Trainershandleiding Ouderavond ‘Veilig Internetgebruik; Thuis en op School!’
© 2010 Vereniging voor Openbaar Onderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave Handleiding Ouderavond Internetveiligheid Inleiding Voorbereidingen voorafgaand aan de ouderavond Voorbereidingen ter plaatse Het verloop van de ouderavond Vooraf Vragenlijst Introductie Cyberouders Agenda Wat houdt u bezig? Onderzoek Taalgebruik en Netiquette Profielsites Gamen Pesten Discussie in groepen Centraal bespreken stellingen Cyberouders
Het natraject Bijlage 1: Checklist Bijlage 2: Vragenlijst Bijlage 3: Evaluatieformulier deelnemers Bijlage 4: Evaluatieformulier trainer
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
3 4 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 9 11 12 16 18 19 20 21 22
2
Inleiding Voor u ligt de trainershandleiding van de ouderavond ‘Veilig internetgebruik; thuis en op school!’ Deze ouderavonden worden verzorgd in het kader van het project cyberouders. Cyberouders zijn de verkeersouders op de digitale snelweg. Het is een vorm van ouderbetrokkenheid bij de basisschool van de eigen kinderen. Via deze ouderavonden hopen wij ouders en school te interesseren voor het cyberouderschap. Dat is het doel. Cyberouders is een initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs (www.voo.nl) dat wordt ondersteund door het Mediawijsheid Expertisecentrum (www.mediawijzer.net), Programma Digivaardig & Digibewust (www.mijndigitalewereld.nl) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (www.minocw.nl). Deze trainershandleiding in combinatie met de bijbehorende Powerpointpresentatie, achtergrondinformatie, ondersteunende materialen en de train-de-trainersbijeenkomst stelt u in staat om de ouderavond te verzorgen op basisscholen (openbaar en bijzonder) in het land. Bij vragen of twijfels kunt u contact opnemen met de Vereniging Openbaar Onderwijs, via
[email protected]. Veel succes!
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
3
Voorbereidingen voorafgaand aan de ouderavond 1. Bezoek de website van de school en maak notities. Wie is de directeur en kijk of er een ouderraad, ICT-coördinator en/of een verkeersouders actief is. Soms heeft de ouderraad ook een werkgroep ICT en/of internetveiligheid. Wees ook daarop alert. Kijk rustig nog wat verder rond op de site van de school om een gevoel te krijgen bij de sfeer en wat er speelt. 2. PowerPoint voorbereiden: naam school, plaats en datum toevoegen aan titelblad. Graag gebruik maken van de cyberouders memorystick. 3. Klaarzetten ondersteunende producten ouderavond (zie bijlage 1).
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
4
Voorbereidingen ter plaatse 1. De school zorgt voor beamer en laptop, koffie en thee en voldoende zitplaatsen en tafels. 2. Bij binnenkomst kort kennismaken met degene die de ouderavond heeft geboekt. Wie dat is hoort u van tevoren via het cursusbureau van de VOO. 3. Daarna de directeur opzoeken en hem/haar vragen de vragenlijsten (zie bijlage 2) uit te delen en voor aanvang van de ouderavond weer in te nemen. Indien de directeur niet aanwezig is zoeken naar een teamlid en anders de voorzitter van de ouderraad vragen. Probeert u zich afzijdig te houden van de deelnemers, reageer niet op vragen en/of opmerkingen. 4. Ongeveer zes deelnemers per tafel; per tafel voldoende pennen, notitieblokken, stickers cyberouders, kleurenstickers en 1 stellingkaart neerzetten. 5. Stellingposters ophangen met schilderstape (op de achterkant). 6. PowerPoint aanzetten op het introductiescherm.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
5
Het verloop van de ouderavond Vooraf
De ouderavond is gericht op alle ouders van alle leerlingen op de basisschool. Er kunnen ook directie- en teamleden aanwezig zijn. In de loop van de avond kunnen er specifieke vragen en problemen per leeftijdsgroep aan de orde komen. Alle cursief geschreven delen zijn op- of aanmerkingen of extra achtergrondinformatie. Het tekstgedeelte dat niet cursief is, is bedoeld voor de presentatie. Het is niet de bedoeling om deze teksten letterlijk over te nemen. De trainer kan deze tekst naar wens parafraseren, veranderen, aanvullen of verkorten, waar hij/zij dat wenselijk acht. Houd er rekening mee dat de hoofdlijnen van het betoog wél in de Powerpoint presentatie worden genoemd.
Vragenlijst (10 minuten) (zie bijlage 1)
Bij binnenkomst krijgen de deelnemers van de directeur een korte vragenlijst uitgereikt met het verzoek deze in te vullen voordat de ouderavond begint. Zonder dat het wordt uitgesproken, wordt gesuggereerd dat er iets mee wordt gedaan in het kader van de avond. Gecombineerd met de vertrouwde setting (schoollogo, ouderavond, aanwezigheid directeur) leidt dit er hopelijk toe dat ouders persoonlijke gegevens prijsgeven en de vragen beantwoorden. Er zijn altijd ouders die nattigheid voelen en terughoudend zijn en niets willen invullen, maar even zo goed zijn er altijd ouders die er wel in trappen. Als de ouders de vragen hebben beantwoord en ingeleverd, kan de trainer hen (op ‘speelse’ wijze) de volgende vragen stellen:
-
Waarom heeft u deze vragenlijst eigenlijk ingevuld en afgegeven?
-
Weet u wat de bedoeling is van de vragen?
-
Weet u wat er met deze formulieren gaat gebeuren: worden ze bewaard, hoe lang, door wie?
-
Heb ik mij als trainer al aan u voorgesteld? (of anders gesteld: geeft u vreemden op straat ook uw gegevens en die van uw kinderen)?
-
Dit zijn het soort vragen die u en uw kinderen worden gesteld als u ergens inlogt op het internet. Heeft u met uw kinderen besproken wat zij (niet) moeten doen in een dergelijk geval?
De vragenlijst heeft als doel de deelnemers ‘wakker’ te schudden en de discussie te voeden. Het is niet de bedoeling hen ongerust te maken, voor zover dat al zou lukken natuurlijk. Net als bij de
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
6
meeste nieuwe technische ontwikkelingen en uitvindingen lijkt het verstandig ze kritisch te volgen, waar mogelijk de voordelen te benutten, maar ze in ieder geval niet (direct) af te wijzen. Als men dat laatste al zou willen, zij zijn toch al te laat: de ontwikkelingen op het gebied van internet, mobiele telefonie en digitale televisie zijn niet meer tegen te houden. De voordelen van alle nieuwe media en technische snufjes worden nu of straks volop door onze kinderen uitgeprobeerd.
Introductie Cyberouders: Sheet 2 van Powerpointpresentatie (2 minuten)
Vanuit de vragenlijst proberen een brug te slaan naar cyberouders. Waarom wordt deze avond georganiseerd en gegeven? Internetveiligheid; een zaak van thuis en school. Zie voor referentiemateriaal over cyberouders het ‘Handboek Cyberouders’. Het is niet de bedoeling om hier al stevig in te zetten op het cyberouderschap, maar om het alvast te hebben genoemd.
Agenda: Sheet 3 van Powerpointpresentatie (2 minuten)
De agenda voor vandaag. Voor u zelf aan het werk gaat en in groepen de discussie aangaat, ga ik eerst graag het gesprek met u aan over internetveiligheid; wat houdt u bezig? We gaan in op recente onderzoeksresultaten en kijken naar achtergrondthema’s die voor u belangrijk zijn. Zoals bijvoorbeeld taalgebruik, netiquette, profielsites, gamen en pesten. Na de pauze wordt u zelf aan het werk gezet aan de hand van stellingen. Wij komen samen terug bij cyberouders. Tot slot vraag ik u een evaluatie in te vullen, heb ik nog een aantal concrete tips en kunt u de vragen die u nog heeft stellen.
Wat houdt u bezig? Sheet 4 van Powerpointpresentatie (10 minuten)
Op de pagina “Wat houdt u bezig?” staat een wirwar aan termen. Roept dit vragen op? Daar gaan we het vandaag niet allemaal over hebben. U hoeft als ouder niet alwetend te zijn (of wel?). Wij willen vandaag graag met u spreken over uw eigen ervaringen, thuis en op school. Wie wil er iets delen of vragen? Wellicht kent u deze termen als trainer niet allemaal. Dat geeft niks, via websites als www.mijndigitalewereld.nl en www.mijnkindonline.nl kunt u veel antwoorden vinden. Probeer ook uw eigen ervaringen of van mensen dichtbij u of wat verder weg mee te nemen. In het boekje met achtergrondinformatie staan ook voorbeelden van verhalen die u kunt inbrengen. Vaak gaat het in het begin stroef, maar zult u merken dat daarna het publiek niet uitgepraat raakt. Dat is
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
7
goed! Probeer het concept cyberouders zoveel mogelijk te betrekken in uw verhalen en uw antwoorden op vragen. Maar overdrijf het niet en ga zeker niet forceren. Het beste is om de achtergrondinformatie en de onderzoeksresultaten (de volgende agendapunten) bij dit gesprek te betrekken. Bijvoorbeeld als er een vraag over Hyves wordt gesteld kunt u de sheet met informatie over profielsites er bijpakken en bespreken. Zo wordt de avond zoveel mogelijk maatwerk en vooral ook interactief.
Onderzoek: Sheet 5 van Powerpointpresentatie (5 minuten)
Vraag aan deelnemers: hoeveel uren per week internetten uw kinderen? Uit eerder onderzoek bleek dat 92% van de ouders aangeeft samen te internetten met hun kinderen, tegen 75% van de kinderen. 37% van de kinderen van 8-12 jaar zegt wel eens te internetten zonder dat ouders dat weten. Hoe zit dat bij u thuis? Wat is het internet (‘international network’) eigenlijk? Internet kent net als in het echte leven enorm veel mogelijkheden voor een volwassene en een kind. Het is als het ware één grote speeltuin waar je kunt kijken, ontdekken, nieuwe dingen kunt leren en meemaken, andere mensen kunt ontmoeten etc. etc. Als achtergrondinformatie kan de publicatie “Ouders over internet en hun kind” van Mijn Kind Online (2009) worden gebruikt.
Taalgebruik en Netiquette: Sheet 6 & 7 van Powerpointpresentatie (5 minuten)
Net als in de offline wereld moeten kinderen zich ook in de online wereld gedragen. Netiquette verwijst naar goede manieren op internet en elkaar online behandelen zoals u graag behandeld zou willen worden. Kinderen beseffen wellicht niet dat zij online iemand per ongeluk kunnen beledigen. Helaas gebruiken sommige mensen het internet en/of mobiele telefoon om anderen boos te maken, te beledigen of te pesten. Juist vanwege de anonimiteit op internet. Achtergrondinformatie: www.watchyourspace.nl en www.i-respect.nl
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
8
Profielsites: Sheet 8 van Powerpointpresentatie (5 minuten)
Welke positieve en negatieve kanten ziet u als ouder en als leerkracht? Hyves is leuk. Je kunt jezelf tonen aan de wereld en laten zien hoeveel vrienden je hebt. Je kunt je profiel pimpen en contacten onderhouden. Maar er zijn ook nadelen. Hyves kan ook worden gebruikt om te pesten, te schelden of om slachtoffers te zoeken voor bijvoorbeeld seksueel misbruik. Zet het Hyves profiel van kinderen daarom altijd op privé. Laat kinderen meedenken over wat ze op Hyves mogen zetten. Foto’s, filmpjes of uitspraken kunnen uw kinderen of uw gezin nog jaren achtervolgen. Let ook op de netwerken waarin uw kind zit en de zogenaamde vrienden van vrienden optie. Achtergrondinformatie: brochure Mijn kind op Hyves
Gamen: Sheet 9 van Powerpointpresentatie (5 minuten)
Veel kinderen vinden het heerlijk om op de computer spelletjes te spelen. Dat kan zowel online als offline en via de pc, home consoles (Wii), handhelds (PSP) en mobiele telefoons. Er zijn verschillende soorten games; role playing, strategie, actie, sport, adventure, virtual life, party, puzzel en classic. Niet alle spellen zijn geschikt voor alle leeftijden, daarom is er de PEGI classificatie. Dat geeft ouders een steuntje in de rug bij het maken van keuzes. Gamen kan goed zijn voor kinderen (creativiteit stimuleren, nieuwe dingen ontdekken, sociale functie etc.), maar kan ook nadelige gevolgen hebben (gameverslaving, isolement). Daarom is het belangrijk om samen met uw kind duidelijke afspraken te maken. Achtergrondinformatie: Klapper Weet Wat Ze Gamen
Pesten: Sheet 10 van Powerpointpresentatie (5 minuten)
Toon fragment (circa 2 minuten) van de film ‘Let’s fight it together’ van Childnet. ‘Pesten is een systematische, psychologische, fysieke of seksuele van handeling door een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten, die niet (langer) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.’ –
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
9
Pesten is anders dan plagen: het is structureel, er is sprake van ongelijke machtsverhoudingen, de gepeste loopt psychische of fysieke schade op. Er is een nieuwe vorm van pesten bijgekomen: digitaal pesten oftewel cyberpesten. Recent onderzoek toont aan dat één op de vijf kinderen (20%) onder de 13 jaar wel eens is gepest via internet of mobiele telefoon. Jongeren tussen 13 en 18 jaar worden nog vaker gepest: één op de drie (33%) in deze groep heeft er last van. Voorbeelden van digitaal of cyberpesten: versturen van computervirussen, foto’s van het slachtoffer online zetten met vervelende teksten eronder, elkaar online uitschelden, hard taalgebruik, etc. Veel jongeren vinden online pesten grappig "omdat niemand weet dat jij het doet". Anonimiteit en gemak blijken de grootste voordelen. Waar in het "echte" leven nog door 86% van de leerkrachten wordt ingegrepen bij pestgedrag, is dat bij online pesten maar bij 43% het geval. Na de pauze komen we bij de stellingen nog terug op pesten. Zie ook brochure “Nergens meer veilig” en www.pestweb.nl.
***Pauze***
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
10
Discussie: Sheets 11 t/m 14 van Powerpointpresentatie Onderdeel A: Discussie in groepen (15 minuten)
Laat de deelnemers in groepen uiteen gaan (waar mogelijk homogeen, bijvoorbeeld ouders bovenbouw,ouders onderbouw en leerkrachten bij elkaar. Op die wijze kan duidelijk worden gemaakt wat de verschillende standpunten zijn bij ouders van kinderen in verschillende leeftijdsgroepen, of er verschillen zijn tussen ouders en leerkrachten etc.). U krijgt per groep een aantal stellingen aangeleverd. U gaat daarover met elkaar in gesprek/discussie. Geef ieder voor zich (individueel) per stelling door middel van een sticker op de posters aan of u het ‘eens’ (groen), ‘oneens’ (rood), ‘niet eens, niet oneens’ (geel) bent. Stellingen: 1. De school moet kinderen verantwoord leren omgaan met moderne communicatiemiddelen zoals MSN, internet en mobiele telefoon. 2. De ontwikkelingen op het terrein van nieuwe media gaan erg snel. Als opvoeder kunnen we onze kinderen daardoor nauwelijks ondersteunen. 3. Wij beschermen onze kinderen door gebruik te maken van technische oplossingen zoals bijvoorbeeld filters. 4. Op onze school kan digitaal pesten niet worden voorkomen. 5. Ook op onze school een cyberouder!
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
11
Onderdeel B: Centraal bespreken van de stellingen (20 minuten)
De trainer kan gedurende de discussie al langs de groepen lopen om waar nodig de discussie aan te scherpen, te luisteren naar de argumenten (die vervolgens bij het centrale gedeelte gebruikt kunnen worden) en te zoeken naar verschillen in opvatting. Waar zijn groepen het eens/ oneens? Met welke argumenten? Om de discussie te leiden (én scherp te houden), hierbij de volgende achtergrondinformatie: Communicatiemiddelen Er is een wezenlijk verschil tussen het leren omgaan met internet in het algemeen en met mobiele telefoons. Internet wordt (ook in opdracht van de school) gebruikt om kennis te (laten) vergaren en te (laten) verspreiden, waar het bij de mobiele telefoon normaal gesproken gaat om persoonlijke communicatie zonder leerdoelen. Een school heeft de taak om het kind voor te bereiden op een toekomst in een maatschappij, waarin moderne media als het internet een belangrijke rol spelen. Als het gaat om ‘fun’ (SMS) kan de school nog zeggen ‘leer het zelf maar’, waar het gaat om media die een centrale rol spelen op school en later bij studie en werk, is een dergelijke houding van de school niet meer mogelijk. Je kunt zeggen: als de school het kind laat internetten, moet de school het kind er ook mede in opvoeden! Ontwikkelingen Je kunt zeggen dat het primaat van de opvoeding altijd bij de ouders ligt, ook waar het de nieuwe media betreft. De nieuwe media worden voornamelijk thuis gebruikt. De ouders blijven dan ook altijd coach en opvoeder van hun kinderen, ook al weten de kinderen –soms- meer van nieuwe ontwikkelingen en zijn zij –soms- sneller op de hoogte van de nieuwste snufjes. De vergelijking met een voetbalcoach is een aardige: een voetbalcoach kan misschien niet (meer) zo goed voetballen als zijn elftalspelers, hij/zij moet wel de ‘algemene lijnen’ uitzetten en de organisatie van het elftal ‘neerzetten’. De coach bedenkt (alleen of in overleg met de spelers) de opstelling, motiveert, stimuleert, begeleidt, straft, verbiedt, etc. De rol van ouders is vergelijkbaar, ook als je niet al te veel van internet weet. Het is overigens wel handig om iets te weten, om te voorkomen dat kinderen je ‘iets op de mouw spelden’.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
12
Ouders bepalen uiteindelijk altijd hoe lang een kind mag internetten, of er sites of spelletjes verboden zijn, of en hoe het kind iets mag aankopen via het internet, of het kind zijn gegevens mag achterlaten als daarom gevraagd wordt, etc. De ouder begeleidt het kind door te laten weten dat de ouder er is als het kind hem of haar nodig heeft. Dat geeft vertrouwen. Net als in het ‘echte’ leven. Kinderen zullen zich gemiddeld gesproken veiliger voelen als ze weten dat zaken die zij als onprettig ervaren op het internet ‘bespreekbaar’ zijn met de opvoeders. Het is aannemelijk, dat hoe minder een ouder van deze moderne media afweet, hoe meer de ouder de neiging heeft het internet te wantrouwen. Een kind dat zijn behoefte aan hulp of gewoon een gesprek beloond ziet met een toename van beperkingen op de eigen vrijheid, zal geneigd zijn voortaan maar te zwijgen. Veel ouders zetten de computer op een ‘open’ plek, ergens midden in het huis, zodat zij nog enigszins over de schouder van het kind kunnen meekijken. Niet alle kinderen zullen dit appreciëren of accepteren. De keuze van opvoedingsstrategieën met betrekking tot de nieuwe media zal dan ook per gezin anders zijn. De opvoeder zal een keuze moeten maken, die voor hen het meest geschikt is. Beschermen Het kan zijn dat een aantal ouders wel iets ziet in technische maatregelen zoals filteren, als wondermiddel tegen alle kwalen of als een extra hulpmiddel tegen de gevaren van het internet. Deze discussie is een belangrijke: als tijdens de ouderavond een grote meerderheid positief is en blijft over het plaatsen van filters, kan het ertoe leiden dat een cyberouder geassocieerd wordt met dergelijke controlerende maatregelen. Lang niet alle professionals, ouders en leerlingen zijn het eens met dergelijk beperkende maatregelen. Zij kunnen tegenwerpen dat het plaatsen van filters hen de mogelijkheid ontneemt een open gesprek aan te gaan met een leerling, in het geval dat deze stuit op een ongewenste site. Om de discussie aan te scherpen kan (kunnen) één van de volgende argumenten worden ingebracht: - Is begeleiden niet beter dan verbieden? - Om de nadelen van het wereld wijde web voor te zijn bestaan er filterprogramma's. Vele onderzoeken hebben aangetoond dat filters niet waterdicht zijn of juist teveel tegenhouden. De meeste jongeren blijken heel wel in staat een filter te omzeilen of uit te zetten. Dat is op zich ook een sport. Als er eenmaal wordt begonnen met filters, moet dit voortdurend worden bijgehouden en aangepast aan nieuwe ontwikkelingen.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
13
- Heeft de school, de bibliotheek of heeft u thuis een filter, maakt u zich geen zorgen: op het werk van één van de ouders of bij een vriendje zitten er geen filters op. Jongeren kennen die plekken feilloos. - Het belangrijkste bezwaar tegen filters is dat het de mogelijkheden van het wereld wijde web beperkt, dat het op voorhand repressief is (waarbij het de vraag is wie bepaalt). Het is dan ook de vraag of filters passen in de Nederlands cultuur, in een open en democratische samenleving. Wanneer de filter sites op woorden blokkeert, bijvoorbeeld 'sex', dan kunt u seksuele voorlichting of de gemeente Sexbierum verder vergeten. Of informatie over het verkeersexamen. Of wanneer 'bloot' het criterium is, meet het filter de hoeveelheid huidskleur op het scherm. U kunt dan bijvoorbeeld werk van de schilder Rubens en Helmut Kohl vergeten (de omvang van zijn hoofd in close up wordt gezien als teveel bloot). En als we het over sex, erotiek en porno hebben, bent u laatst nog in de sigarenwinkel, boekwinkel of Albert Heijn geweest? Wellicht zijn filters een tijdelijk verschijnsel bij een nieuw medium. Er is waarschijnlijk maar één echte oplossing voor veilig internetgebruik en dat is afspraken maken met je kinderen en af en toe zelf eens meekijken. In deze cultuur is het mogelijk fouten te maken zonder dat dit leidt tot beschuldigingen en verwijten. Op school en in de huiselijke kring leiden straffen bij bezoek aan een ongewenste site niet tot het gewenste resultaat. Communicatie over wat je kunt doen wanneer je ergens terecht komt waar je niet wilt zijn, levert vaak meer succes op. Als het kind het gevoel krijgt dat de volwassene weet wat er wordt bedoeld, niet direct allerlei beperkingen oplegt en het kind goed kan adviseren, levert dat een veilig gevoel op bij een kind. Dat is uiteindelijk een veel succesvollere manier om internetveiligheid te bereiken dan door middel van filters. Pestbeleid Het moet worden voorkomen dat er discussie wordt gevoerd over welke vorm van pesten schadelijker of pijnlijker is voor het slachtoffer. In het slechtste geval kan dat leiden tot legitimering van het niet- nemen van maatregelen tegen digitaal pesten. Sommige scholen doen veel moeite om pesten te voorkomen, andere scholen doen er vrijwel niets aan. Minne Fekkes van TNO onderzocht of een anti-pestbeleid op school helpt. Het antwoord is 'ja'. Hij promoveerde aan de universiteit Leiden op zijn onderzoek over pesten onder kinderen op de basisschool. Het anti-pestbeleid kunnen scholen voor een deel zelf invullen, maar er zijn ook een aantal vaste onderdelen. In elk geval moeten er met de kinderen duidelijke afspraken worden gemaakt, zegt Fekkes. “Scholen kunnen bijvoorbeeld de omgangsregels opschrijven. Laat alle leerlingen hun naam eronder zetten en spijker het op de deur. Dat is duidelijk.” Het kan zelfs een goed idee zijn om leerlingen zelf die gedragsregels te laten opstellen.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
14
Het pesten verminderde met dertig procent, bleek toen Fekkes de scholen met een antipestbeleid vergeleek met de controlegroep. Ook merkte hij dat klasgenoten na invoering van een anti-pestbeleid beter met elkaar omgaan. De vier ouderorganisaties (OUDERS & COO, LOBO, NKO en VOO) hebben in 1994 een landelijke campagne gestart (pesten is geen spelletje!) en is er materiaal ontwikkeld om het pesten op school structureel aan te pakken. Het sluitstuk van veel anti- pestacties op scholen was de ondertekening van het Nationaal Onderwijsprotocol tegen Pesten door alle betrokkenen op en rond de school: leerlingen, ouderraad, medezeggenschapraad, leerkrachten, directie, bestuur. Ouders (ouderraad of oudervereniging) worden in de brochure aangesproken om de aanjagersrol op zich te nemen. Omdat er nieuwe vormen van pesten bij zijn gekomen, is er besloten om de brochure van 1994 te actualiseren. Het pestprotocol gaat uit van de zogenaamde ‘vijfsporenaanpak’; hulp aan de leraar, hulp aan de pester, hulp aan het gepeste kind, hulp aan de zwijgende middengroep en hulp aan de ouders. Een anti- pestbeleid is alleen succesvol, als er structureel aandacht aan wordt besteed en aan omgangsvormen in de school, zowel preventief, curatief als repressief. Alle geledingen van de school worden in het plan van aanpak betrokken en kunnen een verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van pesten. De ARBO-wet (1994) verplicht scholen om leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld. Pesten kan gezien worden als een verschijningsvorm van fysiek en/of psychisch geweld. Uitgaande van deze interpretatie, zijn scholen verplicht een anti- pestbeleid te voeren. Sommige vormen van pesten, zoals vernieling van eigendommen, mishandeling en stalking zijn strafbaar conform het Wetboek van Strafrecht. Zie ook brochure ‘Nergens meer veilig’.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
15
Onderdeel C: Cyberouders (20 minuten) We hebben tot dusver de voor- en nadelen besproken van internet (en andere nieuwe communicatiemiddelen als de mobiele telefoon en de digitale televisie). Eén ding is zeker, kinderen maken volop en overal gebruik van deze communicatiemiddelen: op school, bij vriendjes of vriendinnetjes, in het internetcafé, maar vooral thuis. Aandacht voor internetveiligheid moet dan ook niet stoppen bij de schooldeur. Het is belangrijk dat leerlingen, ouders en ‘school’ op zijn minst van elkaar weten welke afspraken er zijn gemaakt en dat zij waar mogelijk samenwerken in deze. Maar die samenwerking tussen ‘thuis’ en school ontstaat niet vanzelf. Om aandacht voor internetveiligheid op school te krijgen en te behouden, zijn er op school mensen nodig die aandacht vragen voor het dossier. Het is tijd voor de aangekondigde introductie van een nieuw fenomeen; cyberouders. Dit is een persoon, die als het ware ‘een ambassadeur is voor internetveiligheid’. Een cyberouder is een ouder die thuis is op de digitale snelweg. Hij of zij werkt mee aan een veilige digitale werken leeromgeving voor alle kinderen, thuis en op school. Een cyberouder maakt zich sterk voor:
-
Betrekken van ouders bij de totstandkoming van een veilige internetomgeving voor hun kinderen op school en thuis.
-
Een bewuste keuze voor schoolbeleid met betrekking tot veilig internetgebruik en het maken van afspraken met verschillende betrokkenen.
Het idee van de Cyberouder is ontstaan naar analogie van het succesvolle project “verkeersouder”. Op het dossier van verkeersveiligheid is door 3VO, de VOO en de ouderorganisaties de “verkeersouder” in het leven geroepen. Het streven is dat iedere school een ouder heeft, die het aanspreekpunt is voor ouders, leerlingen en leerkrachten waar het gaat om gevaarlijke situaties rond de school te signaleren. De taken van de cyberouder zijn vergelijkbaar, maar dan met betrekking tot het digitale ‘verkeer’ van het internet. De aanstelling van een cyberouder loopt via de basisschool. Binnen de basisschool is een cyberouder of een groepje cyberouders het aanspreekpunt voor ouders, leerlingen en leerkrachten als het gaat over internetveiligheid. De ICT- coördinator van school houdt zich meer bezig met techniek in de school. De cyberouder is lid van - of heeft contact met - de ouderraad. De cyberouder doet zijn/haar werk niet alleen: hij/zij wordt ondersteund door een aantal professionele organisaties, die expertise hebben op het terrein. Die ondersteuning vindt plaats doormiddel van de cyberkoffer (laten zien!), het handboek, de website www.cyberouders.nl, regionale scholings– en uitwisselingsdagen en een helpdesk. © Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
16
Wat kan deze cyberouders praktisch doen? Veel. Hij/zij kan bij ouders, leerlingen en teamleden aandacht vragen voor internetveiligheid (denk bijvoorbeeld aan de MR, aandacht voor ‘digitaal pesten’ in pestprotocollen, ouderavonden, aandacht vragen voor producten als het Veilig Internet Diploma voor kinderen, wijzen op good practices van andere scholen etc.). De cyberouder brengt onder de aandacht wat er aan cursusmogelijkheden en lesmateriaal is ontwikkeld. De invulling zal op elke school anders verlopen, afhankelijk van de schoolcultuur en de behoefte aan informatie en ondersteuning die er is. Zijn er voorwaarden om een cyberouder kan worden? Goede communicatieve vaardigheden en enthousiasme om mensen te motiveren zijn noodzakelijke vereisten. Andere voorwaarden zijn er eigenlijk niet. Een brede kennis van internet en internetveiligheid is handig, maar zeker niet noodzakelijk. Een cyberouder kan namelijk ook in kaart brengen welke wensen en lacunes er zijn waar het de aandacht voor en de kennis van internetveiligheid betreft. In de loop van dat proces vergroot de cyberouder ook de eigen kennis. De cyberouder hoeft geen lid te zijn van de ouderraad, hoewel het is aan te raden om het één en ander met de ouderraad af te stemmen. De tijd die een cyberouder investeert is afhankelijk van de eigen ambities en de vraag van de school en de ouders. Korte plenaire discussie: Wat vindt u van het idee van een cyberouder op uw school? Denkt u dat hiermee een veiligere internetomgeving wordt gecreëerd? Waarom wel/niet? Zo niet, wat is er wel nodig? Waarmee kan een cyberouder hier beginnen op school? Wat is daarbij de taak van directie en team?
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
17
5. Het natraject: evaluatie en polsen directie en ouders Uitreiking van de memorystick, door een vragenlijst te trekken uit de stapel. VRAAG: Zijn er onder u geïnteresseerden om (alleen of met meerderen) mee te doen als cyberouder(s)? Graag aangeven op het evaluatieformulier! Uitdelen evaluatieformulieren en flyers. Helemaal aan het einde: overhandig de directeur de brochure: ‘Op alle scholen een cyberouder’, samen met de muismat. Vraag hem/haar naar het verloop van de avond en wat hij/zij vindt van cyberouders. Heeft hij/zij nog vragen? De VOO neemt graag contact met hem/haar op. Binnen een week de trainersevaluatie invullen en deze samen met de evaluatieformulieren van de deelnemers opsturen naar het Antwoordnummer van de VOO.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
18
Bijlage 1: Checklist materialen ouderavond 1. voldoende vragenlijsten met schoollogo 2. voldoende pennen 3. voldoende notitieblokken 4. voldoende stickers cyberouders 5. voldoende stickers rood, geel, groen 6. 7 stellingkaarten 7. 5 stellingposters 8. schildertape om posters op te hangen 9. 1 memorystick om te verloten onder de deelnemers 10. 1 brochure voor de directeur 11. 1 muismat voor de directeur 12. voldoende flyers 13. voldoende evaluatieformulieren deelnemers 14. evaluatieformulier trainer NB: De trainer is zelf verantwoordelijk voor het voorraadbeheer van de materialen die gebruikt worden tijdens de ouderavonden. Indien aanvulling van de persoonlijke voorraad van de trainer noodzakelijk is, neemt de trainer contact op met het cursusbureau van de VOO. De vragenlijsten en evaluatieformulieren worden uiterlijk een week van tevoren opgestuurd door het cursusbureau naar het huisadres van de trainer. De trainer stuurt uiterlijk een week na afloop van de ouderavond de evaluatieformulieren van de deelnemers en zijn/haar eigen evaluatieformulier retour naar de Vereniging Openbaar Onderwijs.
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
19
Bijlage 2: Vragenlijst <<< invoegen logo school >>>
Vragenlijst Ouderavond ‘Veilig internetgebruik: thuis en op school!’ Welkom bij deze ouderavond. Wij verzoeken u vriendelijk onderstaande vragenlijst in te vullen en bij aanvang van het programma in te leveren. U maakt daarbij kans op een 2GB Memory Stick. Bij voorbaat dank! 1.
Naam: …………………………………………………………………………………………
2.
Adres: …………………………………………………………………………………………
3.
Telefoonnummer: ……………………………………………………………………………
4.
E-mailadres: ……………………………………………………………………………………
5.
Geboortedatum: ……………………………………………………………………………….
6.
Geboorteplaats: ………………………………………………………………………………..
7.
Hoeveel kinderen heeft u? Naam: 1. 2. 3. 4. 5.
……………………. ……………………. ……………………. ……………………. …………………….
Leeftijd ……….. ……….. ……….. ……….. ………..
8.
Heeft u thuis een internetaansluiting? Ja/ nee (*)
9.
Doet u wel eens aankopen op het internet? Ja/nee (*) Zo ja, hoe betaalt u dan: onder rembours/machtiging/ IDEAL/ creditcard(*)
10.
Maakt u gebruik van bellen via het internet? Ja/ nee (*)
11.
Heeft u internet op uw mobiele telefoon? Ja/ nee (*)
(*) doorhalen wat niet van toepassing is
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
20
Bijlage 3: Evaluatieformulier deelnemers ouderavond
EVALUATIEFORMULIER DEELNEMERS Ouderavond Veilig internetgebruik: thuis en op school!
, , Wilt u per vraag één cijfer omcirkelen? 1 = zeer slecht 2 = slecht 3 = voldoende 4 = goed 5 = zeer goed Totaalindruk van de bijeenkomst
1–2–3–4–5
Organisatie van de bijeenkomst
1–2–3–4–5
Duur van de bijeenkomst
1–2–3–4–5
Inhoud van het programma de informatie over veilig internetgebruik thuis en op school de wijze waarop u betrokken bent bij de verschillende onderwerpen de informatie over cyberouders
1–2–3–4–5 1–2–3–4–5 1–2–3–4–5
Vervolg Bent u geïnteresseerd om cyberouder te worden? U kunt er ook voor kiezen eerst een informatiepakket te ontvangen om daarna te kunnen beslissen of u, wellicht samen met andere ouders, cyberouder wilt worden. 0 ja, ik word cyberouder! (vul uw gegevens hieronder in) 0 ja, ik wil graag eerst het informatiepakket ontvangen. Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: E-mailadres: 0 nee Eventuele opmerkingen kunt u hieronder noteren.
Hartelijk dank voor het invullen van dit formulier! © Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
21
Bijlage 4: Evaluatieformulier trainers ouderavond
EVALUATIEFORMULIER TRAINERS Ouderavond ‘Veilig internetgebruik; thuis en op school!’ Naam cursusleider: Naam school: Plaats school: Datum bijeenkomst: Aantal aanwezigen: Aantal ingevulde evaluatieformulieren: Hoe verliep de bijeenkomst?
Was er belangstelling voor het cyberouderschap onder de ouders?
Was de directeur aanwezig bij de ouderavond?
Ja 0
nee 0
Heeft de directeur de brochure met muismat ontvangen?
Ja 0
nee 0
Wat was de reactie van de directeur?
Heeft u suggesties voor verandering of verbetering van de ouderavond?
Heeft u andere opmerkingen, tips of suggesties?
Hartelijk dank voor het invullen van dit formulier!
© Vereniging voor Openbaar Onderwijs 2010
22