Trouw in de stijl van Gods koninkrijk ? Over een symposium in Assen-Zuid* Afgelopen woensdag 21 maart was er een symposium in Assen-Zuid n.a.v. de synodebesluiten van Amersfoort over huwelijk en echtscheiding; hoofdspreker was dr. A.L.Th. de Bruijne die tijdens een inleidend woord de “geestelijke vader” van deze synodebesluiten genoemd werd. Als voorbereiding op dit symposium werd een boekje de gemeente rondgestuurd met verschillende bijdragen waaronder ook een bijdrage van De Bruijne. Voor diegenen die kennis genomen hadden van de synodebesluiten en onderliggende rapporten kwam zowel in boekje als bijdragen scherp tot uitdrukking dat maar de helft van het verhaal verteld werd. De stijl van het Koninkrijk In het boekje wat de gemeente werd rondgestuurd schreef dr. de Bruijne ondermeer: Op de achtergrond van de besluiten van Amersfoort speelt de zogenaamde ‘stijl van het koninkrijk’ een belangrijke rol. De bestaande situatie rond huwelijk en echtscheiding liep in meerdere opzichten vast. Zo zag je dat kerkenraden zich soms in allerlei bochten wrongen om bepaalde echtscheidingen of volgende huwelijk toch maar bijbels te kunnen rechtvaardigen. Tegelijk kwamen er hopeloze situaties voor waar die rechtvaardiging toch niet lukte. Het eerste leidt onbedoeld tot een verslapping van de christelijke levensstijl, terwijl het tweede voor sommige mensen te hard kan uitpakken. In deze bestaande situatie opereerden kerkenraden meestal met enkele heldere bijbelse normen. Scheiden mag nooit, maar bij overspel of verlating is het geoorloofd. De benadering vanuit de ‘stijl van het koninkrijk’ probeert hierom heen een breder kader te zien en tegelijk op een dieper niveau met deze vragen bezig te zijn. Zij zet radicaal in, op hernieuwde navolging van Christus. Maar daarbij kijkt zij niet alleen naar mensen met huwelijksmoeiten. De hele gemeente is in beeld, en dat over de hele linie van de christelijke levensstijl. Pas als wij op een diep niveau leren leven uit Christus’ kruis en opstanding, krijgen wij zicht op de weg die bij zijn koninkrijk hoort, ook rond huwelijk en echtscheiding, en worden wij bereid om die weg te gaan. Bovendien is het maar de vraag of de bijbel wel zo duidelijk twee uitzonderingsbepalingen aanreikt. Zegt de bijbel niet eerder dat scheiden en hertrouwen gewoon niet past bij de stijl van het koninkrijk? En is de bijbel daarnaast niet realistisch in de erkenning dat wat niet past, soms toch gebeurt en onvermijdelijk bleek? Enerzijds betekent dat dan dat wij minder in handen hebben om helder bijbels af te bakenen wat wel en niet aanvaardbaar is (de twee bijbelse ‘gronden’ vervallen). Maar anderzijds geeft het meer ruimte om in concrete situaties te concluderen dat echtscheiding onvermijdelijk was, ook als die twee klassieke gronden niet aan de orde waren. (cursivering STB) () De eerste kanttekening die bij dit verhaal van De Bruijne geplaatst moet worden is dat zijn verhaal van hoe het ‘vroeger’ was niet klopt. De Christus zelf immers noemt de scheiding als een realiteit in deze gebroken wereld. Want Hij zegt (Mat 19:9): Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk.
De Bruijne zegt, “scheiden mocht nooit” maar in deze tekst wordt van scheiding als een realiteit uitgegaan. Dat is een andere benadering. Het speerpunt van deze tekst is niet scheiden maar al dan niet geoorloofd hertrouwen. Anna en Arie In de lezing die De Bruijne hield in Assen-Zuid noemde hij o.a. als voorbeeld Anna en Arie. Van de buitenkant lijkt Arie een perfecte echtgenoot maar in het geniep is hij een sadist waaronder zijn vrouw Anna zeer lijdt. Anna zoekt heil buitenshuis en pleegt in deze situatie overspel. Volgens De Bruijne zou in de ‘oude situatie‘ Arie vrij zijn geweest om te hertrouwen. In de nieuwe situatie - waarbij uitgegaan wordt van de norm dat scheiden niet past bij de stijl van het koninkrijk - worden beiden, Annie maar ook Arie, vermaand. Joshua en Tamara Een van de vragen die aan De Bruijne gesteld werd, ging over het feit dat huwelijksproblemen niet dateren vanaf de 21e eeuw. We mogen aannemen dat - in de tijd van de Christus - onder ándere namen dezelfde problemen bestonden; bijvoorbeeld een Tamara die getrouwd is met een sadistische Joshua. De Christus zal kennis gehad hebben van alles wat er zich tussen de vier muren van alle Joshua’s en Tamara’s afspeelde. En dan doet Hij – alles wetende – bovengenoemde uitspraak over scheiden, overspel en hertrouwen. De Christus zelf zegt dat wanneer er sprake is van overspel er hertrouwd mag worden. “Scheiden mag nooit” en “scheiden past niet in de stijl van het koninkrijk” lijken in hun algemeenheid dan ook geen schriftuurlijke uitspraken? Op bovengenoemde vraag gaf De Bruijne ten antwoord dat het een belangrijke vraag was en dientengevolge zijn antwoord ook een belangrijk antwoord. (De voorzitter vermocht overigens niet dit antwoord samen te vatten.) In zijn antwoord wees De Bruijne op 1 Kor. 7:15 waar staat dat een broeder of zuster niet gebonden is wanneer een ongelovige hem of haar verlaat. Bij zogenaamde kwaadwillige verlating mag er dus ook hertrouwd worden. Het lijkt op het eerste gezicht vreemd dat De Bruijne deze tekst noemde want zij is immers strijdig met zijn eigen opvatting dat volgens de stijl van het koninkrijk er niet gescheiden en niet hertrouwd mag worden. De Bruijne lijkt dan ook in strijd met Paulus. Bij kwaadwillige verlating is een vrouw niet meer gebonden aan haar echtgenoot en mag er wel degelijk hertrouwd worden. Met deze tekst kwam dan ook een hele kwalijke aap tevoorschijn die echter alleen zichtbaar werd voor diegenen die de synodebesluiten bestudeerd hebben en het niet verwachten van dit soort symposia met voorlichting over synodebesluiten. In het boekje dat de gemeente werd rondgestuurd werd namelijk een belangrijk onderdeel van de synodebesluiten van Amersfoort niet genoemd. De andere helft van de waarheid. Kort en goed is de ene helft van de waarheid dat de Synode zegt dat er niet gescheiden mag worden maar de andere helft is - dat de Synode ook zegt dat er inderdaad wel gescheiden wordt en dat er dan ook hertrouwd kan worden. De Synode zegt twee dingen tegelijkertijd. En het nieuwe is dat de Synode van Amersfoort besloot dat de twee gronden om te mogen hertrouwen: 1. overspel en 2.
kwaadwillige verlating in de 21e eeuw met níeuwe gronden aangevuld mogen worden. En welke reden wordt hiervoor gegeven? In de redenering over deze nieuwe gronden speelt 1 Kor. 7:15 een belangrijke rol. Men redeneert namelijk als volgt: Christus zegt in Mat. 19 dat er hertrouwd mag worden wanneer er sprake is van overspel. En Paulus vult dit onderwijs aan met een nieuwe grond: ook bij kwaadwillige verlating mag er hertrouwd worden. En de conclusie is dan: zoals Paulus het onderwijs van de Here inzake hertrouwen aanvulde zo mag de kerk van Christus in de 21e eeuw dit onderwijs ook aanvullen (1). Gronden Ds. J.M. Goedhart heeft zeer instructief geschreven over het complete verhaal van de Synodebesluiten en haar gronden (2). We geven hier een breed citaat: ”Besluit 3, Grond 1: de Heilige Schrift legt alle nadruk op de onontbindbaarheid van het huwelijk (Mat. 19:6) Dit is een stélling van de GS. Het is geen uitspraak van de Heilige Schrift Het is geen uitspraak van de Here Jezus. Hij zegt - in Matt. 19:6 - niet dat het huwelijk onontbindbaar (of zoals deputaten dat in hun rapport ook nog stelden: onverbrekelijk) is. Dat stellen de roomsen en de commentatoren onder hen: het huwelijk - ook na overspel, echtbreuk, van een van de huwelijkspartners - is onontbindbaar tot aan het sterven van één van beiden. Ook al was het huwelijk kapot gemaakt door de overledene. Hertrouwen is - zo lang beiden in leven zijn - door de HERE verboden. Hoe onschuldig de ene ook maar is die de ander, de schuldige, overleeft. Onontbindbaar is het huwelijk, ook bij echtbreuk, aldus ook onze synode. En de grond daarvoor? Eén tekst: Matt. 19:6. Maar in die tekst stáát helemaal niet dat het huwelijk onontbindbaar of onverbrekelijk of iets van die aard is. Dat staat nergens in de Bijbel. Ook al stellen ook door ons hooggeschatte broeders dat het er wél staat. Er staat niet, waar ook maar in de Heilige Schrift, dat het huwelijk onontbindbaar is, of dat een mens wat God tot een eenheid maakte niet ontbinden kan, maar er staat in Matt. 19:6 dat een getrouwde mens niet mag scheiden wat God samengevoegd heeft, of (NBV) verbonden heeft. Wat God samengevoegd heeft “scheide de mens niet”, staat er, dat wil zeggen: dat mag, dat moet de mens niet scheiden. Dat verbiedt de HERE dus. Maar het gebeurt tóch. Hoe ontstellend vaak ook in de Kérk, in ónze dagen. De mens mag het niet, maar doet het soms tóch: bij overspel namelijk van een gehuwde, man of vrouw. Daardoor is dan het huwelijk kapot gemáákt. De tweeeenheid bestaat dan niet meer. Was er wel, maar is verbroken. Doordat de één of de ander met een ander twee-één werd. Daarom staat er ook niet in de Bijbel - hoe mis-vertaald ook vaak - dat de HERE de
echtscheiding haat, maar dat Hij de echtbreuk haat, namelijk in Mal. 2:16. Hij verafschuwt die, staat er in de NBV. Calvijn zegt: " Zondigt derhalve iemand door het begaan van overspel tegen zijn echt, zo herkrijgt de vrouw daardoor hare vrijheid." (Calvijn, Evangeliën 3, 1971, pag. 107). Zij - de door haar man verstotene, die zich aan een andere vrouw gaf, zich met díe verenigde in een twee-eenheid - is vrij namelijk om weer te trouwen, onschuldig gescheiden als zij is. Mutatis mutandis geldt dit ook een door zijn vrouw bedrogen man. Besluit 3, Grond 2: het past bij de stijl van het koninkrijk, zoals de Here Jezus ons die geleerd heeft, grote nadruk te leggen op het karakter van het gegeven jawoord. Een eenmaal gegeven belofte blijft gelden en blijft ook naklinken na een scheiding. Het is mij een groot raadsel hoe de besluiten inzake huwelijk en echtscheiding zijn genomen en dat nog wel met algemene stemmen. Grond 1 kon al helemaal niet, zo toonden wij aan. Het huwelijk is niet onontbindbaar of onverbrekelijk of ook maar iets van die aard. Nogmaals het mag niet en het moet niet verbroken worden, zegt de HERE, maar het gebeurt wél en wel ontstellend vaak ook in de Kerk van Christus. Toch was heel de GS van Amersfoort-Centrum er kennelijk van overtuigd dat het huwelijk onontbindbaar is, ondanks het feit dat dat niet in de Bijbel staat. Op geen enkele plaats. En dat ook Calvijn dat in de Bijbel niet kon vinden. Grond 1 onder Besluit 3 stelt die overtuiging van die GS zondermeer. Grond 2 onderstreept die overtuiging dik: de huwelijksbelofte blijft gelden, ook na een scheiding. Ook ondanks het feit dat Calvijn, die toch van de roomse gedachte over de huwelijksbelofte wist, van oordeel bleek te zijn dat de bij een echtscheiding onschuldige partij vrij is van die belofte. Het is dus wel het roomse spoor dat de GS hier ging. De roomsen zijn in hun spoor - anders dan de GS - consequent: een tweede huwelijk is (ook) voor de onschuldige partij slechts mogelijk als de schuldige partij overleden is. Tot dat overlijden is (ook) de onschuldige partij gebonden aan de huwelijksbelofte. De GS echter is inconsequent. Zij stelt: het huwelijk is onontbindbaar. Toch - hoe is het mogelijk? - spreekt zij in datzelfde Besluit 3 over “nieuwe huwelijken na een echtscheiding”. Die kunnen “in de regel” niet kerkelijk bevestigd worden. Dus soms toch wel. Maar: een nieuw huwelijk is toch niet mogelijk na een onontbindbaar huwelijk? Dat huwelijk blijft in stand, aldus de synode. Het is immers onontbindbaar, niet te ontbinden, niet te verbreken, niet kapot te krijgen. De eenmaal ontstane tweeeenheid blijft een twee-eenheid. Het eenmaal met elkaar verbonden-zijn blijft een met elkaar verbonden zijn. Dát houdt het immers in als men stelt, zoals de synode doet, dat het huwelijk niet te ontbinden is. Eenmaal gehuwd, blijft immers gehuwd. De beloften van beide huwelijkspartners blijven geldig.
Maar als men, ondanks alles, ondanks overspel, ondanks echtbreuk, getrouwd blijft voor de HERE -, dan is een tweede, een volgend huwelijk immers een ónmogelijkheid. Ja, het is op dat standpunt onmogelijk: een tweede huwelijk, een nieuw huwelijk aangaan. Dat past dan zeker niet “bij de stijl van het koninkrijk”. Dat is ‘gewoon’ polygamie. Hoe vreselijk ondoordacht is Besluit 3 in het licht van de gronden 1 en 2. Als de stelling van de synode juist zou zijn dat het huwelijk onontbindbaar, niet te ontbinden is, dan is een volgend huwelijk bij echtbreuk van de huwelijkspartner een ten enenmale onmogelijke zaak. Hoe totaal in strijd met elkaar zijn de Gronden 1 en 2 met Besluit 3! Besluit 3, Grond 4: kerkenraden houden een eigen verantwoordelijkheid t.a.v. de vraag of een tweede huwelijk na echtscheiding aanvaardbaar is en kerkelijk bevestigd kan worden. Zo’n tweede huwelijk is bij onontbindbaarheid van het eerste huwelijk, zelfs ondanks echtbreuk, overspel van de huwelijkspartner, een onmogelijkheid, toonden we uitgebreid aan. Maar van een huwelijksbevestiging kan dan al helemaal geen sprake zijn. Maar nogmaals: het huwelijk is niet onontbindbaar bij echtbreuk. Hoe háát de HERE de echtbreuk, hoe veráfschuwt Hij die: Mal. 2:16. De Here Jezus laat dat (ook) uitkomen in Matt. 19:6. Ongetwijfeld had Hij daarbij (ook) Mal. 2:16 in gedachten.” Tot slot Inzake de synodebesluiten zal de Schrift geopend moeten worden en het complete verhaal verteld.
Sita T. Bolt 1. Rapport Amersfoort p.12 2. Nieuwseditie Een in Waarheid no. 59 en 60. * Tweede aangepaste versie