Titel UPI-111 Werken op Hoogte Nummer Datum 1 Oktober 2008 Inhoud
Pagina
1
Doel
3
2
Doelgroep
3
3
Toepassingsgebied
3
4
Definities/Afkortingen
3
5
Referenties
4
6
Verantwoordelijkheden/Bevoegdheden
4
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
Toepassingsmogelijkheden bij “Werken op Hoogte” Steiger Hoogwerker Werkbak Ladder Rope Access (abseilen) Daken Roostervloeren
6 6 10 11 12 14 15 16
8
Afwijkingen/Aanvullingen
17
9
Formulieren/Hulpmiddelen
17
10
Ingangsdatum
17
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 3 Rapport
1
Doel Bereiken dat de kwaliteit en veiligheid van het werken op Hoogte is geborgd. Het gaat om de volgende vormen van werken op Hoogte:
2
-
steiger;
-
hoogwerker;
-
werkbak;
-
ladder;
-
rope access;
-
daken;
-
roostervloeren.
Doelgroep Steigerbouwers, vergunninghouders/vergunningverleners, gebruikers, opdrachtgever, organisatie en contractors.
3
Toepassingsgebied De instructie is van toepassing voor alle productielocaties van Essent Energie Productie exclusief INESCO.
4
Definities/Afkortingen Bijzonder steiger Bijzondere steigers worden ingedeeld in drie categorieën A,B en C: Categorie A :
• • • •
Steigers met een hoogte > 24 meter (werkvloerhoogte) Steigers met een staanderbelasting > 25kN (2500 kg) Ketelsteigers in astrog en vuurhaard AC 8, AC 9, BEC Cuijk en ketelsteiger Clauscentrale A Ondersteuningsteiger
Categorie B:
• • • •
Hang- en uitbouwsteigers Steigers met een vloerbelasting > 3,0 kN/m² (300 kg/ m²) Beklede steigers met een hoogte > 8,0 meter en / of bekleed opp. van > dan 200 m² Hijssteigers met een hijslast > 2 kN (200 kg)
Categorie C:
• •
Rolsteigers moeten conform de richtlijnen van de fabrikant worden gemonteerd Steigers die niet vallen onder categorie A of B
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 4 Rapport
Steigerkeurder Ter zake deskundig persoon om steiger te keuren alvorens gebruik, overeenkomstig Arbo Besluit 7.34 en vanuit die hoedanigheid bevoegd de steigerlabel te plaatsen en te ondertekenen. Steigerinspecteur Gekwalificeerd persoon, in bezit van geldig certificaat 'steigerinspecteur' en vanuit die hoedanigheid in staat steigers te inspecteren, te beoordelen op kwaliteit en veiligheid en waar nodig corrigerende maatregelen aan te geven. Opdrachtgever Diegene die opdracht verleent aan opdrachtnemer voor het plaatsen van een steiger. Nb: in geval Essent de opdrachtgever is, is dat de werkvoorbereiding. Vergunninghouder Vergunninghouder, verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van een karwei op locatie. Opdracht Een opdracht komt tot stand nadat de aanbieding van Opdrachtnemer voor een bepaalde steiger op een aangewezen Locatie door Opdrachtgever schriftelijk is geaccepteerd. Beheerder Diegene die verantwoordelijk is voor het beheer van de goedgekeurde steiger. Nb: In geval Essent de opdrachtgever is, is dat de vergunninghouder. In geval een derde de opdrachtgever is, is dit de uitvoeringscoördinator / vergunninghouder van deze derde. Opdrachtnemer Diegene die de steiger ontwerpt, construeert, keurt en controleert (steigerbouwfirma).
5
Referenties o De Arbocatalogus Productie Energiebedrijven”; o UPI-022 “Beheer en keuren arbeidsmiddelen”; o Richtlijn steigers o Industrial Rope Access Trade Association (IRATA) o Arboinformatieblad 15 - Veilig werken op daken o Arboinformatieblad 21 - Rolsteigers
6
Verantwoordelijkheden/Bevoegdheden Opdrachtnemer De opdrachtnemer is onder meer verantwoordelijk voor: o ontwerp, bouw, berekening en demontage en verwijdering van de steiger met inachtneming van beoogd gebruik en locatie; o de kwaliteit en veiligheid tijdens de bouw en demontage van de steiger; Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 5 Rapport
o de kwaliteit en veiligheid van de steiger voor het voorziene gebruik; o VGM-plannen, RIE's en TRA's met betrekking tot ontwerp, bouw, demontage en beoogd gebruik van de (bijzondere) steiger; o het treffen van aarding voorzieningen; o uitvoeringsverificaties; o tekeningen, berekeningen, ontwerp, bouw, demontage van een bijzondere steiger; o (her)keuring van de steiger. Steigerkeurder De steigerkeurder is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: o het (goed)keuren van de steiger voor het voorziene gebruik en het aftekenen van steigerlabels; o het overdragen van de steiger aan opdrachtgever; Gebruiker De gebruiker van de goedgekeurde steiger draagt zorg voor: o dat wordt gehandeld overeenkomstig deze instructie en de voor het gebruik van steiger geldende veiligheidsvoorschriften; o de steiger in goede staat wordt gehouden en dat beschadigingen van en/of afwijkingen aan de steiger terstond aan opdrachtnemer worden gemeld. o Gebruiker is niet bevoegd enige wijzigingen aan een steiger toe te passen. Het sanctiebeleid is hierop van toepassing. Beheerder De beheerder is verantwoordelijk voor; o de kwaliteit en veiligheid van de steiger tijdens de gebruiksfase; o het handelen overeenkomstig deze instructie.
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 6 Rapport
7
Toepassingsmogelijkheden bij “Werken op Hoogte”
7.1
Steiger Deze kunnen bestaan uit: o stalen steigers o aluminium steigers o rolsteigers o hangende steigers o bijzondere constructies o loopbruggen Alle steigers dienen te voldoen aan het Arbo besluit. Steigerbouwers, steigerkeurders en steigerinspecteurs dienen volgens de wet- en regelgeving opgeleide, gekwalificeerde en ter zake deskundige personen te zijn, in het bezit van alle benodigde en geldige certificaten en bevoegdheidsverklaringen.
7.1.1 Totstandkoming van nieuwe steigers De opdrachtgever verzoekt opdrachtnemer bij opdracht een aanbieding te doen voor een steiger geschikt voor de door opdrachtgever aangeduide werkzaamheden en locatie. Opdrachtnemer maakt aan de hand van de opdracht een aanbieding voor de te plaatsen steiger(s) welke aanbieding door opdrachtgever dient te worden geaccepteerd. Niettegenstaande een eventuele acceptatie van opdrachtgever van de door opdrachtnemer voorgestelde steiger(s), blijft opdrachtnemer volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor de door hem voorgestelde steiger(s). Onderdeel van de steiger zijn de door opdrachtnemer op te stellen Veiligheids, Gezondheid & Milieu (VGM) plan(nen), RI&E's en/of Taak Risico Analyse(s) (TRA's) met betrekking tot het ontwerp, bouw, het voorziene gebruik en de demontage van de steiger(s). Opdrachtnemer zal tevens bepalen welke noodzakelijke beheersmaatregelen van toepassing zijn tijdens de bouw, het voorziene gebruik en de demontage van de steiger. De opdrachtnemer zorgt voor afzetting en toezicht van het werkgebied tijdens de bouw en demontage dusdanig dat vallend materiaal geen ongevallen kunnen veroorzaken. Ingevolge artikelen 2.28 en 2.33 van het Arbeidsomstandighedenbesluit wijst opdrachtnemer voor de ontwerpfase en (de)montagefase een coördinator aan. Keuring van de steiger is onderdeel van de werkzaamheden van opdrachtnemer. Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de juiste en tijdige keuringen. Opdrachtnemer en opdrachtgever zijn overeengekomen dat elke steiger altijd wordt geaard door middel van de door Essent goedgekeurde doordraaiklem methode. Als uit meetgegevens steekproefsgewijs is vastgesteld dat de aarding in orde is hoeft niet elke aarding gecontroleerd worden.
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 7 Rapport
Indien de steiger gebruikt wordt voor hijsdoeleinden dient de steiger geschikt te zijn voor de beoogde hijsdoeleinden en hierop berekend en aangepast te zijn en te zijn voorzien van een “gele” label waarop de maximaal toegestane last is aangegeven, alsmede overige van belang zijnde aanwijzingen. Tijdens of direct na het bouwen van de steiger dient opdrachtnemer, zodra toegang tot de steiger mogelijk is, op ooghoogte bij de toegang(en) een steigerlabelhouder te plaatsen waaruit blijkt dat de steiger nog niet is (goed)gekeurd voor gebruik. Alvorens de nieuw gebouwde steiger in gebruik te nemen, moet deze eerst door de steigerkeurder worden (goed)gekeurd. Keuring geschiedt aan de hand van door de steigerkeurder te hanteren criteria en een controlelijst. De steigerkeurder dient de criteria en controlelijst te kunnen overleggen. Criteria en controlelijst dienen minimaal te zijn gebaseerd op: o de geldende wet- en regelgeving; o eventuele additionele eisen die door de opdrachtgever, de steigerbouwer of de steigerkeurder worden gesteld; o specifieke beheersmaatregelen als gevolg van het beoogde gebruik. Keuring geschiedt door of namens opdrachtnemer. Bij goedkeuring van de steiger wordt de steigerlabel ingevuld en ondertekend door de steigerkeurder en door hem in de houder geplaatst, waarmee de steiger wordt overgedragen aan de beheerder. Kwaliteitssysteem van opdrachtnemer: Het kwaliteitssysteem van opdrachtnemer dient te voorzien in het geborgd en aantoonbaar ten uitvoer brengen van bovenstaande totstandkoming van een steiger.
7.1.2 Aanvullende eisen gesteld aan een 'bijzonder steiger' De opdrachtgever geeft in de opdracht onder meer de locatie en het beoogde gebruik aan, aan de hand waarvan opdrachtnemer bepaalt of sprake is van een 'bijzondere steiger' (zie: Definities en afkortingen). Voor een 'bijzondere steiger' gelden de volgende aanvullende eisen: Alvorens de steiger in gebruik wordt genomen dient opdrachtnemer de volgende documenten aan de steigerinspecteur te overleggen: Aanvullende eisen Categorie A: o Steigertekening en steigerberekeningen draagvermogen ondergrond, inclusief conformiteitverklaring waaruit blijkt dat het steigerontwerp voldoet aan de geldende normen, wet- en regelgeving; o
Verificatie van steigerontwerp en berekening door een onafhankelijk en gecertificeerd instituut voor het berekenen van bijzondere steigerconstructies (bijvoorbeeld IV-Bouw of gelijkwaardig), inclusief conformiteitverklaring van dit instituut waaruit blijkt dat de steiger voldoet aan de geldende normen, weten regelgeving voor het beoogd gebruik;
o
Een uitvoeringsverificatie waaruit blijkt dat de constructie op alle punten conform ontwerp is. Afname en overdracht door zowel steigerbouw firma, als onafhankelijke “ derde”.
o
Indien de feitelijk gebouwde steiger afwijkt ten opzichte van het ontwerp dan dienteen berekeningsverificatie van de afwijkingen en bijbehorende conformiteitverklaring van voornoemd Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 8 Rapport
instituut te worden overgelegd, waaruit blijkt dat de steiger inclusief afwijkingen voldoet aan de geldende normen, wet- en regelgeving voor het beoogde gebruik. Aanvullende eisen Categorie B: o De bijzondere steiger wordt voorzien van een principe berekening en principe- tekening. o
Een uitvoeringsverificatie waaruit blijkt dat de constructie op alle punten conform ontwerp is. Afname en overdracht door zowel steigerbouw firma , als onafhankelijke “ derde”.
o
Een hijssteiger boven 2 kN (200 kg) hijslast moet altijd gekeurd worden door onafhankelijke keuringsinstantie.
Aanvullende eisen Categorie C: o Voor rolsteigers gelden de volgende extra veiligheidsregels:
-
Tot en met een stahoogte van 2.5 meter mag de rolsteiger zelf worden opgebouwd en verplaatst. Tussen 2.5 meter en 8 meter stahoogte moet de rolsteiger worden opgebouwd en verplaatst door deskundigen.
De steigerinspecteur dient onafhankelijk te zijn van opdrachtnemer en steigerkeurder en deze: o
checkt de aanwezigheid van voornoemde documenten;
o
toetst de kwaliteit en veiligheid van de feitelijk uitgevoerde steiger;
o
toetst of de steiger feitelijk gebouwd is conform ontwerp en (her)berekening (uitvoeringsverificatie);
o
check of de ondergrond voldoet voor de steiger.
Indien de steigerinspecteur de steiger mede goedkeurt, dan ondertekenen opdrachtnemer en de steigerinspecteur de ingevulde "Verklaring van vrijgave voor Bijzondere Steigers" en ondertekenen zij tevens gezamenlijk de steigerlabels. De ondertekende "Verklaring van vrijgave voor Bijzondere Steigers" en genoemde documenten worden overhandigd aan opdrachtgever, waarmee de steiger wordt overgedragen aan de beheerder. Kwaliteitssysteem van opdrachtnemer: Het kwaliteitssysteem van de steigerbouwfirma dient te voorzien in het geborgd en aantoonbaar ten uitvoer brengen van bovenstaande procesafloop.
7.1.3 Identificatie van de steiger Iedere steiger moet, bij elke opgang naar of toegang tot de steiger, op ooghoogte geïdentificeerd zijn door middel van een steigerlabelhouder en een groen steigerlabel. In het geval deze steigerlabel ontbreekt, is het ten strengste verboden deze steiger te betreden. De tekst "STEIGER BETREDEN VERBODEN" moet voor eenieder zichtbaar zijn als de steiger in aanbouw is, nog niet gekeurd is, gebreken vertoont dan wel overbodig is geworden. De opdrachtnemer dient er op toe te zien dat een dergelijke steiger niet wordt betreden tijdens de montage, demontage en aanpassingen.
7.1.4 Het gebruik en beheer van de steiger
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 9 Rapport
Alvorens een steiger te betreden, dient eenieder die de steiger betreedt na te gaan of het steigerlabel aanwezig is en volledig is ingevuld. Men dient visueel na te gaan of de steiger gereed en veilig is voor gebruik. Is dit niet het geval of heeft men hierover twijfels, dan moet degene die de steiger wilde betreden terstond het steigerlabel verwijderen, zodat de tekst "STEIGER BETREDEN VERBODEN" zichtbaar wordt. De kaart dient bij de beheerder van de steiger ingeleverd te worden. In geval van extreme weersomstandigheden (harde wind, onweer, sneeuw etc.), te bepalen door de vergunninghouder op dat moment, is het niet toegestaan om een steiger te bouwen/af te breken dan wel te betreden. Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat goedgekeurde steigers periodiek (afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, Locatie en/of omgevingscondities), doch minimaal één maal per maand of zoveel korter afhankelijk van de opdracht, worden gecontroleerd op eventuele gebreken/afwijkingen. Deze herkeuring geschiedt door: o een steigerinspecteur in geval van een bijzondere steiger en mede aan de hand van de documenten genoemd onder 6 ter her-verificatie van de feitelijk gebouwde steiger; o een steigerkeurder voor de overige steigers. Na iedere goedkeuring tekent de steigerinspecteur resp. steigerkeurder de betreffende steigerlabels aan de achterkant opnieuw af. Zolang eventuele gebreken nog niet zijn verholpen, worden de relevante steigerlabels verwijderd. Bij geconstateerde afwijking wordt door de steigerinspecteur resp. steigerkeurder terstond schriftelijk rapportage gedaan aan de beheerder. In alle gevallen wordt door de steigerinspecteur resp. steigerkeurder maandelijks schriftelijke rapportage gedaan aan de opdrachtverstrekker of projectleiding van betreffende locatie, met voor elke gekeurde steiger een overzicht van: o unieke identificatie van de steiger (plaats, aanduiding, enz.); o datum keuring; o aard en omvang van eventueel geconstateerde gebreken; o uitgevoerde corrigerende maatregelen De teamleider onderhoud laat, periodiek per jaar, de werkwijze van de opdrachtnemer alsmede de kwaliteit en veiligheid van de steigers steekproefsgewijs toetsen door een steigerinspecteur van het ROK team. De teamleider onderhoud treft o.b.v. de rapportage van de steigerinspecteur desgewenst corrigerende maatregelen.
7.1.5 Aanpassing van de steiger Indien de steiger aangepast moet worden, dient de opdrachtnemer dit te regelen op dezelfde wijze als bij de totstandkoming van de steiger. In ieder geval dient tijdens de aanpassing het steigerlabel verwijderd te zijn en mogen zich geen andere personen dan de steigerbouwers op de steiger bevinden. HET IS EENIEDER, BEHALVE DE STEIGERBOUWER, VERBODEN VERANDERINGEN AAN EEN STEIGER AAN TE BRENGEN.
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 10 Rapport
7.2
Hoogwerker
7.2.1 Maatregelen medewerker bij werken met een hoogwerker Voor gebruik van de hoogwerker
• • • • •
Sta stil bij uw eerste indruk van de hoogwerker: ziet deze er voor uw gevoel deugdelijk uit? Ga na of de hoogwerker geschikt is voor uw werkzaamheden. Ga na of u gevaren ziet, of er volgens u nog iets fout zou kunnen gaan. Ga na of de risico’s uit de omgeving bekend en beheerst zijn, zoals explosie- of toxisch gevaar en aanrijdgevaar. Doe een Last Minute Risico Analyse (LMRA).
Tijdens gebruik van de hoogwerker • Gebruik een hoogwerker alleen als u daarvoor bent opgeleid. • Controleer aan de hand van de keuringssticker of de hoogwerker is goedgekeurd. • Zet het werkgebied van de hoogwerker voldoende af. • Plaats de hoogwerker op een stabiele en vlakke ondergrond. • Alarmaanduidingen of -signalen mag u niet overbruggen. • Als uit de taakrisicoanalyse (TRA) blijkt dat er sprake is van een verhoogd risico, werk dan met twee medewerkers met de hoogwerker en zorg voor goede communicatie met elkaar. • Zorg voor voldoende uitzicht om bots- en knelgevaar te voorkomen. • Werk in de hoogwerker altijd aangelijnd. • Stap op hoogte nooit uit de hoogwerker. • Werk niet verder dan een armlengte buiten de werkbak van de hoogwerker. • Bedien de hoogwerker alleen vanaf het daarvoor bestemde vlak. • Als u met de werkbak binnen 50 meter van hoogspanningslijnen komt, voer een TRA uit in overleg met de vergunningverstrekker. • Voer geen hijswerkzaamheden uit met de hoogwerker. • Zorg dat de maximale last van de hoogwerker zoals vermeld op het label niet wordt overschreden. • Wees alert op andere risico’s zoals knelgevaar en verbrandingsgevaar. • Wees alert op wisselende weersomstandigheden. • Laat de hoogwerker nooit onbeheerd achter. (eventueel sleutel meenemen) 7.2.2 Maatregelen organisatie bij werken met een hoogwerker • • • • •
Zet alleen een hoogwerker in als uit de taakrisicoanalyse (TRA) of werkinstructie blijkt dat deze daarvoor geschikt is. Gebruik alleen goed gekeurde hoogwerkers. Laat hoogwerkers alleen gebruiken door medewerkers die daarvoor aantoonbaar zijn opgeleid en geïnstrueerd. Neem omgevingsfactoren zoals hoogspanningslijnen of weersinvloeden op in de TRA. Neem conflicterende werkzaamheden op in de TRA.
7.2.3 Normen • NEN-EN 280 Hoogwerkers - Ontwerpberekeningen - Stabiliteitscriteria - Constructie - Veiligheid Inspecties en beproevingen • NEN-EN-IEC 61057 Hoogwerkers met geïsoleerde hefinrichting voor onder spanning werken • ISO 18878 Hoogwerkers - Opleiding van bedieners • ISO 18893 Hoogwerkers - Veiligheidsprincipes, inspectie, onderhoud en gebruik • NEN-EN 365 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking • Praktijkgids persoonlijke beschermingsmiddelen, uitgave NEN
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 11 Rapport
7.3
Werkbak
7.3.1 Maatregelen medewerker bij werken met een werkbak Voor gebruik van de werkbak
• •
Sta stil bij uw eerste indruk van de werkbak: ziet deze er voor uw gevoel deugdelijk uit?
• •
Ga na of de werkbak geschikt is voor uw werkzaamheden, of de werkbak is goedgekeurd. Werk altijd met minimaal twee medewerkers met de werkbak. Als uit de taakrisicoanalyse blijkt dat er sprake is van een verhoogd risico, werk dan met drie medewerkers met de werkbak. Zorg voor goede communicatie tussen de machinist en de bemanning in de werkbak en spreek de wijze van communiceren van tevoren af.
• •
Ga na of de risico’s uit de omgeving bekend en beheerst zijn, zoals explosie- of toxisch gevaar en aanrijdgevaar.
Doe een Last Minute Risico Analyse (LMRA).
Tijdens gebruik van de werkbak • Gebruik een werkbak alleen als u daarvoor bent opgeleid. • Controleer aan de hand van de keuringssticker of de werkbak is goedgekeurd. • Zet het werkgebied van de kraan voldoende af. • Werk in een werkbak altijd met periodiek goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen. • Werk in een werkbak altijd aangelijnd aan de werkbak. • Werk niet verder dan een armlengte buiten de werkbak. • Stap op hoogte nooit uit de werkbak. • Zorg dat de maximale last van de werkbak zoals vermeld op het label niet wordt overschreden. • Wees alert op wisselende weersomstandigheden. • Als u met de werkbak binnen 50 meter van hoogspanningslijnen komt, overleg dan met uw leidinggevende. 7.3.2 Maatregelen organisatie bij werken met een werkbak • • • • • • •
Zet alleen een werkbak in als uit de taakrisicoanalyse of werkinstructie blijkt dat deze daarvoor geschikt is. Laat werkbakken alleen gebruiken door medewerkers die daarvoor aantoonbaar zijn geïnstrueerd. Gebruik alleen een gecertificeerde hijsconfiguratie. Gebruik alleen periodiek gekeurde werkbakken. Omdat een hijskraan in principe niet is ingericht voor het hijsen van personen, moet het gebruik van de werkbak tot een minimum worden beperkt. Neem omgevingsfactoren zoals hoogspanningslijnen of weersinvloeden op in de taakrisicoanalyse (TRA). Neem conflicterende werkzaamheden op in de TRA.
7.3.3 Normen • NEN-EN 14502-1 Hijskranen-uitrusting voor het hijsen van personen – Deel 1: Hangende werkbakken • NEN-EN 365 Persoonlijke beschermingsmiddelen voor bescherming tegen vallen – Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 12 Rapport
7.4
Ladder
7.4.1 Beslisschema voor gebruik ladder. Bepaal voor dat je met een ladder wil gaan werken of dit ook wettelijk is toegestaan. Hiervoor kun je gebruik maken van onderstaande beslisschema.
Start
Stahoogte < 7,5m
Beoordeling keuze wel of niet werken op een ladder
Nee
Ja
Minder dan 4 uur
Nee
Ja
Krachtuitoefening < 100N (10kg)
Nee
Ja
Reikwijdte < 1 armlengte
Nee
Ja
Stahoogte < 5m
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Tusen 2 en 4 uur
Nee
Nee
TRA / overleg
Tussen 50N (5kg) en 100N (10kg)
Nee
Nee
ja
Ja
Ladder toegestaan
TRA / overleg
ja
Ja
Krachtuitoefening < 50N (5kg)
Nee
Ja
Ja
Tijdsduur < 2 uur
Stahoogte tussen 5m en 7,5m
Ja
TRA / overleg
Nee
Ladder niet toegestaan
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 13 Rapport
7.4.2 Maatregelen medewerker bij gebruik van een ladder Voor u de ladder betreedt • Gebruik alleen een ladder als er geen andere mogelijkheden zijn. • Gebruik de ladder volgens de instructies van de fabrikant. • Controleer of de ladder is voorzien van een geldige keuringssticker. • Controleer de ladder op beschadigingen. Let hierbij vooral op de eerste trede. • Gebruik geen beschadigde ladder. • Verwijder vuil van de ladder (modder, zand, olie, enz.). • Plaats de ladder niet voor een (vlucht)deur of in een vluchtweg. • Zet de ladder op een stabiele, niet gladde ondergrond onder een hoek van ± 75°. • Zorg dat de ladder minimaal een meter boven de maximale stahoogte uitsteekt. • Zorg dat de ladder niet kan wegglijden. • Zorg dat de ladder is geborgd tegen wegglijden bij een stahoogte vanaf 5 meter. • Houd de toegang tot de ladder vrij van obstakels en zet deze zo nodig af met lint of een vaste afzetting. • Gebruik een aftand houder als u de ladder tegen een raam of raamkozijn plaatst. • Wees alert op risico’s zoals elektrocutie en verbranding. • Doe een Last Minute Risico Analyse (LMRA). Weersomstandigheden • Wees alert op wisselende weersomstandigheden. Tijdens gebruik van de ladder • Sla geen sporten over bij het beklimmen of afdalen. • Houd sporten en schoenen schoon. • Sta nooit op de drie hoogste sporten. • Sta nooit langer dan twee uur achter elkaar op de ladder. • Zorg dat u altijd drie steunpunten heeft (één hand en twee voeten of twee handen en één voet). • Houd altijd met minimaal één hand een sport vast, ook tijdens de werkzaamheden. • Strek niet verder dan één armlengte zijwaarts. • Reikwijdte, voor werken buiten de ladder, maximaal armlengte. 7.4.3 Maatregelen organisatie bij gebruik van een ladder • • • • • • •
Zet alleen een ladder in als er geen andere mogelijkheden zijn. Zorg dat ladders alleen worden gebruikt tot een stahoogte van maximaal 7,5 meter. Zorg dat uw medewerkers geïnstrueerd zijn. Zorg dat de ladders zijn opgenomen in een onderhouds- en keuringsprogramma. Zorg dat uw medewerkers nooit langer dan twee uur achter elkaar op de ladder staan en maximaal vier uur per dag. Stel een taakrisicoanalyse op als tussen twee en vier uur per dag op de ladder moet worden gewerkt. Neem omgevingsfactoren zoals weersinvloeden op in de risicoanalyse (TRA/LMRA).
7.4.4 Normen • NEN-EN 131 -1 Ladders - Deel 1: Termen, typen, functionele afmetingen • NEN-EN 131 -2 Ladders - Deel 2: Eisen, beproeven, labeling • NEN-EN 131-3 Ladders - Deel 3: Gebruikersinformatie • NEN-EN 131-4 Ladders - Deel 4: Enkele en meervoudige schanierverbindingsladders • NEN-EN 50528 Isolerende ladders voor gebruik in of nabij laagspanningsinstallaties • NEN-EN-IEC 61478 Werken onder spanning - Ladders van isolerend materiaal
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 14 Rapport
7.5
Rope Access (abseilen)
7.5.1 Maatregelen medewerker Onderstaande maatregelen gelden voor medewerkers die met behulp van rope access technieken en onder toezicht van gecertificeerde rope access werkers werkzaamheden verrichten. • U bent gezond, hebt geen hoogtevrees en beschikt over een goed oriëntatiegevoel.
• • •
Zorg voor een geldige werkvergunning inclusief een taakrisicoanalyse (TRA) voor de uit te voeren werkzaamheden. Volg de voorlichting en het onderricht over rope access. Volg strikt de aanwijzingen op van de gecertificeerde rope access werker.
7.5.2 Maatregelen organisatie
• • • • • • •
Geef alleen opdracht voor dit soort werkzaamheden aan een “Industrial Rope Access Trade Association” (IRATA)-gecertificeerd bedrijf. Zorg dat de medewerkers minimaal een basisinstructie rope access volgen, gegeven door een IRATA level 3 persoon. Zet alleen medewerkers in die geschikt zijn voor werken op hoogte. Stel een werkvergunning/taakrisicoanalyse (TRA) op. Zorg dat tijdens de werkzaamheden een IRATA level 3 persoon aanwezig is. Neem omgevingsfactoren zoals weersinvloeden op in de TRA. Regel adequate noodorganisatie voor calamiteiten.
7.5.3 Normen • • • • • • • • •
ISO 22846-1:2003 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Systemen voor werken met geborgde lijn - Deel 1: Fundamentele principes voor een werksysteem NEN-EN 12841:2006 en – Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Systemen ten behoeve van werkzaamheden met een geborgde lijn - Instelapparaat voor lijnen NEN-EN 12270 - Bergklimmersuitrusting - Klampen - Veiligheidseisen en beproevingsmethoden NEN-EN 1498:2006 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Reddingslussen NEN-EN 1496:2006 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Hijsmiddelen voor reddingsdoeleinden NEN-EN 795:1996/A1:2000/C1:2006 nl - Bescherming tegen vallen van een hoogte Verankeringsvoorzieningen - Eisen en beproeving NEN-EN 358:2000 en - Persoonlijke uitrusting voor werkplekpositionering en ter voorkoming van vallen - Gordels voor werkplekpositionering en -behoud en verbindingsmiddelen voor gordels NEN-EN 365:2004 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking Industrial Rope Access Trade Association (IRATA)
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 15 Rapport
7.6
Daken
7.6.1 Maatregelen medewerker (bij werken op dak) Voor u begint:
• •
Zorg voor een geldige werkvergunning.
• • • •
Controleer of de te gebruiken materialen en persoonlijke beschermingsmiddelen gekeurd zijn. Ga na hoe u veilig kunt vluchten.
Als er geen collectieve valbeveiliging zoals een harde afzetting is, draag dan valbeveiliging bij werkzaamheden binnen 4 meter van de dakrand.
Wees alert op wisselende weersomstandigheden. Voer een last minute risicoanalyse (LMRA) uit.
Bij openingen in het dak (denk hierbij ook aan lichtkoepels):
• • •
Zet het gebied af met vast hekwerk. Zet het gebied eronder af om doorgang te verhinderen. Houd het gebied rond de opening vrij van obstakels.
Tijdens het werk
• • • •
Zorg dat er niets naar beneden kan vallen, ook niet door openingen in het dak. Houd vluchtwegen vrij en toegankelijk. Zorg voor een opgeruimde werkplek. Houd rekening met de dakbelasting.
7.6.2 Maatregelen organisatie (bij werken op dak) • • • • • • •
Zorg bij valgevaar bij voorkeur voor collectieve valbeveiliging. Zorg voor een constructie waaraan individuele valbeveiliging bevestigd kan worden. Ga na of de draagconstructie van het dak geschikt is voor de werkzaamheden en let daarbij specifiek op de punt- en dakbelasting. Stel een werkvergunning op. Pas vluchtroutes en doorgangen bij afzettingen zo nodig aan. Neem werkzaamheden die elkaar beïnvloeden op in de taakrisicoanalyse (TRA). Neem omgevingsfactoren zoals weersinvloeden op in de TRA.
7.6.3 Normen • ISO-16024:2005 en – Persoonlijke beschermingsmiddelen voor bescherming tegen vallen van hoogte – Flexibele horizontale reddingslijnsystemen • NEN-EN 12841:2006 en – Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Systemen ten behoeve van werkzaamheden met een geborgde lijn – instelapparatuur voor lijnen • NEN-EN 1498:2006 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Reddingslussen • NEN-EN 353-1:2002 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Deel 1: Meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn • NEN-EN 363:2008 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Persoonlijke beschermingsuitrusting tegen vallen • NEN-EN 358:2000 en - Persoonlijke uitrusting voor werkplekpositionering en ter voorkoming van vallen - Gordels voor werkplekpositionering en -behoud en verbindingsmiddelen voor gordels • NEN-EN 365:2004 en - Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking • ArboInformatieblad 15 – Veilig werken op daken
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 16 Rapport
7.7
Roostervloeren
7.7.1 Maatregelen medewerker bij werken op een roostervloer Voor u begint
• • •
Ga na of de roostervloer of roostertraptreden geen ernstige beschadigingen vertonen en of de bevestigingen intact zijn. Controleer of boven of onder u activiteiten plaatsvinden en scherm af tegen vallende voorwerpen, bijvoorbeeld door de roostervloer af te dekken of het risicogebied af te zetten. Doe een Last Minute Risico Analyse (LMRA).
Bij het openleggen van roostervloeren: Zet het gebied af met vast hekwerk en kantplanken. Vermeld zo nodig de reden van afzetten. Zet het gebied eronder af om doorgang te verhinderen.
• • • • •
Als er geen collectieve valbeveiliging zoals een harde afzetting mogelijk is, draag dan valbeveiliging zoals een goedgekeurde valgordel en bevestig de valgordel op vast punt aan de installatie. Houd het gebied rond de opening vrij van obstakels. Zorg dat roosters en andere constructiematerialen niet door de opening kunnen vallen.
Tijdens het werk
• • • • • • •
Oefen geen puntbelasting uit op de roostervloer en roostertraptreden. Voorkom dat op de roostervloer losliggende kleine delen liggen die door het rooster kunnen vallen. Leg deze in een bak. Spring of stap niet over een opening in de roostervloer. Gebruik geen losse klimmaterialen of geïmproviseerde voorzieningen. Zorg voor een opgeruimde werkvloer. Zorg dat vluchtwegen en doorgangen vrij blijven van obstakels. Wees alert op wisselende weersomstandigheden.
7.7.2 Maatregelen organisatie bij werken op een roostervloer
• • • • • •
Ga na of de draagconstructie en de roostervloeren geschikt zijn voor de werkzaamheden en let daarbij specifiek op de punt- en vloerbelasting. Dit geldt ook voor roostertraptreden. Pas vluchtroutes en doorgangen bij afzettingen zo nodig aan en houd ze vrij van obstakels. Zorg bij valgevaar bij voorkeur voor collectieve valbeveiliging. Zorg voor een constructie waaraan individuele valbeveiliging bevestigd kan worden. Neem bij valgevaar omgevingsfactoren zoals weersinvloeden of werken boven water op in de taakrisicoanalyse (TRA). Neem conflicterende werkzaamheden op in de TRA.
7.7.3 Normen • ISO 10333-1 Persoonlijke valbeveiligingssystemen Deel 1: Harnasgordels • ISO 10333-2 Persoonlijke valbeveiligingssystemen - Deel 2: Veiligheidslijnen en schokdempers • ISO 10333-3 Personal fall-arrest systems - Part 3: Self-retracting lifeline • NEN-EN 353-1 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Deel 1: Meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn
Alle papieren versies zijn niet beheerst!
UPI-111 Werken op hoogte Bladnummer 17 Rapport
• • • • • •
8
NEN-EN 353-2 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Deel 2: Meelopende valbeveiliger met flexibele ankerlijn NEN-EN 360 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Valbeveiligers met automatische lijnspanner NEN-EN 355 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Schokdempers NEN-EN 363 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – persoonlijke beschermingsuitrusting tegen vallen NEN-EN 365 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking NEN 3011 "Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte"
Afwijkingen/Aanvullingen N.v.t.
9
Formulieren/Hulpmiddelen
o
Formulier Verklaring van vrijgave voor Bijzondere Steigers http://swesz124/documentor/drl/objectId/090004da80311279
10
Ingangsdatum 1 feb 2012
Alle papieren versies zijn niet beheerst!