Bijna alleen ,,kleigatenu nog over
Twentsche Stoomsteenfabriek Smulders en Mulder te Lonneker Halverwege de weg Enschede-Oldenzaal, even voorbij Lonneker, liggen aan de voet van de Lonnekerberg een aantal waterplassen tussen het lommerrijke groen als een oase in het droge Twentse land. Dit gebied, beter bekend als ,,Smulders' kleigaten" vormt een waar eldorado voor natuurminnend publiek, sportvissers maar ook schaatsers. Als de aanduiding ,,kleigaten7' juist is, waar werd deze klei dan verwerkt en wie was nu eigenlijk die ,,Smulders"? Tegen het einde van de vorige eeuw maakte met name de textielindustrie in Enschede een enorme bloei door; bedrijven werden gesticht of sterk uitgebreid en een en ander resulteerde in een evenredig sterke toename van de stedelijke bevolking. De hieruit voortvloeiende bouwactiviteiten namen zo'n vlucht dat de daarvoor benodigde materialen, zoals hout en stenen, ter plaatse niet in voldoende mate voorhanden waren en dus van heinde en ver voornamelijk per spoor aangevoerd dienden te worden. Was het dan soms vreemd dat een zekere Johannes Cornelus (,,Jac9') Smulders, houthandelaar en steenbakker uit Tilburg en zaakdoende in Tilburg en Arnhem, in de omgeving van Enschede zijn licht opstak of er wellicht ter plaatse mogelijkheden waren bouwstoffen, lees: stenen, te produceren? Het was deze ondernemende Smulders die in 1897 het perceel heidegrond de ,,Braamberg" aankocht. Bekend was dat zich hier onder een ongeveer één meter dikke kleileemlaag een ,,pakketwtertiaire zeeklei bevond van meer dan honderd meter dik: deze was zeer geschikt voor het bakken van goede, roodbakkende stenen.
krijgen, waarlangs een perron en kolenloodsen verrezen. Jac Smulders investeerde hiervoor het - zeker voor die tijd fabelachtig hoge bedrag van 90.000 gulden om zijn doel te bereiken. Zoals reeds genoemd handelde Smulders eveneens in hout, met name mijnhout. Hierdoor had hij zeer goede kennis aan zijn collega-houthandelaar, Johan Dirk Mulder, uit Arnhem, aan wie hij zijn nieuwe plannen voorlegde. Enthousiast geworden besloot deze laatste deel te nemen in de firma door middel van een vennootschap met Smulders. Zo werd op 18 mei 1899 de vennootschap van koophandel de ,,Twentsche Stoomsteenfabriek Smulders en Mulder" opgericht.
opnieuw een vermogen vergen... Het toeval wilde echter dat de broer van voornoemde Johan Mulder, Jacob Care1 Mulder, voorheen rentmeester van het Sonsbeek in Arnhem, in 1898 in het huwelijk was getreden met Alida van Houtum, dochter uit een welgesteld papierfabrikantengeslacht. Deze Jacob (,,Jacn) Mulder zocht voor zijn aldus verkregen
Vormelingen
Jac Smulders. Smulders pakte de zaak op voortvarende wijze aan. Nadat het college van B&W van de toenmalige gemeente Lonneker hem op 8 februari l898 vergunning verleende voor het in werking hebben van een stoomsteenbakkerij werd het terreingedeelte, gelegen nabij de spoorlijn Enschede-Oldenzaal dan ook direkt ontgonnen en enignzins geëgaliseerd. Vervolgens werden hierop een grote ringoven, een ketelhuis, schuren en een kleiloods gebouwd. Eveneens wist hij een aftakking van de bestaande spoorlijn te
Nu kon men met de verwerking van klei tot steen beginnen. Vrij snel na het in bedrijf stellen van de bakkerij kwamen er echter ernstige complicaties aan het licht die zich niet al te gemakkelijk zouden oplossen. Allereerst bleek de klei, die men ter plaatse dolf te vet voor direkte verwerking; de Mei diende voortaan via een molen en walsen uiteen te worden geslagen en verpulverd en vermengd te worden met water en vooral zand. Een nog vervelender complicatie was dat bleek dat de pas gevormde stenen, de z.g. ,,vormelingen" niet naar behoren konden worden gedroogd voordat ze werden gebakken. De wind kon deze vormelingen in de lange, open droogloodsen, temidden van opgaand hout gelegen, niet gelijkmatig drogen waardoor ze kromtrokken, ja zelfs uiteenvielen. Dé oplossing zou moeten worden gevonden in de vorm van een te bouwen drogerij in verdiepingen boven en rondom de ringoven, waardoor het drogen geregeld kon worden en de warmte van de oven optimaal benut. Realisering van deze plannen zou echter
zc Mulder. kapitaal emplooi en besloten werd Jac te vragen eveneens in de vennootschap deel te nemen en een bedrag van f 10.000,- in de zaak te steken. Het was een riskante onderneming aangezien het geld eventueel geheel verloren kon worden. Deze Jacob Care1 nam voortaan de administratieve zaken voor zijn rekening - hij opereerde eerst nog vanuit Arnhem, later vanuit Lunteren en Delden - terwijl Smulders de fabriek runde. In augustus 1902 werd vergunning verleend voor het bouwen van een droogin-
n Sliepsteen
3
richting boven en om de ringoven. Vervolgens werden in 1908 een paardenstal, twee grote drooginrichtingen van vier verdiepingen(!), in 1909 een kantoor en in 1928 een nieuwe, hogere schoorsteen gebouwd. Ook stichtte men in dezejaren langs de Oldenzaalsestraat een aantal arbeiderswoningen. In 1918 werd er op de hoek van de Oldenzaalsestraat en de Oude Deventerweg een huis voor Smulders gebouwd.
Sniejtoafel De fa. Smulders en Mulder startte haar produktie eind 1898 met 70 arbeiders. Nadat de bovenlaag, bestaande uit keileem was verwijderd werd de grond alleseerst met de hand aangegraven. Zo ontstond een talud, loodrecht op de huidige Bergweg, gelegen tussen het huidige eerste en tweede kleigat, gerekend vanaf de Oude Deventerweg. Verdere aangraving vond plaats met behulp van een op een smalspoor staande baggermachine. Deze machine haalde de klei met baggeremmers tot een maximale diepte van zeven meter naar boven en deponeerde het in kantelbare lorries. Volgens Albert Nijboer, die destijds - in 191l - als 12-jarige jongen bij Snulders begon ,,achter de sniejtoafel" (mien vaa wearkn der ok al!) werd de baggermachine bediend daor Hennie Beuker, ,,Smits Hennik". De met klei gevulde lorries werden vervolgens een voor een naar de Meiloods getrokken. Hier werden de wagens zijdelings leeggekiept, waarbij de inhoud op een lagergelegen vloer terecht kwam en met de hand werd omgezet. De Lege lorries verdwenen dan weer richting put om opnieuw te worden. gevuld. De gestorte klei werd vervolgens in een andere larrie
ue vrtiegere steenjuor~erc. g e s c ~ p W, ~ , via een schuin omhoog richting fabriek lopend smalspoor naar de kleimolen en -walsen werd vervoerd. in het begin gebruikte men hiervoor nog paardenmaar later trok men meer lorries tegelijk met een lier, gekoppeld aan de stoommachine, tegen de helling op. De klei werd in de kleimolen gestort, uiteengeslagen, door walsen fijngedrukt en vermengd met water en zand. Vervolgens werd de kleimassa in een goot geperst, waarna de zo onstane ,,kleistreng" tenslotte op juiste afstanden werd ,,gekniptm tot ,,vormelingen''. Dit z.g. ,,knippenv en ,,snijdenn gebeurde met ijzerdraad en het was de taak van Nijboer als hulpje bij zo'n snijtafel, na iedere snijbeweging met zijn vingers de restanten klei van dit ijzerdraad te strijken. Zelfs na 75 jaar waren de littekens hiervan nog overduiLUC
delijk op zijn handcii aanwezig! Zej hadn gin tied um op of um te kiekn, aldus Nijboer. Wiej wearkn van smorns zeuwn töt soawnds zes. Zoaterdaagns wearkn wiej van zeuwn föt vief. Nöagns miej stun der eene dee n tasn (5 vormelingen) anpakn en op de jakobsladder zetn. Dee gung noar boawn hen noar de eerste of volnde verdeeping woar at nen aandern keerl ze op ne schoefkoar zetn. Der gun@ acht tasn op zonne schot$koar en den keerl zetn de vormeling in de dreugrekn. Dag en nacht werden de droogruimten verwarmd, onder meer met stoom en hete lucht van de ringoven. De wind bleef echter de bekngrííkste uitdrogingsfactor; via tientallen tuimelramen kon men de luchtstromen optimaal benutten.
Na kerktijd
Een baggermachine bracht de klei naar boven. 4
n Sliepsteen
Lodewijk Gerwers was lange tijd stoker bij de steenfabriek:Afiankelijkvan het weer werden de vormefingenna droging, na een bepaalde draagtijd, op een speciale kruiwagen geladen en naar de lift gereden. Op deze kruiwagen8 kon men 72 vormelingen laden. Het kwam echter ook nogal eens voor dat het drogen niet vlotte of dat er plotseling een andere wind ging waaien. De duizenden vormelingen dienden dan zo snel mogelijk te worden gekeerd. Het gebeurde dan ook wel eens dat Smulders 's zondags na .kerktijd zijn mensen opwachtte en verzocht te helpen. Wij ontvingen hiervoor dan I cent per duizend gekeerde stenen, Beneden aangekomen werden de vormelingen direkt in de oven gereden, die uit 2 1 kamers bestond. Iedere kamer werd gevuld met zo'n 23.000 stenen. Boven in iedere kamer bevonden zich 16 stookgaten, en een aantal ,,meetgatenw.Via de stookgaten kon de stoker kolen tussen de opgestapelde stenen gooien om het vuur gaande te houden. Door de ,,meetgaten"
konden van bovenaf meetlatten in de oven worden gestoken om de ,,krimp9' van de stenen tijdens het bakproces in de gaten te kunnen houden. Voordat het vuur in de kamer werd aangelegd werd de ingang van de oven, de ,,ovenmond", afgesloten met twee rijen gestapelde stenen, waartussen een laag zand werd aangebracht. Per kamer stookte men ongeveer drie dagen. Door de rondgang van het vuur van de ene naar de volgende kamer, enz., duurde het wel 21 dagen voordat de ingebrachte en thans gebakken stenen voldoende afgekoeld waren en eruit gehaald konden worden. Bij het eruit halen werden de stenen gesorteerd op le, 2e, 3e en 4e kwaliteit, een en ander aangeduid met allerlei namen als harde grauwen, mondsteen, grijzen, garen en halfgaren.
Resultaten Hoewel er geen complete overzichten van de hoeveelheid werkelijk geproduceerde steen per seizoen bewaard zijn gebleven - aanvankelijk werd alleen 's zomers gegraven en gebakken - was het mogelijk aan de hand van opgaven van geleverde hoeveelheden steen een indicatie van de produktie te verkrijgen en de daaruit voortgevloeide bedrijfsresultaten te becijferen. Werden in het jaar 1899 nog maar 638.050 stenen verkocht, in 1900 waren dit er al 4.159.425! Het netto-resultaat bleef vanwege vele kapitaalverslindende investeringen vanaf de oprichting tot 1907 nihil. Ondanks dat de fabriek in deze jaren gedurig werd verbeterd en uitgebreid, behoefde er geen kapitaal ,,van buiten" te worden aangewend. In 1907 bedroeg de netto-winst al f 6.000,-. De totale winst tussen 1907 en 1930 bedroeg zo'n 735.000-. In totaal produceerde de fabriek tussen 1911 en 1937 zo'n 155.214.668 stenen, per jaar dus gemiddeld 5.741.284. De gemiddelde prijs voor duizend stenen bedroeg gedurende deze jaren f 2O,42.
Het briefhoofd van de steenfabriek.
Het werkvolk bestond uit robuuste sterke Vele onderdelen van het steenbakkersproces verliepen handmatig en het werk was zwaar. Het ,,werkvolkwbestond dan ook uit robuuste, sterke kerels die van aanpakken wisten. De verdiensten waren echter relatief laag. Zo verdiende een werkbaas omstreeks 1900 f 13,- per week, een arbeider in vaste dienst tussen f 8,- en f 9,- per week. Smulders zelf verdiende f25,- per week en Mulder f g,-. Het steenbakken was van vroeger uit een typisch seizoensgebonden bezigheid en de werknemers werkten in het algemeen dan ook alleen tijdens het bakseizoen van maart tot november. Het bedrijf van Smulders vormde hierop een grote uitzondering: de meeste werknemers bij hem waren in vaste loondienst en werden ook 's winters doorbetaald. Het voortdurend moeten in- en uitkruien van stenen in de droge rijen en ovens, maar vooral ook het inkruien van kolen vanuit de kolenbunkers tot op de oven was ,,beulswerk". Omstreeks 1914 ver-
kerels. diende Johan Nijboer als 12-jarige jongen zo'n f 2,5O per week. Zijn bijverdiensten bestonden o.m. uit het op de zondagen kruien van deze kolen uit de loodsen nabij de spoorlijn naar de voorraadbunkers bovenop de ringoven voor f 2,- per dag. Eind jaren dertig was het normale weekloon f 23,- per week; Nijboer verdiende in deze jaren extra bij door het aannemen van z.g. ,,accoordwerk", b.v. het in- en uitrijden van stenen in de ovenkamers. Ook het op- en afladen van de steenwagens waarmee de stenen naar de klant werden vervoerd was meestal ,,accoord-werk". Het leverde Nijboer in de jaren twintig zo'n f 0,12 per duizend stenen op. Deed men dit werk voor een aannemer, dan berekende de fabriek f 0,35 per duizend stenen. Dit betekende dat dikwijls werkkrachten van de fabriek door Smulders werden meegestuurd om de wagens of wagons bij de klant tegen betaling te helpen lossen. Nijboer herinnert zich dat hij verscheidene keren voor een dergelijke klus naar b.v. Gerrit van Delden in Gronau moest. Dat hield dan wel in dat men 's morgens met vier man te voet (!), met medeneming van kruiwagens, naar Gronau toog, aldaar van 7 tot 6 werkte en vervolgens op de fabriek terugkeerde. Stenen van Smulders en Mulder werden o.m. ook gebruikt voor de bouw van de fabrieken van Gerh. Jannink aan de Haaksbergerstraat, Fa. J. F.Scholten, Haaksbergerstraat, Fa. N.J. Menko (Roombeek) aan de Roomweg/Voortsweg en de Fa. Gelderman te ~ l d e n z a a lInteressant . is het tenslotte te zien hoe de elementen zich verhielden, die te zamen de werkelijke fabricagekosten en dus de uiteindelijke kostprijs van het produkt, stenen, bepaalden. In 1933 werd deze kostprijs bepaald door 9,396 brandstofkosten, 8,296 vervoerskosten, 58,896 loonkosten en n Sliepsteen 5
23,7% ,,overigewkosten. Ondanks het harde werken was de werksfeer in het algemeen goed. Smulders was zelf ijzersterk en groot - hij omvatte volgens zeggen met iedere hand gemakkelijk 4 stenen - en dwong door zijn keiharde werken onder zijn personeel respekt af. Toen in het voorjaar van 1900 twee vakbondsmensen de werkruimte -Jan Smulders en Mulder betraden. vroegen deze laatsten wat de heren wensten: We eischen dat de arbeiders op uwen fabriek met onmiddellijken ingang loonsverhoging moeten hebben. Jac. Mulder Iegde de heren uit dat zijn bedrijf een seizoenbedrijf was, waar de mensen desondanks een vast jaarloon genoten. Hij wilde op de eis ingaan onder voorwaarde dat de loonsverhoging slechts zou gelden voor die uren dat er daadwerkelijk door de mensen in het bakproces gewerkt zou worden en dat er in improduktieve tijden, met name in de winter, geen loon meer uitbetaald zou worden: Ga maar naar ze toe en vraag het hun! Men voelde niets voor een dergelijk voorstel en er werd niet gestaakt. Een ander voorval deed zich in 1902 voor:
-
Maandagmorgen maakte de heer Schmulderri, eigenaar der steenfabriek halfweg Oldenzsal aan s@ werkvolk bekend, &t eene loonsverdndering moest invoeren tol een bedrag van f d30 per man per tag. omreden Kg bg het dubbel werken van een oven, niet tweemaal bet aantal eteenen kon produceerea, hetwelk hU verkreeg Kg enkele werking van een oven, hetgeen een veerschil van 5000 7000. steenen per dag uitmaakte, terw@ bovendien een grooter personeel in het &rk moest worden genomen. Een Duitecb arbeider, eent sinds de vorige week aldaar werkzaam, zette het werkvolk op en eene staking brak uit. De Duitscher werd op rtaanden roet ontslagen en de patroon trad in overieg met ~ g volk. n Nadat de zaak van beide zijden breedvoerig was besproken, werd de loonsvermindering tot op de helft leraggebracht, waarna het volk weder aan het werk toog, voortaan slecbrs aan een sgde ren den oven werkende. Aangezien eerst kort geleden cloor bijbouwing ir ingevoerd kuonen worden, dat er thans ook's winters mogelUkbeid bestaat om geregeld door te werken, hetgeen vroeger niet het geval was en de arbeiders dus van hun oomerverdiemien voor den winter moesten overhouden, @n de werklieden in gunstiger conditie gekomea De staking duurde slecbtri '1, dag en de s c h a l wordt door de arbeiden geleden.
hammen meestal een metalen k o f f i e f s en een pannetje met .,prak". Iedere morgen kwamen zo enkele tientallen mensen bij mij boven op de oven om daar hun koffieflessen en pannetjes achter te laten opdat men verzekerd was van een warme hap in de middagpauze. Het werken in de fabriek was niet geheel van gevaar ontbloot. Er deden zich dan ook geregeld ongelukken voor. Zo viel er weleens een steliage of steiger om, kregen mensen stenen over zich heen of werden er zelfs ledematen afgerukt door draaiende onderdelen van de fabrieksinstaílatie als walsen, lierenen drijfriemen. Ook kwam het voor dat transportwagens al of niet beladen met stenen op straat verongelukten door het op hol slaan van paarden of aanrijdingen met o.m. trams. Tot 1930 gebruikte men bij de fabriek hiervoor uitsluitend een twaalftal paarden en zes wagens (twee paarden werden verder nog in de put gebruikt en één paard werd voortdurend in reserve gehouden). Op 17 oktober 1922 werden ook de heren Smulders zelf, gezeten in hun eigen auto, op de Oude Deventerweg door een uit de richting Oldenzaal komende trein overreden. Zonder noemenswaardig letsel konden de drie onfortuinlijke inzittenden uit het wrak worden gehaald.
Bloei Het bedrijf bloeide. Omstreeks de eerste wereldoorlog werd ex-voetballer Martinus Smulders, een van de zoons van Jac. Smulders, meer en meer belast met de dagelijkse gang van zaken bij het bedrijf. Ln de loop van 1931 trad hij als direkteur van het bedrijf tot de vennootschap toe. Kort daarvoor op 21 januari 1931 was Johannes Cornelus Smulders overleden, voorgegaan door de ,,oude7' Mulder.
-
De heer Smulders was zuinig van aard. Volgens Lodewijk Gerwers liet hij hem tot twee keer toe de nieuwe, door de fa. Hotze uit Leiden gebouwde schoorsteen, beklimmen om met een lang touw de opgegeven lengte te laten nameten. Je wist tenslotte maar nooit met die kerels ..........! Veel werknemers van de fabriek kwamen uit de onmiddellijke omgeving, anderen van verder weg: Losser, Oldenzaal en zelfs Denekamp. Ik herinner me noggoed hoe lekker het 's morgens bij mij op de oven rook. aldus Gerwers. De meeste mensen hadden geen vervoermiddel en kwamen lopend naar de fabriek. Velen van hen hadden een stok over hun schouder waaraan ,,moeders" een doek had geknoopt. Hierin bevonden zich behalve-een stapel boter6 n Sliepsteen
(Het watersportpark de Lonnekerberg).
Juist in deze jaren kreeg de fabriek opnieuw met grote problemen te maken. Deze keer echter louter door externe (economische) factoren. Bedroeg de netto-winst in 1930 nog f 24.000,-, in 1931 moesten de boeken al met een verlies van f 17.124,85 worden afgesloten. Nederland werd, evenals alle andere omringende landen meegesleurd in de wereldcrisis, wat ook zijn neerslag vond in de vaderlandse baksteenindustrie. Er ontstonden enorme voorraden onverkochte stenen en de prijzen van (kolen-) brandstof stegen schrikbarend. Vele steenfabrieken, zo ook Smulders en Mulder, werden daarom tijdelijk stilgelegd.. Tesamen met andere grotere bedrijven in deze regio, als Overbeek, Ten Cate, Ten Bokel-Huinink en Hulshof, werd dan ook de ,,N.V. Steenhandel Twenthe en Geldersche Achterhoek" opgericht met als doel produktie, prijsontwikkeling en afzet te verzekeren en op elkaar af te stemmen. Ondanks deze samenwerking wist ook Smulders de eerstkomende jaren niet uit de rode cijfers te komen. Tussen 1931 en 1937 draaide de fabriek dan ook met een verlies van in totaal f 57.939,-. Na 1937 raakte het bedrijf uit de rode cijfers.
Zwemwater Door het systematisch en grootschalig afgraven van klei, was een diepe kleiput ontstaan langs de Bergweg. In de loop van de jaren twintig breidde het gat zich steeds verder langs de Oude Deventerweg richting fabriek uit, totdat hier omstreeks 1930 de laatste klei gedolven werd. De afgraving vulde zich met water. Nieuwe graafwerkzaamheden werden verlegd in de richting Lonnekerberg, het huidige ,,derde gat" aan de Bergweg.
De zo ontstane waterplas bleek alras in een behoefte te voorzien en zodra het weer daartoe gelegenheid bood, doken velen in dit prachtige, maar verraderlijk diepe zwemwater. Er gebeurden ongelukken en het gemeentebestuur van Lonneker verzocht de firma dan ook het gat zo snel mogelijk te omheinen. Zowel Martinus Smulders als Dr. Jac. Mulder, zoon van Jac. Mulder sr. - zijn eigenlijke beroep was dierenarts te Delden en Weerselo - dachten hier anders over, afgaande op de vele zwemmers. Terwijl Martinus Smulders niets zag in een officieel bad - volgens hem konden de mensen zichzelf wel redden en hun kleren ergens op de kant achterlaten zag Jac. Mulder jr. een goede kans van slagen voor een badinrichting met kanovijvers, badhokjes en theehuis. Hij wilde hiermee het thans in onbruik geraakte terreingedeelte rendabel maken. Plannen werden ontvouwd en op 20-5-1932 verkreeg Mulder vergunning voor het exploiteren van ,,het watersportpark de Lonnekerberg". Nadat het bad was ingericht met vlonders, duiktoren, kleedhokjes, terras en een theehuis, werd het in hetzelfde jaar nog geopend. Als badmeester werd de heer J. Eman aangesteld en het succes bleef niet uit: eind 1932 bleek dat het eerste seizoen al met een batig saldo van f 1847,98 kon worden afgesloten! In 1933 werd er met behulp van jeugdige werklozen op hetzelfde terrein een amfitheatervormig openluchttheater aangelegd met een heus toneel, kleed- en souffleurshokje. Een en ander werd op 2-9-1933 door de burgemeester van Lonneker geopend.
Oorlog Het bad genoot steeds grotere belangstelling totdat de oorlog letterlijk spelbreker werd. Op 10 november 1940 vorderden de Duitse bezetters het watersportpark annex zwembad, ijsbaan en visvijvers voor eigen gebruik. Ook het steenbakkersbedrijf was na 1937 opgebloeid en ook hier gooide de oorlog roet in
De houtzagerij.
het eten. Op 10-5-1940 werd de fabriek stilgelegd. In de loop van 1940 draaide deze enkele weken om de voorraad ,,rauwe steen" voor het vliegveld te bakken. Men produceerde in dat jaar in opdracht van de ,,Fliegerhorst-Bauleitung" nog ruim 3 miljoen stenen. Omdat in november 1940 met reusachti-
Restanten Is er behalve de kleigaten nog iets anders over van de eens zo grote en modern opgezette steenbakkerij? Op de hoek van de Oldenzaalsestraat Oude Deventeiweg staat nog altijd ,,de villa van Smulders". Even verderop langs de Oude De-
-
Het vroegere woonhuis van de familie Smulders. ge bouwwerkzaamheden op het vliegventerweg staat nog de paardenstal. Het hoofdgebouw van de huidige houtveld werd begonnen vorderden de Duitsers eveneens de aftakking van de spoorzagerij is een restant van een van de lijn met bijbehorende gebouwen voor de drooginrichtingen. Rondom de vijvers aanvoer van bouwmaterialen, brandstofzijn nog altijd de fundamenten van het fen, en dergelijke. In april 1941 werd de theehuis. de kleedhokies en het machine63 meter hoge schoorsteen in verband gebouw te vinden. k en slot te zijn tussen met mogelijk gevaar voor landende vlieghet hoog opgegroeide groen de restanten tuigen gehalveerd. Op het terrein weraanwezig van een kleiloods en een amden bunkers gebouwd. De fabriek werd fitheater. gebruikt voor het drogen van hout en open overslag van allerhande materialen, A. Roding. nodig voor de vliegbasis. Bronnen: De familie Smulders moest in januari - Archief Gemeente Enschede (inclusief archiefv m gem. Lonnb ker) 1942 hals over kop haar huis verlaten waaruit o m omdat deze sofort als Krankenrevier be0 1 777.51 1 - Hinderwetvergunningen. verg. volgens de Veiligheidswet nötigt wird. Een reusachtige brand in - 1 778 41 Zwemwater,toezicht op -. oktober 1943 legde de grote drogerijen 1 77851 1 Bouwvergunningen archief Fa Smulders & Mulder. en oven in de as waarop de Duitsers het O Jaargangen Enschedese Courant en Dagblad Tubantia. ovengebouw afbraken. O Kadastraal archief O Notulen boeken Raad en College van B & W, Lonneker Na de bevrijding was er slechts een volO Archief Burgelljke Stand O Verslagen Gedeputeerde Staten van Overijssel 1897-1930 komen geruïneerd bedrijf overgebleven. Men schatte de totale schade op ruim - Archief H. Mulder, Haren - Archief Fam. W Smulders, Tilburg. 500.000 gulden. Nadat er nog pogingen - Archief fam. Resink, Deventer waren ondernomen het voormalige wa- Archief Kamer van Koophandel. Hengelo - Archief Ver v. Baksteenfabrikanten.Arnhem. tersportpark nieuw leven in te blazen, - Informanten. w o . J Huitink. H. Beernink, L. Gerwers, A J werd op 23 mei 1949 door de Enschedese Nijboer en J Wensink. allen te Lonneker. Fam. Eman. Glanerbrug gemeenteraad besloten tot aankoop van - Archief Tam Hulshof J H. Romer - over bet ontstaan van de Heuvelrug O'zaal - E'de het gehele complex. Het plan voor het Alstatte in Grondboor en hamer 1982, pag 2 - 10. watersportpark strandde letterlijk op be- idem - Oude Steenovens en kleigaten in Twente. - Dr P L. v d. Velden - De Nederlandse baksteenindustneArnhem zwaren van overheidswege i.v.m. hand1952 having van de volksgezondheid, de hoge - Karl Spingler - Lehrbucb der Ziegcltechnik-Halle 1948. herinrichtingskosten en de afstand van het park tot het stadscentrum. Het gemeentebestuur van Enschede had inmiddels andere plannen uitgewerkt en sticht- Roadsel At der n gat in is, is der gin gat in, en at te het nieuwe sportpark ,,Het Diekman". der gin gat in is is der n gat in. De kleigaten van Smulders raakten in de (Oplüssing :dc b d van t buuskcn) vergetelheid en de natuur ter plaatse hervond haar schoonheid. n Sliepsteen 7