Leerplan Uitbreidingsmodules bij de opleiding Jeugd- en gehandicaptenzorg (BO PZ 101)
van het studiegebied PERSONENZORG Modulair
Goedkeuringscode: 2013/813/6/D
31 januari 2013
STRUCTUURSCHEMA 1.1
JEUGD- EN GEHANDICAPTENZORG
40
40
Communicatief gedrag
ICT
40
Samenwerkingsvaardigheden
40
Expressieve vaardigheden
Observeren en rapporteren
Orthopedagogische vraagstellingen
40
Omgaan met diversiteit
Deontologisch en ethisch handelen
Orthoagogische vraagstellingen
40
Psychosociale vraagstellingen
40
Verzorgen, veiligheid en gezondheid
40
Methodisch handelen in een organisatie
40
40
Communicatieve vaardigheden
40
Levenslooppsychologie
Emancipatorisch handelen
40
40
40
Professionaliteit en kwaliteitszorg
40
Welzijn en gezondheidszorg
Omgaan met moeilijk gedrag
Methodische werkbegeleiding en supervisie 1
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 1
80
40
Methodische werkbegeleiding en supervisie 2
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 2
80
40
Methodische werkbegeleiding en supervisie 3
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 3
80
40
Methodische werkbegeleiding en supervisie 4
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 4
80
40
Methodische werkbegeleiding en supervisie 5
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 5
80
40
Methodische werkbegeleiding en supervisie 6
20
Gesuperviseerde Beroepspraktijk 6
80
Werken met groepen
Activiteitenbegeleiding
Woon- en leefklimaat
Sociaalemotioneel begeleiden
40
40
40
Omgaan met het cliëntsysteem
40 Actuele tendensen in het welzijnswerk
160
Jeugd- en gehandicaptenzorg 1560 LT
Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
Implementatie 160 programma begeleidend werken met assistentie van dieren
31 januari 2013
1
UITBREIDINGSMODULES Naam
Code
Lestijden
Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren
UM PZ 900
160
Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren
UM PZ 901
160
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
2
INHOUDSTAFEL 1
Inleiding................................................................................................................... 4
2
Beginsituatie ........................................................................................................... 5
3
Algemene doelstellingen van de uitbreidingsmodules ........................................ 6
4
Minimale materiële vereisten ................................................................................. 7
5
Algemene pedagogisch-didactische wenken ....................................................... 8
6
Evaluatie van de cursisten ..................................................................................... 9
7
Uitbreidingsmodule: Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren (UM PZ 900 – 160 lestijden) ...................................................................... 10
8
Uitbreidingsmodule: Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren (UM PZ 901– 160 lestijden) ............................................. 16
9
Bibliografie ............................................................................................................ 21
1
INLEIDING
Dit leerplan vormt een aanvulling bij het leerplan Jeugd- en gehandicaptenzorg (BO PZ 101) van het studiegebied PERSONENZORG. Het heeft enkel betrekking op de uitbreidingsmodules bij deze opleiding, die in een latere fase werden ontwikkeld en goedgekeurd. De uitbreidingsmodules maken geen deel uit van de basisopleidingen. Ze beogen een uitbreiding, verdieping of verbreding van de kennis en vaardigheden uit de vermelde basisopleidingen. Elke uitbreidingsmodule wordt bekrachtigd met een deelcertificaat.
1.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
De uitbreidingsmodules ‘Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren’ en ‘Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren’ bij het opleidingsprofiel Jeugd- en Gehandicaptenzorg beogen de inhoudelijke en theoretische basis te leggen die men nodig heeft om een eigen BLAD (Begeleidend werken met assistentie van dieren) programma te kunnen uitwerken. De beoogde competenties voor zijn gericht op:
het verwerven van het inhoudelijke referentiekader van BLAD, zowel qua methodieken als qua hulpverleningscontext: Module Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren. kennis, kunde en management betreffende huisdieren en neerhofdieren: Module Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren. het uitwerken en uitvoeren van een goed functionerend BLAD programma: Module Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren.
Dit leerplan is het resultaat van de expertise en deskundigheid van diverse centra die actief zijn binnen begeleidend werken met assistentie van dieren. In dat kader werd een beroepsreferentiekader opgesteld. Binnen deze uitbreidingsmodules wordt het begeleidend werken met assistentie van dieren contextueel benaderd en dit vanuit het kader van de evolutie mens –dier – natuur - verhouding. De modules staan voor het verzorgen van- en werken met dieren en ecosystemen hetgeen een specifiek klimaat creëert waarin een natuurlijk evenwicht en respect voor alle leven en voor de kwaliteit van de collectieve en individuele habitat terug een plaats kunnen krijgen. Er wordt tevens gezorgd dat doelgerichte activiteiten binnen een dieren - begeleidingsproces transformeerbaar zijn naar de directe omgeving van de cliënt en zijn verdere leven. Deze transformatie wordt bewust geïntegreerd in de BLAD programma’s. Op die manier reiken de effecten van deze werkvorm verder dan enkel de individuele hulpvraag van de cliënt.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
4
2
BEGINSITUATIE
2.1
UITBREIDINGSMODULES INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
Om met uitbreidingsmodules te mogen starten, dient de cursist de opleiding Jeugd- en gehandicaptenzorg te hebben gevolgd. Verder verdient het aanbeveling dat de cursisten
een minimum niveau Nederlands halen en een basiskennis hebben van één of meerdere moderne vreemde talen. Vermits de studie van dit werkveld zich op een internationaal niveau afspeelt kan het ook gebeuren dat anderstalige vakliteratuur wordt aangeboden;
een minimale voeling hebben met minstens één diersoort;
bereid zijn om de aangereikte competenties op een werkplek te implementeren.
De start van de uitbreidingsmodules wordt voorafgegaan door een informatienamiddag en een intake. Deze procedure heeft tot doel om enerzijds een duidelijk zicht te krijgen op de mogelijkheden van de cursist om de uitbreidingsmodules te volgen en af te werken, en anderzijds om, indien nodig, te bekijken hoe er remediërend kan gewerkt worden tijdens het volgen van de uitbreidingsmodules.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
5
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN VAN DE UITBREIDINGSMODULES
3.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
3.1.1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De uitbreidingsmodules beogen de inhoudelijke en theoretische basis te leggen die men nodig heeft om een eigen BLAD (Begeleidend werken met assistentie van dieren) programma te kunnen uitwerken. Verder beogen deze modules dat de cursist voldoende leermomenten krijgt op de werkvloer en dat de cursist uiteindelijk een eigen BLAD programma kan uitschrijven, en dit zowel qua inhoud als qua methodologie, als qua vorm.
3.1.2
SLEUTELVAARDIGHEDEN
Volgende sleutelvaardigheden komen aan bod. Deze sleutelvaardigheden zijn een selectie uit de integrale lijsten met sleutelvaardigheden van de basisopleidingen. Code
Sleutelvaardigheid
Verklaring
SV04
Beslissingsvermogen
in staat zijn een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor opnemen
SV07
Creativiteit
in staat zijn om persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken en uit te voeren
SV09
Doorzettingsvermogen
in staat zijn om, ondanks moeilijkheden, op een doel gericht te blijven
SV11
Empathie
in staat zijn zich in te leven in iemands situatie, er begrip voor op te brengen en er tactvol mee om te gaan
SV13
Imagobewustzijn
In staat zijn om de impact van eigen gedrag en voorkomen in te schatten.
SV31
Verantwoordelijkheidszin
Aandacht hebben voor de consequenties van een taak en beslissingen nemen op basis van mogelijke consequenties ervan.
SV34
Zin voor initiatief
In staat zijn om problemen en taken aan te pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
6
4
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
4.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
Voor deze uitbreidingsmodules beschikt men over lokalen die beantwoorden aan de reglementaire eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid, ergonomie en milieu en met voldoende opbergruimte voor materialen, producten en leermiddelen. De leraar moet kunnen beschikken over een ruim en goed uitgerust leslokaal met aangepaste infrastructuur; (stift)bord, verplaatsbare tafels en stoelen, internetaansluiting, audiovisuele apparatuur (TV, beamer…). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een digitaal leerplatform, en is het absoluut wenselijk dat een cursist gebruik kan maken van de (vak)bibliotheek. Voor de lessen wordt gebruikt gemaakt van 3 handboeken en 1 syllabus. Cursisten worden verder attent gemaakt op de mogelijkheid van allergieën voor sommige of meerdere diersoorten en op de noodzaak voor een tetanus inenting.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
7
5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
5.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
Bij het aanbieden van deze uitbreidingsmodules kan er gebruik gemaakt worden van 4 leerstijlen, die het proces volgen van het leggen van een algemeen theoretische basis tot het individueel begeleiden van cursisten in het uitwerpen van een eigen BLAD project: -
-
-
1. Theoretische onderwijsleergesprekken om een theoretische en methodische fundering te leggen voor het praktische werk. Vermits BLAD vertrekt vanuit een eigen hulpverleningscontext, bestaande uit duidelijke geprofileerde elementen, wordt hier ruimschoots de tijd voor genomen. 2. Digitaal leerplatform: geeft de cursist de mogelijkheid om de theoretische inhouden te verwerken en dit op eigen tijdstip en tempo. Het digitaal leerplatform biedt tevens de mogelijkheid aan cursisten om elkaars werken te bekijken en hieruit te leren. 3. Individuele arbeidservaring op de werkplek: geeft cursisten de mogelijkheid om de theoretische methodische basis te implementeren en basiscompetenties in te oefenen. 4. Supervisie en intervisie: biedt aan cursisten individueel gerichte coaching en ondersteuning in het uitwerken van een eigen BLAD project en dit zowel op inhoudelijk, methodisch en praktisch niveau.
De lessen vinden – binnen dit proces – in de eerste module plaats binnen de twee aparte klas groepen. Bij begin van ‘Implementatie begeleidend werken met assistentie van dieren’ ontmoeten de twee klas groepen mekaar op regelmatige basis tijdens bezoeken in het werkveld. Bij de start van supervisielessen, worden de beide klas groepen samengebracht op het digitaal leerplatform. Op die manier kunnen zij maximaal van elkaars creatieprocessen leren en kunnen zij elkaar ondersteunen. Tijdens de contactmomenten wordt in kleinere supervisiegroepjes gewerkt zodat cursisten ook daar maximaal kunnen gegidst en ondersteund worden.
5.2
LEESWIJZER BIJ DE LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN SLEUTELVAARDIGHEDEN
Het leerplan bestaat uit 3 kolommen die als volgt moet gepercipieerd worden:
In de linkerkolom staan de leerplandoelstellingen gebaseerd op de basiscompetenties zoals die voorgeschreven werden in het opleidingsprofiel. Die leerplandoelstellingen bepalen derhalve de kennis, vaardigheden en attitudes die door de cursisten moeten worden bereikt .
In de middenkolom staan de leerinhouden, die aanduiden op welke wijze de leerplandoelstellingen moeten bereikt worden: wat moet er gekend zijn? Wat hier voorgeschreven wordt moet dan ook behandeld en geëvalueerd worden.
De rechterkolom geeft een aantal specifieke pedagogisch-didactische wenken mee die inspirerend kunnen zijn bij het leerproces. Ze zijn echter vrijblijvend: uiteindelijk beslist de leraar eigenhandig over het didactisch proces.
De sleutelvaardigheden die bij elk leerplan toegevoegd worden zijn attitudes die bij de cursist moeten nagestreefd worden tijdens het leerproces. Er moet daarbij niet bewezen worden dat deze sleutelvaardigheden effectief werden verworven, maar wel dat er inspanningen werden geleverd om ze te verwerven. De sleutelvaardigheden werden in de leerplannen verkaveld over de verschillende modules. Bij elke module wordt aangegeven welke sleutelvaardigheden er minimum in de module moeten nagestreefd worden.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
8
6
EVALUATIE VAN DE CURSISTEN
6.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
De evaluatie van cursisten binnen een BLAD opleiding is een duidelijk proces waarbij cursisten vooreerst een positieve evaluatie nodig hebben van inhoudelijke basis, om dan te kunnen overgaan naar een positieve evaluatie van de methodologische basis om uiteindelijk tot een eindproduct te komen: een eigen creatie van een BLAD project dat is uitgeschreven voor een specifieke doelgroep en specifieke dieren. Binnen dit proces kunnen diverse evaluatietechnieken gehanteerd worden bijv.:
Evaluatie via opdrachten op het digitaal leerplatform.
Evaluatie via opdrachten tijdens de lessen methodologie.
Evaluatie van het werkplekleren, door middel van vragenlijsten aan de individuele werkplekbegeleiders en door middel van zelfevaluatie van het eigen functioneren op de praktijkplaats.
Daarnaast worden in de klas een aantal opdrachten gegeven die specifieke competenties vragen en die tevens worden geëvalueerd : Reflectieopdrachten, bespreking websites van bestaande BLAD programma’s en evaluatie van zelf gemaakte skillcards voor een welbepaald dier en doelgroep.
Evaluatie van het schriftelijke eindwerk en de mondelinge presentatie ervan.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
9
7
UITBREIDINGSMODULE: INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN (UM PZ 900 – 160 LESTIJDEN)
7.1
ALGEMENE DOELSTELLING VAN DE MODULE
Deze uitbreidingsmodule brengt de theoretische kaders aan voor het begeleidend werken met assistentie van dieren.
7.2
BEGINSITUATIE
De cursist beschikt over het certificaat van de opleiding Jeugd- en gehandicaptenzorg of voldoet aan één van de overige toelatingsvoorwaarden voor sequentieel geordende modules van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
7.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
de mens – dier verhouding in de tijd schetsen.
het proces van domesticatie bij de meest courante gedomesticeerde dieren in onze regionen kaderen.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
PZ 101 BC 130
PZ 101 BC 131
Visie ontwikkelen op de relatie mens-dier
Onderwijsleergesprek
Animisme
Eigen levensverhaal
Ontstaan van de landbouw
Dieren in klassieke tijden
Dieren sinds industrialisatie
Nexus van de menselijke evolutie
Domesticatieproces
Onderwijsleergesprek
Effecten van domesticatie op gedrag
Reflectieopdrachten
Domesticatieproces van de geit, het schaap, het varken, het rund, het paard, de kat en de
31 januari 2013
Digitaal leerplatform
10
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
hond
over het gebruik en misbruik van antropomorfisme reflecteren.
PZ 101 BC 132
Domesticatieprocessen als spiegel binnen begeleidingen
De Ethologische visie op antropomorfisme Primaire, secundaire en zelfgerichte emoties bij mens en dier leren
Gebruik van antropomorfisme in BLAD programma’s: werken rond empathie.
Onderwijsleergesprek Verhalen Stellingen
Digitaal leerplatform theoretische concepten rond het begeleidend werken met assistentie van dieren binnen de sociaal en emotionele relatie tussen mensen en dieren kaderen.
PZ 101 BC 133
Biophilia
Onderwijsleergesprek
Liminality
Audiovisueel materiaal Competentiegerichte opdrachten Digitaal leerplatform :
theoretische concepten rond het begeleidend werken met assistentie van dieren binnen de hulpverleningscontext kaderen.
het dier als transitioneel object hanteren.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
PZ 101 BC 134
PZ 101 BC 136
Hechtingstheorie en BLAD
Onderwijsleergesprek
BLAD en humor
Het spel van inversies
BLAD en spel
Werkplekleren
BLAD en leertheorie
Het dier als therapeutische spiegel
Onderwijsleergesprek Audiovisueel materaal
31 januari 2013
11
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
Werkplekleren
de invloed van rustgevende repetitieve vormgeving in natuurlijke elementen benoemen en integreren.
PZ 101 BC 137
Effecten van fractalen op fysieke en emotionele gezondheid
Onderwijsleergesprek
het begeleidend werken met dieren binnen diverse modellen van bewustzijnsverruiming situeren.
PZ 101 BC 138
Onderwijsleergesprek
Toepassing van Cartesiaan versus open systeem denken in hulpverleningscontexten en op een blad context Modellen van bewustzijn
het begeleidend werken met dieren binnen korte- en langdurende stresservaringen kaderen.
PZ 101 BC 139
BLAD als mechanisme om stress ervaringen te kanaliseren
de effecten van dieren op fysiek en emotioneel welzijn benoemen.
PZ 101 BC 140
de definities en juiste terminologieën rond het begeleidend PZ 101 werken met assistentie van dieren adequaat hanteren. BC 141
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
Effecten van het inzetten van dieren bij de bejaarden, mensen met een motorische handicap, gevangenen, mensen met psychiatrische problemen, bijzondere jeugdzorg, mensen met autisme en hechtingsstoornissen. De correlatie dierenmishandelingen en mishandeling van kinderen en volwassenen binnen het gezin.
Audiovisueel materaal
Audiovisueel materiaal Spel: Modellen van bewustzijn
Onderwijsleergesprek
Onderwijsleergesprek Audiovisueel materiaal
Digitaal leerplatform
Adequaat en correct gebruik terminologie voor Onderwijsleergesprek alle onderverdelingen en overkoepelende termen
31 januari 2013
12
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
omtrent BLAD de link tussen begeleidend werken met assistentie van dieren en Ethologie hanteren.
de verschillende componenten van een correct programma begeleidend werken met assistentie van dieren in een hulpverleningscontext benoemen.
de verschillende methodieken van het begeleidend werken met assistentie van dieren in de praktijk benoemen.
de verschillende evaluatiemethodes voor een programma
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
PZ 101 BC 142
PZ 101 BC 135
PZ 101 BC 143
PZ 101
Nut van Ethologie voor een Blad programma:
Onderwijsleergesprek
herkennen
Audiovisueel materiaal
toepassingen
Werkplekleren
Hulpverleningsdoelstellingen in BLAD
Onderwijsleergesprek
Componenten van een BLAD context
Praktijkvoorbeelden
-
Visie Doelstelling Doelgroep: mensen en dieren Programma Begeleidingsstructuur Processtructuur Context
De Zorgcirkel
Sociaal ecologische hulpverlening
Verschillen in BLAD methodieken kunnen benoemen:
vanuit diversiteit doelgroep
vanuit diversiteit context
vanuit diversiteit methodiek
vanuit diversiteit dieren
vanuit diversiteit programma’s
Een BLAD programma kunnen evalueren op
31 januari 2013
Visueel materiaal Digitaal leerplatform
Onderwijsleergesprek Oefeningen op internet Relevante en minder relevante website bespreken Digitaal leerplatform
Onderwijsleergesprek
13
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
begeleidend werken met assistentie van dieren omschrijven.
rekening houdend met criteria en veiligheidsmaatregelen de procedure voor het opzetten van een programma beschrijven.
BC 160
PZ 101 BC 144
niveau van:
doelstellingen
client
assisterend dier
context
medewerkers
financieel - kosten - baten
dossiers en procedures
Veiligheids- en gezondheidsvoorwaarden: het protocol voor mens en dier
Onderwijsleergesprek Praktijkvoorbeelden Simulaties Praktijkervaringen
7.4
SLEUTELVAARDIGHEDEN
Volgende sleutelvaardigheden komen aan bod in deze module: Sleutelvaardigheid
Specificatie
Code
Zin voor initiatief
In staat zijn om problemen en taken aan te pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen.
SV34
Creativiteit
In staat zijn om persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken en uit te voeren.
SV07
Beslissingsvermogen
In staat zijn een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de
SV04
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
14
verantwoordelijkheid voor op te nemen. Empathie
In staat zijn zich in te leven in iemands situatie, er begrip voor op te brengen en er tactvol mee om te gaan.
SV11
Doorzettingsvermogen
In staat zijn om, ondanks, moeilijkheden, op een doel gericht te blijven.
SV09
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
15
8
UITBREIDINGSMODULE: IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN (UM PZ 901– 160 LESTIJDEN)
8.1
ALGEMENE DOELSTELLING VAN DE MODULE
Deze uitbreidingsmodule module beoogt de integratie van alle aangeboden kennis en kunde uit de eerste uitbreidingsmodule in een eigen, nieuw en goed functionerend programma begeleidend werken met assistentie van dieren.
8.2
BEGINSITUATIE
De cursist beschikt over het deelcertificaat van de module “Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren” of voldoet aan één van de overige toelatingsvoorwaarden voor sequentieel geordende modules van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
8.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
de geëigende begeleidingsdoelen, de bijhorende thema’s en de begeleidend werken met assistentie van dieren methodieken van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit, …) benoemen.
op basis van de kennis van de aard van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit,…) het dier of dieren in een hulpverleningsrelatie hanteren.
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
PZ 101 BC 146
PZ 101 BC 145
Vaardigheidskaarten qua kennis en kunde beheersen van:
Vaardigheidskaarten per dier. Bezoeken aan doelgericht gekozen boerderijen en BLAD programma’s.
Het paard
De ezel
De geit
Oefeningen omtrent benaderen en hanteren van de verschillende diersoorten.
Het schaap
Digitaal leerplatform.
De hond
De kat
De fret
Het konijn
Benaderen en hanteren van dieren conform de aard van de dieren
31 januari 2013
Werkplekleren
16
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
op basis van de kennis voor de noodzakelijke dagelijkse verzorging van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit,...) instaan.
PZ 101 BC 147
Verzorging van de dieren conform de aard van de dieren
Werkplekleren
sagen en legenden met dieren in een hoofdrol terug vinden
PZ 101 BC 148
Verzamelwerken en bronnen omtrent relevante sagen en legenden in het werken binnen BLAD
Onderwijsleergesprek
sagen en legenden met dieren in een hoofdrol in een programma begeleidend werken met assistentie van dieren hanteren.
PZ 101 BC 149
Flexibel invoegen van verhalen, sagen en legenden in functie van een BLAD begeleidingen
Werkplekleren
een eigen visie rond het begeleidend werken met assistentie van dieren uitwerken.
PZ 101 BC 159
Verschil tussen doelstellingen en visie
Digitaal leerplatform
de specifieke begeleidingsdoelstellingen beschrijven.
PZ 101 BC 155
Relevante en haalbare begeleidingsdoelstellingen in een BLAD programma
Digitaal leerplatform
verschillende begeleidingsprogramma’s met inzet van dieren als referentiekader terug vinden.
PZ 101 BC 150
de voordelen en risico’s van het inzetten van de gekozen diersoort inschatten.
PZ 101 BC 151
Bestaande BLAD programma’s en hun eigenheid Praktijkvoorbeelden qua vorm en inhoud, doelgroepen en Audiovisueel materiaal doelstellingen Supervisiegesprek Mogelijk risico’s en de verschillende voordelen van de gekozen diersoort in zijn eigen BLAD programmaprofiel
de koppeling tussen de eigenheid van de gekozen diersoort en de begeleidingsdoelen maken.
PZ 101 BC 152
de zoönosische elementen (ziektes die worden overgedragen tussen mens en dier) kunnen duiden.
PZ 101 BC 153
bronnen en gidsen die hem – wat betreft de hantering van PZ 101 dieren – verder kunnen ondersteunen, vinden. BC 154
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
Mogelijke relevante koppelingen tussen doelgroep en de aard en de context van het gekozen dier Zoönosische elementen
Supervisiegesprek Digitaal leerplatform
Specifieke gidsen betreffende het gekozen dier
Supervisiegesprek
31 januari 2013
17
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
cliënt in het begeleiden (wat betreft omgang met dieren) van groepen/personen die voor cliënt belangrijk zijn coachen.
PZ 101 BC 169
Het transferproces van mens-dier naar mensmens relatie
Werkplekleren
verantwoorden dat de aard van het dier gerespecteerd wordt.
PZ 101 BC 156
Implementatie van de aard van het dier in een BLAD programma
Supervisiegesprek
de verschillende theoretische modellen in zijn project/programma integreren.
PZ 101 BC 157
Integratie van de theoretische modellen in een BLAD programma:
Werkplekleren
specifiek voor de eigen doelgroep en bijhorende problematiek(en) een gefaseerd begeleidingsprogramma, rekening houdend met de hulpverleningsdoelstelling uitschrijven.
PZ 101 BC 158
een eigen hulpverleningscontext die op maat geknipt is van zowel dieren, cliënten als het netwerk rond de cliënten (instelling, ouders, ...) creëren.
PZ 101 BC 161
het dier als transitioneel object hanteren.
PZ 101 BC 136
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
Biophilia
Liminality
Dier als transitioneel object
Fractalen
Leertheorie
Neotony
Spel
Humor
Koppeling hulpverleningsdoelstellingen BLAD programma met specifieke doelgroep Eigenheid hulpverleningscontext BLAD programma
Supervisiegesprek Digitaal leerplatform
Het dier als transitioneel object – spiegelfunctie – Werkplekleren in een BLAD programma
31 januari 2013
18
Leerplandoelstellingen met inbegrip van basiscompetenties (BC), eigen doelen (ED) en uitbreidingsdoelstellingen (U) (steeds cursief)
BC ED U
Leerinhouden
Specifieke pedagogischdidactische wenken
De cursisten kunnen
praktische knelpunten met betrekking tot inzetten van dieren ondervangen.
PZ 101 BC 162
Knelpunten
herkennen,
referentiepersonen/diensten die kunnen helpen om zijn werk via dieren te toetsen vinden.
PZ 101 BC 163
signaleren,
ondervangen.
Supervisiegesprek Intervisiegesprek met medecursisten Praktijkvoorbeelden
casestudies bespreken en hieruit verder leren rond het begeleidend werken met assistentie van dieren.
PZ 101 BC 168
het project in zijn hulpverleningsaspect – maar ook in zijn totaliteit kritisch bekijken, evalueren en bijsturen indien nodig.
PZ 101 BC 165
Kritische evaluatie van eigen BLAD programma
ethische codes omtrent de inzet van dieren in zijn werk implementeren.
PZ 101 BC 167
Ethische codes met betrekking tot de cliënten, medewerkers en de dieren, in een BLAD programma
zijn project op verschillende niveaus en voor verschillend publiek presenteren.
PZ 101 BC 166
Schriftelijk weergeven van het draaiboek van een Reflectie op schriftelijk eindwerk BLAD programma Digitaal leerplatform
het begeleidend werken met assistentie van dieren als een professionele methodiek uitdragen en promoten.
PZ 101 BC 164
Mondeling presenteren van een eigen gecreëerd BLAD programma
8.4
Andere BLAD diensten/begeleiders als referentiekader en eventueel voor eigen supervisie. Bespreking eerste casestudies Zelfreflectie Supervisiegesprek
Reflectie op mondelinge presentatie van het eindwerk Intervisie
SLEUTELVAARDIGHEDEN
Volgende sleutelvaardigheden komen aan bod in deze module: Sleutelvaardigheid
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
Specificatie
31 januari 2013
Code
19
Creativiteit
In staat zijn om persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken en uit te voeren.
SV07
Doorzettingsvermogen
In staat zijn om, ondanks, moeilijkheden, op een doel gericht te blijven.
SV09
Imagobewustzijn
In staat zijn om de impact van eigen gedrag en voorkomen in te schatten.
SV13
Verantwoordelijkheidszin
Aandacht hebben voor de consequenties van een taak en beslissingen nemen op basis van mogelijke consequenties ervan.
SV31
Zin voor initiatief
In staat zijn om problemen en taken aan te pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen.
SV34
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
20
9
BIBLIOGRAFIE
9.1
INTRODUCTIE BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN EN IMPLEMENTATIE PROGRAMMA BEGELEIDEND WERKEN MET ASSISTENTIE VAN DIEREN
ASCIONE, F.R., Humane education research: Evaluating efforts to encourage children’s kindness and caring toward animals, Genet, Soc, and Gen Psychiatry Monograph, 123(1), 57-77. 1997 ASCIONE, F.R., & WEBER, C.V., Children’s attitudes about the humane treatment of animals and empathy: One-year follow up of a school-based intervention. Anthrozoös, 9(4), 188-195.1996 BANKS MR, BANKS WA, The effects of animal assisted therapy on loneliness in an elderly population in long term care facilities J Gerontol A Biol Sci Med Sci 2002 Jul; 57(7): M419-21 / M428-32 BECK, Between Pets and People BEETZ H.J.A., An integrative, interdisciplinary model of human-animal-relationships IAHAIO conference 2010 Stockholm BEYENS, L., De Graangodin, Atlas 2004 BLOSSFELD, K., Wunder der Natur (1942). BOS L., Een dozijn draken. Het verzorgen van sociale initiatieven 1997 BROWN S.E., PSY., The contribution of attachment to dissociation and absorption CLEVELAND A., M.S.J.D., DISSOCIATION No 4 December 1995. Therapy dogs and the dissociative patient : Prelimanary observations . J. Cleveland Arnold, M.S.J.D., DISSOCIATION No 4 December 1995. CONNOR K, MILLER J., Animal assited therapy : an in-depth look, Dimens Crit Care Nurs 2000 MayJun; 19(3):20-6 Delta Society, Standard Of Practice for Animal Assisted Activities and Therapy. Renton, WA: Delta Society; 1999. Dierpsychologische suggesties voor het bevorderen van de onderlinge groepsband Prof. dr. e Henk J.C. Wijffels; Universiteit Antwerpen; Fragment uit 3 SLOTFEEST VKW BRABANT; Verbond van Kristelijke Werkgeversen Kaderleden, Leuven 11 juni 2004 DR. KATCHER, A., Dissociation: Volume 10, No. 2, p. 125-129 : The contribution of attachment to pets and attachment to nature to dissociation and absorption June 1997 DR. KATCHER,A., M.D. DISSOCIATION , No 2 , June 1997 DUDOK VAN HEEL, M., Diereninzicht, De Driehoek Maart 2004 FINE A., Handbook on Animal Assisted Therapy, Elsevier Science Publishing Co Inc oktober 2012 FOWLER, C.S., Article: Ecological/cosmological knowledge and land management among huntergatherers University of Nevada GAIL F. Melson : Why the wild things are. JAMES, S., In the company of animals Cambridge University 1996 JUNG, C.G, De mens en zijn symbolen, Lemniscaat, Uitgeverij 1966 KAHN, P., KELLERT, JR. S. R., Children and Nature, MIT Press, 2002 LORENZ, K., Agressie bij mens en dier, Ploegsma bv; 1984 MARTIN F, FARNUM J. Animal assited therapy for children with pervasive developmental disorders, WEST J Nurs Res 2002 oct. 24 (6) 675-70 MITCHELL, R.W., THOMPSON, N.S. AND MILES H.L., Anthropomorphism, Anecdotes, and Animals
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
21
ÖDBERG, F.O., Inleiding in de Ethologie, VUB press. 2000 OLTHOF, J., VERMETTEN, E., De mens als verhaal, De tijdstroom 1994 PODBERSCEK, A., PAUL E.S., SERPELL, J.A., Companion Animals & Us. REYNOLDS R. A., Bring me the Ocean, Van der Wyk & Burnham; 1995 SAMS, J.& CARSON, D., Dieren als symbolen van helende kracht SAMS, J.& CARSON, D., Dieren als symbolen van helende kracht JH Gottmer 1992 STAHL, P.J., Beelden uit het persoonlijke en openbare leven der dieren; Uitgeverij Septuaginte/ICOB, Hoofddorp, 1975, (1e druk Parijs 1842.) STEPHEN R. KELLERT, S.R., WILSON, E.O., The Biophilia Hypothesis, Island Press, 1995 TEN BOS, R., Het geniale dier, Boom 2008 The Wild Horse Redemption John Zartisky" John Zartisky 2007 (movie) VAN UYTVEN, R., De papegaai van de paus, Davidsfonds Okt 2003 VEENBAAS, W., Op verhaal komen, Coutinho Dec 1994 Verhalen: Margriet Dudok Van Heel : “Diereninzicht WILSON E.O.,: Biophilia , Harvard University Press, 1984
Leerplan uitbreidingsmodules studiegebied Personenzorg
31 januari 2013
22