6
“Thomas More en zijn Utopia: de Leuvense connectie”
Tom Vanderstappen
Een klein boekje... In 2016 zal de Utopia in Leuven en ver daarbuiten onder vernieuwde aandacht staan. Het werk heeft een aantal niet onbelangrijke Leuvense connecties. Dat jaar is het namelijk precies 500 jaar geleden dat dit invloedrijke boek in een Leuvens atelier (tegenover de Universiteitshal) van Dirk Martens gedrukt werd. Een belangrijk deel ervan, de beschrijving van het eiland Utopia zelf, schreef More reeds in 1515 (nú reeds 500 jaar geleden), tijdens zijn bezoek aan Vlaanderen. Nog een belangrijk verband is zijn vriendschap met Desiderius Erasmus van Rotterdam, die bovendien van 1517 tot 1521 in Leuven verbleef, vlak nadat hij het boek bij Dirk Martens publiceerde. Misschien heeft dit wel bijgedragen tot Erasmus’ verblijf in de stad... Als smaakmakertje pluizen we graag even de auteur en zijn tijd, de ontstaanscontext en inhoud van dit werk uit.
De man Thomas More (1478-1525) Op 7 februari 1478 zag Thomas het levenslicht, als zoon van Sir John More, succesvol als advocaat en later rechter. Ook zijn grootvader aan moederskant, Thomas Granger, was ook een gekend Londons jurist. Van 1490 tot 1492 was Thomas More als page in dienst bij John Morton, Aartsbisschop van Canterbury en Lord Chanchellor. Hier stak hij heel wat op van diens contacten en de nodige omgangsvormen. Morton beveelde More aan bij de Universiteit van Oxford. Twee jaar volgde hij daar een klassieke (artes) opleiding. In 1494 liet zijn vader hem in Londen een rechtenstudie volgen. Thomas vertoefde graag in de kringen van de Engelse humanisten, die zich toelegden op bronteksten in Grieks/Latijn, menselijke deugden,.... Mores kennis van de klassieke talen ging er sterk op vooruit, dé sleutels tot de wetenschap in zijn tijd. Rond deze periode (1499) had hij zijn eerste contact met Erasmus in Londen en wordt de basis voor hun latere vriendschap en hun grote briefuitwisseling gelegd. In 1501 studeerde hij af als advocaat. Tot 1504 was hij nauw betrokken in het Londense kartuizerklooster. Deze kende weinig verval en niet onbelangrijk: ze waren bekend voor hun goede bibliotheek. Na zijn periode in het klooster koos hij resoluut voor ‘de wereld’. Enkele gewoonten hield hij nog over: zijn zwaar en strak dagritme, op vrijdag trok hij zich terug, bleef onder zijn kledij een ruwharig boetekleed dragen en op latere leeftijd deed hij aan zelfkastijding.
Fig. 1: Het eiland Utopia, zoals in een eerste druk van het boek (1516). Later ingekleurde versie.
Fig. 2: Portret Sir Thomas More, door Hans Holbein de Jonge (1527)
7
In 1505 huwde hij met Jane Colt. Zijn dochter, Margaret, werd één van de geleerdste vrouwen van haar tijd. Ook in 1505 hield hij en Erasmus zich sterk bezig met de vertaling van de satires van Lucianus uit het Grieks, wat hen beiden ongetwijfeld ergens inspireerde tot de twee meesterwerken waar ze nog steeds bekend om staan... In 1508 maakte More enkele reizen en bezoekt ondermeer de universiteiten van Parijs en Leuven. In 1509 overleed Hendrik VII en werd Hendrik VIII koning. Door de sterk humanistische achtergrond van deze reisde Erasmus naar Londen in de hoop te kunnen inspireren tot enkele hervormingen. Onderweg schreef hij zijn beroemde Lof der Zotheid (Encomium Moriae – met een zinspeling op More in de titel). Fig. 3: Fragment Portret Desiderius Erasmus van Rotterdam, door Hans Holbein de Jonge (1523)
Tot 1514 zal Erasmus in het ‘grootgezin’ van More verblijven. Thomas Mores carrière ging sterk bergop onder het nieuwe bewind en in 1510 werd hij benoemd tot onderschout van Londen. We gaan niet verder in op zijn leven na de Utopia en het feit dat hij uiteindelijk in ongenade viel bij koning Hendrik VIII, waardoor hij geëxecuteerd werd voor zijn katholieke geloofsovertuiging.
Ontstaan Utopia
Fig. 4: Latere kopie naar Portret Hendrik VIII, door Hans Holbein de Jonge (origineel 1537). Het origineel ging in 1698 in de vlammen op.
8
In 1515 maakte More deel uit van een hoog gezantschap in Vlaanderen. Van mei tot december 1515 verbleef hij in Brugge. Karel van Castilië (de latere Karel V) zou aanvankelijk huwen met de zus van Hendrik VIII, maar om politieke redenen leek de oudste dochter van de Franse koning Lodewijk XII interessanter. De Engelse kroon verbood daarop de uitvoer van wol naar de Nederlanden. Omdat dat toch bijzonder nadelig bleek voor de Engelse economie werd er naar toenadering gezocht. Net daarom werd ook More met een delegatie naar de onderhandelaars van prins Karel gestuurd. Toen na enkele ronden het overleg een tijd stilviel (of een pauze nam), bezocht hij een vriend – Pieter Gillis – in Antwerpen. Daar schreef hij het latere tweede deel van zijn boek; ook zou hij Brussel en Mechelen bezocht hebben. Het grootste stuk van het eerste deel schrijft hij weer thuis. In 1516 werd het boek inderdaad bij Dirk Martens te Leuven gedrukt. De reden daartoe is waarschijnlijk een combinatie van een aantal factoren: de Nederlanden kenden een grote persvrijheid, vreesde hij kritiek uit Engeland, wou hij doorbreken in de Nederlanden of achtte hij Dirk Martens gewoon het meest bedreven? Het feit is wel dat hij het naar Erasmus opstuurde en dat deze de druk mee overzag. Het boek werd in het Latijn gepubliceerd en pas in 1551 kende het een Engelse vertaling.
De inhoud In het tweede deel van zijn boek, dat More in Vlaanderen schreef, voert hij een zekere Raphaël Hythlodaeus op, een mysterieuze zeeman die zou meegevaren hebben met Amerigo Vespucci. Hij komt deze, of all places, tegen aan de toenmalige Onze-Lieve-Vrouwekerk in Antwerpen. Ergens in de Nieuwe Wereld (wáár precies is More helaas vergeten te vragen) is hij een eiland tegengekomen met daarop de, volgens hem, ideale samenleving. Het is eigenlijk een kritiek op de fundamenteel onrechtvaardige maatschappelijke toestanden in Europa. In de Nieuwe wereld zag men wel harmonieuze samenlevingen, zoals bleek uit echte reisverhalen (al dat niet vervormd door de idee van de Gouden Tijd). In Utopia is er een sterke invloed van christelijke en klassieke waarden en ideeën te merken. In hun instellingen en regels zijn er verwijzingen naar de bekende antieke werken over politieke filosofie, zoals van Plato en Aristoteles. Anderzijds doet het leven in Utopia zéér monastiek aan (ongetwijfeld geïnspireerd door Mores tijd in het kartuizerklooster). In de naam van het hoofdpersonage alleen al zijn deze invloeden te merken. Raphaël is de beschermheilige van de reizigers, hythlodaeus betekent in het Grieks zoveel als ‘praatjesmaker’. Hij vertelt voor de eerste maal in de literatuurgeschiedenis over een georganiseerde welvaartsstaat.
Fig. 5: Fragment met Hytlodaeus die het eiland Utopia beschrijft, mogelijk aan Thomas More. Uit een alternatieve tekening van het eiland utopia, door Ambrosius Holbein (1518)
In ruil voor minstens 6 uur handarbeid per dag (iedereen is bekwaam in de landbouw en een eigen ambacht) worden heel wat bestaansonzekerheden uit de Westerse wereld van toen weggewerkt. Het landbouwgebied wordt gelijk over en ten dienste van de steden verdeeld (tegenover het probleem van de ‘enclosures’ van Mores tijd – waarbij landbouwgrond ingepalmd werd voor de wolteelt, ten nadele van de plaatselijke bevolking). Iedereen woont veilig binnen stadsmuren en ontvangt voor zijn arbeid hetzelfde voedsel (er zijn zelfs broedmachines voor kippen), kledij en woning. Er is geen privébezit, maar dit wordt verdeeld vanuit openbare pakhuizen volgens de noden (weg met de verschillende standen). Men zorgt voor gemeenschappelijke maaltijden en ontspanning in de stad. Er is ruimte voor ieders geestelijke en intellectuele ontplooiing. Er is een strikte gezins- en huwelijksethiek. In de hospitaFig. 6: De gemeenschappelijke maaltijden, met voorlezing uit “stichtende lectuur”. Uit de Franse uitgave van de Leidense drukker Pieter van der Aa (1715).
9
len worden de zieken met liefde en aandacht verzorgd. Euthanasie voor ongeneeselijk zieken is mogelijk. Er is een democratisch bestuur onder leiding van een verkozen vorst, die zonder toestemming geen beslissingen neemt en ook afgezet kan worden (in tegenstelling tot de absolutistische vorsten van Mores tijd). De Europese edelmetaalzucht wordt geridiculiseerd door het feit dat hiervan op Utopia hand- en voetboeien gemaakt worden (als allegorie kan dit al tellen). Oorlog is slechts het allerlaatste redmiddel, enkel om het eigen land van een buitenlandse aggressor te verlossen of om een bevriende natie te bevrijden. Men let er keurig op zo weinig mogelijk slachtoffers te maken, of landbouwgrond en graan te vernietigen. Er zijn verschillende religies, die echter tolerant zijn ten opzichte van elkaar. Privacy is bijna onbestaande, om mensen ervan te behoeden te zondigen (de mens als individu blijft dus voor een stuk onbetrouwbaar).
Utopisch denken... en de toekomst Een utopie is iets dat ver van ons afstaat (onmogelijk is), maar dat toch voor een stuk misschien wenselijk is (een plaats waar iedereen gelukkig is). Die dubbele betekenis vinden we al meteen bij Thomas More die deze term introduceerde. Utopia kan vertaald worden als Nergensland, maar wordt in het Engels net hetzelfde uitgesproken als Eutopia (plaats van geluk). Het is wat dubbel of Thomas More (bij monde van de verteller Raphaël Hythlodaeus) het land Utopia nu echt als dé ideale samenleving zag. Op sommige vlakken staan ze haaks op zijn eigen overtuigingen: euthanasie, geloofsvrijheid, .... Duidelijker is wel dat hij door alle verschillende concepten en Utopiaanse tradities een kritiek geeft op heel wat tekortkomingen in zijn tijd. More voert zichzelf ook als personage op, waarbij hij heel wat voorzichtiger en twijfelender uit de hoek komt. In het eerste (later geschreven) deel van zijn boek zal hij ingaan op de concrete problemen van zijn dagen. Een aantal experimenten in de geschiedenis met een ‘ideale staatsvorm’ (sterk opgelegd en gecontroleerd van bovenaf) liepen zeer slecht af. Ook inspireerde de Utopia tot het dystopiaanse denken, met bv. 1984 van George Orwell en Brave New World van Aldous Huxley, waar er net gewaarschuwd wordt voor dit soort ‘ideale’ samenlevingen. Om te besluiten met More zelf: Maar voorlopig ben ik het beslist niet met alles eens van wat hij heeft gezegd, hoe groot zijn kennis en levenservaring ook zijn. Toch neemt dat niet weg dat er volgens mij in de republiek Utopië heel veel te vinden is dat als voorbeeld kan dienen voor ons deel van de wereld, al moeten we het zeker niet zomaar overnemen.
10