Strategisch Programma Strategisch Programma Strategisch Verbinding als Programma Opdracht Strategisch Programma Strategisch Programma Strategisch Programma 1 december 2011
1. Voorwoord Inholland heeft een zware periode achter de rug. De gevolgen daarvan zijn nog steeds merkbaar en dat zal ook nog enige tijd zo blijven. De kwaliteit en de reputatie van onze hogeschool stonden onder grote druk. Zo groot dat stevig ingrijpen vereist was. Dat alle gebeurtenissen een enorme impact hebben op alle collega’s is iets dat ik me terdege realiseer. Ik kijk met bewondering terug op het afgelopen jaar waarin we met de collega’s van Inholland aan het herstel van onze hogeschool zijn gaan werken. Het huis op orde en de basiskwaliteit omhoog zijn de thema’s geworden van de hogeschool. De situatie van dit moment biedt bij uitstek de mogelijkheid om met deze concepten onze hogeschool structureel te veranderen en te verbeteren. Voor een ieder moet helder zijn dat in alle opzichten onderwijs bij Inholland het dragend en leidend beginsel is. Dat betekent dat Hogeschool Inholland fundamenteel verandert. We hervormen op een wijze die past bij deze tijd. We zoeken anders dan voorheen samenwerking en verbinding. We kijken naar buiten, naar externe partijen, en zoeken coöperatie. Dit is een tijd van verbinden, van allianties zoeken, van partnerships aangaan. Dat is de hogeschool waar we naar toe gaan werken. De hogeschool die meer is dan een instituut, maar in toenemende mate deelnemer is aan een variëteit van samenwerkingsverbanden. Meer een netwerkhogeschool dan een instituut op zichzelf; een betrouwbare partner in een snel veranderende omgeving. In bescheidenheid, maar vanuit een nieuw zelfbewustzijn. Deze verbindende houding zit niet alleen aan de buitenkant. Ook intern moet dat zijn plaats krijgen. Als bestuur en management willen we ons ook verbinden met onze collega’s vanuit een professionele cultuur. Ondersteunende collega’s krijgen een grote opdracht om hun bijdrage te leveren aan versterking van kwaliteit. We vragen van docenten om zich op professionele wijze met hun collega’s te verstaan. Er moeten teams komen die elkaar motiveren, scherp houden, stimuleren en ondersteunen. Docenten krijgen meer mogelijkheden en er wordt verantwoording verwacht. Inholland wordt veeleisend. We vragen veel van iedereen, de lat ligt hoog. Studenten zullen er behoorlijk aan moeten trekken. Wij willen jonge mensen bijstaan in een belangrijke periode van hun leven en studenten begeleiden in hun ontwikkeling als professionals die midden in de maatschappij staan en daar mede vorm aan willen geven. Daar is meer voor nodig dan het aanreiken van kennis en vaardigheden. Vorming die sterk gerelateerd is aan de beroepscontext en die een substantieel en structureel onderdeel van ons curriculum wordt. Zo leiden we verantwoorde beroepsbeoefenaren op. Diezelfde waarden komen terug als we het hebben over de regio. Inholland voelt een verantwoordelijkheid om een inbreng te hebben in de maatschappelijke agenda van een regio of stad. Ook willen we meegeven dat de hele wereld ons werkveld is. De nieuwe tijd en de nieuwe wereld brengen dat met zich mee. Het is uitdagend en daarbij passen nieuwe wegen om dat te organiseren. Let wel, dit wíllen we allemaal, maar we zíjn het nog niet. Niettemin zie ik een bloeiende toekomst voor een prachtige hogeschool, die past bij deze tijd. In verbinding en met veel aandacht voor persoonlijk contact. Deze gedachte vervult mij met optimisme en trots. Met elkaar en met de afspraak om dit Strategisch Programma op te pakken, leggen we de basis voor een kwalitatief beter en sterker Inholland. Doekle Terpstra
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2.
Opmaat naar dit Strategisch Programma
4
3.
Profiel: Inholland verbindt zich
7
3.1. Een sterk verbonden organisatie 3.2. Het portfolio van Inholland
7 9
3.3. Profilering door focus op thema’s en niches
11
4.
15
Onderwijs en Onderzoek
4.1. Uitgangspunten van verbindend onderwijs
15
4.2. Verbonden aan studiesucces
16
4.3. Verbonden aan de docent
18
4.4. Verbonden aan onderzoek
20
4.5. Verbonden kwaliteitszorg
21
4.6. Tot slot
22
5.
23
De organisatie verbonden met het onderwijs
5.1. Onderwijsgerichte Bedrijfsvoering
23
5.2. Onderwijsondersteunende processen verbinden en verbeteren
24
5.3. Studentondersteuning verbeteren
24
5.4. Tot slot
24
6.
Bestuur en Toezicht
25
7.
Financiële ombuigingen
26
7.1. Personele ombuigingen
26
7.2. Reductie materiële lasten
26
8. Implementatieprogramma
28
9.
29
Randvoorwaarden en Risico’s
Verwijzing naar onderliggende beleidsstukken
31
3
4
Verbinding als Opdracht
2. Opmaat naar dit Strategisch Programma Het huidig College van Bestuur heeft bij de aanvang van haar opdracht een SWOT-analyse uitgevoerd1 op Inholland als onderwijsinstelling die het College vervolgens op 20 april 2011 in hoofdlijnen heeft gepresenteerd in de zogenaamde ‘’Strategische Aanpak’’. De uitkomsten van de SWOT zijn in de afgelopen maanden verrijkt met de kennis die opgedaan is vanuit de diverse verander- en verbetertrajecten en er is lering getrokken uit de rapportages van de inspectieonderzoeken. Daarnaast is de strategische agenda van het Ministerie bepalend geweest voor kaderen van het denkproces. Uit de vele gesprekken die de afgelopen maanden zijn gevoerd is gebleken dat de SWOT-analyse in hoge mate aansluit bij de beleving van collega’s, studenten en externe belanghebbenden. Hiermee vormt de SWOT-analyse een belangrijk vertrekpunt voor dit Strategisch Programma. De aandachtspunten die uit de SWOT-analyse naar voren komen, kunnen als volgt worden samengevat: Het onderwijshuis en de kwaliteit moeten fors beter. Het gehanteerde onderwijsconcept sluit onvoldoende aan bij de behoeften van de student. Docententeams hebben te weinig ruimte en verantwoordelijkheid voor het behalen van studiesucces door studenten. Ondersteunende onderwijsprocessen staan te ver af van de professionele teams. De kwaliteit van het onderwijs is in de breedte onvoldoende gewaarborgd en onvoldoende belegd en verankerd bij de docententeams. Inholland is niet regionaal en stedelijk verankerd. Het profiel van Inholland is onvoldoende scherp naar de doelgroep en belanghebbenden geëxpliciteerd. Praktijkgericht onderzoek is nog onvoldoende verbonden met het onderwijs en de regionale kenniseconomie. Het portfolio van Inholland is niet in balans. Gebrek aan profiel, studiesucces en volume leidt tot verlieslatende opleidingen die door kostendekkende opleidingen gefinancierd worden. De bedrijfsvoering van Inholland domineert het onderwijs en legt een te groot financieel beslag op de onderwijscapaciteit van de instelling. Ondersteunende processen zijn teveel op ad hoc basis weergegeven, vanuit bedrijfseconomisch perspectief en te weinig met inlevingsgevoel voor en betrokkenheid van het onderwijs (dus zonder gebruikmaking van de onderwijs-participatieve beleidscyclus). Domeinen hebben de vraagzijde niet geëxpliciteerd en vervullen de rol van vragende partij (ook domein-overstijgend) nog onvoldoende. Inholland heeft in de afgelopen periode een besturingsmodel gehanteerd dat de interne geledingen vooral op afstand van elkaar heeft gezet, zowel in horizontale als verticale zin. De aandacht voor het menselijk kapitaal van de instelling en voor een collegiale, onderwijsgerichte cultuur is onderbelicht gebleven. De bezuinigingen van de overheid en de teruglopende studentenaantallen maken ingrijpen in de kostenstructuur van Inholland noodzakelijk. De noodzakelijke kwaliteitsinvesteringen in het onderwijsproces komen hier bovenop.
Bovenstaande aandachtspunten maken duidelijk
De combinatie van bovenstaande thema’s
dat een ingrijpende verandering noodzakelijk is.
levert een uniek en kansrijk perspectief op om
Dit Strategisch Programma formuleert het ant-
Inholland vanuit onze maatschappelijke op-
woord op deze noodzaak tot verandering.
dracht een helder profiel te geven met een de-
De kern van dit Strategisch Programma is onze
gelijke onderwijsvisie waarin kwaliteit leidend is,
profielschets van Hogeschool Inholland die de
gebaseerd op een solide financieel fundament.
ontwikkelrichting van onze instelling naar de
Alleen dan ontstaat structurele ruimte voor een
studenten en het werkveld beschrijft. De veran-
persoonlijke, verbindende en energieke hoge-
deragenda die volgt uit de bovenstaande aan-
school die het zich kan permitteren meerwaarde
dachtspunten en onze gedachten over het profiel
te claimen als hogeschool in de Randstad.
van Inholland leiden tot vier nauw met elkaar samenhangende thema’s in dit Programma: 1. Kwaliteit van onderwijs en onderzoek
In de afgelopen maanden is er al veel verbeterd. Er is veel aandacht besteed aan de basiskwaliteit
(Hoofdstuk 4). Het zwaartepunt van het
van ons onderwijs, vooral in de aantoonbare ac-
veranderprogramma ligt bij het onderwijs:
creditatiewaardigheid van al onze opleidingen
kwaliteit van onderwijs staat centraal. Wij
en het voldoen aan alle vereisten die volgen uit
kiezen voor een model waarbij onze onder-
de WHW. Ook is veel aandacht aan transparan-
wijsprofessionals weer meer eigen ver-
tie en de bestuurscultuur besteed. Daarmee zijn
antwoordelijkheid krijgen voor de inhoud
belangrijke en urgente eerste stappen gezet,
en de kwaliteit van het onderwijs. Docen-
vooruitlopend op dit Strategisch Programma.
tenteams ontwikkelen onderwijs, voeren
Door middel van een drietal ‘programmacom-
het uit en bewaken de kwaliteit van het
missies’ zijn de afgelopen maanden door breed
onderwijs. Zij doen dit in nauwe verbon-
samengestelde groepen van docenten, mana-
denheid met de student en het werkveld in
gers en ondersteuners veranderprogramma’s
de regio.
inhoudelijk uitgewerkt op de thema’s Degelijk
2. Onderwijsgerichte bedrijfsvoering
Onderwijs, Onderwijsgerichte Bedrijfsvoering
(Hoofdstuk 5). De ondersteunende pro-
en Reputatie & Governance. De opbrengst van
cessen worden verbeterd: standaardisatie,
deze programmacommissies is vastgelegd in
orde en rust in de onderwijslogistieke
afzonderlijke notities en actieprogramma’s.
processen (de secundaire processen)
Deze notities vormen een belangrijk deel van
resulteren in een effectiviteitverbetering;
het onderliggend materiaal van dit Strategisch
hetgeen ruimte creëert voor docenten en
Programma en zijn ook voor de uitwerking van
management. Het stroomlijnen en versim-
dit Programma van grote waarde.
pelen van de randvoorwaardelijke tertiaire processen (ICT, HRM, Financiën etc.) draagt
Om vanuit kwantitatief en kwalitatief oogpunt de
eveneens bij aan herverdeling van midde-
doelstellingen te bereiken om tot een kwalita-
len ten behoeve van het onderwijs.
tief betere, meer onderwijsgerichte instelling te
3. Besturingsmodel (Hoofdstuk 6). De
komen, bevindt Inholland zich vanaf 1 oktober
interne besturingsfilosofie verandert naar
2011 in een personele reorganisatie waarbij 470
een participatief model waarbij het onder-
voltijds arbeidsplaatsen zullen vervallen. Daar-
wijs nadrukkelijk betrokken is in de beleids-
van zal het overgrote deel, 400 arbeidsplaatsen,
cyclus. Extern verlaat Inholland het compe-
tot de ondersteunende functies in de ondersteu-
titieve, marketinggedreven model en zoekt
nende afdelingen en domeinen behoren. Het
de samenwerking met collega-instellingen
proces van de (personele) reorganisatie is in het
in de regio op.
Sociaal Plan2 beschreven en is in dit Programma
4. Financiële ombuiging (Hoofdstuk 7).
als zodanig niet opgenomen. De personele
Vanuit kwalitatief oogpunt gaan relatief
reorganisatie kan echter niet los gezien worden
meer middelen naar het primair proces.
van het gehele veranderprogramma van de
Tegelijkertijd leiden bezuinigingen van de
Hogeschool.
overheid en teruglopende studentenaantallen tot minder beschikbare middelen.
Dit Strategisch Programma integreert alle inge-
De totale hier bij behorende ombuigings-
zette veranderprogramma’s, verbindt deze en
taakstelling is € 58 mln. op jaarbasis.
vertaalt ze naar de voorliggende periode om 5
6
Verbinding als Opdracht
van Inholland een vitale onderwijsinstelling te maken met een degelijk onderwijsconcept, de docent centraal, een scherper (regionaal) profiel, meer sociale cohesie en verantwoordelijkheid op locatie, regionale synergievoordelen in onderwijs en onderzoek, en van een concurrerende naar een coöperatieve houding. Daarmee is dit Strategisch Programma de logische opvolger van de Strategische Aanpak3 van april 2011. Daarin werden door het College van Bestuur zes Prioriteiten voor Inholland geformuleerd die in dit Strategisch Programma nader uitgewerkt worden:
1. Inholland profileert zich door regionale verankering. Bovenregionale kansen in onderwijs en onderzoek worden benut 2. Het onderwijsportfolio wordt in samenhang gebracht met het profiel. 3. De student krijgt onderwijs op niveau en het onderwijs is WHW-proof 4. De docent is verantwoordelijk voor onderwijs. Hij krijgt professionele ruimte en legt rekenschap af. 5. Praktijkonderzoek vormt een kwaliteitsimpuls voor onderwijs, voor (regionale) kenniseconomie en voor innovatie. 6. De organisatie staat in dienst van onderwijs en onderzoek De uitwerking van deze zes prioriteiten is in de volgende hoofdstukken opgenomen. In eerste instantie zal in hoofdstuk 3 het Profiel van Inholland worden uitgewerkt (Prioriteit 1 en 2). Dit Profiel, dat aansluit bij de opdracht zoals verwoord in Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap van het Ministerie van OCW4 schetst de plaats die Inholland inneemt in het onderwijslandschap en de doorvertaling hiervan naar onze eigen instelling. In hoofdstuk hoofdstuk 4 worden bovenstaande Prioriteiten (3, 4, 5) in samenhang met het Profiel uitgewerkt in onze uitgangspunten voor het Onderwijs. De wijze waarop Inholland invulling geeft aan haar Onderwijsopdracht is aan een revisie toe. De onderwijsinhoudelijke uitgangspunten worden in dit hoofdstuk beschreven. In hoofdstuk 5 worden acties uitgewerkt die van Inholland een meer onderwijsgerichte organisatie maken (Prioriteit 6). Deze volgen uit het Profiel en de Onderwijsopdracht. Hiermee zullen ook bestaande knelpunten in de bedrijfsvoering worden geadresseerd.
3. Profiel: Inholland verbindt zich 3.1. Een sterk verbonden organisatie
van een opleiding en zijn daarmee de belang-
Inholland wordt een onderwijsinstelling waarbij
rijkste criteria voor degelijk onderwijs. Het on-
de onderwijsprofessionals in de opleidingen een
derwijs kent een stevige actuele kenniscompo-
grote mate van professionele ruimte en eigen
nent en sluit aan bij structurele ontwikkelingen
verantwoordelijkheid hebben. Tegelijkertijd is
van de beroepspraktijk. Ons onderwijs en ons
Inholland een hogeschool die zijn diversiteit in
onderzoek wordt gewaardeerd door beroeps-
aanbod (inhoud, locaties) ten dienste van elkaar
praktijk, wat tot uitdrukking komt in de beroeps-
en vooral van alle studenten stelt. Op die manier
monitor als ook in tevredenheid over stages en
vormen we een krachtige coherente instelling die
afstudeeropdrachten.
méér biedt. De meerwaarde ligt in de kansen die de verschillen in het portfolio en de verschillende
aan de student
regio’s elkaar kunnen bieden. Voor zowel docenten als studenten zijn inhoudelijke, regionale en
Studenten van Inholland zijn divers in achter-
culturele dwarsverbindingen een aantrekkelijk
grond, vooropleiding en in hun doelen voor
perspectief voor verrijkend onderwijs.
de toekomst. Inholland staat open voor iedere aankomende student die de capaciteit en de
Inholland is op alle locaties een hogeschool van
ambitie heeft binnen de nominale duur zijn
overzichtelijke omvang. De organisatorische
studie af te ronden. Studenten krijgen het
samenhang op de locaties zal vergroot worden
onderwijs dat bij ze past en meer dan voor-
waardoor studenten en collega’s nog meer een
heen biedt ons onderwijs structuur daar waar
gezamenlijke herkenbare en ‘eigen’ onderwijs-
nodig en ruimte voor extra uitdagingen voor
omgeving creëren die zich kenmerkt door een
wie dat zoekt, bijvoorbeeld in een internationale
persoonlijke benadering.
context. Onze onderwijslocaties kenmerken zich door kleinschaligheid en iedere student
Deze samenhang zal op termijn leiden tot een
krijgt bij Inholland de persoonlijke aandacht die
onderwijsorganisatie waarbij het uitgangspunt
hij of zij nodig heeft om te kunnen groeien tot
een grotere mate van gemeenschappelijke
een hoogopgeleide, vakkundige professional
uitvoering van basiscomponenten van de HBO-
die zich bewust is van zijn opdracht en waarde
opleiding is, waardoor zowel verbetering van
voor de maatschappij. Inholland wil hen daarom
kwaliteit als efficiency behaald kan worden.
waardenvol onderwijs geven.
Hiermee ontstaat ruimte om zowel financieel als inhoudelijk in de opleidingen te investeren.
Onze persoonlijke betrokkenheid is niet vrijblijvend. We vragen de student prestaties te
Dit betekent dat Inholland zich verbindt ….
leveren. Ongeacht de verscheidenheid van onze studentenpopulatie hebben zij dus ten minste
aan kwaliteit
één ding gemeen: heldere en hoogwaardige onderwijsambities ten aanzien van hun oplei-
Inholland is een hogeschool met een uitdagend
ding bij Inholland. Inholland selecteert op deze
en regionaal relevant portfolio aan opleidingen
ambitie van de student en stimuleert hen daarin,
dat op meerdere locaties in de Randstad worden
voorafgaand aan, tijdens en na de studie:
aangeboden Het onderwijs van Inholland kent
Inholland spreekt de studenten aan op hun
een robuuste basis waarop het onderwijs selec-
ambitie bij de studiekeuze door middel van
tief en doelgericht kan worden verdiept en in de
heldere voorlichting en door intaketests en
keten kan worden verrijkt. De robuuste basis ken-
–gesprekken en een breed scala aan instroom-
merkt zich door intensief en uitdagend onderwijs
cursussen.
waarbij presteren boven de norm onze norm is:
Studenten krijgen een helder zicht op hun
we nemen afscheid van de zesjescultuur.
opleiding, op de plaats in de kennisketen en
Aantoonbare onderwijskwaliteit, studiesucces en
op het werkveld waarvoor wordt opgeleid.
studenttevredenheid vormen de basiskwaliteit
Inholland spreekt de studenten aan op hun 7
8
Verbinding als Opdracht
ambitie tijdens de studie door de propedeuse-
delijkheid om kwalitatief onderwijs te kunnen
fase in verhoogde mate selectief te maken
verzorgen. Met ingang van het hogeschooljaar
door een hoge BSA-norm en door intensieve
2016-2017 heeft elke docent een pedagogisch-
studiebegeleiding. De student mag daarbij van
didactische basiskwalificatie en heeft Inholland
Inholland een leeromgeving verwachten waarbij
80% masteropgeleide docenten, alsmede meer
een éénjarige propedeuse gefaciliteerd wordt
docenten met een PhD. Ook dit draagt bij aan
door aansprekende studieloopbaanbegeleiding.
de kwaliteit van onderwijs en onderzoek.
Studenten worden sterk aangemoedigd internationale ervaring op te doen hetzij in studie of
Onze leidinggevenden en ondersteunende col-
in stage en zet internationale en crossculturele
lega’s dragen medeverantwoordelijkheid voor
competenties sterk zichtbaar neer in de onder-
de kwaliteit van ons onderwijs. Vanuit hun kennis
wijsprogramma’s.
en expertise dragen zij zorg voor alle benodigde randvoorwaarden. Ook zij zijn betrokken
In de hoofdfase wordt de studiebegeleiding
professionals met hart voor onze hogeschool
toegesneden op de studiefase van de student.
en onze studenten. Gezamenlijk staan wij voor
Daarin speelt loopbaanbegeleiding een sterke
de hogeschool die kwaliteit van onderwijs en
rol. Inholland-studenten zijn zelfstandige studen-
persoonlijke aandacht voor studenten centraal
ten, maar staan er niet alleen voor. Inholland weet
heeft staan.
zich verbonden aan zijn studenten en vormt met hen een gemeenschap.
De hogeschool wil een goede werkgever zijn,
Inholland spreekt de studenten na de studie
die haar mensen ruimte geeft voor hun ambities
aan op hun ambitie door het, zelfstandig of met
en verantwoordelijkheden. Daarbij hoort een
partners, aanbieden van masteropleidingen,
veilige werkomgeving, waar betrokkenheid, de
post-hbo opleidingen, kopopleidingen en door
menselijke maat en persoonlijke aandacht hoog
aansluiting op WO-masters. Daarnaast heeft
in het vaandel staan. Een omgeving waarin we
Inholland een uitgebalanceerd pakket aan deel-
elkaar aanspreken, in teamverband acteren en
tijdopleidingen.
zo het beste in elkaar naar boven halen. Zo’n omgeving ontstaat niet vanzelf; als werkgever
Het diploma is een waardevol eindproduct, maar
en als collega’s onderling moeten we daar
de gehele studie vormt de bagage van een afge-
iedere dag aan werken.
studeerde student. Een afgestudeerde student kent zijn directe omgeving, maar ook de mondi-
aan stad en regio
ale context en weet zijn opleiding ‘waarde(n)vol’ in zijn werkomgeving tot uitdrukking te brengen
Als unieke hogeschool in Noord- en Zuid-Hol-
door een sterk maatschappelijk verbonden hou-
land met een breed portfolio verbindt Inholland
ding en is zich bewust van het belang van ethisch
onderwijs, onderzoek en werkveld over locaties
handlenen in de beroepscontext.
en over kennisdomeinen heen.
aan haar medewerkers
De onderwijslocaties van Inholland vormen de basis voor verbinding met de regio. Zij doen
Docenten van Inholland hebben een hoog-
dit onder de vlag van Hogeschool Inholland.
waardig niveau van kennis van theorie en
Iedere student, iedere collega, iedere opleiding,
beroepspraktijk. Zij weten door eigen ervaring
iedere locatie is immers onderdeel van dezelfde
en hun netwerk wat er in praktijk speelt, heb-
Hogeschool Inholland. We ontwikkelen daarvoor
ben professioneel zelfvertrouwen en weten
geen aparte locatiemerken, maar duiden de
waar het beroepenveld behoefte aan heeft. Als
locaties wel aan als Hogeschool Inholland
vakdocenten hebben zij de know-how om hun
Rotterdam, Hogeschool Inholland Den Haag etc.
kennis op inspirerende wijze op hun studenten over te brengen. Onze docenten hebben hart
In de regio is wel een duidelijk profiel nood-
en passie voor het vakgebied, de opleiding en
zakelijk. Deze locatieprofilering vindt plaats op
de Inholland-studenten en bieden onderwijs in
de inhoud, waarbij we streven naar multidisci-
maatschappelijke context. Zij zijn toegewijd en
plinair onderwijs daar waar de omgeving dat
daarom geven wij hen de ruimte en verantwoor-
vraagt. Op die manier verbindt het onderwijs
met het beroepenveld in de regio’s waar
lering in de hogere studiejaren. Tevens biedt
Inholland regionaal vertegenwoordigd is,
Inholland scherp geprofileerde beroepsoplei-
variërend van bijvoorbeeld maatschappelijke
dingen aan die al vanaf jaar 1 helderheid bieden
projecten in achterstandswijken en creatief
voor de beroepskeuze. Juist de breedte van dit
maatschappelijk ondernemerschap tot port- en
portfolio is waardevol voor onze student. Door-
aviation management voor de havengebieden
dat de onderwijslocaties van Inholland relatief
of Schiphol. Daar waar dat kan, worden fysieke
compact zijn, komen studenten van verschillen-
en virtuele werkomgevingen (labs) gerealiseerd
de opleidingen gemakkelijk met elkaar in con-
waar onderwijs en onderzoek en werkveld elkaar
tact en kunnen verbindingen tussen opleidingen
ontmoeten. Daar doen onze studenten zowel
worden gerealiseerd die via multidisciplinariteit
verdiepende als praktijkrelevante kennis en vaar-
tot innovatiekracht kunnen leiden. Voor de
digheden op. Daar waar dit nog niet kan, wordt
‘kleinere’ opleidingen is met name de strategi-
naar die ontwikkeling gestreefd. Op deze manier
sche plek in het totale portfolio een belangrijk
draagt Inholland bij aan koppeling van onderwijs
behoudscriterium.
aan omgeving, bij voorkeur in combinatie met onderzoek en brengt zij mede innovatie tot stand.
Verreweg de meeste studenten volgen een
Inholland verbindt zich dus expliciet met haar
bacheloropleiding. Bachelors vormen het hart
partners in de stad en regio. Tegelijkertijd is de
van het onderwijs van Inholland. Om hoogwaar-
interregionale en internationale context nadruk-
dige kwaliteit te kunnen bieden, wil Inholland
kelijk aanwezig en zoekt Inholland ook hier de
haar opleidingen zoveel mogelijk in keten
verbinding.
aanbieden verbonden met onderzoek, de beroepspraktijk en in netwerk of in samenwerking
aan kennispartners
met collega’s. Associate Degrees vormen daar onderdeel van indien ze voorzien in een sterke
Het hoger onderwijs raakt sterk in beweging.
vraag uit de markt, volume creëren en onder-
Het is een beweging die nodig en noodzakelijk
deel kunnen worden van deze onderwijsketen.
is. De maatschappelijke vragen en uitdagingen
Juist de verbinding in deze driehoek van onder-
nemen toe en onze afgestudeerden zullen een
wijs, onderzoek en arbeidsmarkt door uitwisse-
belangrijke rol hebben in het vormgeven van een
ling op kennis en praktijkrelevantie zorgt voor
sterk veranderende samenleving. Dat betekent
innovatiekracht in het onderwijs en is randvoor-
dat huidige structuren, ook in onderwijs kritisch
waardelijk voor kwaliteit.
bezien mogen worden en zelfs doorbroken om onze studenten goed te bedienen. Inholland zal
De robuuste bacheloropleidingen kunnen
deze discussie voeren, stelt zich daarbij uitnodi-
de basis vormen voor de uitbreiding van het
gend op en wil zich daarin verbinden met haar
aanbod van professionele masters. Naast aan-
kennispartners. Haar bijzondere positie in Noord-
toonbare aansluiting op de bachelor en naar
en Zuid-Holland, vertegenwoordigd in bijna alle
de beroepspraktijk is een voorwaarde dat de
belangrijke steden in de Randstad, maakt dat
masters niet leiden tot ‘academic drift’, maar tot
Inholland zich in haar sleutelopstelling actief en
daadwerkelijk professionele masters die passen
gericht op samenwerking opstelt. Dit betekent
in het HBO.
ook dat Inholland nadrukkelijk kiest voor samenwerking met ketenpartners daar waar dat moge-
Zowel door middel van post-initieel als ook
lijk en nodig is, ook en vooral met collega-instel-
deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed
lingen om zorg te dragen voor beter, flexibel en
aanbod voor leven-lang-leren. De basis is echter
maatschappelijk verantwoord onderwijs.
altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs. Het leven-lang-leren aanbod
3.2. Profilering op portfolio
is daaraan complementair, voor de deeltijdstu-
Het portfolio van Inholland kenmerkt zich in
dent, voor de alumnus en voor de docent die
een ‘’klassiek’’ breed aanbod voor de verschil-
zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen.
lende regio’s waarin we opereren. Die breedte krijgt scherpte omdat Inholland kiest voor sterk
Het bovenstaande betekent ook dat Inholland
beroepsgerichte brede bacheloropleidingen met
scherpe keuzes maakt bij continuering van
een toenemende gerichtheid in beroepsprofi-
opleidingen als niet zichtbaar wordt dat kwaliteit 9
10
Verbinding als Opdracht
van onderwijs toeneemt. Opleidingen die niet
en die een bijdrage kunnen leveren aan een
passen binnen het onderwijsprofiel van Inholland
economisch en innovatiegedreven, maar ook
en ook in de regio geen zelfstandig bestaans-
een menswaardige maatschappij. Kenniswerkers
recht blijvend kunnen handhaven, worden op
dus die midden in de 21e- eeuwse samenleving
verantwoorde wijze afgebouwd, overgedragen
staan, actief zijn en zich verbonden voelen.
of er wordt gestreefd naar overstijgende samenwerking met onderwijspartners. Tegelijkertijd
Deze waardegebonden keuze heeft gevolgen
zal voor evidente witte vlekken in het onderwijs-
voor de wijze waarop wij ons onderwijs, onder-
aanbod van Inholland gezocht worden naar de
zoek en maatschappelijke dienstverlening willen
mogelijkheid tot het initiëren of overnemen van
invullen. Wij vragen van onze medewerkers en
opleidingen.
onze studenten dat ze in dat debat actief zijn en
Voorbeeld: Het ‘’klassieke’’ economisch domein, pijler in beroepsonderwijs De economische opleidingen vormen vaak in het HBO een pijler van het onderwijsaanbod. Ze kenmerken zich door een gedegen theoretische basis van financiële en zakelijke dienstverlening, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap, bedrijfs- en beroepsethische gezichtpunten en benaderingen – met o.m. waarden als rechtvaardigheid, verdienste en billijkheid – en andere waarden als ondernemendheid, duurzaamheid mensgerichtheid en verantwoordelijkheid. Inholland biedt ze aan in de breedte van haar locaties en heeft daarmee voor dat beroepenveld een waardevolle rol. Inholland kiest in het onderwijs voor een benadering van organisaties en onderzoek zonder ‘papieren’ concepten en van de praktijk-losgezongen abstracties. Door de opleidingen te organiseren met focus op de praktijk, met aandacht voor de positieve en de negatieve kanten daarvan. Hoe wordt dit ‘ ècht werken’ in organisaties beïnvloed door de zachte kant – i.e. gedragsbeïnvloeding – en door de harde kant – i.e. aansturen op productiviteit? Wat kan of moet worden ingezet om zaken werkend te krijgen en te houden? Duurzaam en (maatschappelijk) verantwoord ondernemen (MVO, Governance), bedrijfs- en beroepsethische gezichtpunten en benaderingen – met onder meer waarden als rechtvaardigheid, verdienste en billijkheid – en andere waarden als ondernemendheid, mensgerichtheid en verantwoordelijkheid worden sterk in het onderwijs vervlochten.
3.3. Profilering door focus op thema’s
dat ze in de vorming tot beroepsbeoefenaren
Gegeven de bovenstaande filosofie op ons
voluit ruimte geven aan het debat over ethische
portfolio wil Inholland zich op een paar thema’s
en normatieve vraagstukken.
sterker op de kaart zetten. Ze heeft daarbij oog voor sectoren die maatschappelijke aandacht
Voor studenten faciliteren we dat door in al onze
vragen en in stad, regio of Randstedelijk kenmer-
opleidingen in het curriculum verplicht ruimte te
kend kunnen zijn. We doen dit door op thema’s
creëren aan de daarvoor noodzakelijke ‘bildung’
en op niches te profileren.
en door accenten te leggen in opleidingscontext op het gebied van beroepsgerichte filosofie
Thema: waarde(n)vol onderwijs
en ethiek die daartoe bijdragen. Studenten (en
Inholland ziet het als haar maatschappelijke
docenten) worden daarmee binnen hun oplei-
opdracht om met haar onderwijs, onderzoek en
ding, maar ook over opleidingen heen voorbe-
maatschappelijke dienstverlening waarde toe te
reid op verantwoorde beroepsuitoefening.
voegen aan de ontwikkeling van de samenleving. Onze positie in de Randstad is bijzonder; gepo-
Thema: levensbeschouwing in educatie
sitioneerd in en tussen steden die de komende
In onze educatieve opleidingen bouwen we met
10 jaar een bijzondere dynamiek van ontwikke-
deze profileringkeuze verder op elementen die
ling kennen waarvan de contouren nu zichtbaar
nu al in veel opleidingsprogramma’s en in ons
worden. Voor deze omgeving zijn kenniswerkers
onderzoek zijn terug te vinden maar versterken
nodig die in staat zijn hun vak en beroep te
dit door een veel nauwere verbinding te leggen
verbinden met ethische en normatieve vraagstuk-
met de kennis die in de lerarenopleidingen en
ken, die kunnen omgaan met de toenemende
de theologische opleidingen is opgebouwd op
diversiteit in waardepatronen en achtergronden
het gebied van vraagstukken van waarden en
Voorbeeld: Expertisecentrum Levensbeschouwing Inholland We vertalen het accent op levensbeschouwing in een ambitie van een volledig portfolio van bachelor, master, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening waarmee we in de Randstad de levensbeschouwelijk geïnspireerde scholen en instellingen kunnen bedienen. Inholland zal daarin met overtuiging kiezen voor samenwerking met collega HO instellingen aan de ene kant en het scholenveld aan de andere kant om het expertisecentrum vorm te geven. Dit kan betekenen dat Inholland met een aantal collega-hogescholen en universiteiten een samenwerking aangaat die hoogwaardige kwaliteit en slagkracht van de sector mogelijk maakt. Binnen de daarvoor geldende kaders zullen we in dit domein vorm geven aan een eigentijds organisatorisch verband dat vanuit partnerschap is opgebouwd en daarmee als voertuig kan dienen voor focus en profiel.
levensbeschouwing. Gelet op wat maatschap-
álle afgestudeerden van Inholland geldt dat zij
pij, scholen en instellingen aan de opleidingen
tijdens hun studie internationaal en crosscultu-
vragen, speelt in het programma van de leraren-
reel competent zijn. Dat kan op vele manieren,
opleidingen en in het onderzoek dat daaraan is
variërend van het opdoen van een buitenlan-
gelieerd omgang met levensbeschouwing een
dervaring vanuit het opleidingsprogramma
belangrijke rol. Dat is onder andere terug te vin-
tot het studeren van één van de internationale
den in de specifieke programma’s die gericht zijn
minoren binnen de hogeschool. Het is evident
op de protestants-christelijke, katholieke, joodse,
dat internationaal en crosscultureel competente
humanistische en islamitische stromingen, in lec-
docenten een cruciale voorwaarde zijn voor de
toraatprogrammas als het lectoraat Onderwijs en
realisatie van de internationaliseringsdoelstel-
Levensbeschouwing en zeer geconcentreerd in
lingen. Op basis van het competentieprofiel
de theologische opleidingen voor christendom,
‘de internationaal & crosscultureel competente
jodendom en islam die door de hogeschool
docent’ en de bijbehorende leergang (gereed in
worden verzorgd.
mei 2012) kunnen docenten zich op dit terrein professionaliseren.
Rond deze opleidingen bouwen we een kennisincubator van levensbeschouwelijke, ethische
Dat alles betekent dat we vol doorzetten op
en diversiteitonderwerpen die tevens voor de
internationalisering van het curriculum, het
ontwikkeling van het waardenprogramma van de
stimuleren en faciliteren van studenten om een
hogeschool benut zal worden.
buitenlandervaring op te doen en het stimuleren en faciliteren van docenten om een actieve
Thema: Internationalisering
bijdrage te leveren aan de verdere internationa-
Inholland bouwt voort op een sterk profiel van
lisering van hun opleidingsprogramma en hun
internationalisering. Dit wordt niet slechts gedre-
studenten.
ven door (accreditatie)eisen die gesteld worden aan curricula. De belangrijkste drijfveer is de
Internationalisering betekent voor Inholland
overtuiging dat juist in de Randstad internatio-
nog meer. Inholland heeft momenteel negen
nale en crossculturele competenties een be-
Engelstalige/internationale opleidingen in haar
langrijke meerwaarde zijn in de vorming van de
opleidingenportfolio. Deze opleidingen voldoen
toekomstige kenniswerker. Dit impliceert dat voor
aan basiseisen voor kwaliteit, maar kunnen en
Voorbeeld: International College Inholland positioneert zich met een international HBO-College waar de internationale Engelstalige opleidingen International Communication Management, International Business & Management Studies, International Music Management, Leisure Management, Marketing Management, International Media & Entertainment Management en Tourism & Recreation Management geclusterd worden in een programma dat bestaat uit een breed foundation programma dat businesskennis van de Businessgeoriënteerde opleidingen (IBMS, MM, ICM) combineert met de voor innovatie noodzakelijke creatieve modellen die de basis vormen van de creatieve en vrijetijdsopleidingen.
11
12
Verbinding als Opdracht
dienen versterkt te worden om bij te kunnen dragen aan de internationale profilering van Inholland. Inholland doet dit door te kiezen voor het inrichten van een zelfstandige unit waarin
en marktontwikkelingen; – Innovatie met behulp van nieuwe media en technologie; – Innovatie met behulp van onderzoek.
internationaal onderwijs wordt aangeboden dat naadloos aansluit bij de vragen en behoeften
Thema: creative industry, creative business
van het internationale werkveld. De opleidingen
De creatieve industrie en de creatieve busines-
worden samengevoegd tot één breed volledig
somgeving wordt wereldwijd gezien als belang-
internationaal georiënteerd foundation program-
rijke aanjager van kenniseconomie en hoog-
ma en een beperkt aantal afstudeerrichtingen
waardige innovatie. Ook in Nederland is dit tot
waarin de huidige opleidingen opgaan.
een van de zeven topsectoren benoemd. Het is een snel veranderende omgeving die vraagt
Thema: gedrag en gezondheid
om groot aanpassingsvermogen. Een omgeving
Binnen het brede opleidingaanbod van Gezond-
waarbij oude op schaarste gestoelde verdien-
heidszorg, Sport en Welzijn wordt profiel ge-
modellen door digitalisering niet langer werken.
vonden in een verschuiving van perspectief van
Creatieve producten zijn nu digitale content en
ziekte & zorg, naar gedrag & gezondheid: naast
laten zich zonder moeite perfect kopiëren en
aandacht voor zorg en genezing van ziekten in de
verspreiden. Een omgeving waar toegang tot
opleidingen gaan preventie en gezond gedrag
de snelle ICT-technologie van levensbelang is.
een belangrijke plaats innemen. In sport betekent
Kenmerkend is ook dat in deze sector voort-
dit meer aandacht voor vitaliteit en aangepast
durend (nieuwe) en vaak digitale verbinding
bewegen en in welzijn voor nadruk op preven-
wordt gezocht, in wisselende netwerken en op
tie op individueel en groepsniveau, op sociale
projectbasis wordt gewerkt en experimenten
activering van individuen en groepen en op het
met nieuwe samenwerkingsvormen, business-
curatief activeren van individuen. Inholland kiest
en verdienmodellen. De nadruk op beleving,
binnen haar opleidingen voor vijf speerpunten
expressie, identiteit en gedrag vertaalt zich in
die zijn verbonden met de meest cruciale ontwik-
innovatief handelen getypeerd door de term
kelingen in het beroepenveld:
creative thinking. Er is een groeiende behoefte
– Versterking van zelfmanagement: meer regie voor cliënt én professional;
aan slimme oplossingen voor steeds complexere maatschappelijke vraagstukken waar toepas-
– Professional nieuwe stijl;
sing van creative thinking doorbraken kunnen
– Meer ondernemerschap: proactief en
veroorzaken.
adequaat reageren op maatschappelijke
Samenwerking in de keten: een voorbeeld Een voorbeeld van een sterk ontwikkelde keten in goede samenwerking met het beroepenveld functioneert is Medische Beeldvorming en Radiotherapeutische Technieken. Externe ontwikkelingen worden in co-creatie door externe partijen (leveranciers van geavanceerde, zich snel ontwikkelende apparatuur) en onderwijs, met een sterke investering in onderzoek, opgepakt. Deze ontwikkelingen vertalen zich tot nieuwe kennis, actuele vaardigheden en state of the art startende en werkende beroepsbeoefenaars. Bachelor
MBRT, robuuste opleiding in Haarlem en Amsterdam
Honours
ICT in Gezondheid en Welzijn, honours programma voor alle studenten van
opleidingen in de beroepenvelden Gezondheidszorg, Sport en Welzijn
Master
Medical Imaging
Health and Informatics (ICT in Zorg en Welzijn)
Lectoraat
Medische Technologie
Contactonderwijs Rijk palet van verschillende cursussen / expertopleidingen LABS
Healthlab, een Living Lab in samenwerking met VU, UvA en HvA, waarbinnen
in co-creatie met ICT en nieuwe media bedrijven nieuwe toepassingen voor
beroepenveld worden ontwikkeld en getoetst
Voorbeeld: multidisciplinair onderwijs GNR8 is een leerbedrijf dat is opgezet door de Hogeschool Inholland Haarlem. In opdracht van bedrijven uit de creatieve sector voeren studenten, in de vorm van stage of afstuderen, verschillende projecten uit. Binnen het leerbedrijf werken studenten van de opleiding MEM, Informatica en Economie met elkaar samen. Met de oprichting van GNR8 wordt een brug geslagen tussen de kennisinstelling en het regionale bedrijfsleven. Het leerbedrijf wordt mede mogelijk gemaakt door de gemeente Haarlem, de provincie Noord-Holland, het ministerie van Economische Zaken en de stichting iMMovator Cross Media Network.
Het innovatieve karakter van al deze creativiteit is
relateren er 7 aan het groen-agrarisch domein.
gebaat bij open systemen. Dit geldt zowel voor
Het overgrote deel van die bedrijvigheid vindt
de cross over van verschillende vakgebieden, het
plaats in de Randstad. 4 van de 5 Greenport-
in contact staan met de nationale en internationa-
clusters hebben hun ligging in deze regio, er is
le creative community. Wij leiden ondernemende
een omvangrijke MKB-Foodsector en veel nieuw
professionals op die slimme oplossingen vinden
agrarisch ondernemerschap in de stad.
en kennis van zaken hebben en een grote capaciteit tot conceptualisatie in onze complexe sa-
Deze bedrijvigheid in een verstedelijkte regio
menleving. Hierbij speelt blending van techniek
als de Randstad brengt ook maatschappelijke
(ICT), emotie, methoden en business alsmede
vraagstukken met zich mee, zoals de druk op de
creativiteit, strategie en menselijke interactie een
Groene Ruimte, leefomgeving, klimaat en ener-
doorslaggevende rol.
gie, leefstijl en gezondheid. Vraagstukken die bij uitstek beantwoord kunnen worden door de stu-
Onze creatieve opleidingen zijn onderdeel
denten en docenten vanuit het Groene Onder-
en speler in de ontwikkelingen in de creative
wijs en die zich door de diverse raakvlakken met
industry & business en positioneert zich expliciet
overige kennisdomeinen binnen Hogeschool
in de noord-as (Amsterdam, Haarlem) en zuid-as
Inholland goed lenen voor interdisciplinaire
(Rotterdam, Den Haag). Met name ICT-expertise,
samenwerking. De moderne groene thema’s
design kennis en media-expertise wordt in
sluiten dus goed aan bij de agenda’s van de top-
samenwerking met partners ontwikkeld.
sectoren en (Rand)stedelijke vraagstukken zoals Doorontwikkeling van de Greenportgebieden,
Thema: Groen in de Randstad
biologische landbouw, stadslandbouw, nieuwe
Inholland heeft met haar kleine maar geprofi-
logistieke concepten, integrale gebiedsontwik-
leerde groene opleidingen een unieke positie in
keling, diergezondheid, functional food (zie
de Randstad. Het groene onderwijs en de groene
hieronder) en biobased economy. Duurzaam-
sector zijn van nature sterk met elkaar verbonden.
heid en maatschappelijk verantwoord onder-
Het agro- en foodcluster is van groot belang voor
nemen zijn sleutelbegrippen voor de oplossing
de Nederlandse economie. Van de 9 topsectoren
van elk van deze vraagstukken. Door het creëren
die door het ministerie van EL&I zijn benoemd,
van cross-overs tussen het groene en het grijze
Voorbeeld: Samenwerking in de groene keten De vraag naar afgestudeerden in de sector groen is groot. Tegelijkertijd is het aanbod gering. Dat betekent dat Inholland in de keten de flexibiliteit zoekt via samenwerking met partners. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met het Wellant College door een geïntegreerd aanbod van v(mbo), hbo richting wo met als doel meer instroom en doorstroom, doorlopende leerlijnen met name op inhoud en het realiseren van kwalificatiewinst voor de student. De komende jaren zal Inholland het thema Groen in de Randstad verder vorm geven, ook met de overige mbo-partners in het groene onderwijsveld (Edudelta Onderwijsgroep, Clusius College). Er wordt uitgegaan van twee vestigingsplaatsen in Rotterdam/Delft en in Amsterdam. Om dit te bereiken wordt de ‘b’ in hbo en mbo centraal gesteld; het werkveld vormt de legitimatie van de opleidingen en wordt op alle niveaus betrokken
13
14
Verbinding als Opdracht
Profilering op niches: lokaal sterk verbonden Inholland is gepositioneerd op meerdere locaties. Elke locatie heeft de opdracht de kwaliteit van het onderwijs te versterken en een scherp profiel met opleidingen neer te zetten die voor de lokale omgeving en waar mogelijk bovenregionaal meerwaarde heeft. Op die locaties wil Inholland zichtbaar op basis van past performance kenmerkende en onderscheidende niches sterker positioneren. Hieronder volgen enkele voorbeelden, waarin een sterk profiel aanwezig is dat kan worden uitgebouwd. Recht en Veiligheid
‘Duurzaam inrichten van
Leightweight and
De opleidingen in Rotter-
de gebouwde omgeving’
sustainable materials
dam profileren zich door
Het cluster Built Envi-
De opleiding luchtvaart-
accenten te leggen op
ronment in Alkmaar en
technologie in Delft met
Recht en Veiligheid. Vraag-
Haarlem met de opleidin-
het composietenlab en het
stukken rondom recht en
gen Bouwkunde, Civiele
lectoraat ‘Composieten’
veiligheid spelen zowel
Techniek en Bouwmanage-
van het domein techniek,
op wijkniveau (o.a. schuld-
ment en Vastgoed leidt
ontwerpen en informatica,
hulpverlening), in regionaal
de bouwkundigen van de
werkt samen met TU Delft,
verband en op internatio-
toekomst op: ontwerpers,
bedrijfspartners, heeft
naal niveau. Juridische en
constructeurs, steden-
naast het Nederlands-
veiligheidsvraagstukken,
bouwkundigen, project
talige programma ook
als ook logistieke en HRM
managers etc. De opleidin-
de Engelstalige variant
vraagstukken spelen een
gen werken daarin nauw
aeronautical engineering.
rol in de haven. Cross-
samen met de sector.
Dit weerspiegelt zich ook
overs worden gerealiseerd
in het curriculum en com-
op het thema schuldhulp-
mitment van studenten en
verlening in samenwerking
docenten (bijvoorbeeld
met het welzijnscluster.
de Wind Turbine Race in Denemarken).
onderwijs verstevigt Hogeschool Inholland de
Tot slot
rol als kennispartner voor het bedrijfsleven en de
De kern van ons lokaal onderwijs verandert niet
omgeving. Crossovers worden ook gerealiseerd
in streven: verankerd, in samenwerking, multi-
met ICT-opleidingen om te komen tot groene
disciplinair waar dat kan, innovatief en samen-
ICT-kennis.
werkend, zowel in het economische domein, het welzijn en gezondheidssegment, de technische,
En rood in partnership Binnen de Amsterdam Regio (de ring van de A10) is de humane gezondheid met meerdere ziekenhuizen, specialistische instituten en universiteiten sterk vertegenwoordigd. Deze sector is de grootste werkgever voor analisten en onderzoekers. Het HLO speelt hier al langer op in met de enkele opleidingen. Verschillende partners willen graag met in projecten samenwerken in productontwikkeling. Inholland kan hier op inspelen door moleculair laboratoriumonderwijs te combineren met markt gedreven ondernemerschap ten behoeve van proces en productontwikkeling. Dit sluit aan bij de centrale thema’s op het gebied van Food; innovatie, ondernemerschap en lifestyle (gezondheid).
de educatie en de groene omgeving.
4. Onderwijs en Onderzoek Het onderwijs dat Inholland levert aan haar
legt veel accent op de afzonderlijke delen van
studenten mag niet meer ter discussie staan.
deze competenties, waarbij aandacht is voor de
Gebleken is de afgelopen periode dat de wijze
kennisbasis in alle studiejaren. Alle basiselemen-
waarop Inholland haar onderwijs in het verle-
ten komen terug in de gehele opleiding, dus
den heeft georganiseerd te kwetsbaar was voor
niet alleen in de scriptie of het afstudeerwerk.
doorlopend behoud van kwaliteit. Inmiddels zijn
De kwaliteit van het onderwijs en de samenhang
veel verbetermaatregelen doorgevoerd en zijn
in het curriculum staat daarbij altijd voorop.
er voldoende waarborgen aangebracht om te verzekeren dat alle verstrekte diploma’s een hbo-
Inholland kent een gevarieerd palet aan
waardig niveau vertegenwoordigen. Daarmee is
opleidingen, zowel qua inhoud als vorm. Als
nu het moment gekomen om de uitgangspunten
een zelfde opleiding op verschillende locaties
voor de onderwijsorganisatie opnieuw te defini-
van Inholland wordt aangeboden, gebeurt
ëren en daarmee robuust en degelijk onderwijs
dat onder één CROHO-licentie. Dit betekent
te verankeren in de organisatie. Inholland verlaat
dat eindniveau en eindcompetenties over de
het rigide model waarbij uitgegaan wordt van
locaties heen gelijk zijn. Ook de verschillende
vraaggestuurd onderwijs met de student als re-
opleidingsvormen (voltijd, deeltijd, duaal) heb-
gisseur van zijn studieloopbaan. Wij kiezen voor
ben dezelfde einddoelen op hetzelfde niveau.
een model waarbij onze onderwijsprofessionals
Opleidingen van Inholland kennen een opbouw
weer meer eigen verantwoordelijkheid krijgen
in drie fasen: beroepsgeschikt, professionalise-
voor de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs.
ringsbekwaam en startbekwaam. Deze opeen-
Docenten ontwikkelen onderwijs, voeren het uit
volgende studiefasen kenmerken zich onder
en bewaken het onderwijs, als zelfstandig profes-
meer door een toenemende verantwoordelijk-
sional en als onderdeel van het opleidingsteam.
heid van de student. Het niveau van de compe-
Zij doen dit in nauwe verbondenheid met de
tenties is per fase gelijk.
student en het werkveld in de regio. De NVAO beschrijft de criteria waaraan het 4.1. Uitgangspunten van verbindend
hoger onderwijs moet voldoen. Daarnaast legt
onderwijs
Inholland nadruk op de volgende onderdelen,
Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die
waar domeinen beleid op maken:
de professionaliteit van de medewerker centraal
— Een intensief en uitdagend onderwijspro-
stelt. Vertrouwen op professionaliteit betekent
gramma met een gevalideerde kennisbasis,
beperkte regelgeving vooraf. Er worden brede
zodat:
kaders gegeven die in de opleiding ingevuld
– Het onderwijsprogramma samenhangend
worden.
van opzet is. – Het programma bestaat uit een variëteit in
Het onderwijs van Inholland sluit uiteraard allereerst aan bij de NVAO-criteria en Dublin-
activerende werkvormen. – Er een gebalanceerde mix van individuele
descriptoren. De HBO-raad formuleerde binnen
en groepsopdrachten (samenwerkend
deze criteria de basiselementen van het HBO-
leren) is.
niveau. Deze basiselementen zijn: een gedegen theoretische basis, onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en beroepsethiek en maatschappelijke en internationale oriëntatie5. Het onderwijs van Inholland gaat van uit van competenties, waarbij het oplossen van complexe problemen in de praktijk centraal staat. In het opleidingsprogramma is expliciet aandacht voor de onderliggende componenten kennis, houding en vaardigheden. Het onderwijs van Inholland
– Er extra programma’s en trajecten zijn op het gebied van talentontwikkeling. – De kenniscomponent onder andere wordt gevoed door praktijkonderzoek. – Praktijkonderzoek is opgenomen in een doorlopende onderzoeksleerlijn vanaf het eerste jaar. – De kennis in alle studiejaren op valide en betrouwbare wijze wordt beoordeeld. – Er een zichtbare kenniscomponent is in de 15
16
Verbinding als Opdracht
afstudeerfase die expliciet wordt beoor-
bewuste en goed geïnformeerde studiekeuze
deeld.
maken. Een goede studiekeuze is de start van
– De vastgestelde minimale contacttijd (20-14-10-10) inhoudelijk wordt ingevuld. – Het eerste studiejaar van de bachelor uit
studiesucces en vergroot de kans dat de student de studie binnen de nominale studieduur afrondt. Zeker met de invoering van de langstu-
4 perioden bestaat. Vanaf het tweede
deerdersboete is dit van belang.
studiejaar kunnen domeinen per opleiding
Om dit te bereiken is enerzijds nodig dat de
kiezen voor een semesterindeling, zodat er
student voor aanvang van de studie een goed
ook met grotere onderwijseenheden dan
beeld heeft of hij startklaar is, op het gebied van
15 credits kan worden gewerkt over
kennis, studievaardigheden en motivatie. An-
2 perioden (een semester).
derzijds is noodzakelijk dat Inholland aan haar (aspirant)studenten een duidelijk beeld geeft
— Stevige individuele toetsen, zodat: – Na het toetsen van een product of prestatie
van het niveau van de opleiding, van de onderwijsuitgangspunten en de verwachte studiehou-
er altijd een individuele beoordeling is, ook
ding. De student tekent bij Inholland voor een
als in groepen wordt gewerkt.
uitdagend en intensief programma, dus is het
– Het aantal toetsen rekening houdt met studeerbaarheid, maar beperkt is met het
van belang dat hij een bewuste en realistische studiekeuze kan maken.
oog op efficiëntie. Ondersteuning van het studiekeuzeproces is — Constructieve samenwerking met de beroeps-
uitermate belangrijk, vooral voor de student
praktijk, zodat:
zelf. Daarom biedt Inholland aan iedere student
– Studenten in een vroeg stadium van de
studiekeuzeondersteuning, voorafgaand aan
opleiding in contact worden gebracht met
de opleiding. Er is sprake van een ketenbe-
de beroepspraktijk, bijvoorbeeld door
nadering, aansluitend bij de LOB-activiteiten
werkbezoek, projectonderwijs, praktijkon-
met het toeleverend onderwijs. De voorlichting
derzoek en stages.
geeft een reëel beeld van de opleiding en biedt
– Er een krachtige beroepenveldcommissie is – Gastdocenten, onder andere alumni, worden ingezet in het onderwijs – Docenten op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in de beroepspraktijk.
waar nodig studiekeuzeadvies. Ook digitale hulpmiddelen kunnen de student helpen bij de studiekeuze. Een intaketest wordt aangeboden aan alle studenten. In een intakegesprek worden wederzijdse verwachtingen uitgesproken over de studiekeuze.
– Professionals uit de praktijk onderdeel uitmaken van de begeleiding bij stage
Als blijkt dat grote twijfels bestaan over de kans
en afstuderen
op succesvolle afronding van de opleiding, bij
– Professionals uit de praktijk onderdeel
de student of bij Inholland, wordt de student
uitmaken bij de validatie van toetsen
doorverwezen naar een andere opleiding, bij
– Professionals uit de praktijk een advise-
voorkeur binnen Inholland. In uitzonderlijke ge-
rende rol hebben bij het beoordelen.
vallen kan de toegang tot de opleiding voor de student worden beperkt. Deze voorwaarden zijn
In de domeinen worden deze uitgangspunten
dan duidelijk in de Onderwijs- en Examenrege-
nader uitgewerkt en aangevuld zodat optimaal
ling (OER) vastgelegd.
recht wordt gedaan aan de specifieke context naar inhoud, studenten en regionaal en bovenre-
Domeinen hebben beleid gericht op de studie-
gionaal werkveld.
keuzeondersteuning, waarbij de vervroegde inschrijfdatum verzilverd wordt, zodat studenten
4.2. Verbonden aan studiesucces Bewust kiezen – Een goede start voor
bij voorkeur voor de poort zijn toegerust: — Instroom- en onderwijsbeleid sluiten op
studenten
elkaar aan, onder andere via inzet van aan-
Hogeschool Inholland is gericht op optimale
sluitprogramma’s, bijvoorbeeld in de vorm
talentontwikkeling van haar studenten. Om dat te
van brede studievaardigheidprogramma’s,
bereiken is van groot belang dat studenten een
taal- en rekenprogramma’s. Als onderdeel
van het instroombeleid maken domeinen op
kennisbasis van de opleiding. Uitgangspunt
een locatie gezamenlijk strategische keuzes
is dat een opleiding zo wordt ingericht dat
ten aanzien van het tijdstip, de uitvoering en
een gemiddelde student die in een adequaat
eventuele samenwerking met toeleverende
tempo studeert de propedeuse ook binnen
scholen (vo en mbo).
de nominale studieduur van 1 jaar kan
— Intakegesprekken worden vanaf studiejaar 2013-2014 gehouden met de studenten die
behalen. — Domeinen hebben beleid ten aanzien van
daarvoor in aanmerking komen op basis van
de kwalitatieve norm die deel uitmaakt van
profiel en/of die daarvoor kiezen. Voor de start
het BSA. Voor 1 februari brengen zij in beeld
van de opleiding wordt in ieder geval gespro-
welke studenten structureel achterlopen in
ken met studenten die behoren tot catego-
behaalde aantallen EC en ondernemen daar-
rieën waar veel uitval voorkomt, met studenten
op actie om verdere studievertraging of uitval
met keuzeproblemen en met studenten die
tegen te gaan, of te verminderen, eventueel
zelf om een intakegesprek vragen. Summerschools kunnen dringend worden geadviseerd. — Summerschools worden aangeboden aan studenten die startklaar aan hun opleiding wil-
door het kiezen van een andere opleiding. — In uitzonderingsgevallen biedt het domein remediërend onderwijs aan. Daarbij wordt aangegeven of deze voorzieningen facultatief of verplicht zijn.
len beginnen. De summerschools zijn gericht op studiekeuze of op de nodige bijscholing,
Bewust binden – Meer aandacht en uitdaging
bijvoorbeeld Nederlands, Engels, rekenen of
voor de student
wiskunde.
Studiesucces neemt toe als docenten meer aandacht besteden aan individuele studenten.
Met het oog op verbetering van de doorlopende
Dit geldt voor de hele studie. Hoe gaat het met
leerlijn mbo-hbo worden, in nauwe samenwer-
hem? Loopt hij op schema? Is maatwerk no-
king met het mbo, programma’s ontwikkeld op
dig, gezien zijn specifieke achtergrond? Zodra
het gebied van taal, rekenen en studievaardig-
studenten aan de slag zijn, is feedback op hun
heden. Via proefstuderen maken de mbo’ers al
functioneren gewenst.
kennis met het vak op hbo-niveau.
De eerste 100 dagen van de studie zijn heel belangrijk, omdat deze een voorspellende waarde
Rol van de propedeuse in oriëntatie,
hebben voor het— studiesucces van de rest van
verwijzing en selectie
de studie. Verder vergroot een 100-dagen aan-
Inholland is een hogeschool voor alle studenten
pak van goed samenhangende interventies het
die volgens de wettelijke eisen toelaatbaar zijn.
studiesucces ook na die 100 dagen. Specifieke
De propedeuse heeft daarbij een oriënterende,
aandacht verdienen daarbij studenten met een
verwijzende en selecterende functie. Studenten
functiebeperking.
zijn bij binnenkomst op 1 september startklaar.
Het bieden van een uitdaging aan studenten
Aan het einde van de propedeuse is ook duide-
draagt ook bij aan hun studiesucces. Een uitda-
lijk of zij geschikt zijn voor het vakgebied. Als dat
gend en inspirerend programma, aanzetten tot
niet het geval is, helpt Inholland bij het zoeken
nadenken, actief leren en een hoog afstudeerni-
naar een andere opleiding die beter geschikt
veau daagt hen uit. De docent is daarbij helder
lijkt, bij voorkeur binnen Inholland. Als de student
in wat hij verwacht en geeft direct feedback op
zijn propedeusediploma haalt, heeft hij een reële
resultaat. Studenten geven ook feedback aan
kans om zijn diploma in de nominale studietijd
docenten.
te halen. Het BSA is in 2011-2012 verhoogd naar
— Om het studiesucces van de student te
45 EC. Daarnaast hebben de meeste opleidingen
bevorderen zorgt ieder domein zorg voor
ook een kwalitatieve norm die deel uitmaakt van
samenhangende interventies gericht op de
het BSA. — In het studiejaar 2012-2013 wordt ruimte
eerste 100 dagen. — zinvolle monitoring en begeleiding van de
geboden om de BSA verder te verhogen tot
student gedurende de gehele studie, zodat
50 EC (op basis van gedegen inhoudelijke
– er voorbereiding en begeleiding zijn bij
criteria). Tevens wordt een verplichte kwalitatieve eis van maximaal 10 EC’s ingesteld op de
zelfstudie en studievaardigheden. – de individuele student aandacht en 17
18
Verbinding als Opdracht
ondersteuning krijgt bij de voortgang van
sloten bij de viervoudige bekwaamheid van
de studie, de keuzes die hij maakt en de
docenten (zie onder 4.4). Tevens wordt daarin
ontwikkeling van de beroepspersoonlijk-
aandacht geschonken aan hun rol en positie
heid van de student.
in het docententeam.
Het bieden van een uitdaging aan studenten
De balans tussen verantwoordelijkheid dragen
draagt ook bij aan hun studiesucces. Een uitda-
en verantwoording afleggen is overigens van
gend en inspirerend programma, aanzetten tot
belang: de professionele ruimte van docenten is
nadenken, actief leren en een hoog afstudeerni-
niet onbeperkt, maar staat altijd in relatie tot de
veau daagt hen uit. De docent is daarbij helder
doelen en uitgangspunten van de hogeschool
in wat hij verwacht en geeft direct feedback op
als geheel en de eigen opleiding in het bijzon-
resultaat. Studenten geven ook feedback aan
der. Het afleggen van rekenschap is hiermee
docenten.
onlosmakelijk verbonden met de professionele
— Voor de doorlopende leerlijn hbo-wo worden
autonomie van de docent.
pre-master trajecten doorontwikkeld en waar mogelijk uitgebreid.
Onderwijsleiderschap Managers in een onderwijsinstelling als Inhol-
4.3. Verbonden aan de docent
land geven leiding aan professionals. Dit vraagt
Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die
goed onderwijsleiderschap vanuit een (onder-
de professionaliteit van de medewerker centraal
wijs)inhoudelijke deskundigheid en betrokken-
stelt. De garantie voor kwaliteit ligt bij de experti-
heid bij het primaire onderwijsproces. Situatio-
se van de docenten en hun teams. Daarom wordt
neel leidinggeven is hierbij het uitgangspunt: de
ingezet op professionalisering en personeels-
wijze van leidinggeven sluit aan bij de mede-
beleid en zijn teamvorming en onderwijsleider-
werkers en het team waarbinnen zij opereren.
schap belangrijke thema’s.
Leidinggevenden op alle niveaus werken vanuit vertrouwen en stellen randvoorwaardelijke gren-
De docent is verantwoordelijk voor het onderwijs
zen om de professionele ruimte van medewer-
en heeft professionele autonomie. De balans
kers en de wijze waarop wordt samengewerkt
tussen verantwoordelijkheid dragen en verant-
in teams te waarborgen. Elkaar aanspreken op
woording afleggen is daarbij van belang: een
gedrag is hier een belangrijk onderdeel van.
docent legt rekenschap af over zijn verantwoordelijkheden. Dit zijn belangrijke ingrediënten van
Bij de invulling van de managementfuncties
onderwijsleiderschap. De docent is lid van een
wordt onderscheid gemaakt tussen de rol
team. Het primaire proces wordt aan de hand van
van teamleider van het onderwijsteam en de
verschillende rollen en taken georganiseerd bin-
opleidings- of clustermanager. De teamleider
nen dit team. Docenten zijn viervoudig bekwaam:
is een uitmuntende docent en geeft als primus
op vakinhoudelijk en pedagogisch didactisch
inter pares leiding aan het onderwijsteam. Hij is
niveau, op het gebied van contacten met het
eerstverantwoordelijk voor de inhoud van het
werkveld en in de betrokkenheid naar gedifferen-
programma van de opleiding. Zijn bijzondere
tieerde doelgroepen.
kwaliteiten staan ten dienste van het hele team en hij is inspirerend en motiverend voor zijn
Professionele ruimte
collega’s.
Docenten zijn professionals en hebben professionele ruimte nodig om hun werk goed te doen. Zij
De opleidings- of clustermanager is iemand met
hebben dan ook professionele autonomie in het
sterke (onderwijs)leiderschapskwaliteiten. Hij
uitvoeren van hun werkzaamheden, passend bij
fungeert als facilitator, inspirator, motivator, or-
hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van
ganisator en budgetbewaker voor de opleiding
het onderwijs.
als geheel. De opleidingsmanager is (onderwijs)
— In een Professioneel statuut Inholland wordt
inhoudelijk betrokken en deskundig. Hij is eind-
de professionaliteit en daarbinnen de ruimte
verantwoordelijk voor de opleiding als geheel
voor docenten en hun zeggenschap nader
en voert de regie over het proces van ontwikke-
omschreven en daarmee geborgd in de struc-
ling, uitvoering en bijstelling van onderwijs en
tuur van de organisatie. Daarbij wordt aange-
examinering door het opleidingsteam. Vanzelf-
sprekend heeft hierbij de examencommissie haar
en attitude zodanig heeft ontwikkeld dat hij
rol binnen de wettelijke kaders.
gekwalificeerd is om te doceren. Een docent is bekwaam op vier gebieden: vakinhoudelijk,
Medewerkers werken als team
didactisch, ten aanzien van het beroepenveld en
Goed onderwijs is het product van het team van
ten aanzien van het werken met verschillende
onderwijsgevenden en ondersteunend perso-
doelgroepen.
neel. De kwaliteit van de individuele docenten is bepalend voor de kwaliteit van het team. Uitwis-
Deze bekwaamheden dienen in elk opleidings-
seling en dialoog over professionele standaarden
team goed ingevuld te worden. Dat betekent
is essentieel, evenals het elkaar aanspreken op
niet, dat iedere professional een expert moet
wederzijds functioneren. Van een medewerker
zijn in alle rollen, als in het opleidingsteam maar
wordt verwacht dat hij zich als persoon en als
alle kwaliteiten vertegenwoordigd zijn. Uiteraard
teamlid ontwikkelt binnen de kaders van de op-
wordt wel van iedere docent een basiskwaliteit
leiding en de context van Inholland.
op het gebied van vakmanschap en meesterschap verwacht. Dit is zowel een uitgangspunt
Het teamlidmaatschap vraagt van de medewerker
in het aanname- en personeelsbeleid, als in het
dat hij actief participeert binnen een of meerdere
professionaliseringsbeleid. De kwaliteit van het
samenwerkingsverbanden. Ruimte en respect
onderwijs wordt geborgd in de pdca-cyclus. Dit
voor onderlinge verschillen en samenwerking
komt zowel terug in het bespreken van het func-
zijn nodig voor het realiseren van goed onder-
tioneren van de docent in de individuele PCM-
wijs. Zo werken teams als leergemeenschappen,
cyclus als in de pdca-cyclus in teamverband.
waarin nieuwe kennis en vaardigheden worden ontwikkeld. Een teamspeler deelt kennis, werkt
Vakmanschap: vakinhoudelijk bekwaam
in (multidisciplinaire) projecten, helpt anderen
Docent zijn bekwaam als inhoudsdeskundige
en laat zich helpen, komt zijn afspraken na en
voor het vak waarin ze lesgeven. Ze hebben
investeert in het ‘sociale kapitaal’ van teamgeno-
kennis van het beroep en up to date kennis van
ten. Een teamspeler kan onderwijsleiderschap op
de ontwikkelingen in het vakgebied. Ze zijn in
zich nemen, maar ook leiderschap van anderen
staat om bij te dragen aan de onderzoeksleerlijn
aanvaarden. Docenten, leidinggevenden en
in het curriculum en spelen een rol in praktijkge-
ondersteunend personeel werken samen in een
richt onderzoek. Docenten hebben een onder-
team ‘onderwijs en onderzoek’. Het team is een
zoekende en lerende houding.
sociaal herkenbare eenheid en is multidisciplinair samengesteld. In een team worden taken ver-
Meer masters aan het bord (vakinhoudelijk en/of
deeld en er is differentiatie in functieniveaus.
pedagogisch didactisch) — Inholland heeft in het studiejaar 2016-2017
Elke docent is verantwoordelijk voor het ontwik-
voor alle opleidingen 80% masteropgeleide
kelen, verzorgen en evalueren van het onderwijs
docenten, met uitzondering van de opleidin-
en draagt bij aan onderwijsondersteuning. Deze
gen zonder geschikt masteraanbod voor de
verantwoordelijkheden zijn onderverdeeld naar
docenten.
verschillende rollen en taken die binnen het
— Inholland draagt zorgt voor doorlopende
onderwijs- en onderzoeksteam van de opleiding
professionaliseringsactiviteiten van haar do-
verdeeld worden. Het onderwijs wordt ontwik-
centen. Vakinhoudelijke professionalisering
keld en verbeterd in een onderwijscyclus die
(bijscholing) is daarbij onder andere gericht
langs een aantal bij de WHW en/of Inholland-
op nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied
regels verplichte commissies loopt. Deze worden
en het leggen van verbindingen met (recent)
bemenst door docenten, soms samen met
onderzoek, zowel nationaal als internationaal.
studenten. Het zijn in volgorde: de curriculumcommissie, de opleidingscommissie, de examen-
Meesterschap: Pedagogisch-didactisch
commissie en de toetscommissie.
bekwaam Docenten zijn bekwaam in het overbrengen van
Bekwaamheid docenten
hun vakinhoudelijke expertise op studenten. Ze
Om les te geven in het hbo spreekt het voor zich
zijn pedagogisch-didactisch onderlegd en kun-
dat een docent zijn kennis, inzicht, vaardigheden
nen onderwijs geven, ontwikkelen en evalueren. 19
20 Verbinding als Opdracht
Ze zijn bekwaam in het ontwikkelen en afnemen
professionaliseringsbeleid wordt dan ook door
van toetsen. Alle docenten bekommeren zich
hen bepaald, individueel in IPOP-gesprekken
om het leerproces van de student. Docenten
en voor de opleiding als geheel met behulp van
beschouwen zich niet alleen vakdocent, maar ook
scholingsplannen.
als opleidingsdocent. De verhoging van het scholings- en opleidingPedagogisch-didactische basiskwalificatie:
sniveau leidt tot een verhoging van de kwaliteit
— Elke docent is uiterlijk met ingang van het
van de docent en draagt daarmee bij aan een
hogeschooljaar 2016-2017 pedagogisch-
betere onderwijskwaliteit.
didactisch gekwalificeerd. — In elk team is minimaal één docent met een
4.4. Verbonden aan onderzoek
(master)graad op pedagogisch-didactisch
Bij Inholland is de basiskwaliteit van het onder-
gebied.
wijs bij ieder domein de leidende factor. De
— Pedagogisch-didactische professionalisering
hogeschool ziet praktijkgericht onderzoek als
is onder andere gericht op gedifferentieerde
kwaliteitsimpuls voor onderwijs en voor de
didactiek, toetsing en het begeleiden van
(regionale) kenniseconomie en praktijkonder-
leerprocessen.
zoek draagt bij aan de innovatie van de beroepspraktijk.
Werkveld: bekwaam in het beroepenveld Docenten hebben ervaring met en inzicht in het
Bij profilering in de onderzoeksagenda wordt
functioneren van het beroepenveld en de ontwik-
in eerste instantie aangesloten bij de lande-
kelingen daarin. Vanuit die bekwaamheid kunnen
lijke Topsectoren, zoals die zijn geïdentificeerd
zij bijdragen aan ontwikkeling van het curriculum,
door het ministerie van Economische Zaken,
het beroepsprofiel en hun eigen professionaliteit.
Landbouw en Innovatie: agrifood, tuinbouw, life
Ieder team heeft voldoende contacten met het
sciences-health en creatieve industrie. Aan-
(regionale) beroepenveld en betrekt dat bij de
sluiting wordt verder gezocht bij (onderzoeks)
verdere ontwikkeling van het curriculum van de
netwerken, waar domeinen in de ‘triple helix’
opleiding en bij de ontwikkeling van hun eigen
samenwerken met bedrijven en (kennis)instellin-
bekwaamheid.
gen en kiezen voor thematische focuspunten.
Doelgroepen: bekwaam in gedifferentieerd
De functies van praktijkgericht onderzoek wor-
onderwijs
den vormgegeven in de domeinen:
De diverse instroom stelt hoge eisen aan de
— Impact op het onderwijs: lectoren en andere
didactische bekwaamheid van docenten. Daar-
onderzoekers dragen bij aan de kwaliteit en
bij moet de leeromgeving studenten adequaat
de vernieuwing van het onderwijs door de
voorbereiden op hun toekomstige beroep. Het
ontwikkeling van krachtige onderzoekspro-
werkveld van vandaag en morgen is per defini-
gramma’s, onderzoeksleerlijnen in de cur-
tie cultureel divers. Docenten hebben daarom
ricula, de verdere verhoging van het niveau
crossculturele en internationale competenties
van afstuderen en professionalisering van
ontwikkeld. Zij zijn bekwaam om in de verschil-
docenten. Alle docenten in kenniskringen
lende leercontexten (regulier, deeltijd, duaal etc.)
participeren in praktijkgericht onderzoek en
alle verschillende doelgroepen gedifferentieerd
ondersteunen zo vernieuwing van het onder-
en persoonlijk les te geven.
wijs. Voor de student betekent het onderzoeks-
Professionalisering
beleid dat hij (wetenschappelijke) kennis
Bovenstaande impliceert dat Inholland haar
gebruikt ten behoeve van innovatie van de
medewerkers een degelijke ondersteuning biedt
eigen beroepspraktijk. Een voor de student
in hun professionalisering. Leiderschapsontwik-
herkenbare onderzoeksleerlijn zorgt voor een
keling, teamontwikkeling en de waarborging van
uitdagend leerklimaat en draagt bij aan de
basiskwalificaties zijn speerpunten in het profes-
ontwikkeling van onderzoekscompetenties:
sionaliseringsbeleid. De verantwoordelijkheid
een onderzoekende houding en het ont-
voor professionaliseren ligt altijd bij de docent,
wikkelen van onderzoeksvaardigheden. De
zijn team en zijn leidinggevende. De invulling van
kennisinhouden in de onderzoeksleerlijn zijn
een toepassing van de Body of Knowledge.
inhoudelijk primaat voor de opleiding ligt bij het
De onderzoeksleerlijn mondt uit in de afstu-
docententeam. Centraal daarbij staat dat de ont-
deeropdracht, waarbij de student voldoet aan
wikkeling, uitvoering, evaluatie en verbetering
de kwaliteitscriteria die aan een hbo-bachelor
zodanig wordt georganiseerd dat helderheid
worden gesteld.
bestaat over - in samenhang - de taken, rollen en
— Kennisontwikkeling in het onderzoeksdomein:
bevoegdheden. Bovendien worden de proces-
Lectoraten zijn een schakel tussen wetenschap
sen en ketens in de onderwijscyclus geoperati-
en de toepassing in de beroeps-en onder-
onaliseerd. Daarmee worden de individuele rol
wijspraktijk. Zij zijn gericht op verbetering en
van docenten, de rollen van commissies en ma-
innovatie in nauwe samenwerking met stake-
nagement en ieders bijdrage aan het integrale
holders in het werk- en beroepenveld.
onderwijsproces helder.
— Kennisvalorisatie in beroepspraktijk en maatschappij: praktijkgericht onderzoek is tevens
De centrale rol van de docent en manager in
een kwaliteitsimpuls voor de (regionale)
het realiseren van kwaliteit betekent dat ook
kenniseconomie en innovatie van de beroeps-
de borging van de kwaliteit door beide type
praktijk. Inholland wil bijdragen aan kenniscir-
professionals en het opleidingsteam uitgevoerd
culatie tussen het hoger beroepsonderwijs en
wordt. Reflecteren op de onderwijskwaliteit in
de samenleving.
al zijn facetten, variërend van de inhoud van
— Professionalisering van medewerkers. Lectora-
het onderwijs tot de rollen van de individuele
ten ondersteunen de professionalisering van
docent en de commissies, is vooral een taak van
docenten via promotieonderzoek en deel-
die professional en het team.
name aan kenniskringen.
— In de operationalisering van de onderwijscy-
Voor docenten betekent het onderzoeksbeleid
clus wordt de Plan - Do - Check - Act cyclus
vooral de deelname aan een kenniskring, ver-
op opleidingsniveau uitgewerkt. Ook worden
sterking van onderzoeksvaardigheden, vergro-
de onderdelen van de organisatie benoemd
ting van de kennis over het beroepenveld en
(bijvoorbeeld individuele docenten en com-
stimulans voor een onderzoekende houding.
missies) die een eigen cyclus van pdca ken-
Professionalisering van docenten is gericht
nen.
op het opleiden van studenten tot een onder-
— De pdca-cyclus op opleidingsniveau komt te-
nemende en onderzoekende houding, in staat
rug in het opleidingsjaarplan. Mede op basis
om zich als beroepsbeoefenaar zelfstandig
van een terugblik op de afgelopen periode
verder te ontwikkelen en bij te dragen aan ver-
(opleidingsjaarverslag) stelt het team zijn
betering en vernieuwing van de beroepsprak-
doelstellingen en prioriteiten op. Het oplei-
tijk. De beroepspraktijk wordt immers steeds
dingsjaarplan is het richtinggevend docu-
complexer en onderzoek kan helpen
ment voor de ontwikkeling van de opleiding
bij het vormgeven van die beroepspraktijk.
en heeft een dialoog- en verantwoordingsfunctie richting interne- en externe stakehol-
4.5. Verbonden aan kwaliteitszorg
ders.
Inholland kiest voor een kwaliteitsversterking die
— De pdca-cyclus wordt mede gevoed door de
de professionaliteit van de onderwijsprofessional
uitkomsten van evaluaties die onder stake-
en het opleidingsteam als geheel centraal stelt.
holders worden uitgevoerd. Het gaat daarbij
Deze werkwijze komt terug in de kwaliteitszorg,
om onder meer onderwijsevaluaties, student-
waar het accent ligt op verantwoording via de
tevredenheid- en alumni-onderzoek.
pdca-cyclus zowel vanuit het onderwijs als vanuit de organisatie.
De kritische reflectie op het eigen functioneren heeft een intern en een extern karakter. Extern
Onderwijs
betreft het de dialoog met de stakeholders
Hoofduitgangspunt is dat het realiseren van de
buiten het docententeam: onder andere het
kwaliteit van het onderwijs ligt in de handen van
beroepenveld waar de opleiding voor opleidt,
degenen die het onderwijs uitvoeren: de indivi-
het toeleverend onderwijs en studenten. Binnen
duele onderwijsprofessional en het opleidings-
de hogeschool vormen het cluster, het domein
team als geheel. De professionele ankerpunten
en de hogeschool in zijn totaliteit stakeholders.
zijn leidend voor de inhoud van de opleiding; het
Verbeteren en verantwoorden ligt daarbij in 21
22 Verbinding als Opdracht
elkaars verlengde. De externe dialoog wordt
Onderzoek
gezocht om te verantwoorden en te spiegelen
Het kwaliteitszorgsysteem voor onderzoek heeft
aan de opvattingen van de stakeholders en daar
een instellingsbreed kwaliteitskader dat op
verbeterpunten aan te ontlenen. Professionele
strategisch niveau is geformuleerd. Hierdoor is
verbetering en verantwoording vinden ook plaats
het verankerd binnen de hogeschool. Het kader
in de dialoog – met interne en externe collega-pro-
betreft kwaliteitscriteria op het gebied van de
fessionals via bijvoorbeeld collegiale consultatie
belangrijkste functies van onderzoek: kennisont-
en peer-review. Daarnaast wordt de verantwoor-
wikkeling, kennisvalorisatie, impact op het on-
dingslijn binnen de hogeschool ingericht door:
derwijs en professionalisering van medewerkers.
– de jaarlijkse onderwijsverslagen per
De uitwerking vindt binnen de domeinen plaats.
croho/opleiding – de interne studenttevredenheidsmonitor
De domeinen hebben kwaliteitsbeleid opge-
– het periodiek uitvoeren van (accreditatie)
steld voor onderzoek:
scans en de daarop gebaseerde risicoanalyses van opleidingen. In 2011 is deze systematiek opgenomen in de zogenaamde ‘procedure accreditatie’. Gedurende de ac-
— op basis van de criteria uit het instellingsbrede kwaliteitskader, uitgewerkt in de eigen beroepscontext, — met een vierjarige onderzoeksagenda over-
creditatieperiode van een opleiding wordt
eenkomstig de prioriteiten van het domein
tweemaal (2 en 4 jaar voor een hernieuwde
en een daarvan afgeleid jaarlijks werkpro-
accreditatieaanvraag) een scan uitgevoerd en waarover gerapporteerd wordt. Ook is de opleiding verantwoordelijk voor de
gramma, — waarbij onderzoek in de eigen kwaliteitszorgcyclus is geplaatst.
Kritische Reflectie in het kader van de accreditatieaanvraag.
4.6. Tot slot In dit hoofdstuk zijn de hoofdlijnen behandeld
De systematiek zoals opgenomen in de “proce-
uit de Onderwijsnotitie ‘Ruimte voor Presteren’6.
dure accreditatie” zal worden verbreed zodat
Voor de operationele toepassing van de in dit
deze zich niet enkel richt op de basisvereisten uit
hoofdstuk genoemde actiepunten wordt ver-
het NVAO-kader maar ook de Inholland-priori-
wezen naar de integrale Onderwijsnotitie.
teiten daarin een plaats krijgen. Daarenboven is kwaliteit van het onderwijs een van de onderwerpen in de reguliere planning- en controlcyclus. De kaderstellende notitie van de Hogeschool wordt opgesteld beredeneerd vanuit het primair proces en formuleert de kaders van het integrale beleid waarbinnen domeinplannen worden opgesteld. In deze domeinen worden de te realiseren doelen geformuleerd mede in relatie tot de resultaten van het voorgaande jaar. Een beperkte set van prestatie-indicatoren wordt vastgesteld (“dashboard”) passend bij de ambities die tussen de domeindirecteur en het College van Bestuur zijn overeengekomen. Een vertaling van deze ambities vindt ook plaats naar de afspraken die binnen het domein met de clusters en opleidingen worden gemaakt. In deze afspraken wordt het accent gelegd op te leveren output om de ruimte te bieden aan de opleidingen om in belangrijke mate zelf te bepalen hoe de kwalitatieve en kwantitatieve output wordt gerealiseerd. Als laatste stap in de kwaliteitszorgketen vindt monitoring van deze afspraken plaats met (onderwijs)audits.
5. De organisatie verbonden met het onderwijs 5.1. Onderwijsgerichte Bedrijfsvoering
talisering (24/7 principe) en concentratie van
Het onderwijs en de onderwijsuitgangspunten zoals beschreven in het vorige hoofdstuk vor-
processen. — Het onderwijsproces en de onderwijsprofes-
men het vertrekpunt voor de bedrijfsvoering die
sional zijn de basis van het ondersteunend
concrete ondersteuning dient te leveren aan de
proces. Overigens zal in een aantal geval-
onderwijsprofessional, het onderwijsmanage-
len ook de werkwijze van het onderwijs zich
ment en het primair proces.
aanpassen naar de gemeenschappelijke standaarden.
De eerder genoemde instellingsbrede SWOT analyse van februari 2011 bevatte een uitgebrei-
Daartoe zal een complete schouw worden
de analyse van de bedrijfsvoering en deze is de
gedaan van de gehele procesketen.
afgelopen maanden nader uitgewerkt en heeft
Randvoorwaarden1:
gediend als basis voor het ontwerp van de in dit
— Een integrale beleidscyclus en het creëren
hoofdstuk genoemde maatregelen. We volstaan
van een project- en programmamanage-
hier met een korte samenvatting:
mentomgeving zijn randvoorwaardelijk voor het welslagen van het veranderprogramma.
Bedrijfsvoering Inholland-breed domineert het
Daarbij dient gewerkt te worden volgens
onderwijs en legt een te groot beslag op de
een strakke project/beleidscyclus waarin het
onderwijscapaciteit van de instelling. Ondersteu-
domein en haar directeuren actief betrokken
nende processen zijn te weinig gericht op het pri-
zijn. De opdrachtgever is het directieoverleg
maire proces en zijn teveel vanuit technocratie en
waarin het primair proces integraal is verte-
te weinig met inlevingsgevoel voor het onderwijs proces vormgegeven.
genwoordigd. Besluitvorming ligt bij het CvB. — Binnen de bedrijfsvoering is een dienstoverstijgende en onderwijsgerichte oriëntatie en
De ambitie van Inholland is om een kwaliteitsslag
beleids- en veranderkundige realisatiekracht
te maken waarbij onderwijs en onderzoek cen-
nodig. Het succes daarvan hangt af van
traal komen te staan: meer docenten per student,
cultuur, gedrag en werkwijzes gebaseerd
professionalisering van docenten en de docent
op de volgende waarden: onderwijsgerichte
uitstekend ondersteund.
samenwerking, beleidsrealisatie en -
Om de onderwijsprofessional meer ruimte te
implementatiekracht, durf, optimisme en
bieden om zich met zijn kernactiviteit bezig te
soberheid.
houden, is het qua bedrijfsvoering noodzakelijk
— Het cluster Onderwijssupport geeft prioriteit
om in nauwe samenwerking met het onderwijs
aan de integrale support van het onderwijs
de veranderslag te maken naar een eenduidige
en de onderwijsprofessionals. Daarnaast
onderwijsondersteunende bedrijfsvoering door
dient zij samen met de domeinen de reor-
integrale procesverbetering. De bedrijfsvoering
ganisatie van de bedrijfsvoering in de hele
van Inholland moet efficiënter, beter en tegelij-
kolom voor te bereiden.
kertijd soberder worden ingericht om zo meer middelen naar het onderwijs te alloceren. Dit maakt herontwerp van de ondersteunende processen noodzakelijk. Om te bevorderen dat de inhoudelijke thema’s van de bedrijfsvoering met urgentie opgepakt worden, heeft het CvB besloten om met ingang van 1-112011 een organisatiewijziging door te voeren, te weten de vorming van een apart Cluster Onderwijssupport. Dit cluster bestaat uit de onderdelen rechtstreeks rapporterend aan het CvB : Financiën & Business Control (incl. de administraties financiën en de studentenadministratie), HRM, Communicatie, ICT en Facilitaire Zaken & Huisvesting. 1
Randvoorwaarden en uitgangspunten voor het herontwerp Bedrijfsvoering Voor het verbeteren van de bedrijfsvoering van Inholland worden de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden meegegeven: Uitgangspunten: — Zo groot mogelijke standaardisering en digi-
23
24 Verbinding als Opdracht
5.2. Onderwijsondersteunende processen
onderdelen op de locatie in nauwe samen-
werking zorg dragen voor een one-stop
verbinden en verbeteren
Om het onderwijs te kunnen laten excelleren zijn
servicepunt. De huidige afdelingen CSA, FZ,
processen die het onderwijs daadwerkelijk on-
ICT, Internationale Zaken (International Office),
dersteunen van belang. Deze processen dragen
Studentondersteuning, maar ook de OSC’s
direct bij aan studiesucces, studenttevredenheid
integreren hier hun dienstverlening. Bij de
en kwaliteit van onderwijs wanneer zij de docent
herinrichting van de studentondersteuning zal
die informatie bieden die nodig is om de juiste
tevens gebruik worden gemaakt van moderne
analyse te kunnen maken en/of kwaliteit te kun-
ICT-technieken, niet alleen om aan te sluiten bij
nen borgen. Dit vereist wel systemen die dermate
de wensen van de huidige generatie studenten,
gebruiksvriendelijk zijn dat gebruik hiervan
maar ook om een efficiënte inzet van eerste-
efficiënter is dat het zelf bijhouden c.q. opslaan
lijns- en tweedelijnsondersteuning mogelijk te
van allerlei informatie.
maken. De activiteiten worden projectmatig
Onderwijsondersteunende administratieve
aangepakt en vormen onderdeel van het
processen dienen in samenhang met elkaar
project- en programmamanagement Inholland.
verbeterd te worden. De basis hiervoor is het generieke en het opleidingsspecifieke OER.
5.4. Tot slot
De hierin beschreven regelingen en kaders
In dit hoofdstuk zijn de hoofdlijnen behandeld
dienen als basis voor inzetplanning, roostering,
uit de notitie ‘Onderwijsgerichte Bedrijfsvoering
cijferadministratie en archivering. ICT-systemen
Inholland: visie en plan’7. De activiteiten daar
en professionele kennis en houding dienen dit te
beschreven zijn randvoorwaardelijk voor de
ondersteunen. Om bovenstaande te realiseren,
uitwerking van dit programma. Voor een nadere
dient het (door)ontwikkelen van ICT-systemen
uitwerking van de analyse van de huidige
altijd samen met de gebruikers plaats te vinden.
situatie en de gewenste situatie en voor de
Ditzelfde geldt voor het ontwikkelen van het
operationele toepassing van de in dit hoofdstuk
onderwijsconcept. Dit onderwijsconcept dient
genoemde activiteiten wordt verwezen naar
naast een visie ook realistische handvatten te
deze notitie.
bieden voor het realiseren van deze processen. Alleen wanneer de processen naadloos op elkaar aansluiten, is een verbetering van de efficiency samen met kwaliteitsverbetering, te realiseren. 5.3. Studentondersteuning verbeteren De dienstverlening aan studenten op de diverse locaties is in de huidige uitvoering versnipperd. Studenten dienen zich met hun vraag te vervoegen bij één van de verschillende balies die we op de locaties kennen (CSA, Service Desk, International Office, Decanaat, OSC’s). Zij krijgen (te) vaak te maken met doorverwijzing en vragen worden niet in voldoende mate gedifferentieerd naar zwaarte, urgentie en (daarmee) verwachtingsniveau opgelost. Eén van de uitgangspunten bij de kwaliteitsverbetering is om het zwaartepunt van de organisatie te leggen bij het onderwijsproces, bij de optimale ondersteuning van student en docent in hun onderwijsleerproces. Optimalisering van de dienstverlening aan studenten tijdens hun studieverblijf op de locatie waar zij studeren is daarmee een centrale doelstelling. Op elke locatie wordt een geïntegreerd studentondersteuningscentrum ingericht waar de diverse dienstverlenende
6. Bestuur en Toezicht Een verandering in gedrag en cultuur is randvoorwaardelijk voor het laten slagen van de opdrachten waar Inholland in de komende tijd voor staat. Helder is daarbij ook dat de bestuurscultuur van het verleden niet (meer) past bij de onderwijsopdracht van Inholland. Het huidige, tijdelijke College van Bestuur heeft de aanzet gegeven voor een nieuwe toonzetting. Een toonzetting waarbij onderwijsprofessionals meer ruimte en meer verantwoordelijkheid hebben voor het onderwijs en waarbij het onderwijs en het onderzoek via de domeindirecteuren een meer leidende rol hebben bij het initiëren en vaststellen van beleid. Uiteraard blijft het College van Bestuur daarbij de eindverantwoordelijkheid houden. Het College draagt uit dat zij integer, verbindend en transparant opereert. Van groot belang voor de interne realisatie en de externe vertegenwoordiging is daarom dat het aankomend College van Bestuur de ingezette lijn zoals verwoord in dit Strategisch Programma en de daarbij behorende onderliggende stukken voortzet. De organisatie is toe aan een meerjarige consistente lijn die ten principale vanuit het onderwijs redeneert. Bij de samenstelling van het nieuwe College van Bestuur wordt hiermee terdege rekening gehouden. Met het oog op bestuurlijke continuïteit zal de overdracht naar een nieuw College in 2012 ‘dakpansgewijs’ plaatsvinden. Inholland heeft een nieuwe Raad van Toezicht geformeerd. In juli 2011 is de nieuwe voorzitter aangetreden en inmiddels is een nieuwe voltallige Raad benoemd. De leden van de Raad van Toezicht hebben ervaring in het onderwijs en hebben ook daarnaast deskundigheid die passend is voor de maatschappelijke opdracht van Inholland. De Raad van Toezicht zal intensief toezicht houden op de wijze waarin het onderwijs als leidend principe wordt gehanteerd.
25
26 Verbinding als Opdracht
7. Financiële ombuigingen De keuzes in dit Strategisch Programma maken
student/docent ratio met 10%.
het noodzakelijk dat Inholland zijn middelen anders aanwendt. We stellen het onderwijs weer
Voor een betere verhouding OP-NOP en reduc-
centraal in onze organisatie. Dat betekent dat we
tie van NOP dient circa 25 miljoen omgebogen
ook daar onze middelen meer naar toe moeten
te worden (400 FTE). Hiervoor worden de instru-
brengen. Inholland investeert in de verbetering
menten “herontwerp en reorganisatie” urgent,
van de student/docent ratio. Door de teruglopen-
ook uit financieel perspectief.
de instroom van nieuwe studenten en bezuinigingen van OCW zal Inholland hard worden geraakt
De financiële vertaling van de bovengenoemde
in de beschikbare budgetten.
ombuigingen leidt voor 2015/16 tot het vol-
De rijksbijdrage zal met € 36 miljoen teruglopen
gende beeld:
en overige inkomsten, voornamelijk collegegel-
Voor de (personele) reorganisatie is in de meer-
den, met € 10 miljoen. Dat maakt dat organisato-
jarenbegroting een voorziening opgenomen
rische aanpassingen zowel vanuit inhoudelijk als
van 25 miljoen.
vanuit financieel perspectief noodzakelijk zijn.
De duur van de (personele) reorganisatie is zo kort mogelijk om de turn around zo snel moge-
Bijsturing zal derhalve beleidsrijk ingezet moe-
lijk te realiseren en de organisatie daarbij aan te
ten worden, wil de kwaliteitsverbetering in het
passen. De reorganisatie is ingezet op 470 fte, te
onderwijs, de verhouding OP/NOP en het -nu
realiseren vanaf januari 2013.
negatieve- exploitatieresultaat verbeteren. De 7.2. Reductie materiële lasten
ombuigingsopdracht bedraagt daarmee voor de komende jaren 58 miljoen euro op jaarbasis.
Om de reductie in materiële lasten te realiseren
Deze is als volgt opgebouwd:
worden vier programma’s samengesteld die
€ Personele ombuigingen (paragraaf 7.1) Reductie OP
6 mln.
Reductie NOP
25 mln.
Reductie overige personeelslasten
1 mln.
Reductie materiële lasten (paragraaf 7.2) Afname beleidsgelden
10 mln.
Afname externen
4 mln.
Reductie huisvesting/afschrijvingen
8 mln.
Reductie inkoopkosten
5 mln.
Financieringslasten
-1 mln.
Totaal
€ 58 mln.
7.1. Personele ombuigingen
projectmatig (via het project- en program-
De optie om het onderwijs te versterken door
mamanagement Inholland) zullen opereren.
meer handen aan het bord is uitgewerkt met
De generieke taakstellende opdrachtformu-
behulp van de student/docent ratio. Binnen de
lering is een reductie van de materiële las-
kaders van de beschikbare middelen is gekeken
ten met 26 miljoen binnen een periode van
naar ruimte om hierin te investeren. Op basis
24 maanden ten gunste van de kwalitatieve
van de ontwikkeling van het aantal studenten zal
versterking van onderwijs en onderzoek.
het aantal OP-medewerkers sterk moeten dalen,
De reductie wordt gerealiseerd in een vier-
echter gecompenseerd met de versterking in de
tal aandachtsgebieden:
Huisvesting Reductie van de investeringskosten in Alkmaar en Amsterdam van 160 mio naar 75 mio euro en optimalisatie van de m2 huisvesting en het gebruik van de m2 waardoor een besparing gerealiseerd wordt van 7 miljoen euro op de integrale kosten (inclusief werkplekken en ICT). Corporate finance Reductie van de centrale beleidsgelden met 10 miljoen euro. Continuïteit van beschikbaarheid van vreemd vermogen en een reductie van de kosten van RvT en CvB met 20%. Reductie kosten inkoop Grip krijgen en houden op het totale inkoopproces zowel in organisatie, beleid als uitvoering met als resultaat een besparing van 15% op het inkoopvolume over een periode van 4 jaar. Reductie externen Via de diverse verbeterlijnen en een restrictief beleid wordt de inhuur van externen met 4 miljoen euro gereduceerd.
27
28 Verbinding als Opdracht
8. Implementatieprogramma De koerswijziging die Inholland inzet is maar ten
mede daarom in sterke mate bij het College van
dele in instrumenten en productresultaten te
Bestuur in nauwe samenspraak met het Direc-
vatten. Veel meer zetten wij met dit Strategisch
tieoverleg. De procesregie en monitoring vindt
Programma de koers uit die we (inmiddels zijn)
plaats door de secretaris van het College van
gaan varen. Wij varen daarbij zeer op ons onder-
Bestuur. Een Programmamanager Ontwikkeling
wijskompas.
Projectorganisatie draagt zorg voor de governance, planning en control, procesfacilitering en
In dit Programma zijn in de voorgaande hoofdstukken naast de koers ook een aantal acties en maatregelen benoemd die in de komende periode uitgewerkt gaan worden. Dat vergt wel een programmatische begeleiding om tot resultaten te komen (project- en programmamanagement Inholland). Kern daarbij is echter dat het onderwijs, vertegenwoordigd in zowel de docententeam als, waar van toepassing, de lijnorganisatie leidend is bij het doorvoeren van de veranderingen. De rol van programmateams is daarmee vooral ondersteunend en faciliterend. Er zijn twee programmalijnen, het Onderwijsprogramma en het Bedrijfsvoeringsprogramma. Beide hebben een inhoudelijk-kwalitatieve doelstelling en financiële doelstellingen. De financiële doelstellingen vertalen zich voor een groot deel in formatieve doelstellingen. Ter facilitering van deze formatieve doelstellingen is het Reorganisatieprogramma ingericht. De uitwerking van de thema’s uit het onderwijsprogramma ligt in grote mate bij de domeinen. Voor een deel gebeurt deze uitwerking door de domeinen gezamenlijk, ondersteund door het Cluster Onderwijs Support, maar domeinen kunnen ook kiezen voor een uitwerking op basis van het profiel van de eigen opleidingen. De uitwerking van de thema’s van het Bedrijfsvoeringsprogramma gaat uit van een hoge mate van standaardisatie en concentratie en kent daarmee vooral een gezamenlijke component. Inhoudelijk rapporteren de programmamanagers aan de verantwoordelijke stuurgroepen, waarin domeinen en het Cluster Onderwijs Support participeren. Zowel op inhoud als op proces hebben de twee programma’s een grote mate van onderlinge verbondenheid. De regie op de programma’s ligt
expertiseontwikkelingsprojecten.
9. Randvoorwaarden en Risico’s Dit Strategisch Programma is tot stand gekomen
in het HBO gedaald. Een nadere analyse is nog
op basis van brede analyse van Inholland als
niet beschikbaar waardoor nog niet duidelijk is
onderwijsinstelling, haar omgeving en de ver-
of dit een eenmalige of een structurele daling
wachtingen van de stakeholders. Daarbij is een
betreft. Met een structurele afname van het aan-
prudente inschatting gemaakt van zowel externe
tal studenten in het HBO is een dergelijk groei-
ontwikkelingen als de interne capaciteit om dit
pad niet zonder meer reëel. Wij gaan er niet van
Programma te realiseren. Het College van Be-
uit dat Inholland op de middellange termijn een
stuur is zich er tegelijkertijd zeer van bewust dat
hoger marktaandeel zal hebben dan in 2010.
deze uitgangspunten op enig moment niet valide meer kunnen blijken te zijn. Hoewel onzekerhe-
Reputatie Inholland
den voor ieder plan gelden, kan in het geval van
Dit Strategisch Programma richt zich op een
dit Strategisch Programma gesteld worden dat
veranderprogramma dat (tevens) leidt tot het
er aanleiding toe is de uitgangspunten expli-
herstel van de reputatie van Inholland. Dit her-
ciet te benoemen. Immers, er is sprake van een
stel kent een lange weg en het huidig ingezette
grote mate van samenloop van zeer bijzondere
herstel van vertrouwen zal nog geruime tijd
interne en externe omstandigheden die zonder
fragiel zijn. Nieuwe tegenslagen waarop in dit
precedent zijn. Tegelijkertijd is het goed om te
programma niet anticipeert kunnen van grote
benadrukken dat dit Programma niet een smal en
invloed zijn op de realisatiekracht van de instel-
onzeker pad beschrijft. Inholland is een organi-
ling. Een belangrijke mijlpaal zal zijn de accredi-
satie die zowel bedrijfsmatig als qua inzet van
tatie van de opleidingen MEM, BE, CE en VTM in
medewerkers tegen een stootje kan en zich snel
het voorjaar van 2012. In de voorbereiding van
kan aanpassen aan gewijzigde omstandigheden.
deze accreditatietrajecten wordt op dit moment
De veerkracht waarmee we tot nu toe deze turbu-
veel energie gestoken en wij zien ze met ver-
lente periode doorstaan toont dat onomstotelijk
trouwen tegemoet.
aan. Studierendement Onderstaand benoemen wij de uitgangspunten,
Het propedeuserendement en het diploma-
de daarbij behorende risico’s en de mitigerende
rendement van Inholland is over de breedte
maatregelen die hierop (mogelijk) genomen
bezien niet hoog. Voor een deel hebben wij dit
(kunnen) worden.
zelf in de hand. Dit Programma voorziet in de meest noodzakelijke maatregelen daartoe. Er
Macro-economische ontwikkeling
zijn echter ook een aantal onzekere factoren die
Op het moment van schrijven van dit Programma
Inholland niet kan (of wil) beïnvloeden. Onzeker
is nog onduidelijk wat de macro-economische
is nog welke effecten de langstudeerdersmaat-
gevolgen gaan zijn van de schuldencrisis in de
regel zal hebben op de studierendementen.
EU. De gevolgen voor Inholland kunnen zich
Ook is op dit moment nog niet duidelijk welke
voordoen op het gebied van studenteninstroom,
effecten de instroomdaling heeft op de studie-
overheidsfinanciering, kostenontwikkelingen
rendementen: is de instroom ook kwalitatief
en financieringslasten. Geringe effecten kunnen
veranderd? Zijn wij in staat om met de lagere
binnen de kaders van dit programma worden
aantallen een hoger rendement te behalen?
opgevangen door het bijstellen van ambities in tijd en omvang.
Leiderschap Het onderwijs staat weer centraal bij Inholland.
Instroom van nieuwe studenten bij Inholland
Dat betekent dat van docententeams onder-
Dit Strategisch Programma gaat uit van een ge-
wijsleiderschap wordt verwacht. Van alle lagen
staag herstel van de instroom van studenten met
van het management wordt verwacht dat zij
circa 5% per jaar voor de komende jaren waar-
zich primair richten op het faciliteren en reali-
mee het verloren marktaandeel op de middellan-
seren van teamprestaties. Tegelijkertijd wordt
ge termijn grotendeels wordt hersteld. Voor het
voor de komende jaren een hoge mate van
eerst in jaren is het aantal nieuwe aanmeldingen
veranderkundige capaciteit gevraagd van het 29
30 Verbinding als Opdracht
management. Voor velen zal dit een rolverandering vragen waarvoor de afgelopen jaren weinig aandacht is geweest. Het College van Bestuur realiseert zich dat niet iedere medewerker in staat zal zijn deze verandering door te maken. Wel gaat dit Programma ervan uit dat met de ingezette maatregelen een voldoende ‘kritische massa’ aan verandervermogen aanwezig is. Ontwikkelingen in de branche Het Hoger Onderwijs is volop in beweging. De Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs versterkt vervolgens deze beweging. In dit Programma anticiperen wij volop op de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs, maar gaan daarbij wel uit van onze eigen positie en onze eigen potentie. Keuze die andere HO-instellingen maken of gaan maken kunnen van invloed zijn, maar zijn niet leidend bij het Strategisch Programma. Overigens zullen wij meer dan in het verleden naar een coöperatief in plaats van competitief model streven met de HO-instellingen die ook actief zijn in ons verzorgingsgebied.
Verwijzing naar onderliggende beleidsstukken 1
SWOT-analyse Hogeschool Inholland, 8 maart 2011
2
Onderhandelaarsakkoord Sociaal Plan reorganisatie 2011/2013, 15 september 2011 https://
insite.inholland.nl/organisatie/toekomstinholland/Documents/Onderhandelaarsakkoord%20 %20sociaal%20plan%20reorganisatie%202011%202013.pdf 3
Strategische Aanpak ‘Toekomst Inholland, Hoofdlijnen voor Strategische Aanpak’, april 2011
https://insite.inholland.nl/organisatie/toekomstinholland/Documents/Powerpoint%20Strategische%20Aanpak1.pptx 4
Kwaliteit in verscheidenheid, Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Weten-
schap, Ministerie van OCW, 1 juli 2011 http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/07/01/ kwaliteit-in-verscheidenheid/kwaliteit-in-verscheidenheidv2.pdf 5
Kwaliteit als opdracht, HBO-raad augustus 2009.
6
Onderwijsnotitie ‘Ruimte voor Presteren, november 2011
7
Onderwijsgerichte Bedrijfsvoering Inholland: visie en plan 2012 – 2015, november 2011
31
32 Verbinding als Opdracht