Thermia warmtepomp
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001 Rev. 2
Inhoud 1 2
2.1 2.2 2.3 2.4
Belangrijke informatie . . . . . . . . . 2 Plaatsing, uitpakken en installeren 3
2.4.1
Installatieruimte voorbereiden . . . . . . . . . Uitpakken en plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . Frontplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . Benodigde serviceruimte rond de warmtepomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 4
Aansluitingen en afmetingen . . . . 7 Leidingwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.1 4.2 4.3
4 5 5 6 6
4.6
Veiligheidsklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bronleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Aanvoer- en retourleiding verwarmingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . 9 Koud en warm water . . . . . . . . . . . . . . 10 De boiler en het verwarmingssysteem vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Aansluitdiagram verwarmingssysteem . . 11
5 6 7
Onderdelen van de warmtepomp 12 Sensor voor buitentemperatuur . 13 Elektrische installatie . . . . . . . . . 15
4.4 4.5
7.1 7.1.1 7.1.2 7.2
8 9
9.1 9.2
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . 15 Sensor voor buitentemperatuur aansluiten . 18 Kamersensor aansluiten (optie) . . . . . . . 18 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Bronsysteem vullen (alleen bij VBWW’s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Voorbereidingen voor gebruik . . 23
Frontplaat monteren . . . . . . . . . . . . . . 24 Voorwaarden voor starten
9.2.1 9.2.2 9.3 9.3.1 9.3.2 9.4 9.4.1 9.4.2 9.5 9.5.1 9.5.2
10 10.1 10.2 10.2.1 10.2.2 10.2.3 10.2.3.1 10.2.3.2 10.2.3.3 10.2.3.4 10.2.3.5 10.2.4 10.2.4.1 10.2.4.2 10.2.4.3 10.2.4.4
verwarmingsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . 25 Warmtepomp (compressor) . . . . . . . . . . 25 Bijverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Voorwaarden voor stopzetten verwarmingsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . 25 Warmtepomp (compressor) . . . . . . . . . . 25 Bijverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Voorwaarden voor starten tapwaterfunctie . 26 Warmtepomp (compressor) . . . . . . . . . . 26 Bijverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Voorwaarden voor stopzetten tapwaterfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Warmtepomp (compressor) . . . . . . . . . . 26 Bijverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
10.2.4.5 Installatie 1A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 10.3 Het regelsysteem – mogelijke bedrijfsmodi 39 10.4 Het verwarmingssysteem . . . . . . . . . . . 40 10.4.1 “KAMER”-waarden afstellen . . . . . . . . . . 40 10.4.2 Zo wijzigt u de “KAMER”-waarde: . . . . . . 40 10.5 Stooklijnen instellen . . . . . . . . . . . . . . . 41 10.5.1 “STOOKLIJN”-waarde afstellen . . . . . . . . 41 10.5.2 Zo wijzigt u de “STOOKLIJN”-waarde: . . 41 10.6 Maximale retourtemperatuur voor het verwarmingssysteem . . . . . . . . . . . . . . 42 10.7 Kamerfactor afstellen . . . . . . . . . . . . . . 42 10.7.1 Werkingscondities koeling . . . . . . . . . . . 43 10.8 Verwarmen van tapwater . . . . . . . . . . . . 44 10.8.1 De tapwatertemperatuur aflezen . . . . . . 44
Het bedieningspaneel van de regelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
11 12
Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Display en instellingen . . . . . . . . . . . . . Normaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GEBRUIKERSINFORMATIE . . . . . . . . . . . Bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stooklijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stooklijn 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfstijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SERVICE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tapwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Warmtepomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handmatige test . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28 29 29 31 32 32 33 33 34 34 35 35 35 36 37
13 14 15 16
Problemen oplossen . . . . . . . . . 45 Fabrieksinstellingen in de regelaar van de warmtepomp . . . . . . . . . 48 Koudemiddel . . . . . . . . . . . . . . . 51 Technische specificatie . . . . . . . 52 Gebruikersmenu . . . . . . . . . . . . 54 Servicemenu . . . . . . . . . . . . . . . 56
Thermia Värme AB behoudt zich het recht voor om componenten en specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen. Symbool voor veiligheidsmaatregelen die moeten worden gevolgd. Als deze maatregelen niet worden gevolgd, kan dit dodelijk letsel of schade aan de installatie en de componenten tot gevolg hebben.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
1
Belangrijke informatie De installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende installateur en met inachtneming van de toepasselijke regels en verordeningen en deze installatiehandleiding. De warmtepomp moet in een vorstvrije omgeving worden geplaatst! De vloer moet het brutogewicht van de warmtepomp met gevulde boiler kunnen dragen (zie Technische specificatie). De warmtepomp moet op een stabiele ondergrond worden geplaatst. Thermia Värme AB en Redenko B.V. zijn niet aansprakelijk voor enigerlei schade die kan ontstaan tijdens neerslag van condens op niet tegen condens geïsoleerde systemen waarbij de installatie is aangepast tot een temperatuur beneden het dauwpunt. (Zie instellingen voor Bedrijfscondities koeling.)
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
2
Plaatsing, uitpakken en installeren
• Installatieruimte voorbereiden. • Zet de warmtepomp waterpas met de verstelbare voeten en verwijder de frontplaat. • Bepaal aan welke kant de bronslangen worden aangesloten. • Kijk naar de benodigde installatieruimte (zie pagina 6). • Aanbevolen wordt om de condens-uitlaat te installeren af de lekbak naar de afvoer in de vloer. De leiding loopt door een opening in de grondplaat naar buiten. De slangdiameter moet 14/10 mm zijn. • Installeer het leidingwerk. • Vul eerst de boiler en daarna het verwarmingssysteem, dat vervolgens ontlucht wordt. • Voer de elektrische installatie uit. • Vul het broncircuit. • Indien nodig kunnen de fabrieksinstellingen van de warmtepomp worden gewijzigd. • Voer een functietest uit. • Vul het installatiecertificaat in (zie pagina 58) voordat de eindgebruiker de installatie gaat gebruiken.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
2.1
Installatieruimte voorbereiden
• Maak openingen voor de doorvoerleidingen (1) voor de bronleidingen in de wanden. Volg de maatvoerings- en aansluitdiagrammen op de pagina’s 6-7. • De uit- en ingaande bronleidingen moeten elk een eigen doorvoer hebben. • Als er gevaar voor grondwaterinfiltratie bestaat, moeten speciale doorvoeren worden gebruikt. • Installeer de doorvoerleidingen (1) licht aflopend. De helling moet minimaal 1 cm per 30 cm bedragen. Snijd de leidingen schuin naar binnen af (zie afbeelding), zodat er geen regenwater in de leidingen kan dringen.
1
• Controleer of de doorvoerleidingen de correcte afstand hebben, zodat er voldoende ruimte over is voor de andere installaties. • Steek de bronleidingen (2) door de doorvoerleidingen in de installatieruimte.
3
• Vul de openingen in de wand op met specie (3). • Controleer of de bronleidingen (2) in het midden van de doorvoerleidingen zitten (1), zodat de isolatie aan alle kanten gelijkmatig is verdeeld. • Dicht de doorvoerleidingen (1) af met een geschikt afdichtmiddel (schuimrubber) (4).
2 3 1
4 Fig. 1. Voorbereidingen voor installatie
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
2.2 Uitpakken en plaatsen De warmtepomp is in plastic folie gewikkeld en staat op een houten pallet. • Controleer of de levering compleet en onbeschadigd is. • Transporteer de warmtepomp naar de installatieruimte. • Snijd de banden door en verwijder de plastic folie. • Til de warmtepomp van de pallet en stel de pootjes (5) zo af, dat de pomp rechtop en waterpas op de vloer 2staat. 5 5
Fig. 2. Warmtepomp plaatsen
2.3 Frontplaat verwijderen Verwijder de frontplaat als volgt: • Draai de schroeven (1) los. 1
2
• Schuif de frontplaat (2) omhoog en til deze voorzichtig omhoog en naar voren eraf. Zorg ervoor dat u bij het verwijderen van de frontplaat de elektrische bedrading voor het regelsysteem niet beschadigt! 5
• Plaats de frontplaat naast de warmtepomp. 5
1
Fig 3. Frontplaat verwijderen
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
2.4
Benodigde serviceruimte rond de warmtepomp
Om de installatie en het latere testen en onderhouden te vergemakkelijken, moet voldoende vrije ruimte rond de warmtepomp worden aangehouden. Houd de volgende maten aan: - 300 mm aan beide zijkanten
300 mm
- 300 mm aan bovenkant - 600 mm aan voorkant - 10 mm aan achterkant
2.4.1
Afmetingen
In figuur 4 ziet u de afmetingen van de warmtepomp en de benodigde vrije ruimte voor werkzaamheden.
10 mm 300 mm
1805 mm (met
600 mm 690 mm 600 mm Fig. 4. Afmetingen van de warmtepomp
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
1805 mm helesteunpootjes maal uitgedraaid) (med st ödfötterna på högsta niv å)
3
Aansluitingen en afmetingen
De bronleidingen kunnen links of rechts van de warmtepomp worden aangesloten. Aansluitingen 1. Elektrische doorvoer voor inkomende stroomtoevoer 2. Bron in (naar WP) 28 Cu* 3. Bron uit (van WP) 28 Cu 4. CV-aanvoer 28 Cu* 5. CV-retour 28 Cu* 6. Expansie R25 int. 7. Koudwateraansluiting (kw) 22 Cu 8. Warmwateraansluiting (ww) 22 Cu *
Optioneel zijn er flexibele slangen verkrijgbaar.
Fig. 5. Afmetingen aansluitingen
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
4
Leidingwerk Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen niet met spanning gemonteerd zijn!
• Let op dat het leidingwerk wordt uitgevoerd volgens de maatvoerings- en aansluitdiagrammen op de pagina’s 6-7. • Leidingwerk mag alleen worden gemonteerd door een erkende installateur. De installatie moet worden uitgevoerd volgens de van toepassing zijnde regels en de instructies voor Verwarming en warm water. De boiler moet volgens de van toepassing zijnde regels worden voorzien van een goedgekeurde overstortventiel. LET OP! Het is van het grootste belang dat het verwarmingssysteem volledig wordt ontlucht. LET OP! Indien nodig moeten ontluchtingskleppen worden geïnstalleerd.
4.1
Veiligheidsklep
• Radiatorsystemen met een gesloten expansievat moeten zijn voorzien van goedgekeurde drukmeters en veiligheidskleppen, minimaal DN 20, voor een maximale openingsdruk van 1,5 bar. • Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit warmtebestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De overstortleidingen van de veiligheidsklep moeten een open aansluiting hebben met de uitlaat en moeten in een vorstvrije omgeving zichtbaar zijn. LET OP! De aansluiting van de warmtepomp op het expansievat en de veiligheidsklep moet voldoen aan de toepasselijke voorschriften. De verbindingsleidingen tussen het reservoir en de veiligheidsklep moeten doorlopend blijven dalen.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
4.2
Bronleidingen
• Breng de retourleiding (inkomende bron) naar buiten door de rubberen manchet van de retourleiding aan de zijkant van de warmtepomp. • Installeer het filter op de retourleiding (inkomende bron), zodat er geen stof en andere deeltjes doordringen in het warmtepompsysteem. • Installeer de retourleiding met alle bijbehorende componenten. • Breng de aanvoerleiding (uitgaande bron) naar buiten door de rubberen manchet aan de zijkant van de warmtepomp. • Installeer de aanvoerleiding met alle bijbehorende componenten. • Voorzie beide leidingen van diffusiedicht isolatiemateriaal.
4.3
Aanvoer- en retourleiding verwarmingssysteem
• Installeer de aanvoerleiding met alle bijbehorende componenten. • Installeer de retourleiding met alle bijbehorende componenten, waaronder het stoffilter. • Isoleer de aanvoer- en retourleidingen.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
4.4
Koud en warm water
• Installeer de warmwaterleiding met alle bijbehorende componenten. • Installeer de koudwaterleiding met alle bijbehorende componenten.
4.5
De boiler en het verwarmingssysteem vullen
Vul de boiler met koud water door de vulklep (31) (zie pagina 11) op de klepleiding te openen, en ontlucht door een warmwaterkraan te openen. Vul daarna het verwarmingssysteem met water, totdat er een druk van circa 1 bar ontstaat. Ontlucht vervolgens het gehele systeem en vul bij met water. Sluit voor het aftappen een slang aan op de sifon van de koudwateraansluiting boven op de warmtepomp.
10
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
4.6
Aansluitdiagram verwarmingssysteem Radiator Radiator 50
Aanvoerleiding Framledning Retourleiding Returledning
87 96
De Thermia Comfort heeft geen expansie-aansluiting op de warmtepomp. Er moet een expansievat en beveiligingsapparatuur geïnstalleerd worden in het verwarmingssysteem!
97
30 31 KV VV
Exp 57
60
61
Bron naar WP till VP Köldbärare
62 57
Fig. 6. Aansluitdiagram
59
98 99
Bron vanKöldbärare WP från VP
64
58
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
11
5
Onderdelen van de warmtepomp
1. Doorvoeren voor ingaande voeding en sensors
25. Koelingwisselaar
2. Bedieningspaneel/regelcomputer
26. Shunt, koeling
3. 3-wegklep
27. 3-wegklep koeling
4. Aanvoersensor 5. Verwarmingssysteem circulatiepomp 6. Bijverwarming, dompelverwarming 7. Verdamper, geïsoleerd
3 2
4 5
24
8. Expansieventiel 9. Droogfilter 10. Circulatiepomp bronsysteem 11. Ontluchter
23 6
12. Retourleiding verwarmingssysteem, 28 Cu
21
13. Warmwaterleiding, 22 Cu of roestvast staal
22
14. Koudwaterleiding, 22 Cu of roestvast staal
7
15. Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 28 Cu 16. Frontplaat, afneembaar 17. Onderkoeler 18. Retoursensor
19 18 17
10 25
20
9 8
19. Condensor met afvoer voor prim. zijde 20. Compressor
13
22. Bron uit (van WP) 28 flexibele slang 23. Warmwatersensor (achter elektrische kast)
15 Fig. 7. Onderdelen van de warmtepomp
12
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
27
12
21. Bron in (naar WP) 28 Cu
24. Boiler, 180 liter
26
14
11
1 16
6
Sensor voor buitentemperatuur
De buitensensor wordt op de noord- of noordoostzijde van het huis geplaatst. Om de buitentemperatuur nauwkeurig af te kunnen lezen, moet de sensor bij huizen tot drie verdiepingen op 2/3 van de gevelhoogte worden geplaatst. Bij grotere huizen moet de sensor tussen de tweede en derde verdieping worden geplaatst. De plek moet niet volledig tegen wind zijn beschermd en zich niet in een directe tochtstroom bevinden. Plaats de buitensensor niet op reflecterende paneelwanden. Plaats de sensor op minimaal 1 m afstand van openingen in de muren van het huis die warme lucht uitstoten. Als de sensorkabel via een leiding wordt aangesloten, moet de leiding worden afgedicht, zodat de sensor niet door uitgaande lucht wordt beïnvloed. Sluit vervolgens de sensor aan op het regelsysteem van de warmtepomp volgens de instructies in het gedeelte Elektrische installatie.
20.0
Buitensensor UTEGIVARE
+ –
Rumsgivare (tillbehör)
200 035
Buitensensor
Utegivare
Temperatuursensor dompeltype / en leiding
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
13
Omrekentabel voor sensors
Buiten
14
Aanvoer/Retour/ Warm water
C
kohm
-30
1884
-25
1443
-20
1115
-15
868
15
33,5
-10
681
20
27,1
-5
538
25
22,0
0
428
30
18,0
5
343
35
14,8
10
276
40
12,2
15
224
45
10,1
20
183
50
8,5
25
150
55
7,1
30
124
60
6,0
35
103
65
5,0
40
86
70
4,2
75
3,4
80
3,1
85
2,7
90
2,3
95
2,0
Aanvoer/Retour/Bron
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
C
kohm
0
66,3
5
52,4
10
41,8
Bij het aflezen van de weerstand van de sensors moeten eerst de sensorkabels worden losgekoppeld van de regelapparatuur. Lees eerst de gegevens af van de sensor incl. de elektrode. Lees daarna de gegevens af die alleen uit de sensor komen.
7
Elektrische installatie
7.1
Elektrische aansluiting
De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien (en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en landelijke voorschriften). De elektrische installatie moet plaatsvinden met vaste, voorgelegde kabels. De elektrische voeding moet kunnen worden uitgeschakeld met een werkschakelaar met een minimale klemopening van 3 mm. (De maximale belasting voor extern aangesloten compenenten is 2 A). Elektrische stroom! De klemmenstrook is een geleider en kan door een elektrische schok levensgevaarlijk zijn. De stroomtoevoer moet altijd worden onderbroken voordat met de elektrische installatie wordt begonnen. De warmtepomp is af fabriek inwendig bedraad. Bij de elektrische installatie gaat het om die reden voornamelijk om het volgende: Aansluiten op de stroomtoevoer • Verwijder de frontplaat van de warmtepomp. • Trek de voedingskabel door de opening in het bovenpaneel van de warmtepomp naar de klemmenstroken. • Sluit de voedingskabel aan op de klemmenstrook (fig. 8).
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
15
7.1 Vervolg
Let op: het maximale vermogen van de bijverwarming moet worden ingesteld, zie pagina 36.
Ingaande Ink.kabel kabel naar till v ärmepump warmtepomp m/arbetsbrytare met schakelaar
Q1
Let op: de voedingskabel mag alleen worden aangesloten op de daarvoor bedoelde klemmenstrook. Gebruik geen andere klemmenstrook!
2 4 6 8
1 3 5 7
geel/grn gul/gr 1 2 3 4
geel/grn gul/gr 1 2 3 4
PE N 1L1 1L2 1L3 2L1 2L2 2L3 217 219
Fl ödesvakt Stroomsensor (Tillbehör) (optie)
geel/grn gul/gr
geel/grn gul/gr
Shuntklep voor Shuntventil för bijverwarming tillsatsvärme (optie) (Tillbehör)
1 2 3
1 2 3
PE N 215 216
Kamereenheid Rumsenhet (evt.) (indien nodig) (Tillbehör) (optie)
1 2
1 2 1 2 3 4
303 304 305 306 307 308
Utegivare Buitensensor EVU
EVU (optie) (Tillbehör)
1 2 1 2
Fig. 8 Elinkoppling
Fig. 8. Elektrische aansluitingen
16
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Elektriciteitskast 53369-A
8 5 4 3
1. K1 Compressorstarter 2. F11 Overstroomrelais compressor 3. F2 Zekering circulatiepomp 4. F1 Regelcircuit brine-pomp 5. F0 Zekering 3-wegklep 6.
Regelaar
7. T1 Oververhittingsbeveiliging, elektrisch verwarmingselement 8.
Klemmen voor ingaande voeding en temperatuursensor
2 1 7
6 Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
17
7.1.1
Sensor voor buitentemperatuur aansluiten
• Verwijder de frontplaat van de warmtepomp.
• Sluit de sensor aan op de klemmen volgens fig. 9. Let op: de buitensensor wordt aangesloten op een extra lage veiligheidsspanning.
Q1
• Leid de aansluitkabel van de buitensensor door de opening in het bovenpaneel omhoog naar de klemmenstrook.
2 Ingaande Ink.kabel kabel till v ärmepump naar warmtepomp 4 6 m/arbetsbrytare met schakelaar 8
1 3 5 7
geel/grn gul/gr 1 2 3 4
geel/grn gul/gr 1 2 3 4
Volg ook de van toepassing zijnde instructies voor de installatie van buitensensors, zie pagina 13!
7.1.2
2L1 2L2 2L3
Kamersensor aansluiten (optie)
• Verwijder de frontplaat van de warmtepomp. • Leid de aansluitkabel van de kamersensor door de opening in het bovenpaneel omhoog naar de klemmenstrook. • Sluit de sensor aan op de klemmen volgens fig. 9. Let op: de aansluitspanning van de kamersensor is een extra lage veiligheidsspanning. Volg ook de van toepassing zijnde instructies voor de installatie van kamersensors.
PE N 1L1 1L2 1L3
217 219
Fl ödesvakt Stroomsensor (Tillbehör) (optie)
geel/grn gul/gr
geel/grn gul/gr
Shuntklep voor Shuntventil för bijverwarming tillsatsvärme (optie) (Tillbehör)
1 2 3
1 2 3
PE N 215 216
Kamereenheid Rumsenhet (evt.) (indien nodig) (Tillbehör) (optie)
1 2
1 2 1 2 3 4
303 304 305 306 307 308
Utegivare Buitensensor EVU
EVU (optie) (Tillbehör)
1 2 1 2
Fig. en externe sensors aansluiten Fig. 9. 9. Regelapparatuur Anslutning av regler utrustning och externa givare
18
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Extra functies 307
Wanneer u de klemmen nummer 307 en 308 op elkaar aansluit, krijgt u de functie EVU.
308
7.2
Deze functie voorkomt dat de warmtepomp, bijverwarming en circulatiepomp gaan werken zolang de klem gesloten is. Op de display wordt de tekst “EVU STOP” weergegeven. Een gesloten klem tussen 307 en 308 met een weerstand van 10 Kohm zorgt voor “VERLAGING KAMER”. De mate van verlaging wordt aangegeven onder het menu “Stooklijn”.
10 kohm
Timer / EVU
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
19
8
Bronsysteem vullen (alleen bij VBWW’s)
Bij het vullen van het bronsysteem moet de brinepomp in werking zijn. Een voorwaarde hiervoor is dat de elektrische installatie moet zijn voltooid. Als antivries worden ethyleenglycol of ethanol met 30 volumeprocent additieven voor anti-corrosiebescherming aanbevolen. De collectorslang, DN40, bevat ongeveer 1,0 liter/meter. Let op: voor de werking en de betrouwbaarheid van de installatie is het belangrijk dat de collectorslang voor inbedrijfstelling volledig wordt ontlucht. – Zet de warmtepomp in bedrijfsmodus “UIT” (zie “Instellingen bedrijfsmodus”). – Water en antivries worden in de juiste verhoudingen gemengd in een extern reservoir (66) (plastic vat). Let op: alles moet goed gemengd worden. De collectorslang wordt ontlucht door een externe pomp (67), waarna het systeem wordt gevuld met een menging uit het reservoir (66), zoals te zien is op de volgende pagina. De drukzijde van de pomp wordt aangesloten op de vulaansluiting bij de afsluitklep (62). – Afsluitklep (57) gaat dicht. – Afsluitklep (62) en (64) gaan open. – Afsluitklep (61) gaat open en wordt via een slang weer aangesloten op het vat. – Start de externe pomp (67) en vul de collectorslang. Daarna wordt ook de brinepomp (29) handmatig gestart via het bedieningspaneel onder het menu “Handmatige test”.
20
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Bronsysteem vullen (alleen bij VBWW’s) Volume bron: (slanglengte + 5) x 0,30 = volume van antivries. Voorbeeld: Slanglengte: 400 m. Volume in eenheid: 5 liter. Volume glycol: (400+5) x 0,30 = 121,5 liter – vriespunt: ongeveer -15°C.
WAARSCHUWING! Ethyleenglycol en ethanol moeten volgens de aanwijzingen op de verpakking worden verwerkt! 60
BronKöldbärare naar WP till VP
67
61
BronKöldbärare van WP från VP
59
57
62
64
58
29
66
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
21
De brinepomp vullen, vervolg De brinepomp en de buitenpomp draaien in serie totdat er vloeistof zonder luchtmengsel uit de retourslang van de afsluitklep (61) komt. – Stop de brinepomp (29) in het menu “Handmatige test” van de regelaar, maar laat de pomp gewoon doorgaan. U verwijdert de lucht tussen de kleppen (61) en (62) door de klep (57) te openen terwijl de externe pomp in bedrijf is. – Sluit klep (61) en breng het systeem met de externe pomp op druk. LET OP! maximum 300 kPa, (3 bar). – Sluit ook klep (62). – Stop de externe pomp (67) en koppel de vulapparatuur los. Vang overtollig mengsel op in een plastic bak of iets dergelijks voor het geval u de installatie later nog moet navullen (aan klant gegeven). – Start de brinepomp (29) in het menu “Handmatige test” van de regelaar en controleer of het niveau in het ontluchtingsvat (59) is gestabiliseerd. LET OP! Tijdens het navullen moet de brinepomp (29) in bedrijf zijn. Het vullen wordt uitgevoerd door de klep (60) van het ontluchtingsvat te verwijderen en 2/3 van het koudemiddel te vullen via de aansluiting waar de veiligheidsklep (60) heeft gezeten. Daarna plaatst u de klep terug. – Bedien de brinepomp (29) zodat de lucht in het systeem zich verzamelt in het ontluchtingsvat. Terwijl er lucht wordt afgescheiden naar het ontluchtingsvat, daalt het vloeistofniveau. Vul als hierboven. – Open klep (60) en laat eventuele overdruk ontsnappen. De vloeistof mag niet verder dalen dan 2/3 van de hoogte van het vat. – Controleer of klep (61) gesloten is. – Als het verwarmingssysteem gevuld en ontlucht is, schakel de bedrijfsmodus van “UIT” naar de gewenste modus.
22
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
9
Voorbereidingen voor gebruik De installatie mag pas in bedrijf worden genomen als het verwarmingssysteem, de boilers en het bronsysteem zijn gevuld, anders kunnen de pompen beschadigd raken. Zorg er, als de installatie alleen via de bijverwarming wordt gebruikt, eerst voor dat het verwarmingssysteem is gevuld en dat de brinepomp of de compressor niet gestart kunnen worden. Dit doet u door de bedrijfsmodus op “Bijverwarming” in te stellen. Let op de veiligheidsmaatregelen!
Verder moeten de volgende punten worden gecontroleerd voordat de pomp in bedrijf wordt genomen: • Controleer of alle aansluitingen zijn afgedicht. • Controleer de rotatierichting van de compressor door de compressor te starten. Als de rotatierichting onjuist is, wordt de tekst “Onjuiste fasevolgorde” op de display van de regelaar weergegeven. Als dit het geval is, moeten twee fasen in de stroomtoevoer worden omgewisseld (bijvoorbeeld L1 en L3). • Pas de fabrieksinstellingen aan de behoeften van de klant aan. • Bij handmatige controle wordt de heetgasleiding (1) heet en de zuigleiding (2) koud wanneer de compressor in bedrijf is.
1
2
Fig. 10. Controleer de rotatierichting van de compressor en wijzig deze indien nodig.
Fig. 10. Kontrollera kompressorns rotationsriktning och ändra den vid behov
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
23
9.1
Frontplaat monteren
Plaats de frontplaat als volgt: • Leid het bovengedeelte van de frontplaat (1) in de beide zijgeleiders van de eenheid en schuif de plaat voorzichtig omlaag tot de gehele voorkant bedekt is.
1
• Draai de schroeven (2) aan. Zorg ervoor dat u de frontplaat niet beschadigt!
2 Fig. 11. Frontplaat monteren
24
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
9.2 Voorwaarden voor starten verwarmingsfunctie
9.3 Voorwaarden voor stopzetten verwarmingsfunctie
9.2.1 Warmtepomp (compressor)
9.3.1 Warmtepomp (compressor)
• De integraalwaarde is lager dan de instelling voor “WP integraal” en
• De integraalwaarde is hoger dan 0°C min of
• er zijn meer dan 5 minuten verstreken na het stoppen van de warmtepomp en
• de retourtemperatuur is hoger dan of gelijk aan de ingestelde maximale retourtemperatuur of
• de tijd na de vorige start, ingesteld voor “WP interval”, is verlopen en
• de buitentemperatuur is hoger dan CVstop.
• de regelpressostaat is gesloten (=1) en • de buitentemperatuur is lager dan CVstop.
9.3.2 Bijverwarming
9.2.2 Bijverwarming
• De integraalwaarde is hoger dan de ingestelde waarde voor “WP integraal” of
• De integraalwaarde is lager dan de instelling voor “WP integraal + BV integraal” en
• de gewenste temperatuur voor de aanvoerleiding ligt meer dan 3°C boven de huidige temperatuur van de aanvoerleiding.
• de gewenste temperatuur voor de aanvoerleiding ligt meer dan 3°C boven de huidige temperatuur van de aanvoerleiding en • de regelpressostaat is gesloten (=1).
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
25
9.4 Voorwaarden voor starten tapwaterfunctie
9.5 Voorwaarden voor stopzetten tapwaterfunctie
9.4.1 Warmtepomp (compressor)
9.5.1 Warmtepomp (compressor)
• De tapwatertemperatuur is lager dan of gelijk aan de ingestelde waarde voor WWstart of
• Als de regelpressostaat gedurende meer dan 5 seconden open is geweest (40 seconden voor de eerste twee minuten na start van tapwaterfunctie) of
• tapwatertemperatuur tot 2°C hoger dan ingestelde waarde voor WWstart bij stoppen van verwarming (top-up).
9.4.2 Bijverwarming De bijverwarming wordt normaal gesproken niet gebruikt voor de productie van tapwater. Voor het VL-systeem gelden echter de volgende uitzonderingen:
• als er tegelijkertijd warmte nodig is, wordt er op basis van de ingestelde tijden voor “Tijd verwarming” en “Tijd tapwater” geschakeld tussen verwarming en tapwater of • als de maximale tijd van 45 minuten is verstreken. Hierna wordt gedurende 5 minuten de benodigde verwarming gecontroleerd.
1. De bijverwarming wordt ingeschakeld bij start tapwaterfunctie.
9.5.2 Bijverwarming
2. Doorverwarmimg (legionellafunctie). De bijverwarming wordt 2 minuten na de start van de tapwaterfunctie ingeschakeld.
Voor VL-systeem vindt stop plaats als: • de ingestelde waarde voor Doorverwarmingstop wordt bereikt of
3. Bedrijfsmodus “alleen BV” wordt geselecteerd.
• wanneer activatie van 3 uur doorverwarming aan staat (aan = actief) of • als bedrijfsmodus “alleen BV” wordt geselecteerd en de temperatuur gelijk is aan de waarde die is ingesteld voor “WWstop”.
26
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Passieve koeling U selecteert passieve koeling door het NODE-adres van het bedieningspaneel tussen 2 en 19 in te stellen, waarbij 2 – 18 betekent met kamersensor en 19 zonder kamersensor (fabrieksinstelling = Node 19). De koelwerking mag beginnen wanneer:
Als aan deze vereisten is voldaan, start de brine-pomp. Tegelijkertijd wordt de temperatuur gestuurd volgens de ingestelde waarde. Hiervoor wordt een shuntklep gebruikt. De koeling wordt uitgeschakeld wanneer de kamertemperatuur tot de gewenste waarde daalt (alleen van toepassing op installaties met kamersensors) of wanneer de buitentemperatuur daalt tot beneden de instelling voor de CVstop.
1. De buitentemperatuur hoger is dan de instelling voor CVSTOP. 2. De kamertemperatuur de gewenste temperatuur overschrijdt met hetzelfde aantal graden waarop de kamerfactor is ingesteld (alleen van toepassing op installaties met kamersensors). 3. Aan bovenstaande vereisten moet minimaal 5 minuten worden voldaan.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
27
10
Het bedieningspaneel van de regelaar
Het bedieningspaneel van Thermia Comfort bestaat uit een display, vier bedieningsknoppen, vijf statuslampjes en een alarmlampje.
10.1 Functies De regelaar wordt bediend via het gebruiksvriendelijke menusysteem dat op de display wordt weergegeven. Er zijn dertien verschillende menu’s waar u met de linker- en rechterknop doorheen kunt bladeren. Raadpleeg de instructies voor nadere informatie over de menu’s. Gebruik de vier bedieningsknoppen voor het selecteren van menu’s en het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden: • Een omhoog gerichte knop met een plusteken • Een omlaag gerichte knop met een minteken • Een rechterknop • Een linkerknop Rechts van de display en het bedieningspaneel zitten statuslampjes die de bedrijfsmodi weergeven. Deze worden verderop beschreven. BELANGRIJK: Startpunt Druk op de linkerknop totdat “KAMER” en “BEDRIJF” tegelijkertijd op de display worden weergegeven. Beschrijving van menubediening op pagina 54-57.
28
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
KAMER BEDRIJF
AUTO
10.2 Display en instellingen 10.2.1 Normaal Weergave van tekst en bedrijfsstatus. Als er geen kamersensor is, kan de verwarmingswaarde worden gewijzigd met de knoppen omhoog en omlaag onder het menu “KAMER”. Herstellen na 10 seconden als het alarm gedurende deze 10 seconden na de laatste druk op een knop wordt weergegeven. Melding
Betekenis
KAMER
Geeft de gewenste temperatuur aan. Als er een kamerthermostaat is aangesloten geeft deze de ingestelde en de werkelijke temperatuur aan.
FOUT FASE ROT.
Onjuiste fasevolgorde voor compressor. Alleen op de display te zien, en alleen de eerste 10 minuten.
HOGE RETOURTEMP.
Retourtemperatuur te hoog voor warmtepomp.
WARMTEPOMP
Wordt weergegeven als er vraag is naar WP.
START
Wordt weergegeven als WP nodig is en er geen startvertraging is.
START_MIN
Wordt weergegeven als startvertraging is ingesteld voor WP.
BV
Wordt weergegeven als er vraag is naar bijverwarming.
EVU STOP
Invoer gesloten en alles uitgeschakeld.
KOELING
Weergegeven als er passieve koeling wordt gebruikt.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
29
Display en instellingen – Normaal (vervolg)
Melding Meddelande SYMBOOL ALARM
SYMBOL LARM
Visar omisanläggningen är i drift (fast sken) eller een alarm geactiveerd (knipperend). om ett larm är aktiverat (blinkande sken).
SYMBOOL WP
SYMBOL VP
Visar att kompressor är aktiv.
SYMBOOL POMP
SYMBOL PUMP + KYLA
Visar att köldbärarpump är aktiv.
SYMBOOL POMP
SYMBOL PUMP + SOLEN
Geeft aan dat de radiatorpomp actief is Visar att radiatorpump är aktiv.
SYMBOOL TAPWATER
SYMBOL KRAN
Geeft aan dat de tapwaterproductie actief is Visar att varmvattenproduktion är aktiv.
SYMBOOL BLIKSEM
Geeft aan dat de bijverwarming actief is Visar att Tillsats är aktiv
SYMBOL BLIXT
30
Betekenis Betydelse
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Geeft aan of de installatie in bedrijf is (constant brandend) of dat er
Geeft aan dat de compressor actief is Geeft aan dat de brinepomp actief is
10.2.2 Alarm Wordt weergegeven als het alarm wordt geactiveerd. Alarm 1-5 resetten tijdens BEDRIJF = UIT of bij een stroomuitval.
Melding
Betekenis
FOUT HOGEDRUK
Fout in de hoge druk. Compressor wordt uitgeschakeld. Geen tapwaterproductie.
FOUT LAGEDRUK
Fout in de lage druk. Compressor wordt uitgeschakeld. Geen tapwaterproductie.
MOTOR P FOUT
Motorbeveiliging is geactiveerd (voltagerelais voor compressor). Compressor wordt uitgeschakeld. Geen tapwaterproductie.
BRINE UIT
Brine-temperatuur komt niet boven ingestelde waarde uit. Compressor wordt uitgeschakeld. Geen tapwaterproductie. Normaal gesproken niet actief.
BRINEFLOW
Een te lage bron flow. Compressor wordt uitgeschakeld. Geen tapwaterproductie.
BV
Thermische beveiliging geactiveerd. Geen bijverwarming actief.
BUITENSENSOR
Fout in de buitensensor. Er wordt 0°C gebruikt.
SENSOR AANVOER
Fout met de aanvoersensor. Alles wordt uitgeschakeld, behalve de radiatorpomp.
SENSOR RETOUR
Fout in de retoursensor. Retourtemp. = Aanvoerleiding temp. -5°C is gebruikt. Max. geschatte aanvoerleiding temp. 45°C.
SENSOR WARM WATER
Fout in de warmwatersensor. Geen tapwaterproductie.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
31
10.2.3 GEBRUIKERSINFORMATIE Gebruikersinstellingen. Hier kan men informatie uitlezen en op gebruikersniveau instellingen wijzigen.
10.2.3.1 Bedrijf Bedrijfsmodi instellen
32
Melding
Betekenis
UIT
Installatie uitgeschakeld. De alarmsignalen worden gereset.
AUTO
Warmtepomp en bijverwarming kunnen worden gebruikt. AUTO wordt weergegeven als bijverwarming is uitgeschakeld.
WARMTEPOMP
Warmtepomp kan gebruikt worden.
BV
Bijverwarming kan gebruikt worden.
TAPWATER
Alleen tapwaterproductie. Warmtepomp en bijverwarming worden gebruikt voor doorverwarming.
HANDMATIGE TEST
Handmatige regeling van uitgangen. Kan hier niet worden afgesteld.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.2.3.2 Stooklijn Stooklijnen instellen. Melding
Betekenis
STOOKLIJN
Temperatuur wanneer de buitentemperatuur 0°C bedraagt.
MIN
Minimale temperatuur aanvoerleiding indien geen CVstop.
MAX.
Maximale aanvoertemperatuur.
STOOKLIJN5
Wijziging in hellingslijn wanneer de buitentemperatuur +5°C bereikt.
STOOKLIJN 0
Wijziging in hellingslijn wanneer de buitentemperatuur 0°C bereikt.
STOOKLIJN -5
Wijziging in hellingslijn wanneer de buitentemperatuur -5°C bereikt.
CVSTOP
Maximale buitentemperatuur waarbij verwarming is toegestaan.
DALING
Daling in de ingestelde kamertemperatuur. Geactiveerd wanneer de 10 kohm weerstand is aangesloten op de EVU.
KAMERFACTOR
Factor die wordt vermenigvuldigd met het kamertemperatuurverschil en die van invloed is op de temperatuur van de aanvoerleiding. Wordt weergegeven als kamerthermostaat is aangesloten.
10.2.3.3 Stooklijn 2 Wordt weergegeven als de shuntgroepsensor is aangesloten (accessoire). STOOKLIJN2
Sub-shunt temperatuur wanneer de buitentemperatuur 0°C bedraagt.
MIN
Minimale sub-shunt temperatuur als er geen CVstop is.
MAX.
Maximale sub-shunt temperatuur.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
33
10.2.3.4 Temperatuur Weergave van heersende temperaturen, historie en ingestelde/berekende waarden. Weergave historie met ingesteld tijdsinterval (zie rechterrand). Als het alarm wordt geactiveerd, wordt er gedurende 1 week geen historie gelogd, tenzij het alarm wordt gereset via Bedrijf = Uit. Melding
Betekenis
BUITEN
-23°C
KAMER
23,5°C
Actuele buitentemperatuur.
AANVOER
14(35)°C
Temperatuur aanvoerleiding (gewenste temperatuur voor huis).
RETOUR
14(35)°C
Temperatuur retourleiding (ingestelde stoptemperatuur).
TAPWATER
44(44)°C
Tapwatertemperatuur.
INTEGRAAL
999
BRINE UIT
Berekende integraal.
-12°C
Uitgaande brine-temperatuur.
BRINE IN
-12°C
Inkomende brine-temperatuur.
KOELING
-10(17)°C
Uitbreidingskaart. Temperatuur voor shuntkoeling (ingestelde temperatuur).
SUBSHUNT
23(17)°C
Uitbreidingskaart. Temperatuur voor sub-shunt (gewenste temperatuur). Optie.
STROOM
23(20)A
Uitbreidingskaart. Installatiestroom (hoofdzekering instellen). Optie.
10.2.3.5 Bedrijfstijd
34
WARMTEPOMP
Bedrijfstijd voor compressor
BV
Bedrijfstijd voor bijverwarming 3 kW (VL)
BIJVERWARM. 2
Bedrijfstijd voor bijverwarming gesteld 6 kW (VL)
TAPWATER
Bedrijfstijd voor tapwaterproductie door compressor.
KOELING
Totale tijd (actief en passief). Wordt weergegeven als koelingssensor is aangesloten.
KOELING A
Bedrijfstijd voor actieve koeling. Wordt weergegeven als koelingssensor is aangesloten en NODE >19.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.2.4 SERVICE Menu’s voor installatie en test. Bereikbaar door linker- en rechterknop gedurende 5 seconden ingedrukt te houden.
10.2.4.1 Tapwater Melding
Betekenis
START
Starttemperatuur voor tapwaterproductie. UIT = geen sensoralarm.
WWTIJD
Tijd toegewezen aan tapwater wanneer de vraag gedeeld wordt (minuten).
CVTIJD
Tijd toegewezen aan verwarming wanneer de vraag gedeeld wordt (minuten).
LEGIO. INTERVAL
Interval in dagen tussen doorverwarming. 1 = constant.
LEGIO. STOP
Doorverwarmingstemperatuur voor doorverwarming (VL).
10.2.4.2 Warmtepomp Instellingen voor de warmtepomp. INTEGRAAL A1
Startwaarde integraal voor warmtepomp.
HYST.
Geforceerde start van de warmtepomp. Integraal wordt A1.
MAX RETOUR
Stoptemperatuur bij hoge retour.
START INTERVAL
Minimale tijd tussen 2 starts van de warmtepomp (minuten).
ALARM BRINE
Alarmtemperatuur brinetemperatuur, zet de warmtepomp stop.
SHUNT KOELING
Shuntkleptemperatuur. Temperatuur om condensatie te voorkomen (op uitbreidingskaart).
VLOEISTOF LEIDING
Sensor voor test
DRUKLEIDING
Sensor voor drukleidingtemperatuur. De compressor stopt als de waarde tussen haakjes wordt bereikt.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
35
10.2.4.3 Bijverwarming Instellingen voor de bijverwarming.
36
Melding
Betekenis
INTEGRAAL
Startwaarde voor integraal + A1 voor bijverwarming (en 2° ondertemperatuur).
HYST.
Geforceerde start van bijverwarming. Integraal wordt A1+A2.
MAX STAP
Maximale stap voor bijverwarming. 0 = geen bijverwarming / 1 = 3 kW / 2 = 6 kW / 3 = 9kW
MAX. FLOW
Hoofdzekering in installatie. Geldt alleen als optionele kaart met stroombewaking is aangesloten.
SHUNTTIJD
Periodetijd shuntmotor. Geldt voor aangesloten shuntgroepen. Tijd geeft de minimumtijd tussen signalen.
WW STOP
Stoptemperatuur bij bedrijf BIJVERWARMING (VL).
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.2.4.4 Handmatige test Uitgangen testen. Melding
Betekenis
HANDMATIGE TEST 0
0 = uitgangen weergeven, 1 = overschakelen naar handmatig, 2 = handmatige temperatuurcontrole.
WARMTEPOMP
Warmtepomp starten. Start ook de brinepomp. Pomp kan niet worden gestart als er een alarm actief is.
BRINEPOMP
Uitgang voor brinepomp.
CIRC.POMP
Uitgang voor radiatorpomp.
VXV TAPWATER
Uitgang voor tapwater schakelklep.
BIJVERWARM. 3
Uitgang voor BV 3 kW (VL).
BIJVERWARM. 6
Uitgang voor BV 6 kW (VL).
BV
Uitgang voor ketel (D).
SHUNT 1
Uitgang voor shunt (D).
LEGIO. TAPWATER
Uitgang voor doorverwarmen (D).
ALARM
Uitgang voor extern alarm (uitbreidingskaart).
SHUNT KOELING
Uitgang voor shuntkoeling (uitbreidingskaart).
SUBSHUNT
Uitgang voor subshunt (uitbreidingskaart).
KOELING P
Uitgang voor relais, passieve koeling (uitbreidingskaart).
0–10 V
Uitgang 0-10 V (uitbreidingskaart).
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
37
10.2.4.5 Installatie 1A Instellingen bij installatie. Versienummer voor besturingskaart = 1. Versienummer voor display = A.
Melding
38
Betekenis
ENGELS
Gekozen taal
SERVICETIJD
1 = 60 keer snellere integraalberekening en startvertragingen.
FABRIEKSINSTELLING
Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen. R = Radiator, G = Vloer.
RESET WERKTIJDEN
Hiermee worden alle bedrijfstijden teruggezet op nul.
IJKSENSOR
De volgende sensors maken deel uit van de warmtepomp: BUITEN, AANVOER, RETOUR, TAPWATER, BRINE UIT en BRINE IN.
SYSTEEM
Selectie van systeemtype: VL of D, en met flowmonitor (F).
LOGTIJD
Tijd in minuten tussen het loggen van de temperatuurhistorie (indien geen alarm).
NODE 1
Wordt weergegeven als interface is aangesloten.
BRINETIJD AAN
Inschakelvertraging van brinepomp.
BRINETIJD UIT
Uitschakelvertraging van brinepomp.
DOORV.TIJD
Activeert 3 uur doorverwarming. AAN = actief (VL). Instelling: zie installatie 1 A.
DOORV.TIJD D
Tijd voor doorverwarming (D).
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.3 Het regelsysteem – mogelijke bedrijfsmodi In het menu “BEDRIJF” van de regelaar kunt u kiezen tussen de volgende vijf bedrijfsmodi: • BEDRIJF UIT: De installatie wordt volledig uitgeschakeld. Op de display van het bedieningspaneel wordt “BEDRIJF UIT” weergegeven. Let op: als de bedrijfsmodus “BEDRIJF UIT” voor langere periodes wordt gebruikt tijdens de winter, moet het water van het verwarmingssysteem in de installatie worden afgetapt, omdat er anders vorstschade kan ontstaan. • BEDRIJF AUTO: De warmtepomp en de bijverwarming worden automatisch geregeld door de regelaar. Op de display van het bedieningspaneel wordt “BEDRIJF AUTO” weergegeven. • BEDRIJF WARMTEPOMP: De regelaar wordt zo geregeld dat alleen de warmtepompeenheid (compressor) mag werken. Op de display van het bedieningspaneel wordt “BEDRIJF WARMTEPOMP” weergegeven. • BEDRIJF BIJVERWARMING: De regelaar laat alleen de bijverwarming werken. Deze bedrijfsmodus kan worden toegepast bij gebruik van een nieuwe installatie, als het bronsysteem nog niet bedrijfsklaar is. Op de display van het bedieningspaneel wordt “BEDRIJF BIJVERWARMING” weergegeven. • BEDRIJF TAPWATER: In deze modus produceert de warmtepomp alleen tapwater. Er gaat geen warmte naar het verwarmingssysteem. Op de display van het bedieningspaneel wordt “BEDRIJF TAPWATER” weergegeven. BV is actief bij doorverwarming. Zo wijzigt u de bedrijfsmodus: 1. Ga naar het startpunt door op de linkerknop te drukken totdat “KAMER” en “BEDRIJF” tegelijkertijd op de display worden weergegeven. 2. Druk één keer naar rechts voor het menu “BEDRIJF”. 3. Selecteer de nieuwe gewenste bedrijfsmodus met de knop omhoog of omlaag. 4. Bevestig uw keuze door één keer op de linkerknop te drukken.
Bedrijf UIT AUTO Warmtepomp Bijverwarming WW
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
39
10.4 Het verwarmingssysteem 10.4.1 “KAMER”-waarden afstellen U kunt de stooklijn, en daarmee ook de binnentemperatuur, ook beïnvloeden door de “KAMER”-waarde te wijzigen. Als de “KAMER”-waarde wordt gebruikt om de stooklijn van het systeem te beïnvloeden, wordt de stooklijn niet steiler of vlakker, zoals bij het wijzigen van de “STOOKLIJN”-waarde, maar wordt voor iedere graad dat de “KAMER”-waarde wordt gewijzigd de stooklijn in zijn geheel met 3°C verschoven. Dit heeft geen gevolgen voor het verband tussen de aanvoertemperatuur en de buitenluchttemperatuur. De aanvoertemperatuur wordt over de hele stooklijn met hetzelfde aantal graden verhoogd of verlaagd, d.w.z. dat de hele stooklijn stijgt of daalt zonder dat de helling van de stooklijn verandert. Gebruik deze methode voor het instellen van binnentemperaturen alleen voor tijdelijke verhogingen of verlagingen. Voor langetermijninstellingen moet de STOOKLIJN-waarde worden aangepast. Dat is namelijk qua energie en kosten de meest efficiënte manier om de stooklijn in te stellen (zie “”STOOKLIJN”waarde afstellen” op de volgende pagina). Af fabriek is de “KAMER”-waarde ingesteld op 20°C.
10.4.2 Zo wijzigt u de “KAMER”-waarde: 1. Ga naar het startpunt door op de linkerknop te drukken totdat “KAMER” en “BEDRIJF” tegelijkertijd op de display worden weergegeven.
KAMER BEDRIJF
20°C AUTO
2. Druk één keer op de knop omhoog of omlaag om de “KAMER”-waarde te openen en te wijzigen. 3. Verhoog of verlaag de “KAMER”-waarde met behulp van de knop omhoog of omlaag totdat u bij de gewenste kamertemperatuur komt. Druk enkele keren op de linkerknop om terug te gaan naar de bedrijfsmodus van de display.
40
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.5 Stooklijnen instellen 10.5.1 “STOOKLIJN”-waarde afstellen De stooklijn kan worden afgesteld door de “STOOKLIJN”-waarde af te stellen. De “STOOKLIJN”-waarde geeft de aanvoertemperatuur naar de radiatoren aan bij een buitentemperatuur van 0°C. Bij een buitenluchttemperatuur onder 0°C wordt het water dat naar de radiatoren wordt gestuurd warmer dan 40°C, en bij buitentemperaturen boven 0°C wordt het water kouder dan 40°C. Als u de “STOOKLIJN”-waarde verhoogt, wordt de stooklijn steiler en als u de waarde verlaagt, wordt deze vlakker. Dit is qua energie en kosten de meest efficiënte manier om de binnentemperatuur in te stellen. Gebruik hem daarom voor temperatuurinstellingen voor de lange termijn. Als u de temperatuur tijdelijk wilt veranderen, kunt u gewoon de “KAMER”-waarde wijzigen (zie “”KAMER”-waarden afstellen” op de vorige pagina). De fabrieksinstelling van de waarde is 40°C bij een buitenluchttemperatuur van 0°C. De waarde kan worden ingesteld tussen 22°C en 56°C.
10.5.2 Zo wijzigt u de “STOOKLIJN”-waarde: 1. Ga naar het startpunt door op de linkerknop te drukken totdat “KAMER” en “BEDRIJF” tegelijkertijd op de display worden weergegeven. 2. Druk twee keer op de rechterknop om naar het menu “STOOKLIJN” te gaan. 3. Druk één keer op de knop omhoog of omlaag om het “STOOKLIJN”-menu te openen. 4. Verhoog of verlaag de “STOOKLIJN”-waarde met de knop omhoog of omlaag. 5. Bevestig uw keuze door op de linkerknop te drukken.
STOOKLIJN STOOKLIJN STOOKLIJN MIN. STOOKLIJN MAX. STOOKLIJN 5 STOOKLIJN 0 STOOKLIJN -5 CVSTOP
40°C 22°C 70°C 0°C 0°C 0°C 17°C
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
41
10.6 Maximale retourtemperatuur voor het verwarmingssysteem De maximale retourtemperatuur is af fabriek ingesteld op 48°C. Deze waarde moet voor iedere installatie afzonderlijk worden ingesteld. Voor het programmeren van een nieuwe waarde moet de warmtepomp stabiel werken met het verwarmingssysteem. De waarde voor de maximale retourtemperatuur wordt gewijzigd in het “Servicemenu” onder “WP”. • Neem het verschil tussen de huidige waarden van de aanvoerleiding en de retourleiding, in dit geval 36-30 = 6. • Trek deze waarde af van 55°C (maximaal toegestane aanvoertemperatuur), d.w.z. 55-6 = 49. • Stel de nieuwe waarde van 49°C in het “Servicemenu” onder “WP” in.
10.7 Kamerfactor afstellen De kamerfactor wordt alleen weergegeven als er een kamertemperatuursensor geïnstalleerd is. De kamerfactor beïnvloedt de stooklijn en kan worden ingesteld tussen 0 (= geen effect) en 4 (= maximaal effect). Voor vloerverwarming raden we een instelling tussen 1-3 aan en voor radiatorverwarming tussen 2-4. De instelling wordt verricht in het menu “Stooklijn” en heet “KAMERFACTOR”.
42
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
10.7.1 Werkingscondities koeling Het omschakelpunt tussen CV-bedrijf en koelbedrijf wordt ingesteld met de parameter CVSTOP. Dit betekent dat de warmtepomp in CV-modus werkt als de buitentemperatuur lager is dan de CVSTOP, en dat de pomp in koelmodus werkt als de buitentemperatuur hoger is dan de CVSTOP. De standaardwaarde voor CVSTOP is 17°C, maar deze waarde kan worden aangepast. De temperatuur die tijdens koelingsbedrijf nodig is in het systeem wordt ingesteld met de parameter Shuntkoeling (onder het menu WP in het servicemenu). In het menu Temperatuur kan de temperatuur worden afgelezen maar niet gewijzigd. LET OP! De warmtepomp moet in de stand AUTO staan wilt u de koeling kunnen inschakelen.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
43
10.8 Verwarmen van tapwater De watertemperatuur van de boiler wordt geregeld door de regelpressostaat en kan niet worden bijgesteld.
10.8.1 De tapwatertemperatuur aflezen Zo kunt u de huidige tapwatertemperatuur op de display laten weergeven: 1. Ga naar het startpunt door op de linkerknop te drukken totdat “KAMER” en “BEDRIJF” tegelijkertijd op de display worden weergegeven. 2. Druk drie keer op de rechterknop om bij het menu “TEMPERATUUR” te komen. 3. Druk één keer op de knop omhoog of omlaag om het menu “TEMPERATUUR” te openen. 4. Blader naar de functie “Tapwater” met de rechterknop 5. Druk op de linkerknop om terug te gaan naar het startpunt. De waarde die in het menu “TAPWATER” wordt weergegeven, is de huidige tapwatertemperatuur. De startwaarde voor de tapwaterproductie wordt tussen haakjes weergegeven. Als de tapwatertemperatuur onder de startwaarde zakt, zal er opnieuw tapwater worden aangemaakt.
44
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
TEMPERATUUR BUITEN INTEGRAAL AANVOER RETOUR WW BRINE UIT BRINE IN
-20°C -660 41(70)°C 38(48)°C 55(44)°C -7°C -4°C
11
Problemen oplossen
Alarm Probeer bij een storingsmelding de installatie met de veiligheidsschakelaar van de installatie opnieuw op te starten. Als het opnieuw opstarten van de warmtepomp niet helpt, kunt u proberen om het probleem te verhelpen aan de hand van de onderstaande Tabel.
Melding
Gebeurtenis
SENSORFOUT
Buitensensor: 0°C wordt weergegeven (knippert) in het menu voor buitentemperatuur en wordt gebruikt voor de berekening van de ingestelde temperatuur op de aanvoerleiding. Aanvoersensor: De regelaar in de UIT-stand en de circulatiepomp voor het verwarmingssysteem is in bedrijf. Retoursensor: De retourtemperatuur wordt als volgt berekend: aanvoertemp. -5°C (-15°C twee minuten na aanvang tapwaterproductie). Tapwatersensor: Geen tapwaterproductie. Kamersensor: De huidige kamertemperatuur wordt niet weergegeven. 20°C wordt gebruikt voor de berekening van de ingestelde aanvoertemperatuur.
ALARM RESET
Aarmsignalen worden gereset door de schakelaar uit te zetten of door de regelaar over te zetten naar UIT/Stand-by. Als het alarm wordt geactiveerd, wordt de grafische temperatuurweergave vergrendeld om het oplossen van problemen te vergemakkelijken. Als de regelaar op “UIT/Stand-by” wordt gezet, start de grafische temperatuurweergave weer.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
45
Problemen oplossen – alarm (vervolg)
46
Melding
Betekenis
Oorzaak
Actie
FOUT LAGEDRUK
Druk is te laag – De compressor wordt uitgeschakeld en er wordt geen tapwater geproduceerd.
Niet genoeg antivries in het bronsysteem. Lucht in het bronsysteem. Filter verstopt in het bronsysteem.
Bijvullen met bron met het juiste percentage antivries, en ontluchten via de veiligheidsklep op het bronreservoir. Controleer en reinig het filter indien nodig.
Brinepomp is gestopt of draait te langzaam.
Meet het temperatuurverschil tussen de ingaande en uitgaande bron. Het verschil moet rond 3-5°C bedragen.
IJsvorming in het bronsysteem.
Meet het percentage antivries, wacht tot het ijs smelt; hierdoor kan de lagedrukmeter het elektrisch circuit niet sluiten.
Bronsysteem onvoldoende gevuld of er is lekkage.
Tap af en zoek het lek; vul vervolgens met nieuw koudemiddel. Niet opnieuw vullen met gebruikte bron.
Verstopt of verzadigd droogfilter in broncircuit.
Meet het temperatuurverschil – maximale waarde 2°C.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Problemen oplossen – alarm (vervolg) Melding
Betekenis
Oorzaak
Actie
FOUT HOGEDRUK
Druk is te hoog – De compressor wordt uitgeschakeld en er wordt geen tapwater geproduceerd.
Radiator- of vloerverwarmingsthermostaten zijn onvoldoende open gedraaid. Lucht in het verwarmingssysteem. Verstopt filter in verwarmingssysteem, met name in warmtepompretourleiding.
Draai de radiator of de vloerverwarmingsthermostaat open. Vul het verwarmingssysteem bij en ontlucht het. Meet het temperatuurverschil tussen de aanvoer- en retourleidingen van de warmtepomp.
Koudemiddelcircuit overvuld.
Tap het koudemiddelcircuit af en vul het volgens instructies met nieuw koudemiddel.
Warmptepomp is gestopt of draait te langzaam.
Controleer de warmtepomp.
Motorbeveiliging is geactiveerd (overstroomrelais voor compressor). De compressor stopt en er wordt geen tapwater aangemaakt.
Faseverlies of stop doorgeslagen.
Controleer de stoppen en de kabelaansluitingen (stroomtoevoer naar compressor)
Maak de elektrische aansluitingen los.
Controleer de elektrische aansluitingen.
Netspanning te laag.
Meet het voltage op de elektrische aansluitingen van de warmtepomp.
Compressor draait in de verkeerde richting, er wordt geen tapwater geproduceerd.
Onjuiste fasevolgorde voor compressor.
Wijzig de fasevolgorde door twee fases over te schakelen (bij de terminals van de stroomtoevoer).
MOTOR P FOUT
FOUT FASE SEQ.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
47
12
Fabrieksinstellingen in de regelaar van de warmtepomp
Parameter
Fabrieksinstelling
Min.
Max.
KAMER
20°C
10°C
30°C
BEDRIJF
AUTO (UIT wanneer afgeleverd)
STOOKLIJN STOOKLIJN
40°C (Vloer=30°C)
22°C
56°C
MIN.
10°C
10°C
50°C
MAX.
55°C (Vloer=45°C)
40°C
70°C
STOOKLIJN 5
0°C
-5°C
5°C
STOOKLIJN 0
0°C
-5°C
5°C
STOOKLIJN -5
0°C
-5°C
5°C
CVSTOP
17°C
0°C
40°C, UIT
DALING
3°C
1°C
10°C
2
0
4
STOOKLIJN2
40°C
22°C
56°C
MIN2
10°C
10°C
40°C
MAX2
55°C
30°C
70°C
KAMERFACTOR STOOKLIJN 2 Alleen wanneer uitbreidingskaart is geïnstalleerd
48
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Fabrieksinstellingen in de regelaar van de warmtepomp (vervolg) Parameter
Fabrieksinstelling
Min.
Max.
TAPWATER START
44°C
UIT, 30
46
WWTIJD
20 MIN.
5 MIN.
40 MIN.
CVTIJD
40 MIN.
20 MIN.
5 MIN.
LEGIO. INTERVAL
14 D
UIT, 1
90
LEGIO. STOP
65°C
50°C
65°C
WARMTEPOMP INTEGRAAL (A1)
60
5
99
HYSTERESE
7°C
1°C
15°C
MAX. RETOUR
48°C
30°C
55°C
START INTERVAL
20 M
1M
30 M
ALARM BRINE
UIT
UIT, -14
10
16°C
0°C
30°C
DRUKLEIDING
120
100
180
BUITEN STOP
-40 (=UIT)
-40
-1
SHUNT KOELING
BV INTEGRAAL (A2)
600
50
990
HYSTERESE
15°C
5°C
30°C
2
UIT, 1
3
20 A
16 A
35 A
MAX. STAP MAX. STROOM SHUNTTIJD
60 S
30 S
99 S
WW STOP
65°C
50°C
65°C
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
49
Fabrieksinstellingen in de regelaar van de warmtepomp (vervolg) Parameter
Fabrieksinstelling
Min.
Max.
BUITEN
0°C
-5°C
5°C
AANVOER
0°C
-5°C
5°C
RETOUR
0°C
-5°C
5°C
WW
0°C
-5°C
5°C
BRINE UIT
0°C
-5°C
5°C
BRINE IN
0°C
-5°C
5°C
SYSTEEM
VL
LOGTIJD
1 MIN.
1 MIN.
60 MIN.
1
0
30
BRINETIJD AAN
30 S
10 S
600 S
BRINETIJD UIT
600 S
IJKSENSOR
NODE
50
30 S
10 S
LEGIO. TIJD
UIT
UIT
AAN
LEGIO. TIJD D
1H
1H
10 H
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
13
Koudemiddel
Het koelsysteem (koudemiddelcircuit) van de warmtepomp wordt gevuld met koudemiddel R407C/R134a. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen alleen worden uitgevoerd door iemand met een STEK diploma! Brandgevaar R407C/134a is onder normale omstandigheden niet ontvlambaar of explosief. Toxiciteit Bij normaal gebruik en onder normale omstandigheden heeft het koudemiddel een lage toxiciteit. Hoewel de toxiciteit van het koudemiddel laag is, bestaat wel de kans op letsel (zelfs dodelijk) onder abnormale omstandigheden of bij opzettelijk misbruik. Koudemiddeldampen zijn vele malen zwaarder dan lucht en in afgesloten ruimtes, bijvoorbeeld onder het deurniveau of bij lekkage, kunnen grote concentraties optreden met verstikkingsgevaar als gevolg van een gebrek aan zuurstof. Ruimtes waarin zich zware dampen kunnen verzamelen en de lucht kunnen verzadigen moeten om die reden goed worden geventileerd. Als koudemiddel wordt blootgesteld aan een open vlam, komt een giftig, irriterend gas vrij. Het gas kan via de geur worden opgespoord voordat de maximaal toegestane niveaus worden bereikt. Evacueer de ruimte totdat deze in voldoende mate is gelucht. Personen met vergiftigingssymptomen door de damp moeten direct naar de frisse lucht gaan of ernaartoe worden gebracht. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit Bij reparatiewerkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mag het koudemiddel niet uit de warmtepomp ontsnappen, maar moet dit worden vernietigd bij een gespecialiseerd bedrijf. Het aftappen en bijvullen mag alleen worden gedaan met nieuw koudemiddel (zie voor de hoeveelheid koudemiddel het machineplaatje) via de servicekleppen. Als wordt bijgevuld met ander koudemiddel dan R407C/134a komen alle garanties van Thermia Värme AB te vervallen, tenzij het nieuwe koudemiddel schriftelijk is aanbevolen als een goedgekeurd vervangend middel bij andere herstelwerkzaamheden. Afvoeren Als de warmtepomp moet worden afgevoerd, moet het koudemiddel worden afgetapt om te worden vernietigd. Volg de lokale bepalingen voor de behandeling van koudemiddelen.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
51
14
Technische specificatie
LET OP! Hoewel R407C/R134a een chloorvrij en milieuvriendelijk koudemiddel is zonder gevolgen voor de ozonlaag, mogen de procedures alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
Warmtepomp, type: Koudemiddel
Compressor Elektrische gegevens
- type
Nominale flow
Comfort 10
R407C
R407C
kg
1,1
1,25
1,6
- testdruk
MPa
3,2
3,2
3,2
- berekende druk
Mpa
2,9
2,9
2,9
- type
Scroll
Scroll
Scroll
- olietype
Ester
Ester
Ester
Elektrische aansluiting
volt
400V 3-N
400V 3-N
400V 3-N
Nominaal uitgangsvermogen, compressor
kW
2
3,6
5,02/8,03/11,04
2,3 5,32/8,33/11,34
6,62/9,63/12,64
Elektrisch verwarmingselement
kW
3/6/9
3/6/9
3/6/9
Startstroom LRA
A
14
25
29
Zekering
A
102/163/204
162/163/204
162/163/204
Gespecificeerd vermogen 1)
kW
5,78 / 5,52
8,13 / 7,73
9,54 / 9,24
Verwarmingsfactor 1)
COP
4,2 / 3,1
4,6/ 3,4
4,4/ 3,3
- Bron
liter/sec 0,31
0,47
0,57
- Warmtedrager
liter/sec 0,13
0,19
0,22
kPa
31
33
32
- Warmtedrager 5)
kPa
43
39
34
- Bron in
°C
20 / -10
20 / -10
20 / -10
- Warmtedrager
°C
55 / 20
55 / 20
55 / 20
Boilervolume
liter
180
180
180
Gewicht (excl. verpakking)
kg
210
215
225
Externe beschikbare druk 5) - Bron 5) Max./min. temperaturen
Comfort 8
R407C
- hoeveelheid
Nominaal uitgangsvermogen Compressor +BV kW
Nominaal vermogen
Comfort 6
1) Volgens EN 255 tijdens bron in/warmteoverdrachtvloeistof uit 0/35°C en 0/50°C excl. circ. pompen. 2) Warmtepomp met bijverwarming van 3kW. 3) Warmtepomp met 6 kW bijverwarming. 4) Warmtepomp met 9 kW bijverwarming. 5) De druk die niet mag worden overschreden buiten de warmtepomp zonder onder de nominale flow te zakken. x,x = de waarden die niet beschikbaar waren bij het ter perse gaan
52
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
LET OP! Hoewel R407C/R134a een chloorvrij en milieuvriendelijk koudemiddel is zonder gevolgen voor de ozonlaag, mogen de procedures alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
Technische specificatie, vervolg
Warmtepomp, type: Koudemiddel
Compressor Elektrische gegevens
- type
Externe beschikbare druk 5) Max./min. temperaturen
Comfort 7H
R134a
R134a
kg
x,xx
x,xx
x,xx
- testdruk
MPa
3,2
3,2
3,2
- berekende druk
Mpa
2,9
2,9
2,9
- type
Scroll
Scroll
Scroll
- olietype
Ester
Ester
Ester
400V 3-N
400V 3-N
400V 3-N
2,0 82/113/144
2,3 82/113/144
3,6 82/113/144
Elektrische aansluiting
volt
Nominaal uitgangsvermogen Compressor+BV kW
Nominale flow
Comfort 5H
R134a
- hoeveelheid
Nominaal uitgangsvermogen, compressor kW
Nominaal vermogen
Comfort 4H
Elektrisch verwarmingselement
kW
3/6/9
3/6/9
3/6/9
Startstroom LRA
A
14
25
29
Zekering
A
162/203/254
162/203/254
162/203/254
Gespecificeerd vermogen 1)
kW
15,1 / 13,8
15,1 / 13,8
15,1 / 13,8
Verwarmingsfactor 1)
COP
4,1/ 2,9
4,1/ 2,9
4,1/ 2,9
- Bron
liter/sec 0,19
0,27
0,32
- Warmtedrager
liter/sec 0,08
0,11
0,15
- Bron 5)
kPa
49,1
44,7
53,8
- Warmtedrager 5)
kPa
62,5
61,1
58,3
- Bron in
°C
20 / -10
20 / -10
20 / -10
- Warmtedrager
°C
55 / 20
55 / 20
55 / 20
Boilervolume
liter
180
180
180
Gewicht (excl. verpakking)
kg
210
210
210
1) Volgens EN 255 tijdens bron in/warmteoverdrachtvloeistof uit 0/35°C en 0/50°C excl. circ. pompen. 2) Warmtepomp met bijverwarming van 3kW. 3) Warmtepomp met 6 kW bijverwarming. 4) Warmtepomp met 9 kW bijverwarming. 5) De druk die niet mag worden overschreden buiten de warmtepomp zonder onder de nominale flow te zakken. x,x = de waarden die niet beschikbaar waren bij het ter perse gaan
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
53
15
Gebruikersmenu
54
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
BEDR.TIJD WARMTEPOMP
D WW.P.=1 GEEN WARMTEVRAAG
BEDR.TIJD -druk op +
TEMPERATUUR -druk op +
of
Submenu selecteren Waarde wijzigen
BUITEN INTEGRAAL
Submenu selecteren Waarde wijzigen
of
STOOKLIJN 2 STOOKLIJN 2 STOOKLIJN 2 -druk op +
of
Submenu selecteren Waarde wijzigen
Menu STOOKLIJN 2 wordt alleen weergegeven als er koeling is geïnstalleerd.
STOOKLIJN -druk op +
BEDRIJF AUTO
of
STOOKLIJN Stooklijn
Submenu selecteren Waarde wijzigen
BEDRIJF AUTO
Bedrijfsmodus wijzigen of
KAMER BEDRIJF
Uitgangspositie = ca. 10 maal
of
TEMPERATUUR KAMER
KAMER waarde wijzigen
Er zijn 6 klantmenu’s. Gebruik de pijlknoppen links of rechts om door de menu’s te bladeren. Sommige menu’s hebben submenu’s. Gebruik de pijlknoppen links of rechts om door de menu’s te bladeren. De menu’s en submenu’s (een submenu wordt aangeven door “-druk op +”) worden geopend voor afstellen of weergeven door op de plus- of minknoppen te drukken. Druk op de pijlknoppen rechts of links om een nieuwe waarde te bevestigen of om de nieuwe installatie over te nemen. Alle menu’s en het eerste submenu worden weergegeven in het gebruikersmenu. Alle menu’s en submenu’s worden weergegeven op de volgende pagina.
Gebruikersmenu (vervolg)
KAMER TEMPERATUUR KAMER
BEDRIJF.TIJD -druk op + WP BIJVERWARMING BIJVERWARMING 2 WW KOELING KOELING ACTIEF
BEDRIJF UIT Auto WP BIJVERWARMING WW
D WW.P = 1 GEEN WARMTEVRAAG
STOOKLIJN -druk op + STOOKLIJN STOOKLIJN STOOKLIJN STOOKLIJN STOOKLIJN STOOKLIJN CVSTOP
MIN. MAX. 5 0 -5
TEMPERATUUR -druk op + BUITEN INTEGRAAL AANVOER RETOUR WW BRINE UIT BRINE IN
STOOKLIJN -druk op + STOOKLIJN 1 MIN. MAX.
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
55
56 Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001 CALIBRATIE KALIBRERING --druk tryck op plus+
INSTALLATIE INSTALLATION - tryck op plus+ -druk
of eller
of eller
of eller
eller of
START
KALIBRERING CALIBRATIE Ute Uit
Välj undermeny Submenu selecteren Ändra värde Waarde wijzigen
INSTALLATION INSTALLATIE SVENSKA NEDERLANDS
Välj undermeny Submenu selecteren Ändra värde Waarde wijzigen
1
MANUELL TEST HANDMATIGE TEST
för handmatige att öppna manuell test 11 om test te openen för handmatige att lämna manuell test 00 om test te sluiten
BIJVERWARMING TILLSATS Integral A2A2 Integraal
Waarde wijzigen Ändra värde
Submenu selecteren Välj undermeny
WP VÄ RMEPUMP Integraal A2A1 INTEGRAL
Submenu selecteren Välj undermeny Waarde wijzigen Ändra värde
TAPWATER START VARMVATTEN
MANUELL TESTTEST HANDMATIGE VÄRMEPUMP WARMTEPOMP
Välj test 1 = test instellen 1 = set test resetten 00==settest tillbaka test
Test selecteren
Er zijn 6 servicemenu’s. Gebruik de pijlknoppen links of rechts om door de menu’s te bladeren. Sommige menu’s hebben submenu’s. Gebruik de pijlknoppen links of rechts om door de menu’s te bladeren. De menu’s en submenu’s (een submenu wordt aangeven door “-druk op +”) worden geopend voor afstellen of weergeven door op de plus- of minknoppen te drukken. Druk op de pijlknoppen rechts of links om een nieuwe waarde te bevestigen of om de nieuwe installatie over te nemen. Alle menu’s en het eerste submenu worden weergegeven in het gebruikersmenu. Alle menu’s en submenu’s worden weergegeven op de volgende pagina.
MANUELL TESTTEST HANDMATIGE - tryck op plus+ -druk
BIJV. TILLSATS -druk - tryckop plus+
WARMTEPOMP VÄ RMEPUMP -druk - tryckop plus+
eller of
eller of
Submenu Välj undermeny selecteren Ändra värde Waarde wijzigen
Druk gelijktijdig op de pijlen naar links en rechts om het servicemenu te openen. Gedurende één seconde wordt “SERVICE” weergegeven. Vervolgens wordt “WW” als eerste menu weergegeven.
WW VARMVATTEN -druk - tryckop plus+
DRIFT
KAMER BEDRIJF RUM
16 Servicemenu
Gebruikersmenu (vervolg)
WW -druk op + START TIJD CVTIJD LEGIO. INTERVAL LEGIO. STOP INSTALLATIE -druk op + NEDERLANDS SERVICETIJD FABRIEKSINSTELLING RESET BEDRIJF.TIJD SYSTEEM VL NODE BRINETIJD AAN BRINETIJD UIT LEGIO. UIT LEGIO. TIJD D ALARM EXT
WP -druk op + INTEGRAAL A1 HYSTERESIS MAX RETOUR START INTERVAL ALARM BRINE SHUNT KOELING DRUKLEIDING BUITEN STOP CALIBRATIE -druk op + BUITEN AANVOER RETOUR WW BRINE UIT BRINE IN
BIJVERWARMING -druk op + INTEGRAAL A2 HYSTERESIS MAX. STAP MAX. FLOW SHUNTTIJD WW STOP HANDMATIGE TEST -druk op + HANDMATIGE TEST WP BRINEPOMP CIRC.POMP VXV TAPWATER WW BIJVERWARMING 3 BIJVERWARMING 6 BIJVERWARMING SHUNT 1 LEGIO. WW ALARM SHUNT KOELING SHUNTGROEP
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
57
Installatie en operationele start uitgevoerd door: Zorg er als gebruiker a.u.b. voor dat de installateur de volgende informatie invult om het onderhoud te vergemakkelijken.
INSTALLATIE LEIDINGWERK Datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
ELEKTRISCHE INSTALLATIE Datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
AFSTELLING SYSTEEM
58
Datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Thermia Comfort Installatiehandleiding 9680-53759001
Als deze aanwijzingen niet worden gevolgd bij de installatie, de bediening en het onderhoud, kunnen Thermia Värme AB en Redenko B.V. uit hoofde van de geldende garantie niet langer aansprakelijk worden gesteld.
Thermia Värme AB • Box 950 • SE-671 29 Arvika • Zweden www.thermia.com
9680-53759001