakte minister Alders zijn bovengenoemd besluit bekend aan de vaste Commissie van Milieubeheer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zonder daarbij mijn onderliggende brief van 16 februari 1992 (zie www.sdnl.nl/ekcrs85.htm) te hebben overlegd. Door toedoen van deze onjuiste voorlichting van de Tweede kamer heeft het parlement besloten dat voormalig minister Alders van VROM nooit meer inhoudelijk op mijn toekomstige brieven, die betrekking hebben op genoemde wolmanzouten, behoeft te reageren. Dit besluit heeft minister Alders van VROM vervolgens medegedeeld aan de directeur van het Kabinet der Koningin, de heer drs. F.E.R. Rhodius, de minister van Binnenlandse Zaken en de Nationale Ombudsman mr. drs. M. Oosting (zie www.sdnl.nl/ekc-ald1.htm). Zij allen hebben daarmee ingestemd. Vanaf dat moment had ik het bedrijf Gebr. van Aarle B.v., de gemeente Sint-Oedenrode, de provincie Noord-Brabant, de minister van Binnenlandse Zaken, de gehele Tweede Kamer, de Nationale Ombudsman en zelfs het Kabinet der Koningin als een groot blok tegenover mij staan. De voortzetting van het hierboven beschreven eco-terrorisme, was daarmee landelijk geregeld en voor de toekomst veilig gesteld. In juni 1992 heeft het Kabinet Lubbers 111 (CDNPvdA) onder leiding van voormalig milieuminister Alders (PvdA) het Rio de Janeiro-protocol tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van 'behoud van de regenwouden' heeft voormalig minister Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. Milieuorganisaties, waaronder Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuur Fonds volgden Alders daarin blindelings. Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover, hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerden de aanschaf en het gebruik van ge'impregneerd hout door de consument. Coniferen, beukenhagen, lustrums werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Ge'lmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van ge'lmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels, vlonders, beschoeiingen, huizen en gehele woonwijken werden gebouwd van qermpreqneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat de metaalindustrie en ertssmelterijen op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, dat met de best bestaande techniek uit het milieu moet worden geweerd, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen. Onder de dekmantel van 'KOMO-keur' heeft onze minister van VROM in de vorm van milieusubsidie daarvoor zelfs miljoenen guldens aan gemeenschapsgeld uitgegeven. De voortzetting van het hierboven beschreven eco-terrorisme, met Nederland als centrum, was hiermee wereldwijd geregeld. Ten tijde van het Kabinet Lubbers 111, die dit wereldwijde eco-terrorisme tot stand heeft gebracht, waren daarvoor eerst dr. E.M.H. Hirsch Ballin (CDA) en later mr. A Kosto (PvdA) minister van Justitie verantwoordelijk. Beiden oud ministers van Justitie zijn nu staatsraad bij de Raad van State. Hoe diep huidig staatsraad mr. A Kosto (pvdA) intussen persoonlijk belangenverstrengeld is met dit wereldwijd vertakte eco-terrorisme, en daarmee met houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V, kunt u lezen in mijn verzoek om wraking d.d. 28 januari 2002 van mr. A Kosto in zaaknummer: 199900791/1 (zie www.sdnl.nl/ekc-rs85.htm). In diezelfde zaak heb ik ook voorzitter mr. R. Cleton van deze meervoudige Kamer gewraakt. Als bewijs daarvoor zie mijn verzoek om wraking d.d. 13 januari 2002 van mr. R. Cleton (zie www.sdnl.nl/ekc-rs84htm) Ondanks het feit dat ik zowel voorzitter mr. R. Cleton alswel staatsraad mr. A Kosto (twee van de drie staatsraden) tijdig voor de behandeling ter zitting op 28 en 29 januari 2002 had gewraakt, weigerde voorzitter mr. R. Cleton mijn wrakingsverzoeken te laten behandelen door een onafhankelijke wrakingskamer alvorens met de inhoudelijke behandeling ervan te beginnen. De strijdigheid met het bestemmingsplan van het buitengebied van Sint-Oedenrode met houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. moest immers met het nieuwe bestemmingsplan kost wat kost worden opgeheven. Ondanks het feit dat gewraakte rechters niet met de inhoudelijke behandeling van de zaak mogen beginnen, alvorens door een onafhankelijke wrakingskamer deze verzoeken zijn behandeld, hebben voorzitter mr. R. Cleton en staatsraad mr. A Kosto dat toch gedaan. Toen ik daartegen bij voorzitter mr. R. Cleton protesteerde werd hij boos en stuurde hij mij de zaal uit. De heer R. M. Brockhus, webmaster van de stichting Sociale Databank Nederland, is hiervan persoonlijk getuige geweest. AI mijn later ingediende klachten daartegen bij de vice-president van de Raad van State mr. H.D. Tjeenk Willink werden met valsheid in geschrifte afgehandeld. Ook in de op 2 oktober 2002 gedane uitspraak 199900791/1 van mr. R. Cleton (voorzitter), mr. H.Ph.J.A.M. Hennekes en mr. A Kosto is hierover valsheid in geschrifte gepleegd, waarmee deze uitspraak niet rechtsgeldig is geworden. Op korte termijn zal tegen deze onrechtmatig tot stand gekomen uitspraak 19990079111 van 2 oktober 2002 een verzoek om herziening worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij zal ondermeer een afschrift van dit artikel worden overlegd. Zo heeft het kunnen gebeuren dat de Gebr. van Aarle B.v. op 11 augustus 1992 is begonnen met het impregneren van hout in zijn illegaal gebouwde houtimpregneerinstallatie, in strijd met het ter plaatse geldende
65
bestemmingsplan, zonder een daarvoor vereiste hinderwetvergunning van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode. Ook de Gebr. van Aarle BV mocht zijn hout alleen impregneren met wolmanzouten; het superwolmanzout-Co van Hickson Garantor BV te Nijmegen. Om bij burgemeester en wethouders een schriftelijke gedoogbeschikking af te dwingen ben ik tezamen met mijn moeder en vader naar het gemeentehuis van Sint-Oedenrode gegaan en daar gebleven tot het moment was toegezegd dat een schriftelijk gedoogbeschikking zou worden afgegeven. Wij hebben toen gezien dat burgemeester P. Schriek (COA) heel zenuwachtig was. Hij heeft hierover een halve dag lang rechtstreeks contact gehad met de Raad van State. Kort daarna werd op 13 augustus 1992 de schriftelijke gedoogbeschikking afgegeven. Oiezelfde dag heb ik tegen deze gedoogbeschikking beroep aangetekend bij de Raad van State en de voorzitter om schorsing verzocht en gevraagd dit schorsingsverzoek op 14 augustus 1992 te behandelen. Op 14 augustus 1992 werd door de voorzitter van de Afdeling Geschillen van Bestuur van de Raad van State bij uitspraak B05. 91.1210 de schorsing van de op 19 november 1991 aan Gebr. van Aarle BV verleende hinderwetvergunning plotsklaps opgeheven. Oit is gebeurd zonder dat ik mij daartegen in een hoorzitting heb kunnen verdedigen. Oit ondanks het feit dat de Raad van State, voorafgaande aan die beslissing, wettelijk verplicht was om mij hierover te horen. Hiermee heb ik feitelijk bewezen dat de persoonlijke handelwijze van COA-burgemeester P. Schriek van Sint-Oedenrode deze met de wet strijdige beslissing van de voorzitter van de Raad van State tot gevolg heeft gehad. Vier dagen later op 18 augustus 1992 werd op initiatief van de milieuofficier van Justitie mr. G. Bos op het paleis van Justitie de situatie rondom houtverwerkend bedrijf Gebr. van Aarle B.V. en de opstelling van de schrijver van dit artikel besproken met de volgende genodigden dhr. G. Bos, officier van Justitie (voorzitter), dhr. G. Broeren (parketsecretaris), dhr H. de Vries (milieu-inspecteur Noord-Brabant), dhr. H. Artz (juridisch medewerker provincie Noord-Brabant), dhr. V. Oitters (hoofd algemene zaken waterschap Oe Oommel), mw. 1. Valk (rijkspolitie Sint- Oedenrode), dhr. M. Saris (rijkspolitie Sint-Oedenrode), dhr. P Schriek (COA-burgemeester van Sint-Oedenrode), mw. H. van Oijk-Eerhart (COA-milieuwethouder van Sint-Oedenrode), dhr. C. Kerstholt (hoofd afdeling bouwen en milieu bij de gemeente SintOedenrode), dhr. G. van Aarle (milieu technisch medewerker bij de gemeente Sint-Oedenrode), dhr. M. Kerstholt (projectleider bodemsanering bij de provincie Noord-Brabant). Oeze M. Kerstholt is een broer van C. Kerstholt hoofd afd. bouwen en milieu bij de gemeente Sint-Oedenrode. Betreffend overleg heeft de officier van justitie mr. G. Bos in het geheim georganiseerd zonder mij (AM.L. van Rooij) hierover te hebben ge"fnformeerd en zonder mij in de gelegenheid te hebben gesteld mijn weerwoord daarop te geven. In betreffende bespreking werd ik afgeschilderd als verbaal agressief en is op voorstel van de inspecteur van VROM dhr. H.A.M.A. de Vries besloten dat COA-burgemeester P. Schriek van Sint-Oedenrode medisch milieukundig arts H. Jans van de GGO-Breda op mij moest afsturen om met mij hierover onder vier ogen te spreken. Het is hierbij goed te weten dat burgemeester P. Schriek de heer Jans goed kende vanuit zijn voorzitterschap van de GGO in Breda. Later ben ik in het bezit gekomen van het verslag van dit op 18 augustus 1992 gehouden geheime overleg onder voorzitterschap van milieuofficier van justitie rnr. G.Bos. Oit verslag kunt u vinden bij de Sociale Oatabank Nederland op internet (www.sdnl.nl/ekc-gh04.htm). Het is hierbij tevens goed te weten dat heden, januari 2003, COA-er P. Schriek benevens burgemeester van Sint- Oedenrode ook voorzitter is van de GGO Hart voor Brabant en dat dezelfde H. Jans onder voorzitterschap van burgemeester P. Schriek van Sint-Oedenrode nog steeds aan het hoofd staat van het Provinciaal bureau medische milieukunde voor Noord-Brabant. Oaarin moet dan ook de oorzaak worden gezocht dat het bedrijf Gebr. van Aarle BV tot op de dag van vandaag hout mag blijven impregneren met arseen- en chroom VI-houdende wolmanzouten voor de fabricage van o.a. kinderspeeltoestellen. Dat veel kinderen, die op deze ge"fmpregneerde houten kinderspeeltoestellen hebben gespeeld, daarvan later ernstig ziek zullen worden tot de (kanker)dood erop volgt kan onder voorzitterschap van burgemeester P. Schriek en onder deskundige leiding van GGO-arts H. Jans immers toch altijd onder het kleed worden geveegd. Als waardering voor zijn baanbrekende hulp aan genoemd eco-terrorisme kreeg GGD-arts H. Jans op 7 december 1992 uit de persoonlijke handen van mr. F.J.M. Houben, commissaris van de Koningin van Noord-Brabant, de provinciale milieuprijs 1993 uitgereikt. De provincie Noord-Brabant had mij uitgenodigd voor de receptie om daarmee GGD-arts drs. H.W.A. Jans persoonlijk te feliciteren. Oit omdat andere mensen mij voor diezelfde milieuprijs hadden opgegeven en ik daarvoor buiten de boot was gevallen. Het hierboven beschreven eco-terrorisme van wereldomvang is het resultaat van twintig jaar CDA, WD, PvdA en 066 politiek. Deze politiek heeft ons land vergiftigd met zo'n 12 miljoen kg. goed in water oplosbaar arseen (arseenzuur) en zo'n 22 miljoen kg. goed in water oplosbare chroom VI (chroomtrioxide). Om te voorkomen dat de nieuw te kiezen landelijke politiek een voortzetting wordt van deze vergiftigingspolitiek van twintig jaar CDA, WO, PvdA en 066 heb ik daarover op 5 januari 2003 een oproep verstuurd naar alle politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen op 22 januari 2002 (zie www.sdnl.nl/oproep.htm). Juist op het
66
moment ik het hierboven beschreven eco-terrorisme had blootgelegd, waarvan F.J.M. Houben commissaris van de Koningin van Noord-Brabant een van de grondleggers is, heeft hij besloten zijn functie vroegtijdig neer te leggen. Daarbij heeft hij aan journalist Ron Lodewijks van het Brabants Dagblad te kennen gegeven dat hij hoopt dat zijn opvolger duurzaamheid centraal op de agenda houdt en daarmee de balans tussen economie, ecologie en de kwaliteit van Brabant vasthoudt. Kort daarna heeft ook burgemeester P Schriek van Sint-Oedenrode besloten vroegtijdig te vertrekken. Vindt u dat niet toevallig? (Ad van Rooij is milieu- en veiligheidskundige en betrokken bij het Ecologisch Kennis Centrum te Sint-Oedenrode. Een overstelpende hoeveelheid informatie over de gevolgen van eco-terrorisme kunt u vinden op www.sdnl.nl/ekc.htm) [Artikel: Eco-terrorisme door de overheid Grootste milieuschandaal ooit ontmaskerd Overgenomen uit Kleintje Muurkrant nr 376, 21 februari 2003] 28 augustus 2004 Van het hierboven beschreven "Eco-terrorisme doorde overheid' heeft onderzoeksjournalist Ron Couwenhoven een perfect artikel geschreven in de Telegraaf van 28 augustus 2004 .. Voor de de feitelijke onderbouw lees het artikel 'GTlFTlG GEVECHT OM BEWERKT HOU" in de telegraaf van 28 augustus 2004 (voor artikellees: http://www.sdnl.nl/ad-van-rooij-telegraaf.htm).Na 28 augustus 2004 mocht de Telgraaf hierover niet meer schijven. Ik stel dan ook voor om voormalig onderzoeksjournalist Ron Couwenhoven hiervoor persoonlijk uit te nodigen; hij kan hierover nu namleijk vrij spreken omdat hij met pensioen is. 1 november 2005 Nederland kent twee Civiele Orden, die in het leven zijn geroepen om verdienstelijke personen te decoreren. Het zijn de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau. Beide Orden hebben een eigen geschiedenis en karakter. Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als taak de decoratievoorstellen landelijk te toetsen aan het Ordereglement en vervolgens de 'minister die het aangaat' over de voorstellen te adviseren. Ook adviseert het Kapittel over de toekenning van de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon. Sinds 1 november 2005 is mr. F.J.M. Houben hiervan voorzitter en mr. J.C. van Ingen secretaris. Dit betekent dat Frank Houben vanaf 1 november 2005 daarmee de hoogste zeggingsschap heeft gekregen aan welke personen op koninginnendag een koninklijke onderscheiding krijgen. Het moge u duidelijk zijn dat dit nagenoeg allemaal mensen zullen zijn die voldoen aan zijn "duurzaamheidseisen" en daarmee behoren tot de "Houben-clan" zoals voormalig premier De Quay dat noemt. De gevolgen daarvan zullen desastreus zijn voor de gehele wereldbevolking 24 september 2007 Burgemeester PM. Maas (CDA) wil om redenen zoals hierboven staan geschreven kost wat kost, met misbruik van miljoenen euros aan gemeenschapsgeld, al mijn geld en eigendommen afnemen om die vervolgens weg te kunnen geven aan een of meerdere van zijn CDA-vrienden die letterlijk alles willen vergiftigen met miljoenen kilogrammen levensgevaarlijke uiterst giftige kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). In het advocaten kantoor ADK Prinsen van Wijmen, die bewijsbaar in zeer ernstige mate belangenverstrengeld is met deze vergiftigingsmensen van de CDA, heeft burgemeester P.M. Maas dan ook een uitstekende partner gevonden, die dat wel even voor hem willen regelen met veel geld dat door de Rooise gemeenschap moet worden opgebracht. Hoe ernstig die belangenverstrengeling ligt kunt u lezen in het artikel "Voorlopige intrekking persbericht: 'Steiende Burgemeester?'''op GroepZuid (Iees: http://groepzuid.nl/GZ/2007/05/13/intrekken-persbericht-stelende-burgemeesterl ). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. 11 oktober 2007 Over de problematiek zoals in deze "Geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag voor politiek asiel in Belgie" staat beschreven heeft burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van SintOedenronde bij brief d.d. 11 oktober 2007 (nummer: 07/5590) letterlijk het volgende aan A.M.L. van Rooij geschreven: "Geachte heer van Rooij, In uw brieven, faxen en e-mails richt u zich veelvuldig tot het gemeentebestuur. Dat is uw goed recht. De wijze waarop u van dat recht gebruik maakt vindt evenwel ergens een grens. De inhoud en de toon van uw geschriften, met name de volstrekte ongeremdheid die spreekt uit de beledigende bewoordingen die u kiest om uw aantijgingen richting het gemeentebestuur en ambtenaren kracht bij te zetten, hebben thans aanleiding gegeven om voortaan anders met uw geschriften om te gaan. Vanaf nu zul!en wij op geschriften van hierboven bedoelde aard uitsluitend reageren wanneer dat naar ons inzicht uii juridisch of beleidsmatige
67
overwegingen nodig is. Op e-mailberichten zal helemaal niet worden gereageerd." Vanaf dat moment (al maar liefst 2,5 jaar lang) heeft burgemeester P.M. Maas (CDA) bij mij als enige Nederlander al mijn e-mail kontakten met het .openbaar ticheem' Sint-Oedenrode geblokkeerd en daarmee ook de grondrechten afgenomen. Daarmee heeft burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode ook alle email mogelijkheden van het Ecologisch Kennis Centrum B.v. en de clienten van het Ecologisch Kennis Centrum B.v. al maar liefst 2,5 jaar lang geblokkeerd. Het is hierbij goed te weten, dat Julius Vischjager, eigenaar van de weredkrant "The Oaily Invisible" als parlementair journalist tijdens de wekenlijkse persconferentie van de minister-president al 30 jaar lang de laatste vraag mag stellen. Op 2 oktober 2009 stelde Julius Vischjager aan minister-president J.P. Balkenende de volgende laatste vraag: "Ohr. P.M. Maas, burgemeester van Sin- Oedenrode zegt dat hij een vriend van u is, klopt dat?" Minister Balkenende bevestigde: "Ja, is een grote vriend van me" (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2009-11-07.php). Daarmee is het afnemen van ook deze grondrechten door burgemeester P.M. Maas (CDA) bij A.M.L. van Riooij, zijn Ecologisch Kennis Centrum B.V. en haar clienten verklaard. Burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode vond dit alles nog niet ver genoeg gaan toen A.M. L. van Rooij bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen van Sint-Oederode in maart 2010 ging meedoen als lijsttrekker van De Groenen (voor bewijs lees: http://www.sdnl.nl/groenen-ad-van-rooij.htm). Toen heeft burgemeester P.M. Maas (CDA) tijdens de verkiezingen ook de grondrechten van De Groenen afgenomen. Ad van Rooij als lijsttrekker van De Groenen was de enige partij waarmee burgemeester P.M. Maas de e-mail communicatie met de gemeente Sint-Oedenrode had afgesneden. Dat was voor burgemeester P.M. Maas (CDA) nog niet genoeg en heeft hij door de met hem bevriende journalist Lucas van der Storm van het Eindhovens Dagblad over A.M.L. van Rooij als lijsttrekker van De Groenen allerlei belastende onwaarheden laten schrijven in het Eindhovens Dagblad, waardoor De Groenen niet in de gemeenteraad zijn gekomen. Het gaat hier mijns inziens dan ook om verkiezingsfraude van de meest ernstige soort (voor bewijs lees: http://www.platformherstelrechtsorde.nIl201 0102/de-groenen-gaan-voor -de-gemeenteraad/). Voor mij staat vast dat burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode in nauwe samenwerking met het Eindhovens Dagblad als zodanig heeft gehandeld omdat het Eindhovens Dagblad al vanaf 1988 haar lezerskring opzettelijk onjuist heeft geinformeerd over de gevaren van de honderden duizenden kilogrammen uiterst kankerverwekkende stoffen arseenzuur en choomtrioxide (chroom VI) die burgemeester P.M. Maas via zijn dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) met misbruik van grote bedragen aan gemeenschapsgeld zonder de daarvoor vereiste vergunningen in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan op een ongecontroleerde wijze in Sint-Oedenrode en omliggende gemeenten in water, bodem en lucht heeft laten brengen. Dat als gevolg daarvan (op termijn) in SintOedenrode en omliggende gemeenten duizenden mensen kanker zullen krijgen en/of vroegtijdig zullen sterven aan vergiftiging, voorafgegaan door een lijdensweg, vinden burgemeester P.M. Maas (CDA) en de met hem bevriende journalist Lucas van der Storm van het Eindhovens Dagblad kennelijk van ondergeschikt belang (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2007-10-
1J..J2.b.Q) . 26 augustus 2008 Over de problematiek zoals in deze "Geschiedenis ter onderbouwing van mijn aanvraag voor politiek asiel in 8elgie" staat beschreven heeft Minister-President mr. Dr. J.P. Balkenende bij brief d.d. 26 auguistus 2008 (kernmerk: 3370579) letterlijk het volgende gereageerd aan A.M.L. van Rooij: "Geachte heer van Rooij, Uw zeer omvangrijke dossier, gedateerd op 28 juli 2008, heb ik ontvangen. Hierin hebt u verschillende verzoeken. Ik kan u meedelen dat ik niet op deze verzoeken inga. Uit uw dossier blijkt dat u vele jaren correspondeert met verschillende overheidsinstanties. Mijn ambtsvoorgangers hebben u laten weten niet op uw brieven te zullen reageren. Hierbij sluit ik mij een." Deze brief d.d. 28 juli 2008 waarop Minister-President J.P. Balkenende heeft geantwoord, heb ik niet als prive-persoon aan hem geschreven maar als safety manager van Philips Medical Systems Nederland B.v. Dit betekent dat hij daarmee niet alleen de grondrechten van A.M.L. van Rooij al privepersoon heeft afgenomen maar daarmee ook de grondrechten van Philips Medical Systems Nederland B.V. en het grote Philips concern, waaronder die B.v. valt, heeft afgenomen. Volgens mij zal Philips-President G. Kleisterlee dat nooit goedkeuren. Ik wil u dan ook vragen om Philips-President G. Kleisterlee middels verzending van een kopie van deze asielaanvraag daarvan onverwijld ik kennis te stellen, waarvoor mijne dank (voor bewijs lees: http://www.hetechtenieuws.org/2008-09-04.php) Bovengenoemd overzicht had ik met veel meer details in chronologische volgorde nog veel completer kunnen maken. Ik heb dat vooralsnog niet gedaan om u niet onnodig met leeswerk te belasten. U kunt deze lijst, als u daarin geinteresseerd bent overigens zelf gemakkelijk uitbreiden. De feitelijke informatie voor die uitbreiding kunt u vinden in de de vele artikelen die het Echte Nieuws, Groepzuid,
68
Sociale Databank Nederland, Platform Herstel Rechtsorde en de overige Nieuwe Media over mijn strijd tegen dit gigantische vergiftigingsschandaal hebben gepubliceerd. Betreffende artikelen kunt u ondermeer vinden op de volgende webpaqinas: 1) http://www.hetechtenieuws.org/nummers.php en www.hetechtenieuws.org 2) http://www.sdnl.nl/ekc.htm en www.sdnl.nl 3) www.groepzuid.nl 4) www.platformherstelrechtsorde.nl 5) www.nieuwemedianieuws.nl Met de meeste hoogachting, Ad van Rooij (vanuit onderduikadres in Belgie) Bijlage Dit gratieverzoek bevat een tweetal bijlagen, bestaande uit 11 paqinas
4e Nadere motivering hoger beroepsgrond. Met bovengenoemd 3-tal nadere motiveringen van dit hoger beroepschrift is onmiskenbaar feitelijk bewezen dat vanuit een enorme criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruiken als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix: huidig minister mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig minister mr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (CDA) in samenspanning met Philips President G. Kleisterlee en Minister President J.P. Balkenende (CDA) mij (A.M.L. van Rooij) al vanaf 24 september 2007 tot op heden opzettelijk voor 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) houdt, zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen. Dit met het vooropgezette doel om met de hulp de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode op een meest corrupte wijze al het geld en alle eigendommen van A.M.L. van Rooij, zijn vrouw J.E.M. van Rooij van Nunen en hun Camping en pensionstal 'Dommeldal' te stelen, alle inkomsten voor de rest van hun leven af te nemen en Van Rooij Holding B.v. en het Ecologisch Kennis Centrum B.v. te liquideren. Hiermee is onmiskenbaar feitelijk komen vast te staan dat omwille van persoonlijke verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix ik (A.M.L. van Rooij) op 21 april2010 naar Belqie heb moeten vluchten om niet te worden vermoord door toedoen van de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) onder de dekmantel van een door deze burgemeester P.M. Maas (CDA) qecreeerde burenruzie en burenterreur. Bijgevoegd vindt u in opgemelde zaak ons wrakingsverzoek d.d. 6 april 2010 aan de wrakingskamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch waarbij behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen is gewraakt. In betreffend wrakingsverzoek staat letterlijk het volgende geschreven:
Per fax 073-6202790 Aan: Wrakingskamer Rechtbank 's-Hertogenbosch Sector bestu ursrecht Postbus 90125 5200 MA 's-Hertogenbosch
Sint-Oedenrode, Uw procedurenummer: Uw procedurenummer: Uw procedurenummer:
6 april 2010
09/436 WW44 V35 BB 08/4265 WW44 V35 BB 08/4266 WW44 V35 BB
69
Betreft P.M. van Dijk en H. Fitters (appellanten)1 Wraking van behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen in opgemelde zaken ruim twee dagen voor de zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur.
Geacht College, Namens de families P.M. van Dijk/J.H. van Dijk-Fitters, Scheidingstraat 5, 5154 AE te Elshout en H. Fitters, Norbertijnerstraat 43, 5154 ED te Elshout, hierna te noemen: appellanten, wraakt ondergetekende de behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen in opgemeld 3-tal zaken met de procedurenummers: 09/436 \fIMJ44 V35 BB en 08/4265 WW44 V35 BB en 08/4266 \fIMJ44 V35 BB v66r de behandeling ter zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur. Ingevolge artikel 8: 15 Algemene wet bestuursrecht kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechtelijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Ingevolge artikel 8: 16 Algemene wet bestuursrecht wordt een verzoek tot wraking gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan verzoeker bekend zijn geworden. Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. De feiten en omstandigheden Gielen wraakt zijn als volgt
waarop ondergetekende
de behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-
Bijgevoegd vindt u de volgende uitnodigingsbrieven: 1. 2. 3.
Blz. 1 in de zaak met procedurenummer 09/436 voor de behandeling ter zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur bij uw rechtbank (bijlage 1); Blz. 1 in de zaak met procedurenummer 08/4265 voor de behandeling ter zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur bij uw rechtbank (bijlage 2); Blz. 1 in de zaak met procedurenummer 08/4266 voor de behandeling ter zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur bij uw rechtbank (bijlage 3);
Behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen haar medewerkers binnen de rechtbank doen.
is persoonlijk volledig verantwoordelijk
voor hetgeen
De zaak met procedurenummer 08/4266 is door de rechtbank later erbij qecreeerd, waarvoor nooit griffierecht is betaald. Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd: 4.
Blz. 1 van het verweerschrift d.d. 2 april2009 (kenmerk: 148053816BZWR0001 en 0002) van de gemeente Heusden aan de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak met procedurenummer 08/4265 \fIMJ V35 BB en 09/436 \fIMJ44 V35 BB voor de behandeling ter zitting op 8 april 2010 om 15.15 uur bij uw rechtbank (bijlage 4);
Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat de zaak met procedurenummer 08/4266 voorkomt in het verweerschrift d.d. 2 april 2009 van de gemeente Heusden.
geheel niet
Dat de zaak met procedurenummer 08/4266 door rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen in nauwe afstemming met advocaat mr. M. Peeters, namens de heer J.A.M. Brok, Scheidingstraat 9,5154 AE Elshout, als niet bestaande zaak achteraf erbij is qecreeerd maakt het volgende op 24 maart 2010 bij uw rechtbank ingekomen stuk d.d. 23 maart 2010 van advocaat mr. M. Peeters van Goorts & Coppens advocaten te Deurne glashelder. Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd: 5.
Blz. 1 t1m 8 van het verweerschrift d.d. 23 maart 2010, bij uw ingekomen op 24 maart 2010, van advocaat mr. M. Peeters van Goorts & Coppens advocaten aan uw rechtbank. (bijlage 5);
Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud, die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en tevens aan u gericht. In het briefhoofd staat letterlijk de volgende tekst:
~/ c;y I
70
Uw ref: 08/4266,
08/4266
en 09/436 WW44 V35
Hiermee is feitelijk komen vast te staat dat advocaat mr. M. Peeters, namens de heer J.A M. Brok, de zaak met procedurenummer: 08/4266 eerder heeft doorgekregen van rechter N.H.J.M. VeldmanGielen. De zaken met procedurenummers 08/4265, 08/4266 en 09/436 worden allemaal tegelijk op 8 april 2010 om 15.15 uur, en daarmee gevoegd, behandeld. Met het toevoegen van een niet bestaande zaak met procedurenummer 08/4266, waarvoor nooit griffierecht is betaald, en die gevoegd te behandelen met de twee zaken met de procedurenummers 08/4265 en 09/436 worden de zaken met procedurenummer 08/4265 en 09/436 niet ontvankelijk verklaard op het enkele feit dat in de zaak met procedure 08/4266 geen griffierecht is betaald. Dit met wetenschap dat hierachter een ambtelijke miljoenenfraude binnen de gemeentes Heusden en Sint-Oedenrode schuilgaat waarvoor honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld zijn misbruik maakt dit alles zeer ernstig. Aan feitelijke onderbouw vindt u hieronder bijgevoegd het persbericht met bijbehorende uitnodiging voor het debat op vrijdag 26 februari 2010 van 19.30 - 21.30 uur op camping en pensionstal Dommeldal, 't Achterom 9-9a, 5491 XD Sint-Oedenrode van De Groenen Heusden 1 Sint-Oedenrode. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven:
~
DE GROENEN Heusden
(lijst 8)
Persbericht
DE GROENEN Sint-Oedenrode(lijst Sint-Oedenrode/Heusden
6)
24 februari 2010
De Groenen in Sint-Oedenrode en Heusden organiseren op vrijdag 26 februari 2010 vanaf 19.30 - 21.30 uur een verkiezingsdebat op camping en pensionstal Dommeldal, 't Achterom 9-9a, 5491 XD Sint-Oedenrode, waarvoor alle lijsttrekkers van de verkiesbare partijen uit Sint-Oedenrode en Heusden en de locale media zijn uitgenodigd. In dat verkiezingsdebat
staat de volgende vraag centraal:
Zit achter een 80 jaar oude beuken haag, die in Elshout is gerooid en in Sint-Oedenrode is geplant, een ambtelijke miljoenenfraude binnen de gemeentes Heusden en Sint-Oedenrode waarvoor honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld zijn misbruikt? Tijdens dat debat tonen De Groenen het feitelijke bewijsmateriaal dat in bijgevoegde uitnodiging van het debat al staat geschreven (zie biilage), geven daarop de benodigde toelichting en vragen aan de aanwezige lijsttrekkers (of hun vervanger) in het bijzijn van de aanwezige media om daarop te reageren. Gezien vorenstaande feiten hebben De Groenen met verantwoordelijk wethouder W. Dijkstra van Heusden daarover telefonisch contact gehad. Hij was bijzonder blij dat wij hem daarover benaderden. Hij zegt als dingen niet kloppen en fout zitten dan laat ik dat als verantwoordelijk wethouder tot aan de bodem uitzoeken en corrigeren in overeenstemming met het bestemmingsplan en gaan wij er ook voor zorgen dat dit niet nog meer gemeenschapsgeld gaat kosten. Daarna hebben wij burgemeester H. Willems telefonisch benaderd. Gezien het eerdere voorval met de burgemeester dachten wij dat hij niet open zou staan voor een inhoudelijk gesprek hierover. Het tegenovergestelde bleek waar te zijn. Ook burgemeester Willems wil precies weten hoe het zit en steunt de beloftes van wethouder W. Dijkstra volledig en zou hem daarover ook spreken. Hierna heeft wethouder M. Buijs ons nog teruggebeld en heeft het verhaal van De Groenen hierover aangehoord en heeft toegezegd de zaak
71
te controleren en bij geconstateerde fouten het gesprek te willen aangaan over een oplossing. Hij geeft hierbij nadrukkelijk aan dat er altijd fouten gemaakt kunnen worden maar dat bij objectieve vaststelling van die fouten wethouder Buijs graag wil praten over een goede oplossing. Gezien vorenstaande feiten hebben Oe Groenen hierover ook verantwoordelijk wethouder H.W.MA van den Berk-van den Laar van Sint-Oedenrode aangesproken. Oie wil hierover geen enkel gesprek met Oe Groenen aangaan. Ook burgemeester P.M. Maas wil hierover geen enkel gesprek met Oe Groenen hebben en heeft nagenoeg alle communicatiemiddelen met Oe Groenen verbroken. Oe overige twee wethouders J.C.M. Hendriks -van Kemenade en RA Oekkers en alle zittende raadsleden in Sint-Oedenrode volgen hierin wethouder H.W.MA van den Berk-van den Laar en burgemeester P.M. Maas blindelings. Gezien de feitelijke inhoud in bijgevoegde uitnodiging en de belofte van verantwoordelijk burgemeester Willems, de wethouders Oijkstra en Buijs uit Heusden om dit tot in de bodem uit te zoeken en op te lossen, dit in tegenstelling met burgemeester Maas en wethouder Berk van Sint-Oedenrode die hierover geen enkele communicatie met Oe Groenen toestaan, vertrouwen wij op een grote opkomst. Bianca van Oijk Lijsttrekker in Heusden. (tel: 0416 - 380858)
Ad van Rooij Lijsttrekker in Sint Oedenrode (tel: 0413 - 490385)
DE GROENEN
DE GROENEN
Heusden
Sint-Oedenrode(lijst
(lijst 8)
6}
Uitnodiging voor het debat op vrijdag 26 februari 2010 van 19.30 - 21.30 uur op camping en pensionstal Oommeldal, 't Achterom 9-9a, 5491 XO Sint-Oedenrode.
Zit achter een 80 jaar oude beuken haag, die in Elshout is gerooid en in Sint-Oedenrode is gepland, een ambtelijke miljoenenfraude binnen de gemeentes Heusden en Sint-Oedenrode waarvoor honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld zijn misbruikt? Hierover gaat het debat dat Oe Groenen op 26 februari 2010 hebben georganiseerd en waarbij alle lijsttrekkers van de verkiesbare partijen uit Heusden en Sint-Oedenrode en de locale media zijn uitgenodigd. In dat debat kunnen Oe Groenen het volgende feitelijke bewijsmateriaal
tonen.
1. Op 31 maart 2008 heeft notaris mr. R. Welsmann te Orunen een notarisakte opgesteld, waarbij de percelen sectie K nummers: 1736 en 2426 te Elshout, samen groot 6,44 are, door P.G.W. van Sambeek, wonende aan Van Schagenstraat 14 te Elshout, als bouwgrond is verkocht aan J. Schellekens en M.O. Willemsen, wonende aan Van Schagenstraat 26 te Elshout. Oe heer J. Schellekens (nummer 9 op de lijst OMP-Heusden) biedt nu betreffende percelen te koop aan voor € 275.000,- hetgeen neerkomt op € 427,- m2. Oit terwijl het volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan agrarische grond betreft met een waarde van zo'n € 6,- per m2 waarop ingevolge artikel 4, lid 2 van het geldende bestemmingsplan het realiseren van nieuwe woningen is uitgesloten. Oit betekent dat iemand hieraan een onrechtmatige bevoordeling van zc'n € 271.000,- heeft gehad. Het gaat in het totaal om 7 van dergelijke percelen, waarmee het gaat om een totale onrechtmatige bevoordeling van maar liefst € 1.897.000,-
~
W /
72
2. Een groot deel van de 80 jarige oude beuken haag is door J.A.B. Brok ruim 1,5 jaar geleden in Elshout aan de scheidingstraat gerooid zonder vereiste vergunning of toestemming van burgemeester en wethouders van Heusden en door J.L.J.M. van Gorkum gepland aan de Ollandseweg 165 te SintOedenrode zonder een daarvoor vereiste aanlegvergunning van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode; 3. Deels op de plaats van deze 80 jarige oude beuken haag heeft J.A. B. Brok een woning gebouwd: op agrarische grond in strijd met het bestemmingsplan. De prijs van agrarische grond bedraagt zc'n € 6,- per m2. en dat van bouwgrond is € 427,- m2. Wie heeft er verdiend aan het verschil van € 421,- per m2; 65 cm over de perceelsgrens op grond van een derde zonder voorgaande toestemming van die derde; In plaats van die gerooide beukenhaag is voor het overige deel een ge'lmpregneerde erfafscheiding geplaatst zonder een vereiste vergunning van burgemeester en wethouders van Heusden. De uiterst giftige kankerverwekkende stoffen komen met regenwater mee uit betreffende ge'lmpregneerd hout en verontreinigen de bodem ter plaatse. Door 65 cm over de perceelsgrens te bouwen is de breedte van de in en uitweg naar de woningen Scheidinqstraat 5 en 7 slechts 3 meter breed terwijl de breedte op grond van bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer en brandblusvoorzieningen ingevolge artikel 2.5.3 van de bouwverordening ten minste 4,5 meter moet zijn. De 7 kinderen van de familie Brok waarvan deze agrarische grond is geweest en die deze agrarische grond als bouwgrond hebben kunnen verkopen hebben hiervan groot financieel voordeel gehad. Betrokken ambtenaren binnen de gemeente Heusden die op betreffende agrarische grond bouwvergunningen hebben afgegeven in strijd met het bestemmingsplan en in strijd met de bouwverordening hebben hiervoor veel gemeenschapsgeld misbruikt, hetgeen met de dag meer wordt. Dat moet nu stoppen volgens De Groenen. Ook wil De Groenen rechtvaardige mensen niet beschadigen. Om die reden hebben wij onderneer hierover de volgende personen telefonisch benaderd: de heer J. Schellekens en mevrouw M.D. Willemsen bleken niet op de hoogte te zijn dat het agrarische grond is. Zij hebben betreffende grond gekocht van P.G.W. van Sambeek met een onderliggende notarisakte dat het bouwgrond betreft. Zij waren ondanks alles blij dat De Groenen hen hierover heeft opgebeld en vroegen ook of wij hen hierover op de hoogte wilden houden; de heer P.G.W. van Sambeek bleek ook niet op de hoogte te zijn dat het agrarische grond is. Hij heeft betreffende grond gekocht van de familie Brok als bouwgrond. Ook hij was ondanks alles blij dat De Groenen hem hierover heeft opgebeld en vroeg ook of wij hem hierover op de hoogte wilden houden; Gezien vorenstaande feiten hebben De Groenen verantwoordelijk wethouder W. Dijkstra daarover telefonisch benaderd. Hij was bijzonder blij dat wij hem daarover opbelden. Hij zegt als dingen niet kloppen en fout zitten dan laat ik dat als verantwoordelijk wethouder tot aan de bodem uitzoeken en corrigeren in overeenstemming met het bestemmingsplan en gaan wij er ook voor zorgen dat dit niet nog meer gemeenschapsgeld gaat kosten. Een dergelijke wethouder hadden wij ook wel bij De Groenen willen hebben! Daarna hebben wij burgemeester H. Willems telefonisch benaderd . Gezien het eerdere voorval met de burgemeester dachten wij dat hij niet open zou staan voor een inhoudelijk gesprek hierover. Het tegenovergestelde bleek waar te zijn. Ook burgemeester Willems wilde precies weten hoe het zit en steunde de beloftes van wethouder W. Dijkstra volledig en zou hem daarover ook spreken. Zo'n burgemeester mag van De Groenen blijven. Hierna heeft wethouder M. Buijs ons nog teruggebeld en heeft het verhaal van De Groenen hierover aangehoord en heeft toegezegd de zaak te controleren en bij geconstateerde fouten het gesprek te willen aangaan over een oplossing. Hij geeft hierbij nadrukkelijk aan dat er altijd fouten gemaakt kunnen worden maar dat bij objectieve vaststelling van die fouten wethouder Buijs graag wil praten over een goede oplossing. Hierover hebben De Groenen ook notaris mr. R. Welsmann ge'lnformeerd en verteld dat de oorzaak bestuursrechtelijk is en dat bovengenoemde wethouders de zaak gaan onderzoeken. Hij was blij dat wij hem daarover hebben ge·'nformeerd.
73
In Sint-Oedenrode is men nog niet zover als in Heusden. Daar worden de nummers 1, 2 en 6 op de verkiezingslijst van De Groenen door burgemeester P.M. Maas het gemeentehuis uitgezet omdat de verantwoordelijke ambtenaren binnen de gemeente Sint-Oedenrode de vragen van De Groenen van burgemeester P.M. maas niet mogen beantwoorden. Ook heeft burgemeester PM. Maas zelfstandig besloten dat De Groenen geen e-mail meer mogen versturen aan de gemeente Sint-Oedenrode. Eerder werd lijsttrekker Ad van Rooij van De Groenen door J.A.J. Vugts, voorzitter van de bezwarencommissie, erop gewezen dat hij niet meer mag kijken in welke richting hij wil Wat er in Sint-Oedenrode rondom die 80 jaar oude beuken haag die afkomstig is vanuit de Scheidingstraat te Elshout allemaal aan de hand is, kunt u hieronder lezen: 4. In het natuurgebied het Dommedal in Sint-Oedenrode (Olland) heeft J.L.J.M. van Gorkum op het adres Ollandseweg 165 ruim 1,5 jaar geleden de illegaal gerooide 80 jaar oude beuken haag mogen planten zonder een daarvoor vereiste aanlegvergunning van burgemeester en wethouders van SintOedenrode. Achter deze 80 jaar oude beukenhaag heeft J.L.J.M. van Gorkum met oogluikende toestemming van burgemeester en wethouders een zanddepot met verontreinigde grond mogen oprichten zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning in strijd met het bestemmingsplan. 5. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel18, lid 4 sub b en lid 5 sub b een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester en wethouders van SintOedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van een naastliggend agrarisch bedrijf waarop een milieuvergunning rust. Ook hier gaat het om een economische bevoordeling (op termijn) van J.L.J.M. van Gorkum en overige betrokkenen van miljoenen euro's. Met deze onrechtmatige economische bevoordeling van mijloenen euro's voor J.L.J.M. van Gorkum heeft burgemeester P.M. Maas persoonlijk kennelijk zoveel belang dat hij zonder gerechtelijke uitspraak executoriaal beslag heeft laten leggen op alle Rabobank rekenen van het naastliggende agrarische bedrijf om daarmee dat naastliggende agrarische bedrijf te dwingen om zijn milieuvergunning in te trekken, waarmee J.L.J.M. van Gorkum niet meer binnen de stankcirkel van dat agrarische bedrijf ligt. Met deze executoriale beslaglegging op de Rabobank rekeningen van het naastliggende agrarische bedrijf heeft burgemeester P.M. Maas bij dat agrarische bedrijf extreem grote materiele en irnrnateriele schade aangericht, hetgeen met de dag groeit. De bewoners van betreffend agrarisch bedrijf kunnen namelijk niet meer per pinpas betalen of een kaartje kopen voor de trein. Betrokken ambtenaren binnen de gemeente Sint-Oedenrode hebben voor deze onrechtrechtmatige bevoordeling van J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's en het aanrichten van honderdduizenden euro's aan rnateriele schade en (vanwege die executoriale beslaglegging op de Rabobank rekeningen) ondraaglijke irnmateriele schade bij de bewoners van het naastliggende agrarische bedrijf veroorzaakt, hetgeen met de dag groeit. Hiervoor heeft de gemeente Sint-Oedenrode reeds honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld misbruikt, hetgeen met de dag meer wordt. Dat moet nu stoppen volgens De Groenen. Ook wil De Groenen rechtvaardige mensen niet beschadigen. Om die reden hebben wij hierover verantwoordelijk wethouder H.W.M.A. van den Berk-van den Laar (CDA) aangesproken. Die wil hierover geen enkel gesprek met De Groenen aangaan. Ook burgemeester P.M. Maas (CDA) wil hierover met De Groenen geen enkel gesprek aangaan en heeft nagenoeg alle communicatielijnen hierover met De Groenen verbroken.
74
De overige twee wethouders J.C.M. Hendriks -van Kemenade (HvR/PvdA) en R.A. Dekkers (WD) en alle zittende raadsleden volgen hierin wethouder H.W.M.A. van den Berk-van den Laar en burgemeester P.M. Maas blindelings. 6. Het afdekken van bovengenoemde wetsovertredingen ter bevoordeling van enkelen met miljoenen euro's en het aanrichten van grote schade aan anderen, met misbruik van zeer grote bedragen aan gemeenschapsgeld, veroorzaken burenruzie's en familieruzie's, waardoor het in je eigen woon- en leefomgeving niet meer veilig wonen is. Daarmee hebben De Groenen aangetoond dat met name de gemeente Sint-Oedenrode grote bedragen aan gemeenschapsgeld misbruikt om goedlopende agrarische bedrijven kapot te maken, gezinnen kapot te maken, burenruzie en familieruzie's te creeren, waardoor het in eigen woon- en leefomgeving onveilig wordt. De Groenen vinden dat dit onmiddellijk dient te stoppen. Daarvoor mag absoluut geen gemeenschapsgeld voor worden gebruikt.
Namens De Groenen Heusden en Sint-Oedenrode
Bianca van Dijk Lijsttrekker in Heusden. (tel: 0416 - 380858)
Ad van Rooij Lijsttrekker in Sint Oedenrode (tel: 0413 - 490385)
//////////////////////////////////////////////////////////////////// Met die inhoud is feitelijk komen vast te staan dat ondergetekende als lijsttrekker van De Groenen in Sint-Oedenrode met verantwoordelijk wethouder W. Dijkstra van Heusden daarover telefonisch contact heeft gehad. Hij was bijzonder blij dat wij hem daarover benaderden. Hij zegt als dingen niet kloppen en fout zitten dan laat ik dat als verantwoordelijk wethouder tot aan de bodem uitzoeken en corrigeren in overeenstemming met het bestemmingsplan en gaan wij er ook voor zorgen dat dit niet nog meer gemeenschapsgeld gaat kosten. Daarna hebben wij burgemeester H. Willems telefonisch benaderd. Gezien het eerdere voorval met de burgemeester dachten wij dat hij niet open zou staan voor een inhoudelijk gesprek hierover. Het tegenovergestelde bleek waar te zijn. Ook burgemeester Willems wil precies weten hoe het zit en steunt de beloftes van wethouder W. Dijkstra volledig en zou hem daarover ook spreken. Hierna heeft wethouder M. Buijs ons nog teruggebeld en heeft het verhaal van De Groenen hierover aangehoord en heeft toegezegd de zaak te controleren en bij geconstateerde fouten het gesprek te willen aangaan over een oplossing. Hij geeft hierbij nadrukkelijk aan dat er altijd fouten gemaakt kunnen worden maar dat bij objectieve vaststelling van die fouten wethouder Buijs graag wil praten over een goede oplossing. Deze gedane beloften zijn burgemeester H. Willems en de wethouders W. Dijkstra en M. Buijs tot op heden niet nagekomen. Kennelijk wilden zij eerst een gevoegde uitspraak hebben in de zaken met procedurenummers 08/4265, 08/4266 en 09/436 van behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen waarmee alle drie de zaken als niet-ontvankelijk konden worden afgedaan. Dit om daarmee de hierboven beschreven miljoenen fraude in Elshout en Sint-Oedenrode behulpzaam te zijn. Gezien bovengenoemde feiten zijn appellanten verplicht om hiervan, samen met ondergetekende, strafaangifte te doen bij hoofdofficier van justitie A.J.A.M. Nieuwenhuizen van het arrondissementsparket 's-Hertogenbosch. Gezien bovengenoemde feiten verzoeken wij de wrakingskamer de behandeling ter zitting van de zaken met de procedurenummers 08/4265, 08/4266 en 09/436 op 8 maart 2010 om 15.15 uur voor onbepaalde tijd op te schorten en dit wrakingverzoek pas in behandeling te nemen nadat burgemeester H. Willems en de wethouders W. Dijkstra en M. Buijs het eerder toegezegde onderzoek naar de hierboven beschreven miljoenenfraude heeft uitgevoerd en daarover heeft gerapporteerd, zodat de inhoud van dat onderzoeksrapport kan worden betrokken in uw beslissing op dit wrakingsverzoek.
75
Ook richten wij aan de griffier van de wrakingskamer het nadrukkelijke verzoek om ondergetekende in dit wrakingsverzoek in ieder geval te horen en ondergetekende daarvoor per aangetekende brief uit te nodigen. Op grond van bovengenoemde feiten kan het niet anders zijn dan dat de wraking van behandelend rechter N.H.J.M. Veldman-Gielen hierop gegrond verklaard zal moeten worden. Dit omdat anders ook de rechters van de wrakingskamer zich daarmee deelgenoot maken van de hierboven beschreven miljoenenfraude in Heusden en Sint-Oedenrode. Wij verzoeken u dan ook dit wrakingsverzoek daarop gegrond te verklaren: Een kopie van dit wrakingsverzoek hebben wij ondermeer laten uitgaan aan: Burgemeester en wethouders van Heusden; De Gemeenteraad van Heusden; Bianca van Dijk, lijsttrekker van De Groenen in Heusden; Ad van Rooij, Lijsttrekker van De Groenen in Sint-Oedenrode; Paul Freriks, Voorzitter van de landelijke De Groenen te Utrecht; Platform Herstel Rechtsorde; Redactie Sociale Databank Nederland; Redactie Het Echte Nieuws; Redactie Katholiek Nieuwsblad; Redactie Brabants Dabblad; Redactie Omroep Brabant; Hoogachtend; Ecologisch Kennis Centrum BV Voordeze Ing A.M.L. van Rooij Directeur. Bijlage Dit wrakingsverzoek
bevat een 5-tal bijlagen, bestaande uit 12 pagina's.
Zoals u in bovengenoemde "eindconclusie" hebt kunnen lezen is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die vanuit een enorme criminele organisatie het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruiken als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix, volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) zijn en houden van A.M.L. van Rooij vanaf 24 september 2007 tot op heden, zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen. Ook is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het moeten vluchten van A.M.L. van Rooij op 21 april2010 naar Belqie om door toedoen van de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord onder de dekmantel van een door hem gecreeerde burenruzie en burenterreur. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is er dan ook de oorzaak van dat de rechtbank 's-hertogenbosch uitspraak heeft gedaan in bovengenoemd wrakingsverzoek d.d. 6 april 2010 zonder dat ik daarover ben gehoord ondanks mijn nadrukkelijk verzoek daarom. De oorzaak daarvan zit hem in het feit dat deze zaak na 21 april2010 is behandeld, terwijl ik door toedoen van uw Afdeling bestuursrechtspraak noodgedwongen in Belqie verblijf om niet te worden vermoord en daar politiek asiel heb aangevraagd. Daarmee heeft uw Afdeling bestuursrechtspraak, omwille van onrechtmatige verrijking van haar voorzitter Hare Majesteit koningin Beatrix, zelfs mijn rechten om gehoord te worden in dit wrakingsverzoek voor appellanten afgenomen. Een zwaardere misdaad is ondenkbaar en dat nog wel veroorzaakt door de hoogste rechtbank van Nederland, onze Raad van State.
76
se Nadere
motivering hoger beroepsgrond.
In de in geding zijnde uitspraak met de zaaknummers: AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 d.d. 23 juli 2010 heeft de eerder gewraakte (en nog steeds gewraakte) rechter mr. N.H.J.M. VeldmanGielen het beroep ongegrond verklaard met in die uitspraak de volgende vermelding: De zaken zijn gevoegd behandeld op de zitting van 8 juli 2010, waar eisers noch hun gemachtigde zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. Verschenen is voorts mr. M. Peeters als vervangster van gemachtigde van vergunninghouder. Deze vermelding is valselijk opgemaakt. Ondergetekende heeft behandelend rechter mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen van de rechtbank meerdere malen verzocht het beroep pas in behandeling te nemen nadat ik (A.M.L. van Rooij) door Philips bedrijfsarts H. Mol weer voor 100% arbeidsgeschikt ben verklaard en ik (A.M.L. van Rooij) weer veilig naar Nederland kan komen zonder te worden vermoord en dat ik om die reden politiek asiel heb aangevraagd in Belqie. Dit alles heeft rechter mr N.H.JM. Veldman-Gielen bewust verzwegen in haar uitspraak. Hoe enorm groot de door de Afdeling bestuursrechtspraak qecreeerde misdaad is die achter deze zaak zit kunt u lezen in onze inspraakreactie d.d. 27 september 2010 op het vanaf 19 augustus 2010 t/rn 29 september 2010 ter inzage gelegde Voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 Sint-Oedenrode, inzake de hiermee samenhangende zaak J.L.J.M. van Gorkum, Ollandseweg 165, te Sint-Oedenrode. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven:
Afgegeven met ontvangstbewijs Burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, Postbus 44 5490 AA Sint-Oedenrode. Sint Oedenrode, 27 september 2010
Ons kenmerk: AvR/C&P/270910/isH3 Betreft: A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen (clientenj' - Inspraakreactie op het vanaf 19 augustus 2010 t/rn 29 september 2010 ter inzage gelegde Voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 met bijbehorende notitie reikwijdte en detailniveau (NRD); - Tevens verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. - Tevens sommatie om op grond van de de inspraakreacties in hoofdstuk 1 t/rn 5 het ter inzage gelegde voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 volledig in te trekken en ondergetekende dat per kerend schrijven schriftelijk te bevestigen; - Tevens schade-aansprakelijkheidsstelling voor alle materiele en irnrnatenele schade; Geacht coliege, Namens A.M.L. van Rooij, wonende op 't Achterom 9 en J.E.M. van Rooij van Nunen wonende op het adres 't Achterom 9a, met hun camping en pensionstal 'Dommeldal' gevestigd op het adres 't Achterom 9-9a, 5491 XD te Sint-Oedenrode, hierna te noemen clienten, laten wij u de volgende inspraakreactie toekomen op het vanaf 19 augustus 2010 t/rn 29 september 2010 ter inzage gelegde voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 met bijbehorende notitie reikwijdte en detailniveau (NRD).
Inspraakreactie Omdat het een uitgebreide inspraakreactie betreft, hebben wij vanwege het overzichtelijk houden ervan, deze inspraakreactie opgesplitst in een 5-tal hoofdstukken, te weten: Hoofdstuk 1: Inspraakreactie algemeen geheel (18 blz.)(zie achter tab 1);
77
Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
2: Inspraakreactie op 't Achterom 9-9a (54 blz.)(zie achter tab 2); 3: Inspraakreactie op Ollandseweg 165 (13 blz.)(zie achter tab 3); 4: Inspraakreactie op 't Achterom 5 (17 blz.)(zie achter tab 4); 5: Inspraakreactie op Ollandseweg 159 (76 blz.)(zie achter tab 2);
Dit inspraakreactie deel (hoofdstuk 3) heeft betrekking op het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 op de burgerwoning, Ollandseweg 165. Daarop laten wij u de volgende 7 inspraakreacties toekomen:
1e inspraakreactie. e
Als "1 inspraakreactie" vindt u ingelast de uitnodiging voor het debat op vrijdag 26 februari 2010 van 19.30 -21.30 uur van De Groenen aan burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders en alle raadsleden van de gemeente Sint-Oedenrode, waarop niemand is gekomen. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: // /// / //1/ // //1/ // // // / // // // / // // / / // // / / / / /1// / // // /1/ // // / /// // / // // // / /// // // //// // // /// /// // / /// // / //1// / / // // // /1/ // / /1/ // / / /1// / // // // // ///// / // /// / //// // //
DE GROENEN Heusden (Iijst 8)
DE GROENEN Sint-Oedenrode(lijst
6)
Uitnodiging voor het debat op vrijdag 26 februari 2010 van 19.30 - 21.30 uur op camping en pensionstal Dommeldal, 't Achterom 9-9a, 5491 XD Sint-Oedenrode. Zit achter een 80 jaar oude beuken haag, die in Elshout is gerooid en in Sint-Oedenrode is gepland, een ambtelijke miljoenenfraude binnen de gemeentes Heusden en Sint-Oedenrode waarvoor honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld zijn misbruikt? Hierover gaat het debat dat De Groenen op 26 februari 2010 hebben georganiseerd en waarbij alle lijsttrekkers van de verkiesbare partijen uit Heusden en Sint-Oedenrode en de locale media zijn uitgenodigd. In dat debat kunnen De Groenen het volgende feitelijke bewijsmateriaal tonen. 1. Op 31 maart 2008 heeft notaris mr. R. Welsmann te Drunen een notarisakte opgesteld, waarbij de percelen sectie K nummers: 1736 en 2426 te Elshout, samen groot 6,44 are, door P.G.W. van Sambeek, wonende aan Van Schagenstraat 14 te Elshout, als bouwgrond is verkocht aan J. Schellekens en M.D. Willemsen, wonende aan Van Schagenstraat 26 te Elshout. De heer J. Schellekens (nummer 9 op de lijst DMP-Heusden) biedt nu betreffende percelen te koop aan voor € 275.000,- hetgeen neerkomt op € 427,- m2. Dit terwijl het volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan agrarische grond betreft met een waarde van zo'n € 6,- per m2 waarop ingevolge artikel 4, lid 2 van het geldende bestemmingsplan het realiseren van nieuwe woningen is uitgesloten. Dit betekent dat iemand hieraan een onrechtmatige bevoordeling van zo'n € 271.000,- heeft gehad. Het gaat in het totaal om 7 van dergelijke percelen, waarmee het gaat om een totale onrechtmatige bevoordeling van maar liefst € 1.897.000,2. Een groot deel van de 80 jarige oude beuken haag is door J.A.B. Brok ruim 1,5 jaar geleden in Elshout aan de scheidingstraat gerooid zonder vereiste vergunning of toestemming van burgemeester en wethouders van Heusden en door J.L.J.M. van Gorkum gepland aan de Ollandseweg 165 te Sint-Oedenrode zonder een daarvoor vereiste aanlegvergunning van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode;
78
3. Deels op de plaats van deze 80 jarige oude beuken haag heeft J.A. B. Brok een woning gebouwd op agrarische grond in strijd met het bestemmingsplan. De prijs van agrarische grondbedraagt zo'n € 6,- per m2. en dat van bouwgrond is € 427,- m2. Wie heeft erverdiend aan het verschil van € 421,- per m2; 65 cm over de perceelsgrens op grond van een derde zonder voorgaande toestemming van die derde; In plaats van die gerooide beukenhaag is voor het overige deel een ge"fmpregneerde erfafscheiding geplaatst zonder een vereiste vergunning van burgemeester en wethouders van Heusden. De uiterst giftige kankerverwekkende stoffen komen met regenwater mee uit betreffende qetrnpreqneerd hout en verontreinigen de bodem ter plaatse. Door 65 cm over de perceelsgrens te bouwen is de breedte van de in en uitweg naar de woningen Scheidingstraat 5 en 7 slechts 3 meter breed terwijl de breedte op grond van bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer en brandblusvoorzieningen ingevolge artikel 2.5.3 van de bouwverordening ten minste 4,5 meter moet zijn. De 7 kinderen van de familie Brok waarvan deze agrarische grond is geweest en die deze agrarische grond als bouwgrond hebben kunnen verkopen hebben hiervan groot financieel voordeel gehad. Betrokken ambtenaren binnen de gemeente Heusden die op betreffende agrarische grond bouwvergunningen hebben afgegeven in strijd met het bestemmingsplan en in strijd met de bouwverordening hebben hiervoor veel gemeenschapsgeld misbruikt, hetgeen met de dag meer wordt. Dat moet nu stoppen volgens De Groenen. Ook wil De Groenen rechtvaardige mensen niet beschadigen. Om die reden hebben wij onderneer hierover de volgende personen telefonisch benaderd: de heer J. Schellekens en mevrouw M.D. Willemsen bleken niet op de hoogte te zijn dat het agrarische grond is. Zij hebben betreffende grond gekocht van P.G.W. van Sambeek met een onderliggende notarisakte dat het bouwgrond betreft. Zij waren ondanks alles blij dat De Groenen hen hierover heeft opgebeld en vroegen ook of wij hen hierover op de hoogte wilden houden; de heer P.G.W. van Sambeek bleek ook niet op de hoogte te zijn dat het agrarische grond is. Hij heeft betreffende grond gekocht van de familie Brok als bouwgrond. Ook hij was ondanks alles blij dat De Groenen hem hierover heeft opgebeld en vroeg ook of wij hem hierover op de hoogte wilden houden; Gezien vorenstaande feiten hebben De Groenen verantwoordelijk wethouder W. Dijkstra daarover telefonisch benaderd. Hij was bijzonder blij dat wij hem daarover opbelden. Hij zegt als dingen niet kloppen en fout zitten dan laat ik dat als verantwoordelijk wethouder tot aan de bodem uitzoeken en corrigeren in overeenstemming met het bestemmingsplan en gaan wij er ook voor zorgen dat dit niet nog meer gemeenschapsgeld gaat kosten. Een dergelijke wethouder hadden wij ook wel bij De Groenen willen hebben! Daarna hebben wij burgemeester H. Willems telefonisch benaderd. Gezien het eerdere voorval met de burgemeester dachten wij dat hij niet open zou staan voor een inhoudelijk gesprek hierover. Het tegenovergestelde bleek waar te zijn. Ook burgemeester Willems wilde precies weten hoe het zit en steunde de beloftes van wethouder W. Dijkstra volledig en zou hem daarover ook spreken. Zo'n burgemeester mag van De Groenen blijven. Hierna heeft wethouder M. Buijs ons nog teruggebeld en heeft het verhaal van De Groenen hierover aangehoord en heeft toegezegd de zaak te controleren en bij geconstateerde fouten het gesprek te willen aangaan over een oplossing. Hij geeft hierbij nadrukkelijk aan dat er altijd fouten gemaakt kunnen worden maar dat bij objectieve vaststelling van die fouten wethouder Buijs graag wil praten over een goede oplossing. Hierover hebben De Groenen ook notaris mr. R. Welsmann ge"fnformeerd en verteld dat de oorzaak bestuursrechtelijk is en dat bovengenoemde wethouders de zaak gaan onderzoeken. Hij was blij dat wij hem daarover hebben ge"fnformeerd. In Sint-Oedenrode is men nog niet zover als in Heusden. Daar worden de nummers 1,2 en 6 op de verkiezingslijst van De Groenen door burgemeester P.M. Maas het gemeentehuis uitgezet omdat de verantwoordelijke ambtenaren binnen de gemeente Sint-Oedenrode de vragen van De Groenen van burgemeester P.M. maas niet mogen beantwoorden. Ook heeft burgemeester P.M. Maas zelfstandig besloten dat De Groenen geen e-mail meer mogen versturen aan de gemeente Sint-Oedenrode.
79
Eerder werd lijsttrekker Ad van Rooij van De Groenen door JAJ. Vugts, voorzitter van de bezwarencommissie, erop gewezen dat hij niet meer mag kijken in welke richting hij wil. Wat er in Sint-Oedenrode rondom die 80 jaar oude beuken haag die afkomstig is vanuit de Scheidingstraat te Elshout allemaal aan de hand is, kunt u hieronder lezen: 4. In het natuurgebied het Dommedal in Sint-Oedenrode (Olland) heeft J.L.J.M. van Gorkum op het adres OIIandseweg 165 ruim 1,5 jaar geleden de illegaal gerooide 80 jaar oude beuken haag mogen planten zonder een daarvoor vereiste aanlegvergunning van burgemeester en wethouders van SintOedenrode. Achter deze 80 jaar oude beukenhaag heeft J.L.J.M. van Gorkum met oogluikende toestemming van burgemeester en wethouders een zanddepot met verontreinigde grond mogen oprichten zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning in strijd met het bestemmingsplan. 5. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woon bestemming waarop ingevolge artikel18, lid 4 sub b en lid 5 sub b een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2.
r:
Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van een naastliggend agrarisch bedrijf waarop een milieuvergunning rust. Ook hier gaat het om een economische bevoordeling (op termijn) van J.L.J.M. van Gorkum en overige betrokkenen van miljoenen euro's. Met deze onrechtmatige economische bevoordeling van mijloenen euro's voor J.L.J.M. van Gorkum heeft burgemeester P.M. Maas persoonlijk kennelijk zoveel belang dat hij zonder gerechtelijke uitspraak executoriaal beslag heeft laten leggen op alle Rabobank rekeningen van het naastliggende agrarische bedrijf om daarmee dat naastliggende agrarische bedrijf te dwingen om zijn milieuvergunning in te trekken, waarmee J.L.J.M. van Gorkum niet meer binnen de stankcirkel van dat agrarische bedrijf ligt. Met deze executoriale beslaglegging op de Rabobank rekeningen van het naastliggende agrarische bedrijf heeft burgemeester P.M. Maas bij dat agrarische bedrijf extreem grote materiele en irnmateriele schade aangericht, hetgeen met de dag groeit. De bewoners van betreffend agrarisch bedrijf kunnen namelijk niet meer per pinpas betalen of een kaartje kopen voor de trein. Betrokken ambtenaren binnen de gemeente Sint-Oedenrode hebben voor deze onrechtrechtmatige bevoordeling van J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's en het aanrichten van honderdduizenden euro's aan rnateriele schade en (vanwege die executoriale beslaglegging op de Rabobank rekeningen) ondraaglijke imrnateriefe schade bij de bewoners van het naastliggende agrarische bedrijf veroorzaakt, hetgeen met de dag groeit. Hiervoor heeft de gemeente Sint-Oedenrode reeds honderdduizenden euro's aan gemeenschapsgeld misbruikt, hetgeen met de dag meer wordt. Dat moet nu stoppen volgens De Groenen. Ook wil De Groenen rechtvaardige mensen niet beschadigen. Om die reden hebben wij hierover verantwoordelijk wethouder H.W.MA van den Berk-van den Laar (CDA) aangesproken. Die wil hierover geen enkel gesprek met De Groenen aangaan. Ook burgemeester P.M. Maas (CDA) wil hierover met De Groenen geen enkel gesprek aangaan en heeft nagenoeg alle communicatielijnen hierover met De Groenen verbroken. De overige twee wethouders J.C.M. Hendriks -van Kemenade (HvR/PvdA) en RA. Dekkers (WD) en alle zittende raadsleden volgen hierin wethouder H.W.MA van den Berk-van den Laar en burgemeester P.M. Maas blindelings.
80
6. Het afdekken van bovengenoemde wetsovertredingen ter bevoordeling van enkelen met miljoenen euro's en het aanrichten van grote schade aan anderen, met misbruik van zeer grote bedragen aan gemeenschapsgeld, veroorzaken burenruzie's en familieruzie's, waardoor het in je eigen woon- en leefomgeving niet meer veilig wonen is. Daarmee hebben De Groenen aangetoond dat met name de gemeente Sint-Oedenrode grote bedragen aan gemeenschapsgeld misbruikt om goedlopende agrarische bedrijven kapot te maken, gezinnen kapot te maken, burenruzie en familieruzie's te creeren, waardoor het in eigen woon- en leefomgeving onveilig wordt. De Groenen vinden dat dit onmiddellijk dient te stoppen. Daarvoor mag absoluut geen gemeenschapsgeld voor worden gebruikt. Namens De Groenen Heusden en Sint-Oedenrode Bianca van Dijk Lijsttrekker in Heusden. (tel: 0416 - 380858)
Ad van Rooij Lijsttrekker in Sint-Oedenrode (tel: 0413-490385)
II I I I I III I I II I I I II I I III I I I III I I I I I I III I I I I I I I I I II I I II I 111/// I III II I III II I II I I I I I I I IIII I I I I I II I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I II I I I I I I II I I I I III I I I I I I I I I I I I I I I I I I II I I I I I I I I II I I I
2e inspraakreactie. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel 18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester PM. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alies zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarisch bedrijf op het adres 't Achterom 9-9a van clienten waarop een milieuvergunning rust. Dit alles om zich daarmee met miljoenen euro's onrechtmatig te kunnen verrijken ten koste van clienten. Met het opnemen van artikel 39.1 sub a en sub c (overgangsbepalingen en slotregels) wordt J.L.J.M. van Gorkum, die van burgemeester en wethouders daarvoor een met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 strijdige bouwvergunning heeft verkregen beloond. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: 39.1 Overgansrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan; c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen.
81
Op deze wijze worden bovengenoemde door J.L.J.M. van Gorkum van burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders verkregen bouwvergunningen in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 met behulp van het door dezelfde burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode voorbereide voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 gelegaliseerd om daarmee buurman J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's onrechtmatig te verrijken en het naastliggende agrarische bedrijf camping en pensionstal "Dornrneldal', waarop vanaf 1989 een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 vleesvarkens, met hun bestaande minicamping bij de paardehouderij met 24 plaatsen en bestaande logies en ontbijt te liquideren. Dit is misdaad en maffia ten top.
3e inspraakreactie. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel 18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester P.M. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarisch bedrijf op het adres 't Achterom 9-9a van clienten waarop een milieuvergunning rust. Dit alles om zich daarmee met miljoenen euro's onrechtmatig te kunnen verrijken ten koste van clienten. Met het opnemen van artikel 38.1 (Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening) wordt J.L.J.M. van Gorkum, die van burgemeester en wethouders daarvoor een met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 strijdige bouwvergunning heeft verkregen beloond. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: 38.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen; b. de berekbaarheid van gebouwen voor werkverkeer; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. het bouwen bij ondergrondse hoofdtransportleidingen; e. de parkeergelegenheid en laad en losmogelijkheden; f. de ruimte tussen bouwwerken; Op deze wijze worden bovengenoemde door J.L.J.M. van Gorkum van burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders verkregen bouwvergunningen in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 en de toestemming om in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. met behulp van het door dezelfde burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode voorbereide voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 gelegaliseerd om daarmee buurman J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's onrechtmatig te verrijken en het naastliggende agrarische bedrijf camping en pensionstal "Dornrneldal', waarop vanaf 1989 een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 vleesvarkens, met hun bestaande minicamping bij de paardenhouderij met 24 plaatsen en bestaande logies en ontbijt te liquideren. Dit is misdaad en maffia ten top.
82
Hoever burgemeester P.M. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode daarbij zijn gegaan kunt u lezen in onze reactiebrief d.d. 21 september 2010 aan de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak met als procedurenummer: 10/2280 waarin letterlijk het volgende staat geschreven:
Geachte griffier Paul Peeters, Namens A.M.L. van Rooij, wonende op 't Achterom 9 en J.E.M. van Rooij van Nunen wonende op het adres 't Achterom 9a, met hun camping en pensionstal 'Dommeldal' gevestigd op het adres 't Achterom 9-9a, 5491 XD te Sint-Oedenrode, hierna te noemen appeliant, berichten wij u als volgt. Uw jarenlang meest crimineel en corrupt handelen tegenover appelianten om daarmee een uitspraak van een corrupte rechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch gerealiseerd te krijgen waarop burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode, met meesterlijk corrupte hulp van griffier Paul Peeters, maar liefst € 50.000,- kunnen stelen bij A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen als niet onmiddellijk wordt overgegaan tot sluiting van het gehele agrarische bedrijf "Camping en pensionstal 'Dommeldal' - waarmee de alierlaatste inkomsten bij A.M.L. van Rooij worden afgenomen - heeft met uw "meesterlijk corrupte brief d.d. 20 september 2010" in procedurenummer: 10 1 2280 GEMWT V14 een hoogtepunt bereikt. In uw "meesterlijk corrupte brief d.d. 20 september 2010" in procedurenummer: aan ondergetekende letterlijk het volgende (zie bijlage 1):
10/2280 schrijft u
Geachte heer, In bovenvermelde zaak is inmiddels van verzoeker ontvangen.
een besluit van verweerder
op het bezwaarschrift
Artikel 8:81, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat indien een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan nadat bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld en op dit bezwaar of beroep wordt beslist voordat de zitting heeft plaatsgevonden, de verzoeker in de gelegenheid wordt gesteld beroep bij de rechtbank in te stellen. Het reeds ingediende verzoek om een voorlopige voorziening wordt na ontvangst van dat beroep gelijkgesteld met een verzoek dat wordt gedaan hangende het beroep bij de rechtbank. U kunt beroep instellen Het beroepschrift
bij de rechtbank
moet worden
gezonden
's-Hertogenbosch,
tegen vorenbedoeld
besluit.
naar:
Rechtbank 's-Hertogenbosch, Sector bestuursrecht Postbus 90125 5200 MA 's-Hertogenbosch, Volledigheidshalve
wijzen wij u op de beroepstermijn
in dat besluit
Hoogachtend Grifffier Paul Peeters U schrijft dit met de voorkennis en wetenschap dat in deze zaak rechter A.H.N. Kruijer van de rechtbank 's-Hertogenbosch bij uitspraak AWB 10/2280 op 12 augustus 2010 lopende de bezwarenprocedure tegen het onderliggende besluit d.d. 27 april 2010 van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode het volgende heeft beslist (zie bijlage 2):
0// l//
83
Beslissing. De voorzieningenrechter, schorst de in verweerders handhavingsbesluit van 27 april 2010 vervatte lasten onder dwangsom; bepaalt dat partijen worden opgeroepen om op een nader te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen teneinde te beoordelen of toepassing moet worden gegeven aan artikel 8:87, eerste lid, van de Awb, Aldus gedaan door mr. A.H.N. Kruijer als voorzieningenrechter in tegenwoordigheid van mr. J.F.M. Emons als griffier en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2010. Uw "meesterlijk corrupt" samenspannend handelen met burgemeester P. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode heeft tot gevolg gehad dat in strijd met deze uitspraak AWB 10/2280 d.d. 12 augustus 2010 van voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode bij besluit d.d. 31 augustus 2010 hebben beslist op ons bezwaarschrift d.d. 13 mei 2010. Het onderliggende besluit d.d. 27 april 2010 van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode blijft daarmee eeuwig geschorst, zodat niet meer tot het meest corrupt stelen van € 50.000,- bij A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen kan worden overgegaan; Nu hiermee feitelijk is komen vast te staan dat u, Paul Peeters als verantwoordelijk griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch, in samenspanning met burgemeester P. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode lopende de bezwarenprocedure geen uitvoering heeft gegeven aan de volgende beslissing van voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer: Beslissing. De voorzieningenrechter, bepaalt dat partijen worden opgeroepen om op een nader te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen teneinde te beoordelen of toepassing moet worden gegeven aan artikel 8:87, eerste lid, van de Awb, en burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode in strijd met deze uitspraak van voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer bij besluit d.d. 31 augustus 2010 hebben beslist op ons bezwaarschrift d.d. 13 mei 2010 en daarmee de bezwarenprocedure is gepasseerd, blijft onderliggend besluit d.d. 27 april2007 bij uitspraak AWB 10/2280 d.d. 12 augustus 2010 van voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer eeuwig geschorst, zodat niet meer tot het meest corrupt stelen van € 50.000,- bij A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen kan worden overgegaan; Met uw "meesterlijk corrupte brief d.d. 20 september 2010" wilt u deze eeuwig geschorste dwangsommen lopende de bezwarenprodure ontschorsen. Toen ondergetekende u hierover vandaag opbelde gooide u de hoorn op de haak. Hierop dient u als griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch onmiddellijk uit uw functie te worden ontslagen. Dit des te meer u al veel meer van dit soort geld en eigendom stelende handelingen in samenspanning met burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode jegens A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen ten uitvoer hebt gebracht. Waarom en voor wie u dat doet en al die jaren hebt gedaan kunt u lezen in onze bijgevoegde brief (e-mail) d.d. 20 september 2010 (14.46 uur) aan Hare Majesteit Koningin Beatrix als Staatshoofd en als Voorzitter van de Raad van State. Op grond van bovengenoemde feiten sommeren wij de "meesterlijk corrupte griffier Paul Peeters van de rechtbank 's-Hertogenbsch" om: 1. per direct zijn "meesterlijk corrupte brief d.d. 20 september 2010" in procedurenummer: 10/2280 in te trekken; 2. per direct schriftelijk te bevestigen dat geen verzoek om voorlopige voorziening zal worden behandeld lopende de beroepsprocedure omdat enkel en alleen beroep zal worden ingesteld bij de rechtbank 's-Hertogenbosch tegen het op 8 september 2010 verstuurde meest corrupte besluit d.d. 31 augustus 2010 van burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode. Dit omdat, met meesterlijk corrupte hulp van griffier Paul Peeters, onderliggend besluit d.d. 27 april 2010 van burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode met de bindende uitspraak AWB 10/2280 d.d. 12 augustus 2010 van
84
voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer voor eeuwig blijft geschorst en niet meer tot het meest corrupt stelen van € 50.000,- bij A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen kan worden overgegaan; Met behulp van een "persberichf' zal dit sommatieverzoek wereldkundig worden gemaakt, zodat iedereen weet hoe extreem corrupt griffier Paul Peeters van de rechbank 's-Hertogenbosch is. In afwachting van een "per directe" verblijven wij;
beslissing op bovengenoemd 2-tal sommatieverzoeken,
Hoogachtend Ecologisch Kennis Centrum BV Voordeze Ing. A.M.L. van Rooij t Achterom 9a 5491 XD Sint Oedenrode e-mail:
[email protected] Bijlagen 1. Brief d.d. 20 september 2010, procedurenummer: 10/2280 GEMWT V14, van griffier Paul Peeters van de rechtbank 's-Hertogenbosch (1 pagina); 2. Uitspraak AWB 10/2280 d.d. 12 augustus 2010 van voorzieningenrechter mr. A.H.N. Kruijer van de rechtbank 's-Hertogenbosch (4 pagina's);
4e inspraakreactie. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester PM. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarisch bedrijf op het adres 't Achterom 9-9a van clienten waarop een milieuvergunning rust. Dit alles om zich daarmee met miljoenen euro's onrechtmatig te kunnen verrijken ten koste van cllenten. Met het opnemen van artikel 1 (herbouw) en artikel 20.3.1. sub a, b en c (herbouw woonboerderij) wordt J.L.J.M. van Gorkum, die van burgemeester en wethouders daarvoor een met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 strijdige bouwvergunning heeft verkregen beloond. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: Onder artikel 1 (begrippen) hebben burgemeester en wethouders als definitie voor herbouw letterlijk het volgende opgenomen: 1. Herbouw: Reconstructie,
wederopbouw
opnieuw
bouwen;
Onder artikel 20.3.1. sub a, b en c (herbouw woonboerderij, woonbestemming) en wethouders het volgende wettelijk voorgeschreven:
hebben burgemeester
85
20.3.1. Herbouw woonboerderij Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bepaalde in lid 20.2.2. onder a voor het herbouwen van een (deel van de) woonboerderij, mits: a. herbouw plaatsvindt binnen het bestemmingsvlak; b. herbouw dient voor minimaal 50% plaats te vinden op de bestaande fundering; c. de herbouw op een andere locatie stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is; Met de bouw van de woonboerderij van ruim 2000 m3 (veel grotere omvang) met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide op een geheel andere plaats, deels buiten het bouwvlak in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' is buurman J.L.J.M. van Gorkum, Ollandseweg 165, reeds begonnen en al in een vergevorderd stadium. Met deze voorkennis en de voorkennis dit later te kunnen legaliseren zijn burgemeester en wethouders met dit voorontwerpbestemmingsplan toch wel heel erg ver gegaan, te weten: Het ingetekende bouwvlak op "Verbeelding 1" behorend bij het perceel Ollandseweg 165 komt niet overeen met dat in het huidige bestemmingsplan Buitenqebled 1997, zodat daarmee bovengenoemde woonboerderij die J.L.J.M. van Gorkum heden deels buiten het bouwvlak aan het bouwen is geheel binnen het bouwvlak is komen te liggen. Dit met de voorkennis en wetenschap dat buurman J.L.J.M. van Gorkum heden op een andere plaats deels buiten het bouwvlak aan het bouwen is. Daarmee kunnen door burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode ter verrijking van hun hierboven beschreven "zware vriendjes criminaliteif' met voorkennis van zaken een veel groter gebouw laten herbouwen op een andere plaats buiten het bouwvlak in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 en met behulp van het door dezelfde burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode voorbereide voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 achteraf legaliseren. Dit om daarmee buurman J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's onrechtmatig te verrijken en het naastliggende agrarische bedrijf camping en pensionstal "Dommeldal', waarop vanaf 1989 een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 vleesvarkens, met hun bestaande minicamping bij de paardenhouderij met 24 plaatsen en bestaande logies en ontbijt te liquideren. Dit is misdaad en maffia ten top.
se inspraakreactie. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester P.M. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarisch bedrijf op het adres 't Achterom 9-9a van clienten waarop een milieuvergunning rust. Dit alles om zich daarmee met miljoenen euro's onrechtmatig te kunnen verrijken ten koste van clienten. Met het opnemen van artikel 20.5.2 sub a (Kleinschalig logeren in de woning) wordt J.L.J.M. van Gorkum, die van burgemeester en wethouders daarvoor een met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 strijdige bouwvergunning heeft verkregen beloond. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: Onder artikel 20.5.2 sub a (Kleinschalig logeren in de woning) hebben burgemeester het volgende wettelijk voorgeschreven:
en wethouders
86
20.5.2 Kleinschalig logeren in de woning. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 20.1 voor het toestaan van kleinschalig logeren in de woning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De omvang mag niet meer bedragen dan 5 eenheden, waarbij de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 400 M2; Laat dat nu precies overeenkomen met het 3-tal appartementen en 2 slaapzolders ( 5 eenheden) die buurman J.L.J.M. van Gorkum heden aan het bouwen is deels buiten het bouwvlak in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997. Een grotere corruptie met misbruik van gemeenschapsgeld is ondenkbaar. Daarmee kunnen door burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van SintOedenrode ter verrijking van hun hierboven beschreven "zware vriendjes criminaliteif' met voorkennis van zaken een 3-tal appartementen en 2 slaapzolders ( 5 eenheden) in een woonhuis worden gebouwd in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 en met behulp van het door dezelfde burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode voorbereide voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 achteraf legaliseren. Dit om daarmee buurman J.L.J.M. van Gorkum met miljoenen euro's onrechtmatig te verrijken en het naastliggende agrarische bedrijf camping en pensionstal "Dommeldal', waarop vanaf 1989 een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 vleesvarkens, met hun bestaande minicamping bij de paardenhouderij met 24 plaatsen en bestaande logies en ontbijt te liquideren. Dit is misdaad en maffia ten top.
se inspraakreactie. Op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' rust op de woning Ollandseweg 165 een woonbestemming waarop ingevolge artikel18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester P.M. Maas en wethouders van Sint-Oedenrode: in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' deels buiten het bouwvlak aan J.L.J.M. van Gorkum bouwvergunning verleend voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide; in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied 1997' ver buiten het bouwvlak bouwvergunning verleend voor een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3; toestemming gegeven om in strijd met het bestemmingsplan een minicamping voor 25 plaatsen aan te leggen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit alles zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarisch bedrijf op het adres 't Achterom 9-9a van clienten waarop een milieuvergunning rust. Dit alles om zich daarmee met miljoenen euro's onrechtmatig te kunnen verrijken ten koste van clienten. Met het opnemen van artikel 20.5.1. (kleinschalig kamperen bij de woning) wordt J.L.J.M. van Gorkum, die van burgemeester en wethouders daarvoor een met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 strijdige toestemming heeft verkregen beloond. Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: Onder artikel 20.5.1. (kleinschalig kamperen bij de woning) hebben burgemeester volgende wettelijk voorgeschreven:
en wethouders het
20.5.1. Kleinschalig kamperen bij de woning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bepaalde in lid 20.1. voor het toestaan van kleinschalig kamperen bij de woning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: b. De totale omvang niet meer mag bedragen dan 25 kampeermiddelen, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 3.000 m2; c. Het kleinschalig kamperen is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiezone -Iand bouwontwikkelingsgebied'. d. Het kleinschalig kamperen dient landschappelijk te worden ingepast op basis van erfbeplantingsplan;
87
d.
Het kleinschaJig kamperen mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
Laat dat nu precies overeenkomen met het positieve besluit voor de aanleg van een minicamping voor 25 plaatsen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. dat burgemeester en wethouders al twee jaar geleden hebben afgegeven aan hun boezemvriend J.LJ.M. van Gorkum. Daarmee kunnen door burgemeester PM. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode ter verrijking van hun hierboven beschreven "zware vriendjes criminaliteif' met voorkennis van zaken een minicamping voor 25 plaatsen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. worden aangelegd in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 en met behulp van het door dezelfde burgemeester P.M. Maas (CDA) en wethouders van Sint-Oedenrode voorbereide voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 achteraf legaliseren. Dit om daarmee buurman J.LJ.M. van Gorkum met miljoenen eurc's onrechtmatig te verrijken en het naastliggende agrarische bedrijf camping en pensionstal "Dommeldal', waarop vanaf 1989 een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 vleesvarkens, met hun bestaande minicamping bij de paardenhouderij met 24 plaatsen en bestaande logies en ontbijt te liquideren. Dit is misdaad en maffia ten top. Deze misdaad gaat burgemeester P.M. Maas en wethouders van Sint Oedenrode nog niet ver genoeg Hierin moet dan ook de oorzaak worden gezocht dat burgemeester P.M. Maas en wethouders, ten dienste van hun boezemvriend J.LJ.M. van Gorkum op een zo'n kort mogelijke termijn met het opleggen van meest corrupte dwangsommen, waaronder de laatste van maar liefst € 50.000,- in samenspanning met corrupte griffiers en rechters binnen de rechtbank 's-Hertogenbosch het agrarische bedrijf "Camping en pensionstal Dommeldal" van clienten met hun minicamping voor 24 plaatsen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras e.d. geluiquideerd wil hebben zodat het met een executoriale verkoop voor een appel en een ei door buurman J.L.J.M. van Gorkum kan worden gekocht ter uitbreiding van zijn eigen hierboven beschreven meest corrupte plannen. Dit is de meest ernstige soort van corruptie.
7e inspraakreactie. e
Als 7 inspraakreactie vindt u hier als herhaald en ingelast alle verzoekschriften, bezwaarschriften, beroepschriften, verzetschriften en hoger beroepschriften en overige brieven die clienten eerder in de zaak J.L.J.M. van Gorkum, Ollandseweg 165, vanaf omstreeks 1997 tot op heden (27 september 2010) hebben ingebracht, waarvan nog vele zaken lopende zijn, hetgeen allemaal in uw bezit is.
Eindconclusie Inspraakreactie
Hoofdstuk 5, Ollandseweg 165
Met de feitelijke inhoud van bovengenoemde vast te staan:
inspraakreactie's
1 t/rn 12 is feitelijk het volgende komen
1e feit Met de feitelijke inhoud van de inspraakreactie 1 tlm 7 is feitelijk komen vast te staan dat door burgemeester en wethpouders van Sint-Oedenrode aan buurman J.LJ.M. van Gorkum een 2-tal losse bouwvergunningen zijn verleend, te weten: een bouwvergunning voor de bouw van een woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide op een andere plaats deels buiten het bouwvlak; een bouwvergunning voor de bouw van een opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3 ver buiten het bouwvlak; Dit met de wetenschap en voorkennis dat op grond van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 1997 op het perceel Ollandseweg 165 een woonbestemming rust waar ingevolge artikel 18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Burgemeester en wethouders hebben met het verlenen van bouwvergunning dan ook in zeer ernstige mate het bestemmingsplan Buitengebied 1997 overtreden. Dit des te meer ten tijde van het verlenen van de bouwvergunning het bestemmingsplan Buitengebied 1997 meer dan 10 jaar oud was. Burgemeester en wethouders waren daartoe dan ook niet bevoegd. Omdat de heer J.LJ.M. van Gorkum, Ollandseweg 165, reeds is begonnen met de bouw van deze woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide op een andere plaats
88
deels buiten het bouwvlak, zijn burgemeester en wethouders eraan gehouden om daartegen onverwijld handhavend op te treden. Wij sommeren u dan ook om dat te doen en daarmee geen moment langer te wachten. e
2 feit Met de feitelijke inhoud van de inspraakreactie 1 Um 7 is tevens feitelijk komen vast te staan dat door burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode positief is beslist op het verzoek van buurman J.L.J.M. van Gorkum voor de aanleg van: een minicamping voor 25 plaatsen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. Dit met de wetenschap en voorkennis dat op grond van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 1997 op het perceel Ollandseweg 165 een woonbestemming rust waar ingevolge artikel 18, lid 4 sub b en lid 5 sub b binnen het bouwvlak een burgerwoning mag worden gebouwd van maximaal 500 m3 met een vrijstaand bijgebouw van maximaal 70 m2. Het aanleggen van een minicamping voor 25 plaatsen met logies en ontbijt met alle bijbehorende voorzieningen, als parkeerterrein, nieuwe inrit, terras, zandkuil, paddock, e.d. ver buiten het bouwvlak, binnen de stankcirkel van het naastliggende agrarische bedrijf van clienten, waarop een milieuvergunning rust voor 78 paarden en 59 varkens is niet alleen zeer ernstig in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied 1997 maar had tesamen met de woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide en de opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden met een oppervlakte van 206 m2 en een inhoud van zo'n 800 m3 ver buiten het bouwvlak als een geheel een milieubeoordeling moeten ondergaan alvorens uberhaupt bouwvergunning had mogen worden verleend voor de woonboerderij van ruim 2000 m3 met daarin een grote woning, een 3-tal appartementen, 2 slaapzolders, 2 grote ontspanningsruimten en een 2-tal vide en de opslag-stallingsruimte voor het stallen van paarden. Nu voorafgaande hieraan dit alles als een geheel geen milieubeoordeling heeft gehad zijn burgemeester en wethouders ook op grond hiervan eraan gehouden om daartegen onverwijld handhavend op te treden. Wij sommeren u dan ook om dat te doen en daarmee geen moment langer te wachten.
Schade-aansprakelijkheidstelling. De mateteriele en irnmateriele schade als gevolg van het 3 jaar lang bezwaarschriften schrijven rechtszaken voeren e.d. tegen buurman J.L.J.M. van Gorkum omdat uw college van burgemeester en wethouders hen al die jaren heeft geholpen met het plegen van economische delicten en misdrijven zoals hierboven staat beschreven en feitelijk is onderbouwd in de instraakreactie's 1 Um 7, bedraagt reeds honderdduizenden euro's. Na berekening van deze schade door een erkende taxateur, zal al die schade op de gemeente Sint-Oedenrode worden verhaald. Ter onderbouwing van de berekening van die schade zal een kopie van deze inspraakreactie aan de in te schakelen taxateur worden overlegd.
Eindconclusie Inspraakreactie
Hoofdstuk 1 t1m 5 en Sommatie
Met de inspraakreacties in: Hoofdstuk 1: Inspraakreactie algemeen geheel (12 blz.)(zie achter tab 1); Hoofdstuk 2: Inspraakreactie op 't Achterom 9-9a (12 blz.)(zie achter tab 2); Hoofdstuk 3: Inspraakreactie op Ollandseweg 165 (12 blz.)(zie achter tab 3); Hoofdstuk 4: Inspraakreactie op 't Achterom 5 en 5a(12 blz.)(zie achter tab 4); Hoofdstuk 5: Inspraakreactie op Ollandseweg 159 (12 blz.)(zie achter tab 2); is feitelijk komen vast te staan dat met dit voorontwerplanbestemmingsplan Buitengebied 2010 enkel de zware georganiseerde misdaad wordt geholpen en hun onrechtmatige verrijking daarmee wordt verhoogd en dat daarbij bij clienten al hun geld en eigendommen moeten worden afgenomen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een nieuw bestemmingsplan Buitengebied. Wij sommeren u dan ook het ter inzage gelegde voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 daarop volledig in te trekken en ondergetekende dat per kerend schrijven schriftelijk te bevestigen. Gebeurd dat niet dan overwegen clienten hiervan strafaangifte te doen. Ter onderbouwing van die strafaangifte zal een kopie van deze inspraakreactie worden overlegd. Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum BV
89
Voor deze, Ing. AM.L. van Rooij, Directeur
Machtiging De volgende (rechts)personen hebben het Ecologisch Kennis Centrum BV, voor deze directeur ing. AM.L. van Rooij, gevestigd op 't Achterom 9a, 5491 XD te Sint-Oedenrode gemachtigd: AM.L van Rooij, wonende op het adres 't Achterom 9, 5491 XD te Sint-Oedenrode (handtekening)
J.E.M. van Rooij van Nunen wonende op het adres 't Achterom 9a 5491 XD te Sint-Oedenrode (handtekening)
Camping en Pensionstal 'Dommeldal' VOF, gevestigd op het adres 't Achterom 9-9a, 5491 XD te Sint-Oedenrode. (Vennoot: J.E.M. van Rooij van Nunen)
(handtekening vennoot: AM.L. van Rooij)
Zoals u in bovengenoemde "eindconc/usie" hebt kunnen lezen is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die vanuit een enorme criminele organisatie het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruiken als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix, volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) zijn en houden van A M. L. van Rooij vanaf 24 september 2007 tot op heden, zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen. Ook is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het moeten vluchten van A M. L. van Rooij op 21 april 2010 naar Belqie om door toedoen van de door koningin Beatrix benoemde burgemeester PM. Maas van Sint-Oedenrode niet te worden vermoord onder de dekmantel van een door hem qecreeerde burenruzie en burenterreur. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is er dan ook de oorzaak van dat de rechtbank 's-Hertognbosch uitspraak heeft gedaan in bovengenoemd wrakingsverzoek d.d. 6 april 2010 zonder dat ik daarover ben gehoord ondanks mijn nadrukkelijk verzoek daarom en dat deze gewraakte rechter rnr. NHJ.M. Veldman-Gielen op 23 juli 2010 inhoudelijk uitspraak heeft gedaan in de zaak met de nummers: AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 zonder dat ik als gemachtifde van appellant de zaak inhoudelijk heb kunnen verdedigen. De oorzaak daarvan zit hem in het feit dat deze zaak na 21 april 2010 is behandeld, terwijl ik door toedoen van uw Afdeling bestuursrechtspraak noodgedwongen in Belgie verblijf om niet te worden vermoord en daar politiek asiel heb aangevraagd. Daarmee heeft uw Afdeling bestuursrechtspraak, omwille van onrechtmatige verrijking van haar voorzitter Hare Majesteit koningin Beatrix, zelfs mijn rechten om als gemachtigde voor appellant op te treden en hem inhoudelijk te verdedigen afgenomen. Een zwaardere misdaad is ondenkbaar en dat nog wel veroorzaakt door de hoogste rechtbank van Nederland, onze Raad van State.
Eindconclusie nadere motivering hoger 8eroepschrift. Met bovengenoemd 5-tal nadere motiveringen van dit hoger beroepschrift is onmiskenbaar feitelijk bewezen dat vanuit een enorme criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruiken als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix: huidig minister mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig minister mr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (CDA) in samenspanning met Philips President G. Kleisterlee en Minister President J.P. Balkenende (CDA) mij (AM.L van Rooij) al vanaf 24 september 2007 tot op heden opzettelijk voor 100% arbeidsongeschikt (geestesziek) houdt, zonder doorbetaling van salaris tijdens ziekte te hebben ontvangen. Dit met het vooropgezette doel om met de hulp de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) van Sint-Oedenrode op een meest corrupte wijze
90
al het geld en alle eigendommen van A.M.L. van Rooij, zijn vrouw J.E.M. van Rooij van Nunen en hun Camping en pensionstal 'Dommeldal' te stelen, alle inkomsten voor de rest van hun leven af te nemen en Van Rooij Holding BV en het Ecologisch Kennis Centrum BV te liquideren. Hiermee is onmiskenbaar feitelijk komen vast te staan dat omwille van persoonlijke verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix ondergetekende (A.M.L. van Rooij) op 21 april2010 naar Belgie heeft moeten vluchten om niet te worden vermoord door toedoen van de door koningin Beatrix benoemde burgemeester P.M. Maas (CDA) onder de dekmantel van een door deze burgemeester P.M. Maas (CDA) qecreeerde burenruzie en burenterreur. Onder deze door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bewust qecreeerde en in stand gehouden situatie kan ondergetekende (A.M.L. van Rooij) niet langer meer functioneren. Het is dan ook huidig voorzitter J.E.M. Polak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die dit eerst zal moeten oplossen voordat ik met deze zaak en alle andere zaken kan verder gaan, hetgeen voor hem niet moeilijk behoeft te zijn. Degenen die dit allemaal omwille van onrechtmatige persoonlijke verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix hebben gecreeerd zijn namelijk: huidig minister mr. J.P.H. Donner, deze is door Koningin Beatrix benoemd en was voorheen staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; huidig mr. E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, deze is door Koningin Beatrix benoemd en was voorheen voorzitter bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; huidig Minister President J.P. Balkenende, deze is door Koningin Beatrix benoemd en is een persoonlijke vriend van burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode; burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode, deze is door Koningin Beatrix benoemd en is een persoonlijke vriend van Minister President J.P. Balkenende; Philips President G. Kleisterlee zit onder voorzitterschap van Koningin Beatrix in de Bilderberg conferentie en Philips mag van koningin Beatrix de naam "Koninklijk" dragen; Dit betekent dat Hare Majesteit koningin Beatrix dit alles kan en zal moeten oplossen ook al worden haar persoonlijke onrechtmatige toekomstige inkomsten daardoor minder. Hare Majesteit Koningin Beatrix is ook voorzitter van de Raad van State. Dit betekent dat huidig voorzitter J.E.M. Polak van de Afdeling bestuursrechtspraak hierover in een gesprek aan Hare Majesteit koningin Beatrix, als voorzitter van de Raad van State, slechts de volgende twee vragen behoeft voor te leggen: Vraag 1. Wilt u bij huidig minlster mr. J.P.H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig Philips President G. Kleisterlee regelen dat Philips bedrijfsarts H. Mol mij (A.M.L. van Rooij) weer voor 100% arbeidsgeschikt verklaard en dat in mijn medische dossier opschrijft? Vraag 2. Wilt u bij huidig minister E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en huidig burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode regelen dat A.M.L. van Rooij weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres 't Achterom 9-9a zonder dat hij in de toekomst te maken krijgt met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing? Als u zijnde huidig voorzitter J.E.M. Polak deze twee vragen niet voorlegt aan Hare Majesteit de Koningin, dan kan ik (A.M.L. van Rooij) niet anders oordelen dan dat u persoonlijk onderdeel uitmaakt van bovengenoemde enorme criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle (mijn buurman) al maar liefst 23 jaar lang gebruikt als dekmantelbedrijf om redenen van persoonlijke onrechtmatige verrijking van Hare Majesteit Koningin Beatrix. In dat geval rest mij niets anders meer dan om dit in een klacht voor te leggen aan de Europese Commissie vanwege ernstige schending van al mijn grondrechten, zoals die zijn vastgelegd in het op 1 december 2009 van kracht geworden Verdrag van Lissabon. Ter onderbouwing van die klacht zal ondermeer deze nadere motivering van dit hoger beroepschrift aan huidig voorzitter J.E.M. Polak worden overlegd.
91
Op grond van bovengenoemde feiten verzoeken wij u de gevoegde uitspraak gedaan in de zaak met de nummers: AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 te vernietigen en te beslissen dat deze drie zaken door de rechtbank's-Hertogenbosch opnieuw moeten worden behandeld door een andere rechter dan mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen nadat Hare Majesteit Koningin Beatrix, als voorzitter van de Raad van State, ervoor heeft gezorgd dat: 1. huidig minister mr. J.P .H. Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CDA) en huidig Philips President G. Kleisterlee hebben geregeld dat Philips bedrijfsarts H. Mol mij (A.M.L. van Rooij) weer voor 100% arbeidsgeschikt heeft verklaard en dat in mijn medische dossier heeft opgeschreven; 2. huidig minister E.M.H. Hirsch Ballin van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en huidig burgemeester P.M. Maas van Sint-Oedenrode hebben geregeld dat A.M.L. van Rooij weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres 't Achterom 9-9a zonder dat hij in de toekomst te maken krijgt met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing. Alvorens u overgaat tot het nemen van een beslissing op dit hoger beroepschrift eist ondergetekende van u, zijnde huidig voorzitter J.E.M. Polak, om hierover te worden gehoord onder de hierboven vereiste condities, hetgeen inhoudt dat u eerst geregeld dient te hebben dat ik (A.M.L. van Rooij) door Philips bedrijfsarts H. Mol weer voor 100% arbeidsgeschikt ben verklaard en ik vanuit Belqie weer veilig kan terugkeren naar Nederland en weer veilig kan wonen en werken in Olland op het adres 't Achterom 9-9a zonder dat ik in de toekomst te maken krijg met de steeds door burgemeester P.M. Maas in gang gezette terreur en afpersing met het vooropgezette doel om mij onder de dekmantel van een door hem qecreeerde burenruzie vermoord te krijgen.
Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.v. Voor deze,
-:
Ing. A.M.L. van Rooij Directeur.
92
GEM.HEUSDEN Ingekomen
I:
de Rechtspraak
2 9 JUL 2010
Rechtbank '5- H e rtog en b05Ch
AANTEKENEN
Sector Bestuursrecht
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen
28 juli 2010 Afdeling 11Zitting dhr P.T.M. Peeters 073-6202700 procedurenummer 09 / 436 WW44 V118 C4 casusnummer 148053816BZWROOO1 en 0002
datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk
uw kenmerk
bezoekadres Leeghwaterlaan 8 5223 BA 's-Hertogenbosch correspondentieadres Postbus 90125 5200 MA 's-Hertogenbosch t 073 - 6 20 20 20 www.rechtspraak.nl Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt U slechts een zaak in uw brief behandelen.
bijlage(n)
073-6202790 toezending afschrift uitspraak en mededeling rechtsmiddel.
faxnummer onderwerp
Geachte heer/mevrouw, Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open. Indien u daarvan gebruik wenst te maken, dient u binnen zes weken na de datum van verzending van de uitspraak een beroepschrift en een kopie van bijgaande uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EADen HaW In het bero~, schrift venneldt u waarom u de uitspraak niet J' uist vindt. /d
',#./
H~OO .., '.",ib1l'tend,
ff
!_jj
, 'ftler
'0~"1
~d
,
1/;;'
d.
,J.l
.. i/
I
/
!
j
I
Uw persoonsgegevens en - indien van toepassing - die van uw cuent worden voor zover nodig, ten behoeve van een goede procesvoering verwerkt in
50562
een registratiesysteem
van het gerecht.
uitspraak RECHTBANK's-HERTOGENBOSCH Sector bestuursrecht Zaaknummer: AWB 09/436 AWB 08/4266 AWB 08/4265
Uitspraak
van de enkelvoudige
kamer van 23 juli 2010
inzake -P.M. van Dijk en J.H. van Dijk-Fitters, (A WB 09/436 en AWB 08/4265) te Elshout, eisers sub 1, gemachtigde ing. A.M.L. van Rooij, werkzaam bij het Ecologisch Kenniscentrum B.V.
-H. Fitters (A WB 08/4266) te Elshout, eiser sub 2, gemachtigde ing. A.M.L. van Rooij, werkzaam bij het Ecologisch Kenniscentrum B.V. tegen het college van burgemeester en wethouders verweerder, gemachtigde J.E.W. van Baardwijk.
van de gemeente Heusden,
Aan het geding heeft als partij deelgenomen J.A.M. Brok te Elshout, vergunninghouder, gemachtigde mr. 1. van Geel.
Procesverloop Bij besluit van 29 februari 2008 heeft T.M. Corsten (manager team diensten) namens verweerder aan vergunninghouder vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) respectievelijk een reguliere bouwvergunning verleend voor de bouw van een woning op het perceel kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K nummer 1730, plaatselijk bekend Scheidingstraat ongenummerd te Elshout. Bij besluit van 17 april 2008 heeft T.M. Corsten (manager team diensten) namens verweerder aan vergunninghouder een reguliere bouwvergunning verleend voor de bouw van een stallingsruimte op het perceel kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K, nummer 1730, plaatselijk bekend Scheidingstraat ongenummerd te Elshout. Tegen deze besluiten hebben eisers bij afzonderlijk schrijven van 9 april 2008 (woning) respectievelijk 9 mei 2008 (stallingsruimte) bij verweerder bezwaar gemaakt.
2
A WB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
,.
...
,
"
'
J
Bij besluit van 28 oktober 2008 heeft wethouder W. Groen namens verweejder het bezwaar van 9 april 2008 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit hebben eisers sub 1 en 2 bij briefvan 5 december 2008 beroep ingediend. Deze beroepen zijn geregistreerd onder AWB 08/4265 en A WB 08/4266. Bij besluit van 22 december 2008 heeft wethouder W. Groen namens verweerder het bezwaar van 9 mei 2008 ongegrond verklaard. Eisers sub 1 hebben tegen laatstgenoemd besluit bij brief van 1 februari 2009 beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder AWB 09/436. Vergunninghouder heeft bij brief van 23 maart 2010 een reactie op de gedingstukken in de drie beroepszaken gegeven. De zaken zijn gevoegd behandeld op de zitting van 8juli 2010, waar eisers noch hun gemachtigde zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. Verschenen is voorts mr. M. Peeters als vervangster van de gemachtigde van vergunninghouder.
Overwegingen 1. In geschil is het besluit van 28 oktober 2008 waarbij verweerder de binnenplanse vrijstel1ing en bouwvergunning voor het oprichten van een woning in stand heeft gelaten en het besluit van 22 december 2008 waarbij verweerder de reguliere bouwvergunning voor een stallingsruimte heeft gehandhaafd. Standpunt verweerder. 2. Verweerder heeft aan het besluit van 28 oktober 2008 (de woning) ten grondslag gelegd dat ter plaatse het bestemmingsplan "Elshout Herziening 2006" geldt en dat de gronden op de plankaart zijn bestemd tot "Woondoeleinden W". Op grond van artikel 4, tweede lid, van de bestemmingsplanvoorschriften is het realiseren van nieuwe woningen uitgesloten. Bij het verlenen van de bouwvergunning heeft verweerder gebruik gemaakt van de in artikel 4 van de planvoorschriften opgenomen vrijstellingsbevoegdheid. Waardevermindering van de woning van eisers ten gevolge van de verleende vrijstelling is geen aspect dat daarbij hoeft te worden betrokken. Ook de bezwaren ter zake van de uitweg kunnen hier niet bij worden betrokken. 3. Verweerder heeft aan het besluit van 22 december 2008 (de stallingsruimte) ten grondslag gelegd dat ingevolge het bestemmingsplan "Elshout herziening 2006" de gronden op de plankaart zijn bestemd tot "Woondoeleinden W" en de bij de bestemming behorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven (art. 4). Het bouwplan voldoet aan het bepaalde in het bestemmingsplan en de bouwverordening. Nu geen van de in artikel 44 van de Woningwet genoemde weigeringsgronden van toepassing is, heeft verweerder bouwvergunning verleend. Wettelijk kader. 4. Artikel 10: 11, eerste lid, van de AIgemene wet bestuursrecht (Awb) luidt als volgt:
3
AWB 09/436, AWB 08/4266 en A WB 08/4265 .r~. ;.!- ~ /
<
Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namenshern kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. ~ 5. Artikel 59a van de Gemeentewet luidt -deels- als volgt: 1. De stukken die van het college uitgaan, worden door de burgemeester ondertekend en door de secretaris mede ondertekend. 2. Het college van burgemeester en wethouders kan hem toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren. 3. ( ..). 6. Artikel40 aanhef en onder a. van de Woningwet luidde als volgt: Het is verboden te bouwen zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning. 7. Artikel44, eerste lid, van de Woningwet luidde -deels- als volgt: De reguliere bouwvergunning mag slechts en moet worden geweigerd, indien: a. ( ..); b. de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet aannemelijk maken dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft voldoet aan de voorschriften die zijn gegeven bij de bouwverordening (..); c. het bouwen in strijd is met een besternmingsplan ofmet de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld; d. ( ..); e. ( ..). 8. Artikel 15, eerste 1id, van de WRO luidde als volgt: Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald, dat burgemeester en wethouders met inachtneming van de in het plan vervatte regelen bevoegd zijn: a. van bij het plan aan te geven voorschriften vrijstelling te verlenen; b. ten opzichte van in het plan omschreven punten nadere eisen te stellen. 9.
De rechtbank overweegt als volgt.
Belanghebbende. 10. Ter ambtshalve toetsing van de rechtbank staat allereerst of eiser sub 2 (H. Fitters) als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb is aan te merken. Ter zitting is gebleken dat eiser sub 2 mede-eigenaar is van het perceel Scheidingstraat 5, zodat hij in die hoedanigheid als belanghebbende kan worden aangemerkt. Mandaat. 11. Eisers stellen dat wethouder B. Groen op persoonlijke titel de in geding zijnde besluiten heeft genomen en niet namens het college van burgemeester en wethouders. De besluiten zijn daarmee niet rechtsgeldig en dienen te worden vemietigd. 12. De rechtbank stelt vast dat, gelet op het door verweerder overgelegde mandaatbesluit d.d. 18 maart 2008, verweerder de bevoegdheid tot het nemen van een besluit op bezwaar heeft gernandateerd aan de afzonderlijke leden van het college, ieder voor zover de zaak tot zijn/haar portefeuilIe behoort, mits het primaire besluit in mandaat is genomen en het
4
A WB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265 <
bestreden besluit conform het advies van de Commissie bezwaarschriften ea conform het primaire besluit waarop het bezwaar is gericht is • Verweerders gemachtigde heeft desgevraagd ter zitti ng aangegeven dat ten tijde van de bestreden besluiten deze onderwerpen tot de portefeuille van wethouder Groen behoorden. Gelet hierop, en nu ook anderszins niet is gebleken dat niet is voldaan aan het mandaatbesluit, zijn de bestreden besluiten bevoegd door deze wethouder namens verweerder ondertekend. Deze grief faalt derhalve. Planologisch kader. 13. Tussen partijen is niet in geschil dat ter plaatse het bestemmingsplan "Elshout Herziening 2006" van toepassing is. De gronden waarop de woning en de stallingsruimte zijn gesitueerd zijn op de plankaart bestemd tot "Woondoeleinden W" (art. 4). De woning valt, gelet op de plankaart, onder de bestemming "woningen, vrijstaand (0.1 )". 14. Artikel4 "Woondoeleinden W" van de planvoorschriften luidt -voor zover van belangals volgt: Doeleindenomschrijving De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden, vrijstaand (0.1); f. bij de bestemming horende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven;. Voorschriften omtrent bebouwing 1. Op de als zodanig aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming. 2. Het realiseren van nieuwe woningen is uitgesloten. 6. Woningen mogen uits1uitend worden gebouwd met inachtneming van de vo1gende eisen: a. woningen, vrijstaand (0.1) 1. situering uitsluitend ter p1aatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding (0.1) en in de op de p1ankaart aangegeven voorgevelbouwgrens c.q. binnen het op de p1ankaart aangegeven bebouwingsvlak, (..); 2. de diepte van de hoofdbebouwing inclusief aan- en uitbouwen, gemeten vanaf de voorgeve1rooi1ijn, ten hoogste 15 meter, tenzij op de plankaart een bebouwingsvlak is aangegeven in we1k geva1 de volledige diepte van het bebouwingsv1ak benut mag worden; 8. afstand tot de niet aan de weg ge1egen percee1sgrens bedraagt ten minste 3 meter, (..); 9. per woning dient 1,5 parkeerp1aats gerea1iseerd te worden, waarvan ten minste 1 parkeerp1aats op eigen terrein. 7. Bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende eisen: a. tJm f. (..);
g. de zijgeve1 van een bijgebouw dient in dan wel minimaa1 1 meter uit de zijde1ingse percee1sgrens te worden gebouwd. Vrijstelling met betrekking tot het bouwen van nieuwe woningen. 9. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaa1de in lid 2 voor het bouwen van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende eisen: f. door de bouw van de woning worden archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurwaarden niet onevenredig aangetast; i. per woning wordt 1,5 parkeerplaats gerealiseerd;
A WB 09/436, AWB 08/4266 en A WB 08/4265
5
j. indien de vrijstelling betrekking heeft op een voorrnalig agrarisch bedrijf.ishet toelaten van een nieuwe woning alleen toegestaan indien: 1. + 2. (..). m. de overige bepalingen in artikel 4 "Woondoeleinden" zijn van overeenkomstige toepassing. Vrijstellingen met betrekking tot het bouwen. 10. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: e. lid 6 sub a.2, b.2, c.2 en d.2 voor vergroting van de diepte tot maximaal 20 meter; Voorwaarden aan vrijstellingsbevoegdheden. 13. De vrijstellingen als bedoeld in lid 9, 10, 11 en 19 worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat: b. archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast; Nadere eisen. 14. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in lid 6, 7 en 8 nadere eisen te stellen ten aanzien van situering, onderlinge afstanden, afmetingen en hoofdvorrn van hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is: d. ter bevordering van de verkeers-, sociale- en brandveiligheid. Procedure 15. Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 9, 10, 11 en 19 wordt de procedure als bedoeld in artikel 20 in acht genomen. Stallingsruimte. 15. Eisers sub 1 stellen zich ten aanzien van de bouwvergunning voor de stallingsruimte op het standpunt dat hiervan geen sprake is; het bouwplan betreft een garage/berging. 16. De rechtbank is van oordeel dat dit bouwwerk een zogeheten bijgebouw betreft en dat bepalend is of aan de planvoorschriften voor bijgebouwen wordt voldaan. De rechtbank is niet gebleken dat hieraan niet is voldaan. Derhalve faalt deze grief. Voorts zijn de grieven omtrent een aantasting van woongenot en/of een waardedaling van de woning van civielrechtelijke aard en raken de grieven betreffende de uitweg niet de toetsingsgronden van artikel 44 van de Woningwet. Dit brengt met zich dat het beroep van eisers sub 1 in zoverre ongegrond zal worden verklaard. Woning. 17. Tussen partijen is niet in geschil dat het bouwplan voor de woning in strijd is met artikel 4, tweede lid, van de planvoorschriften nu sprake is van het oprichten van een nieuwe woning. Om realisering ervan toch mogelijk te maken heeft verweerder met toepassing van artikel 15 van de WRO vrijstelling verleend. Het besluit al dan niet vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan is een bevoegdheid van verweerder, waarbij het college beleidsvrijheid heeft en de rechter het besluit slechts terughoudend kan toetsen, dat wil zeggen zich moet beperken tot de vraag, of het college in redelijkheid heeft kunnen komen tot zijn besluit de vrijstelling te verlenen. 18. Eisers zijn van mening dat de in geding zijnde nieuwe woning niet dient als vervanging van te slopen agrarische bedrijfsbebouwing. De agrarische woning met haar bedrijfsgebouwen staat er namelijk nog steeds. Op grond hiervan is het bouwen van de in geding zijnde nieuwe woning uitgesloten. Voorts is het perceel zodanig smal dat het realiseren van 1,5 parkeerplaats onmogelijk is. Met de bouw is een landschappelijk zeer
6
AWB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265 -'
'"
waardevolle oude beuken haag gerooid waarrnee de landschappelijke waarde en de natuurwaarden onevenredig zijn aangetast. Eisers voeren nog aan dat voor het rooien van deze haag een aanlegvergunning nodig was. Het bestreden besluit is daarrnee in emstige mate in strijd met artikel 4, negende lid, van het bestemmingsplan. 19. Verweerder heeft aangegeven dat geen sprake is van een voormalig agrarisch bedrijf. Het betreft een nog open locatie waar middels het realiseren van woningen de bebouwing langs het lint gecontinueerd en afgerond kan worden. De rechtbank is, mede in aanmerking genomen het feit dat eisers hun stelling niet nader hebben onderbouwd, niet gebleken dat verweerders standpunt onjuist is. Aldus mist het bepaalde in artikel 4, negende lid, onder j, van de planvoorschriften in casu toepassing. 20. De in artikel 4, negende lid, onder i, van de planvoorschriften gestelde voorwaarde voor het verlenen van vrijstelling inhoudende dat per woning 1,5 parkeerplaats wordt gerealiseerd is, gelet op de aan de voorzijde van de woning aanwezige oprit en de op de achterzijde van het perceel te realiseren stallingsruimte, naar het oordeel van de rechtbank geen beletsel voor het verlenen van vrijstelling van het verbod tot het realiseren van nieuwe woningen. 21. Ten aanzien van de door eisers -door het rooien van de haag- gestelde strijdigheid met artikel 4, negende lid, sub f is de rechtbank van oordeel dat niet gebleken is dat de betreffende haag van een landschappelijk zeer waardevol karakter was. Evenmin hebben eisers hun stelling dat door deze verwijdering in het bestemmingsplan bestaande natuurwaarden onevenredig worden aangetast, nader gemotiveerd. In tegenstelling tot hetgeen eisers stellen kent het bestemmingsplan geen aanlegvergunningenstelsel voor het rooien van houtopstanden, zoals in het onderhavige geval. Ook deze grief slaagt niet. 22. Eisers stellen zich vervolgens op het standpunt dat door de Commissie is aangegeven dat voor het overschrijden van de voorgeschreven bouwdiepte van 15 meter verweerder gebruik had dienen te maken van artikel 4, tiende lid, sub e, van de planvoorschriften. Verweerder heeft in het bestreden besluit geen heroverweging gemaakt. Dit betekent, aldus eisers, dat het besluit in strijd met de planvoorschriften is genomen. 23. De rechtbank stelt vast dat, gelet op artikel 4, lid 6a onder 2, de diepte van de hoofdbebouwing, gemeten vanaf de voorgevelrooilijn, ten hoogste 15 meter mag bedragen. De Commissie Bezwaarschriften heeft zich in haar advies op het standpunt gesteld dat in casu deze afstand circa 16 meter bedraagt en dat, gelet hierop, het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. 24. Vastgesteld wordt dat bij meting van de hoofdbebouwing aan de rechterzijde de afstand van 15 meter niet wordt overschreden. Bij meting aan de Iinkerzijde wordt als gevolg van de situering van de woning de voorgeschreven afstand tot de voorgevelrooilijn wel -in geringe mate- overschreden. Dit volgt uit de schuine situering van het bouwplan op het perceel. Verweerder heeft dit ter zitting aan de hand van de bouwtekeningen, inzichtelijk gemaakt. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit niet heeft overwogen om vrijstelling ingevolge artikel 4, lid 10 onder e, van de planvoorschriften te verlenen. Uit het primaire besluit valt echter afte leiden dat (tevens) vrijstelling is verleend voor overschrijding van de voorgeschreven bouwdiepte van het hoofdgebouw van 15 meter. Derhalve behoefde deze vrijstelling bij beslissing op bezwaar niet alsnog verleend te worden.
A WB 09/436, A WB 08/4266 en AWB 08/4265
7
25. De bouwvergunning voor de nieuwe vrijstaande woning is verleend to,!;o'pde perceelsgrens; de vereiste 3' meter is -aldus eisers- derhalve niet in acht genomen. Uit metingen van het Kadaster is vast komen te staan dat de nieuwe woning zelfs 65 cm over de kadastrale grens heen is gebouwd. 26. Ingevolge het bepaalde in artikel 4, zesde Iid, sub a.8, dient de afstand tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens tenminste 3 meter te bedragen. Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat, gelet op de formulering van de overige bepalingen in lid 6 sub a, -waarin telkens is opgenomen de zinsnede "inclusief aan- en uitbouwen"- een redelijke uitleg van dit voorschrift met zich brengt dat bedoeld wordt de afstand van het hoofdgebouw tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens nu, in sub a.8 deze zinsnede ontbreekt. De rechtbank komt deze uitleg niet onjuist voor. Daarbij is tevens in aanmerking genomen dat aan- en uitbouwen in bouwkundig opzicht vergelijkbaar zijn met bijgebouwen en dat een dergelijke planuitleg in lijn is met het bepaalde in artikel 4, lid 7 sub g, waarin bijgebouwen in de zijdelingse perceelsgrens zijn toegestaan. 27. Wat betreft de stelling van eisers dat op de plankaart op het onderhavige perceel geen voorgevelgrens staat aangegeven en dat er evenmin een bebouwingsvlak is aangegeven, stelt de rechtbank vast dat op de plankaart wel degelijk een voorgevelrooilijn is aangegeven. Een bebouwingsvlak is ingevolge het planvoorschrift geen vereiste. Niet is gebleken dat niet aan het planvoorschrift als bedoeld in artikel 4, zesde lid, sub a.l is voldaan. 28. Eisers stellen dat, nu het een nieuwe woning betreft, artikel 4, lid 14, sub d, van toepassing is. Hierin is aangegeven dat verweerder bevoegd is nadere eisen te stellen indien dit noodzakelijk is ter bevordering van de brandveiligheid. Gelet op dit planvoorschrift dient men zich te houden aan de wettelijke voorschriften van de gemeentelijke bouwverordening. In artikel 2.5.3., eerste en tweede lid, van de gemeentelijke bouwverordening zijn voorschriften opgenomen omtrent de bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer Eisers zijn van mening dat hiermee feitelijk is komen vast te staan dat de wettelijk voorgeschreven breedte van de in- en uitrit naar de woning van eisers minimaal4,5 meter moet bedragen. Met de verleende bouwvergunning op de perceelsgrens is de breedte hooguit 3.65 meter. Dan is er ook nog 65 cm over de perceelsgrens in strijd met de bouwvergunning gebouwd, waarmee de breedte hooguit 3.00 meter is. 29. Artikel 2.5.3, eerste lid, van de gemeentelijke Bouwverordening luidt als volgt: Indien de toegang tot een bouwwerk dat voor verblijfvan mensen is bestemd, meer dan 10 meter is verwijderd van de openbare weg, moet een verbindingsweg tussen die toegang en het openbare wegennet aanwezig zijn die geschikt is voor verhuisauto's, vuilnisauto's, ziekenauto' s brandweerauto ' s en het overige te verwachten verkeer 30. De rechtbank stelt vast dat artikel 4, lid 14, aanhef en onder sub d, verweerder een bevoegdheid geeft tot het stellen van nadere eisen indien dit noodzakelijk is ter bevordering van de verkeers-, sociale- en brandveiligheid. Nu de afstand minder dan de in artikel 2.5.3. van de Bouwverordening vermelde 10 meter bedraagt, is niet gebleken van omstandigheden op grond waarvan verweerder niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten van deze bevoegdheid geen gebruik te maken. 31. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen stelt de rechtbank vast dat de strijdigheid van het bouwplan met het vigerende bestemmingsplan zich beperkt tot artikel 4, tweede lid, van
A WB 09/436, A WB 08/4266 en A WB 08/4265
8
•
de planvoorschriften (waarin het realiseren van een nieuwe woning is uitgesloten) en artikel 4 lid 10 sub e (maximale diepte hoofdbebouwing). Verweerder heeft daarvan yrijstelling verleend op grond van artikel 4, negende lid, respectievelijk tiende lid, van de planvoorschriften. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder bij het gebruik maken van deze bevoegdheid in redelijkheid aan het belang van vergunninghouder een groter gewicht heeft kunnen toekennen dan aan het belang van eisers. In aanmerking is genomen dat het een nog open locatie betreft waar middels het realiseren van woningen de bebouwing langs het lint gecontinueerd en afgerond kan worden en het slechts een geringe overschrijding van de bouwdiepte betreft die vooral samenhangt met de enigszins schuine situering op het perceel. De naastgelegen woning heeft een soortgelijke ligging. 32. Met het verlenen van vrijstelling is de strijdigheid van het bouwplan met het bestemmingsplan opgeheven. Aldus was verweerder nu niet is gesteld dat een van de overige weigeringsgronden van artikel 44 zich voordoet, gelet op het limitatief bepaaJde in artikel 44, eerste lid, van de Woningwet, gehouden de bouwvergunning te verlenen. Gelet hierop zal de rechtbank het beroep ter zake van de woning eveneens ongegrond verklaren. 33. De rechtbank ziet geen aanleiding een der partijen te veroordelen in de proceskosten dan wel verweerder op te dragen het griffierecht te vergoeden. 34. Beslist wordt als volgt.
9
AWB 09/436, AWB 08/4266 en AWB 08/4265
Beslissing De rechtbank, verklaart de beroepen ongegrond. Aldus gedaan door rnr. N.H.J.M. Veldman-Gielen als rechter in tegenwoordigheid rnr. J.F.M. Emons als griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2010.
Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Afschriften verzonden:
28111112010
van
AFSCHHIFT
beschikking RECHTBANK
'S-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
,.._. . -.
,.-'-~'l i
Zaaknummer
1 rekestnummer
Beschikking
van 14 mei 2010
: 2102361
EX RK 10-53
'1
, 11<:=11:
17 MEI 2010 ~-
in de zaak van
_--.k..,
=~"_. . -_
P.M. van Dijk, J.H. Van Dijk-Fitters
en H. Fitters,
wonende te Elshout, verzoekers, gemachtigde: de besloten Centrum B.V.,
vennootschap
met beperkte
aansprakelijkheid
Ecologisch
Kennis
tegen
mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen in haar hoedanigheid van rechter in de rechtbank te 's-Hertogenbosch bij de behande1ing van de procedures met zaaknummers: A WB 09/436 WW44 V35 BB, A WB 08/4265 WW 44 V35 BB en A WB 08/4266 WW44 V35 BB, verweerster. Partijen zullen hierna respectievelijk
1. 1.1.
verzoekers
en de rechter worden genoemd.
Procesverloop De rechtbank het verzoekschrift
heeft kennisgenomen van 6 apri 12010;
van:
de schriftelijke reactie van de rechter op het wrakingsverzoek de dossiers in de hoofdzaken.
van 16 april 2010;
1.2. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft plaatsgevonden op 29 april 2010. Verzoekers hebben bij brief van 16 april 2010 om uitstel van de mondelinge behandeling verzocht. Voor de aanvang van de inhoudelijke behandeling heeft de wrakingskamer het verzoek om uitstel als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Verzoekers zijn noch in persoon noch bij hun gernachtigde ter zitting verschenen. De rechter heeft bij brief van 22 april 2010 bericht dat zij niet ter zitting aanwezig zal zijn. In haar schriftelijke reactie van 16 apri1 2010 heeft de rechter wel haar standpunt ten aanzien van het wrakingsverzoek naar voren gebracht. Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden (verweerder in de hoofdzaken) is J. van Baardwijk als toehoorster ter zitting verschenen. Bij brief van 9 apri1 2010 heeft mr. 1. Van Geel bericht dat zij en haar client (rechtbank: de heer J.A.M. Brok) niet ter zitting aanwezig zullen zijn.
2.
Het verzoek en het verweer
2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaken met zaaknummers:
•
-
r
2102361 EX RK 10-53 14 mei 2010
2
AWB 09/436 WW44 V35 BB, AWB 08/4265 WW 44 V35 BB en AWB 08/4266 WW44 V35 BB. 2.2. Ter onderbouwing van het wrakingverzoek, hebben verzoekers - kort en zakelijk weergegeven - gewezen op de volgende feiten en omstandigheden. Bij de zaken met zaaknummers A WB 09/436 WW44 V35 BB en A WB 08/4265 WW 44 V35 BB heeft de rechter achteraf in nauwe afstemming met advocaat M. Peeters, namens de heer 1.A.M. Brok (hierna: Brok), de niet bestaande zaak met zaaknummer AWB 08/4266 WW44 V35 BB gecreeerd. Aangezien in laatstgenoemde zaak nooit griffierecht is betaald, zal de gevoegde behandeling van deze zaak met de twee eerstgenoemde zaken op de zitting van 8 april 2010 tot gevolg hebben dat deze twee zaken niet-ontvankelijk zullen worden verklaard. 2.3. De rechter heeft bij brief van 16 april 20 J 0 bericht niet in de wraking te berusten en heeft in dat kader - voor zover hier van belang - aangevoerd dat bovenstaande zaken betrekking hebben op samenhangende zaken met betrekking tot een perceel en dat gelijktijdige behandeling van deze zaken nog niet wil zeggen dat ze ook gevoegd zijn.
3.
De beoordeling
3.1. Ingevolge artikel 8: J 5 van de Algemene wet bestuursrecht, dient te worden beoordeeld of sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De rechtbank stelt daarbij voorop dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling moeten worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die, ongeacht de persoonlijke instellingen van de rechters, zwaarwegende redenen opleveren voor (objectiveerbare) twijfel aan de onpartijdigheid van de rechters. Daarbij is ook de te vermijden schijn van partijdigheid van belang. 3.2. Van uitzonderlijke omstandigheden in voormelde zin is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. 3.3. Uit de dossiers in de hoofdzaken blijkt, voor zover hier van belang het navolgende. De zaken met zaaknummers AWB 08/4265 WW 44 V35 BB en A WB 08/4266 WW44 V35 BB zijn beiden sedert 8 december 2008 onder vermelding van deze zaaknummers bij de rechtbank aanhangig. De zaak met zaaknummer A WB 09/436 WW44 V35 BB is sedert 3 februari 2009 onder vermelding van dit zaaknummer bij de rechtbank aanhangig. Voormelde zaken betreffen door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ecologisch Kennis Centrum B.V. (hierna: EKC) namens verzoekers ingestelde beroepen tegen door de het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden (hierna: de gemeente Heusden) genomen besluiten op bezwaar. Bij afzonderlijke brieven van 1 december 2009 heeft de rechtbank aan EKC en de gemeente Heusden in voormelde beroepszaken onder vermelding van de bijbehorende zaaknummers medegedeeld dat Brok gebruik heeft gemaakt van de in artikel 8:26 van de Algemene Wet Bestuursrecht genoemde mogelijkheid om als partij aan het geding deel te nemen. Verder heeft de rechtbank bij afzonderl ijke brieven van 2 maart 2010 de bij de beroepszaken betrokken partijen medegedeeld dat de behandeling van de zaken op donderdag 8 april 2010 om 15.15 uur zal plaatsvinden.
3
210236 1 EX RK 10-53 14 mei 2010
3.4. Gelet op het vorenstaande betreft de zaak met zaaknummer AWB 08/4266 WW44 V35 niet een, zoals verzoekers stellen, achteraf door de rechter in nauwe afstemming met advocaat M. Peeters, namens Brok, bij de andere hoofdzaken gecreeerde zaak. Deze wrakingsgrond mist derhalve feitelijke grondslag en faalt reeds hierom. 3.5. Met het standpunt dat de zaken met de zaaknummers AWB 09/436 WW44 V35 BB en AWB 08/4265 WW 44 V35 BB met de zaak met zaaknummer AWB 08/4266 WW44 V35 BB gevoegd op de zitting van 8 april2010 zullen worden behandeld en dat de twee eerstgenoemde zaken - vanwege het niet betalen van griffierecht in de laatstgenoemde zaak _ niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, lopen verzoekers vooruit op de door de rechter in deze zaken eventueel te nemen beslissingen. Uit de dossiers in deze zaken blijkt immers niet dat de rechter reeds had besloten c.q. voornemens was om de zaken die op de zitting van 8 april2010 vanaf 15.15 uur zouden worden behandeld, ook gevoegd te behandelen en de daarbij aanhangige beroepen niet-ontvankelijk te verklaren. Anders dan verzoekers kennelijk veronderstellen, impliceert gevoegde behandeling van zaken overigens geenszins dat daarin gelijkluidend wordt beslist. Reeds gelet daarop biedt voormeld standpunt van verzoekers geen grond voor toewijzing van het wrakingsverzoek. 3.6. Ook overigens is niet gebleken van uitzonderlijke feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. 3.7. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat er geen sprake is van een situatie die zou moeten leiden tot het oordeel dat de rechter vooringenomen is geweest, althans dat de dienaangaande bij verzoekers bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Het wrakingsverzoek zal daarom worden afgewezen.
4.
De beslissing
De rechtbank, wijst afhet verzoek tot wraking van mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen in de zaken met zaaknummers AWB 09/436 WW44 V35 BB, AWB 08/4265 WW 44 V35 BB en AWB 08/4266 WW44 V35 BB. Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.C. Adang, voorzitter, mr. W.C.E. Winfield en mr. M.E. Bartels, leden, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.
_
..
:.._.
Gemeente Heusden t.a.v. mevrouw J. van Baardwijk Postbus 41 5250 AAVlijmen