Toespraak opening van de expo Roderick Laperdrix “The myth of absence” 12-12-2015
De ware kluizenaar heeft zijn redenen om voor het volgende te kiezen: de totale verbinding met het hogere door ‘op te lossen’ in de natuur. Hij verdwijnt voorgoed uit beeld. Zijn motieven kunnen zijn: - een romantisch verlangen: esthetisch genot. vrijheid, ontroering, ontzag, verbijstering, opgaan in… - ook concrete redenen: geen regels, geen bemoeienissen van anderen, of bijvoorbeeld van een overhead (Thoreau). -of heel banaal, ruzie met je moeder hebben. Walter de Rochebrune (gespeeld door Wim de Bie) sluit zich op in het tuinschuurtje van het ouderlijk huis en bekritiseert van daaruit de wereld…Een ‘stadse’ heremiet. Alleen zijn scherpt de zintuigen, maakt de geest gevoeliger maar confronteert je ook met een merkwaardig fenomeen: je voelt je verantwoordelijk voor de waarneming van al die imposante natuur….Jij bent de enige getuige van die werkelijkheid en er rust op jou de last van de wereld als voorstelling, de manier waarop die zich aan jou openbaart. Dus de menselijke blik is een noodzaak voor het bijzondere. “Zijn” is waargenomen worden: wat niet waargenomen wordt bestaat niet. Voorwaarde is het bewustzijn. Maar i.p.v. ‘op te stijgen naar het hogere’ kan er een omslag komen: een vorm van diepe onlust kan toeslaan met als gevolg depressie, het mislukken van overlevingstechnieken, hoe kom ik in godsnaam aan eten, zelf-verwaarlozing… Alleen zijn kan zo verworden tot diepe eenzaamheid…..
Er bestaat ook een ander type kluizenaar, die van te voren een plan bedenkt om verslag te doen van zijn- of haar ervaringen. Iedereen kent natuurlijk: Henri David Thoreau die een hut bouwt in de bossen bij Walden Pond dichtbij zijn dorp Concord, Massachusetts… Hij verblijft daar 2 jaar (zie verder Wikipedia) Zeven jaar later schrijft hij het boek Walden: over de zin van het bestaan, de volheid van het leven in de vrije natuur, In die periode schrijft hij ook een essay: “over burgerlijke ongehoorzaamheid” en adviseert tevens om ‘buiten het economisch pricipe te leven.” Maar (ook) Thoreau is niet helemaal consequent: -Van te voren zocht hij al een plek om een boek te kunnen schrijven. Hij wilde zich bewijzen als schrijver door een boek te schrijven. -De hut is loopafstand van het dorp Concord en hij nuttigt op geregelde tijden warme maaltijden bij zijn moeder. -Ook stopt hij ineens na 2 jaar met dit avontuur doordat hij kan soliciteren naar een baan die hij overigens niet krijgt, maar hij vertrekt toch en verkoopt zelfs de hut!!! Begin 20e eeuw heb je in Nederland natuurlijk Frederik van Eeden. Deze koopt een grote villa in ‘t Gooi, en sticht daar de comune Walden, die uiteindelijk weer door wanbeheer en diefstal door leden onderling, failiiet gaat. Hierover schrijft Nescio in zijn Titaantjes: "In de kolonie van Van Eeden hadden we misschien kunnen gaan, maar
toen we op een zondag erheen waren gelopen, vier uur gaans, toen liep daar een heer in een boerenkiel op dure gele schoenen, kolombijntjes te eten uit een papieren zak, blootshoofd, in innige aanraking met de natuur, zoals dat toen genoemd werd, en z'n baard vol kruimels. We dorsten niet verder en liepen maar weer naar Amsterdam terug". Die heer in de boerenkiel en dure gele schoenen is Frederik van Eeden zelf en je merkt al de ironie maar ook de teleurstelling in het citaat. Zo zie je dat het zoeken van de mens naar het sublieme steeds tegengewerkt wordt door de bekende menselijke eigenschappen zoals hebzucht, jaloezie en bedrog, overmogen, etc. Het lukt slechts enkelingen om het ideële te benaderen. DE KUNSTENAAR: Om als beeldend kunstenaar verslag te doen en een vorm te vinden die hout snijdt, is het noodzaak om juist niet te versmelten mét de natuur maar een positie te kiezen tegenover die natuur. Door die vorm kun je de essentie raken. Elke weg hiertoe is geoorloofd maar er geldt wel een belangrijke voorwaarde nl: -authenticiteit: bijv. bij Caspar David Friedrich, of meer recent Thierry de Cordier Deze laatste kiest welbewust voor het isolement om zich te concentreren op eigenzinnige levensbeschouwingen waarvan hij dmv. beeld verslag doet. RODERICK is ook authentiek. Hij werkt vanuit ervaringen die hij als kind heeft gehad. Zijn vader nam hem mee op meerdere survival-tochten in de Franse
bergen. Hij voelt wat het verblijven in de natuur met hem doet. Veel later op de Academie in Tilburg komt hij aanraking met de werkdruk die een studie met zich meebrengt en ‘het- moeten- presteren’, met als gevolg een ernstige vorm van RSI. Hij verlangt naar rust en alleen zijn en ontdekt, vanuit zijn jeugdherinneringen, een beeldtaal, die ‘het-moeten- presteren’ én die maatschappelijke druk parreert. Roderick bouwt vanuit dit hernieuwde verlangen zijn Cabin in de Tilburgse binnenstad. Hij tekent ‘zelfportretten, en portretten van zijn vader, maar ook ‘survival’ attributen, op ware grootte. Hij studeert hiermee cum laude af en wordt aangenomen op Central St.Marten, London Hier ontwikkelt Roderick door meer onderzoek te doen, een sceptische houding over de relatie mens-natuur- survival. Hij maakt tekeningen en beelden, niet meer alleen vanuit het romantische aspect zoals de hut, maar juist gericht op de ironie en het absurde van het kluizenaarschap. Iedereen kent nu de overdaad aan programma’s op tv waarbij je vanuit je luie stoel iemand verwoed zijn best ziet doen om dmv wrijving vuur te maken…… Maar de camera en microfoon zijn er bij: de kijker, wij dus, zijn de permanente getuigen geworden: de ont-mythologisering ten top….! Maar daarnaast worden er ook dilms gemaakt die meer de kern van het verschijnsel raken zoals, iedereen bekend: “Into the wild“ van Sean Penn en “Two years at sea” van Ben Rivers uit 2011, een echte aanrader overigens. Roderick studeert ook hier weer cum laude af. Hierna loopt hij stage bij de beeldhouwer Anthony Gormley en is daarna voor 9 maanden een van zijn assistenten.
Hierna verhuist ie naar Nederland en krijgt een werkperiode in: -Diepenheim……(confrontatie: eenzaamheid) en dan nu:
Deze expo en het werk:
Een aantal aspecten vallen direct op: -Liefde en aandacht voor het ‘anatomisch’ natuurlijke beeld in al zijn detail. -De rol van het wit, waardoor er een immateriële ruimte ontstaat, waar de tijd stilstaat.: de hut is getransformeert. -De beelden op de tekeningen doemen op vanuit het licht en nodigen (dwingen..) uit om dichterbij te komen. -De cryptische titels zoals: -The lateral sequence gait- telgang- oude man met honden -Gillie suit de luxe: Camoudlage op de hoofden mensen, jong en oud, naakt, silhouetten, in beweging, rennend, zittend, stilstaand, gewichtloos zonder schaduw, ze weten niet wat ze doen, verwarring, sommigen zoeken contact…… Ik moet weer denken aan Nescio die in de inleiding van Boven het dal de mens bekijkt vanaf een berg: Heeft de lengte van Roderick misschien iets te maken met dit neerkijken (of beter een beschouwende blik)?. Het is een steeds terugkerend fenomeen in zijn werk. Uiteindelijk kaatst het werk terug en confronteert je met je eigen rol :…‘mens-zijn’… Sculptuur: titel:-“How to escape from a mountain lion” geen geluid, geen schreeuw…maar: ik associeer en citeer: KraagAgame 90 cm groot, Australië:
Om de kraag uit te klappen moet de hagedis zijn bek wijd opensperren; met een gesloten bek is dat onmogelijk. Bij een geopende bek wordt tevens de
gele binnenzijde van de mond zichtbaar die eveneens dient om af te schrikken. De voorpoten worden opgericht zodat de kop zover mogelijk van de grond komt. De geopende kraag kan een doorsnede hebben van ongeveer 35 centimeter.[3] Als dit een vijand niet overtuigd, zet de agame het op een lopen waarbij alleen het dier op de achterpoten wegrent. De hagedis houdt dit echter niet lang vol en vlucht meestal in een boom…..Een echte heremiet dus…..