Uitspraak LJN BX8432, Rechtbank Rotterdam, 1347148 Datum uitspraak: 18-07-2012 Datum publicatie: 13-12-2012 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Zaaknummers: 1347148 Sector toon: Sector kanton
Uitspraak RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam beschikking ex artikelen 5:121 en 5:130 Burgerlijk Wetboek inzake [verzoeker], wonende te Rotterdam, verzoeker, hierna te noemen: [verzoeker], en de vereniging [Ver[Residentie X], gevestigd te Rotterdam, verweerster, hierna te noemen: de VvE, gemachtigde : mr. N.J. Smeenk, VvE Belang te Oosterhout. 1. Het verloop van de procedure 1.1 Op 18 mei 2012 is het verzoek van [verzoeker] met bijlagen ontvangen. 1.2 Bij brief van 22 mei 2012 heeft de griffier aan [verzoeker] bevestigd dat het verzoek is ontvangen. Tevens heeft de griffier aan [verzoeker] verzocht om een lijst met namen en adressen van de leden van de VvE en een afschrift van de splitsingsakte. Voorts heeft de griffier [verzoeker] erop gewezen dat hij griffierecht is verschuldigd dat nog dient te worden betaald. Bovendien is [verzoeker] erop gewezen dat een datum voor de mondelinge behandeling van het verzoek zal worden bepaald na ontvangst van het griffierecht. 1.3 Op 28 mei 2012 is gebleken dat [verzoeker] het griffierecht heeft voldaan. 1.4 Op 31 mei 2012 is ter griffie ingekomen een brief van de heer [A] waarin wordt verwezen naar de brief d.d. 22 mei 2012 van de griffier aan [verzoeker]. Bij de brief zijn als bijlagen gevoegd de hoofdsplitsingsakte, de ondersplitsingsakte en een lijst met NAW-gegevens van de VvE-leden. 1.5 Op 6 juni 2012 heeft de griffier [verzoeker] en de overige leden van de VvE per gewone brief opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek op 4 juli 2012.
1.6 Op 3 juli 2012 is het verweerschrift met bijlagen vande VvE ter griffie ingekomen. 1.7 De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 juli 2012. [verzoeker] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De VvE is ter zitting verschenen bij de heer [B], secretaris, bijgestaan door de gemachtigde mr. N.J. Smeenk. Tevens zijn de volgende leden van de VvE ter zitting verschenen: mevrouw [C], mevrouw [D], de heer en mevrouw [E], de heer [F], de heer [G], de heer [H] en de heer [A] (administrateur van de VvE). Een bericht van verhindering is ontvangen van de volgende leden van de VvE: mevrouw [I] en de heer [J]. Ter zitting heeft mr. Smeenk vier foto’s en de heer [H] twee foto’s van het appartementencomplex overgelegd. De heer [B] heeft de uitnodiging en agenda voor de vergadering van 5 april 2012 met bijlagen overgelegd. Van hetgeen ter zitting is verhandeld heeft de griffier aantekening gehouden. 2. De feiten Aan de stukken kunnen de volgende feiten worden ontleend. 2.1 [verzoeker] is rechthebbende van het appartementsrecht [locatie]. Als rechthebbende van genoemd appartementsrecht is [verzoeker] van rechtswege lid van de VvE. 2.2 Op de rechtsverhouding van partijen zijn van toepassing de akte Hoofdsplitsing [Complex X], de akte Ondersplitsing Woningen/Bergingen [Residentie X] en het huishoudelijk reglement van de VvE. 2.3 Artikel 13 lid 2 van de akte Hoofdsplitsing Complex [Residentie X] en van de akte Ondersplitsing Woningen/Bergingen [Residentie X] luidt als volgt: “Het aanbrengen aan de buitenzijde van naamborden, reclame-aanduidingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen, spandoeken, bloembakken, schijnwerpers, schotelantennes en in het algemeen van uitstekende voorwerpen (daaronder begrepen wasgoed) aan de buitenzijde van het gebouw, mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.” 2.4 Artikel 29 van het huishoudelijk reglement luidt als volgt: “Het is niet toegestaan bloembakken en schotelantennes aan de buitenzijde van de serres aan te brengen.” 2.5 In de notulen van de jaarlijkse vergadering van de VvE d.d. 24 februari 2011 is vermeld: “17. RONDVRAAG (…) - Mogelijkheid een schotelantenne te plaatsen. Het reglement staat dit niet toe. Vrije nieuwsgaring staat hier weer haaks op. Het nieuwe bestuur neemt dit mee. Ook de aanvrager, [verzoeker], zal zich oriënteren op technische mogelijkheden van wellicht een draadloze verbinding van een schotel op het dak naar één of meerdere appartementen.” 2.6 Op 18 september2011 heeft [verzoeker] een brief gestuurd aan het bestuur van de VvE, waarin is vermeld: “Hiermee stuur ik u informatie ten aanzien van de schotelantenne door. Want ik heb tijdens de laatste jaarlijkse vergadering (…) van 24 februari 2011 aangegeven dat mijn vrouw thuis, Turkse TV zenders wil ontvangen. Dit kan alleen op dit moment door het plaatsen van de schotelantenne. Maar het reglement staat dit niet toe. Daarom heb ik hier voor ons en voor jullie informatie over verzameld. Volgens deze informatie mag de schotelantenne niet verboden worden. Samenvatting van deze informatie: Op grond van artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) heeft een ieder recht om de informatie te ontvangen die hij of zij wenst. (…) Nogmaals willen we zelf geen initiatief nemen om een schotelantenne te plaatsen. Dit willen we in overleg met jullie onder andere met het bestuur van VvE doen. Jullie kunnen voor deze schotelantenne bijvoorbeeld op het dak of ergens anders een plek bepalen zodat wij hem daar kunnen plaatsen. In afwachting van jullie antwoord (…).” 2.7 Per e-mail van 13 oktober 2011 heeft [verzoeker] aan de VvE medegedeeld: “Ik moest u terug komen in verband met onderzoek van de mogelijkheid van de schotelantenne. Helaas moet ik u aangeven dat er niet zo veel mogelijkheid bestaat schotel antenne zonder kabel. Wat ik vernomen heb, dit is enige oplossing volgens de verkoper van de schotel antenne. (…).” 2.8 De administrateur van de VvE heeft de leden van de VvE per brief van 15 maart 2012 uitgenodigd voor de vergadering van de VvE op 5 april 2012. Bij die brief zijn bijlagen gevoegd, waaronder de agenda voor de vergadering en een toelichting bij enkele agendapunten. In de toelichting bij agendapunt 5 is vermeld:
“Overige mededelingen: (…) Schotelantenne In 2011 is het bestuur meerdere malen benaderd door Dhr. [verzoeker] over zijn wens tot plaatsing van een schotelantenne aan de gevel of op het dak om zo meer Turkse TV zenders te kunnen ontvangen. Ondanks dat het reglement en de splitsingsakte aangeven dat het plaatsen van een schotel antenne niet is toegestaan en daarom niet gewenst is, vindt Dhr. [verzoeker] dat de VVE hem toch toestemming tot plaatsing zal moeten verlenen. Het bestuur heeft Dhr. [verzoeker] erop gewezen dat hij bij aankoop van het appartement ook de regels heeft erkend en dat hij de enige in ons complex is met een schotelwens, andere gevallen zijn bij het bestuur niet bekend. Echter Dhr. [verzoeker] vindt dat plaatsing hem niet kan worden ontzegd gebaseerd op de rechten van de Mens. Aangezien het bestuur niet juridisch is onderlegd kan zij dit niet beoordelen. Daarom heeft het hiervoor een antennecommissie ingesteld in naam van Dhr. [H] die dit vraagstuk heeft voorgelegd aan de juridische dienst van VVE Belang, wij verwachten binnen afzienbare tijd een advies van VVE Belang.” 2.9 [verzoeker] heeft de vergadering van 5 april 2012 niet bijgewoond. In de notulen van deze vergadering van de VvE is vermeld: “5. OVERIGE MEDEDELINGEN (…) SCHOTELANTENNE - plaatsing schotelantennes door individuele eigenaars. Besproken is het juridisch advies van VVE Belang. Het komt er op neer dat er veel jurisprudentie is in dit soort zaken, alleen zijn de uitspraken tegengesteld. De vergadering stelt dat er voldoende alternatieven zijn voor schotelantennes en dat alle eigenaars het splitsingsreglement en huishoudelijk reglement hebben aanvaard bij aankoop van het appartement. De vergadering vindt stellig dat vele, waaronder Turkse zenders, kunnen worden ontvangen met de huidige abonnementen van UPC en KPN en op internet via de computer. Dit acht de vergadering een redelijk alternatief. De vergadering heeft deze kwestie in stemming gebracht en met 4 onthoudingen en de overige eigenaren vóór, besloten dat het aanbrengen ofwel plaatsen van een schotelantenne door individuele eigenaars niet is toegestaan Hierbij is medegedeeld dat indien eigenaren het hiermee niet eens zijn zij de mogelijkheid hebben om binnen een maand het besluit van de vergadering aan te vechten bij de kantonrechter.” 3. Het verzoek en de grondslag daarvan [verzoeker] merkt in het verzoekschrift op dat hij het besluit van de VvE (om plaatsing van een schotelantenne door individuele eigenaars te verbieden) wil aanvechten. Hij voert daartoe het volgende aan. Hij woont al elf jaar in het appartement dat op de zesde verdieping is gelegen. Hij is 65 jaar en zijn vrouw 62 jaar. Zij willen graag hun ‘laatste pensioenjaren’ met plezier naar de Turkse zenders op tv kijken. Op 24 februari 2011 heeft hij een rondvraag gesteld met betrekking tot het plaatsen van een schotelantenne. Hij heeft ook zelf naar alternatieve technische mogelijkheden gezocht maar het is hem niet gelukt een passend alternatief te vinden. [verzoeker] vermeldt dat hij voorlopig alleen naar de Turkse zenders kan kijken via een schotelantenne. Er is genoeg ruimte boven het appartement om een schotel te plaatsen. Een schotelantenne op die hoogte is volgens [verzoeker] onzichtbaar en daarom niet ontsierend. [verzoeker] merkt op dat hij nu een UPC-abonnement heeft en daarmee zeven Turkse zenders ontvangt. Dit vindt hij niet genoeg want hij is van mening: hoe meer keuzemogelijkheden voor Turkse zenders, hoe beter. Ook benadrukt [verzoeker] dat hij onderzoek op internet heeft gedaan en dat hem is gebleken dat de VvE de schotelantenne niet mag verbieden. [verzoeker] meent dat hij de kantonrechter binnen een maand na het besluit van de VvE heeft benaderd omdat hij pas kennis heeft gekregen van dit besluit door een brief van 20 april 2012 van de VvE-administrateur waarmee hem de notulen van de vergadering van 5 april 2012 zijn toegestuurd. Ten slotte geeft [verzoeker] aan dat hij samen met zijn vrouw vanaf 27 mei 2012 met vakantie is. 4. Het verweer Het verweer strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van [verzoeker] in zijn verzoek, althans tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van het geding. De VvE voert daartoe het volgende aan.
[verzoeker] had vóór 5 mei2012 zijn verzoek bij de kantonrechter moeten indienen, nu hij wist dat het onderwerp ‘schotelantenne’ tijdens de vergadering van 5 april 2012 aan de orde zou komen. [verzoeker] was op 5 april 2012 nog niet op vakantie en hij heeft gewoon sociaal contact met de andere eigenaars in de VvE en heeft het besluit daardoor eerder vernomen dan wel had het eerder kunnen vernemen. De ont¬vangst¬datum van de notulen is daarbij niet van belang. Nu het verzoek eerst op 16 mei 2012 is gedaan, is de termijnvanéén maand verstreken, zodat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek. Voorts merkt de VvE op dat toen [verzoeker] het appartementsrecht kocht hij kennis heeft genomen dan wel had kunnen nemen van (artikel 13 lid 2 van) de splitsingsakte en van (artikel 29 van) het huishoudelijk reglement. Verder wijst de VvE erop dat [verzoeker] de zenders al reeds lang bekeek door middel van een schotelantenne, die geplaatst is en/of was in zijn serre. Als de schotel binnen de serre blijft en het raam daarbij open moet staan voor een goede ontvangst, is dat geen probleem voor de VvE. [verzoeker] beweert geen alternatieven te hebben gevonden voor de ontvangst van de favoriete programma’s maar de VvE heeft hier geen onderbouwing van kunnen vinden. Tevens stelt de VvE dat [verzoeker] een abonnement heeft bij UPC, waarmee zeven Turkse zenders zijn te ontvangen. De VvE wijst erop dat[verzoeker] zijn favoriete zenders kan ontvangen via een aantal online links. Met behulp van een media¬player kunnen deze zenders ook zonder tussenkomst van een computer op de tv bekeken worden. Nu [verzoeker] de door hem gewenste zenders wel kan ontvangen, hetzij door middel van de schotel in de serre, hetzij via de genoemde online links kan hij geen beroep doen op artikel 10 EVRM omdat zijn grondrecht op vrije nieuwsgaring niet wordt geschonden. De VvE meent dat haar belangen op onrechtmatige wijze worden geschaad indien een ontsierende schotelantenne aan de buitenkant van het gebouw wordt aangebracht. Het appartementencomplex ontleent zijn aantrekkelijkheid aan de strakke vormgeving. Ook wijst de VvE erop dat door het aanbrengen van zaken aan de buitenkant van het gebouw het gemeenschappelijke gedeelte wordt beschadigd. Verder zou het geven van toestemming een precedent scheppen. In dit verband wijst de VvE erop dat er meer eigenaars van buitenlandse afkomst wonen. Ten slotte benadrukt de VvE dat het aanbrengen van voorwerpen op het strakke gevelvlak een waardeverminderend effect heeft op het appartementsrecht. 5. De beoordeling van het verzoek 5.1 De kantonrechter stelt voorop dat [verzoeker] niet ter zitting is verschenen. De kantonrechter heeft na ontvangst van het griffierecht en van de (bij [verzoeker]) opgevraagde documenten - overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 279 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) onverwijld dag en uur bepaald waarop het verzoek mondeling zal worden behandeld. Ingevolge artikel 271 Rv heeft de griffier [verzoeker] bij gewone brief van 6 juni 2012 opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 4 juli 2012. De brief is gestuurd aan het adres dat [verzoeker] in zijn verzoekschrift heeft opgenomen. De oproeping beantwoordt onder meer aan de artikelen 274 en 276 Rv. De wettelijke regels voor het oproepen voor de mondelinge behandeling houden niet in dat, wanneer de verzoeker op een oproep niet verschijnt, hij dan opnieuw moet worden opgeroepen bij aangetekende brief, deurwaardersexploot of anderszins, wanneer niet kan worden vastgesteld dat de eerste oproep hem daadwerkelijk heeft bereikt. Door voor het oproepen gebruik te maken van een door de verzoeker zelf opgegeven feitelijk adres mag er, zolang er geen duidelijke aanwijzingen voor het tegendeel bestaan, van worden uitgegaan dat de oproep de verzoeker ook bereikt. Als een aanwijzing voor het tegendeel is niet reeds te beschouwen dat verzoeker niet op de mondelinge behandeling verschijnt. De omstandigheid dat [verzoeker] inhet verzoekschrift heeft vermeld dat hij vanaf 27 mei 2012 met vakantie is, maakt dit niet anders omdat de griffier hem bij brief van 22 mei 2012 erop heeft gewezen dat een mondelinge behandeling van zijn verzoek zal worden bepaald na betaling van het griffierecht. Nu [verzoeker] in het midden heeft gelaten wanneer hij verwacht terug te keren van vakantie heeft de kantonrechter hiermee geen rekening kunnen houden en is een mondelinge behandeling gelast op een termijn van vier weken. Dat [verzoeker] voor zijn vakantie geen maatregelen heeft getroffen met betrekking tot het in ontvangst nemen van gerechtelijke stukken is een omstandigheid die voor zijn risico komt. 5.2 Tevens stelt de kantonrechter voorop dat het verzoek van [verzoeker] in de eerste plaats is te begrijpen als een verzoek om vernietiging van een besluit van de VvE als bedoeld in artikel 5:130 BW. Op grond van het tweede lid van die bepaling moet het verzoek worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker vanhet besluit heeft kennis genomen of heeft kunnen kennis nemen. Uit de agenda en de toelichting op agendapunt 5 is naar het oordeel van de kantonrechter niet op te maken dat de VvE een besluit zal gaan nemen over de aanvraag van [verzoeker] tot plaatsing van een schotelantenne. [verzoeker] heeft er daarom niet op bedacht hoeven te zijn dat de VvE een besluit op zijn aanvraag zou gaan nemen. Tegen die achtergrond heeft
[verzoeker] in beginsel ook niet eerder kennis genomen van dit besluit dan met het toesturen van de notulen van de vergadering, met dien verstande dat bijvoorbeeld een andere eigenaar hem eerder in kennis heeft kunnen stellen van het VvE-besluit, Gesteld noch gebleken is, dat dit is gebeurd, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat [verzoeker] zijn verzoek heeft ingediend binnen de termijn van een maand na de dag waarop hij van het besluit heeft kennis genomen. 5.3 Voorts stelt de kantonrechter voorop dat het verzoek van [verzoeker] in de tweede plaatsis te begrijpen als een verzoek omeen machtiging tot plaatsing van een schotelantenne als bedoeld in artikel 5:121 BW. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat uit het verzoekschrift van [verzoeker] kan worden opgemaakt dat hij een schotelantenne wil plaatsen en dat uit het verweerschrift kan worden afgeleid dat dit niet is toegestaan in artikel 13 lid 2 van de splitsingsakte(s) en artikel 29 van het huishoudelijk reglement, zodat het enkel vernietigen van het besluit van de VvE van 5 april 2012 nog niet tot gevolg heeft dat [verzoeker] wel een schotelantenne mag plaatsen. 5.4 Voor de beoordeling van het tweeledige verzoek van [verzoeker] is het volgende van belang. Uit artikel 5:108 BW blijkt dat de appartementseigenaars jegens elkander verplicht zijn onder andere de inrichting van het gebouw tot stand te brengen en in stand te houden in overeenstemming met het daaromtrent in de akte van splitsing bepaalde en met het in de akte van splitsing opgenomen reglement als bedoeld in artikel 5:111 aanhef en sub d juncto artikel5:112 lid 4 BW. Artikel 5:112 lid 4 BW bepaalt dat het reglement een regeling kan inhouden omtrent het gebruik, het beheer en onderhoud van de gedeelten die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Een zodanige regeling kan inhouden dat de vergadering van eigenaars bevoegd is een appartementseigenaar of degene die zijn rechten uitoefent, om nader in het reglement aangegeven gewichtige redenen het gebruik van deze gedeelten te ontzeggen. Ingevolge het bepaalde in art. 5:126 lid 3 BW zietde VvE toe op de nakoming van verplichtingen uit wet of reglement. Het gaat in casu om artikel 13 lid 2 van de akte van (hoofd- en onder)splitsing en het daarop geënte (artikel 29 van het) huishoudelijk reglement. 5.5 Tegenover de handhaving van bovenstaande regels staat echter aard en strekking van artikel 10 EVRM. Daarin is onder meer bepaald dat een ieder recht heeft op de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen. De kantonrechter zal dienen te beoordelen of het besluit van de VvE dat plaatsing van een schotelantenne door [verzoeker] niet is toegestaan stand kan houden met het oog op het grondrecht van artikel 10 EVRM. De kantonrechter zal, gelet op de door de nationale rechter te toetsen beginselen die aan het EVRM ten grondslag liggen, onderzoeken of dit besluit van de VvE in de gegeven omstandigheden en gelet op de tussen partijen geldende privaatrechtelijke verhouding, een gerechtvaardigde inbreuk ex artikel 10, lid 2, EVRM vormt op het grondrecht op vrije nieuwsgaring, dat iedereburger in de gemeenschap toekomt, ongeacht de vraag of hij hiermee slechts privé-hobby’s beoefent of ook zakelijke belangen dient (EHRM 16 december 2008, LJN: BH1809, NJ 2010,149). 5.6 De kantonrechter zal bij de beoordeling hiervan veronderstellende wijs tot uitgangspunt nemen dat [verzoeker], zoals de VvE heeft gesteld en [verzoeker] niet heeft weersproken, alle door hem gewenste informatie thuis kan ontvangen via de schotelantenne die in de serre van [verzoeker] aanwezig is dan wel via het UPC-abonnement in combinatie met de online links via het internet. 5.7 De op grond van het tweede lid van artikel 10 EVRM vereiste belangenafweging valt in dit geval in het voordeel van de VvE uit, zoals hierna zal worden toegelicht. 5.8 Aan de kant van [verzoeker] staat het belangrijke grondrecht op vrije nieuwsgaring. Op dit recht wordt echter in dit gevalslechts een geringe inbreuk gemaakt. [verzoeker] kan immers de door hem gewenste informatie thuis verkrijgen. Slechts de wijze van ontvangst, via de schotelantenne (in de serre met het raam open) en via het UPC-abonnement in combinatie met het internet of via de schotelantenne aan de buitenkant van het gebouw is in het geding. 5.9 De andere kant betreft de belangen van de VvE. De VvE heeft in dit verband, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat haar belang is gelegen in het volgende: (i) Het appartementencomplex ontleend zijn aantrekkelijkheid mede aan de strakke vormgeving en de beleving
van deze esthetica bevordert het woonplezier en levensgeluk van de eigenaars. (ii) Door het aanbrengen van een schotelantenne aan de buitenkant van het gebouw wordt het gemeenschappelijk gedeelte beschadigd. (iii) Het voorkomen van precedentwerking. (iv) Bij het kopen van het appartementsrecht heeft bij aspirant kopers meegespeeld dat men een appartement kocht waarvan men gezien de splitsingsakte en het huishoudelijk reglement kon verwachten dat er geen ontsierende zaken aan de buitenkant van het gebouw zouden worden geduld. (v) Het aanbrengen van zaken op het strakke gevelvlak heeft een waardeverminderend effect op het appartementsrecht. 5.10 De argumenten (i), (iii) en (iv) hangen samen met de esthetiek en de leefomgeving. Het is een feit van algemene bekendheid dat een of meerdere schotelantennes aan de buitengevel van panden een ontsierend en veelal stigmatiserend beeld oplevert, zulks met het risico op verloedering van de leefomgeving met alle negatieve gevolgen van dien. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat het pand waarin zich de appartementen bevinden een statige uitstraling heeft en dat dit mede komt doordat aan de buitenkant geen (blijvende) ontsierende zaken zijn aangebracht. In het licht hiervan is te billijken dat de VvE de hand wil houden aan het tweede lid van artikel 13 van de akte van hoofd- en ondersplitsing en aan artikel 29 van het huishoudelijk reglement en dat zij plaatsing van schotelantennes wil beperken. Argument (ii) lijkt op het eerste gezicht minder zwaarwegend, maar wordt niet zonder belang geacht. Een eigenaar vaneen appartementsrecht heeft belang bij het voorkomen van extra boorgaten in gemeenschappelijke gedeelten van het pand. Ook argument (v) komt gewicht toe, nu de eigenaar van een appartementsrecht de mogelijkheid wil houden om het appartementsrecht te gelegener tijd te verkopen, bij voorkeur met winst en in elk geval zonder verlies. 5.11 Alle afwegende worden de belangen van de VvE zwaarder bevonden dan die van [verzoeker], mede gelet op het feit dat hij zijn favoriete Turkse zenders kan ontvangen. De inbreuk is daarom gerechtvaardigd. 5.12 [verzoeker] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. 6. De beschikking de kantonrechter: wijst af het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van het VvE-besluit van 5 april 2012, inhoudende dat het aanbrengen van een schotelantenne door individuele eigenaars niet is toegestaan; wijst af het verzoek van [verzoeker] tot het verkrijgen van een machtiging voor het aanbrengen van vorenbedoelde schotelantenne; veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de VvE vastgesteld op € 200,- aan salaris van de gemachtigde van de VvE. Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. S.W. Kuip, en uitgesproken op de openbare terechtzitting.