MEE Nederland
Trend- en signaleringsrapportage 2e helft 2007 P
P
Inleiding De signaleringsfunctie is één van de collectieve taken van MEE. Elke MEE-organisatie geeft op eigen wijze invulling aan deze taak. In de meeste gevallen is er een contactpersoon signalering aangewezen, die de signalen periodiek monitort en bespreekt met cliëntorganisaties en andere relevante partijen. Deze contactpersonen hebben aangegeven dat zij regelmatig regio-overstijgende signalen binnenkrijgen die landelijke aandacht verdienen. Deze landelijke signalen zijn in de Najaarsmonitor 2007 voor het eerst opgevraagd en vervolgens besproken met de contactpersonen signalering van de MEE-organisaties. In deze rapportage zijn de resultaten van de Najaarsmonitor 2007 opgenomen (A) en de acties die voortvloeien uit deze resultaten (B). 1
TP
A
PT
Overzicht regio-overstijgende signalen
1 Wachttijden Cliënten van MEE hebben veelvuldig te maken met wachttijden, zowel bij indicatiestellers zoals de Bureaus Jeugdzorg en het CIZ als de aanbieders. In vrijwel elke regio zijn wachttijden. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen per regio. De wachttijden bij zorgaanbieders komen met name voor bij de volgende doelgroepen: • Bemoeizorg • Autisten • Sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten • Dak & thuislozen • Mensen die op zoek zijn naar een intramurale woonvoorziening • Langdurig verblijf voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel • LVG-moeders met kinderen met en zonder beperking Aangegeven wordt dat er structureel te weinig aanbod is. Noodoplossing voor deze groepen is de thuiszorg, maar ook MEE-organisaties worden overbelast doordat cliënten niet doorgestuurd kunnen worden. De wachttijden hebben de volgende gevolgen voor cliënten: • Beperkte keuzevrijheid. Cliënten gaan naar een (zorg)aanbieder die niet hun eerste keuze is, maar waar minder wachttijd is. Hierdoor krijgen zij soms niet de zorg waar zij behoefte aan TP
1 PT
Het signaleren van relevante ontwikkelingen en belemmeringen.
2/7
•
•
•
MEE Nederland
hebben. Er is bijvoorbeeld steeds meer behoefte en vraag naar kleinschalige beschermende intramurale plekken, maar het aanbod is onvoldoende. Cliënten blijven (ongewild) thuis wonen, terwijl zij meer zorg/ondersteuning nodig hebben. Als noodoplossing wordt de thuiszorg ingeschakeld, maar zij kunnen niet de zorg/ondersteuning bieden die de cliënt nodig heeft. Crisissituaties kunnen niet goed worden opgelost, omdat zorgaanbieders geen plaats beschikbaar hebben. Bij woonvoorzieningen voor licht verstandelijk gehandicapten zijn vaak lange wachttijden. Wanneer er ernstige opvoedproblemen in de thuissituatie (dreigen te) ontstaan en er geen plaats is in een woonvoorziening, dreigt het gevaar dat MEE-consulenten de rol van hulpverlener op zich moeten nemen. Het aanbod ligt buiten de gewenste regio van de cliënt.
De wachttijden zorgen ervoor dat MEE-consulenten meer tijd kwijt zijn per cliënt om andere aanbieders te zoeken en/of noodoplossingen te regelen. Kortdurende en kortcyclische ondersteuning is hierdoor niet altijd mogelijk. De wachttijden bij het CIZ zorgen er soms voor dat de zorg niet kan worden ingezet. Wanneer de indicatie niet binnen de wettelijke termijn (6 weken) door het CIZ kan worden afgegeven, dan zal de indicatie als die later wel is afgegeven met terugwerkende kracht ingaan, vanaf de datum 6 weken na de aanvraag. Echter, de cliënt is hier niet mee geholpen, omdat de zorgaanbieder pas zorg wil leveren als het indicatiebesluit er ligt en dat duurt langer dan 6 weken. Het is bij wet geregeld dat er geen aanspraak is op zorg zonder geldig indicatiebesluit (artikel 9b lid 1 AWBZ). Dus ook niet als het CIZ niet binnen zes weken een indicatiebesluit afgeeft. Als er wel al zorg wordt ingezet loopt een verzekerde (of de aanbieder) het risico dat een verzekerde zorg geniet, waarvoor hij niet is geïndiceerd en dat (een deel van) de zorg niet wordt vergoed. Voor een PGB is dit niet anders. Het inzetten van zorg zonder geldig indicatiebesluit is voor eigen risico. Als een CIZ er langer over doet dan zes weken kan een verzekerde bij de rechter een voorlopige voorziening aanvragen of tegen het uitblijven van een beslissing bij het CIZ hiertegen bezwaar maken. In sommige regio’s hebben de MEE-organisatie en het CIZ samenwerkingsafspraken gemaakt om de wachttijd voor cliënten te verkleinen. Bij MEE Utrecht, Gooi & Vecht zijn één dag per week een of meerdere medewerkers van het CIZ aanwezig om indicatieaanvragen te verwerken. Dit werkt effectief en efficiënt. 2
Tekortkomingen in (wettelijke) systemen
3/7
•
•
MEE Nederland
Er zijn nog veel onduidelijkheden over wat onder de AWBZ valt en wat onder de Wmo. Wie moet bijvoorbeeld bepaalde regelingen verzorgen wanneer een cliënt tijdelijk in een instelling verblijft. De gemeente geeft aan dat het de zorgaanbieder is, omdat de cliënt niet thuis woont. De zorgaanbieder wijst de gemeente aan, omdat de cliënt verblijft op tijdelijke basis en de gemeente dan verantwoordelijk blijft voor de voorzieningen. De TOG-regeling (Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen) wordt willekeurig toegekend aan mensen met een beperking in het autistisch spectrum.
3 Vervoer Door de MEE-organisaties worden veel signalen afgegeven over problemen met het vervoer van cliënten. Onderstaande signalen zijn het meest gemeld: • Onzorgvuldigheid van de vervoerders: cliënten zitten niet (goed) vast in de gordels, cliënten moeten lange tijd in het busje zitten, cliënten worden niet op de plaats van bestemming afgezet, vervoer komt veel te laat of niet, de bejegening van cliënten is niet respectvol. • De organisatie van het vervoer: het woon/school-werk vervoer is anders georganiseerd dan vervoer van en naar bijvoorbeeld vrijetijdsbesteding. Bij dit laatste type vervoer is het onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de financiering oftewel waar dit aangevraagd kan worden. Ook met betrekking tot het vervoer van en naar de naschoolse opvang zijn de afspraken niet helder. Hetzelfde geldt voor vervoer buiten de gemeentelijke regio. Deze onduidelijkheden gaan ten koste van de participatie van cliënten. • Slechte toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten. Door de digitalisering wordt het voor verstandelijk gehandicapten steeds complexer. 4 Schuldhulpverlening en schuldsanering MEE-consulenten hebben veel cliënten met schuldenproblematiek. Cijfers hierover zijn niet beschikbaar. Wel worden door de MEE-organisaties structurele problemen gemeld: • De doelgroep van MEE met schulden komt vaak terecht bij het algemeen maatschappelijk werk (AMW). Het AMW is niet toegerust op LVG’ers, waardoor de hulpverlening niet goed aansluit. • Schuldsanering: de hoogte van het bedrag wordt gerelateerd aan het aantal gezinsleden, waarbij niet wordt gekeken of een gezin te maken heeft met hogere kosten als gevolg van een handicap. • Ook bij het beoordelen van het recht op een bijstandsuitkering wordt geen rekening gehouden met aanwezige beperkingen bij leden in het gezin. Bij de toekenning van bijzondere bijstand wordt niet gekeken naar wat het gezin te besteden heeft, maar naar het officiële inkomen. De enige mogelijkheid is om de toelage uit de schuldsanering te laten veranderen is door de rechtbank.
4/7
MEE Nederland
5 PGB Consulenten melden de volgende signalen met betrekking tot pgb’s: • Mensen met een pgb worden slecht voorgelicht wat een pgb inhoudt, wat de regels zijn en waaraan moet worden voldaan. • Misbruik (onder andere door onwetendheid) komt regelmatig voor, met name bij allochtonen. • Sommige zorgaanbieders leggen druk op cliënten om te kiezen voor een pgb in plaats van zorg in natura (bijvoorbeeld vanwege een productiestop). Een voorbeeld: sommige zorgaanbieders zeggen cliënten dat er direct plaats is als zij een pgb nemen, terwijl zij bij zorg in natura op de wachtlijst worden geplaatst. • Het ontstaan van pgb-bureaus. Bureaus helpen cliënten met het invullen van het pgb en zijn zelfs soms ook zorgaanbieders. Bureaus vragen 10 à 20% van het pgb voor hun werkzaamheden. Bureaus zijn moeilijk te controleren, aangezien de cliënt de budgethouder is en verantwoordelijk is voor het ondertekenen. Cliënten krijgen vaak niet de zorg die ze zouden moeten krijgen. Tevens wordt de beloofde en berekende zorg niet geleverd. • De kwaliteit van particuliere zorgaanbieders die volledig worden gefinancierd via pgb’s is moeilijk te controleren. Er zijn signalen dat de zorg die wordt geleverd op basis van het pgb minder is dan waar de cliënt op basis van het zorgindicatiebesluit recht op heeft. Zorgaanbieders geven aan niet te kunnen rondkomen met hun budget en zetten druk op consulenten om de problematiek en indicaties hoger te maken dan ze daadwerkelijk zijn. De eigen bijdrage van cliënten gaat over de indicatie en niet over de zorg die wordt gegeven. 6 18+-ers vallen tussen wal en schip Jongvolwassenen vallen regelmatig tussen wal en schip. Voor deze groep is te weinig aandacht. Ze vallen buiten de meeste systemen (de Jeugdzorg richt zich bijvoorbeeld op kinderen t/m 18 jaar). Specifiek genoemd probleem is dat jongvolwassen vrouwen gevaar lopen voor loverboys. Deze doelgroep is meerderjarig, waardoor de hulpverleners machteloos staan. In Noord-Brabant wordt getracht deze problematiek te voorkomen door het project Zorg voor Jeugd. Problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar worden in een vroegtijdig stadium gesignaleerd, waarna de ketencoördinatie wordt georganiseerd en hulp op elkaar wordt afgestemd. De grens ligt hier dus niet bij 18 jaar. 7 Zorgzwaartebekostiging MEE-organisaties signaleren het volgende: • Zorgaanbieders geven aan niet met het budget van het ZZP de kosten te kunnen dekken en willen de zorg daardoor niet verlenen. Zorgaanbieders oefenen druk op cliënten en consulenten uit om een hogere indicatie te verwerven.
5/7
•
• •
MEE Nederland
Cliënten met een ZZP moeten van de zorgaanbieders dagbesteding en wonen (verblijf) ‘afnemen’ van één aanbieder. Het is niet mogelijk om de dagbesteding via de ene zorgaanbieder te krijgen en te wonen bij een andere zorgaanbieder, terwijl dit met een ZZP dit juist wel mogelijk zou moeten zijn. Sommige cliënten passen niet in één ZZP, waardoor de zorg niet aansluit bij wat de cliënt nodig heeft. Zorgaanbieders vragen voor intramurale zorg minimaal een ZZP3 terwijl een ZZP1 of ZZP2 ook in aanmerking komen voor verblijf in een zorginstelling.
8 Overig De samenwerking tussen aanbieders van gehandicaptenzorg en GGZinstellingen verloopt soms stroef. De hulpverlening aan cliënten met dubbele problematiek (bijvoorbeeld een licht verstandelijk gehandicapte met een psychische stoornis) is hierdoor niet optimaal. • De GGZ-instellingen zijn niet goed op de hoogte van VGproblematiek en de aanbieders in de gehandicaptenzorg kennen de problematiek rondom psychische stoornissen niet voldoende. • Mensen met een dubbele grondslag worden door de GGZ niet geaccepteerd vanwege het lage IQ.
B Vervolgacties Bovenstaande signalen geven aan waar verbeteringen mogelijk zijn voor onze cliënten. Noodzakelijk is dat de signalen bij de juiste instanties terechtkomen, zodat er een vervolg aan kan worden gegeven. In onderstaand overzicht is aangegeven wat MEE Nederland doet met welke signalen en welke signalen in de regio een vervolg moeten krijgen.
MEE Nederland
6/7
Signaal
Vervolgactie
Wie
Alle signalen
Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
MEE Nederland
Wachttijden
- Samenwerkingsafspraken met het CIZ stimuleren om de wachttijd voor cliënten te verkleinen - Wachttijden CIZ melden aan CVZ - Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
MEE Nederland (met bestuur CIZ) MEE Nederland
Wettelijke systemen
- Signaal nagaan bij CG-raad MEE Nederland - Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
Vervoer
Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
Schulden
- Voorlichting LVG-problematiek aan AMW en informatie over de rol van MEE - Signaal doorgeven aan ministerie van SZW - Geïnformeerd wordt of protocol rondom schuldhulpverlening ontwikkeld door een MEEorganisatie op intranet kan worden geplaatst
MEEorganisaties
Pgb
- Signalen bespreken met Per Saldo - Aanbevelingen opstellen hoe cliënten om kunnen gaan met pgb-bureaus - Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
MEE Nederland MEE Nederland i.o.m. MEEorganisaties, Per Saldo en Naar-keuze
18+-ers
Aandacht voor vragen in gesprekken met gemeenten en provincies.
MEEorganisaties
Zorgzwaartebekostiging
Signalen melden bij cliëntorganisaties en bij VWS
Afstemming GZ en GGZ
Signalen bespreken met de VGN en GGZ Nederland
C
MEE Nederland MEE Nederland
MEE Nederland
Ondernomen acties • Wachttijden MEE heeft inmiddels de gevolgen van de wachttijden bij het CIZ gemeld bij het CVZ. CVZ erkent het probleem en is bezig met een onderzoek naar alternatieven die makkelijker zijn dan de gang naar de rechter.
MEE Nederland
7/7
Bijlage 1
Wachttijden bij het merendeel van de Wachttijden Wachttijden zorgaanbieders CIZ BJZ MEE-organisatie Friesland Groningen Drenthe IJsseloevers Twente Noord-West Holland Amstel en Zaan t Gooi en omstreken Utrecht Oost-Gelderland Zuid-Holland Noord Rotterdam Rijnmond Midden-Holland Zuid-Holland Zuid West-Brabant Tilburg Brabant Noord Den Bosch Zuid-Oost Brabant (Eindh&Hlmd) Noord-Oost-Brabant Noord- en Midden-Limburg Zuid-Limburg
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja -