een lastig parcours Hindernissen bij de éénmalige
Breed Platform Verzekerden en Werk
AStri
1060 CA Amsterdam
2312 AV Leiden
Postbus 67007
020 - 4 800 333 www.bpv.nl · ·
Stationsweg 26 071 - 512 49 03
Drs. Cathelijne van der Burg, AStri Drs. Jannie Komduur, BPV&W
© December 2005. Breed Platform Verzekerden & Werk in samenwerking met AStri.
Themarapport: herbeoordeling en reïntegratie
herbeoordeling en reïntegratie
Inhoudsopgave 1
1.1
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
5
Inleiding
9
Achtergrond en vraagstelling van de themarapportage
1.2 Het kader voor de studie
9 9
1.3 Indeling rapportage
10
2
11
Algemene signaleringen bij de Helpdesk
2.1 Inleiding
11
2.2 Aard van de binnengekomen telefoontjes
11
2.2.2 Klachten naar aanleiding van herbeoordelingen
12
2.2.1 Informatieverzoeken over herbeoordelingen
11
2.3 Korte schets van de bellers
13
3
14
Ervaringen met herbeoordelingen
3.1 Inleiding
14
3.2 Ontvangen informatie van het UWV
14
3.4 Uitslag van de herbeoordeling
21
3.3 Beleving van de herbeoordeling
15
3.5 Conclusie
23
4
24
Ervaringen met reïntegratie
4.1 Inleiding
4.2 Kansen en mogelijkheden tot werkhervatting of -uitbreiding 4.3 Begeleiding bij werkhervatting of -uitbreiding 4.4 Informatievoorziening bij reïntegratie 4.5 Verloop van de reïntegratie
24 24
27 29 30
4.6 Conclusie
31
5 Beschouwing
32
3·
e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting
Vanaf oktober 2004 voert het UWV de eenmalige herbeoordelingsoperatie uit. Hierbij worden veel mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering opnieuw beoordeeld aan de hand van de strengere keuringsregels van
het aangepaste Schattingsbesluit. Dit heeft veel onrust veroorzaakt bij
de betrokken arbeidsongeschikten. De Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk (BPV&W) krijgt veel vragen binnen over deze herbeoordelingen en de gevolgen hiervan.
De telefoontjes, e-mails en brieven die bij de Helpdesk hierover zijn bin-
nenkomen, zijn allemaal geregistreerd. In de periode van januari tot en met september 2005 betroffen dit 989 meldingen, die we geanalyseerd hebben. Daarnaast hebben we 23 herbeoordeelden teruggebeld die afgeschatB zijn, met vragen over het verloop van de reïntegratie. Al deze gegevens uit de
praktijk zijn getoetst aan de eerste twee doelstellingen van de Wet SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen): 1.
2.
Werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid Een op werk afgestemde klantgerichte dienstverlening
Bekeken is wat de ervaringen van de arbeidsongeschikten die een
eenmalige herbeoordeling krijgen, leren over de mate waarin deze SUWIdoelstellingen inmiddels gerealiseerd zijn.
Veel vragen over herbeoordeling, ondanks informatie van het UWV
Bellers stellen vragen aan de Helpdesk over wat ze kunnen verwachten bij de herbeoordeling van hun arbeidsongeschiktheid, welke rechten ze hebben en hoe de herbeoordeling zal verlopen. Het UWV stuurt betrokkenen
informatie over het verloop van de herbeoordelingen, maar deze informatie blijkt onvoldoende om alle vragen te beantwoorden. Van degenen die een oproep ontvangen hebben of die reeds te maken hebben gehad met een herbeoordeling, vindt 45% dat ze vooraf geen goede informatie van het
UWV hebben gehad over de herbeoordeling en het traject daarna. De informatie die men van het UWV krijgt, lijkt voor de bellers niet altijd goed te
begrijpen of onvoldoende door te dringen. Sommige bellers vinden ook dat ze onvoldoende tijd van het UWV hebben gekregen om zich voor te berei-
den op de herbeoordeling; soms zitten er slechts enkele dagen, of zelfs een
dag, tussen de oproep en de herbeoordeling en is verplaatsen niet mogelijk. Veel onrust en onzekerheid
Bij bellers die een oproep voor de herbeoordeling hebben gehad, maar ook bij degenen die deze nog niet hebben gehad, bestaat veel onrust en onzekerheid. Niet alleen over de herbeoordeling zelf, maar zeker ook over de te verwachten uitslag en de (financiële) gevolgen daarvan. Herbeoordeling vaak als ‘kort door de bocht’ ervaren
Van de bellers die reeds zijn herbeoordeeld, vindt 56% dat de herkeuring
niet zorgvuldig is uitgevoerd. De herkeuring wordt door veel bellers als ‘kort 1. Dat wil zeggen: minder arbeidsongeschikt of geheel arbeidsgeschikt verklaard zijn.
door de bocht’ ervaren. Een aantal bellers voelt zich onheus bejegend door de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige. Zij voelen zich niet serieus 5·
e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
genomen of zelfs vernederd of geïntimideerd. Andere bellers komen met vragen of klachten die erop wijzen dat de communicatie van de verzeke-
ringsarts en arbeidsdeskundige duidelijker kan. Mensen krijgen weinig uitleg over de gang van zaken of dit wordt in een te ingewikkelde terminolo-
gie uitgelegd. Ook na de uitslag van de herbeoordeling blijven veel mensen met vragen zitten, met name over de financiële gevolgen.
Ondersteuning en informatievoorziening bij reïntegratie kan beter
De bellers die na de herbeoordeling minder arbeidsongeschikt verklaard
werden (en dus hun uitkering geheel of gedeeltelijk verloren), zijn over het
algemeen uitgesproken pessimistisch over hun kansen op de arbeidsmarkt. Ook diegenen die nog een dienstverband met hun werkgever hebben,
zijn niet erg optimistisch over werkhervatting of -uitbreiding. Vanuit een situatie van vaak jarenlange arbeidsongeschiktheid is de omschakeling
naar werk zoeken groot. Bellers vinden dat ze weinig begeleiding en steun
vanuit het UWV krijgen tijdens het reïntegratietraject. Of ze vinden de kwaliteit van het traject niet goed, omdat het aangeboden reïntegratietraject
onvoldoende toegesneden is op hun situatie, omdat een scholing of cursus
niet mogelijk blijkt of omdat de verwachte bemiddeling naar een baan achterwege blijft.
De informatievoorziening over reïntegratie schiet tekort. Informatie over de eigen specifieke situatie is moeilijk te krijgen. Informatie over de mogelijk-
heden om zelf de reïntegratie op te pakken en vorm te geven, zoals over de IRO (individuele reïntegratieovereenkomst), wordt niet altijd vanzelfsprekend aangereikt.
Bellers van Helpdesk staan niet alleen
Wanneer de signalen van de bellers van de Helpdesk worden afgezet tegen hetgeen uit andere rapportages bekend is over de ervaringen van (herbe-
oordeelde) cliënten van het UWV in het algemeen, dan valt op dat de groep die tevreden is met de dienstverlening en die vertrouwen heeft in reïntegratie zich niet meldt bij de Helpdesk. Onder meer klanttevredenheids-
onderzoek van het UWV laat zien dat minstens een derde van de cliënten
niet tevreden is. Zij hebben behoefte aan betere informatie, aan een betere behandeling door de verzekeringsarts en aan reïntegratie die op hun maat gesneden is. Deze groep belt wel met de Helpdesk. De signalen die zij afge-
ven komen overeen met de signalen die uit andere rapportages naar voren komen. Doordat bellers hun hele verhaal doen ontstaat zicht op de samenhang van de knelpunten en de gevolgen die dit heeft op de verschillende
terreinen van hun leven. De knelpunten blijken niet zelden in samenhang voor te komen. Onduidelijke informatie en slechte bejegening gaan vaak
hand in hand en een gebrek aan (passende) reïntegratie is daar maar al te vaak het logische vervolg op.
Conclusies
In deze rapportage hebben we de eerste twee doelstellingen van de Wet
SUWI naast de eenmalige herbeoordelingsoperatie gelegd. Hieruit volgen onderstaande conclusies.
6 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
1. •
Een op werk afgestemde klantgerichte dienstverlening.
Deze doelstelling bevat twee elementen van de dienstverlening: ‘op
werk afgestemd’ en ‘klantgericht’. Voor beide elementen geldt dat de gegevens van de Helpdesk laten zien dat er nog het nodige te verbeteren valt. •
Voorafgaand aan de herbeoordeling geeft het UWV de arbeidsonge-
schikten informatie. Toch blijkt deze informatie niet altijd aan te komen
(letterlijk danwel figuurlijk). Men beseft niet altijd de informatie te hebben gekregen, de verstrekte informatie blijft niet hangen of wordt niet begre-
pen. Uit de grote hoeveelheid vragen die bij de Helpdesk binnenkomt, blijkt dat bellers vaak (ondanks de UWV-informatie) onvoldoende op de hoogte zijn van het verloop van de herbeoordeling en hun rechten en plichten daarbij. •
De uitvoering van de herkeuring zelf biedt verschillende aanknopings-
punten om de dienstverlening klantgerichter te maken. De herkeuring
wordt door veel bellers als ‘kort door de bocht’ ervaren. Medische gegevens worden onvoldoende geraadpleegd of mensen ervaren het lichamelijk
onderzoek als erg summier. Soms hebben mensen het gevoel dat ze al bij voorbaat, dus op grond van hun dossier, zijn goedgekeurd. Bellers voelen
zich niet serieus genomen door de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige of zelfs vernederd of geïntimideerd. •
Onder klantgerichte dienstverlening valt ook het geven van voldoende
voorbereidingstijd. Sommige bellers vinden dat ze onvoldoende tijd hebben gekregen om zich voor te bereiden op de herbeoordeling. Sommigen hebben de oproep voor de herbeoordeling pas enkele dagen van tevoren gekregen, waardoor ze zich onvoldoende hebben kunnen voorbereiden.
Volgens het UWV staat er een periode van twee weken tussen de oproep en het gesprek met de verzekeringsarts en kan de klant het UWV hier op
aanspreken. In de praktijk lukt het mensen die op korte termijn opgeroepen zijn, niet om de afspraak te verzetten. •
Voor zover herbeoordeelden al bezig zijn met reïntegratie, zeggen
ze soms onvoldoende informatie te krijgen van het UWV over de reïnte-
gratiemogelijkheden en wat er komt kijken bij de reïntegratie. Algemene
informatie is wel beschikbaar, maar antwoorden op specifieke vragen zijn moeilijk te krijgen. Enkele bellers naar de Helpdesk, die met een IRO een reïntegratietraject gestart zijn, gaven aan dat ze van het UWV zelf geen informatie over de IRO hebben gekregen. •
Sommige mensen vinden dat ze weinig begeleiding en steun vanuit
het UWV krijgen tijdens het reïntegratietraject. Andere mensen hadden
meer verwacht van het aangeboden reïntegratietraject, bijvoorbeeld omdat dit niet meer dan een sollicitatietraining blijkt te behelzen, terwijl ze daar geen behoefte aan hebben.
2. •
Werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid. De periode januari-september 2005 is nog wat kort om al veel over
werkhervatting of -uitbreiding te kunnen zeggen; het betreft de start van
de herbeoordelingsoperatie. Veel vragen die bij de Helpdesk binnenkomen, hebben betrekking op (het verlies van) de uitkering. Vragen over werkhervatting of -uitbreiding komen minder voor. •
Het verlies van (een gedeelte van) de arbeidsongeschiktheidsuitkering
is iets wat de reeds herbeoordeelden en degenen die nog herbeoordeeld
moeten worden in eerste instantie bezig houdt. Met werk houdt men zich 7·
e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
vaak nog niet zo bezig. Dit vereist ook een omslag in het denken die tijd en moeite kost. •
De bellers naar de Helpdesk die zijn afgeschat, zijn over het algemeen
(zeer) pessimistisch over hun kansen om weer/meer aan het werk te gaan. Men acht zichzelf niet tot werken in staat of men verwacht dat (oude of
nieuwe) werkgevers niet op hen zitten te wachten. Dit lijkt mensen eerder
lam te slaan dan dat het hen activeert. Sommige mensen gaan in bezwaar tegen de uitslag, anderen zien af van reïntegratie en/of de aanvraag van een WW-uitkering. •
Al met al staat in de beleving van betrokkenen de zorg om het
inkomen boven de zorg om het werk en leidt de huidige herbeoordelings-
operatie tot een valse start van een traject dat juist zou moeten activeren.
Aanbevelingen •
Het stelsel van sociale zekerheid zou er meer op gericht moeten zijn
om afgeschatte herbeoordeelden te helpen de omslag naar werk te maken en hen hier ook bij te ondersteunen. Extra begeleiding en op maat gesneden reïntegratietrajecten zijn daarbij onontbeerlijk. •
Aandacht is nodig voor de groep die zichzelf niet in staat acht om te
werken en daarom afziet van reïntegratie. Het is onduidelijk waar deze
groep uiteindelijk terechtkomt. Voorkomen moet worden dat mensen al bij voorbaat afhaken omdat ze hun kansen laag inschatten. •
Het UWV zou zich bij de inrichting van de dienstverlening meer
bewust moeten zijn van het feit dat de informatie van het UWV niet altijd tijdig en volledig overkomt bij mensen. Informatie over de herbeoordelingen met deze verstrekkende gevolgen dient op verschillende momenten
(voor, tijdens en na de herbeoordeling) gegeven te worden, en op verschillende manieren: mondeling, schriftelijk en via internet. •
In de oproep voor een herbeoordeling zou het UWV duidelijk kunnen
aangeven of dit een herbeoordeling volgens de ‘oude’ of ‘nieuwe’ criteria betreft. Met name bij 50-plussers roept dit verwarring op. •
Herbeoordeelde arbeids(on)geschikten dienen op een snelle en
toegankelijke manier antwoorden op hun specifieke, soms complexe
vragen, te krijgen. Dit stimuleert de eigen verantwoordelijkheid en de reïntegratie. •
Het UWV zou meer informatie over de IRO dienen te verstrekken aan
afgeschatte herbeoordeelden.
8·
e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
1. Inleiding 1.1 Achtergrond en vraagstelling van de themarapportage Vanaf oktober 2004 voert het UWV de eenmalige herbeoordelingen
arbeidsongeschiktheid uit. Veel mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering worden opnieuw beoordeeld met gebruik van de strengere
keuringsregels van het aangepaste Schattingsbesluit. Als gevolg hiervan
verliest een aanzienlijk deel zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering geheel of gedeeltelijk. Dit heeft veel onrust veroorzaakt bij bestaande arbeidsonge-
schikten. Vanaf het najaar 2004 krijgt de Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk (BPV&W) vele vragen binnen over deze herbeoor-
delingen en de gevolgen hiervan voor betrokkenen. In dit themarapport
zijn de gevolgen van de herbeoordelingen op basis van de meldingen bij de Helpdesk nader bekeken.
In dit rapport analyseren we gegevens over de eenmalige herbeoordeling en de reïntegratiemogelijkheden van arbeidsongeschikten die bij deze
beoordeling (meer) arbeidsgeschikt verklaard zijn. Dit doen we door de gegevens uit te praktijk te toetsen aan de SUWI-doelstellingen.
Per 2002 is de structuur binnen de sociale zekerheid gewijzigd met
de inwerkingtreding van de Wet SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen). De drie doelstellingen van SUWI zijn: 1.
Werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid
3.
Een doelmatige en rechtmatige uitvoering
2.
Een op werk afgestemde klantgerichte dienstverlening
Vooral voor de eerste twee doelstellingen is het relevant om de ervaringen van de eenmalige herbeoordelingsoperatie hieraan te toetsen. De vraagstelling die in deze rapportage centraal staat luidt:
Passen de ervaringen van de arbeidsongeschikten die een eenmalige
herbeoordeling krijgen binnen de SUWI-doelstellingen ‘werk boven inkomen’ en ‘een op werk afgestemde klantgerichte dienstverlening’?
1.2 Het kader voor de studie
Sinds de invoering van SUWI in 2002 is een beleidsontwikkeling gaande
binnen de sociale zekerheid waarbij de nadruk meer ligt op werk en op de
eigen verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Werknemers die door fysieke of psychische gezondheidsklachten langdurig ziek/arbeidson-
geschikt (dreigen te) raken, moeten zo spoedig mogelijk weer aan het werk. Een belangrijke mijlpaal in deze ontwikkeling was de Wet verbetering
poortwachter (april 2002), die duidelijke stappen en verantwoordelijk-
heden van de werkgever en werknemer vastlegde. Met de verlenging van de periode van loondoorbetaling bij ziekte naar twee jaar (januari 2004) werd de (financiële) verantwoordelijkheid van de werkgever verder benadrukt. De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), die per 2006 de
WAO opvolgt, gaat uit van de arbeidsmogelijkheden en stimuleert werk-
hervatting. Daarnaast roep het UWV vanaf oktober 2004 bijna alle mensen met een WAO-, Wajong- of WAZ-uitkering jonger dan 50 jaar op voor een eenmalige herbeoordeling van hun arbeidsongeschiktheid, waarbij nadrukkelijk naar de arbeidsmogelijkheden wordt gekeken.
9 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
Ongeveer 330.000 arbeidsongeschikten krijgen een eenmalige herbe-
oordeling tussen oktober 2004 en juli 2007. Uit de recente cijfers van het
UWVC blijkt dat tot en met het derde kwartaal van dit jaar het percentage
arbeidsongeschikten dat de uitkering geheel of gedeeltelijk verliest ruim 38% is. Voor de groep WAO-ers is dat zelfs ruim 48%. Vooraf had minister
De Geus van SZW geschat dat dit percentage op 25 zou liggen. Tot en met 30 september zijn ruim 77.000 mensen herbeoordeeld. Daarvan hebben
ruim 31.000 hun uitkering geheel of gedeeltelijk verloren. Van deze groep was een derde (10.500) al aan het werk bij een werkgever. Zij hebben met hun werkgever moeten onderhandelen over urenuitbreiding. Driekwart van hen (8000) is daarin geslaagd en benut inmiddels de restverdiencapaciteit volledig.
Daarnaast komen 10.800 mensen (van die 31.000) in aanmerking voor een reïntegratietraject. Ruim 1500 mensen hebben inmiddels werk gevonden. Tot slot zijn er nog ongeveer 10.000 mensen waarvoor geen reïntegra-
tie-inspanning wordt geleverd. Dat komt omdat zij op eigen kracht werk
zoeken, omdat ze niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt of omdat een bezwaarprocedure is gestart.
Bij BPV&W zijn in 2005 tot en met september 989 telefoontjes over de
herbeoordelingen binnengekomen. Veel vragen komen van arbeidson-
geschikten die voorafgaand aan de herbeoordeling informatie en advies
wilden hebben om zich te kunnen oriënteren en voor te bereiden. Steeds
meer telefoontjes en mails komen van mensen die een herkeuring achter de rug hebben en het niet eens zijn met de uitslag. Zij voorzien grote problemen met werkhervatting.
Hoewel dit rapport niet gezien kan worden als een representatief onderzoek, geeft het wel inzicht in de uitvoering van de herbeoordeling en de reïntegratie vanuit de optiek van de cliënt. Het tijdstip van verschijning
van dit rapport geeft beperkingen omtrent de informatie over de reïntegratie na de herbeoordeling, omdat het gemiddelde reïntegratietraject
een tot anderhalf jaar duurt. Toch geeft het rapport enkele eerste signalen over de eerste stappen naar werk na de herbeoordeling.
Het BPV&W heeft in het kader van haar platformfunctie het initiatief
genomen om de ervaringen die door verschillende cliëntenorganisaties
momenteel geïnventariseerd worden, bij elkaar te brengen en te bundelen. Tot nu toe werken negen organisaties mee aan dit initiatief. Begin 2006
worden de eerste resultaten van dit samenwerkingsverband naar buiten gebracht. Dit themarapport van het BPV&W zal ingebracht worden in de bredere verzameling van signalen vanuit het cliëntenperspectief.
1.3 Indeling rapportage
In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 2) vindt u de algemene signaleringen over de herbeoordelingen bij de Helpdesk van het BPV&W. In
hoofdstuk 3 staan de ervaringen met de herbeoordelingen zelf centraal en worden deze getoetst aan de SUWI-doelstelling ‘een op werk afgestemde
klantgerichte dienstverlening’. De SUWI-doelstelling ‘werk boven inkomen’ en de ervaringen rond (de start van) reïntegratie komen in hoofdstuk 4
aan bod. In hoofdstuk 5 volgt een beschouwing op basis van resultaten uit 2. UWV Derde kwartaalrapportage 2005, november 2005
andere rapportages.
10 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
2. Algemene signaleringen bij de helpdesk
2.1 Inleiding
De telefoontjes, e-mails en brieven die bij de Helpdesk van het Breed
Platform Verzekerden en Werk binnenkomen, worden allemaal geregi-
streerd. Op basis van deze registratie kunnen we ons een beeld vormen van de vragen, behoeften en knelpunten die bestaan rond de herbeoordelingsoperatie. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de algemene signalen
die zijn ontvangen, onderverdeeld naar informatieverzoeken en klachten. Ook wordt gekeken naar het profiel van de bellersD.
2.2 Aard van de binnengekomen telefoontjes
Uit de gegevens van de Helpdesk hebben we een selectie gemaakt van: •
mensen met een vraag (informatieverzoek) over de herbeoordeling,
•
mensen met een klacht over de herbeoordeling, het UWV of de
uitkering of reïntegratie; reïntegratie.
De informatieverzoeken en klachten zijn breder geselecteerd dan puur
op de herbeoordeling, zodat er ook een beeld gegeven kan worden van de dienstverlening van het UWV en de reïntegratie.
In de periode van januari tot en met september 2005 zijn bij de Helpdesk
989 telefoontjes, e-mails en brieven binnengekomen die op bovenstaande betrekking hebben. Van deze 989 personen die contact zochten met de
Helpdesk, hadden er 949 een vraag/informatieverzoek en 451 (ook) een klacht.
2.2.1 Informatieverzoeken
In tabel 2.1 wordt weergegeven welke informatieverzoeken er bij de
Helpdesk zijn binnengekomen. Heel veel vragen gaan over de WAO-
herbeoordeling zelf. Dit heeft dan vooral betrekking op het verloop van de herbeoordeling: wat kan men verwachten, hoe kan men zich hierop
voorbereiden, zijn er nog tips? Ook bellen mensen die de herbeoordeling al gehad hebben en daar vragen over hebben. Daarnaast zijn er veel vragen
over het in bezwaar (en beroep) gaan: wat kan men doen als men het niet eens is met de uitslag van de (her)beoordeling en hoe pakt men dit aan? Verder zijn er veel vragen over de arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsuitkeringen in het algemeen. Deze vragen hebben betrekking op
verschillende aspecten, zoals de hoogte en duur van de uitkering, rechten
en plichten, de gevolgen van een herbeoordeling en/of werkhervatting voor de uitkering.
3. Voor de leesbaarheid spreken we soms kortweg van ‘bellers’, maar daarmee worden ook de email- en brievenschrijvers bedoeld.
11 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
tabel 2.1 informatieverzoeken met betrekking tot herbeoordeling in brede zin WAO-herbeoordeling zelf Arbeidsongeschiktheidspercentage bezwaar en beroep
aantal
%
636
67
99
10
100
11
Wajong-uitkering
17
2
WAZ-uitkering
6
1
WW-uitkering
65
7
WAO-uitkering
Bijstandsuitkering (ook IOAW/IOAZ) Ziektewetuitkering Uitkeringen algemeen Bijverdienen/vrijwilligerswerk en financiële gevolgen voor uitkering
8
1
18
2
7
1
14
1
Sollicitatieplicht / reïntegratieverplichting vanuit uitkering
9
1
Begeleiding door reïntegratiebedrijf
17
2
Anders Totaal
40
4
1036
109*
*Totaalpercentage is meer dan 100%, omdat mensen soms meerdere informatieverzoeken hebben.
2.2.2 Klachten
De klachten die bij de Helpdesk zijn binnengekomen over de herbeoordeling, het UWV of de reïntegratie, zijn weergegeven in tabel 2.2. Een groot
deel van de klachten gaat over het feit dat betrokkenen het oneens zijn met de uitslag van de herbeoordeling. Klachten over het UWV gaan vooral over
de fouten die volgens de bellers door het UWV gemaakt worden en over de slechte informatievoorziening. Klachten over de reïntegratie komen in verhouding weinig voor.
tabel 2.2 klachten met betrekking tot herbeoordeling, UWV of reïntegratie Oneens met de uitslag van herbeoordeling
aantal
%
224
50
Klachten zijn volgens arts niet medisch objectiveerbaar
12
3
UWV is slecht telefonisch bereikbaar
11
2
UWV keurt te laat UWV maakt fouten
7
2
64
14
UWV reageert niet of te laat op verzoeken
39
9
UWV is slecht in informatievoorziening
56
12
Onheuse bejegening door verzekeringsarts/ arbeidsdeskundige
30
7
Is ontevreden over reïntegratietraject
27
6
Financiële gevolgen van gezondheidsklachten
12
3
Anders
65
14
Totaal
547
121*
*Totaalpercentage is meer dan 100%, omdat mensen soms meerdere klachten hebben.
Tabel 2.3 geeft weer in hoeverre mensen stappen hebben ondernomen naar aanleiding van hun klachten en tot welke resultaten dit heeft geleid. Bij
ruim de helft van de klachten heeft betrokkene geen stappen ondernomen. Dit betekent echter niet altijd dat men passief blijft; veel mensen bellen de Helpdesk om te vragen welke actie ze het beste kunnen ondernemen en
hoe ze dit moeten aanpakken. Bij ruim eenderde van de klachten hebben de bellers wel (reeds) stappen ondernomen, die in 30 van de 200 gevallen (15%) 12 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
tot resultaat hebben geleid. Meestal hebben ondernomen acties dus (nog) geen vruchten afgeworpen.
tabel 2.3 ondernomen stappen naar aanleiding van klacht en bereikte resultaat aantal
%
Heeft zelf stappen ondernomen n.a.v. de klacht
200
44
Heeft (nog) geen stappen ondernomen
304
67
Onbekend Totaal
43
10
547
121*
Indien stappen ondernomen: 30
15
Heeft niet geleid tot resultaat
170
85
Totaal
200
100
Heeft geleid tot resultaat
* Totaalpercentage is meer dan 100%, omdat mensen soms meerdere klachten hebben.
De helft van de mensen die het oneens zijn met de uitslag van de herbeoor-
deling heeft (nog) geen stappen ondernomen. Een bijna even groot deel van deze mensen heeft dit wel gedaan en bezwaar aangetekend. Bij klachten
over het UWV dat ze fouten maken of slecht reageren op verzoeken/aanvragen, hebben de meesten (nog) geen actie ondernomen; ongeveer eenvijfde heeft hierover contact opgenomen met het UWV. Klachten over slechte
informatievoorziening door het UWV hebben in slechts een enkel geval
(reeds) geleid tot actie. Bij klachten over onheuse bejegening door de ver-
zekeringsarts of arbeidsdeskundige heeft bijna de helft van de bellers wel
stappen ondernomen; de aard hiervan is zeer divers. Ontevredenen over het reïntegratietraject hebben in eenderde van de gevallen actie ondernomen. Tabel 2.4 toont op welke instantie of functionaris de klachten betrekking
hebben. Gezien de selectie van klachten (over herbeoordeling, het UWV of
reïntegratie), is het niet vreemd dat veel klachten betrekking hebben op het UWV of een functionaris van het UWV. Opvallend is wel dat meer mensen met klachten over de verzekeringsarts bellen dan over de arbeidsdeskundige. Verder komen er (pas) relatief weinig klachten over reïntegratiebedrijven. tabel 2. 4
Instantie of functionaris waarop klacht betrekking heeft aantal
%
358
79
86
19
Arbeidsdeskundige van UWV
17
4
Reïntegratiebedrijf
25
6
6
1
UWV Verzekeringsarts van UWV
Sociale dienst Werkgever Politiek Anders Onbekend Totaal *Totaalpercentage is meer dan 100%, omdat mensen soms meerdere klachten hebben.
13 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
5
1
13
3
8
2
29
5
547
121*
Mensen die het oneens zijn met de uitslag van de herbeoordeling, betrek-
ken deze klacht in driekwart van de gevallen op het UWV in het algemeen. Bij eenvijfde heeft deze klacht specifiek betrekking op de verzekeringsarts
van het UWV en bij een enkeling op de arbeidsdeskundige. Van de klachten over onheuse bejegening blijkt ruim driekwart betrekking te hebben op
de verzekeringsarts en slechts een enkele klacht op de arbeidsdeskundige. Andere klachten over het UWV (maakt fouten, reageert niet of te laat op
verzoeken/aanvragen, is slecht in informatievoorziening) worden nauwelijks aan een specifieke functionaris toegeschreven, maar meer aan het
UWV in het algemeen. Ontevredenheid over het reïntegratietraject heeft meestal betrekking op het reïntegratiebedrijf en soms op het UWV of de sociale dienst.
2.3 Korte schets van de bellers
De selectie van personen die contact zocht met de Helpdesk, bestaat voor eenderde uit mannen en voor tweederde uit vrouwen. De gemiddelde
leeftijd van de bellers is 43 jaar. Ongeveer een kwart van de bellers is 50 jaar of ouder.
Ongeveer eenderde van de bellers is hoger opgeleid (hbo+), eenderde heeft een middelbare opleiding (havo, vwo, mbo) en ruim 10% heeft een lagere opleiding. Van de anderen is het opleidingsniveau niet bekend.
Bij tweederde van de bellers betreft de aard van de arbeidshandicap
lichamelijke klachten, bij een kwart psychische klachten en bij de rest een combinatie van lichamelijke en psychische klachten.
Ruim driekwart van de bellers ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WAZ of Wajong). Eentiende ontvangt (eveneens) een
WW-uitkering. Twee op de tien bellers heeft een werkgever; zij ontvangen (ook) salaris of loondoorbetaling bij ziekte.
Relatie tussen kenmerken van de bellers en inhoud van de melding
Informatieverzoeken over de WAO-herbeoordeling zelf komen relatief
vaak van 40-plussers. Dit is niet de groep die het eerst opgeroepen wordt voor een herkeuring, maar kennelijk houdt het deze groep al wel erg
bezig. Vragen of klachten met betrekking tot de uitslag (en het maken van
bezwaar) zijn relatief vaak afkomstig van mensen met een combinatie van lichamelijke en psychische klachten en van mensen met een lagere of middelbare opleiding. Vragen over WW-uitkeringen komen vaak van
mensen zonder werkgever. Klachten dat het UWV fouten maakt zijn vaak
van 50-plussers afkomstig. Dit betreft dan als het goed is niet de eenmalige herbeoordeling, maar een ander type herbeoordeling.
14 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
3. Ervaringen met herbeoordelingen 3.1 Inleiding
Nu een kader is geschetst van de vragen en klachten die bij de Helpdesk
binnenkomen over de herbeoordelingsoperatie in brede zin, gaan we in dit hoofdstuk nader in op de ervaringen met de herbeoordelingen volgens het nieuwe Schattingsbesluit. Vervolgens leggen we deze ervaringen naast de
SUWI-doelstelling ‘een op werk afgestemde klantgerichte dienstverlening’, om te bezien in hoeverre deze doelstelling al praktijk is.
Lang niet alle bellers hebben binnen de onderzochte periode (t/m septem-
ber 2005) de herbeoordeling volgens de nieuwe criteria al zelf meegemaakt. Bij 21% van de bellers is de herbeoordeling reeds achter de rug. Bij 10% is
de herbeoordeling gestart, maar nog niet afgerond. Daarnaast heeft 12%
van de bellers een oproep ontvangen. Ook bellen veel mensen die nog geen oproep hebben ontvangen; dit betreft bijna de helft van de bellers (zie
tabel 3.1). Dit geeft wel aan dat er op voorhand veel onrust is en veel vragen bestaan over de herbeoordeling. Laatstgenoemde groep bestaat overigens voor ruim 40% uit 50-plussers, wat duidelijk maakt dat er ook veel vragen leven onder hen die geen herbeoordeling volgens de nieuwe criteria krijgen.
tabel 3.1 herbeoordeling arbeidsongeschiktheid (WAO, WAZ, Wajong) volgens de nieuwe criteria (het nieuwe schattingsbesluit) aantal
%
208
21
De herbeoordeling is gestart, maar nog niet afgerond
99
10
Nog niet, maar wel een oproep ontvangen
116
12
(Nog) geen oproep ontvangen
460
47
Onbekend
106
11
Totaal
989
100
Herbeoordeling achter de rug
Hierna zal dieper worden ingegaan op verschillende knelpunten rond de
herbeoordeling (onduidelijkheden, behoeften, klachten) die de bellers naar voren brachten.
3.2 Ontvangen informatie van het UWV
Vanuit het UWV worden de arbeidsongeschikten van te voren geïnfor-
meerd over de herbeoordeling. Alle UWV-cliënten ontvangen het blad UWV Perspectief. Bij de start van de herbeoordelingsoperatie is een themanummer van dit blad verschenen waarin op verschillende aspecten van de herbeoordelingen werd ingegaan. Daarnaast heeft het UWV iedereen die tot de doelgroep van de herbeoordelingsoperatie behoort een brief gestuurd
met de brochure “Uw arbeidsongeschiktheid opnieuw bekeken”. Ook cliënten die buiten de herbeoordelingsoperatie vallen hebben een brief gekre-
gen, maar zonder brochure. In eerste instantie betrof dit de groep mensen van 55 jaar en ouder; later werd dit 50 jaar en ouder. De groep van 50-55
jaar heeft later dus een andere brief gekregen. Andere manieren waarop het UWV informatie geeft, is via voorlichtingsbijeenkomsten in de regio,
de UWV-website en de UWV Telefoon. In oktober 2004 is er een adverten-
tiecampagne geweest. Bij de oproepbrief krijgt iedereen de UWV-brochure 15 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“Ik heb een gesprek met de arts of een arbeidsdeskundige”. Met dit totale informatiepakket tracht het UWV in te spelen op de informatiebehoefte van haar cliënten.
Het blijkt echter dat deze informatie niet altijd goed overkomt en niet altijd voorziet in de behoeften van cliënten. Degenen die een oproep hebben
ontvangen voor een herbeoordeling of bij wie de herbeoordeling reeds is gestart of al afgerond, is gevraagd of ze vooraf goede informatie van het
UWV hebben gekregen over de herbeoordeling en het traject daarna. Tabel 3.2 laat de resultaten zien. Hieruit blijkt dat 45% vindt dat ze geen goede informatie heeft gehad.
tabel 3.2 oordeel over de vooraf verkregen informatie van het UWV over de herbeoordeling en het traject daarna
degenen die minstens een oproep ontvangen hebben
aantal
%
Vooraf goede informatie gekregen
166
39
Vooraf geen goede informatie verkregen
189
45
68
16
423
100
Onbekend Totaal
Er zijn verschillende aspecten waarover de bellers zich slecht geïnformeerd
“Ik loop steeds als ik informatie wil met mijn kop tegen de muur. Iedere keer zijn er weer nieuwe dingen waar ik niets van snap.”
voelen.
Slechte informatievoorziening in het algemeen
De informatie die men van het UWV krijgt, lijkt voor de bellers niet altijd
goed te begrijpen. Soms lijkt er ook tegenstrijdige of verkeerde informatie
gegeven te worden. Ook komt het voor dat men helemaal geen informatie heeft ontvangen over de herbeoordeling of op een te laat moment. Verder wordt de toonzetting van de gegeven informatie niet altijd als prettig er-varen: soms wordt te veel nadruk gelegd op sancties.
“Het was heel gek dat ik de dag na de keuring pas de informatie kreeg opgestuurd over de keuring en dergelijke. En ik heb heel rare brieven gekregen, waar ik niets van snap.”
Onduidelijkheid over type herbeoordeling
Bellers naar de Helpdesk blijken niet altijd te weten of ze herbeoordeeld
zijn/worden volgens de criteria van het nieuwe Schattingsbesluit. Als ze een oproep voor een herbeoordeling krijgen, is het hen soms onduidelijk of dit de eenmalige of een professionele herbeoordeling betreft. Bij 50-plussers
roept dit extra verwarring op, omdat die soms denken niet meer herkeurd te kunnen worden. Mensen die redelijk recent zijn (af)gekeurd, begrijpen soms ook niet waarom ze nu weer herkeurd moeten worden. En wat de
precieze betekenis is van de eenmalige herbeoordeling, blijkt ook niet altijd helder. De informatie van het UWV over deze punten is voor deze bellers onvoldoende of niet duidelijk. Als zij hier bij het UWV specifiek navraag naar doen, zeggen ze ook niet altijd een adequaat antwoord te krijgen.
“Wat betekent eigenlijk een eenmalige herbeoordeling? Betekent dit dat je hierna nooit meer kunt terugvallen, als je eenmaal goedgekeurd bent?”
16 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“In november 2004 kreeg ik een brief dat mensen boven de 50 jaar niet worden opgeroepen voor een herbeoordeling. Twee maanden later krijg ik een brief
dat ik wel word opgeroepen voor een keuring. Ben ik nu wel of niet volgens de nieuwe criteria gekeurd? De verzekeringsarts geeft ook niets aan. Ik vind dit echt niet in orde.”
“Ik ben een half jaar geleden volledig afgekeurd vanwege reuma. Nu krijg ik
een oproep om bij dezelfde verzekeringsarts te komen voor een herkeuring. Ik begrijp er niets van. Ik ben 53 jaar en heb een brief gekregen dat ik niet meer herkeurd zal worden. Begrijpt u waarom ik toch moet komen?”
“Nu word ik herbeoordeeld. Niemand kan mij zeggen of ik volgens de oude
criteria moet worden gekeurd. Weet u dat? Ik heb twee keer het UWV gebeld en twee keer heb ik een ander antwoord gehad.”
Ik ben 53 jaar en heb een brief gekregen dat ik niet meer herkeurd zal worden. Begrijpt u waarom ik toch moet komen?”
Onduidelijkheid over procedure herbeoordeling
Uit de grote hoeveelheid vragen die bij de Helpdesk binnenkomt, blijkt dat bellers vaak onvoldoende op de hoogte zijn van het verloop van de herbe-
oordeling en hun rechten en plichten daarbij. Een concreet voorbeeld is dat mensen niet weten wanneer ze een dubbele keuring kunnen verwachten, terwijl er in de herbeoordelingsoperatie duidelijke regels gelden ten aanzien van het type diagnose en type uitslag waarbij dit van toepassing is.
De onduidelijkheid over de herbeoordelingsprocedure bij de bellers wil niet per definitie zeggen dat het UWV hierin tekort schiet – er zit immers altijd
“Ik wist niet dat ik zelf expliciet om inzage van het dossier moest vragen. Ik vind dat ik te weinig informatie heb gekregen over de procedure.”
enige ‘ruis’ tussen de zender en de ontvanger van informatie, zeker als deze
informatie emoties oproept bij de ontvanger. Ook komt het regelmatig voor dat mensen de Helpdesk bellen om ‘objectieve’ informatie te krijgen en aldus de van het UWV verkregen informatie als het ware te toetsen.
Evengoed zijn er nog veel bellers die echt niet weten waar ze aan toe zijn en hoe de herbeoordelingsprocedure precies in elkaar zit.
“Ik moet over een week naar de arbeidsdeskundige toe. Wat kan ik verwachten?”
“Aan het eind van het gesprek zei de verzekeringsarts dat ik in haar ogen 80-
100% afgekeurd moest worden, maar dat ik nog een gesprek met een tweede verzekeringsarts zou moeten hebben. Hoe zit dat?”
“Ik heb het dossier van de verzekeringsarts opgevraagd en daar klopt eerlijk
gezegd niet heel veel van. Morgen moet ik naar een arbeidsdeskundige – kan ik het daar nog aankaarten?”
3.3 Beleving van de herbeoordeling
Onrust/onzekerheid over herbeoordeling en gevolgen
Bij de bellers die een oproep voor een herbeoordeling gehad hebben,
bestaat veel onrust en onzekerheid over de herbeoordeling. Niet alleen over de herbeoordeling zelf, maar zeker ook over de te verwachten uitslag en de gevolgen daarvan.
17 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
Ik ben heel bang voor deze keuring. Volgens de huisarts dien ik een rustig leven te leiden zonder al te veel spanningen, nu dat is onmogelijk op dit moment.”
“Ik ben afgelopen juli 2004 opnieuw gekeurd en weer volledig arbeidsongeschikt verklaard. Nu dien ik nogmaals gekeurd te worden, dit roept vreselijk
veel spanning op. Wat zijn nu mijn kansen om na zoveel jaar in de WAO toch
weer goedgekeurd te worden? Ik ben heel bang voor deze keuring. Volgens de
huisarts dien ik een rustig leven te leiden zonder al te veel spanningen, nu dat is onmogelijk op dit moment.”
“Ik ben helemaal in paniek. Ik heb een oproep gehad voor de eenmalige
herbeoordeling. Ik zit al 29 jaar in de WAO en ik ben net een half jaar te jong om bij de uitzonderingsgroep te horen.”
“Ik ben een vrouw van 45 jaar, sinds 1991 in de WAO terecht gekomen en
steeds verder arbeidsongeschikt verklaard. Ik heb heel hard gevochten om aan het werk te blijven, maar dit is helaas niet gelukt. Ik ben heel erg beperkt in
mijn leven en daar ook al heel depressief over. Ik ben bang dat ik word goed
gekeurd, ik voel dit als nog een trap na. Ik word ook nog gedumpt. Terwijl het leven dat ik leid al heel erg aangepast is. Ik kan het al vaak niet aan, ook de verzorging van de kinderen niet. Hoe moet ik straks gaan werken?”
“Ik heb morgen een herbeoordeling en ik ben gewoon in paniek. Ik weet me
geen raad met de vragen die gesteld worden op het vragenformulier. Ik zit al
sinds 1983 in de WAO en ik ben 5 jaar geleden weer volledig afgekeurd met de aantekening dat ik niet binnen 5 jaar terug hoefde te komen. En nu dit weer. Ik ben al dagenlang volledig van slag.”
“Ik kreeg vandaag om half 4 te horen dat ik morgenvroeg een herkeuring krijg. Mogen ze op zo’n korte termijn iemand oproepen?”
Oproep voor herbeoordeling laat ontvangen
Sommige bellers geven aan de oproep voor de herbeoordeling wel erg kort
van te voren (een week of korter) te hebben ontvangen, waardoor ze weinig voorbereidingstijd hebben – en de paniek nog verder toeslaat. In enkele
gevallen is er volgens de bellers door het UWV geen mogelijkheid geboden tot verzetten van de afspraak. Volgens het UWV staat er een periode van
twee weken tussen de oproep en het gesprek met de verzekeringsarts en kan de klant het UWV hier op aanspreken.
“Ik heb woensdag een oproep ontvangen voor een herkeuring voor de WAO. Ik moet volgende week donderdag al komen. In de brief staat dat daar niet van kan worden afgeweken. Klopt dit? Op deze manier kan ik me niet voorbereiden.”
“Mijn vriendin had een oproep ontvangen dat ze over 3 dagen bij de keuringsarts moest komen. Ze hebben gebeld, maar de keuring kon niet uitgesteld
worden. Ze wilde zich graag goed voorbereiden, heeft nog met veel moeite de vakbond gesproken voor tips. Uiteindelijk is ze de dag zelf gebeld dat de arts was verhinderd en dat de keuring verzet moest worden.”
“Op 6 mei jl. heb ik een brief ontvangen met een uitnodiging voor een herbeoordelingsgesprek WAO voor 12 mei. Ik wil de afspraak verzetten omdat ik op 12 mei al een afspraak heb staan. Ik vind het ook erg kort dag dat je minder
dan een week van te voren de datum van je keuring weet. Daarnaast heb ik meer tijd nodig om me goed voor te bereiden op het gesprek. Ik wil naar de keuring brieven over mijn medische situatie meenemen van de huisarts en
mijn behandelend specialisten. Het regelen van deze brieven kost tijd. Ik heb 18 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
contact opgenomen met het UWV (0900-9294) om de afspraak te verzetten. Daar kreeg ik te horen dat de afspraak alleen verzet kon worden als ik in het ziekenhuis lag. Kunt u mij vertellen of dit juist is?”
“Ik heb op woensdag een oproep voor de eenmalige herbeoordeling gekregen. Daarin staat dat ik 10 dagen later op vrijdag moet komen. Ik heb gezocht om iemand mee te nemen. Nu kan iemand wel mee, maar niet op vrijdag. Dus
belde ik het UWV en werd door de medewerker daar enorm intimiderend en vervelend toegesproken. Hij zei dat dit geen wettige reden was en dat ik het niet kon verzetten.”
Keuring als onzorgvuldig ervaren
Na de oproep volgt de daadwerkelijke herbeoordeling. In tabel 3.3 wordt
weergegeven wat het oordeel is van de herbeoordeelden over de zorgvul-
digheid van de uitgevoerde herbeoordeling. Het blijkt dat een meerderheid vindt dat de keuring niet zorgvuldig is uitgevoerd. Dit betreft relatief vaak
degenen die (ook) lichamelijke klachten hebben en de minder hoog opgeleiden (lager dan HBO-niveau).
tabel 3.3 oordeel over de zorgvuldigheid van de uitgevoerde herbeoordeling degenen die herbeoordeling gehad hebben (wel/niet afgerond)
53
17
172
56
Neutraal
80
26
Onbekend Totaal
gesteld en de medische kant is nauwelijks aan de orde geweest.”
%
Keuring vond ik niet zorgvuldig uitgevoerd
Keuring vond ik zorgvuldig uitgevoerd
“Er werden veel te weinig vragen
aantal
2
1
307
100
Klachten die de bellers hebben over de zorgvuldigheid van de herkeuring
zelf, betreffen verschillende aspecten. Zo vertellen sommigen dat het UWVdossier of gegevens van behandelaars niet geraadpleegd of zelfs kwijt
zijn. Daarnaast was het lichamelijk onderzoek in de ogen van sommige
bellers wel erg summier of zou dit onvoldoende zeggen over hun werke-
lijke beperkingen. In een aantal gevallen leek de uitslag al vooraf bepaald volgens de bellers en was de keuring meer een formaliteit. Al met al is de herkeuring door veel bellers als ‘kort door de bocht’ ervaren.
“Ik heb het gevoel dat ik een uur lang tegen een muur heb zitten praten.” “Ik vind de handelswijze van die verzekeringsarts niet prettig. Wat ik ook zei,
ik had het gevoel dat hij mij niet serieus nam. Hij onderzocht mij maar op een
rare manier. Hij voelde op de drukpunten, maar dwars door bijvoorbeeld mijn laarzen heen.”
“De verzekeringsarts gaf in het gesprek aan dat hij niet beschikt over het UWV-dossier betreffende mijzelf, omdat dit ‘zoek’ is. ”
“Ik vind de keuringen worden uitgevoerd op een manier die niet representatief is voor wat iemand nog kan. Tijdens de keuring moest ik bukken om een papiertje op te rapen en daarop heeft de verzekeringsarts geoordeeld dat ik
wel 600 keer kon bukken in mijn werkzaamheden. Ik vind dat de WAO-keuring niets zegt over wat iemand onder werkdruk kan presteren.” 19 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“De keuringsarts had bij voorbaat al besloten dat ik goedgekeurd zou wor-
den. Ik mocht het dossier niet inzien. Pas na de hoorzitting heb ik mijn dossier ingezien. Ik heb er zelf gegevens aan toegevoegd, maar die zijn door het UWV genegeerd. Het UWV heeft de informatie van mijn huisarts gewoon terzijde geschoven.”
Een aantal mensen het gevoel heeft dat ze bij voorbaat, dus op basis van hun dossier, al zijn goedgekeurd. Het gaat dat vooral om de medisch moeilijk te objectiveren gezondheidsklachten. Enkele voorbeelden:
“In het kader van de herkeuring WAO moest ik begin dit jaar bij de keurings-
arts van het UWV komen. Deze arts wist mij te vertellen dat whiplash niet
Bij de eenmalige herbeoordeling
meer onder de WAO valt, mijn urenbeperking was ik al vast kwijt.”
heeft de verzekeringsarts gezegd
“Ik was eerst 80-100% afgekeurd, daarna 25-35%. Bij de eenmalige herbeoor-
dat ik er op moet rekenen dat ik geen uitkering meer krijg. Iedereen is wel eens vermoeid, zei hij.”
deling heeft de verzekeringsarts gezegd dat ik er op moet rekenen dat ik geen uitkering meer krijg. Iedereen is wel eens vermoeid, zei hij.”
“De verzekeringsarts had bij voorbaat al zijn oordeel klaar: mijn aandoening (RSI) is niet medisch objectiveerbaar. Hij vond de behandelend arts (van het AMC) een kwakzalver. Ik vond de verzekeringsarts bevooroordeeld, hij heeft niet naar mijn beperkingen gekeken.”
“De arts was al vooringenomen. Toen ik binnen kwam was voor hem al
duidelijk dat ik meer arbeidsgeschikt zou worden verklaard. Hij zag zelfs geen probleem om mij voor 40 uur te laten werken.”
Onheuse bejegening door verzekeringsarts of arbeidsdeskundige
Een aantal bellers voelt zich onheus bejegend door de verzekeringsarts of
arbeidsdeskundige (zie ook tabel 2.2). Zij voelen zich niet serieus genomen
of zelfs vernederd of geïntimideerd. Ook is het voorgekomen dat bellers het dossier niet mochten inzien of dat gegevens zonder hun toestemming zijn opgevraagd bij behandelaars.
“De verzekeringsarts was intimiderend en bedreigend. Hij dreigde bijvoorbeeld dat ik volledig goedgekeurd zou worden als ik niet zelf antwoord zou geven op zijn vragen. Mijn moeder kreeg te verstaan dat ze haar mond moest houden.”
“Afgelopen maandag is mijn vrouw opgeroepen voor een herkeuring. Na twee minuten werd al medegedeeld dat ze al te lang thuis zat en dat ze al eerder
aan het werk gezet had moeten worden. Ze moest een aantal oefeningen doen die de arts verboden had, dus die zij weigerde. Het was geen prettig gesprek. Op het eind werd haar medegedeeld dat het allang over had moeten zijn en dat het tussen de oren zat.”
“Die verzekeringsarts heeft me zo vernederd. Hij zei: Je hebt drie jaar van de
maatschappij gesnoept, andere mensen hebben voor u betaald! En: denk eens
aan de mensen in Azië, die hebben ook kinderen verloren. Hij heeft op mijn ziel getrapt. Dit vergeet ik nooit meer. Toen ik naar buiten kwam schaamde ik me dat ik hem nog een hand had gegeven.”
20 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“Ik ben zwanger. Vanwege een eerdere zwangerschap met complicaties, ben
ik bezorgd over het verloop van deze. De UWV-arts meende te moeten melden
dat de mogelijkheid tot sterilisatie en abortus bestond. Dit is zeer ongepast en onprofessioneel.”
“Ik ben volledig geschikt verklaard op basis van informatie van mijn internist.
Deze internist heeft doorgegeven dat ik gewoon kan werken. Maar de verzeke-
ringsarts heeft nooit toestemming gevraagd om te bellen en de internist heeft nooit toestemming gekregen van mij om informatie uit te wisselen.”
Onduidelijkheid in communicatie van verzekeringsarts of arbeidsdeskundige
Sommige bellers komen met vragen of klachten die wijzen op miscom-
“De verzekeringsarts belde mij net en zei tegen mij dat ik een duurbeperking had en weinig duurzaam energetische beperkingen. Ik weet niet hoe ik dat moet interpreteren. Weet u dat?”
municatie met de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige. Mensen krijgen weinig uitleg over de gang van zaken (zoals de betekenis van de arbeids-
mogelijkhedenlijst) of dit wordt in ingewikkelde terminologie uitgelegd.
Daarnaast worden mensen soms op het verkeerde been gezet door onzorgvuldige formuleringen door de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige.
Ook klagen enkelen erover dat de strekking van het gesprek afwijkt van het uiteindelijke verslag.
De oorzaak van de geconstateerde miscommunicatie kan uiteraard ook
(deels) aan de kant van de herbeoordeelde liggen, die immers wel veel en
vaak ingrijpende informatie over zich heen krijgt. Het is echter ook aan de
verzekeringsarts of arbeidsdeskundige om hier rekening mee te houden en zaken duidelijk uit te leggen.
“De banen die ik moet doen slaan ook nergens op. Er zitten allerlei productiewerkzaamheden in die ik nooit kan gaan doen, omdat ik beperkt ben in mijn bewegingen. Ik kan niet tillen bijvoorbeeld!”
“Ik heb twee keuringsartsen gezien, die allebei zeiden dat ze vonden dat ik
volledig arbeidsongeschikt ben, maar dat ze dat niet kunnen verdedigen bij
hun meerderen. Ze hebben mij de diagnose ME toegekend en volgens hen zijn de regels dat iemand met ME bij voorbaat al geen uitkering meer krijgt.”
“Ik zit 80-100% in de WAO wegens zware psychische klachten en in het gesprek leek de verzekeringsarts er open voor te staan, dat ik zware beperkingen heb. Toen kreeg ik toch een uitnodiging voor de arbeidsdeskundige en ik heb toen
de rapportage opgevraagd en het blijkt dat hij wel degelijk duurzaam benut-
bare mogelijkheden ziet, en alleen geen avond- en nachtwerk. Dus heel anders dan hij had voorgespiegeld in het gesprek.”
3.4 Uitslag van de herbeoordeling
Van de bellers bij wie de herbeoordeling is afgerond, is 81% meer arbeids-
geschikt verklaard (zie tabel 3.4). Veel van deze mensen hebben de Helpdesk gebeld omdat ze het niet eens zijn met de uitslag. tabel 3. 4 uitslag van de herbeoordeling degenen bij wie de herbeoordeling afgerond is Meer arbeidsgeschikt verklaard Niet meer arbeidsgeschikt verklaard Totaal
21 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
aantal
%
169
81
39
19
208
100
Oneens met uitslag
Mensen die de Helpdesk bellen omdat ze het niet eens zijn met de uitslag van de herbeoordeling, kunnen vaak niet begrijpen dat ze meer arbeids-
geschikt zijn verklaard. Hun arbeidsongeschiktheidspercentage is gedaald, terwijl ze het idee hebben dat hun klachten hetzelfde zijn gebleven. Of
ze hebben moeite met de grote of plotselinge verandering: ze hebben te
maken met een sterke daling in hun arbeidsongeschiktheidspercentage of deze daalt na vele jaren op hetzelfde niveau te hebben gestaan.
“Ik ben het niet met het arbeidson-
“In augustus ben ik opgeroepen en werd mij verteld volledig arbeidsongeschikt
geschiktheidspercentage eens. Ik ben
65% arbeidsongeschikt bevonden. Hoe kan men in zo’n korte tijd tot een ander
net zo ziek als toen ik de vorige keer volledig ben afgekeurd.”
te zijn. Net na 1 oktober ben ik opnieuw herkeurd en uiteindelijk ben ik voor 55oordeel komen?”
“Ik heb de verzekeringsarts van het UWV gezien en deze heeft gezegd dat ik
deels geschikt verklaard ga worden, terwijl ik al jaren volledig arbeidsongeschikt ben. Hier ben ik het niet mee eens.”
“Ik ben van volledig arbeidsongeschikt (80-100%) in de herkeuring naar
minder dan 15 % arbeidsongeschikt verklaard. Mijn WAO-uitkering stopt dus helemaal. Ik ben het daar niet mee eens.”
Onduidelijkheid over bezwaarprocedure tegen uitslag
Herbeoordeelden die zijn afgeschat en het daar niet mee eens zijn, bellen
de Helpdesk ook de vraag of ze bezwaar kunnen maken tegen de uitslag en hoe ze dat moeten doen. Hier bestaat kennelijk onvoldoende duidelijkheid over of men heeft behoefte aan een meer objectief advies.
“Ik ben het oneens met de beschikking WAO. Kan ik bezwaar maken en hoe gaat dat in zijn werk?”
“Ik ben niet arbeidsongeschikt verklaard bij een WAO-herbeoordeling. Ik wil graag weten hoe ik bezwaar moet maken.”
Onduidelijkheid over financiële gevolgen
Een punt waarover veel bellers zich zorgen maken en informatie vragen, betreft de financiële gevolgen. Als mensen afgeschat zijn of verwachten
te worden, maken ze zich in eerste instantie zorgen over de gevolgen voor
hun inkomsten (de gevolgen voor werkhervatting komen pas op de tweede plaats). Mensen vragen zich af of ze recht hebben op WW of TRI (Tijdelijke
Regeling Inkomensgevolgen), of dat ze onder de bijstand zullen vallen. Ook
over de hoogte en de duur van de te verwachten uitkering heeft men vragen. “Ik krijg volgende week een herkeuring. Voldoe ik aan de wekeneis van de WW
als ik 3 weken uit deze 26 wekenperiode ziek geweest ben? En waar heb ik recht op als mijn WAO wegvalt? Ik heb een partner met nauwelijks inkomen en wel een eigen huis.”
“Ik ben volledig in de WAO en heb aanvulling uit de bijstand. Ik ben nu
herkeurd en de verzekeringsarts heeft gezegd dat ik waarschijnlijk wel 4 uur kan werken. Ik wil weten wat het voor mij betekent: wat gebeurt er met de uitkering, krijg ik dan nog steeds aanvulling?” 22 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“Ik zit midden in de herbeoordeling en ik verwacht geheel of gedeeltelijk
arbeidsgeschikt te worden verklaard. Hoe zit het met de WW? Hoe lang heb ik
er recht op? Iemand zei dat door de WAO mijn rechten erop vervielen, omdat ik langer dan 5 jaar in de WAO zit. Klopt dat? Ik heb voor ik ziek werd een stukje parttime gewerkt. Beïnvloedt dat de uitkering?”
“Heb ik nu voor het gedeelte dat ik ben goedgekeurd recht op WW? Het UWV zegt ene keer van wel, de andere keer van niet. Kan ik eventueel een beroep doen op de TRI?”
3.5 Conclusie
Leggen we de SUWI-doelstelling ‘een op werk afgestemde klantgerichte
dienstverlening’ naast de signalen die bij de Helpdesk binnenkomen, dan
kan worden gesteld dat de dienstverlening van het UWV voor verbetering
vatbaar is wat betreft de klantgerichtheid. Uit de grote hoeveelheid vragen die bij de Helpdesk binnenkomt, blijkt dat bellers vaak (ondanks de UWVinformatie die zij krijgen) onvoldoende op de hoogte zijn van het verloop
van de herbeoordeling en hun rechten en plichten daarbij. Sommige bellers
vinden dat ze onvoldoende tijd van het UWV hebben gekregen om zich voor te bereiden op de herbeoordeling; zij hebben de oproep voor de herbeoor-
deling pas enkele dagen van tevoren gekregen. Verder vindt een meerderheid van de herkeurde bellers dat de herbeoordeling niet zorgvuldig is
uitgevoerd. De herkeuring wordt door veel bellers als ‘kort door de bocht’ ervaren. De bejegening door de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige
wordt ook niet altijd als prettig ervaren. Een aantal bellers voelt zich door
hen niet serieus genomen of zelfs vernederd of geïntimideerd. Ook de wijze van communiceren van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige kan
duidelijker. Na de uitslag van de herbeoordeling blijven veel mensen met
vragen zitten, vooral over de financiële gevolgen. Naast de bejegening is het
dus met name de informatievoorziening van het UWV die nog onvoldoende afgestemd lijkt op de cliënten.
23 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
4. Ervaringen met reïntegratie 4.1 Inleiding
Werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid. Dat
was één van de doelstellingen bij de invoering van de Wet SUWI. De wet- en regelgeving, maar ook de dienstverlening van de uitvoeringsorganisaties
moet er op gericht zijn om mensen zo veel mogelijk aan het werk te krijgen. Met de eenmalige herbeoordelingen beoogt de overheid arbeidsongeschikten te stimuleren om zo veel te werken als zijn of haar gezondheid toelaat.
In dit hoofdstuk bekijken we nader hoe arbeidsongeschikten na hun herbeoordeling hun eigen kansen en mogelijkheden beoordelen, hoe zij de begeleiding ervaren en hoe de reïntegratie verloopt. De gegevens zijn beperkt
omdat nog relatief weinig mensen hun reïntegratie vorm gegeven hebben of al werk gevonden hebben.
Om hierover meer ervaringen te verzamelen, hebben de adviseurs van de
Helpdesk BPV&W 23 mensen die eerder met een informatieverzoek contact hebben gezocht, teruggebeld met nadere vragen over het verloop van hun reïntegratie.
Van deze groep waren 5 mensen uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt
verklaard en waren 5 mensen bezig met een bezwaarprocedure. Een deel
is bezig met een reïntegratietraject via de IRO (4) of via het UWV (3), twee
mensen waren al voor de herbeoordeling gestart met een reïntegratietra-
ject, twee anderen hadden zelf werk gevonden. Een persoon was in afwachting van de beslissing van de herbeoordeling en een persoon stond voor de
keuze: reïntegratie via de IRO of via een regulier traject. Hun ervaringen zijn ook verwerkt in dit hoofdstuk.
4.2 Kansen en mogelijkheden tot werkhervatting of - uitbreiding
De bellers van de Helpdesk die herbeoordeeld zijn en minder arbeidsongeschikt verklaard, zijn over het algemeen uitgesproken pessimistisch over hun kansen op de arbeidsmarkt. Slecht 6 % betitelt zichzelf als ‘kansrijk’, terwijl 40% zichzelf kansloos acht.
tabel 4.1 reïntegratiekansen volgens afgeschatte arbeidsongeschikten aantal
%
Ingeschatte eigen kansen om weer (meer) aan het werk te gaan Kansrijk
10
6
Redelijk kansrijk
23
14
Redelijk kansloos
44
26
Kansloos
68
40
Weet niet
24
14
169
100
Totaal
24 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
mogelijkheid tot invullen ‘goedgekeurde deel’ bij werkgever Ja, kan bij werkgever worden ingevuld Nee, kan niet Deels Weet (nog) niet Totaal
10
7
130
77
2
1
27
16
169
100
Hoe hoger de opleiding, hoe hoger de ingeschatte reïntegratiekansen. Hoger opgeleiden (HBO, universiteit) achten zichzelf tweemaal vaker (redelijk) kansrijk dan anderen.
Als men wel een werkgever heeft, schat men de reïntegratiekansen hoger
“Ik was positief ingesteld, maar
in. Degenen met een werkgever achten zichzelf tweemaal vaker (redelijk)
dat is inmiddels wel tanende. Ik
Degenen die het goedgekeurde deel niet kunnen invullen bij hun werk-
lees negatieve berichten (slechts 5% krijgt een baan) en daar word ik onzeker van.”
kansrijk dan degenen zonder werkgever.
gever, zien hun kansen om weer (meer) aan het werk te gaan somberder in dan degenen die dit wel kunnen.
Berichten in de media over moeizame reïntegratie van arbeidsongeschikten werken ook door in de inschatting van de eigen kansen.
“Ik denk dat het erg moeilijk wordt om werk te vinden. Kijk maar in de krant hoeveel mensen er aan het werk komen. Dat is niet motiverend.”
(Verwachte) problemen met huidige werkgever
Ook diegenen die nog een dienstverband met hun werkgever hebben, zijn
niet erg optimistisch over werkhervatting. Van degenen die zijn afgeschat, hebben er 25 een werkgever. Van hen denken er 7 het goedgekeurde deel
te kunnen invullen bij hun werkgever; 10 zeggen van niet en 8 weten het
(nog) niet. Arbeidsongeschikte werknemers verwachten problemen over de invulling van het totale aantal uren. Niet alle werkgevers bieden werk aan. Sommigen zijn huiverig voor nieuwe uitval.
“Na een ongeluk heb ik nek-, schouder- en rugklachten gekregen. Ik heb een
contract voor 32 uur en werk nu 18 uur. Eerst zat ik deels in de WAO, maar sinds november 2004 niet meer. Zowel ikzelf als mijn werkgever hebben bezwaar
aangetekend, maar er is nog geen oordeel. Ik kan goed door één deur met mijn werkgever, maar ik ben bang dat er een conflict gaat ontstaan indien er een verplichting is om mijn uren uit te breiden.”
“Ik zit al enige jaren in de WAO door een burnout. Ik ben herbeoordeeld en nu kan ik volgens de arts meer gaan werken. Ik weet niet zo goed of ik het er mee
eens ben, maar ik wil het op zich wel proberen. Mijn werkgever laat weten dat
hij het niet ziet zitten dat ik er weer vijf dagen per week kom werken, omdat ik
dan wel weer eens zou kunnen uitvallen. Daar heeft hij niets aan en ik ook niet volgens hem.”
“Na de herkeuring was ik volledig arbeidsgeschikt, terwijl ik daarvoor volledig arbeidsongeschikt was door reuma. Het UWV vindt mij geschikt voor mijn oude functie. Ik ben het daar niet mee eens en heb bezwaar aangetekend.
Ondertussen heb ik wel het werk bij mijn oude werkgever hervat, maar ik heb
grote moeite om het werk vol te houden. Ik heb zelfs verlof opgenomen om het werk te kunnen volhouden, want ik mag me niet ziek melden van de 25 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
werkgever. Ik ben immers door het UWV goedgekeurd, zegt hij. Hoe moet het nu verder?”
Mijn werkgever heeft mij nooit ontslagen. Ik heb echter vijf jaar geen contact meer gehad. Moet deze werkgever mij nu werk bieden?”
Teruggaan naar de werkgever waar al lange tijd geen contact meer mee is, maar waarmee nog een ‘slapend dienstverband’ is, roept vragen op.
“Het UWV heeft mij bij de eenmalige herbeoordeling volledig goedgekeurd.
Ik was jarenlang volledig arbeidsongeschikt. Mijn werkgever heeft mij nooit ontslagen. Ik heb echter vijf jaar geen contact meer gehad. Moet deze werkgever mij nu werk bieden?”
Verwachte problemen met gezondheidssituatie
Soms verwachten mensen problemen met hun gezondheidssituatie wanneer zij (meer) gaan werken.
“Ik ben in 2001 gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard, momenteel werk ik 16 uur in de week. Mijn gezondheidssituatie is verslechterd, waardoor ik mij het
afgelopen jaar veel heb ziek gemeld. Bij de herkeuring ben ik goedgekeurd. Er
zijn wel beperkingen vastgesteld wat ik niet kan, maar dat moet ik nog bespreken met de arbeidsdeskundige. Ik ben bang dat als ik meer uren ga werken, mijn situatie verergert.”
(Verwachte) problemen met het vinden van nieuw werk
Vanuit een situatie van vaak jarenlange arbeidsongeschiktheid blijkt het niet gemakkelijk om nieuw werk te vinden. Relatief veel bellers naar de
Helpdesk vinden zichzelf niet in staat om te werken, terwijl het UWV hen
toch arbeidsgeschikt acht. Dit levert voor de persoon een lastige situatie op. Een deel van deze mensen maakt bezwaar tegen de beslissing op de herbeoordeling. Bij bezwaar zet het UWV meestal (nog) geen reïntegratietraject in werking, maar wacht eerst de uitkomst van de bezwaarprocedure af.
Hierdoor is er nog relatief weinig te zeggen over de reïntegratie van deze groep bellers naar de Helpdesk.
WAO-ers die (deels) arbeidsgeschikt verklaard worden, moeten omschakelen. Dat dit niet altijd eenvoudig is, maken de volgende voorbeelden duidelijk:
“Op 26 januari ben ik opgeroepen voor een herbeoordeling van het UWV. Na
tien jaar afgekeurd te zijn voor 80-100%, moet ik nu ineens weer volledig aan het werk. Dit is voor mij echt niet mogelijk!”
“Door hartklachten en reuma ben ik te lang uit het arbeidsproces. Niemand zit op mij te wachten.”
“Ik heb een whiplash en ik ben volledig goedgekeurd na de herbeoordeling. Er zijn wel 164 functies die ik volgens de computer zou kunnen doen, maar in de praktijk gaat dat niet.”
Bij de mensen die zichzelf niet in staat achten om te werken, ontstaan de volgende typen problemen rond reïntegratie en inkomen: •
Een aantal goedgekeurde arbeidsongeschikten ziet zelf af van
reïntegratie. Zij slaan bijvoorbeeld een reïntegratieaanbod van het
26 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
•
UWV af, omdat zij geen enkele mogelijkheid zien om te gaan werken. Een WW-uitkering wordt geweigerd of men ziet er zelf vanaf. Een eis om een WW-uitkering te krijgen is dat men beschikbaar is voor de
arbeidsmarkt en actief solliciteert. Als iemand bij de aanvraag aan • •
geeft niet in staat te zijn om te werken, vervalt het recht op WW.
Een Ziektewet-uitkering is niet mogelijk, omdat het UWV de persoon goedgekeurd heeft voor werk.
Men krijgt geen hulp van het CWI. Wanneer iemand aangeeft dat hij
niet in staat is om te werken, is er ook geen steun of hulp van het CWI te verwachten.
Enkele illustraties: “Bij de herkeuring ben ik minder arbeidsongeschikt verklaard. Ik ben het
er niet mee eens, want ik ben erg depressief en kan echt niet werken. Ik heb
bezwaar gemaakt en heb een WW-uitkering aangevraagd. Ik weet niet of ik
WW krijg, want ik heb aangegeven dat ik niet in staat ben om te werken. Een
reïntegratietraject heb ik geweigerd. De klachten zijn door dit gedoe verergerd. Bestaat er nog een andere mogelijkheid voor een uitkering?”
“Na een WAO-beoordeling ben ik arbeidsgeschikt verklaard. Ik ben het er niet mee eens en ga bezwaar maken. De CWI-medewerker vroeg aan mij of ik wel kan werken. Omdat ik mij door haar gesteund voelde, antwoordde ik naar
waarheid dat ik dat niet kan. De medewerkster zei daarop dat ik waarschijn-
lijk geen WW krijg. Ik ben wanhopig. Straks heb ik geen geld meer. Wat moet ik doen?”
“Ik ben volledig goedgekeurd, ondanks aangeboren hartklachten en enkele
hartoperaties. Ik heb me ingeschreven bij het CWI, maar het CWI heeft me weer uitgeschreven omdat ik ziek en moeilijk bemiddelbaar ben. Vervolgens heb ik me weer ziek gemeld bij het UWV, maar daar hebben ze de ziekmelding niet
geaccepteerd. Ik kom niet meer in aanmerking voor een Ziektewet-uitkering. Tegen de WAO-beschikking heb ik bezwaar aangetekend en de hoorzitting
vindt waarschijnlijk deze maand plaats. Ondertussen heb ik geen inkomen.”
Bij de Helpdesk komen veel vragen binnen over wat er gebeurt als iemand het werk niet kan volhouden. Veel mensen die vanuit jarenlange arbeids-
ongeschiktheid weer willen of moeten werken, zijn onzeker of het wel gaat lukken.
“Ik wil graag gaan werken bij een nieuwe werkgever. Maar ik weet niet of ik
het wel kan volhouden gezien mijn gezondheid (MS). Zijn er hiervoor speciale regelingen? Zijn daar ook na-delen aan verbonden?”
4.3 Begeleiding bij werkhervatting of -uitbreiding
Arbeidsongeschikten die door de herbeoordeling (meer) arbeidsgeschikt
verklaard zijn, moeten kijken hoe zij hun arbeidsmogelijkheden het beste
kunnen benutten. Wanneer er nog een dienstverband met een werkgever is, wordt in eerste instantie gekeken naar arbeidsmogelijkheden bij deze werkgever.
Zijn er geen mogelijkheden om aan de slag te gaan bij de eigen werkgever
27 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
of heeft betrokkene geen werkgever meer, dan moet gezocht worden naar werk bij een nieuwe werkgever. De arbeidsdeskundige van het UWV stelt
een reïntegratievisie op waarin de mogelijkheden staan. Wanneer ondersteuning gewenst is, kan een reïntegratietraject van start gaan. Het UWV biedt een traject aan of de persoon kan zelf met een IRO (individuele reïntegratieovereenkomst) een traject uitstippelen.
tabel 4.2 r e ï n t e g r at i e t r a j e c t vo o r a f g e s c h at t e a r b e i d s o n g e s c h i k t e n m e t onvoldoende reïntegratiemogelijkheden bij huidige werkgever/ geen contract meer met werkgever aantal
%
Is er een reïntegratietraject gestart? Ja, al voor de herbeoordeling
7
5
Ja, in gang gezet door arbeidsdeskundige n.a.v. herbeoordeling
9
7
Nee, maar zal wel binnenkort gebeuren
29
22
Nee
72
55
AndersE
13
10
130
100
Totaal
Opvallend is dat voor een groot deel van de goedgekeurden geen reïnte-
gratietraject van start is gegaan, terwijl dat wel voor de hand zou liggen.
Bij degenen bij wie geen reïntegratietraject is gestart, is gekeken wat daar mogelijke redenen voor zouden kunnen zijn: •
Het blijkt in slechts beperkte mate mensen te betreffen die in bezwaar
•
Het betreft relatief vaak mensen die zichzelf kansloos achten om
•
zijn gegaan (19 van de 72 personen).
weer/meer aan het werk te gaan (44 van de 72), en die zichzelf dus mogelijk niet beschikbaar willen stellen voor de arbeidsmarkt.
Tussen beide groepen (in bezwaar gegaan + kanslozen) is ook enige overlap: 13 mensen vallen onder beide groepen.
In een aantal gevallen speelt zowel een bezwaarprocedure als weigering van een reïntegratietraject.
“Ik ben na 9 jaar volledig afgekeurd te zijn (epilepsie) plotseling volledig goedgekeurd. Ik voel me de WAO uitgegooid. Helemaal erg vind ik dat het UWV moeilijk doet over omscholingsplannen.”
“Na de herkeuring raakte ik mijn Wajong-uitkering kwijt. Ik heb een reïnte-
gratietraject geweigerd, omdat ik bang ben dat dit invloed zal hebben op het bezwaar.”
“Ik was volledig arbeidsongeschikt, maar ben bij de herkeuring volledig
goedgekeurd. Ik ben het daar niet mee eens en heb bezwaar gemaakt. Het UWV heeft mij telefonisch een reïntegratietraject aangeboden. Dit heb ik afgewezen, omdat ik niet in staat ben om te werken.”
Soms is er geen of onvoldoende ondersteuning vanuit het UWV bij de reïntegratie.
“Ik heb een intake gehad voor een reïntegratietraject. Vervolgens heb ik maanden niets gehoord. Toen bleek dat mijn dossier door een andere medewerker 4. In de categorie ‘anders’ zitten o.a. mensen die zelf werk hebben gevonden, alleen scholing hebben aangevraagd of via de WSW aan de slag zijn gegaan.
was overgenomen. Die kwam bij mij thuis en wilde weten hoe mijn sollicitaties verliepen. Af en toe bellen ze nu hoe het gaat. Ik vind dat er nauwelijks iets gedaan wordt.”
28 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
In een enkel geval wordt iemand goedgekeurd, terwijl de arts of arbeidsdeskundige van het UWV erkent dat werken eigenlijk niet mogelijk is. “Na herbeoordeling ben ik van volledig arbeidsongeschikt naar volledig
arbeidsgeschikt gegaan. Er is echter geen reïntegratietraject aangeboden,
omdat ik de deur niet uit kan in verband met mijn gezondheid. De arts van het UWV zag dat wel in, maar meldde toch dat hij me niet arbeidsongeschikt kon verklaren.”
4.4 Informatievoorziening bij reïntegratie
Herbeoordeelden lijken niet altijd voldoende informatie van het UWV te krijgen over de reïntegratiemogelijkheden en wat er komt kijken bij de reïntegratie, of althans niet zoveel informatie als zij verwacht hadden.
“De informatie die ik van het UWV kreeg was beperkt. Het ging om min of meer basismateriaal.”
“Ik wist helemaal niet waar ik aan toe was. Het bleek dat ik op het moment
van de beslissing van arbeidsgeschikt verklaard al meteen moest solliciteren, maar dat was mij niet bekend.”
“Bij de herbeoordeling ben ik van volledig arbeidsongeschikt naar volledig arbeidsgeschikt gegaan. Ik heb gesolliciteerd en zal waarschijnlijk worden
“Dat 0900-nummer van het UWV is vreselijk. Je krijgt daar medewerkers aan de telefoon die informatie oplezen. Maar daar ben ik niet mee geholpen, omdat het niet van toepassing is op mijn specifieke situatie.”
aangenomen. Nu hoor ik dat de werkgever mijn WAO-verleden zal vernemen via het UWV. Waarom vertelt niemand mij dat?”
Sommige mensen weten niet of ze wel of geen recht hebben op ondersteuning bij reïntegratie.
“Bij de herbeoordeling ben ik geheel arbeidsgeschikt verklaard. Ik krijg een TRI-uitkering. Kan ik dan ook een reïntegratietraject volgen?”
Het is niet altijd eenvoudig voor de herbeoordeelden om van het UWV een antwoord op een specifieke informatievraag te krijgen.
“Als ik ga werken, wat betekent dit dan voor mijn Wajong-uitkering? Het UWV is slecht bereikbaar, en ik krijg niet de informatie en ondersteuning die ik wens.”
Informatie over de eigen mogelijkheden voor reïntegratie, in de vorm van
bijvoorbeeld de IRO, lijken niet altijd vanzelfsprekend aangereikt te worden. “Bij de herbeoordeling kreeg ik een blaadje mee over een voorschakeltraject
voor reïntegratie. Ik heb het doorgelezen en gezegd dat ik dat wel wilde doen. Op dat moment was mij niet bekend dat ik iets zou kunnen kiezen, en ik wist ook niets over de IRO. Nadat ik zelf zaken had uitgezocht ben ik met een IRO aan de slag gegaan.”
De informatievoorziening over de IRO en PRB lijkt niet optimaal. Mensen
die door de Helpdesk teruggebeld zijn, geven aan dat dit beter kan. Op de vraag aan welke informatie men het meest heeft gehad, springt de
29 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“De informatie over de IRO was interessant, maar die heb ik niet van het UWV gekregen. Daarvan hoorde ik via het BPV&W.”
informatie over de IRO er uit. In een aantal gevallen heeft men deze informatie niet van het UWV gekregen.
“Bij navraag zei de arbeidsdeskundige dat hij geen IRO aanbood, omdat het zoveel gedoe was.”
De onafhankelijke arbeidsadviseur, die bij het CWI is ondergebracht, blijkt voor een aantal cliënten een positieve rol te spelen.
“Ik heb wel informatie van het UWV gehad, maar dat vond ik vrij summier. Ik had meer aan de arbeidsadviseur bij het CWI. Zij verwees me naar een reïntegratiebedrijf.”
Bij de Helpdesk komen ook enkele positieve geluiden door over de
informatievoorziening van het UWV met betrekking tot de reïntegratie. “Ik heb meteen informatie gekregen bij de herbeoordeling. Bijvoorbeeld over hoe en wat bij solliciteren. Ook de mogelijkheden van een reïntegratietraject kwamen ter sprake: zelf doen via de IRO of via het UWV.”
“Ik heb wel wat aan de voorlichtingsbijeenkomst gehad. Het pakketje dat ik meekreeg gaf me wel duidelijkheid.”
4.5 Verloop van de reïntegratie
Als een reïntegratietraject eenmaal gestart is, kunnen knelpunten ont-
staan. Een traject kan bijvoorbeeld te zwaar blijken. Zonder nader overleg met het UWV afzien van een reïntegratietraject brengt betrokkene in de problemen.
“Ik zit voor 55-65 % met kanker in de WAO en werk drie dagdelen per week. Daarnaast had ik ook nog een gedeelte WW. Het reïntegratietraject heb ik
maar vijf weken volgehouden, want het was te veel naast mijn werk. Ik heb
dat aangekaart bij het reïntegratiebedrijf. Die vond dat geen probleem, maar een tijdje later werd mijn WW-uitkering om die reden gestopt. Ik heb niet
geprotesteerd. Een tijdje geleden kreeg ik wéér een oproep van hetzelfde reïn-
tegratiebedrijf. Ik heb uitgelegd dat ik niet meer wilde. En nu krijg ik een brief van het UWV dat mijn WAO-uitkering gekort wordt omdat ik niet voldoe aan
de controlevoorschriften. Ik kom er absoluut niet door bij het UWV. Of er wordt niet opgenomen, of ze verbinden me niet door. Wat kan ik doen?”
Soms blijken de verwachtingen van het reïntegratietraject te hoog en valt de kwaliteit tegen. Het traject is niet altijd afgestemd op de specifieke behoefte van de persoon zelf.
“De verzekeringsarts zei dat ik in het kader van een reïntegratietraject ook een scholing kon volgen. Het UWV stuurde mij naar een reïntegratiebedrijf. Maar daar kreeg ik alleen een sollicitatietraining. Nou, solliciteren kan ik al. Ik wil
een computercursus om weer administratief aan de slag te kunnen. Maar ze zeiden dat dat te duur was en dat ik dat niet kreeg.”
30 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
“Het enige dat ik kreeg was een sollicitatietraining en informatie over het schrijven van brieven, maar dat kon ik al. Er werd niet bemiddeld naar werk, wat wel voorgespiegeld was door de arbeidsdeskundige.
“Het enige dat ik kreeg was een sollicitatietraining en informatie over het
schrijven van brieven, maar dat kon ik al. Er werd niet bemiddeld naar werk, wat wel voorgespiegeld was door de arbeidsdeskundige. Er zou ook rekening gehouden worden met mijn beperkingen, maar daar is helemaal niets van
terechtgekomen. Omdat ik er op gerekend had dat ze zouden bemiddelen naar werk heb ik geen bezwaar ingediend. Daar heb ik nu spijt van.”
“De informatie en ondersteuning kunnen beter. De arbeidsdeskundige zou
namelijk eens in de zoveel tijd bellen om te vragen hoe het gaat (dat was mij toegezegd), maar ik heb helemaal niets gehoord.”
Sommigen geven er de voorkeur aan zelf op zoek gaan naar werk. Daarbij is de medewerking van het UWV niet altijd optimaal.
“Bij de herbeoordeling van de Wajong volgens de nieuwe criteria ben ik
opnieuw volledig afgekeurd. Toch heb ik een baan in het onderwijs aangenomen. Ik wil graag onder artikel 50 gaan werken, omdat ik niet weet of ik het
wel vol kan houden. Maar mijn verzoek strandt constant ergens bij het UWV. Straks ben ik al aan de slag en is er nog niets geregeld!”
4.6 Conclusie
Wanneer we de ervaringen van de Helpdesk leggen naast de SUWI-doelstelling ‘Werk boven inkomen’, blijkt dat de doelstelling nog niet erg zichtbaar
is. Hoewel theoretisch gezien mensen mogelijkheden hebben om met werk hun inkomen te verdienen, is dit in de praktijk lastig te realiseren.
Afgeschatte herbeoordeelden zijn pessimistisch over hun arbeidskansen
(6% vindt zich kansrijk, 40% kansloos). Een deel vindt zichzelf niet in staat om te werken en ziet af van een reïntegratietraject. Zij krijgen ook geen WW- of TRI-uitkering. Voor hen dus geen ‘werk’ en ook geen ‘inkomen’.
In de overgang van uitkering naar werk is goede ondersteuning en infor-
matievoorziening belangrijk. Bellers naar de Helpdesk uiten hun teleurstelling over de ondersteuning. Zij zijn ontevreden over het reïntegratietraject
omdat het te weinig toegesneden is op hun situatie, omdat een scholing of
cursus niet mogelijk blijkt of omdat de verwachte bemiddeling achterwege blijft.
De informatievoorziening over reïntegratie schiet te kort. Informatie over de eigen specifieke situatie is moeilijk te krijgen. Het UWV lijkt moeilijk
benaderbaar met een complexe vraag. Informatie over de mogelijkheden om zelf de reïntegratie op te pakken en vorm te geven, zoals over de IRO, wordt niet altijd vanzelfsprekend aangereikt.
31 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
5. Beschouwing De gepresenteerde resultaten van de Helpdesk van het Breed Platform
Verzekerden en Werk betreffen een afspiegeling van de ervaringen van een deel van de herbeoordeelden, namelijk de mensen die met onduidelijk-
heden, vragen of klachten zitten. Mensen die tevreden zijn en geen vragen hebben, zullen de Helpdesk immers niet snel bellen.
Over de herbeoordelingen en de ervaren dienstverlening van het UWV zijn
reeds verschillende rapporten verschenen. Hier gaan we na in hoeverre het beeld van de bellers van de Helpdesk overeenkomt met andere ervaringen en op welke punten dit aangevuld kan worden.
Uit een recent klanttevredenheidsonderzoek van het UWVF onder 519
(nieuwe) herbeoordeelden blijkt dat zij gemiddeld redelijk tevreden zijn over het herbeoordelingstraject. Gemiddeld geven de herbeoordeelden het gehele herbeoordelingstraject (van oproep tot beschikking) een 6,5
als rapportcijfer. Helaas geeft dit rapport geen inzicht in het percentage
cliënten dat een onvoldoende respectievelijk voldoende heeft gegeven. De
verzekeringsarts blijkt de belangrijkste rol te spelen in de (on)tevredenheid over de herbeoordeling. Over het gesprek met de verzekeringsarts is 69%
(zeer) tevreden en 31% (zeer) ontevreden. Bij de cliënten die niet tevreden
zijn, komen inhoudelijk dezelfde aspecten naar voren als in de signalen van de bellers. De ontevredenheid heeft veelal als reden dat mensen de verzekeringsarts ondeskundig vinden, zich niet serieus genomen voelen door
de arts of dat de arts kortaf was en slecht luisterde. Ruim eenderde van de
herbeoordeelden wist na afloop van het gesprek niet waar ze aan toe waren of hoe het traject na de herbeoordeling verder verloopt. Ook de rol die het
UWV in het vervolgtraject zou kunnen spelen is eenderde van de herbeoordeelden niet duidelijk. Onduidelijkheid over het traject en onvrede over de handelwijze van de verzekeringsarts staan centraal bij de klanten die een onvoldoende geven.
Voor zover reïntegratie al aan de orde is, melden de bellers van de Helpdesk onduidelijkheid en weinig vertrouwen in de gekozen werkwijze. Hierin
staan de bellers niet alleen. Uit een onderzoek naar de ketensamenwerking van SUWI-partnersG, onder een steekproef van 3.000 klanten van het CWI,
het UWV en de gemeentelijke sociale diensten, blijkt dat de waardering voor begeleiding, ondersteuning en bemiddeling naar werk laag is. Een
meerderheid van de klanten oordeelt negatief over de dienstverlening en samenwerking van de ketenpartners op reïntegratie en bemiddeling.
De aandacht in de keten gaat in de optiek van de klanten vooral uit naar
het inkomenstraject en minder naar het werktraject. De meerderheid van
de klanten zegt onvoldoende ondersteund te zijn door alle ketenpartijen bij het zoeken naar werk. De bellers van de Helpdesk vormen vergeleken met
het totale klantenbestand van het CWI, het UWV en de sociale diensten een groep die vanwege hun arbeidshandicap moeilijk te bemiddelen is naar 5. Herbeoordeling uitkeringsgerechtigden UWV. Rapport cliëntenonderzoek, UWV, augustus 2005. 6. De klant in de keten. Ketensamenwerking SUWI-partners vanuit het
werk. De problemen die door de gehele groep klanten worden gesignaleerd bij reïntegratie gelden waarschijnlijk nog sterker voor de bellers.
klantperspectief, E. Lemmens e.a., Orbis, in opdracht van het Algemeen Keten Overleg, maart 2005. 7. De weg terug: van arbeidsongeschiktheid naar werk, A. Heyma e.a., SEO en AStri, in opdracht van RWI, oktober 2005.
Onderzoek naar de gevolgen van een herbeoordeling voor mensen met een
WAO-uitkering in opdracht van de RWIH, laat enkele belangrijke knelpunten 32 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
in het reïntegratietraject zien. Dit betreft ten eerste de keuze voor een reïntegratiebedrijf. Cliënten worden geacht deze zelf te kiezen, maar hebben
daar vaak te weinig adequate informatie voor. Ten tweede vormt de door-
looptijd bij aanvang van het reïntegratietraject een knelpunt. De termijnen waarop een traject gepland en gestart moet zijn, zijn te krap; in die zin, dat cliënten (meer) tijd nodig hebben om de voor hen grote omslag naar werk te maken. Een derde knelpunt vormt de inhoud van de reïntegratietrajec-
ten. Voor herbeoordeelden bestaan geen aparte trajecten en onduidelijk is hoe effectief de verschillende bestaande trajecten voor herbeoordeelden
zijn. De bellers van de Helpdesk noemden vooral het geringe vertrouwen dat ze hadden in de inhoud van een gekozen reïntegratietraject, bijvoor-
beeld de sollicitatietraining. De overige punten werden niet gesignaleerd
door de bellers, waarschijnlijk omdat de meesten nog nauwelijks concrete ervaringen met reïntegratie hadden.
In opdracht van de LVAI (Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten)
zijn ervaringen met de eenmalige herbeoordeling geïnventariseerd op basis van 50 vragenlijsten. Deze vragenlijsten zijn uitgezet via het netwerk van de LVA (o.a. lokale spreekuren) en de vragenlijst kon via de website de LVA ingevuld worden. Uit deze inventarisatie komt naar voren dat het UWV mensen op korte termijn oproept voor de keuring (36% moet binnen een week na
de oproep verschijnen), waardoor een goede voorbereiding in het gedrang
komt. Daarnaast geven velen aan dat het UWV hun ziekte niet serieus nam en niet luisterde naar hun verhaal. Verder wordt er volgens de respondenten weinig begeleiding naar werk aangeboden. Eenderde moet zelf uit-
zoeken hoe ze weer aan het werk komen. Driekwart is niet gewezen op de
mogelijkheid van de IRO. De conclusies uit dit onderzoeksverslag komen in grote lijnen overeen met de ervaringen van de Helpdesk van het BPV&W.
Het BPV&W bracht begin 2003 een rapportage uit over de ervaringen van één jaar SUWI. De SUWI-doelstellingen werden ook in deze rapportage
getoetst aan de praktijk van de Helpdesk van het BPV&W. Een van de conclusies was dat er nog geen sprake leek te zijn van een activerend stelsel, waarin gewerkt wordt aan het verhogen van de motivatie en de eigen
verantwoordelijkheid van cliënten. Ook werd ontevredenheid over de reïn-
tegratieactiviteiten gemeld. De dienstverlening van het UWV was nog niet optimaal op de klant afgestemd: de telefonische bereikbaarheid van het
UWV liet te wensen over, het kennisniveau en het actief meedenken met de cliënt kon beter en er bleek behoefte aan heldere, cliëntgerichte informatie. Nu, bijna drie jaar later, blijken deze constateringen nog steeds opvallend
actueel. De telefonische bereikbaarheid van het UWV, evenals de informatie via internet en brochures, is verbeterd. Maar op de overige knelpunten lijkt weinig vooruitgang geboekt.
Wanneer de signalen van de bellers van de Helpdesk worden afgezet tegen hetgeen bekend is over de ervaringen van (herbeoordeelde) cliënten van
het UWV in het algemeen, dan valt op dat de groep die tevreden is met de
dienstverlening en die vertrouwen heeft in reïntegratie zich niet meldt bij 8. Ervaringen met de eenmalige herbeoordeling, E. Kromontono en T. Nederland, Verwey-Jonker Instituut, in opdracht van LVA, augustus 2005. 9. Staat de klant centraal? Ervaringen van één jaar SUWI, J. Komduur en B. Fermin, BPV&W i.s.m. TNO Arbeid, maart 2003.
de Helpdesk. Minstens een derde van de cliënten is echter niet tevreden. Zij hebben behoefte aan betere informatie, aan een betere behandeling
door de verzekeringsarts en aan reïntegratie die op hun maat gesneden is. Deze groep belt wel met de Helpdesk. De signalen die zij afgeven komen 33 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W
overeen met de signalen die uit andere rapportages naar voren komen.
Doordat bellers hun hele verhaal doen ontstaat zicht op de samenhang van de knel-punten en de gevolgen die dit heeft op de verschillende terreinen van hun leven. De knelpunten blijken niet zelden in samenhang voor te
komen. Onduidelijkheid en slechte bejegening gaan vaak hand in hand en
een gebrek aan (passende) reïntegratie is daar maar al te vaak het logische vervolg op.
34 · e e n l ast i g pa rco u r s · d e c e m b e r 2005 · B PV & W