JUSHNY,
de leider
JUSHNYs KOZAKKENKOOR
MUZIEK VAN N. GOGOTSKY
„Der Blaue Vogel"
DUITSCHE WOORDEN VAN A. KAPLAN
TT ICilLll^ltSIL^^H^
(OPVOERINGSRECHTEN STRENG VOORBEHOUDEN)
lfc== Tempodï ïmbrcizu.
Tort ihr dmi.keJenCre..füiifrr. Je!
i ^rri i W€n..det eucbzuröonne Mn
ULUJ g i ir |. É
^
mm j M
, _ .Ie ■fro.._héft
Awfre-.wllh
i
- _ _ Mes
*È
^^
ÉaBig
m i 1
.
Vnï'TH 1 i m m
^m
*
5t •
g fii Ti
M
»StrajiseM br*«/. $e«d wie
da5
«
/
j jij ^^^^^ß f 'IP—
'i fin
Oroldénitrahltdie Kir.cheH.Jcttb.bel pel
^^B ¥=W-
*
1
tri
MI
i^dfi. Hö.. .he zu, Atcïder
i
tuifi her
m
RTl;ir]D: M?cPSF? GRAMOPHONE-TITOII! DE DE „HIS MASTER'S VOICE" KO F F E R G R A M O P H Q M
F
WAARBORGT U DUURZAAMHEID EN FRAAIEN KLANK f In zwarte uitvoering met nikkelen In blauwe, roode, grijze of groene In fijn rood leder met uitvoering met monteering f90.— nikkelen monteering f 100.— zwaar vergulde monteering f125.— FRANCO DOOR NEDERLAND BIJ:
N.V. WILLEM SPßENGER'S
GRAMOPHONB-HANDêL
Hoofdm.s^Uni PASSAGE 46. FiUalen: L.v. MEERDERVOORT 60a en 4M, DEN HAAO SpeCIHe« ü. „HIS MASTER'S VO.CE" TROPEN^RAMOPHONES. ^&S^S
p
^^iVOSSE^QP^- ^^
Hed«c(ic en Administratie: Oalgewater 22, Lelden. Tel. 7fi0 VertchUnt wekelUks ~ Pr^s p«r kii ■
■'
.
■
,
.
■•«'■■
,
■M«™
—7.
VOORSCHOTTEN aan Ambtenaren en Beambten Geen rente, noch kosten vooruit COULANTE VOORWAARDEN CENTRALE CREDIETEN FINANCIERING-BANK KEIZERSGRACHT 302-304, AMSTERDAM Financiert huurkoopcontracten
nslag
DILETTANTEN FILM-CLUB Dames,en Heeren die zich wenschen aan te sluiten bij opgerichte filmclub gelieven zich schriftelijk op te geven aan het secretariaat: De Lairessestraat 130, A'dam Deze club beoogt: Beoefening der filmkunst onder bekwame leiding, genoeglijke avonden, fihuhals enz, terwijl eens per jaar door de leden een film gemaakt zal worden.
Godfried de (sroot ^an ßuykenstraat 2a, Tel. 28474 Amsterdam Specialiteit in moderne en artistieke foto's Wen xie de vele reproducties van ons verbin „Tiet Weebblad"Clnema«! theater
is een gevaar voor de Tanden, verwijder deze dagelijks* \\Teesl niet "ontmoedigd wanneer Uw tanden "v niet blinkend wit zijn. In 9 van de 10 gevallen is slechts een kleverige tandaanslag de oorzaak.
Tandaanslag moet bestreden worden. Tandaanslag neemt voedseldeeltjes en rook in zich op en daarom lijken de tanden dof. Deje hecht zich aan de tanden vast. werkt zich er tusschen en blijft dan vastzitten. Tandaanslag ontwikkelt zich in tandsteen. Millioenen bacteriën vermenigvuldigen zich er in, en vormen met tandsteen de grootste oorzaak voor pyorrhefl. "•F"^
TUp
Probeer deze methode. Van ouderwetsche tandpasta's kunt ge onmogelijk deze resultaten verwachten. Thans kunt ge eens en vooral zien hoe wit Uw tanden eigenlijk zijnKoopt nog heden Pepsodent. HANDELSMERK
■
mmÊÊmmmÊmmmÊÊimaÊtmÊmÊmmÊÊtmmÊm
De Tandpuslci die den aanslac/ verwijdert. Aanbevolen door vooraanstaande Tandartsen over de gehccle wereld. 3116
ABONNEERT U OP,
Dunne Bierkade 3T, J. A. BRONMEIJER. DEN HAAG
^iiY-FicrKt'" Z S
Om den tandaanslag te verwijderen moet ge gebruik maken van de tandpasta, Pepsodent genaamd, die uitsluitend dit doet beoogt. Pepsodent lost den tandaanslag op, waarna deze gemakkelijk verwijderd kan worden zonder het .glazuur aan te tasten.
immmÊÊmiammÊ—ÊÊÊÊmiÊÊÊÊÊ^
nAKI
Een speciale manier om tandaanslag te verwijderen.
Evelyn Brent, die tot de grootste hedendaagsche dramatische actrices gerekend mag worden, begon haar filmloopbaan als zangeresje tijdens haar schooldagen in New York. Zij had juist de middelbare school verlaten en zat in de eerste klas van de Normaalschool, toen ze eenige vriendinnen vergezelde, die filmwerk deden in de World Film Studios te Fort Lee, New Jersey. De jonge Evelyn voelde zich aangetrokken tot het acteeren voor de lens en kreeg weldra kleine figuranten-rolletjes. Haar eerste belangrijke rol was in een film met Olga Petrova, met wie zij een jaar lang samenwerkte in Metrofilms. Daarna maakte zij een vacantiereisje naar Engeland. Tijdens haar verblijf aan deze zijde van den Oceaan maakte zij kennis met John Cromwell, een Amerikaansch impresario, die een actrice zocht voor een belangrijke rol in „The Ruined Lady", een Amerikaansch stuk, dat in Londen zou worden opgevoerd. Dat engagement was het begin van een verblijf van
HET WEEKBLAD
en
*,et 'aa's'e nieuws in alle moderne dansen. Demonstraties en lessen door het freheele land.
CINEMA & THEATER
is het zuivere moderne zeeppoeder dat uw waschgoed niet slechts brandhelder maakt, doch waardoor het tevens zoo lang mogelijk meegaat. Houdt dit in gedachte, want Uw waschgoed kost veel meer dan zeep.
; ZEEPPOEDER l1 SOORT
vier jaar in het Vereenigd Koninkrijk, gedurende welken tijd Miss Brent in verscheidene Engelsche films optrad. Ook stak zij naar ons land over en speelde hoofdrollen in eenige films, die te Haarlem vervaardigd werden. Na haar terugkeer in Amerika speelde zij tegertover Monte Blue, en zette haar werk voort met veertien boeven-drama's, waarvan de bekendste zijn „Zwaantje" in „De Sloppen van Chicago", Mary Vanbrugh in „Beau Sabreur" en Natacha in Emit Jannings' „Het laatste Commando". In het volgende seizoen zal
/ — 2 — ■
3 -
men haar kunnen bewonderen in een aantal buitengewone Paramountfihns, o.a. in „Misdadigers der Wereldstad", met George Bancroft, „Blanke Ballast", eveneens met haar tegenspeler uit „De Sloppen van Chicago" en in Paramounts eerste . sprekende film: „Chantage", naar het bekende tooneelstuk „Interference", dat in Holland uitgebracht werd onder den naam „John Marlay". Miss Brent is geboren in Tampa, Florida, en verhuisde naar New York toen zij vijf jaar was. Zij heeft bruin haar en bruine oogen en is één meter zestig lang.
DE DOKTER EN EVELYN
m^m^^m
^..' m
DE WEDDENSCHAP H
ET was Jim Dale den laatsten tijd niet erg naar den vleeze gegaan. Hij was een expert in het openen van brandkasten en genoot als zoodanig een uitstekende reputatie in de onderwereld van Londen, doch door de afwezigheid van zijn spitsbroeder Joe Dunning was hij als het ware vleugellam geworden. Joe was het „denkend genie" van hun compagnonschap geweest; steeds was hü het, die een of ander „zaakje" had uitgedacht, de mogelijkheid ervan gezien had. H ij had immer het plan de campagne opgemaakt, terwijl Jim het uitstekende instrument was geweest, dat de deuren der brandkasten had gedwongen open te gaan Nu Joe weg was — hij „knapte" twee jaar op — voelde Jim zich als een visch op het droge. Financieel maakte hij een slechten tijd door; de twee of drie kleine „kraakjes", die hij op eigen gelegenheid had op touw gezet, waren een fiasco geworden. Mismoedig stond hij op en begon de kamer, die hij in een der „donkerste" gedeelten der wereldstad bewoonde, op en neer te loopen, steeds zinnend op een middel om uit zijn impasse te geraken. Maar hoe hij ook dacht, hij zag geen uitkomst. Van al de jongens-vande-vlakte, die hij kende, zou hij er niet één hebben kunnen opnoemen, met wien hij zou willen samenwerken. Hoewel er onder waren, wier handigheid bij hun collega's gunstig bekend stond, zou hij zich toch niet aan hen hebben durven toevertrouwen. Hij was veel te bang om in aanraking met de politie te komen! En een tweede als Joe, zóó handig en gewikst, kende hij niet. Dat ze Joe ten slotte tóch gegrepen hadden, was een kwestie van verraad, en daar kon zelfs de handigste vakman niet vóór zijn Terwijl hij zoo peinzend en zinnend op zijn kamer op en neer liep, werd hij opeens in zijn gedachtengang gestoord door een bescheiden tikken op de deur. Instinctmatig deed hij een paar schreden achteruit — angst is onafscheidelijk aan een beroep als van Jim verbonden — terwijl hij met schorre stem „binnen" riep. Bijna op hetzelfde oogenblik werd de deur geopend en trad éen goed gekleede man het vertrek binnen. „Neem me niet kwalijk," zei deze, „ze hebben me beneden gezegd, dat hier Jim Dale woont. Ben ik terecht? Ben je het zélf?" De ander keek hem wantrouwend aan. „Wat geeft het, wie ik ben?" vroeg EAU DE COLOGNE
ANCELO MARIE FARINIA
Cest der oudfée Oft hesée meden 2ac/U, uerfriffic/iend, cÜMrxaam. OVERAL VEBKR'JCBAAP
Foto God/r. dr Groot
KEES PRUIS, de „Hollandsche „levensliederaar" zooals hij zichzelf noemt, zorgt voor den lach en den traan in. onze cabarets.
hij toen. „Wat moet je van me?" Er klonk angst in zijn stem. De bezoeker lachte weer. „Je behoeft niet bang te zijn,.hoor!" zei hij. „Ik ben niet van de politie! We zijn integendeel collega's. Ik wou met je praten over een zaakje. Je hebt niet geboft, toen Joe Dunning tot twee jaar veroordeeld werd, hè?" Hij lachte voldaan, toen hij zag, dat zijn schot doel getroffen had. „Wie ben je?" vroeg Jim, zonder op de vraag van den ander in te gaan en er klonk iets als een bedreiging in zijn woorden. De ander maakte een gebaar met zijn hand. „Dat wilde ik je juist" gaan vertellen," zei hij fluisterend, „Kunnen we hier ongestoord praten? Ja? Goed! Als je niet roddelt over hetgeen ik je zal zeggen, zul je er wèl bij varen. Onder den naam van Henry Steadman heb ik jou en je vriend Joe in zekeren zin wel eens concurrentie aangedaan!" „Henry Steadman!" Verbaasd en zonder het te willen tamelijk luid, had Jim dezen naam herhaald. Zijn bezoeker keek schuw om zich heen. „St," zei hij toen. „Je moet mijn naam niet zoo luid noemen! Dat is niet gezond voor me, zie je! — Maar om kort te gaan, ik ben gekomen om je een zaakje voor te stellen — ieder de helft, als je er wat voor voelt." „Ik wel," antwoordde Jim gretig. Zijn terughoudendheid was opeens in een soort eerbied veranderd, want ofschoon hij hem nooit eerder had gezien, had hij toch vaak gehoord van Henry Steadman, die tot de Upper ten der in- 6 -
brekers werd gerekend. „Wat is het voor iets?" „Heb je al eens gehoord van Michael Conti, den multimillionnair?" vroeg Steadman. Jim knikte. „Nou, morgenavond om half elf zal zijn huis in Weighton Street bij Park Lane geheel verlaten zijn. Hij is dan weg, en ik zal ervoor zorgen, dat de butler en de huisknecht ook „weg" zijn! Het eenige waarvoor ik jou bij dat karweitje noodig heb, is de brandkast. Ik heb geen gereedschap, waarmee ik ze kan openkrijgen en naar wat ik van jou heb gehoord, ben jij de eenige, die er kans toe zou zien." Jim Dale kleurde van beroepstrots, nu de ander hem zoo'n compliment maakte. Hij knikte haastig. „Nou, er zit voor honderdduizend gulden poet in die kast en als we ze open krijgen, hebben we ieder veertigduizend. De rest is voor den butler en den huisknecht." Bij het hooren van deze cijfers haalde Jim diep adem. Het was haast te mooi om waar te zijn. Zijn geluk scheen plotseling gekeerd. Met Henry Steadman als partner zou het-heele gevalletje zoo zeker zijn als met Joe. Opeens rees er echter een flauwe verdenking in hem op. „Het is toch wel eerlijk spel, niet?" vroeg hij achterdochtig. Steadman keek verontwaardigd toen hij antwoordde: „Gebruik je verstand! Als ik je een poets wilde spelen, zou ik wat anders hebben verzonnen. Ik ben hier net zoo goed bij betrokken als jij. Als je je echter terugtrekt en er over kikt, zul je er spijt van hebben." Bij die laatste woorden was er een dreigende uitdrukking in Steadmans oogen gekomen. Dale's achterdocht was yerdwenen. „Ik zal er zijn," antwoordde hij. „Goed! En denk aan je gereedschap!" Even later was Steadman verdwenen. Ongeveer elf uur dien volgenden avond slenterde Jim door Weighton Street. Nauwelijks had de klok elf slagen doen hooren, of volgens zijn instructies liep hij regelrecht naar de deur van een der huizen en belde aan. Onmiddellijk hoorde hij voetstappen naderen in de gang en hij voelde, hoe zijn hart bonsde. Een paar seconden later stond hij van aangezicht tot aangezicht met Steadman. „Kom binnen," fluisterde deze. „Alles is in orde." „De bedienden?" vroeg Jim. Steadman lachte, terwijl hij hem voorging, de hall door naar een kamer, die er uitzag als een eetkamer. „Daar liggen ze," zei hij toen tegen Jim.
„ILACH EN VERGEET" Een scène uit deze revue, die met groot succes in Carré te Amsterdam wordt opgevoerd.. De volgende week hopen wij een liedje te brenflen van Louis Davids, die zooals men weet, in „Lach en Vergeef verscheidene van zijn beste creaties voordraagt.
Jim werd twee mannen gewaar, die ieder log in een leunstoel hingen alsof ze in een diepen slaap verzonken waren. Naar hun livrei te oordeelen, waren het de butler en de huisknecht. Vóór hen op tafel stond een karaf en twee glazen. „Bedwelmd," zei Steadman, op de karaf wijzend. „Maar ze wisten ervan, hoor! Alles was afgesproken werk. Het is slechts zoo gearrangeerd voor de politie!" Jim knikte begrijpend en gerustgesteld. Steadman ging hem nu weer voor de gang in en een trap op. Boven was alles donker maar inplaats van het licht aan te steken, lichtte hij zichzelf en zijn makker bij met een electrische lantaarn. Ze gingen een kamer binnen. „Daar staat de brandkast," zei Steadman, den straal licht der lantaarn op een der muren vallen latend. „Ik ben bang^ dat je bij mijn lantaarn zult moeten werken. Deze kamer ligt aan de straat en de politie weet, dat de brandkast hier staat." In het witte licht, dat de rest van de kamer in duisternis liet, onderzocht Jim de stalen deur. Hij zag een ingenieus bedacht letterslot en constateerde oogenblikkelijk,-dat de deur van het hardste staal was. Het zou geen gemakkelijk karwei worden! Hü trok zijn jas uit en legde zijn gereedschap netjes op een rij naast zich, terwijl Steadman in het donker in een gemakkelijken stoel plaats nam. Langzaam begon de boor te werken, met moeite zich een weg banend door het staal, dat zoo hard Was als diamant .. Tien minuten gingen voorbij ■ ....Een uur verliep, en in dien tijd verwisselde Jim verscheidene keeren zijn gereedschap. Voor het grootste deel deed hij zijn werk in het diepste stilDANSINSTITUUT
FENNY OUBBELS 's-Gravenlandscheweg 83 HILVERSUM Tel. 2372 Onderricht in Moderne en Exhibitlon-dansen. Privé- en clublessen.
zwijgen; slechts af en toe maakte hij over zijn schouder heen een opmerking tegen den man, die in het donker zat. Plotseling slaakte hij een zachten kreet van voldoening. Hij gebruikte juist een dun beiteltje, met een gebogen punt, dat hij in een der gaten had gestoken. Er klonk een zacht zuigend geluid en de deur van de brandkast draaide open., op hetzelfde oogenblik, dat er iets hèèl onverwachts gebeurde: opeens werd de kamer helder verlicht! Jim sprong op en draaide zich om; toen wankelde hij achteruit en liet de lantaarn uit zijn hand vallen. Vóór hem stonden drie mannen; twee hadden ieder een revolver in hun hand en de ander was Steadman. En het was de laatste, die de stilte verbrak. . „Het spijt me, dat ik je er zoo heb tusschengenomen. Dale," zei hij, „maar we konden de verleiding niet weerMet de grootste moeite slaagde Jim erin, zich te beheerschen. „Wat beteekent dat? Wie zijn jullie? Van de politie?" vroeg hij schor. Steadman schudde zijn hoofd. „Neen," zei hij lachend. „We zijn heusch niet van de politie! Laat ik even voorstellen! Deze heer rechts van mij is mijnheer Michael Conti, de bewoner van dit huis. Mijn andere vriend is mijnheer Saxon. Ik ben de privé-secretarls van mijnheer Conti. Ik kan je verzekeren, dat we allemaal genoten hebben van de meesterlijke wijze, waarop je de brandkast hebt geopend." Pas op dit oogenblik begreep Jim, hoe leelijk hij er tusschen was genomen! Toen het fortuin, waarvoor hij zich zóó had ingespannen, als rook in de lucht verdween, werd zijn gezicht paars van woede. Hij wilde wat zeggen, toen de millionnair, die blijkbaar zijn gedachten raadde, hem een glas whisky inschonk. In één teug dronk Jim het leeg. „Dat zal je wat opknappen, niet?" zei mijnheer Conti. „Het spijt mij ook, dat we je zoo voor den gek hebben gehouden en ik hoop, dat je het ons wilt vergeven. Ik verveelde mij en mijn -.>-k
,: \
- 7 -
secretaris zei, dat het wel eens interessant zou zijn als ik op mijn gemak in mijn eigen kamer zittend, kon zien hoe een beroepsinbreker mijn eigen brandkast opende, zonder dat hij wist, dat ik hem gadesloeg. — Dale, ik heb een kleine weddenschap gewonnen van mijnheer Saxon. Ik beweerde, dat mijn brandkast niet tegen een handigen inbreker en zijn gereedschap bestand was, terwijl hij — hij zit toevallig in de directie van de firma, die de kast heeft gemaakt — beweerde, dat ze nooit was open te krijgen, door iemand, die den combinatiestand van het slot niet kende. Ik heb de weddenschap gewonnen, zooals je weet, en heb er vijfhonderd gulden mee verdiend. Ik sta ze graag als schadeloosstelling aan jou af. Misschien wil je zoo goed zijn, Saxon, de vijfhonderd gulden aan hem te betalen?" besloot hij, zich tot zijn vriend wendend. , Met zeer gemengde gevoelens accepteerde Jim het geld en stak het in zijn zak. Vijfhonderd gulden als er je eerst veertigduizend in het vooruitzicht zijn gesteld.... het was een teleurstelling, maar tezelfdertijd voelde hij zich toch ook weer in zijn schik, dat hij er tenminste nog vijfhonderd had gekregen! Hij had nu even goed op weg naar het politiebureau kunnen zijn— En meer dan ooit was hij van zijn domheid overtuigd! Wat had hij zich weer onnadenkend in een valstrik laten lokken Na een laatsten spijtigen blik op de brandkast te hebben geworpen, wendde hij zich met een ruk om en verliet het vertrek, naar beneden begeleid door den millionnair en diens secretaris. Den volgenden dag stonden de couranten vol van het nieuws. In de woning van mijnheer Michael Conti, die in Schotland vertoefde, had een brutale inbraak plaats gevonden. De dieven waren gesnapt, juist toen zij er met den buit vandoor wilden gaan. Een onderzoek had uitgemaakt, dat de brandkast door geoefende handen was geopend, ofschoon de manier waarop het was
gedaan, een geheim bleef, daar er geen gereedschap was gevonden. Door de arrestatie van Henry Steadman en zijn twee handlangers Lew Morley en Ronald Flagg had de politie de hand gelegd op een zeer bekende en gevaarlijke inbrékersbende. Jim Dale las het bericht met gevoelens van verbazing en spijt. Hij was
dus nóg erger bedrogen, dan hij verondersteld had! Toen begreep hij opeens, dat de politie ook hèm wel eens op het spoor kon zijn! Als Steadman of éen van zijn vrienden was gaan praten, zouden ze ieder oogenblik op zijn kamer kunnen verschijnen om hem te halen...'. Zijn besluit was direct genomen. Hij
voelde naar de vijfhonderd gulden, die hij den vorigen avond in zijn binnenzak had gestoken, pakte hetgeen voor hem van waarde was in een rooden zakdoek en rolde toen evenals de Arabieren zijn matten op en verhuisde naar een ander gedeelte van Löndens onderwereld .om daar betere tijden af te wachten —
III»I-I MI uu JSivviix
lli!M I MIIOUS» V.SIIM
L. H. £e ROTTERDAM. Op dergelijke vragen geven we alleen in deze rubriek antwoord. Het adres van Al Jolson is Warner Bros Studies, 5842 Sunse£ Blvd., Hollywood. Zijn nieuwste rolprent is „Say it with Songs". BEP W. te DEN HAAG. Anna May Wong is te Los Angelos geboren. Haar ouders zijn echter Chineezen. De gevraagde foto wordt U gezonden! N. F. W. te GRONINGEN. De beide foto's worden U spoedig gezonden. Zooals U wel gezien zult hebben, stond Harry Liedtke op de titelpagina. ELSE v. A.. te AMSTERDAM, De gevraagde foto's worden U zoo spoedig mogelijk gezonden. Tegen betaling zijn bij ons geen foto's te verkrijgen. U moogt ons zoo vaak schrijven als U zelf verkiest. De ware naam van Lya Mara is Lissenka Gudowitsch. Zij is met den regisseur Friedrich Zelnik getrouwd en vertoeft reeds eenige maanden te Hollywood. Haar adres te Berlijn is Pommernallee 5. Indien U een antwoordcoupon insluit, krijgt U zeker bericht. J. V. te DEN HAAG. We zullen U een foto van Jenny Jugo en van Ronald Coltnan zenden. J. K. te SCHIERMONNIKOOG. Een dergelijke betrekking te vinden is zeer moeilijk. We raden U aan, zich tot den directeur van de Deutsche Filmschule, Sonnenstrasse, München, te wenden. Op deze school kan men tot operateur worden opgeleid. TRUUSJE v. B. te NIJMEGEN. Het adres van Henny Portep is Parkstrasse 74, Berlijn. Het zal nog wel eenige maanden duren, voordat U antwoord van Charles Rogers ontvangt. J. M. K. te NIJMEGEN. Een foto van Percy Marmont met pijp hebben we niet in ons archief. Jndien U hem schrijft, zal bij U er gaarne een zenden. Zijn adres is Lambs Club, New York City, U.S.A. Hij is in Engeland geboren, getrouwd en heeft twee dochters, Parmela en Patricia genaamd. Hij speelde o.a. in „Lord Jim" (Paramount) en „The Unknown" (MetroGoldwyn-Mayer). CORN. J. K. te ROTTERDAM. We zullen U een foto zenden. A. B. te DEN HAAG. De gevraagde foto's zullen we U zenden. De film „Mary« Lou" zal binnen eenige maanden in het ,,Asta Theater" vertoond worden. Lya Mara is op het oogenblik in Hollywood en filmt niet. H. M. L. te HAARLEM. Het doet ons pleizier, dat U de foto's zoo mooi vindt.
Het adres van Dita Parlo is Motzstrasse 87, Berlijn. JO KR. te DEN HAAG. Lilian Harvey is den 19en Januari in Londen geboren. Zij bezit nog twee voornamen, nl. Helen en Muriel. Voor dé film is zij ontdekt door den regisseur Richard Eichberg. Zij is niet verloofd. Zij is circa 1,65 meter groot. Haar nieuwste film „Wenn Du einmal dein Herz verschenkst". De gevraagde foto's worden U gezonden. . JO ST. te AMSTERDAM. We zullen U een foto van Jackie Coogan zenden. Hij treedt niet meer voor de film op. P. DEN H. te AMSTERDAM. De foto's van Harry Liedtke en Gustaaf Fröhlich worden U gezonden. WILLY J. te AMSTERDAM. Heusch, Willy, het beste zet je het plan om filmactrice te worden uit je hoofd! Je hebt geen kans om geëngageerd te worden. Maar er zijn zooveel betrekkingen, die 66k heel prettig zijn! Je foto zullen we retourneeren. F. K. te GORICHEM. De gevraagde foto's zullen U zoo spoedig mogelijk gezonden worden. D. K. te DELFT. Het adres van Grete Garbo Is Metro-Goldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië. TINI VAN A. te NIJMEGEN. We zullen U eenige foto's zenden. Zeker, U moogt pns schrijven ! Dank voor Uw aardig briefje. LIENTJE M. te RENKUM. Carry Cooper is den 7en Mei te Helena (Montana) geboren. Zijn ware naam is Frank J. Cooper. Hij is met de filmactrice Lupe Velez verloofd. Zijn adres is Paramount Famous Lasky Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood. Gustav Fröhlich is den Sisten Maart te Hannover geboren en woont Orleansstrasse 4, Berlijn-Steglitz. Ben Lyon is getrouwd met Bebe Daniels en werd den 6en Februari te Atlanta geboren. Zijn adres is 1640 Las Palmas Avenue, Hollywood. G. J. V. d. B. te ZWOLLE. Aan directeuren van filmmaatschappijen te schrijven heeft absoluut geen doel. Het beste wend U zich tot den directeur van de Deutsche Filmschule, Sonnenstrasse, München. Sluit een foto In, LENA H. te AMSTERDAM. De adressen van Evelyn Brent en Charles Rogers zijn Paramount Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood. Het adres van Dolores del Rio is Edwin Carewe Prod., 5360 Melrose Ave., Hollywood. De foto's zullen we U zenden. J. C. D. J. v. d. L. te ROTTERDAM. De gevraagde foto's worden U gezonden.
ÉÉN WO0UD Jonfrmensch: trouwen ?" De vader van Jongrmenscb:
WAS VOLDOENDE... „Mag ik met uw dochter de dochter: „Wat?!!!" . „Tweesaucijsjes.alstublieftI"
„Is die krentenbol niet (foed, zeg je? Joiitfutje, ik bakte hier al krentenbollen toen jij nog niet eens geboren was!" „Dat geloof ik wel, maar ik vind het onbehoorlijk, dat je die nu nog verkoopt!"
CONRÄD VEIDT - 8-
■^
w^sm?.
HET DANSSEIZOEN 1929-1930 BEGINT,.. DOOR Stilstand is achteruitgang — ook op dansgebied. Beproef het maar eens, ongeloovige lezeres en lezer, als u met uw partner in de file staat I Alle paartjes bewegen voort in de dansrichting... Natuurlijk is uw stilstaan niet alleen een achterwaartsche verschuiving voor uzelf, maar bovendien schaadt uw houding aan de geheele danszaal. In figuurlijken zin geldt dezelfde waarheid. Dansseizoenen schuiven achter elkaar voorbij en 't zou een gevaarlijk experiment zijn, als een danser redeneerde: Dit seizoen wil ik eens overslaan. Zelfs wanjjeer men den dans beschouwt als een ontspanning, moet men er toch „in" blijven. Anders voelt men zich het daaropvolgende jaar als een vreemde eend in de bijt. Laten we dus tijdig aandacht schenken aan het signaal der beginnende dansmuziek en kijken Wat op het programma staat. Ik laat het aan elkeen afzonderlijk over, dit te doen voor de door hem of haar te bezoeken balavonden. Persoonlijk wil ik hier even nagaan, welk algemeen aspect het totale seizoendansprogramma voor den komenden winter heeft. Eerst en vooral: Het nieuwe seizoen zal waarschijnlijk door vereenvoudiging gekenmerkt worden. Zooals men weet, heeft onlangs bet Engelsche Congres van Dansleeraren met algemeene stemmen een motie aangenomen, die formeel zulk een vereenvoudiging opdringt. Ik bleek dus geen slecht profeet, toen ik nauwelijks tien maanden geleden in „Het Weekblad" letterlijk schreef: „We mogen verwachten, dat uit de veelvormigheid der moderne passen nog slechts enkele zullen behouden blijven, terwijl de meer ingewikkelde nog slechts geleerd zullen worden door de technici en de meergevorderde dansers ..." Dit is niet mijn eenige voorspelling, die uitkomt. Immers, ik schreef toen ook, dat m.i. het best kon beantwoord worden aan de behoeften van de meeste dansers, „door het combineeren van de mooiste danspassen tot één afgeronden dans, waarmee de doorsneedanser zich steeds op elken dansvloer kan wagen zonder een gek figuur te slaan". Welnu: hetzelfde congres heeft dit precies zoo gedaan. Van eiken dans zijn een paar voorname hoofdfiguren uitgekozen en tot een completen
COR KLINKERT.
dans gemaakt. Daarnaast hebben we dan den Six-Eight gekregen, die eveneens een eenvoudige combinatie is van gemakkelijke, bekende passen. Nu moge het komende dansseizoen niet veel moeilijkheden in het vooruitzicht stellen voor wie nu het dansen wil gaan leeren, tóch zullen ook diegenen, die vroeger een dansinstituut bezocht hebben, een herhalingscursus moeten doorloopen. Immers beteekenen de thans voorgestelde vereenvoudigingen tevens wijzigingen. En het komt er op aan, die te kennen I Algemeene vereenvoudiging — noodzakelijke herhaling van eenige danslessen. Ziedaar dus reeds twee onvermijdelijke programmapunten, waar elk afzonderlijk danser aandacht aan moet schenken. En, daar stilstand achteruitgang beteekent, moeten wij natuurlijk ook op organisatorisch terrein dit axioma laten gelden. Ook dezen winter moeten nieuwe mogelijkheden ontgonnen worden: Verre van de pessimistische stemming te deelen van zoovelen, die beweren, dat er niets kan gedaan worden tot bevordering van den modernen dans en van de dansgenoegens, acht ik slechts de moeilijkheid der keus aanwezig. Het dient echter duidelijk herhaald te worden, dat zelfs -de mooiste plannen zinledig blijven, als de medewerking ontbreekt van de belanghebbenden zelf, namelijk de dansminnende lezeressen en lezers van „Het Weekblad"! Deze kunnen nooit meer van hun redactie verwachten, dan dat deze bemiddelend optreedt om hun wenschen te verwezenlijken. Eerste vereischte is dan echter, dat ze zich de moeite geven hun wenschen kenbaar te maken. Ook dat zal hun niet veel zorg berokkenen. Het eenige wat gevraagd wordt is, dat ze met ons .contact houden en (desnoods ongevraagd) hun opinie durven mededeelen. Het is toch een kleine moeite, 'n briefkaartje met adhaesie, met op- of aanmerkingen te zenden? Als ze willen ... Wel, dan schijnt me de komende winter gevuld met aantrekkelijkheden. Dan is er geen reden, waarom we niet in een paar groote steden dezen vrienden een uitnoodiging zouden bezorgen voor eerf paar prettige dansavonden. Of een klein voorkeursrecht voor een der vroolijke bals-masqués.
Zulke plannen zouden op de eerste plaats- dankbaar aanvaard worden door onze hoofdstadlezers. Maar de lezers, die buiten dez« centra wonen, verdienen ook de aandacht. Met name denk ik terug aan een vroeger ontvangen en in Hef Weekblad herhaald briefje van een plattelandslezeresje, dat klaagde, dat er in haar milieu zoo weinig gelegenheid is om gezellig te dansen. Welnu, waarom zouden we niet de hand aan den ploeg slaan en trachten in de voornaamste plaatsen, waar geen goede dancings ot dansinstituten gevestigd zijn, onderlinge clubjes te vormen ? Vooral uit dit laatste voorstel blijkt duidelijk, dat er slechts kans tot slagen is, als de belanghebbenden zelf de handen uit de mouwen steken. Toch moeten ze niet bang zijn; dat ze hierbij hulpeloos zullen staan. Persoonlijk ben ik gaarne bereid altijd met raad en daad te helpen ... En daar de lezerskring van ons weekblad een flinken omvang heeft, zal het bij zulke gelegenheden doorgaans blijken, dat één opgestoken vinger het signaal is, opdat tien, twintig andere verlangende handen mede de hoogte in gaan. De dansredactie van Het Weekblad zorgt er dan gaarne voor, het noodige onderlinge contact tot stand te brengen. Maar voor welke plannen het ook zij: we moeten trachten onderling contact te houden. Over het algemeen had ik niet te klagen, dat de post mij te weinig briefjes bracht van lezeressen en lezers en ik geloof niet, dat één hunner te klagen heeft gehad over een te laat of gebrek aan antwoord. Waarom zouden niet meer lezeressen en lezers profiteeren van deze uitwisseling van gedachten, die tot hiertoe onder persoonlijken vorm plaats had? Dikwijls toch worden vragen gesteld, waarop wel meerderen het antwoord zouden willen hooren. Welnu, laten we voortaan dus beter doen: Ik stel me voor in het vervolg soortgelijke brieven niet langer per post te beantwoorden. Onder beknopten vorm zal ik in Het Weekblad zélf de vraag herhalen . (zonder naam voluit te vermelden) en in denzelfden vorm het antwoord afdrukken. Men kan adresseeren aan de redactie van Het Weekblad of aan mijn persoonlijk adres Stadhouderskade 152, Amsterdam.
10 -
r-.vS,;/;:r'^>Sr',-
ACHTER DE SCHERMEN Hoe moet men zich schminken ? Als tooneelacteurs naar Hollywood komen, moeten zij leeren tevreden te zijn met een tiende van de hoeveelheid schmink, die zij plachten te dragen tijdens hun werk op de planken, aldus Jim Collins, . Paramounts beroemde schmink-artist. Vooral ' nu ten gevolg-e van de sprekendefilms overal gewone gloeilampen gebruikt worden voor de belichting van de op te nemen tooneelen, inplaats van, zooals vroeger, de sputterende en sissende booglampen, is de totale hoeveelheid poeder en verf, die de acteurs en actrices bezigen voor hun optreden voor ae camera, zeer Verminderd. De komst van de gekleurde film doet in dit opzicht natuurlijk de deur toe. Vele, vooral mannelijke sterren, verschijnen geheel onopgemaakt voor de camera; voor de dames is het dikwijls voldoende de lippen even rood aan te zetten. Jim Collins heeft op het oogenblik drie voormalige tooneelsterren onder Zijn hoede, namelijk Hal Skelly, William Powell en Kay Frances, die allen drie een rol spelen in Paramounts sprekende film „Behind the Make-Up'. . Zes meter man! Zes meter man is de nieuwste bestelling die Fred Datig, Paramounts „casting director", de man die de figuranten aanwerft, van een der regisseurs gekregen heeft. Natuurlijk zou hierin niet de minste moeilijkheid liggen, ware het niet, dat de volgende verzwarende bepaling de zaak komt bemoeilijken. De zes meters moeten namelijk gelijk verdeeld zijn over zes mannen; met andere woorden: er worden zes dwergen gezocht. De filmkolonie is vol met mannen, die zes voet lang zijn. De meeste mannelijke sterren van tegenwoordig zijn I meter 80 of langer. Maar om iemand te vinden, die niet langer is dan één meter, is niet zoo gemakkelijk, zelfs niet in Hollywood.
■•;.;::.;--^--
JUSHNY EN ZIJN MENSCHEN DOOR
H:
ALBERT HERFKED
' et eerste nummer van Jushny's nieuwe pro. grarama heet .„De Proloog" en voor dit nummer heeft Prof. Ernst Stein een decor geschilderd. De eene zijde van dit decor stelt de Brandenburger Poort te Berlijn voor met nog net de paarden van den zegewagon en daar vlak tegenaan staan de torentjes van het Moskouer Kremlin. Dit typische contrast teekent als het ware den „Blauen Vogel" en ook zijn leider, Direktor J. Jushny. In 1920 bevond Jushny zich nog in Moskou als theaterdirecteur en had daar reeds een heele tooneelloopbaan achter zich. „Joesjniej", zooals men zijn naam uitspreekt, die „uit het Zuiden" beteekent, werd in KleinRusland geboren in Kertsch aan de Zwarte Zee. Op zijn 12e jaar trok hij met reizende tooneelgezelschappeu mee, op zijn 19e kreeg hij in Smolensk zijn eerste enga gement als beroepstooneelspcler. Na in tal van plaatsen te zijn opgetreden, werd hij m 1912 in Moskou geëngageerd, waar hij in 1916 een eigen theater stichtte, na op tal van wijzen proeven met kleinkunst te hebben genomen. De revolutie maakte echter aan alles een einde en niet zpnder humor vertelt Jushny, hoe zijn „bescheidenheid" hem I to 1920 naar West-Europa bracht: „Dat ging zoo: een van Ruslands' heerschers — ook een „conferencier", maar een conferencier van het revolutionnaire volk — riep mij bij zich en zeide: „Moskou is te klein voor ons beiden'; een van ons moet zoo snel mogelijk over de grens ver-
dwijnen." Reeds toen was ik een zeer bescheiden mensch en daarom begreep ik dadeüjk, dat hij mij mijn groote succes bij het publiek benijdde en in mij een gevaarlijken mededinger zag. Ik kan de woorden, waarmede ik zijn voorstel beantwoordde, thans niet herhalen — deze onsterfelijke woorden behooren de geschiedenis toe — maar ik kan en moet er den nadruk op leggen, dat ik mij na deze historische woorden terstond in het buitenland bevond. Jushny heeft thans zijn hoofdkwartier opgeslagen in Berlijn, waar hij zeer beschei denlijk nog eens een sta beeld hoopt te krijgen en straatbordje met zijn naai ^ op. In 1920 opende hij zr kleine theater in de Golt^ strasse, waar thans nog zijn bureaux zijn, nu hij voor eenige maanden een nieuw theater aan den Kurfiirstendamm geopend heeft. Ilokvast is echter de „Blaue Vogel" niet. In 16 landen trad Jushny met zijn menschen op, oa- in de Vcreenigde Staten en hij gaf reeds een 3400 voorstellingen. Zijn vrouw, Frau V. Arenzwari—Jushny staat hem trouw ter zijde en behoort tot de beste krachten van zijn gezelschap. En nu Jushny's menschen: Over hen te schrijven valt niet mee, want het behoort tot de traditie van „Der Blaue Vogel", dat niemand werkt voor eigen eer, maar dat allen er eendrachtig naar streven, den naam van het ensemble hoog te houden. Enkelen zullen wij noemen. Daar is in de eerste plaats Dr. Sibidins, de secretaris, wiens begaafdheden men het
De zes dwergen zijn noodig voor de sprekende, zingende, musiceerende kleurenfilm ^The Vagabond King", naar de beroemde operette, waarin Dennis King, de bekende New Yorksche musical comedy ster, de hoofdrol vervult. De dwergen zullen de rollen te vertolken hébben van hofnarren aan het hof van den' Franschen koning Lodewijk XI. Een verdere moeilijkheid is nog, dat zij niet alleen klein moeten zijn, maar bovendien moeten zij draaglijk kunnen zingen, excentrieke dansen doen en hun vaardigheid bewijzen in het kopjeduikelen. =
ffTTTïï „WEQ MET DE KULTUUR1" Perslflaöe op het moderne Rusland
_ 'l JUSHNY^ beste begrijpt, wanneer men nermuziek speelde. In twee jaav weet, dat hij tegelijkertijd studie maakte zij zich een buirechten en zang studeerde en tengewone techniek eigen en nadat hij in hetzelfde jaar thans is deze talentvolle jonge Maart zijn doctoraal examen vrouw uit de Krim de soliste. had gedaan, in September zijn die lederen avond in het einddiploma conservatorium orkest haar solo ten beste geeft. behaalde. Sonja Parfiriewa was lid Na een gelukkig debuut als van het Moskouer Künstleradvocaat, verwisselde hij spoetheater en reeds in Rusland dig de toga voor een kleuvoor Jushny's riger kleed, toen men hem een enthousiast plannen. De cellist, zijn naam betrekking als derde tenor bij de opera aanbood. Op een dag is mij ontschoten, was een bewerd de eerste tenor ziek, de kend advocaat voor straftweede tenor brak bij een onge- zaken en criminoloog. De luk zijn been ... Sibidins vrouw met de mooiste stem kreeg een hoofdrol en het viel was de echtgenoote van den rijksten grootgrondbezitter in hem niet moeilijk spoedig een en — zooals engagement als eerste tenor Bessarabië te krijgen. Later trad hij ook Jushny grappig zegt — zij als tooneelspeler op, tot ook is alleen van haar man weghem de revolutie uit Rusland geloopen om bij den „Blauen verdreef, waar Jushny hem Vogel" te kunnen zingen. De tweede secretaris, Jushny's ontdekte. Thans is hij secrefactotum, zat in Schneidemühl taris, voert de correspondentie in Duitsche krijgsgevangenen vervult in het grootste ge; deelte. der nummers een rol. schap. Toen hij in 1917 naar En als Jushny ziek is, kan zijn geboortestad Archangelsk $™m S"ü, confé^SÏ TM? .e^keeren leerde hij m vervanp-en Moskou Jushny kennen en vervangen. lt sindsdien ^^ omerEen der grappigste typen, m°eibaren ijver de toumée's. die tevens een zeer melodieus N een ex.krijgSgevangene geluid heeft, is Josef neemt'' een belangrijke . . plaats Rjabienien, die nooit zangles in: de tooneelmeester en ingehad heeft. Deze is Let, in spicient Sjarin, die in Berlijn Riga geboren uit zeer rijke als stucadoor aan het theater ouders, maar ook hem beeft in de Goltzstrasse werkte, blijde revolutie alles ontnomen. ven mocht toen het klaar was Zijn vrouw, die ook rijk ge- en zich van gordijn-ophaler weest is, verkoopt de pro- tot zijn tegenwoordige verantgramma's. Thans zijn zij ge- woordelijke positie opwerkte. lukkig en tevreden. En dit heterogene gezelPaulina Schuster, de tem- schap, dat de meest uiteenperamentvolle violiste, werd loopende elementen bevat, door Jushny in Berlijn ont- vormt een eenheid en een dekt, in een klein restaurant artistiek geheel, zooals er in het Westen, waar zij Zigeu- slechts weinig te vinden zijn.
- 11 -
TM Kostbaar, welriekend - en tegen een NIEUWEN matigen prijs. In vier werelddeelen kunt U Lux Toilet Zeep vinden, alom bewonderd, aanbevolen en geprezen. Het heeft de harten gewonnen van allen, die van een fijne zeep houden. Want het vertegenwoordigt een ideaal. Het is een zeep die in kwaliteit gelijk is aan de duurste luxe zeep — maar tegen veel lageren prijs. Thans kunt U Lux Toilet Zeep bij Uw winkelier koopen en zonder een gevoel van verkwisting genieten van hare schitterende eigenschappen. Dit hagelwitte tablet is een geniale combinatie van alles wat de zeepfabricage kan bereiken.
Avondcostuum van donkere georgette over een onderjurk van lichte crêpe de Chine in dezelfde tint.
ONZE AVONDKLEEDING. Verreweg de meeste modeshows in de hoofdsteden van Europa zijn voor he£ grootste deel gewijd aan het avondtoilet. Van al de stoffen, die ik daar heb zien dragen, zou ik voor den avond lamé kiezen. Ik weet wel. dat het niet zoo warm i* als fluweel, maar ik vind het buitengewoon mooi en men heeft mij bovendien verteld, dat deze stof veel sterker, is dan ze eruit ziet. Als het niet koud genoeg is voor een bontmantel, zal een mantel van lamé met een kraag en manchetten van bont warm genoeg zijn. Lamé heeft een veel rijker effect, wanneer er bont als garneering op gebruikt is. De lange mantel van geborduurd lamé is zeer practisch en elegant om over een visitetoilet te dragen. Gewoonlijk wordt hij door een ceintuur van dezelfde »tof om het middel — dat op de natuurlijke plaats behoort te zitten — ingenomen. De avondjaponnen zijn vooral om de heupen zeer nauw. Van sommige hangen opzij slippen of een andere garneering tot beneden den rokzoom af. De lange, tot aan de knieën ononderbroken tunieklijn ziet men bij vier van de vijf jurken; het gedeelte fusschen de knie en den zoom wordt door de modeontwerpers als hef terrein voor origineele effecten beschouwd. Sommige avondcostuums en -mantels zijn zoo rijk geborduurd, dat men haast niet kan zien van welke stof zij zijn gemaakt. Eenige avondmantels hebben een zoom, die overal in de rondte gelijk hangt, waardoor een aangenafhe variatie wordt verkregen op den ongelijken zoom en de draperieën, die om onze voeten zwieren. Voor zoover ik weet, vindt men dezen gelijken zoom echter alleen bij mantels van lamé en fluweel. Gewoonlijk zijn deze ook korter dan de jurken, die eronder gedragen worden.
«—•"••
Gedistingeerde mantel van donkerbruin laken met kraag, manchetten en (gedeelteiyken) toom van donker bont.
Hoe de moderne handschoen er behoort uit te lien.
^ geneest wv&tfuMoUcleJuud
U zult verrukt zijn over het zijde-achtige schuim - zoo mild en zacht.
LUX TOILET ZEEP
N.V. DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ, VLAARDINOEN
LTS tO - 01 H
-13- 12 -
m
™
Ptwrd
HET ARABISCHE PAARD Waarschijnlijk is het Arabische paard een directe afstammeling van een oorspronkelijk wild ras uit Azië. Tot de derde eeuw na Chr. bereden de Arabieren, dit staat vrijwel vast, slechts kameelen; doch omstreeks de zesde eeuw vinden wij hen in het bezit van een paardenras, waarvoor zij de grootste zorg droegen en waarvan zij spraken als van een erfenis hunner voorouders. Het Arabische paard drong door Spanje in Europa door, vermoedelijk vergezeld van het Barbarijsche paard en wel in de achtste en negende eeuw, ten tijde der invasie van de Arabieren. Toentertijd had men echter niet de volle waardeering voor het Arabische paard, daar de ridders harnassen droegen en de Arabische paarden daarvoor te licht gebouwd waren. Omstreeks de zeventiende eeuw drong dit schoone ras tot in Engeland door en van dit oogenblik af zien wij, welken grooten invloed het Arabische paard gehad heeft op de thans verkregen paardenraesen, gelijk ook hier verder blijken zal. Het is een schoon, slank, sterk, snel, taai ' en vruchtbaar dier. De kleur varieert; het wit is het meest gewenscht; het roodbruin en kastanjebruin komt veel voor; het zwart is zeldzaam. Vreemd is het, dat het witte Arabische paard nooit wit geboren wordt. De groote liefde van den Arabier voor zijn paard blijkt uit het volgende verhaaltje: een Fransch consul bood eens aan een zeer armen Arabier uit de woestijn een groote
PERZrscHE PAARD
KOP EENER ARABISCHE MERRIE - 14 -
som gelds aan voor zijn paard. De arme man weigerde eerst beslist, doch de ellende was groot. Hij was in lompen gehuld; zijn vrouw en zijn kinderen verhongerden bijkans. De tweestrijd was zwaar en tenslotte stemde de arme man toe. Zelf bracht de Arabier zijn viervoetigen vriend naar het huis van den consul en bleef met zijn armen om den hals van het paard staan. De consul Kield hem het goud voor, dat hij voor zijn paard ontvangen zou, doch de man kon niet besluiten, hoewel het goud hem tegenlachte en het einde der ellende voor hem en de zijnen als het ware voor het grijpen was. Zich tot zijn paard wendend; zei hij: „Aan wie ga ik je overgeven? Aan Europeanen, die je gevangen zullen houden, die je zullen slaan, die je ongelukkig zullen maken. Keer met mij terug, mijn schoone, mijn juweel en verblijd de harten mijner kinderen!" Bij deze woorden wierp hij zich in het zadel en was binnen enkele oogenblikken uit het gezicht verdwenen. De paarden uit Perzië en Turkije zijn na verwant aan de Arabische paarden, doch zijn grooter en doorgaans niet zoo fijn en slank. Het Andalusische paard is direct uit het Arabische ontstaan ten tijde der bovengenoemde invasie der Arabieren in Spanje. Tegenover deze rassen staan het Barbarijsche en het Algiersche paard, die tot de echte Afrikaansche paarden behooren, langere ledematen en fijnere lendenen hebben en die ook grooter zijn.
rrankrijk jubelde: tenslotte had Lodewijk XIII dan tóch een troonopvolger gekregen. De verlangens van het volk waren vervuld, want de Dauphin was geboren. Maar terwijl het hof en het volk feestvierden, werd er in tegenwoordigheid van slechts twee menschen, de vroedvrouw Madame Peronne en de kleine lieftallige Constance Bonacieux, een tweelingbroeder van den Dauphin geboren... De eerste minister, in bet geheim hiervan in kennis gesteld, haast zich naar de slaapappartementen der Koningin en overtuigt haar, dat plicht tegenover Frankrijk en haareerstgeboren zoon eischen, dat de tweede zoon op geheime manier verdwijnt... En zóó wordt de kleine met Madame Peronne naar Spanje gesmokkeld, terwijl Constance moet zweren, het geheim te bewaren. De sluwe de Rochefort komt het echter te weten, doordat hij een staatsstuk weet te onderscheppen. Hij is, evenals zijn meester, overtuigd van de groote beteekenis, welke deze tweede geboorte voor den troon van Frankrijk kan hebben. In naam van den eersten minister laat hij Constance gewelddadig ontvoeren en onder geleide van zijn vriendin, Milady de Winter, naar 'een Carmelietenklooster brengen. De heldhaftige d'Artagnan van'sKonings Musketiers, die met vreugde de geboorte van den Dauphin gevierd heeft, hoort van de ontvoering van zijn geliefde, Constance. Door zijn nooit falend zwaard weet hij de Rochefort te dwingen hem mede te deelen, waar zij «ich bevindt en in gezelschap van zijn drie boezemvrienden: Athos, Porthos en Aramis haast hij zich om zijn geliefde te verlossen. Zij dringen het klooster binnen, doch juist als zij Constance's kamer ' betreden, .zien ze hoe Milady de Winter een dolk stoot in de borst van Constance. Terwijl d'Artagnan treurt over den dood van zijn geliefde, sleuren de drie musketiers Milady de Winter naar den beul van Reuil... Zpo worden d'Artagnan en zijn geliefde Constance door hun vrienden gewroken. De Rochefort wordt uit zijn dienst
?1DE WAM MET HET IJZERXH M.4SKEK" (üeluids- en stille film.) Met Douglas Fairbanks in de hoofdrol. N.V. United Artists.
DOUGLAS FAIRBANKS ALS D'ARTAGNAN
ontslagen. Met een groot aantal manschappen spoedt de eerste minister zich om de bevrijding van Constance te voorkomen, maar hij valt in handen van d'Artagnan,. die hem sparen zal op voorwaarde, dat hij de terechtstelling zijner vrienden zal tegengaan. De minister belooit dit. De gezamenlijke macht der Musketiers vreezende, gelast hij, dat de mannen gescheiden zullen worden en zóo wordt d'Artagnan toegevoegd aan de wacht van den Dauphin. De vier gezellen rijden nog gezamenlijk tot waar hun wegen zich scheiden, en zonder vrienden of geliefde keert d'Artagnan terug. Op zijn sterfbed laat de minister d'Artagnan bij zich roepen en belast hem met de zorg voor den Dauphin. De stervende minister deelt een munt-" stuk in tweeën en geeft den jongen Dauphin en d'Artagnan ieder een helft. Tezelfder tijd heeft de Rochefort den tw-eeden koningszoon van Spanje naar Frankrijk ontvoerd. De broeder van Lodewijk XIV is door de zorgen van de Rochefort geworden tot een verraderlijken pretendent voor den Franschen troon. De Rochefort weet den tweeden zoon in het paleis te smokkelen en de ware koning wordt gevangen gezet op een verwijderd slot. De allesziende oogen van d'Artagnan, evenals die der Koningin-Moeder, doorzien dit complot. Dan roept d'Artagnan de hulp in van zijn drie oude vrienden Athos, Porthos en Aramis. Na meer dan twintig jaren gescheiden te zijn, komen zij opnieuw bijeen om met hun zwaarden d'Artagnan bij te staan. De vier Musketiers bestormen het fort waar ,de koning gevangen gezet is. Athos doodt de Rochefort, maar één voor één teteri de dappere vrienden er'hun leven. Na veel avonturen wordt Lodewijk XIV eindelijk verlost en onder geleide van d'Artagnan naar het koninklijk paleis teruggevoerd. De koning laat zijn tweelingbroeder opsluiten en doet hemeen ijzeren masker voor. d'Artagnan sterft aart de gevolgen van zijn wonden. Zóó zijn de vier vrienden door den dood hereenigd.
DOROTHY REVIER
SCÈNE UIT „DE MAN MET HET IJZEREN MASKER" 15-
ALS POLITIE EN JUSTITIE ZICH VERGISSEN DE HUISKNECHT, DIE ONSCHULDIG TER DOOD WERD GEBRACHT De moord in de gesloten kamer l ïjen. van de vroegste en meest tragische juridische blunders uit de geschiedenis der Frahsche rechtspraak wordt gewoonlijk aangeduid met den simpelen naam van „het geval van madame Mazel". Zoo eenvoudig de aanduiding is, zoo diep en zwaar is echter het lijden van den onschuldigen huisknecht, die door een verblinde rechtbank zonder bewijzen werd ter dood veroordeeld. Mevrouw Mazel was een dame van voornamen stand, die een groot huis bewoonde, waarvan zijzelf de beide eerste verdiepingen in gebruik had. Op de bel-étage waren de ontvangkamers ingericht, op de eerste verdieping de slaap- en andere privévertrekken van de bejaarde dame. De voornaamste deur van haar slaapvertrek werd aan den binnenkant met een veerend slot gesloten en wanneer madame Mazel zich voor den nacht terugtrok, kon niemand de kamer meer binnen komen, daar de sleutel van deze deur steeds op een stoel in het vertrek lag. Le beide andere deuren van de kamer kwamen op een portaal uit, maar deze waren steeds gesloten. De bedienden sliepen op de derde étage. Op zekeren Zondagavond ging madame Mazel, zooals haar gewoonte was onmiddellijk nadat zij haar souper had gebruikt, naar haar slaapkamer. Haar kamenier hielp haar ontkleeden en de huisknecht, Le Brun geheeten, kwam om haar bevelen voor den volgenden dag in ontvangst te nemen. Zoodra de kamenier was vertrokken, legde hij den sleutel van de deur op den daarvoor aangewezen stoel in het vertrek, verliet toen zelf ook de kamer en trok de deur achter zich dicht, zoodat ze in het veerend slot viel en niemand dus meer van buiten af in de kamer kon komen ! De nacht ging zooals gewoonlijk kalm en rustig voorbij. Het werd ochtend en de tijd, waarop mevrouw Mazel gewoon was te ontwaken en om haar kamenier te schellen. Op dit uur gebeurde er echter niets ; het bleef doodstil in haar kamer. Een uur later .... Nóg hadden de bedienden niet het minste gerucht achter de van binnen gesloten deur gehoord . . . Eindelijk, bang geworden dat hun meesteres iets kon zijn overkomen, zonden zij een boodschap naar haar zoon, die getrouwd was en op eenigen afstand woonde. Deze deelde hun vrees, dat zijn moeder ziek .... of nog erger was en liet de deur forceeren. Le ßrun was de eerste, die hierop naar binnen ging. De huisknecht, die zeer aan zijn meesteres was gehecht, rende naar haar bed, rukte de gordijnen weg en ... . uitte een doordringenden kreet van schrik en afgrijzen : „Mijn meesteres is vermoord !" Na deze woorden deed hij iets, wat later als „bewijs" tegen hem gebruikt werd: hij opende de kast en haalde er de ijzeren geldkist uit. „Hij is nog dicht," zei hij. „In geen geval kan er iets gestolen zijn." Madame Mazel had wanhopig om haar leven gevochten ; heur handen zaten vol
schrammen en diepe scheurwonden en ook op haar lichaam waren wel vijftig kwetsuren. Bij het onderzoek werd in de asch van den haard een knipmes gevonden en tusschen de beddelakens ontdekte men een stuk van een grove kanten das en een servet, gemerkt met het familiewapen en geknoopt in den vorm van een slaapmuts. De sleutel van de slaapkamerdeur, dien Le Brun den vorigen avond op den stoel had gelegd, was verdwenen. Veel bijzonders was er niet gestolen. De juweelen waren niet aangeraakt, maar de geldkist was geopend en weer gesloten. Enkele goudstukken waren er uit verdwenen. \V ie was de geheimzinnige moordenaar, die kans had gezien door de gesloten deuren naar binnen te komen, de kamer en het huis te verlaten met medeneming van wat geld en den sleutel, zonder door iemand te zijn gehoord ? — Ziehier het vraagstuk, waarvoor de politie stond en dat —men zal het eerlijk moeten toegeven — niet gemakkelijk was op te lossen, daar er behalve de gevonden voorwerpen, geen enkele aanduiding aangetroffen werd, die tot een spoor zou kunnen leiden. U aarschijnlijk omdat Le Brun de laatste was, die den vorigen avond de kamer had verlaten, viel de verdenking op hem. Bovendien kon hetgeen hij mededeelde, vooral door iemand, die van zijn schuld a priori overtuigd was, gemakkelijk in zijn nadeel worden uitgelegd. Hij zei namelijk, dat hij na zijn meesteres te hebben verlaten, naar de keuken was gegaan en daar in slaap was gevallen. Toen hij wakker werd, vond hij tot zijn verbazing de straatdeur wijdopen. Hij deed ze dicht en op slot en ging toen naar.bed. Des morgens had hij als naar gewoonte zijn werk verricht, tot een der dienstboden hem was komen waarschuwen met de mededeeling, dat zijn meesteres nóg niet wakker was. Daarna was hij naar de markt gegaan en had een bezoek gebracht aan zijn vrouw, die dichtbij woonde, om haar te vragen wat gouden louis voor hem in te wisselen. Dit was alles, wat hij had te zeggen, maar toen men hem fouilleerde vond men een sleutel in zijn zak, waarvan de baard blijkbaar pas was bijgevijld. Toevallig paste deze sleutel op bijna alle sloten in huis, o.a. 'ook op een der deuren van de kamer van madame Mazel, die op het portaal uitkwamen. De van het servet gemaakte nachtmuts werd op hem gepast en sloot precies om zijn hoofd. Hierin vond men voldoende termen, rechtsingang tegen hem te verleenen. Het is vanzelfsprekend, dat deze feiten niet bepaald gunstig voor Le Brun waren, maar ze kunnen aan den anderen kant ook weer niet voor onweerlegbare bewijzen gehouden worden. Te meer niet, daar er zooveel omstandigheden waren, die voor zijn onschuld pleitten. Zoo bijvoorbeeld, dat men nóch op zijn handen nóch op zijn kleeren sporen van bloed ontdekte ; dat het stuk grove kant niet van zijn das afkomstig was, maar integendeel volgens een der dienstboden toebehoorde aan een vroegeren hulp-huisknecht, een zekeren Berry, die door mevrouw Mazel wegens wangedrag was. weggejaagd. Bovendien stond Le Brun bekend als een rechtscha-16 -
pen, eerlijk en volkomen betrouwbaar persoon, die reeds negen en twintig jaar bij de familie Mazel in dienst was. Hoewel het voor ieder onbevooroordeelde absoluut onaannemelijk moest zijn, dat iemand met zoo'n uitstekend verleden om een weinig geld zijn meesteres op gruwelijke wijze zou Vermoorden, waren de rechters toch, waarschijnlijk tengevolge van het onvoldoende onderzoek, van de schuld van Le Brun overtuigd. Daar de man echter zijn onschuld bleef volhouden, werd hij op de pijnbank gelegd, in die dagen het vaak toegepaste middel om een bekentenis te ontlokken. Uren lang werd Le Brun in den hevigsten graad gemarteld. De man bleef echter zijn onschuld volhouden en stierf onder het gruwelijkste lijden. De bekentenis, waarop zijn rechters hadden gehoopt, was uitgebleven. ... Een maand later werd de schuldige ontdekt. Toen arresteerde de politie van Sens om een klein vergrijp den bewusten Berry, den man, die bij madame Mazel in dienst was geweest en'die door een der dienstboden was genoemd als de eigenaar van de kanten das, waarvan een stuk in het bed van de vermoorde dame was gevonden 1 Bij het fouilleeren vond men in zijn bezit een gouden horloge, dat aan madame Mazel had toebehoord. Hij werd naar Parijs gebracht, waar iemand in hem den man herkende die op den vroegen ochtend na den moord het huis, waar de misdaad was gepleegd, had verlaten. Een barbier, die hem den dag daarna had geschoren, had tevens opgemerkt, dat zijn handen vol krabbels zaten. In het* eerst ontkende hij, doch toen men hem op de pijnbank legde, bekende hij den moord te hebben bedreven. Hij was ongemerkt Vrijdagsavonds de woning van madame Mazel binnengeslopen. Op de vierde verdieping had hij zich tot des Zondagsmorgens schuil gehouden, levend van appelen en brood. Toen madame Mazel naar de kerk was, sloop hij haar slaapkamer in, waar hij zich onder het bed trachtte te verbergen. Het was te laag, daarom ging hij weer terug naar den zolder, waar hij zijn jas en vest uittrok en vervolgens weer onder het bed kroop, waar hij nu wèl onder kon. Daar zijn hoed hem in den weg was, maakte hij van een servet een hoofddeksel. Des nachts kwam hij te voorschijn, bond de schelkoorden vast, vermoordde de oude dame, die heftigen tegenstand bood en nam het geld mee. Daarna nam hij den sleutel van den stoel, ging naar den zolder om zijn kleeren aan te trekken, verliet het huis en liet de deur achter zich open. Le Brun had van zijn daad of aanwezigheid in het huis niets geweten; Berry had geen enkelen medeplichtige gehad 1 Waarom heeft de politie niet eerst dien Berry gezocht, wiens naam toch door een der dienstboden was genoemd ?—Het antwoord is eenvoudig : men achtte Le Brun schuldig en stelde daarom in zijn verblinding geen nauwkeurig onderzoek in. Errare humanum est.. .. maar ongelukkig degeen, die èr het slachtoffer van wordt I
M. G. M. FILM. — Regie van W. S. v. Dyke. ROLVERDEELING: Dokter Matthew Lloyd . . . Monte Blue Fayaway . . . . ... Raquel Torres Sebastian Robert Anderson
parelen aanvuren. Een Amerikaansche dokter, 'Matthew Lloyd genaamd, iemand, die door den drank aan lager wal geraakte, doch in wien echter veel goeds is overgebleven, verwijt zijn rasgenooten dagelijks hun slechten, demoraliseerenden invloed op en hun wreedheid tegenover de onbedorven inboorlingen. Deze laatsten, in de eerste plaats de arme parclvisschers, lijden dan ook een onmenschelijk bestaan. Dokter Lloyd, die het niet kan aanzien, hoe zij hun leven en gezondheid wagen om met zooveel gevaar opgedoken parels in te ruilen tegen waardelooze voorwerpen, trekt hun partij en verzoigt de duikers wier aders door het plotselinge verschil in waterdruk gebarsten zijn. Soms barsten zelfs hun longen bij hun wreeden arbeid. Lloyd haalt zich door zijn menschlievendheid den haat op den hals van een der parelen-opkoopende Yankees, een zekeren Sebastian, die zich van den gevreesden vijand ontdoet dooi hem op een geheel verlaten pestschip te lokken en hem erop vastgebonden in volle zee te jagen. Tengevolge van een hevigen storm lijdt Matthew, na vele dagen van hongerlijden schipbreuk, doch hij weet, al zwemmende, een eiland te bereiken, dat naar hij meent onbewoond is. Hij wordt door de inboorlingen ontdekt en dezen, di nog nooit een blanke hebben schouwd, ontvangen hem met de ste vriendelijkheid, geheel in -"
stemming met de wilde zeden, welke bij de Zuidzee-eilanders, zoolang zij nog niet met de „zegeningen" der moderne wereld in aanraking zijn geweest, heerschen. Hij wordt beschouwd als een blanke god en sluit vriendschap met Mehevi, het opperhoofd, wiens eenig zoontje hij op een keer van een wissen dood weet te redden, waardoor hij toestemming verkrijgt om de schoone Fayaway, de dochter van Mehevi, die als tempelbruid niet huwen raag, te trouwen. Onder den invloed van zijn liefde voor dit poëtische meisje en onder dien van haar groote wederliefde, wordt hij een ander mensch, tot op een dag de hebzucht om de schoone parelen te bezitten, die de inboorlingen als waardeloos wegwerpen, zich van hem meester maakt. Hij wil met zijn millioenenschat naar Amerika terug, ontsteekt op een nacht een vuur, doch krijgt berouw als hij de smart aanschouwt, die hij de schoone Fayaway berokkent. Hij dooft het vuur, werpt de parelen in zee, maar het is te laatt Het vuur werd opgemerkt en het is zijn oude vijand Sebastian, die op zoek naar een nieuw parelgebied, aan land stapt. Bij een twist met Sebastiah wordt . Matthew Lloyd gedood, Fayaway blijft ^»teloos achter en korten tijd later Jhet weleer zoo vreedzame eiland een oi geworden van een noodlottige itelfzuchtige „beschaving", dieser het vanyÄiadryft^\
RAOUEL TORRES
Vele filmliefhebbers zullen zich waarschijnlijk de fraaie Moanafilm herinneren, welke een vorig seizoen in Nederland werd vertoond. Dat was de eerste rolprent, die het leven en de zeden der Polynesische Zuidzee-eilanders schetste, welke geheel ter plaatse werd opgenomen. Ook daarin kwam de paradijsachtige schoonheid der Zuidzee-natuur tot haar recht, doch deze korte film miste dramaüschen inhoud, bekoorde uitsluitend door haar ethnografische objectiviteit, op zichzelf een groote verdienste, doch niet voldoende om een sterke en gave kunstontroering te verwekken. Onder inspiratie van Moana heeft de Metro-Goldwyn-Mayer onlangs een expeditie gezonden naar het eiland Tahiti, om er door haar regisseur W. S. van Dyke, naar den roman van Frederick O'Brien „White Shadows in the South Seas", waarin de verderfelijke invloed van onze „beschaving" op_ het geluksleven van onbedorven, primitieve natuurmenschen geschilderd wórdt, een film te gaan bouwen, die de eerzucht heeft de sprookjesachtige heerlijkheid der Stille Oceaannatuur te dramatiseeren tot een kunstzinnig geheel. De dramatische en tragische handeling van deze film is zeer eenvoudig en heeft den volgenden inhoud: Op het Zuidzee-eiland Higuero, waar zich vele Amerikanen bevinden, leven de inboorlingen als slaven van de blanken, die hen tot het visschen van
MATTHEW EN FAYAWAY
- 17 -
.;.,?■■■■ :.:::sv-.. ."■■.• ■■vV;"7' -.^"V
—■■•(—
EERSTVOLGENDE
Trekking 22 Oct. a.s. In Italië zullen de namen der stations binnenkort met verlichte letters wordfen In Londen heb ik bontmantels gezien, aangegeven. Aan vier meter hooge ijzeren die een sjaal (van bont) hadden in den palen zullen kruiselings twee borden worvorm van een cape, die vanvoren onder den aangebracht, zoodat men vier vakken de kin wordt toegeknoopt met een grookrijgt, op elk waarvan de naam vän het ten strik met lange slippen. Op den rug station met groote lichtende letters zal reikt de cape bijna tot het middel. worden aangebracht. Voordat de trein Een concurrent voor het ^ot stilstand is gekomen, zal de reiziger ' dus reeds hebben gezien welk station hij Crystal Palace. De held. Eindelijk zal het bekende Crystal Palace nadert, zoodat hij allen tijd heeft zich Op een warmen avond van de vorige in Londen-zijn concurrent krijgen, zij het op zijn gemak gereed te maken om uit te stappen. maand kwam een heer in avondkostuum ook op kleine schaal. een deftig restaurant in Londen binnen. Antoine, een haarspecialist in de ville Zoo ietsgebeurtnatuurlijk meer, maar. . . . lumiêre, laat de twee bovenste verdiepindeze heer' had vanwege de warmte een gen van een huis in de buurt van den A.c Automaten, die spraken. stroohoed op ! En dät was vreeselijk in de de Triomphe verbouwen en geheel van Wee den man in Amerika, die tracht oogen der andere gasten, die zich geweldig glas optrekken. aan het geval ergerden. Er zat ook een Er zal geen ander materiaal dan glas met een valsch geldstuk iets uit een autogroepje vrienden van den heer, en om hem gebruikt worden. Een glazen lift zal de maat te halen. Vol hoop werpt hij het metalen schijfje, te bewijzen, dat hij zooiets niet straffeloos bezoeksters naar de salons voeren, waarkon doen, namen ze zijn hoed, gebruikten van de wanden geheel van doorschijnend dat bedrieglijk veel op het vereischte hem als een voetbal, hielden hem toen glas zullen zijn, terwijl de — glazen — geldstuk lijkt, in het toestel. De machine onder water en zetten hem het slachtoffer zoldering gedragen zal worden door glazen neemt het aan en begint met een onderdaarna weer op zijn hoofd. pilaren, waarin steeds een zachtschijnend zoek naar zijn gewicht in te stellen. Indien dit gunstig uitvalt, wordt de soort van En aan den anderen kant zijn er men- licht zal branden. schen, die zeggen, dat wij , .individueeler" Zelfs het bed van dén haarartist zal van het metaal op electrische wijze onderzocht. Blijkt het valsch te zijn, dan wordt het moeten worden in de wijze, waarop wij glas zijn ! opzij geschoven naar een kokertje, Waarons kleeden ! Om dit advies op te volgen, door het wordt teruggegeven. Het waardemoet je een held zijn ! looze stukje metaal wordt echter niet Kragon in don vorm van zonder meer geretourneerd en de gelegenbloemen bladen. heid het weer weg te nemen vóórdat ieZwijgend luisteren bij de Kragen vormen op het oogenblik een mand het ziet, wordt niet geboden. Terwijl van de meest origmeele garneeringen. het onderweg is om eruit geworpen te sprekendefilm! De nieuwste kraag is gemaakt van wit worden, maakt het metalen plaatje conMen "heeft ontdekt, dat een van de rede- piqué en zóó ingeknipt, dat hij denken tact met een electrisch apparaat, waarnen, waarom het geluid van de sprekende- doet aan de ongelij k-getande bladen van door een gramophoonplaat gaat draaien, film soms niet goed „overkomt", gelegen de anjer. Een bloem van dezelfde stof die heel duidelijk de woorden „Geis in het feit, dat de bezoekers in de zaal wordt er, op den schouder bevestigd, bruikt alstublieft geen valsch geld i" te veel en te luid praten. Proefondervindedoet hooren. lijk heeft men kunnen aantoonen, dat, bij gedragen. Dergelijke „stemmen" worden steeds indien het publiek praat, er golven worden meer bij automaten toegepast. Er zijn er, uitgezonden, die zich met de geluidsgolven die zeggen „Dank u wel!" wanneer het De wereld wordt kleiner. van de sprekendefilm vermengen en het verlangde wordt afgeleverd, terwijl er ook Vijftig j aar geleden duurde het minstens weeg-automaten zijn, die luid en duidelijk geluid vervormen. De beste manier om naaf een sprekende- 117 dagen om den aardbol rond te reizen. het gewicht opnoemen. film te luisteren is dus, dit zwijgend te Vier eeuwen geleden duurde het nog ongeOm begrijpelijke redenen zijn deze veer drie jaar. En nu heef.t d^Graf Zeppe- laatste bij sommigen niet populair. doen. lin den tocht in drie weken volbracht 1 In 187& deed captain W. D. Seymour een tocht om de wereld in 117 dagen ; in Drink meer koffie.. 1889 deed miss Nellie Bly het in 72 dagen Opalen in de mode. Zooals men in ons land het ,,Eet meer en in het begin van deze eeuw was de tijd De mode voor juweelen verandert brood" en „Eet meer aardappelen" heeft, door captain Fitzmorris tot 69 dagen maakt men in Engeland reclame voor de teruggebracht. Het jaar 1911 zag een reis bijna even snel als die voor onze kleeren. koffie. „Drink meer koffie!" prent men om de wereld in 39 dagen volbrengen en Een paar jaar geleden meende men, dat daar de menschen in. in 1913 deed mr. J. H. Mears het in 35 opalen ongeluk aanbrachten. Te oordeelen Dit doet er mij aan denken — en de dagen. In 1928 had dezelfde mr. Mears met echter naar de plotselinge vraag, diè er Engelschen zélf waarschijnlijk ook — captain .Ch. Collar het record op 23 dagen naar ontstaan is, moet men aannemen, dat er koffie èn koffie is. U kent toch ook gebracht (zij gebruikten toen een vliegtuig). dat dit bijgeloof thans verdwenen is. Opalen zijn reeds in prijs gestegeri en het geval van den man, die in de wacht- De Zeppelin deed het, zooals gezegd, in een Londensch juwelier vertelde mij, dat kamer van een station in Londen zat ? De drie weken, maar men dient zich hierbij kellner vroeg hem: „Thee of koffie, te herinneren, dat er gedurende die 21 de vraag naar deze steenen op het oogenmijnheer?" waarop de man zei: „Ik wou dagen slechts 11 dagen en 23 uur gevlogen blik bijna grooter is dan het aanbod. graag koffie, maar ik zal wel proeven als werd ! ik het krijg, wat het eigenlijk is 1" . ,
BMARINE ..DÊ DOOQSSTmJÖ OËR S. 44,, ULMA -COLUMBIA-SUPEI
INSCHRIJVING
Verlichte stationanamen.
Een -sjaal in den vorm van een cape.
Moderne kinderwagens« In Parijs — waar men in verband met het geringe geboortecijfer wel geen al te groote behoefte aan kinderwagens zal hebben — is het thans mode, dat mevrouwt je voor haar baby een wagen laat ontwerpen, die in vorm en kleur haar auto nabijkomt! 18
Indien U meen! HET BESTE gezien te hebben, dat <:r op filniqebied bestaat, dan heeft de
N.V. METRO OOLDWYN MAYER FILM Mij altijd NOO BETERE FILMS
p de in geheel Nederland wettig geoorloofde prcmieleeningen Groep „H"
5°0 o Stad Parijs Premieloten van 1019 5 o Credit Halional Pfemislolenv. 1919 Gegarandeerd door den Franschen Staat Jaarl. 10 trekkingen met volgende prijzen:
Frs. 1.000.000, 500.000, 200.000, 100.000, 50.000 enz. Uitbetaling na iedere trekking in contanten.
In het geheel geen nieten I Elk lot een prijsl
SPEARMINT
De inschrijving kan geschieden tegen
maandelijksche aflossing voor deze Groep «H" Gcheele loten slechts f3.—
Kauwgom
Uitlot ingslijstcn gratis na iedere trekking De TM oud» bekende •BMIC TU liet Tcrschc Mp der kraUemuntblaadje«, ■aar la een nieuwen Vorm en verpakking 1 dat ie de nieuwe SPEARMINT.
Uitvoerige Prospectus Gratis-Franco wordt op aanvraag direct toegezonden. Reclamebureau G. Stroetzel Apeldoorn, Postbox 9.
Vier heerlijke geeandcerde «tukje» kauwgom la eea luchtdicht gesloten pak' je, waardoor het aroma bewaard bliift.
AGENCE
JACQUES ELTE
Het koet 66k maar vijf cent > evenals de bekende P.K. Kauwgom - dezelfde prijs en deselfde verpakking, echter iets pittiger van smaak.
KORTE POTEN 17. TEL. 16633. DEN HAAG MUZIEKHANDEU EN GROS — EN DETAIL PLAATSEN VAN ORKESTEN EN ARTISTEN IN HET BINNEN- & BUITENLAND
Koop de aienwe SPEARMINT eens. • U blijft vast eea geregeld gebruiker. Tracteer ook de kinderea op SPEAR* MINT ' het is goed voor hun gebit •n voor de spijsverteriag en is boven» dien dorstlesschend.
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE
HK-M
99
WRIGLEYS PROF.
DR.
ARTISTIOUE
iNN@XA"°milTDIICELËNi S— HET MELKDIÊET VOOR DE HUID
's Morgens en's avonds jfe bruikt voor het wasschen van het grezlcht, zult U spoedig bemerken.
1
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
CARL OPPENHEIMER
heeft een populaire uiteenzetting geschreven over den aard v§( ( en de werking van het specifieke V"' jp Haarwortelvoedingspraeparaat
Knip deze advertentie uit, zend ze met 50 cent in postzegels aan France-Import, Rijnstraat 5, Den Haag en U ontvangt een keurig doosje monsters.
HUMAGSOLAN waarin het voor een ieder duidelijk wordt, hoe twee bekende Duitsche geleerden, de stofwisselingsphysioloog Prof. Dr. N. ZUNTZ en de huidspecialist Prof. A. BLASCHKO, onafhankelijk van elkaar op de gedachte gekomen zijn HAARZ1EKTEN met oplosbare hóompraeparaten te behandelen. Zendt ons deze advertentie als drukwerk in open enveloppe, voorzien van Uw naam en adres en U ontvangt een exemplaar ervan GRATIS en FRANCO. (cm. & Th.) Dr. H. NANNINK'S Pharm. Chem. Fabriek, DEN HAAO.
INSTITUT DE BEAXJTË NATURAL BEAUTY Gevestigd NOORDE1NDE 99a, Telefoon 10798 FACE MASSAGE - ELECTR. ONTHARINGEN - MANICURE Alle krachten aan dit Instituut werkzaam, zijn opgeleid en gediplomeerd door den bekenden Londenschen Arts Dr. MURCHIE. H. J. v. d. HATERT
- 19 -
^^" ^
F IET JE SPREE
HXPViWTK*
DOOR
Mi/n neef Janssen was laatst in Leeuwarden te logeeren en bezocht er natuurlijk ook de vermaarde Vrijdagsche veemarkt. Terwijl hij met zichtbaar welgevallen naar 'n koe van buitengewoon formaat keek, zei hij bewonderend tegeri een der erbij staande buitenlui: „Wat 'n prachtbeest 1" „Ja," antwoordde 'n boer, die de eigenaar bleek te zijn; „er zit 'n aardig brefstukje aanl" „Dat zal schoon aan den haak 'n flink gewicht zijnl" meende m'n neef. „Och, meneer, wat weet u, als stadsmensch,' daar nu van? Maar voor ons, boeren, is 't gemakkelijk met onze schatting niet al te ver van 't juiste gewicht van 'n rund te blijven." „Zoo?" riep m'n neef met voorgewende nijdigheid. „Nou, al ben 'k dan 'n stadsmensch, 'k maak me toch sterk, dat ik met m'n schatting even dicht bij't juiste gewicht zal komen als ui" „Belachelijkf" hoonde de boer; „'k wed om 'n rijksdaalder; dat u dit niet kuntf" „Aangenomen!" zei neef Janssen en terwijl de omstanders belangstellend toekeken, begon de boer allerlei metingen op de koe te doen. Na 'n paar oogenblikken cijferens sprak hij triomfantelijk: „Vierhonderd en drie en negentig kilo I" „Nu," verklaarde m'n neef, zonder zich lang te bedenken, „ik zeg óók vierhonderd en drie en negentig kilo En betaal me nu den riks maarl" „Wat bedoelt u?" vroeg de boer verbaasd. „We hebben gewed," grinnikte neef, onder 't gelach van de omstanders, „dat 'k even dichtbij 't juiste gewicht zou schatten als u. En dat deed 'k, door 't zelfde gewicht als u te schatten!" En de boer betaalde I
Het is een onweersproken feit, dat wijlen Marius Spree als grondlegger beschouwd kan worden van het „Volkstooneel" te Rotterdam. Het is ongeveer vijftien jaar geleden, dat hij met zijn gezelschap dit voor Rotterdam vrijwel . onontgonnen terrein betrad; en wat toen nog als een waagstuk beschouwd werd, is gebleken in den loop der tijden een zuivere kijk te zijn geweest op de mentaliteit der Rotterdammers op kunstgebied. Nu moet men vooral het begrip „volkstooneel" niet al te eng opvatten; zijn CircusSchouwburg is volstrekt niet uitsluitend domein van „het volk"; evenmin als de soort van kunst die er gegeven wordt. Verscheidene stukken zijn er in die vijftien jaar bewonderd en genoten door „Tout Rotterdam", met verscheidene malen de Burgemeesters aan het hoofd! Wat wij iritet „volkstooneel" bedoelen, is meer: het ten tooneele voeren van „het volk" in zijn ups en downs, zijn
'n Bekend schrijver heeft eenmaal gezegd : 't publiek vergeeft 'n auteur moeilijk 'n slecht stuk, maar z'n collega's vergeven hem nóg moeilijker 'n goed.
Maak er u niet kwaad over, als de menschen leugens van u vértellen, maar bedenk, hoeveel erger 't zou zijn, indien zij 't alles wat wóór is deden I 'n Rijke domkop is 'n rijkaard; 'n arme domkop 'n domkop. Jantje (op den jour van zijn moeder): „Moeder, heette U voordat U trouwde Central ?" ) Moeder: „Neen kind. Hoe kom je daarbij?" Jantje: „O, omdat die naam op al onze handdoeken staat I" Geen honger is zoo bezwaarlijk te stillen als de sensatiehonger.
„Hoeveel liter melk levert die koe je per dag op, vrouwtje?" vraagt 'n stadsdame, die met belangstelling naar de melkende boerin kijkt. „Acht liter," antwoordt deze. „En wat doe je met al die melk?" „Twee liter gebruik 'k in de huishouding en de overige twaalf verkoopen we in de stad." 't IJdele van alle menschelijke streven blijkt, volgens den cynicus, o.a. uit 't feit, dat vele jongelui jaren van hun leven besteden om toegang tqt de universiteit te krijgen en dan weer bijna net zooveel jaren, om haar te kunnen verlaten. De mensch oogst, wat hij zaait, luidt de zegswijze, maar dit gaat niét op voor de meeste amateur-tuiniers. Honden worden, volgens de uitspraak van 'n bekend dierenarts, nooit dol, indien ze zooveel kunnen drinken als ze willen. Bij sommige menschèn is 't precies andersom. „Zie je, jongen," zei de winkelier tegen z'n nieuwen leerling-bediende, „op de kleintjes letten is vóór alles de boodschap. Zoo moet je b.v. de vliegen, die je uit den suiker oppikt, niet weggooien, maar bij de krenten doen."
ARN. VAN RAALTE Jzn.
vreugde en verdriet, zijn vóóren tegenspoed. En in dät opzicht heeft de helaas te vroeg gestorven Marius Spree zich ongetwijfeld een monopolie verworven! Uit zijn eerbiedwaardig opus doen wij slechts een greep, om dit te bevestigen: Rooie Sien, Klaasje Zevenster, Mottige Janus, De Dochter van Ouwe Jaap en Onze Wies! En hiermede komen we ongemerkt op het eigenlijke doel van dit artikel: Pietje Spree! Want in al zijn werk, en zooveel werk van andere auteurs, was zij het steeds, die de hoofdrollen vervulde, op een wijze, die heel moeilijk te verbeteren was. En thans, nu zij als Directrice staat van haar zoo veel omvattend en moeilijk bedrijf, lijkt het wel of de werkzame geest van wijlen haar onvergetelijken echtgenoot in hddr gevaren is. Na het tooneelseizoen dit jaar op zeer gelukkige wijze geopend te hebben met „Onder Curateele", en na op deze dolle klucht als meer serieus
J
Liever een hekeldicht vol zin. Dan een preek met niets er in.
Waarom zeggen zoo velen toch, dat ze 'n brief op de bus doen, terwijl ze er hem toch in doen?
Weerprofeten voorspellen dit jaar 'n harden winter — behalve voor de kolenhandelaars.
Er zijn meer boeren, die goed asperges kunnen kweeken, dan dames en beeren, die ze netjes kunnen eten.
DE OPLOSSING
't Is loffelijk, iemand-van-weinig-woorden te zijn, mits men die weinige woorden maar niet te véél gebruikt.
DRIE EN DERTIGSTE VRAAG Het antwoord op deze vraag moet ongeveer luiden: „Een helicoptère is een vliegmachine, die onmiddellijk bij het zich verheffen van den grond, loodrecht in de lucht kan stijgen." Het aantal goede antwoorden, dat 'wij op deze vraag mochten ontvangen, was wederom zoo groot, dat wij de prijzen hebben moeten verloten. De prijs van f 2.50 viel hierbij ten deel aan den heer Jack Willemsen, Hessenberg 9, Nijmegen. De troostprijzen ontvingen: Mevrouw Frencken, cand. notaris, Oud-Gastel; de heer H. C. Jacobs, v. d. Pekstraat 56/58, Amsterdam, N.; mejuffrouw J. Grandin, Willemskade 12, Rotterdam; jnejuffrouw Annie Olfers, 265 Bezuidenhout, 's-Gravenhage en mevrouw Paula Kerckhoffs, Karrestraat, 's-Hertogenbosch.
ONZE WEKELIJKSCHE -i PRIJSVRAAG r— ZEVEN EN DERTIGSTE VRAAG Om thans weer eens in het rijk der natuur te verwijlen: Wie onzer lezeressen en lezers kunnen ons zegg-en, wat een stalagmiet is? Het antwoord op deze vraag gelieve men op een briefkaart in te zenden vóór 23 Oct. (Indische lezers vóór 19 Februari) aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Zeven en dertigste Vraag, 22 Galgewater, Leiden. rOnder hen, die ons een goed antwoord zenden, zullen wij weer een geldprijs van f 2.50 benevens vijf mooie troostprijzen verloten! -20
Foto Bach, Rotterdam
.ALS MOEDER IN „ROOIE SIEN"
/
Poto Btch. Rotterdmm
FIETJE SPREE werk Heytrmans „Allerzielen" heid, maar vooral door de met onmiskenbaar succes ge- eerlijke en serieuze wijze bracht te hebben, in welk waarop zij altijd de kunst stuk zij de moeilijke rol van heeft gediend. Welke rol zij ook speelt, Rika tot volle bewondering van pers en publiek vervulde, steeds domineert zij en geeft komt ze met een reprise van zij zich met volle liefde en „Rooie Sien'' — het mees- toewijding. De „Witte Non", het „Teeterwerk van wijlen Marius ken des Kruises", „Onze Spree. Wij zien in deze sympa- Wies" (het laatste buitengethieke geste deels piëteit, woon knappe tooneelwerk van maar anderzijds ook commer- Marius Spree),'„De Dochter van Ouwe Jaap", het waren cieel inzicht. Twaalf jaar geleden werd alle schitter-rollen. En wie haar gezien heeft dit stuk zes maanden achtereen onafgebroken opgevoerd; als het rampzalige vrouwtje in voor Rotterdam iets volstrekt het — thans wel verouderde onbekends! „Rooie Sien" be- — „Jane de Brooddraagster", hoort tot de beste rollen van of als het oude moedertje in Fietje. Verouderen doen der- „Vader", zal moeten erkengelijke stukken nimmer; zoo- nen, dat ook deze niet belang de aarde blijft draaien paald jonge rollen haar volzullen er „Rooie Sientjes' in komen liggen, en dat ze deze groote menigte blijven mee- oude rollen met evenveel liefde en verve speelt als de draaien. En die tien- en twaalfjarige gezellig-jonge schitter-rol uit kindertjes van toen zijn nü „Onze Wies". En naast het artistieke volwassen menschen, die door hun ouders ongetwijfeld aan- blijkt ook het commercieele gespoord zullen worden om als directrice van den Circusdeze échte Rotterdamsche Schouwburg bij haar in voor„volkskunst" te gaan zien, ter- treffelijke handen te berusten. Ten bewijze hiervan kan wijl de ouders-zèlf wat graag het stuk na zooveel jaren nog dienen, dat de Nederlandsche eens terugzien! Zoodat het Opera den Circus-Schouwburg ons volstrekt niet zou verwon- voor haar voorstellingen heeft deren als opnieuw een half uitgekozen; de „Volksschouwjaar lang „Rooie Sien" haar burg-prijzen" maken het thans scepter blijft zwaaien in den hierdoor den opera-liefhebbers Jieel gemakkelijk om Circus-Schouwburg. operavoorstellingen Want er komt nóg iets bij: goede tegen zeer matige prijzen bij Fietje Spree is als het ware samengegroeid met Rotter- te wonen. dam; zij heeft altijd de kunst Wij wenschen de dappere verstaan de harten der Rotterdammers stormenderhand Fietje Spree veel en langdurig te veroveren; niet alleen door succes als directrice van den haar sympathieke persoonlijk- Circus-Schouwburg! 21-
9
^^^Cj^l^^C^lsNin i
A^^^VERNST LUBITSCH zeer duidelijk. Welke richting moest hij nu inslaan? Verschijnen in de destijds zoo gewilde society-films wilde hij niet. Zijn oude voorliefde voor romantiek 'en historie herleefde. De historische film, dat werd nu Lubitscb' ideaal: het groote historische drama met zijn verwikkelingen en kostbare pracht. Max Davidson wist hij voor zijn plannen te interesseeren. En zoo begonnen zij met wat in die dagen een gevaarlijk experiment was: het vervaardigen van een historische film. Als resultaat verscheen allereerst „Madame Dubarry", het meesterwerk, dat Lubitsch op slag beroemd maakte. En mèt Lubitsch deelde de Ufa in dezen roem. Voor de Efa vervaardigde hij de film „De vrouw van Pharao". Alle groote Duitsche filmartisten, zooals Pola Negri, Henny Porten, Erna Morena, Asta Nielsen en Emil Jannings hebben onder zijn regie gewerkt en zeer velen hebben hun succes aan zijn goede leiding te danken. Het was voor de Duitsche filmindustrie een zware slag, toen in 1922 Mary Pickford Lubitsch wist over te halen om naar Hollywood te komen om haar film „Rosita" te regisseeren. In de Nieuwe Wereld werd hij, nadat het minder succesvolle werk „Rosita" was klaargekomen. geëngageerd voor de verfilming van „The Marriage-Circle". In deze films, welke komische rolprenten waren, legde hij een geheel nieuwen geest met het gevolg, dat men nadien dergelijke werken noemde: uit 1 de school van Lubitsch. Men engageerde in Amerika verschillende Duitsche regisERNST LUBITSCH EN CAMILLA HORN seurs; vaak met minder goed gevolg. Voor de Metro-Goldwyn-Mayer vervaardigde de groote Ernst „Oud Heidelberg" (De prins-student) met Ramon Navarro en Norma Shearer in de hoofdrollen. Daarna kreeg hij een engagement bij de Paramount en hier kon hij weder met zijn ouden vriend Emil Jannings sarrTenwerken. Vijf Duitsche artisten maakten de prachtige rolprent „De Patriot". Het tooneelstuk is van Alfred Neumann, het scenario van Hans Kräly, de regie van Ernst Lubitsch, de costuums zijn ontworepn door AU Hubert en Emil Jannings speelt de hoofdrol. Het is een Europeesch succes in Amerika. Bij de United Artists gekomen, begon hij aan de verfilming van een geluidsfilm, „Eternal Love", waarin de hoofdrollen vertolkt worden door John Barrymore, Camilla Horn (een vroegere Ufa-artiste) en Mona Rico en welke film hier te lande vermoedelijk onder den titel van „De Koning der Bernina" zal worden vertoond. Met dit werk heeft Lubitsch bewezen een meester op elk gebied te zijn. Lubitsch is gehuwd en vader van twee jongens, regisseurs in den dop. Zijn lievelingswerk is sigaren rooken; deze man zónder sigaar is niet denkbaar. Wanneer zal de roep der Oude Wereld ook hèm weder naar zijn vaderLUBITSCH ALS REGISSEUR TE PAARD IN DE ONHERBERGZAME STREKEN land doen terugkeeren? \ INVIERNO. VAN NOORD.AMERIKA
kunnen wijden. Zijn eerste film was „Meyer aus Berlin". Zijn spel viel bij het publiek in goede aarde en na zijn vertolking van de hoofdrol in de rolprent „Schuhpalast Pinkus" was zijn roem gevestigd. Een jaar later nam
SCÈNE Uli ..DE pÄTl"™
ERNST LUBITSCH In dit artikel wil ik u een en ander over Ernst Lubitsch vertellen. Wie Lubitsch is ? Ik geloof niet, dat er lezeressen of lezers zijn, die dkt niet weten! Wat hij is, valt met een paar woorden te zeggen; Lubitsch "was de kundigste film-regisseur in Duitschland en hij is thans de geniaalste regisseur in Amerika. Zijn levensloop is vol avontuur. Hij werd in 1892 te Berlijn geboren. Zijn vader, Simon Lubitsch, was de eigenaar van een kleedingmagazijn in die stad en de kleine Ernst zou voor het confectie-vak opgeleid worden. Maar de broeken en jassen konden hem niet bekoren, zijn ideaal was het tooneel. In het geheim figureerde hij des avonds bij verschillende tooneelgezelschappen. In zijn vrijen tijd las hij boeken van Goethe, Schiller en Shakespeare en studeerde rollen in. Zijn vader was over den steeds declameercnden zoon minder goed te spreken en het eindresultaat was, dat Lubitsch de vaderlijke zaak verliet. Hij nam les bij den acteur Victor Arnold, een zeer kundig paedagoog, die hem met Max Reinhard in contact bracht. Hij kreeg een engagement en speelde in blijspelen mede. Na korten tijd was hij zelfs een der gehefdste acteurs van het Berlijnsche publiek. Toen kreeg het witte doek beteekenis voor de Duitsche hoofdstad en dadelijk voelde Ernst zich aangetrokken tot deze nieuwe manier van acteeren. Hij begreep, dat hij door middel van de film zijn talenten tot het hoogste kon opvoeren en voor de geheele wereld zou kunnen spelen. Zóó gaf Lubitsch zijn succesvolle tooneelloopbaau op om zich aan de film te
SCÈNE-UIT ..MADAME DUBARRY"
hij reeds de regie, op zich van zijn eigen films. Weer kwam een keerpunt in de loopbaan van Lubitsch. Op het terrein der komische films had hij zijn hoogtepunt bereikt. Dit voelde en merkte hij wel
SCÈNE UIT „ANNA BOLEYN" - 23-
- 22 J
■;
......
HET JLEVIM AILS INZET.
9
9
yRIJ NAAR HET ENQELSCH DOOR
J
E maakt, dat er over je gesproken wordt!" zei Spencer Baynes tegen zijn vrouw, terwijl hij haar mantel voor haar ophield. „Het zal je dus nu wel duidelijk zijn, dat je er mee dient op te houden! Kom, we moeten weg! Hier is je sjaal Baynes was een min of meer bekend schrijver van verhalen en artikelen uit de achttiende eeuw, en hij ging zoozeer in die stof op, dat men hem denfiJbijnaam van het „anachronisme" had gegeven. Dat hij dien verdiende, zal men uit het vervolg van dit verhaal bemerken. Hij was zoozeer in de atmosfeer opgegaan van den tijd, waaruit hij zijn stof putte, dat hij er als het ware van doortrokken was. Zijn gewoonten, zijn manier van spreken, ja zelfs zijn denken werden erdoor beïnvloed. Hoewel hij zeer gevoelig was voor emoties, wist hij zich gewoonlijk toch uitstekend te beheerschen en zoo zijn werkelijken aard te verbergen. Soms verloor hij echter zijn zelfbeheersching wel gens. En dan Hoewel Baynes de laatste woorden tegen zijn vrouw op dringende wijze had gezegd, bleef zij toch rustig staan leunen tegen den schoorsteenmantel, hoewel zij inwendig kookte van verontwaardiging over de jaloezie van haar echtgenoot, die haar verweet, dat zij de overdreven attenties van Frank Montford op al te in het oog loopende wijze accepteerde „Kom, we moeten weg!" herhaalde hij nog eens. Toen scheen zij opeens uit haar apathie los te komen. \ „Hoe kom je erbij, te durven zeggen, dat ik m?iak, dat er over mij gesproken wordt! Het is een leugen; je denkt het slechts door je jaloerschheid! Het kan niet waar zijn, dat men over mij spreekt!" „Wel ja," antwoordde hij kalm-sarcastisch. „Dat ontbreekt er nog maar aan! Hoe durf jij te zeggen, dat ik het verzin?! — Maar kom," besloot hij, een antwoord van haar afsnijdend, „laten we nu gaan, anders komen wij nog te laat!" In den auto wilde zij op het onderwerp terugkomen, maar hij viel haar in de rede. „Laten we er niet meer over praten, mijn waarde! Er valt immers niets meer te zeggen! Je verwijt me mijn jaloerschheid, maar wèèt, dat ik slechts jaloersch ben op je goeden naam, die ook de mijne is! Daarom alleen en om-
BEZOEKT HET
TE BEN HAAG
20 Lessen f 15.— Prospectus franco
•%. EDP Y RAY W-
D'ÄLVÄREZ
dat ik overtuigd ben dat men achter je rug over je praat, heb ik met je over dien Montford gesproken. Misschien zijn alle geruchten van iederen grond ontbloot; dat.ontken ik niet. Dat wil zeggen: ik geloof, dat je volkomen te goeder trouw bent en niets in Montfords attenties hebt gezien! Dat neemt echter niet weg, dat je toch voorzichtiger dient te zijn, omdat het immers niet goed is, dat er over je gesproken wordt zooals nu gedaan wordt!" Emily gaf geen antwoord; ze wist, dat ze tegen haar man niet redeneeren kon; hij sloot haar in zijn argumenten in als in een net. Uit haar humeur, leunde ze achterover in haar hoekje, maar dien avond danste zij met Montford en toen de dans uit was, liet ze zich door hem naar een stil hoekje brengen, waar ze gelegenheid zou hebben hem te zéggen, dat het uit moest zijn met zijn attenties, dat zij ze niet meer aanvaarden kon Nauwelijks gezeten, begon zij hem reeds op een meelijwekkenden toon te vertellen, dat hun prettige omgang gestaakt moest worden. Er werden praatjes van gemaakt en dat stuitte haar. Ze kón niet hebben, dat hun beider namen in één adem genoemd werden in verband met allerlei onaangename en leelijke dingen Ze had op zóó'n meewarigen toon gesproken, er klonk zóó'n overdreven spijt in haar woorden, dat Montford haar verkeerd begreep en er een poging tot meer toenadering van haar kant in zag— Hij legde zijn arm om haar heen, boog zich wat voorover en drukte een kus op haar wang. Roerloos bleef zij zitten; al het bloed scheen uit haar wangen weg te trekken. Alles was zóó onverwachts gebeurd, dat zij er onmogelijk op voorbedacht had kunnen zijn en het had allerminst in haar bedoeling gelegen een dergelijke daad uit te lokken Eenige seconden bleef zij onbeweeglijk als een beeld met neergeslagen oogen zitten. Ze voelde zijn kus als een intense beleediging na hetgeen ze hem gezegd had, maar ze kon geen woorden vinden om haar verontwaardiging te uiten. Toen ze weer opkeek, was net alsof ze verstarde: haar man stond op eenige meters afstand voor haar! Ze slaakte een nauwelijks onderdrukten kreet, en Montford, die haar eerst glimlachend had gadegeslagen, bekoord door wat hij haar verwarring dacht, zag nu ook op. Zijn adem stokte, toen hij Baynes staan zag en zijn gezicht werd aschgrauw. Baynes bleef echter geheel meester van zichzelf. Het kostte hem in het geheel geen moeite, zich te beheerschen; hij voelde zich opeens verplaatst in de achttiende eeuw, in den tijd waarin hij zich eigenlijk meer thuisvoelde dan in dien, waarin hij leefde. En ook toen behèèrschten de mannen zich in tegenwoordigheid van hun vrouw Hij maakte een buiging voor haar als stond hij tegenover een vreemde en zei - 24 -
DANSEN LEEREN
kalm, haar zijn arm biedend: „Ik dacht wel, dat ik je hier zou vinden! Wil je meegaan? Je vriendin heeft naar je gevraagd!" Werktuiglijk stond ze op en als gehypnotiseerd liet ze zich door hem meevoeren. Ze had hem wel willen smesken, Montford, die haar zóó beleedigd had, te straffen, maar ze kon geen woord over haar lippen brengen. En even later, toen ze haar spraak had herkregen, wilde zij het hem niet meer vragen, omdat ze bang was, dat hij er slechts het protest van een schuldige vrouw tegen overtuigende bewijzen in zou zien.... Hetgeen hij gezien had, gevoegd bij wat hij had hooren vertellen, moest Baynes nu wel overtuigen van de schuld zijner vrouw. Wat anders dan het ergste kon hij denken? Het zou een verkeerde tactiek zijn, nu nog te willen twijfelen aan de waarheid der geruchten, die er over de verhouding van zijn vrouw met Montford van mond tot mond gingen en die hij eerst nog als zonder grond had beschouwd.... Midden in de zaal waagde zij het, slechts even haar oogen, waarin een ware doodsangst te lezen stond, naar hem op te slaan, maar hij keek haar koel en onverschillig aan en begon een gesprek over de muziek op een wijzd, die deed denken aan de conversatie, die gewoonlijk tusscheii twee elkaar vreemde partners in een danszaal gevoerd wordt Een oogenblik maakte zij een beweging om haar arm los te rukken uit den zijne, maar hij klemde haar aan zich vast en sleepte haar bijna mee, tot zij voor haar vriendin stonden, die naar haar gevraagd had. Na eenige onverstaanbare woorden gemompeld te hebben, maakte hij een buiging voor de beide dames, keerde zich om en ging terug naar de zaal Bij het afgescheiden hoekje, waar hij zijn vrouw had verrast, vond hij Montford staan met neergeslagen oogen, strak voor zich uitstarend op den grond. Nadat hij bij zichzelf had vastgesteld, dat zijn stem den correct-beleefden klank uit de achttiende eeuw zou hebben, sprak hij hem aan. „Kan ik je even spreken, Montford?" vroeg hij. De aangesprokene, die dit verwacht had,-keek op en knikte slechts. ,' „Ik ben tot je dienst, alleen lijkt het me hier niet de aangewezen plaats."
wjmo ^m i
Amsterdam Westelnde 13, Tel. 32478 „Het hoeft ook niet hier. — Wil je even meegaan?" Montford knikte. Baynes bevond zich in het huis van zijn zuster en was er dus volkomen bekend. HU ging den ander voor een breede trap op en bracht hem op de eerste verdieping in een klein vertrek, waarvan de vier wanden onzichtbaar waren door de rijen boeken, die er langs stonden. Het was het studeervertrek van zijn zwager. Toen ze binnen waren, sloot hij de deur en zei: „Hier kunnen we even rustig praten zonder vrees gestoord te worden." Montford gaf geen antwoord, liep naar de andere zijde van het vertrek en ging daar bij den schoorsteenmantel staan. Toen zei hij: „Wat wil je?" >,Ik ben bang, dat je mijn wensch niet zult inwilligen," antwoordde de ander. „Of zou je er wèl voor te vinden zijn morgen met mij het Kanaal over te steken?" ■Montford begreep oogenblikkelijk wat hij bedoelde: Baynes wilde naar Frankrijk gaan, omdat daar het duel nog niet verboden was! Hij verbleekte zichtbaar, want hij was een lafaard en antwoordde: „Ik denk er niet aaii!" Zijn stem klonk hard en rauw. Baynes keek hem met een verachtelijke uitdrukking in zijn oogen aan. Hij haalde zijn schouders op en zei: „Dat spijt me werkelijk. Ik weet wel, dat men mijn opvattingen vaak verouderd vindt, maar ik blijf erbij, dat het verkeerd is geweest, het duel in Engeland af te schaffen. Het is een bewijs, dat onze tijd gedegenereerd is. Bovendien, er zijn nu eenmaal gevallen, die op een andere manier niet kunnen worden opgelost. Althans niet op een eervolle wijze. Je zult hebben begrepen, dat een dergelijk geval zich op het oogenblik tusschen ons heeft voorgedaan." „Dat ontken ik niet," antwoordde Montford, trachtend zich een air van nonchalance te geven, „maar ik zie niet in, waarom we geen oplossing zouden kunnen vinden, die ook in Engeland mogelijk is." „Ik geloof niet, dat zoo'n oplossing makkelijk zal te vinden zijn," antwoordde Baynes kalm. „Ik wel," snauwde Montford. „Doe dus geen voorstellen, die toch onuitvoerbaar zijn!" Baynes lachte hoonend. „Ik begrijp je, je bedoelt de wet," zei hij. „Maar de wet kan m ij nooit genoegdoening verschaffen wanneer het gaat om een zaak, die mijn eer betreft. In Engeland is een duel tusschen ons onmogelijk en je blijft weigeren mee naar Frankrijk te gaan?" Montford wist niet zoo gauw, wat hij antwoorden moest. Hij begreep, dat hij den ander voldoening diende te geven of anders een verklaring, maar een verklaring is niet zoo licht te geven aan een man, die juist heeft gezien, dat ge zijn vrouw een kus gaf! „Kom, Baynes," antwoordde hij ten
laatste, „laten we nu practisch blijven! Het duel is zoo uit den tijd!" Baynes nam hem van het hoofd tot de voeten op en er verscheen een onzegbaar vernederende uitdrukking in zijn oogen. „Zoo," zei hij toen, „vind j ij het duel zoo uit den tijd? En denk je nu heusch, dat ik dat geloof en niet heel goed weet, dat je dat alleen maar vindt omdat je een lafaard bent?" Een diepe blos kleurde Montfords wangen. Zijn mondhoeken trilden verraderlijk. „Pas op," viel hij uit, „drijf me niet tot het uiterste!"' „Ik wou, dat ik dit kón!! Maar ik geloof nooit, dat je zóó te beleedigen bent, dat je je lafheid er door overwint!" „Het is geen lafheid!" schreeuwde de ander. „Jij bent juist laf, want je weet, dat ik nooit een revolver in mün hand heb gehad, en daarom wil je met mij duelleeren, omdat je dan zeker weet, mij te kunnen dooden zonder zelf ook maar eenig risico te loopen! Of dacht je ^oms, dat ik niet wist, dat jij de beste revolverschutter van heel Engeland bent?" Baynes glimlachte vaag. „Je hebt gelijk," zei hij. „Maar stel je eens voor, dat onze kansen a bsoluut gel ij k stonden, zou je dan wèl iets voor een duel voelen?" „Natuurlijk!" antwoordde Montford haastig. i „Goed! Je bent dus blijkbaar moediger dan ik dacht!" Baynes wreef zich in de handen, omdat hij zijn tegenstander precies daarheen dreef, waar hij hem wilde hebben. „Nu dat zoo is, kunnen-we de kwestie hier meteen uit de voeten maken." Hij ging naar een tafel, trok een la open en kreeg er een spel kaarten uit. „Alsjeblieft, die zullen dan beslissen!" Montford keek verrast op. „Wat bedoel je?" vroeg hij niet-begrijpend. „Dat zal ik je zeggen. Het is heel eenvoudig. We spelen kaart en de verliezer verplicht zich binnen vierentwintig uur een einde aan zijn leven te maken, en wel door zich dood te schieten! Vind je het goed?" .
Foto Godfr. de Groot HENK KLEINMAN, de Holiandsche regisseur, die „Zeemansvrouwen" op het witte doek zal brengen.
.
.
overwerkte ^ zenuwen kalmeeren en worden gesterkt door
" j£^. Buisje 75ct
"'S
Bij Apoth.en Drogisten
Montford begreep, dat hij in een val gelokt was. Zijn verbazing maakte plaats voor toomelooze woede. „Leelijk anachronisme!" schold hij. „Je bent krankzinnig of of je meent het niet. Neen, je kunt het niet meenen!" „Meende jij het, toen je mijn vrouw kuste?" „Dat wil zeggen " „Geen uitvluchten! Meende je het, ja of neen?" Montford, die begreep, dat er geetï ontkomen aan was, antwoordde: „Weineen! Hoe kom je erbij! Het was " „Het kan me niet schelen, wat het dan wèl was!" viel Baynes-hem ruw in de rede. „Als je het hadt gemeend, had ik misschien nog respect voor je kunnen hebben! Nu ben je een dubbele lafaard om de vrouw van een anderen man te kussen terwijl dit, zooals je waarschijnlijk zeggen wilde, maar een grapje was, en om den man van die vrouw de genoegdoening te weigeren, waarop hij recht heeft " „Man, je bent gek! Je zoekt er veel te veel achter. Het was een opwelling Ik vergat mezelf een oogenblik en en Enfin, ik praat niet meer tegen je! Bonsoir!" Hij wilde de kamer verlaten, maar Baynes plaatste zich vóór hem. „Wacht even," zei hij bevelend. „Je hebt er recht op te weten, wat ik doen zal als je mijn voorstel, om ons leven te spelen, niet aanvaardt. In de eerste plaats wil ik je zeggen, dat ik onmogelijk genoegen kan nemen met den toestand waarin jij me hebt geplaatst. Ik denk er niet,aan, om terwille van jou nagewezen te worden als de man, die bedrogen werd. Ik eisch daarom dat je mijn voorstel aanneemt of— het gevolg zal een schandaal zijn, zóó groot, dat je heele politieke carrière, waar je zoo aan gehecht bent, naar de maan is. Ik zal er voor zorgen in het vervolg een rijzweep bij me te dragen en overal waar ik je in het openbaar ontmoet, zal ik je er een slag mee midden in je gezicht geven en je afrossen, tot je niet meer loopen kunt! Daarna zal ik mijn advocaat opdragen de noodige stappen te doen voor een echtscheiding en jou aangeven als de schuldige! Ziezoo, nu weet je waar je je aan te houden hebt en nu kun je gaan!" De ander bewoog zich echter niet. Zijn gezicht werd lijkbleek. „Maar Maar dat is afschuwelijk!" riep hij uit. „Je bent een monster! Een " „Een anachronisme!" vulde Baynes glimlachend aan. „Je hebt gelijk: ik ben nog conservatief genoeg, om een dergelijk schandaal te veroorzaken!" „Maar maar dat zou mijn ondergang beteekenen! En dat alleen omdat ik mij even vergeten heb " Montford werd driftig. „Wind je niet zoo op, man!!" ant-
-^TT • :-.:■-• -v^ / :
woordde Baynes nog steeds even kalm. „Als je je carrière wilt behouden, kunnen we'immers om ons leven kaarten! Dat zou m ij ook wel zoo lief 'zijn en bovendien je bent er feitelijk al reeds toe verplicht!" Montfords oogen gloeiden koortsach tig. „Nu, goed dan," riep hij uit. „]l m noodzaakt me, op je krankzinnige' ideeën in te gaan. Je zult je zin hebben, maar ik «eg je, dat het misdadig is!" Baynes antwoordde niet eens. Hij schudde de kaarten, liet Montford coupeeren Wat zullen we spelen?" vroeg hij. „Zullen we ieder om de beurt drie kaarten trekken en wie de meeste oogen heeft tot winnaar verklaren?" Hij zette zich aan tafel en Montford volgde zijn voorbeeld. „Het kan me niets schelen," antwoordde de laatste. „Het is en blijft een groote dwaasheid van je, Baynes!" Baynes negeerde zijn opmerking. Zijn handen trilden niet eens, toen hij het spel kaarten voor Montford op tafel legde en hem verzocht het eerst te jtrekken. Met trillende vingers voldeed deze aan zijn verzoek— Den eersten keer trok Montford de meeste oogen; den tweeden keer was het Baynes. „Nu nog een keer," zei deze. „Dan is het beslist!" „Ik vervloek het!" riep Montford opeens uit, terwijl hij naar zijn keel greep en de kaarten met zijn hand van de tafel sloeg. Hij had het zoo benauwd, dat hij dacht te zullen stikken. „Zooals je wilt!" Baynes raapte de kaarten op. „Je weet wat er nu gebeurt: de rijzweep, de aframmeling en echtscheiding!" Montford vloekte. Hij richtte zich hoog op, deed een bijna bovenmenschelijke inspanning zich te beheerschen, greep de kaarten en schudde ze. „Vooruit dan!" siste hij. „Goed," zei Baynes onbewogen. „Je kiest de verstandigste partij!" Hij trok. „Drie tienen!" zei hij zoo gewoon, alsof het een spelletje kaart om een fiche gold. Het gezicht van Montford vertrok zich akelig; het was geheel verwrongen toen hij zijn hand uitstak om ook drie kaarten te nemen. Terwijl hij ze omkeerde om te zien, wat hij getrokken had, vielen ze uit zijn hand. Toen gleed hij onderuit op zijn stoel en slaakte een diepen zucht. Voor hem op tafel lagen een aas, een heer en een vrouw! Baynes was de eerste, die de onheilspellende stilte verbrak. „Je hebt gewonnen," zei hij, zijn stoel achteruit schuivend en opstaand zonder dat ook maar één spier op zijn gezicht vertrok. „Bonsoir!" „Neen, neen!" hijgde Montford, zich
BEZOEKT HEX
LUXOR PALAST XE ROXXERD AM
let* -"1$
DE BEKENDE KAPELMEESTER HAKKIE DAVIDS, moet altijd Iets verslinden. Zijn het geen noten, dan maar druiven I
over de tafel heen buigepd en zijn armen naar den ander uitstrekkend, als wilde hij hem smeeken te blijven. „Laten we alles vergeten. Doen, alsof er niets gebeurd is! Ik ik...." Met een gebaar legde Baynes hem het zwijgen op. „Het spijt me voor jou," zei hij, „dat je een eerezaak blijkbaar moeilijk begrijpen kunt! — Bonsoir, Montford!" Hij draaide zich om ep liep op zijn teenen de kamer uit. Montford sprong op; hij wilde Baynes tegenhouden. „Wacht even!" riep hij. Maar de ander had de deur reeds achter zich dichtgetrokken en hoorde hem al niet meer. Montford verborg zijn hoofd in zijn handen en snikte als een kind. Zoo bleef hij geruimen tijd zitten Vijf minuten later reden Baynes en zijn vrouw reeds in hun ^uto naar huis. Het was nog vroeg, en op een anderen avond zou zij zeker hebben gevraagd te mogen blijven, doch nu was ze zelf maar al te blij te kunnen heengaan. Geen van beiden sprak een woord; zwijgend reden zij tot aan huis, waar hij haar in de hall goedennacht wenschte, voorgevend, dat hij nog te werken had. Koel en vormelijk klonken zijn woorden als sprak hij tegen een hem onbekende vrouw. Als een hond, die geslagen is, begaf zij zich naar boven, naaf haar kamer, waar ze schreiend op een stoel neerviel en op hem wachtte..;, pén uur, twee uur— Toen kon ze het niet langer uithouden en begaf zich naar zijn kamer. Hij hield op met schrijven en wendde zijn hoofd om, toen hij dp deur hoorde opengaan. Zijn gezicht zag aschgrauw.. „Waarom kom je niet boven?" riep ze uit. „Wat doe je? Weet je wel, hoc laat het al is " Ze sprak vlug, struikelend over haar woorden. Met een gebaar van zijn hand kalmeerde hij haar. „Ga naaf bed," zei hij. „Je ziet er vreeselijk verjnoeid uit!" Ze wilde wat zeggen, maar kon het niet, en begon te schreien. Hij stond op en ging naar haar toe. „Niet huilen," zei hij, en voor het eerst dien avond was er een gevoeliger klank in zijn stem. „Ga slapen!" Maar ze begon nög harder te snikken en onder haar tranejn door riep ze: „Ik moet met je praten! Je vertellen— uitleggen " Hij haalde met een moe gebaar zijn schouders op. „Waarom?" vroeg hij alleen. „Alles is immers duidelijk!" -26-
„Neen, neen!" Ze gilde het bijna uit. „Neen, het is niet duidelijk! Je vergist je! Er is wel wat uit te leggen! Maar je maakt, dat ik het niet kan door je koelheid, je hooghartigheid, door je— ik weet niet, hoe ik het noemen zal— Door je anachronisme! Maar je bent niet eerlijk tegen mij! Als je slecht van me denkt, waarom zeg je het dan niet en geeft mij de kans, mij te rechtLvaardigen? Nu veroordeel je me, zonPder me gehoord te hebben! Ik ben misschien dwaas geweest, wat te luchthartig, maar ik heb niets slechts gedaan! Niets! En die kus, dien Montford mij gaf—" haar wangen kleurden zich van verontwaardiging, „dat was een beleediging en ik had hem ervoor willen striemen, maar toen kwam jij juist en door je gedrag heb je het mij onmogelijk gemaakt, hem ervoor te straffen! En zélf deed je het ook niet! En— en ik had hem juist verteld, dat hij zijn attenties voortaan voor zich moest houden, want dat ik niet wilde, dat er over ons gepraat kon worden— Hij had het nog nooit gedaan; ik bedoel, hij had me nog nooit een kus gegeven en ér was. ook nooit een verhouding tusschen ons, die rechtvaardigde, wat hij vanavond heeft gedaan. Ik was er zelf zóó verbouwereerd door, dat...." Baynes voelde, dat haar verontwaardiging echt was, dat zij de waarheid tegen hem sprak en nog eeit zij gezegd had, wat zij allemaal had willen zeggen, was hij op haar toegetreden en had hij zijn arm om haar heen geslagen. Haar woorden waren hem nectar met gal vermengd geweest. Hij had eruit gehoord, dat zij nog van hem hield, dat zij eerlijk en trouw tegenover hem was, maar ook, dat hij zijn leven zou moeten offeren op het oogenblik, waarop het hem het meest waard was: nu hij de vrouw had teruggevonden, waar hij meer van hield dan van zichzelf en die hij niet verloren had. „Lieve!" vleide zijn vrouw. „Engel!" kreunde hij. — Ó, was zij maar boven gebleven, dacht hij, hoc makkelijk zou alles dan geweest zijn en hoe moeilijk was het nu! Want hij moest doen, waartoe hij zich verbonden had: hij had gespeeld om een hoogen inzet en die inzet moest voldaan worden! Nu eerst besefte hij hoe verkeerd hij had gedaan; hij was geëindigd; waar hij had moeten beginnen: met de verklaring van zijn vrouw. Stil, leunend in eikaars armen, beiden in heel verschillende gedachten verdiept — zij blij, dat alles nu begrepen was; hij ten doode bedroefd om zijn krankzinnige overijling — stonden zij ir zijn kamer, waar op zijn schrijftafel de brieven lagen, die hij als afscheid en laatste wilsbeschikking had geschreven. ....Opeens werd er gebeld. Verschrikt sprongen zij overeind en keken elkaar ontdaan aan.
m mmmi
■■^S'V-
r
•;:'-.',.
—«WVN*-
e N.V. „Het Oost-Nederlandsch Tooneel", directie Dr. Wijnand Frans en Albert van Dalsum, vergastte ons in den Hollandschen Schouwburg te Amsterdam op een opvoering van Max Mohr's tragi-comedie „De Karavaan". We moeten de directie dankbaar zijn, dat ze ons in de gelegenheid heeft gesteld met dit interessante tooneelwerk kennis te maken; een onverdeeld genot was deze kennismaking echter niet. Het stuk heeft zeer veel goede hoedanigheden, maar Mohr wist zeker geen goede oplossing voor zijn moeilijke problemen te vinden! De ontknooping in het vierde ) bedrijf is grenzenloos naïef. Daarbij komt nog, dat het woestijndécor van het laatste bedrijf niet gelukkig gekozen is. Het spel was uitstekend, vooral den jongen acteur J. Cruijs Voorbergh als Kaléve, de manke danser, komt een woord van lof toe. Sara Heijblom was een ietwat koude Leontine; Henri Kerens beeldde den koopman Garilan zeer beheerscht uit. Ph. la Chapelle maakte van den handelsagent Sandmann een kostelijk type, zonder in overdrijving te vervallen. Het geheel was een uitstekende voorstelling van een comedie, die met een beter slot een succes had kunnen worden. H. IVER.
SCÈNE UIT HET EERSTE BEDRIJF
SARA HEIJBLOM EN HENRI EERENS
r voouw^
BIEVEMPO
De Amsterdamsche première van A. J. Zoetinulder's „De vrouw, die verloor", werd door de N.V. „Het Schouwtooneel" in den Stadsschouwburg gegeven. Dit spel uit de schilderswereld vertoont zeer veel goede hoedanigheden, al zijn Zoetmulder's bohémiens nogal bezadigde menschen. Het best getypeerd is de gemoedelijke professor Damman, door Lou Ezerman alleraardigst gespeeld. De vrouw, die verloor, is de jonge schilderes Liesbeth. Haar verlies van den man, dien zij bemint, is eigenlijk winst, want de man in kwestie is niet veel bijzonders. Ten eerste schildert hij slecht en ten tweede is zijn karakter niet veel zaaks, Liesbeth speelde Jettie van Dijk-Riecker; de man, dien zij verloor was Jacq. Snoek. Pine Belder was het rijke weeuwtje, die ten slotte dezen slechten schilder won. U ziet: een spel yan geven en nemen, onder regie van Adriaan van der Horst uitstekend ten tooneele gebracht. E. W. JACO. SNOEK
JETTY VAN DUKKIECKEB
r
Veivolg op pag. 26
OPLEIDING DAMESKAPPEN Lessen Dinsdag- en Donderdagavond
L. HENSKENS. Leldschestraat 76>78. Professeur van de Académie te Paris.
LENA KLEIJ
HEIN HARKS
LOU E2CBMAN
•A/V*.
«•NA^-
27 -
JAAP VAN DER POL
^
„Wie kan dat zijn, nu nog, zoo laat?" vroeg hij verbaasd. Hij ging naar zijn bureau, sloot de brieven in een la en liep " naar de voordeur. Luisterend bleef zij in de kamer. Opeens hoorde zij een stem; de stem van Montford. „Gelukkig!" hoorde zij hem zeggen. Ze hoorde, hoe de deur weer gesloten werd en toen de stem van haar man, die vroeg: „Wat kom je doen?" „Ik was bang, dat ik te laat zou zijn," zei Montford nu weer, gejaagd. „Hoor eens. Bay nes, je moet het niet doen! Ik ben hierheen gekomen om je te vertellen, dat je dien anderen weg kunt volgen, als je wilt.' Je weet wel, dien van het schandaal! Ik zal er me aan onderwerpen!" Eén oogenblik was de verleiding Baynes bijna te sterk. Hij had het wel kunnen uitjubelen, den ander om zijn hals kunnen vallen. Maar toen nam hij opeens weer zijn pose aan, de pose van het „anachronisme" en met een hautain gebaar wierp hij het denkbeeld van zich af. „Moet je ons daarvoor, op dit uur, lastig komen vallen?" vroeg hij koel. „Hoe durf je! Je hebt met de gansche zaak niets meer te maken! De beslissing is gevallen en ik vind het een beleediging, dat je ook maar één seconde hebt kunnen denken, dat ik van je aanbieding gebruik zou willen maken!" „Ja maar, de heele geschiedenis -is zoo krankzinnig! Dat heb ik je al gezegd, voordat we begonnen te spelen! Wat we gedaan hebben is uit den tijd; dat gebeurde vroeger, maar nu niet meer " „Je zult merken, dat je het mis hebt, dat het nog wel gebeurt in onzen tijd door menschen, die weten, wat hun eer waard is! — En nu, nogmaals bonsoir! Er is niets meer te zeggen, geloof ik!" Montford aarzelde. Toen wendde hij zich opeens resoluut tot Baynes. „Er is nog wèl iets te zeggen," viel hij uit. „En nog wel iets zeer gewichtigs: ik heb valsch gespeeld!" Baynes' oogen schoten vuur; de kleur kwam terug in zijn wangen. „Jij speelde valsch?" vroeg hij, met een zonderlingen nadruk op ieder woord. „Ja! Je weet wel, dat ik de kaarten op den grond geworpen heb? Welnu,
van die gelegenheid heb ik gebruik gemaakt!" Er viel een last van Baynes' schouders. Hij voelde zich als iemand, die staande op 't schavot, gratie krijgt. Zijn stem klonk echter nog steeds even beheerscht, toen hij vroeg: „En wat denk je nu te doen?" „Niets," zei de ander brutaal. „Je hoeft er heusch niet op te rekenen, dat ik me voor mijn kop zal schieten! Jij kunt de maatregelen nemen, die je reeds genoemd hebt, maar ik denk er niet aan, mij te dooden!" Baynes deed de deur voor hem open. „Maak je niet ongerust," zei hij. „Ik denk er niet aan, verder met je over deze zaak te praten! Bonsoir!" Schouderophalend ging de ander heen. Toen Baynes weer in de kamer bij zijn vrouw terugkwam, zag zij, dat zijn
gezicht geheel veranderd was. Zijn oogen straalden weer; de akelige grauwe bleekheid was weg. Hij sloot haar in zijn armen en ze voelde, hoe er een traan van hem op heur hand viel Waarom hij schreide, wist hij zelf niet: was het, omdat hij zijn vrouw en zijn leven terug had of was het, omdat die Montford zichzelf had opgeofferd om hem te redden? Want dat wist Baynes heel goed: dat Montford niet valsch had gespeeld, dat hij het slechts had gezegd om hem van zijn anachronistische dwaasheid terug te houden En hij voelde, dat Montford eigenlijk grooter held was, dan hij had vermoed.... Nimmer heeft zijn vrouw de verandering begrepen, die er over hem gekomen is sinds dien dag. Zijn anachronisme was van hem afgegleden als een mantel.
fflyt? Officieek Vrovw E&n verhaal uit den tijd toen de Czaar nog óver Rusland heerschte door RICHARD H. SA VA GE Doch terwijl zij lachte, babbelde en at, begon ik te denken en toen al de moeilijkheden van mijn positie mij duidelijk werden, hield ik op met eten, begon te drinken en werd stil en somber. Even daarna, toen de kellner weg was, prevelde zij met een koket lachje: „Het schijnt u niet erg te bevallen, dat gij mij een uur of wat langer tpt uw last hebt." „Dat is het niet, maar daarna" mompelde ik. „Verbeeld u, dat de Weletsky's mij aan het station zien met u. Verbeeld u, dat n>ijn aankomst aan mijn dochter getelegrafecid is, en dat zij bij hen isl Zoudt gij denken, dat zij u voor haar moeder zou aanzien, al beschouwt ook iedere spoorwegbeambte u door den pas ais mijn vrouw ?" „Is uw dochter te Rjasan?" vroeg zij. „Zeker." „En hebt gij haar vandaag uit Eydtkuhnen getelegrafeerd ?'* „Dan kan _ uw dochter onmogelijk morgen te St.-Petersburg zijn." „Gij schijnt goed op de hoogte, naardat gij in Rusland vreemd zijt," zei ik op mijn sigaar kauwend. „Ik weet er genoeg van om dit met zekerheid te aeggen," riep zij onstuimig; toen van toon veranderend, stamelde zij: „Om met zekerheid te kunnen zeggen, dat gij er spijt van hebt, mij onder uw hoede genomen te hebben." „Zeker niet," zeide ik. Maar opeens vroeg ik: „En onze valsche pas?" Zij werd zeer bleek en fluisterde: „Zult gij mij hier achter laten — hier alleen — gij, Arthur, gij!" Zij wankelde naar mij toe en nam mijn hand, die zij stom en toch welsprekend liefkoosde, zoodat ik. mij zoo trotsch gevoelde als een Indiaan met een nieuwe scalp. / „Nooit!" riep ik. „Dwaas kind, ik noemde slechts de moeilijkheden, die ons omringen, om aan uwe onwetendheid de strikken duidelijk te maken, die mijn ondervinding mij leert zien — om u voorzichtig te maken." „Voorzichtig!"' zei zij, op haar manier zeer ernstig; „wees niet bang voor mij; ik zal de bescheidenheid zelve zijn." En toen riep zij, opeens levendig wordend. „Ik moet u heusch verzoeken vanavond geen wijn meer te drinken. Als gij het niet ■ laat zal ik — zal ik echtscheiding vragen, ondeugende man." Dit werd gezegd met een waarschuwend opgeheven vinger en twee lachende oogen, die mij meer van streek brachten dan de champagne, dien ik dronk. Ik liet dus alle zorgen varen en ons avondmaal eindigde zeer vroolijk. Doch de pendule op den schoorsteen herinnerde mij, dat de tijd voorbijging. Ik schelde den kellner, betaalde de rekening en schonk den eerbiedig buigenden man een paar roebels. Mevrouw Dick gaf mij haar portemonnaie.
DE ORDE STUDVEIRS-OOPERA. (Ceniraat'Theater, Amsterdam)
J
NV. KLKKDFRMAKF.RII
[
u
0ld Bond Sfrccr
DAMES- F,N HF.ERBNKU-EDING NAAR MAAI LEIDSCHESTRAAT 19 TELPFDON ? I 6 1 .
"»—
—
De N.V. „Het Oost-Nederlandsch Tooneel" maakt het zijn leden niet gemakkelijk. Een tooneelwerk als „De drie stuiversopera" stelt aan de uitvoerenden zeer zware eischen. En we zouden zeer onredelijk zijn, als we de kleine tekortkomingen zwaar aanrekenden. Ook de beroemde voorstelling van de „Drei Groschen Oper" te Berlijn had zijn foutjes. Niets op de wereld is volmaaktl De rol van Maccie de Steker (Dick van Veen) eischt, dat de vertolker kan zingen, dansen en tooneelspelen. En dat is heusch een beetje veel verlangd. Maar regisseur Defresne kan tevreden zijn met het bereikte. Hij gaf ons een goede voorstelling van een zeer interessant werk. Van links naar rechts: Nel Knoop, Dick van Veen en Willy Haak.
„Waar is dat voor?" vroeg ik verbaasd. „Voor mijn uitgaven," antwoordde zij schielijk. „Mevrouw Dick Gaines moet haar eigen reis bekostigen." „Doch Mevrouw Arthur Lenox ...." begon ik. „Zal het óók doen," fluisterde zij. „Weiger mij dit niet! Mijn hemel, is mijn positie niet lastig genoeg? Moet ik bovendien nog iederen keer blozen, als ik u uw portefeuille zie openen? Neem dit geld! Gij moet, gij zult; zoo niet —- dan is alles uit." Zij dwong mij een handvol briefjes aan te nemen en zei: „Nu kan ik u morgenochtend met een goed geweten een ontbijt vragen!" Wij stonden op om heen te gaan. „Spijt het u niet, dat gij mij te Wilna nog niet kwijtraakt ?" vroeg mijn protegee glimlachend. Toen waarschuwde zij mij spottend: „Pas op, Arthur! Die man kijkt naar ons. Voor een echtgenoot zijt gij veel te galant!" Want ik wikkeldei haar in haar pels, met een langzame, doch teedere zorgvuldigheid, die weinig op de gewone achteloosheid van een getrouwd man geleek. Een oogenblik later liepen wij gearmd de trap af eh tusschen de nieuwsgierigen door, die met wijdgeopende oogen de mooie Amerikaansche Sarina nastaarde«. Toen ik langs het kantoortje ging wenkte de klerk mij. „Neem mij niet kwalijk, • kolonel Lenox; zoudt gij uw naam willen teckenen en mij veroorlooven uw pas na te zien ? Het is slechts voor den vorm, doch de bevelen der politie moeten opgevolgd worden," zei hij vol eerbied. Er bleef mij niets anders over, dan
LAEWRENCE TIBETT, de bekende opera-zanger, schijnt zich zeer te verheugen omdat hij in een toonfilm van de MetroGoldwyn-Mayer zal optreden.
-29-
- 28 ■
w«»»«re. -^«mifumMt w^mpmqmii^rimm'
CORPULENTE DAMES I DIT IS EEN WENK VOOR U. Over de geheele wereld doet Kruschen Salts een beroep op meisjes en dames, die streven naar een aantrekkelijk, slank figuur, dat zonder twijfel bewondering- zal wekken. Hier is het recept dat vet verdrijft en de natuurlijke aantrekkelijkheid, die iedere vrouw bezit, tot uiting brengt. — Neem iederen morgen voor het ontbijt een theelepeltje Kruschen Salts in een glas warm water. Doe dit iederen morgen, want het is juist de „kleine dagelijksche dosis" die het vet doet verdwijnen. Sla geen morgen over.DeKruschen-gewoontebeteekent dat ieder deeltje giftige stof en schadelijke zuren en gassen uit Uw lichaam verdreven worden. Tegelijkertijd worden maag, lever, nieren en ingewanden krachtiger,en zuiver frisch bloed,dat de zes levenszouten bevat, stroomt naar ieder orgaan, klier, zenuw en vezel van Uw lichaam en hierna komt de „Kruschen-stemming": heerlijke gezondheid en werklust die tot uiting komt in vroolijke oogen, frissche huid, opgewekte levendigheid en bekoorlijk figuur. Koop een flacon Kruschen Salts van f 0.90 bij Uw apotheker of drogist, toereikend voor twee maanden (groote flesch, 3x1 flac, f 1.60) en wij twijfelen er niet aan of U zult tevreden zijn over de resultaten. in het boek van het hotel te schrijven: „Arthur Lenox en echtgenoote"; alweer een leelijk geval als de ware mevrouw Lenox ooit bij ongeluk deze bladzijde te zien zou krijgen. Bij de woorden van den klerk had mevrouw Dick mij plotseling verschrikt aan den arm getrokken. Terwijl ik teekende, keek zij over mijn schouder en riep den man toe: „O, die passen — die passen! Wij hebben den onze al zoo dikwijls moeten vertoonen, Arthur, dat hij wel haast versleten zal zijn!" Toen klemde zjj zich aan mij vast en toen wij den duisteren weg naar den trein opgingen, fluisterde zij: „Ik ben iederen keer zoo bang als zij naar dien akeligen pas vragen. Wat zijt gij toch lief en goed, dat gij zoo zorgt voor een dom schepseltje als ik." Ik antwoordde niets op dit compli ment; ik streek slechts mijn snor op, die nog gitzwart is — dank zij een Oostersch middel, dat ik kreeg van Ali Khan, een barbier te Alexandrië, toen' ik bij het leger van den Khedive diende — hoewel de man van de wereld in mij zijn eigen gedachten hieromtrent had. Weldra bereikten wij den trein. Wij stapten onzen coupé in en mevrouw Dirk bet zich met een zucht van verlichting in de zachte kussens vallen; de verschillende aandoeningen gedurende ons verblijf te Wilna schenen haar zenuwgestel sterk aangegrepen te hebben. Ik keek op mijn horloge; wij hadnog een kwartier tijd eer wij vertrokken. Het was erg koud en ik sloot het portier. „Dank u," zei ze mat. ,,lk... ik ben zeer vermoeid. Zoudt u mijn hoed willen ophangen ? O, gij doet veel te veel moeite!" Want met teedere zorg hielp ik haar de met bont gevoerde shuba afdoen. „Kan ik nog iets voor u doen ? Gij ziet er zoo vermoeid uit," fluisterde ik, toen dit gedaan was en zij weer kwijnend en mat in de kussens neer zonk.
■
■4
■
-i
_
T
Bij Apoth. en Drogislea
„Mijn pantoffels," fluisterde zij. In een oogenblik had ik in haar taschje de beide kleine muiltjes opgezocht en staarde verbaasd naar het fraaie Fransche maaksel en borduursel. Opeens gaf zij verschrikt een gilletje, want ik was nedergeknieid aan de lieve voetjes, die klein genoeg waren om in zulke pantoffeltjes gestoken te worden en met al de vlugheid van een kamenier en met al de courtoisie van het oude régime, waarop ik boogde, begon ik de Poolsche laarsjes van mijn vermoeide reisgenoote los te rijgen. Na een oogenblik aarzehng liet zij mij begaan en met de deftigheid van een marquis uit den ouden tijd, ontdeed ik haar van haar laarsjes en trok haar zorgvuldig de pantoffeltjes aan, die, hoe klein zij ook waren, toch nog te groot schenen voor de fraai gevormde voetjes, die er in moesten. Lachend riep ik: „Wat zou Dick Gaines hiervan zeggen?" Plotseling werd er aan de deur geklopt. Toen ik opendeed, vloog Hélène op met een angstigen blik als van een wild dier. Buiten stond de conducteur met zijn pet met gouden band in de hand. „Wil mijnheer mij mijn vrijheid vergeven ?" vroeg hij. Ik knikte van ja. „Het spijt mij, dat ik u om een gunst moet verzoeken. De trein is erg vol." „Zeg wat gij verlangt," mompelde ik, terwijl mijn stem vreemd klonk. „Prinses Palitzin en haar zuster uit Warschau zijn in den trein. Mevrouw heeft den eenigen grooten coupé," stamelde hij met een diepe buiging. „Zou mevrouw zoo vriendelijk willen zijn, hem met de dames te deelen, terwijl aan mijnheer een andere coupé zou aangewezen worden?" Ik was woedend ejp. op het punt te roepen: „Laat prinses Palitzin naar de maan loopen!" Doch mevrouw Dick zei met een welwillend lachje, dat den beambte in ver-
iukking bracht, vroolijk en levendig: „Welzeker, mijnheer 1" De conducteur vloeide over van dankbaarheid. „Het spijt mij zeer, dat ik een vriend van kolonel Petroff moest lastig vallen, doch..." „Dat hindert niet," viel Hélène hem haastig in de rede. „Ik ben er van overtuigd, dat gij zult doen, wat gij kunt voor mijn — armen verbannen echtgenoot I" Dit laatste werd met een schelmschen blik op mij gezegd. De man boog en vertrok. Iets in mijn gelaat deed Hélène lachen. „Mijn goede, lieve Arthur," fluisterde zij, „ziet ge niet, dat dit het beste is, wat ons kan overkomen? Als wij met zulke groote dames als de prinsessen Palitzin reizen, zal niemand naar onzen pas of onze omstandigheden durven vragen." De conducteur kwam terug en bracht mijn kleine bagage n^ar een coupé voor twee personen, waarin reeds een heer zat. Hélène liet ik mijn romans houden, voor als ze soms wat wilde lezen. De twee prinsesserj kwamen binnen. De conducteur had hpn zeker van onze bereidwilligheid verteld. Zij begonnen Hélène haastig te bedanken in de taal van haar land, waarop mevrouw Dick, die weer vroolijk en levendig geworden was, glimlachend in l^et Fransch zeide: „Excuseer mij, ik spreek geen Russisch." De voorname dame antwoordde dadelijk in dezelfde taal. Zij dankte mij ook zeer beleefd, en ik antwoordde hoffelijk. De oudste dame was mooi en had iets gebiedends; de jongste, waarschijnlijk achttien jaar oud, had een frissche, meisjesachtige schoonheid en bezat die bijzondere bevalligheid, die wij zoo dikwijls bij de Russen uit den hoogen stand aantreffen. „Is mijnheer Amerikaan?" vroeg de oudste. Ik boog. „En mevrouw ook?" Mevrouw Dick knikte lachend. - * „Nu ga ik u verlaten," stamelde ik. Mijn stem klonk zoo treurig, dat Hélène even lachte, doch direct daarop fluisterde zij bewustvol: „Wees niet zoo boos! Mijn lieve, goede Arthur, — goeden nacht." „Goeden nacht," antwoordde ik dof. Ik bezweek voor de verzoeking, mijn voordeel met de omstandigheden te doen en drukte een teederen kus op de twee rozenlippen, die onder mijn snor schenen te trillen! O, wat bloosde zij lief! Haar blos werd nog dieper, toen de
1* !■>
Ék D/ms/nsT/ruur vXRVANHINTE
^—___
WÊÊÊÊw I^^^^^^H
smsTcaüAM
nciuatwcoic-ia rei siw
PRIVÉ-LESSEN RHYTMISCHE GYMNASTIEK ■■
Wat JMme FrieJl Dotza de charmante vertolkster van
K ^^
„FRIEDERIKE"
r
zegt van onze mooie „Fahrner sieraden :
B?^?^ ^^V. • ^W'i '
oudste prinses iets in het Russisch tot haar schoonzuster zeide, die met lachen antwoordde. Ik stapte in mijn coupé. De kus, dien ik nog op mijn lippen voelde, had mij eenigszins in de war gebracht. De gedachte aan twee lieve blauwe oogen, die mij te Parijs wachtten, en die voor één oogenblik vergeten schenen bij de bekoorlijkheden en de toovermacht van mijn schoone beschermelinge, deed mij echter mijn verstand herkrijgen. Ik voelde, verkeerd gedaan te. hebben. Ik werd uit ' mijn overpeinzing gewekt door een bijzondere stem, die half in 't Russisch, half in 't Duitsch zei: „Mijnheer is zeker Amerikaan?" Toen ik den coupé doorkeek, zag ik dat het mijn reisgenoot voor den nacht was, die gesproken had; een dikbuikig mannetje met een Teutoonsch gezicht, kleine, doordringende Tartaarsche oogen en Fransche knevels. Hij was goed, doch niet opzichtig gekleed, en zag er uit gis zestig ]aar, hoewel hij waarschijnlijk niet ouder was dan vijf en veertig of vijftig, want de blauwe bril, die zijn oogen bijna geheel verborg, maakte hem ook nog ouder. Ik antwoordde beleefd op zijn vraag, er met de gewone bondigheid van mijn land bijvoegende, dat ik oud-officier van het Amerikaansche leger was en tevens oud-officier van legers van verschillende andere landen. „Gij zijt een vriend van prinses Palitzin," zei hij en vervolgde met iets als jaloezie in zijn stem: „Amerikanen zijn overal in Europa gezien." Ik was een beetje gepikeerd over deze woorden en wilde dien hier eens op zijn plaats zetten. Ik antwoordde dus: „Ik kom hier om de Weletsky's te bezoeken; mijn dochter was .getrouwd met den jongeren broeder van Constantine Basilius, een der helden van Plewna, die in Japan stierf." „Ah 1 familie van de Weletsky's 1" Aan zijn toon hoorde ik, dat ik in zijn achting gerezen was, wat begrijpelijk was, want ik had een der oudste en meest aristocratische familiën van Rusland genoemd.
- ' v
-
B^^^l ■Hl ^BH K ^ Hfc
B
^^^J^H
„Warum ich fanrner-Scnmuck jetzt trage? „Weil er oer iSckonste — oKne Frage 1
ML Tn^e^ka Üezt ,.Fabrner"'rinq mel aniazonilh, ciilceihüne, oni/x o/ anderen Meen
f.14.50 Wnt ..Fahrner"-sieraden zijn kunt U in onze, etalages zien. Alle sieraden zijn geheel in zilver gevat en met echte stcenen samengesteld.
Fried! Dotza ab „Friederike".
*
*
BELANGRIJKE MEDEDEELING VOOR' ONZE ABONNÉ'S
Zooals U bekend is, ontvangt elke abonne, die een nieuwen abonné aanbrengt, als premie een boek. Het enorme succes, "^^^^^ dat wij hiermede hebben, heeft ons aanleiding gegeven nog iets verder te gaan. Wij hebben thans de hand gelegd op een serie boeiende romans, mooie gebonden boeken, waarbij er zelfs zijn met een inhoud van ruim 350 bladzijden. Bovendien ontvangt elke abonné, welke 10 nieuwe abonné's heeft aangebracht, een — aardig boekenkastje ter opberging van deze serie -31 -
OE AOTOBU
TEKST VAN TEDDY VAN NEREVALK
MUZIEK VAN DAAN NIEUWENHUYZEN
f *£
Hen a.u,.tö. bu^ctat
Allegretto.
iöeenüliMa,dat
Jf Jl JTJ
r rr
|I|J
Ml rr
ll
. ' ' i 'i ''r i \^^è±M± jg^ S = r B^
AMä^^trAifen dMort ^ VtoArJnje^je
wordt, je erinrijdt.töt ^angetiiriehgchver. .wordt. Je riv.zieiitiei riv.z<ëtmetjee ^^
^^
S Ü §
^^
^
^P
i
^^
i
fe ^ ^
r
yccr rip J'J r ir v i rT nrr r 1^*^=* e-veM.W(clfye kramtenbiti^tje ru^j, .
W^.-Meerjetvee^pvooRw^u-tidoet^aMjJi^
j/
=r7^Je botst, je hotst, je schudt, je wipt Als bij 'n storm op zee. Je zwaait naar links, laveert naar [rechts. Je hobbelt weerloos mee. Een ritje in zoo'n autobus. Daar moet niet mee gespot. Je eten rammelt door elkaar,... Het wordt gestampte pot!
Een autobus, dat is 'n dinge, Dat langs de straten snort. Waarin je, als je er in rijdt. Tot slangrenmensch verwordt. Je ruziet met je evenwicht. Je kromt en buigt je rug; Wanneer je twéé stap voor[waarts doet..., Dan glijdt je r zès terug I
Je Je Je Je Je
darmen raken in den knoop. lever charlestont. nieren huppelen als dol heele lichaam rond. schokt en trilt van top tot [teen. Je rammelt door mekaar En zoekt je corpus aan het slot... Als 'n legkaart bij elkaar I
ZOMERTIJD: GRAMOPHONE-TIJD111 DE ..HIS MASTER'S VQ I C E" KO F F E R G R A M O P H O N E 500/o MEER OELUIDSVOLUME 2/2 MAAL MEER OCTAVEN DAN ELK ANDER MERK In zwarte uitvoering met nikkelen monteering f 00.—
In blauwe, roode, grijze of groene uitvoering met nikkelen monteering f 100.—
In fijn rood leder met zwaar vergulde monteering f125.—
FRANCO DOOR NEDERLAND BIJ:
N.V. WILLEM SPRENGER'S Gramophone-handel HoofdmagazUn: PASSAGE 46. Filialen! L.v. MEERDERVOORT 60a en 453, DEN HAAO Specialiteit in „HIS MASTER'S VOICE'' TROPEN-ORAMOPHONES. Oegarandeerde overkomst K»ij«cHc en Administratie i Oalgewater 22, Lelden. Tel. 760
DIANE KLUS.
\ Verschont wefcelQlw - PrU» per kwartaal.
e
ledte, da* ditmaal van LOUIS DAVIDS Is. bevindi zich nn oaoina 20