PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
THERMISCHE ISOLATIE: KIES GEZONDE EN ECOLOGISCHE MATERIALEN Kies hernieuwbare, recycleerbare en gerecycleerde materialen of materialen die in overvloed in de natuur aanwezig zijn, rekening houdend met hun milieubalans
PRINCIPES BENADERING Vanuit een benadering van duurzaam bouwen is het belangrijk dat men bij de keuze van een isolatiemateriaal, de keuzecriteria niet beperkt tot de thermische prestaties van het materiaal. Neem de volgende criteria in aanmerking:
o
Thermische eigenschappen: ze worden doorgaans beschreven met termen zoals warmtegeleidingscoëfficiënt (W/m²K). Gaandeweg integreert deze beschrijving massaeigenschappen van de isolatiematerialen. Men spreekt bijvoorbeeld steeds vaker over thermische effusiviteit (de vierkantswortel van het product van de volumieke massa, de warmtegeleidbaarheid en de soortelijke warmte), die de snelheid vertegenwoordigt waarmee de oppervlaktetemperatuur van een materiaal varieert, en dus zijn vermogen om warmte op te slaan en terug af te geven (thermische inertie). In combinatie met warmtegeleidbaarheid is deze grootheid belangrijk waar het gaat over massieve isolatiematerialen.
o
Technische eigenschappen: vuurvastheid, waterdampdoorlaatbaarheid, vochtvastheid, type van uitvoering, duurzaamheid, akoestisch isolatievermogen enz.
o
Milieueigenschappen: energie-impact van de productie, van het vervoer, gezondheidsrisico’s, onderhoud, verwerking aan het einde van de levensduur (recyclage) enz. Deze eigenschappen zijn na te gaan aan de hand van gecentraliseerde gegevens zoals de ecobalans. Die bevat de analyseresultaten van de diverse milieu-impacten van de bouwproducten. De impactanalyse gebeurt in de breedte, en de hele levenscyclus van de producten telt mee. Onder de geanalyseerde criteria zijn: de uitstoot van broeikasgassen; de productie van verzurende gassen; de oorsprong van de hulpbronnen (hernieuwbaar of niet); de huishouding van de hulpbronnen; de afvalproductie; de toxiciteit voor het water en de mens; … In deze fiche verwijzen wij naar de NIBE-classificatie (NIBE - Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie – www.nibe.org).
o
Economische eigenschappen: de kost van het materiaal, zijn uitvoering en waar nodig zijn onderhoud, in verhouding tot het type van gebruik en de beoogde prestaties.
Deze fiche betreft thermische-isolatiematerialen en hun eigenschappen. Wat de loutere energieaspecten betreft voor de isolatie van gebouwen, bevelen wij u daarnaast de lectuur aan van specifieke documenten die aan het einde van deze fiche worden vermeld. Ook is de keuze van een isolatiemateriaal vaak verbonden aan de uitvoering van een goede akoestische isolatie. Wij bevelen u dus evenzeer de lectuur aan van de infofiches CSS05 "Akoestisch BLZ. 1 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
comfort", en MAT11 "Akoestische isolatie: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans". DOELSTELLINGEN Uitgaande van een "traditionele" benadering van isolatie kan men, in het kader van duurzaam bouwen, de ingrepen in verschillende niveaus indelen: Verboden: o Dunne reflecterende isolatiematerialen, organische isolatiematerialen (polyurethaan e.d.). Minimaal: o Kies onder de bestaande isolatiematerialen die welke bij gelijke prestaties (op het vlak van bijvoorbeeld vochtbestendigheid of brandweerstand) de beste milieubalans vertonen. Concreet moeten schuimen van polyurethaanschuim, sommige soorten cellulair glas en voorts geëxtrudeerd polystyreen worden vermeden. Men geve de voorkeur aan minerale wol of cellulair glas op basis van kringloopglas, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften bij hun uitvoering.
Voorbeelden van traditionele isolatiematerialen: steenwol, glaswol, cellulair glas en geëxpandeerd perliet. Bron: Energie +
Aanbevolen: o Voor de traditionele bouwwijzen (buitenisolatie, isolatie tussen de daksparren, enz.) kiest men 'natuurlijke', vernieuwbare materialen met een weinig ingrijpend transformatieproces: eerder dan minerale wol, zal men kiezen voor dierlijke of plantaardige wol, op basis van cellulose, kurk, vlas, hennep of gras. Hun thermische prestaties zijn alsmaar beter gedocumenteerd en hun milieubalans pleit in hun voordeel.
Voorbeelden van plantaardige isolatiematerialen: van boven naar onder en van links naar rechts: cellulose/ hennepwol op rollen / paneel geëxpandeerde kurk / graswol. Bron: www.ideesmaison.com (foto’s 1 en 2) / www.snv.jussieu.fr (foto 3) / www.maison-ecolo.com (foto 4) / www.gramitherm.ch (foto 5) BLZ. 2 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
Optimaal: o De traditionele wandstructuur wordt zonder meer vervangen door oplossingen zoals wanden van stroleem, van kalk-hennepbeton, van gemetselde houtblokken, enz. Thans worden veel bouwwijzen van dit type onder de naam van "massieve isolatiematerialen" herontdekt en men geeft ze een nieuwe interpretatie in een hedendaagse context. Bij gebrek evenwel aan voldoende objectieve informatie en wetenschappelijke validatie voor deze technieken, zullen we alleen hun bestaan en hun voordelen in vergelijking met de gebruikelijke isolatiematerialen vermelden.
Links: een voorbeeld van een constructie van stroleem in uitvoering. Rechts: een voorbeeld van gemetselde houtblokken. Bron: www.bee.ouvaton.org en http://lsinzelle.free.fr/france/saint_etienne/ferme/chevrerie.htm
ELEMENTEN VOOR EEN DUURZAME KEUZE TECHNISCHE ASPECTEN > De beschikbare materialen De traditionele isolatiematerialen zijn van tweeërlei type: organisch (polyurethaan, polystyreen en polyester) en anorganisch (glaswol en steenwol).
Van links naar rechts: polyurethaanschuim, geëxpandeerd polystyreenschuim, geëxtrudeerd polystyreenschuim, steenwol, glaswol, resolschuim (Bronnen: Energie + en www.kingspan.be)
Daarnaast bestaan talrijke soorten van ecologisch isolatiemateriaal. Samengevat kan men de isolatiematerialen vermelden op basis van: o
cellulose: gerecycleerd papier en/of stro. Een behandeling met boorzout beschermt ze tegen insecten, schimmel en vuur. Voorbeeld: Isofloc, Pan-Terre, enz.
BLZ. 3 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
Links: cellulose in bulk. Rechts: een paneel op basis van cellulose en vlas Bron: www.turrian-jeanjacques.ch en www.isorex.com
o
plantaardige of dierlijke wol: er bestaan platen van kokosnootvezel, vlasvezel, hennepvezel, grasvezel, houtvezel of schaapswol.
Links: kokosnoot. Midden: hennepscheven (ruw materiaal). Rechts: hennepwol. Bron: http://blog.environnemental.info/?cat=32
o
minerale wol: vulkaansteen of mica zoals perliet of vermiculiet.
Links: perliet. Midden: vermiculiet. Rechts: voorbeeld van plaatsing. Bron: http://www.travellersgarden.com en http://aggie-horticulture.tamu.edu
o
kurk
Isolatiemateriaal van kurk. Bron: Energie +
o
Gerecycleerde textielvezels: wol uit gerecycleerd textiel bestaat uit ongeveer 60% katoen en 20% synthetische stof (polyamide, polyester, acryl), waaraan 15% bindmiddel wordt aan toegevoegd in de vorm van polyestervezel. Gerecycleerd textiel ondergaat soms een behandeling op chloorbasis voor het witten, en lijkt daardoor op onbewerkt katoen. Sommige isolatieproducten in gerecycleerd textiel krijgen nog meer behandelingen (schimmeldodend, insecticide, brandwerend, antistatisch…). Het is dus goed om na te gaan wat de juiste samenstelling is van het voorgestelde isolatiemateriaal. Het is te verkrijgen in rollen en panelen.
Isolatie van gerecycleerde textielvezels
BLZ. 4 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
Cellulair glas kan eveneens als een vrij ecologisch isolatiemateriaal worden beschouwd, voor zover dat tijdens zijn productie geen schuimmiddelen zoals CFK’s worden gebruikt. De grondstof is in meer of mindere mate afkomstig van gerecycleerd glas. Een nadeel is dat cellulair glas vaak wordt geplaatst met (warm of koud) bitumen, een derivaat uit de petroleumindustrie. > Welk isolatiemateriaal voor welke toepassing? Elk isolatiemateriaal heeft zijn specifieke toepassingen. De keuze van het materiaal zal afhankelijk van de toepassing verschillen:
Holle spouwmuren en hellende daken Holle muren met volle spouw
Geraamte
Platte daken
Isolatie op vloerplaten
Plafonds en akoestiek tussen lokalen
Isolatie onder vloerplaten en grondkerende muren
Materiaal Isolatiewol in platen wordt gemakkelijk en doorlopend geplaatst. Werk in fasen voor een holle spouwmuur: bouw de draagmuur, voer vervolgens de isolatie uit en beëindig met het parement. Een gelijktijdige uitvoering bemoeilijkt een correcte plaatsing van het isolatiemateriaal. In het kader van een renovatie kan men overwegen om de bereikbare tussenruimten te vullen met een isolatiemateriaal in bulk van het type perliet. Er zijn ook isolatie-injectietechnieken (beter met glasvezel- dan met polyurethaanvlokken). Soepele wol (idealiter schapenwol, kokos- of glaswol, evt. vlas- of rotswol) isolatiemateriaal in bulk (in caissons ingeblazen cellulosevlokken). Vullingen op basis van kalk-hennepbeton, van stro of met toevoeging van zaagsel, zijn mogelijk maar worden hier niet behandeld vanwege van hun gebrek aan certificatie. Wol heeft meestal een voldoende druksterkte om voor de isolatie van een dak te worden toegepast. De voorkeur gaat echter meestal naar harde panelen (kurk, resolschuim of piepschuim). Isolerende vloerplaten kunnen onder meer worden uitgevoerd door de vermenging van vermiculiet in het beton. Een kalkhennepbeton heeft eveneens isolerende eigenschappen. Cellulair glas evenals platen van geëxpandeerde kurk of van houtvezel, kunnen eveneens worden gebruikt. Voor dit soort toepassing zijn isolatiematerialen in bulk volkomen aangewezen, onder meer cellulosevlokken of vermiculiet. Akoestische prestaties worden vaak bewerkstelligd door de uitvoering van een scheidingslaag tussen de draagstructuur en de bekleding. Die scheidingslaag kan bijvoorbeeld met platen van kurk of houtvezel worden uitgevoerd. Soepele materialen zoals wol zijn bijzonder geschikt voor akoestische isolatie. Vloerplaten kunnen worden geïsoleerd met een meerlagige houtwol met een hoge dichtheid (uitgevoerd op een folie en zandbed), maar het is een delicatie techniek. Meer en meer ziet men technieken waarbij opeenvolgende isolatielagen zijn gemaakt van bulkmaterialen (bv. geëxpandeerde kleikorrels / cellenglas, …). Voor muren tegen grond is koud of warm gelijmd cellenglas beter aangewezen dan harde polyurethaanplaten.
Behalve de keuze van een geschikt materiaal voor het type toepassing, moet de uitvoering van hoge kwaliteit zijn, zowel om thermische redenen en voor de levensduur van de materialen als uit akoestische overwegingen. Deze aspecten komen aan bod in de specifieke fiches CSS05 "Akoestisch comfort" en MAT11 "Akoestische isolatie: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans".
BLZ. 5 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
MILIEUASPECTEN > Thermische prestaties van de isolatiematerialen Twee aspecten zijn bepalend voor de thermische prestatie van een isolatiemateriaal: de dikte van het materiaal en zijn intrinsieke prestaties. Wij zullen aannemen dat de ontwerper de beschikbare dikte van het isolatiemateriaal zal hebben geoptimaliseerd, door bijvoorbeeld te opteren voor bouwsystemen met geraamte veeleer dan voor massieve muren, en zullen dieper ingaan op de keuze van het materiaal.
15–30
0,027 tot 0,034* 0,028 tot 0,04 0,024 tot 0,029
Polyurethaan
20-40
Ureumformaldehydeschuim
8-20
0,04
Polyester
25
0,035
Glaswol
25
Steenwol
40
Cellulair glas Zuiver geëxpandeerd perliet Zuiver geëxpandeerd vermiculiet
120-180
0,45
60
Ja
0,035
30
Ja
1,5-3
Ja
tot
Ja
Ja tot tot tot
0,045
1,2 tot 1,3
1 tot 1,2
Neen
0,045
1,3
1 tot 1,5
Neen
0,055
Oneindig
/
Neen
0,046
/
5 tot 7
/
Neen
<100
0,058
/
5 tot 7
/
Neen
/
/
/
Neen
0,103 0,108
tot
±160
±0,042
/
/
3 tot 4
±270
±0,07
/
/
3 tot 4
Cellulose in bulk
35-50
0,035 0,04
/
/
1 tot 2
Platen van cellulosewol
70-100
0,04
/
/
/
Geëxpandeerde kurk
18
/
4,5 tot 29
/
/
/
5 tot 30
/
/
1 tot 2
/
/
1 tot 2
/
/
/
Platen van geëxpandeerde kurk Hennep of hennepwol
Ontvlambaar?
150 300
Waterdampdiffusie µ (vochtig en droog), volgens de documentatie
0,04
50-80
Geëxpandeerde klei Zachte houtvezelplaat Halfharde houtvezelplaat
0,035 0,04 0,037 0,04 0,04 0,048
Waterdampdiffusie µ (vochtig en droog)
25-35
Warmtegeleidbaarheid λ (volgens de norm NBN B62002 A1)
Geëxtrudeerd polystyreen Geëxpandeerd polystyreen
Warmtegeleidbaarheid (volgens de documentatie)
Mechanische sterkte ρ [daN/m³]
λ
De onderstaande tabel groepeert de thermische en de mechanische prestaties van verschillende soorten isolatiemateriaal. Hoe lager zijn warmtegeleidbaarheid, hoe beter zijn prestatie, voor een gelijke dikte van het isolatiemateriaal.
Moeilijk
80-120 25-210
Vlas in bulk
18-35
Vlasplaten
400-500
0,04 0,045 0,032 0,045 0,039 0,08 0,037 0,045 0,065 0,05
tot
tot tot tot tot tot
Zelfdoven d Moeilijk
Moeilijk
Moeilijk
BLZ. 6 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
20-50
Katoenwol
20-30
Rietplaten
tot
/
/
1 tot 2
0,04
/
/
1 tot 2
±100
0,056
/
/
1 tot 1,5
Graswol
/
0.034 0.038
Rollen gerecycleerd textiel
/
Schaapswol
10-30
tot
/
/
1à2
0.0039 tot 0.042
/
/
/
0,035 0,045
/
/
1 tot 2
tot
Ontvlambaar?
Waterdampdiffusie µ (vochtig en droog), volgens de documentatie
Waterdampdiffusie µ (vochtig en droog)
Warmtegeleidbaarheid λ (volgens de norm NBN B62002 A1)
λ Warmtegeleidbaarheid (volgens de documentatie)
Mechanische sterkte ρ [daN/m³] Kokosnootwol
0,047 0,05
Brandwerende behandeling met boorzout Zonder giftige afgifte
Brandwerende behandeling met boorzout Soms brandwerende behandeling met boorzout Zonder giftige afgifte
Waarden overgenomen uit "L’isolation thermique de la toiture inclinée", Ministerie van het Waalse Gewest, uit "L’isolation écologique" van J-P. Oliva, Uitg. Terre Vivante, 2001, en uit de documentatie van de leveranciers.
Van synthetische en minerale isolatiematerialen vindt men de exacte prestaties in de door de BUtgb (www.butgb.be) uitgereikte technische goedkeuring. De ecologische isolatiematerialen beschikken niet allemaal over gecertificeerde prestaties. Men moet zich dus baseren op de door de fabrikanten meegedeelde waarden. Voorzichtigheid is geboden wat de nauwkeurigheid van deze waarden betreft. Bepaalde materialen beschikken over een lambdawaarde op basis van buitenlandse normen. De lambda-waarde is slechts met de voormelde waarden vergelijkbaar mits de proeven zijn uitgevoerd overeenkomstig de Europese norm EN ISO 10456. Het document dat de prestaties van het materiaal certificeert, moet die referentie vermelden et op verzoek worden voorgelegd. Dunne reflecterende isolatiematerialen worden soms als bijzonder voordelig voorgesteld. Het De publicatie WTCB-contact nr. 6 (2-2005) bespreekt de stand van zaken van deze producten. Hieruit blijkt dat de prestaties van de dunne reflecterende isolatiematerialen hoogstens met die van een traditionele minerale isolatie overeenstemmen. Hun uitvoering blijft delicaat en hun prestatie rechtstreeks verbonden aan de kwaliteit van de uitvoering. > En de massieve isolatiematerialen? Specificiteit aan "massieve isolatiematerialen" (muren van stroleem, van kalk-hennepbeton, enz.) is dat ze geschikt zijn voor heel bijzondere bouwwijzen: bij de toepassing van massieve isolatiematerialen wordt de muur niet opgevat als een opeenvolging van lagen waarbij de isolatie in een aparte laag wordt uitgevoerd, zoals dat bijvoorbeeld voor een spouwmuur het BLZ. 7 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
geval is, maar wordt het isolerend vermogen over de hele dikte van de wand verdeeld. Overigens hebben deze materialen soms een structurele functie, wat erop neer komt dat de voornaamste functies van de wand door één enkel materiaal worden waargenomen. Stroleem en kalk-hennepbeton, onderling vergelijkbaar, hebben een grotere warmtegeleidbaarheid dan zowel de traditionele als ecologische isolatiematerialen, en zij leveren dus "minder goede prestaties". Dit tekort wordt op twee wijzen deels gecompenseerd: o Het isolatiemateriaal heeft een grotere dikte in vergelijking met de traditionele technieken. Samenstelling
Totale dikte
Isolerende massieve muur
kalk-hennep + buitenpleister
Traditionele muur
Zwaar betonblok + isolatiemateriaal + spouw + parementsteen
binnen-
en
Prestatie de wand
van
30 cm
U= W/m²K
0,55
35 cm
U= 0,6 W/m²K
Vergelijking van een isolerende massieve muur van kalk-hennepbeton met een traditionele muur. De berekening van de U-waarde van het hennepbeton wordt uitgevoerd met een lambda-waarde van 0,13 W/m.K. Afhankelijk van zijn dichtheid biedt stroleem variabele prestaties, maar ze blijven op het niveau van kalk-hennepbeton. Een minimumlambda van 0,1 W/mK lijkt te kunnen worden gehaald voor een dichtheid van ong. 300 kg/m³ (Oliva, 2001).
o
Deze materialen zijn massiever en hebben dus een grotere thermische inertie. Die massa zal hun lager isolerend vermogen dus gedeeltelijk compenseren. Kleurrijk uitgedrukt kan men stellen dat, in plaats van een beetje warmte te laten ontsnappen zoals de traditionele isolatiematerialen, zij een vrij groot gedeelte ervan in hun massa opslaan alvorens die warmte gedeeltelijk binnen het gebouw weer vrij te geven. Deze eigenschap is echter vanuit wetenschappelijk oogpunt nog weinig gedocumenteerd en becijferd.
> Invloed van de uitvoering Ongeacht of het isolatiemateriaal al dan niet ecologisch is, zal de kwaliteit van de uitvoering de beslissende factor zijn voor de thermische prestatie van het gebouw, maar ook het akoestische comfort. De isolatiematerialen spelen immers een rol in de akoestische kwaliteit van een gebouw. Fouten in de uitvoering (akoestische bruggen) hebben nog veel grotere gevolgen voor het akoestische comfort dan voor de warmte-isolatie van het gebouw. De bibliografie aan het einde van deze fiche groepeert een aantal referenties betreffende de uitvoering van de isolatie. De plaatsing van ecologische isolaties in bulk of in de vorm van platen of wol, vertegenwoordigt in vergelijking met de gebruikelijke materialen geen enkele moeilijkheid. We moeten erop wijzen dat de prestaties van massieve isolatiematerialen sterk afhankelijk zijn van de standvastige kwaliteit van de uitvoering. De thermische prestatie van materialen die in situ worden gemengd, zoals kalk-hennepbeton, kan namelijk variëren afhankelijk van de hoeveelheid, de kwaliteit en de verdeling van de hennep in het mengsel.
Massieve isolatie in kalk-hennepbeton Bron: www.terrevivante.org BLZ. 8 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
> Wat zijn de hygrometrische prestaties? Bij duurzaam bouwen staan de hygrometrische eigenschappen van de materialen op de voorgrond. De traditionele bouw heeft deze eigenschappen te lang verwaarloosd. Door hun vochtabsorberend vermogen kunnen de materialen in contact met de binnenomgeving, de hygrometrische omstandigheden van een lokaal stabiliseren en zodoende een positieve invloed hebben op het comfort. Aangezien dit aspect hoofdzakelijk verband houdt met de materialen in contact met de omgeving, gaan wij hier dieper op in in de fiches over de keuze van de afwerkingsmaterialen (zie fiche MAT06 "Bekleding van binnenmuren en plafonds: kies gezonde en ecologische materialen" en MAT07 "Vloerbekleding: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans"). Over het algemeen zijn de isolatiematerialen namelijk door metselwerk of een bekleding van de omgeving gescheiden, waardoor hun functie van hygrometrische regulering dus beperkt zal blijven. Dat is niet het geval met massieve isolatiematerialen, die vanuit dit oogpunt een gunstige invloed kunnen hebben. Het meer of minder "ademende" karakter van de isolatie speelt overigens een rol in het hydrische evenwicht van de hele wand. De dampdoorlating van wanden en de bouwtechnische gevolgen, zoals de noodzaak om dampwering toe te passen, komt aan bod in fiche ENE11 "Bij renovatie: de wanden isoleren". > Milieubalans Bij de keuze van een isolatiemateriaal moeten niet enkel zijn energetische en mechanische prestaties in aanmerking worden genomen, maar eveneens zijn milieueffect tijdens z'n hele levenscyclus (winnen van grondstoffen, fabricage, vervoer, uitvoering, recyclage): o de traditionele "organische" isolatiematerialen (polyurethaan- en polystyreenschuim) scoren heel slecht: ze zijn gewonnen uit chloor en petroleum, niet-hernieuwbare stoffen, en geproduceerd door middel van energetisch dure productieprocessen. Beide isolatiematerialen bevatten bovendien stoffen die de ozonlaag aantasten (onder meer CFK's en HCFK’s) en die bij brand giftige en dodelijke gassen ontwikkelen. CFKsubstituten beginnen toepassing te vinden evenals de integratie van gerecycleerde materialen in hun samenstelling. De verwijdering van organische isolatiematerialen is echter niet zonder gevaar. o Glas- en steenwol zijn voordeliger: ze worden gewonnen uit grondstoffen die in Europa in overvloed aanwezig zijn (vulkaansteen en zand) en zijn gedeeltelijk uit gerecycleerde materialen samengesteld. Indien ze minder dan 5% bindmiddel bevatten, worden ze verwijderd door storting als inert materiaal. Hun productieproces, gebaseerd op het smelten van steen of gerecycleerd glas, is evenwel energievretend. Sommige fabrikanten hebben recent inspanningen gedaan om milieuvriendelijker te werk te gaan. Zij vervangen bijvoorbeeld de chemische bindmiddelen door plantaardige, of gebruiken minder kleurstoffen in de samenstellingen (glaswol is oorspronkelijk geel).
BLZ. 9 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
o
o
Zogenaamde ecologische isolatiematerialen combineren meestal een in overvloed aanwezige of hernieuwbare grondstof (planten, gerecycleerde cellulose), en een energiezuinig productieproces. Kurk vormt hierop een uitzondering want zijn grondstof is niet in overvloed aanwezig. Er bestaat een recyclagecircuit voor kurk maar de hoeveelheid aan beschikbare grondstof blijft beperkt. Ecologische isolatiematerialen kunnen gevaarloos door compostering of thermische valorisatie worden verwijderd. Wij vestigen er de aandacht op dat de milieu-impact van isolatiematerialen in de brede context moeten worden geplaatst. Hun eerste rol is het verminderen van het energieverbruik in gebouwen. Daarnaast kan de milieubalans volgens de keuze van het materiaal meer of minder gunstig zijn. Belangrijk is dat de milieubalansen van verschillende isolatiematerialen worden vergeleken voor eenzelfde isolatievermogen. Aangezien de milieu-impact rechtstreeks evenredig is met de hoeveelheid toegepast materiaal, kan in sommige gevalen blijken dat 'ecologische' isolaties die thermisch minder hoge prestaties leveren, uiteindelijk slechter zijn voor het milieu dan traditionele producten. Dat komt door de grotere hoeveelheden materiaal die moeten worden ingezet om eenzelfde isolatievermogen te bereiken. Dit aspect wordt in rekening gebracht in de NIBE-classificatie, die in deze gids als referentie wordt gebruikt – de isolatiemiddelen worden er vergeleken op basis van een functionele eenheid met dezelfde thermische prestaties.
Samenvattende tabel (opmerking: de NIBE-classificatie gaan van 1a (beste keuze) tot 7c (onaanvaardbaar):
Oorsprong
Score volgens de NIBE-classificatie (jaargang 2008-2009) Muur
Vloer 4a Minder goede keuze 4a Minder goede keuze 4c Minder goede keuze 3c Choix Acceptable
Zadeldak
Leven sduur [jaar]
1a Betere keuze
25
Compostering of verbranding
1a Betere keuze
1c Betere keuze
50
Compostering of verbranding
4a Minder goede keuze
2c Goede keuze
>25
Verbranding of stort
1c Betere keuze
>25
Verbranding of stort
Plat dak
Recyclage einde levensduur
Cellulose
EU
1c Betere keuze
Kurkplaten
EU
1b Betere keuze
Steenwol
EU
2a Goede keuze
Glaswol
EU
1b Betere keuze
Wereld
4c Minder goede keuze
7a Onaanv aardbaa r
4b Minder goede keuze
5a Niet aan te raden
>25
Verbranding of stort
Geëxpandeerd polystyreen
Wereld
2b Goede keuze
4c Minder goede keuze
2a Goede keuze
2c Goede keuze
>25
Verbranding of stort
Geëxtrudeerd polystyreen
Wereld
/
/
/
/
>25
Verbranding of stort
Polyurethaan (op basis van pentaan)
BLZ. 10 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
Oorsprong
Score volgens de NIBE-classificatie (jaargang 2008-2009) Muur
4c Minder goede keuze
Vloer
Plat dak
Zadeldak
Leven sduur [jaar]
/
4b Minder goede keuze
/
>25
/
/
Recyclage einde levensduur
Recycleerbaar tot secundaire grondstof
Cellulair glas **
EU
Hennep
EU
/
/
/
3a Aanvaar dbare keuze
3a Aanvaar dbare keuze
3b Aanvaardbare keuze
/
Verbrijzeling en uitstrooiing (landbouw) of compostering
/
1a Betere keuze
3a Aanvaar dbare keuze
1a Betere keuze
/
Compostering
/
2a Goede keuze
4a Minder goede keuze
2a Goede keuze
/
Verbranding of stort
/
2c Goede keuze
/
/
/
Verbrijzeling en uitstrooiing (landbouw) of compostering
Polyurethaan (op basis van HCFK's)
/
>7c Onaanvaardbaar
>7c Onaanvaardbaar
>7c Onaanvaardbaar
/
Verbranding of stort
Polyesteraluminium kussens
/
/
1a Betere keuze
/
/
Verbranding of stort
Vlas
Schapenwol
Resolschuim
Kokosvezel
1b Betere keuze
/ >7c Onaanvaardbaar
/
/
Verbrijzeling en uitstrooiing (landbouw) of compostering
*De informatie betreffende de recyclage houdt rekening met de huidige recyclagemarkt in België. **Cellenglas op basis van materialen van "alleen groene" oorsprong gaat van categorie 4 naar 2, dus van "minder goede keuze" naar "goede keuze"
De informatie omtrent recyclage moet in zijn context worden geplaatst. Hier zijn vier punten van belang: 1 – Er moet onderscheid worden gemaakt tussen recycleerbare materialen en effectief gerecycleerde. De materialen worden immers alleen gerecycleerd als er recyclagetrajecten voor bestaan en als de geografische ligging voldoende nabij is voor een economische rendabiliteit. Het bestaan van het juiste recyclagecircuit moet dus worden nagegaan, wil men een juiste keuze maken onder de bouwmaterialen – in ieder geval, die waarvan het verwerkingsproces zo milieuvriendelijk, en de impact op de energieconsumptie en de vervuiling aan het einde van de levensduur zo klein mogelijk is. Deze aanpak beantwoordt aan het principe van de beredeneerde voorzorg (bv. voorkeur geven aan composteerbare materialen i.p.v. te verbranden of te storten materialen).
BLZ. 11 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
2 – Bovendien moet worden nagegaan welke fase in de levensduur van het materiaal wordt beschouwd waar het recyclage betreft. Afhankelijk van de beschouwde levensfase bedraagt het recyclagepotentieel van een materiaal 100 tot 0%. Neem het voorbeeld van een nietnatuurlijk isolatiemateriaal: • fabricageafval van isolatiemateriaal in de fabriek kan vaak worden heringebracht als grondstof in het fabricageproces • de afval van hetzelfde isolatiemateriaal na toepassing op de bouwplaats, kan in sommige gevallen door de fabrikant worden gerecupereerd om opnieuw in het fabricageproces te worden ingebracht of in een andere vorm te worden opgewaardeerd. Zoniet wordt een andere oriëntatie gevolgd: vaak thermische valorisatie of stort • de afval van hetzelfde isolatiemateriaal aan het einde van de levensduur van het gebouw (bij sloop of zware renovatie) zal meestal niet de nodige kwaliteitsgaranties bieden om opnieuw in een fabricageproces te worden ingebracht. De afval vindt zijn weg naar andere verwijderingscircuits, wat vaak gelijk staat met stort of verbranding. Het is dus belangrijk dat men de hele levenscyclus van het materiaal beschouwt in de verwerking van de informatie omtrent recyclage. 3 – De tijdsfactor speelt dus een grote rol. Een vandaag niet-recycleerbaar materiaal kan in de nabije toekomst misschien wel worden gerecycleerd, en omgekeerd kan een thans recycleerbaar materiaal misschien niet meer worden gerecycleerd over enige jaren. We moeten ook kijken naar de afzetmogelijkheden. Stellen we ons bijvoorbeeld de vraag of de producten die we willen gaan gebruiken in onze bouw op het einde van hun productiecyclus zijn aangekomen en zullen worden vervangen door betere – wat zou betekenen dat er binnenkort geen afnemers meer voor bestaan. Het is in dat geval aangewezen uit te kijken naar een alternatief. 4 – Het aangekondige recyclagepotentieel van de materialen en het bestaan van een recyclagecircuit geven niet altijd een garantie. Een materiaal dat op zich goed in aanmerking komt voor recyclage, kan toch ongunstig blijken als het op onomkeerbare wijze wordt samengevoegd met een andere component. Dit is bijvoorbeeld in sommige gevallen zo voor pleisterkalk dat met isolatie wordt gecombineerd. > Geef voorkeur aan materialen en producten met ecolabels of milieucertificering Dat een product bepaalde Belgische technische keurmerken draagt (bv.: ATG van het BUTGb – Belgische Unie voor Technische Goedkeuring in de Bouw: http://www.butgb.be) is een garantie voor prestatie en kwaliteit. Die lijsten zijn echter niet exhaustief en Belgische of Europese equivalenten kunnen worden gebruikt (Europese technische goedkeuring - ATE of ETA, en erkende certificeringen: WTCB, CSTB en NF in Frankrijk, het Duitse DIN, …). Maar naast die technische aspecten kan een ontwerper vandaag ook afgaan op de talrijke labels en milieucertificeringen om materialen te kiezen die milieuvriendelijker en gezonder zijn. We geven hier een beschrijving van de belangrijkste bestaande labels (voor dakbedekkingen zijn er nog weinig labels). De officiële labels verdienen de voorkeur, en vooraan komt het Europese ecolabel. Er bestaan ook nationale labels die strikter zijn dan het Europese, en diverse privé labels. Hierna vindt u een bondig overzicht van de belangrijkste labels voor materialen. De veelheid aan labels kan voor verwarring zorgen. Een gedetailleerde vergelijking met de onderliggende technische criteria bevindt zich op de website www.infolabel.be. o
Europese Ecolabel Het Europese ecolabel wordt toegekend op basis van een reeks milieu- en prestatiegebonden criteria om producten te beoordelen. Een product moet verplicht aan alle criteria voldoen om het ecolabel van de EU te verdienen.
BLZ. 12 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
De ecologische criteria voor elke categorie producten worden bepaald in een globale benadering (levenscyclusanalyse – "van de wieg tot het graf") om de impact van het product na te gaan in elke fase van zijn levensduur, van de ontginning van de grondstoffen tot de uiteindelijke verwijdering over de fabricage, de distributie (inclusief de verpakking) en het gebruik. Op basis van de resultaten van die analyses worden criteria bepaald met als doel de belangrijkste effecten van het product voor het milieu te vermijden. Daarbij komt nog een prestatiecriterium. Drie productencategorieën kennen momenteel een certificatie: verf en vernis, harde vloerbekleding en gloeilampen. Hier zitten alsnog geen thermische isolatiemiddelen tussen. De verschillende producten met certificatie staan in de internetcatalogus (website http://www.eco-label.com) die wordt uitgegeven door de Europese Commissie. De catalogus geeft een zeer volledig overzicht van de producten die in de diverse Europese landen beschikbaar zijn. De producten met dit label op de Belgische markt zijn te vinden op de website http://www.ecolabel.be/nl/index.html. Noteren we dat verschillende nationale labels, zoals het Franse merk NF Environnement, afgeleiden zijn van het Europese label. o
Label Blaue Engel De Blaue Engel is een Duits officieel en gecontroleerd nationaal label dat verder gaat en meer producten dekt dan het Europese ecolabel. Het wordt beheerd door de Duitse federale minister van milieuzaken, milieubehoud en nucleaire veiligheid. Het Duitse label wijst erop dat het product minder slecht is voor het milieu dan vergelijkbare producten voor wat betreft de belangrijkste milieuaspecten.
Het symbool zelf geeft de reden aan waarom het product minder schadelijk is ("Umweltzeichen weil..."). De toekenning gebeurt door een onafhankelijk certificeringsbureau (Deutsches Institut für Gütesicherung und Kennzeichnung e.V. – RAL). De belangrijkste criteria voor de toekenning van het label zijn de afwezigheid van kankerverwerkkende stoffen, stoffen die schadelijk zijn voor het milieu of toxische stoffen. Het product moet beantwoorden aan een reeks kwalitatieve vereisten (inzake hardheid, droogtijd, lichtvastheid enz.). Elke productcategorie moet voldoen aan eigen specifieke criteria. Een groot aantal categorieën bouwproducten kennen een certificatie, zoals vloerbekledingen (verhardingen, hout, textiel), verf, vernis en lijm, producten uit recyclage (van glas, papier, hout), spaanderplaten, bitumenlagen en specifieke uitrustingen voor de bouw zoals stookketels (op stookolie, gas, pellets), zonnepanelen enz. Alle producten met deze certificatie zijn te vinden op de website www.blauer-engel.de.
BLZ. 13 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
o
Label Natureplus Het label Natureplus is een collectief privé label, in tegenstelling tot het Europese ecolabel, dat officieel is. Het is een zeer streng label dat wordt toegekend aan bouwmaterialen die beantwoorden aan drie hoofdcriteria: geschiktheid voor de toepassing, veiligheid voor de mens en veiligheid voor het milieu. Alle producten moeten voldoen aan de Europese normen inzake gebruik en functionaliteit (Europese technische keuring, naleving van de normen EN, DIN, ÖNORM).
De evaluatie van de bouwproducten gebeurt op basis van een levenscyclusanalyse. De verschillende producten met dit label (samen met de certificaten in pdf-formaat) zijn te vinden op de website www.natureplus.org/produkte. o
Overige labels Wijzen we nog op de specifieke privé labels voor bepaalde soorten materialen, zoals: de FSC en PEFC-labels voor hout en afgeleide producten het GUT-label voor soepele vloerbekledingen
ECONOMISCHE ASPECTEN > Beschikbaarheid van de ecologische oplossingen In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, net als in de andere gewesten, zijn de meeste fabrikanten en verkopers aangesloten bij de clusters, of representatieve organisaties van de ecobouwsector. Voor Brussel verwijzen we naar de cluster Ecobuild en "ABEA – De Stadswinkel"
www.brusselsgreentech.be
www.curbain.be
Voor Wallonië is er "Nature & Progrès" (www.natpro.be) en de "Cluster éco-construction" (wwww.cluster.wallonie.be). In Vlaanderen hebben we het VIBE (Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen – www.vibe.be) en het CEDUBO (Centrum Duurzaam Bouwen – www.cedubo.be). In 2007 telt Brussel minstens 5 verkooppunten van bio-ecologische materialen: o Carodec nv, Waversesteenweg 1801, 1160 Brussel o Vlass bvba, Langestraat 166, 1150 Brussel o Vanhumbeeck Frères bvba, Vilvoordselaan 100, 1150 Brussel o Bois Henri Lochten nv, Van Hoordestraat 43-47, 1040 Brussel o Ets De Bontridder nv, De Boeckstraat 66, 1140 Brussel BLZ. 14 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
De internetsite van het WTCB stelt eveneens een databank van detailhandelaars en fabrikanten ter beschikking, met zoekoptie op trefwoord, waarvan sommigen plantaardige isolatiematerialen aanbieden. Ten slotte stellen sommige labels, onder meer Natureplus (www.natureplus.org), eveneens materiaallijsten ter beschikking. > De kost van de ecologische oplossingen De onderstaande tabel geeft richtprijzen voor materialen die gemakkelijk in België verkrijgbaar zijn. De prijzen zijn wat men gemiddeld vindt op de markt (excl. BTW) en omvatten het bouwproduct plus de toepassing: Materialen Geëxtrudeerd polystyreen
Gebruik
Kost - €
Eenheid
Dikte
Spouwmuur
9,5 tot 12
m²
5 cm
14,1 tot 15,6
m²
6 cm
12,1 tot 17,4
m²
4 cm
Vloerplaat Geëxpandeerd polystyreen
Spouwmuur
Polyurethaan
m²
7 cm
Plat dak
24,2 tot 32,1
m²
8 cm
19,8 tot 26,6
m²
6 cm
16,1 tot 21,3
m²
4 cm
26,5 tot 35,1
m²
9 cm
Vloerplaat
13,3 tot 27,5
m²
5 cm
Plat dak
16,3 tot 22,7
m²
5 cm
14,2 tot 18 18,5 tot 24,1
Geëxpandeerde klei Glaswol
m² m² m²
3 cm 5 cm
Vloerplaat
24,9 tot 29,2
Plat dak
23,9 tot 27,3
m²
5 cm
Vloerplaat
70,4 tot 81,6
m²
5 cm
Spouwmuur
10,5 tot 12,2
m²
5 cm
13,1 tot 15,7
m²
7,5 cm
14,9 tot 19,5
m²
9 cm
11,8 tot 15,7
m²
6 cm
12,8 tot 17,1
m²
8 cm
11,4 tot 19,2
m²
10 cm
15,9 tot 21,1
m²
12 cm
17,2 tot 24,3
m²
16 cm
23,5 tot 28,6
m²
10 cm
7,5 tot 9,1
m²
2 cm
11,5 tot 13,5
m²
5 cm
12,9 tot 15,7
m²
7,5 cm
m²
5 cm kg)
Zadeldak
Plat dak Rotswol
2 cm
23,2 tot 31,3
Spouwmuur
Geprojecteerde polyurethaan
m²
Vloerplaat
Spouwmuur
Geïnjecteerde polyurethaan
8,7 tot 11
Spouwmuur
Zadeldak
12,2 tot 19,1
BLZ. 15 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
5 cm
(33
Materialen
Gebruik
Kost - € 15,2 tot 23,2
18,2 tot 23,1 18,9 tot 25,9
10 kg) 10 kg) 10 kg) 18 kg)
m² m²
cm (33 cm (55 cm (55 cm (55
m²
5 cm
16,1 tot 20,3
m²
10 cm
20,9 tot 32,3
m²
12 cm
Spouwmuur
43,8 tot 55,6
m²
9 cm
Vloerplaat
40,3 tot 51,8
m²
9 cm
56,9 tot 65,2
m²
8 cm
48,9 tot 61,3
m²
4 cm
60,3 tot 81,1
m²
9 cm
25,8 tot 32,9
m²
9 cm
Plat dak
21,3 tot 27
m²
9 cm
Geraamte
1,9 tot 2,5
kg
/
14,5 tot 19,6
m²
/
1,6 tot 2,1
kg
/
Zadeldak Plat dak
Spouwmuur
Cellulose in bulk
m²
8,2 tot 10,3
Plat dak
Geëxpandeerd perliet
Dikte
m²
17,8 tot 22
Cellulair glas
Eenheid
Plat dak Houtvezelplaten
Geraamte
12,4 tot 15,7
m²
/
Hennepwol
Geraamte
14,3 tot 18,6
m²
6 cm
Geëxpandeerde kurk
Geraamte
182,3 231,4
m²
5 cm
Vermiculiet in bulk
Geraamte
19,4 tot 24,6
m²
/
tot
Bron: BUA 2009 – Belgische unie van architecten / Lijst eenheidsprijzen
De hierna vermelde materialen worden in hoofdzaak in renovatie gebruikt. De aangekondige prijzen zijn wat men gemiddeld op de markt vindt (excl. BTW), en omvatten alleen de bouwmaterialen, dus ZONDER toepassing: Kost
Eenheid*
Dikte
Kurk in bulk
0,2
€/l excl. BTW
/
Kurkplaten
5 tot 12
€/m² excl. BTW
20 tot 80 mm
Kurkrollen
5 tot 15
€/m² excl. BTW
2 tot 6 mm
Hennepwol
5 tot 30
€/m² excl. BTW
50 tot 200 mm
Jutevilt
4,5
€/m² excl. BTW
/
Lamswol
0,7 tot 1,2
€/kg excl. BTW
/
Bron: fabrikanten en verkopers
BLZ. 16 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
SOCIALE EN CULTURELE ASPECTEN > Invloed op de gezondheid Synthetische isolatiematerialen kunnen een negatieve invloed hebben op de gezondheid. Bij wijze van voorbeeld: tijdens zijn leven ontwikkelt polyurethaan formol, dat de ogen, de ademhalingswegen en de huid kan irriteren. Polystyreen bevat dan weer benzeen, dat kankerverwekkend is. Aangezien deze materialen meestal nooit in direct contact komen met de binnenomgeving, is de binnenpollutie beperkt. Bij verbranding ontwikkelen ze daarentegen zeer giftige dampen. Risico’s verbonden aan de uitvoering werden niet geïdentificeerd. Door hun aard en structuur zijn minerale wol en ecologische isolatiematerialen meestal weinig of niet ontvlambaar of zijn ze door een behandeling met boorzout onontvlambaar gemaakt. Als vezelmateriaal kunnen ze echter ingevolge de inademing van fijne stofdeeltjes (kleiner dan 3 micron) longproblemen veroorzaken. Dit fenomeen, dat aan de basis ligt van het verbod van asbest, bestaat eveneens, hoewel in mindere mate, voor steenwol en glaswol. Hoewel aanbevelingen voor de uitvoering ervan bestaan, kunnen tegensprekelijke onderzoeken geen reëel gevaar uitwijzen. Men zal bij de uitvoering het voorzichtigheidsprincipe toepassen door een weldoordacht gebruik en met inachtneming van de gebruiksinstructies. Bij het hanteren zijn irritatie van de huid en de ogen niet uitgesloten. Men zal bij de uitvoering dus de nodige voorzorgsmaatregelen treffen: stofmasker, handschoenen, beschermbril, goede ventilatie, enz. Over het algemeen, en voorzichtigheidshalve, zal men zowel voor de "synthetische" als voor de "ecologische" isolatiematerialen bij de uitvoering dezelfde beschermende voorzorgsmaatregelen nemen (masker, handschoenen en bril). In de onderstaande tabel staat vanuit gezondheidsoogpunt een samenvatting van de voor- en nadelen van de meest courante isolatiematerialen:
Steenwol
Glaswol
Cellulair glas
Voordelen Geen brandwerende middelen Geen biociden Geen formaldehyde-emissies Minder dan 5% bindmiddelen Niet-noemenswaardige radioactiviteit Geen VOS-emissies Geen brandwerende middelen Geen biociden Geen formaldehyde-emissies Niet-noemenswaardige radioactiviteit Geen VOS-emissies Geen brandwerende middelen Geen biociden
Nadelen
Inadembare vezels bij afbraak en verwijdering
Inadembare vezels bij afbraak en verwijdering
Bepaalde uitvoeringen vereisen het gebruik van warm bitumen Verontreinigende brandwerende middelen Giftige emissies bij verbranding Emissie van koolwaterstof bij de productie
Geëxpandeerd polystyreen
Geen biociden
Geëxtrudeerd polystyreen
Geen biociden
Verontreinigende brandwerende middelen
Polyurethaan
Geen biociden
Verontreinigende brandwerende middelen
Cellulosevlokken
Geen giftige emissies
Cellulosevlokken
Geen giftige emissies
Veel stof bij de uitvoering Inadembare vezels bij afbraak en verwijdering Veel stof bij de uitvoering Inadembare vezels bij afbraak en verwijdering
BLZ. 17 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
Let wel dat het isolatiemateriaal niet altijd alleen wordt gebruikt. De eventuele vereiste van een bevestigingslijm of van een toeslagstof als brandvertrager mag niet worden vergeten. Deze producten kunnen eveneens een invloed hebben op het milieu en de gezondheid (zie fiches CSS08 en CSS09 voor meer informatie over die aspecten).
DE JUISTE KEUZE MAKEN De onderstaande tabel geeft een samenvatting van het belang van de verschillende soorten isolatiemateriaal volgens de hierboven ontwikkelde criteria:
Soort isolatiemateriaal
Milieubalans
synthetis ch
Thermische prestatie
Gezondheid
Kost en beschikbaarheid
Gemak van de uitvoering
☺
(uitgezonderd bij brand)
☺
☺
☺
☺
☺
☺
mineraal
☺
(met voorzorgsmaatregelen bij de uitvoering)
plantaard ig en dierlijk
☺
☺?
☺?
Moet men de voorkeur geven aan een ecologisch isolatiemateriaal ondanks zijn verlies aan thermische doeltreffendheid? Er bestaat geen eenvoudig of kant-en-klaar antwoord. Uit deze fiche blijkt dat voor bepaalde ecologische isolatiematerialen dit verlies beperkt is, maar bij gebrek aan wetenschappelijke of genormaliseerde gegevens blijft dit punt nog in het vage. Op deze basis zou men veiligheidshalve de voorkeur moeten geven aan de best gedocumenteerde ecologische alternatieven waarvoor de ontwerper het eventuele verlies aan energetische efficiëntie zal kunnen berekenen. Vervolgens zal elke besluitvormer op basis van objectieve gegevens een persoonlijke keuze moeten maken.
IN DE PRAKTIJK In de verschillende fasen van de ontwikkeling en uitvoering van het project moeten maatregelen worden genomen: VOORONTWERP o
Geef de voorkeur aan de volgende isolatiematerialen op basis van hun milieuvriendelijkheid en gezondheid. De diktes zijn aangepast aan de energievereisten afhankelijk van de prestatie van het materiaal:
BLZ. 18 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
1e keuze
2e keuze
Vloerplaat*
Cellulair glas Resolschuimplaten
Steenwol Glaswol
Vloer**
Vlaswol, schapenwol, glaswol, polyesterkussens (in renovatie)
Rotswol Glaswol
Dubbele buitenmuur*
Hennepwol Schapenwol Resolschuimpanelen
Rotswol Glaswol
Geraamte Plat dak**
Zadeldak**
Cellulose, kurk, glasof schapenwol, resolschuim, cocosvezel Kurk, resolschuim, geëxpandeerd polystyreen Cellulose, kurk, glaswol, resolschuim, schapenwol
3e keuze Polyurethaan Geëxtrudeerd polystyreen Geëxpandeerd polystyreen Polyurethaan Geëxtrudeerd polyurethaan Geëxpandeerd polyurethaan Polyurethaan Geëxtrudeerd polyurethaan Geëxpandeerd polyurethaan
Rotswol, vlas, cellulair glas
Polyurethaan
Rotswol, cellulair glas
Polyurethaan
Rotswol, geëxpandeerd polystyreen, vlas
polyurethaan
*Bron: Adviesgids voor de duurzame renovatie van collectieve huisvesting, Leefmilieu Brussel ** Op basis van de NIBE-classificatie (aflevering 2008-2009)
o
o o o
Houd ook rekening met de akoestische aspecten van de isolatie. Raadpleeg hiervoor de fiches CSS05 "Akoestisch comfort" en MAT11 " Akoestische isolatie: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans" van deze gids. Geef de voorkeur aan materialen en producten met een milieulabel of –certificatie Ongeacht het gekozen materiaal moeten de wanden minstens voldoen aan de reglementaire vereisten inzake isolatie. Het ontwerp van de wanden zal zodanig worden uitgevoerd om de duurzaamheid van de isolatiematerialen te waarborgen (geen interne condensatieproblemen, bescherming tegen weersinvloeden).
UITVOERINGSPROJECT, DOSSIER VOOR DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING o
Om koudebruggen te voorkomen zal ervoor worden gezorgd dat het isolatiemateriaal doorlopend wordt geplaatst (zie fiche ENE09 "Beperking van koudebruggen"). Ook akoestische bruggen worden hierdoor vermeden (zie fiche CSS05 "Akoestisch comfort").
TOEZICHT OP DE WERKEN o
o
o
De overeenstemming van de materiaalprestaties met de vereisten van het bestek zal worden gecontroleerd op basis van de ATG van het materiaal, als die beschikbaar is (www.butgb.be). De kwaliteit van de materialen zal tijdens hun opslag en uitvoering op de bouwplaats worden beschermd, onder meer door een aangepaste bescherming tegen water indien het niet-waterdichte materialen betreft. Bij de uitvoering van isolatiematerialen moeten de arbeiders worden beschermd tegen de giftige effecten van de materialen op hun gezondheid. Om de inademing van (minerale of plantaardige) vezels te voorkomen moeten gepaste preventiemaatregelen worden genomen: handschoenen, bril, stofmasker, intensieve ventilatie van de lokalen.
BLZ. 19 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
o
Zorg voor de selectieve sortering van het afval dat ontstaat en zie toe op hun opwaardering, volgens de toepasselijke reglementen en met een systematische voorkeur voor recyclage.
AFBRAAK o
o
o
o
Bij de demontage van isolatiematerialen moeten de arbeiders tegen de giftige effecten van de materialen op hun gezondheid worden beschermd. Men zal dezelfde maatregelen nemen als bij de uitvoering van de isolatiematerialen. Ureumformaldehydeschuim, fenolschuim of polyvinylchloride (pvc), die men in gebouwen van de jaren ‘70-’80 aantreft, mogen noch worden ingeademd noch worden verbrand, en moeten in hermetisch gesloten zakken naar een inzamelcentrum voor chemisch afval worden gebracht. De minerale en plantaardige isolatiematerialen moeten voor recyclage worden gerecupereerd. Een voorafgaande specifieke studie identificeert de soorten isolatiematerialen die later in het af te breken gebouw zullen worden toegepast, teneinde op basis van de markt en van de bestaande recyclagecircuits de recyclage zo goed mogelijk te organiseren. Zorg voor de selectieve sortering van het afval dat ontstaat en zie toe op hun opwaardering, volgens de toepasselijke reglementen en met een systematische voorkeur voor recyclage.
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Naast de materiaalkeuze, moet bij het ontwerp van een goede isolatie met de volgende elementen, in hun respectieve fiches beschreven, rekening worden gehouden: o o o o o o o o o o o o
ENE02 - Een warmtestrategie ontwikkelen ENE04 - Een goed geïsoleerd huis bouwen ENE09 - Beperking van koudebruggen ENE10 - De goede luchtdichtheid van de gebouwschil ENE11 - Bij renovatie: de wanden isoleren ENE23 - Energie-efficiënte luchtverversingsystemen CSS05 - Akoestisch comfort CSS08 - Fysische en chemische verontreiniging binnenshuis CSS09 - Lijm en verf: hun invloed op gezondheid en milieu MAT06 - Bekleding van binnenmuren en plafonds: kies gezonde en ecologische materialen MAT07 - Vloerbekleding: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans MAT11 - Akoestische isolatie: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans
BIBLIOGRAFIE Internetsites voor de keuze en beschikbaarheid van de materialen: o Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen (www.vibe.be)
o o o o
Cluster Eco-construction: www.ecoconstruction.be Réseau eco-consommation: www.ecoconso.be/article260.html De internetsite van de BUtgb: www.butgb.be CD2E, een Frans bedrijf dat een beschrijving van ecologische materialen aanbiedt: www.cd2e.com
Boeken en documenten over de keuze en de beschikbaarheid van de materialen: o Jean-Pierre Oliva, L’isolation écologique, Uitg. Terre Vivante, 2001 o Suzanne en Pierre Deoux, Le guide de l’habitat sain, Uitg. Medieco, 2002 o L’écologie dans le bâtiment, handleiding ADEME BLZ. 20 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -
o o o o o o
Jutta Schwartz, Verlag Paul Haupt, Qualité environnementale des bâtiments, guide comparatif pour le choix des matériaux de construction, 1998 H.R. Preisig et al., Savoir construire ECO-logique/-nomique, guide pour le maître d’ouvrage, Uitg. Werd Verslag Ove Arup & partners, The green construction handbook, A manual for clients and construction professionals, JT design Build Publication, 1994 Critères de développement durable pour la construction de logements, EPFL, Lausanne. Dunne reflecterende isolatiematerialen, WTCB nr. 6 (2-2005) Friedrich Kur, L’habitat écologique – Quels matériaux choisir, Uitg. Terre vivante, 2003.
Over de uitvoering van de isolatie: o L’isolation thermique des façades à structure bois – Guide pratique pour les architectes, Ministère de la Région Wallonne o L’isolation thermique de la toiture inclinée – Guide pratique pour les architectes, Ministère de la Région Wallonne o La rénovation et l’énergie - Guide pratique pour les architectes, Ministère de la Région Wallonne Labels: o Natureplus: www.natureplus.org
Geldende of in voorbereiding zijnde wetgeving (BHG, Federale overheid, Europa) o o o
Technische eigenschappen van materialen voor de prestatieberekening: NBN B62-002 A1 Bouwmaterialen en bouwwaren - Procedures voor de bepaling van de karakteristieke waarden en de rekenwaarden van de thermische eigenschappen: EN ISO 10456 Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten van wanden van gebouwen: NBN B62-002
BLZ. 21 VAN 21 – THERMISCHE ISOLATIE: GEZONDE MATERIALEN MET EEN GUNSTIGE MILIEUBALANS – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING MAT05 -