Tuberculose en isolatie Informatie voor patiënten
F0571-3415 december 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00
Inleiding U bent opgenomen in het Medisch Centrum Haaglanden omdat er tuberculose bij u is vastgesteld, of u heeft mogelijk tuberculose. In deze folder leest u wat tuberculose voor u betekent en hoe deze ziekte behandeld wordt. De folder is bedoeld als aanvulling op wat de arts u al heeft uitgelegd, zodat u alle informatie nog eens rustig kunt nalezen.
Wat is tuberculose? Tuberculose is een infectieziekte. Een infectieziekte wordt veroorzaakt doordat een bacterie of virus (ziektekiem) het menselijk lichaam binnendringt. Verkoudheid en griep zijn bijvoorbeeld ook infectieziekten. Tuberculose wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie. Besmetting met deze bacterie vindt meestal plaats via de luchtwegen, omdat iemand met tuberculose veel moet hoesten en niezen. Hierbij komen de tuberkelbacteriën uit de longen naar buiten. Als een ander die bacteriën weer inademt, kan hij of zij besmet worden. Besmetting wordt niet overgebracht door het aanraken van een besmet persoon of voorwerp, zoals bestek of wc-bril.
Open en gesloten tuberculose Tuberculose kan besmettelijk zijn. Als de tuberkelbacterie in het mondslijm aanwezig is, kan iemand andere mensen besmetten met tuberculose. Dit wordt open tuberculose genoemd. Als er geen tuberkelbacteriën in het slijm zijn gevonden, bent u niet besmettelijk voor anderen. Dit wordt gesloten tuberculose genoemd.
Klachten Meestal komt tuberculose in de longen voor. In het begin zult u weinig klachten hebben, maar als de ziekte doorzet en er een ontsteking ontstaat, zult u veel moeten hoesten waarbij u (bloederig) slijm kunt opgeven. Dit gaat vaak gepaard met vermoeidheid, lusteloosheid, koorts, ‘s nachts transpireren, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies.
Tuberculose en isolatie • F0571-3415 • december 2011
2
Onderzoeken Om vast te stellen of u tuberculose heeft, worden er een aantal onderzoeken gedaan. Hieronder staan de onderzoeken uitgelegd. Het is ook mogelijk dat u een combinatie van deze onderzoeken krijgt: • Mantoux-test De Mantoux-test is een huidprikje waarbij een kleine hoeveelheid testvloeistof in de huid van de onderarm wordt gespoten. Als de huid binnen enkele dagen op de plek van de prik dikker wordt, is de test positief. Dit betekent niet dat u tuberculose heeft. Het betekent alleen dat u met tuberkelbacteriën in aanraking bent geweest. Wel zullen er meerdere onderzoeken nodig zijn. • Röntgenfoto Er wordt een röntgenfoto van uw longen gemaakt. Hierop kan de arts zien of u in aanraking bent geweest met tuberkel-bacteriën. • Kweek Op drie achtereenvolgende dagen wordt sputum (speeksel uit de longen) afgenomen en onderzocht in het laboratorium. U moet hiervoor sputum ophoesten in een potje. Als dit niet lukt, kan de sputum worden afgenomen door middel van een bronchoscopie. Met een slangetje door de keel of neus wordt de sputum afgenomen. Hierover is een aparte folder beschikbaar.
Behandeling Wanneer de arts tuberculose bij u heeft vastgesteld, zal de behandeling worden gestart. De behandeling bestaat uit: Medicijnen U krijgt medicijnen voorgeschreven. Deze worden tuberculostatica genoemd. Omdat tuberkelbacteriën moeilijk te doden zijn, moet u de medicijnen tenminste zes maanden lang dagelijks innemen. In de meeste gevallen krijgt u de eerste twee tot drie maanden vier verschillende tuberculostatica voorgeschreven. In de laatste maanden zullen dit nog twee soorten zijn. Tuberculose en isolatie • F0571-3415 • december 2011
3
U krijgt meerdere tuberculostatica voorgeschreven omdat de tuberkelbacterie makkelijk resistent (ongevoelig) wordt voor een medicijn. Door deze medicijnen kan de urine een rode kleur krijgen. Dit is onschuldig. Bijwerkingen Tuberculostatica kunnen gevolgen hebben voor de werking van andere medicijnen (bijvoorbeeld anti-stolling, anticonceptiepil). Meld daarom altijd aan uw arts welke medicijnen u al gebruikt. Wanneer u tuberculostatica gebruikt, kunnen er diverse bijwerkingen optreden. De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken en maagklachten. Meld bijwerkingen altijd aan de verpleegkundige of aan uw behandelend arts. Isolatie Heeft u open tuberculose, dan zult u vanwege het besmettingsgevaar geïsoleerd verpleegd moeten worden. Dat wil zeggen dat u alleen komt te liggen op een kamer, met de deur gesloten. Dit om te voorkomen dat er meer mensen besmet worden. Bezoekers, verpleegkundigen en ander personeel zullen mondkapjes en eventueel schorten en handschoenen dragen als zij bij u op de kamer zijn. U mag de kamer niet verlaten, alleen na overleg met de verpleegkundige, bijvoorbeeld voor een onderzoek.
Besmetting voorkomen Om besmetting van tuberculose te voorkomen is het belangrijk dat u bij hoesten of niezen een zakdoek voor uw mond houdt. Bij tuberculose neemt de GGD altijd contact met u op voor een contactonderzoek. Dit is een onderzoek waarbij uw directe omgeving getest wordt op een tuberculosebesmetting. De GGD zal u verder inlichten over dit onderzoek.
Tuberculose en isolatie • F0571-3415 • december 2011
4
Tenslotte Tuberculose is een ziekte die tegenwoordig goed te behandelen is. U hoeft zich niet te schamen vanwege het feit dat u ‘besmettelijk’ bent, de maatregelen die getroffen worden zijn puur uit voorzorg. Mocht u zich toch eenzaam of bezwaard voelen: het is altijd mogelijk er met iemand over te praten, bijvoorbeeld met een verpleegkundige, een geestelijk verzorger of psycholoog.
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze gerust aan de verpleegkundige of aan uw arts.
Tuberculose en isolatie • F0571-3415 • december 2011
5