Toelichting op het meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden waterschappen
Versie Status
1 september 2013 Definitief
A&O-fonds Waterschappen Postbus 96920 2509 Den Haag T 070 763 0020
[email protected] www.aenowaterschappen.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden waterschappen 3 2 Vraagstelling en resultaat 4 2.1 Kernvraag 4 2.2 Resultaat en randvoorwaarden 4 3 Werkwijze in het project 5 3.1 Stappenplan 5 3.1.1 Instellen Werkgroep 5 3.1.2 Stap 1. Oriëntatie 5 3.1.3 Stap 2. Uitgangspunten meet- en beoordelingsinstrument 5 3.1.4 Stap 3. Opbouw meet- en beoordelingsinstrument 6 4 Werkwijze meet- en beoordelingsinstrument 7 5 Uitleg meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden 8 5.1 Publieksagressie 8 5.2 Biologische agentia 8 5.3 Gevaarlijke stoffen 10 5.4 Energetische belasting 11 5.5 Geluid 11 5.6 Repeterende bewegingen 11 5.7 Statische werkhoudingen 11 5.8 Trillingen 11 5.8.1 Hand-arm trillingen 11 5.8.2 Lichaamstrillingen 12 5.9 Temperatuur 12 5.10 Tillen 12 5.11 Veiligheid 12 Bijlage 1. Overzicht bestaande regelingen 13 Bijlage 2: Definities 15 Bijlage 3: Gehanteerde normen 18 Bijlage 4: Toelichting Normstelling 19
PAGINA 2
A&O-fonds Waterschappen
1 Inleiding meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden waterschappen In opdracht van het A&O-fonds Waterschappen is op verzoek van het Landelijk Arbeidsvoorwaarden Overleg Waterschappen (LAWA) een bij de sector passend instrument bezwarende omstandigheden gerealiseerd. Dit meet- en beoordelingsinstrument heeft een preventieve functie en kan gekoppeld worden aan de RI&E. De taak van de waterschappen in Nederland bestaat uit de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer, het waterkwaliteitsbeheer en de muskusrattenbestrijding. Daarnaast is een waterschap vaak ook verantwoordelijk voor wegenbeheer en vaarwegenbeheer. Bij het door medewerkers in dit kader uitvoeren van werkzaamheden worden sinds jaar en dag regelingen voor bezwarende omstandigheden toegepast. Dit uitgangspunt heeft in de loop der jaren bij de waterschappen in de praktijk tot veel verschillende regelingen geleid. Bestaande regelingen verschillen daarbij onderling zowel in de wijze waarop inzicht in de bezwarende omstandigheden wordt verkregen als ook in de wijze waarop compensatie toegepast wordt. Deze verschillen tussen regelingen maken de wens om tot harmonisatie te komen complex, tijdrovend en duur. Het nu gerealiseerde meetinstrument draagt bij aan het mogelijk maken van deze gewenste harmonisatie. De doelstelling van het project is het conform de gezamenlijke wens van CAO partijen komen tot harmonisatie van de regeling bezwarende omstandigheden. Het resultaat is dit instrument dat alle bestaande regelingen kan vervangen. Nu het meet- en beoordelingsinstrument gerealiseerd is krijgt een paritaire werkgroep de opdracht om het LAWA een advies te geven over een bij het instrument passende compensatieregeling. Uitgangspunt is dat CAO partijen de opvatting delen dat alles gedaan moet worden om bezwarende omstandigheden weg te nemen. Alleen als dit niet mogelijk is, dan dient er sprake zijn van een regeling met een passende financiële compensatie. Het meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden is in opdracht van het A&O-fonds Waterschappen gerealiseerd door vhp human performance. Dit project is begeleid door een werkgroep met vertegenwoordigers uit de sector. In deze toelichting op het instrument worden de vraagstelling, de projectaanpak, de definities, de gebruikte normen en regelgeving, de inhoudelijke overwegingen en de uitleg van het instrument uiteengezet. Deze toelichting is een bijlage bij het meetinstrument. Het meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden waterschappen is als Excel rekenmodel uitgewerkt en opgeleverd. Het meet- en beoordelingsinstrument en deze daarbij behorende toelichting kunnen via de website www.aenowaterschappen.nl of www.mbi-waterschappen.nl gedownload worden. Den Haag, september 2013
PAGINA 3
2 Vraagstelling en resultaat 2.1
Kernvraag
Ontwikkel een bij de sector passend meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden. Belangrijke aandachtspunten zijn: § Uitgangspunt is bezwarende omstandigheden zo veel mogelijk te vermijden § Het meet- en beoordelingsinstrument dient waar mogelijk een preventieve functie te hebben. § Het resultaat moet een basis bieden voor een paritaire werkgroep om het LAWA een advies te geven over een bij het meet- en beoordelingsinstrument passende compensatie regeling.
2.2
Resultaat en randvoorwaarden
Het onderzoek moet leiden tot het volgende resultaat: § Inzicht in de kaders, begrippen en wegingcriteria die bij dit thema worden gehanteerd. § Inzicht in de wijze waarop de beoordeling plaatsvindt: per functiegroep, per functie, per object, per werkplek en/of werkzaamheden. § Inzicht in de gebruikte systemen. § Inzicht in cultuuraspecten die hierop van invloed zijn. § Inzicht in maatregelen zoals (opleidingen, interventies ten behoeve van bewustwording, werkindeling e.d.). § Inzicht in aansluiting op de Branche RI&E. § Aansluiting bij de Arbocatalogus. § Inzicht in overeenkomsten en verschillen in toepassing in de sector. § Een advies ten behoeve van een keuze voor eenduidige uitgangspunten en systematiek. § Informatie op basis waarvan een paritaire werkgroep in opdracht van het LAWA een advies kan formuleren over een bij dit meetinstrument passende compensatie regeling.
PAGINA 4
A&O-fonds Waterschappen
3 Werkwijze in het project 3.1 3.1.1
Stappenplan Instellen Werkgroep
Dit project is begeleid door een werkgroep bestaande uit deelnemers uit 10 waterschappen waaronder GOLeden, diverse technische- en onderhoudsmedewerkers, Muskusrattenbestrijders, Veiligheidskundigen (MVK en HVK), Personeelsadviseurs, Adviseurs Arbo Unitmanager en OR leden. De bijeenkomsten van de werkgroep hebben plaatsgevonden op: • Eerste bijeenkomst 21 februari 2013: Presentatie van de uitkomsten oriëntatiefase, aanpak, eerste inventarisatie van instrumenten, maken van afspraken; • Tweede Bijeenkomst 15 maart 2013: Bespreking van de resultaten van het onderzoek, presentatie van het meet- en beoordelingsinstrument in concept en het ervaren van de opzet hiervan; • Derde Bijeenkomst 2 april 2013: Definitieve vaststelling van het meet- en beoordelingsinstrument en het advies.
3.1.2
Stap 1. Oriëntatie
In deel II van de SAW wordt met ‘vuil en onaangenaam werk’ gedoeld op arbeid met dusdanige – met die arbeid gepaard gaande – fysiek, zintuiglijk of mentaal belastende aspecten dat deze naar in onze samenleving heersende opvattingen als onaangenaam en onaantrekkelijk worden aangemerkt. Door de SAW worden in deel II van de SAW daarbij de volgende categorieën onderscheiden: § Stank § Lawaai § Moeilijk afwasbare huidverontreiniging § Beperkingen door kleding en pbm’s § Trillende apparatuur § Huid– of slijmvliesprikkeling § Klimaat § Gevaar op invaliditeit of overlijden § Overige werkzaamheden. Het is duidelijk dat inhoudelijk bezien de in de vraagstelling betrokken onderwerpen divers zijn. Om een beter beeld te verkrijgen is een oriëntatie uitgevoerd naar 8 bestaande regelingen. Een overzicht is bijgevoegd als bijlage 1.
3.1.3
Stap 2. Uitgangspunten meet- en beoordelingsinstrument
Bij de realisatie van het meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden waterschappen zijn de volgende uitgangspunten toegepast: § Analyse van bestaande regelingen, vervolgens integratie tot één model; § Hanteerbaarheid; aansluiten bij wegingsmethodieken zoals deze veelal gehanteerd worden in de sector. Voorkeur voor aansluiting bij de Kinney en Wiruth systematiek. § Het per onderwerp/omstandigheid kunnen uitvoeren van een objectiveerbare risicoanalyse. § Aansluiten bij gezondheidskundige grenswaarden. Dit betekent dat omstandigheden die leiden tot ongemak (bijvoorbeeld: dragen of gebruik van pbm’s ) niet gekenmerkt worden als bezwarende omstandigheid. § Binnen de waterschappen wordt sinds jaar en dag de term ‘bezwarende omstandigheden’ gebruikt. Nu afgesproken is dat objectiveerbare gezondheidsrisico’s bepalend zijn voor het al dan niet kenmerken van een situatie als een bezwaarlijk omstandigheid ontstaat feitelijk een nieuwe situatie. Ten eerste: een bezwarende omstandigheid in de vorm van een gezondheid bedreigende situatie is niet acceptabel en dient opgelost te worden. Dit betekent daarmee dat deze situatie altijd tijdelijk van aard is. Ten tweede: om een gezondheidsrisico te vermijden wordt gestreefd naar bronaanpak. Indien bronaanpak niet mogelijk is kan het zo zijn dat pbm’s ingezet gaan worden. Pbm’s kunnen de gezondheid beschermen maar tegelijkertijd ook onprettig dragen (denk bijvoorbeeld aan langdurig beschermende kleding dragen, handschoenen dragen of gehoorbescherming dragen). Dit kan dus feitelijk betekenen dat het voor kan komen dat om de gezondheid te beschermen juist een bezwarend omstandigheid ingevoerd wordt. Dit betekent naar mening van de onderzoekers dat het streven naar gezonde werksituaties feitelijk niet 1 op 1 samengaat met het voorkomen van bezwarende omstandigheden. § Leggen van een relatie naar de Arbocatalogus waar dit van toepassing is. § Koppeling naar de branche RI&E. § Het meet- en beoordelingsinstrument biedt een ingang per bezwarende omstandigheid. Het waterschap kan vervolgens per functie de beoordeling uitvoeren. Hierbij wordt sterk aangeraden rekening te houden met: o Invloed van objecten en locaties;
PAGINA 5
Invloed van specifieke werkzaamheden en machines (bijvoorbeeld: reguliere werkzaamheden, regulier onderhoud, schoonmaken en storingen). Indien er binnen functiegroepen aanleiding bestaat om te veronderstellen dat blootstelling aan bezwarende omstandigheden onderling sterk verschilt, dan wordt aangeraden de beoordeling uit te voeren voor elke groep met vergelijkbare omstandigheden. Dit dient serieus overwogen te worden omdat te veel middelen leidt tot onrecht (oftewel te zwaar inschatten ofwel onderschatten). Voorbeeld: indien binnen een waterschap een groep technici in gemalen werkt op locaties met elektromotor aandrijving en elders technici in gemalen werken met dieselmotor aangedreven machines, voer dan de beoordeling tweemaal uit. Het meet- en beoordelingsinstrument wordt bij voorkeur in samenwerking toegepast door de leidinggevende, de werknemer of een vertegenwoordiging van de werknemers en een eerstelijns deskundige (bijvoorbeeld KAM medewerker, arbocoördinator, VK (veiligheidskundige)). De opzet moet wel zodanig zijn dat het instrument voor een ieder begrijpelijk is (geen deskundigentaal). Het meet- en beoordelingsinstrument kan toegepast worden zonder dat metingen uitgevoerd behoeven te worden. In sommige gevallen zal meetapparatuur beschikbaar zijn (bijvoorbeeld bij geluidmetingen), maar vaak is dit niet het geval (bijvoorbeeld bij gevaarlijke stoffen). Indien men nauwkeurig blootstellingniveaus wil meten, schakel dan een tweedelijns deskundige in (Bijvoorbeeld: arbeidshygiënist, MVK/HVK, ergonoom). Zowel bij eerstelijnsbeoordeling als bij tweedelijnsbeoordeling zijn dezelfde normen van toepassing. o
§
§
§
3.1.4
Stap 3. Opbouw meet- en beoordelingsinstrument
Na het: § vaststellen van de definitie van een bezwarende werkomstandigheid waarbij de koppeling gemaakt is met bestaande normen en gezondheidskundige grenswaarden; § beoordelen van 8 bestaande regelingen; § het bezoeken van twee waterschappen in de praktijk; § houden van twee bijeenkomsten met de werkgroep zijn de volgende onderwerpen opgenomen in het meet-en beoordelingsinstrument bezwarende werkomstandigheden: § § § § § § § § § § §
Publieksagressie Biologische agentia Energetische belasting Geluid Gevaarlijke stoffen Repeterende bewegingen: o Romp, benen, schouder o Hand, arm, pols Statische werkhoudingen Temperatuur o Warmte o Koude Trillingen: o Lichaamstrillingen o Hand-armtrillingen Tillen Veiligheid: o Besloten ruimten o Werken op hoogte o Werken met machines, knellen/pletten en snijden / elektriciteit o Struikelen, uitglijden, vallen o Brand en explosiegevaar.
Het concept instrument met deze onderwerpen erin is vervolgens getest door de werkgroep en waar nodig aangepast.
PAGINA 6
A&O-fonds Waterschappen
4 Werkwijze meet- en beoordelingsinstrument Het meet- en beoordelingsinstrument werkt als volgt:
Het doel is bezwarende omstandigheden weg te nemen. Er wordt net zolang gewerkt aan gevaarsafwending tot de status ‘groen’ bereikt is. Dit sluit aan bij artikel 3 lid van de Arbowet waarin de zorgplicht van de werkgever als volgt omschreven is:” tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer”. De werkgever streeft zo naar veiligheid en gezondheid van de medewerker. Een bezwarende omstandigheid is niet acceptabel en is daarmee dus altijd een tijdelijke situatie. De beoordeling groen, oranje of rood staat voor: Rood > bezwarende omstandigheid, los knelpunt op; Oranje > mogelijk bezwarende omstandigheid, los knelpunt op of voer (tweedelijns) nauwkeurige meting uit om vast te stellen of sprake is van rood of groen; Groen > geen bezwarende omstandigheid. Gevaarsafwending wordt toegepast bij de uitkomst ‘oranje’ of ‘rood’. De arbeidshygiënische strategie staat voor een aanpak die omschreven is in artikel 3 lid b van de Arbowet en deze is ook verplicht vanuit de Arbocatalogus. De volgorde van aanpak is: Maatregel Kies voor bron aanpak, als dit niet kan, dan: Knelpunt verminderen, als dit niet kan, dan: Pas de organisatie van het werk aan, als dit niet kan, dan: Verstrek persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
Voorbeeld van de aanpak bij geluid Vervang het apparaat door een geluidarm(er)apparaat, bijvoorbeeld in een gemaal dieselmotoren vervangen door elektromotoren, Isoleer of omkast de geluidbron, kies voor een ander aandrijfmechanisme (bijvoorbeeld hydraulische aandrijving ipv slagmoer aandrijving), verbeter het onderhoud Pas taakroulatie toe, beperkt het aantal uren blootstelling per dag, verstrek instructie en opleiding Bij incidentele blootstelling: oordopjes met een goede geluidsreductie, bij regelmatige blootstelling: verstrek op maat aangemeten otoplastieken. N.B. Omdat PBM’s regelmatig als hinderlijk of oncomfortabel ervaren worden zijn deze daarom pas in de vierde plaats aan de orde als oplossing.
PAGINA 7
5 Uitleg meet- en beoordelingsinstrument bezwarende omstandigheden De definitie van elk van de bezwarende omstandigheden is weergegeven in bijlage 2. De gehanteerde normen zijn per bezwarende omstandigheid weergegeven in bijlage 3. De grenswaarden zoals deze in het Excel instrument gehanteerd worden zijn opgenomen als bijlage 4. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de beoordeling via het instrument plaatsvindt.
5.1
Publieksagressie
Er kan onderscheid gemaakt worden in drie categorieën van publieksagressie, te weten: § (non-) Verbale agressie. Hieronder valt: o Beledigen, o Vernederen, o Smaad, o Treiteren, o Discrimineren, o (Seksuele) intimidatie § Persoonsgerichte Bedreiging (door houding, gebaar, of andersoortig gedrag op de persoon (of directe naasten) gerichte bedreiging waarbij het aannemelijk is dat de dreiging zal worden uitgevoerd. Hieronder valt: o Het openlijk dragen van een wapen (pistool, mes, gevaarlijke hond e.d.). o Dwingen tot uitvoeren of juist nalaten van ambtstaken. o Opzettelijk bemoeilijken en / of onmogelijk maken van uitvoeren van taken, o Huisvredebreuk gepleegd aan een voor openbare dienst bestemd gebouw (toegang verschaffen, zonder toestemming). o Schennis van de goede zeden. o Dreigen met schoppen, slaan en stompen. o Stelselmatig hinderen. o Stelselmatig volgen. o Stelselmatig bedreigen. o Schriftelijke dreigingen, via brief, telefoon, weblog, blog, brief, email en fax. o Bemoeilijken, onmogelijk maken of juist dwingen. o Lokaalvredebreuk. o Pogingen tot schoppen, slaan of verwonden. o Stalken. § Fysieke agressie. Hieronder valt: o Mishandeling. o Verwonden, pijn veroorzaken. o Aanranden. o Beetpakken, duwen, trekken, slaan, gericht gooien, spugen. o Wapengebruik. o Vernielen. Het is van belang dat via een inschatting van waarschijnlijkheid, blootstelling en het te verwachten gezondheidsbedreigende effect van dergelijk gedrag beoordeeld wordt. Raadpleeg bij twijfel een deskundige. In de Arbocatalogus Waterschappen, Deel 1 Publieksagressie wordt dit onderwerp uitgebreid toegelicht.
5.2
Biologische agentia
Biologische agentia zijn al dan niet genetisch gemodificeerde micro-organismen, celculturen en menselijke endoparasieten die een infectie, allergie of toxiciteit kunnen veroorzaken. Hiermee wordt gedoeld op microorganismen zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Voor de toepassing van dit instrument worden biologische agentia in de volgende risicogroepen (eigenlijk gevaar categorieën) onderscheiden: a. categorie 1: een agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij de mens een ziekte kan veroorzaken; b. categorie 2: een agens dat bij de mens een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers kan opleveren, maar waarvan het onwaarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er gewoonlijk een effectieve profylaxe of behandeling bestaat;
PAGINA 8
A&O-fonds Waterschappen
c. categorie 3: een agens dat bij de mens een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers kan opleveren en waarvan er een kans is dat het zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er gewoonlijk een effectieve profylaxe of behandeling bestaat; d. categorie 4: een agens dat bij de mens een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers oplevert en waarvan het zeer waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er gewoonlijk geen effectieve profylaxe of behandeling bestaat. Bij de waterschappen kunnen in de gemalen en de RWZI’s in principe alle risicogroepen aan microorganismen voorkomen. Het betreft waterschappen op Nederlands grondgebied. Micro-organismen in de hoogste risicogroep 4 kunnen daarom buiten beschouwing blijven omdat deze in Noord Europa praktisch niet voorkomen. Ook kunnen micro-organismen in de risicogroep 1 buiten beschouwing blijven. Dit omdat deze totaal ongevaarlijk zijn en daarom eigenlijk geen risicogroep zijn. Resteren de micro-organismen in de categorieën 2 en 3. Blootstelling hieraan kan leiden tot infecties (ongecontroleerde deling van micro-organismen in het menselijk lichaam). Een uitvoerig overzicht is gegeven in de Arbocatalogus Voorbeeld Verdieping Risico-Inventarisatie en -Evaluatie Naast de blootstelling aan levende micro-organismen kan er ook blootstelling zijn aan giftige stoffen die door bacteriën (endotoxines en exotaxines) of schimmels (mycotoxines) worden uitgescheiden en die dus tot vergiftigingen kunnen leiden. Ook kan men allergieën oplopen door producten van dierlijke of plantaardige oorsprong. Aangegeven in de inventarisatie is dat het binnen de waterschappen voornamelijk gaat om de volgende microorganismen gaat (er achter is de risicogroep – mate van ernst aangegeven): Bacteriën § Borrelia burgdorferi (ziekte van Lyme via tekenbeet) (risicogroep 2) § Blauwalgen, blauwwieren of Cyanobacteria (risicogroep 2 § Clostridium botulinum (botulisme) (risicogroep 2) § Clostrium tetani (tetanus) (risicogroep 2) § Enterobacer (Escherichia coli) (risicogroep 2) § Legionella pneumophila (veteranenziekte) (risicogroep 2) § Leptospira interrogans (o.a. ziekte van Weil, melkerskoorts, modderkoorts)(risicogroep 2) § Salmonella soorten (risicogroep 2) § Shigella dysenteriae type 1 (risicogroep 3) § Shigella dysenteriae (anders dan type 1) (risicogroep 2) § Toxoplasma gondii (Toxoplasmose). Bijvoorbeeld bij het bijv. bij ruimen van kadavers. (risicogroep 2). Virussen § Hepatitis A (risicogroep 2) § Virale gastro-enteritis door Echo, Rota, Adeno en Norwalk virussen. (gastro-enteritis; ook wel buikgriep) (risicogroep 2). Schimmels § Aspergillus (risicogroep 2). Parasieten § Cryptosporidiose Cryptosporidium parvum. Klein, eencellig organisme. (risicogroep 2). Vooral knaagdieren, met name de muskusrat. Vervuild oppervlaktewater kan via spatten op de lippen of via vervuilde handen in het maag/darmkanaal van de mens komen. § Giardiasis door de parasiet Giardia lamblia. Klein, eencellig organisme. (risicogroep 2). Ontlasting mens en dier. Vervuild water kan via spatten op de lippen of via vervuilde handen in het maag/darmkanaal van de mens komen. De samenstelling van het afvalwater en de concentratie van de micro-organismen daarin kan sterk variëren, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden (aanwezigheid van ziekenhuizen, bepaalde bedrijven, enz. in de omgeving) en van de weerscondities. Houd bij de beoordeling rekening met de volgende situaties: § Insecten; beten, besmettingen, allergie (wesp, hornaar) § Vegetatiesoorten (berenklauw, brandnetels, riet) § Kadavers van dode dieren. Hierop zit niet alleen Toxoplasma gondii, maar kadavers kunnen een veelheid aan soorten micro-organismen bevatten.
PAGINA 9
§ §
Afvalwater en slibverwerking op RWZI’s Muskusratten.
Bij blootstelling spelen drie blootstellingsroutes een rol: § Door inademing (inhalatoir) § Via de huid (dermaal) § Via de mond (oraal). Bij de inschatting van de blootstelling rekening houden met: § Wordt er gegeten, gedronken of gerookt tijdens het werk. § Worden de handen gewassen bij het verlaten van het terrein § Worden de handen gewassen voor het betreden van de pauzeruimte § Wordt bij een zichtbare verontreiniging van de werkkleding schone werkkleding aangetrokken? § Wordt de werkkleding uitgetrokken vóór het betreden van de pauzeruimte. § Wordt de werkkleding uitgetrokken voordat in een particuliere auto wordt gestapt? § Wordt de werkkleding binnen het bedrijf gewassen of mee naar huis genomen? Als het product van de drie factoren (invullen in de Excel) § Waarschijnlijkheid van blootstelling § Blootstellingsfactor § Mate van ernst groter is dan 60 dan is sprake van bezwarende omstandigheden. Gevaarsafwending is dan nodig. In de Arbocatalogus Waterschappen, Deel 5, Biologische Agentia wordt dit onderwerp uitgebreid toegelicht.
5.3
Gevaarlijke stoffen
In principe gaat het om alle gevaarlijke stoffen die binnen de waterschappen gebruikt worden. Hierbij wordt uitgegaan van de CLP-indeling. De CLP-verordening (EG) nr. 1272/2008 (Classification/indeling, Labelling/etikettering en Packaging/verpakking) is onderdeel van de indeling en etikettering van chemische stoffen GHS (Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals). De binnen de waterschappen meest voorkomende gevaarlijke stoffen en de grenswaarden (als deze bekend zijn) zijn aangegeven. §
§
§
§ §
§ § § § § § § § § § § §
Accuzuur (geconcentreerd zwavelzuur). Vloeistof. Hier speelt meer blootstelling van de huid en minder inhalatie-effecten. Bescherming kan door goede zuurbestendige handschoenen (bijvoorbeeld neopreen) en veiligheidsbril tegen spatten. Zwavelzuur. Indicatieve grenswaarde (als nevel) 0,05 mg/m3. Aluminium chloride Kristallen of poeder. Vormt aan de lucht een bijtende nevel, reageert heftig met water onder vorming van zoutzuurdampen. Indicatieve grenswaarde (IG) 2 mg/m3.Ammoniak (NH3) Wettelijke grenswaarde 14 mg/m3. TGG15 min 36 mg/m3. Azijnzuur. Geen grenswaarde bekend. Vroeger bestuurlijke grenswaarde van 25 mg/m3. Vergelijking met andere sterke zuren maakt dat een grenswaarde meer in de richting van < 10 mg/m3 gezocht moet worden. Benzine, grens is 24 mg/m3. De 10% grens is 24 mg/m3.Diesel 7 µg Elementair koolstof (EC) per m3. Het streefniveau is vastgesteld op 0,16 g/m3. Het verbodsniveau. Waar nooit bovenuit gekomen mag worden is bij een beroepsmatige blootstelling is 50 g elementair koolstof per m³ lucht. Fijn stof 5 mg/m3 (respirabel stof). IJzerchloriden Indicatieve grenswaarde 0,1 mg/m3. Lasrook. Wettelijke grenswaarde 1 mg/m3. Lugol: jodium en kaliumjodide. Indicatieve grenswaarde voor jodium 0,1 mg/m3. Indicatieve grensaarde TGG/15 min 1 mg/m3. Er is geen grenswaarde bekend voor kaliumjodide. Methanol. Wettelijke grenswaarde 133 mg/m3. Reprotoxische stof. Oliën. Polymeren Inert. Geen grenswaarde, mits volledig gepolymeriseerd en er geen overschot van bepaalde monomeren of initiatoren nog inzitten. Salpeterzuur. Wettelijke grenswaarde 1,3 mg/m3. Waterstofsulfide (H2S). Wettelijke grenswaarde 2,3 mg/m3. Zwavelzuur (zie onder accuzuur) Zoutzuur. Wettelijke grenswaarde 8 mg/m3. TGG-15 min 15 mg/m3. Bestrijdingsmiddelen (via sproeien of via oppervlaktewater). Sterk afhankelijk van het specifieke bestrijdingsmiddel. In het algemeen lage grenswaarde. Immers de stoffen zijn bedoeld om levende organismen te doden.
PAGINA 10
A&O-fonds Waterschappen
Voor de stoffen geldt dat beneden de 10% van de gezondheid- kundige grenswaarde (GG) moet worden gebleven. De 10% regel geldt als 8 uurs gemiddelde en moet voorkomen dat door de variaties in processen of omstandigheden of door de dag- op dagvariaties en meetonnauwkeurigheden de 100% GG wordt overschreden. De Excel rekent dit uit. Als de score(s) in de Excel > 40 dan is sprake van bezwarende omstandigheden. Gevaarsafwending is dan nodig.
5.4
Energetische belasting
De beoordeling van energetische belasting is gebaseerd op tabellen voor energieverbruik van houding/beweging en het type arbeid (de zogenaamde Spitzer en Hettinger tabellen). Aan ieder type activiteit is een maat van energieverbruik uitgedrukt in Kilojoules (Kj). Het meet- en beoordelingsinstrument is gebaseerd op het samenstellen van het energieverbruik uit de componenten: § Basaal metabolisme: dit is het energieverbruik dat noodzakelijk is om de vitale functies van het lichaam (hart, lever, hersenen, spijsvertering ed) in werking te houden. § Het energieverbruik benodigd voor een bepaalde houding of beweging. § Het energieverbruik voor een type arbeid. Vul in het tabblad de activiteiten in die uitgevoerd worden op een werkdag en de Excel berekent of er sprake is van een bezwarende werkomstandigheid
5.5
Geluid
Bij geluid dient in de Excel het blootstellingsniveau in decibel en de blootstellingsduur in uren per dag ingevuld te worden. Een vuistregel is dat als je iemand op een meter afstand die normaal spreekt niet goed verstaat, dat dan grens van 80 decibel waarschijnlijk overschreden wordt. Het wordt ten zeerste aangeraden geluid te meten omdat een blootstelling van 83 decibel tweemaal zo schadelijk is als een blootstelling aan 80 decibel. Schatten van geluid is daardoor riskant.
5.6
Repeterende bewegingen
Hierbij dient het aantal en het soort bewegingen (dwz korter dan 4 seconden aangesloten in dezelfde positie) dat op een werkdag uitgevoerd wordt ingevuld te worden. De Excel berekent of sprake is van bezwarende omstandigheden.
5.7
Statische werkhoudingen
Hierbij dient het aantal en het soort houdingen (dwz langer dan 4 seconden aangesloten in dezelfde positie) dat op een werkdag uitgevoerd wordt ingevuld te worden. De Excel berekent of sprake is van bezwarende omstandigheden.
5.8 5.8.1
Trillingen Hand-arm trillingen
Hand-arm trillingen komen via trillende apparaten het lichaam in. Het meten van deze trillingen is tamelijk ingewikkeld en echt specialistenwerk. Er zijn twee manieren om dit te beoordelen zonder te meten, namelijk: § In de technische handleiding van het apparaat dient het trillingsniveau te staan (als het apparaat voldoet aan de machinerichtlijn en een CE Markering heeft). Helaas is dit echter vaak niet het geval en ontbreekt deze informatie. Let er daarnaast op dat het apparaat goed onderhouden is en dat het regelmatig –indien dit aan de orde is- gekalibreerd wordt. § Er zijn databases op internet waar men op type en soort apparaat een gemiddeld trillingsniveau kan vinden, bijvoorbeeld via: http://www.las-bb.de/karla/ (Duits en Duitstalig), en http://www.vibration.db.umu.se/Default.aspx?lang=en (Uit Zweden, Engelstalig, inclusief een calculator)
PAGINA 11
5.8.2
Lichaamstrillingen
Lichaamstrillingen komen via machines of voertuigen via de voeten of het zitvlak het lichaam in. Het meten van deze trillingen is tamelijk ingewikkeld en echt specialistenwerk. Let er daarnaast op dat het voertuig of de machine goed onderhouden is. Belangrijk is ook het rijgedrag van de bestuurder bij voertuigen, bijvoorbeeld: door snel optrekken of afremmen en hard over randen ‘knallen’ verhoogt de trilling belasting aanzienlijk. Een eenvoudige manier om dit te beoordelen zonder te meten, is het gebruik maken van een database: § Er zijn databases op internet waar men op type en soort machine en /of voertuig een gemiddeld trillingsniveau kan vinden, bijvoorbeeld: http://www.las-bb.de/karla/ (Duits en Duitstalig), en http://www.vibration.db.umu.se/Default.aspx?lang=en (Uit Zweden, Engelstalig, inclusief een calculator).
5.9
Temperatuur
Bij werken onder warme omstandigheden en in hitte dienen naast het invullen van de temperatuur ook keuzes gemaakt te worden in de categorieën soort kleding, luchtvochtigheid, stralingswarmte en luchtsnelheid. Bij werken onder koude omstandigheden kunnen de juiste kleding en PBM’s vaak knelpunten voorkomen, maar dit is niet altijd het geval. Zo neemt bij directe blootstelling aan koude van handen en vingers de vingervaardigheid af en treedt bij langdurig waden in koud water afkoeling op. Koude belasting is afhankelijk van verschillende factoren. Er is geen instrument of norm die al deze aspecten combineert. In het meet- en beoordelingsinstrument is er voor gekozen om voor werk in de buitenlucht de grens te leggen bij een gevoelstemperatuur van -6 graden Celcius, dat is ook de temperatuur die in de bouw wordt aangehouden om het werk stil te leggen en tevens de grenswaarde die de FNV aanhoudt. Er wordt tevens gevraagd naar de verzwarende omstandigheid waarbij werken in koude gepaard gaat met directe blootstelling aan koude wind (windchill factor). De gevoelstemperatuur ontstaat door naast temperatuur ook de windchill factor in te wegen. Voor meer informatie over Werken onder koude omstandigheden wordt verwezen naar Arboinformatie blad 20 van Sdu uitgevers. Een bijzonder risico vormt het werken onder klimaatwisselingen (kort opeenvolgende en afwisselende koude en warme omstandigheden), schakel om dit te beoordelen een specialist in.
5.10 Tillen Bij tillen wordt gebruik gemaakt van de wereldwijd met afstand meest gebruikte instrument: de NIOSH methode. De NIOSH methode voor het beoordelen van tilsituaties is zowel een instrument als een norm. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de systematiek: Risico = Waarschijnlijkheid x Blootstelling x Effect, is de NIOSH methode in vereenvoudigde vorm opgenomen in de Excel.
5.11 Veiligheid Om veiligheidsrisico’s in te schatten, wordt gebruik gemaakt van de ranking methode van Kinney & Wiruth. Het risico wordt bepaald door de volgende berekening: Risico = Waarschijnlijkheid x Blootstelling x Effect. De elementen waarschijnlijkheid, blootstelling en effect worden geschat op basis van vooraf gedefinieerde categorieën. De eindscore in de Excel bepaald de grootte van het risico. Omdat veiligheid een breed terrein van risico’s beslaat kan gescoord worden op de volgende vier subcategorieën: § Besloten ruimten § Werken op hoogte § Werken met elektriciteit en machines § Struikelen, uitglijden, vallen, knellen/pletten en snijden. In de Arbocatalogus Waterschappen, Deel 2 Besloten ruimten, Deel 3 Struikelen, uitglijden en vallen en Deel 4 Knellen, pletten en snijden worden veiligheidsaspecten nader toegelicht.
PAGINA 12
A&O-fonds Waterschappen
Bijlage 1. Overzicht bestaande regelingen Overzicht op belangrijke kenmerken van door waterschappen toegestuurde bestaande regelingen:
Waterschap: Hunze en Aas
Lijst van functies die onder de regeling vallen: 8 functies
Onderwerpen in de regeling : 9 onderwerpen uit artikel 2.SAW
Gehanteerde systemen / normeringen: Categorie per functie op grond waarvan vergoeding vastgesteld wordt; Werkzaamheden zijn beoordeeld, maar niet bij alle onderwerpen duidelijk hoe. onbekend
Hoogheemraadschap van Rijnland
Niet gespecificeerd
9 onderwerpen uit artikel 2.SAW
Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden 2008 De Dommel
Niet gespecificeerd
10 onderwerpen uit artikel 3.
11 functies
Weegfactoren Tijdsduur en gradatie
Tricijn Belastingen (Vallei en Eem & Veluwe)
45 functies
9 Onderwerpen onderverdeeld als: • Dynamische spierbelasting • Statische spierbelasting • Oplettendheid • Werksfeer • Persoonlijk risico 9 onderwerpen uit artikel 2. SAW aangevuld met andere onderwerpen (totaal 15)
Waterschap Zuider Zeeland,
Ernst van bezwarende omstandigheden is bepaald met normeringen en expertoordeel
Schieland en de Krimpenerwaard
Niet gespecificeerd
9 onderwerpen uit artikel 2. SAW
Categorie per functie op grond waarvan vergoeding vastgesteld wordt;
Rivierenland
25 functies
14 onderwerpen, onderverdeeld in: • Vuil en onaangenaam werk • Zwaarte van het werk • Inspannende houding en eenzijdige beweging • Werkomstandigheden (lucht, temperatuur, licht, trillingen) • Persoonlijk lichamelijk risico
Toekennen van scores op basis van gradatie (A,B,C,D) en puntensysteem
PAGINA 13
Waterschap: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK)
PAGINA 14
Lijst van functies die onder de regeling vallen: 88 functies
Onderwerpen in de regeling : • • • • • • •
Houding en beweging Stank en afkeer Verontreiniging Lawaai Trillingen Binnen/buiten Bescherming
Gehanteerde systemen / normeringen: onbekend
A&O-fonds Waterschappen
Bijlage 2: Definities Definities zijn ontleend aan: 1. Eerste keus: Indien opgenomen in de Arbocatalogus is deze definitie leidend; 2. Indien niet opgenomen in Arbocatalogus: De normen en regelingen waar naar verwezen is; 3. Indien niet opgenomen in de Arbocatalogus of bij ontbreken van een heldere norm of regeling (zie Hoofdstuk 7) is gebruik gemaakt van: Handboek Fysieke Belasting (Peereboom, KJ, SDU, 2012), Handboek Ergonomie (Peereboom, KJ, VakmediaNet, 2013)of Arbo-informatiebladen van Sdu. Publieksagressie Het welbewust of onbewust, verbaal of non verbaal uiten, gebruiken van fysieke kracht of macht, dan wel het dreigen daarmee, gericht tegen een werknemer, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de publieke taak, wat resulteert of waarschijnlijk zal resulteren in een gevoel van bedreiging, psychische schade, materiële schade, letsel of de dood ten gevolge hebbende. Voorbeelden: § Een muskusratbestrijder wordt in het veld op vervelende wijze aangesproken door een groep dieren activisten; § Nachtwerk bij een gemaal waarbij boze fruittelers langskomen die hun gewassen meteen willen besproeien ivm vermijden vorstschade. Bezwarende omstandigheid Een bezwarende omstandigheid is een omstandigheid in het werk waarbij gezondheidskundige grenswaarde(n) worden overschreden die nog niet via de zorgplicht van de werkgever voorkomen wordt. Biologische agentia Micro-organismen, celculturen en menselijke endoparasieten, al dan niet genetisch gemodificeerd, die een infectie, allergie of toxiciteit kunnen veroorzaken. Voorbeelden: § Risico op ziekte van Lyme via tekenbeet § Risico op ziekte van Weil via oppervlaktewater contact § Risico op besmetting met bacteriën bij zuivering in een gemaal. Energetische belasting Energetische belasting is de fysiologische respons van het lichaam (bloedsomloop, ademhaling en stofwisseling) ten gevolge van het leveren van arbeid bij dynamische activiteiten, zoals lopen, traplopen en fietsen. Voorbeelden: § Een muskusratbestrijder loopt de hele dag door drassig weiland, op en af taluds, moet door het water waden, dood wild wegtrekken en ervaart daardoor een algehele vermoeidheid. § Het langdurig fysiek zwaar werken in een warme omgeving, bijvoorbeeld naast warme motoren. Geluid Schadelijk geluid is geluid dat schadelijk is voor het gehoor. Voorbeelden: • Werken in een gemaal naast een dieselmotor die op volle toeren draait; • Situaties s waarin je op een meter afstand iemand die met normale stem spreekt niet kunt verstaan. Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn stoffen, mengsels of oplossingen van stoffen waaraan werknemers bij de arbeid worden of kunnen worden blootgesteld die vanwege de eigenschappen van of de omstandigheden waaronder die stoffen, mengsels of oplossingen voorkomen gevaar voor de veiligheid of gezondheid kunnen opleveren. Voorbeelden: § Uitvoeren van afvalwateronderzoek nabij een bedrijf dat illegaal gevaarlijke stoffen gelost heeft; § Schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren met oplosmiddelen. Hand-armtrillingen Hand-armtrillingen zijn trillingen die via de handen op het lichaam overgedragen worden. Voorbeelden van werk met handarm-trillingen zijn: • Op locatie met een kettingzaag bomen wegzagen om werkzaamheden uit te kunnen voeren; • Met een slijptol bewerken van een stalen werkstuk.
PAGINA 15
Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen zijn trillingen die via een steunvlak (stoel of vloer) het lichaam als geheel in trilling brengen. Voorbeelden: § Het varen in een boot met buitenboordmotor; § Het nabij draaiende dieselmotoren lopen in een operationeel gemaal. PBM Persoonlijk beschermingsmiddel. Repeterende bewegingen Repeterende bewegingen zijn alle bewegingen met lichaamsdelen waarbij minder dan 4 seconden een vaste positie ingenomen wordt Er is sprake van repeterende bewegingen als gelijke of overeenkomstige bewegingen gedurende tenminste een uur achter elkaar of tenminste gedurende twee uur op een dag uitgevoerd worden. Voorbeelden: § Langdurig in een moeilijke houding sleutelen in een schakelkast (voor de handen); § Langdurig kroosscheppen(voor armen en romp).
Statische werkhoudingen Een statische werkhouding is een houding waarbij men met één of meerdere lichaamsdelen tenminste vier seconden of langer dezelfde positie aanneemt. Voorbeelden: § Langdurig in een moeilijke houding sleutelen in een schakelkast (voor de benen en rug); § Langdurig in dezelfde houding werken in een besloten ruimte. Temperatuurbelasting Werken onder hete (warme tot zeer warme) of koude omstandigheden (ook wel genaamd: hitte stress, hitte belasting of koude belasting) Voorbeelden: § In koud winterweer op een open vlakte werken terwijl het hard waait; § Het hartje zomer in beschermende kleding werken in een besloten ruimte. Tillen Tillen is een handeling waarbij een object met de hand(en) wordt beetgepakt en vervolgens zonder hulpmiddelen verticaal wordt verplaatst. Let op: het lopend horizontaal verplaatsen van object is geen tillen en wordt dragen genoemd. Voorbeelden: § Over een hek tillen van een dood dier; § Zwaar onderdeel plaatsen in een machine. Veiligheid Veiligheid is de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermde maatregelen tegen deze potentiële oorzaken. Veiligheid is een relatief begrip, aangezien niets onder alle omstandigheden volledig zonder gevaar is. Veiligheid is onderverdeel in vier subcategorieën, te weten: Besloten ruimten Een gesloten of deels open omgeving met een al dan niet vernauwde toegang, die niet ontworpen is voor het verblijf van personen, waar een gevaarlijke atmosfeer aanwezig kan zijn. Werken op hoogte Het niet gezekerd of zonder hekwerk, valrooster of randbeveiliging uitvoeren van werkzaamheden op een hoogte meer dan 2,5 meter boven vloeroppervlak. Voorbeelden: § Werken bij of boven in putten; § Werken op sluiscomplexen. Werken met elektriciteit Werken met stroom. Elektriciteit is altijd een potentieel gevaar, ook zonder direct contact. Een lichte schok kan door de schrik bijvoorbeeld een val veroorzaken. Voor het werken aan het elektrische installaties gelden normen en voorschriften die de risico's moeten beperken. Struikelen, uitglijden, vallen, knellen/pletten en snijden
PAGINA 16
A&O-fonds Waterschappen
Struikelen is het ongewild verliezen van evenwicht door een gering hoogteverschil of obstakel in de ondergrond. Uitglijden is het ongewild verliezen van evenwicht door een gladde ondergrond. Vallen is het ongewild verliezen van evenwicht waarbij een verticale afstand wordt afgelegd van minder dan 2,5 meter. Knellen en pletten is het met een lichaamsdeel of het lichaam vast raken tussen één of meerdere objecten of delen van objecten waarbij dit lichaamsdeel of het lichaam wordt samengedrukt en of samengeperst. Snijden is contact tussen een object en een lichaamsdeel waarbij een insnijding (beschadiging dan wel doorboring van de huid) van het lichaamsdeel plaatsvindt Voorbeelden: § Uitglijden op houten steigers, vlonders, roosters en stoeptegels door bijvoorbeeld algengroei of opvriezen. § Werken aan machines zonder de stroom af te sluiten. § Klem komen te zitten in een besloten ruimte. .
PAGINA 17
Bijlage 3: Gehanteerde normen Het meten en beoordelen van de bezwarende omstandigheden geschiedt op basis van actuele wet- en regelgeving en / of normen. Hieronder vindt u per bezwarende omstandigheid een overzicht van de gehanteerde normen. Bezwarende omstandigheid Publieksagressie
Norm Arbobesluit afdeling 4 PSA. artikel 2.15 lid 1 Arbobesluit afdeling 4 PSA. artikel 2.15 lid 2
Biologische agentia
Europese richtlijn biologische agentia 2000/54/EG Artikel 4.84 uit het Arbobesluit COGEM indeling van pathogene micro-organismen 2012 NEN-EN-ISO 8996 (1982) Arbobesluit 6.8 NEN 3418 (2003) CLP-verordening (EG) nr. 1272/2008 SER lijst kankerverwekkende stoffen
Energetische belasting Geluid Gevaarlijke stoffen Repeterende bewegingen: Romp, benen, schouder Hand, arm, pols Statische werkhoudingen Trillingen: Lichaamstrillingen Hand-armtrillingen Temperatuur
Tillen Veiligheid: Besloten ruimten Werken op hoogte Werken met machines / elektriciteit Overig
PAGINA 18
NEN-EN 1005-4 (2008) OCRA: NEN-EN 1005-5 (2007) NEN-EN 1005-4 (2008) Europese Richtlijn voor trillingen op arbeidsplaatsen (2002/44/EG) Warmtebelasting: NEN-ISO 7243 Hete omgevingsomstandigheden – Bepaling van de externe warmtebelasting van werkende mensen (WBGT Index). Koudebelasting: NEN-EN-ISO 11079, NEN-EN-ISO 7730 NIOSH norm Arbobesluit, art. 3.5g Arbobesluit art. 3.2 Arbobesluit art. 3.10 Arbobesluit art. 3.11 Arbobesluit art. 3.15 Arbobesluit art. 3.16 Arbowet, artikel 3. lid 1. Arbowet, artikel 3. lid 2. Arbobesluit, artikel 3.2 Arbobesluit, artikel 3.17. Arbobesluit, artikel 7.2 Arbobesluit, artikel 7.3 Arbobesluit, artikel 7.4 Arbobesluit, artikel 7.4a Arbobesluit, artikel 7.5 Arbobesluit, artikel 7.6 Arbobesluit, artikel 7. 7 Arbobesluit 4.84. Arbobesluit 4.85 Arbobesluit 4.86 Arbobesluit 4.87 Arbobesluit 4.88 Arbobesluit 4.89 Arbobesluit 4.90 Arbobesluit 4.91 Arbobesluit 4.92 Arbobesluit 4.93 Arbobesluit 4.94 Arbobesluit 4.95 Arbobesluit 4.96 Arbeidsmiddelenrichtlijn Machinerichtlijn (2006/42/EG) Kinney & Wiruth wegingsmethodiek
A&O-fonds Waterschappen
Bijlage 4: Toelichting Normstelling In dit document is per onderwerp beschreven hoe de uitkomst (‘Groen’, ‘Oranje’ of ‘Rood’) tot stand komt. Het gaat om de volgende (sub)onderwerpen
Onderwerp Publieksagressie Biologische agentia Energetische belasting Geluid Gevaarlijke stoffen Repeterende bewegingen Statische werkhoudingen Temperatuur Trillingen Tillen Veiligheid:
Sub onderwerp
• •
Hand, arm, pols Romp, benen, schouder
• •
Hitte Kou
• •
Lichaamstrillingen Hand-armtrillingen
• • •
Besloten ruimten Werken op hoogte Werken met machines / vallen, knellen/pletten, elektriciteit Struikelen, uitglijden, en snijden Brand en explosiegevaar
• •
PAGINA 19
Publieksagressie Waarschijnlijkheid Score
Invulmogelijkheid
0,1
Bijna niet denkbaar, virtueel onmogelijk
0,2
Praktisch onmogelijk
0,5
Denkbaar, maar zeer onwaarschijnlijk
1
Onwaarschijnlijk, maar mogelijk in grensgevallen
3
Ongewoon maar mogelijk
6
Zeer goed mogelijk
10
Kan verwacht worden, bijna zeker
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
0,5
Zeer zelden
1
Zelden (< 1% van het tijdsduur gebeurtenis = arbeidstijd)
2
Soms, ongewoon (tussen de 1 en 10% van de arbeidstijd)
3
Af en toe (tussen de 10 – 50 % van de arbeidstijd)
6
Regelmatig (tussen de 50 en 90% van de arbeidstijd)
10
Voortdurend, meer dan 90% van de arbeidstijd
Ernst Score
Invulmogelijkheid
1
Letsel zonder verlet, eerste hulp kan nodig zijn
3
Letsel met verlet (meer dan 1 dag werkonbekwaam)
7
Ernstige verwonding met blijvende invaliditeit
15
1 dode
40
Meerdere doden
100
Vele doden
De Totaalscore = ‘Score waarschijnlijkheid’ x ‘Score Blootstelling’ x ‘Score Ernst’ Groen: totaalscore is 20 of lager Oranje: totaalscore is hoger dan 20 en lager 70 of precies 70 Rood: totaalscore is hoger dan 70
PAGINA 20
A&O-fonds Waterschappen
Biologische agentia Waarschijnlijkheid Score
Invulmogelijkheid
0,1
Bijna niet denkbaar, virtueel onmogelijk
0,2
Praktisch onmogelijk
0,5
Denkbaar, maar zeer onwaarschijnlijk
1
Onwaarschijnlijk, maar mogelijk in grensgevallen
3
Ongewoon maar mogelijk
6
Zeer goed mogelijk
10
Kan verwacht worden, bijna zeker
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
0,5
Zeer zelden
1
Zelden (< 1% van het tijdsduur gebeurtenis = arbeidstijd)
2
Soms, ongewoon (tussen de 1 en 10% van de arbeidstijd)
3
Af en toe (tussen de 10 – 50 % van de arbeidstijd)
6
Regelmatig (tussen de 50 en 90% van de arbeidstijd)
10
Voortdurend, meer dan 90% van de arbeidstijd
Ernst Score
Invulmogelijkheid
1
Letsel zonder verlet, eerste hulp kan nodig zijn
3
Letsel met verlet (meer dan 1 dag werk onbekwaam)
7
Ernstige verwonding met blijvende invaliditeit
15
1 dode
40
Meerdere doden
100
Vele doden
De Totaalscore = ‘Score waarschijnlijkheid’ x ‘Score Blootstelling’ x ‘Score Ernst’ Groen: totaalscore is 20 of lager Oranje: totaalscore is hoger dan 20 en lager 70 of precies 70 Rood: totaalscore is hoger dan 70
PAGINA 21
Energetische belasting Houding/beweging
Ingevulde aantal minuten per dag
Energieverbruik KJ per minuut
Energieverbruik KJ
Zitten incl autorijden
-
X
1
-
Knielen, hurken,staan Lopen Traplopen, lopen op schuine vlakken, taluds Lopen met gewichten van meer dan 10 kg (slepen, dragen, trekken,duwen)
-
X X X
2,1 12 13
-
-
X
17
-
Blootstelling per dag
Totale energieverbruik per dag Gemiddeld energieverbruik per minuut = Totale energieverbruik per dag / Blootstelling per dag Type arbeid Score
Invulmogelijkheid
3
Categorie 1: Werk waarbij men wel regelmatig met de handen werkt maar waarbij zwaar werk niet of nauwelijks voorkomt. Categorie 2: Fysiek werk waarbij af en toe wel eens flinke armkracht geleverd moet worden bijvoorbeeld bij sleutelen, trekken of duwen. Zwaar tillen en dragen komt niet voor. Categorie 3: Fysiek werk waarbij inzetten van het hele lichaam bij bijvoorbeeld tillen, dragen, duwen en trekken van zware lasten dagelijks enkele tot meerdere malen voorkomt. Categorie 4: Aaneensluitend zwaar fysiek werk dat dagelijks leidt tot grote vermoeidheid en zweten door bijvoorbeeld veelvuldig zwaar tillen, dragen, duwen, trekken en blootstaan aan hittebelasting.
6
9,5
30
Het energieverbruik wordt vervolgens berekend: Energieverbruik (kJ/min) = basaalmetbolisme van 5 Kj /min + Gemiddeld energieverbruik per minuut + Score type arbeid Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: Energieverbruik < 1 uur < 13 13-17 17-21 21-25 25-31 31-38 > 38
1-2 uur
2-4 uur
4-6 uur
6-8 uur
Geluid Blootstelling Invulmogelijkheid < 1 uur 1 - 2 uur 2 - 4 uur
PAGINA 22
A&O-fonds Waterschappen
4 - 6 uur 6 - 8 uur > 8 uur Effect Invulmogelijkheid <80 dB(A), geen risico op gehoorschade 80-83 dB(A), mogelijk kans op gehoorschade 83-85 dB(A) > 85 dB(A) veel kans op gehoorschade Uitkomst in de vorm van dagdosis wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: < 80 dB (A) 80 - 83 dB(A) 83 - 85 dB(A) > 85 dB(A)
< 1 uur
1-2 uur
2-4 uur
4-6 uur
6-8 uur
> 8 uur
PAGINA 23
Gevaarlijke stoffen Waarschijnlijkheid Score
Invulmogelijkheid
0,1
Bijna niet denkbaar (nooit van gehoord)
0,2
Praktisch onmogelijk (nooit van gehoord binnen bedrijfstak en branche)
0,5
3
Denkbaar, maar onwaarschijnlijk (wel van gehoord binnen bedrijfstak en branche, maar niet binnen het bedrijf zelf) Onwaarschijnlijk, maar mogelijk in grensgeval (laatste 10 jaar niet binnen het bedrijf voorgekomen) Ongewoon (in de laatste jaren binnen het bedrijf wel eens gebeurd)
6
Zeer wel mogelijk (enkele keren per jaar binnen het bedrijf gebeurd)
10
Te verwachten (komt vaak/vaker voor binnen het bedrijf)
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
0,5
Extreem kort en/of zeer zelden (< 1 maal per jaar)
1
Zeer kort en/of zelden (enkele keren per jaar)
2
Kort en/of af en toe (maandelijks)
3
Middellang en/of geregeld (wekelijks)
6
Lang en/of frequent (regelmatig/dagelijks)
10
Zeer lang en/of zeer frequent (diverse keren per dag)
Ernst Score
Invulmogelijkheid
1
Letsel zonder verlet, eerste hulp kan nodig zijn
3
Letsel met verlet (meer dan 1 dag werkonbekwaam)
7
Ernstige verwonding met blijvende invaliditeit
15
1 dode
40
Meerdere doden
100
Vele doden
1
De Totaalscore = ‘Score waarschijnlijkheid’ x ‘Score Blootstelling’ x ‘Score Ernst’ Groen: totaalscore is 20 of lager Oranje: totaalscore is hoger dan 20 en lager 70 of precies 70 Rood: totaalscore is hoger dan 70
PAGINA 24
A&O-fonds Waterschappen
Repeterende bewegingen Pols en hand Aantal uur repeterende bewegingen per dag Score Invulmogelijkheid Uitkomst is altijd groen Uitkomst op basis van overige invulden
minder dan 2 uur per dag 2 uur per dag of meer
Houding Score
Invulmogelijkheid
1
Neutrale stand van pols / hand
0,65
Niet neutrale stand van pols / hand
Kou Score
Invulmogelijkheid
0,9
Ja
1
Nee
Kracht Score
Invulmogelijkheid
1 0,75 0,35 0,2 0,01
nauwelijks weinig gemiddeld krachtig maximaal
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
1,5
2-4 uur
1
4-8 uur
0,5
> 8 uur
RTA = 30 x Score houding x Score kou x Score kracht x score blootstelling Totaalscore = ingevuld aantal bewegingen per minuut / RTA Groen: totaalscore is lager dan 2 Oranje: totaalscore is hoger dan of gelijk aan 2 en lager dan of gelijk aan 3,5 Rood: totaalscore is hoger dan 3,5
PAGINA 25
Romp Aantal bewegingen per minuut Invulmogelijkheid < 1x / min 1-2 x / min 2-4 x / min > 4 / min Houding Invulmogelijkheid Zone I Zone II Zone III Blootstelling Invulmogelijkheid < 1 uur 1-4 uur > 4 uur Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: Bewegingen in zone I
< 1 uur
1-4 uur
> 4 uur
Alle frequenties
< 1 uur
1-4 uur
> 4 uur
Bewegingen in Zone II < 1 x p / min 1 - 2 x p / min 2 - 4 x / min > 4 x / min
Bewegingen in Zone III
< 1 uur
1-4 uur
> 4 uur
< 1 x / min
1 - 2 x / min > 2 x / min
PAGINA 26
A&O-fonds Waterschappen
Benen Aantal bewegingen per minuut Invulmogelijkheid < 1x / min 1-2 x / min > 2 / min Houding Invulmogelijkheid Zone I Zone II Blootstelling Invulmogelijkheid < 1 uur 1-4 uur > 4 uur Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: Bewegingen in zone I
< 1 uur
1-4 uur
> 4 uur
Alle frequenties
Bewegingen in Zone III
< 1 uur
1-4 uur
> 4 uur
< 1 x / min 1 - 2 x / min > 2 x / min
PAGINA 27
Statische werkhoudingen Romp Blootstelling Invulmogelijkheid < 10 min per dag < 30 min per dag 30 - 60 min per dag 60 - 90 min per dag > 90 min per dag Effect Invulmogelijkheid Zone I Zone II Zone III Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: 30-60 60-90 90-120 < 10 min < 30 min min min min Zone 1
Zone 2
Zone 3
PAGINA 28
A&O-fonds Waterschappen
Armen Blootstelling Invulmogelijkheid < 10 min per dag < 30 min per dag 30 - 60 min per dag 60 - 90 min per dag > 90 min per dag Effect Invulmogelijkheid Zone I Zone II Zone III
Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: 30-60 60-90 90-120 < 10 min < 30 min min min min Zone 1
Zone 2
Zone 3
PAGINA 29
Benen Blootstelling Invulmogelijkheid < 10 min per dag < 30 min per dag 30 - 60 min per dag 60 - 90 min per dag > 90 min per dag Effect Invulmogelijkheid Zone I Zone II Zone III
Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: 30-60 60-90 < 10 min < 30 min min min > 90 min Zone 1 Zone 2
PAGINA 30
A&O-fonds Waterschappen
Temperatuur Hitte Temperatuur Score
Ingevulde temperatuur
Score
Ingevulde temperatuur
12,34
<20
19,81
30
12,34
20
20,56
31
13,09
21
21,32
32
13,83
22
22,08
33
14,57
23
22,84
34
15,31
24
23,6
35
16,06
25
24,36
36
16,86
26
25,13
37
17,55
27
25,9
38
18,31
28
26,67
39
19,06
29
27,44
40
Kleding Invulmogelijkheid Score
Invulmogelijkheid
0
Zomerkleding
+3,5
Indien geen zomerkleding maar overal
+5
Indien dubbele overall
Vochtigheid Invulmogelijkheid Score
Invulmogelijkheid
+1,4
30%
+2,65
40%
+3,76
50%
+5,15
60%
+6,05
70%
+6,91
80%
+7,71
90%
+8,41
100%
Luchtsnelheid Invulmogelijkheid Score
Invulmogelijkheid
-0,2
redelijk
-0,4
stevig
PAGINA 31
Totaalscore = Score temperatuur + Score kleding + Score vochtigheid + Score luchtsnelheid Groen: totaalscore is lager dan 27,5 Oranje: totaalscore is hoger dan of gelijk aan 27,5 en lager dan of gelijk aan 30 Rood: totaalscore is hoger dan 30 Kou Temperatuur Ingevulde mogelijkheid
Ingevulde mogelijkheid
0°C
-30°C
-5°C
-35°C
-10°C
-40°C
-15°C
-45°C
-20°C
-50°C
-25°C Windsnelheid Ingevulde mogelijkheid
Ingevulde mogelijkheid
5 km/uur
45 km/uur
10 km/uur
50 km/uur
15 km/uur
55 km/uur
20 km/uur
60 km/uur
25 km/uur
65 km/uur
30 km/uur
70 km/uur
35 km/uur
75 km/uur
40 km/uur
80 km/uur
Koud water Score Uitkomst is oranje tenzij ‘temperatuur x windsnelheid = rood Uitkomst op basis van overige invulden
Invulmogelijkheid Ja
Nee
Werken zonder handschoenen Score Invulmogelijkheid Uitkomst is oranje tenzij ‘temperatuur x windsnelheid = rood Uitkomst op basis van overige invulden
PAGINA 32
Ja
Nee
A&O-fonds Waterschappen
Warmte Uitkomst wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: 0°C 5°C 10°C 15°C 20°C 25°C 30°C 35°C 5 km/uur 10 km/uur 15 km/uur 20 km/uur 25 km/uur 30 km/uur 35 km/uur 40 km/uur 45 km/uur 50 km/uur 55 km/uur 60 km/uur 65 km/uur 70 km/uur 75 km/uur 80 km/uur
40°C 45°C
50°C
PAGINA 33
Tillen Tilhoogte Score
Invulmogelijkheid
0,7
Boven schouderhoogte (>150 cm) tillen komt voor
0,8
Onder kniehoogte (<50 cm) tillen komt voor
0,6
Zowel tillen onder kniehoogte als boven schouderhoogte komt voor
1
Zowel tillen onder kniehoogte als boven schouderhoogte komt niet voor
Reikafstand Score
Invulmogelijkheid
0,5
De last wordt 50 cm van het lichaam af gehouden
0,75
De last wordt 25 cm van het lichaam af gehouden
1
De last wordt dicht tegen het lichaam getild
Draaiing romp Score
Invulmogelijkheid
0,75
Tijdens het tillen wordt de romp stevig gedraaid (> 90 graden)
0,9
Tijdens het tillen wordt de romp gedraaid (>45 graden)
1
Tijdens het tillen wordt de romp niet of nauwelijks gedraaid
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
1
<0,2
0,97
0,5
0,94
1
0,91
2
0,88
3
0,84
4
0,8
5
0,75
6
0,7
7
0,6
8
0,5
9
0,45
10
RWL = ’23 x Score tilhoogte’ x ‘Score reikafstand’ x ‘Score draaiing romp’ x ‘Score blootstelling’ Totaalscore = ingevuld tilgewicht / RWL Groen: totaalscore is lager dan 1 Oranje: totaalscore is hoger dan of gelijk aan 1 en lager dan of gelijk aan 2 Rood: totaalscore is hoger dan 2
PAGINA 34
A&O-fonds Waterschappen
Trillingen Lichaamstrillingen Blootstelling Invulmogelijkheid < 0,25h 0,25 - 1h 1 - 2h 2 - 4h 4 - 8h >8h Effect Invulmogelijkheid <0,5m/s2 0,5
5,6 m/s2
Uitkomst in de vorm van een dagdosis wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: < 0,25h
0,25 - 1h
1 - 2h
2-4h
4-8h
>8h
0,5
1,0 < a < 1,5m/s2
1,5 < a < 2,0 m/s2 2,0 < a < 2,8 m/s2 2,8 < a < 5,6 m/s2
> 5,6 m/s2
<0,5m/s2
PAGINA 35
Hand-armstrillingen Blootstelling Invulmogelijkheid 0,5h 0,5h - 2h 2h - 4h 4h - 8h > 8h Effect Invulmogelijkheid < 2,5 m/s2 2,5 < a < 5 m/s2 5 < a < 10 m/s2 10 < a < 10 m/s2 > 20 m/s2 Uitkomst in de vorm van een dagdosis wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel: 0,5 - 2h < 0,5h 2 - 4h 4 - 8h > 8h < 2,5 m/s2
2,5 < a < 5 m/s2
5 < a < 10 m/s2 10 < a < 20 m/s2
> 20 m/s2
PAGINA 36
A&O-fonds Waterschappen
Veiligheid De uitkomsten voor de sub onderwerpen ‘Besloten ruimten’, ‘Werken op hoogte’, ‘Werken met machines’, ‘Struikelen, uitglijden, vallen, knellen/pletten en snijden’ zijn gebaseerd op onderstaande tabellen Waarschijnlijkheid Score
Invulmogelijkheid
0,1
Bijna niet denkbaar, virtueel onmogelijk
0,2
Praktisch onmogelijk
0,5
Denkbaar, maar zeer onwaarschijnlijk
1
Onwaarschijnlijk, maar mogelijk in grensgevallen
3
Ongewoon maar mogelijk
6
Zeer goed mogelijk
10
Kan verwacht worden, bijna zeker
Blootstelling Score
Invulmogelijkheid
0,5
Zeer zelden
1
Zelden (< 1% van het tijdsduur gebeurtenis = arbeidstijd)
2
Soms, ongewoon (tussen de 1 en 10% van de arbeidstijd)
3
Af en toe (tussen de 10 – 50 % van de arbeidstijd)
6
Regelmatig (tussen de 50 en 90% van de arbeidstijd)
10
Voortdurend, meer dan 90% van de arbeidstijd
Ernst Score
Invulmogelijkheid
1
Letsel zonder verlet, eerste hulp kan nodig zijn
3
Letsel met verlet (meer dan 1 dag werkonbekwaam)
7
Ernstige verwonding met blijvende invaliditeit
15
1 dode
40
Meerdere doden
100
Vele doden
De Totaalscore = ‘Score waarschijnlijkheid’ x ‘Score Blootstelling’ x ‘Score Ernst’ Groen: totaalscore is 20 of lager Oranje: totaalscore is hoger dan 20 en lager 70 of precies 70 Rood: totaalscore is hoger dan 70
PAGINA 37
Colofon
Opdrachtgever Stichting A&O-fonds Waterschappen Projectmanager Emma van Vliet Eindredactie vhp human performance Uitvoering en samenstelling vhp human performance, www.vhphp.nl, Projectleider: Kees Peereboom Met dank aan Leden werkgroep bezwarende werkomstandigheden Vormgeving Stichting A&O-fonds Waterschappen Uitgave Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, April 2013
© Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, Den Haag. April 2013 Stichting A&O-fonds Waterschappen bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aenowaterschappen.nl.
Rechten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-fonds Waterschappen. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
PAGINA 38
A&O-fonds Waterschappen