1
UITGELICHT ! Een periodieke KUNSTAGENDA voor leden van de Kunstkring Haaksbergen nr.65, februari 2016 ARNOLD VAN DE LAAR: KOPIE VERSUS AUTONOMIE Tentoonstelling in Museum Slager te 's-Hertogenbosch van 21 februari 2016 t/m 1 mei 2016 Arnold van de Laar, De kruisdraging (1927) Kunstschilder Arnold van de Laar (Den Bosch (1886 – Vught 1974) was gedurende zijn leven bekend om zijn kopieën naar oude meesters en als restaurator van schilderijen. Van zijn vrije werk is echter nog nooit een tentoonstelling gehouden. Zijn woonhuis met atelier is nog intact en vormt een ware tijdscapsule. Zijn kleinzoon Michel van de Laar, ook restaurator, begon vanaf het midden van de jaren ’90 met het rangschikken van het materiaal dat zich in het atelier van zijn grootvader bevindt. Kasten vol schildersmateriaal en lades volgepropt met geheimzinnige brieven en foto’s werden samen met cultuurhistorica dr. Marga Altena geïnventariseerd. In 2016 komt Van de Laar met een kunstzinnig drieluik over zijn opa: naast een tentoonstelling in Museum Slager het boek ‘Een duizendkunstenaar in Den Bosch’ Arnold van de Laar en de Brabantse kunstwereld (1886-1974) en de kunstinstallatie Reflecties door Marijn Bax in het bewaard gebleven atelier. Het is in het Jeroen Bosch-jaar een mooie knipoog naar Bosch. In de tentoonstelling staan de indrukwekkende kopieën centraal die Arnold van de Laar schilderde naar werken van meesters zoals Jeroen Bosch, Rembrandt en Van Dijck. Van de Laars kopieën geven ook inzicht in de functies van kopieën in de eerste helft van de 20ste eeuw. Daarnaast roepen kopieën interessante vragen op over de betekenis van authenticiteit en originaliteit in de kunst. De kopieën gaan in de tentoonstelling een verrassende confrontatie aan met Van de Laars vrije werk. Het vrije werk van de kunstenaar, geschilderd in de stijl van de Haagse School, bestaat uit Bossche stadsgezichten, Brabantse landschappen, portretten en stillevens. De tentoonstelling laat ook fotografisch werk van de kunstenaar zien, dat wordt gekenmerkt door directe, op naturalistische wijze uitgevoerde portretten. Een topstuk in de tentoonstelling vormt Van de Laars kopie naar De Kruisdraging van Jeroen Bosch. Het is een bruikleen van het Noordbrabants Museum. Het originele werk hangt in het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Arnold werd er in 1927 op uit gestuurd om dit werk daar te kopiëren zodat de Bosschenaren en de bezoekers van de stad in het museum kennis konden maken met het werk van Jeroen waarvan in Den Bosch geen echte schilderijen zijn achtergebleven. Onlangs werd bekend gemaakt dat het Jheronimus Bosch Research and Conservation Project dit werk heeft afgeschreven als echte Bosch en het dus ook niet te zien zal zijn op de grote Bosch tentoonstelling in het jubileumjaar. Maar we kunnen De kruisdraging dus toch zien, in Museum Slager !
2 DE WERELD VAN HENDRIK WIEGERSMA Jubileumtentoonstelling in Museum De Wieger te Deurne van 14 februari 2016 t/m 22 mei 2016 De huisarts-schilder Hendrik Wiegersma, Ossip Zadkine, Jozef Cantré en Nel Wiegersma op De Wieger in Deurne, mei 1927 In 2016 bestaat De Wieger 40 jaar. Het programma voor dit jubileumjaar is verdeeld in drie tijdsblokken, waarbij in iedere tentoonstellingsperiode weer andere facetten van Hendrik Wiegersma; de mens, het huis en zijn werken, worden belicht. Op de benedenverdieping is in de eerste periode, van 14 februari tot en met 22 mei, een permanente presentatie over Hendrik Wiegersma te zien. Op de bovenverdieping gaat de aandacht naar de zonen van Wiegersma en in de ateliers kijken we terug op 40 jaar De Wieger. Op zondag 14 februari 2016 zal de curator Lex van de Haterd zijn hernieuwde, up to date biografie van Hendrik Wiegersma, ten doop houden. Hij schreef in 1997 al een biografie, maar inmiddels zijn er weer veel nieuwe publicaties en onderzoeksgegevens beschikbaar gekomen en het jubileumjaar vormt een mooie aanleiding. Waar eerst alleen de Wiegersma kamer gebruikt werd, zal nu het hele jaar door, op de gehele benedenverdieping, een permanente presentatie over het leven en werken van Hendrik te zien zijn. Aan de hand van wisselende thema’s zoals: ‘dorp aan de rivier’, ‘huize de Wieger’, ‘de schilder’, ‘de verzamelaar’ zullen naast kunstwerken ook persoonlijke voorwerpen, brieven en foto’s getoond worden in speciaal voor het jubileum ontworpen vitrines. Op de bovenverdieping zullen naast werk van Hendrik, vooral kunstwerken van zijn zonen te zien zijn. We willen enerzijds de verwantschap, maar anderzijds juist de verschillen tonen, want Pieter en Friso waren geen leerlingen van hun vader, maar volstrekt autonome kunstenaars. In het klein en groot atelier zult u een overzicht vinden van bijzondere gebeurtenissen in het 40 jarig bestaan van de Wieger, in de vorm van foto’s, affiches, catalogi en andere publicaties. De keuze uit het omvangrijke archiefmateriaal, is mede gedaan door fotograaf Ton Hartjens die al 50 jaar lang veel gedenkwaardige momenten op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. DE NIEUWE SMAAK Tentoonstelling in het Rijksmuseum Twenthe te Enschede t/m 21 augustus 2016 17 januari t/m 21 augustus 2016 - Van Jacob Jordaens tot Damien Hirst, en van Daubigny tot Jitish Kallat: de tentoonstelling De Nieuwe Smaak. De kunst van het verzamelen in de 21ste eeuw neemt u mee langs vele hoogtepunten uit de collectie van Geert Steinmeijer. Steinmeijer, die van Hartmans tuinmeubilair een succesvol exportproduct maakte, is naast zakenman en investeerder ook verzamelaar. Vanaf het moment dat hij in 1993 zijn eerste aankoop deed, raakte hij gefascineerd door de kunst. Sindsdien bracht hij een zeer gevarieerde, mondiale collectie samen. De bezoeker krijgt te maken met middeleeuwse kruisafnames, Amerikaanse abstractie en Franse sa-
3 lonkunst. Ook verzamelt Steinmeijer hedendaagse kunst uit Duitsland en China: landen die hij inmiddels goed kent. Zo biedt de tentoonstelling inzicht in de diverse werelden waar Steinmeijer zich in begeeft. Met deze tentoonstelling reflecteert Rijksmuseum Twenthe op ontwikkelingen in het verzamelen van kunst en het ontstaan van een daar nauw aan verwante nieuwe smaak. Deze nieuwe smaak is divers en subjectief. De grenzen tussen goede smaak en wansmaak, tussen hoge en lage kunst, zijn langzamerhand verdwenen. Alles kan tegenwoordig. De uitspraak “over smaak valt niet te twisten” is nog nooit zo relevant geweest, maar dat betekent niet dat smaak onbespreekbaar moet zijn. De bezoeker van deze tentoonstelling wordt uitgedaagd zelf ook na te denken over de eigen smaak, net als Steinmeijer dat doet. BREITNER: MEISJE IN KIMONO Tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam van 20 februari 2016 t/m 22 mei 2016 De complete serie van meisjes in kimono van Breitner is dit voorjaar in het Rijksmuseum te zien. De lezing bij de tentoonstelling Meisjes in kimono door docente Carien Kanters neemt u mee naar het Amsterdam van eind negentiende eeuw. Japan is in de mode, hoedenverkoopsters werken als schildermodel en in zijn atelier aan de Lauriergracht stijgt Breitner boven zichzelf uit. Voor het eerst is het Rijksmuseum erin geslaagd om alle versies bij elkaar te tonen: dertien schilderijen met een hele bijzondere uitstraling. Breitner maakte de serie in 18931894, geïnspireerd door de liefde voor Japan in die tijd. Zijn model was zijn jonge buurmeisje Geesje Kwak. Met drie kimono’s rood, blauw en wit, een kamerscherm en een divan maakte Breitner dertien geschilderde en vele gefotografeerde en getekende variaties van een meisje in kimono, die geldt als icoon van het japonisme, ontstonden in de jaren 1893-96. Het jonge model Geesje Kwak poseerde voor bijna al zijn schilderijen en werd zo door Breitner onsterfelijk gemaakt. De tentoonstelling is gebaseerd op nieuw onderzoek en laat voor het eerst de (voor zover bekend) volledige serie van 14 schilderijen zien, waaronder een tot nu toe onbekend Meisje in rode kimono uit particuliere collectie. Naast schilderijen worden ook tekeningen, schetsen en foto’s getoond die de kunstenaar ter voorbereiding hierop maakte. SASKIA NOOR VAN IMHOFF Tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam van 13 februari 2016 t/m 8 mei 2016 +14.11 2013 A2 c-print, humidifier. Foto: Gert Jan van Rooij In 2016 presenteert het Stedelijk Museum een reeks dynamische solotentoonstellingen van een veelbelovende generatie kunstenaars. Het gaat veelal om nieuwe producties en recente aankopen. Het Stedelijk reageert hiermee op de actualiteit en stimuleert hedendaags talent door, in sommige gevallen, ook de positie van opdrachtgever in te nemen. Voor het Stedelijk zijn kunstenaars de betekenisgevers van onze tijd. Door een duurzame relatie aan te gaan met de kunstenaars van nu krijgt de collectie van de toekomst een gezicht. In 2014 kocht het Stedelijk van Saskia Noor van Imhoff
4 (1982) het ruimtelijke werk +#14.11 aan. Voor de eerste presentatie van dit werk in het Stedelijk maakt de kunstenaar een installatie die is toegespitst op de museumcollectie en op de architectuur van de zalen. In haar werk combineert Van Imhoff kunstwerken uit het depot, replica’s en alledaagse voorwerpen. Die plaatst zij zonder enige hiërarchie bij elkaar. Daarbij maakt zij de methoden van conservering, onderzoek en classificering tot onderdeel van haar installatie. JHERONIMUS BOSCH - VISIOENEN VAN EEN GENIE Tentoonstelling in het Noordbrabants Museum te 's-Hertogenbosch van 13 februari 2016 t/m 8 mei 2016 Het Noordbrabants Museum in ’sHertogenbosch presenteert de internationale tentoonstelling Jheronimus Bosch - Visioenen van een genie. Met naar verwachting 20 schilderijen (panelen en triptieken) en 19 tekeningen, waaronder 4 drieluiken en 4 tweezijdig beschilderde panelen, is het de grootste overzichtstentoonstelling van Jheronimus Bosch (ca. 1450 ’s-Hertogenbosch 1516) ooit. Verder zullen 7 panelen uit zijn werkplaats en/of van belangrijke navolgers getoond worden. Ten slotte tonen zo'n 70 kunstwerken de context van deze middeleeuwse kunst uit de 15de en 16de eeuw. De tentoonstelling vormt een ongeëvenaard eerbetoon aan de belangrijkste middeleeuwse kunstenaar die ons land heeft gekend: nooit eerder werden zoveel werken van deze “duivelskunstenaar” bijeengebracht. Eenmalig keert het leeuwendeel van zijn oeuvre terug naar ’s-Hertogenbosch, de stad waar hij als Jeroen van Aken werd geboren, waar hij zijn meesterwerken schilderde en waaraan hij zijn artiestennaam Bosch ontleende. De tentoonstelling is het hoogtepunt van het Nationaal Evenementenjaar Jheronimus Bosch 500 dat in 2016 wordt gevierd, naar aanleiding van het 500ste sterfjaar van de kunstenaar. De tientallen bruiklenen komen van vooraanstaande musea uit de hele wereld, waaronder het Museo Nacional del Prado (Madrid), Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam), Gallerie dell'Accademia/Palazzo Grimani (Venetië) en Metropolitan Museum (New York). Onder de bruiklenen bevinden zich werken als de Keisnijding en de Verzoeking van de heilige Antonius (Museo Nacional del Prado, Madrid), het Narrenschip (Musée du Louvre, Parijs), de Dood en de vrek (National Gallery of Art, Washington) en het Heremieten-drieluik (Gallerie dell'Accademia, Venetië). Het uitzonderlijk grote aantal bruiklenen aan de expositie biedt bezoekers de unieke gelegenheid de revolutionaire en fantasierijke beeldtaal van Jheronimus Bosch uitgebreid te bestuderen. Kenmerkend voor Bosch zijn de beroemde monsters, duivelse figuren, engelen en heiligen die zijn tekeningen en panelen bevolken. Zijn karakteristieke werk, vol illusies en hallucinaties, wonderlijke gedrochten en nachtmerries, verbeeldt onnavolgbaar de grote thema’s van zijn tijd: verleiding, zonde en rekenschap. Werkend in de periode rond 1500, de overgang tussen middeleeuwen en renaissance, weerspiegelen Jheronimus’ schilderijen en tekeningen op raadselachtige wijze de relatie tussen de mens, zijn omgeving en zijn schepper. Jheronimus Bosch geldt als een geniale kunstenaar, die in zijn werk werelden toonde die zijn tijdgenoten niet voor mogelijk hielden. Het is een kunstenaar die tot de absolute wereldtop behoort, wiens werk navolging kreeg bij generaties na hem en die tot op de dag van vandaag ook nieuwe kunstenaars weet te inspireren. De expositie is breed en ruimtelijk opgezet en is thematisch ingedeeld. Aan de hand van de volgende thema's wordt de bezoeker door de tentoonstelling begeleid: Levenspelgrimage, Bosch in 's-
5 Hertogenbosch, Het leven van Christus, Bosch als tekenaar, Heiligen en Het einde der tijden. Gebruik makend van de technieken ingezet tijdens het wetenschappelijk onderzoek geven reconstructies en visualisaties als onderdeel van de tentoonstelling een nooit eerder vertoond inzicht in de totstandkoming van de werken van Bosch. De voorbereidingen voor de expositie in Het Noordbrabants Museum zijn reeds gestart in 2007. De basis voor de uitzonderlijke bruiklenen is gelegd met het Bosch Research and Conservation Project (BRCP), een ambitieus, grootschalig internationaal kunsthistorisch onderzoek, opgezet samen met de Stichting Jheronimus Bosch 500 en de Radboud Universiteit Nijmegen. Een team van internationale deskundigen, verenigd in het BRCP heeft in de afgelopen zes jaar voor het eerst vrijwel het gehele oeuvre van de meester Bosch wereldwijd intensief en systematisch onderzocht en gedocumenteerd. Bovendien is in vervolg op dat onderzoek en ter voorbereiding op de expositie in 's-Hertogenbosch een groot aantal schilderijen gerestaureerd. De resultaten van het Bosch Research and Conservation Project vormen de basis van de tentoonstelling in 2016. De stad ’s-Hertogenbosch, inwoners en bezoekers herdenken met de meerjarige, internationale culturele manifestatie Jheronimus Bosch 500 al vanaf 2010 het vijfhonderdste sterfjaar 2016 van Nederlands belangrijkste middeleeuwse schilder Jheronimus Bosch (ca. 1450-1516). Met Jheronimus’ werk als onuitputtelijke inspiratiebron herleven zijn tijd en thema’s in uiteenlopende, feestelijke evenementen: bijzondere muziek-, dans-, theater- en circusproducties, tentoonstellingen, projecten in de openbare ruimte, lichtpresentaties, boeken, games en apps. Alles voor (én met) een breed en divers, jong en oud publiek uit binnen- en buitenland. Jheronimus Bosch 500 brengt zo de beroemdste zoon van de stad terug naar de plek waar hij alles bedacht en maakte, naar ’s-Hertogenbosch. PHOTOGRAPHY EXTENDED III Tentoonstelling in Museum Het Valkhof te Nijmegen van 6 februari 2016 t/m 8 mei 2016 Voor de derde keer toont Museum Het Valkhof in Nijmegen het werk van een aantal Nederlandse fotografen die zich bezighouden met geënsceneerde fotografie. Twaalf fotografen laten recent werk zien, dat veelal voor het eerst aan publiek getoond wordt. De expositie, die deze keer is samengesteld door gastcurator Nelly Voorhuis, geeft met meer dan 70 fotobeelden een kleurrijk overzicht van de diversiteit van het werk van kunstenaars die zich met deze vorm van fotografie bezighouden. Fotograaf Ruud van Empel is de initiator van deze reeks tentoonstellingen, waarvan de eerdere edities, Foto(=)Kunst (2011) en Photography Extended (2013), zeer succesvol waren. Bij de geënsceneerde fotografie legt de kunstenaar een beeld vast dat met zorg is gepland en voorbereid. Technische mogelijkheden worden benut om het proces maximaal te beheersen, het toeval wordt zoveel mogelijk uitgesloten. Met zorgvuldig gekozen objecten, figuren en achtergronden wordt een nieuwe werkelijkheid gecreëerd. De beelden zijn veelal bewerkt met digitale technieken, zodat er uiteindelijk een gemanipuleerde voorstelling ontstaat. Zowel het technische traject om het beeld te construeren, als het proces van waarneming van de toeschouwer - die zijn ogen bijna niet kan geloven - zijn bij geënsceneerde fotografie wezenlijk anders dan bij de traditionele vorm. Beide processen zijn uitgebreider en complexer: extended In totaal zal werk van 12 kunstenaars te zien zijn: Ruth van Beek, Kim Boske, Popel Coumou, Femke Dekkers, Scarlett Hooft Graafland, Csilla Klenyánszki, Juul Kraijer, Diana Scherer, Marleen Sleeuwits, Isabelle Wenzel, Manon Wertenbroek en Jacquie Maria Wessels.
6 Nederland staat in de kunstwereld bekend om de hoge kwaliteit van de fotografie in verschillende disciplines. Met vernieuwende fotografische visies op de werkelijkheid maken Nederlandse fotografen ook internationaal naam. Gedurende de tentoonstellingsperiode wordt op zes zondagen de workshop ‘Fotografie moeilijk? Nee, gewoon doen!’ georganiseerd. Het zijn totaal vier verschillende familieworkshops met de thema’s lichtschrijven, animatie, kleine mensen in het museum en portret & architectuur. HET BOEK VAN BINNEN Tentoonstelling in Museum Meermanno te 's-Gravenhage van 20 februari 2016 t/m 29 mei 2016 Fasciculus temporum. Gedrukt in Utrecht in 1480, met de hand ingekleurd Het museum toont in vogelvlucht de ontwikkeling van het boek: van kleitablet en papyrusrol tot aan de meest moderne, multimediale boeken. In de tentoonstelling staan de makers van het boek centraal. Zo zien we de middeleeuwse schrijver die in de marge persoonlijke notities achterlaat, de vroegste drukkers die de techniek van de drukpers onder de knie proberen te krijgen en letterontwerpers die streven naar de best leesbare letter. Wie speelden en spelen een rol in het boekenvak ? De vorm van het boek veranderde merkwaardigerwijs in de loop van de eeuwen vrijwel niet, al waren er vele maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe technieken. Wat veranderde is het maak-proces: alles ging tot ca 1450 vanzelfsprekend met de hand. Als de lezer bijvoorbeeld rond het jaar 1400 een boek wilde bezitten, schreef een kopiïst de tekst voor hem of haar op papier of perkament. Als de tekst klaar was, kon deze nog worden versierd met gekleurde hoofdletters en miniaturen. Daarna zette een boekbinder er een band omheen: zo kreeg de koper een uniek exemplaar van de tekst die hij had besteld. Na de uitvinding van de boekdrukkunst rond 1450 veranderde dit: van de drukpers kwamen grotere oplagen identieke boeken, die bovendien goedkoper werden voor de lezer. Wat bleef, was dat de koper het boek moest laten binden, in elk geval tot de negentiende eeuw, toen het boekbinden ook machinaal gedaan werd. In de afgelopen eeuw heeft de paperback zijn intrede gedaan, een snel en goedkoop gemaakt boek met een slappe kaft, dat door een breed publiek kan worden gekocht en gelezen. En inmiddels is het elektronische boek bereikbaar voor bijna iedereen: betekent dit wellicht dat het papieren boek in de toekomst zal verdwijnen ? Aan de hand van een speciale boekmakersroute ziet de bezoeker niet alleen boeken, maar ook de materialen en gereedschappen waarmee deze boekenmakers werken. Wat is het verschil tussen een vel papier en een vel perkament? Hoe is het om met een ganzenveer te schrijven? Waarom moeten de letters in spiegelbeeld worden gezet om te kunnen drukken? In deze tentoonstelling kun je dat zelf ervaren. In de tentoonstelling is naast een schat aan bijzondere boeken uit de collectie van het museum een model van een achttiende-eeuwse houten drukpers te zien uit de collectie van Museum Enschedé en zijn er opengewerkte modellen van middeleeuwse boekbanden te zien uit de Koninklijke Bibliotheek. Illustratietechnieken komen ook aan bod: van handgeschilderde miniaturen in middeleeuwse handschriften via houtsneden en gravures tot aan de lithografie en de fotografische technieken die vanaf de negentiende eeuw gebruikt worden.
7 In de laatste zaal besteedt het museum aandacht aan de meest recente ontwikkelingen zoals printing on demand, e-books, en tevens de onmiskenbare trend van vaak jonge ontwerpers om weer mooi gemaakte en bijzondere boeken te maken. Hoe zal het boek er in de toekomst uitzien ? Blijft het papieren boek bestaan ? Het publiek wordt uitgenodigd om hierover een statement te maken. HOOGTE - EN DIEPTEPUNTEN UIT HET DEPOT Tentoonstelling in het Mauritshuis te 's-Gravenhage van 4 februari 2016 t/m 8 mei 2016 4 februari - 8 mei 2016. Het depot van een museum spreekt tot de verbeelding. Sommigen vermoeden dat daar rekken vol onbekende schatten liggen opgeslagen die ten onrechte aan het publiek worden onthouden. Met deze tentoonstelling wil het Mauritshuis het onzichtbare deel van de collectie laten zien: wat hangt (nog) niet en waarom ? Bezoekers maken kennis met aspecten van de museumpraktijk die meestal verborgen blijven. Zo wordt getoond hoe een depotstuk door een restauratiebehandeling kan promoveren tot zaal-stuk en hoe kunstwerken die niet goed in de collectie passen, in langdurig bruikleen worden gegeven aan andere musea zodat ze toch voor het publiek te zien zijn. De selectie schilderijen bevat een aantal verrassende werken: zo denk je bij het Mauritshuis bijvoorbeeld niet meteen aan Andy Warhol. PHILIPPE HALSMAN. VERBAAS MIJ ! Tentoonstelling in de KunstHal te Rotterdam van 27 februari 2016 t/m 12 juni 2016 Alfred Hitchcock ter promotie van de film The Birds, 1962 ©Philippe Halsman Archive De tentoonstelling ‘Verbaas mij!’ in de Kunsthal Rotterdam laat in retrospectief het werk zien van Philippe Halsman (1906 -1979), één van de grootste 20e-eeuwse fotografen. Halsman is bekend van zijn portretten van beroemdheden, en zijn samenwerking met Salvador Dalí en Alfred Hitchcock. Steeds op zoek naar nieuwe fotografische perspectieven legt zijn oeuvre een buitengewone inventiviteit en technische vaardigheid bloot. Hij ontplooit zich in korte tijd tot een begenadigd portrettist en krijgt talrijke befaamde persoonlijkheden voor de lens, onder wie Audrey Hepburn, Marilyn Monroe, Albert Einstein en Winston Churchill. Ook ontwikkelt hij het fenomeen ‘jumpology-fotografie’ met onder andere springende filmsterren en politici met als doel meer spontaniteit in zijn portretten te creëren. Meer dan driehonderd niet eerder getoonde werken, waaronder contactafdrukken, vintage prints en originele fotomontages, tonen Halsmans constante zoektocht naar fotografische (on)mogelijkheden.
8 Philippe Halsmans directe aanpak, perfecte beheersing van techniek, bijzondere aandacht voor detail en experimenten met het medium fotografie zorgen voor een brede diversiteit in zijn werk, dat uiteenloopt van portretten, mode, reportage, reclame, persoonlijke projecten en opdrachten voor instellingen en particulieren. Anders werkend dan zijn collega-fotografen ontwikkelt hij een geheel eigen fotografische stijl. Met een enorme voorliefde voor het surreële ontmoet Halsman gelijkgestemden, hedendaagse kunstenaars met wie hij graag en intensief ideeën uitwisselt. Hieruit volgen iconische foto’s die op ieders netvlies gebrand staan, zoals bijvoorbeeld het werk ‘Dalí Atomicus (1948’)’ van door de lucht vliegende katten, emmers water en een opspringende, verschrikt schilderende Dalí en de serie portretten van Hitchcock. DE FAMILIE BOTTEMA Tentoonstelling in het Katwijks Museum te Katwijk van 23 februari 2016 t/m 25 juni 2016 Tjeerd (Tsjeard) Bottema (Langezwaag, 6 februari 1884 - Katwijk, 8 maart 1978) was een Nederlands schuilder, tekenaar, illustrator en boekbandontwerper. Bottema was leerling op achtereenvolgens de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand, de Kunstnijverheidsschool Quellinus en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij was onder meer een leerling van August allebé, Antoon Derkinderen, George Sturm en Nicolaas van der Waay. Hij won in 1907 de Prix de Rome en kon daardoor, na zijn afstuderen aan de rijksacademie, diverse kunstreizen maken naar onder meer Italië, Spanje, Marokko, Frankrijk, Engeland en België. Van 1911 tot 1919 was hij werkzaam te Laren. Daarna vestigde hij zich in Katwijk aan Zee, waar hij tot zijn overlijden in 1978 is blijven wonen. Bottema was tevens reclametekenaar en illustrator. Als reclame-ontwerper ontwierp hij het logo van RVS, de man met de hoge hoed en wandelstok met de vrouw onder een parasol. Als illustrator maakte hij de tekeningen voor de boeken van de protestants-christelijke schrijvers Anne de Vries en W.G.van de Hulst, maar hij maakte ook tekeningen voor het socialistische tijdschrift De Ware Jacob. Een door hem gemaakte tekening van een zwerver inspireerde de schrijver John Henri uit den Bogaard tot de creatie van de TV-figuur Swiebertje. Zijn twee jaar oudere broer Tjerk was eveneens kunstschilder. Hij overleed in 1940 aan boord van het in Het Kanaal getorpedeerde SS Berenice, op diens vlucht vanuit Bordeaux. Frédérique Bruyel-van der Palm beschreef hen beiden in haar boek Tjerk en Tjeerd Bottema. Het Katwijks Museum kent op de eerste etage de Bottemazaal, die naar Tjeerd Bottema is genoemd. Door zijn legaat kon in 1983 het Katwijks Museum in het voormalige redershuis ingericht en geopend worden. In deze zaal zijn, ook in wisselende samenstelling, werken te zien van Tjeerd Bottema, zijn broer Tjerk Bottema, zijn vrouw Cornelia van Amstel en hun dochters Hil Bottema en Johanna Bottema.
9 AMY WINEHOUSE: A FAMILY PORTRAIT Tentoonstelling in het Joods Historisch Museum te Amsterdam van 28 februari 2016 t/m 4 september 2016 De verwachtingen zijn hoog gespannen, want het museum hoopt een groot en breed publiek te trekken. Amy Winehouse is immers een van de meest succesvolle artiesten van de afgelopen decennia en wordt door alle generaties bewonderd. Haar muziek is onverminderd populair, wordt elke dag op de radio gedraaid en nog steeds veel verkocht. Ook uit de hoge bezoekerscijfers van 'Amy', de onlangs verschenen documentaire van regisseur Asif Kapadia, blijkt de grote belangstelling voor deze wereldster. 'Amy Winehouse: A Family Portrait' werd gemaakt door het Jewish Museum London in samenwerking met Amy's broer Alex Winehouse. Na Londen oogstte de tentoonstelling overweldigend succes in Tel Aviv, Wenen en San Francisco. De tentoonstelling schetst niet het overheersend tragische beeld van Amy, maar laat juist een minder bekende kant van haar leven zien. De bezoeker krijgt een kijkje in Amy's privéleven en ziet haar als tiener en jonge vrouw die nog niet is beïnvloed door de enorme media-aandacht en sensatiezucht die haar later fataal werden. Bovendien zal het voor velen een verrassing zijn dat Amy joods was en is opgegroeid in een typisch Londens joods milieu. Alex Winehouse heeft in de tentoonstelling nadruk willen leggen op Amy's familiegeschiedenis, op haar schooltijd, op Londen en Camden Town, waar ze aan het begin van haar carrière naar toe verhuisde, op haar muziek- en modevoorkeuren en, tot slot, op haar nalatenschap. De familie Winehouse stelde daartoe Amy's persoonlijke bezittingen ter beschikking die dankzij de door Alex geschreven teksten tot intieme voorwerpen worden: foto's van haar jeugd, een videoclip van een schooloptreden, haar tapschoenen en lievelingsgitaar, haar platencollectie en verschillende tijdens concerten gedragen jurken. Op de tentoonstelling hangen ook mooie portretten van Amy en is de Grammy Award te zien, die haar na haar overlijden in 2011 werd toegekend. QUEENSIZE Vrouwelijke kunstenaars uit de Olbricht Collectie Tentoonstelling in Museum Arnhem van 13 februari 2016 t/m 16 mei 2016 Kunstenaar(s) Vanessa Beecroft, Berlinde de Bruykere, Louise Bourgeois, Rineke Dijkstra, Nathalie Djurberg, Marlene Dumas, Mona Hatoum, Hellen van Meene, Patricia Piccinini, Cindy Sherman en vele anderen. Museum Arnhem presenteert met Queensize meer dan honderd werken van internationale kunstenaars. De titel verwijst naar een bed-maat. Het bed is een essentieel onderdeel van het leven en staat symbool voor de cyclus geboorte, leven en dood. De werken in de tentoonstelling hebben te maken
10 met de thema’s geboorte en verval, dood, dromen en nachtmerries tot en met de ervaringen die onze identiteit vormgeven. Queensize is een selectie uit de collectie van Thomas Olbricht, een Duitse verzamelaar wie al ruim 30 jaar hedendaagse kunst verzamelt. Zijn kunstcollectie omvat meer dan 1700 werken. Queensize is eerder te zien geweest in Berlijn (ME Collectors Room Berlin) en is samengesteld door de Duitse regisseuse Nicola Graef en ME- curator Wolfgang Schoppmann. JHERONIMUS BOSCH EN DE 7 HOOFDZONDEN VAN HELMOND Tentoonstelling in het Gemeentemuseum te Helmond van 2 februari 2016 t/m 28 augustus 2016 Gemeentemuseum Helmond presenteert in het kader van het Jheronimus Bosch 500 jaar in 2016. De tentoonstelling met de titel ‘Jheronimus Bosch en de 7 hoofdzonden van Helmond’ toont een vijfentwintigtal werken uit de collectie van Gemeentemuseum Helmond, aangevuld met enkele bruiklenen. Uitgangspunt is het middenpaneel van het Weense Jheronimus Bosch’ triptiek ‘Het Laatste Oordeel’ (1504-1508). In dit middenpaneel, te zien in de Gemäldegalerie van de Akademie der Künste, wordt de jongste dag verbeeld, waarin de ’goeden’ van de ‘slechten’ worden gescheiden. In dit middenpaneel schilderde Bosch de zeven hoofdzonden in diverse bloemrijke verbeeldingen. De tentoonstelling ‘Jheronimus Bosch en 7 hoofdzonden van Helmond’ start met een copie van dit drieluik. De collectie van Gemeentemuseum Helmond omvat vele werken die actuele (sociaal-) maatschappelijke thema’s belichten uit de populaire en alledaagse beeldcultuur. Een deel van die werken brengt op een prikkelende manier de van oorsprong middeleeuwse thematiek van de zeven hoofdzonden anno 2016 voor het voetlicht. De 7 hoofdzonden zijn Superbia (ijdelheid/hoogmoed), Avaritia (hebzucht), Luxuria (wellust), Invidia (afgunst), Gula (vraatzucht), Ira (woede) en Acedia (luiheid). In de tentoonstelling is werk te zien van onder meer de volgende kunstenaars: Robert Combas (F), Hervé diRosa (F), René Daniels (NL), Frans Franciscus (NL), Inez van Lamsweerde/Vinoodh Matadin (NL/VS), André Masson (F), Terry Rodgers (VS), Martin Parr (VK), Maria Roosen (NL), Tinkebell (NL) en Lernert & Sander (NL). De tentoonstelling ‘Jheronimus Bosch en de 7 hoofdzonden van Helmond’ maakt deel uit van een tweeluik over deugden en ondeugden: eerder toonde het museum de tentoonstelling ‘Works of Mercy’, waarin de 7 werken van barmhartigheid centraal stonden. JAN TOOROP Tentoonstelling in het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage van 26 februari 2016 t/m 29 mei 2016 Jan Toorop (ontwerp), Delftsche Slaolie, affiche, 1895. Jan Toorop (1858-1928) behoort met Van Gogh en Mondriaan tot de belangrijkste Nederlandse kunstenaars uit de periode rond 1900. Ze oriënteerden zich op de nieuwste, internationale ontwikkelingen in de beeldende kunst en wisten op hun beurt andere kunstenaars te inspireren. Zo was Toorop bijvoorbeeld een grote inspiratiebron voor Gustav Klimt. Het werk van Toorop is geliefd bij een groot publiek en wordt vaak geassocieerd met art nouveau, vooral
11 vanwege zijn bekende lithografie ter promotie van Delftsche slaolie. Deze litho was zelfs zo bekend dat art nouveau in ons land ook wel slaoliestijl wordt genoemd. Dat zijn oeuvre veel meer stijlen omvat is minder bekend. Hij werkte ook neoimpressionistisch en symbolistisch en was een van de vernieuwende krachten binnen de schilderkunst. Hij leek die stijlen voortdurend af te wisselen, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat er wel degelijk een duidelijke lijn in zijn ontwikkeling zit. Hij reageerde op zijn omgeving en paste ook bestaand werk regelmatig aan. Daarmee was hij een zeer vooruitstrevende kunstenaar. Deze tentoonstelling is mede tot stand gekomen dankzij de fascinatie van gastconservator Gerard van Wezel. Hij doet al ruim veertig jaar onderzoek naar Toorops werk. Het Gemeentemuseum schetst aan de hand van zo’n 150 werken, waaronder vele topstukken, Toorops veelzijdigheid. Maak kennis met het leven en werk van deze meester! TOON KELDER. ROMANTISCH MODERNIST Tentoonstelling in Museum Flehite te Amersfoort van 20 februari 2016 t/m 12 juni 2016 Toon Kelder (1894-1973) was een onverzettelijk mens. Zijn drang tot vernieuwing ging boven alles. Dat ging zo ver dat hij regelmatig zijn oude werk vernietigde. In zijn lange leven ontwikkelde hij zich van een expressionistisch schilder, via verschillende artistieke experimenten, uiteindelijk tot een abstract beeldhouwer. Vanaf 20 februari 2016 toont museum Flehite het werk van de Nederlandse kunstenaar Toon Kelder. In dialoog met de constant veranderende samenleving zocht Kelder constant naar nieuwe technieken, vormen en stijlen. Zo verwierf hij zich een plaats binnen de modernistische avant-garde van ons land, maar heeft hij, vooruitlopend op de gevestigde smaak, nooit de waardering gekregen die hem op basis van zijn bijzondere oeuvre toekwam. In de tentoonstelling ‘Toon Kelder-Romantisch modernist’ wordt deze artistieke ontwikkeling in al zijn facetten getoond. Tegelijk met de expositie verschijnt onder dezelfde titel een uitgebreide monografie over Toon Kelder, waarin de kunsthistoricus Jaap Versteegh op boeiende wijze het leven en werk van deze ‘Romantisch modernist’ heeft beschreven. Een kunstenaar om van te houden. MAYA'S - HEERSERS VAN HET REGEWOUD Tentoonstelling in het Drents Museum te Assen van 18 februari 2016 t/m 4 september 2016 Verscholen en vergeten in het oerwoud, zo lagen tot in de 18de eeuw de verlaten steden van de Maya’s er bij. Vanaf die tijd gingen ontdekkingsreizigers en expedities op zoek naar dit soort plekken. En nog steeds worden er nieuwe steden van de Maya’s ontdekt. Van 28 februari tot en met 4 september 2016 staan in het Drents Museum in Assen de schijnwerpers op de Maya’s. In een grote internationale tentoonstelling over dit fascinerende volk met zijn rijke cultuurschatten toont het Drents Museum veel objecten die nog nooit in Europa te zien geweest. Maya’s – Heersers van het Regenwoud is een ware ont-
12 dekkingstocht door de mysterieuze Mayacultuur en tegelijkertijd is het een schatkamer van prachtige Maya-objecten. De focus ligt met name op de schatten uit de periode 200 tot 900 na Christus. Onder meer de recente opgravingen in Uxul geven de bezoeker een beeld van de intrigerende en hoogstaande beschaving. De grote culturele prestaties van de Maya’s spreken met name zo tot de verbeelding, omdat deze beschaving zich ontwikkelde in zo’n onherbergzame omgeving als het tropisch regenwoud. In de tentoonstelling proberen we een antwoord te vinden op vragen als: hoe kon de bevolking in grote steden midden in het oerwoud overleven? Hoe bedreven ze landbouw op de dunne tropische bodem? Wat was de invloed van de Maya’s op hun omgeving en vice versa? Wat leidde tot de ondergang van deze beschaving in de 9de en 10de eeuw na Christus, lang vóór dat de Spanjaarden kwamen? Hoe soms nieuwe sporen van de Maya’s ontdekt worden, heeft vaak veel weg van een klassiek Indiana Jones-verhaal of een nieuwe aflevering van Kuifje in de jungle. De overwoekerde ruïnes van de grote Mayasteden in de jungle van Midden-Amerika spreken immers al jaren tot de verbeelding. Archeologisch onderzoek in de afgelopen tien jaar heeft weer nieuwe inzichten gegeven. Opgravingen in grote Mayasteden in Zuid-Mexico en aangrenzende landen in Midden-Amerika geven ons nu inzicht in de leefwereld van de Maya. Daarnaast stelt het pas ontcijferde hiërogliefenschrift ons in staat om de verschillende koninklijke dynastieën, die over concurrerende stadstaten regeerden en elkaar bevochten, te reconstrueren. Inscripties en kunstwerken geven ons inzicht in de religie van de Maya, hun wereldbeeld en hun geweldige astronomische kennis. BOUKE YLSTRA ('s-Gravenhage, 1833 - Dordrecht, 2009) Tentoonstelling in het Dordrechts Museum te Dordrecht van 29 februari 2016 t/m 11 september 2016 Van af 1955 werkte Bouke Ylstra (1933 - 2009) in Dordrecht. Het tot galerie verbouwde atelier biedt een permanente tentoonstelling van zijn veelzijdige oeuvre. Er zijn ook kunstboeken te koop in de galerie. En in de toekomst komen er exposities van collega-kunstenaars. Het werk van Bouke Ylstra behoort tot de permanente collecties van de volgende musea in Nederland: Stedelijk Museum te Amsterdam, Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam, Museum Bommel van Dam te Venlo, Stedelijk Museum te 's-Gravenhage, Frans Hals Museum te Haarlem, Stedelijk Museum te Schiedam, Gemeente Museum te Dordrecht. Zijn werk bevindt zich in diverse nationale en internationale privé-collecties. In februari 2016 verschijnt een boek over leven en werk van deze Dordtse kunstenaar Bouke Ylstra. De kunstenaar is bekend als tekenaar en schilder van lichtvoetige onderwerpen met een speelse toets. Daarnaast realiseerde hij ook enkele grote wandwerken bij gebouwen op verschillende plaatsen in Nederland. Ylstra speelde net als zijn vrienden Cees Buddingh en Otto Dicke een belangrijke rol in het culturele leven van Dordrecht. Ter gelegenheid van de presentatie van het boek, toont het museum een kleine selectie van enkele belangrijke schilderijen, tekeningen, grafische bladen en dagboeken van de kunstenaar.
13 KUNSTENAAR VAN HET VERLEIDEN De fijnschilder Godefridus Schalcken (1643-1706) Tentoonstelling in het Dordrechts Museum te Dordrecht van 21 februari 2016 t/m 26 juni 2016 G. Schalcken, Portret van Cornelis Schalcken, de vader van de kunstenaar, 1676, doek, 40 x 33,5 cm, particuliere collectie Cornelis Schalcken, is in 1610 geboren in Heusden en studeerde theologie in Leiden. Daarna werd hij in 1635 predikant in het dicht bij Heusden gelegen Eethen en Drongelen. Op 11 maart 1636 trouwde hij in Heusden met Aletta Lydius, dochter van een predikant uit Dordrecht. Vanaf 1642 werd Cornelis predikant in Made en Drimmelen. In 1643 werd Godefridus in Made geboren. Het gezin verhuisde naar Dordrecht toen Cornelis in 1654 werd benoemd tot rector van de Latijnse School aldaar. Aanvankelijk werd Godefridus ook opgeleid tot predikant, maar hij koos uiteindelijk voor een kunstenaarsloopbaan, die zeer succesvol zou worden. De tentoonstelling over het werk van Godefridus Schalcken trok in Keulen – met nog een maand te gaan – al 30.000 bezoekers. Het is een samenwerkingsproject tussen het Wallraf-Richartz-Museum en het Dordrechts Museum. De tentoonstelling is onder de titel Schalcken – kunstenaar van het verleiden vanaf 21 februari te zien in Dordrecht. De fijnschilder Godefridus Schalcken (1643-1706) behoort tot de verborgen geniën van de Hollandse schilderkunst. Hij kan worden beschouwd als één van de belangrijkste Hollandse schilders uit de late 17de eeuw. In zijn eigen tijd was hij een zeer succesvol portret- en genreschilder en genoot internationale roem, vooral met zijn verleidelijke, soms zelfs erotische voorstellingen bij kaarslicht. Vooral Schalckens fijngeschilderde scènes bij kaarslicht vestigden destijds zijn reputatie. Nog altijd zijn deze nachtstukken van Schalcken geliefd bij verzamelaars. Schalcken is een verleider. Zijn werk is bijzonder door de geraffineerde manier waarop de kijker bij de voorstelling betrokken wordt. Zijn kleine, gedetailleerde schilderijen openen een intieme wereld vol nachtelijke spanning en erotisch verlangen. De schilder maakt van de toeschouwer een voyeur en lokt met zijn ‘schalkse’ dames bij kaarslicht tal van gevoelens bij de kijker uit. Tegelijkertijd daagt hij uit om van dichtbij de verftoets te ontdekken waarmee hij in staat is om dit zinnelijk genot op te roepen. Schalcken verleidt met zijn prikkelende onderwerpen én met zijn verbluffende techniek. Dat de overzichtstentoonstelling volgend jaar in het Dordrecht Museum plaats vindt is niet verbazingwekkend. Schalcken en Dordrecht zijn nauw met elkaar verbonden. De kunstenaar groeide er op, kreeg er zijn eerste schilderlessen, trouwde er en maakte er naam met zijn fijn geschilderde portretten en genrestukken. Het museum toont meer dan 80 kunstwerken van Schalcken en tijdgenoten uit museale- en particuliere collecties in binnen- en buitenland. Verschillende stukken zijn nog niet eerder in Nederland tentoongesteld geweest. Tegenwoordig is zijn naam bij een breed publiek minder bekend. Om dit tij te keren zetten het Wallraf-Richartz-Museum in Keulen en het Dordrechts Museum Schalcken in de schijnwerpers. Op 24 september opende in Keulen de eerste tentoonstelling van het werk van deze kunstenaar. In Dordrecht is SCHALCKEN- kunstenaar van het verleiden te zien van 21 februari tot en met 26 juni 2016. In 1674 overleed vader Cornelis in Dordrecht. Als eerbetoon en herinnering heeft Godefridus een portret van hem enige tijd later gemaakt bij een portret van zijn moeder Aletta. Dit - verloren gewaand portret van de vader van de schilder dook onverwacht op en is sinds kort te zien in de tentoonstelling Schalcken. Gemalte Verführung, naast een portret van de moeder van de schilder. Of dit werk ook in februari naar Nederland komt voor de tentoonstelling in Het Dordrechts Museum is nog onduidelijk. De ontdekking is dermate recent dat het Dordrechts Museum hierover nog geen afspraken heeft kun-
14 nen maken met de eigenaars. Een afbeelding van het schilderij in de tentoonstellingscatalogus bracht de eigenaren van het werk op het idee om contact op te nemen met het Wallraf-Richartz-Museum en het portret in bruikleen aan te bieden. Navraag leert dat het schilderij in 1954 door een familielid van een Amsterdamse kunsthandelaar is gekocht. Na de dood van dit familielid is het bezit overgegaan op de huidige eigenaars, een Duits echtpaar dat toevallig in de buurt van Keulen woont. HAAGSE SCHOOL Tentoonstelling in Museum Jan Cunen te Oss van 21 februari 2016 t/m 26 juni 2016 Museum Jan Cunen presenteert een aantal topwerken uit de deelcollectie Haagse School.
WE MAKE CARPETS Tentoonstelling in Museum Jan Cunen te Oss van 21 februari 2016 t/m 26 juni 2016 Het Amsterdamse kunstenaarscollectief We Make Carpets ontwerpt op geheel eigen(zinnige) wijze een aantal 'tapijten' voor de bel-etage van Museum Jan Cunen. Zij laten zich inspireren door de laat-negentiende-eeuwse architectuur van Museum Jan Cunen, door de geschiedenis van Oss, maar bovenal door de patroontekeningen van tapijten die door de jaren heen door ontwerpers van Bergoss zijn gemaakt. CHRIS BERENS. EEN MODERNE JEROEN BOSCH Tentoonstelling in Museum Jan Cunen te Oss van 21 februari 2016 t/m 26 juni 2016 Chris Berens is een hedendaagse kunstenaar, geboren in Oss, die met zijn mysterieuze, door Jeroen Bosch geïnspireerde schilderijen internationaal faam maakt. Ook Oss heeft zijn Bosch! Tegelijk met de grote Bosch-expositie in Het Noordbrabants Museum laat Museum Jan Cunen in Oss de fantasiewereld van Chris Berens zien in de tentoonstelling Chris Berens: een moderne Jeroen Bosch. Ruim 50 schilderijen en tekeningen tonen Berens ongebreidelde verbeeldingskracht die direct verwijst naar het handschrift van de laatmiddeleeuwse meester Jeroen Bosch. Niet voor niets dat de Amerikaanse zangeres Blondie hem “de nieuwe Bosch” noemde!
15 Als kind al omringde Chris Berens (Oss 1976) zich op zijn jongenskamer met posters van werken van Bosch. “Wat hij maakt vind ik fantastisch. Het heeft schijnbaar niets met de werkelijkheid te maken”, zo merkte de in Amsterdam woonachtige Brabander op. In de mysterieuze voorstellingen op de panelen van Bosch zijn engelen en demonen op wonderlijke wijze weergegeven. Berens werk is even raadselachtig: realistische elementen worden op zo’n manier samengebracht en vervormd dat een surreële sfeer ontstaat. Hij neemt ons mee naar een droomwereld die bevolkt wordt door lieflijke gestalten en angstaanjagende figuren, en waarin hij bovendien veelvuldig zelf figureert. Zijn schilderijen en tekeningen vormen een weerslag van de uitzonderlijke visioenen in zijn hoofd. Berens werd geboren in Oss in 1976. Na zijn schooltijd op het Titus Brandsmalyceum studeerde hij aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in 's-Herto-genbosch. Hij ging aan de slag als illustrator en oefende zichzelf in de schildertechnieken van Rembrandt en Vermeer. Berens zocht naar een manier om zijn innerlijke wereld in beeld te brengen en ontwikkelde daarvoor een geheel eigen, complexe manier van werken. Met inkt, grafiet en lak tekent en schildert hij details op glossy fotoprintpapier. Telkens opnieuw dezelfde fragmenten. Deze snijdt hij in stukken, scheidt de coating van het onderliggende papier en plaatst de plastic laagjes op elkaar op een houten paneel. De nauwkeurigheid waarmee Berens werkt, hindert hem niet een omvangrijke productie tot stand te hebben gebracht. Na een eerste expositie bij Jaski Art Gallery in Amsterdam in 2005 maakt hij elk jaar een thematische reeks: kleine, intieme tekeningen naast grootse schilderijen. In New York, Seattle en Tokio werd zijn werk bijzonder enthousiast ontvangen; Debbie Harry – Blondie – vroeg hem om de cover van haar album Panic of Girls te maken. In 2014 verscheen de documentaire Chris Berens – Master of his Magical Universe (kijk hier voor een impressie van de documentaire ). De magische taferelen die Berens ons toont zijn naast betoverend ook onheilspellend. “Ik zoek altijd naar het moment dat het nog aangenaam is, maar het zou zo maar kunnen omslaan. Dat je het gevoel hebt dat er wel iets zou kunnen gaan gebeuren, maar je hebt geen idee wat.” Waar de voorstellingen van hemel en hel in het werk van Jeroen Bosch binnen de religieuze en sociale context van de late Middeleeuwen geplaatst moeten worden, is het universum van Chris Berens volstrekt persoonlijk en op zichzelf staand. Maar beiden zetten de wereld naar hun eigen hand en geven hun eigen werkelijkheid. Chris Berens: een moderne Jeroen Bosch laat zien dat er in dat opzicht in 500 jaar niets is veranderd. PIETER CHRISTOFFEL WONDER Tentoonstelling in het Centraal Museum te Utrecht t/m 13 maart 2016 Zelfportret van P.C. Wonder (ca. 1814 - ca. 1815)
Het trappenhuis van de Londense woning van de schilder (1828) De Utrechtse schilder Pieter Christoffel Wonder leefde in de eerste helft van de negentiende eeuw. Zijn werk wordt gerekend tot de Nederlandse Romantiek. Deze stroming beleefde haar bloeitijd in de beginjaren van het ontstaan van het Koninkrijk der Neder-
16 landen (rond 1830). Wonder ontwikkelde zich door oefening tot een succesvol schilder. Zijn oeuvre omvat portretten, schilderijen met alledaagse taferelen en zogenaamde conversation pieces: groepsportretten waarop de afgebeelde figuren met elkaar in gesprek zijn. In 1807 richt Wonder samen met zijn plaatsgenoot Jan Baptist Kobell een tekengezelschap op, dat vanaf 1814 de naam ‘Schilder- en Teekenkundig Genootschap Kunstliefde’ draagt. Niet alleen professionele kunstenaars zijn lid van dit genootschap, ook enthousiaste amateurs sluiten zich aan. Tijdens wekelijkse bijeenkomsten oefenen de leden het tekenen naar gekleed model. Via Kunstliefde komt Wonder in contact met vooraanstaande Utrechters, die uit liefhebberij lid zijn. In opdracht maakt Wonder portretten van een aantal van hen. Het leven van Wonder neemt een belangrijke wending als hij de Engelsman Sir John Murray ontmoet. Murray reist door Nederland om kunstcollecties te zien, en is zo onder de indruk van Wonders schilderijen, dat hij hem in 1824 uitnodigt om naar Londen te komen. Wonder gaat op de uitnodiging in en verblijft er acht jaar. In die periode geeft Murray Wonder de opdracht een aantal schilderijen voor hem te maken. In de tentoonstelling Een Utrechter in Londen zijn de schilderijen te bewonderen die Wonder in opdracht van Murray maakte. Deze behoren, net zoals ‘Het trappenhuis van de Londense woning van de schilder’ (1828) tot Wonders mooiste werk. Het is de eerste, en wellicht ook enige keer dat deze werken uit particulier bezit worden tentoongesteld. Een unieke beleving, dus! Naast vele andere hoogtepunten uit het geschilderde en getekende oeuvre van Wonder, wordt in de tentoonstelling ook een aantal werken van tijdgenoten getoond. De periode waarin Wonder leefde, komt verder tot leven door de aanwezigheid van meubelen en kostuums uit de periode 1800-1850. Deze objecten maken deel uit van de collectie van het Centraal Museum. De tentoonstelling Een Utrechter in Londen is een aanrader voor iedereen die van de Nederlandse Romantiek houdt en nieuwsgierig is naar het avontuur van een succesvolle Utrechtse kunstenaar. UGO RONDINONE - VOCABULARY OF SOLITUDE Tentoonstelling in Museum Boymans Van Beuningen te Rotterdam van 13 februari 2016 t/m 29 mei 2016
Laat u dit voorjaar verrassen door de kunstenaar Ugo Rondinone (Zwitserland,1964) in Museum Boijmans Van Beuningen. In een immense totaalinstallatie brengt de kunstenaar bestaand en nog nooit eerder getoond werk samen uit zijn kleurenspectrum reeksen, halve mandala’s, windows en duizenden regenboogtekeningen. Vijfenveertig levensgrote sculpturen van clowns vormen het middelpunt van zijn eerste solotentoonstelling in Nederland ‘Ugo Rondinone - Vocabulary of Solitude’. Gek genoeg gebeurt er steeds weer iets vreemds als je Rondinones kunst bekijkt. Hij weet motieven en beelden uit onze alledaagse omgeving een poëtische dimensie te geven door ze te isoleren of uit te vergroten. Op de vloer van de 1500 vierkante meter grote Bodonzaal beweegt de bezoeker zich tussen clowneske figuren die elk verwikkeld zijn in een dagelijkse routinehandeling: de één droomt, de ander slaapt, ontwaakt, ligt, rent… et cetera. De clown, staand in het centrum van alles en in het midden van niks, is in deze totaalinstallatie de personificatie van de ongelukkige mens. De clownssculpturen zijn nog nooit getoond en worden vanuit de studio van Rondinone overgevlogen uit New York naar Rot-
17 terdam. Met air brush techniek heeft Rondinone enorme halve mandala’s gemaakt. Ze dansen in de zaal voor je ogen door de grote kleurbanen die het spectrum volgen en enorme regenbogen vormen. Het venster in de Bodonzaal is beplakt met folie van alle kleuren van het spectrum die een intense kleurgloed veroorzaakt in de zalen en de bezoekerservaring intensiveert. De regenboog komt ook nog eens duizenden keren terug in de prachtige tekeningen van kinderen. Deze kleine kunstenaars hebben gereageerd op de oproep van de kunstenaar om mee te helpen de muur van 30 x 4 meter te behangen met deze regenboogtekeningen. Rondinone laat zijn immense installaties voor zich spreken. Een kunstwerk is geslaagd als de beschouwer niet hoeft te denken en als vanzelf in een bepaalde richting wordt geduwd: “Good art revolutionizes your whole being. It is something that stops you, or slows you down.” Van poëtische installaties in de publieke ruimte tot levensgrote tekeningen: in zijn oeuvre balanceert Ugo Rondinone op de rand van euforie en depressie. Ugo Rondinone is een van de meest toonaangevende beeldende kunstenaars van dit moment. Hij vertegenwoordigde Zwitserland op de Biënnale van Venetië in 2007 en had grote solotentoonstellingen in onder andere Centre Georges Pompidou, Louisana Museum of Modern Art en Kunsthalle Wien, en Palais de Tokyo. PROJECT ROTTERDAM Tentoonstelling in Museum Boymans Van Beuningen te Rotterdam van 13 februari 2016 t/m zomer 2016
Museum Boijmans Van Beuningen viert de stad en maakt na tien jaar weer de balans op van de artistieke power van Rotterdam. In 2016 presenteert het museum op ongekende schaal een groepsmanifestatie van in Rotterdam werkende kunstenaars en ontwerpers. Het project gaat van start in februari 2016 tijdens de Art Rotterdam Week en in een groeiend aantal zalen maakt het publiek kennis met de reikwijdte en de kracht van deze makers. Het museum vult zich naar de zomer toe steeds meer met nieuw en bestaand werk van meer dan vijftien jonge kunstenaars en ontwerpers, zoals Koen Taselaar, Melle Smets, Christien Meindertsma en Weronika Zielinska. SENSORY SPACES 8 - MIKE NELSON Tentoonstelling in Museum Boymans Van Beuningen te Rotterdam van 13 februari 2016 t/m 5 juni 2016. Sensory Spaces is de titel van een reeks solotentoonstellingen in de Willem van der Vorm Galerij, de gratis toegankelijke tentoonstellingsruimte in het entreegebied van het museum. Voor iedere editie wordt één kunstenaar gevraagd om de eigenschappen van de ruimte op een verrassende manier naar zijn hand te zetten. Museum Boijmans Van Beuningen nodigt Mike Nelson uit voor de achtste editie.
18 GRAYSON PERRY - HOLD YOUR BELIEFS LIGHTLY Tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum te Maastricht van 26 februari 2016 t/m 5 juni 2016 Op 25 februari 2016 opent in het Bonnefantenmuseum een grote solotentoonstelling van de Britse kunstenaar Grayson Perry. De excentrieke Perry, ook wel bekend als de "heteroseksuele travestiete pottenbakker", manifesteert zich graag als een luis in de pels van de mainstream kunstwereld. Zijn werk kent een enorme diversiteit aan technieken en materialen, en bestaat onder meer uit wandtapijten, keramiek, gietijzeren sculpturen, films, jurken en zelfs een compleet huis. Na Maastricht reist de tentoonstelling naar het ARoS Museum in Aarhus (Denemarken) waar deze vanaf 25 juni te zien zal zijn. Grayson Perry (1960) is een van de bekendste hedendaagse Britse kunstenaars. In 2003 won hij de prestigieuze Turner Prize. In zijn werk worden esthetische vraagstukken met betrekking tot schoonheid en ambachtelijkheid scherp uitgespeeld in relatie tot sociale en maatschappelijke issues. Terugkerende thema's in het werk zijn religie & mythologie, identiteit & gender, kunst & kunstwereld, klasse & consumentisme, conflict & oorlog. Deze thema's staan centraal voor het werk van Perry en vormen het klankbord van zijn leven. Het Bonnefanten verwierf recent enkele werken van Perry: het wandtapijt The Walthamstow Tapestry, de monumentale, vierdelige ets A map of days en de keramische vaas Memory Jar. Met deze tentoonstelling Grayson Perry zet het Bonnefantenmuseum een nieuwe stap in een koers, die zich in het nationale museumlandschap onderscheidt door de eigen(wijze) accenten en prioriteiten waar het museum voor kiest. Daarbij kiest het museum bewust voor de representanten van de "secret canon" en voor de vele interessante maar onderbelichte kunstgeschiedenissen die zich in de ooghoeken van de mainstream kijkrichting voltrekken. NICHOLAS HLOBO. AFRICAN TALES Tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee te Scheveningen van 13 februari 2016 t/m 15 mei 2016 Nicholas Hlobo (1975, Kaapstad) is een Zuid-Afrikaanse kunstenaar gevestigd in Johannesburg. Zijn sculpturaal werk, zijn installaties en reliëfs gaan over het leven in Zuid-Afrika, na de apartheid. De thema’s seksualiteit en het Afrikaan-zijn komen steeds terug in spectaculaire, vaak wulpse beelden.De keuze van de gerecyclede materialen is nooit toevallig. De rubberen autobanden en zachte geweven linten en kleurrijke draden in zijn werk vormen het contrast tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid. Maar Hlobo is vooral een verhalenverteller, elk van zijn werken verbergt en onthult een ander verhaal van hedendaagse Afrika.
19 EYAL ASSULIN. VIRUS Tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee te Scheveningen van 13 februari 2016 t/m 15 mei 2016 De veelzijdige kunstenaar Assulin heeft een dubbelzinnige benadering vanmachines. Ze zijn zowel mooi als bedreigend, vreemd als humoristisch en niet bedoeld om te functioneren. Virus is gemaakt uit verpakkingskarton van het modemerk Virus en stelt een monsterlijk spinachtig insect voor. Veel van zijn werk heeft affiniteit met dieren en de natuur.
GEER STEYN. BEELDHOUWER Tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee te Scheveningen van 13 februari 2016 t/m 15 mei 2016 Geer Steyn, lange tijd docent geweest aan de KABK is een Nederlandse beeldhouwer en penningmaker. Steyn werkt altijd in series, zijn beelden: koppen, rompen en benen, ziet hij als fragmenten van het menselijk lichaam die in de ruimte en door de ruimte aan elkaar worden verbonden en een nieuw beeld vormen. Het werk van Steyn is nooit illustratief maar streeft naar de essentie van het onderwerp en uiteindelijk van de beeldhouwkunst zelf, materie, vorm, ruimte.
JAN VOERMAN SR 75 jaar na de dood van Jan Voerman Sr (1857-1941) Tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Kampen van 6 februari 2016 t/m 3 april 2016 Jan Voerman werd als boerenzoon in Kampen geboren. Zijn aanleg tot tekenen en schilderen openbaarde zich al toen hij nog heel jong was. Vanaf zijn twaalfde jaar kreeg hij teken- en schilderles. In 1876 ging hij naar de Rijksacademie van Beeldende Kunst aan de Stadhouderskade in Amsterdam. In de periode 18801881 studeerde Jan ook aan de Antwerpse Academie. In 1883 deed hij zijn examen in Amsterdam. Voerman werd lid van Arti en Amicitiae en vestigde zich als onafhankelijk kunstenaar. In Amsterdam woonde hij in het voormalige atelier van Josef Israels. In deze periode schilderde hij voornamelijk Jordaanse typen en Joodse huistaferelen. In deze tijd gingen Jan Voerman en zijn vriend, de kunstschilder Jan Verkade, ook regelmatig naar Kampen en Hattem om te schilderen. Hier ontstonden de eerste landschappen met vee. Zijn werk kreeg een impressionistisch karakter. Zijn schilderij “Vee in de weide”werd bekroond met de Willink van Collen prijs. Vanaf 1883 deed hij zaken met kunsthandel Buffa in de Kalverstraat. In de Amsterdamse periode schilderde hij stadsgezichten o.a. de “Noordermarkt”. Geleidelijk aan verdween de nog
20 wat schoolse strengheid, zijn werk werd speelser, zijn manier van schilderen spontaner, impulsiever, impressionistisch. Hij ging toen ook aquarelleren en maakte prachtige bloem aquarellen. In 1889 trouwde Voerman met Anna Verkade en samen kwamen zij naar Hattem. Dit betekende een definitieve afsluiting van die eerste jaren. Voerman wist het zeker, hij zou het IJssellandschap gaan schilderen. Zijn zwager, de kunstschilder Jan Verkade, had veel contact met een nieuwe generatie schilders in Frankrijk, onder andere Gauguin, die afwilden van het impressionistisch schilderen. Gevoel, geloof of levensopvatting moest tot uitdrukking gebracht worden in het werk. Jan Voerman kwam diep onder de indruk, ging experimenteren en zocht naar meer zuiverheid in kleur, vorm en weergave van gevoelens. Eerst schilderde hij nog in aquarel techniek in diepe warme kleuren. Daarna, omstreeks 1902 schakelde hij over op olieverf. De glorieuze periode van de onnavolgbare IJssellandschappen is begonnen. Voerman ontwikkelde zijn eigen techniek en wist in olieverf hetzelfde verfijnde resultaat te bereiken als voorheen in waterverf. Na enige jaren werd het werk inmiddels zo gewaardeerd dat men zelf naar Hattem ging, om daar op het atelier aan de Geldersedijk, zijn stukken uit te zoeken en te kopen. Omstreeks 1935 werden de ogen van Jan Voerman te zwak om nog te kunnen schilderen. In 1939 overleed zijn vrouw Anna, die een grote steun in zijn leven betekende. Twee jaar later, in 1941, overleed de schilder zelf. Hij heeft een groot oeuvre nagelaten, waarvan men reeds lang schreef: In de sobere scala der kleuren is een ingetogen hoogheid, die onmisbaar wijst op de afkomst van het Oude Holland van een van Goyen. TEKENINGEN VAN HANS MEERMAN Tentoonstelling in de Koornmarktspoort te Kampen van 13 februari 2016 t/m 17 april 2016 Langs de IJssel Voor Hans Meerman is tekenen naar de waarneming al zijn hele leven een passie. Sinds jaar en dag maakt hij zwart-wit studies op papier. Hij heeft veel in Zuid-Limburg getekend en in Zuid-Frankrijk, bij Eygalières en bij Murs. De laatste jaren ontdekte Meerman het specifieke IJssellandschap bij Zalk, Wilsum en De Zande. Vooral de uiterwaarden bij Zalk, daar waar in 1926 een dijkdoorbraak heeft plaatsgevonden, blijken voor hem een inspirerende plek. De dialoog met de natuur is voor Hans Meerman essentieel in zijn werk. De karakteristieke elementen van het IJssellandschap met zijn uiterwaarden, de dijk, de hoge wolkenluchten erboven en het licht dat door het water wordt gereflecteerd, zijn aanleiding voor een serie krachtige tekeningen. Wanneer je goed kijkt, is een landschap nooit hetzelfde. Het is voorjaar of nazomer, vroege ochtend of namiddag. Het licht verandert bij het klimmen en dalen van de zon. Elke dag vragen andere details om aandacht: een groepje bomen dat tegen de lucht afsteekt, het silhouet van een nauwelijks zichtbare boerderij of een wolkenlucht die schaduwen op de oevers werpt. De zwart-wit tekeningen van Hans Meerman zijn in de loop der jaren ontwikkeld van zeer gedetailleerde pentekeningen naar losse en meer abstracte tekeningen in potlood en grafietstift. Het zijn krachtige tekeningen met een sterk doordachte ruimtelijkheid en met een karakteristiek handschrift. Met gedrevenheid vertaalt Meerman het in werkelijkheid gekleurde landschap naar de vele grijstonen van het grafiet. Richtingen in het landschap worden vlot neergezet en plantengroei wordt weergegeven met een streep, een stip en een lijn. In sommige tekeningen verdeelt Meerman de lijnen spaarzaam over het papier. In andere kiest hij voor stevige arceringen en accenten. De intensieve observatie van het IJssellandschap heeft geresulteerd in
21 een omvangrijke serie tekeningen, die de schoonheid van het traditionele Hollandse rivierenlandschap laat zien en voelbaar maakt. Hans Meerman is 36 jaar docent geweest aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Zwolle (voorheen: CABK, Kampen en CHK Constantijn Huygens, Kampen). Hij heeft de passie voor het tekenen naar de waarneming, het oog hebben voor de schoonheid van het landschap en het maken van een goede tekening op zijn studenten willen overdragen. VAN WIE IS DE STRAAT ? Visies op onze publieke ruimte Tentoonstelling in het Van Abbe Museum te Eindhoven van 20 februari 2016 t/m 30 april 2016
Crimson, Do You Hear the People Sing? Installation view De Straat, 1972, Van Abbemuseum In de tentoonstelling Van wie is de straat? staat een aantal actuele vragen centraal: wie gebruikt, misbruikt, controleert en beheert onze publieke ruimte? Wie is eigenlijk de eigenaar en welke verantwoordelijkheden zijn hieraan verbonden? Het Van Abbemuseum heeft Crimson architectuurhistorici, Bureau ZUS, !Melk en Jan Rothuizen uitgenodigd om een aspect van het gebruik van de openbare ruimte in Nederland en andere delen van de wereld uit te werken. Dit resulteerde in vier heel verschillende benaderingen: de openbare ruimte als plek voor protest (Crimson), een typologie van honderd verschillende straten (ZUS), de vormgeving van de publieke omgeving op The Strip in Las Vegas (!Melk) en het project Refugee Republic over het alledaagse leven in een Syrisch vluchtelingenkamp in Noord-Irak (Rothuizen). Deze bijdragen worden gepresenteerd op de vijf verdiepingen van de toren van het museum. In elk van de bijdragen wordt ook gerefereerd aan de legendarische tentoonstelling De Straat die in 1972 plaatsvond in het Van Abbemuseum. ANNA STARITSKY (1908-1981). WERKEN OP PAPIER Bibliotheektentoonstelling in het Van Abbe Museum te Eindhoven van 7 februari 2016 t/m 27 mei 2016 Anna Staritsky, Poème-image René Meurant, 1963 In deze bibliotheektentoonstelling komt het bijzondere grafische werk van Anna Staritsky aan bod, zowel in boekvorm als in vrije grafiek. Staritsky kwam oorspronkelijk uit Rusland en woonde en werkte in België en Frankrijk. In de tentoonstelling is de creatieve en artistieke groei te zien van een kunstenaar die in de jaren dertig van de vorige eeuw begon als klassiek illustrator en zich vervolgens ontwikkelde tot een eigenzinnig kunstenaar. Met haar vernieuwende ideeën over de vorm en structuur van het kunstenaarsboek heeft zij de Franse boekkunst van de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw mede vorm gegeven.