Transport en opslag van batterijen en zuur Transport van batterijen Evenals veel andere zware producten zijn ook batterijen, door hun hoge gehalte aan lood, kwetsbaar bij transport. Vallen of stoten kan schade veroorzaken. Tref maatregelen om dit te voorkomen. Vervoer op pallets is noodzakelijk, waarbij opstapelen tot meer dan vier lagen op één pallet schadelijk kan zijn. Bij gevulde batterijen moet men voorzichtig zijn. Bij omvallen kan door beschadiging bijtend elektrolyt [batterijzuur] uitstromen. Dit dient onmiddellijk geneutraliseerd te worden met ruim water en bijv. soda. Voor het transport van nieuwe gevulde batterijen gelden de regels van het internationale transport over land ADR/RID (grensoverschrijdend) UN-nr: Benaming:
Klasse: Classificatiecode: Verpakkingsgroep: Etiketten:
2794 hfdstk batterijen 3.1.2 (batterijen), nat gevuld met zure elektrolyt 8 bijtende stoffen 2.2 C11 voorwerpen 2.2 geen 2.1.1.3 8 5.2.2 Symbool (twee reageerbuisjes waaruit druppels vallen die een hand en metaal aantasten) zwart; achtergrond: bovenste helft wit; onderste helft zwart met witte rand; cijfer 8 in de benedenhoek
Bijzondere bepalingen: Gelimiteerde hoeveelheden: Verpakkingen instructies:
295, 598 LQ 0 geen vrijstelling 3.4.2 P801, P801a
3.3 3.4.6
UN-nr: Benaming:
2800 Batterijen (batterijen), nat, van het gesloten type 8 bijtende stoffen C11
hfdst 3.1.2
Klasse: Classificatiecode: Verpakkingsgroep: Etiketten: Bijzondere bepalingen:
8 Bepalingen: 238,295,598
4.1.4
2.2 2.2 2.1.1.3 5.2.2 3.3
Gelimiteerde hoeveelheden: Verpakkingen instructies: Gezamenlijke verpakking: UN transport tanks : Instructies: Bijzondere bepalingen:
LQ0 P003; P801a PP16
3.4.6 4.1.4 4.1.10 4.2.4.2 4.2.4.3
Batterijen vallen onder Vervoer Gevaarlijke Stoffen VLG/ADR zie 3.2.1 zoals UN-nr 2794:2800. Let op! Er is sprake van Bijzondere bepalingen. Bijzonder bepaling 295 De batterijen hoeven niet afzonderlijk van een opschrift en een gevaarsetiket te zijn voorzien, indien de gepalletiseerde lading van het juiste opschrift en gevaarsetiket is voorzien. Bijzonder bepaling 598 De volgende batterijen zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR/VLG. Nieuwe batterijen, indien: • Zodanig zijn vastgezet dat ze niet kunnen glijden, omvalleen en beschadigen. • Van handvatten zijn voorzien, behalve indien de batterijen bijvoorbeeld op pallets zijn gestapeld. • Zich aan de buitenzijde van de voorwerpen geen gevaarlijke sporen van logen of zuren bevinden. • Tegen kortsluiting zijn beveiligd. Gebruikte batterijen, indien: • Hun omhulsel geen beschadiging vertoont. • Zij zijn beschermd tegen lekkage, glijden, omvallen en beschadigen, bijvoorbeeld door stapeling op pallets. • Zich aan de buitenzijde van de voorwerpen geen gevaarlijke sporen van logen of zuren bevinden. • Zij tegen kortsluiting zijn beveiligd. Onder "gebruikte batterijen" worden verstaan batterijen, die na normaal gebruik worden vervoerd voor kringloop -doeleinden. Daarnaast gelden speciale verpakkingseisen ADR P801 en P801a hoofdstuk 4.1.4.
Verpakkingen instructie P801
Transport van batterijzuur
Instructie voor nieuwe en gebruikte batterijen van de UN-nr 2794, 3028. De volgende verpakkingen zijn toegestaan op voorwaarde dat aan de algemene voorschriften van 4.1.1 en 4.1.3 is voldaan: (1) stijve buiten verpakkingen, (2) houten kratten, (3) pallet
UN-nr: 2796 hoofdstuk Benaming: Zwavelzuur met ten hoogste 51% 3.1.2 zuur of accumulatorvloeistof, zuur Klasse: 8 bijtende 2.2 stoffen Classificatiecode: C1 bijtende 2.2 stoffen zonder bijkomend gevaar Verpakkingsgroep: II bijtende 2.1.1.3 stoffen Etiketten: 8 5.2.2 Symbool (twee reageerbuisjes waaruit druppels vallen die een hand en metaal aantasten) zwart; achtergrond: bovenste helft wit; onderste helft zwart met witte rand; cijfer 8 in de benedenhoek.
• Gestapelde batterijen moeten op geschikte wijze in lagen worden geplaatst, die gescheiden zijn door een laag van niet geleidend materiaal. • De polen van de batterijen mogen in geen geval blootgesteld zijn aan het gewicht van andere daarop geplaatste elementen. • De batterijen moeten zodanig zijn verpakt of vastgezet dat onopzettelijke verplaatsing wordt verhinderd. Al het gebruikte opvulmateriaal moet inert zijn. Verpakkingen instructie P801a Instructie voor gebruikte batterijen (batterijen) van de UN nrs: 2794, 2800. Batterijbakken van roestvrij staal of van massieve kunststof, met een inhoud van ten hoogste 1m3 zijn toegestaan, op voorwaarde dat aan de volgende voorschriften is voldaan: • De batterijbakken moeten bestendig zijn tegen de in de batterijen aanwezige bijtende stoffen. • Onder normale vervoersomstandigheden mogen geen bijtende stoffen uit de batterijbakken naar buiten treden en andere stoffen ( bijvoorbeeld water) mogen niet in de batterijbakken komen. Aan de buitenwanden van de batterijbakken mogen zich geen gevaarlijke resten bevinden van de in de batterijen aanwezige bijtende stoffen. • De batterijbakken mogen niet hoger dan hun wanden met batterijen worden beladen. • In de batterijbakken mogen zich geen stoffen in de batterijen of andere gevaarlijke goederen bevinden, die op gevaarlijke wijze met elkaar kunnen reageren. • De batterijbakken moeten: 1) afgedekt zijn; of. 2) in gesloten of met dekzeil uitgeruste voertuigen of met dekzeil uitgeruste containers worden vervoerd. Belgie: VARTA Autobatterie – Division of VB Autobatterie nv Henri Genessestraat 1 1070 BRUSSEL Tel. 02 5255050, Fax 02 5255059 www.varta-automotive.be
Bijzondere bepalingen: Gelimiteerde hoeveelheden: Samengestelde verpakkingen Binnenverpakking maximale inhoud:
3.3 3.4.6
LQ 22
1 L Maximale bruto massa (kg)/ inhoud (L): 4 L Binnenverpakkingen Geplaatst in met krimpof rekfolie omwikkelde trays Binnenverpakking: Maximale inhoud: 500 mL Collo: maximale bruto massa (kg)/ inh. (L) 20kg 4 L Verpakkingen instructies P001; 4.1.4 IBC02 Mag, in hoeveelheden van ten hoogste 3 L per binnenverpakking, gezamenlijk worden verpakt in een samengestelde verpakking volgens 6.1.4.21: - met goederen van dezelfde klasse, die onder een andere classificatiecode vallen, of met goederen van andere klassen, indien gezamenlijke verpakking ook voor deze goederen is toegestaan; of -met goederen die niet zijn onderworpen aan de voorschriften van het ADR, op voorwaarde dat zij niet gevaarlijk met elkaar reageren. Gezamenlijke verpakking UN transport tanks Instructie: Bijzondere bepalingen:
MP15 T8 TP2, TP12
4.1.10 4.2.4.2 4.2.4.3
Nederland: VARTA Autobatterijen BV Postbus 10125 3004 AC ROTTERDAM Tel. 010-4615615, Fax 010-2850024 www.varta-automotive.nl
Transport en opslag van batterijen en zuur Opslag batterijen en zuur Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voor de opslag van nieuwe gevuld en geladen batterijen voor de groothandel geldt de AmvB. (Algemene Maatregel van Bestuur Opslag - en transportbedrijven.) Voor de opslag van nieuwe gevuld en geladen batterijen voor de werkplaatsen van automobielbedrijven geldt het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer. Gevaren Er is géén gevaar wanneer de batterij onbeschadigd is. Voor de opslag van de werkvoorraad nieuwe batterijen: • Batterijen rechtop opslaan. • Onbeschadigd neerzetten zonder sporen van bijtende stoffen aan de buitenzijde. • Overdekt, koel (vorstvrij) en droog opslaan. • Beveiligd tegen kortsluiting. • Voorkom dat bodem verontreinigd wordt. De regel duidt aan dat de opslag van en werkzaamheden met gevaarlijke stoffen geschiedt overeenkomstig de aanwijzingen, waarschuwingen en gegevens op de verpakking en het bij de desbetreffende stoffen behorende veiligheidsinformatieblad. Voor de opslag sloopbatterijen en/of gebruikte batterijen: • Batterijen opslaan in zuurbestendige kunststof lekvrije bak van minimaal één kubieke meter, de batterijen mogen niet boven de rand uitkomen. Er mogen zich geen gevaarlijke reacties voordoen. • Voor de opslag van gebruikte batterijen is de Wet Milieubeheer van toepassing. In het algemeen moet vermeden worden dat chemisch gevaarlijk afval ( lood, zwavelzuur) de bodem of het water zou kunnen verontreinigen. • Van een in de buitenlucht opgestelde opslag is de bodembeschermende voorziening permanent tegen inregenen beschermd.
Voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen geldt sedert 1 juli 2004: PGS15 Dit is de richtlijn voor brand -, arbeids - en milieuveiligheid. Hierbij is sprake van de integratie van uitgangspunten die, vanuit Wet Milieubeheer, arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving en aanvullend op het Bouwbesluit aan opslag van verpakte gevaarlijke stoffen worden verbonden. Batterijen zijn ingedeeld in ADR-klasse 8 bijtende stoffen. De classificatie vindt plaats conform de Europese overeenkomst ADR. Binnen de inrichting moeten veiligheidsinformatiebladen van de opgeslagen gevaarlijke stoffen beschikbaar zijn. Deze VIB’s moeten voldoen aan EG/ 91/155/EEG Kwaliteit vloeren Binnen een opslagvoorziening of bij een overslag - of laad - en losgedeelte moeten bodembeschermende voorzieningen en maatregelen zijn getroffen die in combinatie leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico conform de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten. In de vloer van de opslagvoorziening mogen zich geen openingen bevinden die in directe verbinding staan of kunnen worden gebracht met een riolering of met het oppervlaktewater. Als een vloer vloeistofdicht is uitgevoerd, moet deze vloer een geldige, door een deskundig inspecteur afgegeven PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening aanwezig zijn. Productopvang De opslagvoorziening moet zodanig zijn geconstrueerd dat gelekte of gemorste gevaarlijke vloeistof niet uit de voorziening kan stromen. Daartoe moet de opslagvoorziening een opvangcapaciteit hebben van tenminste 110% van de inhoud van de grootste emballage, doch (als dat méér is) ten minste 10% van de inhoud van de totale emballage.
De opvangvoorziening moet voldoende bestand zijn tegen de opgeslagen stoffen. In de opvangvoorziening mogen zich geen openingen bevinden die in rechtstreekse verbinding staan met de riolering. Voor bepaalde inrichtingen geldt verwijzing naar 8.40 amvb Voor inrichtingen voor motorvoertuigen 8.40-Besluiten Milieubeheer. Bij de opslag van accumulatoren/ batterijen ligt de nadruk op een zorgvuldige bedrijfsvoering.
De afvoer van oude sloopbatterijen is uitsluitend toegestaan aan ondernemingen met een milieuvergunning voor het inzamelen en de opslag van sloopbatterijen. Ook voor de elektrolyt geldt een stortverbod. De opslag ervan dient te voldoen aan de eisen zoals in CPR-15-1 (ISBN 90 5307 033 8) omschreven. Voor het transport over de weg geldt de tabel VLG/ADR. Onderzoek garantie
2.1.1. De opslag van en werkzaamheden met gevaarlijke stoffen geschiedt overeenkomstig de aanwijzingen, waarschuwingen en gegevens op de verpakking en het bij de desbetreffende stoffen behorende veiligheidsinformatieblad. 2.1.6. De opslag van afgedankte of gebruikte accu’s vindt plaats boven een bodembeschermende voorziening die bestand is tegen de aanwezige elektrolyt. Accu’s worden rechtop opgeslagen. Van een in de buitenlucht opgestelde opslag is de bodembeschermende voorziening permanent tegen inregenen beschermd. 1.6.5. Over het algemeen is mechanische ventilatie niet nodig, tenzij de acculader en de accu zijn opgesteld in een kleine, besloten ruimte. In de meeste gevallen is het voldoende als de accu en de acculader in een grote ruimte, liefst nabij een buitendeur zijn geplaatst AMVB 8.40-Besluit opslagtransportbedrijven milieubeheer
Het onderzoek voor garantie behoort tot de bedrijfseigen activiteiten, hetgeen aan de hand van het garantiedocument moet blijken. Laat uw afvalstoffen door een betrouwbaar vervoerder of inzamelaar vervoeren. Kies uit de lijst van gecertificeerde vervoerders en inzamelaars. Een geleidebiljet moet bij alle afvaltransporten aanwezig zijn en het heeft dezelfde rechtskracht als de vrachtbrief. Een niet juist ingevuld geleidebiljet kan, evenals dat bij de vrachtbrief het geval is, leiden tot grote juridische problemen tussen ontdoener of afzender of afzender en vervoerder. Chauffeurs moeten speciaal voor dit soort vervoer zijn opgeleid.
en
Elk bedrijf is zelfstandig verantwoordelijk voor het milieu. Zie voor meer informatie: http://www.infomil.nl/contents/pages/135481/ pdo9.pdf Vraag VARTA naar de veiligheid informatiebladen voor startbatterijen en voor verdund zwavelzuur, de elektrolyt.
Belgie: VARTA Autobatterie – Division of VB Autobatterie nv Henri Genessestraat 1 1070 BRUSSEL Tel. 02 5255050, Fax 02 5255059 www.varta-automotive.be
Nederland: VARTA Autobatterijen BV Postbus 10125 3004 AC ROTTERDAM Tel. 010-4615615, Fax 010-2850024 www.varta-automotive.nl
Transport en opslag van batterijen en zuur Algemene veiligheidsvoorschriften Volg de aanwijzingen op de accu, in de gebruiksaanwijzing en in de handleiding van de auto op. De accu is voorzien van een aantal pictogrammen. Deze geven aan:
Oogbescherming dragen.
Kinderen uit de buurt van accuzuur en batterijen houden.
Attentie: ontploffingsgevaar. Tijdens het laden van batterijen ontstaat een uiterst explosief knalgas, daarom: o Vuur, vonken, open licht en roken verboden. o Vonkvorming bij het werken met kabels en elektrische apparaten voorkomen alsmede elektrostatische ontladingen vermijden. o Kortsluiting voorkomen. Etsgevaar Verdund zwavelzuur, de elektrolyt van batterijen, is corrosief en sterk bijtend, daarom: o Oogbescherming dragen o Werkhandschoenen (zuurbestendig) dragen
E.H.B.O. o Zuurspatten in het oog onmiddellijk tenminste tien minuten met schoon stromend water uitspoelen! o Een arts raadplegen. o Zuurspatten op de huid en kleding onmiddellijk met soda of zeepsop neutraliseren en met veel water naspoelen. o Is accuzuur opgedronken, mond spoelen en veel water drinken, direct een arts raadplegen. Geen braken teweegbrengen. Laat de arts onmiddellijk het Veiligheidsinformatieblad zien. o Na inademen veel verse lucht toedienen en voor alle zekerheid een arts raadplegen. Waarschuwingen o Batterijen niet onafgedekt aan direct daglicht blootstellen. o Ontladen batterijen kunnen bevriezen, daarom droog en koel bewaren. o Gevulde, bedrijfsklare batterijen onmiddellijk laden als de spanning lager is dan 12,4Volt o Géén “wondermiddelen” aan de batterij toevoegen.
VA_PUB_059, 1-8-2006